Op kamp Technische fiches - volledige manual

36
Meer fiches op www.opkamp.be Gerealiseerd door FICHE 1 Energiezuinig koken 1 Vuren in of op de grond 1.1 Yukonkachel Net als het togovuur, vraagt het bouwen van een yukonkachel wel wat tijd. Wat heb je nodig? Schep Rotsblokken of stenen Hoe doe je het? 1 Graaf een cirkelvormig gat van 25 cm diep met aan één kant een kanaal dat er naartoe loopt. 2 Plaats rotsblokken of stenen rond de buitenrand van het gat en bouw een schoorsteen. Overbrug ook het toevoerkanaal. Maak de schoorsteen aan de bovenkant een beetje breder dan onderaan. 3 Vul alle gaten tussen de rotsblokken op met vaste aarde. 4 Steek het vuur aan in het toevoerkanaal. Wanneer het goed brandt, duw je het tot onder de schoorsteen. Brandhout kan je later via de schoorsteen toevoegen. 5 Je kunt het vuur regelen door de schoorsteen minder of meer af te dichten. 1.2 Togovuur Dit is een energiezuinig houtvuur, gemaakt op maat van één bepaalde pot. Wat heb je nodig? Klei, zand en gras 3 grote stenen 1 grote kookpot Groot mes om de opening uit te snijden en de gleuven te maken Hoe doe je het? 1 Maak een kneedbaar mengsel van drie delen klei, één deel zand en één deel gras. 2 Plaats 3 grote stenen rechtop op de grond en plaats de kookpot er stabiel bovenop. Voorzie voldoende ruimte tussen de grond en de onderkant van de pot zodat je er een vuurtje kan stoken. 3 Bouw met het mengsel een muur rond de stenen en rond de kookpot, tot op twee derde van de hoogte van de pot. Veranker de stenen in dit muurtje. 4 Strijk de wanden glad met natte handen en draai de pot tijdens de bouw af en toe rond, zodat hij niet vast komt te zitten. 5 Snijd onderaan langs de voorkant een stookopening uit waarlangs je hout toevoert. 6 Maak langs de binnenkant een drietal verticale gleuven die als schoorsteen dienen. 2 Tafelvuren Het warmteverlies van tafelvuren is groter dan dat van de hoger vermelde vuren in/op de grond. Om de warmte optimaal te benutten kan je het volgende doen: 1 Houd van in het begin rekening met de windrichting. 2 Maak onder de rooster een muurtje of ‘stooktunneltje’ waar de wind inblaast. Gebruik hiervoor modder of graszoden. 2.1 Reflectorvuur Wat heb je nodig? Korte sjorbalken en touw Aluminiumplaat (of aluminiumfolie) Materiaal om de aluminiumplaat te bevestigen (bijv. hamer en nageltjes)

description

Technische fiches die je helpen bij een succesvol duurzaam kamp.

Transcript of Op kamp Technische fiches - volledige manual

Page 1: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

FICHE 1

Energiezuinig koken

1 Vuren in of op de grond

1.1 Yukonkachel Net als het togovuur, vraagt het bouwen van een yukonkachel wel wat tijd. Wat heb je nodig?

Schep Rotsblokken of stenen

Hoe doe je het?

1 Graaf een cirkelvormig gat van 25 cm diep met aan één kant een kanaal dat er naartoe loopt. 2 Plaats rotsblokken of stenen rond de buitenrand van het gat en bouw een schoorsteen. Overbrug ook het

toevoerkanaal. Maak de schoorsteen aan de bovenkant een beetje breder dan onderaan. 3 Vul alle gaten tussen de rotsblokken op met vaste aarde. 4 Steek het vuur aan in het toevoerkanaal. Wanneer het goed brandt, duw je het tot onder de schoorsteen.

Brandhout kan je later via de schoorsteen toevoegen. 5 Je kunt het vuur regelen door de schoorsteen minder of meer af te dichten.

1.2 Togovuur Dit is een energiezuinig houtvuur, gemaakt op maat van één bepaalde pot. Wat heb je nodig?

Klei, zand en gras 3 grote stenen 1 grote kookpot Groot mes om de opening uit te snijden en de gleuven te maken

Hoe doe je het?

1 Maak een kneedbaar mengsel van drie delen klei, één deel zand en één deel gras.

2 Plaats 3 grote stenen rechtop op de grond en plaats de kookpot er stabiel bovenop. Voorzie voldoende ruimte tussen de grond en de onderkant van de pot zodat je er een vuurtje kan stoken.

3 Bouw met het mengsel een muur rond de stenen en rond de kookpot, tot op twee derde van de hoogte van de pot. Veranker de stenen in dit muurtje.

4 Strijk de wanden glad met natte handen en draai de pot tijdens de bouw af en toe rond, zodat hij niet vast komt te zitten.

5 Snijd onderaan langs de voorkant een stookopening uit waarlangs je hout toevoert. 6 Maak langs de binnenkant een drietal verticale gleuven die als schoorsteen dienen.

2 Tafelvuren Het warmteverlies van tafelvuren is groter dan dat van de hoger vermelde vuren in/op de grond. Om de warmte optimaal te benutten kan je het volgende doen:

1 Houd van in het begin rekening met de windrichting. 2 Maak onder de rooster een muurtje of ‘stooktunneltje’ waar de wind inblaast. Gebruik hiervoor modder of

graszoden.

2.1 Reflectorvuur Wat heb je nodig?

Korte sjorbalken en touw Aluminiumplaat (of aluminiumfolie) Materiaal om de aluminiumplaat te bevestigen (bijv. hamer en nageltjes)

Page 2: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

Hoe doe je het?

1 Maak bovenop het tafelvuur over de hele breedte een reflecterende wand van stevige, moeilijke brandbare stammen (bijv. natte). Dit mag een licht hellende wand zijn.

2 Bouw deze reflector zodat de vlammen er door de wind tegen worden geblazen. 3 Je kunt een herbruikbare aluminiumplaat (of aluminiumfolie) tegen de reflector aanbrengen. Hierdoor wordt de hitte

van het vuur nog beter teruggekaatst en is de efficiëntie van het vuur optimaal.

3 De paraboolkoker Door de hoge temperatuur kan je met een paraboolkoker bakken, braden, water steriliseren en zelfs frituren. LET OP! Werken met samengebundeld zonlicht kan gevaarlijk zijn vanwege de zeer hoge temperatuur. Bescherm dus altijd je ogen en je handen. Wat heb je nodig?

Een zonnebril en een paar ovenhandschoenen Een grote paraplu (openingsdiameter min. 120 cm) Aluminiumfolie Witte houtlijm Een wit tekenblad Een gewoon metaalzaagje Een schaar, stift, potlood of penseel en meetlint Een metalen driepoot om bloempotten te ondersteunen of een tweedehands (video)camera driepoot Stevig metalen gaas Een handboor

Hoe doe je het?

1 Snijd stukken aluminiumfolie op maat van de driehoekige ‘spieën’ van de paraplu. 2 Open de paraplu en smeer één strook (spie) in met de houtlijm. Kleef er het op maat geknipte stuk aluminiumfolie

in en strijk het zo glad mogelijk. 3 Zet voor je verder werkt, een zonnebril op en trek handschoenen aan om te vermijden dat de zon je verblindt en

verbrandt. 4 Als je het hele binnenoppervlak van de paraplu met aluminiumfolie hebt bedekt, ga je op zoek naar het focuspunt

(brandpunt). Dit doe je door de binnenkant van de paraplu naar de zon te richten. Neem het tekenblad, maak er een gat in en schuif het over het handvat van de paraplu. Verschuif het papier tot je het punt vindt waar het meeste zonlicht gereflecteerd wordt. Dit focuspunt markeer je met een stift op het handvat. Haal onmiddellijk daarna de paraplu uit de zon.

5 Boor in de steel van de paraplu een gaatje dat groot genoeg is om er later een potlood of penseel in te steken. Zo kan je de paraplu blokkeren zodat hij blijft openstaan.

6 Zaag daarna met de metaalzaag het handvat en de steel onder het gaatje af. 7 Gooi de afgezaagde steel niet weg. Die kan je immers gebruiken om de paraplu op te bergen. Je moet de buis aan

de afgezaagde kant dan wel voorzien van een gleufje waardoor je het afgezaagde deel over het resterende stuk kan schuiven.

8 Bepaal met een stift waar de poten van de driepikkel op de paraplu zullen rusten. Knip deze zo klein mogelijk uit met de schaar. Het voordeel van een cameradriepoot is dat je de hoogte kan aanpassen tot pal op het focuspunt.

9 Plaats de driepikkel in het brandpunt. 10 Maak op de driepikkel met gaas een rustvlak waarop een kookpot stabiel staat.

TIP Hierbij horen foto’s uit het Buitenboek (p 608-610).

Page 3: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

4 Woudlopervuren Woudlopervuren zijn weinig praktisch om dagelijks op te koken. Als je er toch één maakt, zijn er een aantal aandachtspunten die deze vuren energiezuiniger maken.

4.1 Jagersvuur Wat heb je nodig?

2 dikke boomstammen Hoe doe je het?

1 Maak een piramidevuurtje met dun en droog hout. 2 Leg aan weerszijde van het vuurtje een stevige boomstam. Zorg dat de

boomstammen dik (of nat) genoeg zijn, zodat ze niet te snel vuur vatten. Leg de balken zo dat de wind recht in het vuur blaast. In plaats van balken kan je ook een rij stenen gebruiken.

3 De kookpotten plaats je met de rand op de boomstammen.

4.2 Greppel-, T- en kruisvuren T- en kruisvuren zijn varianten van een greppelvuur, waarbij de greppel respectievelijk de vorm van de letter T of van een kruis heeft. Het vuur wordt steeds in het midden aangestoken. Wat heb je nodig?

Harde ondergrond (geen zand) Een schep Eventueel een rooster om de pot op te zetten

Hoe doe je het?

1 Graaf een rechthoekige greppel de grond. Oriënteer de greppel zodanig dat de wind er recht in blaast. Zo wordt het vuur extra aangewakkerd.

2 Maak de greppel niet te breed (20 cm), dan kunnen de kookpotten op de boord van de greppel rusten. Zorg dat de greppel in het midden ongeveer 30 cm diep is.

3 Leg het brandhout in het diepste deel van de greppel en ontsteek het vuur.

4.3 Dakotavuur Wat heb je nodig?

Vaste ondergrond (geen zand) Een schep 2 groene takken om de pot op te plaatsen

Hoe doe je het?

1 Graaf twee diepe kuilen (30 cm) met een doorsnede van ongeveer 20 cm. Zorg ervoor dat je tussen de twee kuilen een ruimte houdt van ongeveer 25 cm.

2 Vervolgens graaf je aan de onderzijde van de twee kuilen een tunnel. 3 Sprokkel hout bij elkaar en maak een vuurtje in één van de twee kuilen. Plaats

vervolgens twee groene takken boven op het gat waar het vuurtje zich bevindt. Hier zet je de kookpot op. Het andere gat mag niet worden afgedekt; hierlangs wordt de verbrandingslucht voor het vuur aangezogen. De opstijgende warme lucht uit de ene pijp zuigt immers koude, verse lucht aan uit de andere.

4 De grond uit de twee kuilen kan je als windscherm rond de pot gebruiken.

Page 4: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

5 Duurzame tips

5.1 Vuurplaats kiezen Je mag niet overal een vuurtje stoken. In (of nabij) een bos is het bijv. verboden vuur te maken vanwege het brandgevaar. Sprokkel alleen hout mét toestemming van de terreineigenaar en van het Vlaamse of Waalse Agentschap voor Natuur en Bos. LET OP! Deze toestemming moet je op voorhand aanvragen. Op www.opkamp.be vind je de (mail)adressen en telefoonnummers.

5.2 Ketels en kookpotten Smeer ketels vooraf in met groene zeep, dan kan je ze op het einde van je kamp gemakkelijk schoonschuren met

zand en gras. Tussendoor is het niet nodig de roetlaag aan de buitenkant of af te wassen. De roetlaag geleidt de warmte goed en zorgt ervoor dat de kom sneller opwarmt.

Zet steeds het deksel op de pot. Daardoor gebruik je maar een derde van de energie!

Gebruik steeds de kleinst mogelijke kookpot. Als je keuze beperkt is, kies dan liever een lage, brede ketel dan een lange, hoge.

6 Conclusie: het duurzaamste vuur? Alle houtvuren verbruiken veel energie. Er gaat veel warmte verloren en er komen schadelijke gassen vrij. Houtvuren als de yukonkachel en het togovuur hebben een betere energie-efficiëntie dan andere houtvuren en laten minder warmte verloren gaan. De opening voor de toevoer van stookhout en lucht is klein, zodat de meeste warmte onder en rond de ketel zit. Een tafelvuur biedt meer gebruiksgemak en flexibiliteit. Als je dit vuur verkiest, houd dan maximaal rekening met de duurzame tips. Het meest milieuvriendelijke vuur is eentje waarvoor je geen hout nodig hebt zoals de paraboolkoker.

7 Bronnen

Deel II Loslopend Wild (2004), Steunpunt Jeugd vzw

Buitenboek (2009), Scouts & Gidsen Vlaanderen vzw

Lopend Vuur (2003), VVKSM vzw

Techniekenboekje versie 4, scouts Keerbergen

Koken op houtvuren van beta.ksj.be

www.opkamp.be

http://nl.scoutwiki.org/Soorten_vuur

www.bushcraftvereniging.nl

www.bushcraften.nl

www.woodcraftsurvival.nl

www.scoutpedia.nl

Page 5: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

FICHE 2

Energiezuinig koelen van voeding

1 Zelf koelsystemen maken Zowel de zon als de wind kunnen koeling brengen. Je hebt ooit wel eens ontsmettingsalcohol op je handen gehad. Terwijl de alcohol vervliegt, krijg je een koud gevoel op de huid. Bij verdamping van een vloeistof wordt immers warmte onttrokken aan de omgeving. Van deze eigenschap maken we gebruik voor de constructie van ecologische koelsystemen. LET OP! De volgende systemen zijn bruikbaar voor het koelen van drank, groenten en fruit. Vlees, vis en zuivel moeten op voldoende lage temperatuur bewaard worden. Als je ze niet onmiddellijk consumeert, raden we aan om deze voedingswaren in een ‘echte’ koelkast onder 5°C te bewaren.

1.1 Koelkast op zonne-energie Een zelfgemaakte koelkast zonder elektriciteit. Het koelend effect is afhankelijk van de weersomstandigheden. Wat heb je nodig?

Kippengaas Een hamer en spijkers 4 houten balken en vijzen of 4 sjorbalken en touw 5 houten platen en een houtzaag 2 pianoscharniertjes, schroevendraaier en schroefjes Houtskool Een waterreservoir: een ondiepe vierkante of rechthoekige bak

(bijv. kattenbak) Doeken, bijv. oude handdoeken

Hoe doe je het?

1 De koelkast is een kubusvormige ruimte waarvan de 4 zijwanden bestaan uit dubbelwandig kippengaas. Maak eerst met het kippengaas een dubbelwandige kuip.

2 Boven- en ondervlak maak je uit een stevig materiaal (houten platen).

3 Vooraan maak je een opklapbare deur met scharniertjes bovenaan of langs de zijkant.

4 Bevestig de kuip eventueel in een gesjorde constructie. Of maak een constructie met de houten balken en de platen.

5 De ruimte tussen de zijwanden van kippengaas vul je op met houtskool. 6 Op het bovenvlak zet je een ondiep waterreservoir. Vul dit met hemel- of rivierwater. 7 Hang doeken of dweilen vanuit het water over de houtskool. De doeken zorgen voor een constante bevochtiging

van je houtskool en moeten heel de tijd vochtig blijven. Check het waterpeil van waterreservoir regelmatig en vul bij indien nodig.

8 Zet deze koelkast in de zon en/of wind.

1.2 Pot-in-pot frigo De pot-in-pot frigo komt oorspronkelijk uit de Arabische wereld, waar hij van oudsher gebruikt wordt om voedingsmiddelen in te bewaren. Wat heb je nodig?

2 in elkaar passende potten uit aardewerk (1 grote en 1 kleinere): bloempotten of -bakken zijn het meest geschikt. Het koelsysteem werkt alleen met ongeglazuurde potten. Potten uit plastic of andere kunststof komen ook niet in aanmerking!

Kurk van een wijnfles en snijmesje Zand Een doek, bijv. handdoek

Page 6: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

Hoe doe je het? 1 Stop eventuele gaten onderaan de potten toe met een kurk. 2 Vul de basis van de grootste pot met zand zodat de kleinste pot er stevig op kan rusten en de rand ervan even

hoog komt als die van de grote pot. 3 Zet de kleinste pot in de grote en vul de ruimte ertussen aan de rand verder op met zand. 4 Giet water op het zand tot het verzadigd is. Het water moet er boven op blijven staan. 5 Dek de binnenste pot af met een vochtige doek en laat de pot afkoelen, liefst buiten op een plaats in de wind. 6 Plaats de voedingswaren in de binnenste pot. 7 Check het zand regelmatig en zorg dat het nat blijft.

1.3 Frigodrinkbus Met twee drinkbussen kan je op gelijkaardige manier een frigodrinkbus maken. Wat heb je nodig?

Eén drinkbus en één ander afsluitbaar recipiënt om water in te bewaren, of twee drinkbussen. Een kous, liefst uit katoen.

Hoe doe je het?

1 Eén drinkbus vul je met water dat dient als koelvloeistof. Vul de andere met de drank die je wenst te koelen. 2 Over de drinkbus met de drank trek je een vochtige doek, bijv. een kous die je in het koelwater hebt gedrenkt. Het

water op deze doek zal door de zon en/of wind verdampen, waardoor de drank in de drinkbus afkoelt. 3 Houd de kous vochtig met het water uit de andere drinkbus.

1.4 Koelen met een gasfles Veel groepen nemen gasflessen mee op kamp. Wanneer die in gebruik zijn zet het gas in de fles uit en onttrekt zo warmte aan de omgeving. Het gevolg is dat de buitenwand van een dergelijk gasfles zeer koud wordt en gebruikt kan worden om voedingswaren te koelen! Wat heb je nodig?

Een gasfles zonder beschermkraag 6 houten panelen en een houtzaag Een hamer en nagels of vijzen en een boormachine Houten plankjes Klinknagels (30 stuks) en een dunne boor of vijzen en brede

rondellen Isolatiemateriaal (hooi, stro, oude deken, slaapzak…) Stuk rubber Eventueel kippengaas en houten balkjes. Spanriemen

Hoe doe je het?

1 Maak 6 losse panelen met een isolatielaag (hooi, stro…). Voorzie een deurtje in een lange zijde. Maak in het bovenste paneel een gat met een diameter van een gasfles. Boven dat gat bevestig je de rubber. Gebruik hiervoor de klinknagels of rondellen. In het midden van dat rubber maak je een gat ter grootte van de kop van de gasfles.

2 Maak rond de gasfles eventueel een constructie met paaltjes en kippengaas. 3 Zet je gasfles op het onderste paneel. Zet de verschillende planken daarrond en maak ze vast met twee

spanriemen of vijzen. Als je spanriemen gebruikt kan de gasfles vlotter in en uit deze constructie gehaald worden (bijv. om een lege gasbus te vervangen).

4 Stapel de drank of voedingswaren tegen het gaas. Zo worden ze afgekoeld. TIP Als je met een regelbare ontspanner werkt, koelt de gasfles sneller af wanneer je ze gebruikt. Bij het gebruik van een regelbare ontspanner sluit je best wel verschillende gasvuren aan op de gasfles.

Page 7: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

1.5 Waterkoeling: de rivier als koelkast De temperatuur van water is altijd stukken lager dan de luchttemperatuur, zeker bij grote watermassa’s en stromend water. Een meer, rivier of Ardense waterstroom zijn dus ideale koelplaatsen; gratis en milieuvriendelijk. Deze methode is bijzonder geschikt voor het koelen van drank. Wat heb je nodig?

Een waterdicht recipiënt: een ton, vat of stevige zak Een touw Keien

Hoe doe je het?

1 Verpak je etenswaren waterdicht en vermijd dat ze weg dobberen. Knoop ze vast met een touw dat je ergens langs de oever bevestigt.

2 Verzwaar het recipiënt met keien, zodat het onder het wateroppervlak zakt (hoe dieper, hoe koeler).

1.6 Koelput … koelte van onder de grond Dit is de eenvoudigste manier om voedsel te koelen maar ook de minst efficiënte. Wanneer de warmte in deze kelder ‘zit’, duurt het lang voor hij opnieuw is afgekoeld. Wat heb je nodig?

Een schep Een grote metalen koffer of kist met deksel Een shelter of een dik doek (bijv. oude deken)

Hoe doe je het?

1 Graaf een put op een schaduwrijke plek in de buurt van de keukentent. 2 Leg de etenswaren in een grote metalen kist en plaats die vervolgens in de put. 3 Dek de put af met een dikke shelter of vochtige doek. 4 Ook je drinkwater kan je zo koel bewaren, bijvoorbeeld in een propere jerrycan.

2 Conclusie: duurzaam koelen? Als er een rivier(tje) in de nabijheid van het kampterrein is, gebruik je dat best voor de koeling van drank. Voor relatief kleine hoeveelheden voedingswaren kan je de pot-in-pot frigo gebruiken. Voor grotere hoeveelheden heb je een koelkast op zonne-energie nodig.

3 Bronnen

Deel II Loslopend Wild (2004), Steunpunt Jeugd vzw

www.lowimpactman.be

www.backwoodshome.com

www.sun-connect.org

www.greenlivingtips.com

Page 8: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

FICHE 3

Doordachte opbouw van een tentenkamp

1 Voorbereiding

De bestemming: Kies bij voorkeur een bestemming die met het openbaar vervoer bereikbaar is zodat de milieulast van het transport beperkt blijft (zie ook Fiche ‘Duurzame verplaatsingen’).

Op terreinen waar veel wordt op gekampeerd: Maak gebruik van bestaande tentenplaatsen, vuurkringen en paadjes. Zo voorkom je nieuwe erosie aan de minder gebruikte delen van het terrein. Laat de kampeerplek netjes achter, zodat de volgende bezoekers ook diezelfde plekken kunnen gebruiken.

Op terreinen waar weinig/minder wordt op gekampeerd: Op deze terreinen zijn geen sporen van vorige bezoekers. Probeer het gebruik van het terrein zo veel mogelijk te spreiden en wis alle sporen uit bij je vertrek. Zo krijgt de natuur de kans om snel te recupereren.

2 Indeling van het kampterrein

Voorraadtenten waarin je eten bewaart, plaats je best aan de kant van het terrein, vlakbij de toegangswegen. Zo kan je gemakkelijk voedingswaren aanvoeren zonder over het terrein te moeten rijden. Zet deze tenten ook op een schaduwrijke plek, tussen de bomen of aan de noordzijde van een bosrand zodat ze zo koel mogelijk blijven.

Neem een kruiwagen of stootkar mee om materiaal of voedingswaren op de juiste plek te krijgen. Zo beperk je korte ritten met de auto.

Hou rekening met de plantengroei. De tenten plaats je op de minst begroeide plekken van het terrein. Kwestie van plantengroei zo weinig mogelijk te beschadigen. Een leuke plek voor een tent maak je niet, je vindt ze!

Hou rekening met het reliëf. Lager gelegen delen van het terrein komen bij regen snel onder water te staan. Sla geen tenten op in een droge sloot of in het overstromingsgebied van een rivier. Harde grassoorten duiden vaak op een zompige ondergrond. In valleien hangt er ’s ochtends of ’s avonds vaak nevel en is het vochtiger.

Vermijd het graven van greppels. Ze trekken meer water aan, verstoren de natuurlijke afvloeiing van het terrein en veroorzaken erosie. Er bestaat een beter alternatief om de tenten droog te houden:

- Leg 4 sjorbalken volgens de omtrek van de tent op de grond, op de plaats waar je de tent wil zetten.

- Leg het grondzeil van de tent over deze balken.

- Zet vervolgens de tent gewoon verder op.

- De sjorbalken beletten dat er regenwater in de tent kan vloeien.

3 Toegangswegen

Rijd met de voorraadwagen of vrachtwagen enkel over bestaande wegen op het kampterrein. Een grasveld of onverharde weg verandert na een paar regendagen al snel in een glibberig slijkspoor waarin je je kunt vast rijden en waarvan de grond maar moeizaam herstelt.

Mensen kiezen graag de kortste weg. Vermijd dat er sluikroutes door het bos ontstaan, door ervoor te zorgen dat men geen omwegen moet wandelen. Sluikroutes beschadigen de flora en verstoren de fauna.

Is er een beek die je moet oversteken om het kampterrein te bereiken? Maak dan een stevige brug met een paar stevige balken, om te voorkomen dat de kinderen de beek overspringen en zo de oevers beschadigen. Je kunt eventueel een dik touw als reling hangen.

Page 9: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

4 Nutsvoorzieningen

1. Water Kook- en wastenten hebben veel water nodig. Die plaats je dus best dicht bij de (drink)waterbron. Maak het water aanbrengen echter niet al té gemakkelijk. Door te werken met een systeem van water halen in bidons, wordt er spaarzamer met water omgesprongen dan wanneer water vrij ter beschikking is via een tuinslang. Let in dit laatste geval zeker ook op voor lekken. Deze kunnen op korte tijd veel water verloren laten gaan. In doe-het-zelf zaken kan je speciale tape kopen om lekken in tuinslangen te dichten. Hoe langer je tuinslang dienst kan doen, hoe beter!

2. Elektriciteit

Elektrische stroom heb je in principe niet nodig op een tentenkamp, enkel eventueel voor een koelkast. Denk twee keer na of je een diepvriezer écht nodig hebt. Ga vooraf te rade bij de kampeigenaar. Misschien mag je het toestel op zijn elektriciteitsnet aansluiten. Zie ook Fiche 2: Energiezuinig koelen van voeding.

3. Afval

Als er op het kampterrein geen plek voorzien is om selectief afval in te zamelen, maak je zelf een ‘sorteerpark’ met verschillende recipiënten voor verschillende fracties (PMD, GFT, glas, restafval). Dat plaats je best in de buurt van een keukentent en/of nabij de toegangsweg. Sommige fracties (glas) kunnen door de kookploeg meegenomen worden als ze gaan winkelen. Opgelet, soms staat er een maximum op het aantal toegelaten vuilzakken of wordt het restafval niet ter plaatse opgehaald en moet het naar het containerpark gebracht worden. Check met de eigenaar (of in het gemeentelijk reglement) welke fracties opgehaald worden en welke zakken/containers hiervoor nodig zijn.

4. Sanitair

Uitwerpselen en afvalwater kunnen bodem en grondwater sterk vervuilen. Blijf met bepaalde kampinstallaties als HUDO’s en (af)wasplaatsen zo ver mogelijk uit de buurt van waterlopen of bronnen. Alle huishoudelijk afvalwater (dus ook dat van een kamp) moet in principe in een riolering of een septische put terechtkomen (of anders opgehaald en verwijderd worden). Wij raden aan om vooraf met de lokale milieudienst te bekijken waar installaties als een HUDO en (af)wasplaatsen best opgesteld worden.

5 Bronnen

Deel II Loslopend Wild (2004), Steunpunt Jeugd vzw

Buitenboek (2009), Scouts & Gidsen Vlaanderen vzw

Page 10: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

FICHE 4

Groene energie op kamp

1 Mini waterkrachtcentrale Je kunt op allerhande manieren zelf energie opwekken zonder gebruik te maken van het elektriciteitsnet.

Maquette van een mini waterkrachtcentrale (Bron: Loslopend Wild, deel II)

2 Energiefiets voor dummies Fietsen om elektriciteit op te wekken is een vrij eenvoudig concept, zeker als je zonder batterij werkt. (Zonder batterij energie gebruiken is trouwens milieuvriendelijker, leuker, goedkoper én efficiënter.) Voor een bescheiden verlichting (bijv. in het toilet) volstaat dit alleszins. TIP Je kunt de energiefiets die hieronder beschreven staat, beschouwen als voorproevertje voor al wie het samenstellen van een volwaardige energiefiets overweegt. Dit laatste vraagt echter een basiskennis elektriciteit en liefst ook enige constructie- en lasvaardigheden. Wat heb je nodig?

Een fiets Een constructie(tje) om het achterwiel van de fiets boven de grond te houden Een constructie(tje) om de alternatorset aan het achterwiel te bevestigen Een generator met aandrukwieltje Elektriciteitsdraden. Gebruik hiervoor draden met een doorsnede van minstens 1,5 mm (voor minimumverlies in de

bekabeling). Kabels voor luidsprekers zijn geschikt vanwege hun soepelheid en duidelijke kleuraanduiding. Eén of meerdere LED-lampjes van 12V (voet met 2 pinnetjes). LED-lampjes zijn erg energie-efficiënt. Maar je kunt

bijv. ook oude autolampjes gebruiken. Luster- of WAGO-klemmetjes om de generator met de draden en de draden met het lampje te

verbinden. Zulke klemmetjes vind je in doe-het-zelf zaken. Gereedschap zoals een tangetje om de isolatie van de draden te strippen. Een voltmeter

WAGO-klem

Page 11: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

Hoe doe je het? 1 Maak een constructie uit hout of metaal om het achterwiel van de fiets boven de grond te monteren. Deze moet

stevig genoeg zijn zodat de fiets blijft staan als er iemand op zit te trappen. 2 Monteer de alternator set bovenop het achterwiel zodanig dat het aandrukwieltje krachtig tegen het loopvlak van

het achterwiel drukt. Hiervoor gebruik je best een veer, maar een stuk elastiek kan ook. 3 Je kunt de generator zelf maken door op zoek te gaan naar een gelijkstroommotor van 12 Volt met permanente

magneten. Het vermogen moet zo’n 200 Watt zijn en het toerental zo laag mogelijk. Deze motoren/generatoren zijn zowel tweedehands als nieuw te verkrijgen (bijv. Doga DC-motor, 12V/DC1000 rpm, te verkrijgen via www.conrad.be).

4 De grote uitdaging is een wieltje maken dat stevig op de as van de generator past en met het wiel kan ‘meelopen’. De diameter van het wieltje bepaal je met een test. Sluit op de motor een elektrische belasting aan van ongeveer 50 Watt, bijv. een halogeenlampje. Start met een wieltje van doorsnede 40 mm. Laat de generator draaien en meet met een voltmeter de uitgangsspanning. Is de spanning hoger dan 14 Volt, maak het wieltje dan iets groter. Is de spanning te laag, maak het wieltje dan iets kleiner. Denk eraan dat de gebruikers van de fiets zullen willen 'koersen'. Bij koerssnelheid mag de opgewekte spanning nooit hoger worden dan 14 Volt. (Zie foto en schets.)

Page 12: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

LET OP! Werken met een alternator uit een auto is geen goed idee! Deze toestellen hebben een laag rendement en hebben bovendien een hoog toerental nodig.

5 Bevestig de draden met de klemmetjes aan de polen van de alternator. Aan de positieve pool van de alternator

bevestig je de draad met rode isolatie, aan de negatieve pool de draad met blauwe of zwarte isolatie. (Zie elektrisch basisschema.)

6 Deze draden leiden naar de lamp en worden hieraan bevestigd met de klemmetjes.

Elektrisch basisschema

Dit is het meest eenvoudige schema. Je kan hierop nog varianten maken. Je kan schakelaars opnemen om lichtjes te bedienen of een aftakking maken om een auto oplader van een GSM te voeden. ( Let bij dat laatste wel steeds op dat de generator niet meer dan 14 Volt levert !)

Gelijkstroommotor 12 Volt, 150 a 200 Watt

Led-lampje of ander lampje werkend op 12 Volt.

Elektrische draad van 1,5 mm doorsnede

7 Telkens als het licht wil laten branden, moet er iemand trappen! Hoe meer lampjes er zijn aangesloten, hoe groter

de kracht die je nodig hebt om het wiel aan te drijven.

3 Groene gadgets In de meeste buitensportzaken zijn allerhande gadgets te verkrijgen die onafhankelijk van netstroom werken. Zo vind je opwindbare lantaarns en radio’s, GSM-laders op zonne-energie en allerhande zaklampen. De ‘mechanische’ zaklampen zorgen voor licht door erop te knijpen, door ermee te schudden of door ze op te winden. Je vindt ze in allerlei winkelketens zoals Casa en Blokker en ook in outdoor speciaalzaken als A.S.Adventure. Prijzen starten al vanaf 2 euro, afhankelijk van het type en de kwaliteit. Daarnaast zijn er de zaklampen die werken op zonne-energie. Deze lampen zijn voorzien van zonnecellen aan de zijkant van de zaklamp. Zelfs op een bewolkte dag laden deze op en kan de lamp op volle lichtsterkte werken. Ook deze zijn al verkrijgbaar onder de 10 euro.

4 Bronnen

Deel II Loslopend Wild (2004), Steunpunt Jeugd vzw

www.lowimpactman.be

www.energiefiets.be

www.bric-a-brock.be

www.lowtechmagazine.be

Page 13: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

FICHE 5

Vuur starten met natuurlijk tondel

1 Wat is tondel? Tondel is droog en licht ontvlambaar materiaal waarmee je een houtvuur kan starten zodra je een vonk hebt: droog mos, schors, materiaal van oude vogelnesten, gestolde harsdruppels. Tondel is een avontuurlijke en milieuvriendelijke manier om een vuur te starten. Verkies dan ook natuurlijke tondel boven de chemische blokjes die je in grootwarenhuizen kan kopen.

2 Vuur maken Wat kan je gebruiken?

Droog gras: meestal beschikbaar en werkt goed. De dorre sprieten goed fijn wrijven. De vezels moeten zo fijn mogelijk zijn.

Uitgebloeide distel: geeft met vonk een directe vlam en blijft voldoende lang branden om het vuur verder op te bouwen.

Berkenbast: flinterdunne stukjes schors van een berkenboom geven met vonk een directe vlam die vrij lang blijft branden. De vlam geeft een zwarte rook door de aanwezigheid van teer in de bast.

Droge boomschors: vind je vooral op de grond, dus niet van de stam aftrekken: je beschadigt de bomen en vaak is die schors nog te vochtig.

Droog mos: vaak aanwezig op boomstammen of uitstekende worteltakken, of ook wel op stenen en keien. Restjes van oude vogelnesten: in verlaten vogelnestjes vind je vaak meerdere makkelijk brandbare materialen

samen (gras, hooi, mos…). Kleine droge twijgjes en takjes: zorg ervoor dat deze droog en klein genoeg zijn.

Hoe doe je het?

1 Verzamel voldoende tondel vóór je begint. Bewaar de tondel in een waterdicht zakje of metalen sigarendoosje.

2 Verwerk een ruime hoeveelheid tondel losjes tot een bal om genoeg luchtstroom toe te laten.

3 Leg de tondel niet op een vochtige ondergrond, omdat hij dan vocht opzuigt en onbruikbaar wordt. Maak desnoods een bedje van droge takjes.

4 Bouw er een tipi of piramide rond van dunne, droge takjes met de opening naar de windrichting.

5 Rond die eerste takjespiramide plaats je dikkere takjes. 6 Steek de tondel aan. 7 Zorg dat je genoeg grotere takjes bij de hand hebt. Voeg die toe aan het vuur zodra de tondel begint te branden.

3 Duurzame tips Op een zonnige dag kan je in plaats van een lucifer of aansteker een vergrootglas gebruiken om de tondel aan te steken. Plaats het vergrootglas in een hoek met de zon over de tondel zodat het focuspunt er recht op valt. Eens de tondel begint te roken kan je de vlam aanwakkeren door zachtjes onderaan op de tondel te blazen. Gebroken glas, flessen of een bril kan ook werken als hun focuspunt helder genoeg is.

4 Bronnen

Deel II Loslopend Wild (2004), Steunpunt Jeugd vzw

Buitenboek (2009), Scouts & Gidsen Vlaanderen vzw

Lopend Vuur (2003), VVKSM vzw

Bron: VNJ Brabant

Page 14: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

FICHE 6

De hooikist

1 Wat is een hooikist? Een hooikist is een houten kist gevuld met hooi, waarin plaats is voor één of meerdere potten. De kist wordt gebruikt om voedsel te laten garen zonder dat het voortdurende verhitting nodig heeft. Hooi heeft immers een uitstekende isolerende werking. Hét grote milieuvoordeel is dat je slechts een fractie van brandstof nodig hebt in vergelijking met een klassieke bereidingswijze.

2 Een hooikist bouwen Je kunt kant-en-klare hooikisten kopen maar veel leuker is er zelf een in elkaar steken. Je kunt een hooikist maken van een bestaande houten ‘kist’ (bijv. een oud keukenkastje) maar je kan de kist ook helemaal zelf maken! Wat heb je nodig?

6 houten panelen waarvan 1 dienst doet als deksel. De kist dient ongeveer 2 x zo hoog en 1,5 x zo breed en diep te zijn als de grootste pot die je erin wilt zetten.

2 balkjes 2 scharnieren, 2 handvaten en 1 slotje Schuurpapier Houtvuller en houtlijm Isolatiemateriaal: hooi, stro of een oude deken

Hoe doe je het?

1 Zaag de panelen op maat. 2 Bevestig de zijpanelen tegen de bodemplaat aan. Gebruik eventueel een boor om de schroefgaten voor te boren.

Zet de panelen vast met houtlijm voor extra stevigheid. 3 Bevestig de twee vierkante balkjes op de binnenkant van het deksel, op twee centimeter vanaf de buitenzijde.

Deze vallen binnen de hooikist en zorgen voor extra afsluiting, dus extra isolatie. 4 Plaats het deksel met behulp van de scharnieren en bevestig het slotje. 5 Vul gaatjes op met houtvuller en laat drogen. 6 Bevestig aan beide zijkanten in het midden een handvat, op 15 centimeter vanaf de bovenzijde van de kist

(inclusief het deksel). 7 Isoleer de kist langs binnen en nauw aansluitend rondom de pot met het isolatiemateriaal. Oude slaapzakken zijn

hiervoor niet geschikt. Ze bestaan vaak uit synthetisch materiaal dat niet hittebestendig is.

3 Hoe gebruiken?

3.1 Gerechten koken Gerechten met een lange kookduur op lage temperatuur zoals stoofpotjes, aardappelen en rijst (maar ook groenten als boontjes) zijn bij uitstek geschikt om klaar te maken met behulp van een hooikist.

1 Breng het voedsel in een pot op het vuur aan de kook. 2 Plaats de pot met inhoud in de hooikist en dek goed toe met het isolatiemateriaal. 3 Sluit de hooikist goed af. Door de isolerende werking van het materiaal blijft de

temperatuur in de pan hoog en wordt het voedsel gaar (zonder aan te branden). 4 Bij gerechten die zeer lang moeten stoven kan het nodig zijn om halverwege de

bereidingstijd de pan even uit de kist te halen en deze op het fornuis weer te verhitten tot het kookpunt.

LET OP! Doordat er toch enig warmteverlies optreedt, is de kooktijd wel langer dan bij permanente verhitting. Houd daarmee rekening bij het plannen van de maaltijden.

Page 15: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

3.2 Gerechten warm houden Je kunt de hooikist ook gebruiken om na het gewone kookproces de bereide gerechten lekker warm te houden tot wanneer de maaltijd kan beginnen. Stoofpotten en soepen komen hier zeker voor in aanmerking.

4 Duurzame tips

Door hooikisten zoveel mogelijk in te schakelen in het kookproces heb je minder of minder grote vuren nodig.

Voor het garen van rijst heb je zelfs geen hooikist nodig. Door de rijst in een pot met deksel aan de kook brengen en daarna goed in te pakken in de dikke doek gaart hij vanzelf!

Op kamp moet je vaak voor grote groepen koken. Zorg ervoor dat je hooikist voldoende groot is voor meerdere kookpotten.

Door de kist te openen gaat veel warmte verloren. Plaats daarom zoveel mogelijk dezelfde gerechten (met dezelfde gaartijd) samen in een kist.

Gebruik een kookpot met een goed sluitend deksel zodat er geen warmte verloren gaat door verdamping (stoom). Voordeel is dat je minder water nodig hebt waardoor je ook minder smaak en vitaminen verliest bij het eventuele afgieten.

Mits stevig gemaakt kan je de hooikist ook gebruik als zitbankje of bijzettafeltje in de kampkeuken.

De hooikist kan ook gebruikt worden om iets koel te houden. Zo kan je er bijv. ook ijsjes mee gaan halen.

5 Bronnen

Deel II Loslopend Wild (2004), Steunpunt Jeugd vzw

Buitenboek (2009), Scouts & Gidsen Vlaanderen vzw

Lopend Vuur (2003), VVKSM vzw

Bron: http://eenvoudigleven.blogspot.com

Page 16: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

FICHE 7

Veggie kampdag

1 Wat is een veggie kampdag? De productie van vlees is meer belastend voor het milieu dan de productie van plantaardige producten. Veeteelt vraagt veel grond, water en energie, en draagt in belangrijke mate bij tot ontbossing, bodemerosie, klimaatswijzigingen door het broeikaseffect, vermesting, verzuring, watervervuiling en het verlies aan biodiversiteit. Een veggie kampdag is een specifieke dag waarop vlees noch vis gegeten wordt. Je kunt een dergelijke dag voor de ganse groep organiseren met een lekker ontbijt, middag- en avondmaal zonder gebruik te maken van vlees of vis.

2 Een vegetarische maaltijd samenstellen

2.1 Doe gewoon Nieuwe smaken ontdekken is heel leuk, maar bij je eerste probeersels is gewoon doen nog zo makkelijk. Heeft de spaghettisaus die leider Tom maakt veel succes? Laat hem dan diezelfde saus maken en vervang het vleesgehakt door vegetarisch gehakt (tofu-, seitan-, of quorngehakt). Vegetarisch gehakt kan je vinden in de natuurvoedingswinkels en in de meeste supermarkten. Andere succesvolle vegetarische varianten van een maaltijd zijn: veggieworst met appelmoes, soep met groentebouillon en vol-au-veggie. Het kan een leuke uitdaging zijn om iedereen veggie te laten eten zonder dat ze het door hebben!

2.2 Betrek doorwinterde veggiefans Elke jeugdbeweging heeft wel een paar vegetariërs in de groep. Vraag hen op voorhand wat hun favoriete gerechten zijn. Ze kunnen je wellicht al een heel eind op weg helpen.

2.3 Doe de test Probeer een nieuw recept vooraf uit zodat je beter kan inschatten of het in de smaak zal vallen.

2.4 Vleesvervangers Er bestaat een hele waaier aan vleesvervangers: tofu en tempeh (op basis van soja), seitan (op basis van tarwe) en quorn (op basis van mycoproteïne). Deze basisingrediënten worden verwerkt tot vegetarische burgers, charcuterie, gehakt, worstjes en broodbeleg. Al deze vleesvervangers kan je vinden in gewone supermarkten.

2.5 Peulvruchten Gedroogde peulvruchten (bonen, erwten, linzen…) zijn rijk aan eiwitten en kunnen helpen om vlees te vervangen. Je kunt ze gebruiken in stoofpotjes, in (tomaten)saus, groentenpuree of gemixt en gekruid als broodbeleg. De meeste peulvruchten moeten vooraf geweekt worden, maar je kunt ze ook voorgekookt kopen (in bokaal of blik).

2.6 Niet duurder Koken met vegetarische producten hoeft niet duurder te zijn. Een maaltijd met meer groenten en minder vlees kan zelfs goedkoper zijn. In een doorsnee maaltijd is vlees immers meestal het duurste ingrediënt.

3 Recepten en andere informatie

EVA (Ethisch Vegetarisch Alternatief) en www.donderdagveggiedag.be hebben een uitgebreide receptendatabank. Je kan er zoeken op ‘kindvriendelijke recepten’.

Op www.ecosmos.be kan je terecht voor een hele waaier recepten voor vegetarisch broodbeleg. Voor veel recepten heb je een mixer nodig. Houd hiermee rekening bij het plannen van de maaltijd.

Op www.kokenopkamp.be vind je naast een receptendatabank ook informatie over minder vlees

eten of vegetarisch eten.

Page 17: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

De ecogids “Kampkippen en kikkererwten!” (2007) bundelt 100 vegetarische recepten, 10 spelactiviteiten en 100 tips en links voor leden, leiding en koks om eco-actief op kamp te gaan. Deze publicatie wordt uitgegeven door Velt en JNM en kan je bestellen via www.jnm.be (kostprijs 7,50 euro).

De publicatie “Veggie op kot” (ARGUS vzw en EVA vzw, 2007) toont met veel praktische tips en eenvoudige receptjes hoe makkelijk het kan zijn om vegetarisch te koken.

4 Leuke ideeën

4.1 Wedstrijdje “Beste veggiekok” 1 Verdeel de groep in verschillende kookgroepjes die elk een vegetarische maaltijd

bereiden. 2 Een groep zorgt voor het ontbijt, een andere groep voor het middagmaal en een

derde groep voor het avondmaal. 3 Iedereen die mee eet, maakt deel uit van de ‘smaakjury’ en geeft elke maaltijd een

score. 4 Als afsluiter is er ’s avonds de officiële prijsuitreiking vergezeld van heerlijke

vegetarische toastjes!

4.2 Veggie potluck Bij een potluck maakt elke tak of groep één vegetarische schotel. Dat kan variëren van een aardappelsalade, een pastaschotel tot een originele groenteschotel. Op die manier ontstaat een uitgebreid buffet, zonder dat je uren achter de potten en pannen moet staan.

Page 18: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

FICHE 8

Een duurzaam menu

1 Wat is een duurzaam menu? Een duurzame maaltijd gaat verder dan minder vlees of vegetarisch eten. Seizoens- en streekgebonden, biologische oorsprong, minder bewerkingen en het vermijden/verwerken van restjes zijn de voornaamste basisprincipes van duurzame voeding.

2 Een duurzaam menu samenstellen Net zoals een veggie kampdag (zie Fiche ‘Veggie kampdag’), zou je ook een duurzaam eten-dag kunnen inlassen. Concreet wil dit zeggen dat je let op een aantal ecologische aspecten bij de aankoop van ingrediënten.

2.1 Seizoensproducten uit eigen streek Seizoensgebonden producten zorgen voor een grote energiewinst door korte transportafstanden en door de keuze voor groenten uit onverwarmde serres. Lokaal voedsel is vaak meer seizoensgebonden, verser, minder bewerkt, gezonder, smakelijker én betaalbaarder! Welke groenten en fruit er ‘in seizoen’ zijn tijdens de kampperiode vind je op www.groentekalender.be. Stel op basis hiervan je menu samen.

2.2 Biologische producten Biologische producten zijn milieuvriendelijker geteeld doordat er geen kunstmeststoffen worden gebruikt die veel energie (fossiele brandstoffen) vragen voor hun productie. Er worden bovendien geen synthetische pesticiden ingezet waarvan residu's in de bodem en het water achterblijven. Dit betekent dat er geen vervuild water ontstaat door de pesticiden en de kunstmest, wat een positieve impact heeft op de watervoetafdruk van het product. (De watervoetafdruk is de hoeveelheid verborgen water die nodig is over de hele productieketen.) Waar je welke producten kan kopen in Wallonië vind je via www.bioforum.be (kies de Franstalige kant van de website). Op www.biomijnnatuur.be en via de BioGenietenGids kan je alle adressen van biologische voedingswinkels en markten in Vlaanderen terugvinden.

2.3 Minder bewerkte voeding Hoe meer een product wordt bewerkt, hoe groter de afstand tussen het oorspronkelijke product en de eindgebruiker, en hoe meer energie én water worden verbruikt. Geef daarom de voorkeur aan weinig bewerkte voedingsmiddelen zoals volkoren producten. Deze zijn ook gezonder want ze zijn rijker aan voedingsstoffen en vezels.

2.4 Minder dierlijke producten Dierlijke voedingsmiddelen zoals vlees, zuivel en eieren (af en toe) vervangen door plantaardige producten op basis van granen (bijv. soja) en peulvruchten is een belangrijk onderdeel van duurzaam eten. (Zie Fiche ‘Veggie kampdag’).

2.5 Etensresten zijn geen afval Een boodschappenlijstje is de eenvoudigste en gemakkelijkste preventieve maatregel. Houd je aan het lijstje en vermijd dat je meer aankoopt dan redelijkerwijs verantwoord is. Zo'n boodschappenlijstje is alleen maar nuttig wanneer het gecombineerd wordt met een menulijst. Stel eerst het kampmenu op en maak vervolgens de lijst op van de ingrediënten die nodig zijn voor de voorziene gerechten. Zorg ervoor dat je de juiste hoeveelheden bereidt. Voor een groep is het niet makkelijk om de hoeveelheden juist in te schatten. De lijstjes met hoeveelheden van www.kokenopkamp.be kunnen hierbij helpen. Is er toch eten over? Gooi het niet weg maar wees er creatief mee. Je kunt restjes in de soep verwerken. Bereide groenten lenen zich tot lekker broodbeleg voor de volgende dag. Restjes van verse groenten zijn gemakkelijk in een puree te verwerken. Op www.smulweb.nl vind je een aantal receptensuggesties.

Page 19: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

Bewaartijden van bereide voeding in de koelkast:

Gekookte eieren 1 week

Gekookte aardappelen 3 dagen

Gekookte rijst en pasta 3 dagen

Bereid vlees en gevogelte 3-4 dagen

Bereide vis 1-2 dagen

Quiches, ragouts 2-3 dagen

Soepen 3-4 dagen

3 Recepten en andere informatie

Handboek voor ecologische voeding (Velt vzw) met bijna 700 smakelijke recepten: ontbijtideeën, salades, hoofdgerechten, sauzen en een kinderkookhoek. Bij elk recept staat de bereidingstijd.

Fermweb (www.fermweb.be) heeft een handige zoekfunctie om de boeren in de buurt van je kampplek (Vlaanderen) te vinden. De voordelen? Goedkoper dan in de winkel, geen verpakkingsafval, seizoensgebonden, een eerlijke prijs voor landbouwer en consument, steun voor lokale boeren én minder transport!

Via www.biodichtbijhuis.be (BioGenietenGids) kan je kijken waar er in de buurt van het kamp biologische voeding te vinden is.

Op de website www.kokenopkamp.be van Mediaraven vzw kan je terecht voor informatie over ecologische voeding, filmpjes, een hoeveelhedencalculator en een receptendatabank.

Via www.watervoetafdruk.be vind je allerlei informatie over de watervoetafdruk van ons voedsel en kan je makkelijk de watervoetafdruk van een maaltijd berekenen. Een waterarme warme maaltijd heeft een watervoetafdruk die kleiner is dan 1.500 liter.

Via de website van Leefmilieu Brussel kan je gratis een applicatie downloaden om lokaal en volgens het seizoen te eten.

4 Bronnen

www.oivo.be

www.leefmilieubrussel.be

Page 20: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

FICHE 9

Duurzame verplaatsingen

1 Personenvervoer

1.1 Met de fiets Is jullie kampplaats relatief dichtbij en/of zijn jullie enthousiaste fietsers? Fietsen is veruit het meest duurzame vervoersmiddel. Met fietszakken kan je een deel van de bagage transporteren, al is het wellicht handiger om alle bagage samen met het andere kampmateriaal te vervoeren (zie verder). Route Stippel vooraf je route uit. Via www.groenspeelweefsel.be kan je een autoluw traject uitzoeken en deze op je GPS opladen. Regels Voor fietsers (in groep) zijn er een aantal regels die gerespecteerd moeten worden. Deze regels staan in de wegcode, artikels 43 en 43bis, en zijn ook terug te vinden op www.jeugdwerkregels.be en in Loslopend Wild II.

1.2 Met de trein Er bestaan in België allerlei voordeeltarieven die interessant kunnen zijn voor jouw groep. Meer informatie vind je hier:

groepskortingen: www.b-rail.be/nat/N/tarifs/formulas/index.php

reserveren van groepsverplaatsing: www.b-rail.be/nat/N/tarifs/formulas/info

kortingen en gratis reizen: www.b-rail.be/nat/N/tarifs/formulas/info Kinderen jonger dan zes

Zij reizen gratis in eerste of tweede klas, zonder vervoerbewijs.

Tussen twee Belgische stations (met uitzondering van grenspunten).

Geen beperking wat betreft het vertrekuur.

De min-zesjarigen moeten worden vergezeld door een reiziger van 12 jaar of ouder die in het bezit is van een geldig vervoerbewijs.

Er mogen maximaal 4 min-zesjarigen meereizen per begeleider van 12 jaar of ouder.

LET OP! Kinderen jonger dan 6 jaar die gratis reizen, kunnen geen zitplaats opeisen.

Kinderen van zes tot twaalf jaar

Zij reizen gratis in tweede klas.

Op weekdagen (van maandag tot vrijdag) mogen ze dan ten vroegste vertrekken om 09u01. Op zaterdag, zondag en op wettelijke feestdagen mogen ze vroeger vertrekken.

Deze kinderen moeten worden vergezeld door een reiziger van 12 jaar of ouder die in het bezit is van een geldig binnenlands vervoerbewijs. Er mogen maximaal 4 min-twaalfjarigen meereizen per begeleider van twaalf jaar of ouder.

LET OP! De regelingen van het gratis reizen van min-twaalfjarigen gelden niet bij het groepsreizen. Een persoon die het groepstarief betaalt, mag geen kind(eren) jonger dan 12 jaar gratis meenemen. Bij een groepsreis moet elke deelnemer een plaats reserveren en het groepstarief betalen, ook de kinderen jonger dan 12 jaar.

Groepen vanaf 15 personen

Als je met minstens 15 personen reist, krijg je een fikse korting op het normale tarief.

Je moet geruime tijd van tevoren reserveren: 5 werkdagen vóór de geplande trip is de uiterste limiet. Deze reservering is volledig gratis. Je kunt ervoor terecht in elk Belgisch station.

Het groepstarief geeft je recht op zitplaatsen in de aangevraagde treinen.

Page 21: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

Groepen van minder dan 15 personen Als je groep minder dan 15 leden telt, kan je toch nog van het groepstarief genieten op voorwaarde dat je voor 15 personen betaalt. Reken zelf maar uit wat het voordeligste is. In bepaalde gevallen komen andere reisformules (Go-Pass, Rail-Pass, Multi-Pass) even voordelig uit, maar je kan er geen zitplaats mee reserveren in de trein. (Vouw)fiets mee op de trein

Informeer vooraf bij het station of de hele groep tegelijk mee kan vertrekken.

Koop een geldig vervoersbewijs voor elk lid van je groep.

Voor je fiets koop je per rit een fiets-tandemkaart of een vrijkaart voor één bepaalde dag. Deze kaarten zijn geldig tussen twee Belgische stations of stopplaatsen, grenspunten uitgezonderd.

Vouwfietsen mogen gratis mee in het rijtuig als handbagage. Meer info: www.b-rail.be/nat/N/practical/petsbikesbags/biketransport/index.php

1.3 Lijnbus of autocar Soms kan je met een lijnbus rechtstreeks van de thuisgemeente of een stad in de buurt naar de kampplaats rijden. De lijnbus kan ook interessant zijn om van het station tot aan de kampplaats te geraken. Check voor alle zekerheid de tarieven en kortingsregelingen op de websites van de regionale vervoersmaatschappijen De Lijn (Vlaanderen), MIVB (Brussel) en TEC (Wallonië).

Vlaanderen: www.nmbs.be of www.delijn.be

Wallonië: www.infotec.be

Brussel: www.mivb.be De meeste groepen gaan op kamp met de autocar. Vermits het gaat om groepstransport is dit een milieuvriendelijkere manier van verplaatsen dan personenwagens. Spijtig genoeg moet de bus wel leeg terug eens de groep op de kampplaats is afgezet. Je kunt met de groep die vóór of na jouw groep op dezelfde kampeerplaats komt, afspreken om van dezelfde autocar gebruik te maken.

1.4 Carpoolen Stimuleer carpooling tijdens de bezoekdag of tijdens het brengen en afhalen. Schrijf in je kampboekje een stukje

over carpooling, bied een cadeautje aan carpoolende ouders aan, maak een internettoepassing op je site rond carpooling naar het kamp…

www.karzoo.be is de eerste carpoolportal in Europa. Hier kun je terecht om een chauffeur (of passagiers) te vinden met wie je kan meerijden, zowel in België als in het buitenland.

1.5 Liften Liften is een goede manier om verplaatsingen tijdens het kamp te doen.

Om veiligheidsredenen wordt aangeraden om op het moment dat je instapt een sms'je naar familie of vriend(in) te sturen, eventueel met vermelding van de nummerplaat.

Bij Myoto vzw (www.myoto.be) zijn er coole, extra-large duimen te verkrijgen die je zichtbaarheid verhogen.

1.6 Reizen naar en in het buitenland Openbaar vervoer Kies zo veel mogelijk voor verplaatsingen met het openbaar vervoer, trein of bus, en doe dit zowel voor je verplaatsing naar je bestemming als voor de verplaatsingen ter plaatse. Bijna overal worden er speciale voorwaarden voor groepen aangeboden. Kijk vooraf op de website van de belangrijkste vervoersmaatschappijen van het land waar je naar toe gaat. Autobus(je) of camionette Kies je voor eigen groepsvervoer, hou dan rekening met volgende tips:

Zorg dat je niet te zwaar beladen bent: selecteer het materiaal dat je meeneemt.

Respecteer de regels van ecodriving:

- gelijkmatig rijden, met zo weinig mogelijk snelheidsschommelingen

- zo snel mogelijk doorschakelen naar een hogere versnelling

- rijden op toerental, niet op snelheid

- de motor zo lang mogelijk in dezelfde versnelling laten

- snelheid matigen

- anticiperen op wat vóór je gebeurt

- de motor stilleggen als je meer dan een halve minuut moet wachten

Page 22: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

Boot Als je bijv. naar het Verenigd Koninkrijk reist, ga je best met de Eurostar. Deze trein rijdt gedeeltelijk op groene stroom en is millieuvriendelijker dan de ferry. Vliegtuig Vanuit milieuoogpunt zijn vliegtuigreizen de minst goede transportwijze. Een vlucht Brussel-Berlijn veroorzaakt 200 kg CO2, terwijl een trein over diezelfde afstand maar 50 kg CO2 uitstoot. Probeer vluchten te mijden en als je beslist om toch te vliegen, compenseer dan je CO2-uitstoot (zie verder).

2 Materialenvervoer In de meeste gevallen wordt het kampmateriaal heen en weer naar de kampplaats vervoerd met een vracht- of bestelwagen en met meerdere personenwagens. Enkele tips hierbij:

2.1 Selectie en inventaris Hoe minder materiaal, hoe minder vervoer, hoe minder brandstofverbruik, hoe beter voor het milieu en voor je kampbudget. Bekijk vooraf welke materialen je echt nodig hebt op kamp en maak een goede inventaris. Vervolgens schat je goed in welk type camion(ette) je nodig hebt. Stapel alles zo goed mogelijk, zodat je de voorziene laadruimte zo volledig mogelijk benut.

2.2 Gemeentelijke subsidie? Voor het vervoer van het kampmateriaal stellen vele gemeentebesturen de gemeentelijke vrachtwagen (al dan niet

met chauffeur en verzekering) ter beschikking van het jeugdwerk. Dit kan vaak gratis of tegen een beperkte vergoeding. Heeft de gemeente geen eigen vrachtwagen, dan hebben zij misschien wel een aanhangwagen? Indien dit in jullie gemeente niet mogelijk is, kunnen jullie vragen naar een financiële compensatie.

Vaak vertrekken verschillende jeugdverenigingen gelijktijdig op kamp. Stel samen met de gemeente een reglement betreffende het kampvervoer op om conflicten te vermijden. Denk hierbij ook aan afspraken in verband met de verzekering.

3 Conclusie: de duurzaamste verplaatsing? Voor verplaatsingen hanteren we het S.T.O.P.-principe. Het meest duurzame zijn stappen en trappen (fiets). Daarna volgt het open vervoer en tot slot de personenwagen. Vliegen stoot (per persoon) 4 x meer CO2 uit dan de trein en 6 x meer dan de bus. De keuze van vervoermiddel wordt vaak ook bepaald door praktische zaken: de bestemming, het al dan niet meenemen van kampmateriaal… Je zou het ook eens kunnen omdraaien: kies je bestemming in functie van het duurzaamste vervoersmiddel. Via www.greenseat.nl kan je voor het traject dat je wenst af te leggen de CO2-uitstoot berekenen, en dit voor verschillende vervoersmiddelen. Zo kan je de meest milieuvriendelijke vervoerswijze kiezen. Via deze site ben je de uitstoot meteen ook compenseren.

4 Bronnen

www.mediaraven.be

www.b-rail.be

www.karzoo.be

www.myoto.be

www.ecodriving.be

www.respectopkamp.be

Page 23: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

FICHE 10

Zonnedouche met tuinslang

1 Wat is een zonnedouche? Een zonnedouche is een douche waarbij het water verwarmd wordt door de zon. Het type dat hieronder is beschreven, bestaat uit een houten skelet waar een lange, zwarte buis op kan rusten. Die buis zit vol water en ligt in de zon. Na enkele uurtjes is het water in de buis lekker warm.

2 Zonnedouche met tuinslang Wat heb je nodig?

6 stevige palen van minstens 2 m Latjes van ongeveer ½ m om de palen te verbinden (20 à 25) Stevige latten van ongeveer 1 m om het skelet bovenaan te sluiten Nagels of vijzen en sjortouw om het geheel aan elkaar te bevestigen Lange, flexibele zwarte buis (zie foto). Hoe langer, hoe beter, want hoe meer

warm water, hoe meer personen achtereenvolgens kunnen douchen. Kurken (wijnfles) om de buis af te dichten Rubberen tussenstuk als je de buis op een kraantje aansluit, anders bidons en een ‘trechter’ om de buis te vullen Een lege petfles die als douchekop kan dienen

Hoe doe je het?

1 Loopt er een rivier of beek naast het kampterrein, dan plaats je de zonnedouche best daar in de buurt, zodat je makkelijk water kan aanbrengen met bidons. Je kunt de douche ook plaatsen in de buurt van een kraantje.

2 Klop de 6 lange palen in een cirkel stevig in de grond. Het is belangrijk dat die goed vastzitten, zodat de douche niet in elkaar stort eens de buis gevuld is met water.

3 Bevestig tussenlatjes tussen de palen. Zo wordt het een stevige constructie. Bovenaan sluit je het skelet met de stevigere latten.

4 Vul de buis met water, bij voorkeur met regenwater of water uit de beek of rivier. Als de buis niet té lang is, kan je ze onderdompelen in de rivier en vervolgens op het houten platform leggen.

5 Leg de buis in een spiraal zodat er zoveel mogelijk buis aan de zon is blootgesteld en het water zo snel mogelijk warm wordt.

6 Eens het water warm is, bevestig je de geperforeerde petfles aan één van de uiteinden en leid je deze naar beneden zodat men eronder kan staan.

LET OP! Voor je veiligheid is het belangrijk om na gebruik en zeker ’s avonds de douche volledig te laten leeglopen, zodat bacteriën en ziektekiemen geen kans krijgen om zich te ontwikkelen.

2.1 Variant 1: extra waterreservoir Wat heb je nodig?

Een oud olievat, een kuip (bijv. een metserskuip) of een ton Materiaal om een gat met de doorsnede van de zwarte buis in de ton te maken. Zwarte verf (bij voorkeur ecologische verf op waterbasis) Zwart ‘deksel’ of donkere plastic zak die hiervoor kan dienen

Hoe doe je het?

1 Verf het vat, de kuip of de ton zwart. 2 Maak een gat in het vat om de buis op aan te sluiten. 3 Zet de ton in de zon bovenop een tweede stevig houten staketsel. 4 Vul hem met water en doe er het deksel over. Laat ruimte in de ton om aan te vullen met koud water indien het

water te heet is geworden. 5 Sluit de buis aan op deze ton.

Page 24: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

6 Eens het water voldoende warm is, kunnen er meer personen na elkaar douchen, maar het opwarmen van het water zal wel langer duren dan in het systeem met de alleen de zwarte buis.

LET OP! Neem geen douche recht onder dit zware waterreservoir.

2.2 Variant 2: douche met emmer of groepsdouche met plastic dakgoot Wat heb je nodig?

Oude plastic emmer of waskuip Stuk plastic dakgoot Stevige nagel en hamer Sjorbalken en sjorkoord

Hoe doe je het?

1 Maak een driepikkel die voldoende hoog is om recht onder te staan. 2 Maak met een nagel gaten onderaan een oude emmer. 3 Hang de emmer in de nok van de driepikkel. 4 Hang het uiteinde van de buis erin.

OF

1 Maak met een nagel gaten in een oude plastic dakgoot. 2 Bevestig deze dakgoot aan een sjorbalk op een goede hoogte tussen twee gesjorde driepikkels. 3 Hang er de buis aan één uiteinde erin. 4 Je hebt nu een douche waar meerdere personen tegelijkertijd kunnen onder staan.

3 Duurzame tips

Maak zo veel mogelijk gebruik van hemel- of rivierwater. Je kunt bijv. regenwater van een shelter laten aflopen en in een ton opvangen.

Zoek op het kampterrein een geschikte locatie zodat de douche veel zonne-uren kan kloppen.

Spring bij het douchen zuinig om met shampoo en douchegel. Zo heb je minder spoelwater nodig.

Gebruik ecologische shampoo en douchegel.

Maak zo veel mogelijk gebruik van herbruikbare materialen en berg bij afbraak alle onderdelen van je zonnedouche goed op. Zo kan je deze op een volgend kamp ook nog gebruiken.

4 Bronnen

www.opkamp.be

Page 25: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

FICHE 11

Zonnedouche met zonnepaneel

1 Wat is een zonnedouche? Een zonnedouche is een douche waarbij het water verwarmd wordt door de zon. Het type dat hieronder is beschreven, bestaat uit een zelf gemaakt ‘zonnepaneel’ dat zorgt voor de opwarming van het water.

2 Het zonnepaneel Wat heb je nodig?

Houten latten van ongeveer 1 m Platte lade van een oude kast of oude dekenlade van onder een bed Zwarte verf (bij voorkeur ecologische verf op waterbasis) Boormachine en houtboor Stuk koperen buis 1 of meerdere glasplaten Sterke plakband

Hoe doe je het?

1 Maak een platte houten bak van ongeveer twee vierkante meter. Of gebruik een grote platte lade van een oude kast of een oude dekenlade van onder een bed.

2 Schilder de binnenkant helemaal zwart (zwart absorbeert de warmte en weerkaatst ze niet). 3 Boor aan één zijde twee openingen voor de in- en uitgang. 4 Neem een lange koperen buis (het type buis dat men meestal gebruikt voor waterleidingen, je vindt ze in elke doe-

het-zelfzaak) en buig ze in een lange S-vormig vlak. Het buigen gaat het gemakkelijkst met een koperbuis die opgerold wordt verkocht (per lopende meter).

5 Hoe langer de koperen buis is, en hoe groter en platter de bak, hoe warmer zal het water worden. In een megagrote bak met een superlange koperleiding zou het water opwarmen met gewoon daglicht, dan zou je zelfs geen zon nodig hebben.

6 Bevestig het koperwerk in de bak door de in- en uitgang gelijktijdig door het houtwerk te steken. Zet een glazenplaat als deksel op de bak. Kleef het glas stevig vast op de bak met waterbestendige kleefband zodat de bak luchtdicht is.

7 Richt de bak naar de zon en laat water door de ingang stromen. Het zonlicht verwarmt het water in de buisjes.

3 Douche met zonnepaneel en douchecabine Wat heb je nodig?

Enkele stevige sjorbalken Stuk stevig sjorkoord 2 tonnen Zonnepaneel of 1 houten plank + 1 bolle koepel + 50 m radiatordarm Zwarte verf (liefst ecologische verf op waterbasis) Boormachine, vijzen en vlinderboor 3 aansluitingsnippels + 5 metalen spanbandjes Vergiet of groot conservenblik of douchekop Een stuk stof of plastic (dat als douchegordijn kan dienen)

Page 26: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

Hoe doe je het? De foto toont een douche met zonnepaneel, een opslagreservoir voor warm water en ton met koud water. Alles is opgesteld in een torenconstructie.

1 Sjor een stevige constructie voor een douche. Hou er rekening mee dat hij twee tonnen water moet kunnen dragen. De tonnen op de foto wegen gevuld samen 200 kg. Om de veiligheid te verzekeren plaats je de tonnen niet boven de douchekop.

LET OP! Neem geen douche recht onder dit zware waterreservoir.

2 Schilder één ton zwart en bevestig twee aansluitingsnippels

onderaan de ton. Maak met een vlinderboor een gat voor de aansluitingsnippels. Bij de andere ton sluit je slechts één aansluitingsnippel aan.

3 Plaats de twee tonnen (het waterreservoir) op een hoog niveau.

4 Richt je zonnepaneel naar het zuiden en kantel het naar de hemel (zeker in de zomer). Als je werkt met de koepel, bevestig dan met het metalen lint de zwarte radiatordarm op de houten plank. Plaats daar de koepel bovenop.

5 Bevestig de twee uiteinden van de radiatordarm onderaan de zwarte ton. Plaats een stuk darm tussen de blauwe ton en de douchekop. Voorzie ook een stuk darm tussen de zwarte ton en de douchekop. Vul beiden tonnen met water. Het water in de zwarte ton wordt nu gans de dag opgewarmd. Om de darmen aan te sluiten gebruik je de metalen spanriempjes.

6 Als je wil douchen, koppel je de zwarte ton aan de douchekop. 7 Maak nu zelf een douchekop. Verzamel het opgewarmde water in een vergiet of een conservenblik met gaatjes in

de bodem. Hierdoor wordt de waterstraal gespreid en zal het verbruik dalen. LET OP! Laat na gebruik en zeker ’s avonds de douche volledig leeg lopen, zodat bacteriën en ziektekiemen geen kans krijgen om zich te ontwikkelen.

8 Hang eventueel een donker douchegordijn zodat ook de doucheruimte wordt opgewarmd door de zon. 9 Onderaan in de douche leg je houten balkjes of een houten palet zodat je niet met je voeten in de modder staat. 10 Het afvalwater kan je naar een waterzuiveraar leiden om shampoo- en zeepresten uit het water te filteren (zie

Fiche ‘Waterzuiveringssystemen'). TIP Elke meter verschil tussen de douchekop en het waterreservoir is goed voor 1 bar druk.

4 Duurzame tips

Benut zo veel mogelijk hemel- of rivierwater. Je kunt bijv. regenwater in een ton opvangen.

Zoek een geschikte locatie op het kampterrein, zodat de douche veel zonne-uren kan kloppen.

Spring bij het douchen zuinig om met shampoo en douchegel. Zo voorkom je veel spoelwater.

Gebruik ecologische shampoo en douchegel.

Werk zo veel mogelijk met herbruikbare materialen en berg bij afbraak alle onderdelen van je zonnedouche goed op. Zo kan je deze op een volgend kamp ook nog gebruiken.

5 Bronnen

Deel II Loslopend Wild, Steunpunt Jeugd vzw

www.opkamp.be

Page 27: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

FICHE 12

Waterzuiveringssystemen

1 Afvalwater Volgens de milieuwetgeving mag er geen afvalwater van (af)wassen in de natuur terechtkomen. In principe zou dit afvalwater naar de riolering of een septische put moeten geleid worden, of anders moet het collectief worden verzameld en opgehaald. Indien dit niet lukt, raden wij aan om vooraf, in overleg met de milieudienst van de gemeente in kwestie, te kijken waar (af)wassen het best gebeurt.

2 Zuiveringsgeul Dit systeem is eenvoudig aan te leggen in een natuurrijke omgeving. Het gaat om een geul zonder planten (voor plantengroei is het gebruik tijdens een kamp te tijdelijk). Maar het bodemleven in de geul zorgt toch voor een behoorlijke zuivering. Wat heb je nodig?

Schep Een strook landbouwplastic of vijverfolie (polyethyleenfolie). Niet te dun (je moet het na afloop weer kunnen

meenemen voor hergebruik en enige stevigheid is vereist), maar ook niet te dik (dik is duur, niet nodig en lastig om later weer op te vouwen en mee te nemen.)

Voldoende compost voor een laag van ca 30 cm. Je kunt hiervoor alle soorten compost gebruiken. Ook bruikbaar is goed levende bosgrond (de bovenste laag, eventueel ter plekke te winnen). Gebruik geen kant-en-klare zakken met bemeste tuinaarde, want daar spoelen veel voedingstoffen nog uit.

Hoe doe je het?

1 Graaf een geul in de grond van ca 30 cm diep (de afmetingen op de tekening zijn geschat en afhankelijk van het aantal gebruikers en de gebruikslast).

2 Maak de geul iets aflopend naar het einde toe, zodat het water dat erin stroomt langzaam naar beneden stroomt

en de hele geul zal bereiken. Een voorbeeld: voor 3 keer per dag ca 10 liter afwaswater volstaat een geul van 1 m breed en 3 m lang. Aan het begin kan de geul in de breedte vlak zijn, aan het einde uitlopend in een soort goot die uitmondt in een kuil.

3 Bedek de geul met een strook landbouwplastic en vul hem daarna met compost. 4 Maak aan het begin van de geul een soort trechter, waarmee het water onder de oppervlakte kan komen. Dit is

hygiënischer en beter voor de werking. 5 Graag aan het einde van de geul een ondiepe kuil waarin het gezuiverde water (mocht er iets uitkomen) terecht

komt. Je kunt ook een emmer ingraven, daarin het gezuiverde water opvangen en dat over de grond verspreiden. 6 Na afloop van het kamp kan het compost verspreid worden in de natuur (de zuivering heeft al plaatsgevonden).

Gebruik bij voorkeur wel ecologisch afwasmiddel! Je kunt het compost ook weer meenemen voor hergebruik. Als je gewerkt hebt met bosgrond, zorg er dan voor dat deze weer op de juiste plaats ‘hersteld’ wordt.

Bron: de 12 ambachten

Page 28: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

3 Een helofytenfilter Een mobiele helofytenfilter kan boven op een aanhangwagen gebouwd worden. Een helofytenfilter is een bak, gevuld met goed absorberend materiaal, waarin planten groeien. Boven- en onderin de filter bevindt zich een laag schelpengrit, dat dient om eventuele slechte geurtjes van het afvalwater tegen te houden (bovenaan) en om fosfaten en ijzer te binden (onderaan). In de filter is een rijk bodemleven. De bacteriën zuiveren het afvalwater, zetten stoffen om en nemen stoffen als voedsel op. Een goed werkende helofytenfilter zorgt voor een perfecte waterzuivering. Het gezuiverde water kan probleemloos in de bodem worden geloosd, mits daar toestemming voor is. Dit systeem moet vervoerd worden met een aanhangwagen waardoor het minder geschikt is om mee te nemen op kamp. Wat heb je nodig?

Een dubbelassige aanhangwagen Een container uit kunststof (plastic) bak van 60 cm op 100 cm en 60 cm hoog Materiaal om een afvoer te voorzien (incl. afvoerslang) Absorberend materiaal: zand, steenwolkorrels of gebakken kleikorrels Planten: riet of lisdodde Schep

Hoe doe je het?

1 Maak op ca 10 cm boven de bodem een uitlaat voor gezuiverd water.

2 Bouw de filter op uit een laag van ca 20 cm schelpengrit, een vulling van steenwolkorrels of gebakken kleikorrels en bovenop opnieuw een laag schelpengrit.

3 Plant de planten in de groeilaag onder het schelpengrit. Het beste is om dit een maand of twee op voorhand te doen. Wil je de filter eerder gebruiken, dan kan je er wat organisch materiaal, zoals gehakseld stro, in aanbrengen, onder de laag schelpengrit. Dat brengt het bodemleven snel op gang.

4 Giet het afvalwater handmatig (met behulp van emmers) op de filter. Ook het urinetankje van het Nonolet (zie fiche ‘Ecologische HUDO’) kan erin worden geledigd.

5 Het water stroomt doorheen de filter en kan via de afvoer door natuurlijk verloop wegstromen in een zelf te graven geul in de grond.

LET OP! De grootte van deze filter is geschat - afhankelijk van het aantal gebruikers en de gebruikslast moeten de afmetingen worden aangepast. Bij deze filter geldt als vuistregel: hoe kleiner (want lichter), hoe beter.

4 Bronnen

www.de12ambachten.nl

Bron: de 12 ambachten

Page 29: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

FICHE 13

Ecologische HUDO

1 Afval Volgens de milieuwetgeving mogen uitwerpselen en urine niet in de natuur terechtkomen. In principe zou dit afval naar de riolering of een septische put moeten geleid worden, of anders zou het moeten collectief verzameld en opgehaald worden. Indien er toch een HUDO geplaatst wordt, raden we aan om op voorhand in overleg met de milieudienst van de gemeente in kwestie te kijken waar de deze het best geplaatst wordt.

2 Duurzame tips voor de klassieke HUDO Doordat bij een HUDO de uitwerpselen en urine in een kuil terecht komen, breken ze minder gemakkelijk af dan wanneer ze aan het oppervlak gedeponeerd worden. De volgende tips maken het gebruik van een HUDO milieuvriendelijker.

Maak de put zo ondiep mogelijk. Hoe ondieper, hoe sneller de afbraak.

Zet de HUDO zo ver mogelijk van de beek of de rivier. Water stroomt in de bodem immers in de richting van die beek of rivier. Door voldoende afstand te houden, zal de bodem zelf in zeker mate als zuiveringsinstallatie fungeren. Hetzelfde geldt voor wasplaatsen.

Toiletpapier breekt traag af. Beperk het gebruik ervan op kamp. Werp gebruikt WC-papier in een vuilzakje eerder dan in de HUDO. Voor lege wc-papierrolletjes, inlegkruisjes, maandverband en tampons hang je ook best een plastic zakje binnen handbereik.

Hou de HUDO netjes en geef hem desnoods een poetsbeurt halverwege je kamp. Gebruik hiervoor geen chemische reinigingsproducten, maar detergenten op plantaardige basis.

HUDO’s verspreiden soms onaangename geuren. Heb je er last van? Maak dan je eigen toilet- of HUDO-verfrisser. Prik een rijpe sinaasappel vol kruidnagels en hang die aan een touwtje. Of vul een stoffen zakje met kruiden (gedroogde lavendel of een mengsel van iriswortel en kaneel of een mengsel van Jamaicapeper, nootmuskaat en koriander). Of besprenkel een doekje met lavendelolie en hang dat in de HUDO.

Voorzie ook een schepje en een emmertje met aarde om na elke beurt wat aarde op de uitwerpselen te gooien.

Zorg dat op het einde van het kamp de put opgevuld wordt en duw de aarde goed aan. Plaats de graszoden terug of camoufleer de lege plek met een strooisel van takken en bladeren. Controleer de omgeving van de HUDO op zwerfvuil. Markeer de plaats waar de HUDO stond, bijvoorbeeld door vier takjes in de grond te steken. Zo weet de groep die na je komt dat ze niet op de dezelfde plek moeten beginnen graven.

Vul alle heigaten van sjorpalen op. Koeien of reeën kunnen hun poten breken als ze in zo'n kuil trappen.

3 Een composttoilet maken Wat is het? Het composttoilet of droogtoilet is een WC die je niet met water doorspoelt, maar waarin de uitwerpselen met natuurlijk materiaal worden bedekt, zodat je er bruikbare compost van kan maken. Een composttoilet kan je ook volledig zelf maken. Wat heb je nodig?

Een grote emmer of bak (min. 20-25 liter) Houten balken of houten platen om de toiletkist te maken (ca 40 cm x 50 cm) Sjorgerief en 2 pianoscharniertjes WC-bril Ruime zak uit bioplastic Droge aarde, dennennaalden, droge bladeren, gehakseld stro of zaagsel Ca 120 cm lange tuinslang

Bron: de 12 ambachten

Page 30: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

Hoe doe je het? 1 Maak een aftapgat, zo laag mogelijk in de emmer. 2 Bouw een houten kist om de emmer of bak heen. Voorzie deze van een WC-bril en een deurtje aan de voorkant.

Hiervoor kan je je HUDO constructie-ervaring gebruiken. 3 Maak gaatjes in de bodem van de plastic zak. 4 Hang de zak in de emmer en laat hem rusten op een 3–5 cm dikke vullaag van droge aarde, gehakseld stro of

zaagsel. 5 Om het urinevocht te laten afvloeien, bevestig je de tuinslang (aftapslang) aan het aftapgat. Dit gat moet lekvrij

aansluiten rond de slang. 6 Daarnaast zet je een bak met een natuurlijk, fijn en droog materiaal met een schepje erin om na elke beurt te

gebruiken. 7 Vóór ingebruikname breng je een bodemlaagje van het bedekkende materiaal aan in de zak. Daarna is het toilet

klaar voor gebruik.

Nog eenvoudiger Je kunt ook een bak zonder plastic zak en afvoer van urine via een tuinslang gebruiken. Alle ontlasting komt rechtstreeks in de bak terecht. Bedek na elke beurt rijkelijk met bijv. zaagsel. Maak de bak regelmatig leeg op een daarvoor geschikte plaats. Omdat de uitwerpselen zo boven op de grond terecht komen, zullen ze snel vergaan. Gebruik voldoende strooimateriaal om geurhinder te beperken.

4 Het Nonolet Wat is het? Het Nonolet is een gemakkelijk verplaatsbaar, waterloos ‘scheidingstoilet’, waarbij de urine en de fecaliën afzonderlijk worden opgevangen. De fecaliën kunnen eenvoudig worden afgevoerd voor compostering (en kunnen ook met het GFT-afval mee). De urine kan samen met het overige afvalwater gezuiverd worden (zie Fiche ‘Waterzuiveringssystemen’). Hoe doe je het?

1 Op www.de12ambachten.nl/nonolet.html (rubriek “Hoe werkt het Nonolet?”) vind je aanwijzingen om zelf zo'n toilet te bouwen. Het Nonolet kan, mits wat kleine aanpassingen, gebruikt worden zonder elektriciteit.

2 Het Nonolet werkt volgens het ‘papier-afdekprincipe’: een simpel maar uniek principe, dat alle kwalijke luchtjes buiten sluit. Na ieder toiletbezoek dek je de inhoud af met enkele velletjes opengevouwen papieren handdoekjes. Druk ze kort aan. Dat is alles. Als je alleen voor een plasje komt hoef je helemaal niets te doen: de urine spoelt vanzelf, via het papier, naar de aparte urineafvoer.

Bron: de 12 ambachten

Bron: de 12 ambachten

Page 31: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

3 Indien je een Nonolet maakt met ingebouwd urinetankje, kun je het toilet integreren in de mobiele waterzuivering

(zie fiche ‘Waterzuiveringssystemen’). Het tankje kan ca 15 l urine bevatten. Als het vol is, kan je het legen in de op een aanhangwagen geplaatste helofytenfilter.

4 Maak je een Nonolet met een urine-afvoer naar buiten, dan kun je het toilet integreren in het geulsysteem (zie fiche ‘Waterzuiveringssystemen'). De urine stroomt dan rechtstreeks, net als het overige afvalwater, in de zelf te graven geul, gevuld met compost.

Gebruik van het Nonolet. In dit geval wordt de urine samen met het andere huishoudelijk afvalwater door een helofytenfilter gezuiverd.

5 Bronnen

Deel II Loslopend Wild (2004), Steunpunt Jeugd vzw

Buitenboek (2009), Scouts & Gidsen Vlaanderen vzw

www.de12ambachten.nl

www.nonolet.nl

www.vibe.be/downloads/4.Jeugdwerkinfrastructuur/Doe-het-zelf-fiches/DHZ_jeugd_DouchesToiletten.pdf

http://terramadre.webs.com/apps/blog/show/4880538-het-composttoilet

Page 32: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

FICHE 14

Gebruik van materialen

1 Maak iets bruikbaar: Upcyclen Recycleren kent iedereen wel, het hergebruiken van oud materiaal. Upcycling gaat een stapje verder. Je creëert iets nieuw van oude spullen die normaal op de afvalberg zouden belanden. Zo speelt upcycling in op twee trends: de trend naar iets uniek en handgemaakt, en de bezorgdheid voor het milieu. Het leuke is dat je zelf aan upcycling kan doen.

1.1 Breien met oude T-shirts Wat heb je nodig?

Oude T-shirts Schaar Dikke breinaalden

Hoe doe je het?

1 Neem oude T-shirts, knip de onderste zoom eraf en knip het T-shirt door vlak onder de oksels. 2 Maak een knipje in een hoek van 45 graden, knip dan naar links op 1,5 à 2 cm van de onderkant. Zo krijg je een

strook stof. Blijf verder helemaal rondom knippen (steeds 1,5 é 2 cm dikte) in een lange spiraal. 3 Om er 'wol' van te maken neem je steeds ongeveer 30 cm van je strook tussen je handen en je trekt eraan. De stof

krult nu op en wordt als een draad. Rol je 'wol' op tot een bolletje en het is klaar voor gebruik. 4 Met die draad begin je te breien. De lap stof die je zo maakt, kan gebruikt worden om een geïmproviseerd stoeltje

van een zacht zitvlak te voorzien.

1.2 Een portemonnee van een drankkarton Wat heb je nodig?

Leeg drankkarton (tetrabrik) Meetlat en potlood Gekleurde tape van 2 cm breed Nietjesmachine Stukje klittenband (velcro)

Hoe doe je het?

1 Als basismateriaal gebruik je een leeg melkbrik of drankkarton. 2 Maak de boven- en onderkant los. Knip beide kanten eraf zodat je een rechthoek krijgt. 3 Spoel het brik uit en droog het af. 4 Leg het pak plat met de kant waar de naad doorheen loopt naar boven. Verdeel de lengte in drie en markeer met

streepjes. 5 Knip uit deze kant een rechthoek tot tegen de streep. De brede zijde zonder naad blijft volledig. 6 Plak de randen toe met een sterke gekleurde tape. Vouw daarna het pak dicht zoals een accordeon, met de

zijkanten naar binnen geplooid. 7 Vervolgens vouw je het onderste gedeelte naar boven en niet je de twee delen aan elkaar. 8 Gebruik de klittenband als sluiting.

1.3 Appelsienkaarsen Wat heb je nodig?

Een appelsien of mandarijntje Een scherp mes Keukenolie (olijfolie of andere plantaardige olie) Een aansteker of lucifers

Page 33: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

Hoe doe je het? 1 Kerf met het mesje halverwege de sinaasappel in de schil tot net aan het vruchtvlees. Ga zo de volledige omtrek

van de appelsien rond. 2 Schil de appelsien in twee grote helften, zonder de schil te breken. 3 Let erop dat in het onderste stuk schil de witte vezels die binnenin de appelsien zitten mooi gaaf blijven. Dit gaat

dienen als lont. 4 Snijd een gat van 2 à 3 cm doorsnede uit in het bovenste stuk schil. 5 Giet de olie over de lont zodat er ook een beetje olie in de onderste helft van de appelsien blijft staan. 6 Steek de lont aan met lucifers of een aansteker. 7 Zet het de bovenste helft erop.

2 Knutselen

2.1 Papier Het maken van papier kost energie. Bomen moeten ervoor gekapt worden en het hout ondergaat een ingewikkeld proces om tot papier gemaakt te worden. Je kunt ook zelf papier maken van schapenkeutels! Een schaap verteert enkel 50% van wat het dagelijks eet. De rest zijn bruikbare vezels. Door de keutels te wassen, te persen en te drogen bekom je een stevig papier dat helemaal niet (meer) vies ruikt en waarvoor geen bomen moesten sneuvelen.

2.2 Karton Karton kan je vaak gratis op de kop tikken. Grote stukken karton voor spelborden vind je in een elektro-zaak. De achterkant van een affiche of van behangpapier wordt een flap om liedjesteksten aan te leren. Bierviltjes of toegangskaarten van je vorige groepsfeest gebruik je als leventjes.

2.3 Lijmen Lijmen bevatten nogal wat giftige oplosmiddelen. Daarenboven laten ze verhoudingsgewijs veel afval na (plastieken tubes) en zijn ze tamelijk duur. Je kunt echter heel eenvoudig milieuvriendelijke lijm maken: 100 % biologisch afbreekbaar en zelfs eetbaar! Neem een liter water en meng er enkele koffielepels stijfsel onder (aardappel- of maïsmeel uit de keuken). Goed roeren, even koken en laten afkoelen. En plakken maar!

3 Zelf verzorgingsproducten maken

3.1 Tandpasta Wat heb je nodig?

Kleipoeder (luchtgezuiverde of extrafijne witte of groene klei) Pepermunt- of citroenolie Natriumbicarbonaat Glycerol

Deze ingrediënten vind je bij de apotheek.

Hoe doe je het? 1 In een plastiek potje doe je 6 koffielepels kleipoeder, 2 koffielepels natriumbicarbonaat, 6 druppels olie en een

koffielepel glycerol. 2 Goed roeren. 3 Is het geheel te droog, dan kan je nog een paar druppels glycerol toevoegen.

3.2 Lippenbalsem Wat heb je nodig?

1 theelepel bijenwas 1 eetlepel zoete amandelolie of biologische zonnebloemolie 1 theelepel honing Een beetje etherische olie (munt of sinaasappel).

Deze ingrediënten vind je in de natuurvoedingswinkel.

Page 34: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

Hoe doe je het? 1 Smelt de bijenwas in de zoete amandelolie of zonnebloemolie. 2 Zodra de was volledig gesmolten is, voeg je er 1 theelepel biologische honing en eventueel 4 druppels etherische

muntolie of sinaasappelolie aan toe.

3.3 Haarkleurmiddelen Natuurlijke kleurmiddelen op basis van plantaardige pigmenten (hennep, lindebast, kamille, rabarber…) zijn vrij efficiënt en ruiken aangenaam. Je kunt ze even uittesten op een stukje huid om te zien of je er niet allergisch voor bent.

4 Meer info Van de meeste voorbeelden van upcycling vind je filmpjes op YouTube. Kijk er vóór het kamp eens naar, het helpt om zelf aan de slag te gaan. Er bestaan ook workshops upcycling die je op weg helpen.

5 Bronnen

www.studio100.be

Page 35: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

FICHE 15

Bosvriendelijk hout sprokkelen en kampvuur maken

1 Vuurplaats kiezen Kies eerst een geschikte locatie op het kampterrein waar je je kampvuur gaat maken. Op www.opkamp.be, in de rubriek ‘Milieuvriendelijk op kamp’, vind je praktische informatie over het kiezen van een geschikt vuurplaats.

2 Hout sprokkelen

Sprokkel enkel hout mét toestemming van de terreineigenaar en het Vlaamse of Waalse Agentschap voor Natuur en Bos.

LET OP! Deze toestemming moet je op voorhand aanvragen. Op de www.opkamp.be vind je de (mail)adressen en telefoonnummers.

Gebruik niet meer hout dan nodig. Dood hout is belangrijk voor het leven in een bos. Probeer niet altijd op dezelfde plaatsen hout te sprokkelen.

Hout moet ‘krak’ zeggen als je het breekt. Pas dan is het droog genoeg om goed te branden. Groen, levend hout geeft veel rook en brandt slecht omdat het vol sap zit. Levende bomen of struiken omhakken voor je vuur is nutteloos en bovendien verboden.

Dood hout dat op de grond ligt, is vaak nat aan de buitenkant. Toch brandt het beter dan levend hout. Vochtig hout kan je drogen aan de rand van een tafelvuur of eronder. Je kunt het ook klieven. De kern is meestal droog. Als je weinig droog hout vindt, gebruik je het droogste hout om je vuur te ontsteken. Zodra het fel brandt, gooi je er vochtiger hout op.

Bomen verschillen, brandhout dus ook. Als het brandhout echter kurkdroog is, zijn de verschillen in thermische waarde tussen de meeste boomsoorten klein!

Naaldhout Geeft veel warmte Verbrandt snel Geschikt om vuur op gang te krijgen, minder om op te koken

Beukenhout Geeft veel warmte Droogt snel Levert veel houtskool, erg geschikt om op te koken

Eikenhout Geeft veel warmte Droogt zéér traag

Levert veel houtskool, erg geschikt om op te koken

Berkenhout Geeft veel warmte

Verbrandt snel

Geschikt om vuur op gang te krijgen, minder om op te koken

Lindenhout Wilgenhout Populierenhout Kastanjehout

Geeft weinig warmte

Brandt slecht Weinig geschikt

In plaats van hout te sprokkelen, kan je bij een houthandelaar naar houtafval vragen. Let erop dat je alleen onbehandeld hout verbrandt. Bij de verbranding van behandeld hout komen giftige gassen vrij.

3 Kampvuur opbouwen, aansteken en doven

1 Leg in het midden van je vuur een bedje van tondel, gemaakt van licht ontvlambaar materiaal dat snel brandt (zie Fiche ‘Vuur starten met natuurlijk tondel’).

2 Rondom maak je een kleine piramide van aanmaakhout, kleine en dunne droge takken en twijgjes die snel vlam vatten. Maak aan de kant waar de wind vandaan komt een opening om het vuur later aan te steken.

3 Rondom het aanmaakhout maak je een grotere piramide van brandhout met grotere dikke takken die niet zo snel vlam vatten, maar wel lang branden. Laat ook hierbij een opening in de richting van de wind.

Page 36: Op kamp Technische fiches - volledige manual

Meer fiches op www.opkamp.be

Gerealiseerd door

4 Zorg ervoor dat je genoeg brandhout hebt liggen voor je kampvuur, zodat je het lange tijd kan aanhouden. 5 Gebruik lucifers om het tondel op verschillende plaatsen aan te steken. 6 Blaas indien nodig op het brandende tondel. Zo geef je extra zuurstof waardoor het vuur beter zal branden. 7 Zorg er steeds voor dat je op het einde je vuur goed dooft. Gebruik water en wat aarde of zand. Meng met een

stok het nog smeulend hout en de houtskool goed door elkaar.

4 Bronnen

Deel II Loslopend Wild (2004), Steunpunt Jeugd vzw

Lopend Vuur (2003), VVKSM vzw

www.opkamp.be