‘Ouder worden is eigenlijk best vernieuwend’ · geweest bij het project. Het doel van dit...

14
‘Ouder worden is eigenlijk best vernieuwend’ (de oma van Loesje) Adviesrapport Age-Friendly Buitenveldert-Oost Auteurs: P.J. Dijkstra (500652622), C. Vasilda (500663608) & L. Vriens (500666353) Opdrachtgever: C.J.M. Rijkers, MSc Datum: 3 juni 2016 Opleiding: Ergotherapie Onderwijsinstelling: Hogeschool van Amsterdam Docentbegeleider: D. Schuerhoff, MSc Tweede beoordelaar: A. Jong, MSc Woorden: 2288

Transcript of ‘Ouder worden is eigenlijk best vernieuwend’ · geweest bij het project. Het doel van dit...

‘Ouder worden is eigenlijk best vernieuwend’ (de oma van Loesje)

Adviesrapport Age-Friendly Buitenveldert-Oost

Auteurs: P.J. Dijkstra (500652622), C. Vasilda (500663608) & L. Vriens (500666353)

Opdrachtgever: C.J.M. Rijkers, MSc

Datum: 3 juni 2016

Opleiding: Ergotherapie

Onderwijsinstelling: Hogeschool van Amsterdam

Docentbegeleider: D. Schuerhoff, MSc

Tweede beoordelaar: A. Jong, MSc

Woorden: 2288

Adviesrapport Age-Friendly Buitenveldert-Oost, juni 2016 1

Voorwoord

Voor u ligt het adviesrapport van het afstudeerproject Age-Friendly Buitenveldert-Oost. Dit is

geschreven door drie ergotherapiestudenten van de Hogeschool van Amsterdam. Het is

geschreven in opdracht van Caroline Rijkers, onderzoeker van het lectoraat Ergotherapie –

Participatie en Omgeving van de faculteit Gezondheid van de HvA. Daarnaast zijn Astrid van

Ketel, functionaris gezondheidsbevordering bij de GGD Amsterdam, en Daniel Haveman,

gebiedsmakelaar Buitenveldert en Zuidas bij de Gemeente Amsterdam, intensief betrokken

geweest bij het project.

Het doel van dit adviesrapport is het adviseren van de opdrachtgever over hoe het Age-Friendly

City beleid in de wijk Buitenveldert-Oost verder vormgegeven kan worden. In dit adviesrapport

zijn de aanbevelingen voor de wijk Buitenveldert-Oost beschreven. Deze aanbevelingen zijn

gebaseerd op literatuur- en praktijkonderzoek, uitgevoerd tussen februari en juni 2016. Voor de

beschrijving van het gehele onderzoek en de resultaten hiervan, verwijst de projectgroep naar

het verantwoordingsdocument Age-Friendly Buitenveldert-Oost (Dijkstra, Vasilda & Vriens,

2016).

Hierbij wil de projectgroep specifiek Caroline Rijkers, Astrid van Ketel, Daniel Haveman,

Buurtzorg, het Huis van de Wijk en de gesproken ouderen bedanken voor hun medewerking

gedurende het project.

De projectgroep wenst u veel leesplezier toe!

Philip Dijkstra, Cherise Vasilda & Linde Vriens

Amsterdam, 3 juni 2016

Adviesrapport Age-Friendly Buitenveldert-Oost, juni 2016 2

Inhoudsopgave

Voorwoord .................................................................................................................................. 1

Inhoudsopgave ........................................................................................................................... 2

Inleiding ...................................................................................................................................... 3

Aanbevelingen ............................................................................................................................ 5

Procesmatige aanbevelingen: ................................................................................................. 5

Aanbeveling 1: Cyclisch proces ........................................................................................... 5

Aanbeveling 2: Bottom-up benadering ................................................................................. 5

Aanbeveling 3: Aansluiten bij bestaand ouderenbeleid ........................................................ 5

Aanbeveling 4: Communicatie en informatie ........................................................................ 6

Aanbevelingen specifiek op de WHO-domeinen: ..................................................................... 6

Aanbeveling 5: Buitenruimte en bebouwing ......................................................................... 6

Aanbeveling 6: Vervoer ........................................................................................................ 7

Aanbeveling 7: Huisvesting .................................................................................................. 7

Aanbeveling 8: Sociale participatie....................................................................................... 7

Aanbeveling 9: Respect en sociale inclusie .......................................................................... 8

Aanbeveling 10: Burgerlijke participatie ............................................................................... 8

Aanbeveling 11: Communicatie en informatie ...................................................................... 8

Aanbeveling 12: Maatschappelijke ondersteuning en gezondheidszorg ............................... 9

Aanbeveling 13: Sociale cohesie ......................................................................................... 9

Implicaties voor Buitenveldert-Oost ........................................................................................... 10

Referentielijst ............................................................................................................................ 11

Adviesrapport Age-Friendly Buitenveldert-Oost, juni 2016 3

Inleiding

Dit adviesrapport is geschreven in het kader van het afstudeerproject Age-Friendly

Buitenveldert-Oost. Age-Friendly City is een beleidsconcept wat geïntroduceerd is door de

World Health Organisation (WHO). Het houdt in dat de stad gezondheidswinst behaald door

meer naar de behoefte van de vergrijzende bevolking te luisteren. Het maakt zijn structuur en

diensten toegankelijk voor ouderen en hun uiteenlopende behoeftes en capaciteiten (WHO,

2007). Om dit te realiseren wordt er door middel van een bottom-up benadering samen gewerkt

met ouderen uit de wijken en met verschillende organisaties. De acht domeinen die de WHO

gebruikt om de ouderenvriendelijkheid van de stad in kaart te brengen staan in figuur 1

(Jackisch, Giana, Green & Huber, 2015). In dit document wordt de term ouderenvriendelijk

gebruikt, dit is in lijn met de terminologie die gebruikt wordt door de GGD Amsterdam.

Figuur 1, Jackisch, Giana, Green & Huber (2015)

Gedurende dit afstudeerproject is met behulp van een literatuuronderzoek en praktijkonderzoek

informatie verzameld om antwoord te geven op de hoofdvraag: ‘Wat is de meest effectieve

manier om van de wijk Buitenveldert-Oost in Amsterdam een Age-Friendly City (wijk) te

Adviesrapport Age-Friendly Buitenveldert-Oost, juni 2016 4

maken?’. Het literatuuronderzoek bestond uit drie literatuurstudies. Het praktijkonderzoek

bestond uit een documentenanalyse aan de hand van bovenstaande acht domeinen van Age-

Friendly Cities en gesprekken met ouderen en professionals. Op basis van de bevindingen zijn

aanbevelingen opgesteld ten aanzien van het ouderenvriendelijk worden van de Amsterdamse

wijk Buitenveldert-Oost. Deze aanbevelingen worden benoemd en toegelicht in dit

adviesrapport.

Voor meer achtergrondinformatie over het afstudeerproject en de onderbouwing van het

adviesrapport wordt verwezen naar het ‘verantwoordingsdocument Age-Friendly Buitenveldert-

Oost’ (Dijkstra, Vasilda & Vriens, 2016).

Adviesrapport Age-Friendly Buitenveldert-Oost, juni 2016 5

Aanbevelingen

Procesmatige aanbevelingen:

Aanbeveling 1: Cyclisch proces

De projectgroep beveelt aan om het

cyclische proces zoals voorgesteld door de

WHO te volgen bij het ouderenvriendelijk

maken van Buitenveldert-Oost (zie figuur

2).

De cyclus wordt elke vijf jaar doorlopen en

op deze manier wordt ingespeeld op de

steeds veranderende behoeften van

ouderen (McGarry & Morris, 2011).

Aanbeveling 2: Bottom-up benadering

De projectgroep beveelt aan om gebruik te maken van een bottom-up benadering. Dit kan

gedaan worden door ouderen gedurende het hele proces te betrekken als mede-onderzoeker of

mede-ontwikkelaar.

Bottom-up werken houdt in dat er van ‘onderen naar boven’ gewerkt wordt en dat ouderen veel

invloed hebben op het proces. Als ouderen worden ingezet, als mede-onderzoeker of mede-

ontwikkelaar, heeft dit een positief effect op de participatie, belangenbehartiging en gezondheid

(Cheung-Ming Chang & Cao, 2015). Ouderen kunnen gestimuleerd worden door middel van

workshops of programma’s op het gebied van onderzoek doen. Op deze manier kunnen de

ouderen veel kennis en vaardigheden opdoen. Op deze manier kunnen de ouderen een zinvolle

bijdrage leveren bij de planning, de besluitvorming en het beleid van de wijk. De ouderen

hebben een goede kijk op hun behoeften en voelen zich serieus genomen als ze betrokken

worden bij het onderzoek.

Aanbeveling 3: Aansluiten bij bestaand ouderenbeleid

De projectgroep beveelt aan om het Age-Friendly beleid aan te laten sluiten bij het al bestaande

ouderenbeleid, de verschillende lopende projecten van de gemeente en rekening te houden met

de fysieke en sociale factoren van een wijk.

Figuur 2, WHO (2009)

Adviesrapport Age-Friendly Buitenveldert-Oost, juni 2016 6

Aangeraden wordt om binnen de wijk iemand aan te stellen die zich richt op de vergrijzing en het

beleid en dit regelmatig evalueert met de projectleiders van het oudervriendelijk maken van de

wijk. Zo kan er efficiënt beleid worden gecreëerd.

Het afstudeerproject is van belang geweest, omdat het beleid en projecten in kaart zijn gebracht.

De projectgroep beveelt aan om het project voort te zetten en met alle betrokken in gesprek te

blijven.

Het is van belang dat ouderenorganisaties en ouderenprojecten zich richten op ‘gezond ouder

worden’ of ‘active aging’ en niet op ziekte en afhankelijkheid (Green, 2012). Een voorbeeld

hiervan is een project vanuit de gemeente, namelijk het project ‘gezond actief ouder worden’. Dit

is een groepsprogramma dat stimuleert om actief aan gezondheid en welbevinden te werken,

wijkgericht is en de gezondheid bevorderd. Het wordt gedaan door en voor thuiswonende

ouderen en professionals zijn betrokken als groepsondersteuners (Kenniscentrum Gezondheid,

2015). Ook kan er gedacht worden aan de werkwijzen van organisaties als het Huis van de Wijk

en thuiszorginstellingen, zoals Buurtzorg.

Aanbeveling 4: Communicatie en informatie

De projectgroep beveelt aan om informatie en ervaringen uit te wisselen met anderen

ouderenvriendelijke steden, zoals Den Haag. Daarnaast wordt er aanbevolen dat er een goede

en duidelijke communicatie is tussen alle betrokken partijen van een ouderenvriendelijke stad.

Communicatie op alle niveaus is belangrijk. Zo kunnen grensoverschrijdend verschillende Age-

Friendly Cities van elkaar leren door samen te werken en ervaringen te delen, maar dit kan ook

bij steden in één land (Garon, Paris, Beaulieu, Veil & Laliberté, 2014). Op microniveau moet er

goede communicatie zijn tussen de overheid, gemeente, belanghebbende organisaties en de

ouderen uit de wijk (Buffel, et al., 2014; Buffel, 2015; Kennedy, 2010; Parker, et al., 2013). Door

samen te werken aan een ouderenvriendelijke stad kan het meest bereikt worden.

Aanbevelingen specifiek op de WHO-domeinen:

Aanbeveling 5: Buitenruimte en bebouwing

De projectgroep beveelt aan de veiligheid te vergroten door middel van het ophangen van

camera’s. Ook wordt aanbevolen om de groenvoorziening te behouden en uit te breiden waar

mogelijk.

De meeste ouderen vinden het belangrijk dat ze zich veilig voelen in de wijk. Uit de interviews

bleek dat de ouderen hier tevreden over zijn. Daarnaast zijn de ouderen tevreden over het

Adviesrapport Age-Friendly Buitenveldert-Oost, juni 2016 7

aantal oversteekplaatsen en parkeerplaatsen rondom de eigen woning. Ook zijn de meeste flats

voorzien van een lift.

Het Gelderlandplein, het Huis van de Wijk en andere voorzieningen zijn een grote aanwinst voor

de ouderen in de wijk, dit doordat de voorzieningen goed te bereiken zijn en inspelen op de

behoeften van de ouderen.

Sterk naar voren komt dat het groen in de wijk een positief aspect is. Er zijn voldoende

groenvoorzieningen.

Aanbeveling 6: Vervoer

De projectgroep beveelt aan om in samenwerking met de ouderen de behoeften van het vervoer

in de wijk te onderzoeken. Het frequent rijden, de communicatie, de veiligheid en de

bereikbaarheid van het vervoer zijn belangrijke aspecten.

De projectgroep beveelt aan om met de openbaarvervoersorganisaties in gesprek te gaan over

het ouderenvriendelijk maken van het openbaar vervoer.

Vervoer is een belangrijk aspect van de ouderenvriendelijkheid van de wijk Buitenveldert-Oost.

Zowel in de documenten als in de gesprekken met ouderen en professionals is dit onderwerp

aan de orde gekomen. Doordat er bushaltes zijn weggehaald, komt het openbaar vervoer niet

overal meer langs. Dit zorgt ervoor dat de ouderen verder moeten lopen naar de halte en

daardoor niet meer van het openbaar vervoer gebruik kunnen maken. Bussen rijden niet

frequent genoeg en ov verdwijnt uit de wijk. De veiligheid in het ov is een verbeterpunt, namelijk

valgevaar, aangezien de ouderen niet genoeg tijd hebben om in te stappen en te gaan zitten.

Als laatste zijn de ouderen zijn wel tevreden over de Gelderlandpleinbus.

Aanbeveling 7: Huisvesting

De projectgroep beveelt aan meer woningen op de begane grond te realiseren en de begane

grond van flats meer bij het straatbeeld te betrekken.

De ouderen uit de wijk geven aan dat het fijn zou zijn als er meer woningen op de begane grond

beschikbaar zijn, waar zij als dat nodig is in zouden kunnen gaan wonen. Daarnaast wordt het

straatbeeld saai en grijs genoemd, dit komt mede doordat de begane grond van flats vaak

donker en dicht zijn.

Aanbeveling 8: Sociale participatie

De projectgroep beveelt aan een consequenter beleid op te stellen om ouderen die verhoogd

risico hebben geïsoleerd te raken te betrekken bij de wijk.

Adviesrapport Age-Friendly Buitenveldert-Oost, juni 2016 8

Er zijn verschillende pogingen gedaan om ouderen die een risico lopen op een sociaal isolement

te bereiken en betrekken. Om dit te laten slagen moet hier een consequent beleid voor komen in

samenwerking met verschillende organisaties.

Aanbeveling 9: Respect en sociale inclusie

De projectgroep beveelt aan om met ouderen in gesprek te gaan over hun ervaringen over

sociale inclusie en respect, de bereikbaarheid van de diensten die voor hen zijn ontwikkeld en

daarnaast in hoeverre er door de doelgroep gebruik van gemaakt wordt.

Op het gebied van respect en sociale inclusie heeft de projectgroep niet kunnen vinden of

ouderen genoeg betrokken worden bij activiteiten in de wijk. Ook wordt niet duidelijk of de

ouderen erkenning krijgen voor hun huidige en eerdere bijdragen aan de maatschappij of de

wijk. Als laatste wordt niet duidelijk of de ouderen de diensten kunnen bereiken.

Aanbeveling 10: Burgerlijke participatie

De projectgroep beveelt aan om ouderen positief te discrimineren als het gaat om

(vrijwilligers)werk en ouderen actief te betrekken bij de wijk.

Beleidsmakers en andere betrokken partijen moeten een proactieve houding aannemen in het

‘empoweren’ van ouderen (Lui, Everingham, Warburton, Cuthill & Bartlett, 2009). Beleid moet in

het teken staan van ‘active aging’ en ouderen moeten betrokken worden bij vrijwilligerswerk. Uit

het onderzoek van Green (2012) blijkt dat verval bij 80-plussers hierdoor minder wordt en de

onafhankelijkheid bij 65-plussers toeneemt.

Aanbeveling 11: Communicatie en informatie

De projectgroep beveelt aan om een blijvende goede communicatie te hebben met zowel de

gemeente, het bestuur van Buitenveldert-Oost als met de ouderen in de wijk. Daarnaast wordt

aanbevolen om de wijkkrant thuis te laten bezorgen en hier informatie in te zetten over welke

mogelijkheden kwetsbare groepen hebben.

Het blijkt dat de communicatie tussen de gemeente en de ouderen in de wijk nu niet optimaal

verloopt. Het gebruik van bijeenkomsten voor het delen van bijzondere informatie wordt erg

gewaardeerd door de ouderen in de wijk. In de wijkgerelateerde documenten mist informatie

over de communicatie met de kwetsbare ouderen.

B.groot
Notitie
wat zijn wijkgerelateerd documenten?
B.groot
Notitie
om welke bijeenkomsten gaat het hier? en kun je hier voorbeelden van noemen?

Adviesrapport Age-Friendly Buitenveldert-Oost, juni 2016 9

Daarnaast is het van belang om rekening te houden met seizoensgebonden beperkingen en met

steeds extremer weer door de klimaatverandering (Steels, 2015). Zowel bij winterse kou,

waardoor ouderen door gladheid niet meer lopend naar het winkelcentrum kunnen, of juist een

hittegolf wat ouderen aan huis gekluisterd houdt.

Aanbeveling 12: Maatschappelijke ondersteuning en gezondheidszorg

De projectgroep beveelt aan om rekening te houden met de omgevingsfactoren, zoals de

politieke, culturele en economische factoren, in de wijk om goed in kaart te kunnen brengen

waardoor de participatie belemmerd of bevorderd wordt.

De fysieke en sociale kenmerken van een wijk en die van ouderen zijn van invloed op de

participatie (Belon, Nieuwendyk, Vallianatos & Nykiforuk, 2014).

De gezondheidszorg is voor de ouderen in de wijk goed bereikbaar en hier zijn dan ook geen

aanbevelingen voor.

Aanbeveling 13: Sociale cohesie

De projectgroep beveelt aan om op kleinere schaal de sociale cohesie in de wijk te verbeteren.

Begin bijvoorbeeld met burendagen waarbij de bewoners hun buren leren kennen en vanuit daar

een sociaal netwerk kunnen opbouwen.

Het gevoel van verbonden zijn met de wijk zorgt voor een positiever gevoel van welzijn en heeft

een positieve invloed op de ervaren kwaliteit van leven. Ook is de sociale cohesie van belang

om (kwetsbare) ouderen te betrekken en betrokken te houden bij de wijk (Emlet & Moceri,

2012). In Buitenveldert-Oost zijn tegenstrijdige uitkomsten gevonden. Er zijn veel initiatieven om

de sociale cohesie in de wijk te verbeteren, maar ouderen merken hier weinig van.

Adviesrapport Age-Friendly Buitenveldert-Oost, juni 2016 10

Implicaties voor Buitenveldert-Oost

Gedurende dit afstudeerproject is het beginniveau van de ouderenvriendelijkheid van

Buitenveldert-Oost in kaart gebracht. Het adviesrapport geeft een duidelijk overzicht van wat er

binnen de acht domeinen is uitgevoerd en waar in de toekomst meer aandacht aan besteed

moet worden. Uit dit afstudeerproject is gebleken dat Buitenveldert-Oost al goed op weg is om

een ouderenvriendelijke wijk te worden. Voor het ouderenvriendelijk worden van Buitenveldert-

Oost is het van belang dat er rekening wordt gehouden met het huidige beleid en de lopende

projecten. Ten tweede is voor het vervolgonderzoek van belang dat ouderen zo snel mogelijk

worden betrokken als mede-onderzoeker of mede-ontwikkelaar bij alle fasen van het onderzoek.

De ouderen uit de wijk zijn expert op hun gebied en kunnen een grote bijdrage leveren aan het

onderzoek.

Als laatste speelt de communicatie een sleutelrol, zowel tussen de onderzoekers en alle

belanghebbenden als tussen de onderzoekers van Age-Friendly Amsterdam en andere steden.

Het vervolgonderzoek kan zich nu aan de hand van de aanbevelingen uit het afstudeerproject

richten op het verder ouderenvriendelijk maken van de wijk Buitenveldert-Oost. Hierbij kunnen

de aanbevelingen specifiek gericht op de acht WHO-domeinen een beginpunt zijn om het

verdere onderzoek te starten.

Adviesrapport Age-Friendly Buitenveldert-Oost, juni 2016 11

Referentielijst

Belon, A.P., Nieuwendyk, L.M., Vallianatos, H. & Nykiforuk, C.I.J. (2014). How

community environment shapes physical activity: Perceptions revealed through the

PhotoVoice method. Social Science & Medicine, 116, pp. 10-21. Geraadpleegd op 2

maart 2016, van http://ac.els-cdn.com.rps.hva.nl:2048/S0277953614003955/ 1-s2.0-

S0277953614003955-main.pdf?_tid=1f018b0e-27e1-11e6-a240-

00000aacb35d&acdnat=1464776032_790d61c793a13618ea578de0655ba801

Buffel, T. (ed) (2015). Researching Age-friendly Communities. Stories from Older People as

Co-Investigators. Manchester: The University of Manchester Library. Geraadpleegd

op 4 april 2016, van https://extranet.who.int/agefriendlyworld/researching-age-

friendly-cities-stories-from-older-people-as-co-investigators/

Buffel, T., McGarry, P., Phillipson, C., Donder, L. de, Dury, S., Witte, N. de, Smetcoren,

A.S. & Verté, D. (2014). Developing age-friendly cities: case studies from Brussels and

Manchester and implications for policy and practice. Journal of Aging of Social

Policy, 26, 1-2, 52-72. Geraadpleegd op 27 maart 2016, van

http://web.a.ebscohost.com.rps.hva.nl:2048/ehost/pdfviewer/pdfviewer?sid=ebdb3ce7-

7da5-456e-b779-687d9500e2bd%40sessionmgr4001&vid=1&hid=4207

Cheung-Ming Chang, A. & Cao, T. (2015) Age-Friendly Neighbourhoods as Civic

Participation: Implementation of an Active Ageing Policy in Hong Kong. Journal of social

work practice. 15, 1, 38-46. Geraadpleegd op 14 maart 2016, van

http://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/02650533.2014.993947#.V0616fmLTIU

Dijkstra, P., Vasilda, C. & Vriens, L. (2016). Verantwoordingsdocument ‘Age-Friendly City

Amsterdam’ Buitenveldert Oost. Hogeschool van Amsterdam: Amsterdam.

Emlet, C.A. & Moceri, J.T. (2012). The importance of social connectedness in Building

Age- Friendly communities. Journal of Aging Research, 2012, pp. 1-9. Geraadpleegd

op 19 maart 2016, van http://www.ncbi.nlm.nih.gov.rps.hva.nl:2048/pmc/articles/

PMC3227400/

Garon, S., Paris, M., Beaulieu, M., Veil, A. & Laliberté. A. (2014). Collaborative partnership

Adviesrapport Age-Friendly Buitenveldert-Oost, juni 2016 12

in Age-friendly cities: two case studies from Quebec, Canada. Journal of Aging &

Social policy, 26, 73-87. Geraadpleegd op 16 maart 2016, van

http://web.a.ebscohost.com.rps.hva.nl:2048/ehost/pdfviewer/pdfviewer?sid=bce8beac-

f2e2-4d0e-a2eb-779000e7ae93%40sessionmgr4002&vid=1&hid=4114

Gemeente Amsterdam. (2013). De staat van de buurten in Zuid - Buitenveldert-Oost.

Geraadpleegd op 24 mei 2016, van file:///C:/Users/Hannah/Downloads/ buitenveldert-

oost_update2013_4-4-2014.pdf\

Green, G. (2012) Age Friendly Cities of Europe. Journal of Urban health, 90, 116-128.

Geraadpleegd op 20 maart 2016, van http://www.ncbi.nlm.nih.gov.rps.hva.nl:2048

/pmc/articles/PMC3764270/

Jackisch, J., Giana, Z., Green, G., Huber, M. (2015) Is a healthy city also an age-friendly

city? Health Promotion International, 30, S1, 08–i117. Geraadpleegd op 4 april 2016,

van http://heapro.oxfordjournals.org/content/30/suppl_1/i108.long

Kennedy, C. (2010). The city of 2050-An age-friendly, vibrant, intergenerational community.

Journal of Generations, 34, 3, 70-75. Geraadpleegd op 30 maart 2016, van

http://search.proquest.com.rps.hva.nl:2048/docview/858457269?rfr_id=info%3Axri

%2Fsid%3Aprimo

Kenniscentrum Gezondheid. (2015). Cursus gezond actief ouder worden. Geraadpleegd op 25

mei 2016, van http://www.hva.nl/achieve/over-achieve/agenda/content/cursussen/

2015/archief/gezond-actief-ouder-worden.html

Lui, C.W., Everingham, J.O., Warburton, J., Cuthill, M. & Bartlett, H. (2009) What makes a

community age-friendly: A review of international literature. Australasian Journal on

aging, 28, 3, 116-121. Geraadpleegd op 28 maart 2016, van

http://web.b.ebscohost.com.rps.hva.nl:2048/ehost/pdfviewer/pdfviewer?sid=c163655d-

e233-437d-ac21-cfd7be479b25%40sessionmgr104&vid=1&hid=124

McGarry, P. & Morris, J. (2011) A great place to grow older: a case study of how Manchester

is developing an age-friendly city. Working with older people, 15, 1, 38-46.

Geraadpleegd op 18 maart 2016, van http://search.proquest.com.rps.hva.nl:2048/

docview/ 857209850?OpenUrlRefId=info:xri/sid:primo&accountid=130632

Adviesrapport Age-Friendly Buitenveldert-Oost, juni 2016 13

Parker, M., Dunn, L., MacCall, S., Goetz, J., Park, N., et al. (2013). Helping to create an age

friendly city: a town & gown community engagment project. Social work and

christianity, 40, 4, 422-445. Geraadpleegd op 20 maart 2016, van

http://search.proquest.com.rps.hva.nl:2048/docview/1468552171?rfr_id=info%3Axri%

2Fsid%3Aprimo

Steels, S. (2015) Key characteristics of age-friendly cities and communities: A review.

University of Leeds. Elsevier, 47, 45-52. Geraadpleegd op 18 maart 2016, op

http://ac.els-cdn.com.rps.hva.nl:2048/S0264275115000190/1-s2.0-S02642751150001

90-main.pdf?_tid=2a96aa04-27e0-11e6-8cd8-00000aab0f02&acdnat=1464775622_4b

cc6ce7f5aceae884512e39e976ad42

WHO. (2007). Global age-friendly cities: a guide. World Health Organisation: Switzerland.

Geraadpleegd op 3 maart 2016, van http://apps.who.int/iris/bitstream/10665/43755/1/

9789241547307_eng.pdf