Op ontdekking naar wiskundige formules - dpbbrugge.be 1-2 2016/ww3 presentatiedagwiskunde.pdf · Op...

24
Op ontdekking naar wiskundige formules Een voorbeeld van good practice met focus op het wiskundige denken [email protected] Dag van de wiskunde 26/11/2016

Transcript of Op ontdekking naar wiskundige formules - dpbbrugge.be 1-2 2016/ww3 presentatiedagwiskunde.pdf · Op...

Op ontdekking naar wiskundige formules

Een voorbeeld van good practice met focus op het wiskundige denken

[email protected]

Dag van de wiskunde 26/11/2016

1

Korte voorstelling• Opleiding KULeuven

• Doctoraat in getaltheorie via F.W.O. Vlaanderen (o.l.v. J. Denef & J. Oesterlé)

• Postdoc in Parijs (Orsay) bij B. Perrin-Riou

• Docent-onderzoeker aan de Universiteit Utrecht (oa. de lerarenopleiding) o.l.v. F. Beukers

• Leraar secundair, o.a. in een technische school en in een zwarte school

• Docent in de Ba lager onderwijs – Vorselaar

• Docent/praktijkassistent aan de UAntwerpen

• Verleden in de VWO/IMO

• Lid onderwijsraad UAntwerpen

• Lid van de commissie van de Wiskunde B-dag

• Redactielid van ”Matematika v šoli”

• Verbonden met talrijke praktische onderwijsvernieuwingen

2

Inleidend vb.

• Met n afbetalingen van één euro met vaste tussenperioden aan een vaste rente i kan je vandaag A(n,i) geld ontlenen.Formule annuïteiten:

• Oefening: hoeveel kan je ontlenen als je maandelijks 500 euro kan afbetalen op 20 jaar tegen een (jaar)rente van 0,5%?

• Obstakels:- 500 euro �� 1 euro

- Jaarrente �� rente tussen twee afbetalingen

- Eerste afbetaling binnen twee maanden

3

Inspirerende quotes

• From the very beginning of his education, the child should experience the joy of discovery. (A. Whitehead)

• Mathematical notation no more is mathematics than musical notation is music... It is in its performance that it comes alive, it exists not on the page but in our minds. (K. Devlin)

• La tâche de l'éducateur est de faire repasser l'esprit de l'enfant par où a passé celui de ses pères, en passant rapidement par certaines étapes mais en n'en supprimant aucune. (H. Poincaré)

• !! Het woord wiskunde komt van « Wisconst » (S. Stevin 1548-1620): de kunst van het zeker weten.

4

Zelfontdekkend werken

• Aan de slag in groepen van 2.

• Geobord of nagelbord (rooster met spaties 1 cm). Meten met lat is dus niet nodig.

• Figuren maken met elastiek en spijkers tellen die (1) binnen de figuur liggen; (2) op de rand van de figuur liggen

• Oplijsten van figuren (beschrijf in woorden EENDUIDIG of teken op constructieblad) en resultaten van de telling + berekening oppervlakte

5

Voorbeeld – opdracht 1

• Rechthoek met zijden 3 en 5 cm heeft oppervlakte 15 cm2.

• Spijkers binnen de rechthoek (grijs): 8

• Spijkers op rand van de rechthoek (wit): 16

6

Opdrachten 1-8

• Conclusie (Stelling van Pick)De oppervlakte (in cm2) van een roosterveelhoek is gelijk aan het aantal spijkers binnen de figuur + de helft van het aantal spijkers op de rand - 1

• Oppervlakte van zwaanfiguur is gelijk aan 26 + 20/2 - 1 = 35 cm2.

• Laten verwoorden wanneer deze formule van pas (kan) komen en wanneer niet

7

Geldt dit altijd?

• Ondanks de overtuigende cijfers in de tabel, toch de nood laten aanvoelen van argumentatie

• Idee (cfr opdracht 3): betegelen met rechthoeken en driehoeken + additiviteit

8

En verder

• Wat als de spijkers niet 1 cm uit elkaar staan, maar bv ½ cm?

• Wat als de spijkers niet in een vierkant staan, maar in rechthoeken?

• Conclusie:Oppervlakte figuur is steeds gelijk aan (spijkergetal – 1) xoppervlakte van de rooster-basisfiguur

• Nu: werken aanopdrachten 9 e.v.

9

Opdrachten 9 e.v.

• Verschillende opdrachten, behalve de allerlaatste.

• Conclusie bij figuren ‘met gaten’: oppervlakte is gelijk aan (spijkergetal – 1 + aantal gaten) x opp basisfiguur

• Merk op dat ‘aantal gaten’ samenhangt met aantal elastiekjes die nodig zijn

• Bewijs: pas originele formule toe op grote figuur zonder gaten en op alle gaten afzonderlijk

10

Doorsnijdingen

• Doorsnijding op roosterpunt

• Opsplitsen in verschillende figuren met oorspronkelijke formule, leidt tot:

• opp figuur is gelijk aan(spijkergetal - 1– ½ x (aantal zelfdoorsnijdingen))x opp basisfiguur

11

Doorsnijdingen (vervolg)

• Multipliciteit van een doorsnede

• Vb. multipliciteit is hier 4

• Leidt tot conclusie:opp figuur is gelijk aan(spijkergetal - 1– ½ x (aantal zelfdoorsnijdingen geteld met multipliciteit)) x opp basisfiguur

• Bewijs: via opsplitsing in deelfiguren en daarop toepassen van oorspronkelijke formule

12

• Wat als de doorsnijding niet op een roosterpunt valt?

• Geen formule mogelijk…

• … tenzij je je rooster aanpast

Doorsnijdingen (vervolg)

13

Ook combineren kan

• Bovenstaande combineren kan uiteraard

14

Tot slot: alternatieve manier

• Alle verschillende gevallen kunnen in één keer worden behandeld door elke spijker te tellen met zijn correct “gedeelte”, nl. het gedeelte waaronder de spijker de figuur ziet.

• � Goniometrie ?

15

Na de wiskunde… de didactiek• A teacher has great opportunity. If he fills his allotted time with drilling

his students in routine operations he kills their interest, hampers their intellectual development and misuses his opportunity. But if he challenges the curiosity of his students by setting them problems proportionate to their knowledge, and helps them solve their problems with stimulating questions, he may give them a taste for, and some means of, independent thinking (G. Pólya)

• Since learning is the sum of each person’s experiences, and since success in meeting a challenge is a powerful motivator, blending experience with new content helps students to organize the new content. (J. Zull)

• Is dit zelfontdekkend leren zinvol in de klas(sen) waar je staat?

• Algemene reacties na het uitvoeren van de workshop?

16

Didactische conclusies

• Begrip hoe een formule tot stand komt + nood aan argumentatie/bewijs, zorgt voor een beter begrijpen van wiskunde (en meer zelfvertrouwen)

• Deze les kan dienen als discussie bij het bespreken van andere formules

• Zorg voor een ‘leuk’ deel met kans tot persoonlijke toets

• Tactiele opdrachten in een les wiskunde

• Variatie in lessen wordt heel erg geapprecieerd

• De les eens letterlijk uit handen geven

• Veel aandacht voor het ontdekken en verwoorden is cruciaal

• Inhoudelijke differentiatie mogelijk

17

Didactische conclusies (2)• Laat de stapjes bij de opbouw van een formules

duidelijk zien- Een lijst waar je een duidelijke systematiek in herkent

- Een formule die goed lijkt te werken

- De ontdekking van een tegenvoorbeeld

- Dit leidt tot een verbetering/veralgemening van je eerste formule

- Nood aan argumentatie wanneer de formule geldt: voorwaarden/bewijs

• Laat de verschillende stappen van de opbouw van een bewijs zien- Check de formule in eenvoudige gevallen

- Ga van daaruit naar de moeilijkere gevallen

- Probeer te beargumenteren dat je daarmee alles kan bekomen

18

Uit gesprek/enquête studenten• Zeg in eigen woorden wat een formule voor

jou inhoudt.

- Iets wat wordt aangereikt door leerkracht

- Iets wat je altijd mag gebruiken

- ! Truc om oefeningen op te lossen

0

10

20

30

40

50

60

70

Totaalakkoord

Akkoord Neutraal Nietakkoord

Totaal nietakkoord

Een formule is enkel een truc om oefeningen op te lossen

18 j

12 j

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

50

Totaalakkoord

Akkoord Neutraal Nietakkoord

Totaal nietakkoord

Er is een leerkracht nodig om een formule te

ontdekken

18 j

12 j

19

• Gebrek aan weten wat je juist doet, voorwaarden, flexibiliteit in gebruik…

• Verwoording is weinig aanwezig

• Focus op de opbouw en redenering achter een formule is erg nodig. Betekenis van een voorwaarde.

20

Observaties/feedback bij uitvoeren van zo’n lessen

• Leerlingen

- gaan zelfstandig (in kleine groep) aan de slag

- hebben heel wat moeite met (correct) verwoorden

- appreciëren het verschil in lesaanpak

• Feedback lln.: “mijn reflectie over de les van dinsdag is uiterst lovend. Ik vond

het ontzettend prettig om zelf eens op onderzoek te gaan. Het was een uiterst interessante les! Ook de samenwerking vond ik goed verlopen, samen zijn we tot mooie inzichten gekomen.”

“Ik vond de andere manier van werken dinsdag heel aangenaam. Het was een leuk gevoel zelf dingen te kunnen ontdekken. Het is wel jammer dat we niet voldoende tijd hadden om alles af te werken. Ik hoop dat we in de toekomst nog vaker zo een dingen zullen doen.”

• Feedback leraar: “Ik voel me wat schuldig. Ik zag vandaag S. openbloeien

terwijl ik in december ze nog heb moeten terechtwijzen dat ze er niet zou komen op deze manier. Ik was er van overtuigd dat dit aan haar inzet en inzicht lag, maar als ik het plezier en het succes zie waarmee ze vandaag wiskunde deed, zet me dat wel aan het denken.”

21

Onderwijsvernieuwing op schoolmaat

• We zijn op zoek naar: school/lerarenteams die willen meewerken vanuit hun context aan één werkpunt ivm wiskundedidactiek. Dus: leraren in een school bepalen eigenlijk zelf onderzoeksvraag en definiëren ‘verbeteringen’- Vb.1 (puur wiskundig): Hoe kunnen we het begrip ‘gelijkvormigheid’ beter

uitwerken?

- Vb.2 (breder):Hoe kunnen we het wiskunde-curriculum integreren in extra muros activiteiten?

• Zo wordt vakdidactiek, gezien als ontwerpwetenschap: vanuit de dagdagelijkse en school specifieke vragen op zoek naar (wetenschappelijk ondersteunde) verbeteringen van de praktijk.

• Onderzoek dat komt vanuit de basis i.p.v. top-down

• I.s.m. universiteit van Bonn

• � interesse: laat het weten (zie mailadres titelpagina)

• Referenties:- Krainer K., Action Research, Journal of Mathematics Teacher Education (2009), p. 213-219

- Krainer K., Teachers as Stakeholders in Mathematics Educations Research, Proceedings of the 35th conference of the International Group of Psychology of Mathematics Education (PME 2011), vol. 1, p. 47-62

22

• Nog vragen/bemerkingen?

• Referenties:- Herremans A., Calculating areas by counting nails, Proceedings of the 1st International

Conference on Learning and Teaching Mathematics, Maribor - ISBN 9789610300557 -Ljubljana, Institute of Education (2012), p. 633-656

- Herremans A., Hoe komt een formule tot stand?, Wiskunde en onderwijs - ISSN 2032-0485 – 161 (2015), p. 29-37

• Op laatste bladzijde: een voorbeeld van samenvattende conclusie voor leerlingen na het zelfontdekkende leren

Conclusies

Wanneer je een veelhoek hebt op een spijkerbord, dan kan je daaraan een

spijkergetal associëren: dat is het aantal spijker in het inwendige van je figuur

plus de helft van het aantal spijkers op de rand van de figuur.

Voor eenvoudige veelhoeken is de oppervlakte dan gelijk aan

(OPP. BASISFIGUUR) X (SPIJKERGETAL – 1).*

Voor meer ingewikkelde figuren kon je de formule verfijnen tot

(OPP. BASISFIGUUR) X (SPIJKERGETAL + # GATEN –0,5 X # ZELFDOORSNIJDINGEN – 1).

Deze formule is handig voor iets ingewikkeldere figuren, waar ze zeker tijdswinst

oplevert.

In het voorbeeld tellen we 33 inwendige en 34

randspijkers. Dat levert een spijkergetal van 50.

Verder zijn er twee gaten en twee

zelfdoorsnijdingen.

We besluiten dat de oppervlakte van de figuur

gelijk is aan (50 + 2 – 1 – 1) x de oppervlakte van

een basisvierkantje.

Het bewijs van de eenvoudige formule vertrekt van rechthoekige driehoeken en

toont dan aan dat de som van 2 figuren waar de formule voldoet, opnieuw een

figuur is waar de formule standhoudt (met een moeilijk woord: we bewijzen het

additief karakter van de formule).

* De Oostenrijkse wiskundige Georg Alexander Pick (1859-1942) beschreef deze formule

voor het eerst in 1899. Hij stierf in een nazi-concentratiekamp.

Formules

Veel belangrijker dan het resultaat is de weg er naar toe. In lessen en boeken

vind je vaak enkel de afgewerkte eindformule terug. Daarom lijken ze erg moeilijk

toegankelijk, of denk je dat je dit nooit zelf kan vinden. Doch eer die afgewerkte

formule er komt, heeft die al een hele weg doorlopen die in vele gevallen vele

jaren duurt. We onderscheiden verschillende stappen:

• Experimenteren en verzamelen van cijfermateriaal (opdrachten 1-3)

• Een logisch en eenvoudig idee (spijkergetal uit opdracht 4)

• Het vinden en verwoorden van een systematiek (verschil tussen oppervlakte en

spijkergetal lijkt steeds 1 te zijn)

• Zoeken naar argumenten waarom je gevonde systematiek altijd opgaat

• Het vinden van tegenvoorbeelden bij je eerste idee (figuren met gaten,

zelfdoorsnijdingen)

• Het verfijnen van de formule zodat die meer algemeen geldig is (aanpassingen

voor ander rooster, voor figuren met gaten…)

• Het opleggen van voorwaarden waaronder de formule geldig is (doorsnijdingen

moeten steeds op een spijker gebeuren)

Meestal vind je in een les of boek dus enkel de laatste twee stappen. Dat

betekent ook dat het dus heel normaal is dat jij niet elke formule direct ‘ziet’,

vaak was dat ook het geval voor de mensen die de formule hebben gevonden!

Ook mogelijke stappen bij de opbouw van een wiskundig bewijs, vind je hier

terug:

• check de formule in eenvoudige gevallen (rechthoek, rechthoekige driehoeken)

• ga van daar naar de moeilijkere situaties (additiviteit)

• probeer aan te tonen dat je elke situatie de baas kan als je stap 1 en 2 kan (deze

stap hebben we niet gedaan en is hier heel moeilijk)

• maak gebruik van de originele formule om de veralgemeende versies ervan aan

te tonen