HET MAGAZINE VAN DE LIJN VOOR UW GEMEENTE

NR 86December 2013

Driemaandelijkse uitgave

afgitekantoor Gent X

P409030OP 1 LIJN› Gent:metbusoffietsnaarhetvoetbal

› BlueAssistenViamigo:Op-stapnaaropenbaarvervoer

›DOSSIERBUSENFIETS› Hoecompatibelzijnbusenfietsvandaag?

› Blue-bike,Veloenanderefietsdeelsystemen

› Fietsenstallingenzorgenvoorvlotteoverstap

02 OP1LIJN›NR.86

INHOUD

COLOFONVERANTWOORDELIJKE UITGEVER › Tamara De Bruecker, De Lijn, Motstraat 20, 2800 Mechelen ›› REDACTIE › Sandra

De Bel (Kluwer), Erwin Debruyne (VVSG), Tom Depla (Kluwer), Cécile Dusart (De Lijn), Astrid Hullhoven (De Lijn),

Erik Mottar (De Lijn), Marc Nuytemans (De Lijn), Griet Similon (De Lijn), Michel Teughels (De Lijn), Frederik Van Langenhove

(De Lijn) ›› FOTOGRAFIE › Stefaan Van Hul ›› TEKENINGEN › Steven De Waele ›› CONTACTPERSONEN › Michel Teughels, De

Lijn, Motstraat 20, 2800 Mechelen, tel: 015 40 89 24, fax: 015 40 89 99, michel.teughels@delijn.be / Erwin Debruyne, VVSG,

Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel, tel: 02 211 56 09, fax: 02 211 56 00, erwin.debruyne@vvsg.be ›› EINDREDACTIE › Kluwer ›› OPMAAK › EHBOntwerp ›› DRUK › Geers Offset ›› De papiersoort van het Op 1 Lijn-magazine, de Condat matt Perigord,

heeft een label FSC-Mixed Sources.

REACTIES ALTIJD WELKOMWilt u graag reageren op een artikel in dit

Op 1 Lijn-magazine? Of hebt u suggesties

voor een onderwerp dat in een volgend

nummer aan bod kan komen? Laat het dan

weten aan de redactie via op1lijn@delijn.be.

PAG. 6

PAG. 11

PAG. 12

PAG. 20

DOSSIER BUS EN FIETS

e-versieOp1Lijn: In plaats van een gedrukt exemplaar van het Op1Lijn-magazine kunnen wij u een elektronisch exemplaar bezorgen. Mail uw naam, uw functie en adres naar op1lijn@delijn.be en wij mailen u voortaan de PDF-versie van het Op1Lijn-magazine.

08 Waarom De Lijn fietsen ook belangrijk vindt

10 Fietsersbond: ‘Bus en fiets meer compatibel maken’

11 Blue-bike: fiets in combinatie met trein, tram of bus

12 Velo-Antwerpen: 1 800 deelfietsen in 150 stations

14 Rumst: ‘Twintig overdekte fietsenstallingen aan onze haltes’

15 Plaats goedkoop een fietsenstalling aan uw haltes

16 Kampenhout Haachtsesteenweg: Nieuwe schuilhuisjes en fietsenstallingen langs buscorridor

16 Kortenaken ‘Elke nieuwe halte krijgt fietsenrek’

Ook in dit nummer 04 De Lijn Vlaams-Brabant bezoekt alle gemeenten

05 Kort nieuws

06 40 km nieuwe tramlijnen in Antwerpen en Limburg

18 Mobiliteitsplan voor KAA Gent: met bus of fiets naar het voetbal

19 Wat is ‘commerciële snelheid’?

20 Technische hulpmiddelen maken De Lijn toegankelijker

22 Brugge: Kerst- en koopjesshoppen

23 Een lijn door Vlaanderen: Staden

24 Dit kan beter!

OP1LIJN›NR.86 03

TELEX

SOCIALE MEDIA › Op 18 november won De

Lijn de prijs voor Overheidscommunicatie van

Kortom, de vereniging voor overheidscom-

municatie. De prijs werd uitgereikt tijdens

het najaarscongres ‘Overheidscommunicatie

beweegt’ in het Vlaams Parlement. De Lijn

sleepte de prijs in de wacht voor haar profes-

sionele communicatie op Facebook en Twitter.

›› SCHUILHUISJES › Keerbergen bestelde 14

gesubsidieerde schuilhuisjes bij De Lijn. De

bedoeling is om ze aan elkaar te schakelen tot

2 constructies van 7 aan elkaar gekoppelde

schuilhuisjes. De schuilhuisjes zullen ter plaatse

gemonteerd worden aan de halte Atheneum

op de Vlieghavenlaan in Keerbergen. Ze zijn

bestemd voor de leerlingen van de scholen-

campus. De halte wordt enkel bediend door

schooldiensten. Brecht en Beveren bestelden 3

nieuwe schuilhuisjes. Maasmechelen bestelde

14 U-fietsbeugels. Als deze geplaatst zijn, zal

Maasmechelen 90 fietsbeugels aan haltes

van De Lijn hebben staan. Daarmee is het de

koploper in Vlaanderen. ›› DERDEBETALER­

SYSTEMEN › Sinds 1 augustus biedt Lo-Reninge

10 % tussenkomst op de Buzzy Pazz. De Haan

biedt 30 % tussenkomst op de Buzzy Pazz, en

dit sinds 1 september. ›› CAMPAGNE › Op 9

oktober won De Lijn ‘De Gouden Welp’ met de

tv-spot van het stressmannetje Juul, bekend

van 'Ier, nen euro'. De Gouden Welp wordt toe-

gekend door Vepec (Vereniging voor Promotie

en Communicatie) op basis van een publieks-

stemming en een stemming door de communi-

catieprofessionals aanwezigen op de uitreiking.

INTRO

STOP8 108 kilometer file in september of ruim 2

000 kilometer meer dan een jaar geleden.

Sinds 2007 is het aantal filekilometers in

Vlaanderen bijna verdubbeld. Onze Vlaamse

wegen slibben dicht.

We kunnen samen onze regio alleen maar

bereikbaar houden door volop in te zetten op

het STOP-principe: eerst kiezen voor stappen,

dan trappen (fiets) en openbaar vervoer en

tot slot de privé-auto. Inzetten op STOP bete-

kent dat we mensen stimuleren om na te den-

ken over hun verplaatsingen. En er zo voor zorgen dat iemand voor elk type

verplaatsing de juiste modus kiest of verschillende modi slim combineert.

Het dossier van dit nummer van Op 1 Lijn zoomt in op de combinatie fiets én

bus of tram. We kunnen mensen samen aanzetten om beide te combineren

met bijvoorbeeld projecten van deelfietsen of fietsenstallingen aan de haltes.

Dankzij de subsidie door het Vlaams Gewest voor halteaccommodatie van

De Lijn betaalt u trouwens als lokale overheid slechts een vierde van de totale

kostprijs. De meest eenvoudige fietsbeugel kost zo maar 8,75 euro.

Ik vind het voorbeeld van Rumst alvast inspirerend. In Rumst maken de

pendelaars die wat verder weg wonen van het traject van de snelbus naar

Antwerpen ook gebruik van de snellijn. Ze fietsen naar de haltes van de snel-

bus en dankzij de investering van de gemeente parkeren ze hun fiets in één

van de twintig overdekte fietsenstallingen. Maar u leest in dit nummer bij-

voorbeeld ook hoe de lokale besturen van Kortenaken en Kampenhout volop

de kaart van de combinatie fiets en bus trekken.

Het blijft ook zaak om te blijven sensibiliseren. Zo voert De Lijn tijdens de

maand december een campagne voor studenten. Met de slogan ‘Met fiets en

bus geraak je overal’ willen we studenten aansporen om beide vervoermidde-

len te gebruiken. Bovendien krijgen studenten die een Buzzy Pazz kopen, een

gratis onderhoudsbeurt voor hun fiets.

Laat u inspireren!

Tot slot: een beetje te vroeg, maar ik wens u nu alvast een voorspoedig en

gelukkig nieuwjaar

Roger Kesteloot

Directeur-generaal De Lijn

'Samen onze regio bereikbaar houden'

04 OP1LIJN›NR.86

In het vorige nummer van het Op 1 Lijn-magazine gaven medewer-

kers van De Lijn Oost-Vlaanderen en De Lijn Limburg uitleg over hun

bezoeken aan de gemeenten in hun entiteit. De Lijn Vlaams-Brabant

volgt hierin en start binnenkort ook met meer proactief overleg.

De bedoeling is om samen het globaal openbaarvervoeraanbod

te bekijken. Esther Nevelsteen, hoofd Mobiliteitsontwikkeling &

Marktonderzoek De Lijn Vlaams-Brabant, vertelt.

Watishetdoelvandezebezoeken?

Momenteel hebben wij al veel overleg en

contact met de gemeenten. Maar meestal

wordt dan maar één specifiek thema bespro-

ken. Met deze bezoeken willen we tot meer

proactief overleg komen om samen met de

gemeente alle aspecten van het openbaar

vervoeraanbod te bekijken en te evalueren.

WanneermogendegemeenteninVlaams-

Brabanteenbezoekjeverwachten?

Wij zullen begin 2014 alle gemeentes op

de hoogte brengen dat wij een bezoek

plannen tussen het voorjaar van 2014 en

het najaar van 2015. We contacteren hen

dan later om een concreet overlegmo-

ment vast te leggen. Gemeenten kunnen

zich dan voorbereiden op het overleg

en hun vragen bundelen en doorgeven

aan De Lijn. Dan kan De Lijn zich gron-

dig voorbereiden en kunnen deze items

meteen concreet en efficiënt besproken

worden.

Bezoekenjullieelkegemeente?

In totaal zijn er 27 bezoeken gepland.

We gaan dus gemeenten clusteren, maar

iedereen komt aan bod. Mobiliteit stopt

immers niet aan de gemeentegrens, het

is interessant om dit over verschillende

gemeentes te bekijken. Deze manier van

werken laat ons bovendien toe om een

haalbare planning op te stellen. Omdat wij

ook een groot aanbod aanbieden van en

naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,

zullen wij ook Brusselse gemeenten opne-

men in onze ronde.

Welkeonderwerpenstaanopdeagenda?

Als voorbereiding voor elk bezoek vullen

wij per gemeente een standaardfiche in

met de verschillende thema’s voor het

overleg: evaluatie huidig aanbod, door-

stroming, derdebetalersystemen, tevre-

denheid reizigers, verloop samenwerking

omleidingen, informatie & communicatie,

halteaccommodatie, … Afhankelijk van

de gemeente kunnen er nog specifieke

thema’s toegevoegd worden zoals sociale

veiligheid, stelplaats/busstations, …

Voor elk overleg vragen we ook input

aan de gemeenten zelf: Waar hebben ze

vragen over? Hebben ze bepaalde sug-

gesties? Wat wensen ze te bespreken? Zo

kunnen we ons bezoek goed voorbereiden

en concrete suggesties doen tijdens het

overleg.

Wielegtdebezoekenaf?

Dat bepalen we naargelang de thema’s

die aan bod zullen komen. Sowieso gaan

de klantenbeheerder, de mobiliteitsont-

wikkelaar en het hoofd geregeld vervoer

van de betrokken regio (Leuven, Dilbeek

of Grimbergen) steeds mee. Tijdens de

voorbereiding bepalen we dan op basis

van de belangrijke thema’s de volledige

vertegenwoordiging. Zo kan een expert

doorstroming, het hoofd communicatie,

de regiomanager, de directie, … het team

vervoegen. Voor de gemeenten met een

gedeelde exploitatie, nodigen wij trou-

wens steeds ook een afvaardiging uit van

de andere entiteit van De Lijn.

Hoegaathetverdernahetgesprek?

Het is heel belangrijk om na het overleg

niet alles te laten stilvallen, maar aan de

slag te gaan met de opvolgpunten en

goede afspraken te maken over de acties.

Daarom hebben wij ook interne afspraken

gemaakt over de opvolging en de terug-

koppeling naar de gemeente. Er zullen

waarschijnlijk ook niet alleen acties zijn

voor De Lijn, maar ook voor de gemeen-

ten. Ook die zullen wij nadien verder

opvolgen en hierover afspraken maken.

DeLijnVlaams-Brabantbezoektallegemeenten

DELIJNENU,PARTNERSINMOBILITEIT

Esther Nevelsteen, hoofd Mobiliteits­ontwikkeling & Marktonderzoek De Lijn Vlaams­Brabant: ‘We willen meer proactief overleggen en gaan daarom al onze gemeenten bezoeken.’

OP1LIJN›NR.86 05

KORTNIEUWS

De Lijn rondt in december haar memo-

randum af voor de partijen van de

Vlaamse Regering. Met het memo-

randum geeft De Lijn haar wensen

voor de komende legislatuur weer. Het

memorandum is opgesteld op basis van

de aanbevelingen van stakeholders die

De Lijn verzamelde tijdens haar ‘Denk

mee’ – traject. Tijdens dat traject verzamelde De Lijn inzichten voor de toekomst bij

reizigers, lokale overheden, aandeelhouders en anderen (zie www.denkmee.be voor

meer informatie). De grote lijnen zijn:

• De Lijn wil blijven inzetten op partnerschap met stakeholders.

• De focus ligt op de versterking van de stedelijke mobiliteit met hoogwaardige ver-

bindingen tussen en in de steden.

• Een kwaliteitsvolle en veilige dienstverlening staat hoog op de agenda.

• De Lijn heeft oog voor mensen, milieu en welvaart in alles wat ze doet.

• Comodaliteit blijft een belangrijk aandachtspunt voor De Lijn.

Sinds eind oktober staan lokale over-

heden en AWV opnieuw klaar voor de

winterdienst. Net als de vorige jaren

zijn de openbaarvervoerroutes van De

Lijn langs gewestwegen opgenomen in

de prioritaire strooiplannen van AWV.

Een prioritair strooiplan beschrijft

welke locaties en wegen voorrang

krijgen bij het strooien in geval van

zoutschaarste of hevige sneeuwval.

Ook lokale overheden nemen dus best

de routes van De Lijn op in hun priori-

tair strooiplan. Zo kunnen de inwoners

ook in slechte weersomstandigheden

rekenen op de bussen en trams van

De Lijn. Bij extreem winterweer

blijft De Lijn immers rijden zolang

dat mogelijk is. Pas als de omstan-

digheden te extreem worden en de

veiligheid in het gedrang komt, wordt

het aanbod aangepast. Meer nuttige

informatie over de winterdienst voor

lokale besturen vindt u op

www.winterdienst.wegenenverkeer.

be. Om deze informatie te kunnen

raadplegen, moet u eerst een login en

paswoord aanvragen bij de diensten

van de Gouverneur van uw provincie.

Winteractieplan: DenkaanDeLijninuwprioritairstrooiplan

MemorandumDeLijnafgerond

In september startten de werken

voor de herinrichting van de sta-

tionsomgeving in Liedekerke. De

nieuwe stationsomgeving zal een

groene, aangename en uitnodi-

gende buurt worden. De parkings

worden heringericht en geoptima-

liseerd. Het stationsgebouw wordt

volledig vernieuwd en de perrons

worden verschoven, heraangelegd

en toegankelijker gemaakt. Door de werken is het station moeilijk bereikbaar en zijn er tijde-

lijk minder parkeerplaatsen. Om de hinder enigszins te beperken, besliste de gemeenteraad

om haar derdebetalersysteem van De Lijn goedkoper te maken. Daardoor moeten de inwo-

ners minder betalen om met de bus naar het station te reizen. Sinds 14 oktober kunnen de

inwoners van Liedekerke een goedkopere Gemeentekaart kopen van 2 euro (0,20 euro per

rit). De rest (8 euro per kaart) betaalt de gemeente aan De Lijn. Voordien had Liedekerke

ook een derdebetalersysteem, maar toen kostte de Gemeentekaart nog 6 euro voor de

inwoners. De nieuwe Gemeentekaarten zijn te koop in het gemeentehuis, het vrijetijdshuis,

het zwembad en enkele externe verkooppunten. Ze zijn geldig sinds 1 november. Meer infor-

matie over derdebetalersystemen van De Lijn vindt u op www.delijn.be/overheid.

Liedekerke: Goedkopermetdebusdoorwerkenstationsomgeving

06 OP1LIJN›NR.86

AUTOLUW PLEIN EN 8 KM TRAM

Het Brabo 2-project laat het Antwerpse

tram- en premetronet uitbreiden met

ongeveer 8 km van het Operaplein

naar het noorden en het Eilandje. De

Noorderleien zullen worden aangelegd

volgens het profiel van de Zuiderleien.

Bij de heraanleg van de Leien worden het

Operaplein en de Franklin Rooseveltplaats

omgevormd tot een kwaliteitsvolle open-

bare ruimte. De Leien aan het operage-

bouw worden ondertunneld. Daardoor

komt er boven de grond ruimte vrij voor

een autoluw plein. Vlaanderen en de stad

Antwerpen investeren bijna 400 miljoen

euro in de heraanleg van het Operaplein

en de 8 kilometer nieuw tramnet. De stad

draagt daarvan 24,5 miljoen euro.

In september 2011 zette de Vlaamse

Regering het licht op groen voor

Brabo 2 met onder meer de langver-

wachte heraanleg van de Noorderleien.

Sindsdien hebben het Agentschap Wegen

en Verkeer, de Beheersmaatschappij

Antwerpen Mobiel, de stad Antwerpen

en De Lijn de voorbereidingen getroffen

om voor dit complexe project de gun-

ningsprocedure op te starten. Het project

wordt gerealiseerd via een publiek-private

samenwerking (PPS). Vijf consortia stel-

den zich kandidaat voor de opdracht.

Doordat de Vlaamse Regering de

biedingsleidraad goedkeurde, kan de

offertefase worden opgestart. De bie-

dingsleidraad bevat een samenvatting van

de technische, financiële en de juridische

krachtlijnen op basis waarvan de overige

bestekdocumenten zullen uitgewerkt

worden. Zodra ook de stad Antwerpen

het bestek heeft goedgekeurd, kan de

gunningsprocedure van start gaan.

In oktober keurde de Vlaamse Regering twee dossiers goed die het startschot

geven voor 40 km nieuwe tramlijnen in Antwerpen en Limburg. Zowel voor

Spartacus 1 als Brabo 2 werd de biedingsleidraad en de erkenning als PPS-project

goedgekeurd. De kandidaat-bouwconsortia kunnen daardoor hun offerte indie-

nen. De aanleg van de tramverbindingen gaat zowel in Antwerpen als in Limburg

gepaard met een herinrichting van de omgeving.

40kmnieuwetramlijneninAntwerpenenLimburg

SPARTACUS1ENBRABO2

Simulatie: de Noorderleien in Antwerpen zullen worden aangelegd volgens het profiel van de Zuiderleien.

OP1LIJN›NR.86 07

32 KM TRAM TUSSEN HASSELT EN MAASTRICHT

Na een principiële beslissing in het najaar

2011 heeft de Vlaamse Regering nu haar

definitieve goedkeuring gegeven voor de

aanleg van de eerste sneltramlijn tussen

Hasselt en Maastricht. Die zorgt voor

een betere ontsluiting van de provincie

Limburg. De tramlijn is 32 km lang en zou

tegen 2017 klaar moeten zijn. Reizigers

zullen op 38 minuten tussen beide provin-

ciehoofdsteden kunnen sporen. De start

van de werken is gepland in het voorjaar

van 2015. De tram heeft onderweg 13 hal-

tes: 10 in Vlaanderen en 3 in Maastricht.

In Vlaanderen stopt de tram in Hasselt,

Diepenbeek, Bilzen en Lanaken.

Net als Brabo 2 wordt Spartacus 1

gerealiseerd via een PPS. Vijf consortia

dingen mee naar de opdracht. De totale

geïndexeerde kostprijs voor het Vlaamse

gedeelte van de sneltramlijn Hasselt-

Maastricht bedraagt 217 miljoen euro.

Dit bedrag omvat de infrastructuur, de

stelplaats en de sneltramvoertuigen. De

kostprijs van de Vlaamse infrastructuur

bedraagt in totaal 135,5 miljoen euro.

Van dit bedrag neemt Hasselt 1,8 miljoen

euro ten laste voor de heraanleg van de

Stokerijstraat en de uitbreiding van de

ondergrondse parking aan het Kolonel

Dusartplein. Lanaken neemt 2 miljoen

euro ten laste voor de aanleg van twee

pleinen (t.h.v. Heilig Hart en Europaplein).

Dit zijn specifieke extra wensen van de

betrokken gemeenten die mee opgeno-

men worden in het project.

Naast de infrastructuur zijn er 12 elek-

trische sneltrams en een stelplaats in

Hasselt voor de sneltrams voorzien. De

12 elektrische trams vertegenwoordigen

een geraamde totale aankoopwaarde van

56,4 miljoen euro. De sneltramvoertuigen

zullen worden verworven via lease. De

bouw van de stelplaats wordt geraamd

op 25 miljoen euro en zal via PPS worden

gerealiseerd. Daarnaast moet De Lijn de

noodzakelijke gronden verwerven om het

project mogelijk te maken. De kostprijs

wordt geraamd op 9,1 miljoen euro. De

financiering gebeurt via het klassieke

investeringsbudget van De Lijn.

Munsterbilzen

Eigenbilzen

Campus UH

Kolonel Dusartplein

HASSELT

Lanaken

MAASTRICHT

Provinciehuis

Diepenbeek

Beverst

Belvédere

Kanaalkom

Centrum

TramlijneninalleprovinciesDe Vlaamse overheid zet volop in op nieuwe tramverbindingen. In Antwerpen is er al 7 km nieuwe tramlijn (Brabo 1) in gebruik

genomen. De aanleg van 7 km nieuwe tramlijn door de reuzenpijp is aan de gang. In Oost-Vlaanderen wordt 2 km tramlijn aange-

legd in Gent en Zwijnaarde. De werken voor de tramverlenging met 750 meter naar UZ Gent starten midden 2014. Voor het pro-

ject naar The Loop van ongeveer 800 meter zal er in het voorjaar van 2014 een keuze worden gemaakt. In West-Vlaanderen wordt

de verlenging van de kusttram van Koksijde naar Veurne met 6,5 km onderzocht in een MER-project. Voor een betere ontsluiting

van Vlaams-Brabant worden 3 tramtracés met een totale lengte van 45 km prioritair onderzocht in een Plan MER.

Naast de sneltramlijn tussen Hasselt en Maastricht krijgen ook de andere verbindingen uit het Spartacusplan stilaan vorm. De drie

sneltramlijnen uit het Spartacusplan zijn opgenomen in SALK2 (Strategisch Actieplan Limburg in het kwadraat). SALK2 kwam er na

de aankondiging van de sluiting van Ford Genk en is bedoeld om het economische weefsel in Limburg te versterken. Een belangrijk

actiepunt is een betere ontsluiting van de provincie. Voor sneltramlijn 2 Hasselt – Maasmechelen is de Plan MER en de maat-

schappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) ondertussen afgerond. Een voorstel van tracé voor deze sneltramverbinding wordt aan

de Vlaamse Regering voorgelegd. Voor de spoorverbinding Hasselt - Neerpelt - Lommel wordt er een Plan MER studie uitgevoerd.

In de studie wordt zowel rekening gehouden met een sneltram- als met een treinexploitatie.

Dankzij de nieuwe verbinding zullen reizigers op 38 minuten tussen Hasselt en Maastricht kunnen sporen.

08 OP1LIJN›NR.86

Waarom en hoe ondersteunt De Lijn ook fietsers? Wim

Nicque en Griet Similon van De Lijn verduidelijken.

Comodaliteit en mobiliteitsmanagement

zijn een van de operationele doelstellin-

gen van De Lijn die geformuleerd staan in

de beheersovereenkomst tussen De Lijn

en de Vlaamse overheid. Daarmee onder-

steunt De Lijn samen met de Vlaamse

overheid het STOP-principe (eerst stap-

pen, dan trappen, openbaar vervoer en

tot slot pas de personenwagen). ‘De fiets

biedt een mooie aanvulling op de bus’,

zegt Wim Nicque, doelgroepmanager bij

De Lijn. ‘Goede openbaarvervoerfacili-

teiten gecombineerd met goede fietsin-

frastructuur zorgen er immers voor dat

mensen écht de keuze kunnen maken om

zich duurzaam te verplaatsen in de plaats

van de auto te nemen.’

PLOOIFIETSEN

Dat De Lijn de relatie tussen fiets en bus

wil optimaliseren bewijst een proefpro-

ject uit het verleden waarbij onderzocht

werd of fietsen op bus en tram toegelaten

konden worden. Wim Nicque: ‘Dat idee

hebben we jammer genoeg moeten laten

varen. Het bleek logistiek niet mogelijk.

De fietsen hinderden de doorstroming

op de bus en konden sowieso niet mee

tijdens de spits wanneer de bussen

helemaal vol zitten. Plooifietsen nemen

minder plaats in en die konden we wel

toelaten op de bus, als er voldoende

plaats is en de andere reizigers niet gehin-

derd worden. Op de Kusttram zijn ook

gewone fietsen toegelaten, onder dezelfde

voorwaarden. Op de nieuwe trams, die

nog in bestelling zijn, zijn er trouwens

speciale fietsparkeerplaatsen voorzien. Al

blijven we hier natuurlijk worstelen met

een beperking. We kunnen immers maar

plaats voorzien voor een aantal fietsen.

Omdat we de fiets niet op alle voertuigen

konden toelaten, hebben we onze focus

verlegd naar het stimuleren van de fiets

als voor- en natransport. Vandaar onze

initiatieven om de comodaliteit tussen

beide te bevorderen.’

FIETSENSTALLING

Het meest tastbare resultaat van dit

engagement voor comodaliteit is wellicht

het feit dat De Lijn in haar gamma van

gesubsidieerde halteaccommodatie ook

fietsinfrastructuur aanbiedt. Voorwaarde

is uiteraard wel dat de accommodatie

in de onmiddellijke buurt van haltes van

De Lijn wordt geplaatst. Die traditie gaat

trouwens al lang terug. Sinds 1994 biedt

De Lijn al gesubsidieerde fietsenrekken

aan. Sinds juli 2005 heeft De Lijn ook een

overdekte fietsenstalling in haar gamma

die plaats biedt aan acht fietsen en volle-

dig afgestemd is op de look & feel van de

schuilhuisjes. Griet Similon, hoofd Beheer

Geregeld Vervoer bij De Lijn: ‘Voor de rei-

ziger is het heel belangrijk dat hij zijn fiets

veilig en beschut kan achterlaten als hij

de bus of de tram neemt. De investering

voor de lokale overheid is in verhouding

WaaromDeLijnfietsenookbelangrijkvindt

DOSSIER BUS EN FIETS

Tijdens de maand december voert De Lijn een campagne ter promotie van de Buzzy Pazz in vijf studentensteden. Jongeren wor­den erin aangemoedigd fiets en bus te combi­neren. Ze krijgen een gratis onderhoudsbeurt voor de fiets bij aankoop van een Buzzy Pazz.

Wim Nicque en Griet Similon, De Lijn: ‘Door fiets en bus goed af te stemmen geef je men­sen echt de mogelijkheid te kiezen voor een duurzaam alternatief.'

OP1LIJN›NR.86 09

relatief laag, dankzij de tussenkomst

van 75 % van het Vlaams Gewest. Voor

een U-beugel zonder sokkel, betaalt een

gemeente slechts 10,59 euro, met sokkel

is dat 21,48.’

Ondertussen zijn er dan ook al heel wat

overdekte fietsenstallingen geplaatst op

de Vlaamse wegen. In totaal zo’n 200.

‘Maar toch moet dit aantal nog omhoog’,

zegt Griet Similon. ‘In de beheersovereen-

komst hebben we ook het engagement

aangegaan om ervoor te zorgen dat 95 %

van alle hoofdhaltes tegen 2015 uitgerust

is met fietsvoorzieningen. Hiervoor reke-

nen we natuurlijk op de lokale overheden,

want zij zijn verantwoordelijk voor de

halteaccommodatie op hun grondgebied.

Maar via ons gesubsidieerd aanbod geven

we hen wel een mooie stimulans mee.

Volgens de meest recente tellingen zijn

ondertussen 70,9 % van de hoofdhaltes

uitgerust met fietsinfrastructuur. ’

PARTNERSHIPS

Naast de fietsparkeervoorzieningen sti-

muleert De Lijn comodaliteit met de fiets

ook nog op andere manieren. Zo zijn er

partnerships met fietsdeelsystemen als

Blue-bike en Velo-Antwerpen. De Lijn

helpt duurzame mobiliteit ook onder-

steunen via verschillende campagnes,

zoals bijvoorbeeld de campagne rond

de Groene Mobizone van de voorbije

zomer. Daarin werden mensen persoonlijk

aangeschreven met een totaalplan voor

duurzame verplaatsingsalternatieven op

hun adres.

%VANDEHOOFDHALTESDIEUITGERUSTZIJN

METFIETSVOORZIENINGEN

Antwerpen 78,45 %

Limburg 65,00 %

Oost-Vlaanderen 75,00 %

Vlaams-Brabant 55,50 %

West-Vlaanderen 75,29 %

Uitrusting van fietsenstallingen aan hoofdhaltes (cijfers van 2012).

10 OP1LIJN›NR.86

‘Als we fiets en bus of tram goed op elkaar afstemmen, zullen we

meer mensen kunnen overtuigen om de auto thuis te laten.’ Dat zegt

Eva Van Eenoo van de Fietsersbond. Een gesprek over de compatibi-

liteit tussen fiets en openbaar vervoer.

Hoeisderelatiebusenfietsvandaag?

De fiets als voor- en natransport voor de

trein is al een goed werkende combina-

tie, maar de combinatie fiets en bus is

meestal minder populair. Toch denken

we dat het erg belangrijk is dat bussen of

trams en de fiets elkaar versterken en niet

elkaar beconcurreren. We moeten samen

proberen om mensen uit de auto te halen

door deze duurzame vervoermiddelen zo

goed mogelijk op elkaar te laten aanslui-

ten. Fiets en bus kan je in een stedelijke

context positioneren als complementair.

We moeten samen proberen om mensen

uit de auto te halen door deze duurzame

vervoermiddelen zo goed mogelijk op

elkaar te laten aansluiten. De fiets geeft

je in de stad vaak de kortste en snelste

route, met de bus kan je gemakkelijk wat

langere afstanden afleggen.

Scholieren kan je bijvoorbeeld gemakkelijk

laten overschakelen op de fiets, en zo

komt er plaats bij in de bus voor andere

mensen, of krijg je minder snel overvolle

bussen tijdens de spits. Daardoor wordt

het openbaar vervoer weer aantrekkelij-

ker. Het is altijd belangrijk om het totaal-

plaatje te bekijken. Waar staat de fiets al

sterk en kan de bus aanvullen, en omge-

keerd: hoe kan de fiets het gebruik van de

bus aanmoedigen, bijvoorbeeld dan in de

vorm van voor- en natransport.

Hoekunnenlokaleoverhedenditmee

stimuleren?

Gemeentebesturen kunnen het voor-

touw nemen om haltes van het openbaar

vervoer te voorzien van kwaliteits-

volle en diefstalveilige fietsenstallingen.

Halteplaatsen van het openbaar vervoer,

carpoolparkings, treinstations en andere

intermodale knooppunten vormen een

belangrijk onderdeel van het mobiliteits-

netwerk, maar zijn afhankelijk van een

comfortabel en snel voor- en natransport.

Een goede ontsluiting van de haltes met

de fiets is daarom prioritair. Omdat men

aan deze haltes vaak voor een langere tijd

de fiets moet kunnen stallen, zijn over-

dekte en goed verlichte fietsenstallingen

met gratis toezicht noodzakelijk. Lokale

overheden kunnen goed inschatten waar

de nood aan stallingen voor opstappende

reizigers het grootste is. Ook onze lokale

afdelingen van de Fietsersbond kunnen

daarbij helpen. Pas wanneer de fiets en

het openbaar vervoer echt compatibel

zijn, kan je mensen uit de auto halen.

Daardoor creëer je ruimte, een betere

luchtkwaliteit, veiliger verkeer en minder

filevorming.

Hoezienjulliedetoekomstvanderela-

tietussenfietsenbus?

Deelfietsen heeft zeker een plaats in dit

verhaal. Het is ook een soort van open-

baar vervoer waar De Lijn verder in kan

ondersteunen. We moeten wel opletten

dat we niet met 101 verschillende deelsy-

stemen gaan zitten. Voor gebruikers is het

belangrijk dat ze slechts één abonnement

nodig hebben, en dat het systeem overal

op dezelfde manier werkt. We denken

dat het ook zinvol is om sterk in te zet-

ten op voorstadsnetten. Dat zijn snelle

en flexibele verbindingen rond de cen-

trumsteden. Je kan dan gemakkelijk 20

km overbruggen – dat is voor de meeste

fietsers al wat te ver - en in combinatie

met de fiets als voor- en natransport kan

je zo echt concurreren met de auto. Die

voorstadsnetten mogen dan wel niet ten

koste gaan van de ruimte voor fietspaden

en fietswegen. Als de ruimte schaars is,

moeten fiets en openbaar vervoer voor-

rang krijgen op bijvoorbeeld autorijstroken

en parkeerstroken.

Eva Van Eenoo, beleidsmedewerkster bij de Fietsersbond: ‘Fiets en bus kunnen elkaar perfect aanvullen. Het totaalplaatje moet kloppen.’

DOSSIER BUS EN FIETS

Fietsersbond:‘Busenfietsmeercompatibelmaken’

OP1LIJN›NR.86 11

Het fietsdeelsysteem van de Blue-bikes is vooral

bekend aan de NMBS-stations. ‘Maar ook andere

openbaarvervoersknooppunten zijn goede potentiële

uitleenpunten. In de toekomst willen we deze evolu-

tie graag nog verder stimuleren’, zegt Deborah Anné,

product manager bij Blue-mobility.

DeBlue-bikesbestaannogmaarsinds

2011.Welkeevolutiehebbenzesinds-

diendoorgemaakt?

‘Op dit moment kennen de Blue-bikes

een echte groeispurt. In 2013 zijn er sinds

september al meer ritten afgelegd met

de Blue-bike dan in 2011 en 2012 samen.

Recent plaatsten we ook fietsen bij in

Kortrijk, Gent, Deinze en Dendermonde

omdat de stations soms leeg waren.

Momenteel heeft Blue-bike fietsstations

in 41 Belgische steden en gemeenten. In

de loop van 2014 komen er nog 20 steden

bij. We blijven ook steeds vernieuwen, zo

introduceerden we vorig jaar de Blue-bike

sleutelautomaten. Ze maakten het moge-

lijk de klok rond fietsen te ontlenen, los

van de openingsuren van de fietspunten.

Ondertussen staat aan elk Blue-bike punt

zo’n automaat. Maar liefst 95 % van onze

ritten verlopen via deze sleutelautomaten.

Ze hebben het gebruiksgemak van de Blue-

bikes een echte lift gegeven. Onze nieuw-

ste innovatie zijn de elektrische Blue-bikes:

we testen ze momenteel in 8 steden uit.’

VeelmensenwetennietdatdeBlue-

bikesnietalleenaaneentreinstationte

vindenzijn.

‘Dat klopt. Mensen associëren de Blue-bike

inderdaad nog vooral met een treinstation.

Blue-bike was dan ook oorspronkelijk

een initiatief van de NMBS Holding en

FIETSenWERK. Toch bieden we de Blue-

bikes ook aan in grote tram- of busstations.

Momenteel gebeurt dat al op 9 plaatsen in

Vlaanderen. Mensen kunnen de Blue-bikes

Deborah Anné, Blue­mobility: ‘Als een gemeen­te intekent op het derdebetalersysteem, legt de Vlaamse overheid voor elke rit 1 euro bij.’

In Deinze kunnen de inwoners gratis een Blue­bike uitlenen dankzij de tussenkomst van de gemeente. Er zijn ondertussen twee Blue­bike stations: één aan het NMBS­station en één op de markt.

Blue-bike:fietsincombinatiemettrein,tramofbus

12 OP1LIJN›NR.86

DOSSIER BUS EN FIETS

dus combineren met een treinrit, maar ook met een bus- of tram-

rit. In de praktijk gebeurt dit ook al vaak aan de treinstations. We

hebben bijvoorbeeld klanten die hun auto parkeren op de NMBS-

parking en dan met de Blue-bike de stad in fietsen naar hun werk.’

HoeveelkostdeBlue-bike?

‘Een abonnement op Blue-bike kost 10 euro voor de gebruiker. Per

24 uur betaalt de abonnee 3 euro voor het gebruik. Gemeenten

kunnen ook optreden als derdebetaler voor hun inwoners. Recent

besliste de Vlaamse overheid ook om subsidies toe te kennen aan

gemeenten die optreden als derdebetaler voor Blue-bike. Als een

gemeente intekent op het derdebetalersysteem, legt de Vlaamse

overheid voor elke rit 1 euro bij.’

Zijneralgemeentendieeenderdebetalersysteemhebben

voorBlue-bike?

‘Ja, momenteel bestaat er een derdebetalersysteem voor Blue-

bike in Deinze en Dendermonde. De ritten zijn er gratis voor alle

inwoners. In beide steden is dit een absoluut succesverhaal. In

Deinze staan er ondertussen maar liefst 67 fietsen ter beschik-

king. Ook in Dendermonde hebben we onlangs fietsen moeten

bijplaatsen omdat er niet meer voldoende waren.’

WelkevoordelenkanBlue-bikehebbenvooreengemeente?

‘De Blue-bikes passen perfect in een duurzaam mobiliteitsbeleid.

Ze zijn een mooie aanvulling op het openbaar vervoer van De Lijn

en de NMBS. Gemeenten die minder auto’s in hun straten willen,

kunnen we een Blue-bikesysteem in combinatie met een goed

uitgebouwd openbaar vervoer aanraden. Deinze en Dendermonde

hebben al bewezen dat deze aanpak werkt. Voor concrete vragen of

suggesties kunnen steden en gemeenten steeds bij mij terecht.’

Dankzij de sleutelautomaten kunnen de Blue­bikes ook aan onbe­mande stations uitgeleend worden. 95 % van de uitleningen gebeurt via de automaten.

Meer informatie over Blue-bike vindt u op www.blue-bike.be.

Voor vragen over de sleutelautomaten, de subsidie en het

derdebetalersysteem kunt u contact opnemen met Deborah

Anné: Deborah.anne@blue-mobility.be of 03 206 75 02.

Naast Blue-bike bestaan er in Vlaanderen nog

andere deelfietssystemen. De meest bekende

zijn wellicht ‘Velo’ in Antwerpen en ‘Villo’ in

Brussel. Recent liep er ook een proefproject van de

Vlaamse overheid in Gent en Roeselare. Het moest

de haalbaarheid van de inplanting van een deel-

fietssysteem in kleinere steden onderzoeken.

Bij deelfietsen kunnen abonnees op één plek een fiets oppikken en

die op een andere plek weer parkeren. De deelfietsparkings bevinden

zich meestal aan openbaarvervoerknooppunten (bus en/of trein) of

in de buurt van drukbezochte plaatsen in de stad of gemeente. De

stad Antwerpen besliste na een uitgebreide mobiliteitsstudie om

zelf een fietsdeelsysteem op te richten. In de zomer van 2011 werd

het Velosysteem in gebruik genomen. Dimitri Rondeaux, Operations

manager Velo-Antwerpen: ‘ Op het einde van de zomer van 2011

hadden we 80 stations en 1 000 fietsen in gebruik. Ondertussen zijn

dat 150 stations en 1 800 fietsen.’

KNOOPPUNTEN

Dimitri Rondeaux: ‘Veel van onze fietsstations liggen aan open-

baarvervoersknooppunten. Langs de haltes van de belangrijkste

invalswegen van De Lijn is bijvoorbeeld steeds een fietsstation

Dimitri Rondeaux, Velo­Antwerpen: ‘In twee jaar tijd hebben we ons aan­tal deelfietsstations bijna verdubbeld. De deelfietsen maken ondertussen deel uit van het vertrouwde straatbeeld binnen de Singel in Antwerpen.’

Velo-Antwerpen

1800deelfietsenin150stations

OP1LIJN›NR.86 13

voorzien. Recent hebben we een hele

reeks fietsstations bijgeplaatst. Om de

beste locaties hiervoor te bepalen heb-

ben we onder meer overlegd met de stad

en De Lijn. Onder meer aan een aantal

belangrijke opstaphaltes en aan bus-of

tramterminals zijn er fietsstations bijge-

plaatst. Veel mensen combineren de deel-

fiets immers met bus, tram of trein.’

Het Velo-systeem dient om korte, func-

tionele verplaatsingen te maken binnen

de stad. Het eerste halfuur van elke rit is

gratis voor elke abonnee. Na dit halfuur

worden extra kosten in rekening gebracht.

In Antwerpen liggen de fietsstations in het gebied tussen Singel en Schelde en op

Linkeroever. De locaties liggen op maximaal 400 meter van elkaar. Daardoor creëert Velo

een fijnmazig netwerk en is er altijd een station op wandelafstand.

InsommigeVlaamsestedenbestaanalbeperktefietsdeel-

systemenvoordoelgroepen(studenten,werknemers,…)

ofindeNMBS-stations(Blue-bike)maargeenpublieke,

fijnmazigesystemenzoalsinAntwerpenenBrussel.Vele

stadsbesturengavenechteraaneengelijkaardigpraktisch

systeemtewillenopstarten.DaaromlietenVlaamsminister

vanStedenFreyaVandenBosscheenVlaamsministervan

MobiliteitHildeCrevitsdehaalbaarheidvanfietsdeelsyste-

menindeVlaamsecentrumstedenonderzoeken.De‘les-

sonslearned’liggennuoptafel.

Het onderzoek naar fietsdeelsystemen gebeurde onder meer

op basis van een scenario-ontwikkeling voor twee pilootste-

den Gent en Roeselare. Voor deze twee steden werd een con-

creet implementatieplan op maat uitgewerkt. Daarbij was er

onder meer aandacht voor de afstemming op het mobiliteits-

beleid van de stad en andere fietsleensystemen. Aanvullend

werden ook fietsdeelsystemen in de rest van Europa onder-

zocht. Het overzicht van fietsdeelsystemen in Europa en de

leerervaringen uit de twee centrumsteden werden gebundeld

in een eindrapportage. De bedoeling is dat andere steden en

gemeenten kunnen leren uit dit rapport en zo zelf gemakke-

lijker een eigen fietsdeelsysteem kunnen opstarten. Het rap-

port geeft een antwoord op vragen als ‘Hoe organiseren we

fietsdelen best in een kleine stad?’ ‘Hoeveel fietsen moeten

beschikbaar zijn en waar moeten die opgesteld worden?’ ‘Hoe

stem je een fietsdeelsysteem af op het openbaar vervoer?’

Uiteraard is elke stad anders en zal de implementatie van elk

systeem afgestemd moeten worden op de specifieke noden.

Ukunthetrapportbinnenkortdownloaden

opwww.thuisindestad.be.

Hoedeelfietsenimplementerenincentrumsteden?

Velo-Antwerpen

1800deelfietsenin150stations

14 OP1LIJN›NR.86

Rumst

‘Twintigoverdektefietsen-stallingenaanonzehaltes’In Rumst wordt duurzame mobiliteit hoog in het vaan-

del gedragen. Het beleid spaarde in het verleden kos-

ten noch moeite om het openbaar vervoer en de fiets

op elkaar te laten aansluiten. Op het terrein vertaalde

zich dat ondertussen in maar liefst twintig overdekte

fietsenstallingen aan haltes van De Lijn.

Rumst voert al jaren een doorgedreven

schuilhuisbeleid aan haar openbaarver-

voerhaltes. De voorbije jaren voorzag

Rumst in haar begroting steeds 10 000

tot 20 000 euro om de schuilhuisjes en

fietsvoorzieningen te kunnen plaatsen.

Ondertussen staan er aan 65 van de 72

bushaltes een gesubsidieerd schuilhuisje,

dat is 90 %. Aan vijftien haltes staan ook

een of meerdere overdekte fietsenstallin-

gen. Aan nog eens vier haltes plaatste de

gemeente fietsbeugels. ‘Wij zetten volop

in op openbaar vervoer’, zegt schepen

van Mobiliteit Geert Van der Auwera.

‘We willen onze inwoners en bezoekers

graag het optimale comfort bieden als

ze wachten op de bus. Daarom instal-

leerden we aan zo goed als alle haltes op

ons grondgebied een schuilhuisje. Een van

de haltes hebben we zelfs in overleg met

De Lijn verplaatst omdat we op de oude

locatie geen schuilhuisje konden inplan-

ten, er was niet voldoende ruimte. In de

Molenbergstraat hebben we dan weer

een aantal parkeerplaatsen opgeofferd

om overdekte fietsenstallingen te kunnen

installeren in de buurt van de halte. ’

SNELDIENST

In 2005 voerde De Lijn een sneldienst

in via Rumst naar Antwerpen. De lijn 191

trok jaar na jaar meer reizigers. De invoe-

ring van een sneldienst trekt vaak ook

DOSSIER BUS EN FIETS

Recent plaatste Rumst een tweede fietsenstalling aan de halte in de Molenbergstraat. Eén stalling bleek niet voldoende, er werden nog fiet­sen achtergelaten op het voetpad. Omdat aan de halte geen plaats kon worden vrijgemaakt, offerde het gemeentebestuur een aantal parkeer­plaatsen op in de nabije omgeving.

Aan de Kerk in Reet plaatste de gemeente vier overdekte fietsenstallin­gen aan de halte van De Lijn. Sinds de invoering van de sneldienst waren er veel meer opstappers die met de fiets naar de halte kwamen.

OP1LIJN›NR.86 15

PlaatsgoedkoopeenfietsenstallingaanuwhaltesOnze reizigers fietsen vaak naar hun halte.

Als lokale overheid kunt u de combinatie

fiets – bus of tram stimuleren door kwa-

liteitsvolle fietsbeugels of een overdekte

fietsenstalling te voorzien aan haltes van

De Lijn. Daarom biedt De Lijn zelf een

gamma fietsaccommodatie aan voor plaat-

sing aan de haltes. Ze voldoen aan de eisen

van het Vademecum Fietsvoorzieningen en

werden goedgekeurd door de Fietsersbond.

De Lijn heeft 6 fietsenrekken in haar

gamma. De prijs varieert van 42 tot 78

euro per stuk. Maar dankzij de tussen-

komst van het Vlaams Gewest, wordt de

kostprijs voor de lokale overheden terugge-

schroefd tot slechts 25 % van dit bedrag.

De Lijn biedt ook een overdekte fietsen-

stalling aan. Ook hier komt het Vlaams

Gewest tussen voor 75 % van de kostprijs

waardoor de uiteindelijke prijs voor een

lokale overheid slechts 1 500,50 euro

(exclusief btw) bedraagt. De prijs is inclu-

sief vier U-vormige leunbeugels en verlich-

ting via een zonnepaneel.

Voor meer informatie, advies over de

inplanting en bestellingen kunt u terecht bij

onze coördinator haltes in uw provincie:

Zie ook www.delijn.be/overheden (klik op halteaccommodatie).

mensen aan die iets verder van de halte

wonen. Daardoor ontstaat er vaak meer

voor- en natransport. Ook in Rumst was

dit het geval. Om de fietsers op te vangen,

installeerde het gemeentebestuur aan de

belangrijkste haltes overdekte fietsen-

stallingen. Aan de kerk in Reet waar de

sneldienst ook halt houdt, werden zelfs

vier overdekte fietsenstallingen van De

Lijn geplaatst om voldoende capaciteit

te voorzien. Van der Auwera: ‘We wil-

len onze inwoners graag de mogelijkheid

geven om hun fiets veilig en droog achter

te laten. De fietsenstallingen zorgen er

ook voor dat de omgeving van de halte

netjes en ordelijk blijft, en ze maken het

openbaar vervoer nog aantrekkelijker.

Tijdens de week staan de fietsenstallingen

goed vol, vooral pendelaars en scholieren

maken er dan gebruik van. In het weekend

worden de fietsenstallingen ook gebruikt

door de jeugd. Een van de plaatselijke

jeugdverenigingen heeft immers haar

lokalen vlakbij. Ze worden dus optimaal

benut!’

Geert Van der Auwera, schepen van Mobiliteit: ‘Tijdens de week staan de fietsen­stallingen goed vol met fietsen van pende­laars en scholieren. In het weekend worden ze gebruikt door de jeugdbeweging.'

TOTAAL-PRIJS

PrijsvoorhetVlaams

Gewest

Prijsvoordelokaleoverheid

S-vormige leunbeugel zonder sokkel 47,00 35,25 11,75

S-vormige leunbeugel met sokkel 83,00 62,25 20,75

P-vormige leunbeugel zonder sokkel 42,00 31,50 10,50

P-vormige leunbeugel met sokkel 78,00 58,50 19,50

U-vormige leunbeugel zonder sokkel 35,00 26,25 8,75

U-vormige leunbeugel met sokkel 71,00 53,25 17,75

Overdekte fietsenstalling 6 002,00 4 501,50 1 500,50

DELIJNANTWERPEN MartjeVandecruys, 03 218 15 72, martje.vandecruys@delijn.be

DannyJoos, 03 218 15 73, danny.joos@delijn.be

DELIJNLIMBURG HeidiBlokken, 011 85 49 21, heidi.blokken@delijn.be

DELIJN PierreMottart, 09 211 93 28, pierre.mottart@delijn.be

OOST-VLAANDEREN LutDepraetere, 09 211 93 34, lutgarde.depraetere@delijn.be

DELIJN Regio Leuven: GertHeylen, 016 31 36 45, gert.heylen@delijn.be

VLAAMS-BRABANT Regio Grimbergen:NeleWolfs, 016 31 36 54, nele.wolfs@delijn.be

Regio Dilbeek: LieveWalravens, 016 31 36 56, lieve.walravens@delijn.be

DELIJN JasmineVanLeerberghe, 059 56 53 03,

WEST-VLAANDEREN jasmine.vanleerberghe@delijn.be

PascalVanhoenacker, 059 56 53 27, pascal.vanhoenacker@delijn.be

16 OP1LIJN›NR.86

Kampenhout Haachtsesteenweg

Nieuweschuilhuisjesenfietsen-stallingenlangsbuscorridorTussen Kampenhout-Sas en Steenokkerzeel werd in de

zomer van vorig jaar een busbaan van 7 km aangelegd op de

Haachtsesteenweg, een belangrijke buscorridor. Daardoor ver-

kortte de rittijd aanzienlijk en werd de doorstroming verzekerd.

Kampenhout investeerde sinds de herinrichting 167 387 euro in nieu-

we halteaccommodatie en fietsenstallingen langs het traject.

Een rit van Kampenhout-Sas tot

Steenokkerzeel duurt nu gemiddeld 10

minuten. Voor de heraanleg van de bus-

baan was de effectieve rittijd gemiddeld

20 minuten, met pieken tot 35 minuten.

Dankzij de rittijdwinst heeft De Lijn haar

aanbod in de regio Kampenhout-Haacht

kunnen optimaliseren. Dat heeft ertoe

bijgedragen dat De Lijn zonder meerkost

twee nieuwe lijnen kon inleggen: de snel-

bus 470 tussen Brussel en Haacht en lijn

686 tussen Mechelen, Kampenhout en

Zaventem. De versterkte dienstregeling

en de grotere betrouwbaarheid zorgden

voor een sterke toename van het aantal

reizigers, vooral pendelaars en scholieren.

HOT ITEM

‘De busbaan was een “hot item” tijdens de

verkiezingsperiode in 2006’, herinnert Kris

Leaerts, burgemeester van Kampenhout

zich. ‘Het standpunt van de gemeente

daarin was heel duidelijk. We voeren een

duurzaam mobiliteitsbeleid en willen dat

maximaal stimuleren. De komst van de

busbaan hoorde daar volledig in thuis, maar

toch stelden we een aantal voorwaarden.

Naast de veiligheid voor het gemotoriseer-

de verkeer en de zachte weggebruiker en

een gescheiden riolering was de plaatsing

van schuilhuisjes en fietsenstallingen voor

ons een vereiste. We hebben daar dan ook

Kortenaken verbindt door zijn unieke

ligging vlak bij de provinciegrens het

fietsknooppuntennetwerk van Vlaams-

Brabant met dat van Limburg. Het

gemeentebestuur besteedt dan ook veel

aandacht aan goede fietsinfrastructuur.

Ook aan haltes van De Lijn wordt steeds

gedacht aan fietsvoorzieningen.

‘Momenteel staan er in groot Kortenaken

aan vijftien haltes fietsrekken’, zegt Dirk

Appeltants, hoofd Technische Dienst. ‘In

het verleden kreeg het gemeentebestuur

soms meldingen van bewoners dat er in de

buurt van bepaalde bushaltes fietsen slordig

werden achtergelaten of tegen de gevels

werden gestald. We zijn daar destijds op

ingegaan door fietsenrekken aan die haltes

te plaatsen. Dit tot grote tevredenheid van

zowel de bewoners als de fietsers in onze

DOSSIER BUS EN FIETS

Kris Leaerts, burgemeester Kampenhout: ‘Onze investering loont. De stallingen en schuilhuisjes worden gretig gebruikt.'

Kortenaken

‘Elkenieuwehaltekrijgtfietsenrek’

OP1LIJN›NR.86 17

het nodige budget voor uitgetrokken. Het

totale kostenplaatje bedroeg 362 514 euro,

waarvan 195 126 euro subsidies. Wij inves-

teerden zelf dus 167 387 euro.’

VOOR- EN NATRANSPORT

In Kampenhout worden de woonker-

nen bediend door een belbus. Er is één

frequent bediende buscorridor door de

gemeente: de N21 of Haachtsesteenweg.

Daarom spelen het voor- en natransport

naar de bushaltes op deze steenweg een

grote rol. Om dit te stimuleren, bestelde

Kampenhout extra gesubsidieerde schuil-

huisjes om langs het traject te plaatsen.

Er werden ook bijkomende overdekte fiet-

senstallingen geïnstalleerd. Met succes.

‘Na tellingen en onderhandelingen met

eigenaars van de betrokken of aanleu-

nende percelen en met het Vlaams

Gewest konden we de schuilhuisjes en

fietsenstallingen plaatsen. Aangezien

we bijna nergens standaardschuilhuisjes

konden plaatsen, heeft Kampenhout extra

financiële inspanningen gedaan.’

Begin 2013 heeft De Lijn een evaluatie opge-

maakt van de busbaan. Ook het gebruik van

de fietsenstallingen werd daarin onderzocht.

Uit de studie blijkt dat de fietsenstallingen

gemiddeld op meer dan 60 % gebruik kun-

nen rekenen. Zowel de grote als de kleine

fietsenstallingen worden goed gebruikt.

HEEL FIER

‘De investering loont’, zegt burgemeester

Leaerts. ‘Als we zien hoe vaak de stallingen

en schuilhuisjes gebruikt worden, mogen

we heel fier zijn. Op de piekmomenten zit-

ten de bussen overvol met schoolgaande

jeugd; één aandachtspunt waar de gemeen-

te aan “De Lijn” vraagt de nodige initiatie-

ven te nemen. Niet alleen de schoolgaande

jeugd, ook de andere pendelaars maken

gretig gebruik van onze accommodatie. Het

is een mooie en nuttige realisatie.’

26 SCHUILHUISJES, 16 FIETSENSTALLINGEN

In totaal bestelde Kampenhout 26 gesubsidieerde schuilhuisjes van De Lijn type B.

Afhankelijk van het belang van de halte werden er op sommige plaatsen meerdere van

deze schuilhuisjes geplaatst. Aan verschillende haltes staan bijvoorbeeld 4 schuilhuisjes

type B om de capaciteit op te vangen. Daarnaast zijn er langs de Haachtstesteenweg

ook 16 overdekte fietsenstallingen geplaatst uit het gamma van De Lijn. Aan de halte

‘Kampenhout Relst’ werden verschillende overdekte fietsenstallingen zelfs aan elkaar

gelast om voldoende capaciteit te voorzien. Daar is nu plaats voor 32 fietsen.

gemeente. De oplossing paste ook volledig

in ons beleid om fietsers te stimuleren.’

‘Van toen af zijn we systematisch de haltes

van De Lijn gaan bekijken. Eerst hebben

we de haltes onderzocht waar veel fietsers

komen. Waar mogelijk hebben we fietsen-

rekken geplaatst. Sindsdien bekijken we

bij de plaatsing van een nieuw schuilhuisje

ook meteen of er bijkomende fietsenrek-

ken moeten komen, ondertussen doen we

dat al zeven jaar zo. Bij de herinrichting van

een dorp zoals Dorp Hoeleden, Dorpsplein

Kortenaken en Miskom-Dorp worden er

automatisch fietsparkings voorzien. Om

dit alles te kunnen realiseren voorziet het

gemeentebestuur jaarlijks in zijn begroting

een bepaald budget voor halteaccommoda-

tie van De Lijn. Het budget voor de fietsen-

stallingen aan de haltes wordt daar meteen

mee in verrekend. Onze aanpak loont want

de fietsenrekken worden goed gebruikt.’

Dirk Appeltants, hoofd Technische Dienst Kortenaken: ‘Er slingeren nu geen losse fietsen

meer rond aan de bushaltes.’

Aan ‘Kampenhout Relst’ werden een aantal overdekte fietsenstallingen aan elkaar gelast om voldoende capaciteit te garanderen. Er is nu plaats voor 32 fietsen. Er staan ­ net als aan twee andere haltes in Kampenhout ­ ook vier schuilhuisjes.

18 OP1LIJN›NR.86

DUURZAAMEVENEMENTENVERVOER

KAAGent:metbusoffietsnaarhetvoetbalAfgelopen zomer werd de Ghelamco Arena, het nieuwe voetbalsta-

dion in Gent, in gebruik genomen. KAA Gent en de stad riepen sup-

porters al van bij de eerste match op om zo veel mogelijk met de bus

of de fiets naar het stadion te komen. Er werd een mobiliteitsplan uit-

gewerkt om het verkeer van en naar de site zo vlot mogelijk te laten

verlopen.

KAA Gent zet in op duurzame en alterna-

tieve vervoersvormen om supporters naar

het stadion te krijgen. Fietsen, bussen en

carpoolen worden sterk aangemoedigd.

Het aantal parkeerplaatsen is beperkt

en voorbehouden voor VIPS, personeel

carpoolers, ... Om dit alles in goede banen

te leiden, werkte KAA Gent – in samen-

werking met de stad Gent, Wegen en

Verkeer Oost-Vlaanderen, De Lijn Oost-

Vlaanderen, Taxistop en TreinTramBus –

een mobiliteitsplan uit.

OPENBAAR VERVOER: PENDELBUS, SUPPORTERS-BUS OF TRAM

• De Lijn legt bij iedere thuismatch

een pendeldienst in vanaf het Zuid.

Hiervoor sloot KAA Gent een overeen-

komst met De Lijn. KAA Gent betaalt

voor de inzet van de pendelbussen. Wie

gebruik wil maken van de pendelbussen

betaalt met jetons (1 euro per stuk). Die

zijn te verkrijgen op de bus of op voor-

hand in het stadion (ticket booth D).

De prijs voor de supporter is afhankelijk

van het tijdstip van de rit. Wie kort bij

het begin of snel na het einde van de

match vertrekt, betaalt 1 jeton. Wie

vroeg vertrekt en laat terugkomt, reist

gratis. Elke pendelbus heeft plaats voor

ongeveer 100 passagiers. Er worden

standaard drie pendelbussen ingezet

die beurtelings rijden, afgestemd op

het aantal supporters dat de bus wil

nemen. Die inzet kan op vraag van de

club verhoogd worden.

• Vanuit het Sint-Pietersstation kun-

nen supporters ook de tram 4 richting

Zwijnaarde nemen. De Lijn voorziet een

aantal Hermelijntrams op deze lijn tijdens

thuismatchen om zo voldoende capaciteit

te voorzien voor de voetbalfans.

• Op initiatief van KAA Gent worden

er ook pendelbussen ingelegd tussen

de Park&Ride in Gentbrugge en het

stadion. In de buurt van de opstaphalte

in Gentbrugge zijn 500 gratis parkeer-

plaatsen ter beschikking. Ook voor deze

pendelbussen wordt het systeem van

de jetons gebruikt.

Op de website van KAA Gent wordt

het autoverkeer naar het stadion

ontmoedigd met deze woorden:

‘Daarbij worden fietsen, collectief en

openbaar vervoer, P&R en carpooling

aangemoedigd. Wie van deze moge-

lijkheden geen gebruik maakt zal op

wedstrijddagen met een personen-

wagen moeilijk tot in de omgeving

van het stadion geraken.’ Tegelijk

worden duurzame alternatieven aan-

gemoedigd.

foto: De Lijn Oost­Vlaanderen

JARGON

Watis‘commerciëlesnelheid’?Als De Lijn spreekt over commerciële

snelheid, dan bedoelen we de gemiddel-

de snelheid van punt A tot punt B waarbij

ook de stoptijd - nodig om aan haltes rei-

zigers te laten op- en afstappen - wordt

meegenomen. De term ‘commerciële

snelheid’ staat dus voor de gemiddelde

(geplande of effectief gereden) snel-

heid van onze bussen en trams op een

bepaald traject of een bepaalde lijn. We

berekenen deze door de lengte van het

traject te delen door de reistijd, inclusief

haltetijden, waardoor de commerciële

snelheid dus lager ligt dan de gemid-

delde rijsnelheid. Deze snelheidsgraad

is interessant om te kunnen vergelijken:

als we de commerciële snelheid op een

traject kennen, kunnen we onderzoe-

ken hoe efficiënt de bus of tram is ten

opzichte van andere vervoersmiddelen,

zoals de auto. Bovendien kan De Lijn

permanent de doelstelling bewaken hoe-

ver dit cijfer verwijderd blijft van de ons

opgelegde commerciële snelheden op de

onderscheiden lijntypes (zie: ontwerp-

mobiliteitsplan Vlaanderen, beheersover-

eenkomst De Lijn, …)

STREEFDOELEN

Per netniveau en per type lijn heeft de

Vlaamse Overheid streefdoelen voor

commerciële snelheid geformuleerd (zie

tabel). Overal waar (en wanneer) deze

commerciële snelheid systematisch niet

wordt gehaald is er sprake van een door-

stromingsprobleem voor bus en/of tram.

• De supportersfederatie KAA Gent

zorgt tot slot voor supportersbussen

uit 8 richtingen in de ruime regio van

Gent. Er zijn speciale parkeerplaatsen

voor deze bussen voorzien, geschei-

den van de supportersbussen van de

andere ploeg. Supporters betalen voor

de verplaatsingen een bijdrage aan hun

supportersclub.

FIETS: GRATIS PARKEER-PLAATS EN ROUTEPLANNER

Heel wat supporters wonen in een straal

van 5 km rond het nieuwe stadion van

KAA Gent. Een perfect fietsbare afstand.

Vandaar de aandacht voor fietsers:

• Op de website van KAA Gent staat een

digitale applicatie waarmee fietsers hun

ideale route kunnen berekenen.

• Aan de ingang van het stadion zijn

er 800 gratis bewaakte en overdekte

fietsplaatsen. Vlakbij staan er nog

500 bijkomende fietsenstallingen en

op korte termijn wordt het aantal nog

uitgebreid.

• Vanaf het Sint-Pietersstation kunnen

supporters ook met een Blue-bike naar

het stadion komen.

Voorbeeldvanberekening:

Een bus legt 10 km af in 25 minuten.

In totaal staat de bus ook 5 minuten

stil aan de haltes. De rijtijd (met

stops aan de haltes) bedraagt dan

30 minuten. De commerciële snel-

heid bedraagt dan 20 km/u. Als de

bus/tram niet had moeten stoppen,

dan zou de snelheid op datzelfde

traject van 10 km op 24 km/u liggen.

NETNIVEAU STREEFDOEL

COMMERCIËLE

SNELHEID

Gewestelijk en bovengewestelijk niveau (spoorgebonden

openbaar vervoer en snelbussen op hoofdwegen)

80 km/u

Bovenlokaal niveau in buitengebieden (streeklijnen) 35 km/u

Lokaal Niveau (stads-en streeklijnen):

Buitengebieden 25 km/u

Kleinstedelijke gebieden 25 km/u

Stedelijke en grootstedelijke gebieden 20 km/u

Stamlijnen 25 km/u

DUURZAAM NAAR EEN EVENEMENT: OOK IN UW GEMEENTE?

Wenst u een evenement of (toeristi-

sche) attractiepool in uw gemeente

ook beter duurzaam bereikbaar te

maken? De Lijn wil graag helpen om

te zoeken naar duurzame mobili-

teitsoplossingen. Neem vrijblijvend

contact op met onze klantenbeheer-

ders als u graag een gesprek wenst

over de mogelijkheden. U vindt hun

contactgegevens op www.delijn.be/

overheid. Een stamlijn is een hoofdlijn waarop een groot aanbod aan collectief vervoer (tram, bus,

enz.) wordt voorgesteld en waarop alle andere vervoermiddelen worden gericht.

OP1LIJN›NR.86 19

20 OP1LIJN›NR.86

TechnischehulpmiddelenmakenDeLijntoegankelijkerMensen met een verstandelijke beperking en ouderen durven niet

altijd alleen met het openbaar vervoer reizen. Via een proefproject in

Kortrijk wil De Lijn samen met IMOB (Instituut voor Mobiliteit) en

BlueAssist onderzoeken of deze mensen wel zelfstandig de bus kun-

nen nemen mits de juiste begeleiding en ondersteuning van techni-

sche hulpmiddelen.

De Vlaamse overheid voert een inclusiebe-

leid. Dat betekent dat sociale hindernissen

voor mensen met een beperking zo veel

mogelijk geëlimineerd worden zodat ze

naar beste vermogen kunnen deelnemen

aan het dagdagelijkse maatschappelijke

leven. De Vlaamse overheid heeft in dit

kader ook een aantal doelstellingen gefor-

muleerd voor De Lijn. Eddy Gielis, coör-

dinator toegankelijkheid bij De Lijn: ‘Het

inclusiebeleid vertalen wij in een zo toegan-

kelijk mogelijk openbaarvervoerbeleid. Een

alsmaar groter deel van de voertuigen van

De Lijn voldoet aan de vereisten voor fysie-

ke toegankelijkheid. Maar met ons aanbod

van halte tot halte kunnen wij onmogelijk

voldoen aan alle vervoersvragen voor het

aangepast vervoer. Daarom onderzoekt

het Departement Mobiliteit en Openbare

Werken van de Vlaamse overheid wat de

optimale structuur is voor de vervoersorga-

nisatie en de dispatching van het aangepast

“deur tot deur”-vervoer.’

ONZEKER

Uit het onderzoek bleek ondermeer dat

ruim de helft van de vervoersaanvragen

afkomstig zijn van ouderen en personen

met een verstandelijke beperking. Ze zijn

vaak zeer onzeker en durven daardoor het

openbaar vervoer vaak niet (alleen) nemen,

ook al zijn ze daartoe fysiek wel in staat.

Omwille van de vergrijzing en de stijgende

levensverwachting wordt deze groep ook

steeds groter. Redenen genoeg voor De Lijn

om samen met IMOB en BlueAssist een

proefproject op te starten om te onder-

zoeken hoe we aan deze specifieke vraag

tegemoet kunnen komen. Momenteel

loopt er een project in Kortrijk, maar in de

nabije toekomst staan er ook projecten in

Antwerpen en Limburg op stapel.

Meerinfo:www.blueassist.eu

TOEGANKELIJKHEID

BlueAssist ondersteunt een concrete hulpvraag die een per-

soon met een beperking kan stellen aan een voorbijganger,

buschauffeur, dienstverlener, … BlueAssist kan een eenvoudig

blauw kaartje zijn, maar bestaat ook in een smartphonetoepas-

sing. BlueAssist is een uniek icoon dat internationaal (h)erkend

wordt en vertrouwen biedt om hulp te vragen en te bieden.

Viamigo is een applicatie voor smartphones (nog in ontwikke-

ling) om nieuwe trajecten aan te leren. De route van de gebrui-

ker kan op voorhand ingegeven worden en ondersteund worden

op afstand door een coach. Wijkt de gebruiker bijvoorbeeld van

de route af, dan wordt de begeleider op afstand verwittigd.

foto: Kabinet Crevits

OP1LIJN›NR.86 21

Proefproject Kortrijk: Op-Stap naar openbaar vervoer

BlueAssistenViamigohelpenbijeenzelfstandigeverplaatsing

In Kortrijk loopt het proefproject

‘Op-Stap naar openbaar vervoer’. Het

project is een samenwerking van De

Lijn BlueAssist en Universiteit Hasselt

(IMOB): An Neven van IMOB: ‘Met het

project "Op-stap naar openbaar ver-

voer" testen we een systeem waarbij we

mensen uit het dagcentrum persoonlijk

begeleiden. We werken hiervoor samen

met groep Ubuntu, een netwerkorgani-

satie die personen met een beperking

ondersteunt in de regio Zuid-West-

Vlaanderen. Concreet houdt het proef-

project in dat we - in plaats van aparte

busjes in te zetten - mensen uit het

dagcentrum ondersteunen zodat ze hun

verplaatsing met het openbaar vervoer

kunnen doen. Het voordeel hiervan is

niet alleen dat de mensen hun zelfstan-

digheid terugwinnen, maar het is ook

goedkoper dan gespecialiseerd vervoer

in te zetten.’

VERTROUWEN

Geert Vandewalle van BlueAssist: ‘De

proefpersonen worden ondersteund door

een coach en gebruiken technische hulp-

middelen zoals BlueAssist en Viamigo.

Met BlueAssist kunnen ze hun vraag

tonen aan de medereiziger of de chauf-

feur. Dit geeft hen vertrouwen om zich

met de bus te verplaatsen. Met Viamigo

kunnen ze een route uitstippelen en inoe-

fenen met begeleiding op afstand indien

nodig. Met deze ondersteuning leren ze

om zelfstandig het openbaar vervoer te

gebruiken en kunnen dan later eigen ver-

plaatsingen plannen, bijvoorbeeld naar

de sportclub of de dokter.

An Neven, IMOB: ‘Een volgende ontwik-

keling is het “matchen” van de vraag van

gebruikers voor het maken van (nieuwe)

verplaatsingen, met een medereiziger

in de bus of tram die dezelfde route

aflegt. De bedoeling is dat gebruikers

die voor hun verplaatsing assistentie

nodig hebben op termijn dit toch zelf-

standig kunnen doen met de hulp van

een vrijwilliger, de zogenaamde buddy’s.

Ook voor ouderen die op latere leeftijd

vaak aangewezen zijn op het openbaar

vervoer maar nooit hebben geleerd om

het te gebruiken, zou dit een interessant

hulpmiddel kunnen zijn’.

LEVENSKWALITEIT

Leen De Cuyper, groep Ubuntu: ‘De tijd

dat mensen met een beperking allemaal

naar één en dezelfde voorziening in de

buurt werden gebracht met bussen van

de organisatie is voor ons verleden tijd.

Onze cliënten nemen deel aan verschil-

lende initiatieven in de samenleving en

dat meestal op verschillende locaties.

Ze wonen in huizen in een gewone

straat, ze gaan werken bij particulieren,

leren gebruik maken van het openbaar

vervoer, ... Via dit proefproject komen

we hieraan tegemoet. We merken dat

cliënten bijzonder trots zijn als hun zelf-

standigheid verhoogt en we zijn ervan

overtuigd dat die positieve belevenis

bijdraagt tot hun kwaliteit van leven.’

OPLEIDING

De Lijn voorziet ook een bijkomende

opleiding voor buschauffeurs en perso-

neel dat rechtstreeks in aanraking komt

met passagiers. Daarvoor werd een nieu-

we opleidingsmodule ‘Toegankelijkheid’

uitgewerkt voor de chauffeurs met een

bijbehorende ‘train de trainer sessie’ voor

de rijschoolinstructeurs. In deze oplei-

ding wordt ook uitgelegd wat BlueAssist

juist is en hoe het in zijn werk gaat. Ook

voor de medewerkers die in contact

staan met de klanten is een opleidings-

module 'Klantvriendelijk onthaal voor

iedereen' opgezet.

Minister van Mobiliteit Hilde Crevits bracht in oktober een bezoek aan het proefproject in Kortrijk. 'Dankzij BlueAssist nemen mensen met een verstandelijke beperking de bus of de tram. Dat durfden ze vroeger niet altijd', aldus minister Crevits. 'Dankzij dit systeem weten ze dat derden hen kunnen helpen en dat maakt hen mobieler en een stukje zelf-zekerder. Dit project versterkt bovendien de onderlinge contacten op bussen en trams, wat ik alleen maar kan toejuichen. Het past in de opdracht van De Lijn om voor een goede toegankelijkheid te zorgen.'

foto: Kabinet Crevits

22 OP1LIJN›NR.86

Brugge

Kerst-enkoopjesshoppenDe eindejaarsinkopen staan weer voor de deur. In

veel winkelcentra en centrumsteden zorgt dit voor

een grote drukte. De Lijn kan partner zijn om dit in

goede banen te leiden en het autoverkeer in het cen-

trum binnen de perken te houden. Zoals in Brugge.

Daar rijden dit jaar voor het eerst ook gratis bussen

tijdens de soldenperiode.

Dit jaar kunnen inwoners en bezoekers van Brugge niet alleen gratis de bus nemen om

hun kerstinkopen te doen, maar ook om op soldenjacht te gaan begin januari. Op 14,

15, 21, 22, 28 en 29 december en op 4 en 5 januari hoeven kooplustigen immers niet te

betalen op de bussen in Brugge.

Op de voorstadslijnen worden tijdens de shoppingdagen extra bussen ingezet. Daardoor

rijdt op elke voorstadslijn om het half uur een bus. Alle bussen zijn gratis en rijden tot in

het hart van de stad. Voor wie buiten Brugge woont, zijn ook de park&rides aan de stads-

rand interessant. Tussen de

park&rides en het centrum

worden tijdens de speciale shop-

pingdagen immers extra bussen

ingezet, en ook deze zijn gratis,

net als de gewone stadsbussen.

VERKEERSVRIJ

Het traject van de meeste bus-

sen wordt aangepast. Een deel

van het commerciële centrum

van Brugge wordt tijdens de

acht shoppingdagen immers

verkeersvrij gemaakt. Ook

de bussen worden daardoor

omgeleid. Toch is het parcours

zo uitgestippeld dat de bussen

nog in en uit het centrum kun-

nen rijden, zodat de reizigers in

het hart van de stad opgepikt en

afgezet kunnen worden.

EINDEJAARSCAMPAGNE

'GRATIS EN ZONDER STRESS NAAR HET CENTRUM'

'Door een hele

reeks aan maat-

regelen willen

we eventuele

hinder tijdens

de drukke shop-

pingperiode tot een minimum her-

leiden', zegt schepen voor Mobiliteit

Annick Lambrecht. 'De Lijn is daar-

voor opnieuw onze bevoorrechte

partner. De gratis bussen van De

Lijn zijn de beste manier om tot in

het stadscentrum te komen. Om het

extra aantrekkelijk te maken wordt

de frequentie van het busvervoer

op de shoppingdagen opgedreven.'

De schepen roept iedereen van

buiten Brugge dan ook op om zoveel

mogelijk gebruik te maken van de

randparkings, in combinatie met het

gratis openbaar vervoer: 'Geen par-

keerstress en vlot en gratis raak je

tot in het winkelhart van onze stad!'.

Verkeersvrij

'Nieuw is ook dat we enkele

winkelstraten voor het eerst ver-

keersvrij maken. Maar met De Lijn

werd vooraf een goede oplossing

gezocht zodat de binnenstad goed

bereikbaar blijft voor het openbaar

vervoer. Alle maatregelen worden

trouwens gecommuniceerd via een

brede communicatiecampagne.

Zo worden bijvoorbeeld meer dan

60 000 exemplaren van een over-

zichtelijke folder verdeeld via het

stadsmagazine BruggeInSpraak'

concludeert schepen Lambrecht.

foto: Brugge

OP1LIJN›NR.86 23

EENLIJNDOORVLAANDEREN

Staden ligt in het hart van West-Vlaanderen. ‘We hebben geen

eigen treinstation. Daarom zijn goede busverbindingen naar de

omliggende steden Diksmuide, Roeselare, Ieper en Torhout van

groot belang voor een duurzame ontsluiting van onze regio’, aldus

burgemeester Francesco Vanderjeugd en schepen van Mobiliteit

Nikolaas Bourgeois.

Staden voert een duurzaam mobiliteits-

beleid. Burgemeester Vanderjeugd: ‘Naast

het openbaar vervoer van De Lijn stimu-

leren we ook het gebruik van de fiets.

En ook de combinatie bus en fiets willen

we zo veel mogelijk promoten. Daarvoor

installeerden we bijvoorbeeld overdekte

fietsenstallingen aan onze haltes. Een

goede investering.’

‘Ook goede schuilhuisjes vinden we belang-

rijk, zodat klanten van De Lijn comfortabel

kunnen wachten op de bus. Alle belangrijke

haltes in Staden hebben al een schuilhuisje,

maar jaarlijks voorzien we ook een budget

om de resterende haltes uit te rusten met

comfortabele halteaccommodatie.'

JONGEREN STIMULEREN

Staden heeft al sinds 2007 een derdebe-

talersysteem. De stad betaalt 25 % van

het Buzzy-abonnement voor jongeren van

6 tot 24 jaar. Vanderjeugd: ‘We kozen zeer

bewust voor deze doelgroep. Veel van onze

jongeren gaan naar school in Roeselare

of Torhout. Door het gebruik van de bus

te stimuleren, hopen we deze jongeren

gedurende hun schoolperiode vertrouwd

te maken met het openbaar vervoer. De

bedoeling is dat ze daardoor later ook als

volwassenen sneller zullen kiezen voor

duurzame verplaatsingen. Elk jaar hebben

we heel veel aanvragen voor de Buzzy Pazz,

dus ons aanbod valt zeker in goede aarde.’

COMMUNICATIE

Staden communiceert vooral via het

gemeentelijk infoblad over het openbaar ver-

voer in de regio. Bij omleidingen of werken

worden vaak ook bewonersbrieven rond-

gedeeld. ‘Vooral bij omleidingen of speciale

evenementen hebben we veel persoonlijk

contact met De Lijn om een optimale plan-

ning uit te werken’, zegt burgemeester

Vanderjeugd. ‘Verder wil ik benadrukken dat

wij het een absolute meerwaarde vinden

dat De Lijn deel uitmaakt van onze GBC. Zij

brengen vanuit hun invalshoek vaak interes-

sante inzichten en informatie aan.’

SENSIBILISEREN

‘Als gemeentebestuur is het ook onze taak

om af en toe een sensibiliserende rol op

te nemen’, zegt schepen van Mobiliteit

Nikolaas Bourgeois. ‘Zo hebben we dit

jaar ook weer deelgenomen aan de “Week

van de Mobiliteit”. De apotheose was de

autoloze zondag. Onze Grote Markt was

die dag autovrij en de place to be. We

organiseerden allerlei ludieke evenementen

maar we hadden ook een duidelijke oproep

gelanceerd om op een duurzame manier

naar het evenement te komen. Tijdens de

autoloze zondag deelde een promoteam

van De Lijn folders uit met informatie over

de belbus en andere lijnen in onze regio.’

Staden werkte samen met De Lijn een

reclamecampagne uit voor de belbus.

Bourgeois: ‘We publiceerden een artikel

over de belbus in ons gemeentelijk infoblad

samen met een bon voor een probeertic-

ket. De belbus vervult bij ons immers een

heel belangrijke functie: het is de enige

vorm van openbaar vervoer tussen onze

verschillende deelgemeenten.’

TOEKOMST

‘Als grootste uitdaging voor de toekomst

zie ik vooral de toegankelijkheid van het

openbaar vervoer. Wij staan alvast te

popelen om initiatieven als BlueAssist ook

bij ons in te voeren’, voegt burgemeester

Vanderjeugd er nog aan toe.

'Duurzameverplaatsingenstimuleren'

Staden

Staden

10 949 inwoners

4 624 ha oppervlakte

44 haltes

29 schuilhuisjes

560 Buzzy Pazzen

460 Omnipassen

Derdebetalersysteem: 25 % op Buzzy Pazz.

De Lijn is uw lijn.

Dit kan beter!

Fiets en bus of tram: de ideale combinatie om zich duurzaam te verplaatsen!Maar iedereen plaatst zijn fiets ook graag veilig aan de halte.Daarom heeft De Lijn een uitgebreid assortiment: van fietsbeugels tot overdekte stallingen. Belangrijk: u betaalt slechts 25 % van de kostprijs. Het Vlaams Gewest subsidieert de rest!

Surf snel naar www.delijn.be/halteaccommodatie

voor de oplossingen van De Lijn.