Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2...

40
Staat van de stad Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 Oktober 2010 2020

Transcript of Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2...

Page 1: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

Staat van de stad

Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040

Oktober 2010

2020

Page 2: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

Colofon

Uitgavegemeente Eindhoven

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de sector strategie, Yolanda de Koster.

DatumOktober 2010

Illustratie voorbladGijs Kast

Page 3: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

Staat van de stad 2020Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040

Page 4: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

5

Staa

t van

de

stad

202

0

Inhoudsopgave

1 Eindhoven 2020 (inleiding) 7

2 Het DNA van #040 (of: de identiteit van Eindhoven) 11

3 Leven in Eindhoven 15 3.1 Algemeen 15 3.2 Wonen 16 3.3 Duurzaamheid, milieu en energie 19 3.4 Bereikbaarheid 21 3.5 Veiligheid 22 3.6 Zorg en welzijn 22 3.7 Jeugd 24

4 Leren en werken in Eindhoven 27 4.1 Onderwijs en kennis 27 4.2 Arbeidsmarkt algemeen 28 4.3 Kennis-/maak-/creatieve economie 29

5 Beleven in Eindhoven 33 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35

6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking in en buiten de regio 40

inhoud

Page 5: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

6

Staat van de stad 2020

Page 6: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

7

Staa

t van

de

stad

202

0

1 Eindhoven 2020 (inleiding)

We schrijven juni 2020. Tien jaar geleden wilde de lente maar niet op gang komen. Dit

jaar is dat gelukkig anders. Na een strenge winter kondigde de lente zich al vroeg aan.

In de vele parken en parkjes die Eindhoven rijk is, bloeiden de krokusjes al vroeg in het

jaar; op de Markt, op het Wilhelminaplein en elders in de stad zaten de terrasjes regel-

matig gezellig vol. Eindhovenaren, maar ook bezoekers, trokken massaal naar de bin-

nenstad en kleinere winkelstrips verspreid over de stad, om hun zomergarderobe aan

te vullen met de laatste mode. Het festivalseizoen staat voor de deur. Als de weergoden

ons goed zijn gezind, worden dit weer drukbezochte evenementen.

Ook in het dagelijkse leven is het goed toeven in Eindhoven, het kloppend hart van

de toptechnologische regio. We hebben onze basisvoorzieningen op het gebied van

onderwijs, sport, zorg, cultuur en welzijn redelijk tot goed op orde. Eindhoven beschikt

over een scala aan grootstedelijke voorzieningen. Met de bezuinigingsronde van

2010/2011 was het geen vanzelfsprekendheid om al deze voorzieningen op niveau te

houden. In tegenstelling tot tien jaar geleden is de werkloosheid fiks teruggelopen.

Sterker: we moeten nu alle zeilen bijzetten om voldoende brains èn handjes naar

Eindhoven te halen en vervolgens te behouden. Kenniswerkers vanuit de hele wereld

komen graag naar Eindhoven om hier te werken, te wonen en te (be)leven. Eindhoven

is als ‘eigenzinnige’ studentenstad populairder geworden, zowel om er te studeren,

stage te lopen, als om er te wonen en uit te gaan.

In de binnenstad is zichtbaar dat we er de afgelopen tien jaar in hebben geïnvesteerd,

al willen we de binnenstad eigenlijk nog levendiger en nog groener hebben. Als je,

bijvoorbeeld via het NS-station, Eindhoven binnenwandelt, proef, ruik en beleef je meer

dan 10 jaar geleden dat Eindhoven een toptechnologische stad is, een stad van design

en innovatie, een stad van licht en van energie. Maar ook hier geldt: we zijn er nog niet,

maar hebben we een goede slag gemaakt.

Tuurlijk, de stad heeft problemen, kent opgaven. Eindhoven is geen paradijs op aarde,

maar de vijfde stad en de tweede economische regio van Nederland. Een grote stad

dus, met grootstedelijke problemen. Een centrumgemeente trekt niet alleen welva-

rende bezoekers, maar bijvoorbeeld ook dak- en thuislozen, minder bedeelde mensen

die naar de stad trekken in de hoop een (beter) bestaan te kunnen opbouwen. En niet

iedereen lukt dat. De vergrijzing vraagt eveneens om eigentijdse oplossingen. Een fikse

opgave ligt er in de naoorlogse wijken. Voorkomen moet worden dat we er nieuwe

krachtwijken bij krijgen. Deze problemen, of laten we ze uitdagingen noemen, pakken

we aan, het liefst samen met onze partners in de stad. Want we kunnen het niet alleen,

maar willen het vooral niet alleen doen. De stad is immers niet van de ‘gemeente’, maar

van iedereen die er woont, werkt, studeert, betrokken is met de stad. Op deze manier

willen we toekomstgericht en ambitieus of als het even kan nog ambitieuzer, naar 2040

opstomen.

Even terug naar 2010

Over Eindhoven in 2040 willen we de komende maanden verder filosoferen. Voor welke

opgaven staan we de komende 20 tot 30 jaar, om onze positie als toptechnologische

stad te behouden, onze ambities waar te maken en verder uit te bouwen. Dit gaan we

doen met het hoofd in de wolken, maar met de voeten op de vloer. We kijken daarbij

niet alleen naar de stad zelf, maar ook naar de regio. Niet alleen omdat we een centrum-

Eindhoven 2020

Page 7: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

8

Staat van de stad 2020

Page 8: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

9

Staa

t van

de

stad

202

0

gemeente zijn en veel mensen uit de regio naar Eindhoven komen om er te werken, te

winkelen of uit te gaan. Maar ook omdat we nauw samenwerken met de regio en die

samenwerking willen intensiveren, om op de juiste schaalgrootte het hoofd te kunnen

bieden aan de opgaven waar we de komende dertig jaar voor staan.

Deze ‘Staat van de stad 2020’ is een tussenstap op weg naar een nieuwe Stadsvisie

Eindhoven 2040. De Stadsvisie Eindhoven 2040 moet antwoord geven op de vraag

‘Wat voor stad wil Eindhoven zijn in 2040? ’ De Stadsvisie wil een beeld schetsen van

Eindhoven in de toekomst waaraan we beleidskeuzes kunnen ijken en waarmee we aan

regionale, provinciale, nationale en internationale partners duidelijk kunnen maken

waar Eindhoven voor staat en voor gaat. De Stadsvisie moet een gezamenlijk en gedra-

gen beeld zijn van de (verre) toekomst van en voor de stad. Het is een richtinggevend

en inspirerend document; een stip op de horizon.

Het heeft niet veel zin om over 2040 te ‘dromen’ zonder rekening te houden met wat er

al is en waartoe al is besloten. Daarom wordt in deze ‘Staat van de stad 2020’ op hoofd-

lijnen beschreven hoe Eindhoven er in 2020 uitziet, als we al het bestaande beleid en

beleid dat in 2010 in de pijplijn zat, hebben uitgevoerd. Op zowel economisch, sociaal-

maatschappelijk, ruimtelijk, cultureel en bestuurlijk vlak. Het is een (noodzakelijke)

tussenstap op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040.

Deze beschrijving van de stad moet wel met een slag om de arm worden gelezen. Want

het is nu lastig in te schatten of al het beleid ook allemaal uitgevoerd en gerealiseerd

kan worden. We hebben de koers voor de komende jaren uitgestippeld en ingezet,

maar het tempo waarin we het einddoel willen bereiken kan door externe omstan-

digheden tegenvallen. Recessie en bezuinigingen zijn factoren die we niet in de hand

hebben, maar wel van invloed (kunnen) zijn op de geschetste ontwikkelingen. Als

de woning- of kantorenmarkt over vier jaar niet is aangetrokken, heeft dat gevolgen

voor de woningbouwproductie en de ontwikkeling en het gebruik van kantoren in de

stad. En ook als de financiële of economische crisis weer oplaait, heeft dat gevolgen.

Ditzelfde geldt indien we nog harder moeten bezuinigen dan nu voorzien.

We hebben dit stuk met de kennis van nu gemaakt. Het is bedoeld als inspirerende

opstap naar de uiteindelijke stadsvisie.

De Staat van de stad 2020 is een product van de ambtelijke organisatie. In het voor-

jaar van 2010 hebben een krappe tachtig medewerkers uit vrijwel alle sectoren van

de gemeente Eindhoven in werkgroepsessies in kaart gebracht hoe de stad eruit ziet

als al het bestaande en voorgenomen beleid is uitgevoerd. Dat is vanuit het ‘Stadslab’

gebeurd; een sobere maar inspirerende ruimte aan de Vestdijk die speciaal voor het

project stadsvisie is ingericht.

Het Stadslab vormt straks later dit jaar het kloppend hart voor de uiteindelijke Stadsvi-

sie Eindhoven 2040; als de stad wordt betrokken bij de doorkijk naar 2040. De stadsvisie

ziet naar verwachting begin 2011 het licht. Daarna volgt besluitvorming in het college

van B&W en de gemeenteraad.

De Staat van de stad is in vier thema’s opgedeeld: leven, werken, beleven en

besturen:

• Onder leven valt wonen, duurzaamheid en milieu, bereikbaarheid, veiligheid,

zorg en welzijn en jeugd;

• Onder werken valt onderwijs, economie, arbeidsmarktbeleid, sociale zekerheid

en werkloosheidsbestrijding;

• Onder beleven valt openbare ruimte, ruimtelijke kwaliteit en groen, cultuur en

sport (hoe beleven mensen de stad)

• Onder besturen valt besturingsfilosofie, samenwerking en dienstverlening.

Page 9: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

10

Staat van de stad 2020

Page 10: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

11

Staa

t van

de

stad

202

0

2 Het DNA van #040 (of: de identiteit

van Eindhoven)

Eindhoven is een dynamische stad met menselijke maat. Daarmee heeft Eindhoven het

beste van twee werelden. Eindhoven is een aantrekkelijke stad om te wonen, te werken

en te leven. De oorsprong en cultuurhistorische identiteit van Eindhoven is overal terug

te vinden. De dorpskernen van Woensel, Tongelre, Stratum, Gestel, Strijp en het stadje

Eindhoven van voor 1920, zijn uitgegroeid tot ruim opgezette stadskernen met veel

groen, waar bewoners in gemoedelijke sfeer samenleven en in hun buurt actief zijn. Die

stadskernen –met ieder hun eigen sfeer en uitstraling– zijn organisch aaneen gegroeid

tot de stad zoals Eindhoven nu is.

De ligging in de beekdalen en de daaruit voortvloeiende wegenstructuur van de stad

die deze kernen en de omliggende gemeenten met elkaar verbindt, is typerend voor

Eindhoven. Als handelsstad (13e eeuw) was bereikbaarheid met omliggende dorpen

en steden van levensbelang. Bereikbaarheid is net zoals in de 13e eeuw nog steeds van

cruciaal belang voor de ontwikkeling van stad en regio. Het grote verschil is dat het nu

gaat om bereikbaarheid met de rest van de wereld. De geschiedenis van Eindhoven is

de toekomst van Eindhoven.

Het industriële profiel van de stad –verleden en heden– is op veel plekken zichtbaar.

Neem de fabrieksgebouwen op Strijp S, de Witte Dame, het oude Philipsfabiekje aan de

ene en de internationale sfeer ademende High Tech Campus en de TU/e aan de andere

kant. De industriestad Eindhoven heeft zich ontwikkeld tot een dynamische (werk)stad:

modern, snel en internationaal.

Eindhoven weet zich telkens te vernieuwen, in te spelen op de veranderingen in de we-

reld om haar heen. De stad en de mensen die er werken, zijn meegegroeid van maak-

industrie naar kennisindustrie. Meer dan in welke andere stad of regio in Nederland

zijn handel, industrie en wetenschap met elkaar verweven. Technologie, vernieuwing

en creativiteit zijn onlosmakelijk aan en met elkaar verbonden. Meer (en eerder) dan in

welke andere stad of regio in Nederland werken overheid, bedrijfsleven en kennisinstel-

lingen als triple helix vruchtbaar samen.

Zonder die samenwerking, zonder die passie voor innovatie, zonder die technologische

kennis en creativiteit zou Eindhoven niet de stad zijn die zij nu is. We zijn een stad in

een regio waar we producten ontwikkelen, maken en verkopen (van kennis via kunde

naar kassa; de volledige waardeketen).

Omdat we in Eindhoven grensverleggend, inhoudelijk gedreven, doelbewust en

inventief zijn, is de stad uitgegroeid tot het kloppend hart van de regio Brainport: dé

toptechnologieregio van Nederland en de tweede motor van de Nederlandse econo-

mie, na Amsterdam (Schiphol) en voor Rotterdam (haven). Op het gebied van uitgaven

voor research en development (R&D) staat Brainport Eindhoven in Nederland op de

eerste plaats, waardoor ons land op dit gebied ook Europees goed scoort, ook als het

gaat om onder andere concurrentievermogen, productiviteit en innovatiepotentieel

van de kennisindustrie.

DNA van #040

Page 11: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking
Page 12: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

13

Staa

t van

de

stad

202

0

De ambitie van Brainport Eindhoven is excelleren als Europese toptechnologie (kennis-)

regio, waarin innovatie de motor is voor duurzame economische en maatschappelijke

ontwikkeling. We moeten hierbij een schaalsprong maken in kwaliteit. Als toptech-

nologische regio staan we (anno 2020) Europees weer in de top drie, en mondiaal in

de top tien. Om onze internationale positie op het gebied van toptechnologie, kennis

en design te behouden en te versterken, moeten we blijven investeren. Niet alleen in

kennisontwikkeling en innovatie, maar ook in de kwaliteit van de stad zoals woonkli-

maat, voorzieningen, bereikbaarheid en bedrijventerreinen. We willen daarnaast een

ontspannen en gemoedelijke stad/regio blijven waar het prettig wonen, werken, stude-

ren en leven is met respect voor onze (cultuur)historie. We zijn en blijven een stad met

aandacht voor begeleiding en ondersteuning van mensen die minder kansen hebben

of zelfstandig kunnen benutten.

In welk tempo we ook groeien en waar we onze vleugels internationaal ook uitslaan: we

hebben en behouden het beste van twee werelden. Want dat is Eindhoven.

Page 13: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking
Page 14: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

15

Staa

t van

de

stad

202

0

3 Leven in Eindhoven

3.1 Algemeen

Eindhoven is geen krimpgemeente gebleken. De stad telt nu 226.000 inwoners, zo’n

12.000 inwoners meer dan in 2010. Door de natuurlijke groei (er worden meer kinderen

geboren dan dat er mensen overlijden) is de Eindhovense bevolking jaarlijks toegeno-

men met een kleine 400 inwoners. Daarnaast is de Eindhovense bevolking gegroeid

doordat er zich meer mensen hier vestigden dan dat er vertrokken.

Het groeipercentage verschilt echter behoorlijk per leeftijdsgroep. Eindhoven is ouder

en vooral fiks ‘grijzer’ geworden. Het aantal Eindhovenaren tussen de 65 en 74 jaar is de

afgelopen tien jaar met maar liefst 20 procent gegroeid. Een op de elf Eindhovenaren is

nu tussen de 65 en 74 jaar. Het aantal 55-plussers (55 jaar en ouder) is met 13 procent

toegenomen. Het aantal jongeren (t/m 23 jaar) is slechts met 2 procent toegenomen,

het aantal Eindhovenaren tussen 24 t/m 54 jaar met 3 procent.

De buurten die in inwoneraantal gegroeid zijn, zijn de buurten waar de afgelopen jaren

veel nieuwe woningen zijn gebouwd. Strijp S, Strijp R, Eckartdal, Philipsdorp, Doornak-

leven

1850002000 2005 2010 2015 2020 2021

195000

210000

225000

190000

205000

220000

200000

215000

230000

Jaar

Aant

al in

won

ers

Inwoneraantal Eindhoven

Page 15: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

16

Staat van de stad 2020

kers-Oost (Tongelresche Akkers), Binnenstad en Bos- en Zandrijk zijn (in inwoneraantal

gemeten) met meer dan 35 procent gegroeid. In Bennekel-Oost, Blixembosch-West, de

Roosten en Engelsbergen is daarentegen het inwoneraantal met 5 procent afgenomen.

Er is het nodige veranderd in de samenstelling van gezinnen/huishoudens. Vooral het

aantal eenpersoonshuishoudens is fiks toegenomen. In mindere mate groeit ook het

aantal tweepersoonshuishoudens en eenoudergezinnen. Het aantal ‘traditionele’ gezin-

nen (vader, moeder, kinderen) is de afgelopen tien jaar afgenomen. Er zal onverminderd

een kwetsbare onderlaag blijven (circa tien procent van de bevolking).

Eindhoven heeft de ambitie een stad te zijn die zich hard maakt voor sociale insluiting

(‘iedereen doet mee’). Iedere burger heeft het recht om mee te kunnen doen in de

samenleving. Ook in 2020 gaat dat voor tien procent van de inwoners niet vanzelf. Zij

hebben en houden onze volle aandacht. Dit doen we door op de terreinen van leven,

leren, werken en beleven voortdurend te toetsen of deze groep inwoners bij de uitwer-

king van beleid en activiteiten aan bod komen.

De bevolkingsprognoses en verandering in bevolkingssamenstelling betekenen uiter-

aard een en ander voor het beleid dat de stad voert, op onder meer het gebied van wo-

ningbouw en voorzieningen. Maar ook de financiële en economische crisis is een factor

die heeft meegespeeld in de ontwikkelingen op bijvoorbeeld de woningmarkt. Diverse

woningbouwplannen zijn tegen het licht gehouden, simpelweg omdat de vraag er niet

was (mensen durfden het niet aan huis te kopen). Bouwen voor leegstand was en is

geen optie. En hoewel ook de crisis van 2009/2012 is geëindigd, heeft die crisis geleid

tot een (tijdelijke) dip in de bouw van woningen, en specifiek van appartementen. Een

ontwikkeling die niet over het hoofd kan worden gezien, is dat ‘de mens’ steeds meer

vierkante meters nodig heeft: in ruime huizen wonen minder mensen per vierkante

meter. Dit maakt het lastig om voorzieningen in wijken en buurten op het gewenste

niveau te houden (betaalbaarheid). Bovendien lokt het extra mobiliteit uit.

3.2 Wonen

Het Eindhovense woonbeleid is erop gericht dat mensen zelfstandig, veilig en prettig

kunnen wonen en zich in hun eigen omgeving kunnen ontwikkelen. Een goede woon-

omgeving draagt bij aan een vruchtbare voedingsbodem voor een sociale betrokken

samenleving, waarin mensen hun talenten kunnen ontwikkelen en zorg voor elkaar

hebben.

Voor jongeren en starters (20 – 30 jaar) op de woningmarkt is de afgelopen jaren veel

gebouwd, ook in regionaal verband. Van het bruto-bouwprogramma voor 2010-2015

in Eindhoven is tot maximaal 5 procent in de goedkope huur, en 5 tot10 procent in

de goedkope koop gerealiseerd. Probleem was dat de markt zich voornamelijk op de

starters stortte, omdat die geen woning achterlaten (zij hoeven dus niet te verkopen).

De starters trekken echter niet automatisch weg uit hun ‘starterswoning’, waardoor de

woningmarkt nog verder op slot zit.

De huishoudens verdunnen steeds verder. De één- en tweepersoonshuishoudens

worden veelal gevormd door ouderen. Deze willen de ruimte behouden waaraan men

gewend is, met service aan/in huis.

In de stad zijn diverse woonwijken volledig zelfvoorzienend wat betreft energie (on-

afhankelijk van olie). Enkele wijken leveren zelfs restwarmte/stroom aan omliggende

Page 16: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

17

Staa

t van

de

stad

202

0

gebouwen en woningen. Zonneboilers en zonpanelen schitteren in grote delen van de

stad. Woningen uit de jaren ‘60 en ‘70 zijn inmiddels grotendeels geïsoleerd en comfor-

tabeler gemaakt.

Grote complexen zoals zorginstellingen, ziekenhuizen, scholen en dergelijke zijn

‘energie-zelfvoorzienend’. Personeel en bezoekers maken grotendeels gebruik van het

Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) en (elektrische) vervoermiddelen. Die kunnen

die ter plaatse gratis worden opgeladen.

Het woonbeleid is erop gericht te bevorderen dat senioren en mensen met functiebe-

perkingen zelfstandig in hun eigen wijk/stadsdeel kunnen (blijven) wonen, ondersteu-

ning en zorg op maat thuis kunnen ontvangen en daardoor (langer) kunnen meedoen

in de maatschappij. Speciale accenten in het beleid zijn de zorg voor voldoende

betaalbare en geschikte woningen, de bevordering van domotica-toepassingen en het

stimuleren van kleinschalige collectieve geclusterde woonvormen in de buurt.

De nabijheid van maatschappelijke en commerciële voorzieningen is veel problema-

tischer, want dat is afhankelijk van het publiek-privaat ondernemerschap. Senioren

vinden steeds meer de weg naar allochtone ondernemers in de wijk, die zijn ingespron-

gen op de behoefte aan kleine winkelvoorzieningen in de wijk.

0 3 6 9 4527 6315 5133 6921 57 8439 75 9312 4830 6618 54 8136 72 9024 60 8742 78 96 990

500

1000

1500

2000

3000

4000

2500

3500

4500

2010

2021

Leeftijd

Aant

al in

won

ers

Bevolkingsopbouw

Page 17: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

18

Staat van de stad 2020

Bij studenten bestond in 2010 grote vraag naar woningen, waarbij vooral ook een

kwalitatief veranderende vraag aan de orde was. Studenten willen het liefst een eigen

douche en keukenvoorziening. Het aanbod is momenteel zo’n 1.200 tot 1.500 eenhe-

den per jaar (planning tot 2020). De vele tijdelijke studentenhuisvesting die we in 2010

nog kende, is in 2020 vervangen door permanente onderkomens.

In 2010 kenden we een tekort aan gemeubileerde eenheden/appartementen voor bui-

tenlandse studenten en kenniswerkers. Door convenanten die met betrokken partners

zijn afgesloten, is dit tekort in 2020 weggewerkt.

Wonen boven winkels heeft een goede impuls gekregen. Mede hierdoor is er ‘s avonds

meer levendigheid in de binnenstad. De opslagfunctie van de bovenverdiepingen is

‘verhuist’ naar de rand van de stad. De bevoorrrading van de winkels gebeurt via de

Binnenstad-distributieservice.

De afgelopen twintig jaar (sinds 2000) is hard gewerkt aan integrale wijkvernieuwing in

met name de vooroorlogse wijken. De elf wijkvernieuwingsgebieden van toen –waar-

onder de Kruidenbuurt, Oud-Woensel en Lakerlopen– hebben een ware metamorfose

ondergaan. Niet alleen zijn er in de wijkvernieuwingsgebieden in totaal 16.000 wonin-

gen gerenoveerd, gesloopt en opnieuw gebouwd. Ook de leefbaarheid in de wijken is

verbeterd (schoner, groener en veiliger). Bij de bewoners is zichtbaar sprake van ‘sociale

stijging’; bewoners hebben hun wens om vooruit te komen, kunnen verwezenlijken.

Dit alles is in samenwerking en samenspraak gebeurd met corporaties, bewoners en

andere belanghebbenden.

Hoewel we continu alert blijven op de ontwikkelingen in de inmiddels voormalige

wijkvernieuwings-gebieden en Krachtwijken, moeten we ons de komende jaren volop

richten op vernieuwing van de naoorlogse wijken. Hiervoor gaan we minder groot-

schalig en rigoureus aan de slag dan voorheen, ook wijzen we vooraf geen wijken

aan. We steken in op ‘natuurlijke wijkvernieuwing’. Dit betekent dat we daar waar het

‘t hardst nodig is, aan de slag gaan. Dat hoeft niet in een complete wijk te zijn, maar

bijvoorbeeld alleen in een straat, buurt of wijk. Daarbij gaan we uit van de authentici-

teit, het eigen karakter van die straat of buurt. De goede, mooie en specifieke sfeer en/

of uitstraling van het aan te pakken stukje stad behouden en versterken we; met de

zwaktes gaan we samen met buurtbewoners, belanghebbenden en corporaties aan de

slag. De ene keer betekent dat renovatie of sloop en nieuwbouw, in een ander geval zal

de inspanning meer worden gericht op het vergroten van de leefbaarheid in de wijk, of

verhoging van participatie van bewoners via sociale programma’s. Het gaat dus om een

kleinschalige en fijnmazige aanpak, die samen met inwoners, corporaties en andere

partners in de stad wordt uitgewerkt.

Aan het oplossen van problemen rondom huisvesting van arbeidsimmigranten uit

Midden- en Oost-Europa is hard gewerkt. Van excessen is geen sprake meer, maar we

moeten wel de vinger aan de pols blijven houden.

Voor het gros van de ruim 900 dak- en thuislozen die Eindhoven en de regio in 2010

telde (en nog eens 1.100 mensen die dreigden dak- of thuisloos te worden), is via het

Stedelijk Kompas een oplossing gekomen. Er zullen altijd dak- en thuislozen zijn, maar

de grootste groep is ondergebracht in een van de 450 wooneenheden die tussen 2010

en 2020 zijn gerealiseerd. Ook de voortzetting van speciale woonbegeleidingstrajecten

en het terugdringen van het aantal huisuitzettingen heeft geleid tot het terugdringen

van het aantal dak- en thuislozen, inclusief zwerfjongeren. Met deze aanpak is korte

metten gemaakt met de overlast en criminaliteit die het gevolg waren van de levens-

omstandigheden waarin dak- en thuislozen verkeren, maar het blijft een punt van

aandacht.

Page 18: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

19

Staa

t van

de

stad

202

0

In de wijken zijn laagdrempelige informatie- en adviessteunpunten (ook digitaal) en

ontmoetingsplekken gerealiseerd, van waaruit ondersteuning kan worden geboden.

Onder meer aan de groeiende groep kwetsbare ouderen, opdat zij zo lang mogelijk

zelfstandig kunnen blijven wonen en goed en fit kunnen blijven meedoen.

In 2020 is duidelijk dat de laatste uitbreidingslocaties van de stad (Meerhoven, Ton-

gelresche Akkers en Blixembosch) hun afronding naderen. Tussen 2010 en 2020 lag er

een zwaar accent op inbreiding en herontwikkeling van de bestaande stad (zoals Strijp

S en Strijp R). Transformatie van kleinschalige bedrijventerreinen, revitalisering van

bestaande terreinen en herschikking van (naoorlogse) woonwijken was nodig om te

kunnen blijven groeien. Bij het realiseren van deze inbreidingen, zijn het versterken van

ruimtelijke kwaliteit en respect voor (cultuur)historie belangrijke uitgangspunten. Strijp

S is een goed voorbeeld waarbij (cultuur)historie, ruimtelijke kwaliteit en ontwikkeling

hand in hand gaan. De kredietcrisis van 2009/2010 gooide in het tempo van ontwikke-

lingen wel deels roet in het eten. Dankzij de regionale woningbouwafspraken is er in de

regiogemeenten voldoende gebouwd in de sociale sector.

3.3 Duurzaamheid, milieu en energie

Leefbaarheid nu en later; dat is het uitgangspunt bij duurzaamheid. We zien een duur-

zaam Eindhoven als een stad waar inwoners, bedrijven, kennisinstellingen en bezoekers

aangenaam wonen, werken en leven, zonder dat zij het vermogen van toekomstige

generaties om dat ook te kunnen doen, in gevaar brengen.

De gemeente Eindhoven heeft een forse energie/duurzaamheidambitie. Het streven is

om in 2035-2045 als stad energieneutraal te zijn. Dit betekent 70 procent energie be-

sparen en 30 procent energie duurzaam opwekken. Het realiseren van duurzaamheid

heeft meer aspecten dan ‘alleen’ energie besparen. Het gaat onder andere ook om het

reduceren van de emissie van broeikasgassen, de fijnstofproblematiek en mobiliteits-

vraagstukken, om hergebruik van grondstoffen en om bouwen voor de toekomst.

De afgelopen tien jaar heeft Eindhoven haar duurzaamheidsambities vertaald in

concrete uitvoeringsprogramma’s. Om de ambities op het terrein van duurzaamheid te

halen, pakken we de kansen bij nieuwe ontwikkelingen. Zeker waar de gemeente zelf

zeggenschap over heeft, zoals bij de bouw van spilcentra, (sport)accommodaties en

nieuwe huisvesting van het gemeentelijk apparaat. Maar ook ten aanzien van duur-

zaam inkopen, LED-straatverlichting en het bevorderen van biodiversiteit (groen en

waterstructuren) e.d. zijn we als gemeente alert. Duurzaamheid is overigens niet alleen

een taak van de (lokale) overheid; ook grote spelers in de stad bezien meer en meer

hoe duurzaamheid in hun initiatieven wordt doorvertaald. De gemeente treedt de ene

keer op als facilitator, een andere keer als aanjager van duurzaam ondernemerschap of

als subsidieverstrekker.

Voor de ontwikkeling van steden, en dus ook van Eindhoven, is klimaatverandering

een belangrijk punt. In de eerste plaats zijn steden met al hun economische activitei-

ten een belangrijke veroorzaker van de stijgende temperaturen. Tegelijkertijd is het

ook de stadsbewoner die met de gevolgen wordt geconfronteerd. De gevolgen van

klimaatverandering liggen op het terrein van waterbeheer, veiligheid, transport, elek-

triciteitsvoorziening, natuurbeheer en volksgezondheid. In het omgaan met klimaat-

verandering zijn er twee mogelijke strategieën: aanpassen aan klimaatverandering

(bijvoorbeeld het bouwen van dijken) of tegengaan van klimaatverandering (bijvoor-

beeld door in te zetten op schonere energiebronnen). Eindhoven zet vooral in op het

tegengaan van klimaatverandering.

Page 19: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

20

Staat van de stad 2020

Page 20: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

21

Staa

t van

de

stad

202

0

In 2020 is een aantal zware saneringsprojecten uitgevoerd in relatie tot grote ontwik-

kelingen (Strijp S, Strijp R). Daar waar mogelijk is relatie gezocht met duurzame energie,

in het bijzonder Koude-Warmte Opslag (KWO).

De riolering is en blijft op orde. Natte voeten worden voorkomen doordat we in 2020

een robuust systeem hebben waar hemelwater kan worden verzameld, opgeslagen en

afgevoerd. Er zijn waterstructuren verspreid over de stad. In een aantal wijken wordt

het regenwater apart ingezameld, zoals in onder meer Woensel en Gestel. Bij de inrich-

ting van de openbare ruimte houden we rekening met de dynamiek van het water: als

het extreem hard regent, kan een deel van de neerslag op straat worden opgevangen

zonder dat het tot schade lijdt. De Gender stroomt bijna weer overal zichtbaar in de

binnenstad. De grondwateroverlast hebben we onder controle. Dit is mede te danken

aan de grondwaterwinning voor drinkwater.

Eindhoven heeft zich goed op de kaart gezet als energiestad van Nederland. Een

belangrijke impuls daarvoor is gegeven in 2010, toen aan Eindhoven het KIC Energie

(Knowledge Innovation Centre) werd toegewezen. KIC’s zijn virtuele netwerken op

specifieke thema’s met maatschappelijke relevantie en kennen fysieke investeringen op

een aantal co-locaties. Doel van het vormen van KIC’s is het versterken van onderzoek,

onderwijs en uitwisseling van technologie. Met het KIC Energie krijgt Eindhoven samen

met Leuven een co-locatie, naast Karlsruhe, Grenoble, Barcelona, Krakow en Stock-

holm. In het project participeren de TU/e en de KU Leuven. Ook de vestiging van ECN

(Energieonderzoek Centrum Nederland) heeft bijgedragen aan de versterking van het

energieonderzoekcluster.

Hoewel veel voortgang is geboekt met energiebesparing, komt windenergie nog niet

echt van de grond. Ons lokale duurzame energiebedrijf is volop in bedrijf. De gestage

groei van de eigen duurzame energieproductie moet wel krachtig worden voortgezet

om tijdig (in 2040) energieneutraal te zijn. De verduurzaming van de mobiliteit is hope-

lijk op gang gekomen na invoering van een vorm van kilometerbeprijzing. Als we niets

doen in die richting, zal het mobiliteitsprobleem groeien.

3.4 Bereikbaarheid

In 2020 zet een groeiende groep bezoekers hun auto op een van de transferia aan de

rand van de stad en gaat verder met de bus en/of de (elektrische) fiets de binnenstad

in. De doelstelling die er in 2010 was (30 procent minder automobiliteit binnen de Ring)

is mede hierdoor gerealiseerd. Ook de verfijning en uitbreiding van het fietsnetwerk

(o.a. tracé Kanaaldijk – Geldrop en Ring – Son), het toegenomen aantal treinreizigers en

het verbeterde busvervoer hebben hieraan een steentje bijgedragen. We hebben het

dan over onder meer de uitrol van het netwerk voor hoogwaardig openbaar vervoer

( HOV-netwerk): HOV 2 en corridors (aansluiting HOV 2 met HOV 1 via intercitystation

Eindhoven Airport. Die extra treinreizigers zijn er mede gekomen omdat er tegenwoor-

dig zes intercity’s per uur naar Amsterdam rijden en vier intercity’s per uur naar Rot-

terdam/Den Haag. De langgekoesterde wens voor goede intercityverbindingen naar

Antwerpen/Brussel, Luik, Düsseldorf en Aken (minimaal 1 keer per uur) is verwezenlijkt.

Het intercitystation Eindhoven Airport (Acht) wordt goed gebruikt voor (zakelijke)

reizigers van Eindhoven Airport.

Het aantal reizigers dat voor het openbaar vervoer kiest, is in 2020 met 50 procent

toegenomen. Dit komt onder meer door verbetering van de dienstverlening, de inzet

van comfortabele voertuigen, verbetering van de aansluiting bij voor- en natransport

en nieuwe vervoersconcepten zoals mini- en/of belbus.

Page 21: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

22

Staat van de stad 2020

Voor automobilisten is de doorstroming verbeterd. De Ruit rond Eindhoven en Hel-

mond nadert zijn voltooiing, de N69 is deels omgelegd en deels opgewaardeerd. Op

de A58 en A67 is meer capaciteit ontstaan. Op de Randweg zijn drie (ver)nieuw(d)e

aansluitingen gekomen, waardoor de verkeersstromen beter worden verspreid. Toch

zien we dat de effecten van de ombouw van de Randweg, die de afgelopen jaren goed

merkbaar waren, beginnen uit te werken. De mobiliteitsgroei is niet gestopt. We moe-

ten nadenken over nieuwe maatregelen om de doorstroming te behouden.

Eindhoven heeft dynamisch verkeersmanagement ingevoerd. Voor het goederenver-

voer is een systeem van multimodale bevoorrading/overslag gereed gekomen. Het aan-

tal fietsers is met een kwart toegenomen. Het effect dat van deze maatregelen wordt

verwacht, is het grootst bij het integraal doorvoeren van al dit soort maatregelen. Daar

ligt ook de kritische succesfactor.

Het autoluwer maken van de binnenstad en de Leenderweg verloopt moeizaam. We

moeten er keihard aan trekken om in deze gebieden te voldoen aan de normen voor

luchtkwaliteit, en daarmee het leven voor de aanwonende Eindhovenaren aangenamer

en gezonder te maken.

Eindhoven Airport heeft het juiste pakket aan zakelijke bestemmingen voor Brainport

en is op weg om de meest duurzame luchthaven van Europa te worden. Die duurzaam-

heid heeft zich vertaald in onder meer de goede bereikbaarheid per openbaar vervoer

(spoor en HOV). Tussen het intercitystation Eindhoven Airport en de terminal is een in-

novatief vervoersconcept gerealiseerd. Een ander aspect van een duurzame luchthaven

is dat alleen vliegtuigen die zo min mogelijk milieubelastend zijn, welkom zijn. Naleving

van deze afspraken wordt in de gaten gehouden door een platform waarin vertegen-

woordigers van overheid, airport, triple helix partners en omwonenden zitten.

3.5 Veiligheid

De stad is veiliger geworden. De integrale aanpak van het gemeentelijke veiligheidsbe-

leid hebben aantoonbaar en voelbaar (juist ook voor de burger) zijn vruchten afgewor-

pen. Het Veiligheidshuis is een van de instrumenten die we daartoe hebben ingezet

en blijven inzetten. Ingestoken is op misdrijven die de burgers en bedrijven het meest

raken en waar Eindhoven in 2010 hoog op scoorde: woninginbraken, auto-inbraken,

fietsendiefstallen en overvallen. Andere prioriteiten waren veilig uitgaan, de aanpak

van risicojeugd, de aanpak van georganiseerde criminaliteit, de aanpak van geweld en

de geïntegreerde aanpak van woonoverlast. Er heeft een verschuiving plaatsgevonden

naar criminaliteit richting bijvoorbeeld bedrijven. Mede daarom zijn camera’s in win-

kelcentra en bedrijvenlocaties eerder regel dan uitzondering. Dat hoeft niet altijd een

publieke taak te zijn, integendeel. Bedrijven, winkels en mogelijk ook wooncomplexen

zullen in toenemende mate zelf camera’s installeren, mede omdat buurtpreventie zijn

beste tijd heeft gehad.

In het Veiligheidshuis werken diverse partners samen om de stad veiliger en leefbaar-

der te maken. Het Veiligheidshuis Eindhoven houdt zich met name bezig met veelple-

gers en nazorg van ex-gedetineerden, relationeel geweld (waaronder huiselijk geweld,

jeugdprostitutie en eerwraak), risicojeugd, verslaving en sociale overlast. Het werk is

zowel gericht op preventie als repressie. De insteek is preventie waar mogelijk, repres-

sie als het niet anders kan.

Het Veiligheidshuis is in 2020 geregionaliseerd.

Via de Eindhovense Veiligheidsindex zijn de verbeteringen goed te monitoren.

De laatste jaren hebben we samen met de regio flink geïnvesteerd in de aanpak van

de georganiseerde criminaliteit, zoals de hennepteelt. Dit is mede mogelijk geworden

Page 22: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

23

Staa

t van

de

stad

202

0

door het sinds 10 jaar functionerende Regionaal Informatie- en Expertisecentrum.

Eindhoven is tevens thuisbasis van het instituut voor veiligheid en technologie.

Eindhoven heeft inmiddels een volwaardige rechtbank. Het verzoek om ook een peni-

tentiaire inrichting naar Eindhoven te halen, ligt nog steeds in ‘Den Haag’.

3.6 Zorg en welzijn

In 2020 stelt de gemeente haar Eindhovense burgers in staat zoveel mogelijk zelf-

redzaam te zijn en de regie zelf in handen te nemen. De tijd van ‘pamperen’ door

de overheid is definitief voorbij. We gaan uit van de eigen kracht van mensen. Voor

Eindhovenaren die het niet zelf redden, blijft er –via onder meer de Wet maatschap-

pelijke ondersteuning (WMO)– een vangnet bestaan. De overheid treedt daarbij op

als regisseur; in die rol brengt de gemeente partners bij elkaar om met elkaar vorm te

geven aan de benodigde infrastructuur. De schotten tussen instanties zijn zo goed als

geslecht; de hulp concentreert zich op één adres van waaruit één vorm van regie wordt

gevoerd. De vraag/behoefte staat daarbij centraal. De organisatie van het aanbod vindt

zo dicht mogelijk bij de burger plaats: in wijken en buurten.

Eindhoven blijft sociale uitsluiting voor de meest kwetsbare burgers tegengaan. Deze

mensen, van jong tot oud van allochtoon tot autochtoon van gezond tot gehandicapt,

komen sociale, fysieke en financiële drempels tegen. Armoedebestrijding bezien we

in die samenhang. Dat betekent dat Eindhoven haar armoedebeleid en activiteiten ter

bevordering van de sociale insluiting op deze aspecten blijft richten. Gezondheid, leef-

omgeving, wonen, diversiteit, reïntegratie, activering, eigen kracht, toegankelijkheid,

voorzieningen, dienstverlening en inkomensondersteunende maatregelen vormen

allen in samenhang dit beleid.

Op het gebied van armoedebestrijding werken gemeente, instellingen, stichtingen,

vrijwilligers en burgers nauw samen. De mensen waar het hier om gaat, staan centraal

en worden betrokken. Alle dienst- en hulpverlening is er dan ook op gericht om hen

zelfredzaam te houden en te maken. Hierdoor zijn ze toegerust om zelf verantwoorde-

lijkheid te nemen en blijvend te participeren in de Eindhovense samenleving. Boven-

dien kunnen zij zich dan vervolgens ook inzetten voor anderen in een moeilijke situatie.

Als gevolg van een goede implementatie van de vroegere woonservice-aanpak (tien

jaar geleden als project beëindigd) is er op wijkniveau continue aandacht voor het

zelfstandig wonen en de participatie van mensen met een chronische ziekte of een

(lichamelijke, verstandelijke en/of psychosociale) beperking. Het aanbod van woon-,

welzijn- en zorgdiensten voor mensen die nog zelfstandig wonen, is mede dankzij de

uitrol van glasvezel de afgelopen tien jaar vergroot, de kwaliteit van de huisvesting,

dienstverlening en zorg is toegenomen en de knelpunten in de toegankelijkheid van

de leefomgeving zijn weggenomen. Dit is gebeurd in nauwe samenwerking met pro-

fessionals, actieve partijen in de wijk en bewoners.

Het WMO-loket functioneert goed, na aanpassingen aan het begin van het decennium.

Ook hier wordt gebruik gemaakt van ICT&technologie om de dienstverlening dichtbij

de burger te brengen.

Gezonde leefstijl, gezonde buurten en gezonde zorg zijn nog steeds de speerpunten

van het lokale gezondheidsbeleid. Er is een breed aanbod, zoals aanpak van overmatig

drankgebruik, overgewicht, preventieve ouderenzorg, depressie en roken en drugs.

De in 2010 in gang gezette vernieuwing van het welzijnsbeleid is in 2020 duide-

lijk zichtbaar. Het aanbodgerichte werken is omgezet in vraaggericht opereren. De

Page 23: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

24

Staat van de stad 2020

behoefte in de stad is leidend. Dit heeft geleid tot een aanzienlijke besparing en meer

efficiënte inzet van middelen. We kunnen door de nieuwe werkwijze beter sturen op

de gewenste effecten. Daardoor is de bureaucratie en de administratieve last bij de

uitvoerders enorm afgenomen en zijn de gebruikers over het algemeen erg tevreden.

Kanttekeningen zijn er ook. De verharding en verzakelijking van de samenleving heeft

zich doorgezet. Dat gaat pijn doen, zeker omdat de overheid zich de afgelopen jaren

deels heeft teruggetrokken. In de hele samenleving geldt dat er een afnemende accep-

tatie is van gezag: voor ouders, politie, huisarts, leerkracht en politieke ambtsdragers.

Door de vergrijzing neemt de kans op eenzaamheid toe. Hoewel we volop inzetten

op het ondersteunen en benutten van de ‘zilveren kracht’ en vrijwilligers, is het nog

maar de vraag of we er voldoende behouden. De beter gesitueerde 55-plussers pakken

mogelijk de kans te baat om een flinke tijd op vakantie te gaan, of willen zich niet meer

binden aan langdurige verplichtingen. Dat laatste geldt overigens voor alle Eindhove-

naren.

De segregatie is een blijvend probleem; op scholen en in wijken. De tweedeling tussen

draagkrachtigen en minder bedeelden blijft een punt van zorg en zal mogelijk in toene-

mende mate tot spanningen leiden. Het is lastig in te schatten hoe ver de decentralisa-

tietendens voor zorg en inkomen, die in 2010 speelde, zich voortzet en welke gevolgen

dat heeft voor het sociale karakter van de stad. Eindhoven kan niet alles opvangen, niet

alle gaten een-op-een dichten die het Rijk in verschillende decentralisatieoperaties laat

vallen.

3.7 Jeugd

Eindhoven faciliteert ontplooiingsmogelijkheden voor jeugd met als doel dat jongeren

zich ontwikkelen tot zelfstandige deelnemers in de maatschappij. Centraal staat het

aanbieden van een ononderbroken ontwikkelingslijn van 0 tot 23 jaar. Het beleid is

gericht op het versterken van talenten, interesses en potenties en op het erbij willen,

kunnen en mogen horen.

Activiteiten staan onder meer in het teken van bevordering onderwijsdeelname, bevor-

dering integratie, bestrijding onderwijsachterstanden, voorkomen voortijdig schoolver-

laten, bevordering techniekeducatie, preventie en aanpak van risicojeugd, opvoed- en

opgroeiondersteuning. Dit alles zo veel mogelijk gericht op preventie.

De vraag naar opvoedingsondersteuning zal groeien. De drempel om een beroep te

doen op opvoedingsondersteuning is geslecht. De opvoedingsondersteuning wordt

op alle scholen geboden. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) coördineert de

opvoedingsondersteuning en complexe hulpverlening aan jeugdigen en gezinnen, èn

fungeert als expertisecentrum voor professionals en vrijwilligers. Instellingen vanuit

onder meer jeugdzorg, peuter- en kleuteropvang, (speciaal) onderwijs, welzijn en

verslavingszorg en onderwijs werken daarin samen. Het CJG heeft inmiddels ook een

regionale functie gekregen, inclusief de jeugdzorg die van provincie naar de gemeen-

ten is overgedragen.

Met zeker tachtig procent van de jongeren gaat het goed. Voor hen die zorg nodig heb-

ben, heeft de gemeente Eindhoven in 2020 de groep 0 tot 13-jarigen sneller in beeld en

wordt sneller actie ondernomen. Dit komt omdat de ketenpartners beter en natuur-

lijker samenwerken dan in 2010. Als gevolg hiervan worden problemen in de keten

sneller gesignaleerd en opgepakt.

Page 24: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

25

Staa

t van

de

stad

202

0

Voor de groep 10 tot 23-jarigen staat in 2020 de zorgstructuur: er wordt sneller zorg

geboden en die zorg wordt meer op maat geleverd. Voor zwerfjongeren is er een pas-

sende aanpak: zij nemen deel aan zorgtrajecten. De Eindhovense Sociaal Maatschappe-

lijke School (eSMS) werpt in 2020 zijn vruchten af.

Jongeren tot 27 jaar die geen opleiding volgen of werk hebben krijgen een leer-

werkaanbod via de Wet WIJ.

De jongerencentra opereren bovenwijks. Daarmee verdwijnen de jongeren niet uit de

openbare ruimte. Hangjongeren is iets van alle tijden, al zullen zij elkaar op steeds weer

andere locaties ontmoeten. Op steeds andere plekken zullen omwonenden overlast

ervaren. Vrijwilligerswerk in de zorg zal nog steeds niet aanspreken. Jongeren zullen

toch vooral dat jongerenwerk blijven doen waar ze zich mee verbonden voelen, zoals

bij de scouting en sport. Waar sprake is van teruglopend vrijwilligerswerk zal door de

maatschappelijke stages wellicht toch in de behoefte kunnen worden voorzien.

Page 25: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

26

Staat van de stad 2020

Page 26: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

27

Staa

t van

de

stad

202

0

4 Leren en werken in Eindhoven

4.1 Onderwijs en kennis

Een vroege aanpak van taalachterstanden via de voor- en vroegschoolse educatie (VVE)

is nog steeds nodig.

De ontwikkeling van SPIL-centra (Spelen, Integreren, Leren) met voor-, tussen- en na-

schoolse opvang speelt in op de trend dat steeds vaker beide ouders werken. Deson-

danks zal 2020 nog slechts een suboptimale verlenging van de schooldag kennen. Een

concept van de nieuwe school is nog niet in ontwikkeling.

Allochtonen gaan overigens in deze ontwikkeling nog onvoldoende mee.

In 2020 zijn alle basisscholen onderdeel van SPIL en is de ‘witte vlucht’ uit wijken een

verschijnsel uit het verleden.

Ook binnen het voortgezet onderwijs is nog onvoldoende ingespeeld op de gewenste

verlenging van de schooldag. Er is slechts sprake van enige arrangementen met huis-

werkbegeleiding. Nu met behulp van doordecentralisatie de vmbo’s zijn gerealiseerd,

moeten de overige onderwijsgebouwen van het voortgezet onderwijs een opknap-

beurt krijgen.

Wat betreft het behalen van een startkwalificatie is de groep zonder startkwalificatie

meer dan gehalveerd (in 2010 telden we 2.400 vroegtijdig schoolverlaters), maar de

teller staat nog niet op nul. Er blijft een kleinere maar ‘hardere’ groep over en concep-

ten zoals School 23 zijn niet meer weg te denken; hoe graag we ook zouden willen.

Er wordt nog steeds zwaar ingezet op het tegengaan van vroegtijdig schoolverlaten;

samen met partners. De arbeidsmarkt vraagt immers om de beschikbaarheid van elk

talent.

In Eindhoven studeren ruim 27.500 studenten in het hoger onderwijs. Ongeveer 11.250

van hen doen dat aan de TU/e, de overigen aan Fontys Hogescholen en de Design

Academy Eindhoven (DAE). Daarnaast studeren er aan het ROC-Eindhoven 22.500

studenten.

Met het oog op de toekomst en ambities van Brainport heeft Eindhoven –uiteraard

samen met diverse partners– stevig ingezet op studentenbeleid. Mede daardoor heeft

Eindhoven een sterke aantrekkingskracht op zowel binnen- als buitenlandse studenten.

Eindhoven is als ‘eigenzinnige’ studentenstad populairder geworden. Hoewel het aantal

uitwonende studenten groeit, blijft Eindhoven wat dit betreft achter bij studentenste-

den als Nijmegen en Groningen. Uitwonende studenten zijn traditioneel de actieve

vormgevers van het studentenleven. Toch is aan de sfeer in met name in de binnenstad

te merken dat Eindhoven meer een studentenstad is dan tien jaar geleden.

In de universitaire wereld zien we een steeds intensievere samenwerking tussen univer-

siteiten onderling en tussen universiteiten en hogescholen. Zowel het Masterplan van

de TU/e als de profilering van Fontys op drie gebieden (sport, technologie en econo-

mie/welzijn) hebben de positie van Eindhoven als kennisstad versterkt.

Een opgave blijft het behouden van schoolverlaters voor de regio: van mbo tot univer-

sitair geschoolden.

leren en werken

Page 27: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

28

Staat van de stad 2020

4.2 Arbeidsmarkt algemeen

De tijd van een overschot aan werkzoekenden hebben we al een aantal jaren achter

ons gelaten. Er is al weer enige jaren sprake van een continu tekort aan vooral hoogop-

geleide technici. Ook de zorgsector kampt met tekort aan arbeidskrachten.

Eindhoven blijft werken aan een arbeidsmarkt die toekomst-proof is. Het arbeidspo-

tentieel in de regio is voldoende groot, kwalitatief goed en flexibel genoeg om de

verwachtingen als toptechnologische regio waar te maken en vast te houden. De aan-

sluiting onderwijs-arbeidsmarkt is daarbij een blijvende opgave. Ook het voorkomen

van tweedeling van de arbeidsmarkt blijft een aandachtspunt. In de brainportregio zijn

uiteraard hoog opgeleide mensen van grote waarde, maar met alleen knappe koppen

komen we niet veel verder. Vaklieden met gouden handen koesteren we eveneens. De

mensen die meer steun nodig hebben bij het vinden en vasthouden van werk, worden

gesteund in het bereiken daarvan. Eindhovenaren moeten uiteraard hun eigen ver-

antwoordelijkheid blijven nemen om actief deel te nemen aan de samenleving, indien

mogelijk in de vorm van betaalde arbeid.

Werknemers moeten er rekening mee houden dat ze langer moeten doorwerken. De

pensioenleeftijd schuift op. Ook werkgevers moeten daarop inspelen. Zij moeten er in

hun aanname- en opleidingenbeleid rekening mee houden dat steeds oudere werk-

nemers aan de deur kloppen. Het belang van behoud van kennis heeft zich voor veel

ouderen vertaald in een betere positie op de arbeidsmarkt.

In samenwerking met TU/e en bedrijven worden meer kenniswerkers aangetrokken.

Die hebben we in 2020 nog steeds hard nodig, vanwege het te verwachte tekort aan

high potentials misschien nog wel harder dan in 2010. Het expatcenter is een instru-

ment van de gemeente/regio/provincie om kenniswerkers (en bedrijven die hen

aantrekken) te ondersteunen. De doelgroepen en het dienstverleningspakket van dit

expatcenter zijn in 2020 verder verbreed. Naast kenniswerkers kunnen er ook studen-

ten en trainees terecht. Met ditzelfde doel voor ogen is er het Brainport International

Community programma. Dit programma helpt (aankomende) tekorten aan hoger tech-

nisch opgeleiden te reduceren door met werkgevers en opleiders van internationale

kenniswerkers voor de regio aan te trekken en te behouden.

We zijn en blijven een sociale stad. Participatie vinden we een must, waarbij betaald

werk de hoogste vorm van participatie is. Eindhoven zet ook in 2020 onverminderd in

op het toeleiden naar werk, ook voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt.

Dit zal een flinke opgave blijven. Ook hier geldt dat de eerste verantwoordelijkheid bij

de burger zelf ligt. Wij zien voor ons als overheid een ondersteunende rol weggelegd.

Voor Eindhovenaren waarbij betaald werk echt (nog) een stap te ver is, zorgen we voor

een vangnet. Het gaat vaak om kwetsbare mensen die ver van de arbeidsmarkt staan.

Het nieuwe werken (zoals thuis of mobiel werken) is meer gemeengoed geworden,

onder meer dankzij de verdere uitrol van het glasvezelnetwerk, draadloos internet en

de verdere groei van het aantal ZZP’ers. De gemeentelijke organisatie draagt zelf ook

het nieuwe werken uit en heeft hiermee een efficiencyslag gemaakt.

De wijkeconomie heeft de afgelopen jaren een flinke impuls gekregen. Veel kleine

ondernemers hebben hierdoor een kans gekregen om een eigen bedrijf succesvol van

de grond te tillen. Met het opkalefateren van sommige winkelstrips en binnenstedelijke

kleinschalige bedrijventerreinen is de leefbaarheid toegenomen.

De arbeidsmarkt wordt steeds internationaler. Steeds meer kenniswerkers komen hun

toekomst maken in Eindhoven. De goed functionerende internationale school, de

Page 28: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

29

Staa

t van

de

stad

202

0

goede bereikbaarheid (waaronder Eindhoven Airport) en een prettig leefklimaat heb-

ben daaraan bijgedragen. We moeten onze internationale concurrenten wel goed in de

gaten houden. Achteroverleunen is er niet bij; expats moeten verleid blijven worden

om in Eindhoven/Brainport te komen wonen en werken en bedrijven moeten blijven

investeren in hun concurrentiekracht.

Een goed vestigingsklimaat is daarbij van belang. Dat betekent wonen in prettige,

veilige en groene wijken, goed onderwijs en voldoende uitgaans- en recreatiemogelijk-

heden. Ook moet de dienstverlening aan (internationale) ondernemers op orde zijn.

De kantorenmarkt heeft tien jaar geleden (2009/2010) een flinke terugslag moeten

verwerken, toen de krediet- en economische crisis volop woedde. Deze negatieve

trend is inmiddels redelijk ingelopen. Wel zijn er structureel minder kantoren nodig

door onder meer vergrijzing van de beroepsbevolking en de doorzettende trend van

flexibele werkplekken, thuiswerken en minder ruimte per fte (volledige arbeidsplaats).

Dit alles leidde ook na de crisis van 2009/2010 tot een lagere vraag naar kantoren dan

voorheen en een soms moeizame transformatie van kantoren naar andere functies.

Toch blijft Eindhoven de ‘kantorenstad’ van Zuid-Nederland, mede dankzij de OV-knoop

rondom het Stationsgebied. Van belang is dat op de Eindhovense kantorenmarkt

een juiste afweging blijft worden gemaakt tussen enerzijds het minder toevoegen

van nieuwe kantoorruimte (leidt mogelijk tot vergroting van de leegstand op andere

locaties) en anderzijds de noodzaak om kwalitatief goede, duurzame gebouwen te kun-

nen realiseren die ruimte bieden aan de Brainport-ambities (bijv. de High Tech Campus

Eindhoven).

4.3 Kennis-/maak-/creatieve economie

De Eindhovense economie laat zich typeren als een driepoot. Eindhoven heeft de

brains, de creatieve geesten en de handjes in huis om producten uit te vinden, vorm te

geven en te maken.

De in Eindhoven en regio gevestigde kennisindustrie is toonaangevend in Nederland

en Europa. Op het gebied van R&D uitgaven staat Brainport Eindhoven in Nederland

op de eerste plaats, waardoor ons land op dit gebied ook Europees goed scoort, ook als

het gaat om o.a. competitiviteit, productiviteit en innovatiepotentieel van de kennisin-

dustrie. Wel moet een onderscheid worden gemaakt in publieke en private uitgaven in

onderzoek en ontwikkeling. De publieke uitgaven liepen in 2010 achter bij de private,

maar daar is de afgelopen jaren een kentering in gekomen.

De ambitie is te komen tot een op mondiaal schaalniveau onderscheidend technolo-

gie-portfolio naar excellentie, focus en massa, dat een bijdrage levert aan een duurza-

mere, gezondere, veiligere en meer zorgzame wereld. Ook wil de stad/Brainportregio

uitblinken op gebied van ondernemersdynamiek, concurrentievermogen en onderne-

mersklimaat.

Open innovatie is geen loos begrip meer, maar dagelijkse praktijk. Letterlijk zicht- en

voelbaar op de High Tech Campus (HTC). Ook op de in 2014 geopende Brainport Inno-

vatie Campus (BIC) is open innovatie gemeengoed. Daarnaast hebben we de High Med

Campus, de Automotive Campus en de TU/e campus.

De HTC kent in 2020 een optimale benutting (12.000 mensen) en is de komende jaren

een nog interessantere en uitdagende leer/werkomgeving voor zowel binnen- als

buitenlandse studenten en kenniswerkers.

Vanuit de open-innovatiegedachte is het voor het midden- en kleinbedrijf (MKB)

interessant om zich ook op een van de campussen te vestigen. De aanwezigheid van

Page 29: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking
Page 30: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

31

Staa

t van

de

stad

202

0

kennisinstellingen en/of OEM’ers (original equipment manufacturer) kan een goede

spin-off opleveren. Niet alleen in de zin van dienstverlening, maar ook als producent

van innovatieve producten of als toeleverancier.

Naast de KIC Energie (zie ook 3.3) is op de High Tech Campus sinds 2010 een KIC ICT

Labs gevestigd. Daarin participeren Philips en de TU/e en wordt samengewerkt met

Berlijn, Stockholm, Helsinki en Parijs. De vestiging van de Stichting voor Fundamenteel

Onderzoek der Materie (FOM) en het ECN (Energieonderzoek Centrum Nederland) op

de High Tech Campus is een aanwinst voor de brainportambitie gebleken.

De vier Eindhovense Field Labs op het gebied van sport en technologie zijn tot volle

wasdom gekomen en hebben niet alleen geleid tot Olympische medailles, maar ook tot

producten die gebruikt worden bij onder meer revalidatieprogramma’s.

Het MKB heeft tussen 2010 en 2020 opnieuw een flinke innovatieslag gemaakt; het

MKB is goed aangehaakt in Brainport. Het grootbedrijf beseft dat het MKB goed aange-

haakt moet zijn in de hele keten. Dat ketendenken speelt nu een (nog) grotere rol dan

in 2010.

Internationalisering is voor steeds meer MKB’ers van belang. Anno 2020 onderneemt

het midden- en kleinbedrijf meer op de internationale markt met behulp van design en

innovatie dan tien jaar geleden. Eindhoven faciliteert MKB’ers die de internationalise-

ringslag niet kunnen maken.

Eindhoven is een designstad en verdient daar een goede boterham mee. De stad ge-

bruikt haar designkracht naast de economische, ook voor ruimtelijke en sociaal-maat-

schappelijke ontwikkeling voor de stad en haar inwoners. Design wordt steeds meer

zichtbaar en beïnvloedt de wijze waarop burgers wonen, leven, werken en recreëren.

Design en stedelijke ontwikkeling in brede zin (fysiek en sociaal) gaan steeds meer

samen op.

De gemeente Eindhoven zet design/creatieve economie in voor innovatie en maat-

schappelijke opgaven zoals vergrijzing, sociale samenhang, veiligheid, zorg en milieu.

Daarnaast koestert Eindhoven ook de intrinsieke waarde van design. De Design

Academy speelt daarin een wezenlijke rol. De Design Coöperatie heeft in 2020 zijn

bestaansrecht bewezen.

Eindhoven was één van de twee finalisten in de competitie World Design Capital

2012. Deze wereldwijde erkenning voor het designprofiel van Eindhoven en de wijze

waarop Eindhoven deze kwaliteit ten behoeve van de economische, ruimtelijke en

sociaal-maatschappelijke ontwikkeling van de stad en haar inwoners ontwikkelt, heeft

sindsdien als een vliegwiel gewerkt. Design draagt sterk bij aan de verdere internatio-

nalisering van onze stad.

De ambitie uit 2010 om creatieve industrie als ‘nieuwe economie’ te zien en benutten, is

verzilverd.

Het in 2010 in gang gezette citymarketingbeleid heeft zichtbaar vruchten afgeworpen.

We hebben de sociaal-economische vitaliteit van stad en regio versterkt. Onze (inter-

nationale) herkenbaarheid en aantrekkelijkheid van de stad en de regio is vergroot,

dankzij de gezamenlijke inspanningen door de triple helix in stad en regio.

Dit hebben we gedaan door ons verder te profileren met ons ‘DNA’: we zijn en blijven

grensverleggend, inhoudelijke gedreven, doelbewust en inventief op onze onderschei-

dende sterke kanten als technologie, licht en design. We hebben daardoor een (nog)

duidelijker imago gekregen als stad van technologie en innovatie, als kennisstad en als

designstad.

Page 31: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

32

Staat van de stad 2020

Page 32: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

33

Staa

t van

de

stad

202

0

5 Beleven in Eindhoven

5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad)

De ambitie om uit te groeien tot een toptechnologische regio van wereldformaat en

tegelijkertijd een leefbare en sociale stad te blijven, vroeg (en vraagt) om een schaal-

sprong in kwaliteit. In kwaliteit van onder meer woningen (veranderde vraag), de

woonomgeving (groen), het stadshart (is dat aantrekkelijk genoeg voor iedereen, ook

voor de internationale kenniswerkers), voorzieningen (onderwijs, sport, recreatie, cul-

tuur), veiligheid en bereikbaarheid.

Dit betekent niet dat de hele stad compleet op de schop moest. Dat hoefde ook niet.

De Eindhovense basisinfrastructuur, de ‘onderlegger’ van het woon-, werk- en leefkli-

maat ligt vast en is redelijk tot goed op orde. Deze onderlegger biedt een solide basis

voor een goede ruimtelijke kwaliteit in de stad. We hebben een grote verscheidenheid

aan woon- en werkgebieden, zijn zuinig op onze cultuurhistorische waarden en gaan

uit van een duidelijke groene en waterstructuur. De stad is daarnaast onderdeel van

een (inter)nationaal web van weg-, spoor- en luchtverbindingen.

De groei van de stad is lang afhankelijk geweest van de morfologische structuur van

zandruggen en beekdalen. De verstedelijking liep eerst langs de radiale wegen. Dit

heeft geleid tot de typische structuur met oude dorpsradialen (linten), afgewisseld met

een groen- en blauwe dooradering, die in drie wiggen (Genneper Parken, Stadspark en

Landelijk Strijp) vanuit het omliggende buitengebied de stad binnendringen; de zo-

genaamde groene Y. In elk van de drie groenen wiggen is een stadspoort gerealiseerd.

Door deze groene longen en door de komst van tussenliggende bedrijventerreinen zijn

de oorspronkelijke kernen nog steeds herkenbaar. Dit cultuurhistorisch verleden

koesteren we, mede omdat het van groot belang is voor de identiteit van Eindhoven.

Wat er ook gebeurt in de stad: de historisch gegroeide ruimtelijke opbouw moet her-

kenbaar blijven. Bovendien draagt deze structuur bij aan een complete stad met natuur

en recreatiemogelijkheden dicht bij huis.

Eindhoven is bekend als groene stad en dat imago is in 2020 verder versterkt. Zo is de

verbinding met het Groene Woud een feit en kent de stad een open, rustig en beleef-

baar Middengebied als uitloopgebied voor stadsbewoners. We koesteren parken als

natuurlijke ontmoetingsplekken; parken zijn onderdeel van het fijnmazige groene net-

werk van de stad. De afgelopen tien jaar zijn veel nieuwe bomen langs de hoofdwegen

geplant. Dat blijven we de komende jaren doen, zodat in 2040 de wegeninfrastructuur

samenvalt met een robuuste groene dooradering van de stad.

In tegenstelling tot de ‘basisinfrastructuur’ is in de gebouwde omgeving het afgelopen

decennium wel het nodige gebeurd. Daarbij gaat het niet altijd om de buitenkant van

het gebouw. De gebouwen staan er nog steeds, maar hebben soms een andere functie

gekregen. Leegstaande kantoren zijn waar mogelijk omgebouwd tot woningen, oude

bedrijfsgebouwen bieden onderdak aan starters en kunstenaars en boven winkels

wordt gewoond. Daarmee verandert de sfeer en beleving van een buurt, wijk of stads-

deel.

De stad is de afgelopen tien jaar drukker geworden. De ruimte wordt intensiever

gebruikt door méér mensen die niet altijd even zorgvuldig met elkaars gevoeligheden

omgaan. Open plekken die er in 2010 nog her en der in de stad waren, zijn de afge-

lopen jaren volgebouwd of tijdelijk in gebruik genomen om verval te voorkomen. Er

zijn veel appartementencomplexjes door derden gerealiseerd en op locaties die niet

beleven

Page 33: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

34

Staat van de stad 2020

goed in de markt liggen worden door omwonenden auto’s geparkeerd en soms tuintjes

aangelegd. Daarnaast is er druk gebouwd in Meerhoven en Strijp S. De ontwikkeling

in het Stationsgebied staat ook niet stil. Door versoepelde landelijke wet- en regel-

geving mogen huiseigenaren veel meer aan- en bijbouwen dan in 2010. Die nieuwe

serres, dakkapellen en grotere huiskamers leveren een ander straatbeeld op. De een

zal dat een verademing vinden, de ander zal het als rommelig en storend ervaren, en

het als een aantasting van de ruimtelijke kwaliteit beschouwen. De transformatie van

kantoor- naar woonruimte levert drukte in de straat op. Gebieden die voorheen alleen

overdag werden gebruikt, zijn nu ook ’s avonds levendig. Ook hiervoor geldt dat de

ene bewoner het kan waarderen, terwijl de ander klaagt over parkeerdruk en lawaai.

Het blijft daarnaast een grote klus om de naoorlogse wijken leefbaar te houden. Voor

deze wijken geldt dat vraag en aanbod van woningen niet meer op elkaar aansluiten.

Leegstand is geen optie, maar het aantal woningen van hetzelfde type is te groot. Het

is niet langer voldoende om samen met bewoners de leefbaarheid op peil te houden.

Er moeten drastischer maatregelen worden genomen. Samen met bewoners worden

plannen gemaakt voor een grote make-over van de bestaande woningen. Denk daarbij

bijvoorbeeld aan het collectief uitbouwen van de achterzijde van de woningen waarbij

de extra vierkante meters leefruimten worden gecombineerd met groene daken en

zonnepanelen. In sommige buurten gaan zelfs stemmen op om de bestaande wo-

ningen te slopen en een compleet ander aanbod terug te bouwen. Het blijft echter

moeilijk om àlle handen op elkaar te krijgen. Zeker als je je realiseert dat de bekende

‘huisjesmelkers’ hun werkveld naar de naoorlogse wijken hebben verplaatst.

Het onderhoud en beheer van de openbare ruimte is de afgelopen tien jaar een steeds

grotere klus geworden. De omvang van het gebied dat moet worden beheerd en

onderhouden is tussen 2010 en 2020 met maar liefst één-vierde toegenomen. Onder

meer vanwege de oplevering van woningen en voorzieningen in Meerhoven en Strijp

S. Het budget daarentegen is niet meegegroeid. Er wordt daarom minder vaak ge-

maaid, de trottoirs worden niet meer wekelijks onkruidvrij gemaakt en kapotte bankjes

moeten langer wachten op vervanging. Binnen de mogelijkheden die de gemeente

heeft, zorgen we voor een goede inrichting van de openbare ruimte. Daarbij staat een

duurzame kwaliteit voorop. De openbare ruimte moet zo zijn ingericht dat zij goed is

te beheren en handig is in gebruik. Maar daarmee redden we het niet. Opnieuw wordt

op buurtbewoners een appèl gedaan, deze keer om letterlijk hun eigen straatje schoon

te vegen. Gelukkig zijn er bewoners die daar samen een feestje van maken, maar er zijn

ook straten en pleinen aan te wijzen waar verval optreedt.

De binnenstad vertelt zijn eigen verhaal. In tien jaar tijd zijn goede stappen gezet in

de verbetering van het leefklimaat van het centrumgebied. De openbare ruimte is

opnieuw ingericht en op verschillende plekken is groen ontsproten. De prunussen op

het Catharinaplein maken de seizoenen voelbaar, net als de groene omlijsting langs de

binnenring. De verkeersinfrastructuur in de binnenstad is verbeterd. In de binnenstad

is duidelijk zichtbaar dat we een stad van technologie, licht en design zijn. Samen met

een keur aan evenementen is de Eindhovense binnenstad een aantrekkelijkere plek om

te verblijven, voor steeds meer mensen. Gelukkig is het aanbod van overnachtingsmo-

gelijkheden ‘meegegroeid’. De ontwikkelingen in Strijp S, het Emmasingelkwadrant,

het Stationsgebied, het Van der Meulen Anssems-terrein en De Bergen dragen zicht- en

voelbaar bij aan de verhoging van de sfeer/het leefklimaat van de stad.

De totale stad is in ruimtelijk-fysieke zin onderverdeeld in drie zones, die sturend zijn

voor de ontwikkelingen die in de desbetreffende gebieden mogelijk zijn. Zo staat het

Centrumgebied voor centrumstedelijke ontwikkeling en de Dommelzone voor rust en

Page 34: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

35

Staa

t van

de

stad

202

0

ontspanning. Aan de Brainport Avenue of de etalage van Brainport (A2-zone) voeren

(economische) activiteiten de boventoon. Daarmee wordt een fysieke basis gelegd voor

de schaalsprong die vanuit de Brainportambitie nodig is.

In dit licht moet tevens de opgave voor duurzame verstedelijking worden gezien. We

werken in 2020 meer dan 10 jaar geleden integraal omdat we de volgende vragen

(blijvend) moeten beantwoorden: hoe zorgen we er voor dat Eindhoven (en de regio)

vitaal is en blijft, en hoe zorgen we ervoor dat Eindhoven (en de regio) een aantrekkelijk

vestigingsklimaat heeft en behoudt. Ecologische, economische en sociaal-culturele be-

langen worden beter met elkaar in verband gebracht, en werken daardoor versterkend.

Zo zijn slimmere combinaties van wonen, werken en recreëren tot stand gekomen.

Naast de ‘bebouwde stad’ wordt nog nadrukkelijker ‘de beleefde stad’ meegenomen

bij bijvoorbeeld inbreiding, herstructurering van bedrijventerreinen, het omzetten

van leegstaande kantoorgebouwen en het realiseren van kwalitatief hoogwaardige

woningbouw binnen het bestaand bebouwd gebied.

5.2 Beleven is meer

Beleven is meer dan het beleven van de openbare ruimte, al is dat uiteraard een be-

langrijk visitekaartje van de stad. Maar wat te denken van sport, cultuur, evenementen

en winkelen: belangrijke ingrediënten voor een goed vestigingsklimaat. Eindhovense

topvoorzieningen op cultureel terrein zoals het Van Abbemuseum, Muziekgebouw en

Parktheater staan nationaal op de kaart, evenals topvoorzieningen op sportief gebied

zoals het Pieter van den Hoogenband Zwemcentrum.

Eindhoven is een goede winkelstad. Er is een groot arsenaal aan winkels, dat een goede

verscheidenheid biedt in een compact gebied. Naast de Eindhovenaren zelf komen

ook veel dagjesmensen uit de regio hier naartoe om te shoppen. Eindhoven mag zich

daarom met recht winkelstad noemen.

Op de evenementenkalender staat een groot aantal stedelijke en diverse evenemen-

ten zoals Glow, de Dutch Design Week, de Eindhovense Marathon, de Lichtjesroute,

Park Hilaria, STRPfestival, Fiesta del Sol en Muziek in het Groen. Los van dit soort grote

evenementen bruist het in wijken en buurten vooral in de weekeinden vaak van allerlei

leuke evenementen die de wijk- en buurtbewoners op een ontspannen manier met

elkaar in contact brengen.

De stad sluit met haar sport- en beweegbeleid aan op het Nederlandse ‘Olympisch Plan

2028’, dat de ambitie heeft om met sport in de volle breedte een sportieve en gezonde

bijdrage te leveren aan Nederland en Eindhoven. We genieten nog na van een succes-

vol WK voetbal 2018. Van de sportieve sfeer en prestaties in onder meer Eindhoven (een

van de speelsteden) heeft ook de lokale economie flink geprofiteerd.

Uiteraard is er op het Stadhuisplein menig feestje gevierd omdat PSV regelmatig lands-

kampioen is geworden. Het damesteam van PSV heeft een toppositie verworven. Ook

in het Pieter van den Hoogenband Zwemcentrum zijn onder meer door Eindhovenaren

veel topprestaties geleverd. Innovatieve zwempakken (bedacht en gemaakt in Eindho-

ven) hebben daaraan een belangrijke bijdrage geleverd.

Naast het stimuleren en faciliteren van topsport, is de aandacht voor de breedtesport

onverminderd voortgezet. Ook hierin vervult de gemeente een faciliterende rol. Samen

met de sportverenigingen hebben we bereikt dat er in vergelijking met 2010 meer ge-

handicapten, allochtone meisjes en ouderen aan sport doen. Dankzij de komst van de

Sporthogeschool van Tilburg naar Eindhoven (2012) kunnen Eindhovense sportvereni-

Page 35: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

36

Staat van de stad 2020

Page 36: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

37

Staa

t van

de

stad

202

0

gingen profiteren van de aanwezige kennis en deskundigheid van dit instituut. Daarbij

is tevens een koppeling gelegd met het Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO).

In de wijken zelf zijn er sportaccommodaties op kleine schaal, zoals speelveldjes of

Cruyffcourts en bij bijvoorbeeld scholen.

In 2020 is er dankzij Cultuur Totaal een gemêleerde structuur van cultuurproductie en

-consumptie op zowel top- als basisniveau. Cultuur is in de Eindhovense samenleving

ingebed dankzij het programma Cultuur Totaal. Er wordt door de gemeente niet meer

gewerkt met instandhoudingsubsidies. Iedereen die iets met kunst en/of cultuur wil

doen; in, voor of met de stad, waarbij het initiatief verbinding legt tussen kunst en

cultuur en de sociale, economische en ruimtelijke domeinen, krijgt daartoe een kans.

Ingezet wordt op top, talent en breedte. Kleinschaliger initiatieven hebben in de loop

der jaren daardoor steeds meer kans gekregen. De intrinsieke waarde van kunst krijgt

voldoende ruimte. Mede dankzij cultureel ondernemerschap ligt er een goede culturele

basisinfrastructuur zoals het Muziekgebouw, Parktheater, Centrum voor de Kunsten

Eindhoven (CKE), openbare bibliotheek en bioscopen.

Strijp S is in 2020 is onlosmakelijk verbonden met de stad. Er wordt gewoond en gestu-

deerd (Fontys), maar vooral ook geleefd en beleefd. Strijp S is het kloppend hart van de

creatieve sector waar Eindhoven zo trots op is. Ook diverse sporten worden hier beoe-

fend; vaak sporten die niet alledaags waren en onder meer in dit gebied zijn ‘beëxperi-

menteerd’ zoals urban sports. Uitgaansmogelijkheden zijn er in alle soorten en maten,

van film en theater in Plaza Futura tot de Ontdekfabriek en alles wat er tussenin zit.

Met BrabantStad zijn we twee jaar geleden (2018) Culturele Hoofdstad geweest. Dit

heeft voor de nodige spin-off en nieuwe samenwerkingsverbanden/netwerken ge-

zorgd.

Page 37: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking
Page 38: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

39

Staa

t van

de

stad

202

0

6 Besturen in Eindhoven

6.1 Besturingsfilosofie

We zijn steeds meer een overheid die van buiten naar binnen denkt. Eindhovenaren,

bedrijven, maatschappelijke instellingen en overheid werken en investeren samen in

Eindhoven zodat haar innovatieve kracht voor regio en land optimaal benut wordt.

Hierbij past een overheid die uitgaat van de kracht van mensen. Een overheid die naast

mensen en organisaties staat en niet erboven. De tijd dat de lokale overheid bepaalde

wat er in de stad gebeurde of moest gebeuren, hebben we tien jaar geleden definitief

achter ons gelaten. Onze rol is dan ook anders. De ene keer zijn we als lokale overheid

faciliterend, de andere keer meer initiërend.

We betrekken onze partners en inwoners bij het formuleren van visies en doelstellingen

en we gaan in overleg met diegenen waarvoor beleid bedoeld is. We kijken naar de

behoefte die er in de stad leeft, op alle terreinen. Denk aan welzijn, aan vragen van on-

dernemers, maar denk ook aan algemene voorzieningen en aan de ruimtelijke kwaliteit

van Eindhoven.

Dit betekent niet dat we als bestuurders geen verantwoordelijkheid willen of durven

nemen. Daar waar nodig pakken we onze rol, bijvoorbeeld wanneer mensen buiten de

boot dreigen te vallen, wanneer het publieke belang vraagt om heldere keuzes en bij

het uitvoeren van wetgeving. Maar we willen juist de kracht die er op zoveel plekken

in de stad is optimaal benutten. Samen zijn we de stad, samen blijven we investeren

in Eindhoven als leefbare, dynamische, sociale en toptechnologische stad. Het bestuur

kàn dit niet alleen voor elkaar krijgen, maar wìl dat vooral ook niet. De stem van iedere

Eindhovenaar telt.

Burgers hebben meer dan in 2010 zeggenschap over zaken die er in hun eigen buurt of

wijk gebeuren; onder meer via buurtcontracten en wijkbudgetten. De opdrachten aan

welzijnsinstellingen zijn primair op de behoeften van de bewoners gestoeld. Nieuwe

interactieve vormen van burgerparticipatie, nieuwe experimenten rondom coproduc-

tie en nieuwe media worden volop ingezet. E-participatie en co-creatie zijn in 2020

gemeengoed; waarbij nieuwe technologieën volop worden ingezet.

De gemeente stelt de klant centraal. De klant wordt bediend vanuit één ingang, maar

via een keur aan kanalen. Er is een Inwonersplein (voor burgerzaken in de brede zin van

het woord), Ondernemersplein en een Werkplein (voor werkzoekenden). We werken

samen met (keten)partners aan een optimale dienstverlening aan de samenleving.

De gemeente wordt meer dan in 2010 gezien als een betrouwbare en professionele

dienstverlener, waar je gemakkelijk ingang vindt. Goede dienstverlening vergroot het

vertrouwen in de overheid. De overheid moet vooral faciliterend zijn, meewerken aan

initiatieven die ‘van buiten’ komen. Inwoners, bedrijven, (sport)verenigingen en maat-

schappelijke en culturele instellingen moeten zich gesteund en gestimuleerd voelen

door onze dienstverlening.

Als overheid hebben we onze houding in 2020 flink verbeterd: we zijn nog klantvrien-

delijker en efficiënter dan in 2010 en burgers, instellingen en bedrijven ervaren dat ook

daadwerkelijk. In bijvoorbeeld de snelheid en kwaliteit van handelen bij de beant-

woording van brieven, e-mails en telefoontjes en de vermindering van regelgeving.

Het digitale loket is op diverse terreinen verder uitgebouwd. Het doorontwikkelde

Ondernemersplein is nu vijf jaar operationeel. Ondernemers waarderen deze vorm van

dienstverlening met een dikke voldoende.

besturen

Page 39: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

40

Staat van de stad 2020

De organisatieverandering onder de titel Eindhoven Eén uit 2009 heeft inmiddels (na

de aanvankelijke aandacht voor de structuur van de organisatie) ook geleid tot een

daadwerkelijke cultuurverandering binnen de organisatie. Alle medewerkers (h)erken-

nen en ondersteunen de doelen en ambities om een goede partner voor de stad te

zijn en de burger centraal te stellen. Verkokering is aanzienlijk verminderd, als vanzelf-

sprekend wordt er op allerlei manieren met elkaar samengewerkt aan de vastgestelde

doelen. Ook nieuwe media en digitale werkvormen spelen hierbij een belangrijke rol.

Deze besturings- en dienstverleningsfilosofie vraagt veel van onze eigen organisatie.

Onze kernwaarden waren en blijven Dichtbij (ken je stad, ken je klanten, betrek de

Eindhovenaren, betrek je collega’s), Durf (zet de mens centraal in plaats van instrumen-

ten en organisaties, wees innovatief, spreek elkaar aan) en Doen (wees daadkrachtig,

ga gezamenlijk voor een oplossing, maak dingen mogelijk en ben betrouwbaar). De

nieuwe ambtenaar die werkzaam is binnen de gemeentelijke organisatie, is een andere

ambtenaar dan voorheen. Het nieuwe werken en ambtenaar 2.0 zijn gemeengoed

geworden. Onze eigen organisatie is veel flexibeler geworden en medewerkers zijn in

algemene dienst, waarbij zij worden ingezet waar zij het meest nodig zijn en tot hun

recht komen. De nieuwe ambtenaar haalt de buitenwereld naar binnen en gaat uit van

de vraag en de behoefte in de stad en de omgeving, niet van het aanbod van de eigen

organisatie.

De gemeentelijke organisatie moet zich, net als andere werkgevers in een krappe ar-

beidsmarkt, optimaal inspannen om voldoende kwalitatief hoogwaardig personeel aan

te kunnen trekken. Dat vraagt sterk werkgeverschap en het vermogen om de behoefte

van de stad en de organisatie te verbinden aan de behoefte van de medewerkers. In

2020 heeft de gemeentelijke organisatie een goed ontwikkeld en modern personeels-

beleid (HRM-beleid) om deze match te maken.

6.2 Samenwerking in en buiten de regio

We leven als stad niet op een eiland. Op regionaal, provinciaal, nationaal en interna-

tionaal niveau participeren we in samenwerkingsverbanden en netwerken. Samen

staan we immers sterker. Op bepaalde onderdelen hebben we die samenwerking de

afgelopen jaren geïntensiveerd en/of uitgebreid; met respect voor ieders rol en verant-

woordelijkheid.

De al jarenlange succesvolle samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en

overheid (triple helix) rondom de Brainportambitie is verder geïntensiveerd. De triple

helix is in 2020 uitgebouwd tot quadruple helix; de burger is als belangrijke vierde

partner aangehaakt.

In het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) werken we met 20 Zuidoost-

Brabantse gemeenten constructief samen. We vinden elkaar vooral rondom het

positioneren van de regio als best presterende economische regio, het stimuleren van

hoogwaardig kennis en -creatieniveau, het bevorderen van een aantrekkelijke leefom-

geving met zowel stedelijke dynamiek als landelijke rust en ruimte, en verbetering van

de infrastructuur.

Voor een aantal specifieke uitdagingen in het stedelijke gebied (Eindhoven en de zeven

direct omliggende gemeenten) hebben we nog steeds de Bestuurscommissie Stedelijk

Gebied Eindhoven (BSGE). Deze had in 2010 slechts taken en bevoegdheden op het ge-

bied van woningbouw, bedrijventerreinen en economische structuurversterking door

het verstrekken van stimuleringssubsidies uit het zogenaamde Financieringsfonds.

De acht gemeenten van dit stedelijk gebied hebben in 2020 de samenwerking geïn-

tensiveerd. Op een aantal beleidsterreinen wordt tussen deze kleinere groep SRE-

Page 40: Op weg naar de Stadsvisie Eindhoven 2040 · 5.1 Openbare ruimte (hoe beleven mensen de stad) 33 5.2 Beleven is meer 35 6 Besturen in Eindhoven 39 6.1 Besturingsfilosofie 39 6.2 Samenwerking

41

Staa

t van

de

stad

202

0

gemeenten inhoudelijk samengewerkt en zelfs taken en bevoegdheden gebundeld,

zoals op het gebied van economische ontwikkeling, arbeidsmarktbeleid, woningbouw

en cultuur. Ook op het gebied van middelenbeleid wordt, uit oogpunt van efficiency,

steeds meer samengewerkt.

Eindhoven participeert samen met Helmond, Breda, Den Bosch, Tilburg, het SRE en

de provincie in BrabantStad. De samenwerking spitst zich toe op gezamenlijke lobby

richting Den Haag en Brussel en het bundelen van investeringen.

Als kloppend hart van Brainport onderhouden we nauwe relaties met andere overhe-

den en andere landen. Brainport staat op het netvlies in Den Bosch, Den Haag en Brus-

sel. Stad en Brainportregio plukken de vruchten van het jarenlange lobbywerk, in de

vorm van structurele financiering van nationale programma’s die voor de ontwikkeling

van onze regio cruciaal zijn.

De internationale netwerken worden meer dan in 2010 benut, hetgeen nodig is om de

internationale concurrentie bij te benen. Denk daarbij aan de Eindhovense vertegen-

woordiging in Brussel, waarbij de prioriteit ligt op beleidsbeïnvloeding, ontwikkelen

van internationale netwerken, ontwikkeling van projecten en communicatie over

Eindhoven in Brussel en omgekeerd.

De ELAt (samenwerking Eindhoven-Leuven-Aken triangle) is een belangrijk resultaat

hiervan. Eindhoven staat vooraan bij de discussie over het Europese Instituut voor Tech-

nologie, zoals dit vorm krijgt in Kennis- en Innovatiegemeenschappen (KIC’s)

Daarnaast investeert Eindhoven in economische stedenbanden. In het kader van

mondiale bewustwording hebben we solidariteits-stedenbanden omdat de wereldse

betrokkenheid van Eindhoven zich niet beperkt tot het doorontwikkelen van de inter-

nationale economische relaties. De wereldse betrokkenheid vraagt ook om verantwoor-

delijkheid voor de toekomst. Wij maken ons hard voor millenniumdoelstellingen en het

bevorderen van eerlijke handel en duurzame productie. We erkennen daarbij de kracht

van lokale diplomatie. Vanuit dit perspectief hebben we onze stedenbanden gekozen.

Daarmee voeren we meerjarige ontwikkelingsprogramma’s uit.

In 2020 behoren we tot de top tien van tien toptechnologische hotspots wereldwijd.

We doen onder meer zaken met een aantal Europese regio’s en landen als Taiwan,

China, Zuid-Korea, India, maar ook de Verenigde Staten en Canada.