Opvoedkunde 1a

21
Opvoedkunde 1a HST 2: COMPETENTIE

description

Opvoedkunde 1a. HST 2: COMPETENTIE. Inleidende opdracht: TV-programma “Witte Raven BV”. KIJKOPDRACHTEN: zie BB - opdrachten Conclusies: Een beroep aanleren vereist heel wat kwaliteiten op verschillende vlakken . Kennisoverdracht alleen is absoluut ontoereikend ! - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Opvoedkunde 1a

Page 1: Opvoedkunde 1a

Opvoedkunde 1a

HST 2: COMPETENTIE

Page 2: Opvoedkunde 1a

Inleidende opdracht: TV-programma “Witte Raven BV”

KIJKOPDRACHTEN: zie BB - opdrachten

Conclusies:- Een beroep aanleren vereist heel wat kwaliteiten op

verschillende vlakken.- Kennisoverdracht alleen is absoluut ontoereikend!- Kwaliteiten beoordelen vereist praktijkproeven.- Karakter(vorming) is erg belangrijk tijdens een leerproces.

Page 3: Opvoedkunde 1a

Conclusie 1: kwaliteiten op verschillende vlakken

Inventaris van kwaliteiten aan bord

Conclusie:Deskundig lingerie ontwerpen vereist:

KENNIS VAARDIGHEDEN ATTITUDES- termen- stoffen- technieken- …

- opmeten, inschatten- stikken- creatief ontwerpen- …

- flexibel- stressbestendig- zelfverzekerd- …

Page 4: Opvoedkunde 1a

kwaliteiten op verschillende vlakken = ???

Combinatie van kennis, vaardigheden en attitudes, gericht op een welbepaald domein

= COMPETENTIE

OPM: Belang van samenhang tussen K, V en A

OPDRACHT:Beschrijf een competente persoon die je kent op vlak

van K, V en A en toon duidelijk de samenhang aan.

Page 5: Opvoedkunde 1a

Bro

n:

http

://he

rman

rooz

en.b

logs

pot.c

om/2

006_

01_0

1_ar

chiv

e.ht

ml -

ze

vent

ien

com

pete

ntie

s vo

or d

e ge

mee

nte

Gro

ning

en

Page 6: Opvoedkunde 1a

Conclusie 2: kennisoverdracht is absoluut ontoereikend

Competent worden = evolueren binnen een bepaald domein op vlak van K, V + A= levenslang (bij)leren door confrontatie met de praktijk en

nieuwe uitdagingen

DUS opleidingen moeten competentiegericht opleiden= vooral aandacht voor (praktijk)vaardigheden die ondersteund

worden door de nodige achtergrondkennis en vergezeld gaan van bepaalde (beroeps)attitudes

= studenten vaardigheden aanleren om zelfstandig het leerproces verder te zetten

Page 7: Opvoedkunde 1a

Terugkoppeling: kenmerken van de complexe maatschappij / arbeidsmarkt

BEGINOPDRACHT bij constructivisme:Bespreek met je groepje de kenmerken van onze huidige maatschappij door deze te vergelijken met onze maatschappij honderd jaar geleden. Denk aan: religie, economie, sociaal leven, techniek / technologie, arbeidsverwachtingen, onderwijs, gezinssituatie / familiale omstandigheden

SAMENVATTENDE HERHALING: kennisexplosie: alles weten = onmogelijk; veel specialisatie;

constant bijleren is noodzakelijk Arbeidsmarkt: veel meer teamwerk, veel meer stress, veel

meer flexibiliteit nodig Razendsnelle evoluties op vlak van ICT

Page 8: Opvoedkunde 1a

Competentiegericht opleidenVooral gekend in hoger onderwijs (beroepsopleidingen),

bijv. verpleegkunde, lerarenopleiding, …

Kenmerken:• Nauwelijks doceren, veel ‘nieuwe’ werkvormen

(groepswerk, PGO, practicum, afstandsleren, …)• Veel praktijkervaringen tijdens de opleiding• Veel aandacht voor kritische reflectie en persoonlijke

ontwikkeling in de richting van de competenties• Niet enkel kennisgerichte examens, maar beoordeling

van competenties in de praktijk • Student (mee) verantwoordelijk voor het eigen leerproces

Page 9: Opvoedkunde 1a

De competente leraarOPDRACHT:• Beschrijf zo goed mogelijk een competente leraar.• Hoe ziet de ideale lerarenopleiding er dan volgens

jullie uit?• Wat zou je doen om de mate van competentie van

een aspirant-leraar op de verschillende onderdelen (K, V, A) te beoordelen?

Page 10: Opvoedkunde 1a

De competente leraar1997: Vlaamse overheid: decreet op de basiscompetenties en beroepsprofielen van de leraar

beroepsprofiel = beschrijving van het beroep waarop de opleiding in een hogeschool voorbereidt.

beroepsprofiel van de leraar = de omschrijving van de kennis, vaardigheden en attitudes van de leraar bij zijn beroepsuitoefening.

Page 11: Opvoedkunde 1a

De competente leraarBasiscompetenties

= de deskundigheden waarover een afgestudeerde moet kunnen beschikken om als beginner dat beroep te kunnen uitoefenen

= minimale einddoelen voor een initiële opleiding

= basis voor de verdere professionalisering doorheen de beroepsuitoefening

Opgesplitst in tien onderdelen (typefuncties) Tevens: formulering van acht beroepsattitudes

Page 12: Opvoedkunde 1a

De competente leraar27 november 2007: bekrachtigingsdecreet betreffende het beroepsprofiel van de leraar

OPDRACHT:Download de volledige brochure “Een nieuw profiel voor de leraar secundair onderwijs. Hoe worden leraren daartoe gevormd? Informatiebrochure bij de invoering van het nieuwe beroepsprofiel en de basiscompetenties voor leraren.”http://www.ond.vlaanderen.be/publicaties/?get=TREFWOORD&trefw=14&woord=onderwijs_algemeen&nr=334&i=108

= de “bijbel” voor leraren

Page 13: Opvoedkunde 1a

Functioneel

geheel

Beschrijving

1 De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen

2 De leraar als opvoeder3 De leraar als inhoudelijk expert4 De leraar als organisator5 De leraar als innovator – de leraar als onderzoeker6 De leraar als partner van ouders/verzorgers7 De leraar als lid van een schoolteam8 De leraar als partner van externen9 De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap

10 De leraar als cultuurparticipant

Page 14: Opvoedkunde 1a

De competente leraar

OPDRACHT:a) 10 groepjes van 3 tot 4 studenten – elke groepje één

typefunctie

b) Formuleer voor de toegewezen typefunctie zoveel mogelijk eigen voorbeelden van kennisinhouden en vaardigheden die relevant zijn voor een competente leraar.

c) Vergelijk met het overzicht van het beroepsprofiel voor de leraar (zie p. 12-14 in de brochure) en vul jullie eigen voorbeelden verder aan.

d) Ongetwijfeld is niet elk item in het overzicht voldoende duidelijk en concreet. Lees (indien nodig) de verdere uitleg in de brochure (opgelet: zeker niet alles van A tot Z lezen!) en vul verder aan.

Page 15: Opvoedkunde 1a

De competente leraar

OPDRACHT:d) Maak een mooi overzicht van de toegewezen typefunctie

waarin elk woord voor iedereen duidelijk is, liefst aangevuld met zeer concrete voorbeelden en plaats dit verslag op het discussieforum, bij de juiste typefunctie.

e) Lees in de loop van de week (individueel) het verslag van twee andere groepjes. Indien je niet alles begrijpt, plaats dan een vraag als reactie in het betreffende discussieforum. Je mag ook zelf extra voorbeelden of uitleg toevoegen.

f) Volgende week: verslag aanpassen en/of aanvullen indien anderen iets niet begrepen hebben.

Page 16: Opvoedkunde 1a

nr. beroepsattitude omschrijving

A1 beslissingsvermogen durven een standpunt in te nemen of tot een handeling over te gaan, en er ook de verantwoordelijkheid voor dragen

A2 relationele gerichtheid in contacten met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en respect tonen

A3 kritische ingesteldheid bereid zijn zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen

A4 leergierigheid actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen

A5 organisatievermogen erop gericht zijn de taken zo te plannen, te coördineren en te delegeren, dat het beoogde doel op een efficiënte manier bereikt kan worden

A6 zin voor samenwerking bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken

A7 verantwoordelijkheidszin zich verantwoordelijk voelen voor de school als geheel en het engagement aangaan om een positieve ontwikkeling van het kind te bevorderen

A8 flexibiliteit bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden, zoals middelen, doelen, mensen en procedures

Page 17: Opvoedkunde 1a

De competente leraarOPDRACHT:a) Geef voor elk van de acht beroepsattitudes minstens

twee voorbeelden van situaties waarin die attitude absoluut belangrijk is.

b) Wat moet er in de lerarenopleiding gebeuren om die attitudes aan te leren bij aspirant-leraren?

c) Is het voor elke student haalbaar om dit allemaal te leren?

Page 18: Opvoedkunde 1a

Zichtbaar maken van competenties: gebruik van portfolio en POP (Persoonlijk OntwikkelingsPlan)Terugkoppeling Witte Raven: Brahim gebruikte een portfolio.

Wat en waarom???

Portfolio: oorspronkelijk vooral in artistieke wereld: soort CV = demonstreren van kwaliteiten a.d.h.v. zelf gekozen bewijsstukken

Wat kan een leraar ‘tonen’ in zijn portfolio??? Resultaten van lln??? = probleem Daarom persoonlijke kwaliteiten beschrijven en aantonen

Page 19: Opvoedkunde 1a

Portfolio voor leraren: 4 momenten Bij de instap in de lerarenopleiding: beoordelen van

elders of eerder verworven competenties van de kandidaat-leraar

Tijdens de lerarenopleiding zelf: voor het begeleiden naar en beoordelen van de startcompetenties van de student competentiegericht opleidingsinstrument zorgt voor betere afstemming op de beroepspraktijk.

Bij de instap in de onderwijspraktijk: bij het solliciteren. Tijdens de uitoefening van het onderwijsberoep:

levenslang leren.

Page 20: Opvoedkunde 1a

Portfolio in de lerarenopleiding: start = POP

PORTFOLIO: student volgt (mee) op in welke mate hij de vooropgestelde competenties voor een leraar bereikt heeft

Vervolgens: opstellen van leerdoelstellingen en actieplannen (constructivisme!)

START = Persoonlijk Ontwikkelingsplan:

bij instap in LeO vooral zicht krijgen op

jezelf als persoonjezelf als student

pas dan: jezelf als toekomstig leraar

Page 21: Opvoedkunde 1a

Het Persoonlijk Ontwikkelingsplan

Centraal element in de hele opleiding