Owner’s Manual · 2011. 2. 9. · 307 • Voor u dit toestel op andere apparaten aansluit, dient...
Transcript of Owner’s Manual · 2011. 2. 9. · 307 • Voor u dit toestel op andere apparaten aansluit, dient...
Owner’s Manual
Hartelijk dank en gefeliciteerd met uw keuze van de BOSS DR-880 Dr. Rhythm.
Lees alvorens dit toestel te gebruiken aandachtig de volgende pagina's:
• VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL (p. 2–3)
• BELANGRIJKE OPMERKINGEN (p. 4–5)
Deze pagina's bevatten belangrijke informatie i.v.m. de correcte bediening van het toestel.
Om zeker te zijn dat u alle functies van uw nieuwe toestel voldoende beheerst, dient u dehandleiding in haar geheel te lezen. Bewaar de handleiding binnen handbereik als eenhandige referentie.
■ Opmaak van deze handleiding• Tekst of een cijfer tussen rechte haken [ ] verwijst naar toetsen.
[EFFECT] EFFECT-toets
[PATTERN] PATTERN-toets
• Referenties zoals (p. **) verwijzen naar andere pagina's in deze handleiding.
Copyright © 2004 BOSS CORPORATIONAlle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag, in welke vorm dan ook, worden gereproduceerdzonder schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION.
2
VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL
001
• Lees onderstaande instructies en de handleiding voor u dit toestel gebruikt.
..................................................................................................002c
• Maak het toestel of de adapter niet open en breng geen wijzigingen aan.
..................................................................................................003
• Probeer het toestel niet zelf te herstellen of vervang geen onderdelen (behalve als deze handleiding specifieke instructies hiertoe geeft). Wend u voor onderhoud steeds tot uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler (zie 'Informatie').
..................................................................................................004
• Gebruik of bewaar het toestel nooit op plaatsen die:• onderhevig zijn aan extreme
temperaturen (bv. direct zonlicht in een gesloten voertuig, bij een verwarmingsbuis, op een warmtebron);
• vochtig zijn (bv. badkamer, wasplaats, natte vloer);
• nat zijn;• blootgesteld zijn aan regen;• stoffig zijn;• blootgesteld zijn aan sterke
trillingen...................................................................................................007
• Zorg ervoor dat dit toestel altijd waterpas en stabiel staat. Plaats het nooit op een wankel statief, of op een hellend oppervlak.
..................................................................................................
008c• Gebruik alleen de adapter die bij het
toestel wordt geleverd. Zorg er ook voor dat de netspanning overeenstemt met de ingangsspanning die op de adapter vermeld staat. Sommige adapters gebruiken een verschillende polariteit of zijn voor een andere spanning ontworpen. Het gebruik van dergelijke adapters kan schade, defecten of elektrische schokken veroorzaken.
..................................................................................................009
• Plooi of buig de stroomkabel niet overmatig en plaats er geen zware voorwerpen op. Anders zou de kabel beschadigd kunnen raken, wat schade en kortsluiting zou veroorzaken. Bij beschadigde kabels is er gevaar voor brand of schokken!
..................................................................................................010
• Dit toestel kan, al dan niet in combinatie met een versterker en een hoofdtelefoon of luidsprekers, mogelijk een geluidsniveau produceren dat permanente gehoorschade kan veroorzaken. Vermijd langdurig gebruik bij een hoog of onaangenaam volumeniveau. Als u gehoorverlies of suizende oren gewaarwordt, stop dan meteen het gebruik van dit toestel en raadpleeg een oorspecialist.
..................................................................................................011
• Zorg dat er geen voorwerpen (bv. brandbare materialen, muntstukken, spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank enz.) in het toestel kunnen binnendringen.
Wordt gebruikt voor instructies die de gebruiker wijzen op het risico op verwondingen of materiële schade bij onjuist gebruik van het toestel.
* Materiële schade verwijst naar schade of andere ongunstige effecten die aan het huis en de hele inboedel, huisdieren inbegrepen, worden toegebracht.
Wordt gebruikt voor instructies die de gebruiker wijzen op levensgevaar of ernstige verwondingen bij onjuist gebruik van het toestel.
Het ● -symbool maakt de gebruiker attent op zaken die moeten worden uitgevoerd. De tekening in de cirkel geeft aan wat er precies dient te gebeuren. Het symbool hier links betekent dat de stekker van de stroomkabel moet worden uitgetrokken.
Het -symbool maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Hetsymbool hier links duidt op algemene verwittigingen of waar-schuwingen, of vestigt de aandacht op gevaar.
Het -symbool maakt de gebruiker attent op zaken die nooit mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). De tekening in de cirkel geeft aan wat er precies verboden is. Het symbool hier links betekent dat het toestel nooit mag worden gedemonteerd.
VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL
INSTRUCTIES TER VOORKOMING VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDING VAN PERSONEN
Over WAARSCHUWING en OPGEPAST Over de Symbolen
WAAR-SCHUWING
OPGEPAST
NEEM STEEDS HET VOLGENDE IN ACHT
Waarschuwing Waarschuwing
3
012b
• Zet het toestel onmiddellijk uit, haal de adapter uit het stopcontact en vraag een nazicht bij uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler (zie onder “Informatie”) indien:• de adapter, de stroomkabel of de stekker
beschadigd zijn;• rook of ongewone geuren vrijkomen;• voorwerpen of vloeistof in het toestel
terechtgekomen zijn;• het toestel in de regen heeft gestaan (of op
een andere manier nat is geworden);• het toestel niet normaal schijnt te werken
of een duidelijke verandering in prestaties vertoont.
..................................................................................................013
• In gezinnen met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden tot de kinderen zelf alle essentiële regels voor een veilig gebruik van het toestel kunnen volgen.
..................................................................................................014
• Bescherm het toestel tegen zware schokken.
(Laat het niet vallen!)
..................................................................................................015
• Vermijd om dit toestel samen met een overdreven aantal andere toestellen op hetzelfde stopcontact aan te sluiten. Wees vooral voorzichtig met verlengsnoeren: het totale vermogen van alle toestellen die u op het verlengsnoer aansluit, mag nooit het nominale vermogen (watt/ampère) van het verlengsnoer overschrijden. Een overdreven belasting kan de isolatie van het snoer doen opwarmen en zelfs doen doorsmelten.
..................................................................................................016
• Voor u dit toestel in het buitenland gebruikt, raadpleegt u best uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler (u vindt een lijst onder "Informatie").
..................................................................................................023
• Speel een cd-rom niet af op een gewone audio-cd-speler. Het geluidsniveau zou zo hoog kunnen zijn dat het permanente gehoorschade veroorzaakt. Ook beschadiging van luidsprekers of andere apparaten is mogelijk.
..................................................................................................
101b
• Het toestel en de adapter moeten zo geplaatst worden dat ze goed verlucht kunnen worden.
..................................................................................................102c
• Neem de adapterkabel altijd uitsluitend bij de stekker vast als u hem in een stopcontact of in dit toestel steekt of hem er uittrekt.
..................................................................................................103b
• Op gezette tijden moet u de adapter loskoppelen en met een droge doek schoonmaken om al het stof en ander vuil van de pinnen te verwijderen. Trek de stekker ook uit het stopcontact als het apparaat voor een langere tijd niet gebruikt wordt. Als er zich tussen de stekker en het stopcontact stof ophoopt, wordt de isolatie minder betrouwbaar en is er mogelijk brandgevaar.
..................................................................................................104
• Tracht te voorkomen dat kabels en snoeren verstrikt geraken. Houd alle kabels en snoeren ook buiten het bereik van kinderen.
..................................................................................................106
• Klim nooit op het toestel en plaats er geen zware voorwerpen op.
..................................................................................................107c
• Neem de adapter of de stekker nooit met natte handen vast als u hem in een stopcontact of in dit toestel steekt, of hem loskoppelt.
..................................................................................................108b
• Voor u het toestel verplaatst, dient u de adapter en alle kabels van externe apparaten los te koppelen.
..................................................................................................109b
• Schakel het toestel uit en haal de adapter uit het stopcontact, alvorens het toestel schoon te maken.
..................................................................................................110b
• Trek de adapter uit het stopcontact wanneer u gevaar voor blikseminslagen in uw buurt vermoedt.
..................................................................................................
Waarschuwing Opgepast
4
BELANGRIJKE OPMERKINGEN291a
Behalve de punten onder “VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL” op pagina 2–3 moet u ook het volgende lezen en naleven:
Stroomvoorziening301• Sluit dit toestel niet aan op een stopcontact
dat al gebruikt wordt door een apparaat met een omvormer (zoals een koelkast, wasmachine, magnetron of airco) of met een motor. Naar gelang van de manier waarop dit elektrische apparaat wordt gebruikt, kan de stroombron storingen of een hoorbaar gebrom veroorzaken. Als het niet haalbaar is om een apart stopcontact te gebruiken, sluit dan een ontstoringsfilter aan tussen dit toestel en het stopcontact.
302• De adapter zal bij langdurig, ononderbroken
gebruik opwarmen. Dat is normaal, dus u hoeft zich geen zorgen te maken.
307• Voor u dit toestel op andere apparaten
aansluit, dient u alle toestellen uit te schakelen. Zo voorkomt u defecten en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten.
Plaatsing351• Het gebruik van dit apparaat in de buurt van
versterkers (of andere apparatuur met grote stroomtransformators) kan gebrom veroorzaken. In dat geval kunt u het toestel anders richten of verder van de bron van interferentie plaatsen.
352a• Dit toestel kan de ontvangst van radio of
televisie verstoren. Gebruik dit toestel niet in de buurt van dergelijke ontvangers.
352b• Storing kan optreden als apparaten voor
draadloze communicatie, zoals mobiele telefoons, in de buurt van dit toestel worden gebruikt. Deze storingen kunnen voorkomen bij een inkomende of uitgaande oproep, of tijdens het gesprek. Als u dit probleem hebt, kunt u de draadloze apparaten verder uit de buurt van het toestel plaatsen of uitschakelen.
354a• Stel het toestel niet aan direct zonlicht bloot,
zet het niet naast een warmtebron, laat het niet in een afgesloten voertuig staan of stel het op geen enkele wijze aan extreme temperaturen bloot. Overmatige hitte kan het toestel vervormen of verkleuren.
355b• Wanneer het toestel verplaatst wordt naar een
plek waar de temperatuur en/of vochtigheid erg verschillend is, kunnen zich waterdruppeltjes (condensatie) in het toestel vormen. Schade of storingen kunnen het gevolg zijn, als u het toestel in deze toestand gebruikt. Laat daarom het toestel een aantal uren staan voor u het gebruikt, tot de condensatie volledig verdampt is.
Onderhoud401a• Voor een gewone schoonmaakbeurt gebruikt
u een zachte, droge doek, eventueel licht bevochtigd met water. Voor hardnekkig vuil gebruikt u een doek met een mild, niet-agressief detergent. Veeg daarna het toestel goed droog met een zachte, droge doek.
402• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of
eender welk oplosmiddel, om mogelijke verkleuring en/of vervorming te vermijden.
Herstellingen en data452• Houd er rekening mee dat de data in het
geheugen van het toestel bij een herstelling gewist kunnen worden. Maak altijd een back-up van belangrijke data met een MIDI-apparaat (bv. een sequencer) of computer, of maak notities (indien mogelijk). Bij reparaties wordt het nodige gedaan om dataverlies te vermijden. Helaas is het soms onmogelijk om data te herstellen (bv. als de schakelingen van het geheugen zelf defect zijn). Roland Corporation wijst elke verantwoordelijkheid voor dergelijk gegevensverlies af.
5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Verdere voorzorgen551• Onthoud dat de inhoud van het geheugen
onherroepelijk verloren kan gaan als gevolg van een defect of verkeerd gebruik van het toestel. Om het risico te vermijden dat u belangrijke gegevens zou verliezen, raden we u aan dat u regelmatig een back-up van dergelijke gegevens maakt met een MIDI-apparaat (bv. een sequencer) of computer.
552• Gegevens die in het geheugen opgeslagen
werden, kunnen jammer genoeg niet hersteld worden als ze eenmaal gewist zijn. Roland Corporation wijst elke verantwoordelijkheid voor dergelijk gegevensverlies af.
553• Wees voorzichtig genoeg bij het gebruik van
de knoppen, schuifknoppen en andere bedieningsorganen, en bij het gebruik van jacks en aansluitingen. Een ruw gebruik kan defecten veroorzaken.
554• Sla of druk nooit hard op het scherm.556• Neem bij het aansluiten en losmaken van de
kabels steeds de stekker zelf vast. Trek nooit aan de kabel. Zo voorkomt u kortsluitingen of schade aan interne elementen van de kabel.
558a• Probeer het volume op een redelijk niveau te
houden, om uw buren niet te storen. U kunt ook een hoofdtelefoon gebruiken, zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over de mensen rondom u (vooral later op de avond).
559a• Als u het toestel gaat vervoeren, verpakt u het
indien mogelijk in de oorspronkelijke doos (inclusief vulling). Zoniet dient u voor een gelijkaardige verpakking te zorgen.
561• Gebruik alleen het juiste zwelpedaal (EV-5;
wordt apart verkocht). Als u andere zwelpedalen aansluit, riskeert u storingen of beschadiging van het toestel.
562• Gebruik een kabel van Roland om de
verbinding te maken. Als u een kabel van een andere producent gebruikt, neem dan de volgende voorzorgen:• Sommige verbindingskabels hebben een
weerstand. Gebruik geen kabels met een weerstand om dit toestel aan te sluiten. Bij het gebruik van een dergelijke kabel kan het geluidsniveau erg laag of onhoorbaar zijn. Contacteer de producent van de kabel voor meer informatie over de specificaties van de kabel.
985• De verklaringen in deze handleiding gaan
gepaard met afbeeldingen van wat op het scherm te zien zou moeten zijn. Het kan echter zijn dat uw toestel een nieuwe, verbeterde versie is (bv. met nieuwe klanken), zodat de schermweergave niet altijd exact overeenstemt met de afbeelding in de handleiding.
Gebruik van cd-roms801• Vermijd aanraking van of krassen op de
glanzende onderzijde van het schijfje (hier zijn de gegevens opgeslagen). Beschadigde of vuile cd-roms kunnen niet altijd correct gelezen worden. Houd uw cd-roms schoon met een cd-reiniger van een gespecialiseerde winkel.
....................................................................................................................................................................................204
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.206e
* De screenshots in dit document worden gebruikt overeenkomstig de richtlijnen van Microsoft Corporation.206j
* Windows® heet officieel “Microsoft® Windows® operating system”.207
* Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.209
* Mac OS is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.220
* Alle productnamen die in deze handleiding genoemd worden zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
231
* OMS is een geregistreerd handelsmerk van Opcode Systems, Inc.232
* FreeMIDI is een handelsmerk van Mark of the Unicorn, Inc.
6
InhoudVEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL.................................................. 2
BELANGRIJKE OPMERKINGEN............................................................ 4
Voornaamste eigenschappen.............................................................. 11
Bedieningspanelen............................................................................... 13Voorpaneel..................................................................................................................13Achterpaneel ..............................................................................................................16
Voor u begint te spelen........................................................................ 17Het toestel aansluiten................................................................................................17Het toestel in- en uitschakelen.................................................................................18Het contrast van scherm regelen .............................................................................20
Eerste kennismaking...........................................21De demosong beluisteren.................................................................... 22
Gebruik van de pads ............................................................................ 23Klanken kiezen (een padbank kiezen)....................................................................23
Patronen spelen.................................................................................... 24Patronen selecteren en afspelen...............................................................................24Het tempo regelen .....................................................................................................26De toonsoort wijzigen ...............................................................................................27Patronen met andere klanken afspelen (kits selecteren)......................................28Klankeigenschappen aanpassen met de TSC-functie...........................................30
Op uw gitaar/bas meespelen met patronen ....................................... 32De speciale gitaar/bas-effecten gebruiken ............................................................33
Hoofdstuk 1Een overzicht van de DR-8...................................35
DR-880 Applicatiegids (van het creëren tot het afspelen van patronen) ................................................................................................................ 36
Patronen en songs ............................................................................... 38Patronen ......................................................................................................................38Songs............................................................................................................................39Kits ...............................................................................................................................40Padbank.......................................................................................................................41Over TSC (Total Sound Control) .............................................................................42
Gitaar/bassectie.................................................................................... 43Gitaareffecten .............................................................................................................43
Signal flow (tot de output van het geluid) .......................................... 44Uitgangen....................................................................................................................45Output-instellingen ...................................................................................................45
Typische handelingen en meldingen.................................................. 46
77
Inhoud
Een padbank selecteren ............................................................................................46De cursor verplaatsen ...............................................................................................46Bladeren tussen schermen ........................................................................................46Een waarde aanpassen..............................................................................................47Het Play-scherm.........................................................................................................47
Hoofdstuk 2Patronen (afspelen, opnemen, bewerken)............49
Een patroon spelen .............................................................................. 50Het tempo regelen .....................................................................................................50De toonsoort wijzigen ...............................................................................................50De schermweergave wijzigen ..................................................................................51
Een patroon opnemen.......................................................................... 52Opnemen in real time en stap voor stap ................................................................52Voor u begint te op te nemen...................................................................................52<1> Selecteer het userpatroon dat u wilt opnemen..............................................52<2> De basisopties van het patroon selecteren .....................................................53<3-1> In real time opnemen .....................................................................................54<3-2> Stap voor stap opnemen................................................................................55<4> Opname van een akkoordenschema...............................................................58<5> Opname van een fill-in......................................................................................60
Patronen bewerken (Pattern Edit)....................................................... 61Een deel van een patroon kopiëren (Copy Measure) ...........................................61Lege maten in een patroon invoegen (Insert Measure)........................................62Een deel van een patroon wissen (Erase) ...............................................................63Ongewenste maten verwijderen (Delete Measure) ..............................................64
Een patroon opslaan ............................................................................ 65Een naam geven (Pattern Name).............................................................................65Uw patroon bewaren ................................................................................................65
Een patroon kopiëren of wissen ......................................................... 66Een patroon kopiëren................................................................................................66Een patroon wissen ...................................................................................................66
Hoofdstuk 3EZ Compose/Groove Modify................................67
Gebruik van EZ Compose.................................................................... 68Een patroon creëren...................................................................................................68Een akkoordenschema toevoegen...........................................................................69Een fill-in toevoegen..................................................................................................70
Gebruik van Groove Modify................................................................. 71Volumewijzigingen instellen (Velocity Modify) ...................................................71Ghost notes toevoegen ..............................................................................................72
8
Inhoud
Een shuffle-ritme creëren..........................................................................................73
Hoofdstuk 4Song (opnemen / bewerken / spelen)..................75
Een song opnemen .............................................................................. 76Voor u begint te op te nemen...................................................................................76<1> Selectie van de user song die u wilt opnemen...............................................76<2> Basisinstellingen voor de song.........................................................................76<3> Stap-voor-stapopname van een song..............................................................77
Uw song bewaren ................................................................................. 79Uw song een naam geven (Song Name) ................................................................79Uw song wegschrijven..............................................................................................79
Een song kopiëren/wissen .................................................................. 80Een song kopiëren .....................................................................................................80Een song wissen (Clear)............................................................................................80
Een song afspelen................................................................................ 81Het tempo regelen .....................................................................................................81De toonhoogte wijzigen ............................................................................................82Een loop maken..........................................................................................................82De schermweergave wijzigen ..................................................................................83
Hoofdstuk 5Gitaar/bas spelen ...............................................85
Het gebruik van effecten...................................................................... 86Effect-patches selecteren...........................................................................................86Een effect-patch bewerken (Patch Edit)..................................................................86
Een effect-patch bewaren/kopiëren .................................................... 88Uw effect-patch een naam geven ............................................................................88Uw effect-patch wegschrijven..................................................................................88Een effect-patch kopiëren .........................................................................................89
De stemfunctie en het zwelpedaal ...................................................... 90Uw gitaar/bas stemmen...........................................................................................90Een zwelpedaal als volumepedaal gebruiken.......................................................91
Parameterlijst van de gitaareffecten................................................... 92GTR MULTI (Guitar multi) ......................................................................................92BASS MULTI ..............................................................................................................92ACO (Acoustic) MULTI............................................................................................92Beschrijving van de effecten.....................................................................................93
Hoofdstuk 6De TSC-instellingen bewerken .............................99
99
Inhoud
TSC-patches bewerken ...................................................................... 100Bewerken (edit) ........................................................................................................100
Een TSC-patch bewaren/kopiëren .................................................... 103Een patchnaam invoeren ........................................................................................103Een TSC-patch wegschrijven..................................................................................103Een TSC-patch kopiëren .........................................................................................104
Hoofdstuk 7Een originele kit samenstellen (Kit Edit) .............105
Een kit bewerken ................................................................................ 106Selecteer de kit die u wilt bewerken .....................................................................106De drumpartij bewerken ........................................................................................106De baspartij bewerken ............................................................................................110
Een kit bewaren/kopiëren .................................................................. 113Een kit een naam geven ..........................................................................................113Een kit wegschrijven ...............................................................................................113Een kit kopiëren .......................................................................................................114
Hoofdstuk 8Handige functie-en systeeminstellingen..............115
FAVORITE-functie .............................................................................. 116Uw favorieten oproepen.........................................................................................116Favorieten toewijzen ...............................................................................................117
Alle huidige instellingen opslaan...................................................... 118
Systeeminstellingen........................................................................... 119Het uitgangssignaal regelen (Output Setting).....................................................119De gevoeligheid van de pads regelen (Pad Sens) ...............................................120De baspartij stemmen..............................................................................................120Voetschakelaars gebruiken.....................................................................................121Een aftelling toevoegen...........................................................................................123Alle patronen en songs met dezelfde kit of TSC-patch afspelen ......................123Een opstartpatroon instellen ..................................................................................124
Hoofdstuk 9Gebruik van MIDI..............................................125
De DR-880 bespelen vanaf een MIDI-apparaat / Een MIDI-apparaat bespelen vanaf de DR-880 ................................................................. 126
Het MIDI-kanaal instellen ......................................................................................126De “Volume receive”-optie ....................................................................................126
De DR-880 met een digitale recorder of een MIDI-sequencer synchroniseren................................................................................... 128
Sync Mode ................................................................................................................128
10
Inhoud
Een uitvoering op een extern MIDI-apparaat opnemen met de DR-880 .............................................................................................................130
Gegevens van uw MIDI-keyboard of MIDI-pads opnemen .............................130Gegevens van uw sequencer of ritmebox opnemen...........................................130
Een bulk dump met de DR-880 versturen of ontvangen................. 131De Device ID instellen.............................................................................................131Gegevens van de DR-880 versturen (Bulk Dump)..............................................131
Hoofdstuk 10Gebruik van USB ..............................................133
Voor u USB gebruikt .......................................................................... 134Ondersteunde besturingssystemen.......................................................................134Opmerkingen over USB..........................................................................................134Een USB-functie kiezen...........................................................................................134
Een patroon creëren met SMF-data .................................................. 135Windows-gebruikers...............................................................................................135Macintosh-gebruikers .............................................................................................137
Een back-up maken............................................................................ 138Windows-gebruikers...............................................................................................138Macintosh-gebruikers .............................................................................................139
Een back-up van de computer weer in de DR-880 laden (Recover)141Windows-gebruikers...............................................................................................141Macintosh-gebruikers .............................................................................................142
MIDI-boodschappen met uw computer uitwisselen (MIDI-communicatie) .................................................................................... 143
Installatie van de driver en instellingen ...............................................................143Een USB-functie kiezen...........................................................................................143
Appendices .......................................................145Fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset).............................. 146
Problemen oplossen .......................................................................... 147
Meldingen op het scherm .................................................................. 148
Parameterlijst...................................................................................... 149
Presets................................................................................................. 151
MIDI-implementatietabel .................................................................... 160
Specificaties........................................................................................ 162
Index .................................................................................................... 163
11
Voornaamste eigenschappen
■ Hoogwaardige sound
● Vlijmscherpe, hoogwaardige klankenMet de DR-880 wordt het kinderspel om ritmepatronen met drums en bas te spelen. Het toestel biedt 440 hoogwaardige, recente drum-en percussieklanken plus 40 verschillende
basklanken. Een expressieve aanslag stuurt het volume en de klankkleur. Een brede waaier aan expressieve mogelijkheden ligt nu binnen handbereik: creëer nu de meest realistische geluiden, zo krachtig of subtiel als u zelf wenst.Behalve honderd voorgeprogrammeerde drumkits kunt u zelf nog eens honderd kits creëren en opslaan.
● “Insert effects” voor gedurfde, creatieve klankmanipulatie
De drumpartij biedt drie insert effects processors (driebands-equalizer en compressor). Aangezien u aan basdrum, snare en andere instrumenten elk afzonderlijk effecten kunt toekennen, kunt u deze effecten intensief gebruiken voor maximale creatieve mogelijkheden.De baspartij biedt een compressor en COSM-versterker, wat de realistische sound geeft van een bas die door een versterker weerklinkt.
● TSC-functie (Total Sound Control)De TSC-functie regelt het algemene karakter van het geluid en de galm. Met de stereo driebands-equalizer en hoogwaardige reverb verkrijgt u om het even welke sfeer, van een natuurlijke sound tot de galm van allerlei grote ruimtes.De TSC-instellingen worden als patches opgeslagen en zijn gemakkelijk te wisselen. Er zijn twintig voorgeprogrammeerde patches en u kunt er ook twintig zelf creëren en opslaan.
■ Ritmepatronen en songsDe DR-880 bevat 500 voorgeprogrammeerde ritmepatronen. Daarnaast kunt u nog eens 500 ritmepatronen zelf creëren. Naast opnames in real time of stap voor stap kunt u dankzij de EZ Compose functies of de Groove Modify functie gemakkelijk originele patronen creëren.U kunt verschillende ritmepatronen combineren om een “song” te maken. Het toestel kan maximaal honderd songs opslaan.
● EZ ComposeDankzij de EZ Compose functies kunt u gemakkelijk geavanceerde, originele patronen met bijzonder lekkere ritmes creëren zonder dat u de noten een voor een hoeft in te spelen. Met de drie EZ COMPOSE knoppen op het bedieningspaneel kunt u deze functies combineren.
[PATTERN]Creëer een origineel ritmepatroon door een frase te selecteren voor elke component (hi-hat, basdrum, snaardrum, percussie en bas).
[CHORD PROGRESSION]Kies een akkoordenschema voor de baspartij door een geschikte akkoordentemplate te selecteren. Dit is een uiterst eenvoudige manier om een terugkerend akkoordenschema of bluesschema in te stellen.
[FILL IN]Het toestel biedt een rijke verzameling overgangen, van korte fill-ins tot overgangen van een hele maat. Kies gewoon een geschikte overgang en voeg hem toe aan het ritmepatroon.
● Groove Modify functieMet deze functie kunt u gemakkelijk “ghost notes” toevoegen. Als u de noten een voor een zou spelen, zou dat heel wat moeilijker zijn. U kunt Shuffle of Velocity regelen om uw ritmepatroon de perfecte groove te geven.
COSM (Composite Object Sound Modeling)Composite Object Sound Modeling (COSM) is een originele technologie voor geluidsmodellering die door Roland werd ontwikkeld. De vele factoren die het originele geluid bepalen, zoals de elektrische schakelingen, structurele eigenschappen, gebruikte materialen en akoestische kenmerken worden hierbij
12
Voornaamste eigenschappen
■ Gitaar/bas ingangDe DR-880 biedt een gitaar/bas ingang en hoogwaardige, ingebouwde multi-effecten, waaronder een COSM AMP effect. U kunt een gitaar/bas rechtstreeks op de DR-880 aansluiten en met de ritmepatronen meespelen. De gitaar/bas klinkt even realistisch als wanneer u door een echte versterker speelt.De ingebouwde multi-effectprocessor biedt algoritmes voor elektrische gitaar, akoestische gitaar en bas. De instellingen voor elk effect worden opgeslagen als “patches”. U kunt kiezen uit vijftig voorgeprogrammeerde patches, en u kunt zelf nog eens vijftig patches met uw eigen instellingen opslaan. Er is ook een stemfunctie om uw gitaar/bas te stemmen zolang die is aangesloten.
■ Gebruiksgemak en talrijke aansluitingen
● Groot, verlicht schermHet grote LCD-scherm toont op een duidelijke manier akkoordenschema's, patronen en informatie over gespeelde en bewerkte gegevens.
● FAVORITE-functieVaak gebruikte patronen, songs of effect-patches kunt u aan een knop toewijzen, zodat ze onmiddellijk beschikbaar zijn. Zo kunt u een patroon/song afspelen of een effect selecteren door gewoon op een knop te drukken. Deze functie biedt vier knoppen x 20 banken, zodat u in totaal 80 patronen, songs of effect-patches kunt toewijzen.
● Bediening met een voetschakelaarU kunt vier voetschakelaars aansluiten (worden apart verkocht). Zelfs terwijl u gitaar of bas speelt, kunt u de DR-880 met uw voeten bedienen – ideaal voor jamsessions of concerten. Als u de voetschakelaars toewijst, kunt u kiezen uit een hele reeks functies, waaronder starten/stoppen van de weergave, selecteren van patronen, instellen van “tap tempo” of selecteren van gitaareffecten.Sluit een zwelpedaal aan om het volume te regelen of om als wah-wah-pedaal te gebruiken.
● Een hele reeks uitgangenDe master output van het toestel biedt behalve gewone jacks ook RCA/cinch-uitgangen, zodat de DR-880 gemakkelijk op allerlei apparaten kan worden aangesloten (waaronder mengpanelen, versterkers en audioapparatuur).Er is ook een coaxiale digitale uitgang, zodat u de output van de DR-880 rechtstreeks in digitale vorm op uw digitale recorder kunt opnemen, zonder verlies aan geluidskwaliteit.Er zijn ook twee individuele uitgangen. Die kunt u gebruiken om enkel de signalen van een aangesloten gitaar/bas naar uw versterker te sturen of om voor een specifiek instrument een externe effectprocessor te gebruiken
● USB-aansluitingAls u de DR-880 via de USB-connector op uw computer aansluit, kunt u SMF-data laden en als ritmepatronen gebruiken. De USB-connector kan ook voor een MIDI-interface worden gebruikt.
● Gesynchroniseerde weergave met digitale recorders en MIDI-sequencer
Dankzij MIDI kunt u de DR-880 synchroniseren met digitale recorders, zoals die van de BR-reeks, of met uw MIDI-sequencer. De weergave van een extern MIDI-toestel kunt u met de DR-880 ook opnemen.
● Aanslaggevoelige padsDe pads zijn aanslaggevoelig. U kunt het volume of de klank wijzigen naar gelang van de kracht waarmee u de pads aanslaat. Als u een patroon opneemt en u varieert de kracht waarmee u de pads aanslaat, dan kan dat een effect hebben op de sterkte (velocity) van de noten.
13
Bedieningspanelen
Voorpaneelfig.001-010
1. [GUITAR/BASS INPUT]-knopRegelt het niveau van de gitaar of bas die op de GUITAR/BASS INPUT is aangesloten.
2. PART LEVEL
[DRUM]-knopRegelt het volume van de drumpartij.
[BASS]-knopRegelt het volume van de baspartij.
3. [MASTER VOLUME]-knopRegelt het algemene volume van de DR-880.
4. SchermToont de huidige modus en instellingen.
5. VALUE-schijfOm de waarde van een instelling te regelen.
6. GUITAR/BASS INPUTGebruik deze knoppen voor een gitaar of bas die u op de “GUITAR/BASS INPUT”-jack hebt aangesloten.
[EFFECT]-toetsGebruik deze toets om het gitaar- of baseffect te selecteren, in of uit te schakelen of om de instellingen te wijzigen.
[TUNER]-toetsGebruik deze toets om uw gitaar/bas te stemmen.
7. [OUTPUT SETTING]-toetsMet deze toets regelt u het uitgangssignaal.
8. [SONG/PATTERN]-toetsSchakelt tussen song- en patroon-modus.
9.[KIT]-toetsMet deze toets selecteert u een drumkit.
11 2 3 11 4 5
67
8,9,1012,13,14,15,16
17,18,1920,21,2223,24,25
262728
29
30 3231
14
Bedieningspanelen
fig.001-010
10. [PAD]-toetsMet deze toets selecteert u een padbank.
11. [CURSOR]-toetsenMet deze toetsen verplaatst u de cursor.
12. [SHIFT]-toetsGebruik deze toets om de functie van de andere toetsen te wijzigen.
13. [DISPLAY]-toetsMet deze toets wijzigt u de inhoud van het “Pattern Play”- of “Song Play”-scherm.
14. [EDIT]-toetsGebruik deze toets om instellingen aan te passen.
15. [EXIT]-toetsGebruik deze toets om een Edit-scherm te verlaten.
16. [ENTER]-toetsGebruik deze toets om een selectie te maken of een waarde te bevestigen.
17. (Reset)-toetsHiermee keert u terug naar het begin van de song of het patroon.
18. (Rewind)-toetsOm terug te spoelen naar het begin van de song of het patroon.
19. (Fast-Forward)-toetsHiermee spoelt u verder door in de song of het patroon.
20. (Stop)-toetsBeëindigt de weergave van de song of het patroon.
21. (Play)-toetsStart de weergave van de song of het patroon.
22. [REC]-toets (opnametoets)Druk op deze toets om een patroon in real time op te nemen (p. 54).
23. [LOOP]-toetsSchakelt loop-weergave (p. 82) in of uit.
11 2 3 11 4 5
67
8,9,1012,13,14,15,16
17,18,1920,21,2223,24,25
262728
29
30 3231
15
Bedieningspanelen
24. [KEY]-toetsGebruik deze toets om de toonsoort van een song of patroon te wijzigen.
25. [TEMPO (TAP)]-toetsGebruik deze toets om het tempo van een song of patroon in te stellen.U kunt het tempo ook instellen door meermaals op deze toets te drukken. Tik lichtjes en regelmatig (de Tap-Tempofunctie).
26. [EZ COMPOSE]Druk op deze toetsen om de EZ-Composefuncties te gebruiken.
[PATTERN]-toetsGebruik deze toets om gemakkelijk patronen te creëren.
[CHORD PROGRESSION]-toetsGebruik deze toets om gemakkelijk akkoordenschema's toe te voegen.
[FILL IN]-toetsGebruik deze toets om gemakkelijk overgangen toe te voegen.
27. [GROOVE MODIFY]-toetsDruk op deze toets als u de Groove-Modifyfunctie wilt gebruiken.
28. [TSC]-toets (Total Sound Control)Gebruik deze toets om de TSC-patch in of uit te schakelen, of om de instellingen te wijzigen. (p. 30, p. 100)
29. PadsMet deze pads speelt u drum- en basklanken.
30. FAVORITEAan deze knoppen kunt u tachtig (20 banken x 4) van uw favoriete patronen/songs of gitaareffect-patches toewijzen.
1–4 toetsenDruk op een van deze toetsen om een patroon, song of gitaareffect-patch op te roepen.
[BANK]-toetsSelecteer een bank door deze knop ingedrukt te houden en op een pad te drukken.
31. PHONES-jack (hoofdtelefoon)Op deze jack kunt u een hoofdtelefoon aansluiten.
32. “GUITAR/BASS INPUT”-jackOp deze jack kunt u uw gitaar of bas aansluiten.
16
Bedieningspanelen
Achterpaneelfig.001-020
1. “AC IN”-aansluiting (adapter)Sluit hier de bijgeleverde adapter van de BRC-reeks aan.
Sluit enkel een BRC-adapter aan. Andere modellen kunnen defecten veroorzaken.
2. POWER-schakelaarDit is de power-schakelaar waarmee u de DR-880 in- en uitschakelt.
3. USB-connectorMet deze aansluiting kunt u de DR-880 via een USB-kabel op uw computer aansluiten.
4. MIDI-aansluitingen (IN/OUT)Deze aansluitingen ontvangen (IN) en versturen (OUT) MIDI-gegevens.Gebruik MIDI-kabels om het toestel op uw MIDI-sequencer of MIDI-klankmodule aan te sluiten.
5. “DIGITAL OUT”-uitgangDit is een coaxiale uitgang voor digitale geluidssignalen.Deze uitgang verstuurt dezelfde geluiden als de “MASTER OUT”-jacks.Sluit deze uitgang aan op uw digitale recorder.
6. CTL 1, 2 jackHier kunt u voetschakelaars aansluiten (FS-6 of FS-5U; worden apart verkocht) om allerlei functies van de DR-880 te bedienen.
7. “CTL 3, 4/EXP PEDAL”-jackHier kunt u voetschakelaars aansluiten (FS-6 of FS-5U; worden apart verkocht) of een zwelpedaal (Roland EV-5; wordt apart verkocht) aansluiten om allerlei functies van de DR-880 te bedienen.
8. “INDIVIDUAL A, B”-jacksAlleen de klanken die u bepaalt, komen uit deze uitgangen.
9. “MASTER OUT”-jacks R/L (MONO)Dit zijn de uitgangen van de geluidssignalen. Zowel jacks als RCA/cinch-aansluitingen zijn aanwezig.Als u jacks gebruikt en in mono werkt, sluit u uw toestel aan op de “L (MONO)”-uitgang.
10.KabelhaakWikkel de kabel van de bijgeleverde adapter rond deze haak. Als er per ongeluk aan de kabel wordt getrokken, blijft de stekker veilig in het toestel zitten en wordt de stroom niet onderbroken. Zo wordt bovendien schade aan de stekker van de adapter vermeden.
11. Veiligheidssleuf ( SECURITY LOCK)http://www.kensington.com/
1 2 3 5 7 64 8 9
10
11
17
Voor u begint te spelen
De DR-880 heeft geen versterker of luidsprekers. Om geluid te produceren, moet u een versterker, audiosysteem of hoofdtelefoon aansluiten.
Geluidskabels, MIDI-kabels, hoofdtelefoon en voetschakelaars worden niet meegeleverd. U kunt ze apart kopen bij uw dealer.
fig.002-010
Om defecten en/of schade aan luidsprekers of andere toestellen te voorkomen, moet u steeds het volume dicht zetten en alle toestellen uitschakelen alvorens ze aan te sluiten.
Het toestel aansluiten
Expression pedal�(Roland EV-5)
Stereo headphones
AC adaptor�(BRC-series)
Mixer, Guitar amp, etc.
Guitar�or�
Bass
Computer
Audio setDigital recorder etc.
Monitor speakers�(Powered)
Pad controller�etc.
MIDI sequencer�etc.
Foot switch (FS-6 etc.)
18
Voor u begint te spelen
* Om ongewenste stroomonderbrekingen te vermijden (als de stekker per ongeluk uit het toestel wordt getrokken) en om overmatige druk op de adapter te voorkomen, bevestigt u de stroomkabel met behulp van de kabelhaak, zoals op de afbeelding.
fig.002-020
1Voor u het toestel aansluit, moet u het volgende controleren:
• Hebt u de volumeregelaars van de DR-880 en de aangesloten versterker of andere apparaten op nul gezet?
• Hebt u de DR-880 en de aangesloten versterker of andere apparaten uitgeschakeld?
2Sluit uw versterker of audiosysteem (of hoofdtelefoon) aan zoals op het diagram.
Om de mogelijkheden van de DR-880 volledig te benutten, kunt u best een stereosysteem aansluiten.
Als met een monosysteem werkt, sluit het dan aan op de “OUTPUT L (MONO)”-jack van de DR-880.
■ Het toestel inschakelenWanneer alles is aangesloten (p. 17), zet u alle toestellen in de juiste volgorde aan. Door toestellen in de verkeerde volgorde aan te zetten, riskeert u defecten en/of schade aan luidsprekers en andere toestellen.
1Voor u het toestel inschakelt, controleert u het volgende:
• Is de DR-880 correct aangesloten op uw andere apparaten?• Hebt u het volume van de DR-880 en de aangesloten versterker of andere apparaten op
nul gezet?
2Zet de DR-880 aan met de POWER-schakelaar op het achterpaneel.
fig.002-030
Het toestel in- en uitschakelen
19
Voor u begint te spelen
Het volgende verschijnt op het scherm, en het toestel is klaar om te spelen. Het scherm dat nu verschijnt, wordt het “Pattern Play”-scherm genoemd.
fig.002-031d
Dit toestel is met een beveiligingscircuit uitgerust. Na het inschakelen duurt het eventjes (enkele seconden) voor het toestel in werking treedt.
3Schakel nu de versterker en andere aangesloten apparaten in.
4Druk op [ ].
Het toestel begint te spelen.
Luister naar de weergave en draai aan de [MASTER VOLUME]-knop en de [PART LEVEL (DRUM, BASS)]-knoppen om het volume van de DR-880 te regelen.
fig.002-040
Regel het volume op uw aangesloten versterker of audiosysteem.
5Druk op [ ] om de weergave te stoppen.
■ Het toestel uitschakelen
1Voor u het toestel uitschakelt, controleert u het volgende:
• Hebt u het volume van de DR-880 en de aangesloten versterker of andere apparaten op nul gezet?
2Schakel de versterker of het aangesloten audiosysteem uit.
3Schakel de DR-880 uit.
20
Voor u begint te spelen
Naar gelang van de plaats waar de DR-880 is opgesteld, is het scherm soms moeilijk te lezen. Als dat het geval is, kunt u het contrast van het scherm aanpassen.
fig.002-050
1Druk op [EDIT].
Het Edit-menu verschijnt op het scherm.fig.002-060d
2Verplaats de cursor met [CURSOR] / naar de optie “LCD” en druk op [ENTER].
De LCD-contrastinstellingen verschijnen op het scherm.fig.002-070d
3Gebruik de [VALUE]-schijf om het contrast te regelen (waarde: 1–16).
4Als u een waarde hebt ingesteld, drukt u op [EXIT].
Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de contrastwaarde wordt opgeslagen.
Als het contrast is opgeslagen, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
Het contrast van scherm regelen
2
2
41
3
21
Eerstekennismaking
22
De demosong beluisterenBeluister eerst de demosong, die de mogelijkheden van de DR-880 demonstreert.
fig.003-010
1Zorg ervoor dat het “Pattern Play”-scherm (p. 19) wordt weergegeven.
Is dat niet het geval, druk dan net zo vaak op [EXIT] tot het “Pattern Play”-scherm verschijnt.
2Houd [SONG] ingedrukt en druk op [KIT].
De DR-880 staat nu in demo-modus. De demosong begint.fig.003-020d
3Druk op [ ] om de demosong te stoppen.
Als u op [ ] drukt, gaat de weergave verder vanaf het punt waar u bent gestopt.Als de demosong ten einde is, start hij opnieuw van bij het begin.
* Er worden geen gegevens van deze muziek naar MIDI OUT gestuurd.
4Druk op [SONG/PATTERN] of [EXIT] om demo-modus te verlaten.
Alle rechten voorbehouden. Dit materiaal is enkel voor persoonlijk gebruik bestemd. Ongeoorloofd gebruik is een schending van de wet.
2
443
U kunt demo-modus selecteren als het “Pattern Play”-scherm of “Song Play”-scherm (p. 75) wordt weergegeven.
DR-880 Demo Song
Copyright © 2004BOSS Corporation
23
Ee
rs
te k
en
nis
ma
kin
g
Gebruik van de padsMet de pads kunt u de ingebouwde klanken van de DR-880 gebruiken.
fig.003-030
1Sla de pads aan.
U hoort de drumklanken (instrument) die aan de pads zijn toegekend.
Als u andere padbanken selecteert, kunt u met een en dezelfde pad verschillende instrumenten spelen.
2Druk op [PAD].
Druk op [PAD] om een padbank te selecteren. De geselecteerde padbank verschijnt op het scherm.
fig.003-031d
* Na enkele ogenblikken keert u automatisch van de padbank-instellingen naar het vorige scherm terug.
Druk op een pad om het instrument te bespelen dat aan die pad is toegewezen.
Klanken kiezen (een padbank kiezen)
1
2De pads zijn aanslaggevoelig. De kracht waarmee u een pad aanslaat, beïnvloedt het volume en de klank.
Een padbank is een reeks drumklanken die aan de twintig pads is toegewezen. Er zijn drie drumbanken: DRUM 1–3.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [PAD] om de bass pads te selecteren. Als u een pad aanslaat, hoort u een basklank. De toonhoogte stemt overeen met de noot die op de rechter bovenhoek van de pad is vermeld.
Voor meer details over padbanken, zie p. 41.
24
Patronen spelenDe DR-880 biedt 500 presetpatronen en 500 userpatronen.Om te horen hoe deze patronen klinken, doet u het volgende.
fig.003-040
1Druk op [SONG/PATTERN]. Op het scherm verschijnt “PATTERN”.
fig.003-050d
2Met de VALUE-schijf selecteert u het patroon dat u wilt spelen.
Behalve de presetpatronen 001-500 kunt u ook de userpatronen 001-500 selecteren.
Patronen selecteren en afspelen
Een “patroon” bestaat uit twee tot vier maten met ritmische gegevens die voor een repetitieve weergave zijn
Presetpatronen kunnen tijdelijk gewijzigd worden, maar u kunt een presetpatroon niet met uw wijzigingen overschrijven.
Userpatronen daarentegen kunnen aangepast en
1
43
2
Pattern mode Pattern name
Preset / User
Current�tempo
Current�key
Beat Position�(measure - beat)
Current chord�Next chord
Chord�progression
25
Patronen spelenE
er
ste
ke
nn
ism
ak
ing
* Als u aan de VALUE-schijf draait terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt, dan wijzigt de waarde in sprongen van tien.
* Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [SONG/PATTERN] om tussen Preset (P) en User (U) te schakelen.
3Druk op [ ].
Het geselecteerde patroon begint te spelen.
Tijdens de weergave kunt u aan de VALUE-schijf draaien om het patroon te kiezen dat erna gespeeld moet worden.De naam van het gekozen patroon wordt gemarkeerd.
Als het huidige patroon beëindigd is, begint het gekozen patroon te spelen.
* Als u tijdens het spelen op [CURSOR] / drukt, schakelt u over naar het vorige/volgende patroon, dat onmiddellijk begint te spelen.Dat is handig als u de patronen wilt beluisteren om een keuze te maken.
4Om de weergave te stoppen, drukt u op [ ].
Als u weer op [ ] drukt, gaat de weergave verder vanaf het punt waar u was gestopt.
Als u op [ ] drukt en dan op [ ], start de weergave weer bij het begin van het patroon.
De patronen van de DR-880 bestaan uit een “drumpartij” en een “baspartij”. De drumpartij speelt drums en percussieklanken, de baspartij speelt basklanken.
Voor meer informatie over presetpatronen, zie p. 156.
26
Patronen spelen
In dit deel leest u hoe u het tempo van het patroon wijzigt.fig.003-060
1Druk op [TEMPO (TAP)].
De tempoinstelling verschijnt op het scherm.fig.003-080d
2Gebruik de VALUE-schijf om het tempo aan te passen.
U kunt het tempo instellen met een waarde van 20 tot 260.U kunt het tempo ook instellen door met het gewenste interval op [TEMPO (TAP)] te tikken. Deze functie heet “tap tempo”.Druk minstens vier maal op [TEMPO (TAP)] met het interval van het gewenste tempo.Het tempo waarmee u de toets aanslaat, wordt ingesteld. Op het scherm ziet u de huidige tempoinstelling verschijnen.
* Na enkele ogenblikken keert u automatisch van de tempoinstelling naar het vorige scherm terug.
Het tempo regelen
1
2
27
Patronen spelenE
er
ste
ke
nn
ism
ak
ing
In dit deel leest u hoe u de toonsoort (of toonhoogte) van een patroon wijzigt. Deze functie heet “Key Shift”.
fig.003-090
1Druk op [KEY].
Het “Key Shift”-scherm verschijnt.fig.003-100d
2Regel de toonsoort met de VALUE-schijf.
Waarde: -12 – +12U kunt de toonsoort aanpassen in stappen van een halve toon over ± 1 octaaf.
* Na enkele ogenblikken keert u automatisch van de “Key Shift”-instelling naar het vorige scherm terug.
De toonsoort wijzigen
1
2
28
Patronen spelen
Zelfs als u hetzelfde patroon blijft gebruiken, kunt u de sfeer van het patroon (de manier waarop het wordt gespeeld) wijzigen door het patroon met andere instrumenten af te spelen.Probeer het maar: speel hetzelfde patroon met verschillende instrumenten. Selecteer nieuwe kits terwijl het patroon wordt afgespeeld.De DR-880 biedt 100 preset kits en 100 user kits die u zelf kunt instellen.
fig.003-110
1Druk op [ ] om de weergave van het patroon te starten.
2Druk op [KIT].
De kitinstellingen verschijnen op het scherm.fig.003-111d
3Selecteer een kit met de VALUE-schijf.
Probeer verschillende kits en beluister de verschillende klanken.
Patronen met andere klanken afspelen (kits selecteren)
Een “kit” bestaat uit een verzameling van zestig slagwerkinstrumenten en één basklank.
Preset kits kunnen tijdelijk gewijzigd worden, maar u kunt een preset kit niet met uw wijzigingen overschrijven.
User kits daarentegen kunnen aangepast en overschreven
2
14
3
Kit number
29
Patronen spelenE
er
ste
ke
nn
ism
ak
ing
Behalve de preset kits P001-P100 kunt u ook de user kits U001-U100 selecteren.
* Als u aan de VALUE-schijf draait terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt, dan wijzigt de waarde in sprongen van tien.
* Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [KIT] om tussen Preset (P) en User (U) te schakelen.
4Om de weergave te stoppen, drukt u op [ ].
• Voor meer details over kits, zie p. 40.
• Voor meer informatie over preset kits, zie p. 154.
• Als u de kitinstellingen wilt wijzigen, lees dan eerst “Hoofdstuk 7 Een originele kit samenstellen (Kit Edit)”
30
Patronen spelen
Total Sound Control (TSC) is een functie waarmee u de klankeigenschappen en ambience kunt beïnvloeden.De klank- en ambience-instellingen worden opgeslagen in “TSC-patches”. Zo kunt u de klankeigenschappen en ambience wijzigen door gewoon een andere patch te selecteren.De DR-880 biedt 20 preset TSC-patches en 20 user TSC-patches.
fig.003-330
1Druk op [ ] om de weergave van het patroon te starten.
2Druk op [TSC].
De TSC-instellingen verschijnen op het scherm.fig.003-340d
3Selecteer een TSC-patch met de VALUE-schijf.
Probeer verschillende TSC-patches uit en beluister de verschillende klanken.
Klankeigenschappen aanpassen met de TSC-functie
Preset patches kunnen tijdelijk gewijzigd worden, maar u kunt een preset patch niet met uw wijzigingen overschrijven.
User patches daarentegen kunnen aangepast en overschreven worden.
3
2
Patch number
31
Patronen spelenE
er
ste
ke
nn
ism
ak
ing
Behalve de preset patches P01-P20 kunt u ook de user patches U01-U20 selecteren.
* Als u aan de VALUE-schijf draait terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt, dan wijzigt de waarde in sprongen van tien.
* Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [TSC] om tussen Preset (P) en User (U) te schakelen.
* Telkens als u op [TSC] drukt, schakelt u de TSC-functie aan (de toets brandt) of uit (de toets dooft).
• Voor meer details over TSC, zie p. 42.
• Voor meer informatie over preset patches, zie p. 155.
• Als u de instellingen van de TSC-patches wilt wijzigen, lees dan eerst “Hoofdstuk 6 De TSC-instellingen bewerken” (p. 99).
32
Op uw gitaar/bas meespelen met patronenIn dit deel leest u hoe u uw gitaar/bas op de DR-880 aansluit en met patronen meespeelt.
fig.003-150
1Sluit uw gitaar/bas aan op de “GUITAR/BASS INPUT”-jack. (p. 15)
2Selecteer een patroon (p. 24) en druk op [ ] om de weergave te starten.
3Speel op uw gitaar/bas.
4Regel het volume van uw gitaar/bas met de [GUITAR/BASS INPUT]-knop.
2
4
1
• U kunt de stemfunctie van de DR-880 gebruiken om uw gitaar/bas te stemmen. Voor meer details, zie “Uw gitaar/bas stemmen” (p. 90).
• U kunt een zwelpedaal aansluiten op de “CTL 3, 4/EXP PEDAL”-jack op het achterpaneel en hiermee het volume van uw gitaar/bas regelen. Voor meer details, zie “Een zwelpedaal als volumepedaal gebruiken” (p. 91).
33
Op uw gitaar/bas meespelen met patronenE
er
ste
ke
nn
ism
ak
ing
De DR-880 biedt talrijke effecten voor gitaar/bas en een brede waaier aan “effect-patches” (instellingen voor deze effecten).In dit deel leest u hoe u een effect-patch selecteert uit de 50 preset patches en 50 user patches, en hoe u deze effecten met uw gitaar/bas gebruikt.
fig.003-160
1Druk op [EFFECT].
Het “Guitar Effects”-scherm verschijnt.fig.04-050d
2Selecteer een patch met de VALUE-schijf.
Probeer verschillende effect-patches uit en beluister de verschillende klanken.
Behalve de preset patches P01-P50 kunt u ook de user patches U01-U50 selecteren.
De speciale gitaar/bas-effecten gebruiken
1
2
Preset patches kunnen tijdelijk gewijzigd worden, maar u kunt een preset patch niet met uw wijzigingen overschrijven.
User patches daarentegen kunnen aangepast en overschreven worden.
Patch number
34
Op uw gitaar/bas meespelen met patronen
* Als u aan de VALUE-schijf draait terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt, dan wijzigt de waarde in sprongen van tien.
* Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [EFFECT] om tussen Preset (P) en User (U) te schakelen.
* Telkens als u op [EFFECT] drukt, schakelt u het effect aan (de toets brandt) of uit (de toets dooft).
• Voor meer details over effect-patches, zie p. 43.
• Voor meer informatie over preset patches, zie p. 155.
• Als u de instellingen van de effect-patches wilt wijzigen, lees dan eerst “Een effect-patch bewerken (Patch Edit)” (p. 86).
35
Hoofdstuk 1Een overzicht
van de DR-880Dit hoofdstuk verklaart de algemene structuur van de DR-880 en legt de basisfuncties uit. Lees dit hoofdstuk om een algemeen overzicht van de DR-880 te krijgen.
36
DR-880 Applicatiegids (van het creëren tot het afspelen van patronen)
EZ Compose (p. 68)Groove Modify (p. 71)Opname in real time of stap voor stap(p. 52)
Kits selecteren en wijzigen (p. 53, p. 106)Een TSC-patch selecterenen wijzigen (p. 53, p. 100)
Een song creëren (p. 76)Een loop bewerken (p. 82)
Patches selecteren (p. 86)Een user patch creëren (p. 86)
Een patroon afspelen (p. 50)Een song afspelen (p. 81)Uw gitaar/bas bespelen (p. 32)Voetschakelaars gebruiken (p. 121)Een zwelpedaal gebruiken (p. 91)
Digitale output (p. 119)Gesynchroniseerde weergave (p. 128)FAVORITE-functie (p. 116)
Spelen en opnemen
Klanken kiezen
Gebruik vangitaareffecte
Patronen creëren
Een song creëren
Creëer een origineel patroon en speel mee met uw gitaar/bas
Creëer een originele song voor een concert of opname
37
DR-880 Applicatiegids (van het creëren tot het afspelen van patronen)H
stuk 1Met de EZ Compose functie kunt u gemakkelijk originele patronen creëren. U kunt ook akkoordenschema's en fill-ins toevoegen.Met de Groove Modify functie kunt u de patronen die u creëert een ander ritmisch gevoel geven.Natuurlijk kunt u ook patronen creëren door ze in real time of stap voor stap op te nemen. U kunt patronen bewerken en zelfs individuele noten wijzigen.Via een USB-verbinding kunt u kunt SMF-data van uw computer importeren en als een patroon gebruiken.
Selecteer een kit met de klanken van de instrumenten die u wilt gebruiken. Verder kunt u ook een TSC-patch selecteren om de algemene klank en ambience te beïnvloeden (TSC = Total Sound Control). U kunt ook de kit en TSC-patch voor elk patroon instellen.U kunt kits en TSC-patches bewerken en opslaan als user kits en user patches.
U kunt een song creëren door de afgewerkte patronen in de gewenste volgorde te plaatsen.Met loop-instellingen kunt u een bepaald stuk van uw song herhaaldelijk afspelen.
U kunt gitaareffecten gebruiken terwijl u gitaar of bas speelt.U kunt de preset patches gebruiken, maar u kunt ook user patches creëren en opslaan.
U kunt uw afgewerkte patronen of songs afspelen en met uw gitaar of bas meespelen via de “GUITAR/BASS INPUT”-jack. Met een voetschakelaar kunt u bv. de start/stop-functie bedienen, en met een zwelpedaal kunt u het gitaarvolume regelen of een wah-wah-effect bekomen.Het geluid van de DR-880 en van een aangesloten gitaar/bas wordt via DIGITAL OUT als een digitaal signaal verstuurd, zodat u het met een digitale recorder kunt opnemen.De weergave van de DR-880 kan via MIDI gesynchroniseerd worden met een MIDI-sequencer of digitale recorder.Bovendien kunt u uw favoriete patronen, songs of gitaareffect-patches aan de FAVORITE-toetsen toewijzen, zodat u ze tijdens het spelen onmiddellijk kunt oproepen.
Patronen creëren
Klanken kiezen
Een song creëren
Gitaareffecten gebruiken
Spelen en opnemen
38
Patronen en songs
PatronenEen “patroon” bestaat bij de DR-880 uit twee tot vier maten ritmische gegevens die ontworpen zijn om repetitief afgespeeld te worden.Een patroon heeft de volgende structuur.fig.01-010
DrumpartijDit is de partij met drumklanken (zoals hi-hat en snaardrum) en percussieklanken (zoals koebel en conga).
BaspartijDit is de partij van de bas (basklank).
AkkoordenschemaDit is het akkoordenschema voor de baspartij.
Fill-inDeze instelling voegt tijdens de weergave een fill-in toe.U kunt een fill-in patroon kiezen uit de fill-in bibliotheek (p. 60). Op de opgegeven plek wordt dan een fill-in gespeeld.
TempoDeze instelling bepaalt het weergavetempo van het patroon.
KitDeze instelling bepaalt met welke kit (p. 40) de drumpartij wordt gespeeld.
TSCDeze instelling bepaalt welke TSC-patch (p. 42) wordt gebruikt.
Naam van het patroonU kunt elk patroon een naam van maximaal veertien tekens geven.
2 3 4
Am7 F Dm7 G
11
Tempo Kit TSCPattern name
P500
2 3 4
Am7 F Dm7 G
1
P002
2 3 4
Drum part
Bass part
Chord�progression Am7 F Dm7 G
Fill in
1Measure
Tempo Kit TSCPattern name
P001
2 3 4
Am7 F Dm7 G
1
Tempo Kit TSCPattern name
U500
2 3 4
Am7 F Dm7 G
1
U002
2 3 4
Drum part
Bass part
Chord�progression Am7 F Dm7 G
Fill in
1
Tempo Kit TSCPattern name
U001
Preset pattern (P001–P500) User pattern (U001–U500)
Measure
Measure
Measure
39
Patronen en songsH
stuk 1
■ Conversie van akkoorden (Arrange)
De DR-880 heeft een “Arrange”-functie.Deze functie converteert de basgegevens zodat ze overeenstemmen met de akkoorden die in het akkoordenschema zijn opgegeven.Ook al blijft de baspartij gewoon doorlopen, dan zullen veranderingen in het akkoordenschema of de opgegeven akkoorden de baspartij toch wijzigen.
fig.01-011
SongsBij de DR-880 bestaat een “song” uit patronen die in de gewenste volgorde zijn geplaatst voor een complete compositie.Een song heeft de volgende structuur.fig.01-020
PatroonGeef de patronen op in de gewenste volgorde.
TempoDeze instelling bepaalt het weergavetempo van het song. Elk patroon in de song heeft ook een specifiek weergavetempo, maar u kunt kiezen of u de song afspeelt met het tempo dat voor elk patroon apart is ingesteld of met het tempo voor de hele song.
KitDeze instelling bepaalt met welke kit (p. 40) de song wordt gespeeld. Elk patroon in de song heeft ook een eigen kit, maar u kunt kiezen of u de song afspeelt met de kit die voor elk patroon apart is ingesteld of met de kit voor de hele song.
TSCDeze instelling bepaalt welke TSC-patch (p. 42) voor de song wordt gebruikt. Elk patroon in de song heeft ook een specifieke TSC-patch, maar u kunt kiezen of u de song wilt afspelen met de TSC-patch die voor elk patroon apart is ingesteld of met de TSC-patch voor de hele song.
Original performance data
performed with the original�performance data transposed
A 7A m7 A -- (N.C)
Arrange: On
Rec. Key: C
Song (U001–U100)
2 3 4
U001 U002 U003 U004
1
Tempo Kit TSCSong name
U100
2 3 4
U001 U002 U003 U004
1
U002
2 3 4
Pattern U001 U002 U003 U004
1
Tempo Kit TSCSong name
U001
Step
40
Patronen en songs
KitsDe DR-880 bevat 440 instrumenten (drumklanken) en 40 bassen (basklanken). Reeksen van telkens zestig instrumenten en één bas zijn opgeslagen als “kits”.Voor elke kit kunt u ook een insert-effect kiezen.fig.01-030
● De DR-880 bevat 100 preset kits en 100 user kits die u zelf kunt aanpassen.
● Elk patroon onthoudt het kitnummer dat bij het creëren van dat patroon werd gebruikt.Als u patronen speelt, krijgt u dus soms ook een andere kit zodra u een volgend patroon start.
Insert-effectVoor elke kit kunt u “insert-effecten” kiezen, die rechtstreeks op de instrumenten en bas worden toegepast.
Insert-effecten voor instrumentenAparte equalizer- en compressoreffecten zijn beschikbaar voor basdrum, snaardrum en andere instrumenten. Zo kunt u effecten toepassen die voor het specifieke karakter van het instrument geschikt zijn.
Insert-effecten voor de basklankHet toestel biedt compressoreffecten en een simulator van een basversterker.
001002003004
�
��
438439440
001002
040
Instrument
Preset kit�(P001–P100)
Bass tone
12
P100
20
20
12
20
12
DRUM 1
DRUM 2
DRUM 3
BASS
Insert Effect• KICK�• SNARE
• OTHERS�• BASS
12
P002
20
20
12
20
12
DRUM 1
DRUM 2
DRUM 3
BASS
• KICK�• SNARE
• OTHERS�• BASS
12
P001
20
20
12
20
12
DRUM 1
DRUM 2
DRUM 3
BASS
Insert Effect• KICK�• SNARE
• OTHERS�• BASS
User kit�(U001–U100)
12
U100
20
20
12
20
12
DRUM 1
DRUM 2
DRUM 3
BASS
Insert Effect• KICK�• SNARE
• OTHERS�• BASS
12
U002
20
20
12
20
12
DRUM 1
DRUM 2
DRUM 3
BASS
• KICK�• SNARE
• OTHERS�• BASS
12
U001
20
20
12
20
12
DRUM 1
DRUM 2
DRUM 3
BASS
Insert Effect• KICK�• SNARE
• OTHERS�• BASS
41
Patronen en songsH
stuk 1
PadbankDe instrumenten (drumklanken) van een kit zijn georganiseerd in drie groepen met elk twintig instrumenten.Deze groepen worden “padbanken” genoemd.fig.01-040
Druk op [PAD] om een padbank (DRUM 1–3) te selecteren. De geselecteerde padbank verschijnt op het scherm.Druk op een pad om het instrument te bespelen dat aan die pad is toegewezen.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [PAD] om de baspads te selecteren. Als u een pad aanslaat, hoort u een basklank. De toonhoogte stemt overeen met de noot die op de rechter bovenhoek van de pad is vermeld.Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [PAD] drukt om “BASS -1” te selecteren, speelt u de noten een octaaf lager. Selecteer “BASS +1” om de noten een octaaf hoger te spelen.
Kit 16�
11�
6�
1
17�
12�
7�
2
18�
13�
8�
3
19�
14�
9�
4
20�
15�
10�
5
DRUM 1
16�
11�
6�
1
17�
12�
7�
2
18�
13�
8�
3
19�
14�
9�
4
20�
15�
10�
5
DRUM 2
16�
11�
6�
1
17�
12�
7�
2
18�
13�
8�
3
19�
14�
9�
4
20�
15�
10�
5
DRUM 3
BASS BASS +1BASS -1
12
U001
20
20
12
20
12
DRUM 1
DRUM 2
DRUM 3
BASS
Insert Effect• KICK�• SNARE
• OTHERS�• BASS
De maximale polyfonieDe DR-880 heeft een maximale polyfonie van 32 noten (stemmen). Sommige basklanken gebruiken twee stemmen als u één noot speelt. Als u een dergelijke basklank gebruikt, is de maximale polyfonie minder dan 32 noten.Voor meer details over het aantal stemmen dat elk instrument gebruikt, zie p. 153.
42
Patronen en songs
Over TSC (Total Sound Control)Total Sound Control (TSC) is een functie waarmee u de eigenschappen en ambience van het totaalgeluid kunt beïnvloeden.
TSC biedt een “stereo driebands-equalizer” om het totaalgeluid te regelen en een “ambience/reverb”-effect om de galm van het totaalgeluid aan te passen.De instellingen voor deze twee effecten worden opgeslagen in een “TSC-patch”. Met TSC-patches verkrijgt u gemakkelijk verschillende sounds, van een natuurlijk omgevingsgeluid tot allerlei soorten galm van grote ruimtes of hallen.
TSC heeft de volgende structuur.fig.01-050
● De DR-880 biedt twintig preset TSC-patches en nog eens twintig user TSC-patches om uw eigen instellingen op te slaan.
● U kunt een preset patch tijdelijk wijzigen, maar u kunt een preset patch niet met uw wijzigingen overschrijven. User patches kunt u onbeperkt aanpassen en overschrijven.
Kit
STEREO�EQ
AMBIENCE /�REVERB
U20
STEREO�EQ
AMBIENCE /�REVERB
U02
STEREO�EQ
AMBIENCE /�REVERB
U01
STEREO�EQ
AMBIENCE /�REVERB
P20
STEREO�EQ
AMBIENCE /�REVERB
P02
STEREO�EQ
AMBIENCE /�REVERB
P01
Preset patch (P01–P20)
User patch (U01–U20)
TSC
OUT LOUT R
Rev. Send LRev. Send R
12
U001
20
20
12
20
12
DRUM 1
DRUM 2
DRUM 3
BASS
Insert Effect• KICK�• SNARE
• OTHERS�• BASS
43
Hstuk 1
Gitaar/bassectieDe DR-880 biedt een gitaar/bas-ingang, zodat u op uw gitaar/bas met het ritme kunt meespelen.Op de gitaar/bas kan een apart effect worden toegepast.fig.01-060
GitaareffectenDe DR-880 bevat talrijke effecten die speciaal voor gitaar/bas zijn gecreëerd. De gebruikte effecttypes en de manier waarop ze verbonden zijn, worden bepaald door verschillende “algoritmes”.Drie algoritmes zijn beschikbaar: Guitar Multi, Bass Multi en Acoustic Multi.
Guitar MultiDit is een multi-effect voor elektrische gitaar.
Bass MultiDit is een multi-effect voor basgitaar.
Acoustic MultiDit is een multi-effect voor akoestische gitaar.
De volgorde waarin de effecten (FX) zijn verbonden, verandert naar gelang van het effect dat is geselecteerd.
Elk effect in het algoritme heeft verschillende parameters (naar analogie met de knoppen van een effectapparaat) die u kunt instellen om de sound te regelen. Het algoritme en de parameterinstellingen voor elk effect worden samen opgeslagen als een “effect-patch”.Als u een nieuwe effect-patch kiest, veranderen in één klap de effectencombinatie, de status van deze effecten (aan/uit) en hun parameterwaarden. Dit betekent dat u onmiddellijk een compleet nieuw geluid verkrijgt.Effect-patches zijn als volgt georganiseerd.
Preset patches 1–50U kunt de instellingen van preset patches tijdelijk wijzigen, maar u kunt uw wijzigingen niet opslaan.
User patches 1–50Deze patches kunt u onbeperkt aanpassen en overschrijven.
• Patch name�• Effect On/Off�• Effect type (Algorithm)�• Patch level�• Setting for each effect
U50
User patch (U01–U50)
U02U01
• Patch name�• Effect On/Off�• Effect type (Algorithm)�• Patch level�• Setting for each effect
P50
P02
Preset patch (P01–P50)
• Patch name�• Effect On/Off�• Effect type (Algorithm)�• Patch level�• Settings for each effect��
P01
OUTPUT�SETTING
MASTER�OUT
INDIVIDUAL�OUT
Guitar effect
Pattern/Song
44
Signal flow (tot de output van het geluid)Het volgende diagram toont de signal flow van de drumpartij, baspartij en het geluid van de GUITAR/BASS INPUT, tot op het punt waar het signaal de audio output van de DR-880 bereikt.fig.01-100
OUTPUTSETTING
MASTER�OUT
DIGITAL�OUT
INDIVIDUAL�OUT Kit
Individual
Rev. SendDirect / Insert effect TSC
Guitareffect
Keypad
Insert effect
KICK
SNARE
OTHERS
INDIVIDUAL
DIRECT
Reverb Send LevelDrum part
Keypad
Insert effect
BASS
INDIVIDUAL
DIRECT
Bass part Reverb Send Level
45
Signal flow (tot de output van het geluid)H
stuk 1
UitgangenDe DR-880 biedt de volgende uitgangen: “MASTER OUT”, “INDIVIDUAL A/B” en “DIGITAL OUT”.
MASTER OUTDeze uitgangen versturen het geluid van de drumpartij, de baspartij en de GUITAR/BASS INPUT.
INDIVIDUAL A/BDeze uitgangen kiest u als u alleen specifieke geluiden wilt versturen.
DIGITAL OUTDeze uitgang verstuurt een digitaal audiosignaal dat identiek is aan de output van MASTER OUT.
Met de outputinstellingen (Out Assign: p. 107–p. 111) bepaalt u voor elk instrument of het de insert-effecten gebruikt en of het via de “MASTER OUT”- of “INDIVIDUAL”-uitgangen wordt verstuurd.
Output-instellingenOutput-instellingen zijn de laatste aanpassingen voor het geluid via MASTER OUT wordt verstuurd.
● Gebruik “Output Select” om de output te optimaliseren voor het toestel dat op MASTER OUT is aangesloten (bv. een versterker of audiosysteem).
● Regel het niveau van het audiosignaal dat via DIGITAL OUT wordt verstuurd.
● Gebruik de tweebands-equalizer om de laatste aanpassingen te maken voor het geluid wordt verstuurd.
● Regel het volume van de ambience.
● Stel de uitgang in voor de GUITAR/BASS INPUT en specificeer welk apparaat op de uitgang is aangesloten.
46
Typische handelingen en meldingen
Een padbank selecterenPadbankDruk op [PAD] om een padbank (DRUM 1–3) te selecteren. De geselecteerde padbank verschijnt op het scherm.fig.01-110d
* Na enkele ogenblikken keert u automatisch van de padbank-instellingen naar het vorige scherm terug.
Sla een pad aan om het instrument te bespelen dat aan die pad is toegewezen.
BaspadHoud [SHIFT] ingedrukt en druk dan op [PAD] om de baspads te selecteren. Als u een pad aanslaat, hoort u een basklank. De toonhoogte stemt overeen met de noot die op de rechter bovenhoek van de pad is vermeld.fig.01-120d
● Kies BASS -1 om de basklank een octaaf lager te spelen.
● Kies BASS +1 om de basklank een octaaf hoger te spelen.
* Na enkele ogenblikken keert u automatisch van de baspad-instellingen naar het vorige scherm terug.
De cursor verplaatsenAls u een instelling kunt aanpassen, ziet u de cursor als gemarkeerde tekst (negatief beeld) op het scherm. Als u een pictogram kiest, verschijnt de cursor in de vorm van een kader rond het pictogram.fig.01-130d
Als er verschillende instellingen op het scherm verschijnen, gebruikt u de [CURSOR]-toetsen om de cursor te verplaatsen naar de instelling die u wilt aanpassen.Als u een [CURSOR]-toets ingedrukt houdt, blijft de cursor verder bewegen.
Bladeren tussen schermen
Als het symbool “ ” of “ ” aan de linker- of rechterkant van het scherm verschijnt, is dat omdat niet alle informatie op het scherm paste.
Druk op [CURSOR] om het scherm aan de
linkerkant te zien of [CURSOR] om het scherm aan de rechterkant weer te geven.fig.01-140d
Cursor
Cursor
47
Typische handelingen en meldingenH
stuk 1
Als de symbolen “ ” of “ ” aan de linkerkant van het scherm verschijnen, was er niet voldoende ruimte om alle parameters te tonen. Bijkomende parameters bevinden zich hoger of lager.
Gebruik de [CURSOR] / toetsen om de bovenste of onderste items te zien.fig.01-150d
Een waarde aanpassenDraai aan de VALUE-schijf om de geselecteerde waarde aan te passen.Om een waarde sneller aan te passen, houdt u [SHIFT] ingedrukt terwijl u aan de VALUE-schijf draait.
Voorbeeld: een patch kiezen
VALUE-schijf:P001 → P002 → P003 → P004 → P005 → ...
[SHIFT] + VALUE-schijf:P001 → P011 → P021 → P031 → P041 → ...fig.01-160d
Het Play-schermU kunt de inhoud van het “Pattern Play”- of “Song Play”-scherm aanpassen (het normale weergavescherm).
“Pattern Play”-schermDruk op [DISPLAY] om een van de volgende opties te kiezen.fig.02-040
● Voor meer details over de inhoud van het scherm, zie p. 51.
“Song Play”-schermDruk op [DISPLAY] om een van de volgende opties te kiezen.fig.03-171
● Voor meer details over de inhoud van het scherm, zie p. 83.
Chord progression display (4 measures x 3 lines)
Chord progression display (2 measures x 3 lines)
Chord progression display (1 measure x 3 lines)
Pattern display
Chord progression display (4 measures x 3 lines)
Chord progression display (2 measures x 3 lines)
Chord progression display (1 measure x 3 lines)
Playback pattern display
48
49
Hoofdstuk 2Patronen
(afspelen, opnemen, bewerken)Pattern Mode dient om patronen te spelen, te creëren en te bewerken.Als het Play-scherm wordt weergegeven en het afspelen is gestopt, drukt u op [SONG/PATTERN]. Op het scherm verschijnt “PATTERN”.
50
Een patroon spelen1. Met de VALUE-schijf selecteert u het
patroon dat u wilt spelen.
* Als een bewerkt patroon nog niet is opgeslagen, dan verschijnt de boodschap “Cancel edit?” op het scherm. Als u het patroon wilt bewaren, drukt u op [EXIT] en voert u de Write-procedure uit (p. 65). Als u het niet wilt bewaren, drukt u op [ENTER].
Behalve de presetpatronen 001-500 kunt u ook de userpatronen 001-500 selecteren.
* Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [SONG/PATTERN] om tussen Preset (P) en User (U) te schakelen.
2. Druk op [ ].Het geselecteerde patroon begint te spelen.
❍ Tijdens de weergave kunt u aan de VALUE-schijf draaien om het patroon te kiezen dat erna gespeeld zal worden. De naam van het gekozen patroon wordt gemarkeerd.Als het huidige patroon is beëindigd, begint het gekozen patroon te spelen.
3. Om de weergave te stoppen, drukt u op
[ ].
❍ Als u weer op [ ] drukt, gaat de weergave verder vanaf het punt waar u was gestopt.
❍ Als u op [ ] drukt en dan op [ ], start de weergave weer bij het begin van het patroon.
Het tempo regelen1. Druk op [TEMPO (TAP)].
De tempoinstelling verschijnt op het scherm.fig.02-020d
2. Regel het tempo met de VALUE-schijf.Het tempo heeft een bereik van 20 tot 260.
* Na enkele ogenblikken keert u automatisch van de tempoinstelling naar het vorige scherm terug.
■ Het tempo instellen met Tap Tempo
U kunt het tempo ook instellen door met het gewenste interval op [TEMPO (TAP)] te tikken. Deze functie heet “Tap Tempo”.
1. Druk minstens vier maal op [TEMPO (TAP)] met het gewenste tempo.Het tempo waarmee u op de toets tikt, wordt ingesteld. Op het scherm verschijnt de huidige tempoinstelling.
* Na enkele ogenblikken keert u automatisch van de tempoinstelling naar het vorige scherm terug.
De toonsoort wijzigenU kunt de toonsoort wijzigen waarin een patroon wordt afgespeeld. Dit wordt de “Key Shift”-functie genoemd.
1. Druk op [KEY].Het “Key Shift”-scherm verschijnt.
fig.02-030d
2. Regel de toonsoort met de VALUE-schijf.Waarde: -12 – +12U kunt de toonsoort aanpassen in stappen van een halve toon over ± 1 octaaf.
* Na enkele ogenblikken keert u automatisch van de “Key Shift”-instelling naar het vorige scherm terug.
51
Een patroon spelenH
stuk 2
De schermweergave wijzigenIn het patroonscherm kunt u kiezen tussen “weergave van het akkoordenschema” (4 maten x 3 lijnen / 2 maten x 3 lijnen / 1 maat x 3 lijnen) en “weergave van het patroon”.
1. Druk op [DISPLAY].Druk herhaaldelijk op de toets om de verschillende opties voor de schermweergave te zien:
fig.02-040
■ Weergave van het akkoordenschema
fig.02-050d
(1) Pattern mode
(2) Nummer van het patroon
(3) Huidig tempo
(4) Huidige toonsoort
(5) Naam van het patroonEen “*” voor de naam van het patroon betekent dat het patroon werd bewerkt.
(6) Maatsoort
(7) Maat – telGeeft de huidige positie aan.
(8) Huidig akkoord → Volgend akkoordHet huidige en volgende akkoord worden gedetailleerd weergegeven.
(9) AkkoordenschemaToont het akkoordenschema van het patroon. De cursor beweegt verder tijdens het afspelen en duidt de maat aan die wordt afgespeeld.Druk op [DISPLAY] om de gewenste weergave voor het akkoordenschema te kiezen: “4 maten x 3 lijnen”, “2 maten x 3 lijnen” of “1 maat x 3 lijnen”. Als minder maten op het scherm verschijnen, wordt het akkoordenschema met meer details weergegeven.
fig.02-060d
■ Weergave van het patroonfig.02-070d
(10) StapEen raster toont ● symbolen met de timing van belangrijke instrumenten (hi-hat, snaardrum, basdrum) en de timing van de basnoten.De schermweergave verandert tijdens het afspelen.
Chord progression display (4 measures x 3 lines)
Chord progression display (2 measures x 3 lines)
Chord progression display (1 measure x 3 lines)
Pattern display
(1)(2)
(3) (4) (6) (7) (8)
(5)
(9)
4 measures�x 3 lines
2 measures�x 3 lines
1 measure�x 3 lines
(1)(2) (6) (7)
(3) (4) (10)
(5)
52
Een patroon opnemen
Opnemen in real time en stap voor stapIn real time opnemenIn deze methode slaat u de pads aan terwijl u een metronoom hoort. Wat u speelt, wordt precies op die manier als een patroon opgenomen. Als de timing waarmee u de pads aanslaat niet perfect is, kunt u de Quantize-functie gebruiken om de timing te corrigeren.
Stap voor stap opnemenIn deze methode geeft u de timing (stap) en het volume aan waarmee elke noot weerklinkt. Vervolgens speelt u de noten een voor een. Als u zich niet zeker genoeg voelt om een patroon in real time op te nemen, biedt stap-voor-stap opnemen een gemakkelijke manier om een accuraat patroon te creëren.U kunt ook een opname in real time en stap voor stap combineren om een patroon te creëren.Een patroon dat u in real time hebt opgenomen, kunt u bijvoorbeeld stap voor stap bewerken. Of u kunt de basis van een patroon stap voor stap opnemen en vervolgens in real time bijkomende klanken toevoegen.
Voor u begint te op te nemenHier volgt de procedure om een patroon op te nemen.fig.02-170
De instellingen voor Key Shift (patrooninformatie: p. 53) en Chord Progression (p. 58) worden bij de opname van patronen genegeerd.
<1> Selecteer het userpatroon dat u wilt opnemen1. Open het patroonscherm.
2. Selecteer een userpatroon met de VALUE-schijf (001–500).
U kunt eventueel ook een reeds opgenomen patroon wissen en overschrijven. Zie “Een patroon wissen” (p. 66).
<1> Select the user pattern you want to record
<2> Make basic settings for the pattern
<5> Recording a fill-in
<4> Recording a chord progression
<3-1> �Realtime-record�
the pattern
<3-2> �Step-record�the pattern
53
Een patroon opnemenH
stuk 2
<2> De basisopties van het patroon selecterenHier bepaalt u de basisinstellingen van het patroon, zoals de maatsoort, het aantal maten en het tempo.
* Deze instellingen kunt u na de opname nog wijzigen.
1. Druk op [EDIT] in het patroonscherm.Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
2. Verplaats de cursor naar het “PATTERN”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Pattern Edit”-menu verschijnt.
fig.02-180d
3. Verplaats de cursor naar het “INFO”-pictogram en druk op [ENTER].De patrooninformatie verschijnt op het scherm.
fig.02-190d
4. Verplaats de cursor naar de parameter die u wilt bewerken en kies een waarde met de VALUE-schijf.
Stel Key en Rec Key correct in. Als u deze opties fout instelt, wordt het patroon in sommige situaties in de verkeerde toonsoort afgespeeld:
• als u de baspartij met een akkoordenschema (p. 58) arrangeert;
• Als u EZ Compose gebruikt om een patroon met de Current data te creëren (p. 68) en een akkoordenschema toevoegt met Current of USER PATTERN data (p. 69).
Parameter/Bereik Verklaring
Beat2/4–8/4, 4/8–16/8 Maatsoort
Measures1–999 Aantal maten
* Als u na de opname het aantal maten verhoogt, wordt een overeenkomstig aantal lege maten aan het einde toegevoegd. Als u het aantal maten verlaagt, worden de verwijderde maten niet afgespeeld.
Tempo20–260 Tempo
Arrange
OFF, ON Bepaalt of de Arrange-functie voor de baspartij is ingeschakeld.
OFF:Gebruik deze optie als u de opname ongewijzigd wilt afspelen. De Arrange-functie is uitgeschakeld.
ON:De Arrange-functie arrangeert het opgenomen stuk volgens het geselecteerde akkoordenschema.
Key
-, C–B, Cm–Bm De toonsoort bij het afspelen van het patroon.
* De toonsoort aan de linkerkant van het scherm is de toonsoort nadat Key Shift werd toegepast.
(Voorbeeld)Als de toonsoort Am is en de waarde van Key Shift is +2, dan verschijnt “Bm” op het scherm.
Rec.Key
C–B, Cm–Bm Toonsoort bij de opname van de baspartij
* Als u bij de opname de toonsoort instelt, dan wordt de baspartij met deze instelling gearrangeerd.
Key Shift
-12–+12 Transponeert de weergave in stappen van een halve toon.
Kit NumberP001–P100, U001–U100
Nummer van de kit waarmee dit patroon wordt gespeeld
TSC-schakelaarOFF, ON TSC aan/uit
TSC NumberP01–P20, U01–U20
Nummer van de gebruikte TSC-patch
Parameter/Bereik Verklaring
54
Een patroon opnemen
<3-1> In real time opnemen1. Selecteer een padbank of de baspads,
naar gelang van de partij die u wilt opnemen.
Om de drumpartij op te nemenDruk op [PAD] om een padbank te selecteren (1–3).
Om de baspartij op te nemenHoud [SHIFT] ingedrukt en druk op [PAD] om de baspads te selecteren.Kies “BASS -1” als u de klanken een octaaf lager wilt opnemen of “BASS +1” om de klanken een octaaf hoger op te nemen.
2. Druk op [REC].[REC] gaat branden en het realtime-recording-scherm verschijnt.Bovendien wordt de metronoom gestart.
fig.02-200d
Op het scherm verschijnt “Rec Standby...”. Het toestel is klaar om op te nemen.
3. Verplaats de cursor naar “Quantize” en stel de kwantisering in met de VALUE-schijf.Als u de kwantiseringsfunctie tijdens een opname in real time gebruikt, verbetert het toestel kleine onvolkomenheden in de timing waarmee u de pads aanslaat. De aanslagen worden dus precies opgenomen volgens de maatsoort die u instelt.
4. Verplaats de cursor naar “Rec. Velo” en regel het volume (recording velocity) van het instrument of de bas met behulp van de VALUE-schijf.
1–127: De noten worden opgenomen met de waarde die u instelt, ongeacht de kracht waarmee u de pads aanslaat.
SENS: De noten worden opgenomen met de kracht waarmee u de pads aanslaat.
5. Druk op [ ] om de opname te starten.
[ ] begint in de maat te knipperen.Op het scherm verschijnt “Recording...”
* Als er al een patroon is opgenomen, dan begint het nu te spelen.
6. Op het ritme van de metronoom slaat u de pads aan om het instrument of de basklank op te nemen.
* Indien nodig drukt u op [PAD] (of houdt u [SHIFT] ingedrukt en drukt u op [PAD]) om tussen de drumpartij en baspartij te schakelen.
7. Als u noten wilt wissen die u per ongeluk hebt opgenomen, gaat u als volgt te werk.
(Voor een instrument)Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op de pad van het instrument dat u wilt verwijderen.
(Voor de basklank)Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op een van de pads.
De noten die gevonden worden terwijl u [SHIFT] en de pad ingedrukt houdt, worden verwijderd.
8. Herhaal stap 6 en 7 indien nodig.
❍ Als u uw opname wilt instuderen, drukt u nogmaals op [REC].[REC] begint dan te knipperen om aan te geven dat het toestel in rehearsal-modus staat. Op het scherm verschijnt “Rec Rehearsal...”
Sla de pads aan op het ritme van de metronoom om uw uitvoering te oefenen.
Waarde
Waarde
- - Geen kwantisering
triolen van 8sten
triolen van 32sten 8sten
32sten triolen van kwartnoten
triolen van 16den kwartnoten
16den
55
Een patroon opnemenH
stuk 2
* Als u de pads aanslaat in rehearsal-modus, wordt er geen opname gemaakt.
Als u klaar bent met oefenen, drukt u op [REC]. De toets brandt.Op het scherm verschijnt “Recording...” of “Rec Standby...”
9. Als de opname klaar is, drukt u op [ ].
10.Als u het patroon wilt bewaren, volgt u de procedure die beschreven wordt in “Een patroon opslaan” (p. 65).
<3-2> Stap voor stap opnemen
1. Selecteer een padbank of de baspads, naar gelang van de partij die u wilt opnemen.
Om de drumpartij op te nemenDruk op [PAD] om een padbank te selecteren (1–3).
Om de baspartij op te nemenHoud [SHIFT] ingedrukt en druk op [PAD] om de baspads te selecteren.
Kies “BASS -1” als u de klanken een octaaf lager wilt opnemen of “BASS +1” om de klanken een octaaf hoger op te nemen.
2. Druk op [EDIT].Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
3. Verplaats de cursor naar het “PATTERN”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Pattern Edit”-menu verschijnt op het scherm.
4. Verplaats de cursor naar het “STEP REC”-pictogram en druk op [ENTER].Het pattern step-record-scherm verschijnt.
(Drumpartij)fig.02-210d
(Baspartij)fig.02-220d
5. Verplaats de cursor naar de volgende parameters en stel een waarde in met de VALUE-schijf.
(1) DRUM (drumpartij), BASS (baspartij)Deze optie bepaalt wat op het scherm wordt weergegeven.
(Drumpartij)
ALL:Alle instrumenten worden getoond.
BANK1-PAD01–BANK3-PAD20:Alleen de instrumenten van de geselecteerde bank of pad worden getoond.
(Baspartij)
ALL:Noten en pitchbend-gegevens worden weergegeven.
NOTE:Noten worden weergegeven.
PITCH BEND: Pitchbend-gegevens worden getoond (p. 57).
(1) (4)(3)
(5) (9)
Pattern�display�area
(6)
Measure
(1) (2) (4)(3)
(5)
Pattern�display�area
(7)
Measure
(8) (9)
56
Een patroon opnemen
(2) OCT (baspartij)Deze optie bepaalt de status van de baspads.
NORM: Normale status.-1: De basnoten worden een octaaf lager gespeeld.+1: De basnoten worden een octaaf hoger gespeeld.
(3) QtzDeze optie bepaalt hoe elke maat is onderverdeeld. Het aantal rasterlijnen per maat op het scherm verschilt naar gelang van de gekozen Quantize-waarde. Elke rasterlijn stelt één stap voor.
(4) REC-VELDeze optie bepaalt het volume (velocity) van het instrument of de bas die u gaat opnemen.
1–127: De noten worden opgenomen met de waarde die u hier opgeeft, ongeacht de kracht waarmee u de pads aanslaat.
SENS: Het volume van de noten die u opneemt, stemt overeen met de kracht waarmee u de pads aanslaat.
6. Verplaats de cursor met [ ][ ] naar de stap die u wilt opnemen. Sla de pad van een instrument of basnoot aan om een opname te maken.Zodra een instrument of basnoot is opgenomen, verschijnt “●” op het scherm.Ook het volume wordt dan opgeslagen.U gaat automatisch een stap verder.
(5) POSITIONToont de huidige positie in “measure:beat:clock”-eenheden. Selecteer deze optie met de cursor en stel met de VALUE-schijf een measure:beat:clock-positie in. Als u dan een pad aanslaat, wordt de noot op de gekozen positie opgenomen.
Waarde
32sten
triolen van 16den
16den
triolen van 8sten
8sten
triolen van kwartnoten
kwartnoten
hele noten
Gebruik van de toetsen
[ ]Verplaatst de cursor naar het begin van het patroon.
[ ]Verplaatst de cursor naar het begin van de vorige stap.
[ ]Verplaatst de cursor naar het begin van de volgende stap.
[SHIFT]+[CURSOR]
Verplaatst de cursor naar het punt waar het volgende instrument of de volgende basnoot wordt opgenomen.
[SHIFT]+[CURSOR]
Verplaatst de cursor naar het punt waar het vorige instrument of de vorige basnoot wordt opgenomen.
[SHIFT]+ pad
Wist het instrument dat met die pad overeenstemt in de huidige stap. Bij een basklank kunt u op eender welke pad drukken.
[SHIFT]+ [EXIT]
Wist het instrument of de basnoot op de huidige positie en verplaatst de cursor naar het punt waar het volgende instrument of de volgende basklank is opgenomen.
[ENTER]Speelt het instrument of de basnoot die op de huidige positie is opgenomen.
[ ]
Start de weergave vanaf het begin van de huidige maat. Druk op [ ] om de weergave te stoppen.
[DISPLAY]+ pad
Toont het instrument van die pad op het scherm. U kunt de klank controleren zonder een opname te maken.
57
Een patroon opnemenH
stuk 2
(6) PAD (drumpartij)Toont de padbank, het padnummer en de naam van het instrument dat op de geselecteerde positie is opgenomen.Als u deze optie met de cursor selecteert en de padbank en het padnummer met de VALUE-schijf wijzigt, kunt u het opgenomen instrument vervangen door het instrument van de gekozen padbank en het gekozen padnummer.
(7) NOTE (baspartij)Toont de noot die op de geselecteerde positie is opgenomen.Als u deze optie met de cursor selecteert en een andere noot kiest met de VALUE-schijf, kunt u de opgenomen noot door de nieuwe noot vervangen.
(8) DUR (baspartij)Toont de duur (lengte) van de noot op de geselecteerde positie in “tellen” en “ticks”.Als u deze optie met de cursor selecteert en de “tellen” en “ticks” met de VALUE-schijf instelt, kunt u de duur van de opgenomen basnoot wijzigen.
* Een tel wordt onderverdeeld in “ticks”. Er gaan 96 ticks in een kwartnoot.
(9) VELToont de velocity-waarde van het instrument of de basnoot die op de geselecteerde positie is opgenomen.Als u deze optie met de cursor selecteert en aan de VALUE-schijf draait, kunt u deze waarde voor de opgenomen noot wijzigen.
* U kunt hetzelfde instrument of dezelfde basklank niet meer dan eenmaal op dezelfde positie opnemen. Als u dat toch probeert, wordt de vorige noot door de nieuwe opname overschreven.
7. Herhaal stap 5 en 6 indien nodig.
* Indien nodig drukt u op [PAD] (of houdt u [SHIFT] ingedrukt en drukt u op [PAD]) om tussen de drumpartij en baspartij te schakelen.
8. Als de opname klaar is, drukt u op [EXIT].
9. Als u het patroon wilt bewaren, volgt u de procedure die beschreven wordt in “Een patroon opslaan” (p. 65).
■ Opname van pitchbend-gegevens in de baspartij
U kunt pitchbend-gegevens in de baspartij opnemen. Zo kunt u bastechnieken als hammering-on of pulling-off simuleren.
1. Open het step-record-scherm voor de baspartij (p. 55).
2. Verplaats de cursor naar “BASS” en selecteer “P.BEND” met de VALUE-schijf.
fig.02-230d
3. Verplaats de cursor naar “Qtz” en stel de kwantisering in met de VALUE-schijf.
4. Stel de positie in waarop u pitchbend-gegevens wilt opnemen.Om de opnamepositie te bepalen, verplaatst u de cursor met [ ][ ] naar de stap die u wilt opnemen, of stelt u de POSITION-waarde in (measure:beat:clock) .
5. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op
[CURSOR] of [CURSOR] om de pitchbend-gegevens op te nemen.
[SHIFT]+[CURSOR] : Telkens als u op deze toetsen drukt, wordt de pitchbend-waarde met een halve toon verhoogd. (Bend Range = 12)
[SHIFT]+[CURSOR] : Telkens als u op deze toetsen drukt, wordt de pitchbend-waarde met een halve toon verlaagd.(Bend Range = 12)
In het patroon verschijnt een “B” op de plaats waar pitchbend-data werden opgenomen.
* Als voor DISPLAY de waarde “ALL” is ingesteld, krijgt “●” voorrang bij stappen waar zowel een basnoot als pitchbend-gegevens zijn opgenomen.
(1)(2) (3)
58
Een patroon opnemen
(1) POSITIONToont de huidige positie in “measure:beat:clock” eenheden. U kunt deze optie met de cursor selecteren en een measure:beat:clock positie instellen met de VALUE-schijf. Als u dan een pad aanslaat, wordt de noot op de gekozen positie opgenomen.
(2) RANGEToont het bereik van de pitchbend die op de geselecteerde positie is opgenomen.Als u deze optie met de cursor selecteert en aan de VALUE-schijf draait, kunt u het bereik van de opgenomen pitchbend wijzigen.Range: 0–12
* Als u voor RANGE een andere waarde dan 12 instelt, wordt deze waarde van kracht vanaf de volgende opgenomen basnoot. Als u pitchbend-gegevens met een andere RANGE dan 12 wilt opnemen, moet u dus de gewenste RANGE en een VALUE van 0 instellen op een punt voor de basnoot vanaf waar deze instellingen van kracht moeten worden.
* RANGE staat bij het begin van het patroon ingesteld op 12.
(3) VALUEToont de waarde van de pitchbend die op de huidige positie is opgenomen.Als u deze optie met de cursor selecteert en aan de VALUE-schijf draait, kunt u de waarde van de opgenomen pitchbend wijzigen.Waarde: -8192–8191
6. Herhaal stap 4 en 5 indien nodig.
7. Als de opname klaar is, drukt u op [EXIT].
8. Als u het patroon wilt bewaren, volgt u de procedure die beschreven wordt in “Een patroon opslaan” (p. 65).
<4> Opname van een akkoordenschemaHier kunt u een akkoordenschema voor de baspartij opnemen.
1. Selecteer het patroon waarvoor u een akkoordenschema wilt opnemen.
2. Druk op [EDIT].Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
3. Verplaats de cursor naar het “PATTERN”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Pattern Edit”-menu verschijnt op het scherm.
4. Verplaats de cursor naar het “CHORD”-pictogram en druk op [ENTER].Het akkoordenschema verschijnt op het scherm.
fig.02-240d
5. Verplaats de cursor naar “Qtz” en gebruik de VALUE-schijf om de kwantisering in te stellen.Het aantal rasterlijnen per maat op het scherm verschilt naar gelang van de gekozen kwantisering. Elk vakje is een stap.
Waarde
32sten
triolen van 16den
16den
triolen van 8sten
8sten
triolen van kwartnoten
kwartnoten
hele noten
(1)(2)
(3)(4)
59
Een patroon opnemenH
stuk 2
6. Stel de positie in waar u een akkoord wilt opnemen.Verplaats de cursor met [ ][ ] naar de stap waar u een opname wilt maken of gebruik de POSITION measure:beat:clock waarde om de opnamepositie in te stellen.
7. Verplaats de cursor naar elk van de volgende opties en gebruik de VALUE-schijf om een akkoord in te stellen.
(1) ROOTStel de grondtoon van het akkoord in.Bereik: - - -, C–B
* U kunt de waarde ook met de pads instellen.
(2) TYPEStel het akkoordtype in.
Waarde:
- - (N.C: non-chord type)Kies dit type als u niet wilt dat de noten van uw uitvoering naar een akkoord worden omgezet. Als u bijvoorbeeld “C” als grondtoon opgeeft en “- -” als akkoordtype, dan wordt uw originele uitvoering ongewijzigd afgespeeld. Als u een andere grondtoon dan “C” instelt en u kiest bijvoorbeeld “D” als non-chord type, dan wordt uw originele uitvoering een hele toon hoger afgespeeld.
(3) ON-BASSStel een “on-bass” akkoord in (een akkoord met een andere basnoot dan de grondtoon van het akkoord). Als u geen on-bass akkoord wilt gebruiken, stelt u hier “- -” in.Waarde: - -, C–B
* Als TYPE op “- -” (non-chord type) is ingesteld, wordt het on-bass akkoord genegeerd, zelfs als u hier een waarde instelt.
(4) OCT. SHIFTBepaalt de octaafinstelling van het akkoord.
+1: Het akkoord wordt een octaaf hoger gespeeld.
0: Het octaaf blijft ongewijzigd. (Normaal)
-1: Het akkoord wordt een octaaf lager gespeeld.
Het resultaat van de ROOT en OCT.SHIFT instellingen wordt in de rechter benedenhoek van het scherm weergegeven.Een octaafwijziging wordt getoond als “▲”(+1) of “▼” (-1).
8. Herhaal stap 6 en 7 indien nodig.
9. Als de opname klaar is, drukt u op [EXIT].
10.Als u het patroon wilt bewaren, volgt u de procedure die beschreven wordt in “Een patroon opslaan” (p. 65).
Gebruik van de toetsen
[ ]Verplaatst de opnamepositie naar het begin van het patroon.
[ ]Verplaatst de opnamepositie naar het begin van de vorige stap.
[ ]Verplaatst de opnamepositie naar het begin van de volgende stap.
[SHIFT]+[CURSOR]
Verplaatst de opnamepositie naar het punt waar het volgende akkoord is opgenomen.
[SHIFT]+[CURSOR]
Verplaatst de opnamepositie naar het punt waar het vorige akkoord is opgenomen.
[SHIFT]+ pad Verwijdert het akkoord dat op de huidige stap is opgenomen.
[SHIFT]+ [EXIT]
Verwijdert het akkoord dat op de huidige positie is opgenomen en verplaatst de cursor naar de positie waar het volgende akkoord is opgenomen.
[ ]
Start de weergave vanaf het begin van de huidige maat. Druk op [ ] om de weergave te stoppen.
* Als in de patrooninformatie de Arrange-functie op “ON” staat (p. 53), treedt deze functie in werking. Als u een fill-in (p. 60) hebt opgenomen, wordt die afgespeeld.
- - (N.C) Maj 7 M7 m m7 M9
7(b5) 7(13) 7(b9) 7(#9) 6 6(9) m6
m6(9) 9 add9 madd9 mM9 mM7 m7(b5)
m9 dim sus4 7sus4 aug aug7
60
Een patroon opnemen
<5> Opname van een fill-inU kunt kiezen uit talrijke fill-ins en ze in het geselecteerde patroon toevoegen.
1. Selecteer het patroon waarvoor u een fill-in wilt opnemen.
2. Druk op [EDIT].Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
3. Verplaats de cursor naar het “PATTERN”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Pattern Edit”-menu verschijnt op het scherm.
4. Verplaats de cursor naar het “FILL”-pictogram en druk op [ENTER].Het opnamescherm voor fill-ins verschijnt.
fig.02-250d
5. Verplaats de cursor naar “POSITION” en selecteer met de VALUE-schijf de maat waar u een fill-in wilt opnemen.
6. Verplaats de cursor naar “FILL IN” en selecteer met de VALUE-schijf het nummer van de fill-in die u wilt opnemen.De naam van de geselecteerde fill-in verschijnt op het scherm.Waarde: s001–s050, L001–L050
fig.02-051d
* Een fill-in die langer is dan de maatsoort kunt u niet in de eerste maat en de volgende maat na de fill-in plaatsen (bv. een fill-in van meer dan twee tellen kunt u niet in de eerste maat van een patroon in maat 2/4 plaatsen).
De weergave van de maat toont de huidige maat en het nummer van de fill-in die in deze maat is opgenomen.
7. Herhaal stap 5 en 6 indien nodig.
8. Als de opname klaar is, drukt u op [EXIT].
9. Als u het patroon wilt bewaren, volgt u de procedure die beschreven wordt in “Een patroon opslaan” (p. 65).
Gebruik van de toetsen
[ ]Verplaatst de cursor naar het begin van de eerste maat.
[ ]Verplaatst de cursor naar de vorige maat.
[ ]Verplaatst de cursor naar de volgende maat.
[SHIFT]+ [EXIT] Verwijdert de fill-in van de geselecteerde maat.
[ ]
Start de weergave vanaf het begin van de huidige maat. Druk op [ ] om de weergave te stoppen.
* Als in de patrooninformatie de Arrange-functie op “ON” staat (p. 53), treedt deze functie in werking. Als u een fill-in hebt opgenomen, wordt die afgespeeld.
61
Hstuk 2
Patronen bewerken (Pattern Edit)
Een deel van een patroon kopiëren (Copy Measure)In dit deel leest u hoe u een deel van het huidige patroon (of een ander patroon) kopieert naar het huidige patroon.U hebt twee opties: ofwel worden de originele gegevens door de gekopieerde gegevens vervangen, ofwel worden de originele en gekopieerde gegevens samengevoegd. fig.02-400
1. In het Pattern Edit menu verplaatst u de cursor naar het “EDIT”-pictogram en vervolgens drukt u op [ENTER].
fig.02-410d
2. Verplaats de cursor naar het “COPY”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Measure Copy”-scherm verschijnt.
fig.02-420d
3. Verplaats de cursor naar de gekozen optie en gebruik de VALUE-schijf om een waarde in te stellen.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
1 2 3 4 5 6 7
copy
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
1 2 3 4 5 6 7copy
1 2 3 4
● Copying to the same pattern
● Copying from a different pattern
Parameter/Bereik Verklaring
Src
CURRENT, P001–P500, U001–U500
Het patroon waaruit u kopieert
Als u uit het huidige patroon wilt kopiëren, selecteert u “CURRENT”.
Src Meas1–n Beginmaat van het bronpatroon
* “n” is het aantal maten van het bronpatroon.
Num of Meas
1–n Aantal maten van het bronpatroon dat u wilt kopiëren
* “n” is het aantal maten van het bronpatroon.
Dest Meas 1–(n+1) Beginmaat van het doelpatroon
* “n” is het aantal maten van het huidige patroon.
Part
Zie hieronderType van de gegevens die u kopieert
ALL:Drumpartij, baspartij en akkoordenschema's
DRUM: Drumpartij
BASS: Baspartij
DRUM & BASS: Drum- en baspartij
CHORD:Akkoordenschema's
Inst
ALL, 1-01–3-20Als Part is ingesteld op DRUM, bepaalt u nu welk(e) instrument(en) u gaat kopiëren.
Copy�source
62
Patronen bewerken (Pattern Edit)
4. Druk op [ENTER] om te bevestigen. Druk op [EXIT] om te annuleren.Op het scherm verschijnt “Now working...” en de kopie wordt gemaakt.Als het kopiëren beëindigd is, verdwijnt de melding van het scherm.
* Als het bronpatroon en het geselecteerde patroon (doelpatroon) niet dezelfde maatsoort hebben, worden de gegevens aangepast aan de maatsoort van het doelpatroon. Het aantal maten zal dan wijzigen.
* Als u een kopie probeert te maken met meer dan 999 maten, dan stopt het kopiëren zodra het aantal maten 999 bedraagt.
* Als het resultaat van de kopie een hoger aantal maten in het patroon oplevert, dan wordt de Measures-waarde (p. 53) in de patrooninformatie automatisch bijgewerkt.
5. Als u het patroon wilt bewaren, volgt u de procedure die beschreven wordt in “Een patroon opslaan” (p. 65).
Lege maten in een patroon invoegen (Insert Measure)Hier leest u hoe u lege maten in het huidige patroon invoegt.fig.02-430
1. In het Pattern Edit menu verplaatst u de cursor naar het “EDIT”-pictogram en vervolgens drukt u op [ENTER].
fig.02-410d
2. Verplaats de cursor naar het “INSERT”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Insert Measure”-scherm verschijnt.
fig.02-440d
3. Selecteer het gewenste veld en stel met de VALUE-schijf een waarde in.
Kies uit de instrumenten van de geselecteerde kit. Als u ALL selecteert, worden alle instrumenten van de geselecteerde kit gekopieerd.* U kunt op een pad drukken om een instrument te kiezen.
Times1–999 Aantal kopieën van de data
Copy Mode
REPLACE, MERGE Bepaalt op welke manier de gegevens gekopieerd worden
REPLACE: De gegevens van het doelpatroon worden gewist bij het kopiëren van de brongegevens.
MERGE: De gegevens van het doelpatroon worden bewaard en samengevoegd met de gekopieerde brongegevens.
* Als Part is ingesteld op “CHORD”, dan verschijnt deze parameter niet. De kopie wordt dan gemaakt met de REPLACE-optie.
* Als Part is ingesteld op “ALL”, dan wordt altijd een kopie gemaakt met de REPLACE-optie voor het akkoordenschema.
* Als u de MERGE-optie kiest, krijgt u soms grote hoeveelheden overlappende gegevens op dezelfde positie, wat onverwachte resultaten kan geven bij het afspelen.
Parameter/Bereik Verklaring
Pad bank
Pad number Instrument
(Ex.)
Parameter/Bereik Verklaring
Dest Meas
1–(n+1) Maat waar lege maten worden ingevoegd
* “n” is het aantal maten van het huidige patroon.
Num of Meas
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
1 2 3 4 5 6 7
insert
63
Patronen bewerken (Pattern Edit)H
stuk 2
4. Om de lege maten met de ingestelde opties in te voegen, drukt u op [ENTER]. Druk op [EXIT] om te annuleren.Op het scherm verschijnt “Now working...” en de lege maten worden ingevoegd.Als deze operatie beëindigd is, verdwijnt de melding van het scherm.
* Aangezien de lege maten het totale aantal maten in het patroon verhogen, wordt de Measures-waarde (p. 53) in de patrooninformatie automatisch bijgewerkt.
5. Als u het patroon wilt bewaren, volgt u de procedure die beschreven wordt in “Een patroon opslaan” (p. 65).
Een deel van een patroon wissen (Erase)In dit deel leest u hoe u gegevens in een bepaald stuk van het huidige patroon kunt wissen.fig.02-450
1. Verplaats de cursor in het “Pattern Edit”-menu naar het EDIT-pictogram en druk op [ENTER].
fig.02-410d
2. Verplaats de cursor naar het “ERASE”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Erase”-scherm verschijnt.
fig.02-460d
3. Verplaats de cursor naar de gekozen optie en gebruik de VALUE-schijf om een waarde in te stellen.
4. Om de geselecteerde gegevens te wissen, drukt u op [ENTER]. Druk op [EXIT] om te annuleren.Op het scherm verschijnt “Now working...” en de gegevens worden gewist.Als het wissen beëindigd is, verdwijnt de melding van het scherm.
1–(999-n) Het aantal lege maten dat ingevoegd wordt
Parameter/Bereik Verklaring
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
erase
Parameter/Bereik Verklaring
Dest Meas
1–n De maat vanaf waar u gegevens wilt wissen
* “n” is het aantal maten van het huidige patroon.
Num of Meas1–n Aantal maten dat u wilt wissen
* “n” is het aantal maten van het huidige patroon.
Part
Zie hieronder Type van de gegevens die u in de geselecteerde maten wilt wissen
ALL:Drumpartij, baspartij en akkoordenschema's
DRUM: Drumpartij
BASS: Baspartij
DRUM & BASS: Drum- en baspartij
CHORD:Akkoordenschema's
Inst
ALL, 1-01–3-20Als Part is ingesteld op DRUM, bepaalt u nu welk(e) instrument(en) u wilt wissen.
Kies uit de instrumenten van de geselecteerde kit.Als u ALL selecteert, worden alle instrumenten in de huidige kit gewist.
* U kunt een pad aanslaan om een instrument te kiezen.
64
Patronen bewerken (Pattern Edit)
5. Als u het patroon wilt bewaren, volgt u de procedure die beschreven wordt in “Een patroon opslaan” (p. 65).
Ongewenste maten verwijderen (Delete Measure)In dit deel leest u hoe u ongewenste maten uit het huidige patroon verwijdert. Als deze maten zijn verwijderd, schuiven de volgende maten op en nemen ze de lege ruimte in.fig.02-470
1. In het Pattern Edit menu verplaatst u de cursor naar het “EDIT”-pictogram en vervolgens drukt u op [ENTER].
fig.02-410d
2. Verplaats de cursor naar het “DELETE”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Delete Measure”-scherm verschijnt.
fig.02-480d
3. Verplaats de cursor naar de gekozen optie en gebruik de VALUE-schijf om een waarde in te stellen.
4. Om de geselecteerde maten te verwijderen, drukt u op [ENTER]. Druk op [EXIT] om te annuleren.Op het scherm verschijnt “Now working...” en de maten worden verwijderd.Als de maten verwijderd zijn, verdwijnt de melding van het scherm.
* Aangezien het aantal maten in het patroon daalt als u deze procedure uitvoert, wordt de Measures-waarde (p. 53) in de patrooninformatie automatisch bijgewerkt.
5. Als u het patroon wilt bewaren, volgt u de procedure die beschreven wordt in “Een patroon opslaan” (p. 65).
1 2 3
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
delete
4 5 6 7
Parameter/Bereik Verklaring
Dest Meas
1–n De maat vanaf waar u gegevens wilt verwijderen
* “n” is het aantal maten van het huidige patroon.
Num of Meas
1–n Het aantal maten dat u wilt verwijderen
* “n” is het aantal maten van het huidige patroon.
65
Hstuk 2
Een patroon opslaanAls u een patroon hebt gecreëerd of bewerkt en u wilt het bewaren, dan moet u het “Write”-commando uitvoeren om het patroon als een userpatroon in het geheugen op te slaan.
Als u het patroon opnieuw selecteert of het toestel uitschakelt voor u het patroon opslaat, dan gaat het gewijzigde patroon verloren.
Een naam geven (Pattern Name)U kunt een naam (pattern name) van maximaal veertien tekens aan uw patroon geven.
1. In het Pattern Edit menu verplaatst u de cursor naar het “NAME”-pictogram en vervolgens drukt u op [ENTER].Het “Pattern Name”-scherm verschijnt.
fig.02-260d
2. Plaats de cursor op het punt waar u een teken wilt toevoegen en gebruik de VALUE-schijf om een teken te kiezen.
3. Als u de naam hebt ingesteld, drukt u op [EXIT].
4. Ga verder met “Uw patroon bewaren”.
Uw patroon bewaren1. Verplaats de cursor in het “Pattern Edit”-
menu naar “WRITE” en druk op [ENTER].Het “Pattern Write”-scherm verschijnt.
fig.02-270d
2. Met de VALUE-schijf selecteert u het userpatroon waarin u uw data wilt opslaan.
3. Verplaats de cursor naar “NOTE DATA FIX” en kies on/off met de VALUE-schijf.
NOTE DATA FIXDeze optie bepaalt hoe het patroon wordt opgeslagen als de Arrange-functie (p. 53) in de patrooninformatie ingeschakeld is.
ON:Uw patroon wordt bewaard met de baslijn die door de Arrange-functie werd gearrangeerd. Als u de Write-operatie uitvoert en deze optie staat op ON, dan wordt Arrange in de patrooninformatie automatisch uitgeschakeld.
* Als u het patroon opslaat terwijl NOTE DATA FIX is ingeschakeld en u zet vervolgens in de patrooninformatie de Arrange-instelling aan, dan wordt het patroon (waarop Arrange al is uitgevoerd) nogmaals gearrangeerd. Dat kan ongewenste resultaten opleveren.
OFF:Het patroon wordt opgeslagen zonder dat het door de Arrange-functie is verwerkt.
4. Druk op [ENTER] om uw data op te slaan. Als u besluit om het patroon niet op te slaan, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en het patroon wordt opgeslagen.Als het patroon is opgeslagen, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
Gebruik van de toetsen
[CURSOR] [CURSOR]
De cursor verplaatsen.
[CURSOR] Van kleine letters naar hoofdletters overschakelen.
[CURSOR] Van hoofdletters naar kleine letters overschakelen.
[SHIFT]+[CURSOR]
Een spatie invoegen
[SHIFT]+[CURSOR]
Het geselecteerde teken verwijderen en de volgende tekens naar links opschuiven.
66
Een patroon kopiëren of wissen
Een patroon kopiëren1. In het Pattern Edit menu verplaatst u de
cursor naar het “COPY”-pictogram en vervolgens drukt u op [ENTER].
* Als er een bewerkt patroon is dat nog niet is opgeslagen, dan verschijnt de boodschap “Cancel edit?” op het scherm. Als u het patroon wilt bewaren, drukt u op [EXIT] en voert u de Write-procedure uit (p. 65). Als u het niet wilt bewaren, drukt u op [ENTER].
Het “Pattern Copy”-scherm verschijnt.fig.02-280d
2. Verplaats de cursor naar het nummer van het bronpatroon en selecteer een patroon met de VALUE-schijf.
3. Verplaats de cursor naar het nummer van het doelpatroon en selecteer een patroon met de VALUE-schijf.
4. Druk op [ENTER] om de kopie te maken. Om te annuleren, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de kopie wordt gemaakt.Als het kopiëren beëindigd is, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
Een patroon wissen1. Selecteer het patroon dat u wilt wissen.
* Het is niet mogelijk om een presetpatroon te wissen.
2. Druk op [EDIT].Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
3. Verplaats de cursor naar het “PATTERN”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Pattern Edit”-menu verschijnt op het scherm.
4. Verplaats de cursor naar het “CLEAR”-pictogram en druk op [ENTER].Op het scherm verschijnt “Clear pattern?”
fig.02-290d
5. Als u zeker bent dat u het patroon wilt wissen, drukt u op [ENTER]. Om te annuleren, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en het patroon wordt gewist.Als het wissen beëindigd is, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
Copy�source
Copy�destination
67
Hoofdstuk 3EZ Compose/
Groove ModifyWat is EZ Compose?“EZ Compose” is de naam van een reeks functies waarmee u een patroon kunt creëren door gewoon een paar opties op het scherm in te stellen. U hoeft niet alle noten van het ritme individueel te programmeren. U kunt ook een akkoordenschema en fill-ins toevoegen.
Wat is Groove Modify?De “Groove Modify” functies dienen om de “groove” (het ritmische gevoel) van het patroon te wijzigen.Groove Modify biedt de volgende drie functies:
• Velocity Modify
• Ghost Note
• Shuffle
68
Gebruik van EZ Compose
Een patroon creërenMet EZ Compose kunt u voor elke groep klanken een favoriet patroon selecteren en hiermee een nieuw patroon creëren.
EZ Compose creëert patronen in maat 4/4 of 3/4.Als het huidige patroon een andere maatsoort heeft, dan wordt de maat in 4/4 of 3/4 omgezet.
1. Druk op EZ COMPOSE [PATTERN].
* Als een bewerkt patroon nog niet is opgeslagen, dan verschijnt de boodschap “Cancel edit?” op het scherm. Als u het patroon wilt bewaren, drukt u op [EXIT] en voert u de Write-procedure uit (p. 65). Als u het niet wilt bewaren, drukt u op [ENTER].
Het “EZ Compose Pattern”-scherm verschijnt.
fig.02-080d
2. Verplaats de cursor naar een optie en stel met de VALUE-schijf een waarde in.
* Als u het huidige patroon wilt gebruiken, kiest u “Current” als TYPE.
* Kies “-- -- -- -- -- --” als TYPE voor patronen die u niet wilt gebruiken (en die dus niet worden afgespeeld).
Druk op [ ] om het patroon met de geselecteerde opties te spelen.
3. Als u het patroon wilt bewaren, volgt u de procedure die beschreven wordt in “Een patroon opslaan” (p. 65).
U kunt EZ Compose in patroon-modus gebruiken, maar niet in song-modus
Parameter/Bereik Verklaring
BEAT4/4, 3/4 Maatsoort
MEAS1–32 Aantal maten
KITP001–P100, U001–U100 Nummer van de gebruikte kit
TYPE/No.: HH CYM
Zie hieronder Preset-patronen voor hi-hat/cimbalen
Type:8BEAT, 16BEAT, SHUFFLE, 1/2SHUFFLE
TYPE/No.: KICK SNR
Zie hieronder Preset-patronen voor bas-/snaardrum
Type:8BEAT, 16BEAT, SHUFFLE, 1/2SHUFFLE
TYPE/No.: PERCZie hieronder Preset-patronen voor percussie
Type:ROCK POPS, CONGA BONGO, SLOW LATIN, LATIN POPS
TYPE/No.: BASSZie hieronder Preset-patronen voor bas
Type:STEADY&SIMPL, ROCK BLUES, BALLAD, FUNK SOUL
69
Gebruik van EZ ComposeH
stuk 3
Een akkoordenschema toevoegenIn dit deel leest u hoe u een akkoordenschema kunt kiezen uit allerlei voorgeprogrammeerde akkoordenschema's. De baspartij volgt dan het geselecteerde schema.
1. Druk op EZ COMPOSE [CHORDPROGRESSION].
* Als een bewerkt patroon nog niet is opgeslagen, dan verschijnt de boodschap “Cancel edit?” op het scherm. Als u het patroon wilt bewaren, drukt u op [EXIT] en voert u de Write-procedure uit (p. 65). Als u het niet wilt bewaren, drukt u op [ENTER].
Het “EZ Compose Chord Progression”-scherm verschijnt.
fig.02-090d
2. Verplaats de cursor naar een optie en stel met de VALUE-schijf een waarde in.
* MEAS (het aantal maten) wordt automatisch bepaald door de TYPE/No.- en TIMES-instellingen. U kunt het aantal maten niet rechtstreeks wijzigen.
Het scherm toont het gekozen akkoordenschema.
Als u dat wenst, kunt u op [DISPLAY] drukken om te bepalen hoeveel informatie over het akkoordenschema gelijktijdig op het scherm verschijnt. De opties zijn “4 measures x 3 lines”, “2 measures x 3 lines” of “1 measure x 3 lines”.
Druk op [ ] om het patroon met de geselecteerde opties te spelen.
3. Als u het patroon wilt bewaren, volgt u de procedure die beschreven wordt in “Een patroon opslaan” (p. 65).
Parameter/Bereik Verklaring
KITP001–P100, U001–U100 Nummer van de gebruikte kit
TYPE/No.
Zie hieronder Type en nummer van de preset-akkoordenschema's
Type:2MEAS Maj, 2MEAS Min, 4MEAS Maj, 4MEAS Min, 8MEAS Maj, 8MEAS Min, 16MEAS Maj, 16MEAS Min, BLUES Maj, BLUES Min, USER PATTERN
* Als u het akkoordenschema van het huidige patroon wilt gebruiken, kiest u “Current” als TYPE.
* Als u “- - - - - - - - - - -” kiest, wordt geen akkoordenschema ingesteld.
* Als u “USER PATTERN” kiest, wordt het schema van het geselecteerde userpatroon gebruikt.
* Als u “Current” of “USER PATTERN” kiest, zullen de toonsoort en het akkoordenschema alleen kloppen als de Key (p. 53) van het gekozen patroon correct is ingesteld.
KEYC–B, Cm–Bm Toonsoort voor de weergave
* Het akkoordenschema wordt getransponeerd volgens de KEY-instelling.
TIMES
1–32 Het aantal keer dat het gekozen schema wordt herhaald
* De maximumwaarde voor MEAS is 32.
70
Gebruik van EZ Compose
Een fill-in toevoegenU kunt kiezen uit talrijke fill-ins en ze in het geselecteerde patroon toevoegen.
1. Druk op EZ COMPOSE [FILL IN].
* Als een bewerkt patroon nog niet is opgeslagen, dan verschijnt de boodschap “Cancel edit?” op het scherm. Als u het patroon wilt bewaren, drukt u op [EXIT] en voert u de Write-procedure uit (p. 65). Als u het niet wilt bewaren, drukt u op [ENTER].
Het “EZ Compose Fill-In”-scherm verschijnt.fig.02-100d
2. Verplaats de cursor naar een optie en stel met de VALUE-schijf een waarde in.
Druk op [ ] om het patroon met de geselecteerde opties te spelen.Druk op [FILL IN] om enkel de maten te spelen waarin een fill-in voorkomt.Als met INTERVAL een hoger aantal maten is ingesteld dan het aantal maten in het patroon, dan wordt de maat met de fill-in niet gespeeld.
3. Als u het patroon wilt bewaren, volgt u de procedure die beschreven wordt in “Een patroon opslaan” (p. 65).
Parameter/Bereik Verklaring
KITP001–P100, U001–U100 Nummer van de gebruikte kit
SMALL: INTERVAL
1–32MEASBepaalt het aantal maten waarna een korte (Small) fill-in wordt toegevoegd.
(Voorbeeld)Als u hier 4MEAS instelt, wordt een korte fill-in toegevoegd aan maat 4, maat 8, maat 12 enz.
* Als met INTERVAL een hoger aantal maten is ingesteld dan het aantal maten in het patroon, dan wordt de fill-in niet gespeeld.
SMALL: No.- - -, s001–s050, L001–L050
Nummer van de preset (Small fill-in) die u wilt gebruiken
* Als u “- - -” kiest, wordt de Small fill-in niet toegevoegd.
LARGE: INTERVAL
1–32MEASBepaalt het aantal maten waarna een lange (Large) fill-in wordt toegevoegd.
(Voorbeeld)Als u hier 16MEAS instelt, wordt een lange fill-in toegevoegd aan maat 16, maat 32, maat 48 enz.
* Als met INTERVAL een hoger aantal maten is ingesteld dan het aantal maten in het patroon, dan wordt de fill-in niet gespeeld.
LARGE: No.- - -, s001–s050, L001–L050
Nummer van de preset (Large fill-in) die u wilt gebruiken
* Als u “- - -” kiest, wordt de Large fill-in niet toegevoegd.
* Als de Small fill-in en Large fill-in in dezelfde maat voorkomen, krijgt de Large fill-in voorrang.
71
Hstuk 3
Gebruik van Groove Modify
Volumewijzigingen instellen (Velocity Modify)Hier leest u hoe u accenten en expressie aan het patroon kunt toevoegen om een realistische dynamiek te verkrijgen, net als bij echte drums.
1. Selecteer een patroon (p. 50).
2. Druk op [GROOVE].Het “Groove Modify”-menu verschijnt.
fig.02-110d
3. Verplaats de cursor naar het “VELOCITY MODIFY”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Velocity Modify”-scherm verschijnt.
fig.02-120d
4. Verplaats de cursor naar een optie en stel met de VALUE-schijf een waarde in.
■ De volumebalans regelen (Velocity Balance)
U kunt de balans regelen door het volume (velocity) van elke noot in een patroon apart in te stellen voor elke groep klanken (hi-hat/cimbalen, basdrum, snare, percussie en bas).
5. Druk op [CURSOR] .Het “Velocity Balance”-scherm verschijnt.
fig.02-121d
6. Verplaats de cursor naar een optie en stel met de VALUE-schijf een waarde in.
Parameter/Bereik Verklaring
On/OffOFF, ON Schakel Velocity Modify in of uit
* U kunt deze optie ook in- of uitschakelen met [GROOVE].
Template8FEEL 1–8, 16FEEL 1–12
Nummer van het sjabloon dat u wilt gebruiken
Groove Modify is in patroon-modus beschikbaar, niet in song-modus (p. 75). Depth
0–100 Diepte van de Velocity-Modify-functie
Als u “0” als waarde instelt, wordt Velocity Modify niet toegepast.
* Als u alleen Velocity Balance gebruikt, zet de diepte dan op “0”.
Parameter/Bereik Verklaring
On/OffOFF, ON Schakel Velocity Modify in of uit
* U kunt ook op [GROOVE] drukken om deze functie in of uit te schakelen.
HH/Cym
0–150% Regel het volume van de hi-hat/cimbalen
Kick0–150% Regel het volume van de basdrum
Snare
0–150% Regel het volume van de snaardrum
Parameter/Bereik Verklaring
72
Gebruik van Groove Modify
7. Druk op [ENTER] om de ingestelde opties te bevestigen. Druk op [EXIT] om te annuleren.
8. Als u het patroon wilt bewaren, volgt u de procedure die beschreven wordt in “Een patroon opslaan” (p. 65).
Ghost notes toevoegenDoor “ghost notes” aan het patroon toe te voegen kunt u een realistische groove creëren, net als bij het gebruik van echte drums.
1. Selecteer een patroon (p. 50).
2. Druk op [GROOVE].Het “Groove Modify”-menu verschijnt.
fig.02-110d
3. Verplaats de cursor naar het “GHOST NOTE”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Ghost Note”-scherm verschijnt.
fig.02-140d
4. Verplaats de cursor naar een optie en stel met de VALUE-schijf een waarde in.
5. Druk op [ENTER] om te bevestigen. Druk op [EXIT] om te annuleren.
6. Als u het patroon wilt bewaren, volgt u de procedure “Een patroon opslaan” (p. 65).
Perc0–150% Regel het volume van de percussie
BASS0–150% Regel het volume van de bas
Bij een waarde van 0 % klinkt het geluid bijzonder zwak. Bij een waarde van 100 % klinkt het volume zoals in het patroon is bepaald. Bij een waarde van 101 % of meer is het volume hoger dan in het patroon is bepaald.
Parameter/Bereik Verklaring
Parameter/Bereik Verklaring
On/OffOFF, ON Schakel Ghost Note in of uit
* U kunt deze optie ook in- of uitschakelen met [GROOVE].
Template
Zie hieronder Nummer van het sjabloon dat u wilt gebruiken
STRAIGHT 1–20:Deze zijn geschikt voor strakke patronen.
SHUFFLE 1–20:Deze zijn geschikt voor shuffle-patronen.
Depth0–100 Volume van de ghost notes
73
Gebruik van Groove ModifyH
stuk 3
Een shuffle-ritme creërenEen “shuffle-ritme” verkrijgt u door de timing van de backbeats in het patroon te verschuiven.
1. Selecteer een patroon (p. 50).
2. Druk op [GROOVE].Het “Groove Modify”-menu verschijnt.
fig.02-110d
3. Verplaats de cursor naar het “SHUFFLE”-pictogram en druk op [ENTER].De Shuffle-instellingen verschijnen.
fig.02-160d
4. Verplaats de cursor naar een optie en stel met de VALUE-schijf een waarde in.
5. Druk op [ENTER] om de ingestelde opties te bevestigen. Druk op [EXIT] om te annuleren.
6. Als u het patroon wilt bewaren, volgt u de procedure die beschreven wordt in “Een patroon opslaan” (p. 65).
Parameter/Bereik Verklaring
On/OffOFF, ON Schakel Shuffle in of uit
* U kunt ook op [GROOVE] drukken om deze functie in of uit te schakelen.
Resolution1/8, 1/16 Timing van de shuffle-weergave
1/8:De shuffle wordt gegenereerd in achtste noten.
1/16:De shuffle wordt gegenereerd in zestiende noten.
1/8
1/16
Rate
50–100% De mate waarin de backbeat verschuift
Bepaalt hoe ver de backbeats van de downbeats zullen liggen. Bij een waarde van 50 % liggen de backbeats exact halfweg tussen de aangrenzende downbeats. Bij een waarde van 100 % vallen de backbeats samen met de volgende downbeat.
Depth
0–100Mate waarin de backbeats verschuiven in verhouding tot de Rate-waarde
Bij een waarde van 100 verschuiven de noten helemaal naar de timing die met de Rate-optie is ingesteld. Bij een lagere depth-waarde zullen de noten minder verschuiven. Bij een waarde van 0 verschuiven de noten helemaal niet.
Parameter/Bereik Verklaring
50%
75%
90%
backbeat backbeat backbeat backbeat
74
75
Hoofdstuk 4Song
(opnemen /bewerken / spelen)
U gebruikt song-modus om songs op te nemen, te bewerken en te spelen.
Als het Play-scherm wordt weergegeven en het afspelen is gestopt, drukt u op [SONG/PATTERN]. Op het scherm verschijnt “SONG”.
76
Een song opnemenEen song opnemen doet u met een “stap-voor-stap opname” om elk patroon in de gewenste volgorde af te spelen.
Voor u begint te op te nemenHier volgt de procedure om een song op te nemen.fig.03-020
<1> Selectie van de user song die u wilt opnemen1. Open het “Song Play”-scherm.
2. Selecteer met de VALUE-schijf een user song (001–500).
U kunt ook een eerder opgenomen song wissen en door een nieuwe song vervangen. Zie “Een song wissen (Clear)” (p. 80).
<2> Basisinstellingen voor de songDe basisopties van de song stelt u als volgt in.
* Deze instellingen kunt u na de opname nog wijzigen.
1. Druk op [EDIT] in het “Song Play”-scherm.Het Edit-menu verschijnt.
2. Verplaats de cursor naar het “SONG”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Song Edit”-menu verschijnt.
fig.03-031d
3. Verplaats de cursor naar het “INFO”-pictogram en druk op [ENTER].De songinformatie verschijnt op het scherm.
fig.03-040d
4. Verplaats de cursor naar de parameter die u wilt bewerken en pas de waarde aan met de VALUE-schijf.
● U kunt maximaal 100 songs opnemen.
● Een song kan maximaal 500 patronen bevatten, en alle songs samen kunnen in totaal 50.000 patronen bevatten.
<1> Selecteer de user song voor de opname
<3> Neem de song stap voor stap op
<2> Selecteer de basisopties voor de song
Parameter / Waarde Verklaring
Init.TempoOFF, 20–260 Tempoinstelling voor de song
OFF:De song wordt afgespeeld met het tempo dat voor elk patroon afzonderlijk is ingesteld.
20–260: Het tempo van elk patroon afzonderlijk wordt genegeerd en de song wordt afgespeeld met het tempo dat u hier instelt.
77
Een song opnemenH
stuk 4
5. Als u klaar bent, drukt u op [EXIT].
<3> Stap-voor-stapopname van een song1. In het “Song Edit”-menu verplaatst u de
cursor naar het “STEP REC”-pictogram en vervolgens drukt u op [ENTER].Het “Song Step Recording”-scherm verschijnt.
fig.03-050d
2. Selecteer met de VALUE-schijf het eerste patroon dat u in uw song wilt opnemen.Het scherm toont de maatsoort (BEAT) en het aantal maten (LENGTH) van het geselecteerde patroon.
fig.03-060d
3. Druk op [ ] om met de volgende stap verder te gaan en selecteer met de VALUE-schijf het volgende patroon dat u in uw song wilt opnemen.
* U kunt geen stap overslaan. U moet eerst een patroon opnemen voor u met de volgende stap kunt verdergaan.
(1) POSITIONHier ziet u de positie in de song van de eerste maat van het patroon dat u voor deze stap hebt geselecteerd.Druk op [ ] om naar stap 1 terug te keren.Druk op [ ] om naar de vorige stap terug te keren.Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [ ] om naar de volgende lege stap te gaan.
Key Shift
-12–+12 Transponeert de weergave in stappen van een halve toon.
* De toonsoort aan de linkerkant van het scherm toont het resultaat van de Key-Shift-instelling.
(Voorbeeld)Als de Key (patroon) Am is en de waarde van Key Shift is +2, dan verschijnt “Bm” op het scherm.
Loop Start
1–n De maat vanaf waar loop-weergave (p. 82) begint
* ‘n’ is het aantal maten van de song
Loop End
1–n De maat waar loop-weergave beëindigd wordt
* ‘n’ is het aantal maten van de song
Kit SelectSONG,PATTERN
Selecteer een kit voor het afspelen van de song
SONG:De kit van elk patroon afzonderlijk wordt genegeerd. De kit die u met Kit Number instelt, wordt voor de hele song gebruikt.
PATTERN: U gebruikt de kit die voor elk patroon afzonderlijk is ingesteld.
Kit NumberP001–P100, U001–U100
Nummer van de kit waarmee deze song wordt gespeeld
TSC SelectSONG,PATTERN
Selecteer de TSC-patch waarmee deze song wordt gespeeld
SONG:De TSC-patch van elk patroon afzonderlijk wordt genegeerd. De TSC-patch die u met TSC Number instelt, wordt voor de hele song gebruikt.
PATTERN: U gebruikt de TSC-patch die voor elk patroon afzonderlijk is ingesteld.
TSC SwitchOFF, ON TSC aan of uit
TSC NumberP01–P20, U01–U20
Nummer van de TSC-patch die u wilt gebruiken
Parameter / Waarde Verklaring
Patroon
Maatsoort
(1)
MaatnummerStap
78
Een song opnemen
4. Herhaal stap 3 zo vaak als nodig is.
• U kunt een patroon invoegen in een stap die al opgenomen was; zie “Een patroon in de song invoegen”.
• U kunt een opgenomen patroon verwijderen; zie “Een patroon verwijderen”.
* U kunt geen patronen opnemen, invoegen of verwijderen terwijl een song wordt afgespeeld. Om deze handelingen uit te voeren, moet u eerst de weergave stoppen.
5. Als de opname klaar is, drukt u op [EXIT].
6. Om de song te bewaren, volgt u de procedure die beschreven wordt in “Uw song bewaren” (p. 79).
■ Een patroon in de song invoegen
In dit deel leest u hoe u een patroon in het midden van de song kunt invoegen.fig.03-070
1. In het “Song Step Recording”-scherm gebruikt u [ ][ ] om de stap te selecteren waar u een patroon wilt invoegen.
2. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [ENTER].Een nieuwe stap wordt ingevoegd, en de volgende stappen zullen één stap opschuiven.De ingevoegde stap heeft hetzelfde patroon als de stap die u in stap 1 hebt geselecteerd.
fig.03-080d
3. Gebruik de VALUE-schijf om het gewenste patroon voor de nieuwe stap te selecteren.
■ Een patroon verwijderenIn dit deel leest u hoe u een ongewenst patroon uit de song kunt verwijderen. Als u een patroon verwijdert, zullen de volgende patronen opschuiven.fig.03-090
1. In het “Song Step Recording”-scherm gebruikt u [ ][ ] om de stap te selecteren waaruit u een patroon wilt verwijderen.
2. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [ERASE] ([EXIT]).Het patroon in de geselecteerde stap wordt verwijderd.
Patroon 1
Stap 1 2 3 4
Stap 1 2 3 4 5
Patroon 2 Patroon 3 Patroon 4
Patroon 1 Patroon 2 Patroon 5 Patroon 3 Patroon 4
invoegen
Patroon 5
Ingevoegdestap
Hetzelfde patroonals het geselecteepatroon
Patroon 1
Stap 1 2 3 4
Stap 1 2 3 4 5
Patroon 2 Patroon 4 Patroon 5
Patroon 1 Patroon 2 Patroon 3 Patroon 4 Patroon 5
Wissen
79
Hstuk 4
Uw song bewarenAls u een song hebt opgenomen of bewerkt en wilt bewaren, moet u hem met de Write-procedure als een user song opslaan.
Als u de song opnieuw selecteert of het toestel uitschakelt voor u de Write-procedure uitvoert, dan gaat de song verloren.
Uw song een naam geven (Song Name)U kunt uw song een naam van maximum veertien tekens geven.
1. Verplaats de cursor in het “Song Edit”-scherm naar het “NAME”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Song Name Edit”-scherm verschijnt.
fig.03-100d
2. Plaats de cursor op het punt waar u een teken wilt toevoegen en gebruik de VALUE-schijf om het gewenste teken te selecteren.
3. Als u de naam hebt ingesteld, drukt u op [EXIT].
4. Ga nu verder met “Uw song wegschrijven”.
Uw song wegschrijven1. In het “Song Edit”-menu verplaatst u de
cursor naar het “WRITE”-pictogram en vervolgens drukt u op [ENTER].Het “Song Write”-scherm verschijnt.
fig.03-110d
2. Met de VALUE-schijf selecteert u het user-songnummer waarin u uw song wilt opslaan.
3. Om de song in het geheugen op te slaan, drukt u op [ENTER]. Om te annuleren, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de song wordt opgeslagen.Als de song is opgeslagen, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
Gebruik van de toetsen
[CURSOR] [CURSOR]
De cursor verplaatsen.
[CURSOR] Van kleine letters naar hoofdletters overschakelen.
[CURSOR] Van hoofdletters naar kleine letters overschakelen.
[SHIFT]+[CURSOR]
Een spatie toevoegen
[SHIFT]+[CURSOR]
Het geselecteerde teken verwijderen en de volgende tekens naar links verschuiven.
80
Een song kopiëren/wissen
Een song kopiëren1. In het “Song Edit”-menu verplaatst u de
cursor naar het “COPY”-pictogram en vervolgens drukt u op [ENTER].
* Als een bewerkte song nog niet is opgeslagen, dan verschijnt de boodschap “Cancel edit?” op het scherm. Als u de song wilt bewaren, drukt u op [EXIT] en voert u de Write-procedure uit (p. 79). Als u hem niet wilt bewaren, drukt u op [ENTER].
Het “Song Copy”-scherm verschijnt.fig.03-120d
2. Verplaats de cursor naar het nummer van de bronsong en selecteer een songnummer met de VALUE-schijf.
3. Verplaats de cursor naar het nummer van de doelsong en selecteer een user song met de VALUE-schijf.
4. Druk op [ENTER] om de kopie te maken. Om te annuleren, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de kopie wordt gemaakt.Als het kopiëren beëindigd is, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
Een song wissen (Clear)1. Selecteer de song die u wilt wissen
(Clear).
2. Druk op [EDIT].Het edit-menu verschijnt op het scherm.
3. Verplaats de cursor naar het “SONG”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Song Edit”-menu verschijnt op het scherm.
4. Verplaats de cursor naar het “CLEAR”-pictogram en druk op [ENTER].Op het scherm verschijnt “CLEAR SONG?”
fig.03-130d
5. Druk op [ENTER] om de song te wissen. Om te annuleren, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de song wordt gewist.Als het wissen beëindigd is, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
Bron-song
Doel-song
81
Hstuk 4
Een song afspelen1. Open het “Song Play”-scherm.
2. Met de VALUE-schijf selecteert u de song die u wilt spelen.
* Als een bewerkte song nog niet is opgeslagen, dan verschijnt de boodschap “Cancel edit?” op het scherm. Als u de song wilt bewaren, drukt u op [EXIT] en voert u de Write-procedure uit (p. 79). Als u hem niet wilt bewaren, drukt u op [ENTER].
3. Druk op [ ].De geselecteerde song begint te spelen.
❍ Tijdens de weergave kunt u aan de VALUE-schijf draaien om de song te kiezen die erna gespeeld zal worden. De naam van de gekozen song wordt gemarkeerd. Als de huidige song is beëindigd, begint de gekozen song te spelen.
4. Om de weergave te stoppen, drukt u op
[ ].
❍ Als u weer op [ ] drukt, gaat de weergave verder vanaf het punt waar u was gestopt.
❍ Als u op [ ] drukt en dan op [ ], start de weergave weer bij het begin van de song.
Het tempo regelenU kunt het tempo regelen tijdens het afspelen. De manier waarop het tempo wijzigt, hangt echter af van de optie “Init. Tempo” (p. 76) in de songinformatie.
Init.Tempo is op OFF ingesteld:Het patroon dat speelt op het moment dat u op [TEMPO (TAP)] drukt, wordt met het nieuwe tempo weergegeven. Het volgende patroon begint te spelen met zijn oorspronkelijke tempo.
Init.Tempo heeft een andere waarde dan OFF:De song wordt afgespeeld met het nieuwe tempo dat u instelt.
1. Druk op [TEMPO (TAP)].De tempoinstelling verschijnt op het scherm.
fig.03-140d
2. Regel het tempo met de VALUE-schijf.U kunt het tempo instellen tussen 20 en 260.
* Na enkele ogenblikken keert u automatisch van de tempoinstelling naar het vorige scherm terug.
■ Het tempo met Tap Tempo instellen
U kunt het tempo ook instellen door met het gewenste interval op [TEMPO (TAP)] te tikken. Deze functie heet “Tap Tempo”.
1. Druk minstens vier maal op [TEMPO (TAP)] met het gewenste tempo.Het tempo waarmee u op de toets tikt, wordt ingesteld. Op het scherm verschijnt de huidige tempoinstelling.
* Na enkele ogenblikken keert u automatisch van de tempoinstelling naar het vorige scherm terug.
82
Een song afspelen
De toonhoogte wijzigenU kunt de toonhoogte (key) wijzigen waarin de song wordt afgespeeld. Deze functie heet “Key Shift”.
1. Druk op [KEY].Het “Key Shift”-scherm verschijnt.
fig.03-150d
2. Regel de toonhoogte met de VALUE-schijf.Waarde: -12 – +12U kunt de toonhoogte aanpassen in stappen van een halve toon over ± 1 octaaf.
* Na enkele ogenblikken keert u automatisch van de “Key Shift”-instelling naar het vorige scherm terug.
Een loop makenU kunt een aantal maten selecteren om in een loop (voortdurende herhaling) af te spelen.
1. Druk op [EDIT] in het “Song Play”-scherm.Het edit-menu verschijnt op het scherm.
2. Verplaats de cursor naar het “SONG”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Song Edit”-menu verschijnt op het scherm.
fig.03-030d
3. Verplaats de cursor naar het “INFO”-pictogram en druk op [ENTER].De songinformatie verschijnt op het scherm.
fig.03-041d
4. Verplaats de cursor naar “Loop Start” en selecteer met de VALUE-schijf de maat waar de loop-weergave moet starten.
5. Verplaats de cursor naar “Loop End” en selecteer met de VALUE-schijf de maat waar de loop-weergave moet stoppen.
6. Druk meermaals op [EXIT] om naar het “Song Play”-scherm terug te keren.
7. Druk op [LOOP] zodat de toets gaat branden (Loop on).
8. Druk op [ ].De song wordt weergegeven en de geselecteerde maten worden in een loop afgespeeld.
9. Om de loop-weergave te stoppen drukt u op [LOOP], zodat de toets dooft (Loop off).
10.Om de weergave te stoppen, drukt u op
[ ].
11.Om de loop-instelling te bewaren, volgt u de procedure die beschreven wordt in “Uw song wegschrijven” (p. 79).
Als u ongewenste patronen uit een song verwijdert en het totale aantal maten in de song wordt daardoor lager dan de “Loop End”-maat die u hebt ingesteld, dan blijft de “Loop End”-waarde ongewijzigd. In dat geval zal de loop-weergave niet starten, ook al hebt u [LOOP] ingedrukt (en de toets brandt). U zult de “Loop End”-waarde dus moeten aanpassen.
83
Een song afspelenH
stuk 4
De schermweergave wijzigenIn het “Song Play”-scherm kunt u kiezen tussen “chord progression display” (weergave van het akkoordenschema, 4 maten x 3 lijnen / 2 maten x 3 lijnen / 1 maat x 3 lijnen) en “playback pattern display” (weergave van het patroon).
1. Druk op [DISPLAY].Druk herhaaldelijk op de toets om de verschillende opties voor de schermweergave te zien:
fig.03-171
■ Chord progression displayfig.03-180d
(1) Song-modus
(2) Songnummer
(3) Huidig tempo
(4) Huidige toonsoort
(5) Naam van de songEen “*” voor de naam van de song betekent dat de song is bewerkt.
(6) Maatsoort
(7) Maat – telGeeft de huidige positie aan.
(8) Huidig akkoord → Volgend akkoordHet huidige en volgende akkoord worden gedetailleerd weergegeven.
(9) AkkoordenschemaDe cursor beweegt verder tijdens het afspelen en duidt de maat aan die wordt afgespeeld.Druk op [DISPLAY] om een weergave voor het akkoordenschema te kiezen: “4 maten x 3 lijnen”, “2 maten x 3 lijnen” of “1 maat x 3 lijnen”. Als minder maten tegelijk op het scherm worden weergegeven, ziet u meer details in het akkoordenschema.
fig.03-181d
■ Playback pattern displayfig.03-190d
(10) Huidig patroonGeeft het huidige patroon aan (nummer/naam).
(11) Volgend patroonGeeft het volgende patroon aan (nummer/naam).
Chord progression display (4 maten x 3 lijnen)
Chord progression display (2 maten x 3 lijnen)
Chord progression display (1 maat x 3 lijnen)
Playback pattern display
(1) (2)
(3) (4) (6) (7) (8)
(5)
(9)
4 matenx 3 lijnen
2 matenx 3 lijnen
1 maatx 3 lijnen
(1) (2)
(3) (4) (6)
(5)
(7)
(10)
(11)
84
85
Hoofdstuk 5Gitaar/bas spelen
Uw gitaar/bas aansluiten
Het volume van uw gitaar/bas regelenRegel het volume met de de GUITAR/BASS INPUT knop.
De handelsmerken in dit document zijn handelsmerken van hun respectieve eigenaars. Het zijn aparte bedrijven die geen verband met BOSS hebben geen licentie of goedkeuring verleend hebben voor de BOSS DR-880. Hun merken worden alleen gebruikt om de apparaten te benoemen waarvan de BOSS DR-880 de sound simuleert.
86
Het gebruik van effecten
Effect-patches selecteren1. Druk op [EFFECT].
Het “Guitar Effects Edit”-scherm verschijnt.fig.04-050d
2. Verplaats de cursor naar het nummer van de effect-patch en selecteer met de VALUE-schijf de gewenste effect-patch.
* Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [EFFECT] om tussen Preset (P) en User (U) te schakelen.
“Effect-patch” (p. 155)
Een effect-patch bewerken (Patch Edit)1. Verplaats de cursor naar een van de
opties die hieronder worden beschreven en selecteer een nieuwe waarde met de VALUE-schijf.
fig.04-060d
(1) Effect-patchSelecteer de effect-patch die u wilt bewerken.
(2) Effect on/offTelkens u op [EFFECT] drukt, worden de gitaareffecten in- of uitgeschakeld.
(3) EFFECT TYPE (algoritme)Selecteer het algoritme dat u wilt gebruiken.Waarde:GTR MULTI, BASS MULTI, ACO MULTI
(4) PATCH LEVELRegel het volume van de effect-patch.Waarde: 0–100
(5) Effectendiagram (algoritme)U kunt elk effect met de cursor selecteren en met de VALUE-schijf het effect in- of uitschakelen. Effecten die uitgeschakeld zijn, worden met stippellijnen weergegeven.Als u met de cursor een effect selecteert en op [ENTER] drukt, verschijnt het “Parameter Edit”-scherm van dat effect.
Druk op [CURSOR] om een scherm te selecteren.
Patch number
(1)(5)
(3)(2)
(4)
87
Het gebruik van effectenH
stuk 5
Het “Parameter Edit”-schermfig.04-070d
(6) Effectendiagram (algoritme)
Met [CURSOR] / opent u het “Parameter Edit”-scherm voor het effect waarop de cursor zich bevindt.
(7) ParametersVerplaats de cursor naar de parameter die u wilt bewerken en gebruik de VALUE-schijf om de waarde te wijzigen.
Met [CURSOR] / kunt u de rest van het parameterscherm weergeven.
2. Als u de nodige instellingen hebt gemaakt, drukt u op [EXIT] om terug te keren naar het “Guitar Effects Edit”-scherm.Om aan te geven dat de instellingen van het effect tijdelijk zijn veranderd, verschijnt het patch-nummer als “*TMP”. Als u de effect-patch opnieuw selecteert of het toestel uitschakelt terwijl “*TMP” op het scherm staat, worden voor alle patch-instellingen de oorspronkelijke waarden hersteld. Zorg er dus voor dat u uw wijzigingen niet verliest.
3. Als u uw wijzigingen wilt bewaren, volg dan de procedure die beschreven wordt in “Een effect-patch bewaren/kopiëren” (p. 88).
* Als u de effect-patch een naam wilt geven of de bestaande naam wilt wijzigen, lees dan eerst “Uw effect-patch een naam geven” (p. 88).
(6)
(7)
88
Een effect-patch bewaren/kopiërenAls u een effect-patch hebt gecreëerd of bewerkt en u wilt hem bewaren, dan moet u hem als een user patch wegschrijven (Write).
Als u de effect-patch opnieuw selecteert of het toestel uitschakelt voor u de Write-procedure uitvoert, dan gaat de patch verloren.
Uw effect-patch een naam gevenU kunt elke user patch een naam van maximum twaalf tekens geven (Patch Name).
1. Verplaats de cursor in het “Guitar Effects Edit”-scherm naar het “NAME”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Patch Name Edit”-scherm verschijnt.
fig.04-080d
2. Plaats de cursor op het punt waar u een teken wilt toevoegen en selecteer het gewenste teken met de VALUE-schijf.
3. Druk op [EXIT] als de naam is ingevoerd.
4. Ga nu verder met “Uw effect-patch wegschrijven”.
Uw effect-patch wegschrijvenIn dit deel leest u hoe u een effect-patch bewaart.
1. Verplaats de cursor in het “Guitar Effects Edit”-scherm naar het “WRITE”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Effect Patch Write”-scherm verschijnt.
fig.04-090d
2. Met de VALUE-schijf selecteert u een user patch.
3. Druk op [ENTER] om de patch op te slaan. Om te annuleren, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de effect-patch wordt opgeslagen.Als de effect-patch is weggeschreven, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
Gebruik van de toetsen
[CURSOR] [CURSOR]
De cursor verplaatsen.
[CURSOR] Van kleine letters naar hoofdletters overschakelen.
[CURSOR] Van hoofdletters naar kleine letters overschakelen.
[SHIFT]+[CURSOR]
Een spatie toevoegen
[SHIFT]+[CURSOR]
Het geselecteerde teken verwijderen en de volgende tekens naar links verschuiven.
89
Een effect-patch bewaren/kopiërenH
stuk 5
Een effect-patch kopiëren1. Verplaats de cursor in het “Guitar Effects
Edit”-scherm naar het “COPY”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Effect Patch Copy”-scherm verschijnt.
fig.04-100d
2. Verplaats de cursor naar het nummer van de bron-patch en kies een patch-nummer met de VALUE-schijf.
3. Verplaats de cursor naar het nummer van de doel-patch en kies een patch-nummer met de VALUE-schijf.
4. Druk op [ENTER] om de kopie te maken. Om te annuleren, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de kopie wordt gemaakt.Als het kopiëren beëindigd is, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
Copy�source
Copy�destination
90
De stemfunctie en het zwelpedaal
Uw gitaar/bas stemmenDe DR-880 biedt een chromatische stemfunctie om een gitaar/bas te stemmen die op de GUITAR/BASS INPUT jack is aangesloten.
1. Druk op [TUNER].Het Tuner-scherm verschijnt.
fig.04-030d
2. Speel één noot op de snaar die u wilt stemmen.Op het scherm verschijnt de naam van de noot die het dichtst in de buurt ligt van de snaar die u hebt bespeeld.
* Speel slechts één duidelijke noot op de snaar die u wilt stemmen.
3. Stem uw instrument zo dat de correcte noot verschijnt voor de snaar die u stemt.
(Typische stemming voor elke snaar)
4. Bekijk de stempijltjes. Stem uw instrument zo dat zowel het linker als het rechter pijltje branden.
fig.04-040d
5. Herhaal stap 2–4 om de andere snaren te stemmen.
* Als uw gitaar een vibratohendel heeft en u stemt een snaar, dan raken de andere snaren intussen soms ontstemd. Stem dan eerst alle snaren zo dat de correcte nootnamen verschijnen. Daarna stemt u elke snaar verder tot ze allemaal correct zijn gestemd.
6. Als u alle snaren hebt gestemd, drukt u op [EXIT].
7de 6de 5de 4de 3de 2de 1ste
Gitaar B E A D G B E
Bass B E A D G
Tuning guide
When the pitch�is higher than �the Displayed �note
When the pitch �matches the �Displayed note
When the pitch�is lower than�the Displayed �note
91
De stemfunctie en het zwelpedaalH
stuk 5
■ De referentietoonhoogte wijzigen
* De referentietoonhoogte van de stemfunctie is hetzelfde als de master tune instelling van de DR-880 (p. 120).
1. Druk op [EDIT] in het “Pattern Play”- of “Song Play”-scherm.Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
2. Verplaats de cursor naar het “MASTER TUNE”-pictogram en druk op [ENTER].De master-tune-instellingen verschijnen op het scherm.
fig.07-070d
3. Kies een waarde met de VALUE-schijf.Bereik: 435 Hz–445 Hz
4. Als u een waarde hebt ingesteld, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de nieuwe waarde wordt opgeslagen.Als de nieuwe waarde is opgeslagen, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
Een zwelpedaal als volumepedaal gebruikenAls u een zwelpedaal aansluit (zoals de Roland EV-5; wordt apart verkocht) op de “CTL 3, 4/EXP PEDAL”-jack op het achterpaneel, dan kunt u met uw voeten het volume regelen van de gitaar/bas die u op de “GUITAR/BASS INPUT”-jack aansluit.fig.04-300
● Gebruik alleen het juiste zwelpedaal (EV-5; wordt apart verkocht). Als u andere zwelpedalen aansluit, riskeert u storingen of beschadiging van het toestel.
● De Roland EV-5 heeft een minimumvolume van 0.
Als u een effect-patch hebt geselecteerd die een pedal wah gebruikt (P-WAH: p. 94), dan fungeert het zwelpedaal automatisch als wah-pedaal.
92
Parameterlijst van de gitaareffecten
GTR MULTI (Guitar multi)fig.04-200
■ FX
BASS MULTIfig.04-210
■ FX
ACO (Acoustic) MULTIfig.04-220
Effect Pagina
GUITAR AMP/ACOUSTIC SIM p. 93
NOISE SUPPRESSOR p. 93
FX
COMPRESSOR p. 94
A-WAH p. 94
P-WAH p. 94
CHORUS p. 94
PHASER p. 95
FLANGER p. 95
TREMOLO p. 95
PAN p. 95
DELAY p. 96
REVERB p. 96
Parameter/Bereik Verklaring
On/OffOFF, ON Schakelt FX in/uit
FX SelectCOMPRESSOR, A-WAH, P-WAH,CHORUS, PHASER, FLANGER, TREMOLO, PAN
Kies één effect
AMP NS FX DLY REV
Effect Pagina
COMPRESSOR p. 96
BASS AMP SIM p. 97
NOISE SUPPRESSOR p. 93
FX
T-WAH p. 97
P-WAH p. 94
CHORUS p. 94
PHASER p. 95
FLANGER p. 95
TREMOLO p. 95
PAN p. 95
DELAY p. 96
Parameter/Bereik Verklaring
On/OffOFF, ON Schakelt FX in/uit
FX SelectT-WAH,P-WAH,CHORUS, PHASER, FLANGER, TREMOLO, PAN
Kies één effect
Effect Pagina
ACOUSTIC PROCESSOR p. 98
EQUALIZER p. 98
CHORUS p. 94
REVERB p. 96
CMP AMP NS FX DLY
ACO EQ CHO REV
93
Parameterlijst van de gitaareffectenH
stuk 5
Beschrijving van de effecten
■ GUITAR AMP/ACOUSTIC SIM (Guitar amp/Acoustic simulator)
Dankzij COSM-technologie wordt de respons van allerlei gitaarversterkers of de sound van een akoestische gitaar gesimuleerd.
■ NOISE SUPPRESSORDit effect onderdrukt de ruis en brom die door een gitaarelement worden veroorzaakt. Het onderdrukt deze ruis op een manier die aan de envelope (het volumeverloop) van de gitaarklank is aangepast. U verkrijgt daarom een natuurlijk klinkende ruisonderdrukking die de gitaarsound nauwelijks beïnvloedt.
Parameter/Bereik Verklaring
On/Off
OFF, ON Schakelt GUITAR AMP/ACOUSTIC SIM in/uit
Type
Zie hieronder Kies een gitaarversterker of akoestische simulator
JC-120 De sound van een Roland JC-120
WARM CLEAN Een warm, gepolijst geluid
CLEAN TWIN Een model van een Fender Twin Reverb
TWEED Een model van een Fender Bassman 4 x 10” Combo
CRUNCH Een knerpende sound met een natuurlijk klinkende distortion
VO DRIVE Een model met de kenmerkende sound van de VOX AC-30TB
MATCH DRIVE Een model met de typische sound van de Matchless D/C-30
BG LEAD Een model met de lead sound van een MESA/Boogie combo
SMOOTH Drv Een sound met een zachte drive
MS1959 (I) Een model van input I van een Marshall 1959
MS HiGAIN Een model van een Marshall met een versterkt middenbereik
POWER STACK De sound van een amp stack met een actief tooncircuit
R-FIER RED Een model van het RED channel van een MESA/Boogie DUAL Rectifier
T-AMP Crnch Een model van AMP2 van een Hughes & Kettner Triamp
T-AMP LEAD Een model van AMP3 van een Hughes & Kettner Triamp
SLDN Een model van een Soldano SLO-100
LEAD STACK Een high-gain lead sound
5150 DRIVE Een model van het lead channel van een Peavey EVH5150
METAL STACK Een stevige sound voor metal
Single->AC Transformeert de sound van een elektrische gitaar met een single-coil-element in het geluid van een akoestische gitaar.
Humbckr->AC Transformeert de sound van een elektrische gitaar met een single-coil-element in het geluid van een akoestische gitaar.
Gain0–100 Distortion-niveau
Bass0–100 Lage tonen
Middle0–100 Middentonen
Treble0–100 Hoge tonen
Presence0–100 Ultrahoge tonen
Level
0–100 Totale volume van de voorversterker
* Let op dat u Level niet te hoog instelt.
Parameter/Bereik Verklaring
On/Off
OFF, ON Schakelt NOISE SUPPRESSOR in/uit
Threshold
0–100Diepte waarmee de ruisonderdrukking wordt toegepast
Kies bij veel ruis een hogere waarde voor deze parameter, en bij minder ruis een lagere waarde.
* Als u voor Threshold een hoge waarde kiest en u bespeelt uw gitaar met een laag volume, dan kan het zijn dat het geluid wegvalt.
Parameter/Bereik Verklaring
94
Parameterlijst van de gitaareffecten
■ COMPRESSOR: GTR MULTIDit effect produceert een lange sustain door het volume van het ingangssignaal gelijkmatiger te maken. U kunt deze functie ook als “limiter” gebruiken en vervorming vermijden door de geluidspieken af te zwakken.
■ A-WAH (Auto wah)Dit effect creëert een automatisch wah-effect dankzij een filter met een vast patroon
■ P-WAH (Pedal wah)Dit effect produceert de sound van een wah-pedaal.
* Als u op het achterpaneel een zwelpedaal aansluit (Roland EV-5; wordt apart verkocht) op de “CTL3, 4/EXP PEDAL”-jack, dan fungeert dat pedaal als een wah-pedaal.
■ CHORUSDit effect creëert een rijke en ruimtelijke sound door een geluid met een lichtjes gemoduleerde toonhoogte aan de klanken van de gitaar of bas toe te voegen.
Parameter/Bereik Verklaring
Sustain
0–100Regelt hoe lang ingangssignalen van een laag niveau worden versterkt tot een constant volume
Hogere waarden voor deze parameter geven een langere sustain.
Level0–100 Volume van het effectgeluid
Parameter/Bereik Verklaring
Polarity
UP, DOWNBepaalt de richting van het filter dat op het ingangssignaal wordt toegepast
UP:Het filter beweegt naar een hogere frequentie.
DOWN:Het filter beweegt naar een lagere frequentie.
Sens
0–100 Bepaalt de gevoeligheid van de filterbeweging
Freq
0–100 Centrale frequentie van het wah-effect
Peak
0–100 Diepte van het wah-effect in de buurt van de centrale frequentie
Hogere waarden geven een krachtiger geluid, wat het wah-effect nog versterkt. Een waarde van “50” geeft het typische wah-geluid.
Rate0–100,
BPM –BPMAuto-wah snelheid
* Als u hier BPM instelt, wordt het effect gesynchroniseerd met het tempo van het patroon. Als dat een cyclus geeft die te snel is, wordt het effect gesynchroniseerd op 1/2 of 1/4 van de BPM-waarde.
Depth0–100 Diepte van het wah-effect
Level0–100 Volume van het effectgeluid
Parameter/Bereik Verklaring
Level0–100 Volume van het effectgeluid
Parameter/Bereik Verklaring
Rate0–100,
BPM –BPMModulatiesnelheid
* Als u hier BPM instelt, wordt het effect gesynchroniseerd met het tempo van het patroon. Als dat een cyclus geeft die te snel is, wordt het effect gesynchroniseerd op 1/2 of 1/4 van de BPM-waarde.
Depth0–100 Diepte van het effect
E.Level0–100 Volume van het chorusgeluid
Parameter/Bereik Verklaring
95
Parameterlijst van de gitaareffectenH
stuk 5
■ PHASERDit effect voegt een gefaseerd signaal aan het gitaargeluid toe, wat het geluid een ronddraaiend karakter geeft.
■ FLANGERDit effect geeft een soort zwiepende, wervelende modulatie.
■ TREMOLODit effect geeft een cyclische variatie van het volume.
■ PANBij dit effect varieert het volume van afwisselend het linker en het rechter kanaal. Dat geeft de indruk dat het geluid tussen de linker- en rechterkant beweegt als u in stereo luistert.
Parameter/Bereik Verklaring
Rate0–100,
BPM –BPMRotatiesnelheid
* Als u hier BPM instelt, wordt het effect gesynchroniseerd met het tempo van het patroon. Als dat een cyclus geeft die te snel is, wordt het effect gesynchroniseerd op 1/2 of 1/4 van de BPM-waarde.
Depth0–100 Rotatiediepte
Manual
0–100 Centrale frequentie waarin het phaser-effect wordt toegepast
Resonance0–100 Scherpte van het effect
Parameter/Bereik Verklaring
Rate0–100,
BPM –BPMModulatiesnelheid
* Als u hier BPM instelt, wordt het effect gesynchroniseerd met het tempo van het patroon. Als dat een cyclus geeft die te snel is, wordt het effect gesynchroniseerd op 1/2 of 1/4 van de BPM-waarde.
Depth0–100 Modulatiediepte
Manual
0–100 Centrale frequentie waarin het effect wordt toegepast
Resonance0–100 Scherpte van het effect
Parameter/Bereik Verklaring
Rate0–100,
BPM –BPMModulatiesnelheid
* Als u hier BPM instelt, wordt het effect gesynchroniseerd met het tempo van het patroon. Als dat een cyclus geeft die te snel is, wordt het effect gesynchroniseerd op 1/2 of 1/4 van de BPM-waarde.
Depth0–100 Diepte van het effect
Parameter/Bereik Verklaring
Wave Shape0–100 Regelt de variatie in het volume
Rate0–100,
BPM –BPMSnelheid van de volumewisseling
* Als u hier BPM instelt, wordt het effect gesynchroniseerd met het tempo van het patroon. Als dat een cyclus geeft die te snel is, wordt het effect gesynchroniseerd op 1/2 of 1/4 van de BPM-waarde.
Depth0–100 Diepte van de volumewisseling
96
Parameterlijst van de gitaareffecten
■ DELAYVoegt een vertraagde versie van de gitaar/basklanken toe, wat het geluid rijker maakt of een kenmerkende echo geeft.
■ REVERBDit effect voegt galm aan het geluid toe.
■ COMPRESSOR: BASS MULTIDit effect produceert een lange sustain door het volume van het ingangssignaal gelijkmatiger te maken. U kunt deze functie ook als “limiter” gebruiken en vervorming vermijden door de geluidspieken af te zwakken. Dit effect helpt ook om het geluid consistenter te maken.
Parameter/Bereik Verklaring
On/OffOFF, ON Schakelt de delay in of uit
Time0–1200ms,
BPM –BPMDelay-tijd
* Als u hier BPM instelt, wordt het effect gesynchroniseerd met het tempo van het patroon. Als dat een delay-tijd geeft die te lang is, wordt het effect gesynchroniseerd met een veelvoud van twee of vier maal de BPM.
Feedback
0–100 De mate waarin het vertraagde geluid wordt herhaald
E.Level0–120 Volume van het delay-geluid
Parameter/Bereik Verklaring
On/OffOFF, ON Schakelt de reverb in/uit
TypeROOM, HALL, PLATE Type galm
ROOM:Simuleert de akoestische eigenschappen van een kamer, wat een warme galm geeft.
HALL: Simuleert de akoestische eigenschappen van een concertgebouw, wat een heldere en ruime galm geeft.
PLATE: Simuleert een “plate reverb” (een apparaat met een vibrerende metalen plaat), wat een metaalachtige galm geeft met uitgesproken hoge frequenties.
Time0.1–10.0 sec Lengte van de galm
Tone-50–+50 Tonaal karakter van de galm
E.Level0–100 Volume van de galm
Parameter/Bereik Verklaring
ON/OFFOFF, ON Schakelt de compressor in/uit
Threshold
0–100 Volume vanaf waar de compressor actief wordt
Ratio1:1.00, 1:1.12, 1:1.25, 1:1.40, 1:1.60, 1:1.80, 1:2.00, 1:2.50, 1:3.20, 1:4.00, 1:5.60, 1:8.00, 1:16.0, 1:INF
Compressieverhouding
Attack
0–100 Sterkte van de attack als u aan een snaar plukt
Release
0–100
Tijd vanaf het ogenblik dat het signaal onder de ingestelde Threshold-waarde valt totdat de compressor niet langer wordt toegepast
Level
0–100 Volume nadat het geluid door de compressor wordt gestuurd
97
Parameterlijst van de gitaareffectenH
stuk 5
■ BASS AMP SIM (Bass amp simulator)
Dankzij COSM-technologie simuleert dit effect de respons van allerlei basversterkers.
■ T-WAH (Touch wah)Dit effect activeert een filter naar gelang van het volume van het bassignaal. Het produceert een herkenbare sound waarbij het filter uw speelstijl volgt.
Parameter Waarde
On/OffOFF, ON Schakelt BassAmpSim in/uit
TypeZie hieronder Het type basversterker
CONCERT 810 Een model van een Ampeg SVT
SESSION Een model van een SWR SM-400
BASS 360 Een model van een Acoustic 360
T.E Een model van een Trace Elliot AH600SMX
B MAN Een model van een Fender Bassman 100
FLIP TOP Een model van een Ampeg B-15
BASS CLEAN Een gepolijste sound
BASS CRUNCH Een knerpende sound met een natuurlijk klinkende distortion
BASS HiGAIN Voor een high-gain geluid
FLAT Een vlakke respons
Gain0–100 Distortion-niveau
Bass0–100 Lage tonen
Middle0–100 Middentonen
Treble0–100 Hoge tonen
Presence0–100 Ultrahoge tonen
Level
0–100 Het algemene volume van de versterker
Parameter/Bereik Verklaring
Polarity
Up, DownBepaalt de richting van het filter dat op het ingangssignaal wordt toegepast
Up: Het filter beweegt naar een hogere frequentie.
Down:Het filter beweegt naar een lagere frequentie.
Sens
0–100 Gevoeligheid van de filterbeweging
Freq
0–100 Centrale frequentie van het wah-effect
Peak
0–100 Diepte van het wah-effect in de buurt van de centrale frequentie
Een lage waarde voor deze parameter geeft een wah-effect in een brede zone rond de centrale frequentie. Een hoge waarde voor deze parameter geeft een wah-effect in een smalle zone rond de centrale frequentie. Een waarde van “50” geeft het typische wah-geluid.
Level0–100 Volume van het effectgeluid
98
Parameterlijst van de gitaareffecten
■ ACOUSTIC PROCESSORDit effect is geschikt voor de steriele output van het element van een elektroakoestische gitaar. Het geeft de typische, rijkere sound van een gitaar die door een microfoon wordt opgenomen.
■ EQUALIZERDit is een driebands-equalizer.
Parameter/Bereik Verklaring
On/Off
OFF, ON Schakelt ACOUSTIC PROCESSOR in/uit
Low
-50–0–+50 Regelt de sterkte van de lage frequenties.
High
-50–0–+50 Regelt de sterkte van de hoge frequenties.
Level
0–100 Regelt het volume van de acoustic processor.
Parameter/Bereik Verklaring
On/OffOFF, ON Schakelt EQUALIZER in/uit
Low-20 – +20 dB Lage tonen
Mid-20 – +20 dB Middentonen
High-20 – +20 dB Hoge tonen
Level
-20 – +20 dB Volume van het geluid voor het door de equalizer wordt gestuurd
99
Hoofdstuk 6De TSC-instellingen
bewerkenU kunt de instellingen van de stereo driebands-equalizer en de “ambience/reverb” van de TSC-functie bewerken en opslaan in twintig user patches.
100
TSC-patches bewerken
Bewerken (edit)1. Druk op [TSC].
Het EDIT-scherm van de TSC-patches verschijnt.
fig.05-010d
2. Verplaats de cursor naar het TSC-patchnummer en selecteer de TSC-patch die u wilt bewerken.
* Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [TSC] om tussen Preset (P) en User (U) te schakelen.
* Telkens u op [TSC] drukt, wordt TSC in- of uitgeschakeld.
* U kunt elk van de twee effecten in- of uitschakelen door de cursor naar “EQ” of “AMB” te verplaatsen en aan de VALUE-schijf te draaien. Effecten die uitgeschakeld zijn, worden met stippellijnen weergegeven.U kunt het EDIT-scherm voor elk effect openen door de cursor naar “EQ” of “AMB” te verplaatsen en op [ENTER] te drukken.
3. Met [CURSOR] / opent u het EDIT-scherm van de stereo EQ of van de ambience/reverb.
EDIT-scherm van de stereo EQfig.05-020d
EDIT-scherm van de Ambience/Reverbfig.05-030d
4. Verplaats de cursor naar de parameter die u wilt bewerken en pas de waarde aan met de VALUE-schijf.
5. Als u een waarde hebt gekozen, drukt u op [EXIT] om terug te keren naar het EDIT-scherm van de TSC-patches.Om aan te geven dat de instellingen van de TSC-patch tijdelijk zijn veranderd, verschijnt het patchnummer als “*TMP”. Als u opnieuw een TSC-patch selecteert of het toestel uitschakelt terwijl “**TMP” op het scherm staat, keren alle patch-instellingen naar hun oorspronkelijke waarden terug. In dat geval bent u uw wijzigingen kwijt. Wees dus voorzichtig.
6. Als u uw wijzigingen wilt bewaren, volg dan de procedure “Een TSC-patch bewaren/kopiëren” (p. 103).
* Als u een TSC-patch een (andere) naam wilt geven voor het opslaan, volg dan eerst de procedure “Een TSC-patch een naam geven” (p. 103).
101
TSC-patches bewerkenH
stuk 6
■ Parameters van de stereo-equalizer
■ Ambience/Reverb-parameters
Parameter/Bereik Verklaring
On/OffOFF, ON Schakelt de stereo EQ in/uit
Input Gain
-20 – +20 dB Volume van het geluid voor het door de equalizer wordt gestuurd
Low Gain
-20 – +20 dB Boost/cut-waarde van de lage tonen
Low Freq20.0 Hz – 12.5 kHz
Centrale frequentie van de lage tonen
Low Q
Shelving, 0.5–16
Schakel over naar een shelving-equalizer of regel de helling van deresponscurve rond de centralefrequentie van de Low-equalizer
Mid Gain
-20 – +20 dB Boost/cut-waarde van de middentonen
Mid Freq20.0 Hz – 20.0 kHz
Centrale frequentie van de middentonen
Mid Q
0.5–16Helling van de responscurve rond de centrale frequentie van de Mid-equalizer
High Gain
-20 – +20 dB Boost/cut-waarde van de hoge tonen
High Freq
400 Hz – 20.0 kHz Centrale frequentie van de hoge tonen
High Q
Low Freq�(20.0 Hz–12.5 kHz)
Low Freq�(20.0 Hz–12.5 kHz)
Frequency
Low Gain�(-20– +20 dB)
Low Gain�(-20– +20 dB)
Gain0
-
+
Shelving-type Other than Shelving (Peaking)
Low Q �(0.5–16.0)
Shelving, 0.3–16.0
Schakel over naar een shelving-equalizer of regel de helling van de responscurve rond de centrale frequentie van de High-equalizer
Parameter/Bereik Verklaring
On/Off
OFF, ON Schakelt AMBIENCE/REVERB in/uit
TypeZie hieronder Ambience/Reverb-type
AMBIENCE: Simuleert een ambience-microfoon die bij opnames wordt gebruikt (en die op een zekere afstand van de geluidsbron wordt geplaatst).
ROOM: Simuleert de galm van een kamer.
HALL: Simuleert de galm van een concertzaal.
PLATE: Simuleert de galm van een plate reverb (een reverb met een metalen plaat).
Rev Time0.1–10.0 s Lengte van de galm
Rev.Level0–100 Volume van de galm
Pre Delay
0–20 ms Tijd die verstrijkt voor de galm weerklinkt
Low Cut FreqFlat, 55.0 Hz–2.00 kHz
Frequentie vanaf waar de low-cutfilter actief wordt
Als u “Flat” kiest, heeft de low-cutfilter geen effect.
Parameter/Bereik Verklaring
High Freq�(400 Hz–20.0 kHz)
Frequency
High Gain�(-20– +20 dB)
Gain0
-
+
Shelving-type
High Freq�(400 Hz–20.0 kHz)
High Gain�(-20– +20 dB)
High Q �(0.5–16.0)
Other than Shelving (Peaking)
102
TSC-patches bewerken
High Cut Freq700 Hz–20.0 kHz, Flat
Frequentie vanaf waar de high-cutfilter actief wordt
Als u “Flat” kiest, heeft de high-cutfilter geen effect.
Size
1–10 Grootte van de kamer die wordt gesimuleerd
ER Level
0–100 Volume van de vroege reflecties (early reflections)
Density0–100 Dichtheid van de vroege reflecties
Rel Density0–100 Dichtheid van de late reverberatie
Low Damp
0.10–1.00 Demping van de lage frequenties van de late reverberatie
L. Damp Freq
55 Hz–4.00 kHzFrequentie vanaf waar de lage frequenties van de late reverberatie worden gedempt
De late reverberatie in de zone onder de ingestelde L. Damp Freq wordt gedempt.
High Damp
0.10–1.00 Demping van de hoge frequenties van de late reverberatie
H. Damp Freq
400 Hz – 20.0 kHzFrequentie vanaf waar de hoge frequenties van de late reverberatie worden gedempt
De late reverberatie in de zone boven de ingestelde H. Damp Freq wordt gedempt.
Parameter/Bereik Verklaring
103
Hstuk 6
Een TSC-patch bewaren/kopiërenAls u een TSC-patch hebt gecreëerd of bewerkt en u wilt hem bewaren, dan moet u hem als een user patch wegschrijven (Write).
Als u de TSC-patch opnieuw selecteert, een ander patroon of een andere song selecteert of het toestel uitschakelt voor u de Write-procedure uitvoert, dan gaat de patch verloren.
Een patchnaam invoerenU kunt elke user patch een naam van maximum twaalf tekens geven (Patch Name).
1. Verplaats de cursor in het “TSC Patch Edit”-scherm naar het “NAME”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Patch Name Edit”-scherm verschijnt.
fig.05-031d
2. Plaats de cursor op het punt waar u een teken wilt toevoegen en gebruik de VALUE-schijf om een teken te kiezen.
3. Druk op [EXIT] als de naam is ingesteld.
4. Ga nu verder met “Een TSC-patch wegschrijven”.
Een TSC-patch wegschrijvenIn dit deel leest u hoe u een TSC-patch bewaart.
1. Verplaats de cursor in het “TSC Patch Edit”-scherm naar het “WRITE”-pictogram en druk op [ENTER].Het “TSC Patch Write”-scherm verschijnt.
fig.05-040d
2. Met de VALUE-schijf selecteert u een user patch.
3. Druk op [ENTER] om de patch op te slaan. Om te annuleren, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de TSC-patch wordt opgeslagen.Als de TSC-patch is opgeslagen, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
Gebruik van de toetsen
[CURSOR] [CURSOR]
De cursor verplaatsen.
[CURSOR] Van kleine letters naar hoofdletters overschakelen.
[CURSOR] Van hoofdletters naar kleine letters overschakelen.
[SHIFT]+[CURSOR]
Een spatie toevoegen
[SHIFT]+[CURSOR]
Het geselecteerde teken verwijderen en de volgende tekens naar links verschuiven.
104
Een TSC-patch bewaren/kopiëren
Een TSC-patch kopiëren1. Verplaats de cursor in het “TSC Patch
Edit”-scherm naar het “COPY”-pictogram en druk op [ENTER].Het “TSC Patch Copy”-scherm verschijnt.
fig.05-050d
2. Verplaats de cursor naar het nummer van de bron-patch en kies een patchnummer met de VALUE-schijf.
3. Verplaats de cursor naar het nummer van de doel-patch en kies een patchnummer met de VALUE-schijf.
4. Druk op [ENTER] om de kopie te maken. Om te annuleren, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de kopie wordt gemaakt.Als het kopiëren beëindigd is, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
Copy�source
Copy�destination
105
Hoofdstuk 7Een originele kit
samenstellen (Kit Edit)Met Kit Edit kunt u klanken en instellingen voor de drumpartij en baspartij kiezen. U kunt uw nieuwe kit in een van de honderd user kits opslaan.
106
Een kit bewerkenIn dit deel leest u hoe u een kit bewerkt.fig.06-010
* Wanneer u het toestel aanschaft, bevatten de user kits dezelfde instellingen als de preset kits.
Selecteer de kit die u wilt bewerken1. Druk op [KIT].
Het “Kit Edit”-scherm verschijnt.fig.06-020d
2. Verplaats de cursor naar het kitnummer en gebruik de VALUE-schijf om de kit te selecteren die u wilt bewerken.
* Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [KIT] om tussen Preset (P) en User (U) te schakelen.
3. Selecteer de partij die u wilt bewerkenOm de drumpartij te bewerken, beweegt u de cursor naar “DRUM PART” en drukt u op [ENTER].Om de baspartij te bewerken, beweegt u de cursor naar “BASS PART” en drukt u op [ENTER].
4. Ga verder met “De drumpartij bewerken” of met “De baspartij bewerken”.
De drumpartij bewerken1. Gebruik [CURSOR] / om het
gewenste scherm te selecteren.
2. Verplaats de cursor naar de parameter die u wilt bewerken en pas de waarde aan met de VALUE-schijf.
* Om de klanken te horen, drukt u op de pads (1–20) of speelt u een patroon af.
3. Als u een waarde hebt ingesteld, drukt u op [EXIT] om naar het “Kit Edit”-scherm terug te keren.Om aan te geven dat de instellingen van de kit tijdelijk zijn veranderd, verschijnt het kitnummer als “*TMP”. Als u de kit opnieuw selecteert of het toestel uitschakelt terwijl “*TMP” op het scherm staat, keren alle kitinstellingen naar de oorspronkelijke waarden terug. In dat geval bent u uw wijzigingen kwijt. Wees dus voorzichtig.
4. Als u uw wijzigingen wilt bewaren, volg dan de procedure “Een kit bewaren/kopiëren” (p. 113).
* Als u uw kit een (andere) naam wilt geven voor u uw wijzigingen opslaat, volg dan de procedure “Een kit een naam geven” (p. 113) voor u de kit opslaat.
■ PART COMMON (instellingen voor beide partijen)
fig.06-030d
Selecteer de kit die u wilt bewerken
Bewerkde drumpartij
Bewerkde baspartij
Parameter/Bereik Verklaring
Part Level0–100 Volume van de drumpartij
107
Een kit bewerkenH
stuk 7
■ PAD (Pad Parameters)fig.06-040d
Om een pad te selecteren die u wilt bewerken, doet u het volgende:
1. Druk op [PAD] om een padbank te selecteren.
2. Druk op de gewenste pad (1–20).
Parameter/Bereik Verklaring
Inst
zie p. 151 Selecteer een klank (instrument) voor deze pad
Level0–100 Regel het volume van het instrument
PanL50–CENTER–R50 Regel de pan-waarde
* Dit geldt als Out Assign is ingesteld op MASTER, IFX (OTHERS) of IND. A+B
* Als Out Assign is ingesteld op IFX (KICK/SNARE), gebruik dan het “Reverb Send”-niveau van het insert-effect (p. 108) om de waarde te regelen.
Rev.Send
0–100 Diepte van de galm die op elk instrument wordt toegepast
* Alleen als Out Assign op MASTER is ingesteld.
Out Assign
Zie hieronderSelecteer de uitgang voor elk instrument, of het insert-effect dat wordt toegepast
MASTER:Het geluid gaat naar de “MASTER OUTPUT”-jacks zonder dat een insert-effect wordt toegepast.
IFX (KICK): Het “Kick”-insert-effect wordt op het geluid toegepast. De uitgang wordt bepaald door de “Out Assign”-instelling van het insert-effect (p. 108).
IFX (SNARE): Het “Snare”-insert-effect wordt op het geluid toegepast. De uitgang wordt bepaald door de “Out Assign”-instelling van het insert-effect (p. 108).
IFX (OTHERS): Het “Others”-insert-effect wordt op het geluid toegepast. De uitgang wordt bepaald door de “Out Assign”-instelling van het insert-effect (p. 108).
IND. A:Het geluid wordt naar de “INDIVIDUAL A”-jack gestuurd.
IND. B:Het geluid wordt naar de “INDIVIDUAL B”-jack gestuurd.
IND. A+B: Het geluid wordt naar de “INDIVIDUAL A”- en “B”-jacks gestuurd.
Mute Group
OFF, 1–31Bepaalt hoe het geluid moet klinken als u opeenvolgende noten met een of meer instrumenten speelt
OFF:Wanneer u opeenvolgende instrumenten bespeelt, blijft de vorige klank doorgaan terwijl de nieuwe klank wordt weergegeven.
1–31: Instrumenten die tot dezelfde Mute Group behoren, kunnen niet samen weerklinken. Dat wordt meestal gebruikt voor instrumenten die normaal niet tegelijk worden bespeeld, zoals een open hi-hat en een gesloten hi-hat.
Pit. Coarse-50 –0–+50 Grove afstelling van de toonhoogte
positieve waarden: Hoe hoger de waarde, hoe hoger de toonhoogte. Een waarde van +1 betekent een verlaging van een halve toon.
0:Het instrument behoudt zijn oorspronkelijke toonhoogte.
negatieve waarden: Hoe hoger de waarde, hoe lager de toonhoogte. Een waarde van -1 betekent een verlaging van een halve toon.
* Bij sommige instrumenten kan het zijn dat positieve waarden de toonhoogte niet correct aanpassen.
Pitch Fine-50–+50 Fijne afstelling van de toonhoogte
Decay Time/ Rel. Time/Decay Lev
0–127
Deze parameters bepalen hoe het volume verloopt in de tijd, vanaf het ogenblik dat het instrument wordt bespeeld tot het geluid helemaal uitsterft. Dit wordt de “omhullende” (envelope) genoemd.
Parameter/Bereik Verklaring
108
Een kit bewerken
■ INS. FXDrie aparte effecten (KICK, SNARE en OTHERS) zijn beschikbaar.
* KICK en SNARE zijn mono-effecten, OTHERS is een stereo-effect.
fig.06-300
COMMON (gemeenschappelijke instellingen)(Voorbeeld) Voor INS. FX: KICKfig.06-060d
EQ (Equalizer)Dit is een parametrische driebands-equalizer. Lage en hoge tonen kunnen naar shelving worden omgeschakeld.
(Voorbeeld) Voor INS. FX: KICKfig.06-070d
Parameter/Bereik Verklaring
Pan (voor KICK/SNARE)L50–CENTER–R50 Panning van KICK/SNARE
* Dit geldt alleen als Out Assign op MASTER of IND. A+B is ingesteld.
* Het OTHERS-effect heeft deze parameter niet.
Rev. Send
Parameter/Bereik Verklaring
Volume
Noot aan
Tijd
Noot uit
Decay Time Rel. Time
Decay Lev
INS. FX
L
R
L
R
INS. FX
L
R
Pan
KICK, SNARE
OTHERS
0–100 Diepte van de galm
Out Assign (voor KICK/SNARE)zie hieronder Uitgang van het geluid
MASTER:Het geluid wordt naar de “MASTER OUT”-jacks gestuurd.
IND. A:Het geluid wordt naar de “INDIVIDUAL A”-jack gestuurd.
IND. B:Het geluid wordt naar de “INDIVIDUAL B”-jack gestuurd.
IND. A+B:Het geluid wordt naar de “INDIVIDUAL A”- en “B”-jacks gestuurd.
Out Assign (voor OTHERS)Zie hieronder Uitgang van het geluid
MASTER: Het geluid gaat naar de “MASTER OUT”-jacks.
IND. A+B:Het geluid gaat naar de “INDIVIDUAL A”- en “B”-jacks.
Parameter/Bereik Verklaring
EQ On/OffOFF, ON Schakelt de EQ in/uit
Input Gain
-20–+20 dB Volume van het geluid voor het door de equalizer wordt gestuurd
Low Gain-20–+20 dB Boost/cut van de lage tonen
Parameter/Bereik Verklaring
109
Een kit bewerkenH
stuk 7
Low Freq
20 Hz–12.5 kHz Centrale frequentie van de lage tonen
Low Q
Shelving, 0.5–16
Schakel over naar een shelving-equalizer of regel de helling van de responscurve rond de centrale frequentie van de Low-equalizer
Mid Gain
-20–+20 dB Boost/cut-waarde van de middentonen
Mid Freq
20 Hz–20.0 kHz Centrale frequentie van de middentonen
Mid Q
0.5–16Helling van de responscurve rond de centrale frequentie van de Mid-equalizer
High Gain
-20–+20 dB Boost/cut-waarde van de hoge tonen
High Freq
400 Hz–20.0 kHz Centrale frequentie van de hoge tonen
High Q
Shelving, 0.5–16
Schakel over naar een shelving-equalizer of regel de helling van de responscurve rond de centrale frequentie van de High-equalizer
Parameter/Bereik Verklaring
Low Freq(20,0 Hz - 12,5 kHz)
Low Freq(20,0 Hz - 12,5 kHz)
Frequentie
Low Gain(-20 - +20 dB)
Low Gain(-20 - +20 dB)
Gain0
-
+
Shelving Ander type (Peaking)
Low Q (0,5 - 16,0)
Parameter/Bereik Verklaring
High Freq(400 Hz - 20,0 kHz)
Frequentie
High Gain(-20 - +20 dB)
Gain0
-
+
Shelving
High Freq(400 Hz - 20,0 kHz)
High Gain(-20 - +20 dB)
High Q (0,5-16,0)
Ander type (Peaking)
110
Een kit bewerken
COMP (Compressor)Dit effect comprimeert het volume van het ingangssignaal U kunt het ook als limiter gebruiken om geluidspieken te onderdrukken en vervorming te vermijden.
(Voorbeeld) Voor INS. FX: KICKfig.06-080d
De baspartij bewerken1. Gebruik [CURSOR] / om het
gewenste scherm te selecteren.
2. Verplaats de cursor naar de parameter die u wilt bewerken en kies een waarde met de VALUE-schijf.
3. Als u een waarde hebt ingesteld, drukt u op [EXIT] om naar het “Kit Edit”-scherm terug te keren.Om aan te geven dat de instellingen van de kit tijdelijk zijn veranderd, verschijnt het kitnummer als “*TMP”. Als u de kit opnieuw selecteert of het toestel uitschakelt terwijl “*TMP” op het scherm staat, keren alle kitinstellingen naar de oorspronkelijke waarden terug. In dat geval bent u uw wijzigingen kwijt. Wees dus voorzichtig.
4. Als u uw wijzigingen wilt bewaren, volg dan de procedure die beschreven wordt in “Een kit bewaren/kopiëren” (p. 113).
* Als u uw kit een (andere) naam wilt geven voor u uw wijzigingen opslaat, volg dan de procedure “Een kit een naam geven” (p. 113) voor u de kit opslaat.
Parameter/Bereik Verklaring
Cmp On/OffOFF, ON Schakel de COMP in/uit
Threshold
0–100 Volume vanaf waar de compressor actief wordt
Ratio1:1.00–1:16.0, 1:INF Compressieverhouding
Attack
0–100
Tijdsverloop vanaf het ogenblik dat het ingangssignaal de ingestelde Threshold overschrijdt totdat de compressor actief wordt.
Release
0–100
Tijdsverloop vanaf het ogenblik dat het signaal onder de ingestelde Threshold valt totdat de compressor niet langer wordt toegepast
Level
0–100 Volume van het signaal nadat het door de compressor is gestuurd
111
Een kit bewerkenH
stuk 7
■ PART COMMON (gemeenschappelijke instellingen)
fig.06-090d
■ INS. FX (insert-effect voor de baspartij)
* Dit is een mono-effect.fig.06-310
fig.06-110d
Parameter/Bereik Verklaring
ToneZie p. 153 Selecteer de basklank
Level0–100 Volume van de baspartij
PanL50–CENTER–R50 Panning van de baspartij
* Alleen als Out Assign op MASTER of IND. A+B is ingesteld.
Rev. Send0–100 Diepte van de galm
* Alleen als Out Assign op MASTER is ingesteld.
Out Assign
Zie hieronderSelecteer de uitgang voor het geluid, of het insert-effect dat wordt toegepast
MASTER:Het geluid gaat naar de “MASTER OUT”-jacks.
IFX (BASS): Het “Bass”-insert-effect wordt op het geluid toegepast. De uitgang wordt bepaald door de “Out Assign”-instelling van het insert-effect (p. 111).
IND. A:Het geluid gaat naar de “INDIVIDUAL A”-jack.
IND. B:Het geluid gaat naar de “INDIVIDUAL B”-jack.
IND. A+B:Het geluid gaat naar de “INDIVIDUAL A”- en “B”-jacks.
DecayTime1/DecayTime2/Rel. Time/Attack Lev/Decay Lev
0–100
Deze parameters bepalen hoe het volume verloopt in de tijd, vanaf het ogenblik dat de bas wordt bespeeld tot het geluid helemaal uitsterft. Dit wordt de “omhullende” (envelope) genoemd.
Parameter/Bereik Verklaring
PanL50–CENTER–R50 Panning van het geluid
Rev. Send0–100 Diepte van de galm
Out AssignZie hieronder Selectie van de uitgang
MASTER:Het geluid wordt naar de MASTER OUT jacks gestuurd.
IND. A:Het geluid wordt naar de INDIVIDUAL A jack gestuurd.
IND. B:Het geluid wordt naar de INDIVIDUAL B jack gestuurd.
IND. A+B:Het geluid wordt naar de INDIVIDUAL A en B jacks gestuurd.
Parameter/Bereik Verklaring
Volume
Noot aan
Tijd
Noot uit
DecayTime1
DecayTime2
Rel.Time
AttackLev
Decay Lev
INS. FX L
R
Pan
112
Een kit bewerken
COMP (Compressor)Dit effect maakt het volume van het ingangssignaal regelmatiger, wat een langere sustain geeft. U kunt het ook als limiter gebruiken om geluidspieken te onderdrukken en vervorming te vermijden. Dit effect helpt ook om het geluid consistenter te maken.fig.06-120d
AMP SIM (Bass amp simulator)Dankzij COSM-technologie simuleert dit effect de respons van een basversterker.fig.06-130d
Parameter/Bereik Verklaring
Cmp On/OffOFF, ON Comp aan/uit
Threshold
0–100 Volume vanaf waar de compressor actief wordt
Ratio1:1.00–1:16.0, 1:INF Compressieverhouding
Attack
0–100 Sterkte van de attack als u aan een snaar plukt
Release
0–100
Tijdsverloop vanaf het ogenblik dat het signaal onder de ingestelde Threshold valt totdat de compressor niet langer wordt toegepast
Level
0–100 Volume van het signaal nadat het door de compressor is gestuurd
Parameter/Bereik Verklaring
Amp On/OffOFF, ON AMP SIM aan/uit
TypeZie hieronder Type basversterker
CONCERT 810 Een model van een Ampeg SVT.
SESSION Een model van een SWR SM-400.
BASS 360 Een model van een Acoustic 360.
T.E. Een model van een Trace Elliot AH600SMX.
B-MAN Een model van een Fender Bassman 100.
FLIP TOP Een model van een Ampeg B-15.
BASS CLEAN Gepolijste sound.
BASS CRUNCH Een knerpende sound met een natuurlijke distortion
BASS HiGAIN Voor een sound met high gain.
FLAT Een vlakke respons.
Gain0–100 Distortion-niveau
Bass0–100 Lage tonen
Middle0–100 Middentonen
Treble0–100 Hoge tonen
Presence0–100 Ultrahoge tonen
Level
0–100 Het algemene volume van de versterker
113
Hstuk 7
Een kit bewaren/kopiërenAls u een kit hebt gecreëerd of bewerkt en u wilt ze bewaren, dan moet u ze als een user kit wegschrijven (Write).
Als u opnieuw een kit selecteert, een ander patroon of een andere song selecteert of het toestel uitschakelt voor u de Write-procedure uitvoert, dan gaat de nieuwe kit verloren.
Een kit een naam gevenU kunt elke user kit een naam van maximum twaalf tekens geven (Kit Name).
1. Verplaats de cursor in het “Kit Edit”-scherm naar het “NAME”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Kit Name Edit”-scherm verschijnt.
fig.06-140d
2. Plaats de cursor op het punt waar u een teken wilt toevoegen en gebruik de VALUE-schijf om een teken te kiezen.
3. Als u de naam hebt ingesteld, drukt u op [EXIT].
4. Ga nu verder met “Een kit wegschrijven”.
Een kit wegschrijven1. Verplaats de cursor in het “Kit Edit”-
scherm naar het “WRITE”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Kit Write”-scherm verschijnt.
fig.06-150d
2. Met de VALUE-schijf selecteert u een user kit.
3. Om uw nieuwe kit in de geselecteerde user kit op te slaan, drukt u op [ENTER]. Om te annuleren, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de kit wordt opgeslagen.Als de kit is opgeslagen, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
Gebruik van de toetsen
[CURSOR] [CURSOR]
De cursor verplaatsen.
[CURSOR] Van kleine letters naar hoofdletters overschakelen.
[CURSOR] Van hoofdletters naar kleine letters overschakelen.
[SHIFT]+[CURSOR]
Een spatie toevoegen
[SHIFT]+[CURSOR]
Het geselecteerde teken verwijderen en de volgende tekens naar links verschuiven.
114
Een kit bewaren/kopiëren
Een kit kopiëren1. Verplaats de cursor in het “Kit Edit”-
scherm naar het “COPY”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Kit Copy”-scherm verschijnt.
fig.06-160d
2. Verplaats de cursor naar het nummer van de bronkit en kies een kitnummer met de VALUE-schijf.
3. Verplaats de cursor naar het nummer van de doelkit en kies een kitnummer met de VALUE-schijf.
4. Druk op [ENTER] om de kopie te maken. Om te annuleren, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de kopie wordt gemaakt.Als het kopiëren beëindigd is, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
Bron-kit
Doel-kit
115
Hoofdstuk 8Handige functie-
en systeeminstellingen
116
FAVORITE-functieU kunt uw favoriete patronen/songs/effect-patches aan de FAVORITE-toetsen toewijzen. U kunt ze dan oproepen door op die toetsen te drukken.U kunt ook een combinatie registreren, bijvoorbeeld een patroon + effect-patch of een song + effect-patch.Met de FAVORITE-toetsen [1]-[4] x 20 banken kunt u in totaal tachtig patronen, songs of effect-patches opslaan.
Uw favorieten oproepen* Als u geen andere bank hoeft te selecteren, kunt u gewoon
op FAVORITE [1]-[4] drukken om de inhoud van een toets op te roepen.
1. Druk op FAVORITE [BANK].De huidige bank en de inhoud van [1]-[4] in die bank verschijnen op het scherm.
fig.07-010d
2. Druk op een pad (1–20) om een bank te selecteren.
* Als u de bank wilt gebruiken die al geselecteerd is, gaat u meteen verder met stap 3.
* Als u de FAVORITE-procedure op dit punt wilt annuleren, drukt u op [EXIT].
3. Druk op een van de FAVORITE-toetsen [1]-[4].De toets die u indrukt, gaat branden.
• Als een patroon wordt afgespeeld en u drukt intussen op een toets waaraan een patroon is toegewezen, dan wordt dat patroon gereserveerd. Het nieuwe patroon begint te spelen zodra het huidige patroon beëindigd is.Als een song wordt afgespeeld en u drukt intussen op een toets waaraan een song is toegewezen, dan geeft dat een analoog resultaat.
• Als een patroon wordt afgespeeld en u drukt op een toets waaraan een song is toegewezen, dan stopt de weergave onmiddellijk. Song-modus wordt geactiveerd en de DR-880 pauzeert. Het toestel is dan klaar op de song te spelen.Als een song wordt afgespeeld en u drukt intussen op een toets waaraan een patroon is toegewezen, dan geeft dat een analoog resultaat.
• Als een patroon/song is gereserveerd en u
drukt op [ ] om te stoppen, dan wordt de reservering geannuleerd.
• Als u op een toets drukt waaraan een een effect-patch is toegewezen, dan wordt die effect-patch onmiddellijk geselecteerd.
117
FAVORITE-functieH
stuk 8
Favorieten toewijzen1. Stop de weergave van het patroon of de
song, houd [SHIFT] ingedrukt en druk op FAVORITE [BANK].Het “Write Favorite”-scherm verschijnt.
fig.07-020d
2. Verplaats de cursor naar de volgende opties en kies een waarde met de VALUE-schijf.
PTN of SNG, nummerKies “PTN” voor een patroon of “SNG” voor een song. Kies daarna het nummer.U kunt [SONG/PATTERN] indrukken om tussen PTN en SNG te schakelen.
GFX-nummerSelecteer het nummer van de effect-patch.
* Als u geen patroon/song of effect-patch wilt selecteren, draai de VALUE-schijf dan naar links en kies “- - - -” als waarde.
3. Druk op een pad (1–20) om een bank voor uw favoriet te selecteren.
4. Druk op een van de FAVORITE-toetsen [1]–[4] om het nummer te selecteren waaraan u uw favoriet wilt toewijzen.
5. Als u tevreden bent met uw instellingen, drukt u op [ENTER] om ze te bevestigen.
6. Herhaal stappen 2–5 om andere favorieten toe te wijzen.
7. Om uw favorieten te activeren, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en uw instellingen worden opgeslagen.Als uw instellingen zijn opgeslagen, verdwijnt de melding van het scherm.
118
Alle huidige instellingen opslaanIn dit deel leest u hoe u de huidige instellingen van de volgende categorieën kunt opslaan:
Als u deze instellingen parallel hebt aangepast, is het handiger om alle instellingen met één procedure op te slaan (in plaats van voor elke categorie instellingen apart de Write-procedure uit te voeren).
1. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [WRITE] ([REC]).Het “Write All”-scherm verschijnt.
Voor instellingen die werden gewijzigd, worden het nummer en de naam getoond. “- - - -” verschijnt voor instellingen die niet werden gewijzigd.
fig.07-200d
2. Verplaats de cursor naar de bestemming van elk item en kies een nummer met de VALUE-schijf.Als u uw instellingen als usergegevens wilt bewaren, selecteer dan “U**”.Voor een item dat u niet wilt opslaan, kiest u “--- -”.
* Als de huidige waarde een presetnummer is, zal voor de bestemming aanvankelijk een presetnummer ingesteld zijn. Als u de Write-procedure met deze instellingen probeert uit te voeren, verschijnt “Select user ***” op het scherm, en uw gegevens worden niet opgeslagen. U moet een usernummer als bestemming kiezen of “- - - -” als waarde instellen.
3. Druk op [ENTER] om de gegevens op te slaan. Om te annuleren, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...”, en de geselecteerde waarden worden opgeslagen.Als de geselecteerde waarden zijn opgeslagen, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
Instellingen Bestemming
Patroon of song Userpatroon / user song
Kit User kit
TSC User-TSC-patch
Gitaareffecten User-gitaareffect-patch
119
Hstuk 8
Systeeminstellingen
Het uitgangssignaal regelen (Output Setting)Dit zijn de laatste instellingen voor het signaal naar MASTER OUT wordt gestuurd.
1. Druk op [OUTPUT SETTING].De “Output Setting”-scherm verschijnt.
fig.07-030d
2. Gebruik [CURSOR] / om het gewenste scherm te selecteren.
3. Verplaats de cursor naar een parameter en kies een waarde met de VALUE-schijf.
■ MASTERfig.07-030d
■ GUITARfig.07-050d
* Als u IND. A+B, IND. A of IND. B selecteert, wordt de parameter hieronder getoond.
4. Als u een waarde hebt ingesteld, drukt u op [EXIT].
Parameter/Bereik Verklaring
Output SelGUITAR AMP, LINE/PHONES
Selecteer het apparaat dat op MASTER OUT is aangesloten
GUITAR AMP: Kies deze waarde als een gitaarversterker is aangesloten
LINE/PHONES:Kies deze waarde als een audiosysteem of een opnameapparaat is aangesloten, of als u een hoofdtelefoon op de “PHONES”-jack hebt aangesloten
D. Out Lev
0–200%Regel het niveau van het digitale audiosignaal dat via de “DIGITAL OUT”-jack wordt verstuurd
Low EQ-20 – +20 dB Boost/cut van de lage tonen
High EQ-20 – +20 dB Boost/cut van de hoge tonen
Ambience0–200% Ambience-volume
Parameter/Bereik Verklaring
Out AssignMASTER, IND. A+BIND. A, IND. B
Selecteer de uitgang(en) voor het signaal van de “GUITAR/BASS INPUT”-jack
MASTER: MASTER OUT fungeert als uitgang
IND. A+B:INDIVIDUAL A/B fungeren als uitgang
IND. A:INDIVIDUAL A fungeert als uitgang
IND. B:INDIVIDUAL B fungeert als uitgang
Parameter/Bereik Verklaring
Output Sel
GUITAR AMP, LINE/PHONES
Selecteer het apparaat dat op de “INDIVIDUAL A/B”-jacks is aangesloten
GUITAR AMP: Kies deze waarde als een gitaarversterker is aangesloten
LINE/PHONES: Kies deze waarde als een audiosysteem of een opnameapparaat is aangesloten, of als u een hoofdtelefoon op de “PHONES”-jack hebt aangesloten
Parameter/Bereik Verklaring
120
Systeeminstellingen
Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de nieuwe waarde wordt opgeslagen.Als de nieuwe waarde is opgeslagen, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
De gevoeligheid van de pads regelen (Pad Sens)1. Selecteer het “Pattern Play”- of “Song
Play”-scherm en druk op [EDIT]Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
2. Verplaats de cursor naar het “PAD”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Pad Setting”-scherm verschijnt.
fig.07-060d
3. Kies een waarde met de VALUE-schijf.Bereik: 0–10Lagere waarden geven minder gevoeligheid: u moet een pad harder aanslaan voor een sterk accent, maar het wordt makkelijker om subtiele variaties in de dynamiek te leggen.Hogere waarden geven meer gevoeligheid: u moet een pad minder hard aanslaan voor een sterk accent, maar het wordt moeilijker om subtiele variaties in de dynamiek te leggen.
4. Als u een waarde hebt ingesteld, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de nieuwe waarde wordt opgeslagen.Als de nieuwe waarde is opgeslagen, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
De baspartij stemmenIn dit deel leest u hoe u de referentietoonhoogte van de baspartij instelt.
* De master tune en de referentietoonhoogte van de stemfunctie (p. 91) zijn een gemeenschappelijke instelling.
* Die heeft geen invloed op de drumpartij.
1. Selecteer het “Pattern Play”- of “Song Play”-scherm en druk op [EDIT]Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
2. Verplaats de cursor naar het “MASTER TUNE”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Master Tune Edit”-scherm verschijnt.
fig.07-070d
3. Kies een waarde met de VALUE-schijf.Bereik: 435 Hz–445 Hz
4. Als u een waarde hebt ingesteld, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de nieuwe waarde wordt opgeslagen.Als de nieuwe waarde is opgeslagen, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
121
SysteeminstellingenH
stuk 8
Voetschakelaars gebruikenU kunt maximum vier voetschakelaars aansluiten (zoals de FS-6 of FS-5U; worden apart verkocht) op de “CTL 1, 2”- en de “CTL 3, 4/EXP PEDAL”-jack op het achterpaneel. Kies zelf welke functie u met de voetschakelaars bedient, bijvoorbeeld start/stop.
Als u de FS-6 aansluitfig.07-081
• Gebruik een stereo 1/4” jack om de voetschakelaar(s) aan te sluiten.
• Zet de MODE- en POLARITY-schakelaars zoals op de afbeelding wordt getoond.
fig.07-082
Als u de FS-5U aansluitfig.07-080
• Om twee voetschakelaars op één jack aan te kunnen sluiten, hebt u een speciale kabel nodig (PCS-31; wordt apart verkocht).
• Zet de POLARITY-schakelaar zoals op de afbeelding.
fig.07-083
Als u één FS-5U op elke jack aansluitfig.07-084
• Als u slechts één voetschakelaar op elke jack aansluit, worden de instellingen voor Sw. 1 en Sw. 3 gebruikt.
Sw. 4 Sw. 3 Sw. 2 Sw. 1
stereo 1/4" jack
stereo 1/4" jack
PCS-31 PCS-31
Sw. 4 Sw. 3 Sw. 2 Sw. 1
rood wit rood wit
Sw. 1Sw. 3
122
Systeeminstellingen
1. Selecteer het “Pattern Play”- of “Song Play”-scherm en druk op [EDIT]Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
2. Verplaats de cursor naar het “FOOT SWITCH”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Foot Switch”-scherm verschijnt.
fig.07-090d
3. Verplaats de cursor naar Sw. 1–4 en selecteer met de VALUE-schijf de functie die u aan elke voetschakelaar wilt toewijzen.
4. Als u een waarde hebt ingesteld, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de nieuwe waarde wordt opgeslagen.Als de nieuwe waarde is opgeslagen, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
Waarde Verklaring
STARTStemt overeen met een druk op [ ].
STOPStemt overeen met een druk op [ ].
RESETStemt overeen met een druk op [ ].
START/STOP
De weergave van het patroon of de song start of stopt telkens als u de voetschakelaar indrukt. De weergave start op het punt waar u was gestopt.
RST+STA/STP
De weergave van het patroon of de song start of stopt telkens als u de voetschakelaar indrukt. De weergave start vanaf het begin van het patroon of de song.
TAP TEMPOStel het tempo in door de voetschakelaar met het gewenste interval in te drukken.
LOOP Stemt overeen met een druk op [LOOP].
PTN/SNG INC Selecteer het patroon of de song met het volgende nummer.
PTN/SNG DEC Selecteer het patroon of de song met het vorige nummer.
* Als u de voetschakelaar indrukt terwijl een patroon of song wordt afgespeeld, dan begint het patroon of de song die u hebt geselecteerd te spelen zodra de huidige song of het huidige patroon beëindigd is.
G.FX ON/OFF Schakel gitaareffecten in/uit
G.FX Pt. INC Selecteer de effect-patch met het volgende nummer.
G.FX Pt. DEC Selecteer de effect-patch met het vorige nummer.
FAVORITE 1–4 Stemt overeen met een druk op FAVORITE [1]–[4].
FAVOR. INC Selecteer de favoriet met het volgende nummer.
FAVOR. DEC Selecteer de favoriet met het vorige nummer.
FAV.BNK.INC Selecteer de FAVORITE-bank met het volgende nummer.
FAV.BNK.INC Selecteer de FAVORITE-bank met het vorige nummer.
BANK1 PAD01–BANK3 PAD20
Een druk op de voetschakelaar heeft hetzelfde effect als een tik op de pad van het overeenkomstige nummer in die bank.Verplaats de cursor naar “V” en bepaal het volume (1–127) waarmee de noot gespeeld moet worden.
Waarde Verklaring
123
SysteeminstellingenH
stuk 8
Een aftelling toevoegenAls u een aftelling hebt toegevoegd en u drukt
op [ ], dan hoort u een aftelling voor het patroon of de song begint te spelen.
1. Selecteer het “Pattern Play”- of “Song Play”-scherm en druk op [EDIT]Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
2. Verplaats de cursor naar het “PLAY OPTION”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Play Option”-scherm verschijnt.
fig.07-100d
3. Verplaats de cursor naar de gewenste optie en selecteer een waarde met de VALUE-schijf.
4. Als u een waarde hebt ingesteld, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de nieuwe waarde wordt opgeslagen.Als de nieuwe waarde is opgeslagen, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
Alle patronen en songs met dezelfde kit of TSC-patch afspelenAls u een patroon of song afspeelt, wordt normaal de kit en de TSC-patch gebruikt die voor elk patroon of elke song is ingesteld.
Als u dat wenst, kunt u er echter voor zorgen dat de huidige kit en/of TSC-patch wordt gebruikt om gelijk welk patroon of gelijk welke song te spelen.
1. Selecteer het “Pattern Play”- of “Song Play”-scherm en druk op [EDIT]Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
2. Verplaats de cursor naar het “PLAY OPTION”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Play Option”-scherm verschijnt.
fig.07-100d
3. Verplaats de cursor naar een parameter en kies een waarde met de VALUE-schijf.
fig.07-110d
Parameter/Bereik Verklaring
Measures
OFF, 1–2MEAS Het aantal maten dat wordt afgeteld
Als u OFF kiest, telt het toestel niet af.
InstSTICK, Hi-HAT, VOICE De klank waarmee wordt afgeteld
Level0–100 Volume van de aftelling
Parameter/Bereik Verklaring
Kit SelMod
LINK, MANUAL Bepaal hoe kits worden geselecteerd
LINK:De kit die voor elk patroon en elke song apart is ingesteld, wordt afgespeeld.
MANUAL:De huidige kit wordt gebruikt voor elk patroon of elke song.
124
Systeeminstellingen
4. Als u een waarde hebt ingesteld, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de nieuwe waarde wordt opgeslagen.Als de nieuwe waarde is opgeslagen, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
Een opstartpatroon instellenIn dit deel leest u hoe u een patroon kunt instellen dat meteen wordt geselecteerd zodra u de DR-880 inschakelt.
1. Selecteer het “Pattern Play”- of “Song Play”-scherm en druk op [EDIT]Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
2. Verplaats de cursor naar het “PLAY OPTION”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Play Option”-scherm verschijnt.
fig.07-100d
3. Verplaats de cursor naar “PowerOnPtn” en selecteer een patroon met de VALUE-schijf.Bereik: P001–U500
fig.07-120d
4. Als u een waarde hebt ingesteld, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de nieuwe waarde wordt opgeslagen.Als de nieuwe waarde is opgeslagen, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
TSC SelMod
LINK, MANUAL Bepaal hoe TSC-patches worden geselecteerd
LINK:De TSC-patch die voor elk patroon en elke song apart is ingesteld, wordt voor de weergave gebruikt.
MANUAL:De huidige TSC-patch wordt voor elk patroon of elke song gebruikt.
Parameter/Bereik Verklaring
125
Hoofdstuk 9Gebruik van MIDI
Over MIDIMIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een standaard waarmee elektronische muziekinstrumenten en computers allerlei gegevens kunnen uitwisselen. Als u de MIDI-aansluitingen van verschillende toestellen met MIDI-kabels verbindt, kunnen ze gegevens versturen en ontvangen.
MIDI-aansluitingenDe DR-880 heeft “MIDI IN”- en “MIDI OUT”-aansluitingen.
MIDI INDeze connector ontvangt data van een ander MIDI-apparaat. Verbindt hem met de “MIDI OUT”-aansluiting van een extern MIDI-apparaat.
MIDI OUTDeze connector verstuurt data van de DR-880. Verbindt hem met de “MIDI IN”-aansluiting van een extern MIDI-apparaat.
* Een aparte publicatie met als titel “MIDI-implementatie” is eveneens verkrijgbaar. Deze brochure geeft meer details over de manier waarop MIDI in dit toestel werd geïmplementeerd. Als u deze publicatie nodig hebt (wanneer u bijvoorbeeld op byte-niveau gaat programmeren), contacteer dan het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler.
Als u de MIDI-connectoren wilt gebruiken voor communicatie met externe MIDI-apparaten, zet de USB-modus dan op “STORAGE” (p. 134).
U kunt de USB-connector gebruiken voor MIDI-communicatie met uw computer. (Zie p. 143.)
MIDI-implementatietabelEen MIDI-boodschap kan alleen goed worden verstuurd als beide MIDI-apparaten dat type boodschap ondersteunen.U kunt gemakkelijk en snel controleren of twee MIDI-apparaten met elkaar kunnen “praten” dankzij de MIDI-implementatietabel die bij de handleiding van elk MIDI-apparaat zit. Vergelijk de MIDI-implementatietabellen van de twee apparaten om te zien welke boodschappen tussen de twee apparaten kunnen worden verstuurd en ontvangen.
126
De DR-880 bespelen vanaf een MIDI-apparaat / Een MIDI-apparaat bespelen vanaf de DR-880
U kunt de DR-880 bespelen door data vanaf een extern MIDI-apparaat te versturen. De DR-880 kan ook een extern MIDI-apparaat bespelen.fig.08-040
Het MIDI-kanaal instellenAls u data wilt uitwisselen tussen een extern MIDI-apparaat en de DR-880, dan moet u op beide apparaten hetzelfde MIDI-kanaal instellen.U kunt een apart MIDI-kanaal instellen voor de drumpartij en de baspartij.
De “Volume receive”-optieMet deze optie bepaalt u of volumeboodschappen ontvangen worden of niet. Kiest u voor “ON”, dan wordt het volume van de drum- en baspartij bepaald door de volumeboodschappen die op de respectieve MIDI-kanalen voor drum- en baspartij worden ontvangen.
1. Stop de weergave en druk op [EDIT].Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
2. Verplaats de cursor naar het “MIDI”-pictogram en druk op [ENTER].Het MIDI-menu verschijnt op het scherm.
3. Verplaats de cursor naar het “SETTING”-pictogram en druk op [ENTER].Het “MIDI Setting”-scherm verschijnt.
fig.08-030d
4. Verplaats de cursor naar “MIDI Ch. Drum” of “MIDI Ch. Bass” en kies voor beide een MIDI-kanaal met de VALUE-schijf.
* U moet voor de drumpartij en baspartij verschillende MIDI-kanalen instellen.
* Program-change-boodschappen worden ontvangen via het MIDI-kanaal van de drumpartij.
* Als u op de pads tikt (p. 127), worden note-boodschappen verstuurd via het MIDI-kanaal van de drum- of baspartij.
5. Verplaats de cursor naar “Rx MIDI Vol” en selecteer ON/OFF met de VALUE-schijf.
6. Druk op [EXIT] als de waarde is ingesteld.Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de nieuwe waarde wordt opgeslagen.Als de nieuwe waarde is opgeslagen, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
DR-880Pad controller
MIDI-klankmodule
MIDI INMIDI OUT MIDI OUT
MIDI IN
Parameter/Bereik Verklaring
MIDI Ch. Drum
1–16, OFFHet MIDI-kanaal voor de drumpartij. Bij “OFF” worden geen MIDI-boodschappen verstuurd/ontvangen.
MIDI Ch. Bass
1–16, OFFHet MIDI-kanaal voor de baspartij. Bij “OFF” worden geen MIDI-boodschappen verstuurd/ontvangen.
Parameter/Bereik Verklaring
Rx MIDI Vol
OFF, ON
ON:Ontvangt volumeboodschappen.
OFF:Ontvangt geen volumeboodschappen.
127
De DR-880 bespelen vanaf een MIDI-apparaat / Een MIDI-apparaat bespelen vanaf de DR-880H
stuk 9
Uitvoeringsgegevens
Note-boodschappenDeze boodschappen worden gebruikt om de drum- en baspartij te spelen. Op een toetseninstrument geven deze boodschappen aan dat een noot werd gespeeld. Note-boodschappen bevatten de volgende informatie:
Note number: Het nummer van een pad waaraan een instrument of basklank is toegewezen
Note-on: Wordt verstuurd als u een pad aanslaat
Note-off: (enkel voor de baspartij) Wordt verstuurd als u een pad loslaat
Velocity: De kracht waarmee u een pad aanslaat
De pads van de DR-880 stemmen met de volgende MIDI-nootnummers overeen:fig.08-041
Als u een pad aanslaat, verstuurt de DR-880 een note-on-boodschap met het nootnummer dat aan die pad is toegewezen.Als de DR-880 een note-boodschap van een extern MIDI-apparaat ontvangt, weerklinkt het instrument of de bas van de pad met het overeenkomstige nootnummer.
* Als het nootnummer van de ontvangen note-boodschap met geen enkele pad overeenstemt, wordt die note-boodschap genegeerd.
Bank Select/Program Change
Deze boodschappen selecteren een andere kit.Verstuur het banknummer en dan het programmanummer. Het banknummer alleen volstaat niet om een andere kit te selecteren. Als u binnen dezelfde bank blijft, kunt u alleen het programmanummer versturen.
* Voor informatie over de boodschappen die door een aangesloten apparaat kunnen worden ontvangen en verstuurd, raadpleeg de handleiding van dat apparaat.
Pitch Bend/Bend RangePitchbend-boodschappen zijn boodschappen die de toonhoogte van de bas wijzigen. U kunt RPN-boodschappen gebruiken om te bepalen binnen welk bereik de toonhoogte kan wijzigen (bend range).
Als u bijvoorbeeld een bend range van 12 wilt instellen, verstuurt u de volgende boodschappen:RPN MSB (CC#101) 00RPN MSB (CC#101) 00DATA ENTRY MSB (CC#6) 12 (de gewenste waarde)
MIDI-boodschap Drum Ch Bass Ch
Note on/off Ja Ja
Bank select (CC#00) Ja
Program change Ja
Volume (CC#7) Ja Ja
RPN (Bend range) Ja
Pitch bend Ja
36
37
50
49
35
39
48
57
38
56
45
55
40
44
41
53
42
46
52
51Padbank: DRUM 1
60
54
69
89
61
91
94
90
62
95
70
93
63
96
82
84
64
97
92
59Padbank: DRUM 2
86
76
71
73
87
77
72
74
78
85
75
58
79
66
67
80
83
65
68
81Padbank: DRUM 3
Programmanummer
Banknummer
0 1
1 P001 U001
2 P002 U002
3 P003 U003
: : :
100 P100 U100
101 negeren negeren
: : :
128 negeren negeren
128
De DR-880 met een digitale recorder of een MIDI-sequencer synchroniseren
U kunt de DR-880 met een digitale recorder, MIDI-sequencer of ritmebox synchroniseren.
Master en slaveAls twee of meer apparaten gesynchroniseerd worden, moet een apparaat als master fungeren, terwijl alle andere apparaten slaves zullen zijn.fig.08-020
Als u het master-apparaat start of stopt, verstuurt het start/stop-boodschappen. Elk slave-apparaat start of stopt naar gelang van de MIDI-boodschappen die het ontvangt.Het master-apparaat verstuurt ook Timing-Clock-boodschappen die het tempo weergeven.Elk slave-apparaat wordt gesynchroniseerd volgens de Timing-Clock-boodschappen die het ontvangt.Ook andere boodschappen worden van het master- naar het slave-apparaat verstuurd, zoals het songnummer (Song Select) en de positie binnen de song (Song Position Pointer).
Boodschappen die de DR-880 gebruikt voor synchronisatieDe DR-880 gebruikt de volgende MIDI-boodschappen voor synchronisatie:
• Start• Timing Clock• Continue• Song Select• Stop• Song Position Pointer
* Voor informatie over de MIDI-boodschappen die door de aangesloten apparaten ondersteund worden, raadpleegt u de handleiding van die apparaten.
Sync ModeSync Mode bepaalt of de DR-880 als master of slave fungeert.
1. Stop de weergave en druk op [EDIT].Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
2. Verplaats de cursor naar het “MIDI”-pictogram en druk op [ENTER].Het MIDI-menu verschijnt op het scherm.
3. Verplaats de cursor naar het “SETTING”-pictogram en druk op [ENTER].Het “MIDI Setting”-scherm verschijnt.
fig.08-030d
4. Verplaats de cursor naar “Sync Mode” en selecteer een waarde met de VALUE-schijf.
Slave (DR-880)Master
MIDI INMIDI OUT
Parameter/Bereik Verklaring
Sync ModeINTERNAL: De DR-880 fungeert als master. De weergave start/stopt als u de DR-880 bedient en het tempo wordt door de DR-880 bepaald.
MIDI:De DR-880 fungeert als slave. Het apparaat start/stopt naar gelang van de boodschappen die het van een extern MIDI-apparaat ontvangt. De weergave wordt gesynchroniseerd met de Timing-Clock-boodschappen die van een extern MIDI-apparaat worden ontvangen.
REMOTE: Alleen de start/stop-functies van de DR-880 worden gestuurd door boodschappen die van een extern MIDI-apparaat worden ontvangen.
AUTO: Master/slave-instellingen worden automatisch omgewisseld. Normaal fungeert de DR-880 als master, maar het apparaat wordt automatisch een slave zodra het een startboodschap van een extern MIDI-apparaat ontvangt op een moment dat de DR-880 is gestopt.
129
De DR-880 met een digitale recorder of een MIDI-sequencer synchroniserenH
stuk 9
5. Als u een waarde hebt ingesteld, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de nieuwe waarde wordt opgeslagen.Als de nieuwe waarde is opgeslagen, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
Tempo van de DR-880 als slaveAls de DR-880 als slave fungeert, kunt u het tempo niet met de DR-880 zelf bepalen.
130
Een uitvoering op een extern MIDI-apparaat opnemen met de DR-880
Een uitvoering op een extern MIDI-keyboard of op MIDI-pads kunt u met de DR-880 in real time opnemen. U kunt met de DR-880 ook gegevens van uw MIDI-sequencer of ritmebox opnemen.
• Als u een uitvoering van een extern apparaat wilt opnemen, zet u Sync Mode op “AUTO” (p. 128).
• De DR-880 kan de gegevens alleen correct ontvangen als beide apparaten hetzelfde kanaal gebruiken. Voor informatie over het instellen van het MIDI-kanaal, zie p. 126.
Gegevens van uw MIDI-keyboard of MIDI-pads opnemenAls u uw MIDI-keyboard of MIDI-pads wilt gebruiken om een patroon op te nemen, moet u het patroon met de DR-880 in real time opnemen.fig.08-050
1. Stel eerst de opties in die beschreven worden in “<2> De basisopties van het patroon selecteren” (p. 53).
2. Ga verder met de procedure die beschreven wordt in “<3-1> In real time opnemen” (p. 54) en bespeel in stap 6 uw externe MIDI-keyboard of MIDI-pads.
3. Als de opname klaar is, drukt u op [ ].
Gegevens van uw sequencer of ritmebox opnemenAls u gegevens van een aangesloten sequencer of ritmebox wilt opnemen, gebruikt u het aangesloten apparaat om de opname op de DR-880 te starten.fig.08-060
1. Zet de DR-880 klaar om de opname te starten.
2. Start de weergave op de aangesloten sequencer of ritmebox.De DR-880 begint gelijktijdig op te nemen.
3. Als de opname klaar is, drukt u op [ ].
DR-880
MIDI-keyboardMIDI IN
MIDI OUT
DR-880MIDI-sequencer etc.
MIDI INMIDI OUT
131
Hstuk 9
Een bulk dump met de DR-880 versturen of ontvangen
“Bulk Dump” verwijst naar het proces waarbij data van de DR-880 naar een MIDI-sequencer of een andere DR-880 worden verstuurd.“Bulk Load” verwijst naar het proces waarbij gegevens van een MIDI-sequencer (of van een andere DR-880) worden ontvangen en weer in de DR-880 worden geladen.
De Device ID instellenBulk Dump en Bulk Load gebruiken een zogenaamde “exclusieve boodschap” om gegevens te versturen die eigen zijn aan een bepaald apparaat (zoals patronen en kits). Een exclusieve boodschap kan alleen goed worden verstuurd en ontvangen als het Device-ID-nummer van beide apparaten overeenstemt.
1. Stop de weergave en druk op [EDIT].Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
2. Verplaats de cursor naar het “MIDI”-pictogram en druk op [ENTER].Het MIDI-menu verschijnt op het scherm.
3. Verplaats de cursor naar het “SETTING”-pictogram en druk op [ENTER].Het “MIDI Setting”-scherm verschijnt.
fig.08-030d
4. Verplaats de cursor naar “Device ID” en selecteer het Device-ID-nummer met de VALUE-schijf.Bereik: 17–32
5. Als u een waarde hebt ingesteld, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de nieuwe waarde wordt opgeslagen.Als de nieuwe waarde is opgeslagen, verdwijnt de melding van het scherm.
* Zet het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Anders kunnen uw gegevens beschadigd worden.
Gegevens van de DR-880 versturen (Bulk Dump)fig.08-070
1. Stop de weergave en druk op [EDIT].Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
2. Verplaats de cursor naar het “MIDI”-pictogram en druk op [ENTER].Het MIDI-menu verschijnt op het scherm.
3. Verplaats de cursor naar het “B. DUMP”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Bulk Dump”-scherm verschijnt.
fig.08-090d
4. Met de VALUE-schijf selecteert u het gegevenstype dat u wilt versturen.
Parameter/Bereik Verklaring
Data BlockAll: Alle gegevens van de DR-880
PTN/SONG: Alle userpatronen en user songs
KIT: Alle user kits
Ontvangen(MIDI-sequencer etc.)
Versturen(DR-880)
MIDI INMIDI OUT
132
Een bulk dump met de DR-880 versturen of ontvangen
5. Druk op [ENTER].Op het scherm verschijnt “Now dumping...” en de bulk dump begint.Als u de bulk dump wilt afbreken, drukt u op [EXIT]. Als de melding “Stopped” verschijnt, drukt u op [ENTER].
* Als u Bulk Dump met de optie “ALL” uitvoert, kan het zijn dat het geheugen van het externe apparaat tijdens het proces vol raakt, zodat geen verdere gegevens ontvangen kunnen worden. Als dat gebeurt, kiest u een andere optie dan “ALL” en voert u Bulk Dump opnieuw uit.
■ Verstuurde gegevens terug in de DR-880 laden (Bulk Load)
Verstuur de gegevens vanaf het aangesloten MIDI-apparaat.fig.08-100
1. Stop de weergave en druk op [EDIT].Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
2. Verplaats de cursor naar het “MIDI”-pictogram en druk op [ENTER].Het MIDI-menu verschijnt op het scherm.
3. Verplaats de cursor naar het “B. LOAD”-pictogram en druk op [ENTER].Het “Bulk Load”-scherm verschijnt.
fig.08-110d
4. Verstuur de gegevens vanaf het aangesloten MIDI-apparaat.Terwijl de DR-880 gegevens ontvangt, verschijnt “Now receiving...” op het scherm.
5. Druk op [EXIT] om de bulk load te beëindigen.
TSC: Alle user-TSC-patches
GUITAR FX: Alle user-gitaareffect-patches
SYSTEM: Systeeminstellingen (outputinstelling, LCD-contrast, padgevoeligheid, master tune, voetschakelaar, MIDI, aftelling)
Parameter/Bereik Verklaring
Ontvangen(DR-880)
Versturen(MIDI-sequencer etc.)
MIDI INMIDI OUT
133
Hoofdstuk 10Gebruik van USB
Als u de USB-connector van de DR-880 en uw computer met een USB-kabel verbindt, hebt u de volgende mogelijkheden.
SMF-importU kunt patronen creëren door SMF-gegevens (Standard MIDI File) van uw computer te importeren.
Een reservekopie maken en ladenU kunt de usergegevens van de DR-880 op uw computer opslaan (back-up).U kunt opgeslagen gegevens ook van uw computer naar de DR-880 overbrengen (herstellen).
MIDI-communicatieUw computer en de DR-880 kunnen MIDI-boodschappen uitwisselen.Hiervoor moet u de USB-MIDI-driver op uw computer installeren.Lees “InstallManualE.pdf” (PDF-bestand) op de cd-rom en volg de instructies.
■ Een computer aansluiten
Gebruik de USB-kabel om de DR-880 op uw computer aan te sluiten.USB-kabels zijn verkrijgbaar in computerwinkels en dergelijke.
USB connectorof your computer
USB cable
-USB-connector� van uw computer
USB-kabel
134
Voor u USB gebruikt
Ondersteunde besturingssystemen
* Als u SMF-gegevens importeert of een back-up maakt of laadt, dan wordt de standaarddriver van het besturingssysteem automatisch geïnstalleerd wanneer u de DR-880 via USB op uw computer aansluit.
Opmerkingen over USBWanneer de DR-880 en uw computer met elkaar kunnen communiceren of wanneer gegevens worden verstuurd, moet u de onderstaande instructies volgen. Anders bestaat het risico dat uw computer de gegevens niet correct zal verwerken. Bovendien kunnen gegevens op geheugenkaarten verloren gaan.Instructies:
• De USB-kabel niet loskoppelen
• De computer niet in stand-by of in de slaapstand zetten, niet opnieuw starten of afsluiten
• De DR-880 niet uitschakelen
Een USB-functie kiezenVoor u de DR-880 op uw computer aansluit, moet u bepalen of u USB gaat gebruiken voor “SMF-import / backup / recovery” of voor “MIDI-communicatie”.
1. Stop de weergave en druk op [EDIT].Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
2. Verplaats de cursor naar het “USB”-pictogram en druk op [ENTER].Het USB-menu verschijnt op het scherm.
3. Verplaats de cursor naar het “MODE”-pictogram en druk op [ENTER].Het “USB Mode”-scherm verschijnt.
fig.09-010d
4. Met de VALUE-schijf selecteert u de gewenste USB-functie.
STORAGE: Kies deze optie als u SMF-data wilt importeren of als u gegevens wilt wegschrijven of laden.
MIDI:Kies deze optie als u MIDI-boodschappen tussen de DR-880 en uw computer wilt uitwisselen.
5. Als u een waarde hebt ingesteld, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de USB-functie wordt opgeslagen.Als de USB-functie is opgeslagen, verdwijnt de melding van het scherm.
6. Schakel de DR-880 uit en weer in.
Als u voor de USB Mode “MIDI” hebt ingesteld, dan zal MIDI-communicatie via de MIDI-aansluitingen van de DR-880 niet langer mogelijk zijn.Als u de MIDI-aansluitingen wilt gebruiken voor MIDI-communicatie met externe MIDI-apparaten, kiest u “STORAGE” als USB Mode.
* Gelijktijdig gebruik van MIDI-communicatie via USB en MIDI-communicatie via de MIDI-aansluitingen is niet mogelijk.
SMF-import
Gegevensbackup/recover
MIDIcommuni
catie
Windows XP/2000/Me of hoger
Ja Ja Ja
Windows 98/98SE Nee Nee Ja
Mac OS 9 Ja Ja Ja
Mac OS X Ja Ja Ja
135
Hstuk 10
Een patroon creëren met SMF-dataU kunt patronen creëren door SMF-data van uw computer te importeren (SMF = Standard MIDI File).
De volgende SMF-data kunnen niet geïmporteerd worden:
• SMF Format 2
• SMF-data met een andere maatsoort dan 2/4–4/8 of 4/8–16/8
• SMF-data die groter zijn dan de vrije ruimte in het geheugen van de DR-880
Windows-gebruikers1. Gebruik een USB-kabel om de DR-880 op
uw computer aan te sluiten.
2. Stop de weergave en druk op [EDIT].Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
3. Verplaats de cursor naar het “USB”-pictogram en druk op [ENTER].Het USB-menu verschijnt op het scherm.
4. Verplaats de cursor naar het “IMPORT”-pictogram en druk op [ENTER].Het “SMF Import”-scherm verschijnt.
* Als voor USB Mode “MIDI” is geselecteerd, verschijnt de melding “Check USB Mode!”. Het “SMF Import”-scherm verschijnt niet. Druk in dat geval op [ENTER] en kies “STORAGE” als USB Mode. Start het toestel opnieuw op (p. 134).
fig.09-020d
5. Verplaats de cursor naar “MIDI Ch. Drum” en selecteer met de VALUE-schijf het MIDI-kanaal van de drumpartij die u wilt importeren.Bereik: 1–16, OFF
* Als u OFF kiest, wordt de drumpartij niet geïmporteerd.
6. Verplaats de cursor naar “MIDI Ch. Bass”. Kies met de VALUE-schijf het MIDI-kanaal van de baspartij die u wilt importeren.Bereik: 1–16, OFF
* Als u OFF kiest, wordt de baspartij niet geïmporteerd.
7. Verplaats de cursor naar “PATTERN” en selecteer met de VALUE-schijf het patroon waarin u de data wilt importeren.Bereik: 001–500
* Het userpatroon dat u als bestemming selecteert, wordt tijdens het importproces overschreven.
Data Verklaring
Song nameAlleen single-byte alfanumerieke tekens en symbolen
TempoAlleen bij het begin van de song; het bereik is beperkt tot 20–260
BeatAlleen bij het begin van de song; het bereik is beperkt tot 2/4–4/8 en 4/8–16/8
Bank select (CC#00) Alleen bij het begin van de song; alleen voor Drum ChProgram change
Note on/off Drum Ch, Bass ChRPN (Bend range) Alleen Bass ChPitch bend Alleen Bass Ch
136
Een patroon creëren met SMF-data
8. Druk op [ENTER].Zodra een verbinding met de PC tot stand is gekomen, verschijnt op het scherm “1.Copy one SMF” en “2.CloseConnection.”Een “BOSS_DR-880”-pictogram (of een “Verwisselbare schijf (*:)”-pictogram) verschijnt op uw computer.
fig.09-030
9. Sleep het SMF-bestand dat u wilt importeren nu naar het DR-880-pictogram (of naar het “Verwisselbare schijf (*:)”-pictogram).
* U kunt slechts één bestand tegelijk importeren. Sleep dus geen twee of meer bestanden tegelijk.
Als het kopiëren beëindigd is, verschijnt het beginscherm opnieuw.
10.Sluit de USB-verbinding.
Windows XPKlik met de rechter muisknop op het “DR-880”-pictogram (of het “Verwisselbare schijf (*:)” pictogram) in Deze Computer en selecteer “Verwijderen”.Als het niet lukt om de hardware op deze manier te verwijderen, doe dan het volgende.
1) Klik op in het systeemvak en selecteer “Veilig verwijderen station (*:)”.
fig.09-200
2) In het dialoogvenster “Hardware veilig verwijderen” klikt u op [OK].
Windows 2000/Me1) Klik met de rechter muisknop op het
“DR-880”-pictogram (of het “Verwisselbare schijf (*:)”-pictogram) in Deze Computer en selecteer “Verwijderen”.
2) Klik op in het systeemvak en selecteer “Veilig verwijderen station (*:)”.
fig.09-200
3) In het dialoogvenster “Hardware veilig verwijderen” klikt u op [OK].
11.Druk op [EXIT].
* Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de SMF-data naar de DR-880 hebt gekopieerd, verschijnt de melding “No file!”. In dat geval drukt u op [ENTER] om naar het “SMF Import”-scherm terug te keren.
Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de SMF-data worden geïmporteerd.Als de SMF-data geïmporteerd zijn, verdwijnt de melding van het scherm.Daarna kunt u de USB-kabel veilig van de DR-880 en de computer losmaken.
Als u op [EXIT] drukt voor u stap 10 hebt uitgevoerd, verschijnt “Import cancel?” op het scherm. In dat geval drukt u op [EXIT] en voert u stap 10 uit.Als u op [ENTER] drukt, wordt de import geannuleerd, en u keert naar het “SMF Import”-scherm terug.
BOSS_DR-880
Verwisselbare Schijf (*:)
(Voorbeeld)
SysteemvakTaakbalk
SysteemvakTaakbalk
137
Een patroon creëren met SMF-dataH
stuk 10
Macintosh-gebruikers1. Gebruik een USB-kabel om de DR-880 op
uw computer aan te sluiten.
2. Stop de weergave en druk op [EDIT].Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
3. Verplaats de cursor naar het “USB”-pictogram en druk op [ENTER].Het USB-menu verschijnt op het scherm.
4. Verplaats de cursor naar het “IMPORT”-pictogram en druk op [ENTER].Het “SMF Import”-scherm verschijnt.
* Als voor USB Mode “MIDI” is geselecteerd, verschijnt de melding “Check USB Mode!”. Het “SMF Import”-scherm verschijnt niet. Druk op [ENTER] en kies “STORAGE” als USB Mode. Start het toestel opnieuw op (p. 134).
fig.09-020d
5. Verplaats de cursor naar “MIDI Ch. Drum” en selecteer met de VALUE-schijf het MIDI-kanaal van de drumpartij die u wilt importeren.Bereik: 1–16, OFF
* Als u OFF kiest, wordt de drumpartij niet geïmporteerd.
6. Verplaats de cursor naar “MIDI Ch. Bass” en selecteer met de VALUE-schijf het MIDI-kanaal van de baspartij die u wilt importeren.Bereik: 1–16, OFF
* Als u OFF kiest, wordt de baspartij niet geïmporteerd.
7. Verplaats de cursor naar “Pattern Num.” en selecteer met de VALUE-schijf het patroonnummer waarin u de data wilt importeren.Bereik: 001–500
* Het userpatroon dat u als bestemming selecteert, wordt tijdens het importproces overschreven.
8. Druk op [ENTER].Zodra een verbinding met de PC tot stand is gekomen, verschijnt op het scherm “1.Copy one SMF” en “2.CloseConnection.”Een “BOSS_DR-880”-pictogram verschijnt op uw computer.
fig.090-031
9. Sleep het SMF-bestand dat u wilt importeren nu naar het DR-880-pictogram.
* U kunt slechts één bestand tegelijk importeren. Sleep dus geen twee of meer bestanden tegelijk.
10.Sluit de USB-verbinding.Sleep het “DR-880”-pictogram naar de prullenmand.
11.Druk op [EXIT].
* Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de SMF-data naar de DR-880 hebt gekopieerd, verschijnt de melding “No file!”. In dat geval drukt u op [ENTER] om naar het “SMF Import”-scherm terug te keren.
Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de SMF-data worden geïmporteerd.Als de SMF-data geïmporteerd zijn, verdwijnt de melding van het scherm.Daarna kunt u de USB-kabel veilig van de DR-880 en de computer losmaken.
Als u op [EXIT] drukt voor u stap 10 hebt uitgevoerd, verschijnt “Import cancel?” op het scherm. In dat geval drukt u op [EXIT] en voert u stap 10 uit.Als u op [ENTER] drukt, wordt de import geannuleerd, en u keert naar het “SMF Import”-scherm terug.
BOSS_DR-880
(Voorbeeld)
138
Een back-up maken
Windows-gebruikers1. Gebruik een USB-kabel om de DR-880 op
uw computer aan te sluiten.
2. Stop de weergave en druk op [EDIT].Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
3. Verplaats de cursor naar het “USB”-pictogram en druk op [ENTER].Het USB-menu verschijnt op het scherm.
4. Verplaats de cursor naar het “BACKUP”-pictogram en druk op [ENTER].Het “USB Backup”-scherm verschijnt.
* Als voor USB Mode “MIDI” is geselecteerd, verschijnt de melding “Check USB Mode!”. Het “SMF Backup”-scherm verschijnt niet. Druk op [ENTER] en kies “STORAGE” als USB Mode. Start het toestel opnieuw op (p. 134).
fig.09-210d
* Als bewerkte gegevens nog niet zijn opgeslagen, dan verschijnt de melding “Cancel edit?” op het scherm.Als u op [ENTER] drukt, worden uw wijzigingen ongedaan gemaakt, en de oorspronkelijke gegevens worden gekopieerd.Als u op [EXIT] drukt, wordt de back-up afgebroken, en u keert naar het USB-menu terug.
Als een verbinding met de PC is gemaakt, verschijnt de melding “Copy data files”.Op de PC verschijnt een “BOSS_DR-880”-pictogram (of een “Verwisselbare schijf (*:)”).
fig.09-030
5. Dubbelklik op het “BOSS_DR-880”-pictogram (of het “Verwisselbare schijf (*:)”-pictogram).De bestanden van de DR-880 verschijnen op de computer.
6. Kopieer de bestanden waarvan u een back-up wilt maken naar een map op uw computer.Het is een goed idee om een nieuwe map te maken voor de opslag van een back-up.
7. Sluit de USB-verbinding.
Windows XPKlik met de rechter muisknop op het “BOSS_DR-880”-pictogram (of het “Verwisselbare schijf (*:)” pictogram) in Deze Computer en selecteer “Verwijderen”.
Als het niet lukt om de hardware op deze manier te verwijderen, doe dan het volgende.
1) Klik op in het systeemvak en selecteer “Veilig verwijderen station (*:)”.
fig.09-200
2) In het dialoogvenster “Hardware veilig verwijderen” klikt u op [OK].
BOSS_DR-880
Verwisselbare Schijf (*:)
(Voorbeeld)
Bestandsnaam InhoudSYSTEM.DR8 SysteeminstellingenUGFX.DR8 User-gitaareffect-patchesUKIT.DR8 User kitsUSEQ.DR8 Userpatronen en user songsUTSC.DR8 User-TSC-patches
SysteemvakTaakbalk
139
Een back-up makenH
stuk 10
Windows 2000/Me1) Klik met de rechter muisknop op het
“BOSS_DR-880”-pictogram (of het “Verwisselbare schijf (*:)” pictogram) in Deze Computer en selecteer “Verwijderen”.
2) Klik op in het systeemvak en selecteer “Veilig verwijderen station (*:)”.
fig.09-200
3) In het dialoogvenster “Hardware veilig verwijderen” klikt u op [OK].
8. Druk op [EXIT].Daarna kunt u de USB-kabel veilig van de DR-880 en de computer losmaken.
Als u op [EXIT] drukt voor u stap 7 hebt uitgevoerd, verschijnt “Disconnect, OK?” op het scherm.In dat geval drukt u op [EXIT] en voert u stap 7 uit.
* Als u op [ENTER] drukt, wordt de verbinding tussen de DR-880 en de computer onmiddellijk afgebroken. In dat geval kan het zijn dat de back-up onvolledig is, waardoor een recovery onmogelijk wordt.
Macintosh-gebruikers1. Gebruik een USB-kabel om de DR-880 op
uw computer aan te sluiten.
2. Stop de weergave en druk op [EDIT].Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
3. Verplaats de cursor naar het “USB”-pictogram en druk op [ENTER].Het USB-menu verschijnt op het scherm.
4. Verplaats de cursor naar het “BACKUP”-pictogram en druk op [ENTER].Het “USB Backup”-scherm verschijnt.
* Als voor USB Mode “MIDI” is geselecteerd, verschijnt de melding “Check USB Mode!”. Het “SMF Backup”-scherm verschijnt niet. Druk op [ENTER] en kies “STORAGE” als USB Mode. Start het toestel opnieuw op (p. 134).
fig.09-210d
* Als bewerkte gegevens nog niet zijn opgeslagen, dan verschijnt de melding “Cancel edit?” op het scherm.Als u op [ENTER] drukt, worden uw wijzigingen ongedaan gemaakt, en de oorspronkelijke gegevens worden gekopieerd.Als u op [EXIT] drukt, wordt de back-up afgebroken, en u keert naar het USB-menu terug.
Als een verbinding met de computer tot stand is gekomen, verschijnt de melding “Copy data files”.Een “BOSS_DR-880”-pictogram verschijnt op uw computer.
fig.09-031
SysteemvakTaakbalk
BOSS_DR-880
(Voorbeeld)
140
Een back-up maken
5. Dubbelklik op het “BOSS_DR-880”-pictogram.De bestanden van de DR-880 verschijnen op de computer.
6. Kopieer de bestanden waarvan u een back-up wilt maken naar een map op uw computer.Het is een goed idee om een nieuwe map te maken voor de opslag van een back-up.
7. Sluit de USB-verbinding.Sleep het “BOSS_DR-880”-pictogram naar de prullenmand.
8. Druk op [EXIT].Daarna kunt u de USB-kabel veilig van de DR-880 en de computer losmaken.
Als u op [EXIT] drukt voor u stap 7 hebt uitgevoerd, verschijnt “Disconnect, OK?” op het scherm.In dat geval drukt u op [EXIT] en voert u stap 7 uit.
* Als u op [ENTER] drukt, wordt de verbinding tussen de DR-880 en de computer onmiddellijk afgebroken. In dat geval kan het zijn dat de back-up onvolledig is, waardoor een recovery onmogelijk wordt.
Bestandsnaam InhoudSYSTEM.DR8 SysteeminstellingenUGFX.DR8 User-gitaareffect-patchesUKIT.DR8 User kitsUSEQ.DR8 Userpatronen en user songsUTSC.DR8 User-TSC-patches
141
Hstuk 10
Een back-up van de computer weer in de DR-880 laden (Recover)
Windows-gebruikers1. Gebruik een USB-kabel om de DR-880 op
uw computer aan te sluiten.
2. Stop de weergave en druk op [EDIT].Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
3. Verplaats de cursor naar het “USB”-pictogram en druk op [ENTER].Het USB-menu verschijnt op het scherm.
4. Selecteer het “RECOVER”-pictogram en druk op [ENTER].Het “USB Recover”-scherm verschijnt.
* Als voor USB Mode “MIDI” is geselecteerd, verschijnt de melding “Check USB Mode!”. Het “SMF Recover”-scherm verschijnt niet. Druk op [ENTER] en kies “STORAGE” als USB Mode. Start het toestel opnieuw op (p. 134).
fig.09-220d
Als een verbinding met de PC is gemaakt, verschijnt de melding “Copy data files”.
Op de PC verschijnt een “BOSS_DR-880”-pictogram (of een “Verwisselbare schijf (*:)”).
fig.09-030
5. Open de map op de computer waarin u de back-up hebt opgeslagen.
6. Selecteer alle bestanden die u naar de DR-880 wilt kopiëren.
7. Kopieer ze naar het “BOSS_DR-880”-pictogram (of het “Verwisselbare schijf (*:)”-pictogram) op uw PC.
8. Sluit de USB-verbinding.
Windows XPKlik met de rechter muisknop op het “BOSS_DR-880”-pictogram (of het “Verwisselbare schijf (*:)” pictogram) in Deze Computer en selecteer “Verwijderen”.
Als het niet lukt om de hardware op deze manier te verwijderen, doe dan het volgende.
1) Klik op in het systeemvak en selecteer “Veilig verwijderen station (*:)”.
fig.09-200
2) In het dialoogvenster “Hardware veilig verwijderen” klikt u op [OK].
Windows 2000/Me1) Klik met de rechter muisknop op het
“BOSS_DR-880”-pictogram (of het “Verwisselbare schijf (*:)” pictogram) in Deze Computer en selecteer “Verwijderen”.
2) Klik op in het systeemvak en selecteer “Veilig verwijderen station (*:)”.
fig.09-200
3) In het dialoogvenster “Hardware veilig verwijderen” klikt u op [OK].
9. Druk op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de back-up wordt geladen.Als de back-up is geladen, verdwijnt de melding van het scherm.Daarna kunt u de USB-kabel veilig van de DR-880 en de computer losmaken.
BOSS_DR-880
Verwisselbare Schijf (*:)
(Voorbeeld)
SysteemvakTaakbalk
SysteemvakTaakbalk
142
Een back-up van de computer weer in de DR-880 laden (Recover)
Als u op [EXIT] drukt voor u stap 8 hebt uitgevoerd, verschijnt “Disconnect, OK?” op het scherm. In dat geval drukt u op [EXIT] en voert u stap 8 uit.
* Als u op [ENTER] drukt, wordt de verbinding tussen de DR-880 en de computer onmiddellijk afgebroken. In dat geval kan het zijn dat de back-up niet volledig is geladen. De DR-880 kan dan instabiel worden.
Macintosh-gebruikers1. Gebruik een USB-kabel om de DR-880 op
uw computer aan te sluiten.
2. Stop de weergave en druk op [EDIT].Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
3. Verplaats de cursor naar het “USB”-pictogram en druk op [ENTER].Het USB-menu verschijnt op het scherm.
4. Verplaats de cursor naar het “RECOVER”-pictogram en druk op [ENTER].Het “USB Recover”-scherm verschijnt.
* Als voor USB Mode “MIDI” is geselecteerd, verschijnt de melding “Check USB Mode!”. Het “SMF Recover”-scherm verschijnt niet. Druk op [ENTER] en kies “STORAGE” als USB Mode. Start het toestel opnieuw op (p. 134).
fig.09-220d
Als een verbinding met de computer tot stand is gekomen, verschijnt de melding “Copy data files”.
Een “BOSS_DR-880”-pictogram verschijnt op uw computer.
fig.09-031
5. Open de map op de computer waarin u de back-up hebt opgeslagen.
6. Selecteer alle bestanden die u naar de DR-880 wilt kopiëren.
7. Kopieer deze bestanden naar het “BOSS_DR-880”-pictogram op uw computer.
8. Sluit de USB-verbinding.Sleep het “BOSS_DR-880”-pictogram naar de prullenmand.
9. Druk op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de back-up wordt geladen.Als de back-up is geladen, verdwijnt de melding van het scherm.Daarna kunt u de USB-kabel veilig van de DR-880 en de computer losmaken.
Als u op [EXIT] drukt voor u stap 8 hebt uitgevoerd, verschijnt “Disconnect, OK?” op het scherm. In dat geval drukt u op [EXIT] en voert u stap 8 uit.
* Als u op [ENTER] drukt, wordt de verbinding tussen de DR-880 en de computer onmiddellijk afgebroken. In dat geval kan het zijn dat de back-up niet volledig is geladen. De DR-880 kan dan instabiel worden.
BOSS_DR-880
(Voorbeeld)
143
Hstuk 10
MIDI-boodschappen met uw computer uitwisselen (MIDI-communicatie)
Installatie van de driver en instellingenOm MIDI-communicatie tussen de DR-880 en uw computer mogelijk te maken, moet u eerst het stuurprogramma (driver) installeren.
* De USB MIDI driver staat op de cd-rom “DR-880 Driver”.
Het stuurprogramma installeren
Het programma en de procedure om de USB MIDI driver te installeren verschillen naar gelang van uw computersysteem. Lees “InstallManualE.pdf” (PDF-bestand) op de cd-rom en volg de instructies.
* U hebt Adobe Reader nodig om “InstallManualE.pdf” te lezen.
Een USB-functie kiezenAls u de USB-connector wilt gebruiken voor MIDI-communicatie met uw computer, zet de USB Mode dan op “MIDI” (p. 134).
Wat is de USB MIDI driver?De USB MIDI driver is een stuurprogramma dat MIDI-boodschappen verstuurt tussen de DR-880 en een applicatie op uw computer (bijvoorbeeld een opnameprogramma of een sequencerprogramma) als uw computer en de DR-880 via een USB-kabel verbonden zijn.De USB MIDI driver stuurt MIDI-boodschappen van uw applicatie naar de DR-880 en van de DR-880 naar uw applicatie.fig.09-040
Applicatie
USBMIDIdriver
Computer
USB-kabel
USB-connector
144
145
Appendices
146
Fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)U kunt de fabrieksinstellingen van de DR-880 herstellen. Deze operatie heet “Factory Reset”.
Als u de fabrieksinstellingen herstelt, worden uw data door de oorspronkelijke instellingen vervangen. Als de DR-880 belangrijke gegevens bevat die u wilt bewaren, gebruik dan Bulk Dump (p. 131) om die gegevens op een extern MIDI-apparaat op te slaan, of maak een back-up met USB (p. 138) om de gegevens op een computer te bewaren, voor u de fabrieksinstellingen herstelt.
1. Stop de weergave en druk op [EDIT].Het Edit-menu verschijnt op het scherm.
2. Verplaats de cursor naar het “FACTORY RESET”-pictogram en druk op [ENTER].Op het scherm verschijnt “Factory reset?”
fig.11-010d
3. Als u zeker bent dat u de fabrieksinstellingen wilt herstellen, druk dan op [ENTER]. Om te annuleren, drukt u op [EXIT].Op het scherm verschijnt “Now writing...” en de fabrieksinstellingen worden hersteld.Als die operatie beëindigd is, verdwijnt de melding van het scherm.
* Schakel het toestel niet uit zolang de melding op het scherm staat. Doet u dat toch, dan kunnen uw gegevens beschadigd worden.
147
Appendices
Problemen oplossen
Problemen met het geluid
Geen geluid
❐ Staat het MASTER VOLUME op nul? (p. 13)
❐ Staat de “PART LEVEL DRUM”-knop op nul? (p. 13)
❐ Staat de “PART LEVEL BASS”-knop op nul? (p. 13)
❐ Hebt u een patroon of song zonder gegevens geselecteerd?
❐ Hebt u het apparaat zo ingesteld dat het geluid naar de INDIVIDUAL-jacks wordt gestuurd? (p. 107–p. 111, p. 119)
Het volume van de gitaar/bas die u op de GUITAR/BASS INPUT aansluit, is te laag
❐ Staat de “GUITAR/BASS INPUT”-knop op nul? (p. 13)
❐ Gebruikt u misschien een verbindingskabel met een weerstand?Gebruik liever een verbindingskabel zonder weerstand.
Het geluid wordt onderbroken
❐ Probeert u meer dan 32 noten tegelijk te spelen? (De DR-880 kan maximum 32 noten tegelijk spelen.)
❐ Hebt u misschien Mute Group ingesteld? (p. 107)
De weergave start niet als u op [ ] drukt
❐ Staat de Sync Mode misschien op “MIDI”? (p. 128)
❐ Hebt u een patroon of song zonder gegevens geselecteerd?
De loop-weergave start niet als u op [LOOP] drukt
❐ Werkt u misschien in Pattern Mode?
❐ Hebt u voor Loop End een hogere waarde ingesteld dan het aantal maten in de song?(p. 77, p. 82)
Problemen met MIDI
De communicatie tussen de DR-880 en een extern MIDI-apparaat werkt niet correct
❐ Is het MIDI-kanaal misschien niet correct ingesteld? (p. 126)
❐ Zijn de “Note Number”-instellingen misschien niet correct? (p. 127)
Problemen met USB
SMF-data importeren of een back-up maken/laden lukt niet
❐ Is de USB-kabel goed aangesloten?
❐ Ondersteunt het besturingssysteem van uw computer de DR-880? (p. 134)
❐ Hebt u “STORAGE” als USB Mode ingesteld, de DR-880 uitgeschakeld en weer opgestart? (p. 134)
De MIDI-communicatie met uw computer lukt niet
❐ Is de USB-kabel goed aangesloten?
❐ Ondersteunt het besturingssysteem van uw computer de DR-880? (p. 134)
❐ Is het stuurprogramma correct geïnstalleerd? (p. 143)
❐ Hebt u “MIDI” als USB Mode ingesteld, de DR-880 uitgeschakeld en weer opgestart? (p. 134)
148
Meldingen op het schermBuffer full!Oorzaak 1:Te veel MIDI-boodschappen werden
tegelijk ontvangen, en de DR-880 kon ze niet allemaal verwerken.
Actie 1: Verminder het aantal MIDI-boodschappen dat door het externe apparaat wordt verstuurd.
Oorzaak 2:U probeerde een buitensporige hoeveelheid data af te spelen, en de DR-880 kan niet alles verwerken.
Actie 2: Verminder de hoeveelheid data die wordt afgespeeld of verlaag het weergavetempo.
Checksum Error!Oorzaak:MIDI-Exclusive-boodschappen werden
bij een Bulk Load niet correct ontvangen.Actie: Probeer de procedure opnieuw.
File error!Oorzaak:Tijdens een SMF-import probeert u een
ongeldig bestand of een bestand van een verkeerd type te gebruiken.
Actie: Gebruik het juiste bestandstype.
Memory full!Oorzaak:Het geheugen is vol.Actie: Bewaar eerst uw patroon of song en
verwijder overbodige patronen of songs.
MIDI off line!Oorzaak:Een “MIDI Active Sensing”-fout is
opgetreden. In het apparaat dat op MIDI IN is aangesloten of in de MIDI-kabel werd een probleem ontdekt.
Actie: Controleer het apparaat dat op MIDI IN is aangesloten of de kabel waarmee die verbinding is gemaakt.
Not supported!Oorzaak:U probeert data te importeren die door
de DR-880 niet worden ondersteund.Actie: Zorg voor SMF-data in een formaat dat
wordt ondersteund. (p. 135)
Now working...Oorzaak:Gegevens worden verwerkt.Actie: Wacht tot de melding verdwijnt.
Now writing...Oorzaak:Gegevens worden in het geheugen
opgeslagen.Actie: Schakel het toestel nooit uit zolang deze
melding op het scherm staat.
* Als u het toestel uitzet terwijl deze melding op het scherm staat, kan het zijn dat behalve de data die nu worden opgeslagen, ook eerder opgeslagen data verloren gaan.
Too Busy!Oorzaak:Het systeem probeerde abnormaal
grote hoeveelheden data gelijktijdig te verwerken, maar dat is niet gelukt.
Actie: Zorg dat het apparaat geen overdreven hoeveelheden data gelijktijdig moet verwerken (in patronen of ontvangen MIDI-boodschappen) en probeer de hoeveelheid data te reduceren.
Use pattern modeOorzaak:U probeerde EZ Compose of Groove
Modify te gebruiken in song-modus.Actie: Schakel patroon-modus in voor u EZ
Compose of Groove Modify gebruikt.
User data is damaged. Factory ResetOorzaak:De gegevens in het geheugen van de
DR-880 zijn beschadigd. (Deze melding verschijnt als u het apparaat inschakelt.)
Actie: Druk op [ENTER] om de fabrieksinstellingen van de DR-880 te herstellen.
System Error!Oorzaak:Een onbekende fout is opgetreden in
het systeem.Actie: Stop onmiddellijk met het gebruik van
het apparaat en raadpleeg uw dealer of dichtstbijzijnde Roland Service Center.
149
Appendices
Parameterlijst
Patroon
Song
System
Parameter Bereik StandaardNaam van het patroon 14 tekens
INFOBeat 2/4–8/4, 4/8–16/8 4/4Measures 1–999 4Tempo 20–260 120Arrange OFF, ON OFFKey -, C–B, Cm–Bm -Rec.Key C–B, Cm–Bm CKey Shift -12–+12 0Kit Number P001–P100, U001–U100 P001TSC Switch OFF, ON ONTSC Number P01–P20, U01–U20 P01
Parameter Bereik StandaardSong name 14 tekensINFOInit.tempo OFF, 20–260 120Key Shift -12–+12 0Loop Start 1–n 1Loop End 1–n 1Kit Select SONG, PATTERN SONGKit Number P001–P100, U001–U100 P001TSC Select SONG, PATTERN SONGTSC Switch OFF, ON ONTSC Number P01–P20, U01–U20 P01
Parameter Bereik StandaardOutput Select/Master
Output Sel GUITAR AMP, LINE/PHONESLINE/PHONES
D. Out Lev 0–200% 100%Low EQ -20 – +20 dB 0 dBHigh EQ -20 – +20 dB 0 dBAmbience 0–200% 100%Output Select/GuitarOut Assign MASTER, IND. A+B, IND. A, IND. B MASTER
Output Sel GUITAR AMP, LINE/PHONESLINE/PHONES
150
Parameterlijst
LCDContrast 1–16 9PADPad Sens 0–10 5MASTER TUNEMastr Tune 435–445 Hz 440 HzFOOT SWITCH
Sw. 1–Sw. 4
START, STOP, RESET, START/STOP, RST+STA/STP, TAP TEMPO, LOOP, PTN/SNG INC, PTN/SNG DEC, G.FX ON/OFF, G.FX Pt. INC, G.FX Pt. DEC, FAVORITE 1–4, FAVOR. INC, FAVOR. DEC, FAV.BNK.INC, FAV.BNK.DEC, BANK1 PAD01–BANK3-PAD20 (V=1–127)
1: START/STOP2: TAP TEMPO3: G.FX Pt. INC4: G.FX Pt. DEC
PLAY OPTION/COUNT INMeasures OFF, 1MEAS, 2MEAS OFFInst STICK, Hi-HAT, VOICE STICKLevel 0–100 80PLAY OPTION/OTHERSKit SelMod LINK, MANUAL LINKTSC SelMod LINK, MANUAL LINKPowerOnPtn P001–P500, U001–U500 P001MIDI/SETTINGMIDI Ch. Drum 1–16, OFF 10MIDI Ch. Bass 1–16, OFF 2Rx MIDI Vol OFF, ON OFFSync Mode INTERNAL, MIDI, REMOTE, AUTO AUTODevice ID 17–32 17USB/MODEUSB Mode STORAGE, MIDI STORAGE
Parameter Bereik Standaard
151
Appendices
Presets
Instrument
Nr. NaamKick001 Dry Kick 1002 Dry Kick 2003 Dry Kick 3004 Dry Kick 4005 Dry Kick 5006 Dry Kick 6007 Rock Kick1008 Rock Kick2009 RockDryKck010 DryHybdKck011 ReverbKick012 StdioKick1013 StdioKick2014 Warm Kick015 Hush Kick016 Hush Kick2017 Wide Kick1018 Wide Kick2019 Reg.Kick 1020 Reg.Kick 2021 RckCmpKck1022 RckCmpKck2023 Jazz Kick024 Jz DryKick025 Maple Kick026 HybridKick027 Verb Kick028 Round Kick029 Power Kick030 Sharp Kick031 Old Kick032 Elec Kick033 MdverbKick034 TightKick1035 TightKick2036 HipHopKck1037 HipHopKck2038 R&B Kick 1039 R&B Kick 2040 R&B Kick 3041 R&B Kick 4042 R&B Kick 5
043 TechnoKck1044 TechnoKck2045 TechnoKck3046 TechnoKck4047 70s Kick 1048 70s Kick 2049 TR909Kick1050 TR909Kick2051 TR909Kick3052 TR909Kick4053 TR909Kick5054 TR909Kick6055 909 DryKck056 TR808 Kick057 TR707 Kick058 TR606 Kick059 TR606DstBD060 Plstic BD1061 Plstic BD2062 DR110 Kick063 SH32 Kick064 AnalogKickSnare065 Dry 1 Rim066 Dry 1 Snr067 Dry 2 Rim068 Dry 2 Snr069 Dry 3 Rim070 Dry 3 Snr071 Dry 4 Rim072 Dry 4 Snr073 Dry 5 Rim074 Dry 5 Snr075 Dry 6 Rim076 Dry 6 Snr077 Dry 7 Snr078 Rock Rim079 Rock Snare080 FatsoSnare081 DryHybdSnr082 RockRimSnr083 Heavy Rim084 Heavy Snr
Nr. Naam085 Stdio1 Rim086 Stdio1 Snr087 Stdio2 Rim088 Stdio2 Snr089 TitanSnr 1090 TitanSnr 2091 TitanSnr 3092 TitanSnr 4093 Bright Snr094 Iron Snr 1095 Iron Snr 2096 Wood Snr 1097 Wood Snr 2098 Wood Snr 3099 Wood Snr 4100 Wet Snare1101 Wet Snare2102 AmbientSN1103 AmbientSN2104 Reg.Snare1105 Reg.Snare2106 HibridSnr1107 HibridSnr2108 Rash Snare109 SharpSnare110 Old FillSN111 PiccoloSnr112 MapleSnare113 NaturlSnr1114 NaturlSnr2115 Ballad Snr116 BechSnare1117 Bech 2 Rim118 Bech 2 Snr119 Jazz 1 Rim120 Jazz 1 Snr121 Jazz 2 Rim122 Jazz 2 Snr123 Brush Slap124 Brush Swsh125 Swish&Turn126 BrushSnare127 R&B Snre 1
Nr. Naam128 R&B Snre 2129 R&B Snre 3130 R&B Snre 4131 R&B Snre 5132 R&B Snre 6133 R&B Snre 7134 R&B Snre 8135 R&B Snre 9136 R&B Snre10137 R&B Snre11138 R&B Snre12139 JnglTinySD140 TinySnare1141 TinySnare2142 DJ Snare143 Phat Snare144 Lo-HardSnr145 TR909 Snr1146 TR909 Snr2147 TR909 Snr3148 TR909 Snr4149 909 DrySnr150 TR808 Snr1151 TR808 Snr2152 TR808 Snr3153 808 DrySnr154 707 DrySnr155 TR606 Snr1156 TR606 Snr2157 TR909 Rim158 TR808 Rim159 DR110Snare160 CR78 Snare161 Flange Snr162 Dirty Snr1163 Dirty Snr2164 Analog Snr165 Elec SnareCross Stick166 Dry Stick167 Funk Stick168 Rock Stick169 Wood Stick
Nr. Naam
152
Presets
170 Wild Stick171 Stdio1Stck172 Stdio2Stck173 Reg.Stick174 Soft Stick175 Side Stick176 R&B Stick1177 R&B Stick2Tom178 Dry 1 Tom1179 Dry 1 Tom2180 Dry 1 Tom3181 Dry 1 Tom4182 Dry 2 Tom1183 Dry 2 Tom2184 Dry 2 Tom3185 Dry 2 Tom4186 Dry 3 Tom1187 Dry 3 Tom2188 Dry 3 Tom3189 Dry 3 Tom4190 Dry 4 Tom1191 Dry 4 Tom2192 Dry 4 Tom3193 Dry 4 Tom4194 Roto Tom 1195 Roto Tom 2196 Roto Tom 3197 Roto Tom 4198 Stdio1Tom1199 Stdio1Tom2200 Stdio1Tom3201 Stdio1Tom4202 Reg.Tom 1203 Reg.Tom 2204 Reg.Tom 3205 Reg.Tom 4206 Room Tom 1207 Room Tom 2208 Room Tom 3209 Room Tom 4210 Jazz Tom 1211 Jazz Tom 2212 Jazz Tom 3213 Jazz Tom 4214 Maple Tom1215 Maple Tom2
Nr. Naam216 Maple Tom3217 Maple Tom4218 Verb Tom 1219 Verb Tom 2220 Verb Tom 3221 Verb Tom 4222 BrushTom 1223 BrushTom 2224 BrushTom 3225 BrushTom 4226 Stdio2Tom1227 Stdio2Tom2228 Stdio2Tom3229 Stdio2Tom4230 BrBeatTom1231 BrBeatTom2232 BrBeatTom3233 BrBeatTom4234 R&B Tom 1235 R&B Tom 2236 R&B Tom 3237 R&B Tom 4238 Deep Tom239 909 DstTom240 707 DryTom241 TR909 Tom242 808 DryTom243 TR808 TomHi-Hat244 Light CHH1245 Light CHH2246 Light CHH3247 Light HfHH248 Light PdHH249 Light OpHH250 Dry 1ClHH1251 Dry 1ClHH2252 Dry 1 OpHH253 Dry 2ClHH1254 Dry 2ClHH2255 Dry 2 OpHH256 Dry 2 PdHH257 Reg.ClHH 1258 Reg.ClHH 2259 Reg.HfHH260 Reg.PdHH261 Reg.OpHH
Nr. Naam262 Stdio ClHH263 Stdio PHHH264 Stdio PdHH265 Stdio OpHH266 Rock ClHH1267 Rock ClHH2268 Rock ClHH3269 Rock PdHH270 Rock OpHH271 Jazz ClHH272 Jazz PdHH273 Jazz OpHH274 Brush ClHH275 Brush OpHH276 TR808 ClHH277 TR808 OpHH278 TR909 CHH1279 TR909 CHH2280 TR909 OpHH281 TR909 PdHH282 909 DryCHH283 909 DryOHH284 707 DryCHH285 707 DryOHH286 TR606 ClHH287 TR606 OpHH288 HipHop CHH289 HipHop OHH290 BrBeatCHH1291 BrBeatCHH2292 BrBeatOpHH293 R&B ClHH 1294 R&B OpHH 1295 R&B ClHH 2296 R&B OpHH 2Cimbaal297 Stdio Cym1298 Stdio Cym2299 Stdio Cym3300 Stdio Cym4301 Reg.CrCym1302 Reg.CrCym2303 Dry CrCym304 RockCrCym1305 RockCrCym2306 Jazz CrCym307 BrushCrCym
Nr. Naam308 StdioRide1309 StdioRide2310 StdioRide3311 StdioRide4312 StdRdBell1313 StdRdBell2314 Rock Ride1315 Rock Ride2316 RockRdBell317 Reg.RdBell318 Jazz RdCym319 Rock China320 RockSplash321 SwishCymbl322 TR909Crash323 808 DryCym324 707 DryCym325 TR606 Cym326 TR909 Ride327 707DryRide328 DR110 Cym329 MG Nz Cym330 US Nz CymPercussie331 Conga L2Op332 Bongo H333 Bongo L334 Conga H Mt335 Conga H Op336 Conga L Mt337 Conga L Op338 Conga HSlp339 Timbale H340 Timbale L341 Agogo H342 Agogo L343 Cowbell344 Cabasa Up345 Cabasa Dwn346 Maracas347 Whistle 1S348 Whistle 1L349 Whistle 2S350 Whistle 2L351 Guiro352 Guiro Long353 Claves
Nr. Naam
153
PresetsAppendices
354 WoodBlockH355 WoodBlockL356 Mute Cuica357 Open Cuica358 TriangleMt359 TriangleOp360 Tambourin1361 Tambourin2362 Shaker 1363 Shaker 2364 Sleighbell365 Wind Chime366 Castanet367 Mute Surdo368 Open Surdo369 OpPandeiro370 MtPandeiro371 Asian Gong372 Vibraslap373 Snap374 Club Snap375 TR707 Tamb376 CR78 Guiro377 CR78 Beat
Nr. Naam378 CR78 Tamb379 CR78Cowbel380 808Cowbell381 808 Claves382 808Conga383 808Maracas384 Tabla 1385 Tabla 2386 Tabla 3387 Udo388 Udu PotHi389 Udu PotSlp390 Cajon 1391 Cajon 2392 Cajon 3Clap393 Hand Clap394 Club Clap395 Short Clap396 Real Clap397 R8 Clap398 Amb Clap399 Hip Clap400 Funk Clap
Nr. Naam401 Group Clap402 TR808 Clap403 Disc Clap404 Dist Clap405 TR909Clap1406 TR909Clap2407 TR707 Clap408 Cheap ClapFx409 Back Hit410 Tekno Hit411 Philly Hit412 Dist Hit413 Thin Beef414 Smear Hit415 Scratch1ps416 Scratch2ps417 Scratch2pl418 Scratch1pl419 MG Zap 1420 MG Zap 2421 MG Zap 3422 Beam HiQ423 Vox Kick 1
Nr. Naam424 Vox Kick 2425 Vox Snare1426 Vox Snare2427 Vox Hihat1428 Vox Hihat2429 Vox Hihat3430 Vox Cymbal431 One432 Two433 Three434 Four435 Aah!436 Hou!437 Pa!438 Chiki! 439 Bass Glis1440 Bass Glis2
Nr. Naam
Bass Tone
Nr. NaamStemm
en01 FingerBs 1 102 Finger/Nz1 103 FingerBs 2 104 Finger/Nz2 105 FingerBs 3 106 Finger/Nz3 107 RockFinger 108 PickedBs 1 109 Picked/Nz1 110 PickedBs 2 111 Picked/Nz2 112 PickedBs 3 113 Picked/Nz3 114 RockPicked 1
15 Stick Bass 116 PickMute 1 117 PickMute 2 118 Slap Bass 119 Slap/Nz 120 Slap Pop 121 WetFretles 122 FatFretles 123 Upright Bs 224 Upright/Nz 225 AcousticBs 126 Fing/Slap1 127 Fing/Slap2 128 Fing/Harm1 1
Nr. NaamStemm
en29 Fing/Harm2 130 4 PoleBass 131 SH101 Bass 132 Tick Bass 233 Juno Bass 234 Solid Bass 135 Drumn'Bass 136 House Bass 137 GarageBass 138 FM Bass 139 MGSaw Bass 140 TB303 Bass 1
Nr. NaamStemm
en
154
Presets
Kit
Nr. NaamP001 Studio 1P002 Studio 2P003 Studio 3P004 Studio 4P005 Studio 5P006 Studio 6P007 Studio 7P008 Comp StudioP009 Total CompP010 Room 1P011 Room 2P012 Room 3P013 Room 4P014 Room 5P015 Room 6P016 Room 7P017 Natural 1P018 Natural 2P019 Natural 3P020 Rock 1P021 Rock 2P022 Rock 3P023 Rock 4P024 Rock 5P025 Rock 6P026 Rock 7P027 Rock 8P028 Rock 9P029 Rock 10P030 Rock 11P031 Light RockP032 Long HHP033 Funk Rock 1P034 Funk Rock 2P035 Power 1P036 Power 2P037 Power 3P038 Power 4P039 Maple HardP040 AmbientP041 GatedP042 DryP043 Pop 1P044 Pop 2P045 Pop 3
P046 Pop 4P047 Pop 5P048 Pop 6P049 Pop 7P050 Pop 8P051 Half R&BP052 Fusion 1P053 Fusion 2P054 Fusion 3P055 Fusion 4P056 Fusion 5P057 Fusion 6P058 Funk 1P059 Funk 2P060 Funk 3P061 Soul 1P062 Soul 2P063 ReggaeP064 BalladP065 RockabillyP066 Country 1P067 Country 2P068 Slow LightP069 Unplugged 1P070 Unplugged 2P071 Unplugged 3P072 Vintage 1P073 Vintage 2P074 Vintage 3P075 Jazz 1P076 Jazz 2P077 Jazz 3P078 Brush 1P079 Brush 2P080 R&B 1P081 R&B 2P082 R&B 3P083 R&B 4P084 R&B 5P085 HipHop 1P086 HipHop 2P087 HipHop 3P088 HipHop 4P089 HipHop 5P090 House 1
Nr. NaamP091 House 2P092 Techno 1P093 Techno 2P094 Techno 3P095 BreakBeats 1P096 BreakBeats 2P097 BreakBeats 3P098 ElectroP099 Voice DrumP100 India
Nr. Naam
155
PresetsAppendices
TSC Patch
Nr. NaamP01 AMBIENCE 1P02 AMBIENCE 2P03 AMBIENCE 3P04 SMALL ROOMP05 MEDIUM ROOMP06 RICH ROOMP07 SMALL HALLP08 WARM HALLP09 RICH HALLP10 LIGHT PLATE
P11 COOL PLATEP12 RICH PLATEP13 BRIGHT ROOMP14 TIGHT ROOMP15 HEAVY ROOMP16 TIGHT HALLP17 POWER PLATEP18 Lo-Fi PLATEP19 CATHEDRALP20 STADIUM
Nr. Naam
Effect-patch
Nr. Naam EffecttypeP01 COOL LEAD GTR MULTIP02 CLEAN CHORUS GTR MULTIP03 R-FIER STACK GTR MULTIP04 CHORUS COMBO GTR MULTIP05 HEAVY METAL GTR MULTIP06 ECHO LEAD GTR MULTIP07 T-AMP LEAD GTR MULTIP08 1959 LEAD GTR MULTIP09 LEAD STACK GTR MULTIP10 CHORUS LEAD GTR MULTIP11 SMOOTH LEAD GTR MULTIP12 CLASSIC STK GTR MULTIP13 5150 STACK GTR MULTIP14 HiGAIN STACK GTR MULTIP15 POWER STACK GTR MULTIP16 T-AMP DRIVE GTR MULTIP17 COMBO DRIVE GTR MULTIP18 SMOOTH DRIVE GTR MULTIP19 FLANGE DRIVE GTR MULTIP20 CHORUS DRIVE GTR MULTIP21 COOL CRUNCH GTR MULTIP22 TWEED BLUES GTR MULTIP23 STACK CRUNCH GTR MULTIP24 VOXY DRIVE GTR MULTIP25 T.WAH CRUNCH GTR MULTI
P26 TEMPO DELAY GTR MULTIP27 COMBO ECHO GTR MULTIP28 '60s ECHO GTR MULTIP29 MILD CRUNCH GTR MULTIP30 PHASE CRUNCH GTR MULTIP31 TIGHT CRUNCH GTR MULTIP32 BLUES CRUNCH GTR MULTIP33 T.WAH LEAD GTR MULTIP34 TREMOLO DRV GTR MULTIP35 JC-120 CLEAN GTR MULTIP36 WARM CLEAN GTR MULTIP37 MILD JAZZ GTR MULTIP38 BRIGHT CLEAN GTR MULTIP39 CLEAN LEAD GTR MULTIP40 CLEAN PAN GTR MULTIP41 E.Gt->Ac.Gt GTR MULTIP42 ACOUSTIC ACO MULTIP43 POWER AcGt ACO MULTIP44 AcGt CHORUS ACO MULTIP45 AcGt SOLO ACO MULTIP46 CLEAN BASS BASS MULTIP47 ROCK BASS BASS MULTIP48 POWER BASS BASS MULTIP49 BASS CHORUS BASS MULTIP50 DRIVE BASS BASS MULTI
Nr. Naam Effecttype
156
Presets
Pattern
Nr. Naam Categorie
001 Cool Groove Rock
002 Shuffle Funk Shuffle Funk
003 Heavy Rock Heavy Rock
004 Foxy Rock Rock
005 Latin Pop Latin Pop
006 Perc Bossa Bossa Nova
007 Goin’ On Pop
008 Rock Fusion Rock Fusion
009 FretlessFusion Fusion
010 R&B Pop R&B Pop
011 16Measures 1
Rock
012 16Measures 2
013 Shaker Rock
014 Bnz Rock 1
015 Bnz Rock 2
016 Bnz Rock 3
017 Super Rock
018 Dream Rock 1
019 Dream Rock 2
020 Deep Rock
021 Slap Bass
022 Guitar Rock 1
023 Guitar Rock 2
024 Guitar Rock 3
025 Rock Toms
026 Slow Rock
027 Ex Dream Rock
028 Air Rock
029 Ballad Rock
030 Dixie Rock
031 American Rock
032 Flame Rock
033 Reggae Rock
034 I’ll Be Rock
035 Bass & Drum
036 Jelly Jam 1
037 Jelly Jam 2
038 Latin Rock 1
039 Latin Rock 2
040 Latin Rock 3
041 Cry Rock
Rock
042 Ride Rock
043 Light Rock
044 Start Rock
045 Hot Rock
046 Hardest Rock
047 Double Rock
048 After Rock
049 Blues Rock Blues Rock
050 Three Chords 1Blues
051 Three Chords 2
052 Wing Blues Blues Rock
053 BluesShuffle 1Blues Shuffle
054 BluesShuffle 2
055 Slow Blues Slow Blues
056 Rock Ballad Rock Ballad
057 West Coast West Coast
058 Rockabilly Rockabilly
059 Ride Beat
16 Beat Rock060 Strong Beat
061 16Beat Rock 1
062 16Beat Rock 2
063 Fast 16Beat Fast 16 Beat
064 Anthem Rock
Shuffle Rock
065 Moon Shuffle
066 Foot Shuffle
067 Ride Shuffle
068 Rock Jam 1
069 Rock Jam 2
070 Town Shuffle
071 City Shuffle
072 Shuffle Rock
073 Surf Rock 1Surf Rock
074 Surf Rock 2
075 StraightRock 1
Rock
076 StraightRock 2
077 Miami
078 Simple Rock 1
079 Simple Rock 2
080 Simple Rock 3
Nr. Naam Categorie
081 AcousticRock 1Rock
082 AcousticRock 2
083 Break Rock
Heavy Rock
084 Machine Rock
085 Heavy Step
086 Crush Rock
087 Massive Rock
088 8th Heavy
089 Metallic
090 Dark Rock 1
091 Dark Rock 2
092 Dark Rock 3
093 Fast Rock 1
Fast Rock
094 Fast Rock 2
095 Tension Rock
096 J-Rock
097 Ridge Rock
098 Hard Rock 1
Hard Rock
099 Hard Rock 2
100 Hard Rock 3
101 Standard Hard
102 Fast Hard
103 Hard Shuffle 1
104 Hard Shuffle 2
105 Hard Shuffle 3
106 Neo Classical
Heavy Metal
107 Thrash Ready..
108 Thrash Go!
109 Shout Metal
110 Twin Pedal 1
111 Twin Pedal 2
112 Twin Pedal 3
113 Punker
114 Tri Heavy
115 Alternatively
Alt Rock
116 Alt Heavy Rock
117 Ultramarine
118 Alt Light Ride
119 Alt Light Hat
120 Alt Rock 1
Nr. Naam Categorie
157
PresetsAppendices
121 Alt Rock 2Alt Rock
122 Alt Rock 3
123 Human Beat Box
Pop
124 My Face Pop
125 Pickup
126 Way Pop
127 6/8 Pop
128 Cool Pop 1
129 Cool Pop 2
130 Groove Cut
131 Light Pop 1
132 Light Pop 2
133 Light Pop 3
134 All Night Pop
135 Planet Fusion
136 Pop 16Beat
137 Pop 8Beat
138 Pop Four
139 Scaling Bass
140 Slap Pop
141 Slow Pop 1
142 Slow Pop 2
143 Night Pop
Pop Rock
144 Anybody Pop
145 Don’t Stop
146 Fretless Pop
147 Pop Rock
148 Heavy Pop
149 PopinRockLatin
150 Medium Pop 1
151 Medium Pop 2
152 Swing Pop
Shuffle Pop
153 Cool Shuffle
154 High Groove
155 Groovy Pop
156 Happy Shuffle
157 Pop Shuffle
158 Med Shuffle
159 Shuffle Jam
160 Soul Pop 1
161 Soul Pop 2
162 Shuffle Pop 1
163 Shuffle Pop 2
Nr. Naam Categorie
164 R&B Shuffle
R&B Pop165 Cool R&B
166 Pop Pinball
167 Cop PopElec Pop
168 Elec Pop
169 Breeze Ballad
Ballad
170 R&B Ballad 1
171 R&B Ballad 2
172 Slow Shuffle 1
173 Slow Shuffle 2
174 Slow 16Beat
175 Slow Ballad 1
176 Slow Ballad 2
177 Slow Ballad 3
178 Very Slow
179 Funky Soul 1
Soul
180 Funky Soul 2
181 Soul 1
182 Soul 2
183 Soul 3
184 Soul 4
185 Peddler Funk
Funk
186 Soul Funk
187 Funk Machine
188 Super Funk
189 Oakland Funk
190 House Funk
191 Funky Boy
192 Funk Pop
193 Heavy Funk
194 Fast Funk
195 Funk Rock 1
196 Funk Rock 2
197 Funk Series A
198 Funk Series B
199 Funk Series C
200 Funk Series D
201 FunkStraight 1
202 FunkStraight 2
203 Perc Funk 1
204 Perc Funk 2
205 Perc Funk 3
206 Speed Funk 1
Nr. Naam Categorie
207 Speed Funk 2 Funk
208 Pop Funk 1Pop Funk
209 Pop Funk 2
210 Fusion Funk 1Fusion Funk
211 Fusion Funk 2
212 FunkyShuffle 1
Shuffle Funk213 FunkyShuffle 2
214 FunkyShuffle 3
215 Gospel 1
Gospel
216 Gospel 2
217 Gospel 3
218 Gospel Pop 1
219 Gospel Pop 2
220 Gospel Pop 3
221 Country 1
Country222 Country 2
223 Country 3
224 Country 4
225 Train 1
Train226 Train 2
227 Train 3
228 Train 4
229 Blue Grass 1
Blue Grass230 Blue Grass 2
231 Blue Grass 3
232 Go Go Rock 1Go Go
233 Go Go Rock 2
234 Twist 1Twist
235 Twist 2
236 Charleston 1Charleston
237 Charleston 2
238 It’s Jazz!!
Brush Jazz
239 Jazz Brush 1
240 Jazz Brush 2
241 Brush Pop 1
242 Brush Pop 2
243 Slow Brush 1
244 Slow Brush 2
245 Jazz Club 1
Jazz Club246 Jazz Club 2
247 Jazz Club 3
248 Jazz Blues 1Jazz Waltz
249 Jazz Blues 2
Nr. Naam Categorie
158
Presets
250 Jazz Waltz 1
Jazz Waltz251 Jazz Waltz 2
252 Jazz Waltz 3
253 6/8 JazzJazz Ballad
254 Jazz Ballad
255 Mid Blues 1
Jazz Blues256 Mid Blues 2
257 Mid Blues 3
258 5/4 Jazz 15/4 Jazz
259 5/4 Jazz 2
260 Foxtrot 1
Foxtrot261 Foxtrot 2
262 Foxtrot 3
263 SwingFoxtrot 1
Swing Foxtrot264 SwingFoxtrot 2
265 SwingFoxtrot 3
266 5/4 Swing
Swing
267 Swing 1
268 Swing 2
269 Swing 3
270 Swing 4
271 Big Jazz Hi
Big Band
272 Big Jazz Low
273 Big Series A
274 Big Series B
275 Big Series C
276 Big Series D
277 Big Ballad 1
278 Big Ballad 2
279 Big Band 1
280 Big Band 2
281 Big Band 3
282 Big Band 4
283 Big Band 5
284 16BeatFusion 1
Fusion
285 16BeatFusion 2
286 16BeatFusion 3
287 Groove Six
288 8Beat Fusion
289 Bound Fusion 1
290 Bound Fusion 2
291 Contemporary 1
292 Contemporary 2
Nr. Naam Categorie
293 Fusion 1Fusion
294 Fusion 2
295 Pop Fusion Pop Fusion
296 6/8 Fusion 1
6/8 Fusion297 6/8 Fusion 2
298 6/8 Fusion 3
299 5/4 Fusion 5/4 Fusion
300 7/4 Fusion 7/4 Fusion
301 Reggae 1
Reggae302 Reggae 2
303 Reggae 3
304 Reggae 4
305 Samba 1
Samba
306 Samba 2
307 Samba 3
308 Samba 4
309 Samba 5
310 Samba 6
311 Big Samba 1
Big Samba312 Big Samba 2
313 Big Samba 3
314 Up Samba 1Up Samba
315 Up Samba 2
316 Rio Samba 1Rio Samba
317 Rio Samba 2
318 Bossa Nova 1
Bossa Nova
319 Bossa Nova 2
320 Bossa Nova 3
321 Bossa Nova 4
322 Bossa Nova 5
323 Bossa Nova 6
324 Luv Bossa 1Luv Bossa
325 Luv Bossa 2
326 Up Bossa 1Up Bossa
327 Up Bossa 2
328 Brush Bossa 1Brush Bossa
329 Brush Bossa 2
330 Salsa 1
Salsa
331 Salsa 2
332 Salsa 3
333 Salsa 4
334 Salsa 5
335 Salsa 6
Nr. Naam Categorie
336 Salsa 7 Salsa
337 Pop Latin 1
Latin Pop
338 Pop Latin 2
339 Pop Latin 3
340 Pop Latin 4
341 Pop Latin 5
342 Latin Jam 1
343 Latin Jam 2
344 Mambo 1
Mambo345 Mambo 2
346 Mambo 3
347 Mambo 4
348 Beguine 1Beguine
349 Beguine 2
350 Bachata 1
Bachata351 Bachata 2
352 Bachata 3
353 Cha Cha Cha 1
Cha Cha Cha354 Cha Cha Cha 2
355 Cha Cha Cha 3
356 Merengue 1
Merengue357 Merengue 2
358 Merengue 3
359 Rhumba 1Rhumba
360 Rhumba 2
361 Musette 1Musette
362 Musette 2
363 Waltz 1Waltz
364 Waltz 2
365 Eng Waltz 1Eng Waltz
366 Eng Waltz 2
367 Slow Waltz 1Slow Waltz
368 Slow Waltz 2
369 Polka
Polka370 Polka Pop 1
371 Polka Pop 2
372 Polka Pop 3
373 Paso Doble 1
Paso Doble374 Paso Doble 2
375 Paso Doble 3
376 Tango 1
Tango377 Tango 2
378 Tango 3
Nr. Naam Categorie
159
PresetsAppendices
379 R&B 1
R&B Dance
380 R&B 2
381 R&B 3
382 R&B 4
383 R&B 5
384 R&B 6
385 R&B 7
386 R&B 8
387 R&B 9
388 Street Hop
Hip Hop
389 Hip Hop 1
390 Hip Hop 2
391 Hip Hop 3
392 Hip Hop 4
393 Hip Hop 5
394 Hip Hop 6
395 Hip Hop 7
396 Hip Hop 8
397 Hip Hop 9
398 Hip Hop 10
399 Hip Reggae 1
400 Hip Reggae 2
401 Hip Reggae 3
402 Rock Hop 1
403 Rock Hop 2
404 G-Funk 1
G-Funk
405 G-Funk 2
406 G-Funk 3
407 G-Funk 4
408 G-Funk 5
409 Abstract 1
Abstract410 Abstract 2
411 Abstract 3
412 Abstract 4
413 Cool House
House
414 House 1
415 House 2
416 House 3
417 House 4
418 Shuffle House
419 Hard House 1Hard House
420 Hard House 2
421 Garage 1 Garage
Nr. Naam Categorie
422 Garage 2 Garage
423 Break Beats 1Break Beats
424 Break Beats 2
425 Drum’n’Bass 1
Drum’n’ Bass426 Drum’n’Bass 2
427 Drum’n’Bass 3
428 Drum’n’Bass 4
429 Two Step 1Two Step
430 Two Step 2
431 Techno 1
Techno
432 Techno 2
433 Techno 3
434 Techno 4
435 Techno 5
436 Dutch TranceTrance
437 Euro Trance
438 Hard Trance Hard Trance
439 Hard Core Hard Core
440 Disco Disco
441 8Beat 1
8 Beat
442 8Beat 2
443 8Beat 3
444 8Beat 4
445 8Beat 5
446 8Beat 6
447 8Beat 7
448 8Beat 8
449 8Beat 9
450 8Beat 10
451 8Beat 11
452 8Beat 12
453 8Beat 13
454 8Beat 14
455 8Beat 15
456 16Beat 1
16 Beat
457 16Beat 2
458 16Beat 3
459 16Beat 4
460 16Beat 5
461 16Beat 6
462 16Beat 7
463 16Beat 8
464 16Beat 9
Nr. Naam Categorie
465 Shuffle 1
Shuffle
466 Shuffle 2
467 Shuffle 3
468 Shuffle 4
469 Shuffle 5
470 Shuffle 6
471 Shuffle 7
472 Shuffle 8
473 Shuffle 9
474 Shuffle 10
475 Shuffle 11
476 Fast Shuffle 1Fast Shuffle
477 Fast Shuffle 2
478 6/8 Slow 1
6/8 Beat479 6/8 Slow 2
480 6/8 Slow 3
481 Intro 1
Intro
482 Intro 2
483 Intro 3
484 Intro 4
485 Intro 5
486 Intro 6
487 Intro 7
488 Intro 8
489 Intro 9
490 Intro 10
491 Ending 1
Ending
492 Ending 2
493 Ending 3
494 Ending 4
495 Ending 5
496 Ending 6
497 Ending 7
498 Ending 8
499 Ending 9
500 Ending 10
Nr. Naam Categorie
160
Fun
ctie
...
Bas
icC
hann
el
Mod
e
Not
eN
umbe
r:
Vel
ocity
Afte
rT
ouch
Pitc
h B
end
Con
trol
Cha
nge
Ver
stuu
rdH
erke
ndO
pmer
king
en
Def
ault
Cha
nged
Def
ault
Mes
sage
sA
ltere
d
Tru
e V
oice
Not
e O
nN
ote
Off
Key
�sC
hann
el�s
1—16
1—16
Mod
e 3
X O 9
n V
=1—
127
X0—12
7
X X X O O OO
1—16
1—16
Mem
oriz
ed
Mod
e 3
X
*1 *2 Vol
ume
Ban
k S
elec
tD
ata
Ent
ryR
PN
MS
B, L
SB
O X0—12
70—
127
X X O O O OO
Dr.
Rhy
thm
Mod
el D
R-8
80
Dat
um: 1
1 au
g. 2
004
Ver
sie:
1.0
0M
IDI-
imp
lem
enta
tiet
abel
****
****
****
**
****
****
****
**
7 06,
38
100,
101
*3*4
MIDI-implementatietabel
161
Appendices
Pro
gram
Cha
nge
Sys
tem
Exc
lusi
ve
Sys
tem
Com
mon
Sys
tem
Rea
ltim
e
Aux
Mes
sage
s
Not
es
: Tru
e N
umbe
r
: Son
g P
ositi
on: S
ong
Sel
ect
: Tun
e R
eque
st
: Clo
ck: C
omm
ands
: Loc
al O
n/O
ff: A
ll N
otes
Off
: All
Sou
nd O
ff:R
eset
All C
ontro
llers
: Act
ive
Sen
sing
: Sys
tem
Res
et
O ****
****
****
**
O O O X O O X X X X O X
X X X X O X
Kit
Cha
nge
O O O O X0—
99
O O
*1 R
elat
ie tu
ssen
per
cuss
ie-in
stru
men
t en
noot
num
mer
is g
emee
nsch
appe
lijk
voor
ver
stur
en e
n on
tvan
gen.
*2 S
omm
ige
klan
ken
wor
den
mog
elijk
nie
t met
de
juis
te to
onho
ogte
afg
espe
eld.
*3 I
nste
lling
en: O
of X
.*4
Om
pre
set/u
ser
kits
in te
ste
llen.
*5 A
ls S
ync
mod
e =
MID
I, da
n ka
n de
ze b
oods
chap
nie
t ver
stuu
rd w
orde
n.*6
Als
Syn
c m
ode
= IN
TE
RN
AL,
dan
kan
dez
e bo
odsc
hap
niet
ont
vang
en w
orde
n.*7
Als
Syn
c m
ode
= IN
TE
RN
AL
of R
EM
OT
E, d
an k
an d
eze
bood
scha
p ni
et o
ntva
ngen
wor
den.
Mod
e 1:
OM
NI O
N, P
OLY
Mod
e 3:
OM
NI O
FF
, PO
LYO
: Yes
X: N
oM
ode
2: O
MN
I ON
, MO
NO
Mod
e 4:
OM
NI O
FF
, MO
NO
*6 *6 *7 *6
*5 *5 *5 *5
162
Specificaties
DR-880: Dr.RhythmMaximale polyfonie32 stemmen* Afhankelijk van de gebruikte basklank kan de maximale
polyfonie lager zijn.
InstrumentenDrums: 440Bas: 40
KitsPreset: 100User: 100
PatronenPreset: 500User: 500
SongsUser: 100
Maximaal aantal notenOngeveer 30.000 noten
* Dit aantal kan lager zijn, afhankelijk van de inhoud van het patroon of de song.
ResolutiePer kwartnoot: 96
TempoKwartnoot: 20–260 bpm
Pads20 (aanslaggevoelig)
SchermLCD met achtergrondverlichting
Aansluitingen(Achterzijde)Master Out L (MONO), R (1/4” jack) Master Out L, R (RCA)Individual A, B (1/4” jack)Digital Out (coaxiaal)CTL 1,2 (1/4” TRS-jack)CTL 3,4/EXP PEDAL (1/4” TRS-jack)USB
MIDI IN, OUTAdapter
(Voorzijde)Hoofdtelefoon (stereo 1/4” jack)Gitaar/bas-ingang (1/4” jack)
StroomvoorzieningAdapter (BRC-serie)
Stroomverbruik600 mA (max.)
Afmetingen273 (W) x 242 (D) x 72 (H) mm
Gewicht1,4 kg (adapter niet inbegrepen)
AccessoiresAdapterHandleidingDR-880 Driver cd-romRoland Service (informatieblad)
OptiesVoetschakelaar (FS-5U)Dubbele voetschakelaar (FS-6)Zwelpedaal (Roland EV-5)Kabel voor voetschakelaar (Roland PCS-31)(stereo 1/4” jack – 1/4” jack x 2)
* Met het oog op productverbetering kunnen de specificaties en/of het uiterlijk van dit toestel zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
163
IndexSymbolen*TMP ...................................................... 87, 100, 106, 110“Pattern Play”-scherm .......................................... 19, 47“Song Play”-scherm .................................................... 47
AAC IN ............................................................................. 16ACO MULTI ........................................................... 43, 92Acoustic Multi .............................................................. 43ACOUSTIC PROCESSOR ........................................... 98Aftelling ....................................................................... 123Akkoordenschema ..................................... 38–39, 58, 69Algoritme ................................................................ 43, 86AMB ............................................................................. 100Ambience .................................................................... 119Ambience/Reverb ............................................. 100–101AMP SIM ..................................................................... 112Arrange .................................................................... 39, 53Attack Lev ................................................................... 111AUTO .......................................................................... 128A-WAH ......................................................................... 94
BB. DUMP ..................................................................... 131B. LOAD ...................................................................... 132BACKUP ............................................................. 138–139Back-up ........................................................................ 138BANK ............................................................ 15, 116–117Bank Select .................................................................. 127Banknummer .............................................................. 127Basklank ........................................................................ 40Baspad ........................................................................... 46Baspartij ..................................... 25, 38, 55, 105, 110, 120BASS ....................................................... 13, 55, 57, 68, 72BASS +1 ................................................................... 41, 46BASS -1 .................................................................... 41, 46BASS AMP SIM ............................................................ 97Bass amp simulator ................................................... 112BASS MULTI .......................................................... 43, 92Bass Multi ...................................................................... 43BASS PART ................................................................. 106BEAT .............................................................................. 68Beat ................................................................................. 53Bend Range ................................................................. 127Besturingssysteem ..................................................... 134Bewaren ................................................... 79, 88, 103, 113Bulk Dump .................................................................. 131Bulk Load .................................................................... 132
CCHORD ......................................................................... 58CHORD PROGRESSION ...................................... 15, 69CHORUS ....................................................................... 94CLEAR ..................................................................... 66, 80Clear ............................................................................... 80
COMMON ................................................................... 108COMP .................................................................. 110, 112COMPRESSOR ....................................................... 94, 96Compressor ......................................................... 110, 112Contrast ......................................................................... 20COPY ............................................ 61, 66, 80, 89, 104, 114Copy Mode .................................................................... 62COSM ......................................................... 11, 93, 97, 112CTL 1, 2 .................................................................. 16, 121CTL 3, 4/EXP PEDAL ................................... 16, 91, 121Current ..................................................................... 68–69CURSOR ........................................................................ 14
DD. Out Lev ................................................................... 119Data Block ................................................................... 131Decay Lev ............................................................ 107, 111Decay Time ................................................................. 107DecayTime1 ................................................................ 111DecayTime2 ................................................................ 111DELAY ........................................................................... 96DELETE ......................................................................... 64Delete ............................................................................. 64Depth ........................................................................ 71–73Dest Meas ................................................................ 61–64Device ID ..................................................................... 131DIGITAL OUT ........................................................ 16, 45DISPLAY ..................................................... 14, 47, 51, 83Driver ........................................................................... 143DRUM ...................................................................... 13, 55DRUM 1, 2, 3 ........................................................... 41, 46DRUM PART .............................................................. 106Drumpartij ................................................. 25, 38, 55, 105DUR ................................................................................ 57
EEDIT ............................................................................... 14EFFECT .............................................................. 13, 33, 86EFFECT TYPE ............................................................... 86Effect-patch ............................................................. 43, 86ENTER ........................................................................... 14EQ ......................................................................... 100, 108EQUALIZER ................................................................. 98Equalizer ...................................................................... 108ERASE ...................................................................... 63, 78Erase ............................................................................... 63EXIT ................................................................................ 14EZ COMPOSE ................................................... 15, 68–70EZ Compose ............................................................ 67–68
FFACTORY RESET ...................................................... 146Factory Reset ............................................................... 146Fast-Forward ................................................................. 14FAVORITE .................................................... 15, 116–117
164
Index
FILL ................................................................................ 60FILL IN .............................................................. 15, 60, 70Fill-in .................................................................. 38, 60, 70FLANGER ..................................................................... 95FOOT SWITCH .......................................................... 122FS-5U ............................................................................ 121FS-6 ............................................................................... 121FX ............................................................................. 43, 92
GGFX .............................................................................. 117GHOST NOTE .............................................................. 72Ghost Note .................................................................... 72GROOVE ................................................................. 71–73GROOVE MODIFY ...................................................... 15Groove Modify ....................................................... 67, 71GTR MULTI ............................................................ 43, 92GUITAR ....................................................................... 119GUITAR AMP ............................................................ 119GUITAR AMP/ACOUSTIC SIM ............................... 93Guitar Multi .................................................................. 43GUITAR/BASS INPUT ............................. 13, 15, 32, 85
HHerstellen .................................................................... 133HH CYM ....................................................................... 68HH/Cym ....................................................................... 71High EQ ....................................................................... 119
IIFX (BASS) ................................................................... 111IFX (KICK) .................................................................. 107IFX (OTHERS) ............................................................ 107IFX (SNARE) ............................................................... 107IMPORT .............................................................. 135, 137Import .......................................................................... 133Importeren .................................................................. 135IND. A ......................................................... 107–108, 111IND. A+B ............................................. 107–108, 111, 119IND. B .......................................................... 107–108, 111INDIVIDUAL ......................................................... 16, 45INFO ........................................................................ 53, 76Init.Tempo ..................................................................... 76INS. FX ................................................................. 108, 111INSERT .......................................................................... 62Insert-effect ................................................................... 40Inst ............................................................ 61, 63, 107, 123Installeren .................................................................... 143Instrument ............................................................... 23, 40INTERNAL ................................................................. 128INTERVAL .................................................................... 70Invoegen .................................................................. 62, 78
KKEY ........................................................ 15, 27, 50, 69, 82
Key ............................................................................ 53, 82Key Shift ................................................ 27, 50, 53, 77, 82Kick ................................................................................. 71KICK SNR ..................................................................... 68KIT ........................................................ 13, 28, 68–70, 106Kit ............................................................... 28, 38–40, 123Kit Edit ......................................................................... 105Kit Name ..................................................................... 113Kit Number ............................................................. 53, 77Kit Select ........................................................................ 77Kit SelMod ................................................................... 123Kopiëren ...................................... 61, 66, 80, 89, 104, 114
LLARGE ........................................................................... 70LCD ................................................................................ 20Level ............................................................. 107, 111, 123LINE/PHONES .......................................................... 119LINK ..................................................................... 123–124LOOP ....................................................................... 14, 82Loop ............................................................................... 82Loop End ................................................................. 77, 82Loop Start ................................................................ 77, 82Low EQ ........................................................................ 119
MMANUAL ............................................................ 123–124MASTER .............................................. 107–108, 111, 119Master .......................................................................... 128MASTER OUT ........................................................ 16, 45MASTER TUNE .................................................... 91, 120MASTER VOLUME ..................................................... 13Maximale polyfonie ..................................................... 41MEAS ............................................................................. 68Measures ................................................................ 53, 123MERGE .......................................................................... 62MIDI ....................................... 16, 125–126, 128, 131, 134MIDI Ch. Bass ............................................. 126, 135, 137MIDI Ch. Drum .......................................... 126, 135, 137MIDI IN ....................................................................... 125MIDI OUT ................................................................... 125MIDI-communicatie ........................................... 133, 143MIDI-kanaal ................................................................ 126MODE .......................................................................... 134Mute Group ................................................................. 107
NNAME ................................................ 65, 79, 88, 103, 113NOISE SUPPRESSOR .................................................. 93Nootnummer .............................................................. 127NORM ............................................................................ 56NOTE ....................................................................... 55, 57NOTE DATA FIX ......................................................... 65Note-boodschap ......................................................... 127Num of Meas .......................................................... 61–64
165
Index
OOCT ................................................................................ 56OCT. SHIFT .................................................................. 59ON-BASS ....................................................................... 59Opname in real time .................................................... 52Opslaan .......................................................................... 65OS ................................................................................. 134Out Assign ............................................ 45, 107–108, 111Output Sel ................................................................... 119OUTPUT SETTING ............................................. 13, 119Output Setting ...................................................... 45, 119Output-instellingen ..................................................... 45
PP.BEND .......................................................................... 57PAD .............................................. 14, 23, 46, 57, 107, 120Pad ........................................................................... 15, 23Pad Parameter ............................................................ 107Pad Sens ...................................................................... 120Padbank ............................................................. 23, 41, 46PAN ............................................................................... 95Pan ................................................................ 107–108, 111Part ........................................................................... 61, 63PART COMMON ............................................... 106, 111PART LEVEL ................................................................ 13Part Level .................................................................... 106Patch Edit ...................................................................... 86PATCH LEVEL ............................................................ 86Patch Name ........................................................... 88, 103Patroon ........................................................ 24, 38–39, 68PATTERN ............................................. 15, 24, 49, 53, 68Pattern Mode ................................................................ 49Pattern Name .......................................................... 38, 65PERC .............................................................................. 68Perc ................................................................................. 72PHASER ........................................................................ 95PHONES ........................................................................ 15Pit. Coarse ................................................................... 107PITCH BEND ................................................................ 55Pitch bend ................................................................... 127Pitch Fine ..................................................................... 107Pitchbend ...................................................................... 57Play ................................................................................ 14PLAY OPTION ................................................... 123–124POSITION ................................................... 56, 58, 60, 77POWER .......................................................................... 16PowerOnPtn ............................................................... 124Preset kit .................................................................. 28, 40Preset patch ................................................. 30, 33, 42–43Presetpatroon ............................................................... 24Program Change ........................................................ 127Programmanummer .................................................. 127PTN .............................................................................. 117P-WAH .......................................................................... 94
QQtz ............................................................................ 56–58Quantize ........................................................................ 54
RRANGE .......................................................................... 58Rate ................................................................................. 73REC ................................................................................. 14Rec Rehearsal ................................................................ 54Rec Standby ................................................................... 54Rec. Velo ........................................................................ 54Rec.Key .......................................................................... 53Recording ................................................................ 54–55RECOVER ........................................................... 141–142Recover ........................................................................ 141REC-VEL ........................................................................ 56Referentietoonhoogte .......................................... 91, 120Rel. Time .............................................................. 107, 111REMOTE ...................................................................... 128REPLACE ...................................................................... 62Reservekopie ............................................................... 133Reset ............................................................................... 14Resolution ...................................................................... 73Rev. Send ..................................................... 107–108, 111REVERB ......................................................................... 96Rewind ........................................................................... 14ROOT ............................................................................. 59Rx MIDI Vol ................................................................ 126
SScherm ..................................................................... 13, 20SENS ......................................................................... 54, 56SETTING ..................................................... 126, 128, 131Shelving ....................................................................... 101SHIFT ............................................................................. 14SHUFFLE ................................................................. 72–73Shuffle ............................................................................ 73Slave ............................................................................. 128SMALL ........................................................................... 70SMF ...................................................................... 133, 135Snare ............................................................................... 71SNG .............................................................................. 117SONG ............................................................................. 75Song ................................................................................ 39Song Name .................................................................... 79SONG/PATTERN .................................................. 13, 24Song-modus .................................................................. 75Src ................................................................................... 61Src Meas ......................................................................... 61Stap voor stap opnemen ........................................ 52, 76Stem ................................................................................ 41Stemmen ........................................................................ 90STEP REC ................................................................ 55, 77Stereo EQ ............................................................. 100–101Stop ................................................................................. 14STORAGE .................................................................... 134
166
Index
STRAIGHT .................................................................... 72Sync Mode ................................................................... 128Synchroniseren ........................................................... 128
TTap Tempo .............................................................. 50, 81Template .................................................................. 71–72Tempo .............................................. 26, 38–39, 50, 53, 81TEMPO (TAP) ............................................ 15, 26, 50, 81TIMES ............................................................................ 69Times .............................................................................. 62Tone ............................................................................. 111Toonsoort ................................................................ 27, 50Total Sound Control ........................................ 15, 30, 42TREMOLO .................................................................... 95TSC ........................................... 15, 30, 38–39, 42, 99–100TSC Number ........................................................... 53, 77TSC Select ...................................................................... 77TSC SelMod ................................................................ 124TSC Switch .................................................................... 77TSC-patch .................................... 30, 38–39, 42, 100, 123TSC-schakelaar ............................................................. 53TUNER .................................................................... 13, 90T-WAH .......................................................................... 97TYPE .................................................................. 59, 68–69
UUSB ......................................... 16, 134, 137–139, 141–142USB MIDI Driver ....................................................... 143User kit .................................................................... 28, 40User patch ................................................... 30, 33, 42–43Userpatroon .................................................................. 24
VVALUE .............................................................. 13, 47, 58VEL ................................................................................ 57Velocity Balance ........................................................... 71Velocity Modify ............................................................ 71Verwijderen .................................................................. 78Voetschakelaar ........................................................... 121Volumeboodschap ..................................................... 126
WWissen ..................................................................... 66, 80WRITE ....................................... 65, 79, 88, 103, 113, 118Write .................................................. 65, 79, 88, 103, 113
ZZwelpedaal ................................................................... 91
This product complies with the requirements of European Directive 89/336/EEC.
For EU Countries
G601738001