Op 5 januari 2011 brak brand uit bij Chemie-Pack. …...De consequenties zijn enorm, zowel zakelijk...

7
6 de Beursbengel - maart 11 6 de Beursbengel - maart 11 C hemie-Pack is een familiebedrijf dat al meer dan zestig jaar actief is op het gebied van opslag en ver- werking van chemicaliën. De brand groeide uit tot een calamiteit van enorme omvang. Het bedrijf werd totaal verwoest en vanuit een enorme vlammenzee steeg een (giftige) rookwolk op die in een lang spoor naar het noorden over grote delen van Nederland is uitgewaaierd. Pas de volgende dag slaagde de brandweer erin de brand te doven met een ‘blusdeken’ en inzet van drie crashtenders (megabrandweerauto’s). Bij de brand zijn geen directe slacht- offers gevallen. Wel was er veel ontwrichting. Een brand heeft vrijwel altijd een directe en zichtbare uit- straling naar derden. Het treinverkeer tussen Dordrecht en Lage Zwaluwe werd tijdelijk stilgelegd en delen van de snelwegen A16 en A17 werden afgesloten. Het buurbedrijf Wärtsilä (scheepsschroevenfabriek) werd verwoest doordat brandende vloeistof naar het bedrijf stroomde, terwijl Over- slag Bedrijf Moerdijk dagenlang deels afgesloten was van- wege het vervuilde bluswater op het terrein. Acht andere bedrijven op het industrieterrein zijn op last van de brand- weer tot vrijdagochtend ontruimd geweest. Het bluswater dat alle kleuren van de regenboog vertoonde, is opgevangen in afgedamde sloten en daarna in speciale tankvoertuigen af- gevoerd. De A16 is urenlang afgezet om de logistiek van een schuimvormend middel, nodig voor de finale bluspoging, te faciliteren. Met als gevolg lange files. Diffuus wordt het als je de schade beschouwt die het bedrijfsleven lijdt door de vertraging van ‘just in time’-deliveries, overwerkuren en dergelijke. Nog ongrijpbaarder zijn de milieugevolgen. Hoe giftig waren de rook en het bluswater? Is de gezondheid van brandweer- lieden en andere hulpverleners (blijvend) aangetast? Kunnen burgers en tuinders de spruiten en andere wintergroentes van het land consumeren en wat gebeurt er met nieuwe oogsten later dit jaar? Kunnen kinderen veilig buiten spelen en wat zijn de gevolgen voor (huis)dieren? Verspreidt het gif zich over het oppervlaktewater en dringt het uiteindelijk door in het drinkwater, ondanks het afdammen van sloten en het wegpompen in speciale tankauto’s? De vragen die de eerste dagen na de brand in de krantenkop- pen te lezen waren: wat is het effect van de verbranding van de bij deze brand betrokken stoffen? Hoe belangrijk is de door het Openbaar Ministerie (OM) vastgehouden lijst van 52 pagina’s voor het treffen van milieubeschermingsmaatre- gelen? Welke risico’s voor hulpverleners en werknemers in aanpalende bedrijven wegen op tegen die van burgers in het benedenwindse gebied? En in het verlengde hiervan: in welk gebied moet het bevoegd gezag ter zake in het maatschap- pelijk leven ingrijpen? Ten slotte: hoe gaan we om met de gevolgen voor mensen die zich niets aantrekken van de door een burgemeester afgekondigde maatregelen? Laten branden of blussen? Nog geen jaar geleden stond deze vraag centraal in een werkconferentie van experts, die het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV) organiseerde in het kader van het project ‘Milieubescherming bij incidenten’. Er zijn toen geen eenduidige antwoorden gegeven, omdat we direct na een brand eigenlijk geen idee hebben wat de gevolgen voor het milieu zijn. Want: wat is beter? Zo snel mogelijk blus- sen met veel water en schuim, met als gevolg weinig rook en veel verontreinigd bluswater. Of de brand op hoge tempe- ratuur gecontroleerd uit laten branden, waardoor veel langer giftige rook zich kan verspreiden? Ook de brand bij Moerdijk wordt een leermoment, net als eerder bij grote branden bij Vredenstein (Enschede, 2003) en ATF (Afval Terminal Friesland, 2000). De vraag is wel wat we er daadwerkelijk van hebben geleerd. De beslissing ‘laten branden of blussen’ moet zo snel moge- lijk na het uitbreken van een brand worden genomen in een multidisciplinair team. Het is een afweging van brandweer, bestuurders en belanghebbende verzekeraars. Tijdens de conferentie Milieubescherming bij incidenten is geconclu- deerd dat dit alleen lukt als alle partijen voldoende deskun- digheid hebben en er een besluitvormingskader is. Beoorde- ling van die kosten ligt dan in handen van schade-experts, verzekeraars en de directe belanghebbenden. Incidentma- nagement kan het benodigde kader bieden. De samenleving heeft baat bij het investeren in het beper- ken van de kans, respectievelijk de gevolgen van incidenten, maar ook bij investeringen in het incidentmanagement. Het project Milieubescherming bij incidenten is gericht op het ontwikkelen van een instrumentarium (mensen), innovatieve bestrijdingsmiddelen en een besluitvormingsondersteunend instrument (methode). Daarmee kunnen de ‘veroorzaker’ van een incident samen met de overheid (die derden voor onheil moet behoeden) en verzekeraars een kosten-baten- Op 5 januari 2011 brak brand uit bij Chemie-Pack. De consequenties zijn enorm, zowel zakelijk als menselijk. De schade wordt inmid- dels geschat op meer dan 41 miljoen euro. Wat gebeurt er dan? En wie betaalt de schade? Een overzicht van een ramp, van de vragen die letterlijk in noodtempo beantwoord moeten worden, van de schade en van de verzekeringskant. Wat is beter: laten branden of snel blussen? Moerdijk: een brand en

Transcript of Op 5 januari 2011 brak brand uit bij Chemie-Pack. …...De consequenties zijn enorm, zowel zakelijk...

Page 1: Op 5 januari 2011 brak brand uit bij Chemie-Pack. …...De consequenties zijn enorm, zowel zakelijk als menselijk. De schade wordt inmid-dels geschat op meer dan 41 miljoen euro. Wat

6 de Beursbengel - maart 11 de Beursbengel - maart 116 de Beursbengel - maart 11 de Beursbengel - maart 11

Chemie-Pack is een familiebedrijf dat al meer dan zestig jaar actief is op het gebied van opslag en ver-werking van chemicaliën. De brand groeide uit tot een calamiteit van enorme omvang. Het bedrijf werd

totaal verwoest en vanuit een enorme vlammenzee steeg een (giftige) rookwolk op die in een lang spoor naar het noorden over grote delen van Nederland is uitgewaaierd. Pas de volgende dag slaagde de brandweer erin de brand te doven met een ‘blusdeken’ en inzet van drie crashtenders (megabrandweerauto’s). Bij de brand zijn geen directe slacht-offers gevallen. Wel was er veel ontwrichting.

Een brand heeft vrijwel altijd een directe en zichtbare uit-straling naar derden. Het treinverkeer tussen Dordrecht en Lage Zwaluwe werd tijdelijk stilgelegd en delen van de snelwegen A16 en A17 werden afgesloten. Het buurbedrijf Wärtsilä (scheepsschroevenfabriek) werd verwoest doordat brandende vloeistof naar het bedrijf stroomde, terwijl Over-slag Bedrijf Moerdijk dagenlang deels afgesloten was van-wege het vervuilde bluswater op het terrein. Acht andere bedrijven op het industrieterrein zijn op last van de brand-weer tot vrijdagochtend ontruimd geweest. Het bluswater dat alle kleuren van de regenboog vertoonde, is opgevangen in afgedamde sloten en daarna in speciale tankvoertuigen af-gevoerd. De A16 is urenlang afgezet om de logistiek van een schuimvormend middel, nodig voor de finale bluspoging, te faciliteren. Met als gevolg lange files. Diffuus wordt het als je de schade beschouwt die het bedrijfsleven lijdt door de vertraging van ‘just in time’-deliveries, overwerkuren en dergelijke.

Nog ongrijpbaarder zijn de milieugevolgen. Hoe giftig waren de rook en het bluswater? Is de gezondheid van brandweer-lieden en andere hulpverleners (blijvend) aangetast? Kunnen burgers en tuinders de spruiten en andere wintergroentes van het land consumeren en wat gebeurt er met nieuwe oogsten later dit jaar? Kunnen kinderen veilig buiten spelen en wat zijn de gevolgen voor (huis)dieren? Verspreidt het gif zich over het oppervlaktewater en dringt het uiteindelijk door in het drinkwater, ondanks het afdammen van sloten en het wegpompen in speciale tankauto’s?

De vragen die de eerste dagen na de brand in de krantenkop-pen te lezen waren: wat is het effect van de verbranding van de bij deze brand betrokken stoffen? Hoe belangrijk is de door het Openbaar Ministerie (OM) vastgehouden lijst van 52 pagina’s voor het treffen van milieubeschermingsmaatre-gelen? Welke risico’s voor hulpverleners en werknemers in aanpalende bedrijven wegen op tegen die van burgers in het

benedenwindse gebied? En in het verlengde hiervan: in welk gebied moet het bevoegd gezag ter zake in het maatschap-pelijk leven ingrijpen? Ten slotte: hoe gaan we om met de gevolgen voor mensen die zich niets aantrekken van de door een burgemeester afgekondigde maatregelen?

Laten branden of blussen?Nog geen jaar geleden stond deze vraag centraal in een werkconferentie van experts, die het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV) organiseerde in het kader van het project ‘Milieubescherming bij incidenten’. Er zijn toen geen eenduidige antwoorden gegeven, omdat we direct na een brand eigenlijk geen idee hebben wat de gevolgen voor het milieu zijn. Want: wat is beter? Zo snel mogelijk blus-sen met veel water en schuim, met als gevolg weinig rook

en veel verontreinigd bluswater. Of de brand op hoge tempe-ratuur gecontroleerd uit laten branden, waardoor veel langer giftige rook zich kan verspreiden? Ook de brand bij Moerdijk wordt een leermoment, net als eerder bij grote branden bij Vredenstein (Enschede, 2003) en ATF (Afval Terminal Friesland, 2000). De vraag is wel wat we er daadwerkelijk van hebben geleerd.

De beslissing ‘laten branden of blussen’ moet zo snel moge-lijk na het uitbreken van een brand worden genomen in een multi disciplinair team. Het is een afweging van brandweer, bestuurders en belanghebbende verzekeraars. Tijdens de conferentie Milieubescherming bij incidenten is geconclu-deerd dat dit alleen lukt als alle partijen voldoende deskun-digheid hebben en er een besluitvormingskader is. Beoorde-ling van die kosten ligt dan in handen van schade-experts, verzekeraars en de directe belanghebbenden. Incidentma-nagement kan het benodigde kader bieden.

De samenleving heeft baat bij het investeren in het beper-ken van de kans, respectievelijk de gevolgen van incidenten, maar ook bij investeringen in het incidentmanagement. Het project Milieubescherming bij incidenten is gericht op het ontwikkelen van een instrumentarium (mensen), innovatieve bestrijdingsmiddelen en een besluitvormingsondersteunend instrument (methode). Daarmee kunnen de ‘veroorzaker’ van een incident samen met de overheid (die derden voor onheil moet behoeden) en verzekeraars een kosten-baten-

Op 5 januari 2011 brak brand uit bij Chemie-Pack. De conse quenties zijn enorm, zowel zakelijk als menselijk. De schade wordt inmid-dels geschat op meer dan 41 miljoen euro. Wat gebeurt er dan? En wie betaalt de schade? Een overzicht van een ramp, van de vragen die letterlijk in noodtempo beantwoord moeten worden, van de schade en van de verzekeringskant.

Wat is beter: laten branden of snel blussen?

Moerdijk: een brand en zijn gevolgen

0211_bs_binnenwerk_v10.indd 6 02-03-11 12:02

Page 2: Op 5 januari 2011 brak brand uit bij Chemie-Pack. …...De consequenties zijn enorm, zowel zakelijk als menselijk. De schade wordt inmid-dels geschat op meer dan 41 miljoen euro. Wat

7de Beursbengel - maart 11 de Beursbengel - maart 11 7de Beursbengel - maart 11 de Beursbengel - maart 11

analyse maken. Een protocol dat kan leiden tot betere com-municatie tussen brandweer en directe belanghebbenden en deskundigen. Een overleg tussen brandweer en de schade-expert(s) is dan een goede start, die automatisch leidt tot de vraag ‘laten branden of blussen?’

De schadeHoe zit het nu met alle schade? Wat valt onder welke ver-zekering? En wie blijft, mogelijk, met zijn eigen schade zitten? Waarschijnlijk duurt het jaren voordat dat bekend is. Al is het alleen maar omdat veel schade zich pas in de toe-komst manifesteert en dus ook pas over jaren kan worden vastgesteld. Denk bijvoorbeeld aan bedrijfsschade en milieu-schade. En natuurlijk ook omdat er nog veel technisch on-derzoek naar oorzaken en mogelijke aansprakelijkheid ver-richt gaat worden. Maar wij wilden geen jaren wachten met het schrijven van dit artikel. Dat betekent dat wij ons niet hebben verdiept in de vraag welke verzekeringen daadwerkelijk zijn gesloten, laat staan in de verzekerde bedragen en de verzekeringsvoorwaarden.

De schade van Chemie-PackChemie-Pack lijdt natuurlijk een geweldige schade: het bedrijf ligt letterlijk plat. Gebouwen en inhoud zijn volko-men verdwenen.De opstalverzekeraars van Chemie-Pack kunnen in principe de zaak gemakkelijk regelen door in één keer de verzekerde som ter beschikking te stellen. Immers bij total loss maakt het niet uit of een pand is onderverzekerd, is verzekerd op basis van taxatie of goed is verzekerd op een open polis. Zolang er geen sprake is van duidelijke oververzekering bedraagt de uitkering de verzekerde som. Daar zijn wel wat kanttekeningen bij te plaatsen. De belangrijkste zijn: gaat men tot herbouw over? Krijgt men daar vergunning voor? Is het bedrijf in staat − gezien de bedrijfsschade die men ook lijdt − om een doorstart te maken? Deze vragen zijn van belang, omdat de meeste opstalverzekeringen regelen dat alleen op basis van herbouwwaarde wordt vergoed, indien binnen een bepaalde termijn herbouwd wordt. Volgens de

Nederlandse Beursvoorwaarden voor Uitgebreide Gevaren-verzekering (NBUG) moet de herbouw binnen vierentwintig maanden na de ramp zijn aangevangen. Die termijn van twee jaar lijkt lang, maar is in de praktijk zo om. Vooraf-gaand aan de bouw moet het terrein namelijk zijn gereinigd, moeten er herbouwplannen gemaakt worden en vergunnin-gen geregeld worden. Dat kan veel tijd vergen. Indien niet tot herinvestering wordt overgegaan, wordt de schade gere-geld op basis van verkoopwaarde. De waarde na kan men bij total loss op nihil stellen. De waarde voor is wat inge-wikkelder. In hoeverre wordt de verkoopwaarde op 5 januari 2011 beïnvloed door de financiële crisis?Bij panden die deels zijn beschadigd, is het lastiger om de schade te regelen. Daar moet eventuele onderverzekering worden beoordeeld. Indien de opstallen zijn verzekerd op basis van een vaste taxatie moet de rectificatiebepaling worden toegepast.

Het regelen van de inventarisschade is ook niet eenvoudig. Bij total loss kan men de verzekerde som uitkeren, maar je moet er dan als verzekeraars wel van overtuigd zijn dat die inventaris ook aanwezig was. Als er niets meer over is, kan dat een lastige klus zijn. Bij goederen speelt dit nog veel meer. Welke goederen waren aanwezig op de dag van de ramp en welke waarde vertegenwoordigden die? Ook speelt bij inventaris en goederen het vraagstuk van de herinves-tering een rol. Volgens de NBUG wordt de schade geregeld op basis van vervangingswaarde indien het bedrijf niet wordt voortgezet of indien er niet wordt geherinvesteerd. Verzekerde moet binnen twaalf maanden (dat is dus voor 5 januari 2012) meedelen aan verzekeraar, dat hij het bedrijf voortzet en herinvesteert, wil hij nieuwwaarde ontvangen in plaats van vervangingswaarde.

Een gewasverzekering dekt geen milieuschade.

»

Moerdijk: een brand en zijn gevolgen

Foto

: AN

P –

Guus

Sch

oone

will

e

0211_bs_binnenwerk_v10.indd 7 02-03-11 12:02

Page 3: Op 5 januari 2011 brak brand uit bij Chemie-Pack. …...De consequenties zijn enorm, zowel zakelijk als menselijk. De schade wordt inmid-dels geschat op meer dan 41 miljoen euro. Wat

8 de Beursbengel - maart 11 de Beursbengel - maart 118 de Beursbengel - maart 11 de Beursbengel - maart 11

BedrijfsschadeDe regeling van de bedrijfsschade voor de bedrijven op het Moerdijkterrein die zelf zijn getroffen door de brand is het eenvoudigst. Brand aan de opstallen, inventarissen of goede-ren van verzekerde is een gedekt evenement. De dekking is geen punt, maar de belangrijkste adder is dat de Nederlandse Beursvoorwaarden voor Zaak- en Bedrijfsschadeverzekering (NBZB) bepaalt dat de schadevergoedingstermijn wordt beperkt tot dertien weken (tot 5 april 2011) als de bedrijfs-activiteiten niet worden voortgezet of als binnen dertien weken geen pogingen zijn gedaan om de bedrijfsactiviteiten te hervatten. Er is een ontsnapping tot zesentwintig weken indien men als werkgever loon moet doorbetalen. Het kan een interessante juridische kwestie worden of een verzeke-raar zich op deze bepaling kan beroepen als verzekerde stelt dat hij wegens overmacht niet op tijd aan pogingen tot her-vatting toekwam.De premie voor een bedrijfsschadeverzekering hangt voor een deel af van de uitkeringstermijn. De vuistregel is: een verdubbeling van de uitkeringstermijn is 50 procent premie-toeslag. Een andere factor is de risicofactor. Hoe groot is de kans dat er schade optreedt? Een goede bedrijfsschadever-zekering voor een bedrijf op het industrieterrein Moerdijk is dus niet goedkoop. De ervaring met de ramp in Enschede heeft geleerd dat veel ondernemers geen bedrijfsschadever-zekering hebben gesloten en degenen die dat wel gedaan hebben, hebben in een aantal gevallen een te korte uitke-ringstermijn verzekerd.

TransportverzekeringenChemie-Pack was gespecialiseerd in het ompakken van che-mische producten. Binnen de transportsector wordt dan al snel gedacht aan logistieke diensten. Ook andere getroffen bedrijven kunnen op dit gebied actief zijn (geweest). Wette-lijk is er geen definitie of kader te vinden waarbinnen logis-tieke diensten zijn vermeld. Voor opslag en handling geldt, in tegenstelling tot het daadwerkelijke vervoer, geen wet-telijk dwingend aansprakelijkheidsregime. Voor logistieke diensten kan een bedrijf dus kiezen of en in welke mate het voor schade en verlies aansprakelijk wil zijn. Er kan gebruik worden gemaakt van gangbare voorwaarden die een logis-tieke dienstverlener ter beschikking staan of hij kan eigen voorwaarden hanteren.

Saneringskosten zijn gedekt als er sprake is van een gedekte schade.

Voor deze opslagrisico’s bieden AVB- en WAM-verzekerin-gen geen soelaas. Elke AVB heeft een opzichtclausule in de voorwaarden opgenomen. Daarmee worden zaken die men van derden onder zich heeft van de dekking uitgesloten. Elke WAM-verzekering (van bijvoorbeeld een vorkheftruck) sluit schade aan de last uit. Deze uitsluiting is op grond van de WAM toegestaan.

Foto

: AN

P –

Bram

van

de

Biez

en

0211_bs_binnenwerk_v10.indd 8 02-03-11 12:02

Page 4: Op 5 januari 2011 brak brand uit bij Chemie-Pack. …...De consequenties zijn enorm, zowel zakelijk als menselijk. De schade wordt inmid-dels geschat op meer dan 41 miljoen euro. Wat

9de Beursbengel - maart 11 de Beursbengel - maart 11 9de Beursbengel - maart 11 de Beursbengel - maart 11

Een eventuele dekking moet dus elders gevonden worden, zoals bijvoorbeeld in een MAUL-polis (Modelpolis voor Aansprakelijkheid uit Logistieke diensten). Een dergelijk bedrijf heeft veelal met een groot aantal contractspartners te maken. In de afzonderlijke contracten is ongetwijfeld een maximumbedrag voor aansprakelijkheid overeengekomen. Door cumulatie zou het verzekerd bedrag van de MAUL-polis weleens veel te laag gekozen kunnen zijn. Mogelijk (en voor degenen die schade hebben geleden hopelijk) is met elke contractspartner overeengekomen dat voor de opgeslagen en in bewerking zijnde zaken een verzekering op uitgebreide voorwaarden wordt gesloten. Dit kan zowel door de eige-naar als door de opslaghouder/bewerker zijn geregeld. Een clausulering met betrekking tot regres zal dan ook wel opge-nomen moeten zijn.

MilieuschadeverzekeringEen eventuele milieuschadeverzekeraar van Chemie-Pack staat voor een mooie uitdaging. Over eventuele dekking hoeft niet lang te worden nagedacht: de milieuschadever-zekering biedt dekking voor saneringskosten van bodem en oppervlaktewater als deze zijn verontreinigd door het plot-seling en onvoorzien vrijkomen van gevaarlijke stoffen. Dat de locatie van Chemie-Pack is verontreinigd zal nie-mand betwijfelen. De volgende stap is dan het in kaart brengen van de veront-reinigingen en het, in overleg met de overheid, opstellen van een saneringsplan. Dit zou, gegeven alle betrokken partijen, wel eens een langdurige discussie kunnen worden. Maar als er dan overeenstemming is, dan kan daadwerkelijk begonnen worden met het schoonmaken van de getroffen locatie. Dit is overigens ook in het belang van opstal- en bedrijfsschadeverzekeraars. Immers, zoals hierboven al beschreven, de uitkeringen onder deze verzekeringen zijn mede afhankelijk van de vraag of en zo ja wanneer her-bouwd kan of mag worden.Op basis van de ervaring rond de afwikkeling van de ge-volgen van de brand bij ATF (mei 2000) in Drachten kan in ieder geval met zekerheid worden gesteld dat een van de grootste kostenposten het verwerken van het verontreinigde bluswater zal zijn. Op dit moment is het nog volstrekt on-duidelijk welke cocktail van chemicaliën zich in het blus-water bevindt, laat staan dat er nu al een beeld is van hoe het bluswater zal moeten worden behandeld. Mogelijk rest straks maar één alternatief: verbranden.Wat we met zekerheid kunnen zeggen is dat dit technisch mogelijk is, maar verre van goedkoop: na de brand bij ATF is de volledige verzekerde som van de milieuschadeverze-kering opgegaan aan het verwerken van het verontreinigde bluswater.

Als Chemie-Pack een milieuschadeverzekering heeft, is het de vraag of ook de verzekerde som dan toereikend is voor alle schade. Alleen al de kosten voor het schoonmaken van het (blus)water worden geschat op meer dan 10 miljoen euro. Chemie-Pack heeft inmiddels laten weten deze kosten niet te willen vergoeden.

De schade in de omgevingAllerlei nabijgelegen bedrijven hebben ook brandschade op-gelopen. Zij kunnen hun eigen brandverzekering en brand-bedrijfsschadeverzekering aanspreken. Hopelijk is iedereen (ruim) voldoende verzekerd; vaak leert de praktijk anders. Bij de bespreking van de schade van Chemie-Pack zelf is uitgelegd hoe het bij deze verzekeringen zit met de dekking en de schaderegeling, zodat we er hier niet verder op ingaan. In hoeverre een schade die niet (geheel) onder de eigen ver-

zekering valt, is te verhalen op Chemie-Pack of anderen is voorlopig uiterst twijfelachtig.

Wie betaalt de arbeids-ongeschiktheid van een vrijwillige-brandweer-man?

Omliggende bedrijven hebben zeker milieuschade geleden. De vraag is of die milieuschade wel op de brandpolis is gedekt. Saneringskosten van het terrein zijn op de NBUG alleen onder bepaalde voorwaarden gedekt: voor zover ‘niet of niet voldoende elders verzekerd geeft deze verzekering bij een schade door een gedekt gevaar/gebeurtenis en boven het verzekerde bedrag tot elders in de polis genoemde maxima recht op vergoeding van: kosten die verzekerde krachtens wettelijk voorschrift of op last van de overheid moet ma-ken.’ Dat betekent dus dat saneringskosten gedekt zijn als voldaan is aan de voorwaarde dat er sprake is van een gedek-te schade. Dat kan het geval zijn indien inventaris, goederen of gebouwen zelf zijn aangetast door milieuschade. Maar daarover kan wel discussie ontstaan. Om welke aantasting moet het gaan? Wanneer is er sprake van een ‘schade’ in de zin van de polisvoorwaarden? Opvallend genoeg definieert de NBUG schade als ‘schade aan en verlies van gevaarsob-jecten’. Maar is er bijvoorbeeld ook schade als je de ramen moet laten wassen omdat er roet op is neergekomen? Kun je dan zeggen dat de ramen (of ruiten) zijn aangetast? De beantwoording van die vraag bepaalt dan of er dekking is voor kosten krachtens wettelijk voorschrift of op last van de overheid.

De kosten van sanering van bodem en/of water op de loca-ties van omliggende bedrijven kunnen gedekt zijn op een milieuschadeverzekering. Dit kan langs twee wegen:- opeenmilieuschadeverzekeringvanChemie-Pack:

de milieuschadeverzekering kent naast een dekking voor de saneringskosten van de verzekerde locatie ook een dek-king voor de kosten van sanering van bodem en water van locaties van derden waar een verontreiniging is ontstaan als gevolg van een emissie van gevaarlijke stoffen vanaf de verzekerde locatie. Door het in de milieuschadeverzeke-ring opgenomen derdenbeding, kan een benadeelde derde zich rechtstreeks bij de verzekeraar van de veroorzaker melden. Voorwaarde is dat verzekerde in een schriftelijke verklaring aan zijn verzekeraar aangeeft dat hij zijn polis openstelt voor claims van derden;

- opeenmilieuschadeverzekeringvandeschadelijdendepartij:

voorwaarde is wel dat op de milieuschadeverzekering van deze bedrijven de zogenaamde ‘inkomende milieuschade’ is meeverzekerd. Zonder meeverzekering van deze aan-vullende dekking biedt de eigen milieuschadeverzekering van omliggende bedrijven geen dekking. De milieuschade moet dan immers zijn veroorzaakt door een emissie van gevaarlijke stoffen op of vanaf de verzekerde locatie.

GewasverzekeringenOok tuinderijen in de omgeving hebben schade geleden. Een spruitenproductiebedrijf zag zijn spruiten (vele tonnen) niet geaccepteerd worden door de afnemer, omdat ze moge-lijk schadelijke stoffen bevatten afkomstig uit de rookpluim die over het gebied is gekomen. (Die rookpluim reikte ove-rigens ongeveer 50 km ver) Deze spruiten moesten eerst »

0211_bs_binnenwerk_v10.indd 9 02-03-11 12:02

Page 5: Op 5 januari 2011 brak brand uit bij Chemie-Pack. …...De consequenties zijn enorm, zowel zakelijk als menselijk. De schade wordt inmid-dels geschat op meer dan 41 miljoen euro. Wat

onderzocht worden op schadelijke stoffen. Daar gaat tijd over-heen, waardoor de kwaliteit van de spruiten terugloopt. En juist op het moment van de schade was de tuinder volop aan het oogsten, want de spruiten waren best aan de prijs. Ook stagneerde de verwerking van de al geoogste spruiten. De koelcellen waren vol en er werd niets afgevoerd. Op de ak-ker groeide het gewas intussen vrolijk door, met als gevolg steeds grotere spruiten; en niet die mooie kleine spruitjes die de hoogste prijs opbrengen.

Niemand wil spruiten kopen die onder de rook-pluim hebben gelegen.

Daar komt nog een probleem bij: ook als achteraf blijkt dat de rookpluim niet schadelijk was en de spruiten niets mankeerden, dan zijn ze waarschijnlijk toch onverkoopbaar. Niemand wil die dingen hebben. En datzelfde geldt natuur-lijk voor andere gewassen die onder de rookpluim hebben gelegen.Hiervoor is geen dekking op een gewassenverzekering. Ook niet op de milieuschadeverzekering, want die geeft alleen dekking voor saneren van bodem of water. Alleen de schade aan reeds geoogste producten is gedekt op de inventaris- en goederenverzekering. Dan geldt wel als voorwaarde dat die gewassen door de rookpluim beschadigd zijn. Onverkoopbaar is dus niet genoeg.

De assurantieadviseur van het spruitenproductiebedrijf heeft wel onmiddellijk de rechtsbijstandverzekeraar inge-schakeld om de waarde van de verloren gegane spruiten door een onafhankelijk expert te laten vastleggen. Want als er een regeling komt van de overheid of als Chemie-Pack toch aansprakelijk blijkt, dan moet de schade wel aange-toond worden. Inmiddels heeft de regering bekendgemaakt onverplicht een bedrag van 1 miljoen euro ter beschikking te stellen voor schade die de boeren hebben geleden. Of dat toereikend is, moet nog blijken.

Andere benadeeldenEen heel ander aspect is de bedrijfsschade die andere onder-nemers lijden. Toeleveranciers, afnemers, onderhoudsbe-drijven, transporteurs, enzovoort. Met name ondernemers

die voor een groot deel of zelfs geheel afhankelijk zijn van één afnemer of leverancier kunnen in de problemen komen. Voor hun schade is geen dekking op de standaardverze-keringen tegen bedrijfsschade. Er is namelijk geen sprake van schade aan of verlies van gevaarsobjecten waarvan zij eigenaar/bezitter zijn, dan wel die zich op hun locatie be-vinden. Dit wordt beschouwd als een ondernemersrisico. Voor sommige branches zijn er speciale bedrijfsschadeverze-keringen te sluiten die deze risico’s dekken. De meeste van deze benadeelden zullen wel met lege handen blijven zitten (aansprakelijkheidsclaims en overheidssteun even buiten beschouwing gelaten).

Omwonenden Brandschade aan woningen is niet ontstaan. Milieuschade waarschijnlijk wel. De dekking voor milieuschade op woonhuispolissen is zeer divers. De meeste polissen bepa-len, dat ‘saneringskosten’ zijn gedekt (zie het kader hier-naast). Verzekeraars beperken op verschillende manieren de dekking voor saneringskosten. Bijvoorbeeld:- een beperking tot 10 of 15 procent van de verzekerde som

(al dan niet boven de verzekerde som);- gebruik van een franchise van bijvoorbeeld 1.000 euro;- alleen dekking als de oorzaak heeft plaatsgevonden op de

verzekerde locatie. In zo’n geval heeft een verzekerde dus geen dekking voor saneringskosten bij de ramp;

- alleen als er sprake is van een overschrijding van de door de overheid gehanteerde normen;

- secundaire dekking: aanspraken onder enige andere polis, zoals een milieuschadeverzekering (MSV) van de veroor-zaker gaan voor;

- alleen de kosten voor de sanering zelf zijn gedekt (en niet de kosten om te onderzoeken of er sprake is van verontreiniging). Verzekeraars die de onderzoekskosten wel dekken, bepalen meestal dat die kosten alleen voor vergoeding in aanmerking komen als ze gemaakt zijn in overleg met de verzekeraar.

10 de Beursbengel - maart 11 de Beursbengel - maart 1110 de Beursbengel - maart 11 de Beursbengel - maart 11

Voorbeeld bepaling saneringskosten

Onder saneringskosten wordt verstaan: de niet reeds in de schadevaststelling begrepen kosten verbonden aan grond- en watersanering, wanneer als gevolg van een binnen de looptijd van de verzekering plaatsgehad hebbende brand, ontploffing of blikseminslag op het in deze polis vermelde (risico)adres, sprake is van verontreiniging in een con-centratie die, op grond van milieuwetten en/of daarop gebaseerde regelingen, ontoelaatbaar is. Sanering omvat reiniging, opruiming, transport, opslag, vernietiging en ver vanging van grond, grondwater, oppervlaktewater en rioolwater.Voorwaarde voor vergoeding van saneringskosten is dat de verontreiniging binnen één jaar na de schadegebeurtenis waardoor deze is ontstaan aan de maatschappij is gemeld.Indien vóór de schadegebeurtenis reeds sprake was van verontreiniging worden de saneringskosten niet vergoed.

Foto

: AN

P –

Guus

Sch

oone

will

e

0211_bs_binnenwerk_v10.indd 10 02-03-11 12:02

Page 6: Op 5 januari 2011 brak brand uit bij Chemie-Pack. …...De consequenties zijn enorm, zowel zakelijk als menselijk. De schade wordt inmid-dels geschat op meer dan 41 miljoen euro. Wat

Zogenaamde allriskpolissen dekken alle van buiten komende onheilen. In zo’n geval is het van belang hoe de saneringskos-ten zijn gedefinieerd (oorzaak al dan niet op de verzekerde lo-catie), dan wel of bij de uitsluitingen geregeld is dat het moet gaan om een oorzaak die ontstaan is op de verzekerde locatie.

Zorg- en inkomensverzekeringenVoor zover omwonenden en hulpverleners geneeskundige hulp nodig hebben, worden de kosten daarvan grotendeels vergoed door de zorgverzekering en eventuele aanvullende verzekeringen. Er blijven echter een aantal financiële ri-sico’s over. Zo heeft de basisverzekering een verplicht eigen risico van 170 euro. Ook kan de verzekerde hebben gekozen voor een vrijwillig eigen risico. Verder kan de verzekerde een behandeling nodig hebben die niet, of niet volledig onder de dekking van zijn zorgverzekering valt. Als laatste moet de verzekerde met een naturapolis er rekening mee houden dat de zorgverlener een contract heeft met zijn zorg-verzekeraar. Zo niet, dan kan de vergoeding lager uitvallen dan de in rekening gebrachte kosten.Als de brand leidt tot arbeidsongeschiktheid of (blijvend) letsel, dan komen ook andere verzekeringen in beeld. Bij arbeidsongeschiktheid van een werknemer heeft dit gevolgen voor zijn werkgever. Die werkgever moet maximaal 104 we-ken het loon van de werknemer doorbetalen. Als de werk-nemer na afloop van deze 104 weken in de WGA (onderdeel van de WIA) belandt, dan is de werkgever voor maximaal tien jaren financieel verantwoordelijk voor de WGA-uitke-ring (premiedifferentiatie). De werknemer die in de WIA is beland, loopt zelf ook financieel risico. De WIA kent geen 100 procent inkomensbescherming en de inkomensachter-uitgang kan aanzienlijk zijn. Heeft de werknemer of werk-gever een aanvullende WIA-verzekering afgesloten, dan vangt die polis een deel van de financiële schade op.Als degene die arbeidsongeschikt is een zelfstandig onder-nemer is (bijvoorbeeld een zzp’er) dan moet een AOV (of een vergelijkbare verzekering) uitkomst bieden. Is die er niet, dan blijft de arbeidsongeschikte met zijn inkomensschade zitten (even afgezien van de onzekere mogelijkheid om Chemie-Pack succesvol aan te spreken).

Het voorgaande geldt ook voor de hulpverleners. Een flink aantal brandweerlieden behoorde tot de vrijwillige brand weer. Bij arbeidsongeschiktheid moeten ook hun werk gevers het loon doorbetalen. Die werkgevers krijgen vervolgens wel eenzelfde onzekere verhaalsmogelijkheid op de aansprakelijke partij (maar geen verhaalsrecht op de gemeente of de brandweer). Een zelfstandig ondernemer die bij de vrijwillige brandweer werkt, loopt in beginsel zelf het risico van arbeidsongeschiktheid. Sommige gemeenten heb-ben daarvoor een (aanvullende) verzekering gesloten. Ge-meenten zijn daar niet toe verplicht. Wel sluiten gemeenten ten behoeve van de vrijwillige brandweer een ongevallenver-zekering (sommenverzekering).

De schadevergoedings-termijn wordt beperkt tot dertien weken als geen pogingen zijn gedaan om de bedrijfsactiviteiten te hervatten.

Ook anderen in de omgeving van de brand kunnen een ongevallenverzekering hebben. Een ongeval wordt in de polisvoorwaarden omschreven als ‘een plotseling, onver-wacht, van buiten inwerkend geweld op het lichaam van de verzekerde, waaruit rechtstreeks een medisch vast te stellen lichamelijk letsel is ontstaan, of zijn of haar dood’. Een aantal specifieke voorvallen zijn daarbij ook gedekt, waaronder acute vergiftiging door gebruik/binnenkrijgen van vergiftigde spijzen/dranken/andere stoffen. De ongeval-lenverzekering kan, afhankelijk van de gekozen dekking en onafhankelijk van de werkelijke schade, uitkeren bij overlij-den, blijvende invaliditeit, tijdelijke arbeidsongeschiktheid en bij ziekenhuisopname.De vraag kan gesteld worden in hoeverre (voor omwonenden, toeschouwers of brandweerlieden) er sprake is van ‘plotse-ling’ en ‘onverwacht’? Zeker voor de toeschouwers geldt dat zij bewust zijn gaan kijken, terwijl zij het inademen van de rook daarbij voor lief namen. Voor omwonenden ligt dat al wat genuanceerder en voor brandweerlieden – in elk geval gevoelsmatig – nog meer. Ongetwijfeld zal het relevant blijken dat de autoriteiten (weliswaar ten onrechte, maar toch) geruststellende geluiden lieten horen en zelfs voor de brandweer mondkapjes niet nodig werden geacht.

Aansprakelijkheid Chemie-PackIedereen die betrokken is bij deze zaak vraagt zich waar-schijnlijk af wie aansprakelijk is of zijn voor de schade. Dat is op dit moment nog niet zo eenvoudig te zeggen, nu nog niet duidelijk is wat de oorzaak van de schade is ge-weest. Daar wordt nog nader onderzoek naar gedaan. Daar-naast kan de schade vergroot zijn of kan nieuwe schade zijn opgetreden door handelen of nalaten van partijen die direct of indirect bij de bestrijding van de brand betrokken zijn geweest. Ook is het de vraag of er nog schade is die zich nog niet heeft geopenbaard. Al snel moet daarbij worden gedacht aan milieuschade en personenschade. In elk geval kan men in algemene zin aansprakelijk zijn vanuit een contract, vanwege het hebben van een bepaalde hoedanigheid (bijvoorbeeld die van werkgever), vanwege bezit van gevaarlijke zaken, uit hoofde van risicoaansprake-lijkheid of onrechtmatige daad.

11de Beursbengel - maart 11 de Beursbengel - maart 11 11de Beursbengel - maart 11 de Beursbengel - maart 11

»

Nasleep en geleerde lessen

Het initiatief ligt bij het OM dat vooral geïnteresseerd is in de vraag of er iemand strafrechtelijk vervolgd moet worden. Schade-experts van benadeelden of (hun) verze-keringsmaatschappijen sluiten aan om de rekeningen op het juiste adres te deponeren. Verder zullen onderzoeken gewijd worden aan de vraag ‘wat we van dit geval kunnen leren’. Moet bijvoorbeeld het vergunningenbeleid worden aangepast? Of de controle op naleving?

Eén geleerde les ligt in elk geval bij het incidentenprotocol. Iedereen moet zich realiseren dat het traject van praten en nadenken is doorlopen. Het komt nu aan op besluitvor-ming en daden. Snelle en adequate bereddering kan alleen plaatsvinden als snel en duidelijk is vast te stellen wat de belangen zijn en waar de verantwoordelijkheden liggen. Is het duidelijk wanneer en hoe de brandweer, die als eer-ste bij een calamiteit arriveert, de afweging maakt tussen behoud van het object of beperking van de gevolgen voor mens, dier en milieu? Laat de brandweer zich hierbij (tijdig en voldoende) informeren door bestuur (gemeente, mili-eudiensten, et cetera) en direct belanghebbenden (zoals de schade-experts van verzekeraars).

Foto

: AN

P –

Guus

Sch

oone

will

e

0211_bs_binnenwerk_v10.indd 11 02-03-11 12:02

Page 7: Op 5 januari 2011 brak brand uit bij Chemie-Pack. …...De consequenties zijn enorm, zowel zakelijk als menselijk. De schade wordt inmid-dels geschat op meer dan 41 miljoen euro. Wat

12 de Beursbengel - maart 11 de Beursbengel - maart 1112 de Beursbengel - maart 11 de Beursbengel - maart 11

Vaak moet er dan wel sprake zijn van schuld, waarbij ver-wijtbaar moet zijn gehandeld of nagelaten. Het is nog maar de vraag of er in deze zaak verwijtbare fouten zijn gemaakt en of deze aan een specifiek persoon zijn toe te rekenen, al is in de media sprake geweest van ontoereikende vergun-ningen en is inmiddels ook een strafrechtelijk onderzoek gestart. Een risicoaansprakelijkheid valt ook op voorhand niet uit te sluiten, al lijkt dit scenario wellicht wat minder waarschijnlijk.

In geval van aansprakelijkheid is het van belang vast te stel-len of de aansprakelijke partij voldoende dekking heeft voor de schade op een verzekering. Gezien de mogelijke omvang van de schade is dit wel te hopen. Bedrijfsmatig zal al snel de AVB in beeld komen. Deze dekt in algemene zin de civielrechtelijke aansprakelijkheid voor schade aan zaken en personen, als gevolg van een verwijtbaar handelen of nalaten, uit hoofde van risicoaansprakelijkheden evenals die op basis van het hebben van een specifieke hoedanigheid als bijvoorbeeld die van werkgever. Daarnaast kunnen ook be-reddingskosten gedekt zijn. Bij een verzekerde hoedanigheid als die van Chemie-Pack lijkt een flinke verzekerde som noodzakelijk. Het is dan ook te hopen dat het bedrijf geko-zen heeft voor een ruime verzekerde som per gebeurtenis, al lijkt het erop dat de schadeomvang dusdanig is dat het maar de vraag is of deze niet tekort zal schieten. Een voorwaarde voor dekking is vaak wel dat er iets kapot, beschadigd, vervuild of verloren moet zijn. Is dit eenmaal het geval, dan is ook de uit de betreffende schade voort-vloeiende gevolgschade gedekt. Zuivere vermogensschade is echter niet gedekt op de AVB. Vervuiling is dus meestal wél gedekt. Het is dan wel de vraag wat vervuiling nu precies is.In de jurisprudentie wordt wel aangenomen dat iets vervuild is als je de vervuilde zaak en de vervuiling niet zonder enige moeite van elkaar kunt scheiden. Een veld met spruitjes dat bedekt is met een laag vervui-lende roetdeeltjes zal dan ook al snel als vervuild moeten worden aangemerkt en de schade die als gevolg hiervan optreedt, lijkt dan ook gedekt.Hetzelfde lijkt te gelden voor bluswater, voor zover dit tot een vervuiling in de zin van de polis leidt, waarbij milieu-schade echter vaak van de dekking van de AVB zal zijn uit-gesloten. De situatie verandert echter wanneer er ook velden met spruitjes zijn die niet zijn vervuild, maar waar desondanks sprake is van schade doordat de spruitjes niet op het juiste

moment geoogst mochten worden en hierdoor te groot zijn geworden en minder opbrengen, of wellicht helemaal niet meer worden geoogst. Hiervoor kan onder omstandigheden wel aansprakelijkheid bestaan, maar dekking zal waar-schijnlijk ontbreken, er is immers niets kapot, beschadigd of vervuild en zuivere vermogensschade is niet gedekt. Zoals u wellicht al aanvoelt kunnen zich, afhankelijk van de oor-zaak van de schade en de wijze waarop de schade zich heeft geopenbaard of dreigt zich te openbaren, diverse scenario’s voordoen die, in geval van gebleken aansprakelijkheid, tot verschillende uitkomsten kunnen leiden waar het de dek-king en eventuele uitkeringen betreft.

ConclusieDe brand van Chemie-Pack komt de komende jaren nog re-gelmatig in het nieuws. Lang niet alle schade zal verzekerd en/of verhaalbaar blijken. Misschien dat de overheid som-mige benadeelden (vrijwillige-brandweerlieden, tuinders) een tegemoetkoming biedt, maar dat is hoogst onzeker. Daarom staat voor alle benadeelden vast dat het te hopen is dat zij de eigen financiële belangen in elk geval zelf hebben verzekerd. Compensatie via het aansprakelijkheidsrecht of een overheidsregeling biedt onvoldoende zekerheid.

Voorditartikelzijnbijdragengeleverddoor:H.P.deJong,adviseurTePasadvocatenenredacteurdeBeursbengelS.Kadijk,directeurOnderlingeVerzekeringmaatschap-pijDonatusu.a.,vakdeskundigebijSEFDenredacteurdeBeursbengelH.P.G.Kremers,seniorspecialistverzekeringstechniekdeVerenigdeAssurantiebedrijvenNederlandNVL.Krijgsman,adviseurzakelijkeverzekeringenOordAssurantiënBVDrs.M.J.vanLeeuwen,beleidsadviseurVerbondvanVerzekeraarsMr.H.C.A.M.Mulders,seniorlegalcounselNationaleNederlandenenredacteurdeBeursbengelMr.I.vanVelzen,seniorbeleidsadviseurNIBE-SVVenhoofdredacteurdeBeursbengelIng.V.M.P.vanVliet,veiligheidskundige/onderzoekerNIFVA.H.Warnaar,registerexpertenmilieudeskundigeQ&SExpertsJ.A.Wielink,EnkwestOpleiding&AdviesenredacteurdeBeursbengel

Foto

: AN

P –

Guus

Sch

oone

will

e

0211_bs_binnenwerk_v10.indd 12 02-03-11 12:02