Opleidingsetalage geeft aois meer keuzemogelijkheid

4
30 mednet 05I2011 Opleidingsetalage geeft aois meer keuzemogelijkheid Arts-assistenten krijgen meer invloed op het laatste deel van hun opleiding. Sinds februari is de site van de Opleidingsetalage in de lucht met daarop honderden stageplaatsen waaruit aios kunnen kiezen. De vraag is of aois zich van oost naar west of van noord naar zuid zullen ver- plaatsen voor hun laatste stageplaats. Een neveneffect van de Opleidingsetalage is dat er meer concurrentie ontstaat tussen ziekenhuizen, die daardoor weer met nieuwe stages komen. naar de andere kant willen verkassen. “Ik denk niet dat assistenten die in Groningen wonen zo snel naar de Randstad zullen ver- huizen. Ze hebben hier alles: vrienden, fami- lie en werk. Als ik naar mijn eigen specialisme kijk, kunnen aios niet zo makkelijk na 4,5 jaar bij een ander ziekenhuis aan de slag. Ik denk ook niet dat wij zomaar nieuwe aios komende jaren. Tot zover niets nieuws. Afhankelijk van het specialisme krijgen de meeste assistenten na vier jaar meer vrijheid. Ze kunnen de laatste twee jaar precies indelen zoals zij dat willen. Kiezen op maat heet dat. De website van Opleidingsetalage helpt ze met die keuze. LVAG De Landelijke Vereniging voor Medisch Spe- cialisten In Opleiding (LVAG) werkt mee aan de opleidingsetalagesite. Ingrid Desar, aios en voorzitter van de vereniging is er dan ook blij mee: “De site geeft de aios meer mogelijkheid om kapitein op eigen schip te zijn. We vinden het een prachtig initiatief met een mooie uit- voering. Het project brengt transparantie en kan de kwaliteit van de opleiding verbeteren. Toch heeft Desar enkele bezwaren. “Door het Opleidingsetalage zouden aios meer vrijheid hebben om zelf hun eigen opleidingsplan in te vullen. Toch hebben ze als ze eenmaal besluiten naar een ander ziekenhuis te gaan, de handtekening van de opleider nodig. Ze zijn dus nog steeds afhankelijk. Bovendien zitten de meeste aios in een fase van hun leven waarin ze een huis kopen of denken aan gezinsuitbreiding. Dan verhuis je niet zo snel van Groningen naar Maastricht. We zijn dan ook erg benieuwd naar de praktische uitvoe- ring.” Ook Götz Wietasch, opleider anesthesiologie van het UMC Groningen, denkt dat assisten- ten niet zo snel van de ene kant van het land N a vier jaar opleiding kunnen aios voort- aan een aandachtsgebied uitkiezen en zelf beslissen waar zij hun differentiatiestage willen lopen. Ze kiezen zonder restricties en kunnen dus ook terechtkomen buiten de Opleidings- en OnderwijsRegio (OOR) waar ze het eerste gedeelte van hun opleiding volg- den. Als ze gaan, nemen ze hun ‘rugzakje’ mee met daarin geld uit het Opleidingsfonds, een subsidieregeling van het ministerie van VWS. De verdeling van de aios-plaatsen was de aan- leiding voor dit project Opleidingsetalage. BOLS, de stichting die zich bezighoudt met de verdeling van die plaatsen, kreeg van het ministerie te horen dat het onduidelijk was waarom een opleidingsplek aan een bepaald ziekenhuis werd toebedeeld. Daardoor was de verdeling van de subsidiegelden niet in lijn met de regels die daarvoor staan. Het ministerie vond dat er meer concurrentie tussen zieken- huizen moest komen om de aios-plaatsen. Het project Opleidingsetalage wordt uitgevoerd door de Orde van Medische Specialisten (OMS). Degene die voortaan beoordeelt waar het geld naar toe gaat, is de klant: de arts-assi- stent. De sollicitatieprocedure en eerste vier jaar van de opleiding tot medisch specialist blijven hetzelfde. Arts-assistenten solliciteren op een plaats binnen een bepaald specialisme, bin- nen een OOR, een regio naar keuze. Als aios daar worden aangenomen, krijgen ze van de hoofdopleider een opleidingsschema voor de tekst Suzanne BremmerS Beeld HanS OOStrum FOtOgraFIe

Transcript of Opleidingsetalage geeft aois meer keuzemogelijkheid

30    mednet 05I2011

Opleidingsetalage geeft aois meer keuzemogelijkheid Arts-assistenten krijgen meer invloed op het laatste deel van hun opleiding. Sinds februari is de site van de Opleidingsetalage in de lucht met daarop honderden stageplaatsen waaruit aios kunnen kiezen. De vraag is of aois zich van oost naar west of van noord naar zuid zullen ver-plaatsen voor hun laatste stageplaats. Een neveneffect van de Opleidingsetalage is dat er meer concurrentie ontstaat tussen ziekenhuizen, die daardoor weer met nieuwe stages komen.

naar de andere kant willen verkassen. “Ik denk niet dat assistenten die in Groningen wonen zo snel naar de Randstad zullen ver-huizen. Ze hebben hier alles: vrienden, fami-lie en werk. Als ik naar mijn eigen specialisme kijk, kunnen aios niet zo makkelijk na 4,5 jaar bij een ander ziekenhuis aan de slag. Ik denk ook niet dat wij zomaar nieuwe aios

komende jaren. Tot zover niets nieuws. Afhankelijk van het specialisme krijgen de meeste assistenten na vier jaar meer vrijheid. Ze kunnen de laatste twee jaar precies indelen zoals zij dat willen. Kiezen op maat heet dat. De website van Opleidingsetalage helpt ze met die keuze.

LVAGDe Landelijke Vereniging voor Medisch Spe-cialisten In Opleiding (LVAG) werkt mee aan de opleidingsetalagesite. Ingrid Desar, aios en voorzitter van de vereniging is er dan ook blij mee: “De site geeft de aios meer mogelijkheid om kapitein op eigen schip te zijn. We vinden het een prachtig initiatief met een mooie uit-voering. Het project brengt transparantie en kan de kwaliteit van de opleiding verbeteren. Toch heeft Desar enkele bezwaren. “Door het Opleidingsetalage zouden aios meer vrijheid hebben om zelf hun eigen opleidingsplan in te vullen. Toch hebben ze als ze eenmaal besluiten naar een ander ziekenhuis te gaan, de handtekening van de opleider nodig. Ze zijn dus nog steeds afhankelijk. Bovendien zitten de meeste aios in een fase van hun leven waarin ze een huis kopen of denken aan gezinsuitbreiding. Dan verhuis je niet zo snel van Groningen naar Maastricht. We zijn dan ook erg benieuwd naar de praktische uitvoe-ring.”Ook Götz Wietasch, opleider anesthesiologie van het UMC Groningen, denkt dat assisten-ten niet zo snel van de ene kant van het land

Na vier jaar opleiding kunnen aios voort-aan een aandachtsgebied uitkiezen en

zelf beslissen waar zij hun differentiatiestage willen lopen. Ze kiezen zonder restricties en kunnen dus ook terechtkomen buiten de Opleidings- en OnderwijsRegio (OOR) waar ze het eerste gedeelte van hun opleiding volg-den. Als ze gaan, nemen ze hun ‘rugzakje’ mee met daarin geld uit het Opleidingsfonds, een subsidieregeling van het ministerie van VWS. De verdeling van de aios-plaatsen was de aan-leiding voor dit project Opleidingsetalage. BOLS, de stichting die zich bezighoudt met de verdeling van die plaatsen, kreeg van het ministerie te horen dat het onduidelijk was waarom een opleidingsplek aan een bepaald ziekenhuis werd toebedeeld. Daardoor was de verdeling van de subsidiegelden niet in lijn met de regels die daarvoor staan. Het ministerie vond dat er meer concurrentie tussen zieken-huizen moest komen om de aios-plaatsen. Het project Opleidingsetalage wordt uitgevoerd door de Orde van Medische Specialisten (OMS). Degene die voortaan beoordeelt waar het geld naar toe gaat, is de klant: de arts-assi-stent.De sollicitatieprocedure en eerste vier jaar van de opleiding tot medisch specialist blijven hetzelfde. Arts-assistenten solliciteren op een plaats binnen een bepaald specialisme, bin-nen een OOR, een regio naar keuze. Als aios daar worden aangenomen, krijgen ze van de hoofdopleider een opleidingsschema voor de

tekst Suzanne BremmerS Beeld HanS OOStrum FOtOgraFIe

  31 

kunnen toelaten voor een aandachtsgebied als ze hier niet al de hele tijd hebben gewerkt. Nieuwe assistenten weten niet hoe het zieken-huis werkt, ze komen in een nieuwe groep, ze zullen niet alle diensten kunnen meedraaien. We hebben te maken met anesthesiologen in opleiding, niet met volleerde anesthesiologen. Het is lang niet voor iedereen interessant om te wisselen van ziekenhuis.”Fedde Scheele, vice-voorzitter van het etalage-project en gynaecoloog in het Amsterdamse Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, gelooft niet dat er opleiders zijn die moeite hebben met het zetten van hun handtekening als het een gedegen inhoudelijk verzoek is. “Ik ken geen opleider die niet geneigd is tot redelijkheid. Als het dan toch misgaat, kunnen assistenten naar de centrale opleidingscommissie van het ziekenhuis. Als die commissie de kant van de opleider kiest, kan de aios naar de geschillen-commissie stappen. Zij zullen altijd het belang van de aios voorop stellen. Het is niet leuk al die commissies, maar het leidt wel tot het gewenste resultaat.”

BruikBAArAios Ingrid Desar is vierdejaars interne geneeskunde bij UMC St Radboud in Nijme-gen. Ze wil zich verder specialiseren in onco-logie. Toch weet ze nu al dat ze in Nijmegen blijft. “Ik heb daar afspraken over gemaakt. Dat heeft ook met mijn promotieonderzoek te maken. Toch heb ik uit interesse gekeken

De opleiDingsetalage in cijfers De etalagesite heeft momenteel 450 etala-ges. gemiddeld komen er tussen de 50 en 215 bezoekers per dag op de site. negen specialismen doen tot nu toe mee: neurolo-gie, heelkunde, interne geneeskunde, anes-thesiologie, gynaecologie, orthopedie, kin-dergeneeskunde, radiologie en plastische chirurgie. Binnenkort komen daar psychia-trie, klinische genetica, pathologie en maag-, darm- en leverziekten bij. 46 van de 58 opleidingsziekenhuizen in nederland hebben iets ingestuurd, dat komt neer op 240 opleidingsafdelingen. Het streven is dat eind dit jaar 80 procent van de stages is aangeleverd.

op de etalagesite, maar er kwamen maar een of twee opties uit voor oncologie, terwijl ik weet dat er meer zijn. De site is nog in ont-wikkeling en voor mij nog niet echt bruik-baar. Om nu te weten te komen waar je als aios naartoe kunt, vraag je gewoonlijk wat rond. De medische wereld is niet zo groot, dus je weet snel genoeg waar je moet zijn. Je belt met collega’s en vraagt hoe het daar is. Ik denk dat aios in de toekomst beide metho-den, dus zowel rondbellen als informatie op de site zoeken, zullen gebruiken.”Aios Alexander Horsch, vicevoorzitter van De Jonge Orde – ook betrokken bij het project – denkt dat de site dat rondvragen minder nood-zakelijk maakt. “De etalage kan beter inzichte-lijk maken wat landelijk de mogelijkheden zijn om je verder te verdiepen in een onderwerp naar keuze. Een goed overzicht ontbreekt momenteel. Als je nu gaat rondvragen is de informatie afhankelijk van wie je toevallig kent. Bovendien is het niet erg efficiënt dat iedereen dat voor zichzelf moet doen. Die tijd kunnen we beter besteden aan de opleiding.”

eenzijDigDe vraag is ook of het wel zo verstandig is om alleen uit te gaan van de informatie op de site? Volgens Wietasch is de informatie op de website nogal eenzijdig omdat het afkomstig is van de ziekenhuizen zelf. “Als ik een week-endje naar Antwerpen ga en ik zoek een hotel op internet, bekijk ik ook de reacties van mensen die daar al zijn geweest. Alleen door gebruikersinformatie weet je hoe het echt is.” Desar stelt dat de site niet als doel heeft om verschillende meningen weer te geven. “Het gaat om het overzicht. Uiteindelijk is het aan de aios zelf om kritisch te lezen en zich goed te laten informeren. Een ander voordeel is dat aios zelf bewustere consumenten worden. Aios kunnen blijven voortsukkelen en zich laten meesleuren door de rest, ze kunnen ook na gaan denken over wat voor specifieke arts ze willen worden of misschien willen ze als uroloog oefenen met bepaalde simulatietech-nieken. Door de site worden we bewuster van de mogelijkheden die er allemaal zijn.”

concurrentieDe Opleidingsetalage is nog maar drie maan-den online, maar de concurrentie tussen zie-

kenhuizen lijkt nu al toe te nemen. Meerdere ziekenhuizen hebben speciaal voor de oplei-dingsetalage nieuwe stages voor aios opgezet. Ook ontstaan er samenwerkingsverbanden tussen ziekenhuizen uit dezelfde plaats om samen een sterkere positie in te nemen. Een voorbeeld is de stage Voortplantingsge-neeskunde bij het AMC en het VUmc. Peter Hompes, hoofd van de afdeling gynaecologie bij het VUmc: “Door deze samenwerking is het Amsterdam versus de rest en dan denk ik dat wij heel veel te bieden hebben. We heb-ben al verschillende reacties van aios binnen.” Door toegenomen concurrentie zou het kun-nen dat sommige ziekenhuizen geen oudere-jaars aios meer binnenhalen. “Jammer, maar helaas”, zegt Scheele. “Dat is nu eenmaal

marktwerking. Ziekenhuizen die weinig bie-den en wat ze bieden niet presenteren, ja, die kunnen theoretisch gezien de boot missen. Daardoor kan een deel van de opleidingsin-frastructuur in het ziekenhuis in gevaar komen, want als ziekenhuizen geen oudste arts-assistenten meer krijgen, hebben ze ook geen geld om dat deel van die infrastructuur op peil te houden. Opleidingscentra die hele-maal niet zo slecht, maar ook niet de beste zijn, kunnen voor dat deel sneuvelen. Dat is de prijs van de markt en de wens van de bur-ger die verantwoording eist over de bestem-ming van subsidie.”Ziekenhuizen kunnen aios kwijtraken omdat ze niet genoeg hun best doen om klanten te trekken, maar aios kunnen ook weggaan van-wege niet-inhoudelijke redenen, zoals de decentrale ligging van een ziekenhuis in Nederland. Gynaecoloog Jur Oosterhuis van Medisch Spectrum Twente maakt het vaak mee dat

Advertentie is verwijderd

  33 

arts-assistenten bij aanvang van hun opleiding even moe-ten slikken als ze horen dat ze naar Enschede moeten. “Hoe goed de opleiding ook is, daar kun je niets aan doen. Als arts-assistenten weinig verrichtingen mogen doen, maar wel naar Amersfoort of Amstelveen mogen, zullen ze dat eerder doen dan naar Enschede komen waar ze meer verrichtingen mogen uitvoeren. Dat is de werke-lijkheid waar we hier al jaren mee te maken hebben.” Daarentegen is Oosterhuis niet heel bang dat zijn assisten-ten hem na vier jaar massaal verlaten. “Ik verwacht niet dat aios veel gebruik van de nieuwe mogelijkheden zullen maken. Dat is iets wat zich de komende jaren moet uit-wijzen. De meeste arts-assistenten zullen niet hun hele schema om willen gooien en hun opleider en het zieken-huis laten stikken. Dan moet je veel lef hebben.”De angst dat assistenten vanuit de oostelijke, noordelijke of zuidelijke provincies naar de Randstad trekken, is aan-wezig, weet ook Scheele. Toch denkt hij niet dat veel assi-stenten vanwege die reden zullen vertrekken. “De enke-ling die dat wil, zal van de opleider in de Randstad niet veel medewerking krijgen. Opleiders zoeken gemotiveerde mensen die voor inhoudelijke redenen naar ze toe komen. Dit is overigens wel een onderwerp dat we in de gaten houden. Als aios toch om die reden wegtrekken, gaan we maatregelen treffen.”De verwachting is dan ook dat slechts een enkele aios zijn oude opleidingsschema zal verscheuren en huis en haard zal verlaten om elders in het land zijn opleiding voort te zetten.

politiekArtsen en assistenten begrijpen de noodzaak van het pro-ject omdat de verdeling van de plaatsen nu transparanter wordt, ook voor medische leken en de overheid. De Gro-ningse anesthesioloog Wietasch vraagt zich af of we als we naar de website van de opleidingsetalage kijken niet meer dan een politiek visitekaartje zien. Scheele kan de term ‘politiek visitekaartje' niet erg waarderen, maar kan het gevoel wel begrijpen. “De overheid heeft behoefte aan transparantie en marktwerking. De beroepsgroep daaren-tegen wil vooral op hun inhoudelijke kracht beoordeeld worden. De site brengt beide partijen bij elkaar. Dat je dat een politiek visitekaartje noemt, is wat kort door de bocht, maar we hebben inderdaad een compromis geslo-ten met de overheid. Dat de aios daar als vrolijkste per-soon uitkomt, vind ik prima.”

De website van het etalageproject is een pilot. Rond de zomer bekijkt

het ministerie van VWS of de site tegemoetkomt aan de eisen die zij

heeft gesteld.

IngrId nIjweIde-Hondorp Heeft een

HuIsartsen praktIjk overgenomen In

doetIncHem

tien jaar geleden werd het epD weggestemd door de eerste kamer. De privacy van de patiënt kon niet gegarandeerd worden. We zijn inmiddels tien jaar verder. De patiënt beheert zijn eigen dossier. De chip in het pasje van de zorgverzekeraar kan met gemak het medisch dossier bevat-ten. De patiënt overhandigt zijn pasje aan de behandelend arts en in combinatie met een scan van zijn vingerafdruk wordt het dossier geopend. De patiënt bepaalt wie inzage heeft in zijn medische gegevens. Voor contact met mij, zijn huisarts, stopt de patiënt het pasje in zijn com-puter thuis. Hij kan digitaal vragen stellen en bij medische klachten vult de patiënt online een anamneseformulier in, waardoor een voorselectie plaats vindt. Vaak wordt een gestandaardiseerd automatisch advies gege-ven. soms wordt er alsnog een bericht naar mij gestuurd.ik start thuis mijn computer op. er staan vanmiddag drie patiënten in mijn agenda. na het invullen van het anamneseformulier op mijn site kregen zij het advies een afspraak te maken.Meestal betekent dit dat het oudere patiënten zijn die moeite hebben met het formulier en toch graag een persoonlijk gesprek willen. nu zit er een vrouw bij die het lastig vindt om haar eigen kweek af te nemen voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. een van de weinigen die niet gevaccineerd is en die we adviseren zelf een kweek af te nemen met een wattenstokje. Maar ze heeft liever dat de dokter het doet. De tweede patiënt wil graag een huidlaesie laten fotograferen. zijn digitale camera is kapot gegaan en hij kan het niet zelf naar ons opsturen.eerst maar eens mijn e-mailbox bekijken. 53 berichten dit keer. een rus-tige dag. naar aanleiding van het digitale anamneseformulier adviseer ik patiënten verder onderzoek. Met de thuisanalyser kunnen ze via een vin-gerprik hun bloedwaarden laten bepalen. De uitslag komt over een kwar-tier binnen in mijn systeem. Wat een voordeel dat mensen niet meer naar het ziekenhuis hoeven om bloed te laten prikken. ik kan direct medicatie voorschrijven of wijzigen en naar de apotheek verzenden. De bezorgser-vice levert het vanmiddag nog thuis.tien jaar geleden wilde ik als startend huisarts de patiënt centraal stellen en meer service leveren. nu zijn we een heel eind op weg. ze hoeven nauwelijks nog de deur uit. ik ook niet meer. Voor een condoleance wil ik nog wel eens de webcam aanzetten, maar verder gaat alles via e-mail. prettig dat de patiënt later nog eens mijn antwoord na kan lezen of kan doorsturen aan kennissen. ik schiet in de lach. Het epD werd weggestemd, omdat de privacy niet vol-doende gewaarborgd kon worden. Het chipsysteem is wel veilig, maar mensen lijken het niet te willen. Vaak vind ik mijn e-mailadviezen letter-lijk terug op weblogs. kijk wat de dokter ervan vindt! Verzekeraars en werkgevers zijn er dol op. Het contact met mijn patiënten is minimaal geworden, maar de zorgverzekeraars zijn erg tevreden dat mijn praktijk inmiddels is gegroeid tot 4230 patiënten die ik in mijn eentje met digi-tale hulpmiddelen geprotocolleerd weet te behandelen.

2021