Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers...

176
Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus Beademingsapparaat voor noodgevallen en transportdoeleinden Software 1.n WAARSCHUWING Voor het juiste gebruik van dit medische apparaat deze gebruiksaanwijzing lezen en strikt opvolgen.

Transcript of Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers...

Page 1: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing

Oxylog 3000 plus

Beademingsapparaat voor noodgevallen en transportdoeleindenSoftware 1.n

WAARSCHUWINGVoor het juiste gebruik van dit medische apparaat deze gebruiksaanwijzing lezen en strikt opvolgen.

Page 2: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

2 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Typografische conventies

Tekst op het scherm en op labels op het apparaat wordt vet- en schuingedrukt weergegeven, zoals bijv. PEEP, Lucht of Alarminstellingen.

Het "groter dan"-symbool > geeft het navigatiepad in een dialoogvenster aan, bijv. Systeemconfiguratie > Bewaking > Basisinstellingen. In dit voorbeeld geeft Systeemconfiguratie de titel van het dialoogvenster aan, Bewaking een horizontaal gerangschikt tabblad en Basisinstellingen een verticaal gerangschikt tabblad.

Schermafbeeldingen

De inhoud van de schermen die in deze gebruiksaanwijzing staan afgebeeld, kan afwijken van de inhoud die daadwerkelijk op het scherm wordt weergegeven.

Handelsmerken

Definities veiligheidsinformatie

1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1".

Afzonderlijke handelingen of verschillende keuzemogelijkheden voor handelingen worden met opsommingstekens aangegeven.

– Streepjes geven een reeks van gegevens, opties of voorwerpen in een lijst aan.

(A) Letters tussen haakjes verwijzen naar elementen in de relevante afbeelding.

A Met letters in afbeeldingen worden elementen aangeduid waarnaar in de tekst wordt verwezen.

Handelsmerk Eigenaar van handelsmerk

Oxylog® Dräger

AutoFlow® Dräger

DrägerService® Dräger

Sekusept® Ecolab

BIPAP1)

1) Een onder licentie gebruikt handelsmerk

WAARSCHUWINGEen WAARSCHUWING geeft belangrijke informatie over een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien deze niet wordt voorkomen, ernstig letsel of overlijden tot gevolg kan hebben.

LET OPLET OP duidt op belangrijke informatie over een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien deze niet wordt vermeden, tot licht of matig letsel bij de gebruiker of de patiënt of tot schade aan de apparatuur of andere eigendommen kan leiden.

OPMERKINGEen OPMERKING geeft aanvullende informatie die is bedoeld om ongemakken tijdens het gebruik te vermijden.

Page 3: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 3

Definitie van doelgroepen

Voor dit medische apparaat worden gebruikers, onderhoudspersoneel en deskundigen als doelgroepen gedefinieerd.

Die doelgroepen moeten instructies hebben gekregen in het gebruik van het medische apparaat en moeten de vereiste training en kennis hebben om het medische apparaat te gebruiken, te installeren, te herbewerken, te onderhouden of te repareren.

Dräger benadrukt dat het medische apparaat alleen door de gedefinieerde doelgroepen mag worden gebruikt, geïnstalleerd, herbewerkt, onderhouden of gerepareerd.

Gebruikers

Gebruikers zijn beoogde gebruikers zoals gedefinieerd op pagina 14 voor het gebruik van het medische apparaat in overeenstemming met het beoogde gebruik.

Onderhoudspersoneel

Onderhoudspersoneel zijn personen die ten opzichte van het exploitatiebedrijf verantwoordelijk zijn voor het onderhouden van het medische apparaat.

Onderhoudspersoneel zijn personen die het medische apparaat mogen installeren, herbewerken of onderhouden.

Deskundigen

Deskundigen zijn personen die toestemming hebben om reparaties of complexe onderhoudswerkzaamheden aan het medische apparaat uit te voeren.

Afkortingen en symbolen

Zie "Afkortingen" op pagina 23 en "Symbolen" op pagina 24 voor uitleg.

Page 4: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

4 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten.

Page 5: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 5

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Voor de veiligheid van u en uw patiënten . 7

Algemene veiligheidsinformatie . . . . . . . . . . . 8Productspecifieke veiligheidsinformatie . . . . . 12

Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13

Beoogd gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14Indicaties/contra-indicaties . . . . . . . . . . . . . . . 14Gebruiksomgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

Systeemoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

Basiseenheid met alle opties . . . . . . . . . . . . . 18Functietoepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22Afkortingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23Symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24

Bedieningsconcept . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27

In- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28Bedieningselementen voor de beademing . . . 29Bedieningselementen voor display. . . . . . . . . 30Extra functietoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31Vensterstructuur op het scherm . . . . . . . . . . . 32

Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35

Interne oplaadbare accu. . . . . . . . . . . . . . . . . 37Aansluiten op de netvoeding . . . . . . . . . . . . . 38Externe voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39De gastoevoer aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . 41Het herbruikbare beademingscircuit voor volwassenen aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . 43Het beademingscircuit voor éénmalig gebruik voor volwassenen aansluiten . . . . . . . . . . . . . 45Het beademingscircuit voor éénmalig gebruik voor kinderen aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . 46Een bacteriefilter of HME aansluiten . . . . . . . 47De CO2-sensor en de cuvette aansluiten . . . . 48De Oxylog 3000 plus aan de standaardrailsystemen bevestigen . . . . . . . . . 49

Voorbereiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51

De accu opladen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52De geschatte pneumatische bedrijfstijd bepalen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53Gereedheid voor gebruik controleren. . . . . . . 54

De apparaatcontrole uitvoeren . . . . . . . . . . . 54CO2-nulkalibratie en -filtercontrole vóór beademing (optioneel). . . . . . . . . . . . . . . . . . 58Voorbereiding voor gebruik na systeemcontrole, CO2-nulkalibratie enCO2-filtercontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60

Werking van het apparaat. . . . . . . . . . . . . . 61

Opstarten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62De beademingsmodus voorbereiden . . . . . . 64VC-CMV, VC-AC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65VC-SIMV, VC-SIMV/PS. . . . . . . . . . . . . . . . . 68PC-BIPAP, PC-BIPAP/PS . . . . . . . . . . . . . . . 70Spn-CPAP, Spn-CPAP/PS . . . . . . . . . . . . . . . 72Niet-invasieve beademing (NIV) . . . . . . . . . . 75Speciale functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76O2-concentratie door "O2-menging" . . . . . . . 78De HME-correctie instellen . . . . . . . . . . . . . . 79Kalibratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80Helderheid van het scherm . . . . . . . . . . . . . . 80Alarm volume (Alarmvolumee) . . . . . . . . . . . 80Uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81

Alarmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83

Informatie betreffende de veiligheid . . . . . . . 84Alarmprioriteiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84Alarmindicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85Alarmgrenzen instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . 87

Bewaking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89

Curven weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90Meetwaarden weergeven . . . . . . . . . . . . . . . 90CO2-meting (optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . 91Gegevenscommunicatie (optioneel) . . . . . . . 94

Configuratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95

Configuratie en informatie weergeven. . . . . . 96Klantenservicemodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97Handleiding klantenservice . . . . . . . . . . . . . . 108

Probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109

Alarm – Oorzaak – Oplossing . . . . . . . . . . . . 110Berichten in het alarmberichtenveld . . . . . . . 110

Page 6: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Inhoudsopgave

6 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Bijkomende berichten in het alarmberichtenveld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 117Berichten in het informatieveld . . . . . . . . . . . . 118Foutmeldingen tijdens de apparaatcontrole . . 120

Reinigen, desinfecteren en steriliseren . . . 121

Demontage. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122Informatie inzake herbewerken . . . . . . . . . . . 125Recycleprocedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125Overzicht van voor recycling geschikte onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129Onderdelen monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129

Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131

Onderhoudsintervallen van de Oxylog 3000 plus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132Inspectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133Veiligheidscontroles . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133Preventief onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134Reparatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134In geval van een storing in het beademingsapparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135

Afvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137

Afvoeren van het medische apparaat. . . . . . . 138Afvoerinstructies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138

Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . 139

Omgevingscondities . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142Prestatiekenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143Weergave van meetwaarden en curven. . . . . 145Bewaking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146Bedrijfswaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147Specificaties van het apparaat . . . . . . . . . . . . 149Gebruikte materialen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151EMC-verklaring. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152

Beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155

Beademingsmodi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156AutoFlow . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160Dode ruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162De cyclustijd, inspiratietijd en expiratietijd bepalen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162Functiebeschrijving. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163

Accessoirelijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165

Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167

De klantenservicemodus openen . . . . . . . 171

De klantenservicemodus openen . . . . . . . . . 172De klantenservicemodus Oxylog 3000 plus SW 1.n openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 173

Page 7: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 7

Voor de veiligheid van u en uw patiënten

Voor de veiligheid van u en uw patiënten

Algemene veiligheidsinformatie . . . . . . . . . 8

Volg deze gebruiksaanwijzing strikt op. . . . . . 8Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8Aangesloten apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . 9Veilige aansluiting op andere elektrische apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9Veiligheid van de patiënt. . . . . . . . . . . . . . . . . 9Patiëntbewaking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9Informatie over elektromagnetische compatibiliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9Functionele veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10Adequate bewaking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10Aansluiting op andere apparaten . . . . . . . . . . 10

Productspecifieke veiligheidsinformatie . . 12

Accessoires installeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . 12Slechts één exemplaar van de gebruiksaanwijzing inbegrepen . . . . . . . . . . . 12

Page 8: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Voor de veiligheid van u en uw patiënten

8 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Algemene veiligheidsinformatie

De volgende WAARSCHUWING- en LET OP-opmerkingen gelden voor de algemene werking van het medische apparaat.

Specifieke WAARSCHUWINGEN en LET OP-opmerkingen aangaande subsystemen of bepaalde eigenschappen van het medische apparaat staan in de respectieve paragrafen van deze gebruiksaanwijzing of in de gebruiksaanwijzing van een ander product dat in combinatie met dit medische apparaat wordt gebruikt.

Volg deze gebruiksaanwijzing strikt op

Onderhoud

Accessoires

WAARSCHUWINGRisico van onjuiste bediening en onjuist gebruik

Vóór elke behandeling en elk gebruik van het medische apparaat dient men alle hoofdstukken van deze gebruiksaanwijzing terdege te kennen en op te volgen. Het medische apparaat mag alleen worden gebruikt voor het doel dat onder "Beoogd gebruik" op pagina 14 is gespecificeerd.

Alle opmerkingen voorafgegaan door WAARSCHUWING en LET OP in de gebruiksaanwijzing en alle gegevens op labels op het medische apparaat moeten strikt in acht worden genomen. Wanneer deze veiligheidsinformatie niet in acht genomen wordt, geldt dit gebruik van het medische apparaat als oneigenlijk gebruik.

WAARSCHUWINGRisico van storing in medisch apparaat en letsel bij patiënt

Het medische apparaat moet regelmatig worden geïnspecteerd en door het onderhoudspersoneel aan een onderhoudsbeurt worden onderworpen. Reparaties en complex onderhoud van het medische apparaat moeten door deskundigen worden uitgevoerd.

Als het bovenstaande niet wordt opgevolgd, kan dat tot gevolg hebben dat het medische apparaat niet meer naar behoren functioneert en de patiënt letsel oploopt. Neem het hoofdstuk "Onderhoud" in acht.

Dräger adviseert een servicecontract af te sluiten met DrägerService en alle reparaties te laten verrichten door DrägerService. Wat onderhoud betreft, adviseert Dräger bovendien originele reparatieonderdelen van Dräger te gebruiken.

WAARSCHUWINGGevaar van het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires

Als er niet-goedgekeurde accessoires worden gebruikt, is het mogelijk dat storingen van het medische apparaat een risico voor de patiënt vormen. Gebruik het medische apparaat alleen met goedgekeurde accessoires uit de huidige accessoirelijst.

Page 9: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 9

Voor de veiligheid van u en uw patiënten

Aangesloten apparaten

Veilige aansluiting op andere elektrische apparatuur

Veiligheid van de patiënt

Het ontwerp van het medische apparaat, de bijbehorende literatuur en de op het medische apparaat aangebrachte labels zijn gebaseerd op de veronderstelling dat het gebruik van de apparatuur wordt beperkt tot daartoe opgeleide deskundigen en dat de opgeleide gebruiker bepaalde inherente eigenschappen van het medische apparaat kent. In de instructies, waarschuwingen en let op-opmerkingen wordt daarom de aandacht voornamelijk gericht op de specifieke kenmerken van het Dräger-ontwerp.

Deze documentatie verwijst niet naar de diverse gevaren die mogen worden verondersteld bekend te zijn bij medisch personeel dat dit medische apparaat bedient, naar de gevolgen van een verkeerd gebruik van het medische apparaat of naar de mogelijke nadelige gevolgen bij patiënten met een abnormaal ziektebeeld.

Wijzigingen aan of verkeerd gebruik van het medische apparaat kunnen gevaarlijk zijn.

Patiëntbewaking

De gebruikers van het medische apparaat zijn verantwoordelijk voor de keuze van een veilige bewakingsvorm, die voldoende informatie verschaft over de prestaties van het medische apparaat en de toestand van de patiënt.

De veiligheid van de patiënt kan op een groot aantal verschillende manieren worden gewaarborgd, variërend van de elektronische bewaking van de prestaties van het medische apparaat en de toestand van de patiënt tot de eenvoudige, directe observatie van klinische verschijnselen.

De verantwoordelijkheid voor de keuze van de beste manier om de toestand van een patiënt te bewaken, rust uitsluitend op de persoon die het medische apparaat gebruikt.

Informatie over elektromagnetische compatibiliteit

Algemene informatie over elektromagnetische compatibiliteit (EMC) conform de internationale EMC-norm IEC 60601-1-2:

WAARSCHUWINGRisico op elektrische schok en op apparaatstoringen

Alle aangesloten apparaten of combinaties van apparaten die niet aan de vereisten in deze gebruiksaanwijzing voldoen, kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van het medische apparaat en elektrische schokken veroorzaken. Voordat u het medische apparaat in gebruik neemt, moet u de gebruiksaanwijzingen van alle aangesloten apparaten of combinaties van apparaten strikt opvolgen.

WAARSCHUWINGRisico op lichamelijk letsel bij de patiënt

Elektrische aansluitingen op apparaten die niet in deze gebruiksaanwijzing of in deze montage-instructies worden vermeld, mogen alleen tot stand gebracht worden, als ze door de respectievelijke fabrikanten worden toegestaan.

WAARSCHUWINGRisico op lichamelijk letsel bij de patiënt

Neem geen therapeutische beslissingen die uitsluitend gebaseerd zijn op individuele gemeten waarden en bewakingsparameters.

Page 10: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Voor de veiligheid van u en uw patiënten

10 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Voor elektromedische apparatuur gelden speciale voorzorgsmaatregelen betreffende de elektromagnetische compatibiliteit (EMC). Daarom moet de apparatuur worden geïnstalleerd en in gebruik worden genomen in overeenstemming met de EMC-informatie. Zie "EMC-verklaring" op pagina 152.

Functionele veiligheid

De belangrijkste prestatiekenmerken van de Oxylog 3000 plus worden als volgt omschreven:

adequate levering van beademing aan de patiëntenaansluiting of het genereren van een alarmsituatie.

Adequate bewaking

De bewakingsfuncties van de Oxylog 3000 plus maken adequate bewaking van de beademingstherapie mogelijk. Om tijdens beademing voor adequate bewaking te zorgen, moet u altijd alarmgrenzen instellen voor de volgende parameters:

– Ademwegdruk, Paw

– het expiratoir minuutvolume, MVe;

– Beademingsfrequentie (indien van toepassing), RR

– etCO2 (indien van toepassing).

Als de betreffende alarmgrenzen niet zijn ingesteld, zal er in de volgende gevallen geen alarm worden weergegeven:

– acute veranderingen in de conditie van de patiënt;

– Verkeerde instellingen en bedieningsfouten

– lekkage in het slangensysteem.

Aansluiting op andere apparaten

Combinaties van apparaten (apparaten van Dräger + apparaten van Dräger, of apparaten van Dräger + apparaten van derden) die door Dräger zijn goedgekeurd (zie de gebruiksaanwijzing van de afzonderlijke apparaten), voldoen aan de volgende normen:

– IEC 60601-1 (3e editie)Medische elektrische apparatuurDeel 1-1: Algemene voorschriften met betrekking tot de veiligheid en essentiële prestaties

– IEC 60601-1-2Medische elektrische apparatuurDeel 1-2: Algemene voorschriften met betrekking tot de veiligheid en essentiële prestatiesBijbehorende norm: Elektromagnetische compatibiliteit – Vereisten en tests

– IEC 60601-1-8Medische elektrische apparatuurDeel 1-8: Algemene veiligheidsvoorschriftenBijbehorende norm: Algemene vereisten, tests en richtlijnen voor alarmsystemen in medische apparatuur en in medische elektrische systemen

– IEC 60601-1 (2e editie)Medische elektrische apparatuurDeel 1: Algemene veiligheidsvoorschriften

WAARSCHUWINGGebruik geen draagbare en mobiele HF-communicatieapparatuur zoals mobiele telefoons in de buurt van het medische apparaat.

LET OPGebruik altijd een aparte SpO2-monitor voor patiënten die afhankelijk zijn van een exacte O2-concentratie.

Page 11: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 11

Voor de veiligheid van u en uw patiënten

– IEC 60601-1-1Medische elektrische apparatuurDeel 1-1: Algemene veiligheidsvoorschriftenBijbehorende norm: Veiligheidsvoorschriften voor elektrische medische systemen

– IEC 60601-1-2Medische elektrische apparatuurDeel 1-2: Algemene veiligheidsvoorschriftenBijbehorende norm: Elektromagnetische compatibiliteit; Eisen en tests

– IEC 60601-1-4Medische elektrische apparatuurDeel 1-4: Algemene veiligheidsvoorschriftenBijbehorende norm: Programmeerbare elektrische medische systemen

– IEC 60601-1-8Medische elektrische apparatuurDeel 1-8: Algemene veiligheidsvoorschriftenBijbehorende norm: Algemene vereisten, tests en richtlijnen voor alarmsystemen in medische elektrische apparatuur en medische elektrische systemen

Als een combinatie van apparaten niet door Dräger is goedgekeurd, kan dat nadelige gevolgen hebben voor de werking van de apparaten.

De gebruiker moet zich ervan verzekeren dat de apparaatcombinatie aan de geldende normen voldoet.

Volg de gebruiksaanwijzing en de montage-instructies van alle aangesloten apparaten strikt op.

Page 12: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Voor de veiligheid van u en uw patiënten

12 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Productspecifieke veiligheidsinformatie

Accessoires installeren

Volg de montage-instructies en de gebruiksaanwijzing strikt op.

Slechts één exemplaar van de gebruiksaanwijzing inbegrepen

WAARSCHUWINGBewaking van de beademing is te allen tijde verplicht! Wanneer een patiënt is aangesloten op een beademingsapparaat, is constante aandacht van bevoegd medisch personeel vereist, zodat in geval van een storing onmiddellijk correctieve acties kunnen worden ondernomen.

De gebruiker mag niet alleen op de bewaking van het beademingsapparaat vertrouwen en moet altijd in alle situaties volledige verantwoordelijkheid nemen voor de juiste beademing en de veiligheid van de patiënt.

WAARSCHUWINGHoud altijd een manueel beademingsapparaat bij de hand.

Als er een storing in het beademingsapparaat wordt ontdekt en de vitale functies niet langer kunnen worden gegarandeerd (bijvoorbeeld in geval van een stroomstoring of een onderbreking van de toevoer van persgas), moet de beademing onmiddellijk met een onafhankelijk beademingsapparaat (manueel beademingsapparaat) worden gestart – indien nodig met behulp van PEEP en/of een verhoogde inspiratoire O2-concentratie.

WAARSCHUWINGRisico op het terugademen van CO2

Om ervoor te zorgen dat de beademing tijdens het instellen van de beademingsparameters correct verloopt, moet u rekening houden met het totale volume van de dode ruimte van het beademingscircuit, vooral bij gebruik van kleine slagvolumes. Kijk of er tekenen zijn die wijzen op terugademen.

WAARSCHUWINGRisico van storing

Niet-toegestane wijzigingen aan het medische apparaat kunnen tot storingen leiden.

Zonder nadrukkelijke toestemming van Dräger mogen geen wijzigingen aan dit medische apparaat worden aangebracht.

LET OPEen etCO2-waarde op zich is niet voldoende als basis voor medische beslissingen.

LET OPHet installeren van accessoires op de Oxylog 3000 plus moet worden uitgevoerd zoals wordt beschreven in deze gebruiksaanwijzing. Controleer of de aansluitingen stevig op het systeem van de basiseenheid zijn aangebracht.

LET OPPer apparaat is er slechts één exemplaar van de gebruiksaanwijzing inbegrepen. Bewaar die dus op een plaats die toegankelijk is voor gebruikers.

Page 13: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 13

Gebruik

Gebruik

Beoogd gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

Indicaties/contra-indicaties . . . . . . . . . . . . . 14

Gebruiksomgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

Page 14: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruik

14 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Beoogd gebruik

De Oxylog 3000 plus s een beademingsapparaat voor noodgevallen en transportdoeleinden met tijdsturing, volumeregeling en drukregeling voor patiënten die continue volledig mechanische of ondersteunde beademing met een slagvolume van minstens 50 mL nodig hebben.

Beoogde gebruiker: het apparaat is bedoeld voor gebruik door en onder toezicht van hiervoor opgeleide medische deskundigen zoals artsen,

verpleegkundigen, medische technici, beademingstherapeuten en ambulancemedewerkers.

Indicaties/contra-indicaties

Voor patiënten met een slagvolume van minstens 50 mL.

Gebruiksomgeving

Beoogde gebruiksomgeving:

– mobiel gebruik voor patiënten in noodsituaties, zowel binnen als buiten;

– tijdens transport in ambulances of vliegtuigen, inclusief helikopters;

– op afdelingen voor eerste hulp en spoedeisende hulp;

– tijdens verplaatsing van beademde patiënten binnen het ziekenhuis;

– in de verkoeverkamer.

WAARSCHUWINGHet Oxylog 3000 plus-beademingsapparaat mag alleen worden gebruikt onder toezicht van daartoe opgeleid medisch personeel, zodat in geval van een storing onmiddellijk correctieve acties kunnen worden ondernomen.

WAARSCHUWINGGebruik het apparaat uitsluitend onder de toegestane omgevings- en voedingsvoorwaarden. Het apparaat kan anders onjuist werken of uitvallen.

WAARSCHUWINGGebruik het medische apparaat niet in hyperbare ruimten.

Het medische apparaat kan storingen vertonen, waardoor de patiënt gevaar loopt.

Page 15: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 15

Gebruik

WAARSCHUWINGGebruik het medische apparaat niet in combinatie met scanapparatuur die een magnetisch veld produceert (MRI, NMR, NMI).

Het medische apparaat kan storingen vertonen, waardoor de patiënt gevaar loopt.

WAARSCHUWINGOntploffingsgevaar en brandgevaar

Dit apparaat is niet goedgekeurd noch gecertificeerd om te worden gebruikt op plaatsen waar zich zuurstofconcentraties van meer dan 25 Vol% of ontvlambare of explosieve gasmengsels kunnen vormen.

WAARSCHUWINGIn toxische omgevingen:– De patiënt moet met 100 % medische

zuurstof worden beademd, zodat de giftige stoffen het beademingsgas niet kunnen binnendringen.

– Breng de patiënt onmiddellijk over naar een omgeving met inhaleerbare lucht om inademing van giftige lucht te voorkomen als de patiënt weer spontaan gaat ademen.

WAARSCHUWINGIn omgevingen met infectiegevaar:– De patiënt moet met 100 % medische

zuurstof worden beademd, zodat bacteriën, virussen, schimmels of sporen het beademingsgas niet kunnen binnendringen.

– Breng de patiënt onmiddellijk over naar een omgeving met inhaleerbare lucht om inademing van geïnfecteerde lucht te voorkomen als de patiënt weer spontaan gaat ademen.

Page 16: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

16 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten.

Page 17: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 17

Systeemoverzicht

Systeemoverzicht

Basiseenheid met alle opties . . . . . . . . . . . 18

Zijaanzicht, rechts. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19Achteraanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19Herbruikbaar beademingscircuit voor volwassenen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20Beademingscircuit voor éénmalig gebruik voor volwassenen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20Beademingscircuit voor éénmalig gebruik voor kinderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21

Functietoepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22

Beademingsfuncties van de Oxylog 3000 plus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22

Afkortingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23

Symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24

Page 18: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Systeemoverzicht

18 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Basiseenheid met alle opties

A Scherm met schermpagina's voor de specifieke toepassing

B Alarmen- -toets voor het instellen en weergeven van alarmgrenzen

C Instell. -toets voor het instellen van bijkomende beademingsparameters

D Toets voor het instellen van de beademingsmodus Spn-CPAP

E Toets voor het instellen van de beademingsmodus VC-CMV / VC-AC

F Toets voor het instellen van de beademingsmodus VC-SIMV

G Toets voor het instellen van de beademingsmodus PC-BIPAP

H Rode en gele LED's als alarmindicatorenI -toets om het akoestische alarmsignaal

2 minuten te onderdrukkenJ Toets Alarm Reset voor het bevestigen van

alarmberichtenK O2-Inhalat.-toets voor O2-inhalatie of 100 %

O2-toets voor 100 % O2-toediening (fabrieksinstelling).

L Insp. Hold-toets voor het opstarten van een manuele inspiratie of om de huidige inspiratietijd te verlengen

M Start/Standby-toets N Voedingssymbolen

Laadstatus van de interne accu Externe netvoeding

O Draaiknop voor het selecteren, wijzigen en bevestigen van instellingen

P Draaiknop voor het instellen van de O2-concentratie FiO2

Q Draaiknop voor het instellen van de maximale inspiratoire druk Pmax

R Draaiknop voor het instellen van de ademfrequentie RR

S Draaiknop voor het instellen van het slagvolume VT

T Uitleg van kleurcodes voor het versneld instellen van RR en VT

U Curven -toets om te wisselen tussen de druk-, flow- of CO2-curve (optioneel) in kleine of grote weergave

V Meetw. -toets om te wisselen tussen schermpagina's in het "Meetwaarden"-venster

Voor

zijd

e

A BC D E FG

HIJKLM

NOPQRS

T

UV

CurvenCurven

Page 19: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 19

Systeemoverzicht

Zijaanzicht, rechts

A Noodluchtinlaat

B Bevestigingsschroef van afdekking accucompartiment

C Aansluitingen voor de flowmeetleidingen

D Aansluiting voor de beademingsslang

E Aansluiting voor de persluchtslang

F Aansluiting voor de DC-voeding

G Aansluiting voor de CO2-sensor

H Connector voor datacommunicatiekabel

Achteraanzicht

A Omgevingsluchtinlaat

B Omgevingsluchtinlaat, met filterelement

C Beschermbeugel

Zijk

ant

LET OPBlokkeer de noodluchtinlaat niet.

Dit kan storingen in het beademingsapparaat veroorzaken.

B

C

D

EF

A

G

H

Ach

terk

ant

LET OPBlokkeer de omgevingsluchtinlaat niet.

Dit kan storingen in het beademingsapparaat veroorzaken.

LET OPGebruik de beschermbeugel niet als handvat

Als het apparaat in een verticale positie wordt gehouden, kan dit schommelingen in de beademingsdruk teweegbrengen.

A

B

C

Page 20: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Systeemoverzicht

20 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Herbruikbaar beademingscircuit voor volwassenen

A Hoekstuk

B Flowsensor

C Beademingsventiel

D Beademingsslang

E Flow- en drukmeetleidingen

Beademingscircuit voor éénmalig gebruik voor volwassenen

A Hoekstuk

B Flowsensor

C Beademingsventiel

D Beademingsslang

E Flow- en drukmeetleidingen

001

AE

B

CD

002

EDC

A

B

Page 21: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 21

Systeemoverzicht

Beademingscircuit voor éénmalig gebruik voor kinderen

A Hoekstuk

B Flowsensor

C Beademingsventiel

D Beademingsslang

E Flow- en drukmeetleidingen

0813

7170

DA

E

CB

Page 22: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Systeemoverzicht

22 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Functietoepassingen

Beademingsfuncties van de Oxylog 3000 plus

Beademingsmodi:

– volumegestuurde beademing:

– VC-CMV / VC-AC

– VC-SIMV

– drukgestuurde beademing:

– PC-BIPAP

– Ondersteuning van spontane ademhaling:

– Spn-CPAP

Extra instellingen voor de beademing:

– Drukondersteuning: in de beademingsmodiVC-SIMV, PC-BIPAP en Spn-CPAP,

– Apnoebeademing: in de beademingsmodus SpnCPAP;

– AutoFlow (optioneel): in de beademingsmodi VC-CMV, VC-AC en VC-SIMV;

– NIV: in de beademingsmodi: Spn-CPAP (/PS), PC-BIPAP (/PS), VC-CMV / AF, VC-AC / AF en VC-SIMV / AF.

Speciale functies:

– inspiratoire hold;

– O2-inhalatie (optioneel), met een inhalatiemasker – 100 % O2 (optioneel)

Zie "Beschrijving" op pagina 155 voor een gedetailleerde omschrijving van de beademingsmodi en de extra instellingen. Zie "Afkortingen" op pagina 23 voor afkortingen.

OPMERKINGIn deze gebruiksaanwijzing wordt de ademwegdruk in [mbar] weergegeven. In sommige talen toont het scherm van de Oxylog 3000 plus echter [cmH2O].

1 [mbar] is ongeveer gelijk aan 1 [cmH2O].

Page 23: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 23

Systeemoverzicht

Afkortingen

Afkorting Toelichting100 % O2 100 % O2-flowAF AutoFlowATPD Ambient Temperature and

Pressure, Dry (omgevingstemperatuur en -druk, droog)

BF Body Floatingbpm Ademhalingen per minuutBTPS Lichaamstemperatuur en -druk,

verzadigd. Meetwaarden verwijzen naar de conditie van de longen van de patiënt, lichaamstemperatuur 37 °C, ademwegdruk, met damp verzadigd gas.

C CompliantieCO2 KooldioxideCSM KlantenservicemodusPsupp Positieve druk boven PEEPEMC Elektromagnetische Compatibiliteit

Elektromagnetische compatibiliteit

ESD Elektrostatische ontladingetCO2 Endtidal CO2-concentratieFiO2 Inspiratoire zuurstofconcentratieFRC Functionele restcapaciteitHME Heat and Moisture Exchanger

(warmte- en vochtuitwisselaar)I:E Verhouding tussen inspiratoire en

expiratoire tijdIPX2 Ingress Protection level 2IPX4 Ingress Protection level 4MEDIBUS.X Dräger-communicatieprotocol voor

medische apparatuur met uniforme gegevensdefinitie voor alle apparaten

MVe Totaal expiratoir minuutvolumeMVespon Spontaan ademhalingsgedeelte

van het expiratoire minuutvolumeMVi Totaal inspiratoir minuutvolume

NIV Niet-invasieve beademing – maskerbeademing

O2 ZuurstofO2-inhalat. O2-inhalatiePaw AdemwegdrukPC-BIPAP Pressure Controlled – Biphasic

Positive Airway Pressure (drukgestuurde/tijdgestuurde - spontane ademhaling onder continue positieve ademwegdruk met 2 verschillende drukniveaus)

PEEP Positieve eind-expiratoire druk Pgemid Gemiddelde ademwegdrukPIF Inspiratoire piekflowPinsp Inspiratoire drukPmax Maximale ademwegdrukPpiek Inspiratoire piekdrukPplat PlateaudrukPS Pressure Support

(drukondersteunde spontane ademhaling)

R WeerstandRF RadiofrequentieRR BeademingsfrequentieRRapn Beademingsfrequentie tijdens

apnoebeademingRRsp Spontane ademfrequentieSpn-CPAP Spontaneous Continuous Positive

Airway Pressure (spontane ademhaling met continu positief drukniveau)

SpO2 Saturatie van perifere zuurstofTapnoe Tijd tot apnoe wordt herkendTe Expiratoire tijdTi Inspiratoire tijdTplat% Plateautijd als % van de inspiratoire

tijd

Afkorting Toelichting

Page 24: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Systeemoverzicht

24 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Symbolen

VC-AC Volume-Controlled – Assisted-Controlled ventilation (volumegestuurde geassisteerde beademing)

VC-CMV Volume Controlled – Controlled Mandatory Ventilation (volumegestuurde continue volledig mechanische beademing)

VC-SIMV Volume Controlled – Synchronized Intermittent Mandatory Ventilation (Volumegestuurde gesynchroniseerde intermitterende mechanische beademing)

VN Verenigde NatiesVT SlagvolumeVTapnoe Slagvolume tijdens

apnoebeademingVTe Expiratoir slagvolumeVTi Inspiratoir slagvolume

Afkorting Toelichting

Symbool Toelichting Toets voor het opstarten van een

manuele inspiratie of om de huidige inspiratietijd te verlengen

Toets voor het instellen van bijkomende beademingsparameters

Toets voor het instellen en weergeven van alarmgrenzen

Toets voor het weergeven van meetwaarden

Toets om te wisselen tussen de druk-, flow- of CO2-curve (optioneel) in kleine of grote weergave

Insp.hold

Instell.

Alarmen

Meetw.

Curven

Toets om het akoestische alarmsignaal 2 minuten te onderdrukken

Toets om alarmberichten te bevestigen

Draaiknop

Start-/stand-bytoets

Alarmbovengrens

Alarmondergrens

Symbool Toelichting

AlarmReset

Page 25: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 25

Systeemoverzicht

! Alarmmelding met lage prioriteit

!! Alarmmelding met gemiddelde prioriteit

!!! Alarmmelding met hoge prioriteit

* Triggerindicator

Let op! Raadpleeg begeleidendedocumenten

Beschermingsklasse type BF (Body Floating), beschermd tegen defibrillatie

Laadstatus van de interne accu

Netvoeding aangesloten

Acculading (voorbeeld: driekwart vol)

Klasse II-apparatuur, het apparaat is beschermd tegen elektrische schokken met extra veiligheidsmaatregelen zoals dubbele of versterkte isolatie, zonder beschermende aarding.

Voer het apparaat niet af als huishoudelijk afval.

Productiedatum

Fabrikant

DC-ingang

Gebruiksaanwijzing

Waarschuwing! Volg deze gebruiksaanwijzing strikt op

Symbool Toelichting

Alleen voor droge plaatsen

Waarschuwing, gevaarlijke spanning!

Temperatuurgrenzen

Latexvrij

Niet hergebruiken

Olie- en vetvrij houden

Niet steriel

Niet aan zonlicht blootstellen

Alleen voor gebruik binnenshuis

Niet openen

Verbod: Blokkeer nooit de noodluchtinlaat of de omgevingsluchtinlaat.

Pediatrie

Voor gebruik bij volwassenen

Symbool Toelichting

Pediatric

Adult

Page 26: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Systeemoverzicht

26 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Steilheid (steil, matig steil, vlak)

Hoeveelheid

Gebruik het product niet als de verpakking is beschadigd.

Omgevingsdruk

Relatieve vochtigheid

Artikelnummer

Partijnummer

Recycling in overeenstemming met de voorschriften voor lithium-ion-accu's.

VN-voorschrift nr. 10 revisie 3 (EMC)

Symbool Toelichting

E 13 10 R - 03XXXX

Page 27: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 27

Bedieningsconcept

Bedieningsconcept

In- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28

Inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28Uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28

Bedieningselementen voor de beademing 29

Bedieningselementen voor display . . . . . . 30

Extra functietoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31

Vensterstructuur op het scherm . . . . . . . . . 32

Page 28: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Bedieningsconcept

28 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

In- en uitschakelen

Inschakelen

Druk kort op de toets (A) om het apparaat in te schakelen.

Uitschakelen

Zie de "Uitschakelen" op pagina 81.

0033

7170

Oxylog 3000 plus

AB

Page 29: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 29

Bedieningsconcept

Bedieningselementen voor de beademing

Controles voor beademingsinstellingen

A Toetsen voor selectie van de beademingsmodi:

– VC-CMV / VC-AC

– VC-SIMV,

– Spn-CPAP,

– PC-BIPAP

B Draaiknop

C Knoppen voor beademingsparameters:

– Inspiratoir slagvolume VT [mL],

– Ademfrequentie RR [/min],

– Maximale inspiratiedruk Pmax [mbar],

– Inspiratoire O2-concentratie FiO2 [%].

De beademingsmodus instellen

Druk ongeveer 3 seconden op de toets van de betreffende beademingsmodus (A).

of

1 Druk op de toets van de betreffende beademingsmodus (A).

2 Druk op de draaiknop (B) om de selectie te bevestigen.

De geselecteerde beademingsmodus wordt geactiveerd.

De actieve beademingsmodus verschijnt in de linkerbovenhoek van de display (C).

0013

7170

BC

AOxylog 3000 plus

0853

7170

Oxylog 3000 plus

BC

A

Page 30: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Bedieningsconcept

30 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Bedieningselementen voor display

A Draaiknop voor het selecteren, wijzigen en bevestigen van instellingen.

B Meetw. -toets om te wisselen tussen schermpagina's in het "Meetwaarden"-venster

C Curven -toets om te wisselen tussen de druk-, flow- of CO2-curve (optioneel) in kleine of grote weergave

D Instell. -toets om de beademingsparameters (beademingsscherm) in het "Instellingen"-venster weer te geven en om tussen schermpagina's te wisselen

E Alarm -toets om de alarminstellingen in het "Alarm"-venster weer te geven en om tussen schermpagina's te wisselen

0023

7170

OPMERKINGMet behulp van de draaiknop kunnen verschillende parameters op het scherm worden ingesteld (bv. Ti, PEEP, Psupp, Pinsp).– Om de parameter te selecteren: draai aan de

draaiknop.– Om de parameter te activeren: druk op de

draaiknop.– Om de waarde in te stellen: draai aan de

draaiknop.– Om de waarde te bevestigen: druk op de

draaiknop.

Oxylog 3000 plus

B C

DE

A

CurvenCurven

Page 31: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 31

Bedieningsconcept

Extra functietoetsen

Er bevinden zich extra toetsen aan de rechterkant van het voorpaneel:

A Toets om het akoestische alarmsignaal 2 minuten te onderdrukken.

B Alarm Reset-toets om alarmberichten te bevestigen.

C Insp. Hold-toets voor het opstarten van een manuele inspiratie of om de huidige inspiratietijd te verlengen.

D O2-Inhalat.-toets voor O2-inhalatie of 100 % O2-toets voor 100 % O2-toediening (fabrieksinstelling).

0323

7170

Oxylog 3000 plus

ABCD

Page 32: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Bedieningsconcept

32 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Vensterstructuur op het scherm

Algemene vensterstructuur

A Veld voor beademingsmodus

B Status- en alarmberichtenveld

C Meetwaardevenster

D CurvevensterD en E worden gecombineerd in een groot curvescherm.

E Venster voor instellingen of alarm

F Informatievenster. Zie "Berichten in het informatieveld" op pagina 118 voor informatie over de inhoud.

Meetwaardenvenster

A Gemeten parameter

B Meetwaarde

C Meeteenheid

D Meetwaarden (1e pagina van 7 beschikbare pagina's)Als de CO2-optie niet is geselecteerd:1e pagina van 6 beschikbare pagina's

E Triggerindicator.

Op de laatste pagina staat een overzicht van alle meetwaarden.

0543

7171

A B

D

C

E F 0583

7171

1563

7171

A

E

B C D

Page 33: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 33

Bedieningsconcept

Instellingenvenster

A Menu voor het instellen van aanvullende beademingsparameters in overeenstemming met de gewenste beademingsmodus.

– AutoFlow (optioneel)

– Helderheid

– CO2-filtercontrole (optioneel)

– CO2-nulkalibratie (optioneel)

– CO2-cuvettetype (optioneel)

– HME-correctie

– Slangtype

– I:E / Ti

– NIV

– PEEP

– Pinsp

– RRapn en VTapnoe

– Steilheid

– Tapnoe

– Tplat

– Trigger

– Psupp

B Aantal pagina's (1e pagina van 3 beschikbare pagina's)

Druk op de toets Instell. . De pagina’s worden één voor één weergegeven.

Alarmvenster

A Menu voor alarmgrenzen en alarmparameters. Zie "Alarmgrenzen instellen" op pagina 87 voor gedetailleerde bedieningsvoorschriften.

B Aantal pagina's (1e pagina van 2 beschikbare pagina's)

Naar de volgende pagina gaan:

Druk op de toets Alarmen .De pagina’s worden één voor één weergegeven.

0573

7171

A B

1093

7171

A B

Page 34: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Bedieningsconcept

34 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Vergrote weergave van drukcurve

Het curvevenster met de curve voor de beademingsdruk Paw.

Druk meerdere malen op de toets Curven .

Vergrote weergave van flowcurve

Het curvevenster met de flowcurve.

Vergrote weergave van CO2-curve

Het curvevenster met de CO2-curve.

0553

7171

0563

7171

1543

7171

CurvenCurven

Page 35: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 35

Montage

Montage

Interne oplaadbare accu . . . . . . . . . . . . . . . 37

De accu verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37De laadstatus van de accu controleren . . . . . 37De accu plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37

Aansluiten op de netvoeding . . . . . . . . . . . 38

Externe voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38

Externe voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39

Externe voeding met DC/DC-convertor . . . . . 39Externe voeding met AC/DC-voeding (netspanning) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40

De gastoevoer aansluiten . . . . . . . . . . . . . . 41

Toevoer vanuit een O2-cilinder . . . . . . . . . . . . 41O2-toevoer van een centraal gastoevoersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42

Het herbruikbare beademingscircuit voor volwassenen aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . 43

Het beademingsventiel monteren. . . . . . . . . . 43De beademingsslangen en flowmeetleidingen aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44

Het beademingscircuit voor éénmalig gebruik voor volwassenen aansluiten . . . . 45

Het beademingscircuit voor éénmalig gebruik voor kinderen aansluiten . . . . . . . . 46

Een bacteriefilter of HME aansluiten . . . . . 47

Herbruikbare slang, volwassene . . . . . . . . . . 47Slang voor éénmalig gebruik, volwassene . . . 47Slang voor éénmalig gebruik voor kinderen . . 47

De CO2-sensor en de cuvette aansluiten . . 48

De Oxylog 3000 plus aan de standaardrailsystemen bevestigen. . . . . . . 49

Page 36: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Montage

36 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

WAARSCHUWINGGebruik geen beschadigde onderdelen of accessoires.

Vervang beschadigde of vervormde onderdelen.

WAARSCHUWINGElektrische aansluitingen op apparatuur die niet in deze gebruiksaanwijzing worden genoemd, mogen alleen worden uitgevoerd na overleg met de betreffende fabrikanten.

Er kunnen storingen in de apparatuur ontstaan en de patiënt kan letsel oplopen.

WAARSCHUWINGAlle apparatuur die op de Oxylog 3000 plus wordt aangesloten, moet aan IEC 60601-1-2 voldoen.

WAARSCHUWINGRisico op het terugademen van CO2

Het is niet toegestaan om onderdelen van verschillende beademingscircuits te combineren, zeker niet voor pediatrische toepassingen.

WAARSCHUWINGGebruik altijd het hoekstuk van het beademingscircuit.

Als er geen hoekconnector wordt gebruikt, kan dit leiden tot een verkeerde meting van het minuutvolume.

WAARSCHUWINGRisico op het terugademen van CO2

Gebruik geen voor volwassenen bedoeld slangensysteem voor slagvolumes van minder dan 100 mL.

LET OPGebruik geen elektrisch geleidende slangen.

Dit kan gevaar opleveren voor de gebruiker en het apparaat kan tijdens defibrillatie beschadigd raken.

Er bestaat een risico op een elektrische schok.

Page 37: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 37

Montage

Interne oplaadbare accu

De interne stroomvoorziening wordt geleverd door middel van een uitneembare oplaadbare accu. Zie "Technische gegevens" op pagina 139 voor technische informatie.

De accu verwijderen

1 Draai de knop (C) op het deksel van het accucompartiment (B) linksom om het deksel te verwijderen.

2 Open het accudeksel.

3 Verwijder de accu (A) door aan het lipje te trekken.

De laadstatus van de accu controleren

Druk de knop op de oplaadbare accu in.De laadstatus wordt weergegeven door vier LED's.

De accu plaatsen

1 Plaats de accu in het accucompartiment.

2 Sluit de accudeksel.

3 Draai de knop vast.

015

A

B

C

LET OPDe Oxylog 3000 plus zal tijdens het vervangen van de accu de beademing onderbreken als het apparaat is ingeschakeld en de externe stroomvoorziening niet is aangesloten. De beademing wordt altijd ongeveer 3 seconden na het plaatsen van een opgeladen accu met de laatste ingestelde waarden voortgezet.

Page 38: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Montage

38 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Aansluiten op de netvoeding

Externe voeding

Om de accu opnieuw op te laden en ervoor te zorgen dat de accu langer meegaat, gebruikt u het volgende:

– een DC/DC-convertor, of

– AC/DC-voeding.

Zie pagina 147 voor meer informatie.

Zet het apparaat altijd zo neer dat de externe voedingsconnector makkelijk van het beademingsapparaat kan worden losgemaakt.

WAARSCHUWINGPlaats om veiligheidsredenen altijd een maximaal geladen accu, zelfs als er van een externe stroomvoorziening gebruik wordt gemaakt.

WAARSCHUWINGRisico op lichamelijk letsel bij de patiënt

Als er geen opgeladen accu is geïnstalleerd, wordt de beademing onderbroken zodra de externe stroomvoorziening uitvalt.

We adviseren om altijd een volledig opgeladen reserveaccu bij de hand te hebben als u de Oxylog 3000 plus gebruikt.

Page 39: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 39

Montage

Externe voeding

Externe voeding met DC/DC-convertor

De DC/DC-convertor moet worden gebruikt om de Oxylog 3000 plus aan te sluiten op een boordnetvoedingsbron, bijvoorbeeld in ambulances. De converter kan met de volgende voltages worden gebruikt: 12 VDC, 24 VDC of 28 VDC. De boordnetvoedingsbron moet door een DC-zekering van 10 tot 16 A worden beschermd.Buiten dit bereik kan de Oxylog 3000 plus het DC-ingangsvermogen niet gebruiken.

Schroef de DC/DC-converter aan een vlakke wand en zorg ervoor dat de wand stevig genoeg is om de arm te dragen. Gebruik alle vier bevestigingsgaten (schroefmaat M4).

1 Steek de grote connector (A) van de DC/DC-converter in de voeding aan boord.

2 Steek de kleine connector (B) in de DC-connector van de Oxylog 3000 plus.

3 Als de Oxylog 3000 plus op een externe voeding is aangesloten, licht de indicator (D) op.

WAARSCHUWINGDe DC/DC-convertor mag alleen op droge plaatsen worden gebruikt.

Risico op elektrische schok en schade aan het apparaat.

016

Oxylog 3000 plus

12 VDC24 VDC28 VDC

D B

A

C

Page 40: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Montage

40 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Externe voeding met AC/DC-voeding (netspanning)

1 Steek de netstekker (A) in het stopcontact.

2 Sluit de DC-connector (B) aan op de DC-connector (C) van de Oxylog 3000 plus.

3 Als de Oxylog 3000 plus op een externe voeding is aangesloten, licht de indicator (D) op.

Als u het beademingssysteem van de netvoeding wilt loskoppelen, trekt u het netsnoer uit het stopcontact.

WAARSCHUWINGDe AC/DC-voeding mag niet buitenshuis worden gebruikt.

Risico op elektrische schok en schade aan het apparaat.

017

O xylog 3000 plus

A

BD C

Page 41: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 41

Montage

De gastoevoer aansluiten

Wees voorzichtig bij het werken met O2: Toevoer vanuit een O2-cilinder

1 Sluit de drukregelaar (uitgangsdruk van 270 tot 600 kPa, nominale druk van 500 kPa) op de O2-cilinder aan.

WAARSCHUWINGOntploffingsgevaar

Zorg ervoor dat de O2-cilinder niet omvalt. Houd ze uit de buurt van extreme hitte.

WAARSCHUWINGBrandgevaar

Vet O2-fittingen zoals cilinderafsluiters en reduceerventielen niet in, smeer ze niet en raak ze niet aan met vette handen.

WAARSCHUWINGBedien cilinderafsluiters met de hand en draai langzaam, om brand of explosies te voorkomen.

Gebruik geen gereedschap.

WAARSCHUWINGGebruik alleen medische zuurstof.

WAARSCHUWINGZorg altijd voor voldoende ventilatie in de ruimte waar het beademingsapparaat wordt gebruikt, om de O2-concentratie in de omgeving onder 25 % te houden en zo de kans op brand uit te sluiten.

WAARSCHUWINGNiet roken en geen open vuur.

O2 stimuleert de verbranding van andere stoffen en kan brand verergeren.

WAARSCHUWINGGebruik altijd gascilinders en drukregelaars die aan alle van toepassing zijnde voorschriften voldoen.

WAARSCHUWINGRisico op verstikking

Gebruik altijd volle O2-cilinders.

WAARSCHUWINGGebruik alleen een reduceerventiel met een overdrukventiel bij de uitlaat om in geval van een storing de uitgangsdruk tot maximaal 1000 kPa te beperken en zo schade aan het beademingsapparaat ten gevolge van een bovenmatige O2-toevoerdruk op de ingang te voorkomen.

Page 42: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Montage

42 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

2 Koppel de O2-persgasslang (A) aan de Oxylog 3000 plus.

3 Sluit de O2-persgasslang aan op het reduceerventiel (B).

4 Draai de cilinderafsluiter (C) langzaam volledig open.

O2-toevoer van een centraal gastoevoersysteem

1 Koppel de O2-persgasslang (A) aan de Oxylog 3000 plus.

2 Sluit de gasaansluiting (B) aan op het O2-afnamepunt tot deze naar behoren is vastgekoppeld en de toevoer van O2 is gegarandeerd.

018

WAARSCHUWINGRisico op storingen van het beademingsapparaat

Installeer geen flowregelventielen of flowmeters in de gastoevoer van de Oxylog 3000 plus.

WAARSCHUWINGControleer altijd de O2-druk van de cilinder vóór gebruik, om te voorkomen dat er tijdens het gebruik onvoldoende zuurstof wordt aangevoerd.

O2

A

B

C

019

A

B

Page 43: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 43

Montage

Het herbruikbare beademingscircuit voor volwassenen aansluiten

– Steriliseer alle herbruikbare onderdelen vóór elk gebruik.

Het beademingsventiel monteren

1 Plaats het membraan (B) in de behuizing van het beademingsventiel (C). Controleer of het membraan correct is geplaatst.

2 Plaats de beschermkap (A) en draai deze ca. 60° naar rechts om ze op haar plaats vast te zetten (u voelt een klik).

3 Plaats de flowsensor (D) op het beademingsventiel (C). Aan de gleuf in de flowsensor (D) en de inkeping op het beademingsventiel (C) is goed te zien hoe de stukken in elkaar moeten worden gezet.

4 Druk het hoekstuk (E) op de flowsensor (D).

008

WAARSCHUWINGRisico op het terugademen van CO2

Verwijder, beschadig of verbuig de rubberen schijf (A) in de behuizing niet, anders zal het ventiel niet goed werken waardoor de patiënt gevaar loopt.

A

009

A

B

C

D

E

Page 44: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Montage

44 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

De beademingsslangen en flowmeetleidingen aansluiten

1 Sluit de beademingsslang (A) aan op het beademingsventiel.

2 Sluit de flowmeetslangen (B) aan op de mondstukken op de flowsensor. Let bij het aansluiten van de flowmeetleidingen goed op de verschillende diameters van de slangen en mondstukken en sluit ze aan de juiste zijde aan.

3 Sluit de flowmeetleidingen (B) aan op de Oxylog 3000 plus. De manier waarop de onderdelen in elkaar passen, is aangegeven door een inkeping op de connector die van de beademingsslang afgekeerd moet zijn. Als die verkeerd wordt geplaatst, zullen foutieve waarden worden gemeten.

4 Sluit de beademingsslang (A) aan op de gasuitlaat van de Oxylog 3000 plus.

Controleer bij het aansluiten van een beademingsslang of de slanginstelling in het Instellingen-venster overeenkomt met de aangesloten slang.

011

012

A

BB

A

B

Page 45: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 45

Montage

Het beademingscircuit voor éénmalig gebruik voor volwassenen aansluiten

1 Sluit de flowmeetleidingen (A) aan op de Oxylog 3000 plus. De manier waarop de onderdelen in elkaar passen, is aangegeven door een inkeping op de connector die van de beademingsslang afgekeerd moet zijn. Als die foutief werd geplaatst, zullen foutieve waarden worden gemeten.

2 Sluit de beademingsslang (B) aan op de gasuitlaat van de Oxylog 3000 plus.

Controleer bij het aansluiten van een beademingsslang of de slanginstelling in het Instellingen-venster overeenkomt met de aangesloten slang.

OPMERKINGHet gebruik van een slang voor éénmalig gebruik kan het risico op kruisinfectie verminderen.

013

A

B

OPMERKINGSlangen voor éénmalig gebruik worden schoon, maar niet steriel geleverd.

Page 46: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Montage

46 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Het beademingscircuit voor éénmalig gebruik voor kinderen aansluiten

Als het beademingsvolume kleiner is dan 250 mL, dient u een beademingscircuit voor kinderen te gebruiken.

Als het beademingsvolume groter is dan 250 mL, dient u een beademingscircuit voor volwassenen te gebruiken.

1 Sluit de blauwe flowmeetslang (B) aan op de blauw gemerkte aansluiting.

2 Sluit de transparante flowmeetleiding (A) aan op de andere connector.

3 Sluit de beademingsslang (C) aan op de gasuitlaat van de Oxylog 3000 plus.

Controleer bij het aansluiten van een beademingsslang of de slanginstelling in het Instellingen-venster overeenkomt met de aangesloten slang.

013

B

C

A

Page 47: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 47

Montage

Een bacteriefilter of HME aansluiten

De flow- en volumemetingen kunnen worden gecorrigeerd voor gebruik met een HME. Zie de "De HME-correctie instellen" op pagina 79.

Sluit het bacteriefilter of de HME als volgt op de hoekstuk aan.

Herbruikbare slang, volwassene

Slang voor éénmalig gebruik, volwassene

Slang voor éénmalig gebruik voor kinderen

WAARSCHUWINGRisico op het terugademen van CO2

Bacteriefilters, HME‘s en maskers verhogen de weerstand en het doderuimtevolume van het beademingscircuit. Let op de aanwijzingen van de fabrikant.

OPMERKINGBij gebruik van een HME kan de gemeten flow afwijken van de daadwerkelijke expiratoire flow als gevolg van de verlaagde temperatuur en vochtigheid van het gas.

010

014

050

Page 48: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Montage

48 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

De CO2-sensor en de cuvette aansluiten

1 Maak het hoekstuk (A) los van de flowsensor (D).

2 Bevestig de cuvette (C) op de flowsensor (D) waarbij de cuvettevensters opzij wijzen.

3 Verbind het hoekstuk (A) met de cuvette (C).

4 Druk de CO2-sensor (B) op de cuvette (C), met de kabel in de richting van het apparaat.

5 Sluit de CO2-sensor aan op de connector van de Oxylog 3000 plus. Zie "Zijaanzicht, rechts" op pagina 19 voor de locatie van de connector.

6 Steek de CO2-sensorkabel in de kabelklemmen op de slang.

Een andere mogelijkheid is om de cuvette (C) rechtstreeks vast te maken aan de patiëntzijde van het hoekstuk (A), zonder het hoekstuk van de flowsensor (D) los te maken.

De CO2-sensorkabel kan met maximaal één verlengkabel worden verlengd. Zie de "Accessoirelijst" op pagina 165.

Zie pagina 58 voor meer informatie inzake CO2-nulkalibratie en -filtercontrole vóór de beademing. Zie pagina 91 voor meer informatie inzake CO2-nulkalibratie en -filtercontrole tijdens de beademing. Zie pagina 91 voor meer informatie inzake CO2-metingen en de keuze van het type cuvette. Zie pagina 103 voor meer informatie inzake de CO2-configuratie in de klantenservicemodus.

51

A

B

C D

Page 49: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 49

Montage

De Oxylog 3000 plus aan de standaardrailsystemen bevestigen

De Oxylog 3000 plus kan met een klauw aan verschillende railsystemen met een maximale diameter van 40 mm worden gehangen.

– Controleer of de klauw de rail volledig omvat.

– Voor een optimale werking van de klauw is een afstand van minstens 25 mm tussen de rail en de wand vereist.

WAARSCHUWINGRisico op eigendomschade en persoonlijke letsels

Wees voorzichtig als u het beademingsapparaat op de rail of bedrand plaatst.

LET OPDe Oxylog 3000 plus wordt alleen door zijn eigen gewicht vastgehouden wanneer het beademingsapparaat aan een stang of rail hangt. De Oxylog 3000 plus moet tijdens het transport extra stevig worden vastgemaakt om te voorkomen dat het apparaat los trilt.

Page 50: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

50 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten.

Page 51: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 51

Voorbereiding

Voorbereiding

De accu opladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52

Indicatie van het accuvermogen bij werking op accu. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52

De geschatte pneumatische bedrijfstijd bepalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53

Gereedheid voor gebruik controleren . . . . 54

De apparaatcontrole uitvoeren . . . . . . . . . . 54

De apparaatcontrole uitvoeren . . . . . . . . . . . . 54Apparaat inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55De aansluitingen controleren . . . . . . . . . . . . . 55Systeemcontrole. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56De alarmen voor hoge beademingsdruk en loskoppelen controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . 56Het stroomstoringsalarm controleren . . . . . . . 57Probleemoplossing. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57

CO2-nulkalibratie en -filtercontrole vóór beademing (optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . 58

Nulkalibratie voorafgaand aan de beademing 58CO2-filtercontrole vóór beademing. . . . . . . . . 59

Voorbereiding voor gebruik na systeemcontrole, CO2-nulkalibratie en CO2-filtercontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60

Page 52: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Voorbereiding

52 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

De accu opladen

Het scherm kan er in werkelijkheid anders uitzien of anders zijn geconfigureerd.

Als er een externe energiebron beschikbaar is:

1 De groene indicator (A) brandt als er een externe voedingsbron wordt aangesloten.

2 Een driekleurige indicator (B) brandt om de huidige laadstatus van de interne accu aan te geven:

– Groen: de accu is volledig opgeladen.

– Geel: de accu wordt opgeladen.

– Rood: er is geen accu aanwezig of deze kan niet worden opgeladen.

– Indicatoren (A) en (B) blijven uit als het beademingsapparaat via de interne accu werkt.

Er kan een op de netvoeding aangesloten extern acculaadstation worden gebruikt om een extra accu op te laden. Zie de "Accessoirelijst" op pagina 165 voor aanvullende informatie.

Indicatie van het accuvermogen bij werking op accu

Als het apparaat is ingeschakeld, geeft de Oxylog 3000 plus rechtsonder in het informatieveld het resterende vermogen van de accu weer in stappen van 25 %.

In het bovenstaande scherm is de accu bijvoorbeeld voor 75 % opgeladen.

– De nauwkeurigheid van de accuvermogenindicator kan variëren afhankelijk van de leeftijd en de conditie van de accu. Zie de "Technische gegevens" op pagina 139 voor aanvullende informatie.

– De vermogenindicator wordt overschreven als er andere berichten in het informatievenster moeten worden getoond.

– Aanvullende alarmen kunnen de aandacht op de resterende bedrijfsduur van de accu vestigen. Zie de tabel "Alarm – Oorzaak – Oplossing" op pagina 110.

Zie "Helderheid van het scherm" op pagina 80 voor de helderheid van het scherm tijdens werking op de accu.

OPMERKINGTijdens het opladen van de accu's moet de omgevingstemperatuur tussen 0 en 35 °C liggen.

0243

7170

Oxylog 3000 plus

BA

1063

7171

Page 53: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 53

Voorbereiding

De geschatte pneumatische bedrijfstijd bepalen

Voorbeeld voor toevoer van O2:

– De op de drukmeter van het reduceerventiel gemeten cilinderdruk: 20000 kPa(200 bar)

– Vloeistofvolume van de O2-cilinder: 2,1 L

Toevoer van O2:2,1 L × 20000 kPa = ongeveer 420 L bij omgevingsdruk.

Voorbeeld voor pneumatische bedrijfsduur:

– VC-CMV-modus; frequentie: 10 ademhalingen/min., VT = 0,53 L, O2 = 100 %

– Minuutvolume = 10 ademhalingen/min x 0,53 L = 5,3 L/min

Bedrijfsduur =

* Gemiddeld gasverbruik van het beademingsapparaat: 0,5 L/min

Bedrijfsduur = = ca. 72 minuten

De pneumatische bedrijfstijd neemt toe als de Oxylog 3000 plus met O2-concentraties van minder dan 100 % O2 werkt, omdat het apparaat omgevingslucht aanzuigt.

Linksonder in het informatievenster geeft de Oxylog 3000 plus de hoeveelheid gas vanuit de hogedruktoevoer aan, die momenteel wordt verbruikt, in L/min. Deze weergave wordt overschreven als er een bericht met een hogere prioriteit wordt geactiveerd.

Voorbeeld:

A O2-verbruik = 5,3 L/min

O2-toevoer [L](MV + 0,5*) [L/min]

4205,8

1363

7171

A

Page 54: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Voorbereiding

54 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Gereedheid voor gebruik controleren

De apparaatcontrole moet in de volgende situaties worden uitgevoerd:

– voor ieder gebruik van het apparaat als de beademingsslang is vervangen;

– minstens iedere zes maanden.

De Oxylog 3000 plus onderbreekt de apparaatcontrole als er een fout is waargenomen.

De betreffende fout verschijnt op het scherm.

De apparaatcontrole uitvoeren

De apparaatcontrole bestaat uit de volgende stappen:

– De testlong aansluiten

– Apparaat inschakelen

– Aansluitingen controleren

– Systeemcontrole

– Het stroomstoringsalarm controleren

De apparaatcontrole duurt ongeveer 3 minuten.

De testlong aansluiten

1 Zorg dat het hoekstuk (A) op de flowsensor is aangesloten.

2 Sluit de aansluiting van de testlong (B), met een diameter van 7 mm, aan op het hoekstuk.De aansluiting simuleert de weerstand.

3 Sluit de zak (C) van de testlong aan. Zie de "Accessoirelijst" op pagina 165.

WAARSCHUWINGDe apparaatcontrole moet worden uitgevoerd met de beademingsaccessoires die na de controle voor beademing worden gebruikt. Breng na afloop geen wijzigingen aan, anders kan de flowmeting en/of de beademing nadelig worden beïnvloed.

WAARSCHUWINGAls de apparaatcontrole niet goed is uitgevoerd, kan de patiënt gevaar lopen.

021

A

C

B

Page 55: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 55

Voorbereiding

Apparaat inschakelen

1 Druk kort op de toets (A) om het apparaat in te schakelen.

Het apparaat voert een zelftest uit en de gebruiker wordt gevraagd om het configuratiemenu of de apparaatcontrole te activeren:Druk op de draaiknop voor apparaatcontrole en configuratie

2 Druk op de draaiknop (B) om de selectie te bevestigen voordat de voortgangsbalk vol is. Het opstartscherm verschijnt:

3 Selecteer Apparaatcontrole in het opstartmenu en bevestig.

De aansluitingen controleren

1 Controleer of de gastoevoer is aangesloten.

2 Kies en bevestig het juiste type slang.

3 Controleer of de testlong is aangesloten.

OPMERKINGDe Oxylog 3000 plus berekent de MVe- en VTe-waarden op basis van BTPS-omstandigheden. Zie pagina 142.

De waarden die bij een patiënt worden gemeten, zijn bijgevolg niet gelijk aan de waarden die met een testlong worden gemeten, omdat in het laatste geval voor het expiratiegas ATPD-omstandigheden gelden (omgevingstemperatuur en -druk, droog). Als er een testlong is aangesloten, kunnen de op het scherm weergegeven MVe- en VTe-waarden dus verschillen van de door de gebruiker ingestelde MVe- en VTe-waarden.

022

Oxylog 3000 plus

A

B

1193

7171

1473

7171

OPMERKINGU kunt de apparaatcontrole op elk moment onderbreken door op de toets Alarm Reset te drukken.

OPMERKINGTijdens de apparaatcontrole worden de aansluitingen (gastoevoer, slangtype) en het systeem (flow, drukniveaus, alarmsignalen en knoppen) gecontroleerd.

Page 56: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Voorbereiding

56 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

De Oxylog 3000 plus controleert automatisch of er een testlong is aangesloten. De apparaatcontrole wordt onderbroken als er niet binnen één minuut een testlong wordt waargenomen. De test wordt voortgezet als de testlong wordt waargenomen.

4 De Oxylog 3000 plus controleert automatisch of de gedetecteerde slang verschilt van het geselecteerde slangtype.

Als het verkeerde type slang is geselecteerd:

– Druk op de toets Alarm Reset om de apparaattest te annuleren.

– Start de apparaatcontrole opnieuw op.

– Selecteer het juiste slangtype.

Systeemcontrole

5 Draai de draaiknoppen (A) onder de display op de gewenste waarden.

De Oxylog 3000 plus activeert achtereenvolgens de hoorbare en visuele alarmsignalen en vraagt de gebruiker elk signaal te bevestigen.

6 Bevestig de signalen van het akoestisch alarm en het optische alarm. De apparaatcontrole gaat automatisch verder.

Tijdens de automatische testreeks controleert de Oxylog 3000 plus de flow, de drukniveaus en de alarmsignalen. U hoort de bijbehorende geluiden.

De balk op het scherm toont de voortgang van de controle.

Het resultaat wordt weergegeven op de laatste pagina van de apparaatcontrole-schermen. Als alle testen goed zijn uitgevoerd, gaat het apparaat naar de laatste pagina. Als er een test mislukt, gaat het apparaat direct na de mislukte test naar de laatste pagina, zonder de andere testen uit te voeren.

Na bevestiging keert het systeem terug naar het menuscherm.

Als de datum van de onderhoudsinspectie is verlopen zonder dat er onderhoud heeft plaatsgevonden, verschijnt de tekst Servicedatum overschreden! op het scherm nadat de apparaatcontrole is afgerond. In dat geval moet het apparaat onmiddellijk een onderhoudsbeurt krijgen.

De alarmen voor hoge beademingsdruk en loskoppelen controleren

Het alarm controleren in geval van hoge ademwegdruk:

1 Beadem de testlong in de CMV-modus.

2 Knijp manueel in de testlong tot de beademingsdruk hoger is dan de ingestelde Pmax.

3 Controleer of het PAw hoog-alarm in werking treedt.

Het alarm controleren als het beademingscircuit wordt losgekoppeld:

1 Beadem de testlong in de CMV-modus.

2 Koppel de beademingsslang en/of flowmeetslangen los van het beademingsapparaat.

3 Kijk of het juiste alarm in werking treedt.

023

Oxylog 3000 plus

A

Page 57: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 57

Voorbereiding

Het stroomstoringsalarm controleren

Een maandelijkse controle van het voedingsstoringsalarm wordt aanbevolen.

1 Schakel het apparaat in.

2 Koppel de externe voeding los.

3 Verwijder de accu om het akoestische alarmsignaal te activeren.

4 Ga na of er een akoestisch alarmsignaal klinkt.

5 Na voltooiing van de controle van het stroomstoringsalarm plaatst u de accu terug in het accucompartiment van de Oxylog 3000 plus.

6 Sluit de externe voeding aan.

Probleemoplossing

Als de apparaatcontrole niet met succes wordt voltooid:

1 Zie "Foutmeldingen tijdens de apparaatcontrole" op pagina 120 van het gedeelte "Probleemoplossing".

2 Bel DrägerService.

OPMERKINGNeem contact op met DrägerService als er geen alarm klinkt.

WAARSCHUWINGHet beademingsapparaat is alleen gereed voor gebruik als alle functionele testen met succes zijn uitgevoerd.

Page 58: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Voorbereiding

58 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

CO2-nulkalibratie en -filtercontrole vóór beademing (optioneel)

De CO2-nulkalibratie en -filtercontrole vóór beademing werken alleen als de CO2-optie is geïnstalleerd en de CO2-sensor aanwezig is.

1 Druk kort op de toets (A) om het apparaat in te schakelen.

Het apparaat voert een zelftest uit en de gebruiker wordt gevraagd om het configuratiemenu of de apparaatcontrole te activeren:Druk op de draaiknop voor apparaatcontrole en configuratie

2 Druk op de draaiknop (B) om de selectie te bevestigen voordat de voortgangsbalk vol is.

3 Selecteer CO2-nulkalibratie en filtercontrole in het opstartmenu en bevestig de selectie.

De functie CO2-nulkalibratie en -filtercontrole wordt alleen op het scherm weergegeven als de optie beschikbaar is.

Nulkalibratie voorafgaand aan de beademing

De nulkalibratie wordt uitgevoerd met een propere CO2-sensor die uit de cuvette is gehaald!

022

1193

7171

Oxylog 3000 plus

A

B

1473

7171

OPMERKINGU kunt de CO2-nulkalibratie en -filtercontrole op ieder moment onderbreken door op de toets Alarm Reset te drukken.

OPMERKINGAdem niet op de CO2-sensor tijdens de nulkalibratie, de nulkalibratie kan namelijk mislukken of slagen met een ongeldige nulwaarde.

Page 59: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 59

Voorbereiding

1 Verwijder de CO2-sensor (A) uit de cuvette (B).

2 Selecteer en activeer Nulkalibratie. Op het scherm staat de tekst Neem de sensor uit cuvette en druk vervolgens op de draaiknop.

3 Bevestig de selectie. De nulkalibratie begint en u ziet de regel Nulkalibratie loopt. Na een succesvolle nulkalibratie wordt kort de regel Nulkalibratie OK weergegeven.

4 Druk op Alarm Reset om af te sluiten.

5 Sluit de CO2-sensor opnieuw aan op de cuvette.

Indien de nulkalibratie is mislukt:

De Oxylog 3000 plus geeft het alarmbericht Nulkalibratie mislukt weer.

Voer de nulkalibratie opnieuw uit.

Als de nulkalibratie nog altijd niet lukt:

1 Controleer of de sensor (A) verontreinigd is en reinig deze zo nodig. Als de sensor kapot is, vervang dan de sensor.

2 Voer de nulkalibratie opnieuw uit.

CO2-filtercontrole vóór beademing

1 Verwijder de CO2-sensor (A) uit de cuvette (B).

2 Sluit de CO2-sensor (A) aan op het testfilter (B).

3 Selecteer Filtercontrole.

4 Bevestig de selectie. De filtercontrole begint en op het scherm ziet u Filtercontrole loopt. Na een succesvolle filtercontrole wordt kort de regel Filtercontrole OK weergegeven.

5 Druk op Alarm Reset om af te sluiten.

6 Sluit de CO2-sensor opnieuw aan op de cuvette.

Indien de controle is mislukt:

Op het scherm van de Oxylog 3000 plus ziet u de alarmmelding Filtercontrole mislukt. De gemeten CO2-waarde ligt buiten het toelaatbare tolerantiebereik.

Controleer of de sensor (A) of het testfilter (B) verontreinigd is en reinig ze indien nodig. Herhaal de CO2-filtercontrole.

179

1483

7171

AB

OPMERKINGVoordat de CO2-filtercontrole kan worden uitgevoerd, moet de CO2-nulkalibratie succesvol worden voltooid. Anders bestaat de mogelijkheid dat de CO2-filtercontrole buiten het tolerantiebereik valt.

177

A

B

Page 60: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Voorbereiding

60 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Als de controle weer is mislukt:

Zie pagina 105 voor het uitvoeren van de CO2-gascontrole.

Zie pagina 48 voor meer informatie over het aansluiten van de CO2-sensor en cuvette. Zie pagina 91 voor meer informatie inzake CO2-

nulkalibratie en -filtercontrole tijdens de beademing. Zie pagina 91 voor meer informatie inzake CO2-metingen. Zie pagina 103 voor meer informatie inzake de CO2-configuratie in de klantenservicemodus.

Voorbereiding voor gebruik na systeemcontrole, CO2-nulkalibratie en CO2-filtercontrole

1 Monteer de Oxylog 3000 plus voor gebruik. Zie de "Montage" op pagina 35.

2 Sluit het apparaat op de voeding en de gastoevoer aan. Raadpleeg "Interne oplaadbare accu" op pagina 37 en "De gastoevoer aansluiten" op pagina 41.

3 Start het beademingsapparaat:

Selecteer Start Beademing vanuit het menu en bevestig de selectie.

of

Druk op de toets Alarm Reset.

1473

7171

Page 61: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 61

Werking van het apparaat

Werking van het apparaat

Opstarten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62

Apparaat inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62

De beademingsmodus voorbereiden . . . . . 64

De beademingsmodus activeren . . . . . . . . . . 64Beademingsparameters instellen . . . . . . . . . . 64

VC-CMV, VC-AC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65

VC-CMV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65VC-AC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66AutoFlow activeren (optioneel) . . . . . . . . . . . . 67Cardiopulmonale resuscitatie (CPR) . . . . . . . 67

VC-SIMV, VC-SIMV/PS . . . . . . . . . . . . . . . . . 68

VC-SIMV. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68VC-SIMV/PS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69AutoFlow instellen (optioneel) . . . . . . . . . . . . 69

PC-BIPAP, PC-BIPAP/PS . . . . . . . . . . . . . . . 70

PC-BIPAP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70PCBIPAP/PS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71

Spn-CPAP, Spn-CPAP/PS . . . . . . . . . . . . . . . 72

SpnCPAP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72Apnoebeademing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73Spn-CPAP/PS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74Cardiopulmonale resuscitatie (CPR) . . . . . . . 74

Niet-invasieve beademing (NIV) . . . . . . . . . 75

Speciale functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76

Manuele inspiratie/inspiratoire hold . . . . . . . . 76100 % O2 (optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76O2-inhalatie (optioneel). . . . . . . . . . . . . . . . . . 76

O2-concentratie door "O2-menging". . . . . . 78

De HME-correctie instellen . . . . . . . . . . . . . 79

Kalibratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80

Helderheid van het scherm . . . . . . . . . . . . . 80

Alarm volume (Alarmvolumee) . . . . . . . . . 80

Uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81

Page 62: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Werking van het apparaat

62 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Opstarten

Het scherm kan er in werkelijkheid anders uitzien of anders zijn geconfigureerd.

Apparaat inschakelen

Druk kort op de toets (A) om het apparaat in te schakelen.

De Oxylog 3000 plus voert een zelftest uit. De zelftest duurt circa 6 seconden.

Tijdens de zelftest wordt het opstartscherm kort weergegeven. Het scherm bevat een voortgangsbalk die de voortgang van de zelftest aangeeft, de softwareversie, de geactiveerde softwareopties en de vraag om de apparaatcontrole te activeren door op de draaiknop (B) te drukken.

Als er tijdens de zelftest niet op de draaiknop (B) wordt gedrukt, wordt de Keuze beademingsslang-pagina weergegeven.

Selecteer het aangesloten slangtype door aan de draaiknop (B) te draaien en bevestig de selectie door op de draaiknop (B) te drukken.

Het beademingsapparaat start het beademen nu automatisch met de standaardinstellingen.

WAARSCHUWINGGebruik alleen een beademingsapparaat dat is gereinigd, is gedesinfecteerd en met succes de functionele testen heeft doorlopen om een gezondheidsrisico voor de patiënt en voor de gebruiker te voorkomen.

Zie hoofdstuk "Reinigen, desinfecteren en steriliseren" op pagina 121.

0133

7170

1193

7171

Oxylog 3000 plus

A

B14

9371

71OPMERKINGZolang de Keuze beademingsslang-pagina wordt weergegeven, wordt de patiënt niet beademd.

OPMERKINGHet menu om het type slang te kiezen, kan worden geconfigureerd. Zie de "Klantenservicemodus" op pagina 97.

Page 63: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 63

Werking van het apparaat

Scherm met standaardinstellingen

De opstartinstellingen kunnen in de klantenservicemodus worden geconfigureerd. Zie de "De opstartinstellingen instellen" op pagina 98.

1043

7171

Page 64: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Werking van het apparaat

64 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

De beademingsmodus voorbereiden

De beademingsmodus activeren

Druk ongeveer 3 seconden op een beademingsmodustoets.

of

Druk op een beademingsmodustoets en bevestig de invoer door op de draaiknop te drukken.

De nieuw geselecteerde beademingsmodus is nu van kracht.

Zie "Functietoepassingen" op pagina 22 voor een overzicht van alle beademingsmodi. Zie "Beschrijving" op pagina 155 voor een gedetailleerde uitleg over alle beademingsmodi.

Beademingsparameters instellen

Pas de betreffende regelknop onder de display aan.

of

Selecteer een parameter op de display, stel deze in en bevestig de instelling met de draaiknop.

Als de gewijzigde instellingen na 5 seconden nog niet zijn bevestigd, verschijnt het alarmbericht ! Instellingen bevestigen. Als de gewijzigde instellingen na 10 seconden nog altijd niet zijn bevestigd, verschijnt het alarmbericht ! Instellingen niet bevestigd. De beademing wordt voortgezet met de vorige instellingen.

Als de PEEP-instelling tot boven 10 mbar wordt verhoogd, verschijnt het bericht Bevestigen: PEEP > 10 mbar? als prompt om de wijziging te bevestigen. Na bevestiging van het bericht met de draaiknop kan de PEEP-instelling tot de gewenste waarde worden verhoogd.

Het apparaat kan zo worden geconfigureerd dat Ti of I:E als een primaire parameter wordt ingesteld. Indien Ti als de primaire parameter wordt geconfigureerd, wordt I:E in het informatievenster getoond als Ti wordt geselecteerd, en vice versa. Deze configuratie is op alle beademingsmodi van toepassing. Zie de "Klantenservicemodus" op pagina 97.

1213

7171

Page 65: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 65

Werking van het apparaat

VC-CMV, VC-AC

VC-CMV

Volume Controlled - Controlled Mandatory Ventilation (Volumegestuurde continue volledig mechanische beademing)

Volumegestuurde beademing met vast verplicht minuutvolume MV, ingesteld met slagvolume VT en beademingsfrequentie RR. Voor patiënten die niet spontaan ademen.

Stel het beademingspatroon in met de knoppen onder de display:

– Slagvolume VT

– Beademingsfrequentie RR(minimaal mogelijke beademingsfrequentie 5 /min.)

– Maximale ademwegdruk Pmax

– O2-concentratie FiO2

De volgende waarden kunnen op de display worden ingesteld:

– Positieve eind-expiratoire druk PEEP

– Triggergevoeligheid

– Inspiratie/expiratie-ratio I:E of inspiratietijd Ti

Bij het instellen van de beademingsfrequentie RR, het slagvolumeVT of I:E/Ti verschijnen de bijbehorende waarden voor de inspiratieflow en wordt Ti/I:E automatisch in het informatievenster weergegeven.

– Plateautijd Tplat als percentage van de inspiratietijd

– AutoFlow (optioneel)

025

Paw

Flow

Tinsp Te

Pplat

Plateau tijdTplat

1RR

Insp. Flow

t

t

Pmax

PEEP

Exp. Flow

1043

7171

1053

7171

Page 66: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Werking van het apparaat

66 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

– Slangtype

Het geselecteerde slangtype moet overeenkomen met het gebruikte slangtype. Anders kan er geen correcte volumemeting worden gegarandeerd.

– CO2-cuvette-type (optioneel)

VC-AC

VC-AC – Volume Controlled – Assist Control

Voor synchronisatie met de ademhaling van de patiënt. Voor patiënten met partiële spontane ademhaling.

Door activering van de trigger en instelling van de triggergevoeligheid worden de continue volledig mechanische beademingsslagen met de spontane ademhaling van de patiënt gesynchroniseerd.

De werkelijke ademfrequentie kan hoger zijn dan de ingestelde beademingsfrequentie RR.

Succesvolle triggering bij de patiënt wordt kort aangegeven met een asterisk (*) aan de linkerkant van het curvevenster.

De trigger activeren en instellen

1 Druk op de Instell. -toets (A) tot de Trigger-parameter wordt weergegeven.

2 Selecteer de regel Trigger op de display, stel de waarde in en bevestig de instelling met de draaiknop.Lage waarde = hoge gevoeligheid.

De beademingsmodus AC verschijnt op de display.

1373

7171

1453

7171

OPMERKINGDe cuvettevensters van de herbruikbare cuvette en de cuvette voor eenmalig gebruik zien er verschillend uit. Daarom moet het juiste cuvettetype in het "Instellingen"-menu worden geselecteerd. Anders kan het nulpunt met ±8 mmHg CO2 verschuiven.

OPMERKINGAls in de beademingsmodus VC-CMV een triggerwaarde wordt ingesteld, schakelt de beademingsmodus over naar VC-AC.

0053

7170

Oxylog 3000 plus

A

Page 67: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 67

Werking van het apparaat

De trigger uitschakelen

1 Stel een waarde lager dan 1 L/min. of hoger dan 15 L/min. in (uit verschijnt in plaats van een waarde).

2 Druk op de draaiknop om de instelling te bevestigen.

Het beademingsapparaat neemt de laatste effectieve triggerwaarde aan bij het overschakelen van VC-AC naar PC-BIPAP of SpnCPAP.

AutoFlow activeren (optioneel)

De AutoFlow-AF-functie kan voor VC-CMV en VC-AC worden ingesteld.

Als AutoFlow is ingeschakeld, is de instelling Tplat niet langer geldig en moet de Steilheid worden ingesteld.

Zie "AutoFlow" op pagina 160 voor meer informatie over AutoFlow.

Cardiopulmonale resuscitatie (CPR)

Tijdens cardiopulmonale resuscitatie wordt de ademwegdruk Paw wegens borstcompressies verhoogd.

De Oxylog 3000 plus zal de ademwegdruk Paw proberen te begrenzen tot de ingestelde Pmax zonder de inspiratie voortijdig af te breken.

Als de ademwegdruk Paw door compressies echter de ingestelde Pmax met 5 mbar overschrijdt, springt de Oxylog 3000 plus over op de expiratiefase.

Om die reden geldt in het algemeen dat er een hoger minuutvolume mogelijk is als Pmax hoger wordt ingesteld. Hierdoor stijgt de intrathoracale druk echter wel en kan de coronaire perfusie afnemen.

1073

7171

-1

Page 68: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Werking van het apparaat

68 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

VC-SIMV, VC-SIMV/PS

VC-SIMV

Volume Controlled - Synchronized Intermittent Mandatory Ventilation (Mengvorm van machinale beademing (volumegestuurd) en spontane ademhaling)

Voor patiënten met onvoldoende spontane ademhaling of voor patiënten die geleidelijk minder beademing krijgen.

Een vast verplicht minuutvolume MV wordt ingesteld met het slagvolume VT en de beademingsfrequentie RR. De patiënt kan tussen de verplichte beademingsslagen spontaan ademhalen en zo aan het totale minuutvolume bijdragen. Spontane ademhaling kan met PS worden ondersteund.

Stel het beademingspatroon in met de knoppen onder de display:

– Slagvolume VT– Beademingsfrequentie RR

(minimaal mogelijke beademingsfrequentie 2 /min.).

– Maximale ademwegdruk Pmax– O2-concentratie FiO2

De volgende waarden kunnen op de display worden ingesteld:

– Positieve eind-expiratoire druk PEEP

– Drukondersteuning Psupp boven PEEP

– Trigger gevoeligheid

Succesvolle triggering bij de patiënt wordt aangegeven met een asterisk (*) aan de linkerkant van het curvevenster.

– Inspiratie/expiratie-ratio I:E of inspiratietijd Ti

Bij het instellen van de beademingsfrequentie RR, het slagvolume VT or Ti/I:E verschijnen de bijbehorende waarden voor de inspiratieflow en wordt Ti/I:E automatisch in het informatievenster weergegeven.

– Plateautijd Tplat als percentage van de inspiratietijd

– AutoFlow (optioneel)

027

Paw

Flow

Ti

Pmax

PEEP

korte opbouwtijd

lange opbouwtijd

Drukondersteuning PS

Triggervenster

RR

Insp. Flow

t

t

1

1073

7171

-115

8371

71-1

Page 69: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 69

Werking van het apparaat

– Insp.afbr.%PIFCriterium voor inspiratiebeëindiging van drukondersteunde ademslagen, als percentage van de inspiratoire piekflow (PIF).

– SlangtypeHet geselecteerde slangtype moet overeenkomen met het gebruikte slangtype. Anders kan er geen correcte volumemeting worden gegarandeerd.

– CO2-cuvette-type (optioneel)

VC-SIMV/PS

Behalve de parameters van de beademingsmodus VC-SIMV kunnen de volgende parameters op het scherm worden aangepast:

– Instelling op pagina 1: Drukondersteuning Psupp boven PEEP

– Instelling op pagina 2: Drukopbouwtijd Steilheid (toestand: Psupp > 0 mbar)

Vlakke helling = trage drukopbouw

Matige helling = matige drukopbouw

Steile helling = snelle drukopbouw

AutoFlow instellen (optioneel)

De AutoFlow-AF-functie kan voor VC-CMV en SIMV/PS worden ingesteld.

Als AutoFlow is ingeschakeld, is de instelling Tplat niet langer geldig en moet de Steilheid worden ingesteld.

Zie "AutoFlow" op pagina 160 voor meer informatie over AutoFlow.

1443

7171

1433

7171

OPMERKINGDe cuvettevensters van de herbruikbare cuvette en de cuvette voor eenmalig gebruik zien er verschillend uit. Daarom moet het juiste cuvettetype in het "Instellingen"-menu worden geselecteerd. Anders kan het nulpunt met ±8 mmHg CO2 verschuiven.

1423

7171

-110

7371

71-1

Page 70: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Werking van het apparaat

70 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

PC-BIPAP, PC-BIPAP/PS

PC-BIPAP

Pressure Controlled – Biphasic Positive Airway Pressure

Drukgestuurde beademing, gecombineerd met vrije spontane ademhaling tijdens de gehele ademhalingscyclus en variabele drukondersteuning op CPAP-niveau.

Geschikt voor patiënten zonder spontane ademhaling en spontaan ademende patiënten kort voor extubatie. De patiënt wordt ontwend door het machinale aandeel in het totale minuutvolume MV geleidelijk te verminderen en door de drukondersteuning Psupp te verlagen.

Het machinale gedeelte van het totale minuutvolume MV wordt ingesteld door middel van de inspiratiedruk Pinsp, de positieve eind-expiratoire druk PEEP en de beademingsfrequentie RR.

Zie de beschrijving op pagina 159 voor meer details.

Stel het beademingspatroon in met de knoppen onder de display:

– Beademingsfrequentie RR– Maximale ademwegdruk Pmax

– O2-concentratie FiO2

De volgende waarden kunnen op de display worden ingesteld:

– Positieve eind-expiratoire druk PEEP

– Inspiratiedruk Pinsp

– Drukondersteuning Psupp boven PEEP

– Trigger gevoeligheidSuccesvolle triggering bij de patiënt wordt aangegeven met een asterisk (*) aan de linkerkant van het curvevenster.

– Inspiratie/expiratie-ratio I:E of inspiratietijd Ti

– Drukopbouwtijd Steilheid (van toepassing op de PC-BIPAP-beademingsslag en de drukondersteuning Psupp)

028

Paw

Flow

Pinsp

PEEP

Lange opbouwtijd

Korte opbouwtijd

t

tTi

Korte opbouwtijd

Lange opbouwtijd

Drukondersteuning PS

Triggervenster

RR1

Zonder spontane ademhaling

Met spontane ademhaling

1083

7171

1413

7171

Page 71: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 71

Werking van het apparaat

– NIV – niet-invasieve beademingZie "Niet-invasieve beademing (NIV)" op pagina 75.

– Insp.afbr.%PIFCriterium voor inspiratiebeëindiging van drukondersteunde ademslagen, als percentage van de inspiratoire piekflow (PIF).

– SlangtypeHet geselecteerde slangtype moet overeenkomen met het gebruikte slangtype. Anders kan er geen correcte volumemeting worden gegarandeerd.

– CO2-cuvette-type (optioneel)

PCBIPAP/PS

Behalve de parameters van de beademingsmodus PC-BIPAP kunnen de volgende parameters op het scherm worden aangepast:

– Instelling op pagina 1: Drukondersteuning Psupp boven PEEP

– Instelling op pagina 2: drukopbouwtijd Steilheid

Vlakke helling = trage drukopbouw

Matige helling = matige drukopbouw

Steile helling = snelle drukopbouw

1403

7171

1503

7171

OPMERKINGDe cuvettevensters van de herbruikbare cuvette en de cuvette voor eenmalig gebruik zien er verschillend uit. Daarom moet het juiste cuvettetype in het "Instellingen"-menu worden geselecteerd. Anders kan het nulpunt met ±8 mmHg CO2 verschuiven.

1243

7171

Page 72: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Werking van het apparaat

72 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Spn-CPAP, Spn-CPAP/PS

SpnCPAP

Spontaneous Continuous Positive Airway Pressure (Spontane ademhaling met continue positieve beademingsdruk)

Voor patiënten met voldoende spontane ademhaling.

Als de drukondersteuning (PS) niet is geactiveerd, wordt de spontane ademhaling van de patiënt alleen door een verhoogde PEEP ondersteund.

Stel het beademingspatroon in met de knoppen onder de display:

– Maximale ademwegdruk Pmax

– O2-concentratie FiO2

De volgende waarden kunnen op de display worden ingesteld:

– Positieve eind-expiratoire druk PEEP

– Drukondersteuning Psupp boven PEEP

– NIV – niet-invasieve beademing Zie "Niet-invasieve beademing (NIV)" op pagina 75.

– Insp.afbr.%PIFCriterium voor inspiratiebeëindiging van drukondersteunde ademslagen, als percentage van de inspiratoire piekflow (PIF).

– SlangtypeHet geselecteerde slangtype moet overeenkomen met het gebruikte slangtype. Anders kan er geen correcte volumemeting worden gegarandeerd.

– CO2-cuvette-type (optioneel)

1573

7171

1513

7171

1523

7171

OPMERKINGDe cuvettevensters van de herbruikbare cuvette en de cuvette voor eenmalig gebruik zien er verschillend uit. Daarom moet het juiste cuvettetype in het "Instellingen"-menu worden geselecteerd. Anders kan het nulpunt met ±8 mmHg CO2 verschuiven.

Page 73: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 73

Werking van het apparaat

Apnoebeademing

Beademing bij apnoe is alleen van toepassing bij gebruik van de Spn-CPAP-functie. In geval van een apnoe activeert het beademingsapparaat automatisch de volumegestuurde machinale beademing (VC-CMV).

Als er zich een geval van apnoe voordoet, geeft het apparaat een alarmsignaal weer en, als de alarmtijd Tapnoe is bereikt, start het de volumegestuurde beademing op met de volgende parameters: apnoe-beademingsfrequentie RRapn, slagvolume VTapnoe en de maximale ademwegdruk Pmax. De inspiratie/expiratie-ratio I:E = 1:1,5 en de plateautijd Tplat = 0 zijn vooraf ingesteld tijdens de apnoebeademing.

Apnoebeademing instellen

1 Stel Tapnoe met de draaiknop (B) in op een waarde tussen 15 en 60 seconden.

Nu verschijnen de voor het instellen van apnoebeademing vereiste parameters RRapn en VTapnoe.

2 Stel RRapn en VTapnoe in.

3 Stel Pmax in om de maximaal toelaatbare ademwegdruk tijdens apnoebeademing in te stellen.

029U

S

Paw

Flow

Apnoealarmtijd Tapnoe

Start apnoebeademing met apnoealarm

t

t

1RRapn

Pmax

0683

7170

sche

rm 1

3

Oxylog 3000 plus

A B

Page 74: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Werking van het apparaat

74 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Apnoebeademing beëindigen

Druk op de toets Alarm Reset.

Het beademingsapparaat beademt opnieuw met de vorige instellingen in de beademingsmodus Spn-CPAP.

Apnoebeademing uitschakelen

Zet Tapnoe op UIT.

Spn-CPAP/PS

Als Psupp op een waarde boven 0 mbar is ingesteld, kunnen, naast de parameters voor Spn-CPAP, de volgende parameters op het scherm worden aangepast:

– Trigger gevoeligheidSuccesvolle triggering bij de patiënt wordt aangegeven met een asterisk (*) aan de linkerkant van het curvevenster.

– Drukopbouwtijd Steilheid (van toepassing voor drukondersteuning Psupp)

Cardiopulmonale resuscitatie (CPR)

Zie de "Cardiopulmonale resuscitatie (CPR)" op pagina 67.

OPMERKINGApnoebeademing kan alleen worden geactiveerd in de beademingsmodus Spn-CPAP zonder NIV.

Het minimale minuutvolume dat de patiënt nodig heeft, moet via de alarmondergrens MVe worden bewaakt.

1253

7171

Page 75: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 75

Werking van het apparaat

Niet-invasieve beademing (NIV)

Gebruik van NIV

NIV kan alleen worden geactiveerd als aanvullende functie bij de beademingsmodi Spn-CPAP (/PS), PC-BIPAP (/PS), VC-CMV/AF, VC-AC/AF en VC-SIMV/AF. De Oxylog 3000 plus past zich automatisch aan de vereisten van niet-invasieve beademing aan. Maskerlekkages worden door het apparaat gedetecteerd en gecompenseerd. Daarom is in de weergegeven meetwaarden VTe en MVe de lekkage opgenomen. Het lekkagealarm is uitgeschakeld.

NIV inschakelen

1 Selecteer NIV uit.

2 Selecteer NIV aan en bevestig de selectie.

– Het achtervoegsel NIV wordt in het veld voor de beademingsmodus weergegeven.

WAARSCHUWINGAls NIV niet actief is, zal de lekkage tijdens de beademing zorgen voor een fout in de VTe- en MVe-meetwaarden.

WAARSCHUWINGGevaar van onopgemerkte lekkages en inadequate beademing

Zorg ervoor dat NIV niet geactiveerd is bij geïntubeerde patiënten.

WAARSCHUWINGRisico op het terugademen van CO2

Bacteriefilters, HME‘s en maskers verhogen de weerstand en het dode ruimtevolume van het beademingscircuit. Let op de aanwijzingen van de fabrikant.

WAARSCHUWINGControleer de MVe-alarmgrenzen na het uitschakelen van de NIV-modus.

WAARSCHUWINGRisico op aspiratie

Vermijd een hoge ademwegdruk.

1283

7171

WAARSCHUWINGGevaar van inadequate patiëntbeademing

Het minimale minuutvolume dat de patiënt nodig heeft, moet via de alarmondergrens MVe worden bewaakt.

OPMERKINGApnoebeademing is niet mogelijk als NIV is ingeschakeld.

Page 76: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Werking van het apparaat

76 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Speciale functies

Manuele inspiratie/inspiratoire hold

De functie manuele inspiratie/inspiratoire hold zal ofwel een nieuwe handmatige beademingsslag opstarten of de inspiratiefase van de huidige beademingsslag met maximaal 15 seconden verlengen.

Het patroon van de manueel gestarte beademingsslag komt overeen met de ingestelde beademingsmodus.

Deze functie is niet beschikbaar voor:

– Spn-CPAP zonder PS

– O2-inhalatie (optioneel)

De manuele inspiratie/inspiratoire hold activeren

Druk op de Insp. Hold-toets (A) voor de gewenste inspiratietijd.

100 % O2 (optioneel)

Om gedurende 3 minuten 100 % O2 toe te dienen, onafhankelijk van de op dat moment ingestelde waarde.

Druk kort op de toets 100 % O2 (B). De indicator van deze toets brandt vervolgens 3 minuten.

Na die 3 minuten, of als u nogmaals op de 100 % O2-toets drukt, zet het beademingsapparaat de beademing voort met de huidige ingestelde O2-waarde. De indicator gaat uit.

O2-inhalatie (optioneel)

Als zich tracheastenose of een andere obstructie voordoet, wordt de flow door het beademingsapparaat 5 seconden lang onderbroken bij een beademingsdruk van 30 mbar, en de beademingsdruk wordt verlaagd naar 0 mbar. Het alarm !!! Paw hoog treedt in werking.

0123

7170

Oxylog 3000 plus

A

B

WAARSCHUWINGDe O2-inhalatiefunctie is geen beademingsmodus.

Deze functie kan alleen worden gebruikt bij spontaan ademende patiënten die via een masker een constante O2-flow tussen 0 en 15 L/min. krijgen toegediend.

OPMERKINGDe opties 100 % O2 en O2-inhalatie kunnen niet tegelijkertijd worden toegepast.

Page 77: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 77

Werking van het apparaat

O2-inhalatie activeren

1 Sluit het inhalatiemasker via de slang op het apparaat (B) aan.

2 Houd de toets O2-Inhalation (A) ongeveer 3 seconden lang ingedrukt.

Er wordt O2-inhalatie toegepast met de instelling die daarvoor van kracht was.

3 Stel de vereiste O2-flow in en bevestig de instelling met de draaiknop (C).

Display (voorbeeld):

0833

7170

0713

7170

Oxylog 3000 plus

C

A B

Page 78: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Werking van het apparaat

78 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

O2-concentratie door "O2-menging"

De FiO2 kan tussen 40 % en 100 % O2 worden ingesteld, ongeacht de beademingsmodus. Om de ingestelde inspiratoire O2-concentratie te genereren, wordt er via het injectorprincipe (Venturi-effect) omgevingslucht aangezogen.

De O2-concentratie die kan worden bereikt, is echter afhankelijk van de gemiddelde ademwegdruk en de inspiratoire flow. De O2-concentratie kan nooit lager zijn dan 40 %.

Dit wordt weergegeven in de onderstaande grafieken:

O2-concentratie bij een gemiddelde ademwegdruk van 5 mbar

O2-concentratie bij een gemiddelde ademwegdruk van 15 mbar

O2-concentratie bij een gemiddelde ademwegdruk van 30 mbar

O2-concentratie bij een gemiddelde ademwegdruk van 60 mbar

De O2-concentratie is een berekende waarde. Deze waarde wordt niet gemeten door een interne O2-sensor.

Als de Oxylog 3000 plus niet in staat is om de ingestelde O2-concentratie te bereiken, wordt de gebruiker via het bericht Controleer instellingen: FiO2.

Corrigeer de instelling met de knop FiO2 gevraagd om de instelling te corrigeren.

Na het instellen van de O2-concentratie verschijnt de waarde na ongeveer 30 seconden.

Als patiënten spontaan ademhalen, zal de bereikbare O2-concentratie van het profiel van de inspiratieflow afhangen.

031

032

O2 (%)

Flow(L/min)

O2 = f(Flow, Paw)

40

200 3 40

80 (%)

100

Flow(L/min)

40

200 10 35

82 (%)

100

O2 (%)

O2 = f(Flow, Paw)

033

034

Flow(L/min)

40

200 15 30

85 (%)

100

O2 (%)

O2 = f(Flow, Paw)

Flow(L/min)

40

200 20

93 (%)

100O2 = f(Flow, Paw)

O2 (%)

Page 79: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 79

Werking van het apparaat

De HME-correctie instellen

De invloed van de HME op de temperatuur en vochtigheid (warmte- en vochtuitwisselaar) heeft gevolgen voor de flowmeting. De Oxylog 3000 plus kan de aanwezigheid van een HME compenseren.

Als er een HME wordt gebruikt, selecteert u HME – AAN in het "Instellingen"-venster, stelt u de waarde in en bevestigt u de waarde met de draaiknop.

Als HME – AAN is geselecteerd, gaat de flowsensor uit van een temperatuur van het expiratiegas van 35 °C en een relatieve vochtigheid van 0 %.

Als HME – UIT is geselecteerd, gaat de flowsensor uit van een temperatuur van het expiratiegas van 37 °C en een relatieve vochtigheid van 100 %.

1383

7171

Page 80: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Werking van het apparaat

80 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Kalibratie

Het apparaat kalibreert de druk- en flowsensoren automatisch met regelmatige intervallen zonder de beademing te onderbreken.

De opgeslagen kalibratiewaarden blijven bewaard, zelfs wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.

De CO2-sensor moet handmatig worden gekalibreerd als de vereiste CO2-waarde tijdens de CO2-gascontrole niet wordt bereikt.

Zie "Klantenservicemodus" op pagina 97 voor meer informatie over het kalibreren van de CO2-sensor.

Helderheid van het scherm

Het helderheidsniveau van het scherm kan op de laatste pagina van het "Instellingen"-menu van niveau 1/4 tot 4/4 worden ingesteld.

Bij werking op een accu wordt het scherm automatisch gedimd als er langer dan één minuut geen knoppen zijn ingesteld (energiebesparingsmodus).

Het helderheidsniveau van het scherm in de energiebesparingsmodus kan worden aangepast in de klantenservicemodus. Zie de "Klantenservicemodus" op pagina 97.

Alarm volume (Alarmvolumee)

Het volume van het alarm kan op de laatste pagina van het "Alarm"-menu van niveau 1/4 tot 4/4 worden ingesteld.

Page 81: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 81

Werking van het apparaat

Uitschakelen

Na het loskoppelen van de patiënt, schakelt u het beademingsapparaat uit.

1 Druk de toets (A) ongeveer 3 seconden in om het apparaat uit te schakelen.

De beademing wordt nu gestopt en er wordt een alarm met hoge prioriteit afgegeven.Dit alarm kan worden onderdrukt met de toets

.

2 Ofwel:

Druk op de draaiknop (B) om het uitschakelen te bevestigen.

of

Druk op de toets (A) om de beademing met de vorige instellingen te hervatten.

3 Met gastoevoer vanuit een O2-cilinder:Sluit het cilinderventiel.

Met gastoevoer van het centraal gastoevoersysteem:Koppel de gasaansluiting los van het afnamepunt.

4 Koppel de beademingsslang los.

0033

7170

OPMERKINGAls het apparaat is uitgeschakeld, wordt de accu nog steeds opgeladen mits het apparaat met een externe voedingsbron is verbonden.

Oxylog 3000 plus

AB

WAARSCHUWINGSluit het cilinderventiel volledig om te voorkomen dat het apparaat gas gaat lekken.

048

LET OPPak bij het loskoppelen van de beademingsslang van het apparaat altijd de mof (A) vast en niet de ribbels (B).

Anders kunnen de ribbels of de slang van de mof losscheuren.

A

B

Page 82: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

82 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten.

Page 83: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 83

Alarmen

Alarmen

Informatie betreffende de veiligheid. . . . . . 84

Positie van de gebruiker ten opzichte van het alarmsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84

Alarmprioriteiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84

Alarmindicatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85

Alarmgrenzen instellen . . . . . . . . . . . . . . . . 87

Page 84: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Alarmen

84 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Informatie betreffende de veiligheid

Positie van de gebruiker ten opzichte van het alarmsysteem

Het alarmsysteem werd zo ontworpen dat de gebruiker alarmberichten op een afstand van 1 m (39 in) kan zien.

De gespecificeerde alarmtoomvolumes zijn van toepassing op een afstand van 1 m (39 in) bij een normaal volume van het omgevingsgeluid.

Alarmprioriteiten

Het scherm kan er in werkelijkheid anders uitzien of anders zijn geconfigureerd.

De Oxylog 3000 plus kent een prioriteit toe aan de alarmen. Het alarmbericht wordt gemarkeerd met het bijbehorende aantal uitroeptekens. Ook worden er verschillende akoestische alarmsignalen voor de verschillende alarmprioriteiten gegenereerd.!!! = Waarschuwing!! = Let op! = Opmerking

Zie de tabel "Alarm – Oorzaak – Oplossing" op pagina 110 voor meer informatie over hoe u de oorzaken van een alarm verhelpt.

Waarschuwing

Een alarm van hoge prioriteit De alarmindicator (B) knippert rood.

WAARSCHUWINGGevaar dat het alarm niet hoorbaar is

Het alarmvolume moet aan de omgeving worden aangepast (zie pagina 80) en de gebruiker moet binnen gehoorsafstand van het akoestische alarmsignaal blijven.

Op die manier zal hij/zij het alarm sneller opmerken en sneller de gepaste maatregelen nemen.

WAARSCHUWINGLet extra op in omgevingen waar het omgevingsgeluid het lastig maakt om het maximale alarmvolume van het apparaat te horen (bijvoorbeeld in een helikopter).

036

Oxylog 3000 plus

C

B

A

Page 85: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 85

Alarmen

Waarschuwingen worden voorafgegaan door drie uitroeptekens en worden met een lichte letter tegen een donkere achtergrond weergegeven (C).

Voorbeeld:

De Oxylog 3000 plus genereert een alarmsignaal van 5 tonen dat circa twee keer per 7 seconden wordt herhaald.

Let op

Een alarm van gemiddelde prioriteit De alarmindicator (A) knippert geel."Let op"-meldingen worden voorafgegaan door twee uitroeptekens.

Voorbeeld: !! Geen int. accu?

De Oxylog 3000 plus genereert een alarmsignaal van 3 tonen dat om de 20 seconden wordt herhaald.

Aanwijzing

Een alarm van lage prioriteit. De gele alarmindicator (A) brandt.Informatieve berichten worden voorafgegaan door één uitroepteken.

Voorbeeld:! Instellingen niet bevestigd

De Oxylog 3000 plus genereert een alarmsignaal van 2 tonen dat éénmaal weerklinkt.

Alarmindicatie

In geval van een alarm worden de volgende visuele en akoestische alarmsignalen gegenereerd:

– De indicator (A) knippert rood of geel, of licht op in het geel.

– Er verschijnt een alarmmelding in de rechterbovenhoek van het scherm (C). Daarnaast worden er alarmsignalen afgegeven.

Als de oorzaak van een alarm werd verholpen, wordt het akoestische alarmsignaal stopgezet. Het alarmbericht blijft op het scherm staan tot de gebruiker het bericht via de Alarm Reset-toets bevestigt of tot het alarm door een nieuw alarm wordt overschreven.

Druk op de toets Alarm Reset (B).Het alarmbericht wordt niet meer weergegeven.

!!! Apnoebeademing

037

Oxylog 3000 plus

C B

A

OPMERKINGOxylog 3000 plus heeft geen gedistribueerd alarmsysteem. De gegevensoverdracht via de gegevenspoort met behulp van het MEDIBUS.X-protocol is geen vervangingsmiddel voor het regelmatig controleren van de bewaking op het scherm van het apparaat.

Page 86: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Alarmen

86 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Akoestische alarmsignalen onderdrukken

Druk op de toets (A).De alarmindicator blijft branden en alle huidige akoestische alarmsignalen worden gedurende ongeveer 2 minuten onderdrukt. Een alarm van hogere prioriteit zal het onderdrukken van de alarmtoon opheffen, wat betekent dat ze door een akoestisch signaal worden aangegeven.Na deze 2 minuten hervat het apparaat alle alarmtonen.

Om het onderdrukken te annuleren voordat de 2 minuten zijn verstreken:

Druk toets (A) opnieuw in.

In geval van stroomstoring

Beademing, volumemeting en alarmen werken niet tijdens een stroomstoring. Er weerklinkt een akoestisch alarmsignaal om aan te geven dat er sprake is van een stroomstoring.

Spontane ademhaling kan doorgaan via de noodluchtinlaat.

Start onmiddellijk de beademing van de patiënt met een onafhankelijk werkend, handmatig beademingsapparaat (beademingsgaszak) en blijf zo lang als nodig beademen met gebruikmaking van PEEP en/of een verhoogde inspiratoire zuurstofconcentratie.

WAARSCHUWINGGevaar dat alarmen niet worden opgemerkt

Controleer de display regelmatig op alarmberichten als de akoestische alarmsignalen zijn onderdrukt.

038

OPMERKINGReset de alarmonderdrukking van 2 minuten om van nieuwe akoestische alarmsignalen op de hoogte te worden gebracht.

Oxylog 3000 plus

A

Page 87: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 87

Alarmen

Alarmgrenzen instellen

Bovengrens voor het Paw-alarm

Ongeacht de ingestelde beademingsmodus wordt de ademwegdruk Paw door het beademingsapparaat bewaakt en tot de ingestelde maximale inspiratiedruk Pmax begrensd.De beademingsdruk wordt begrensd als Pmax wordt bereikt; de inspiratie wordt niet voortijdig beëindigd. Zie "Cardiopulmonale resuscitatie (CPR)" op pagina 67 voor meer informatie.

Pmax wordt in de drukgrafiek als een gestreepte lijn weergegeven. Als deze gestreepte lijn wordt bereikt, geeft de Oxylog 3000 plus het alarm !!! Paw hoog.

Stel de maximale beademingsdruk Pmax in met de Pmax-knop (A).

Ondergrens voor het Paw-alarm

De Oxylog 3000 plus genereert automatisch een alarm als het verschil tussen de inspiratiedruk en de expiratiedruk gedurende 20 seconden 5 mbar of minder bedraagt.

Alarmgrenzen instellen voor MVe, RRsp en optioneel etCO2

1 Druk op de toets Alarmen (B).

Display (voorbeeld):

2 Selecteer en activeer de alarmondergrens of alarmbovengrens voor MVe, RRsp or etCO2 op de display.

3 Stel de waarde in en bevestig deze.

Als de CO2-sensorkabel is losgekoppeld, zijn de etCO2-alarmgrenzen niet zichtbaar. Als de losgekoppelde CO2-sensorkabel opnieuw wordt aangesloten, zijn de eerder ingestelde alarmgrenzen nog steeds van toepassing.

Zie "Bereik van de alarmgrenzen" op pagina 143 voor de reikwijdtes van de alarmgrenzen.

WAARSCHUWINGStel de alarmgrenzen zorgvuldig in.

Extreme alarminstellingen kunnen het alarmsysteem onbruikbaar maken.

039

Oxylog 3000 plus

A B

WAARSCHUWINGGevaar van inadequate patiëntbeademing

Het minimale minuutvolume dat de patiënt nodig heeft, moet via de alarmondergrens MVe worden bewaakt.

1103

7171

-2

Page 88: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Alarmen

88 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Alarmgrenzen automatisch instellen

De Alarm-functie: Autoset stelt de alarmgrenzen in op basis van de waarden die tijdens het inschakelen worden gemeten. Deze automatische instelling van de alarmgrenzen wordt slechts eenmalig uitgevoerd, wanneer deze wordt bevestigd met de draaiknop.

1 Druk op de toets Alarmen (B).

2 Selecteer en activeer de regel Alarm: Autoset op de display.

3 Druk op de draaiknop om Alarm: Autoset te bevestigen, of druk op de Alarm resetten-toets om de instellingen ongewijzigd te laten.

De auto-alarmgrenzen worden als volgt gebaseerd op de actuele meetwaarden:

De auto-alarmgrenzen voor etCO2 / worden als volgt gebaseerd op de actuele etCO2-waarde:WAARSCHUWING

Er bestaat een risico op hypoventilatie.

Na gebruik van de functie Alarm: Autoset, moet u controleren of de nieuwe alarmgrenzen geschikt zijn voor de patiënt.

Alarm InstellingMVe Meetwaarde –20 % met een

minimum van 0,5 L/min. Bij minder dan 0,5 L/min blijft de grens ongewijzigd.

MVe Meetwaarde +30 % of +2 L/min., afhankelijk van welke waarde kleiner is.

f spn Meetwaarde +5/min. met een minimum van 10/min.

etCO2 Gebaseerd op de actuele waarde

Alarmonder-grens [mmHg]

Actuele meetwaarde [mmHg]

Alarmboven-grens [mmHg]

Onveranderd <15 Onveranderd

Meetwaarde –5 15 tot 35 Meetwaarde +15

Meetwaarde –7 35 tot 45 Meetwaarde +10

Meetwaarde –10 >45 Meetwaarde +5

Alarmonder-grens [kPa] of [Vol%]

Huidige meetwaarde [kPa] of [Vol%]

Alarmboven-grens [kPa] of [Vol.%]

Onveranderd <2,0 Onveranderd

Meetwaarde –0,7 2,0 tot 4,7 Meetwaarde +2,0

Meetwaarde –0,9 4,7 tot 6,0 Meetwaarde +1,3

Meetwaarde –1,3 >6,0 Meetwaarde +0,7

Page 89: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 89

Bewaking

Bewaking

Curven weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90

Meetwaarden weergeven . . . . . . . . . . . . . . . 90

CO2-meting (optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . 91

Het cuvettetype selecteren. . . . . . . . . . . . . . . 91De CO2-sensor tijdens de beademing controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91Nulkalibratie uitvoeren tijdens de beademing. 92Het CO2-filter tijdens de beademing controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93

Gegevenscommunicatie (optioneel). . . . . . 94

Een extern apparaat aansluiten . . . . . . . . . . . 94Seriële poort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94Vereisten voor de elektrische kenmerken van aangesloten apparaten en netwerken . . . . . . 94

Page 90: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Bewaking

90 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Curven weergeven

Het curvevenster kan de curve voor de ademwegdruk Paw, de flowcurve of de CO2-curve (optioneel) weergeven. Zie de "Vensterstructuur op het scherm" op pagina 32.

Een andere curve weergeven:

Druk op de toets Curven .

Meetwaarden weergeven

Gemeten waarden worden weergegeven in het meetwaardevenster.

Tussen de waarden heen en weer schakelen:

Druk op de toets Meetw. : het volgende waardepaar verschijnt op het scherm.

De volgende waarden kunnen worden weergegeven:

– MVe

– FiO2

– f

– VTe

– PEEP

– Pgemid

– PIP

– Pplat

– MVespon

– RRsp

– etCO2

Als de CO2-sensor op het beademingsapparaat is aangesloten, zal de etCO2-waarde automatisch in het meetwaardenvenster worden getoond.

De waarden worden in paren getoond; de waardeparen kunnen indien nodig worden geconfigureerd. Zie de "Klantenservicemodus" op pagina 97.

CurvenCurven

Page 91: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 91

Bewaking

CO2-meting (optioneel)

De CO2-meting werkt alleen als de CO2-optie is geïnstalleerd en als de CO2-sensor is aangesloten.

1 Sluit de CO2-sensor en de cuvette aan (zie "De CO2-sensor en de cuvette aansluiten" op pagina 48).

2 Selecteer het cuvettetype in het "Instellingen"-menu (zie "Het cuvettetype selecteren").

U ziet dan de volgende vensters:

– Curvevenster: CO2-curve

– het meetwaardevenster: de etCO2-parameter wordt automatisch weergegeven.

– het alarmvenster: etCO2 hoog- en etCO2 laag-alarmen

Voor meer informatie over curven en meetwaarden: zie "Vergrote weergave van CO2-curve" op pagina 34.

Voor meer informatie over het configureren van meetwaardeparen: zie "Klantenservicemodus" op pagina 97.

Zie pagina 48 voor het aansluiten van de CO2-sensor en cuvette. Zie pagina 58 voor meer informatie inzake CO2-nulkalibratie en -filtercontrole vóór de beademing. Zie pagina 103 voor meer informatie inzake de CO2-configuratie in de klantenservicemodus.

Het cuvettetype selecteren

Het cuvettetype selecteren (herbruikbaar of voor éénmalig gebruik):

1 Druk op de Instell. -toets.

2 Selecteer en activeer de regel Cuvette type.

3 Selecteer het cuvettetype in en bevestig.

De CO2-sensor tijdens de beademing controleren

De volgende controles van de CO2-sensor zijn aangeraden:

OPMERKINGDe cuvettevensters van de herbruikbare cuvette en de cuvette voor eenmalig gebruik zien er verschillend uit. Daarom moet het juiste cuvettetype in het "Instellingen"-menu worden geselecteerd. Anders kan het nulpunt met ±8 mmHg CO2 verschuiven.

OPMERKINGAls u een onjuist cuvettetype hebt geselecteerd, geeft de Oxylog 3000 plus het alarm !!! Controleer cuvettetype weer.

Controle IntervalKalibratie CO2-nulpunt Wekelijks

CO2-filtercontrole Maandelijks

Page 92: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Bewaking

92 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Nulkalibratie uitvoeren tijdens de beademing

De nulkalibratie wordt uitgevoerd met een schone CO2-sensor die uit de cuvette is gehaald!

1 Sluit de CO2-sensor aan en wacht minstens 3 minuten totdat de opwarmfase van de CO2-sensor is voltooid.

2 Haal de CO2 -sensor (A) van de cuvette (B).

3 Druk op de Instell. -toets.

4 Selecteer en activeer de lijn CO2-nulkalib. – Starten. Op het scherm verschijnt de tekst Neem de sensor uit cuvette en druk vervolgens op de draaiknop.

5 Bevestig de selectie. De nulkalibratie begint en op de regel staat Bezig. Houd rekening met de eventuele opwarmtijd. Tijdens de nulkalibratie kunnen de beademingsinstellingen worden gewijzigd.Na een succesvolle nulkalibratie wordt op de regel kort Gelukt weergegeven.

6 Plaats de CO2-sensor (A) terug op de cuvette (B).

Indien de nulkalibratie is mislukt:

Op het scherm van de Oxylog 3000 plus ziet u de alarmmelding !!! CO2 Nulkalib. mislukt.

Voer de nulkalibratie opnieuw uit.

Als de nulkalibratie nog altijd niet lukt:

1 Controleer of de sensor (A) verontreinigd is en reinig deze zo nodig. Als de sensor kapot is, vervang dan de sensor.

2 Voer de nulkalibratie opnieuw uit.

OPMERKINGAdem niet op de CO2-sensor tijdens de nulkalibratie, de nulkalibratie kan namelijk mislukken of slagen met een ongeldige nulwaarde.

179

AB

Page 93: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 93

Bewaking

Het CO2-filter tijdens de beademing controleren

1 Verwijder de CO2-sensor uit de cuvette.

2 Sluit de CO2-sensor (A) aan op het testfilter (B).

3 Druk op de Instell. -toets.

4 Selecteer en activeer de lijn CO2-filtercontrole – Starten.

5 Bevestig de selectie. De filtercontrole begint en op de regel staat Bezig. Tijdens de filtercontrole kunnen de beademingsinstellingen worden gewijzigd.Na een succesvolle filtercontrole wordt op de regel kort Gelukt weergegeven.

6 Plaats de CO2-sensor (A) terug op de cuvette.

Indien de controle is mislukt:

Op de Oxylog 3000 plus verschijnt het alarmbericht !!! CO2-filtercontrole mislukt. De gemeten CO2-waarde ligt buiten het toelaatbare tolerantiebereik.

Controleer of de sensor (A) of het testfilter (B) verontreinigd is en reinig ze indien nodig. Herhaal de CO2-filtercontrole.

Als de controle opnieuw niet succesvol is:

Zie pagina 105 voor het uitvoeren van de CO2-gascontrole.

OPMERKINGVoordat de CO2-filtercontrole kan worden uitgevoerd, moet de CO2-nulkalibratie succesvol worden voltooid. Anders bestaat de mogelijkheid dat de CO2-filtercontrole buiten het tolerantiebereik valt.

177

A

B

Page 94: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Bewaking

94 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Gegevenscommunicatie (optioneel)

Met de gegevenscommunicatieoptie kunnen meetwaarden, curven, alarmen en instellingen met behulp van het MEDIBUS.X-protocol worden overgedragen.

MEDIBUS.X is een softwareprotocol voor de gegevensoverdracht tussen de Oxylog 3000 plus en een extern, al dan niet medisch, apparaat (bv. bewakingsapparaten voor patiënten of computers voor gegevensbeheersystemen).

De combinatie van de Oxylog 3000 plus en een extern apparaat moet aan IEC/EN 60601-1 en IEC/EN 60601-1-2 voldoen.

Voor meer informatie kunt u terecht in "MEDIBUS.X, Rules and Standards for Implementation" (90 52 607) en "MEDIBUS.X, Profile Definition for Data Communication V1.n" (90 52 608).

Een extern apparaat aansluiten

1 Sluit het externe apparaat aan op de gegevenscommunicatiekabel 57 05 301.

2 Sluit de gegevenscommunicatiekabel aan op de Oxylog 3000 plus.

Seriële poort

De poort voor de gegevenscommunicatiekabel komt overeen met een RS232-interface conform EIA RS-232 (CCITT V.24/V.28)

Vereisten voor de elektrische kenmerken van aangesloten apparaten en netwerken

De seriële poort is alleen geschikt voor het aansluiten van apparaten en netwerken met een maximaal nominale spanning van 24 VDC op het netwerk en die aan de volgende normen voldoen:

– IEC 60950-1: Niet-geaarde SELV-circuits

– IEC 60601-1 (vanaf de 2e editie): Aanraakbare secundaire circuits

Aansluitingen op IT-netwerken

Het verbinden van dit apparaat met een netwerk waarin andere apparaten zijn opgenomen of waarin naderhand wijzigingen worden aangebracht, kan leiden tot nieuwe risico's voor patiënten, gebruikers en derden. Voordat het apparaat wordt aangesloten op het netwerk, of het netwerk wordt gewijzigd, moeten deze risico’s door de IT-functionaris van het ziekenhuis worden geïdentificeerd, geanalyseerd en geëvalueerd conform de norm IEC 80001-1 ( risicomanagement voor IT-netwerken en medische hulpmiddelen). Op basis van de resultaten dienen adequate maatregelen te worden genomen.

Voorbeelden van volgende wijzigingen aan het netwerk:

– De netwerkconfiguratie wijzigen

– Apparaten uit het netwerk verwijderen

– Nieuwe apparaten aan het netwerk toevoegen

– Upgrades of updates uitvoeren op apparaten die op het netwerk zijn aangesloten

WAARSCHUWINGRisico vanwege onjuist verzonden gegevens

Alle via the MEDIBUS.X interface van het apparaat naar andere apparaten verstuurde gegevens kunnen onjuist of onvolledig worden weergegeven. Deze dienen daarom alleen ter informatie.

Gebruik op andere apparaten weergegeven gegevens niet voor diagnostische of therapeutische beslissingen.

Gebruik op andere apparaten weergegeven gegevens niet voor patiënt- of apparaatbewaking.

Page 95: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 95

Configuratie

Configuratie

Configuratie en informatie weergeven . . . . 96

Taal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96Type accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96

Klantenservicemodus . . . . . . . . . . . . . . . . . 97

De opstartinstellingen instellen. . . . . . . . . . . . 98De opstartinstellingen voor de beademingsslang en cuvette configureren. . . 100De datum in tijd instellen . . . . . . . . . . . . . . . . 100De meetwaardenvensters configureren . . . . . 100Opties activeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101Toetsen en regelknoppen controleren . . . . . . 101De luidspreker, zoemer, LED's en display controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101De stroomtoevoergegevens weergeven. . . . . 102Het veiligheidsventiel controleren. . . . . . . . . . 102Het technische logboek weergeven . . . . . . . . 102Het gebruikerslogboek weergeven. . . . . . . . . 103De contactgegevens voor onderhoud en service weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103De CO2-sensor controleren en kalibreren . . . 103Het minimale alarmvolume instellen. . . . . . . . 107Het alarmtoontype instellen . . . . . . . . . . . . . . 107De klantenservicemodus afsluiten . . . . . . . . . 107

Handleiding klantenservice . . . . . . . . . . . . . 108

Page 96: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Configuratie

96 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Configuratie en informatie weergeven

Het scherm kan er in werkelijkheid anders uitzien of anders zijn geconfigureerd.

1 Druk kort op de toets om het apparaat in te schakelen. Het apparaat voert een zelftest uit en op het scherm wordt de gebruiker gevraagd om het configuratiemenu of de apparaatcontrole te activeren:druk op de draaiknop voor de apparaatcontrole en configuratie.

2 Druk op de draaiknop (A) voordat de voortgangsbalk vol is.Vervolgens verschijnt het opstartmenu:

3 Selecteer Configuratie en informatie en bevestig.

De instellingen die u in het Configuratie-venster hebt geselecteerd, blijven bewaard na uitschakeling van het beademingsapparaat.

De configuratie kan worden opgeheven door op de toets Alarm Reset te drukken.

De volgende gegevens kunnen in de Configuratie- en Informatie- vensters worden weergegeven:

– Taal

– Identificatienr. (Apparaat-ID)

– Totaal aantal bedrijfsuren (Bedrijfsuren)

– Het aantal bedrijfsuren sinds de laatste inspectie en onderhoudsbeurt (Uren sinds servicebeurt)

– het accutype en accuvermogen.

Taal

1 Druk op de toets Instell. om het menu Configuratie te selecteren.

2 Selecteer en activeer de regel Taal.

3 Selecteer de taal en bevestig.De nieuwe geselecteerde taal wordt onmiddellijk van kracht.

Type accu

Druk op de Instell. -toets om het Informatie-menu te selecteren.De prestatiegegevens van de geplaatste accu worden op het apparaat weergegeven.

1533

7171

0663

7171

sche

rm 1

7

Page 97: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 97

Configuratie

Klantenservicemodus

In de klantenservicemodus voert het beademingsapparaat functietesten uit, geeft het statusinformatie en biedt het de mogelijkheid tot het configureren van parameterinstellingen.De weergavetaal in de klantenservicemodus is het Engels. Dat kan niet worden gewijzigd.

OPMERKINGBeademing is niet mogelijk als het apparaat in de klantenservicemodus staat.

OPMERKINGDe volgende schermen zijn alleen bedoeld voor het onderhoudspersoneel en gekwalificeerde specialisten en zijn beschermd tegen onbevoegde aanpassingen.

Zie pagina 173 voor meer informatie over de toegang.

001 Set startup settings. Opstartinstellingen configureren, fabrieksinstellingen herstellen.

002 Hose/cuvette start-up settings. Selecteer welk beademingscircuit en welk type CO2-cuvette u wilt gebruiken.

003 Set date and time. Datum en tijd instellen.004 Set measured values display window. De indeling van de meetwaarden in het

meetwaardenvenster configureren of de fabrieksinstellingen herstellen.

005 Enter activation code. De activeringscode voor opties invoeren.006 Test buttons and potentiometer. Controleren of de toetsen en knoppen goed werken.007 Test loudspeaker, buzzer, LED's and

display.Controleren of de luidspreker, zoemer, LED's en display goed werken.

008 Display battery and supply data. Weergave van accugegevens en laadstatus.009 Check safety valve. Het veiligheidsventiel controleren.010 Display info logbook. Kalibratielogboek en technische fouten in chronologische

volgorde.011 Disply user logbook. Logboek van bedrijfsfasen, instellingen van het

beademingsapparaat en alarmsignalen.012 Display maintenance and service

contact information.Het onderhoudsschema en contactinformatie voor het onderhoudspersoneel weergeven.

013 CO2-sensor. De CO2-sensor controleren of kalibreren.019 Acoustic alarm configuration. Stel het minimale alarmvolume en het type alarmtoon in.

Page 98: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Configuratie

98 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

De opstartinstellingen instellen

Het bereik van de instellingen is:

* Brightness-min (Helderheid-min): helderheid van het scherm in de energiebesparingsmodus. Zie de "Helderheid van het scherm" op pagina 80.

De standaardinstellingen zijn:

Parameter InstellingenbereikVentilation mode (Beademingsmodus)Trigger (Trigger) 0 (UIT) 1 tot 15 L/minPEEP (PEEP) 0 tot 20 mbarI:E or Ti (I:E of Ti) Configureerbare I:E of TiI:E (I:E) 1:100 tot 50:1Ti (Ti) 0,2 tot 10,0 sTplat (Tplat) 0 tot 50 %Psupp (Psupp) 0 tot 35 mbarSlope (Helling) FLAT, MEDIUM, STEEP

(VLAK, MATIG, STEIL)Pinsp (Pinsp) 3 tot 55 mbarO2 flow (O2-flow) 0 tot 15 L/minNIV (NIV) ON, OFF (AAN, UIT)Tapn (Tapnoe) 0 (UIT) tot 60 sVTapn (VTapnoe) 250 tot 2000 mLVTapn (ped.) (VTapnoe (ped.))

50 tot 250 mL

RRapn (RRapn) 12 tot 60 /min.RRapn (ped.) (RRapn (ped.))

12 tot 60 /min.

MVe-high alarm (MVe-hoog alarm)

2,0 tot 41 L/min

MVe-low alarm (MVe-laag alarm)

0,5 tot 40 L/min

RR high (RR hoog) 10 tot 100 /min.HME correction(HME-correctie)

ON, OFF(AAN, UIT)

AutoFlow (AutoFlow)

ON, OFF(AAN, UIT)

Brightness-min* (Helderheid-min*)

1/4 tot 4/4

Brightness (Helderheid)

1/4 tot 4/4

Alarm volume(Alarmvolume)

1/4 tot 4/4

etCO2-high alarm(etCO2-hoog alarm)

1 tot 100 mmHg

etCO2-low alarm(etCO2-laag alarm)

0 tot 100 mmHg

CO2 unit (CO2-eenheid)

mmHg, kPa of Vol%

Hose type (Slangtype)

Adult disposable(Volwassene, voor éénmalig gebruik)Adult reusable(Volwassene, herbruikbaar)Pediatric disposable(Pediatrie, voor éénmalig gebruik)

Cuvette type(Cuvettetype)

Disposable (Voor éénmalig gebruik)Reusable (Herbruikbaar)

Parameter StandaardinstellingVentilation mode (Beademingsmodus)

VC-CMV

Trigger (Trigger) 0 L/min. met VC-CMV, VC-AC en 3 L/min. met VC-SIMV, SpnCPAP, PC-BIPAP

PEEP (PEEP) 5 mbarI:E or Ti (I:E of Ti) I:EI:E (I:E) 1,0:1,5Ti (Ti) 2,0 sTplat (Tplat) 0 %Psupp (Psupp) 0 mbarSlope (Helling) MEDIUM (MATIG)Pinsp (Pinsp) 20 mbarO2 flow (O2-flow) 10 L/minNIV (NIV) OFF (UIT)Tapn (Tapnoe) 0 s (als het apparaat

minimaal 15 s aanstaat)VTapn (VTapnoe) 500 mLVTapn (ped.) (VTapnoe (ped.))

100 mL

Parameter Instellingenbereik

Page 99: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 99

Configuratie

* Brightness-min (Helderheid-min): helderheid van het scherm in de energiebesparingsmodus. Zie de "Helderheid van het scherm" op pagina 80.

Bij het inschakelen van het beademingsapparaat verschijnen de opstartinstellingen voor de parameters op het scherm. De instellingen kunnen worden gewijzigd.

Doorgaan naar de tweede pagina:

1 Selecteer de Page (Pagina)-lijn en bevestig met de draaiknop.

De standaardinstellingen herstellen:

2 Selecteer en bevestig de lijn Set factory default (Fabrieksinstellingen instellen).

RRapn (RRapn) 12 /min.RRapn (ped.) (RRapn (ped.))

27 /min.

MVe-high alarm (MVe-hoog alarm)

40,0 L/min

MVe-low alarm (MVe-laag alarm)

0,5 L/min

RRsp-high alarm(RRsp-hoog alarm)

100 /min.

HME correction(HME-correctie)

OFF (UIT)

AutoFlow (AutoFlow)

OFF (UIT)

Brightness-min* (Helderheid-min*)

1/4

Brightness (Helderheid)

3/4

Alarm volume(Alarmvolume)

3/4

etCO2-high alarm(etCO2-hoog alarm)

50 mmHg

etCO2-low alarm(etCO2-laag alarm)

33 mmHg

CO2 unit (CO2-eenheid)

mmHg

Hose type (Slangtype)

Adult disposable (Volwassene, voor éénmalig gebruik)

Cuvette type(Cuvettetype)

Disposable (Voor éénmalig gebruik)

WAARSCHUWINGEr kan een mogelijk gevaar ontstaan als er op eenzelfde afdeling verschillende opstartalarminstellingen voor dezelfde of vergelijkbare apparatuur worden geconfigureerd, bv. een afdeling spoedeisende hulp.

Parameter Standaardinstelling

1183

7170

0983

7170

1293

7171

Page 100: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Configuratie

100 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

De opstartinstellingen voor de beademingsslang en cuvette configureren

– Ask for hose type = Yes (Vragen naar slangtype = Ja): Als het apparaat wordt aangezet, wordt, voordat de beademing begint, de gebruiker eerst gevraagd het slangtype te selecteren.

– Ask for hose type = No (Vragen naar slangtype = Neen): Als het apparaat wordt aangezet, begint het na de zelftest direct te beademen met de opstartinstellingen voor het type beademingsslang.

– Hose type (Slangtype): De huidige opstartinstelling voor de beademingsslang (volwassene, herbruikbaar; volwassene, voor éénmalig gebruik of pediatrie, voor éénmalig gebruik).

– Cuvette type (optional) (Cuvettetype (optioneel)): De huidige opstartinstellingen voor het CO2-cuvettetype (voor éénmalig gebruik of herbruikbaar).

De datum in tijd instellen

De datum en tijd kunnen worden ingesteld.

1 Stel de huidige datum en tijd in de volgorde Jaar, Maand, Dag, Uur en Minuten in en bevestig.

2 Bevestig de datum en tijd met Set (Instellen).

De meetwaardenvensters configureren

In het meetwaardenvenster kunnen zes verschillende waardecombinaties worden weergegeven. Op de 7e pagina van het venster Settings (Instellingen) wordt een overzicht van alle meetwaarden weergegeven.

De rangschikking van meetwaardecombinaties op de verschillende pagina’s van het meetwaardevenster kan variëren. etCO2 is optioneel.

Elke meetwaarde kan vrijelijk worden geselecteerd in iedere willekeurige positie en wordt alleen op die positie weergegeven.

De 11 weergegeven waarden definiëren:

Start de configuratie op pagina 1/6 en ga door tot 6/6.

1153

7170

1023

7170

1163

7170

OPMERKINGWe adviseren om tijdens de beademing de FiO2-waarde weer te geven.

Page 101: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 101

Configuratie

Opties activeren

Er kunnen activeringscodes voor opties worden ingevoerd. De geactiveerde opties worden vervolgens weergegeven op het scherm.Zie "Accessoirelijst" op pagina 165 voor de mogelijke opties.

Toetsen en regelknoppen controleren

De knoppen op het voorpaneel worden schematisch op het scherm weergegeven.

– Display = scherm

– B = toetsen

Om de regelknoppen te testen, stelt u de volgende waarden in:

– VT tot 500 mL

– RR tot 20/min

– Pmax tot 40 mbar

– FiO2 tot 40 %

Deze instellingen worden op het scherm weergegeven.

De toetsen testen:

1 Druk kort op de overeenkomstige knop.De bijbehorende letter op het scherm verandert van een "B" in een "X". Als de toets een indicator heeft, zal die op het apparaat oplichten. Voor toetsen zonder een indicator zal de gele waarschuwingsindicator op het apparaat oplichten.

De werking van de draaiknop valt niet onder de test.

De luidspreker, zoemer, LED's en display controleren

De luidspreker, de zoemer, alle LED's en de display testen:

1 Selecteer de gewenste test.

2 Bevestig de selectie door de draaiknop in te drukken. Het apparaat zal de gewenste functie testen.

De schermweergave testen (Test display (Display testen)):

3 Draai aan de draaiknop; er verschijnen verschillende testkaarten.

De geselecteerde test blijft actief tot de draaiknop weer wordt ingedrukt.

1143

7170

0943

7170

OPMERKINGAls u de toets langer dan 3 seconden ingedrukt houdt, zal het beademingsapparaat worden uitgeschakeld.

0953

7170

Page 102: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Configuratie

102 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

De stroomtoevoergegevens weergeven

De parameters van de herlaadbare accu en de status van de externe voeding worden weergegeven.Display (voorbeeld):

Doorgaan naar de tweede pagina:

Selecteer de lijn Page (Pagina), bevestig de selectie en draai aan de draaiknop.

Display (voorbeeld):

Het veiligheidsventiel controleren

Voor veiligheidsinspecties kan er een flow worden opgewekt om het veiligheidsventiel te testen.

Het technische logboek weergeven

Eventuele technische fouten en/of speciale gebeurtenissen, zoals het activeren van een softwareoptie, voltooiing van de apparaatcontrole en kalibratie van het apparaat, worden in chronologische volgorde weergegeven.

De logboekinvoeren kunnen niet worden gewist en blijven bewaard, ook wanneer het apparaat aan en uit wordt geschakeld en na een stroomstoring.

Er kunnen maximaal 570 logboekinvoeren op het scherm worden afgebeeld. Zodra de capaciteitsgrens is bereikt, worden de oudste invoeren overschreven.

Display (voorbeeld):

0963

7170

333

1593

7171

0663

7171

Page 103: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 103

Configuratie

Naar de volgende pagina gaan:

Selecteer de lijn Page (Pagina), bevestig de selectie en draai aan de draaiknop.

Het gebruikerslogboek weergeven

De bedrijfsfasen (inclusief het aan en uit schakelen van het apparaat) met de instellingen van het beademingsapparaat en de tijd worden in chronologische volgorde weergegeven.

De logboekinvoeren kunnen niet worden gewist en blijven bewaard ook, wanneer het apparaat aan en uit wordt geschakeld en na een stroomstoring.

Er kunnen maximaal 935 logboekinvoeren op het scherm worden afgebeeld. Zodra de capaciteitsgrens is bereikt, worden de oudste invoeren overschreven. Voor alarmen wordt alleen het optreden van de alarmconditie vastgelegd.

Naar de volgende pagina gaan:

Selecteer de lijn Page (Pagina), bevestig de selectie en draai aan de draaiknop.

De contactgegevens voor onderhoud en service weergeven

Het onderhoudsschema en de contactinformatie voor het onderhoudspersoneel worden weergegeven. Het bericht Service date overdue ! (Onderhoudsdatum overschreden) wordt weergegeven als er onderhoud nodig is.

De CO2-sensor controleren en kalibreren

Voorwaarde: De CO2-optie is geactiveerd. Er kan voor de volgende acties worden gekozen:

– Zero Calibration (Nulkalibratie);

– Filter/gas check (Filter-/gascontrole);

– Filter check (Filtercontrole);

– Gas check (Gascontrole);

– Gas Calibration (Gaskalibratie);

– Start gas calibration (Gaskalibratie starten);

– Reset to factory defaults (Fabrieksinstellingen terugzetten)

1123

7170

1013

7170

1173

7171

Page 104: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Configuratie

104 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Nulkalibratie uitvoeren

1 Sluit de CO2-sensor aan op het beademingsapparaat. Wacht minstens 3 minuten tot de opwarmfase van de CO2-sensor is voltooid.

2 Haal de CO2 -sensor (A) van de cuvette (B).

3 Open de CO2 sensor (CO2-sensor)-pagina, selecteer de lijn Zero calibration (Nulkalibratie) en bevestig. Op het scherm verschijnt de tekst Remove sensor from cuvette (Verwijder sensor uit cuvette).

4 Bevestig dit met de draaiknop. De Oxylog 3000 plus voert de nulkalibratie uit en geeft het bericht Zero calibration in progress (Nulkalibratie wordt uitgevoerd) weer.

Indien de nulkalibratie is gelukt:

Na ongeveer 5 seconden bevestigt de Oxylog 3000 plus met het bericht Zero calibration successful (Nulkalibratie gelukt).

Indien de nulkalibratie is mislukt:

De Oxylog 3000 plus geeft het alarmbericht Zero calibration failed (Nulkalibratie mislukt) weer.

Voer de nulkalibratie opnieuw uit.

Als de nulkalibratie nog altijd niet lukt:

1 Controleer of de sensor (A) verontreinigd is en reinig deze zo nodig. Als de sensor kapot is, vervang dan de sensor.

2 Voer de nulkalibratie opnieuw uit.

De CO2-filtercontrole uitvoeren

1 Open de CO2 sensor (CO2-sensor)-pagina, selecteer de lijn Filter/gas check (Filter-/ gascontrole), vervolgens de lijn Filter check (Filtercontrole) en bevestig. Op het scherm verschijnt de tekst: Place sensor on test filter (Plaats sensor op testfilter).

2 Verwijder de CO2-sensor uit de cuvette en bevestig de CO2-sensor (A) aan het testfilter (B) van de sensorkabel.

3 Bevestig dit met de draaiknop. De Oxylog 3000 plus voert de filtercontrole uit en geeft het bericht Filter check in progress (Filtercontrole wordt uitgevoerd) weer.

Indien de controle is gelukt:

De Oxylog 3000 plus geeft het bericht Filter check successful (Filtercontrole succesvol) weer. De gemeten CO2-waarde ligt binnen het toelaatbare tolerantiebereik.

OPMERKINGAdem niet op de CO2-sensor tijdens de nulkalibratie, de nulkalibratie kan namelijk mislukken of slagen met een ongeldige nulwaarde.

179

AB

OPMERKINGVoordat de CO2-filtercontrole kan worden uitgevoerd, moet de CO2-nulkalibratie succesvol worden voltooid. Anders bestaat de mogelijkheid dat de CO2-filtercontrole buiten het tolerantiebereik valt.

177

A

B

Page 105: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 105

Configuratie

Indien de controle is mislukt:

De Oxylog 3000 plus geeft het alarmbericht Filter check failed (Filtercontrole mislukt) weer. De gemeten CO2-waarde ligt buiten het toelaatbare tolerantiebereik.

Controleer of de sensor (A) of het testfilter (B) verontreinigd is en reinig ze indien nodig. Herhaal de CO2-filtercontrole.

Als de controle weer is mislukt:

Voer de CO2-gascontrole uit.

De CO2-gascontrole uitvoeren

Voer de CO2-gascontrole uit als de vereiste CO2-waarde tijdens de CO2-filtercontrole niet wordt bereikt.

1 Gebruik de herbruikbare cuvette uit de kalibratieset.

2 Sluit de testgascilinder (A) en de cuvette (B) uit de kalibratieset aan op de slang (C).

3 Breng de CO2-sensor (D) aan op de cuvette (B) uit de kalibratieset en sluit de CO2-sensor aan op het beademingsapparaat.

4 Open de CO2 sensor (CO2-sensor)-pagina, selecteer de lijn Filter/gas check (Filter-/ gascontrole), vervolgens de lijn Gas check (Gascontrole) en bevestig. Op het scherm staat nu Turn on test gas (Schakel testgas in).

5 Lees de CO2-concentratie van het testgas af van de testgascilinder (A).

6 Open de testgascilinder (E) en stel de testgasflow in op 0,1 L/min. Selecteer CONTINUE (DOORGAAN) en bevestig met de draaiknop.

7 De Oxylog 3000 plus geeft de CO2-concentratie Measured CO2 value (CO2-meetwaarde) weer.

8 Ongeveer 1 minuut na het instellen van de testgasflow controleert u of de weergegeven CO2-waarde overeenkomt met de CO2-concentratie die op de testgascilinder wordt vermeld (tolerantie: ±0,2 Vol%).

9 Sluit de testgascilinder af.

Als de CO2-meetwaarde buiten de toegelaten tolerantie valt, moet de CO2-sensor opnieuw met testgas worden gekalibreerd.

CO2-kalibratie met testgas

De CO2-sensor moet worden gekalibreerd als de vereiste CO2-waarde tijdens de CO2-gascontrole niet wordt bereikt.

OPMERKINGVoordat de CO2-gascontrole kan worden uitgevoerd, moet de CO2-nulkalibratie succesvol worden voltooid. Anders bestaat de mogelijkheid dat de CO2-gascontrole buiten het tolerantiebereik valt.

OPMERKINGGebruik voor de CO2-gascontrole een testgas dat uit CO2 en N2 is samengesteld.

Anders zullen er andere waarden dan ±0,5 Vol% CO2 worden weergegeven.

176

B

C

E

A

DOPMERKINGVoordat de CO2-kalibratie met testgas kan worden uitgevoerd, moet de CO2-nulkalibratie succesvol worden voltooid. Anders bestaat de mogelijkheid dat de CO2-kalibratie met testgas buiten het tolerantiebereik valt.

OPMERKINGGebruik voor de kalibratie een testgas dat uit CO2 en N2 is samengesteld.

Anders zullen er andere waarden dan ±0,5 Vol% CO2 worden weergegeven.

Page 106: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Configuratie

106 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

1 Gebruik de herbruikbare cuvette uit de kalibratieset.

2 Sluit de testgascilinder (A) en de cuvette (B) uit de kalibratieset aan op de slang (C).

3 Breng de CO2-sensor (D) aan op de cuvette (B) uit de kalibratieset en sluit de CO2-sensor aan op het beademingsapparaat.

4 Open de CO2 sensor (CO2-sensor)-pagina, selecteer de lijn Gas calibration (Gaskalibratie), vervolgens de lijn Start gas calibration (Gaskalibratie starten) en bevestig.

5 Voer met de draaiknop de CO2-testgasconcentratie in de lijn Set gas conc. (Gasconcentratie instellen) in en bevestig. Deze waarde vindt u op de gascilinder (A).

6 Selecteer de lijn Start gas calibration (Gaskalibratie starten) en bevestig met de draaiknop. Op het scherm staat nu Turn on test gas (Schakel testgas in).

7 Open de testgascilinder (E) en stel de flow van het testgas in op 0,1 L/min.

8 Ongeveer 1 minuut nadat u deze testgasflow hebt ingesteld, selecteert u CONTINUE (DOORGAAN) en bevestigt u de selectie met de draaiknop.

De Oxylog 3000 plus start de kalibratie van de CO2-sensor en geeft de voortgang en het resultaat van de kalibratie in het berichtenveld weer.

9 Sluit de testgascilinder af.

Indien de kalibratie is gelukt:

De Oxylog 3000 plus geeft het bericht Calibration successful (Kalibratie succesvol) weer.

Indien de kalibratie is mislukt:

De Oxylog 3000 plus geeft het bericht Calibration failed (Kalibratie mislukt) weer.

Als de kalibratie is mislukt, kan dat aan de volgende oorzaken liggen:

Herhaal de kalibratie van de CO2-sensor.

De kalibratie van de CO2-sensor resetten

Als zich tijdens de kalibratie problemen voordoen, kan de sensor weer op de fabrieksinstellingen worden teruggezet.

Open de CO2 sensor (CO2-sensor)-pagina, selecteer de lijn Gas calibration (Gaskalibratie), vervolgens de lijn Reset to factory default (Fabrieksinstellingen terugzetten) en bevestig.

Na ongeveer 5 seconden is de in de fabriek ingestelde kalibratiewaarde weer van kracht.

Voer zo snel mogelijk een correct kalibratie van de CO2-sensor uit.

Als de kalibratie is mislukt, blijft de vorige geldige kalibratie van kracht.

Zie pagina 48 voor het aansluiten van de CO2-sensor en cuvette. Zie pagina 58 voor meer informatie inzake CO2-nulkalibratie en -filtercontrole vóór de beademing. Zie pagina 91 voor meer informatie inzake CO2-nulkalibratie en -filtercontrole tijdens de beademing. Zie pagina 91 voor meer informatie inzake CO2-metingen.

176

B

C

E

A

D

Oorzaak OplossingDe ingevoerde CO2-concentratie komt niet overeen met de waarde op de testgascilinder (A).

Controleer de ingevoerde CO2-concentratie.

De testgascilinder is leeg: Gebruik een nieuwe testgascilinder.

De CO2-sensor is defect. Vervang de CO2-sensor.

Page 107: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 107

Configuratie

Het minimale alarmvolume instellen

1 Selecteer de Minimum Level (Minimale niveau)-lijn en bevestig.

2 Gebruik de draaiknop om het minimale alarmniveau te selecteren en bevestig.

Het alarmtoontype instellen

1 Selecteer de Alarm sequence (Alarmsequentie)-lijn en bevestig.

2 Gebruik de draaiknop om het alarmtoontype DRAEGER of IEC te selecteren en bevestig.

De klantenservicemodus afsluiten

1 Druk de toets ongeveer 3 seconden in; de indicator knippert geel.

De beademing inschakelen:2 Druk kort op de toets .

Procedure om het apparaat uit te schakelen:3 Druk op de draaiknop.

OPMERKINGDe gebruiker kan geen alarmvolume onder het ingestelde minimale alarmvolume instellen.

OPMERKINGDe gebruiker kan het ingestelde alarmtoontype niet wijzigen.

Page 108: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Configuratie

108 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Handleiding klantenservice

Voor meer informatie over de Oxylog 3000 plus kunt u terecht in de service-handleiding (die via DrägerService kan worden besteld).

Page 109: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 109

Probleemoplossing

Probleemoplossing

Alarm – Oorzaak – Oplossing . . . . . . . . . . . 110

Berichten in het alarmberichtenveld . . . . . 110

Bijkomende berichten in het alarmberichtenveld. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 117

Berichten in het informatieveld. . . . . . . . . . 118

Foutmeldingen tijdens de apparaatcontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120

Page 110: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Probleemoplossing

110 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Alarm – Oorzaak – Oplossing

De Oxylog 3000 plus prioriteert alarmen en identificeert ze aan de hand van uitroeptekens:

In de onderstaande tabel worden de alarmberichten in alfabetische volgorde vermeld. Als zich een alarm voordoet, kunt u de tabel gebruiken om de oorzaak en de oplossing te vinden. Werk de verschillende oorzaken en acties in de gegeven volgorde door tot de oorzaak van het alarm is opgeheven.

In geval van meerdere alarmmeldingen worden die volgens hun alarmclassificatie weergegeven, zoals in onderstaande tabel wordt getoond. Hoe lager het nummer, hoe hoger de classificatie.

Berichten in het alarmberichtenveld

!!! Waarschuwing Alarmmelding met hoge prioriteit

!! Let op Alarmmelding met gemiddelde prioriteit

! Opmerking Alarmmelding met lage prioriteit

Alarm Oorzaak Oplossing Classifi-catie

!! Ademh. frequentie hoog

De patiënt ademt met een hoge spontane frequentie.

Controleer de toestand van de patiënt, controleer het beademingspatroon, corrigeer zo nodig de alarmgrens RRsp.

31

!! Alleen 100 % O2 naar pat.

Technisch defect. Onafhankelijk van de ingestelde FiO2, dient het apparaat de patiënt 100 % O2 toe. Andere beademingsfuncties blijven ongewijzigd. Neem contact op met DrägerService.

36

!!! Apnoe De patiënt is gestopt met spontaan ademhalen, of er is een slang losgeraakt.

Controleer de toestand van de patiënt.

Beadem in de VC-CMV-modus.

Zorg dat de slangaansluitingen stevig vastzitten.

9

Fout in de flowsensor. Vervang de flowsensor.!!! Apnoebeade-

ming (alleen for CPAP)

Na waarneming van een apnoe is het beademingsapparaat automatisch overgeschakeld op machinale beademing (alleen in de Spn-CPAP-functie).

Controleer de toestand van de patiënt.

Beademingsinstellingen controle-ren. Naar de oorspronkelijke beademingsmodus terugkeren: Druk op de toets Alarm Reset.

8

Page 111: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 111

Probleemoplossing

!!! Apparaatsto-ring

Technisch defect. Koppel de patiënt los van het apparaat en zet de beademing onmiddellijk voort met een ander beademingsapparaat.Nadat u op Alarm resetten hebt gedrukt, wordt volgende foutinformatie rechtstreeks in het "klantenservicemodus"-menu weergegeven. Neem contact op met DrägerService.

1

! Bevestig instelling

De gewijzigde instelling is niet bevestigd met de draaiknop.

Bevestig de gewijzigde instelling door de draaiknop in te drukken.

45

!! CO2 Filtertest mislukt

De sensor meldt een fout in de filtercontrole.

Voer de nulkalibratie uit. 24Adem tijdens de filtercontrole niet op de CO2-sensor.Reinig het CO2-testfilter of de CO2-sensor.Voer de CO2-gascontrole uit.

!! CO2 Nulkalib. mislukt

Nulkalibratie van de CO2-sensor mislukt.

Voer de nulkalibratie opnieuw uit. 23Adem tijdens de nulkalibratie niet op de CO2-sensor.

Het sensorvenster is verontreinigd. Reinig het venster van de CO2-sensor.

De CO2-sensor vertoont een defect in de hardware.

Vervang de CO2-sensor.

!!! CO2 Nulkalib. verzoek

Het nulpunt van de CO2-sensor valt buiten het tolerantiebereik.

Voer de nulkalibratie uit. 25

!! CO2-sensor? De aansluiting van de CO2-sensor is verwijderd terwijl het apparaat was ingeschakeld.

Sluit de connector opnieuw aan. 20

De CO2-sensor vertoont een defect in de hardware.

Vervang de CO2-sensor.

Alarm Oorzaak Oplossing Classifi-catie

Page 112: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Probleemoplossing

112 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

!!! Constante hoge druk

Beademingsventiel of beademingscircuit geblokkeerd.

Controleer de toestand van de patiënt.

Controleer het beademingsventiel en het beademingscircuit.

5

De expiratoire weerstand is verhoogd.

Controleer het bacterie-/HME-filter. Vervang het filter indien nodig.

Technisch defect. Koppel de patiënt los van het apparaat en zet de beademing onmiddellijk voort met een ander beademingsapparaat. Neem contact op met DrägerService.

!!! Controleer cuvette type

Er is een onjuist CO2-cuvettetype geselecteerd.

Selecteer het juiste cuvettetype. 22

De cuvette of sensor is verontreinigd.

Reinig de cuvette of sensor, of vervang de cuvette.

Het nulpunt van de CO2-sensor valt buiten het tolerantiebereik.

Voer de nulkalibratie uit.

Inspiratoire CO2-concentratie is hoog.

Controleer patiëntstatus en beademing.

! Controleer FiO2-instellingen

De ingestelde FiO2-concentratie kan met de ingestelde flow niet worden bereikt.

Pas de inspiratieflow of FiO2-concentratie aan (in overeenstemming met de meetwaarde).

44

!! Controleer instellingen: flow

De flow die voortvloeit uit de instellingen voor het slagvolume VT met betrekking tot Ti of I:E is niet haalbaar (gespecificeerd bereik 4 tot 100 L/min.).

Wijzig het slagvolume VT of de inspiratietijd Ti of de inspiratie/expiratie-ratio I:E, de plateautijd Tplat of de beademingsfrequentie RR.

30

!! Controleer instellingen: tijd

De inspiratie- en/of expiratietijd die voortvloeit uit de instellingen voor RR en I:E of Ti, is niet mogelijk.

Wijzig RR of I:E of Ti. 29

!!! Controleer meetleidingen

De flowmeetslangen zijn niet goed aangesloten.

Sluit de flowmeetslangen correct aan.

10

!! Dataverlies Er zijn geen logboekgegevens of klok beschikbaar. De huidige instellingen gaan verloren als de stroomtoevoer wordt afgebroken.

De beademingsfuncties worden niet beïnvloed. Neem contact op met DrägerService.

37

!!! Display inop (Storing display)

Technisch defect. Koppel de patiënt los van het apparaat en zet de beademing onmiddellijk voort met een ander beademingsapparaat. Neem contact op met DrägerService.

40

Alarm Oorzaak Oplossing Classifi-catie

Page 113: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 113

Probleemoplossing

!! Draaiknop defect (FiO2)

Technisch defect. De beademing wordt voortgezet met de laatste instellingen.Controleer de toestand van de patiënt en de beademing.Neem contact op met DrägerService.

19

!! Draaiknop defect (Pmax)

Technisch defect. De beademing wordt voortgezet met de laatste instellingen.Controleer de toestand van de patiënt en de beademing.Neem contact op met DrägerService.

17

!! Draaiknop defect (RR)

Technisch defect. De beademing wordt voortgezet met de laatste instellingen.Controleer de toestand van de patiënt en de beademing.Neem contact op met DrägerService.

16

!! Draaiknop defect (VT)

Technisch defect. De beademing wordt voortgezet met de laatste instellingen.Controleer de toestand van de patiënt en de beademing.Neem contact op met DrägerService.

18

!! etCO2 hoog De alarmbovengrens voor de endtidal CO2-concentratie werd overschreden.

Controleer de toestand van de patiënt.

26

Controleer de alarmgrenzen.Pas de alarmgrens zo nodig aan.

!! etCO2 laag De alarmondergrens voor de endtidal CO2-concentratie werd overschreden.

Controleer de toestand van de patiënt.

27

Controleer de alarmgrenzen.Pas de alarmgrens zo nodig aan.

!! Geen int. accu? De interne accu is niet of verkeerd geplaatst of er is een verkeerde accu geplaatst.

Plaats een accu of druk op de toets Alarm Reset om het alarm te bevestigen of vervang de interne accu.

41

! Geen int. accu? De interne accu is niet of verkeerd geplaatst of er is een verkeerde accu geplaatst.

Na bevestiging wordt het informatieve bericht continu getoond.Plaats een accu of vervang de interne accu.

42

Alarm Oorzaak Oplossing Classifi-catie

Page 114: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Probleemoplossing

114 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

! Geen interne acculading

De interne accu kan niet worden opgeladen vanwege een defect in de accu of een te warme of koude omgeving.

Druk op de Alarm Reset-toets om het alarm te bevestigen. Vervang de interne accu.

43

!!! Herkies slang type

Het gedetecteerde slangtype is niet hetzelfde als het geselecteerde slangtype.

Verander de instelling voor het slangtype.

11

Sluit een ander type slang aan.Fout in de flowsensor. Vervang de flowsensor.

! Instellingen niet bevestigd

De gewijzigde instelling is niet bevestigd met de draaiknop.

Wijzig de instelling opnieuw. 47

!! Interne accu in gebruik

Als tijdens de beademing de externe voedingsbron wordt losgekoppeld, wordt de interne accu de hoofdvoedingsbron.

Als de beademing wordt gestart met gebruik van de interne accu, wordt dit alarm niet gegeven.

Sluit een externe voeding aan. Druk op de toets Alarm Reset om het alarm te bevestigen.

28

!! Interne accu laden

Bij afwezigheid van een externe voeding gebruikt de Oxylog 3000 plus de interne accu als voedingsbron. De interne accu is nog slechts 10 minuten te gebruiken.

Sluit het beademingsapparaat onmiddellijk weer op de netvoeding of een voeding aan boord aan, of installeer een volledig opgeladen accu (de beademing stopt tijdens het installeren van de accu).

33

!!! Interne accu leeg

De bedrijfstijd voor gebruik van de interne accu is verlopen en er is geen externe voeding aangesloten.

Sluit het beademingsapparaat onmiddellijk weer aan op de net-voeding of een DC-boordnetvoe-dingsbron of installeer een volledig opgeladen accu.

2

!!! Lekkage

(niet in NIV)

Het gemeten expiratoire slagvolume VT is ongeveer 40 % lager dan de inspiratoire waarde.

Repareer lekkages in het beademingscircuit en/of de patiëntaansluiting.

Gebruik een nieuw beademingscircuit.

15

Fout in de flowsensor. Vervang de flowsensor.Technisch defect. Koppel de patiënt los van het

apparaat en zet de beademing onmiddellijk voort met een ander beademingsapparaat. Neem contact op met DrägerService.

Alarm Oorzaak Oplossing Classifi-catie

Page 115: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 115

Probleemoplossing

!!! MVe hoog De alarmbovengrens voor het minuutvolume MVe is overschreden.

Controleer de toestand van de patiënt, controleer het beademingspatroon, pas zo nodig de alarmgrenzen aan.

14

Fout in de flowsensor. Vervang de flowsensor.Technisch defect. Koppel de patiënt los van het

apparaat en zet de beademing onmiddellijk voort met een ander beademingsapparaat. Neem contact op met DrägerService.

!!! MVe laag Het minuutvolume MVe is tot onder de alarmondergrens gezakt.

Controleer de toestand van de patiënt, controleer het beademingspatroon, pas zo nodig de alarmgrenzen aan.

13

Lekkage in het beademingscircuit. Zorg dat de aansluitingen van het beademingscircuit stevig vastzitten.

Fout in de flowsensor. Vervang de flowsensor.Technisch defect. Koppel de patiënt los van het

apparaat en zet de beademing onmiddellijk voort met een ander beademingsapparaat. Neem contact op met DrägerService.

!!! Paw hoog De alarmgrens Pmax voor de beademingsdruk is bereikt. De patiënt 'vecht tegen' het beademingsapparaat, hoestend.

Controleer de toestand van de patiënt, controleer het beademingspatroon, pas zo nodig de alarmgrenzen aan.

4

De beademingsslang is geknikt of geblokkeerd.

Controleer het beademingscircuit, het beademingsventiel en de tube.

!!! Paw laag Het ingestelde drukniveau wordt niet gehaald of er is geen drukverschil van >5 mbar tussen inspiratie en expiratie. Er is een lek in de manchet.

Blaas de manchet op en controleer deze op lekkages.

7

Lekkage of disconnectie. Controleer het beademingscircuit op lekkage. Controleer of het beademingsventiel goed is geplaatst.

!! Reinig de CO2-cuvette

Het sensor- of cuvettevenster is verontreinigd.

Reinig het sensor- en cuvette-venster of vervang de cuvette.

21

Voer de nulkalibratie uit.

Alarm Oorzaak Oplossing Classifi-catie

Page 116: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Probleemoplossing

116 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

!!! Storing bij meting Paw

Fout in de flowmeetslangen. Controleer het beademingscircuit op losse aansluitingen. Zorg ervoor dat de flowmeetslangen correct zijn aangesloten.

6

Technisch defect. Koppel de patiënt los van het apparaat en zet de beademing onmiddellijk voort met een ander beademingsapparaat. Neem contact op met DrägerService.

!! Storing flowmeting

De meetslangen voor de flowmeting zijn geknikt, losgekoppeld of lek.

Controleer of de flowmeetslangen goed zijn aangesloten.

39

Fout in de flowsensor. Vervang de flowsensor.Technisch defect. Koppel het apparaat los van de

patiënt en zet de beademing onmiddellijk voort met een ander beademingsapparaat. Neem contact op met DrägerService.

!! Storing luidspreker

Technisch defect. Om beademing met dit apparaat voort te kunnen zetten, moet u de apparaatfuncties continu bewaken. Neem contact op met DrägerService.

38

!! Storing opladen int. accu

De interne accu is niet opgeladen vanwege een storing in de accu.

Vervang de interne accu. Neem contact op met DrägerService.

34

De interne accu is niet opgeladen vanwege een storing in het apparaat.

Continue beademing met dit apparaat is alleen mogelijk met een externe energiebron. Neem contact op met DrägerService.

!! Toetsstoring Een toets wordt langer dan 30 seconden ingedrukt.

Druk de toetsen slechts kort in. 35

Technisch defect. Om de beademing met dit apparaat te kunnen voortzetten, moet u de beademingsfuncties controleren en de apparaatfuncties continu bewaken. Neem contact op met DrägerService.

Alarm Oorzaak Oplossing Classifi-catie

Page 117: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 117

Probleemoplossing

Bijkomende berichten in het alarmberichtenveld

!!! Toevoerdruk laag

De voordruk is <1800 mbar. Zorg dat de voordruk hoger is dan 1800 mbar.Koppel de patiënt los van het apparaat en zet de beademing onmiddellijk voort met een ander beademingsapparaat.

3

!! VT hoog voor kinderslang

Het gemeten VT is groter dan 250 mL terwijl er een beademings-slang voor kinderen wordt gebruikt.

Stel een lagere VT in of druk op de toets Alarm Reset om het alarm te bevestigen.

12

Er is een onjuiste slang aangesloten.

Gebruik een andere slang of druk op de toets Alarm Reset om het alarm te bevestigen.

! VT hoog voor kinderslang

Het gemeten VT is groter dan 250 mL terwijl er een beademings-slang voor kinderen wordt gebruikt.

Na bevestiging wordt het infor-matieve bericht continu getoond.Stel een lagere VT in.

46

Er is een onjuiste slang aangesloten.

Na bevestiging wordt het informa-tieve bericht continu getoond.Gebruik een andere slang.

!! VT laag, drukgrens bereikt

Tijdens AutoFlow is er aanvullende druk nodig om het ingestelde slagvolume VT te bereiken. (De druk is begrensd tot Pmax van –5 mbar.)

Controleer de toestand van de patiënt.

Controleer de beademingsinstellingen.

32

Bericht Oorzaak OplossingZelftest OK Het apparaat is ingeschakeld en de

zelftest is met succes uitgevoerd.De melding verdwijnt automatisch na ongeveer 15 seconden.

Alarm Oorzaak Oplossing Classifi-catie

Page 118: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Probleemoplossing

118 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Berichten in het informatieveld

De numerieke waarden hieronder zijn voorbeelden.

Bericht Eenheid1) Oorzaak Uitleg/remediePEEP >10 mbar is ingesteld maar niet bevestigd.

De vereiste instelling van PEEP >10 mbar is alleen mogelijk als deze met de draaiknop wordt bevestigd.

Gasverbruik = 10 L/min Standaardweergave voor huidig gasverbruik.

(Accuvermogen)

Standaardweergave voor huidig accuvermogen.

REUS = Volw. reusable beademingsslang

DISP = Volw. disposable beademingsslang

PAED = slang voor éénmalig gebruik voor kinderen

Uitleg van de afkorting als het slangtype in het venster Instellingen wordt geselecteerd.

Kies en bevestig beademingsslang met draaiknop.

Type beademingsslang werd nog niet bevestigd.

Selecteer het slangtype en bevestig de selectie.

REUS = Reusable cuvette

DISP = Disposable cuvette

Uitleg van de afkorting als het CO2-cuvettetype in het "Instellingen"-venster wordt geselecteerd.

Druk op de draaiknop voor Autoset /Verlaten met alarm resetten

Activering van Alarm: Autoset, zie "Alarmgrenzen instellen" op pagina 87.

Als u de draaiknop indrukt, worden de nieuwe alarmgrenzen ingesteld.

Neem sensor uit cuvette, druk dan draaiknop

Activering van de CO2-nulkalibratie, zie "CO2-meting (optioneel)" op pagina 91.

Als de CO2-sensor uit de cuvette is verwijderd en de draaiknop is ingedrukt, wordt de nulkalibratie uitgevoerd. Annuleer de filtercontrole af door op Alarm Reset te drukken.

PEEP bevestigen boven 10 mbar?

Page 119: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 119

Probleemoplossing

Plaats sensor op referentiefilter en druk op de draaiknop

Activering van de CO2-filtercontrole, zie "CO2-meting (optioneel)" op pagina 91.

Als het testfilter is gemon-teerd en de draaiknop is ingedrukt, wordt de filtercon-trole uitgevoerd. Annuleer de filtercontrole af door op Alarm Reset te drukken.

Pinsp>=PEEP + 3 mbar PEEP + 3 mbar > Pinsp Stel Pinsp > PEEP + 3 mbar in.

Psupp = 22 mbar Wijziging in Psupp of PEEP.

Psupp is de absolute druk die voortvloeit uit PEEP + Psupp.

VT = 400 mL of RR = 12 /minTi= 1,5 sFlow = 15 L/min

I:E Wijziging in VT of RR in de beademingsmodus VC-CMV, VC-AC of VC-SIMV.

VT = 400 mL of RR = 12 /minI:E= 1 : 1,5Flow = 15 L/min

Ti

RR = 12 /minTi= 1,5 sTe = 9,5 s

I:E Wijziging in RR, in de beademingsmodus PC-BIPAP.

RR = 12 /minI:E= 1 : 1,5Te = 9,5 s

Ti

Ti= 1,5 sFlow = 15 L/min

I:E Wijziging in I:E, Ti of Tplat, in de beademingsmodus VC-CMV, VC-AC of VC-SIMV, of een wijziging in RRapn of VT in de beademingsmodus Spn-CPAP.

I:E= 1,5:1Flow = 15 L/min

Ti

Ti= 1,5 sTe = 9,5 s

I:E Wijziging in I:E of Ti in de beademingsmodus PC-BIPAP.

I:E= 1 : 1,5Te = 9,5 s

Ti

1) De eenheid van I:E of Ti is configureerbaar. Zie de "Klantenservicemodus" op pagina 97.

Bericht Eenheid1) Oorzaak Uitleg/remedie

Page 120: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Probleemoplossing

120 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Foutmeldingen tijdens de apparaatcontrole

Bericht Oorzaak Uitleg/remedieSysteemlekkage Lekkage in beademingscircuit en/of

testlong.Controleer de beademingsslangen, het beademingsventiel, de flowsensor en de testlong op lekkages en vervang ze indien nodig.

Er is een interne lekkage in het systeem.

Bel DrägerService.

Geen testlong Er is geen testlong aangesloten of er is een ernstige lekkage.

Sluit de testlong aan.

Controleer de beademingsslangen, het beademingsventiel, de flowsensor en de testlong op lekkages en vervang ze indien nodig.

Storing beademingsventiel

Er is een storing in het beademingsventiel.

Controleer de conditie van het beademingsventiel, inclusief mem-braan en rubberen schijf. Plaats zo nodig een nieuw beademingsventiel of gebruik een nieuw beademingscir-cuit voor éénmalig gebruik.

Storing drukmeting Het beademingscircuit is niet correct aangesloten.

Sluit het beademingscircuit correct aan.

Drukmeting is niet mogelijk. Bel DrägerService.

Storing PEEP-ventiel Er is een interne lekkage in het systeem.

Controleer de beademingsslangen, het beademingsventiel, de flowsensor en de testlong op lekkages en vervang ze indien nodig.

Het apparaat is defect. Bel DrägerService.

Storing patiëntflowmeting

De flowmeting is onaannemelijk. Vervang de flowsensor. Bel DrägerService.

Storing slangdetectie De apparaatcontrole geeft fout bij de detectie van de slangen.

Sluit een andere beademingsslang aan of selecteer een ander slangtype.

Slang verschilt met geselecteerde slang

De slang die wordt gedetecteerd verschilt van het geselecteerde slangtype, of de flowmeetslangen zijn niet juist geplaatst.

Sluit een andere beademingsslang aan of selecteer een ander slangtype.

Controleer meetleidingen

De flowmeetleidingen zijn niet goed aangesloten.

Sluit de flowmeetslangen correct aan.

Page 121: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 121

Reinigen, desinfecteren en steriliseren

Reinigen, desinfecteren en steriliseren

Demontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122

De CO2-sensor en CO2-cuvette demonteren. 122Het herbruikbare beademingscircuit voor volwassenen demonteren. . . . . . . . . . . . . . . . 122Het beademingscircuit voor éénmalig gebruik voor volwassenen verwijderen. . . . . . 124Het beademingscircuit voor éénmalig gebruik voor kinderen verwijderen . . . . . . . . . 124

Informatie inzake herbewerken . . . . . . . . . . 125

Recycleprocedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125

Classificatie van medische apparaten . . . . . . 125Niet-kritische medische apparaten . . . . . . . . . 125Semi-kritische medische apparaten . . . . . . . . 126Visuele inspectie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128Sterilisatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128

Overzicht van voor recycling geschikte onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129

Onderdelen monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . 129

Page 122: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Reinigen, desinfecteren en steriliseren

122 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Demontage

De CO2-sensor en CO2-cuvette demonteren

1 Koppel de aansluiting van de CO2-sensor los van het apparaat.

2 Verwijder de CO2-sensor (B) uit de CO2-cuvette (C).

3 Verwijder de CO2-cuvette (C) uit de flowsensor (D).

4 Haal het hoekstuk (A) van de cuvette (C) af.

Het herbruikbare beademingscircuit voor volwassenen demonteren

1 Koppel de beademingsslang (A) los van de expiratoire poort.

2 Koppel de flowmeetleidingen (B) los van de aansluitingen.

052

A

BC D

046

B

A

Page 123: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 123

Reinigen, desinfecteren en steriliseren

3 Koppel de flowsensor (A) los van het beademingsventiel.

4 Maak de flowmeetslangen (B) voorzichtig los van de flowsensor.Trek de flowmeetleidingen los van de aansluitingen.

5 Maak het hoekstuk (C) los van de flowsensor.

6 Maak de beademingsslang (D) los van het beademingsventiel.

Het beademingsventiel demonteren

7 Draai het deksel (A). ongeveer 90° naar links om het te ontgrendelen.

8 Verwijder het siliconenmembraan (B).

044

LET OPDraai de leidingen niet en gebruik geen kracht als u de flowmeetleidingen van de mondstukken van de flowsensor loskoppelt.

De flowsensor zou zo beschadigd kunnen raken.

B

A

C

D

B

045

rubb

eren

sch

ijf

WAARSCHUWINGRisico op het terugademen van CO2

Verwijder, beschadig of verbuig de rubberen schijf (A) in de behuizing niet, anders zal het ventiel niet goed werken waardoor de patiënt gevaar loopt.

A

B

A

Page 124: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Reinigen, desinfecteren en steriliseren

124 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Het beademingscircuit voor éénmalig gebruik voor volwassenen verwijderen

1 Koppel de flowmeetslangen (A en B) los.

2 Koppel de beademingsslang (C) los.

3 Verwijder het complete beademingscircuit voor éénmalig gebruik op de juiste manier. Zie hoofdstuk "Afvoeren" op pagina 137.

Het beademingscircuit voor éénmalig gebruik voor kinderen verwijderen

1 Koppel de flowmeetslangen (A en B) los.

2 Koppel de beademingsslang (C) los.

3 Verwijder het complete beademingscircuit voor éénmalig gebruik op de juiste manier. Zie hoofdstuk "Afvoeren" op pagina 137.

047

LET OPHet beademingscircuit voor éénmalig gebruik mag niet worden gereinigd, gedesinfecteerd of gesteriliseerd: het is niet bestand tegen hoge temperaturen en kan beschadigd raken.

A BC

0763

7170

-2

LET OPHet beademingscircuit voor éénmalig gebruik mag niet worden gereinigd, gedesinfecteerd of gesteriliseerd: het is niet bestand tegen hoge temperaturen en kan beschadigd raken.

A

C

B

Page 125: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 125

Reinigen, desinfecteren en steriliseren

Informatie inzake herbewerken

Neem de hygiënevoorschriften van het ziekenhuis in acht.

Herbewerk het apparaat na elke patiënt.

De aanbevelingen voor herbewerking ontlasten medewerkers niet van de verplichting om zich te houden aan de hygiënevereisten en de richtlijnen voor gezondheid en veiligheid op de werkvloer met betrekking tot de herbewerking van medische apparatuur.

Met het oog op het vakkundig herbewerken van medische apparaten moeten de aanbevelingen van het Duitse Robert Koch Instituut "Vereisten aan de hygiëne bij het herbewerken van medische apparaten" worden opgevolgd.

Recycleprocedure

Zie het "Overzicht van voor recycling geschikte onderdelen" op pagina 129 voor een overzicht van voor recycling geschikte onderdelen.

Classificatie van medische apparaten

Met betrekking tot hun herbewerking worden medische apparaten en componenten geclassificeerd volgens hun toepassing en de daaruit voortvloeiende risico's:

– Niet-kritische medische apparaten: Oppervlakken toegankelijk voor de gebruiker, bv. apparaatoppervlakken en kabels

– Semi-kritische medische apparaten: Onderdelen voor het transport van ademgas, bijvoorbeeld ademslangen en maskers

Wat de herbewerking betreft, behoort dit medische apparaat tot de groep van niet-kritische medische apparaten.

Niet-kritische medische apparaten

Testen van procedures en middelen

Het reinigen en desinfecteren van medische apparaten is getest met behulp van de navolgende procedures en middelen. Bij de test bleek het materiaal de volgende middelen goed te verdragen:

Handmatige reiniging:

– Voor oppervlakken van apparaten:Neoform MED AF van Dr. Weigert(concentratie: 2 %)

Handmatige desinfectie en gelijktijdige reiniging

Gebruik desinfectiemiddelen die op nationaal niveau zijn goedgekeurd en geschikt zijn voor de toegepaste herbewerkingsprocedure.

LET OPInfectiegevaar

Om mogelijke infecties te voorkomen, moet het apparaat na elk gebruik worden gereinigd en gedesinfecteerd.

Draag bij het herbewerken altijd beschermende kleding, oogbescherming, enz.

WAARSCHUWINGArtikelen voor éénmalig gebruik zijn slechts ontworpen, getest en vervaardigd voor éénmalig gebruik. Producten bestemd voor éénmalig gebruik mogen niet worden hergebruikt, herbewerkt of gesteriliseerd. Hergebruik, herbewerking of sterilisatie kan tot gevolg hebben dat de accessoires niet meer naar behoren functioneren en de patiënt letsel oploopt.

Page 126: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Reinigen, desinfecteren en steriliseren

126 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Dräger adviseert het gebruik van een oppervlaktedesinfectiemiddel uit de bovenstaande lijst. Het gebruik van andere desinfectiemiddelen is geheel voor eigen risico.

Dräger wijst erop dat de middelen die zuurstof of chloor doen vrijkomen bij sommige materialen kleurveranderingen kunnen teweegbrengen. Dit is geen indicatie dat het product niet goed werkt.

Uit keuringen bleek een goede materiaalverdraagzaamheid van de bovenstaande desinfectiemiddelen.

Tests door de fabrikanten van de oppervlaktedesinfectiemiddelen hebben aangetoond, dat de verschillende middelen minimaal over de volgende werkingsspectra beschikken:

– Bactericide

– Levurocide

– Virucide of virucide bij omhulde virussen

Neem de specificaties van de fabrikant van het oppervlaktedesinfectiemiddel in acht.

Handmatige reiniging en desinfectie

Verwijder vuil onmiddellijk met een doek die is bevochtigd met desinfectiemiddel.

1 Desinfecteer de oppervlakken.

2 Verwijder na de contacttijd resten desinfectiemiddel.

Semi-kritische medische apparaten

Geteste procedures en middelen

Het reinigen en desinfecteren van medische apparaten is getest met behulp van de navolgende procedures en middelen. Bij de test bleek het materiaal de volgende middelen goed te verdragen:

Handmatige reiniging:

– Voor het beademingsventiel en de slangen:Neodisher LM2 van Dr. Weigert(concentratie: 2 %)

– Flowsensor:Sekusept Powder classic van Ecolab(concentratie: 4 %)

Handmatige desinfectie:

– Korsolex extra van Bode Chemie(concentratie: 3 %)

Machinale reiniging en desinfectie:

Neodisher Forte MediClean van Dr. Weigert(voor thermische desinfectie op 93 °C (199 °F) gedurende 10 minuten)

Klasse van de werkzaam stof

Naam product Fabrikant

Chloorafsplitsende middelen

Actichlor® plus Ecolab

Klorsept® 17 Medentech

BruTab 6S Brulin

Zuurstofafsplitsende middelen

Descogen® Liquid

Antiseptische middelen

Descogen® Liquid

Dismozon® plus Bode chemie

Dismozon® pur

Oxycide® Ecolab USA

Perform® Schülke & Mayr

Virkon® DuPont

Viervoudige ammoniumverbindingen

Mikrozid® sensitive liquid1)

1) Virucide bij omhulde virussen

Schülke & Mayr

Mikrozid® sensitive wipes1)

Aldehyden Buraton® 10 F Schülke & Mayr

WAARSCHUWINGBinnendringende vloeistof kan storingen of schade aan het product veroorzaken die de patiënt in gevaar zou kunnen brengen. Desinfecteer onderdelen uitsluitend door deze af te wissen en zorg dat er geen vloeistoffen binnendringen in het product.

Page 127: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 127

Reinigen, desinfecteren en steriliseren

Handmatige reiniging

Handmatige reiniging moet bij voorkeur worden uitgevoerd onder stromend water of met in de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen op basis van licht basische verbindingen.

Handmatige reiniging

1 Spoel zichtbare vervuiling onder stromend water af. Met een ultrasone reiniger wordennog betere resultaten bereikt.

2 Gebruik reinigingsmiddelen volgens de specificaties van de fabrikant. Zorg ervoordat alle te reinigen oppervlakken goed kunnen worden bereikt.

– Plaats onderdelen gedurende ca. 20 minuten in de belletjesvrije oplossing.

– Schud alle onderdelen bij het begin en het einde van opslag goed in de oplossing. Borstel alle onderdelen van het beademingsventiel schoon.

– Laat bij het spoelen van slangen de oplossing door de gehele slang stromen door deze omhoog en omlaag te bewegen.

– Spoel de aansluitingen van de flowsensor en de rode rubberen schijf meerdere keren af met de oplossing, bv. met behulp van een injectiespuit.

– Knijp het siliconen membraan meerdere keren in de oplossing.

3 Spoel de onderdelen onder stromend watertot er geen resten van reinigingsmiddel meer zichtbaar zijn.

4 Inspecteer de onderdelen op vuil en beschadigingen. Herhaal zo nodig de handmatige reiniging.

Handmatige desinfectie

Handmatige desinfectie kan bij voorkeur worden uitgevoerd met desinfectiemiddelen op basis van aldehyden of quaternaire ammoniumverbindingen.

Houd u aan de toepasselijke landspecifieke lijstvermeldingen voor de desinfectiemiddelen. In landen waar Duits wordt gesproken, is de lijst van de Duitse Vereniging voor Toegepaste Hygiëne (Verbund für Angewandte Hygiene, VAH) van toepassing.

De verantwoordelijkheid voor de samenstelling van het desinfectiemiddel ligt bij de fabrikant en kan in de loop van de tijd veranderen.

Neem de informatie van de fabrikant over het desinfectiemiddel strikt in acht.

Handmatige desinfectie

1 Desinfecteer onderdelen door ze gedurende ca. 30 minuten onder te dompelen in de belletjesvrije oplossing.

2 Voer de handmatige reiniging uit die wordt beschreven in stap 2 van "Handmatige reiniging" op pagina 127.

3 Spoel de onderdelen na de contacttijd onder stromend water af tot er geen resten van het desinfectiemiddel meer zichtbaar zijn.

4 Inspecteer de onderdelen op vuil en beschadigingen. Herhaal zo nodig de handmatige desinfectie.

5 Achtergebleven water goed van en uit de onderdelen schudden. Laat de onderdelen goed drogen.

Machinale reiniging en desinfectie

Gebruik voor automatisch reinigen en desinfecteren een reinigings- en desinfecteerapparaat conform EN ISO 15883, bij voorkeur met een wagen voor anesthesie- en beademingsaccessoires. Gebruik een mild basisch of enzymatisch schoonmaakmiddel (met neutrale pH). Neem de informatie van de fabrikant over het schoonmaakmiddel strikt in acht.

Page 128: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Reinigen, desinfecteren en steriliseren

128 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Machinale reiniging en desinfectie

1 De gebruiksaanwijzing van het reinigings- en desinfecteerapparaat strikt opvolgen.

2 Plaats de onderdelen zodanig dat alle ruimten binnen in de onderdelen helemaal schoon worden gespoeld en het water ongehinderd kan weglopen.

– Sluit slangen aan op passende mondstukken van het reinigings- en desinfecteerapparaat en plaats ze gelijkmatig verdeeld.

– Sluit het beademingsventiel (zonder kap en siliconen membraan) met een korte beademingsslang (een siliconen beademingsslang van 35 cm, bestelnr. 2165619) aan op een passend mondstuk van het reinigings- en desinfecteerapparaat.

3 Gebruik een geschikt reinigingsmiddel.

4 Kies een geschikt programma (bij voorkeur een programma voor anesthesie).

– De reiniging moet uitgevoerd worden bij een temperatuur van 40 °C tot 60 °C (104 °F tot 140 °F) gedurende minimaal 5 minuten.

– De thermische desinfectie moet uitgevoerd worden bij een temperatuur van 80 °C tot 95 °C (176 °F tot 203 °F) met een corresponderende contacttijd.

5 Voer de laatste spoelbeurt uit met gedeïoniseerd water.

6 Haal de onderdelen direct uit het reinigings- en desinfecteerapparaat.

7 Inspecteer de onderdelen op vuil en beschadigingen. Herhaal het programma indien nodig of voer een handmatige reiniging en desinfectie uit.

8 Laat de onderdelen goed drogen.

Visuele inspectie

Inspecteer alle onderdelen op beschadigingen en slijtage, zoals scheuren, broosheid, ernstige verharding en achtergebleven vuil.

Sterilisatie

Door de sterilisatie van semi-kritische medische apparaten worden eventueel aanwezige levende micro-organismen gedood en wordt het in de onderdelen achtergebleven water verwijderd.

Alleen gereinigde en gedesinfecteerde onderdelen steriliseren.

Gebruik een vacuüm-stoomsterilisator (conform DIN EN 285), bij voorkeur met een fractioneel vacuüm.

De aanbevolen sterilisatietemperatuur en -tijd is 134 °C gedurende 5 minuten.

LET OPOok accessoires die zijn ontworpen om opnieuw te worden gebruikt, hebben een beperkte levensduur. Behandeling en herbewerking kunnen de slijtage versnellen en de levensduur aanmerkelijk verkorten (resten van desinfectanten kunnen het materiaal bijv. intensiever aantasten tijdens behandeling in de autoclaaf). Bij zichtbare tekenen van slijtage, zoals scheuren, vervormingen, verkleuringen, afbladdering etc., moeten de desbetreffende accessoires worden vervangen.

LET OPGeen onderdelen in ethyleenoxide steriliseren.

Ethyleenoxide kan zich in de onderdelen verspreiden en gezondheidsschade veroorzaken.

Page 129: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 129

Reinigen, desinfecteren en steriliseren

Overzicht van voor recycling geschikte onderdelen

Geldig voor patiënten zonder infectiegevaar.

Het overzicht is slechts bedoeld als algemene richtlijn. De instructies van de verantwoordelijke ziekenhuishygiënist hebben prioriteit en moet door de gebruiker opgevolgd worden!

Onderdelen monteren

– Monteer de onderdelen weer, zie "Montage" op pagina 35 voor informatie.

– Sluit de voeding en de gastoevoer aan, zie "Montage" op pagina 35 voor informatie.

– Controleer of alles gereed is voor gebruik, zie "Voorbereiding" op pagina 51 voor informatie.

Voor herbewerking geschikte onderdelen

Aanbevolen herbewerkings-intervallen

Machinale reiniging en desinfectie

Handmatig SterilisatieReiniging Desinfectie

Oxylog 3000 plus-eenheid en O2-slangen

Per patiënt /indien verontreinigd

Nee Alleen de buitenkant

Alleen de buitenkant

Nee

Herbruikbaar beademingscircuit

Per patiënt /indien verontreinigd

Ja Mogelijk Mogelijk Ja

CO2-sensor Per patiënt /indien verontreinigd

Nee Alleen de buitenkant

Alleen de buitenkant

Nee

Herbruikbare cuvette van de CO2-sensor

Per patiënt /indien verontreinigd

Ja Ja Ja Ja

Testfilter voor de CO2-sensor

Indien verontreinigd

Nee Ja Ja Nee

Page 130: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

130 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten.

Page 131: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 131

Onderhoud

Onderhoud

Onderhoudsintervallen van de Oxylog 3000 plus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132

Definitie van onderhoudsconcepten . . . . . . . . 132

Inspectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133

Veiligheidscontroles. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133

Preventief onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . 134

Onderhoudsschema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134

Reparatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134

In geval van een storing in het beademingsapparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135

Page 132: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Onderhoud

132 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Onderhoudsintervallen van de Oxylog 3000 plus

Definitie van onderhoudsconcepten

In dit hoofdstuk worden de onderhoudsmaatregelen beschreven die vereist zijn om het medische apparaat correct te laten functioneren. Deze onderhoudsmaatregelen moeten door het verantwoordelijke personeel worden uitgevoerd.

Voer onderhoudsprocedures uit als er geen patiënt op het apparaat is aangesloten.

Houd een verslag bij van alle uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden.

m

LET OPLaat het onderhoud door opgeleid onderhoudspersoneel uitvoeren, om storingen in het apparaat te voorkomen.

WAARSCHUWINGInfectiegevaar

Gebruikers, onderhoudspersoneel en ervaren deskundigen kunnen met pathogene kiemen worden geïnfecteerd.

Desinfecteer en reinig het apparaat of onderdelen hiervan vóór elke onderhoudsmaatregel en voordat u het medische apparaat retour zendt voor reparatie.

WAARSCHUWINGRisico op elektrische schok

Onder de behuizing bevinden zich onderdelen die onder stroom staan.

– Verwijder de behuizing niet.

– Deze onderhoudsmaatregelen moeten door het verantwoordelijke personeel worden uitgevoerd. Dräger adviseert deze maatregelen door DrägerService uit te laten voeren.

Concept DefinitieOnderhoud Relevante maatregelen die bedoeld zijn om de functionele integriteit van

een medisch apparaat te behouden.

Inspectie Maatregelen die bedoeld zijn om de huidige staat van een medisch apparaat te bepalen en te beoordelen

Preventief onderhoud Herhaalde vastgestelde maatregelen die bedoeld zijn om de functionele integriteit van een medisch apparaat te behouden.

Reparatie Maatregelen die bedoeld zijn om de functionele integriteit van een medisch apparaat te herstellen na een storing in één van de apparaatfuncties

Page 133: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 133

Onderhoud

Inspectie

Voer regelmatig inspecties uit conform de volgende richtlijnen en binnen de gespecificeerde intervallen.

Veiligheidscontroles

Veiligheidscontroles zijn niet bedoeld ter vervanging van de preventieve onderhoudsmaatregelen (waaronder de preventieve vervanging van slijtende onderdelen) die worden voorgeschreven door de fabrikant.

Onderdelen van de inspectie

1 Controleer de bijgeleverde documenten:

– Gebruiksaanwijzing aanwezig.

2 Controleer, als het product gebruiksklaar is, of alle onderdelen en accessoires aanwezig zijn in overeenstemming met de geleverde gebruiksaanwijzing.

3 Controleer of de apparaatcombinatie in goede staat verkeert:

– Etiketten onbeschadigd en leesbaar.

– Geen schade.

4 Controleer de veiligheid van de elektriciteit:

– In overeenstemming met IEC 62353.

5 Controleer de veiligheidsfuncties:

– Goede werking van het veiligheidsventiel: max. druk 90 mbar.

– Goede werking van het noodluchtventiel.

– Goede werking van het netspanningsuitvalalarm.

– Bewaking van de voordruk.

– Controleer het alarm voor hoge beademingsdruk.

– Controleer het controlealarm van het beademingscircuit.

– Kijk of de lampjes van de stroomvoorziening goed werken.

6 Bij gebruik in een helikopter controleert u visueel de contactpunten naar de accu en vervangt u die indien nodig.

7 Voer een apparaatcontrole in overeenstemming met de gebruiksaanwijzing.

Controles Interval Verantwoordelijk personeelInspectie en veiligheidscontroles1) Om de 2 jaar Onderhoudspersoneel

1) De aanduiding is van toepassing op de Bondsrepubliek Duitsland en komt overeen met de "Wederkerende veiligheidsinspectie" in de Bondsrepubliek Oostenrijk.

WAARSCHUWINGRisico op onjuist functioneren van het medische apparaat

Als de veiligheidscontroles niet regelmatig worden uitgevoerd, kan dat schadelijk zijn voor de correcte werking van het medische apparaat.

Voer de veiligheidscontroles uit met de aangegeven intervallen.

Page 134: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Onderhoud

134 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Preventief onderhoud

Onderhoudsschema

Reparatie

Voor reparaties adviseert Dräger om een beroep te doen op DrägerService en alleen originele Dräger-onderdelen te gebruiken.

WAARSCHUWINGRisico op defecte onderdelen.

Slijtage en materiaalmoeheid van de onderdelen kunnen leiden tot apparaatstoringen.

Het apparaat moet met regelmatige intervallen worden onderworpen aan inspectie en preventief onderhoud om een juiste werking van alle onderdelen te waarborgen.

WAARSCHUWINGRisico op elektrische schok

Vooraleer u onderhoudswerkzaamheden uitvoert, koppelt u alle elektrische aansluitingen en gasaansluitingen los van de stroom- en gastoevoer.

Onderdeel Interval Activiteit Verantwoordelijk personeel

Stoffilter Om de 2 jaar Vervangen1) Onderhoudspersoneel

Interne oplaadbare accu

– Om de 2 jaar

– Als de accu niet meer gedurende de gespecificeerde bedrijfsduur geladen blijft2)

Vervangen Gebruikers

Apparaat Om de 2 jaar Inspectie en preventief onderhoud

Onderhoudspersoneel

1) Het stoffilter kan als huishoudelijk afval worden afgevoerd.2) Zie het hoofdstuk "Technische gegevens" voor de bedrijfstijd van de accu.

Page 135: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 135

Onderhoud

In geval van een storing in het beademingsapparaat

WAARSCHUWINGWerk nooit met een beademingsapparaat als het apparaat fysieke schade heeft opgelopen of niet goed lijkt te werken.

Laat in dit geval het onderhoud altijd over aan door de fabrikant opgeleid of bevoegd personeel.

Page 136: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

136 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten.

Page 137: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 137

Afvoeren

Afvoeren

Afvoeren van het medische apparaat . . . . . 138

Afvoerinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138

Verwijderen van het medische apparaat en de voedingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138Afvoeren van batterijen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 138Verwijderen van de beademingscircuits en de CO2-cuvettes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138

Page 138: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Afvoeren

138 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Afvoeren van het medische apparaat

Bij het afvoeren van het medische apparaat dient u:

Laat het medische apparaat op de juiste manier afvoeren door het verantwoordelijke afvalverwerkingsbedrijf.

de toepasselijke plaatselijke wetten en voorschriften in acht te nemen.

Voor landen waar EG-richtlijn 2002/96/EG geldt

Dit apparaat voldoet aan de eisen die zijn vastgelegd in EG-richtlijn 2002/96/EG (WEEE). Volgens de registratie overeenkomstig deze richtlijn mag het apparaat niet naar gemeentelijke inzamelpunten Dräger heeft een firma gemachtigd om dit apparaat in te zamelen en af te voeren. Bezoek de website van Dräger in het internet (www.draeger.com) om inzameling te initiëren of voor meer informatie. Gebruik de zoekfunctie en het trefwoord "WEEE" om de relevante informatie te zoeken. Wanneer u geen toegang heeft tot de Dräger-website, kunt u contact opnemen met de lokale Dräger-organisatie.

Afvoerinstructies

Verwijderen van het medische apparaat en de voedingen

Bij het afvoeren van het medische product dient u:

– Neem contact op met het verantwoordelijke afvalverwerkingsbedrijf, zodat het product op vakkundige wijze kan worden afgevoerd.

de toepasselijke plaatselijke wetten en voorschriften in acht te nemen.

Afvoeren van batterijen

Laad de batterijen niet op.

De accu van het medische apparaat bevat schadelijke stoffen.

Neem de toepasselijke wetten en voorschriften voor het afvoeren van batterijen/accu's in acht.

Verwijderen van de beademingscircuits en de CO2-cuvettes

Volg altijd de lokale regelgevingen met betrekking tot het afvoeren van de beademingscircuits en CO2-cuvettes in overeenstemming met de toepasselijke standaarden van het ziekenhuis.WAARSCHUWING

Risico van ontploffing en chemische brandwonden.

Onjuist gebruik van batterijen/accu's kan ontploffingen en chemische brandwonden tot gevolg hebben.

Gooi batterijen/accu's niet in open vuur. Maak batterijen/accu's niet met geweld open.

Page 139: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 139

Technische gegevens

Technische gegevens

Omgevingscondities . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140

Tijdens gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140Tijdens opslag en transport . . . . . . . . . . . . . . 140

Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142

Prestatiekenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143

Weergave van meetwaarden en curven . . . 145

Ademwegdrukmeting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145Flowmeting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145CO2-meting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145Frequentiemeting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145Curveweergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145

Bewaking. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146

Expiratoir minuutvolume MVe. . . . . . . . . . . . . 146Ademwegdruk, Paw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146Apnoealarmtijd Tapnoe. . . . . . . . . . . . . . . . . . 146Apnoe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146Frequentie, RRsp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146Lekkage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146Datacommunicatie (optie). . . . . . . . . . . . . . . . 147

Bedrijfswaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147

Voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147Gastoevoer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149

Specificaties van het apparaat . . . . . . . . . . 149

Gebruikte materialen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151

EMC-verklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152

Algemene informatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152Elektromagnetische omgeving . . . . . . . . . . . . 153Aanbevolen separatie afstanden tot draadloze communicatieapparatuur . . . . . . . . 154

Page 140: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Technische gegevens

140 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

WAARSCHUWINGGebruik het apparaat niet buiten de aangegeven omgevings- en voedingsomstandigheden, aangezien het apparaat dan mogelijk niet volgens de specificaties zal werken en onbruikbaar kan worden.

Omgevingscondities

Tijdens gebruikTemperatuur –20 tot +50 °COmgevingsdruk 570 tot 1200 hPaOmgevingsdruk voor CO2-sensor

570 tot 1100 hPa

Automatische compensatie van de atmosferische druk binnen dit drukbereikHoogte tot 4600 mOmgevingsdruk voor AC/DC-voeding

700 tot 1200 hPa

Temperatuur 0 tot 50 °CHoogte tot 3000 mRelatieve vochtigheid

5 tot 95 % (zonder condensatie)

Tijdens opslag en transportBeademingsapparaat zonder vervangbare accu, met herbruikbaar beademingscircuit

Temperatuur –40 tot +75 °COmgevingsdruk 570 tot 1200 hPaOmgevingsdruk voor CO2-sensor

115 tot 1100 hPa

Relatieve vochtigheid

5 tot 95 % (zonder condensatie)

Benodigde tijd vanaf de maximale/ minimale opslag-temperatuur tot het bereiken van de bedrijfsomstandig-heden

60 minuten

Page 141: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 141

Technische gegevens

Beademingscircuits voor volwassenen en kinderen, voor éénmalig gebruik

Temperatuur –20 tot +50 °COmgevingsdruk 570 tot 1200 hPaRelatieve vochtigheid

5 tot 95 % (zonder condensatie)

Vervangbare accuTemperatuur –20 tot +50 °C

(gewenste temperatuur voor langdurige opslag <30 °C)Omgevingsdruk 570 tot 1200 hPaRelatieve vochtigheid

5 tot 95 % (zonder condensatie)

Page 142: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Technische gegevens

142 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Instellingen

Beademingsmodi VC-CMV, VC-AC, VC-SIMV, VC-SIMV/PS, Spn-CPAP, Spn-CPAP/PS, PC-BIPAP, PC-BIPAP/PSOptioneel: AutoFlow voor VC-CMV, VC-AC en VC-SIMV (/PS)

Beademingsfrequentie RR 2 tot 60/min. (VC-SIMV, PC-BIPAP)5 tot 60/min (VC-CMV, VC-AC)12 to 60/min. voor apnoebeademing

Inspiratie/expiratie-ratio I:E 1:100 tot 50:1

Inspiratietijd Ti 0,2 tot 10 s

Ademvolume VT 0,05 tot 2,0 L, BTPSMeetwaarden verwijzen naar de conditie van de longen van de patiënt, lichaamstemperatuur 37 °C, beademingsdruk, met waterdamp verzadigd gas.

Nauwkeurigheid van de instelling

±15 % van de ingestelde waarde of ±25 mL, afhankelijk van welke waarde groter is(beademingsslang voor volwassenen).

±15 % van de ingestelde waarde of ±15 mL, afhankelijk van welke waarde groter is(beademingsslang voor kinderen).

Inspiratiedruk Pinsp PEEP +3 tot +55 mbar

O2-concentratie 40 tot 100 Vol%Nauwkeurigheid van de instelling

±10 Vol%. De actuele waarde hangt af van de inspiratoire flow1) en de gemiddelde ademwegdruk.

Positieve eind-expiratoire druk PEEP 0 tot 20 mbar, geen negatieve druk

Triggergevoeligheid (flowtrigger) 1 tot 15 L/min.

Page 143: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 143

Technische gegevens

Drukondersteuning Psupp 0 tot 35 mbar (ten opzichte van PEEP)Drukopbouwtijd voor drukonder-steuning

langzaam (1 s), standaard (0,4 s), snel

Beëindiging van drukondersteunde ademslagen, als percentage van de inspiratoire piekflow (PIF)(Insp.beëind.%PIF)

5 tot 50 %

Bereik van de alarmgrenzenAlarm Bereik van de alarmgrenzenMVe 2 tot 41 L/min.MVe 0,5 tot 40 L/min.RRsp 10 tot 100/min.etCO2 1 tot 100 mmHg / 0,1 tot 13,3 kPa / 0,1 tot 13,3 Vol%etCO2 0 tot 100 mmHg / 0 tot 13,3 kPa / 0 tot 13,3 Vol%

1) Zie O2-concentratie, pagina 78.

Prestatiekenmerken

Besturingsprincipe Tijdgestuurd, volumeconstant, drukgestuurd

Maximale inspiratoire flow 100 L/min.1)

Compliance van het apparaatmet beademings-slang voor volwassenen,1,5 m

<1 mL/mbar

met beademings-slang voor volwas-senen, 3 m

<2 mL/mbar

met beademingsslang voor kinderen, 1,9 m

<0,7 mL/mbar

Inspiratoire en expiratoire apparaatweerstand met beademingscircuit voor volwassenen

<6 mbar bij 60 L/min

<4 mbar bij 30 L/min<2 mbar bij 5 L/min

Inspiratoire en expiratoire apparaatweerstand met beademingscircuit voor volwassenen

<5 mbar bij 30 L/min.

<2 mbar bij 5 L/min

Page 144: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Technische gegevens

144 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Nominale flow Voor éénmalig gebruik beademingscircuit voor volwassenen, 1,5 m

Inspiratoir 21 L/min. bij 2 mbarExpiratoir 10 L/min. bij 2 mbar

Voor éénmalig gebruik beademingscircuit voor volwassenen, 3,0 m

Inspiratoir 20 L/min. bij 2 mbarExpiratoir 10 L/min. bij 2 mbar

Herbruikbaar beademingscircuit voor volwassenen, 1,5 m

Inspiratoir 22 L/min. bij 2 mbarExpiratoir 16 L/min. bij 2 mbar

Herbruikbaar beademingscircuit voor volwassenen, 3,0 m

Inspiratoir 21 L/min. bij 2 mbarExpiratoir 15 L/min. bij 2 mbar

Voor éénmalig gebruik beademingscircuit voor kinderen

Inspiratoir 12 L/min. bij 2 mbarExpiratoir 7 L/min. bij 2 mbar

Dode ruimte inclusief flowsensor maar exclusief accessoires zoals filters, HME’s en and CO2-cuvette

Ongeveer 35 mL2)

(herbruikbaar beademingscircuit voor volwassenen)Ongeveer 30 mL2)

(voor éénmalig gebruik beademingscircuit voor volwassenen)Ongeveer 15 mL2)

(voor éénmalig gebruik beademingscircuit voor kinderen)

Dode ruimte van CO2-cuvette

Ongeveer 4 mL (CO2-cuvette)Ongeveer 1,5 mL (CO2-cuvette voor kinderen)

Extra functiesAanzuigventiel Opent het beademingssysteem na storing in de

gastoevoer, staat spontane ademhaling toe met omgevingslucht.

Overdrukventiel Opent het beademingssysteem in geval van een storing van het apparaat bij ongeveer 80 mbar.

Verbinding met de patiënt 22 mm conische ISO-aansluiting1) Bij een toevoerdruk >350 kPa.

De maximale inspiratoire flow wordt teruggebracht tot 80 L/min bij een toevoerdruk <350 kPa en tot 39 L/min bij een toevoerdruk <280 kPa.

2) Als u een accessoire met een female aansluiting gebruikt, voegt u 2 mL aan de dode ruimte van het beademingscircuit toe.

Page 145: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 145

Technische gegevens

Weergave van meetwaarden en curven

AdemwegdrukmetingBereik 0 tot 100 mbarResolutie 1 mbarNauwkeurigheid ±(2 mbar + 2 % van de meetwaarde)

FlowmetingMinuutvolume MVe

Bereik 0 tot 99 L/min., BTPSResolutie 0,1 L/minNauwkeurigheid ±15 % van de meetwaarde of ±0,4 L/min.,

afhankelijk van welke waarde groter is.

Slagvolume VTeBereik 0 tot 5000 mL, BTPSResolutie 1 mLNauwkeurigheid ±15 % van de meetwaarde of ±20 mL, afhankelijk

van welke waarde groter is (beademingsslang voor volwassenen)

±15 % van de meetwaarde of ±15 mL, afhankelijk van welke waarde groter is (beademingsslang voor kinderen)

CO2-metingBereik 0 tot 120 mmHg / 0 tot 15,8 Vol% / 0 tot 16,0 kPaResolutie 1 mmHg / 0,1 Vol% / 0,1 kPaTotale responstijd van het systeem

200 ms

FrequentiemetingBereik 0 tot 99/minResolutie 1 /minNauwkeurigheid ±1 /min

CurveweergaveAdemwegdruk Paw (t) –10 tot 100 mbarFlow (t) –120 tot 120 L/min.CO2 –5 tot 120 mmHg / –1 tot 16 Vol% / –1 tot 16 kPa

Page 146: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Technische gegevens

146 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Bewaking

Expiratoir minuutvolume MVeAlarm, alarmbovengrens Als de alarmbovengrens wordt overschreden.

Instellingenbereik 2 tot 41 L/min.Alarm, alarmondergrens Als de alarmondergrens wordt overschreden.

Instellingenbereik 0,5 tot 40 L/min.

Ademwegdruk, PawAlarm, alarmbovengrens Als de Pmax-waarde wordt overschreden.

Instellingenbereik 20 tot 60 mbarAlarm, alarmondergrens Als het drukverschil tussen de inspiratoire en

expiratoire fasen gedurende minstens 20 seconden minder is dan 5 mbar.Of Als de ingestelde drukwaarde niet binnen 10 seconden wordt bereikt.

Apnoealarmtijd TapnoeAlarm Als er niet langer respiratoire activiteit wordt

waargenomen.Instellingenbereik 15 tot 60 s

ApnoeAlarm Als er gedurende >12 seconden geen wijziging in de

respiratiefase werden waargenomen en Tapnoe uit staat.

Frequentie, RRspAlarm, alarmbovengrens > 25 seconden boven de ingestelde waarde

Instellingenbereik 10 tot 100/mi.n

LekkageAlarm Alleen met NIV uit in VC-modi:

Als VTe in de laatste 25 seconden of 8 ademhalingscycli <60 % van VTi bedraagt

Page 147: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 147

Technische gegevens

Datacommunicatie (optie)Geëxporteerde gegevens Meetwaarden

CurvenAlarmenAlarminstellingenGebruikersinstellingenNeem contact op met uw plaatselijke DrägerService voor het datacommunicatieprotocol.

Baudsnelheid 19200Databits 8Pariteit GelijkStopbit 1

Bedrijfswaarden

VoedingVoeding

Oxylog 3000 plusIngangsspanning

24 V ±6 VDC

Voedingen (AC/DC-voeding en DC/DC-convertor) worden als onderdeel van de Oxylog 3000 plus gespecificeerd.

StroomverbruikTijdens opladen accu maximaal 2,4 A bij 19 V DCBedrijfstijd met een nieuwe en volledig opgeladen accu zonder netvoeding– bij normale beademing

zonder CO2-sensor, verminderde helderheid van het scherm

– bij normale beademing

Ca. 9,5 uur

Ca. 7,5 uurType accu Lithium-ion accuOplaadtijd Ca. 4 uur

De aangegeven oplaadtijd is van toepassing als een lege accu weer wordt opgeladen tot een niveau van ongeveer 90 %. Het opladen van een volledig lege accu is alleen mogelijk als het beademingsapparaat is uitgeschakeld.

Page 148: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Technische gegevens

148 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Toegestane omgevingstemperatuur tijdens het opladen

0 °C tot 35 °C

Indicatie van het accuvermogen In stappen van 25 %

Nauwkeurigheid van de vermogenindicatie De accu bepaalt zelf het aangegeven vermogen. De nauwkeurigheid is afhankelijk van het type en de fabrikant en kan bij veelvuldig gedeeltelijk ontladen en tijdens bedrijf onder extreme temperaturen afnemen. De toestand van de interne accu wordt alleen hersteld als deze volledig wordt ontladen en opnieuw opgeladen bij een kamertemperatuur van 25 °C.Bijgevolg zijn de criteria voor alarmberichten !!! Interne accu leeg en !! Interne accu laden afgeleid van de meting van de accuspanning. Het op dit moment aangegeven vermogen kan verschillen van het werkelijke vermogen van de interne accu.

Opslagduur van de accu Verwijder de interne accu voor opslag altijd uit het beademingsapparaat en laad de accu uiterlijk na 12 maanden volledig op (bv. in het externe acculaadstation). Om de ideale oplaadcapaciteit te behouden, moet de accu met een lading van 40 tot 50 % worden opgeslagen.

AC/DC-voeding Beschermingsklasse (zoals gedefinieerd in IEC 60601-1)

Klasse II

Beschermingsgraad IP22Ingang 100 tot 240 V~ / 50 tot 60 Hz / 1,0 AUitgang 19 V ±0,5 V /

4,47 A (–20 °C tot 40 °C) /3,5 A (40 °C tot 50 °C)Als u het beademingssysteem van de netvoeding wilt loskoppelen, trekt u het netsnoer uit het stopcontact.Het beoogde gebruik van de AC/DC-voeding betreft stationaire situaties (bijvoorbeeld in ziekenhuizen of brandweerkazernes).

DC/DC-converter Beschermingsklasse IP42Temperatuurbereik –20 °C tot +50 °CIngang 12 / 24 / 28 VDC; 5 A / 2,5 A / 2,1 AUitgang 19 V ±0,5 V / 2,6 A

Het beoogde gebruik van de DC/DC-converters betreft gebruik in voertuigen.

Page 149: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 149

Technische gegevens

Gastoevoer Vanuit een centraal gastoevoersysteem of vanuit een O2-cilinder.

Toevoerdruk O2 270 kPa tot 600 kPa bij 100 L/min.Toevoergas Medische zuurstofAansluiting voor O2-toevoer

Kan zijn: NIST1) volgens EN 739 / ISO5359, ofDISS2) volgens CGA V5-1989, ofN-F3) S90-116WAARSCHUWING

Gebruik alleen medische zuurstof.

Gascilinders en reduceerventielen

WAARSCHUWING

Gebruik alleen goedgekeurde persgascilinders en reduceerventielen die aan alle van toepassing zijnde voorschriften voldoen.

Reduceerventiel Moet een overdrukventiel aan de uitgangszijde hebben om in geval van een fout de uitgangsdruk tot ongeveer 1000 kPa te beperken.

Gasverbruik voor interne besturing

Gemiddeld 0,5 L/min

Nauwkeurigheid van indicatie gasverbruik

15 % of ±1 L/min., afhankelijk van welke waarde groter is.

1) NIST = Non-Interchangeable Screw-Threaded (onderling niet-verwisselbare schroefdraadaansluiting)2) DISS = Diameter Index Safety Systems (diameterindex veiligheidssystemen)3) N-F = Norme française (Franse norm)

Specificaties van het apparaat

Geluidsdruk bij normale beademing <45 dB (A) op een afstand van 1 m.Geluidsdruk van alarmsignalen 52 tot 67 dB (A) op een afstand van 1 m.

Afmetingen (B x H x D)Basiseenheid 294 × 188 × 179 mm (zonder handvat en

beschermbeugel)Beschermbeugel 75 mm (extra naast de breedte van de

basiseenheid)AC/DC-voeding 150 × 37 × 64 mmDC/DC-converter 160 × 35 × 60 mm

GewichtBasisapparaat zonder interne accu

Ongeveer 5,3 kg

Basisapparaat met interne accu

Ongeveer 5,8 kg

AC/DC-voeding Ongeveer 0,6 kg

Page 150: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Technische gegevens

150 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

DC/DC-converter Ongeveer 0,6 kgZwaartepunt (basiseenheid)

Breedte vanaf de linkerzijde 152 mmHoogte vanaf de onderzijde 83 mmDiepte vanaf de achterzijde 82 mm

DisplayTechnologie Elektroluminescentie (EL)Pixels 240 x 128Zichtbaar gebied 108 x 56 mm

Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Voldoet aan IEC 60601-1-2, EN 794-3 (36,101), ISO 10651-3 (36,202,2,1) en VN-voorschrift nr. 10 (voor de stroomvoorzieningseenheid), betreffende EMC voor gebruik in motorvoertuigen, equivalent aan richtlijn 2004/104/EG van de Europese Commissie.

Voldoet aan RTCA DO-160 betreffende EMC voor gebruik in vliegtuigen en helikopters.

Classificatieovereenkomstig richtlijn 93/42/EEG

Klasse IIb

UMDNS-codeUniversal Medical Device Nomenclature System (universeel systeem voor nomenclatuur van medische apparatuur)

18 – 098

Beschermingsklasse, beademingscircuits (voor éénmalig gebruik of herbruikbaar), inclusief CO2-sensor, endotracheale slangen of maskers

Type BF (body floating, bestand tegen defibrillatie)

Beschermingsklasse tegen binnendringende vloeistoffen

IPX4, apparaat is bestand tegen spatten vanuit alle richtingen

Beschermingsklasse van de CO2-sensor IP64Hersteltijd defibrillatie 0 s

Page 151: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 151

Technische gegevens

Gebruikte materialen

Behuizing, Oxylog 3000 plus Acrylonitrilstyreenacrylaat/polycarbonaat (ASA/PC)

Thermoplastische copolyesterelastomeer (TPC)Behuizing, AC/DC-voeding Polycarbonaat (PC)Behuizing, DC/DC-converter Polycarbonaat (PC)Tiptoetsenpaneel op beademingsapparaat Polyesterfolie

OPMERKING

Alle Dräger-beademingsslangen worden zonder natuurlijk rubberen latex geproduceerd.

Herbruikbaar beademingscircuit voor volwassenenBeademingsslang, flowmeetslangen

Siliconenrubber

Behuizing van flowsensor, beademingsventiel

Polysulfon (PSU)

Vaan in flowsensor Roestvrij staalDiafragma's in het beademingsventiel

Siliconenrubber

Beademingscircuit voor éénmalig gebruik voor volwassenen

Beademingsslang Polyethyleen (PE)Terugslagventiel Polypropyleen (PP), siliconenrubberBeademingsventiel Polypropyleen (PP), siliconenrubberBehuizing flowsensor Polymethylmethacrylaat (PMMA)Vaan in flowsensor PolyesterVerbinding met de patiënt Polyethyleen (PE), Polypropyleen (PP), K-Resin®,

Thermoplastische elastomeer (TPE)

Beademingscircuit voor éénmalig gebruik voor kinderenBeademingsslang Ethyleenvinylacetaat (EVA)Terugslagventiel Behuizing: Polypropyleen (PP)

Membraan: siliconenrubberBeademingsventiel Behuizing: Polypropyleen (PP)

Membraan: siliconenrubberBehuizing flowsensor Methacrylaat-acrylonitrilbutadieenstyreen (MABS)Verbinding met de patiënt Polycarbonaat (PC)

Page 152: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Technische gegevens

152 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

EMC-verklaring

Algemene informatie

De EMC-conformiteit van de Oxylog 3000 plus omvat het gebruik van de volgende externe kabels, converters en accessoires:

– AC/DC-voeding

– DC/DC-converter

– universele wandhouder

– Apparatuurhouder

– draagtas

– Quick Power Connector

– draagsysteem

– CO2-sensor

– CO2-verlengkabel

– datacommunicatiekabel

Dit apparaat is getest op elektromagnetische compatibiliteit met gebruik van accessoires uit de accessoirelijst. Andere accessoires mogen alleen worden toegepast, indien deze de elektromagnetische compatibiliteit niet in gevaar brengen. Het gebruik van niet-conforme accessoires kan resulteren in verhoogde elektromagnetische emissies of in een verminderde elektromagnetische immuniteit van het apparaat.

Dit apparaat mag alleen worden gebruikt in de directe nabijheid van andere apparaten, indien Dräger deze apparaatopstelling heeft goedgekeurd. Als door Dräger geen goedkeuring is verleend, dient eerst te worden gewaarborgd dat dit apparaat in de gewenste opstelling naar behoren werkt. De gebruiksaanwijzingen voor de andere apparaten moeten worden opgevolgd.

Y-stuk Polycarbonaat (PC)Vaan in flowsensor Polyethyleentereftalaat (PET)Connectors Polypropyleen (PP) en polycarbonaat (PC)

CO2-sensorBehuizing PolysulfonKabel Polyurethaan

CO2-cuvetteVoor éénmalig gebruik K-Resin® SBCHerbruikbaar Polysulfon (PSU) met saffieren vensters

Page 153: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 153

Technische gegevens

Elektromagnetische omgeving

Dit apparaat mag alleen gebruikt worden in omgevingen, zoals gespecificeerd in de paragraaf "Gebruiksomgeving" op pagina 14.

Emissie NalevingUitgestraalde emissies Klasse B, groep 1 (30 MHz tot 1 GHz)

Geleide emissies Klasse B, groep 1 (150 kHz tot 30 MHz)

Harmonische emissie (IEC 61000-3-2) Klasse A

Spanningsfluctuaties/-flikkeringen (IEC 61000-3-3) Voldaan

Immuniteit tegen Testniveau en vereiste elektromagnetische omgeving

Elektrostatische ontlading (ESD) (IEC 61000-4-2) Ontlading bij contact: ±8 kV

Ontlading in lucht: ±15 kV

Snelle elektrische transiënten (bursts)(IEC 61000-4-4)

Netsnoer: ±2 kV

Langere signaalingangs-/uitgangsleidingen: ±1 kV

Impulsspanningen (spanningspieken)(IEC 61000-4-5)

Spanning, externe geleider – externe geleider: ±1 kV

Spanning, externe geleider – geaarde geleider: ±2 kV

Magnetische velden bij netfrequentie (IEC 61000-4-8)

50 Hz: 30 A/m

Spanningsdalingen en korte onderbrekingen in de voedingsspanning (IEC 61000-4-11)

Spanningsdalingen van 30 % tot 100 %, 8.3 ms tot 5 s, verschillende fasehoeken

Uitgestraalde hoogfrequente storingen (IEC 61000-4-3)

26 MHz tot 1 GHz: 30 V/m (ISO 10651-3)80 MHz tot 2 GHz: 10 V/m (EN 794-3)80 MHz tot 2,7 GHz: 3 V/m

Geleide hoogfrequente storingen (IEC 61000-4-6) 150 kHz tot 80 MHz: 3 V, ISM-banden: 6 V

Elektromagnetische velden in de nabijheid van draadloze communicatieapparatuur

Uiteenlopende frequenties van 385 MHz tot 5785 MHz: 9 V/m tot 28 V/m

Page 154: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Technische gegevens

154 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Aanbevolen separatie afstanden tot draadloze communicatieapparatuur

WAARSCHUWINGGevaar door elektromagnetische storing

Draadloze communicatieapparatuur (bijv. mobiele telefoons) en medisch-elektrische apparatuur (bijv. defibrillators, elektro-chirur-gische apparaten) zenden elektromagnetische straling uit. Als dergelijke apparatuur in te dichte nabijheid van dit apparaat of zijn beka-beling wordt gebruikt, kan de functionele inte-griteit van het apparaat door elektromagnetische storing worden aange-tast. De patiënt kan daardoor in gevaar wor-den gebracht.

Houd een afstand van ten minste 0,3 m (1,0 ft) vrij tussen dit apparaat en draadloze commu-nicatieapparatuur, om de essentiële werking van het apparaat te waarborgen.

Houd een adequate afstand vrij tussen dit apparaat en overige medisch-elektrische apparatuur.

Page 155: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 155

Beschrijving

Beschrijving

Beademingsmodi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156

VC-CMV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156VC-AC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156VC-SIMV. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157PS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158PC-BIPAP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159

AutoFlow . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160

Opstartgedrag bij AutoFlow . . . . . . . . . . . . . . 161

Dode ruimte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162

De cyclustijd, inspiratietijd en expiratietijd bepalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162

Functiebeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163

Gastoevoer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163Inspiratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163Expiratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164Software . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164Bewaking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164CO2-meting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164

Page 156: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Beschrijving

156 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Beademingsmodi

VC-CMV

Volume Controlled –Controlled Mandatory Ventilation

In deze modus wordt er alleen volumegestuurde, volledig mechanische beademing aan de patiënt toegediend. De instellingen voor het slagvolume VT, de beademingsfrequentie RR, de inspiratie/expiratie-ratio I:E of de inspiratietijd Ti en PEEP bepalen het beademingspatroon.

Aan het einde van de flowfase blijft het expiratieventiel gesloten tot het einde van de inspiratietijd. Deze fase, de inspiratoire pauze, kan worden aangeduid als de plateautijd Tplat en wordt gedefinieerd als een percentage van de inspiratietijd.

VC-AC

Volume Controlled – Assist Control

Ondersteunde beademing met continue positieve ademwegdruk.

VC-AC geeft volumegestuurde beademing. Deze beademing kan worden gesynchroniseerd met de spontane ademhaling van de patiënt. Het volledig mechanische beademingspatroon wordt gespecificeerd als VC-CMV, maar de continue volledig mechanische beademing begint als de patiënt een inspiratieflow bereikt die ten minste gelijk is aan de ingestelde flowtrigger.

De werkelijke ademfrequentie kan hoger zijn dan de ingestelde ademfrequentie.

041

Paw

Flow

Ti Te

T=

Pplat

1

t

t

PEEP

zonder plateaumet plateau

RR

Tplat%

Page 157: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 157

Beschrijving

VC-SIMV

Volume Controlled – Synchronized Intermittent Mandatory Ventilation (mengvorm van mechanische beademing (volumegestuurd) en spontane ademhaling)

VC-SIMV is een mengvorm van mechanische beademing en spontane ademhaling. Met VC-SIMV kan de patiënt spontaan ademhalen, terwijl de volledig mechanische beademingsslagen en voor een minimumbeademing zorgen. De minimale beademing wordt gestuurd door de twee ingestelde waarden van het slagvolume VT en de beademingsfrequentie RR, en wordt bepaald aan de hand van het product van VT x RR.

Het volledig mechanische beademingspatroon komt tot stand op basis van de beademingsparameters van het slagvolume VT, de beademingsfrequentie RR, de inspiratie/expiratie-ratio I:E of de inspiratietijd Ti en de plateautijd Tplat. Om te voorkomen dat de volledig mechanische beademing tijdens spontane expiratie wordt toegepast, zorgt de flowtrigger van het beademingsapparaat ervoor dat de beademing synchroon met de spontane inspiratie van de patiënt wordt getriggerd binnen een vast tijdsvenster tijdens de expiratie.

Het triggervenster bedraagt 5 seconden. Als de expiratietijd korter is dan 5 seconden, dekt het venster de hele expiratietijd, verminderd met een minimale expiratietijd van 500 ms.

Omdat de synchronisatie van de volledig mechanische beademing de spontane ademhalingstijd verkort, wat tot een ongewenste toename van de ademfrequentie zou kunnen leiden, verlengt de Oxylog 3000 plus de spontane ademhalingstijd van de daarop volgende beademingsslag met het verschil T en voorkomt zo een toename van de SIMV-frequentie. De beademingsfrequentie RR blijft constant.

De beademingsfrequentie RR en het slagvolume VT bepalen de minimale beademing –, zoals bij VC-CMV en VC-AC.

Tijdens de spontane ademhalingsfasen kan de patiënt worden geholpen met druk van de PS-drukondersteuning.

Algemeen gesproken, wordt het aantal volledig machinale beademingsslagen beperkt naarmate de patiënt van de beademing wordt gehaald. Hierdoor neemt de spontane ademhalingstijd toe, zodat het vereiste totale minuutvolume MV steeds meer van spontane ademhaling afkomstig is.

042

Paw

PEEPt

Spontane ademhalingstijd

Spontane ademhalingstijd +

T

Trigger-venster

Niet-gesynchroniseerde machinale beademingsslag

Ti

Ingestelde machinale cyclustijd Ingestelde machinale

cyclustijd1

RR 1RR

Gesynchroniseerde machinale beademingsslag

Page 158: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Beschrijving

158 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

PS

Pressure Support (Drukondersteuning)

Drukondersteuning voor onvoldoende spontane ademhaling.

PS kan worden gebruikt in combinatie met VC-SIMV, PC-BIPAP en Spn-CPAP. Met PS ondersteunt het apparaat de inademing. De patiënt heeft controle over de spontane ademfrequentie. Tijdens PS-ademhalingsslagen krijgt de spontaan ademhalende patiënt beademingsgas, zelfs bij een zwakke inspiratie-inspanning.

De drukondersteuning start als de spontane inspiratieflow de ingestelde waarde van de flowtrigger bereikt. Vervolgens genereert het apparaat een druktoename tot de vooraf gekozen druk Psupp boven PEEP, die aan de toestand van de patiënt kan worden aangepast.

Er zijn drie instellingen voor de snelheid van de drukverhoging (steilheid):

– Steile helling: De druk stijgt snel, wat betekent dat de Oxylog 3000 plus de spontane ademhaling met een hoge beginflow ondersteunt.

– Vlakke helling: De druk stijgt traag, wat betekent dat de Oxylog 3000 plus de spontane ademhaling met een lage beginflow ondersteunt. In dat geval is een grotere inspiratoire inspanning van de patiënt vereist.

– Matig steile helling: Het is ook mogelijk een instelling te kiezen die tussen een hoge en een lage beginflow ligt.

De helling en de Psupp boven PEEP en de eigen ademhalingsactiviteit van de patiënt bepalen de inspiratieflow.

PS wordt beëindigd in de volgende gevallen:

– Als na 100 ms de inspiratieflow onder het ingestelde criterium voor inspiratiebeëindiging als percentage van de inspiratoire piekflow (Insp.term.%PIF) valt (en dus Psupp above PEEP wordt bereikt), of

– Na 4 seconden als aan het voorgaande criterium niet is voldaan.

043

FaseI II

Paw

Insp. Flow

t

t

CPAP

Begin van inspiratie

max. 4 s

Einde van inspiratie

Inspiratie-beëindiging %PIF

PPS

DPSboven PEEP

Page 159: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 159

Beschrijving

PC-BIPAP

Pressure Controlled – Biphasic Positive Airway Pressure

De PC-BIPAP-beademingsmodus is een drukgestuurde/tijdgestuurde beademingsmodus, waarbij de patiënt altijd spontaan kan ademen. PC-BIPAP kan daarom ook worden beschreven als een tijdgestuurde overgang tussen twee CPAP-niveaus.

De mogelijkheid van een voortdurende spontane ademhaling maakt het mogelijk om een vloeiende overgang van gestuurde beademing naar volledig spontane ademhaling te verkrijgen tijdens de ontwenningsfase, zonder dat de beademingsmodus hoeft te worden gewijzigd. Voor een goede aanpassing aan het spontane ademhalingsgedrag van de patiënt, wordt de overgang van het inspiratoire drukniveau naar het expiratoire drukniveau en omgekeerd gesynchroniseerd met de spontane ademhaling van de patiënt.

De snelheid van de overgang wordt constant gehouden, zelfs als de synchronisatie via een triggervenster verloopt. Door deze geleidelijke aanpassing aan de spontane ademhaling van de patiënt, is er minder sedatie nodig. Dit betekent dat de patiënt sneller overschakelt op spontane ademhaling.

Net als bij alle drukgestuurde beademingsmodi wordt de patiënt niet op een vast slagvolume VT ingesteld. Het slagvolume VT wordt voornamelijk bepaald door het drukverschil tussen PEEP en Pinsp en de longcompliantie. Een vergroting van het drukverschil veroorzaakt een groter slagvolume VT.

Voor het instellen van het noodzakelijke verschil tussen PEEP en Pinsp moet het gemeten expiratoire slagvolume VTe worden gebruikt.

Door veranderingen in de longcompliantie en in de ademwegen en ook door het actieve ‘tegenademen’ van de patiënt kan het slagvolume wijzigen. Dat is een gewenst effect in deze beademingsmodus. Omdat het slagvolume VT en het daaruit voortvloeiende minuutvolume MV niet constant zijn, moeten de alarmgrenzen voor het minuutvolume MVe zorgvuldig worden ingesteld.

PC-BIPAP instellen

Net als bij VC-SIMV wordt het tijdspatroon ingesteld met de parameters van de standaardinstellingen van de beademingsfrequentie RR en de inspiratie/expiratie-ratio I:E of inspiratietijd Ti.

Het onderste drukniveau wordt met PEEP ingesteld, het bovenste drukniveau met Pinsp.

Als er wordt overgeschakeld van VC-SIMV naar PC-BIPAP, blijft het tijdpatroon onveranderd, maar Pinsp moet wel worden ingesteld.

0313

7171

Paw

PEEP

tTrigger-venster

Spontane ademhaling

Machinale BIPAP-beademingsslag

Gesynchroniseerde BIPAP-beademingsslag

Ti

RR1

Pinsp-helling

0313

7171

Paw

PEEP

tTrigger-venster

Spontane ademhaling

Machinale BIPAP-beademingsslag

Gesynchroniseerde BIPAP-beademingsslag

Ti

RR1

Pinsp-helling

Page 160: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Beschrijving

160 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

De steilheid van de druktoename van het lage naar het hoge drukniveau wordt met de instelling Steilheid geregeld.

Gedurende de onderste drukniveaufase kan de spontane ademhaling met PS-drukondersteuning worden ondersteund. De steilheid van de druktoename naar Psupp boven PEEP wordt eveneens met de instelling Steilheid geregeld.

De ontwenningsfase van gestuurde beademing naar volledig spontane ademhaling wordt bereikt door het stapsgewijs reduceren van de inspiratiedruk Pinsp en/of de beademingsfrequentie RR.

AutoFlow

AutoFlow (AF) dient het ingestelde slagvolume VT toe met behulp van een vertragend flowpatroon om de laagst mogelijke piekdruk in de ademwegen te bereiken. De Oxylog 3000 plus bepaalt welke druk is vereist om het ingestelde slagvolume VT te kunnen toedienen op basis van longfunctie-eigenschappen, zoals de relatie tussen weerstand en compliantie en de vraag naar spontane ademhaling van de patiënt.

Als de patiënt inademt, levert de Oxylog 3000 plus een ondersteunende inspiratieflow.

De maximale inspiratiedruk in AutoFlow is beperkt tot:

– 5 mbar onder Pmax.

Er moet rekening worden gehouden met de actuele conditie van de patiënt bij het instellen van Pmax, om te voorkomen dat er longschade optreedt als de beademingsdruk toeneemt. Stel Pmax altijd voorzichtig in om de beademingsdruk zo beperkt mogelijk te houden, voor het geval er sprake is van een afgenomen compliance.

Als het ingestelde slagvolume VT niet kan worden gehaald en de maximale inspiratiedruk wordt bereikt, treedt het alarm VT laag, drukgrens in werking.

De minimale inspiratiedruk in AutoFlow is beperkt tot:

– 5 mbar boven PEEP voor niet-getriggerde ademhalingen;

– 0,1 mbar boven PEEP voor getriggerde ademhalingen.

De geselecteerde inspiratietijd Ti is doorgaans veel langer dan de vultijd van de longen. De inspiratiedruk Pinsp komt overeen met de minimumwaarde, die wordt berekend op basis van het slagvolume VT en de longcompliantie C. De inspiratieflow wordt automatisch geregeld, zodat er geen drukpiek ontstaat als gevolg van de weerstanden van de tube en ademwegen. Met AutoFlow past de inspiratieflow zich aan van ademhaling naar ademhaling met maximaal 3 mbar.

053

Paw

PEEP t

t

RR1

Tinsp Te

Pinsp = f (Vt, C)

Vt

zonder spontane ademhaling met spontane ademhaling

Flow

Paw

Page 161: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 161

Beschrijving

Als het slagvolume VT wordt bereikt (inspiratieflow = 0) voordat de inspiratietijd Ti volledig is verstreken zorgt de Oxylog 3000 plus ervoor dat de patiënt gedurende de resterende inspiratietijd kan ademen.

Als de patiënt ademt tijdens continue volledig mechanische inspiratie, blijft de inspiratiedruk voor deze ademslag gelijk. Alleen de inspiratie- en de expiratieflow worden aangepast aan de behoeften van de patiënt. Daarbij kan het toegediende slagvolume afwijken van het ingestelde slagvolume VT voor spontaan opgewekte ademhalingen, maar meestal wordt er een constant slagvolume gehandhaafd.

De Oxylog 3000 plus beëindigt een AutoFlow-ademhaling als het slagvolume dat aan de patiënt wordt toegediend, 30 % hoger is dan het ingestelde slagvolume VT.

Stel de MVe hoog- en MVe laag-alarmgrenzen zo in dat er een alarm wordt geactiveerd als de flow te hoog of te laag is.

Tijdens AutoFlow verschaft de flowcurve in het curvevenster aanvullende informatie: als de ingestelde inspiratietijd Ti korter is dan de vultijd van de longen, zal de flowcurve aangeven dat de inspiratieflow aan het einde van de inspiratiefase niet op de uitgangswaarde is teruggekomen. Beoordeel in dat geval de conditie van de patiënt om de oorzaak van de verlengde inspiratietijd Ti te bepalen, zodat de piekdruk verder kan worden teruggebracht. Dit effect kan ook het gevolg zijn van opeenhoping van secretie. In deze situatie wordt de inspiratiedruk door de Oxylog 3000 plus begrensd zoals hierboven beschreven. Als het ingestelde slagvolume VT hierdoor niet langer kan worden toegediend, treedt het alarm VT laag, drukgrens in werking.

De toename van de inspiratieflow van het PEEP-niveau naar het inspiratieniveau kan verder aan de behoeften van de patiënt worden aangepast door middel van de druktoenametijd Steilheid.

Opstartgedrag bij AutoFlow

Als de AutoFlow-functie wordt geactiveerd, dient de Oxylog 3000 plus een volumegestuurde beademingsslag toe met een constante inspiratieflowsnelheid voor de duur van de inspiratietijd Ti. De piekdruk in de ademwegen die door deze beademing wordt opgewekt, zal de inspiratiedruk voor de AutoFlow-functie bepalen.

Als voor deze beademing geen geschikte druk kan worden bepaald of als het volume kan niet worden toegediend, gebeurt het volgende:

– Er wordt een drukgestuurde beademing toegediend met een inspiratiedruk van 5 mbar boven de ingestelde PEEP. Het toegediende volume wordt gemeten en er wordt een uitgangswaarde van de doeldruk bepaald die nodig is om het ingestelde slagvolume VT te bereiken.

– De volgende beademingsslag wordt toegediend met een inspiratiedruk die overeenkomt met 75 % van die eerste doeldruk. De Oxylog 3000 plus meet het toegediende volume opnieuw en bepaalt de daaruit voortvloeiende doeldruk die moet worden bereikt om het ingestelde volume te halen.

– De volgende beademingsslag wordt met deze doeldruk toegediend.

De inspiratiedruk van de daaruit voortvloeiende ademhalingsslagen wordt aangepast tot het ingestelde slagvolume VT is bereikt.

In geval van een alarm voor een losgekoppelde slang wordt die opstartprocedure herhaald.

Page 162: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Beschrijving

162 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Dode ruimte

De dode ruimte is een belangrijk aspect van beademing:De dode ruimte is dat deel van het ademhalingssysteem waar geen significante gasuitwisseling plaatsvindt. Een verhoging van de verhouding van de dode ruimte ten opzichte van de alveolaire beademing kan ertoe leiden dat de patiënt meer CO2 vasthoudt.

De dode ruimte is een onderdeel van de kunstmatige ademweg en het kunstmatige beademingscircuit van de patiënt. Als het volume van de dode ruimte overeenkomt met het volume van de alveolaire beademing, of die overtreft, is het mogelijk dat de patiënt niet voldoende koolstofdioxide uitademt. Het is daarom heel belangrijk om rekening te houden met de juiste hoeveelheid doderuimtevolume in het beademingscircuit van de Oxylog 3000 plus.

De cyclustijd, inspiratietijd en expiratietijd bepalen

De basis voor het bepalen van de cyclustijd (totale tijd van een beademingscyclus), tijdens continue volledig mechanische beademingsslagen, is de ingestelde beademingsfrequentie (RR). Deze wordt aangevuld door de ingestelde inspiratietijd (Ti) of de ingestelde inspiratie/expiratie-ratio (I:E).

Als er echter sprake is van tegenstrijdige instellingen zal het beademingsapparaat de cyclustijd, Ti en Te bepalen volgens de hierna beschreven volgorde:

– Als de ingestelde Ti te kort is om het beademingsapparaat in staat te stellen het ingestelde slagvolume VT toe te dienen, wordt de duur van Ti automatisch verlengd. Als de Ti die daaruit voortvloeit, de cyclustijd overschrijdt, wordt de cyclustijd automatisch verlengd. Opmerking: Dat is alleen van toepassing op volumegestuurde beademingsmodi.

– Als de ingestelde tijd Ti de cyclustijd overschrijdt, wordt de duur van Ti automatisch aangepast aan de cyclustijd.

– De expiratietijd Te bedraagt minstens 0,5 s. Als de Te niet langer binnen de cyclustijd past (ten gevolge van een lange Ti), wordt de cyclustijd automatisch verlengd.

Deze regels zijn ook van toepassing als het beademingsapparaat wordt geconfigureerd om I:E in plaats van Ti in te stellen.

In geval van tegenstrijdige instellingen wordt het alarmbericht !! Controleer instellingen: tijd of !! Controleer instellingen: flow weergegeven om de gebruiker te informeren zodat hij de instellingen kan aanpassen.

OPMERKINGDe waarden voor Ti of I:E kunnen in de klantenservicemodus worden geconfigureerd. Zie "Klantenservicemodus" op pagina 97.

Page 163: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 163

Beschrijving

Functiebeschrijving

De verschillende pneumatische regelelementen in de Oxylog 3000 plus worden bestuurd door het microprocessorsysteem met digitale elektrische signalen.

Gastoevoer

Het toevoergas O2 wordt gezuiverd door filter F1 en op een constante druk ingesteld door drukregelaar DR. De omgevingslucht wordt naar behoefte via filter F2 aangezogen. Druksensor S3 bewaakt de voordruk.

Inspiratie

Gasmenger V1-3 levert de variabele inspiratieflow, als een mengsel van het toevoergas O2 en de omgevingslucht, conform de beademingsmodus en de vereiste O2-concentratie. Het slagvolume wordt onafhankelijk van de omgevingsdruk toegediend (absolute druksensoren S7 en S9) bij een BTPS-toestand van de patiënt voor volumegestuurde

ademhaling; het toegediende slagvolume komt overeen met het voor BTPS ingestelde slagvolume, rekening houdend met de omgevingsdruk. Op deze manier meet de Oxylog 3000 plus ca. 10 % minder volume bij werking met een testlong (droog gas bij kamertemperatuur).

Expiratie

Tijdens volumegestuurde inspiratie sluit de drukregelaar V6 het inspiratiekanaal en regelt de drukregelaar de PEEP tijdens de expiratie of verlaagt deze de druk in de inspiratieslang om PS, Pinsp of Pmax te regelen als de streefwaarden worden bereikt. Het indirect door V6 bestuurde beademingsventiel V10 aan de zijde van de patiënt zorgt tijdens de inspiratie voor afdichting tegen atmosferische lucht en past tijdens de expiratie de voor de patiënt vereiste druk aan door het regelen van de druk in de inspiratieslang. De gemeten waarde van de beademingsdruksensor S5 aan de zijde van de patiënt dient als een instelpunt voor de drukregeling.

1073

7171

Microprocessorsysteem

Drukregelaar V6

O2 F1

F2

DR

SV

S8

S4

S9 S7 S5 S6

NV

V10

V7 V8

S3

Gasmenger

V1 - 3

P

P

E

P E P E P E P E

E

Menselijke long

Page 164: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Beschrijving

164 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Veiligheid

In geval van een storing sluit de gasmenger V1-3 en wordt drukregelaar V6 opengesteld voor lucht uit de omgeving. De pneumatische aanzuigventiel NV (spontane ademhaling) opent bij een negatieve druk. De pneumatische overdrukventiel SV (ingesteld op circa 80 mbar) opent bij een te hoge druk.

Software

De software is ontwikkeld in overeenstemming met interne softwareontwikkelingsprocessen en zal worden onderworpen aan code-inspecties, integratietesten en systeemtesten.

Als er een fout wordt gedetecteerd, zal het apparaat overschakelen op een failsafemodus.

Bewaking

De door S8 aan de patiëntzijde gemeten flow wordt overgebracht naar de interne elektronische drukverschilsensor S6 als een drukverschilsignaal. De gemeten bewakingswaarden van het slagvolume, minuutvolume en de ademfrequentie worden afgeleid van de gemeten expiratieflow. Het inspiratieflowsignaal dient voor detectie van de flowtrigger. Systeemlekkages kunnen worden vastgesteld op basis van de balans tussen inspiratoire en expiratoire slagvolumes (bv. lekkagealarm, NIV).

De beademingsdruk aan de patiëntzijde levert de Paw-waarden voor de beademingsdruk op de display via S5, alsook voor de afgeleide meetwaarden PEEP, PIP, Pplat, Pgemid. De aannemelijkheid van deze beademingsdrukmeting aan de patiëntzijde wordt bewaakt door een redundante interne beademingsdrukmeting in het beademingsapparaat via S4 in het inspiratiekanaal.

CO2-meting

CO2 wordt gemeten via een mainstream-systeem op basis van absorptiemeting. Een lichtbron genereert een spectrum en twee lichtdetectoren leggen het karakteristieke absorptiespectrum vast en geven elektrische signalen af die veranderen met de CO2-concentratie. Deze signalen worden vervolgens geëvalueerd en weergegeven. Het verwarmen van de CO2-sensor voorkomt condensatie.

Als de CO2-sensor wordt aangesloten of een voedingsstoring had, zal de sensor eerst de opwarmfase afronden (ongeveer 3 minuten). Tijdens de opwarmfase:

– kunnen etCO2- en CO2-waarden minder accuraat zijn;

– blijven de nulkalibratie en de filtercontrole in de wacht staan;

– Het alarm !!! Controleer cuvette type is niet actief.

Page 165: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 165

Accessoirelijst

Accessoirelijst

Naam van het artikel Bestel-nummer

Voor de werking benodigde accessoiresVoeding:AC/DC-voeding100-240 V/50-60 Hz

57 90 808

Beschikbare voedingskabels:– Duitsland en Europa 18 24 481– Denemarken 18 68 950– Verenigd Koninkrijk 18 44 369– Australië 18 51 705– Zwitserland 18 44 377– VS 18 41 793– China 18 59 706– Brazilië 18 75 523– Thailand 18 68 160Geïsoleerde DC/DC-converter 57 04 799Lithium-ion accu 2M 86 733Beademingsslangensets en -accessoiresBeademingsslangenset,met flowmeetleiding, 1,5 m

84 12 068

Beademingsslangenset,met flowmeetleiding, 3 m

84 12 913

Beademingsventiel 84 12 001Flowsensor 84 12 034Hoekstuk 84 12 235VentStar Oxylog-beademingscircuit voor éénmalig gebruik voor volwassenen, 1,5 m, 5 pc.

57 03 041

VentStar Oxylog-beademingscircuit voor éénmalig gebruik voor volwassenen, 3 m, 5 pc.

MP 00 335

VentStar Oxylog-beademingscircuit voor éénmalig gebruik voor kinderen, 1,9 m, 5 pc.

57 04 964

MaskersNovaStar NIV masker:Maat S MP 01 579Maat M MP 01 580Maat L MP 01 581ClassicStar masker:Maat S MP 01 573Maat M MP 01 574Maat L MP 01 575ComfortStar masker (20 stuks):Maat 3, kinderen MP 01 513Maat 4, S MP 01 514Maat 5, M MP 01 515Maat 6, L MP 01 516LiteStar masker (30 stuks):Maat 3, kinderen MP 01 503Maat 4, S MP 01 504Maat 5, M MP 01 505Maat 6, L MP 01 506Hoofdbanden voor maskersHoofdband, voor eenmalig gebruik, textiel, S

MP 01 559

Hoofdband, voor eenmalig gebruik, textiel, L

MP 01 560

Hoofdband, voor eenmalig gebruik, rubber, S

MP 01 561

Hoofdband, voor eenmalig gebruik, rubber, L

MP 01 562

Beademingssysteem filters/HMETwinStar(filter - HME combinatie, 50 stuks):90 mL MP 01 80065 mL MP 01 81055 mL MP 01 805

Naam van het artikel Bestel-nummer

Page 166: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Accessoirelijst

166 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

25 mL MP 01 815CareStar(elektrostatisch filter, 50 stuks):45 mL MP 01 75540 mL MP 01 76530 mL MP 01 770HME filter SafeStar(mechanisch HEPA filter, 50 stuks):55 mL MP 01 79060 mL MP 01 79580 mL MP 01 785ZuurstofcilindersO2 cilinder, 2 liter, 200 bar,G3/4 cilinderaansluiting

B1 02 05

O2 cilinder, 2 liter, 200 bar,Pin Index cilinderaansluiting

B1 02 08

VerbindingsslangenGastoevoersysteem 57 04 500Speciale accessoiresApparatuurhouder 2M 86 900Acculader 2M 86 729Universele wandhouder 57 04 216Draagsysteem 2M 86 975Testlong 84 03 201Gegevenscommunicatiekabel 0,8 m 57 05 301Onderstel 57 90 150OptiesCO2-meting 57 05 331Realtime gegevensexport 57 05 332AutoFlow 57 05 333O2-inhalatie 57 05 329100 % O2 57 05 330CO2-metingCO2-sensor (herzieningsindex 04 en hoger)

68 71 950

Verlengkabel voor CO2-sensor, 90 cm

68 72 159

Naam van het artikel Bestel-nummer

Herbruikbare CO2-cuvette (volwassenen)

68 70 279

Herbruikbare CO2-cuvette (kinderen)

68 70 280

CO2-cuvette voor eenmalig gebruik (volwassenen)

MP 01 062

CO2-cuvette voor éénmalig gebruik (kinderen)

MP 01 063

Kalibratieset 8412710Testgasfles 5 Vol.% CO2 (vervangende fles voor kalibratieset)

6850435

Naam van het artikel Bestel-nummer

Page 167: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 167

Index

Index

AAC/DC-voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165Achteraanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19Ademwegdruk, Paw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146Afkortingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23Afvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137Alarm - Oorzaak - Oplossing . . . . . . . . . . . . . . 110Alarmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110

Alarm reset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31Alarmtonen, onderdrukken . . . . . . . . . . . . . 86Alarmvenster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33Alarmvenster, meldingen . . . . . . . . . . . . . . 110In geval van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85Soorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84Volumeniveau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80

ApnoeApnoealarm, tijd voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73Apnoebeademing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73

Apparaat inschakelen . . . . . . . . . . . . . . 28, 55, 62Apparaat uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . 28, 81Apparaatcontrole, uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . 54AutoFlow . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67, 69, 160

BBeademingsmodi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22

Beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156Selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29

Bedieningsconcept . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28Bedieningselementen voor de beademing . . . . 29Bedieningselementen voor display . . . . . . . . . . 30Bedrijfsduur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53Bedrijfsduur, pneumatische . . . . . . . . . . . . . . . . 53Bedrijfswaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147Beoogd gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13, 14Beperkingen voor gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . 14Bewaking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89BTPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142

CCardiopulmonale resuscitatie (CPR) . . . . . 67, 74CO2-curven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34CO2-cuvette

Aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48Demonteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122

CO2-meting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91, 103Beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164De kalibratie op de fabriekswaarden terugzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106Filtercontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93, 104Gascontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105Kalibratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92, 103, 105

CO2-sensorAansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48

Configuratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95Contra-indicaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

DDC/DC-converter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39De gastoevoer aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . 41Desinfectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32

Helderheid van het scherm . . . . . . . . . . . . . 80Vensterstructuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32

Dode ruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162Drukbegrenzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87Drukcurven hoofdpagina . . . . . . . . . . . . . . . . . 34Drukondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . 69, 71, 158

EEMC Elektromagnetische Compatibiliteit . . . . . 12EMC-verklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152Energiebesparingsmodus . . . . . . . . . . . . . . . . . 80etCO2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90

Ff . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90f spn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90Fabrieksinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98FiO2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90Flowcurven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34Foutmeldingen tijdens de apparaatcontrole . . 120Functiebeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163

Page 168: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Index

168 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

GGastoevoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41, 149Gebruiksomgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14Gebruikte materialen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151Gegevenscommunicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94Gereedheid voor gebruik controleren . . . . . . . . 54

HHandleiding klantenservice . . . . . . . . . . . . . . . 108Herbewerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125Herbruikbaar slangensysteem

Een overzicht van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43

HME-filterHME-correctie instellen . . . . . . . . . . . . . . . . 79

IInformatievenster, meldingen . . . . . . . . . . . . . 118Insp. Hold . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142

Instellingenvenster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33IT-netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94

KKalibratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80Klantenservicemodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97

LLatex . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25, 151Let op . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2, 12

MMVe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90MVespon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90

NNIV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75

OO2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29

O2-cilinder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41O2-concentratie met O2-menging . . . . . . . . 78O2-inhalat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31O2-menging 40 % tot 100 % . . . . . . . . . . . . 78

Omgevingscondities . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140Onderhoudsintervallen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132Overzicht van voor recycling geschikteonderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129

PPC-BIPAP, PC-BIPAP/PS . . . . . . . . . 29, 70, 159PEEP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90Pgemid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90Pmax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29Ppiek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90Pplat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90Prestatiegegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143PS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158

RReiniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121Resuscitatie

Cardiopulmonale resuscitatie (CPR) . . 67, 74

SSlagvolume . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65, 68Slangensysteem voor éénmalig gebruik . . 20, 21

Een overzicht van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20Het slangensysteem voor kinderen verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124Het slangensysteem voor volwassenen aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45Het slangensysteem voor volwassenen verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124

Slangensysteem voor volwassenen, herbruikbaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20Specificaties van het apparaat . . . . . . . . . . . . 149Spn-CPAP, Spn-CPAP/PS . . . . . . . . . . . . . 29, 72Standaardrailsystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49Steilheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67, 69, 71, 74Sterilisatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121Stroomvereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37, 147Symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24Systeemcontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56Systeemoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

TTaal, instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139Trigger . . . . . . . . . . . . 65, 66, 68, 70, 74, 98, 142

Page 169: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 169

Index

UUitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81

VVC-AC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29, 65, 156VC-CMV, VC-AC . . . . . . . . . . . . . . . . . 29, 65, 156VC-SIMV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157VC-SIMV, VC-SIMV/PS . . . . . . . . . . . . . . . . 29, 68Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7Veiligheidsinspecties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133Vervangbare batterij

Installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37Intern . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37Opladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52Vermogenindicator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37

Voedingsstoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86Voorpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18VT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29VTe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90

WWaardevenster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32Waarschuwing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2, 86, 88Weergave meetwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . 145

ZZijaanzicht, rechts . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19

Page 170: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

170 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten.

Page 171: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 171

De klantenservicemodus openen

De klantenservicemodus openen

De klantenservicemodus openen . . . . . . . . 172

De klantenservicemodus inschakelen . . . . . . 172

De klantenservicemodus Oxylog 3000 plus SW 1.n openen . . . . . . . . 173

Page 172: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

De klantenservicemodus openen

172 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

De klantenservicemodus openen

De klantenservicemodus inschakelen

Om onbevoegde aanpassingen te vermijden is de volgende beschrijving alleen bedoeld voor het onderhoudspersoneel en ervaren deskundigen. De toegangsbeschrijving vindt u op de volgende pagina van de gebruiksaanwijzing.

Knip het gedeelte met de toegangsbeschrijving uit en bewaar het op een veilige plaats, buiten bereik van onbevoegde personen.

Als het gedeelte met de toegangsbeschrijving werd verwijderd, vraagt u de apparaatmanager hoe u wijzigingen in de klantenservicemodus kunt aanbrengen.

Page 173: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 173

De klantenservicemodus openen

De klantenservicemodus Oxylog 3000 plus SW 1.n openen

1 Zorg ervoor dat de beademing UIT staat.

2 Draai de knoppen VT (A) en RR (B) helemaal naar rechts.

3 Druk op de Start/Stand-by-toets (C) om het apparaat in te schakelen. Houd tegelijkertijd de

Curven- (D) en Meetw. -toets (E) ingedrukt tot het hoofdmenu van de klantenservicemodus verschijnt.

4 Stel het nummer van de gewenste test in het hoofdmenu in met behulp van de draaiknop.

5 Druk op de draaiknop om de test te activeren.

Instellingen in de klantenservicemodus

6 Selecteer de vereiste functie met de cursor (sterretje).

– Om de parameter te selecteren: draai aan de draaiknop.

– Om de parameter te activeren: Druk op de draaiknop.

– Om de waarde in te stellen: draai aan de draaiknop.

– Om de waarde te bevestigen: Druk op de draaiknop.

Het menu Parameterinstellingen afsluiten

1 Selecteer de regel EXIT (Afsluiten).

2 Druk op de draaiknop om de instelling te bevestigen.De ingestelde waarden worden opgeslagen als standaardinstellingen en blijven van kracht.

0773

7170

sche

rm 1

8

Oxylog 3000 plus

A B C

DE

Curven

1183

7170

Page 174: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

174 Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n

Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten.

Page 175: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Gebruiksaanwijzing Oxylog 3000 plus SW 1.n 175

Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten.

Page 176: Oxylog 3000 plus - draeger.com1 De volgorde van handelingen wordt met opeenvolgende nummers aangegeven. Elke nieuwe reeks handelingen begint weer met "1". Afzonderlijke handelingen

Deze gebruiksaanwijzing geldt alleen voor Oxylog 3000 plus SW 1.n.met het serienummer:Als Dräger het serienummer niet heeft ingevuld, verschaft deze gebruiksaanwijzing alleen algemene informatie en is ze niet bedoeld voor gebruik met een bepaalde machine of een bepaald apparaat.Dit document is uitsluitend bestemd ter informatie van de klant en wordt alleen bijgewerkt of vervangen als de klant hierom verzoekt.

Richtlijn 93/42/EGbetreffende medische hulpmiddelen

Fabrikant

Drägerwerk AG & Co. KGaAMoislinger Allee 53-5523542 LübeckDuitsland+49 451 8 82-0

FAX +49 451 8 82-20 80http://www.draeger.com

57 05 311 – 5503.420 nl© Drägerwerk AG & Co. KGaAUitgave/Edition: 11 – 2020-01(Uitgave/Edition: 1 – 2009-05)Dräger behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan te brengen aan het apparaat.