Ezels en Elfen Educatieve fiches leerlingen

19
Aantal leerlingen 1,2 of 3 lln. Tijd 15’ Materiaal- - cd-speler - melodiekaarten - blad papier of werkschrift Wat hoor je in de muziek ? Je hoort eerst een geheimzinnige gitaar. De cello valt enkele maten later in en speelt een dromerige melodie. Na elk klein stukje melodie hoor je marsachtige ritmes door de gitaar. Het is net alsof de muzikanten even moeten nadenken wat het vervolg van de melodie zal zijn. Dan verandert er plots iets. De muziek wordt spannend, bedreigend, net alsof er iets op je afkomt. Wat is de opdracht ? - Woordjes kiezen bij muziek - Een leesteken kiezen - Melodiekaarten leggen - Een verhaal schrijven We beginnen er aan Toveren kan leuk zijn maar soms ook eng. In deze muziek kun je dat horen. 1. Zet de muziek op en lees intussen de beschrijving hieronder. Kan je volgen? 00:00 - In het begin hoor je alleen de gitaar. Je stapt boom na boom het toverbos binnen. Hoe doe je dat op deze muziek ? A. Je huppelt vrolijk. B. Je twijfelt wat. C. Je rent bang weg. (Schrijf de passende letter in je werkschrift.) 00:30 - Er komt een cello bij, die speelt vier lange zinnen. Het is een dromerige melodie. • 01:53 - Plots komt er heel andere muziek. Hoe klinkt die? D. Droevig E. Blij F. Spannend (Schrijf de passende letter in je werkschrift.) 02:39 - Daar is de cello terug, weer speelt die de vier lange zinnen. • 04:12 - Op het einde hoor je nog heel even de gitaar alleen (=solo) alsof die nog een leesteken plaatst. Wat kies jij? G. Een . H. Een ? I. Een ! (Schrijf de passende letter in je werkschrift.) 2. Leg de vier melodiekaarten naast elkaar met de pijl naar boven. Bij elk kaartje past één stukje van de cellomelodie. Zet de CD weer op. Zodra de cello speelt (vanaf 0:30), probeer je de kaartjes in de juiste volgorde te leggen. Lukt het? 3. Op 01:53 komt de andere muziek terug, wat gebeurt er denk je? Kan je een (kort) verhaal verzinnen? Schrijf het in je werkschrift. 4. Alles klaar ? Ga dan naar je meester of je juf en toon ze je werkschrift met de gekozen letters en je verhaal. Neem ook de melodiekaarten mee. Opgepast: hou ze vast in de juiste volgorde. Muziek uit het toverbos (4 : 24) strook 1 Fiche leerling strook 1 Toverbos

description

Klara4Kids: Ezels en Elfen - Klassiek uit het Toverbos EMI Classics 50999 2436552 9 Release 17/11/08 (hardcover boekje - 44 pag - + CD)

Transcript of Ezels en Elfen Educatieve fiches leerlingen

Page 1: Ezels en Elfen Educatieve fiches leerlingen

Aantal leerlingen

1,2 of 3 lln.

Tijd

15’

Materiaal-

- cd-speler- melodiekaarten- blad papier of werkschrift

Wat hoor je in de muziek ?

Je hoort eerst een geheimzinnige gitaar. De cello valt enkele maten later in en speelt een dromerige melodie. Na elk klein stukje melodie hoor je marsachtige ritmes door de gitaar. Het is net alsof de muzikanten even moeten nadenken wat het vervolg van de melodie zal zijn. Dan verandert er plots iets. De muziek wordt spannend, bedreigend, net alsof er iets op je afkomt.

Wat is de opdracht ?

- Woordjes kiezen bij muziek- Een leesteken kiezen- Melodiekaarten leggen- Een verhaal schrijven

We beginnen er aan

Toveren kan leuk zijn maar soms ook eng. In deze muziek kun je dat horen.

1. Zet de muziek op en lees intussen de beschrijving hieronder. Kan je volgen?

• 00:00 - In het begin hoor je alleen de gitaar. Je stapt boomna boom het toverbos binnen. Hoe doe je dat op deze muziek ?

A. Je huppelt vrolijk. B. Je twijfelt wat. C. Je rent bang weg.(Schrijf de passende letter in je werkschrift.)

• 00:30 - Er komt een cello bij, die speelt vier lange zinnen. Het is een dromerige melodie.

• 01:53 - Plots komt er heel andere muziek. Hoe klinkt die?

D. Droevig E. Blij F. Spannend (Schrijf de passende letter in je werkschrift.)

• 02:39 - Daar is de cello terug, weer speelt die de vier lange zinnen.

• 04:12 - Op het einde hoor je nog heel even de gitaar alleen (=solo) alsof die nog een leesteken plaatst. Wat kies jij?

G. Een . H. Een ? I. Een !(Schrijf de passende letter in je werkschrift.)

2. Leg de vier melodiekaarten naast elkaar met de pijl naar boven. Bij elk kaartje past één stukje van de cellomelodie. Zet de CD weer op. Zodra de cello speelt (vanaf 0:30), probeer je de kaartjes in de juiste volgorde te leggen. Lukt het?

3. Op 01:53 komt de andere muziek terug, wat gebeurt er denk je? Kan je een (kort) verhaal verzinnen? Schrijf het in je werkschrift.

4. Alles klaar ? Ga dan naar je meester of je juf en toon ze je werkschrift met de gekozen letters en je verhaal. Neem ook de melodiekaarten mee. Opgepast: hou ze vast in de juiste volgorde.

Muziek uit het toverbos (4 : 24) strook 1

Fiche leerling strook 1

Toverbos

Page 2: Ezels en Elfen Educatieve fiches leerlingen

Aantal leerlingen

1,2 of 3 lln.

Tijd

30’

Materiaal-

- cd speler- blad papier of werkschrift- schrijfgerief

Wat hoor je in de muziek ?

Je hoort drie stemmen samen met een orkest. Het zijn Hans, Grietje en de heks. Ze zingen een stukje uit een opera. Een opera is een groot theaterstuk waar de toneelspelers niet spreken maar wel zingen.

Wat is de opdracht ?

Hoe zingen de sprookjesfi guren?

We beginnen er aan

1. De titel van dit stukje is: “Knibbel, knabbel, knuisje”. Waar ken jij die titel van? Hoe gaat het verder? Als je met een groepje werkt, praat hier even over.

2. Zet de muziek op, je hoort meteen deze toverspreuk gezongen door de heks. Na de toverspreuk (00:08), zet je de CD op pauze. Klinkt de toverspreuk zoals je verwacht had? Neen? De heks zingt in een andere taal. In welke taal? G. Engels . H. Frans I. Duits

(Schrijf de passende letter in je werkschrift.)

3. Luister nu verder en volg de aanwijzingen. Een tweede keer zal je nog beter kunnen volgen.

• 00:10 Hans en Grietje horen de stem, maar ze denken dat het de wind is die aan het huisje knabbelt, ze lachen erom.

• 00:55 “Hohoi” hoor je Hans en Grietje zingen, ze zijn blij en zingen hoe lekker die koeken wel zijn. Misschien woont hier wel een suiker-bakker.

• 01:48 Plots klinkt de heks opnieuw, de instrumenten veranderen ineens.

• 01:57 Hans en Grietje denken nog steeds dat het de wind is. Je hoort hoe ze lachen: ha, ha, ha.

• 02:30 Maar de heks lacht het laatst en neemt Hans met een touw gevangen. ‘Laat me los’, roept Hans.

• 02:38 De heks is blij dat de kinderen haar komen bezoeken.Hoe klinkt die heks? E. Ze klinkt lief F. Ze klinkt boos G. Ze klinkt vals

(Schrijf de passende letter in je werkschrift.)

Heeft ze een geschikte stem voor een heks? Waarom wel, waarom niet? Schrijf je antwoord in je werkschrift.

4. Dit is een stukje uit een opera. Net zoals de zangers kan jij ook je stem op allerlei manieren gebruiken. Je kan met je stem niet alleen hoog en laag, stil of luid zingen. Je kan ook met het gebruik van je stem bepaalde gevoelens weergeven. Wat hoort het best samen? Kies uit het rijtje. a. Boos – b. Blij – c. Lief – d. Bang – e. Vals – f. Griezelig1. Geniepig praten 2. Zachtjes praten 3. Lachen 4. Stotteren 5. Roepen 6. Rare klanken maken

5. Lees beurtelings de onderstaande zinnetjes op de verschillende manieren. Dan eens boos, dan eens lief, dan eens griezelig… Welke manier van lezen past uiteindelijk het best bij elk zinnetje?

G. Heks: Knibbel, knabbel, knuisje. H. Grietje: Het is de wind, dat hemelse kind. I. Hans: Hohoi, lekkere koeken. J. Hans: Laat me los! K. Heks: Ik hou veel van kinderen.

6. Klaar? Laat je meester of juf even je werkschrift zien.

Knibbel, knabbel, knuisje (3 : 13) strook 2

Fiche leerling strook 2

Sprookjesstemmen

Page 3: Ezels en Elfen Educatieve fiches leerlingen

Aantal leerlingen

1,2 of 3 lln.

Tijd

15’

Materiaal-

- cd-speler- blad papier of werkschrift- vertaling van het dansliedje- Hans en Grietje maken ruzie (tekst)

Wat hoor je in de muziek ?

Dit liedje wordt in het Duits gezongen. Je hoort hoe Grietje Hans leert dansen. Ze legt hem uit hoe het moet. Maar Hans vindt het na een tijdje niet meer leuk, en vindt kleine zusjes maar stom.

Wat is de opdracht ?

- Zet de woorden van het lied in de juiste volgorde.

- Maak een dansje.

We beginnen er aan

1. Start de muziek.

• 00:00 - Je hoort eerst Grietje zingen. Grietje zegt dat dansen helemaal niet moeilijk is en de fl uiten spelen haar liedje na.

• 00:14 - Hans antwoordt dat hij niet kan dansen. Hoor je dat hij een andere stem heeft dan Grietje?

• 00:26 - Grietje geeft dansles, daarbij gebruikt ze allerlei woordjes die de bewegingen nabootsen. Welke woordjes gebruikt Grietje? Luister goed en zet ze in de juiste volgorde?

A. Tralala B. Nik nik nik C. Tap tap tapD. Tik tik tik E. Klap klap klap

Schrijf de juiste volgorde in je werkschrift of op een blaadje papier. (1.a)

• 00 : 47 - Hans probeert het nu ook een keer. Nu kan je de volgorde van de woordjes nog eens horen.

• 01:16 - “Goed gedaan!” zegt Grietje en ze gaat dan verder. Welke van de woordjes gebruikt ze nu? Kijk weer naar het rijtje boven. Schrijf de letters in de juiste volgorde in je werkschrift. (1.b)

• 01: 07 - Hans doet het weer na.

• 01:59 - Van dansen komt… ruziemaken. Ze plagen elkaar en maken zelfs ruzie. Wil je weten hoe het verder gaat? Neem dan de tekstbijlage en probeer de woordjes te herkennen. Opgelet, je hoort Duits, je leest Nederlands. Maar dat lijkt op elkaar.

2. Probeer nu zelf het dansje te maken. Neem de tekst van het liedje. Grietje zegt wat je moet doen, ’t is echt niet moeilijk.

Broertje, kom en dans met mij (3 : 30) strook 3

Dansliedje

Fiche leerling strook 3

Page 4: Ezels en Elfen Educatieve fiches leerlingen

Aantal leerlingen

2 lln.

Tijd

15’

Materiaal-

- cd-speler- (teken) blad - kleurpotloden of stiften

Wat hoor je in de muziek ?

Na een hevig begin hoor je een viool die een snelle, springende melodie speelt. Je hoort ook een piano en andere strijkinstrumenten. Het is net alsof muzikanten heel zenuwachtig zijn en niet goed kunnen stilzitten. Een zelfde melodie keert telkens terug.

Wat is de opdracht ?

- Bewegen op muziek- Tekenen op muziek

We beginnen er aan

1. Kabouters zijn soms maar zo groot als je hand. Probeer met je vingers de beentjes van een kabouter na te bootsen. Wat kan een kabouter allemaal met zijn beentjes doen?

StappenSpringenLopenDraaienHuppelenSchaatsenOpen en dicht

Probeer het nu eens met muziek. Doe het met twee. Werk het lijstje af en imiteer elkaar. Om de beurt mag iemand aangeven wanneer er een nieuwe beweging komt. Je mag stoppen op 03:52.

2. Luister verder vanaf 03:52. Dans lustig verder tot de muziek stopt. Je mag steeds gekkere bewegingen uitvinden. Geen zin meer in dansen? Zet de cd dan even op “stop”.

3. Nu gaan we de bewegingen van de kabouterbeentjes tekenen. Jullie weten dat de muziek heel snel gaat. Teken wat in je hoofd opkomt: lijntjes, punten, stippen, hoeken, vierkanten, krullen, schuine strepen… Maak er een doorgeefspel van. Iemand begint te tekenen en geeft na enkele tellen het blad met potlood of stift door. De volgende verzint iets anders. Daar gaan we. Laat het potlood of stift dansen over het blad. Op 03:52 mag je stoppen

4. Toon je tekening even aan meester of juf.

Dans van de kabouters (05:25) strook 4

Kabouterbeentjes

Fiche leerling strook 4

Page 5: Ezels en Elfen Educatieve fiches leerlingen

Aantal leerlingen

1, 2 of 3 lln.

Tijd

30’

Materiaal-

- cd-speler- blad papier of werkschrift- tekenblad met daarop een kader zo groot als een cd

- tekengerief

Wat hoor je in de muziek ?

Een fagot speelt aan één stuk door: vlugge nootjes op en neer. Hij wordt begeleid door de piano.

Wat is de opdracht ?

- Hoe vliegt de bij?-Ontwerp een cd-hoes.

We beginnen er aan

1. Stel je voor: je hebt een potje met daarin een bij. Je opent het potje en de bij vliegt weg. Zet de muziek een eerste keer op. Probeer de bij met je ogen te volgen terwijl ze in de klas rondvliegt. Geef toe: de melodie doet denken aan een bij in een dolle vlucht.

2. Neem nu je werkschrift of een blad papier. Volg met stift of potlood de dolle vlucht van de bij. Je doet dit met zigzaglijnen, lussen, snelle trillingen, punten en al wat je te binnen schiet. Probeer het maar enkele keren. Neem elke keer een andere kleur.

3. Neem nu het tekenblad met daarop een kader zo groot als een cd. Maak een cd-hoes die bij deze muziek past. Maak nog eens je lijntjestekening in verschillende kleuren. Schrijf ook ergens de titel: De vlucht van de hommel. Laat je inspiratie de vrije loop!

4. Als je klaar bent, laat je de cd-hoes zien aan je meester of juf.

De vlucht van de hommel (01:03) strook 5

Vlucht van de hommel

Fiche leerling strook 5

Page 6: Ezels en Elfen Educatieve fiches leerlingen

Aantal leerlingen

4 lln.

Tijd

30’

Materiaal-

- cd-speler- blad papier of werkschrift- gedicht van Cazalis- eventueel afbeeldingen van fl uit, viool, xylofoon, hobo, harp

Wat hoor je in de muziek ?

Een harp bootst het luiden van een klok na. Een violist lijkt zijn viool te stemmen. Er start een vinnig stukje muziek in verschillende instrumenten van het orkest. De viool speelt soms alleen, net een zwoele dans.

Wat is de opdracht ?

- Zoek dansbewegingen.- Lees nadien het gedicht.

We beginnen er aan

1. Start de muziek van bij het begin tot 0:16. Zet dan op pauze. Luister naar de harp die een klok nabootst. Hoe dikwijls slaat de klok? (Schrijf het aantal in je werkschrift)

• 00:22 - De violist lijkt zijn viool te stemmen.

2. Luister nu verder. Er spelen heel wat instrumenten. Het is net een dans:

• 00:29 - De fl uit speelt een melodietje en het orkest herhaalt (A)• 00:41 - De viool speelt twee keer dezelfde melodie. (B)• 00:54 - Een hobo (een blaasinstrument) speelt kort en de viool

antwoordt ook kort. Dit hoor je ook twee keer. (C)• 01:06 - Opnieuw wordt de viool gestemd, zet de muziek hier op

pauze.

3. Luister nog eens opnieuw en nu tot 01:50. Op 1:06 wordt de viool weer gestemd en hoor je opnieuw A, B en C, maar nu wat heviger. Wie heel goed luistert, hoort op 01:36 en 01:42 het klepperen van de xylofoon.

4. Probeer nu bij elk stukje (A/B/C) passende bewegingen te vinden. Maak een beetje plaats in de klas en ga met vier in een kringetje staan. Voor elk stukje (het zijn er drie: A,B,C) zoek je verschillende bewegingen. Luister daarvoor telkens goed naar de muziek.

5. Nu probeer je alles achter mekaar tot 01:50. Eerst wordt de viool gestemd en dan begint de dans. Je moet dus twee maal de reeks ABC dansen. Tussendoor hoor je het stemmen van de viool. Sta dan even stil.

6. Neem er nu de tekst bij en luister verder naar de muziek vanaf 01:50. Intussen lees je de tekst. Welk instrument past volgens jou het best bij deze dodendans: Dwarsfl uit – viool – xylofoon – harp

Waarom? (bespreek met de andere lln.)

7. Zou je de bewegingen van je dansje veranderen? Bespreek met je groepje en als er nog tijd is, zoek dan andere bewegingen.

De doden dansen de dodendans (06:20) strook 6

Dodendans

Fiche leerling strook 6

Page 7: Ezels en Elfen Educatieve fiches leerlingen

Aantal leerlingen

2 lln.

Tijd

15’

Materiaal-

- cd-speler- map met 7 foto’s- blad papier of werkschrift

Wat hoor je in de muziek ?

Na geritsel in het orkest, begint iemand (een sopraan) te zingen. Ze vertelt een heel verhaal en af en toe zingen andere vrouwenstemmen met haar mee. Ze zingen een slaaplied.

Wat is de opdracht ?

- Zoek passende foto’s en beschrijf ze.

We beginnen er aan

1. In de map vinden jullie 7 foto’s die iets te maken hebben met deze muziek.

2. Zet het fragment even op.

• 00:00 - De strijkers ritselen even• 00:04 - Een sopraan zingt een lied. In welke taal?

A. Duits. B. Engels. C. Frans.(Schrijf de passende letter in je werkschrift.)

• 00:42 - Het koor zingt mee. Het zijn allemaal vrouwen.• 00:57 - Er is één woord dat ze voortdurend herhalen. Het is “good

night”, kan jij dat vertalen?(Schrijf de vertaling in je werkschrift.)

• 001:35 - Zet de CD even op pauze.

3. Kies nu twee foto’s uit die volgens jou het best bij de muziek passen. Luister verder naar de muziek en kijk intussen naar de foto’s. Schrijf in je werkschrift waarom de twee foto’s goed bij de muziek passen.

4. Laat de foto en je werkschrift nadien aan je meester of juf zien.

Slaaplied van de elfen (03:51) strook 7

Toverfoto’s

Fiche leerling strook 7

Page 8: Ezels en Elfen Educatieve fiches leerlingen

Aantal leerlingen

4 lln.

Tijd

30’

Materiaal-

- cd-speler- blad papier of werkschrift- kleding en voorwerpen die in de klas aanwezig zijn

Wat hoor je in de muziek ?

Zonder al te veel inleiding hoor je in het orkest een ezel balken. I-a, i-a. Het is net een ezelsdans.

Wat is de opdracht ?

- Maak een levensgrote ezel en laat de ezel dansen.

We beginnen er aan

1. Start de muziek en stop op 00:18. Heb je de ezel horen balken? Net een melodie die naar beneden valt.

2. Start nu opnieuw en luister tot op het einde. Er zijn hevige stukken maar ook rustige. Hoe vaak hoor je de ezel balken? (Schrijf je aantal in je werkschrift)

3. Probeer nu met twee een levensgrote ezel te maken. Gebruik hiervoor je eigen lichaam, je eigen kleren (jas, sjaal, muts, schoenen...) of andere voorwerpen die je in de klas vindt. Denk eraan: een ezel heeft een kop met lange oren, een lijf, 4 poten en een staart...

4. Zet nu de muziek op en laat de ezel bewegen: de ezel kan stappen, springen, koppig zijn, in slaap vallen... spreek samen af wat het best bij de muziek past.

5. Nu is het de beurt aan de twee andere klasgenoten.

6. Oefen een paar keer tot het leuk wordt en toon het dan aan je juf of je meester.

Ezelsdans (01:35) strook 8

Ezelsdans

Fiche leerling strook 8

Page 9: Ezels en Elfen Educatieve fiches leerlingen

Aantal leerlingen

2 lln.

Tijd

30’

Materiaal-

- cd-speler- 2 zaklampen- allerlei doorschijnende, gekleurde papiertjes

- schaar- wit tekenpapier in een doos

Wat hoor je in de muziek ?

Een hoorn speelt rustig een plechtige melodie, enkele blaas-instrumenten begeleiden hem. Dan nemen de strijkers over, de rust is weg. Het is alsof er iets gebeurd is. Op het einde keert de hoorn terug. Deze keer speelt het hele orkest mee.

Wat is de opdracht ?

Muziek omzetten in een spel met gekleurd licht.

We beginnen er aan

1. Probeer de zaklampen eens uit.

• Richt het licht in de doos. • Hou de gekleurde papiertjes voor de zaklamp. • Zie je de kleurtjes op het wit papier?

2. Knip elk twee fi guurtjes uit het gekleurde papier.

3. Zet nu de muziek op.

• 00:00 - De hoorn begint. Zoek een kleur die bij de plechtige melodie past en laat die samen met de muziek over het scherm bewegen. Probeer om beurten een andere kleur. Je kan ook samen verschillende kleuren uitproberen.

• 01:40 - De strijkers nemen over, welke kleur past er bij hen? Hou die voor één zaklamp.

• 01:49 - De houtblazers antwoorden. Kies ook nu een passende kleur. Hou die voor de tweede zaklamp.

• 01:58 - De strijkers worden onrustig. Wissel telkens af, de ene zaklamp volgt de strijkers, de andere de houtblazers.

• 03:03 - De hoorn keert terug. Maak nu schaduwbeelden met de fi guurtjes en laat ze bewegen op de muziek. Help elkaar bij het vasthouden van de lamp.

4. Oefen enkele keren op de muziek tot je iets moois hebt gevonden. Toon het dan aan je meester of je juf.

Nachtmuziek (05:40) strook 9

Toverlicht

Fiche leerling strook 9

Page 10: Ezels en Elfen Educatieve fiches leerlingen

Aantal leerlingen

2 lln.

Tijd

30’

Materiaal-

- cd-speler- computer met internet (voor opdracht 4)

- blad papier of werkschrift

Wat hoor je in de muziek ?

De piano speelt heftig, zelfs razend bij het begin. Na een minuut verandert de sfeer. Is er onraad op komst? Of komt de pianist even op adem? Niet voor lang, want daar is weer de heftige muziek van bij het begin.

Wat is de opdracht ?

De pianist nabootsen.

We beginnen er aan

1. Luister naar de eerste minuut van de muziek. Klinkt die bang, boos, vriendelijk, woest, aarzelend, streng, ... of klinkt die nog anders? Schrijf je keuze in je werkschrift.

2. Nu ben jij de pianist. Je bank is de piano. Hoe zou jij het spelen?Denk hier ook aan vorige vraag. Probeer het om de beurt zonder muziek.

3. Start de muziek opnieuw en speel nu allebei. Beweeg alleen wanneer je de piano hoort. Doe zoveel mogelijk dezelfde bewegingen. Je mag stoppen na 1 minuut wanneer de muziek rustiger wordt.

4. Ga op de computer kijken naar:

http://nl.youtube.com/watch?v=YB3dGqd1LVA

Jullie zien een pianist aan het werk die hetzelfde stukje speelt als op de CD. Lijkt zijn spel op dat van jullie?

5. Start de CD opnieuw en boots nu de pianist na die je net gezien hebt. Leken zijn bewegingen op die van jullie?

6. Probeer nu ook heel het stukje te spelen, ook tijdens het rustigere middendeel.

Baba Yaga de heks (02:57) strook 10

De pianist

Fiche leerling strook 10

Page 11: Ezels en Elfen Educatieve fiches leerlingen

Aantal leerlingen

2 of 4 lln.

Tijd

15’

Materiaal-

- cd-speler- blad papier of werkschrift

Wat hoor je in de muziek ?

De muziek komt vanuit de diepte traag op gang. Een herkenbare melodie wordt vaak herhaald, steeds wilder en hoger. Op het einde barst ook een koor los, mannen en vrouwen zingen alsof hun leven er van af hangt.

Wat is de opdracht ?

Doe de trollendans.

We beginnen er aan

1. Start de muziek en volg even de aanwijzingen:

• 00:00 - De hoorn speelt een lange noot• 00:05 - De laagste strijkinstrumenten van het orkest spelen heel

traag de melodie• 00:14 - De laagste houtblazers spelen dezelfde melodie• 00:22 - De lage strijkers spelen opnieuw de melodie, ze tokkelen

op hun snaren• 00:30 - Nu weer de houtblazers... zet de cd maar even op stop.

2. Je hebt nu al 4 keer bijna dezelfde melodie gehoord, zo gaat het nog een hele tijd door. Start de cd opnieuw van bij het begin en tel hoeveel keer de melodie gespeeld wordt tot wanneer het koor begint te zingen (op 01:37). Schrijf het antwoord in je werkschrift.

3. Luister nog even hoe het koor zingt. Klinkt het: verlegen, plechtig, vriendelijk, boos, vrolijk, verdrietig, dreigend...?Kies één van de woorden of heb jij nog een ander idee. Schrijf je antwoord in je werkschrift.

4. Eigenlijk zijn het trollen die heel boos zijn en hun slachtoffervastgrijpen: “Grijp hem, sla hem, hij moet met ons naar koning Trol!”. Al eens nagedacht hoe een trol stapt, loopt of handelt?

5. Start de cd opnieuw van bij het begin en stap rond zoals een trol. Wanneer de melodie wordt herhaald, mag je de beweging veranderen... Gebruik ook je armen, handen, vingers, hoofd, schouders... Denk er aan: je bent een trol.

In de hal van Koning Trol (02:21) strook 11

Koning trol

Fiche leerling strook 11

Page 12: Ezels en Elfen Educatieve fiches leerlingen

Aantal leerlingen

2 lln.

Tijd

30’

Materiaal-

- cd-speler- mogelijke benodigdheden voor een goochelact

Wat hoor je in de muziek ?

Deze muziek zou kunnen dienen voor een stomme fi lm. Als je ernaar luistert en je sluit je ogen, dan zie je allerlei gekke dingen gebeuren. Na een romantisch middendeeltje, keert het beginthemaatje terug.

Wat is de opdracht ?

Verzin een goochelact.

We beginnen er aan

1. Eerst even luisteren:

• 00:00 - De piano speelt op en neer, met vlugge nootjes,

• 00:12 - Het wordt steeds heftiger en steeds hoger en rolt dan weer naar beneden

• 00:35 - De muziek wordt steeds zachter.

• 00:50 - Nu wordt het romantisch en betoverend.

• 02:00 - We keren terug naar het begin.

2. De opdracht bij deze muziek is heel eenvoudig: verzin een goochelact op deze muziek. Er zijn twee rollen: de goochelaar die gevaarlijke en grappige dingen uithaalt en zijn ‘bevallige assistente’.

3. Maak nu een toneelstukje zonder woorden, eerst gaat alles snel (net zoals de muziek) dan wordt het rustiger. Gebeurt er misschien iets moois of romantisch? Het einde is opnieuw snel en hevig.

4. Wanneer je iets leuks hebt, laat je het zien aan je meester of juf.

Trollenmars (02:51) strook 12

Goochelaar

Fiche leerling strook 12

Page 13: Ezels en Elfen Educatieve fiches leerlingen

Aantal leerlingen

3 lln.

Tijd

30’

Materiaal-

- cd-speler- blad papier of werkschrift- tekenblad waarop een groot ei is getekend.

- afbeeldingen van kuikens in hun ei

- krantenpapier

Wat hoor je in de muziek ?

Je hoort lichte, speelse en vlugge muziek.

Wat is de opdracht ?

- Teken een kuiken in het ei.

- Maak een ballet van een kuiken dat uit zijn ei komt.

We beginnen er aan

1. Beluister het stukje helemaal.

• 00:00 - Het orkest speelt vlugge noten, meestal heel hoog, af en toe loopt de muziek van laag naar hoog.

• 00:15 - Je hoort een hoge, lange pieptoon en het orkest speelt opnieuw zoals daarnet

• 00:30 - Weer die lange pieptoon, nu verandert de muziek. Er komen ook andere instrumenten zoals een trommel bij.

• 00:49 - Hoor je de triangel tikken?

• 00:55 - Het orkest speelt weer zoals in het begin en eindigt met een laatste pieptoon.

Waarom past deze muziek beter bij kuikens dan bij olifanten? Schrijf enkele treffende woorden in je werkschrift.

2. Neem nu het tekenblad met het ei erop. Al eens nagedacht hoe zo’n kuiken in een ei zit? Neem gerust een kijkje in één van de boeken die juf of meester heeft klaargelegd. Teken dan zelf een kuiken in dat ei.

3. Nu mag je zelf uit een ei kruipen. Twee lln. houden een kranten-papier open, de derde staat erachter. De krant is de schelp van het ei. Wie er achter staat voelt zich nu even kuiken-in-het-ei. Luister opnieuw naar de muziek en gebruik vooral je fantasie.

Eerst kan je maar heel weinig bewegen, je zit helemaal vast in het ei.

Na de eerste pieptoon begint het kuikentje te pikken.

Na de tweede pieptoon barst het ei open en het kuikentje kruipt langzaam uit het ei.

Wanneer je de triangel hoort is het kuikentje vrij en trippelt het rond op zoek naar eten en drinken.

Nu gaat de volgende achter de krant staan om kuiken te spelen. Vergeet niet naar de muziek te luisteren.

4. Wanneer het goed lukt, laat het dan even zien aan je meester of juf.

Ballet van de kuikentjes (01:13) strook 13

Kuiken in en uit het ei

Fiche leerling strook 13

Page 14: Ezels en Elfen Educatieve fiches leerlingen

Aantal leerlingen

3 lln.

Tijd

15’: puzzelopdracht15’: stelopdracht

Materiaal-

- cd-speler- briefomslag met 6 kaartjes - blad papier of werkschrift- eventueel: prenten van de fl uit,

de hobo, de klarinet, de hoorn en de fagot.

Wat hoor je in de muziek ?

Je hoort een gezellige melodie in een rustig staptempo. Er zijn vijf instrumenten: de fl uit, de hobo, de klarinet, de hoorn en de fagot. Dat noemen we een blaaskwintet.

Wat is de opdracht ?

- Los de muziekpuzzel op.

- Schrijf een verhaal bij de muziek.

We beginnen er aan

1. Voor deze opdracht mag je samenwerken.

In een omslag vinden jullie 6 kaartjes met daarop beschrijvingen van stukjes muziek. Leg ze op de bank en lees ze even.

2. Zet de muziek op en probeer samen de kaartjes in de juiste volgorde te leggen.

3. Als je klaar bent, roep dan even je meester of juf. Hij/zij heeft de verbetersleutel.

4. Stel je voor: in het eerste stukje ben je in een bos aan het wandelen. Wat gebeurt er dan in de vijf andere deeltjes?

Zet de muziek nog eens op en schrijf bij elk stukje enkele passende woorden op.

5. Maak nadien een kort verhaaltje met die woorden. Ook dat mogen jullie samen doen.

6. Als je klaar bent, laat even lezen aan je meester of juf.

Noorse dans (02:08) strook 14

Muziekpuzzel

Fiche leerling strook 14

Page 15: Ezels en Elfen Educatieve fiches leerlingen

Aantal leerlingen

2 lln.

Tijd

45’

Materiaal-

- cd-speler- blad papier of werkschrift- tekenblad per leerling- tekenmateriaal

Wat hoor je in de muziek ?

Een koor van meisjesstemmen nodigt je uit, in de verte klinken een heleboel echo’s. Hallo, hallo, hallo… de klanken stapelen zich op, zoet en aanlokkelijk. Ze zingen een lied in het Tsjechisch. Eén stem blijft alleen achter. Het koor zingt zachtjes verder. Ook nu klinkt weer de echo.

Wat is de opdracht ?

Wegdromen bij een ongewoon lied.

We beginnen er aan

1. Zet de muziek even op en luister tot 0:41. Druk dan op pauze. Je hoort alleen meisjes zingen. Er zijn geen instrumenten. Het is net alsof ze in een grot of in de bergen zingen. Wie zingt hier? Zijn het wel mensen ? Misschien zijn het wel bloemen of bomen of huizen, of…? Wat denk je? Vertel het aan elkaar.

2. Zet de muziek terug op en luister tot op het einde. Volg de beschrijving.

• 00:00 - Het koor nodigt je uit om dichterbij te komen.• 00:13 - Het koor zingt twee zinnen die telkens eindigen op

enkele echo’s• 00:27 - Opnieuw worden we uitgenodigd.• 00:41 - Eén stem blijft alleen achter. Het is een hoge stem

(een sopraan). Zij herhaalt traag de uitnodiging terwijl het koor langzaam het lied verder zingt.

• 01:15 - Nu komt er een tweede zangeres bij. Het is ook een sopraan. Zij zingt de echo van de eerste maar wel een toon hoger.

• 02:03 - Terug zoals in het begin, dan de zinnen met de echo’s en om af te sluiten weer de uitnodiging.

3. Schrijf in je werkschrift het antwoord op volgende vragen:

- Welke kleuren zie je als je naar deze muziek luistert? Welke kleuren passen goed bij elkaar?

- Als deze zoete klanken niet door een mens worden gezongen, door wie dan wel? (een bloem, een boom, een dier…?)

4. Maak in je werkschrift of op een gewoon blaadje een schets van wat je voor je ogen ziet. Gebruik je gekozen kleuren.

5. Neem een tekenblad en maak nu je schilderij. Zet nog één keer de muziek op.

6. Klaar? Laat je kunstwerk aan de meester of juf zien en hang het later te kijk in de klas.

Hey, kom toch hier! (02:52) strook 15

Wie zingt?

Fiche leerling strook 15

Page 16: Ezels en Elfen Educatieve fiches leerlingen

Aantal leerlingen

1,2 of 3 lln.

Tijd

10’

Materiaal-

- cd-speler- een kopieerblad per lln

Wat hoor je in de muziek ?

Je hoort een stukje uit Bulgarije. Een heel levendig en aanstekelijk stuk met typische ritmes en instrumenten uit Bulgarije. Het wordt gezongen door meisjes.

Wat is de opdracht ?

Geef je beoordeling op het kopieer-blad in bijlage en vergelijk nadien met de twee volgende muziekstukken (stroken 17 en 18).

We beginnen er aan

1. Neem je tijd en luister achtereenvolgens naar de drie stukken (16/17/18). Neem het kopieerblad erbij.

2. Terwijl je luistert, zet je kruisjes op het blad. Vind je bijvoorbeeld het stukje droevig, dan zet je een kruisje dichter bij het woordje droevig. Klinkt het eerder blij, dan komt het kruisje dichter bij het woordje blij. Is het geen van beiden, dan zet je het kruisje in het midden.

3. Vergelijk nu met strook 17 en 18. Je doet het samen, of je doet het alleen.

Herder, o, herder. (02:55) strook 16

Herder, o, herder

Fiche leerling strook 16

Page 17: Ezels en Elfen Educatieve fiches leerlingen

Aantal leerlingen

1,2 of 3 lln.

Tijd

10’

Materiaal-

- cd-speler- een kopieerblad per lln.

Wat hoor je in de muziek ?

Je hoort een meeslepende melodie. Het heeft iets bezwerends.

Wat is de opdracht ?

Geef je beoordeling op het kopieer-blad in bijlage en vergelijk nadien met de andere muziekstukken (stroken 16 en 18).

We beginnen er aan

1. Neem je tijd en luister achtereenvolgens naar de drie stukken (16/17/18). Neem het kopieerblad erbij.

2. Terwijl je luistert, zet je kruisjes op het blad. Vind je het stukje dro-evig, dan zet je een kruisje dichter bij het woordje droevig. Klinkt het eerder blij, dan komt het kruisje dichter bij het woordje blij. Is het geen van beiden, dan zet je het kruisje in het midden.

3. Vergelijk nu met strook 16 en 18. Je doet het samen, of je doet het alleen.

Rituele vuurdans. (03:55) strook 17

Vuurdans

Fiche leerling strook 17

Page 18: Ezels en Elfen Educatieve fiches leerlingen

Aantal leerlingen

1,2 of 3 lln.

Tijd

10’

Materiaal-

- cd-speler- een kopieerblad per lln.

Wat hoor je in de muziek ?

Je hoort een stuk, deze keer in het Spaans gezongen. Het is een lied dat diep uit het hart komt. Het wordt gezongen door een zigeunerstem.

Wat is de opdracht ?

Geef je beoordeling op het kopieer-blad in bijlage en vergelijk nadien met de twee andere muziekstukken (stroken 16 en 17).

We beginnen er aan

1. Neem je tijd en luister achtereenvolgens naar de drie stukken (16/17/18). Neem het kopieerblad erbij.

2. Terwijl je luistert, zet je kruisjes op het blad. Vind je het stukje dro-evig, dan zet je een kruisje dichter bij het woordje droevig. Klinkt het eerder blij, dan komt het kruisje dichter bij het woordje blij. Is het geen van beiden, dan zet je het kruisje in het midden.

3. Vergelijk nu met strook 16 en 17. Je doet het samen, of je doet het alleen.

Lied van het dwaallicht. (01:36) strook 18

Magie

Fiche leerling strook 18

Page 19: Ezels en Elfen Educatieve fiches leerlingen

Aantal leerlingen

2 of meer lln.

Tijd

30’

Materiaal-

- cd-speler- blad papier of werkschrift- omslag met prenten en foto’s van heksen

Wat hoor je in de muziek ?

Je hoort een heel groot orkest en een wilde fuif van heksen en tovenaars.

Wat is de opdracht ?

Heksen: wat doen ze allemaal?

We beginnen er aan

1. Zet de muziek op tot 01:15. Sluit je ogen. Wat zie je?

2. Bespreek met elkaar wat je gezien hebt.

3. Nu luister je opnieuw. Wat hoor je?

• 00:00 - zenuwachtige strijkers, loeiende blazers• 00:15 - een bulderende melodie, de roep van Tchernobog,

de god van de duisternis, met heel veel koperblazers.• 00:40 - herhaling • 01:15 - hier mag je even stoppen

4. Voor wie heksen heeft horen zingen en roepen, doen we er nog een schepje bij. Stel je een wilde heksendans voor. Luister even verder vanaf 01:15 tot 03:07 en sluit je ogen.

5. In oude verhalen kwamen heksen samen op een heksensabbat om samen te zweren met Satan. Ze dansten dan in het wild voor hem. Maar wat doen heksen zo nog al? Schrijf een vijftal handelingen in je werkschrift of praat er samen over.

6. Haal nu de prenten uit de omslag. Bekijk ze. Maak in je werkschrift een lijst van wat de heksen allemaal kunnen doen.

7. Probeer enkele van die handelingen uit te beelden. Herhaal de handelingen tot het een dansbeweging wordt.

8. Start de muziek opnieuw en probeer de gevonden dansbewegingen uit op de muziek.

Nacht op de kale berg. (10:43) strook 19

Heksensabbat

Fiche leerling strook 19