Paddestoelen (basiscursus) - Tuinwijck · Paddestoelen. Ze zijn verbonden met onze kindertijd omdat...
3
Paddestoelen. Ze zijn verbonden met onze kindertijd omdat ze giftig konden zijn (je mocht er zelfs niet aankomen) en omdat kabouter Spillebeen er op zat. Ze zijn er vooral in de herfst maar in de rest van het jaar zijn ze ook zonder veel moeite overal te vinden. Iedereen weet inmiddels wel dat het belangrijkste deel van de plant eigenlijk onder de grond zit (of in een boomstam, bij bepaalde soorten). De paddestoel is alleen maar de bloem van de plant. Hij verspreidt de sporen waardoor er op andere plaatsen zich nieuwe paddestoelen kunnen ontwikkelen. Het is ook eenvoudig te zien dat er verschillende types zijn, maar hoe ze nou allemaal precies heten? Hier een eerste inleiding om de hoofdstromen in paddestoelenland te kunnen identificeren. Om die hoofdstromen (de types) te herkennen moet je iets weten van de anatomie van de paddestoel. De tekening hiernaast maakt duidelijk welke onderdelen ervan belang- rijk zijn. Onderaan zit de beurs, waarin de paddestoel aanvankelijk verscholen zat. Bij het groeien knapte de beurs en bleven delen ervan op de hoed liggen. Dat zijn de witte stippen op de rode paddestoelen. Als de paddestoel een steel heeft kan die een ring hebben. In de hoed ontwikkelen zich de sporen waarmee de plant zich voortplant. Die sporen kunnen zich bevinden in buisjes of plaatjes. Drie hoofdtypen Er zijn drie hoofdtypen te onderscheiden: paddestoelen met sporen 1. in buisjes (poriën): buisjeszwammen 2. in plaatjes: plaatjeszwammen (incl. Russula’s en melkzwammen) 3. geen van beide: de rest Hieronder zie je van elk een aantal fotovoorbeelden, zodat je ze makkelijk kunt herkennen. Buisjeszwammen Buisjeszwammen zijn er in twee modellen: boleten en houtzwammen. De eerste zijn te herkennen aan hun voluptueuze vormen, de tweede groeit op hout. Paddestoelen (basiscursus) Omnia tomentosa Eekhoorntjesbrood
Transcript of Paddestoelen (basiscursus) - Tuinwijck · Paddestoelen. Ze zijn verbonden met onze kindertijd omdat...
Paddestoelen. Ze zijn verbonden met onze kindertijd omdat ze giftig konden zijn (je mocht er zelfs niet aankomen) en omdat kabouter Spillebeen er op zat. Ze zijn er vooral in de herfst maar in de rest van het jaar zijn ze ook zonder veel moeite overal te vinden. Iedereen weet inmiddels wel dat het belangrijkste deel van de plant eigenlijk onder de grond zit (of in een boomstam, bij bepaalde soorten). De paddestoel is alleen maar de bloem van de plant. Hij verspreidt de sporen waardoor er op andere plaatsen zich nieuwe paddestoelen kunnen ontwikkelen. Het is ook eenvoudig te zien dat er verschillende types zijn, maar hoe ze nou allemaal precies heten? Hier een eerste inleiding om de hoofdstromen in paddestoelenland te kunnen identificeren.
Om die hoofdstromen (de types) te herkennen moet je iets weten van de anatomie van de paddestoel. De tekening hiernaast maakt duidelijk welke onderdelen ervan belang- rijk zijn. Onderaan zit de beurs, waarin de paddestoel aanvankelijk verscholen zat. Bij het groeien knapte de beurs en bleven delen ervan op de hoed liggen. Dat zijn de witte stippen op de rode paddestoelen. Als de paddestoel een steel heeft kan die een ring hebben. In de hoed ontwikkelen zich de sporen waarmee de plant zich voortplant. Die sporen kunnen zich bevinden in buisjes of plaatjes.
Drie hoofdtypenEr zijn drie hoofdtypen te onderscheiden: paddestoelen met sporen 1. in buisjes (poriën): buisjeszwammen2. in plaatjes: plaatjeszwammen (incl. Russula’s en
melkzwammen)3. geen van beide: de restHieronder zie je van elk een aantal fotovoorbeelden, zodat je ze makkelijk kunt herkennen.
BuisjeszwammenBuisjeszwammen zijn er in twee modellen: boleten en houtzwammen. De eerste zijn te herkennen aan hun voluptueuze vormen, de tweede groeit op hout.
Paddestoelen (basiscursus)
Om
nia
tom
ento
sa
Eek
hoor
ntje
sbro
od
PlaatjeszwammenPlaatjeszwammen zijn er in drie modellen:
Russula’s en melkzwammen
Paddestoelen die niet tot een van bovenstaande groepen behoren
Eke
nbal
dzw
amm
etje
Gro
ene
knol
aman
iet
(gift
ig)
Ges
chub
de in
ktza
m
2. met hoed en beringde steel 3. met hoed, onberingde steel en donker gekleurde lamellen
Gla
nzen
de r
ussu
la
Vle
kste
elm
elkz
wam
Elfe
nban
kje
Gou
dgel
e ko
raal
zwam
1. met hoed, met onberingde steel of helemaal geen steel en met lichtgekleurde lamellen aan de onderzijde van de hoed
Rui
tjesb
ovist
Gew
one
mor
ielje
Bra
ndpl
ekke
lkje
