Oogetuige-Magazine

36
EDITIE 1. JGANG 1. OKT. NOV.

description

Ooggetuiges zien alles net even anders. Zo ook dit magazine. Zet die 'bril' op en durf het anders te zien. Wat je zult zien is dat er maar (bar) weinig nodig is om je te inspireren!

Transcript of Oogetuige-Magazine

Page 1: Oogetuige-Magazine

EDITIE 1. JGANG 1. OKT. NOV.

Page 2: Oogetuige-Magazine

ZIE WAT ANDEREN

NIET ZIEN

.2 ZIE NIET WAT ANDEREN ZIEN

Hier had een BIO kunnen staan. ‘Had

kunnen staan’. Ik doe er beter aan mijn

titel te verklaren, dus bij deze. Mensen

zijn mensen, én doordat ze dat zijn

hebben ze allemaal een andere kijk. Er

mogen dan wel regeltjes zijn wat iets is,

maar in principe staat niets vast. Zo ook

niet de inhoud van een introtekst. Er zijn

mensen die het pad volgen zoals velen

dat doen, maar ik, ik kies het pad

waarheen niemand durft. Heb ik als-

nog iets over mezelf verteld. Bij

een getuigenverslag zal

niemand precies tot in de

puntjes het voorval kun-

nen ophoesten. Sterker

nog: ze komen allemaal

met iets anders. Leo

over de persoon, Thijs

over de locatie, Sonja

over het wapen. En ik, ik

keek net de andere

kant op. Zo die titel is

verklaard.

Page 3: Oogetuige-Magazine

ZET ‘UM

OP

EXCLUSIEF BIJ DIT NUMMER!

Page 4: Oogetuige-Magazine
Page 5: Oogetuige-Magazine

‘We gaan terug naar het

jaaaar’, 1816. De Fransman

Joseph Nicéphore Niépce,

hele mond vol, maakte als

eerste pionier ‘foto’s. Al is

foto hier wel tussen hele

grote aanhalingstekens.

Waar wij tegenwoordig

zitten te muggenziften over

een megapixel’tje meer of

minder, was het überhaupt

kunnen vastleggen van

lichtgevoelig materiaal dé

uitvinding. En wel door een

camera obscura, niet meer

dan een donkere ruimte en

een ‘kijkgaatje’ in de muur.

Wat je kreeg, was een

negatiefbeeld, waardoor

extra belichting buiten de

camera verloren ging. En

laat dat nu juist de bedoeling

van de très intelligent

Français zijn geweest. Alles

zwart-wit én dat bleef nog

wel 45 jaar zo. Maar toen

was daar James Maxwell.

Die vond al dat ‘denk-niet-

wit-denk-niet-zwart’ wel

welletjes en kwam met drie

kleurfilters én de kleurenfoto

was geboren, zij het dat geel

overheerste. Niet zeuren er

was kleur!

Maar eerdere uitvindingen

zijn voor uitvinders vaak

prullenbakmateriaal of

materiaal om gretig op door

te ontwikkelen. De

Amerikaan George Eastman

was er zo eentje, twintig jaar

later. Hij gebruikte slim,

maar smiechterig, het niet

‘pattent-gestelde’ idee van

zijn voorganger en ging

ermee verder. Dus zonder

hem was het ‘unieke Kodak-

moment’ er nooit geweest.

Of beter gezegd onze

normale camera niet, die op

een fatsoenlijke manier in de

hand ligt, in plaats van het

oncomfortabel achter een

enorme joekel met doekje te

moeten gaan staan. Zijn

OTOGRAFEN, JE HEBT ZE IN ALLE SOORTEN EN MATEN. PROFESSIONELE SNUITERS DIE UREN IN DE

BOSJES LIGGEN TOT EEN OF ANDERE KATE ZICH NEERSPREID OP EEN LIGBEDJE EN ZICH TOP(LESS)

GAAT VERMAKEN, TOT DE HOBBYFOTOGRAAF. OOK DIE CLICHÉ-VAKANTIEKIEKJES ZIJN NODIG. ‘GA,

MAAR EVEN OP EEN RIJTJE STAAN, IETS MEER NAAR LINKS, ANDERS ZIE JE HET UITZICHT NIET MEER’.

MAAR OOK HET MATERIAAL IS VERRE VAN HETZELFDE, VAN GROOTPATSERS ALS TELELENZEN DIE JE

BIJNA NEERSCHIETEN TOT DE MINI-MINI’S DIE ZONDER ENIGE MOETE IN DE BINNENZAK PASSEN, MET

ZELFS NOG RUIMTE VOOR JE PORTEMONNEE. ALLEMAAL ANDERS, MAAR UITEINDELIJK DOEN ZE ÉCHT

ALLEMAAL HETZELFDE, ZE ‘KADEREN’ IETS IN, WAARDOOR DE WERKELIJKHEID ANDERS WORDT.

.5

ZIEZO

Page 6: Oogetuige-Magazine

slogan voor Kodak, "You

press the button, we do the

rest", zei en zegt precies wat

camera’s doen.

Wij doen het domme werk

én de camera zelf het

slimme. Nouja, de fotograaf

zelf moest wel meer doen,

ook nog naar de winkel om

zijn fotorolletjes af te geven

én een week later weer

terugkomen om de

afdrukken op te ‘mogen’,

liever moeten, halen. En het

was maar de vraag of je bij

die ene foto net niet teveel

tegenlicht had waardoor de

foto niet meer was dan een

té creabea-kunststuk. Verre

van praktisch dus. Dat kon

praktischer. En zo gebeurde

in 1981 het onvermijdelijke,

de fotoservices ten spijt, de

camera ging hiermee zijn

laatste grote ‘ontwikkeling’

binnen, de digitale

fotografie. De fotograaf

speelt hierdoor eigen

‘fotoservice’ en het geknoei

en gerommel met negatieve

en fotorolletjes is voor

iedereen voorbij. Naja, voor

die hipsters nagelaten.

Fotograferen dus. Niet meer

dan het inkaderen van een

omgeving. Iedereen wordt

hierdoor op zichzelf een

ooggetuige. Een

deprimerende regenachtige

dag die kan, door een beetje

slimme en behendige

fotograaf, zo overkomen als

een zonnige zomerdag. De

schoonheid van de regen

bijvoorbeeld. Is die er? Op

foto’s weldegelijk! Hoe?

Door nét even die juiste

plekjes én momentjes vast

te leggen. Met het maken

van foto’s kun je natuurlijk

ook de boel en alles of

iedereen, hartstikke flessen.

Want wie heeft er nu niet

eens ‘heldhaftig’ geprobeerd

de Eifeltoren eigenhandig

een zetje te geven of de

toerist uitgehangen bij de

door jou tegengehouden

Toren van Pisa, Euromast

of… whatever. Het

inkaderen van de

werkelijkheid, kan dus ook

anders. Slim. Het internet

puilt niet voor niets uit van

deze ‘creatieve

hoogstandjes’.

HET NADEEL DAT IEDEREEN

BEKEND IS MET DEZE

SCHONE SCHIJN, IS DAT

RECLAMEMAKERS, MAAR

OOK TOUROPERATORS

ALLES MOOIER KUNNEN

MAKEN. DE PLEKKEN WAAR

ROB GEUS NIET BLIJ VAN

ZOU WORDEN, WORDEN

GEWOON NIET OP DE FOTO

GEZET, OF LIEVER SLIM

GEFOTOGRAFEERD. DIE

HAAST GEVAARLIJK

LOSKOMENDE

PLAFONDPLATEN IN DE

LOBBY? DE FOTO GEWOON

LAGER MAKEN, NIEMAND DIE

HET ZIET. NOUJA, IN DE

BROCHURE NIET.

Eenmaal aangekomen,

ingecheckt en de ‘plek des

onheils’ binnengestapt is het

thuiskomen van een koude

kermis. Gevaarlijk dus. Maar

John, Johan, Matthijs,

Rosanne, Lieke, Paul en

Leo, kunnen ook nog

fotosoepen én goed. Dus

dat ‘behendig’ foto’s maken

is ook niet eens meer nodig.

Het manipuleren van de

werkelijkheid was nog nooit

zo gemakkelijk. Daar waar

het fotograferen was

uitgevonden om de

werkelijkheid zo goed

mogelijk weer te geven, is

het tegenwoordig meer de

onwerkelijkheid die we

terugzien. Maar gelukkig zijn

daar altijd nog de cliché-

Zoover-fotovakantiekiekjes,

die ons alles tonen zoals het

is, tot het smerige vloertapijt

en die loshangende

plafondplaten aan toe. Door

het ‘moderne’ fotograferen

worden we dus ‘ooggetuige’

op zich, iedereen ziet het

anders, doordat de ander

het anders heeft gezien,

maar allemaal door een

lens.

.6

ZIEZO

Page 7: Oogetuige-Magazine

.7

ZIEZO

Page 8: Oogetuige-Magazine
Page 9: Oogetuige-Magazine
Page 10: Oogetuige-Magazine
Page 11: Oogetuige-Magazine
Page 12: Oogetuige-Magazine
Page 13: Oogetuige-Magazine
Page 14: Oogetuige-Magazine

W

AT HEBBEN KASSA’S, DE

EFTELING,

DOKTERSPRAKTIJKEN EN

SNELWEGEN MET ELKAAR

GEMEEN? Niet veel, buiten

dat je er moet wachten. Ellenlang. Tot in den treuren zelfs. De wachtkamer van de huisarts bijvoorbeeld. ‘Wacht’kamer. Of toch beter ‘irritatiekamer’. Stoffige oncomfortabele stoeltjes. En blijkbaar doen we in diezelfde kamer alles wat god ons verboden heeft. Het op het irriterende af, tikken met nagels, bijvoorbeeld. Het ijsberen door de kamer waarna de volgende binnenkomt en vraagt hoeveel maanden de airco heeft aangestaan. En godsamme, die stoelen. Mijn stoel, die na 5 minuten al niet meer zat, kraakt het meest van allemaal.

Een oeroud tafeltje in het midden van de kamer, waarvan je bang bent dat bij ieder zucht de poten eronderuit breken. Viel me mee dat er een krant lag. Anders zijn het altijd tijdschriften waarvan de kleuren en bleekheid al verklappen hoe oud ze zijn. Als ze dat niet doen, doet de ‘houdbaarheidsdatum’ dat wel, maart 2007. Prehistorie dus. Een recentere krant daar links, überhaupt iets ‘diepgaander’ dan de haarcavia van Joling, om over zijn vriendjes maar niet te beginnen, is mooi meegenomen. Viel dus mee! Wel die van vorige week, maar we slikken nu alles. Even dan, want wat haat ik toch die stiltes in wachtkamers. Voelt altijd of jij de enige bent waarvan de jas kraakt en het vouwen van de krant klinkt als het wegschieten van André Kuipers. Die was nét geland, dat stond in de krant die naast die van vorige week

lag. Benen over elkaar, dat zat net zo lekker. Naja, lekker was anders, maar het had iets van een comfortabele houding. Nee, zit niet. Oorlog. Het zijn die afzichtelijke stoelen. Leuk voor even. Nee, daarvoor zijn ze zelfs niet leuk genoeg. De huisarts mag dadelijk gelijk een gezellig zalfje aansmeren voor het verschijnsel ‘houten kont’. In de diagnose zal vast niet staan, zit niet op niet-zittende stoelen, tussen aanhalingstekens, die er nog niet eens uitzien ook. Die ene naast de mijne lijkt iets meer bekleding te hebben. Schuift op en inderdaad. Vrede met de stoel gesloten. Nu nog dat wachten.

We puffen een beetje. Dat vreselijke, breed lachende prinsenhoofd van bloten-billen-piraat Harry blijft me maar aanstaren. Maar zelfs na vier keer is dat, niet meer hotte nieuws over die blijkbaar hotte Harry, zo hot niet meer. ‘Neemt u plaats in de wachtkamer’, alsof ik iets anders te kiezen had. En dat lachje daarbij. Het droop er gewoon vanaf, ‘gnagna, jij zit daar je tijd te doden met niets’. ‘Ik heb een computer, bel af en toe een beetje en heb een bioscoopbureaustoel waar je u tegen zegt’. ‘Owja, ik vergat ook nog te vertellen dat ik mijn benen op tafel gooi als je niet kijkt en een heel pak Tuc’jes naar binnen werk’. Maar mevrouw achter dat glazen raampje, wat had ik dan moeten doen? De deur van de huisarts met een smak open laten vliegen, me voor hem werpen met ‘Ho even, ik ben’? Nee.

Balievrouwtje heeft de Tuc’jes op. Waren ze lekker? ‘Bedankt dat u wacht’. Met alle plezier hoor.

.14 DOOR DE BRIL VAN

N

Page 15: Oogetuige-Magazine

Kuch. Had ik een keus, niet wachten en gewoon aanlopen? Nee toch!? De lusjes van het tapijt tellen dan maar. Nee, allang gedaan. 1679095909569090 om precies te zijn. En de tijd. Die lijkt nog niet eens voorbij te kruipen, maar gewoon stil te staan. Echt! Dezelfde mensen blijven maar zitten. Dat omaatje in de hoek, met rimpels als de oude landkaart van de Himalaya. Misschien hebben ze daar ook wel een zalfje voor. En die man, die de voortdurende tik heeft zijn benen om de stoelpoten te draaien. Weer die (@#$%^&) stoelen! De tijd tikt verder. Wat zeg ik die blijft stokstijf rond 4’en. De vraag of ik hier ook een ijsberend (koud)buffet krijg wordt niet in dank afgenomen. Kan ik begrijpen, een eitje-spek is ook prima. Iets van catering is misschien teveel gevraagd.

Valt hier nu echt niets op te verzinnen? Vast niet. Of was iedereen echt zo kortzichtig een wachtkamer letterlijk een ‘wacht’kamer te laten zijn. Wat dat betreft, tien punten hoor! Walt Disney World Magic Kingdom, hele mond vol maar het thematische park ligt aan de andere kant van de oceaan, deed dat een stukje slimmer bij ‘Dombo’. Niet alleen voor dombo’s, ook voor kinderen. Juist voor kinderen. Voor ze wat wankel aan het handje van papa en mama worden meegenomen in van die vliegende objecten met slurf, mogen ze wachten. Weer wachten. Maar wel wachten in iets dat ze leuk vinden, een reusachtig spel-speel-spring-en-schreeuw-je-hele-stem-aan-gort-toestel. Niet dat ik er aan zou moeten denken, kruipend door zo’n ding en die rimpelsauriër

tegenkomen, die tegenover me zat, maar het idee is goed. Erg goed zelfs. En überhaupt zit ik niet te wachten op een dergelijk speeltoestel in de wachtkamer van de huisarts. ‘Wil de huisarts Martijn komen ophalen uit de ballenbak?’. Willen verlossen! Nee, dank je hartelijk.

MAAR EEN

VERGELIJKBAAR IETS

MOET TOCH NIET ZO

MOEILIJK ZIJN? DE

‘LEESBAK MET

TIJDSCHRIFTEN VAN NIET

JONGER DAN 4 WEKEN’ IS

TOCH OOK OOIT IN HET

LEVEN GEROEPEN OM

ONS TE VERMAKEN

TIJDENS HET WACHTEN?

HETZELFDE GELDT TOCH

VOOR DIE HARTSTIKKE

FIJNE EN ALTIJD UP-TO-

DATE’TE BEELDKRANTEN.

KUCH. DIE VALLEN OP

HETZELFDE MOMENT

NOG NET NIET UIT

ELKAAR VAN ELLENDE.

MAAR ZE VERZACHTEN

HET WACHTEN WEL. IETS.

EEN IETSEPIETSIE BEETJE.

.2

.15 DOOR DE BRIL VAN

Page 16: Oogetuige-Magazine
Page 17: Oogetuige-Magazine
Page 18: Oogetuige-Magazine

ZAG IK

DE KABELS VAN DE FAKIR NIET

WIL IK ZE NIET ZIEN

.18 INTERVIEW

Page 19: Oogetuige-Magazine

EN GEWONE DAG IN

DE EFTELING, MAAR

NIET VOOR INGRID

VAN DIJK, 24 JAAR,

FASHIONADDICT UIT

EINDHOVEN EN WERKZAAM

ALS VERPLEEGKUNDIGE BIJ

DE MEERVOUDIG

GEHANDICAPTENINSTELLING

ZONHOVE. HAAR 51STE

KEER.

IN ANDERHALF JAAR. ‘SINDS

IK EEN ABONNEMENT HEB

KOM IK ZOWAT IEDERE

WEEK IN DE EFTELING,

DAARVOOR KWAM IK ER

RUIM 5 KEER PER JAAR’.

‘HOE ONMOGELIJK HET

SOMS OOK IS, IK PROBEER

IEDERE WEEK EEN DAGJE

SPROOKJESPARK IN M’N

AGENDA TE PROPPEN, DAT

LUKT VRIJ AARDIG’. ‘EEN

OBSESSIE DAT IS HET’.

NA 23 JAAR ZONDERo

loopt Ingrid sinds een

krappe 1,5 jaar rond met

haar abonnement omdat het

te duur werd anders. ‘Ik

kwam er eigenlijk te vaak,

waardoor ik en m’n

portemonnee zoiets hadden

van dat wordt een

abonnement’. Sindsdien

komt ze er met wisselend

gezelschap zowat iedere

week. En dat zonder dat het

begint te vervelen. Deze

51ste

keer belooft zelfs

anders te worden dan haar

50ste

. ‘De attracties mogen

dan hetzelfde blijven, maar

de mensen in het park zijn

dat niet, op een enkeling na,

die net zo’n zot is als ik’.

‘Maar ook de Efteling doet

er alles aan dat het leuk

blijft’. Achter Ingrid wordt op

dit moment gebouwd aan

het nieuwe 27ste

sprookje in

het Sprookjesbos, ‘De

Nieuwe Kleren van de

Keizer’. Zoals het een echte

fan betaamd, gebruikt ze het

bankje op de meest

strategische plek als

verhoging. Gouden

ornamenten blinken in de

zon. ‘Kippenvel geeft zoiets’,

glimt ze.

als toen ik de eerste keer als klein lief blond meisje mijn oor liet luisteren aan die paddenstoelen’. ‘Elke keer weer bij het binnenlopen van het Sprookjesbos en ik die rood-witte dingen weer zie, voel ik me weer even 5’. Ze vervolgt: ‘Vroeger zag ik de kabels van de fakir niet, nu wil ik ze niet zien’. ‘Dat is wat de Efteling met je doet, het is een stukje magie’. Maar ook onderweg naar Kaatsheuvel gonst het door Ingrid’s lijf. ‘Yes, we gaan weer’, is iets dat door de auto klinkt onderweg. ‘Het is iets onbeschrijfelijks, een vakantiegevoel dat tijdens het dagje Efteling ook niet meer verdwijnt’. Ingrid lacht. ‘Dat wat ik toen had met die paddenstoel, had ik afgelopen week nog eens, maar dan 20 jaar later’. 1 september werd Ingrid 24 en dat moest gevierd worden, daar waar ze jarig wil zijn, ‘Dat werd de Efteling’.’S avonds hebben we met z’n allen gezellig gegeten bij Raveleijn’. ‘Alle jarigen werden tafelhoofd en moesten staan op de bank’. ‘Minstens 100 man zong luidkeels en applaudisseerde, ik voelde me weer even dat meisje van toen’.

BONTGEKLEURDE DUIVEN SPREIDEN DE VLEUGELS UIT,O

BLAADJES AAN DE BOMEN SUIZEN ZACHTJES IN DE WINDO

EN DE PADDENSTOELEN MAKEN ZICH VOORZICHTIG VUILO

AAN HUN EERSTE LIEDJE. DE JORIS & DE DRAAK(1)O

MAAKT AL SUIZENDE ZIJN LAATSTE TESTRITJE. TIKKENDO

GELUID VAN DE KETTING.O

HET PERSONEEL HARKT DE LAATSTE BLAADJES BIJO

ELKAAR. ‘BEN JE ER NU ALWEER’, KLINKT HET.O

(1) DUELING HOUTEN ACHTBAAN, NAAR VERHAAL VAN DE SAGE JORIS EN DE DRAAK

E

.19

INTERVIEW

HET GEEFT HETZELFDE

GEVOEL

INTERVIEW

Page 20: Oogetuige-Magazine

SOMS GAAT HET WAT

VER

‘DAAR HEB JE ER WEER

ZOEENTJE, zo’n fanatieke

fan’, fluistert ze, met moeite

haar lach inhoudend. Een

volwassen man in

streepjesblouse en

Raveleijn-rugzak loopt in

een drafje richting de poort

waarachter ‘Raven Ruyters

zullen zeyn’. Ze vervolgt:

‘Dat soort types vis ik er

inmiddels gemakkelijk uit’.

‘Het toeval wil dat ik hen ook

iedere keer weer zie’. ‘Al is

dat bij Raveleijn niet

moeilijk, daar zitten ze altijd

vooraan’. Maar naar eigen

zeggen is ze niet zoals zij:

‘De Efteling is leuk, maar dat

ik werkelijk met een

keykoord vol souvenirpins,

een Raveleijn-tas of een

drakenkostuum ga lopen,

dat gaat me wat ver’. Haar

eigen hakjes zijn haar heilig.

Sommige Efteling-fanaten

laten dan ook wel eens van

zich horen tijdens de ruiter-

en paardenshow. ‘Eentje

stroopte zijn mouwen op,

stond op en bulderde dat de

acteur wel echt zijn best

moest doen de draak te

verslaan’, dat ging de

Eindhovense wat ver. ‘Je

hebt fans en je hebt fans,

noem mij liever iemand met

een obsessie’. Wat haar

Eftelling fanschap betreft is

ze naar eigen zeggen, heel

normaal gebleven, ‘Mijn huis

is dan ook mijn huis en geen

replica van de Laafse

bierbrouwerij’. Maar als ze

een week moet doorhalen,

gaat dat haar niet in de

koude kleren zitten, ‘Ik krijg

haast afkickverschijnselen’,

snift Ingrid komisch. Sinds

dat heilige pasje heeft het

echt een speciaal plekje in

haar hart veroverd. ‘Het is

geen race meer tegen de

klok, maar iets dat op het

gemakje kan’. ‘Zo gaat dat

genieten veel

gemakkelijker’, vervolgt ze.

ALTIJD TOT UW DIENST

‘KIJK DIE MENSEN DAAR MET

DIE PLATTEGROND, typische

dagjesmensen’. De ‘Truus

uit Delft’ is dan ook meer

dan eens onderwerp van

gesprek, als Ingrid en haar

gezelschap in de wachtrij

staan te vertoeven. Geen

tijdstress. ‘Vorige week liep

er een Belgisch stel langs

het Meisje met de

Zwavelstokjes en ze waren

er stellig van overtuigd dit

het Sprookje was dat er al

vanaf het beginjaar stond’.

‘Ze hoefden er niet heen,

aangezien ze het toch al

eens gezien hadden’. Ingrid

grinnikt en vervolgt: ‘Ze

beweerden enkel dat ze het

verplaatst hadden, maar dat

het Doornroosje was, dat

was zeker’. Zelf speelt ze

dan ook regelmatig

‘tourguide’ wanneer

dagjesmensen radeloos de

plattegrond op zijn kop

houden. ‘Soms stuurt het

vakantiepersoneel mensen

met een omweg naar de

dichtbijzijnste toiletgroep,

wanneer ik dat oppik, laat ik

diezelfde personen juist de

andere kant op lopen, omdat

dat veel korter is’. ‘Zulke

dingen weet je inmiddels

wanneer je er vaker komt’.

Ingrid lacht.

.20 INTERVIEW

Page 21: Oogetuige-Magazine

.21 INTERVIEW

Page 22: Oogetuige-Magazine

BESTELLEN HOEFT NIET

MEER

HET PERSONEEL HELPT0

bij de Vogelrok een mindervalide uit het treintje. Ingrid maakt zich klaar voor de rit, maar begroet eerst even het personeel. ‘Dat is nog wel het leukste’, glimlacht ze. ‘Het personeel kent en herkent je gewoon’. Het informele bezoekerspraatje wordt zo plots een persoonlijk verhaal. En dat heeft naar haar zeggen zo zijn voordelen. ‘Bij Raveleijn bijvoorbeeld, als we daar aankomen wordt er al geroepen, 3 latte’s zeker?’. Waarna Ingrid en haar gezelschap hele gesprekken met het personeel aanknopen. ‘Drie weken geleden hier bij de Vogelrok vroeg het personeel zelfs of het na werktijd mee mocht naar de Mc Donald’s’. ‘Ik moet voortaan uitkijken wat ik zeg, met al dat Eftelingpersoneel overal’, grapt ze. Het inmiddels bekende personeel klinkt de beugel vast, de rit kan beginnen.

EIGEN SECRETARESSE

BUITEN HET PARKo is Ingrid

echter op weinig punten echt te betrappen een echte

Efteling-liefhebster te zijn. ‘Ik loop er niet mee te koop, in tegen stelling tot anderen’. Haar Facebook wordt echter overladen door Eftelingfoto’s. ‘Mijn man en broer maken ontzettend veel foto’s in het park, ik probeer altijd een leuke selectie te maken van foto’s die de sfeer vatten’. Verder heeft ze naar eigen zeggen een ‘tik’. ‘Ik spaar de Raveleijn-showtickets om te zien hoe vaak we zijn geweest’. ‘Inmiddels is dat dus een hele stapel’. ‘Hierop staat precies de tijd en de datum, ik zie het als een stukje administratie’.

De Joris & De Draak zoeft voorbij. Oorverdovend gegil van inzittenden. Ook Edna, moerasdraak, laat van zich horen en stoot een flinke

vuurbal uit. Het water kabbelt rustig en de Mexicaanse Pirãna-muziek maakt de zomerse dag nog zomerser. ‘Heerlijk deze plek’, zegt Ingrid met een glimlach van oor tot oor, zittend op het vlonderterras. ‘Het uitzicht is overweldigend’, schreeuwt ze boven het houtenachtbaan-geweld uit om verstaanbaar te blijven. ‘Op zo’n dag Efteling hoef ik, in tegenstelling tot eerst niet eens echt attracties te doen’. ‘Mensen kijken, het zonnetje en goed uitzicht, een lekkere latte en genieten van al het moois’. ‘Soms hoeft dat ook maar iets heel simpels te zijn, net als dit, heerlijk zitten’. Het moge duidelijk zijn, Ingrid en haar abonnement leefden nog lang en gelukkig.

.22 INTERVIEW

(PYTHON) ‘EEN KLASIEKER MAAR DAAROM

NIET MINDER’

Page 23: Oogetuige-Magazine

.23 INTERVIEW

Page 24: Oogetuige-Magazine

E

INDHOVEN, AMSTERDAM,

MAAR OOK HET NIEUWERE

LELYSTAD EN VERDERE

NEW YORK VERTONEN

ALLEMAAL DIEZELFDE,

STOMPZINNIGE

OVEREENKOMST.

IN DE LOOP DER JAREN,

ZEG GERUST EEUWEN, IS

MEN ER MAAR GEMAKKELIJK

VAN UITGEGAAN DAT DAT

HET IDEALE BEELD WAS. HET

IDEALE BEELD: EEN

BINNENSTAD MET WINKELS,

UITGAANSGELEGENHEDEN,

EEN ENKELE KERK EN

DAAROMHEEN WOONWIJKEN.

(GAAP), HET KLINKT AL TE

SAAI VOOR WOORDEN.

VRIJWEL NIEMAND DACHT

DAT HET ANDERS KON,

MAAR DAT KAN HET

WELDEGELIJK.

Dat is ook waar paradigma’s voor staan. Iets is zo sterk ingeburgerd, dat het blijkbaar niet meer anders kan. Maar dat kan het wel. Kijk eens naar wat Rietveld deed met een doodnormale stoel. Die was tot die tijd doodnormaal. Vier poten. Na Rietveld ’s ingrijpen was diezelfde stoel even

doodnormaal. Zonder poten, wel met zigzag-constructie. Het kon dus wel degelijk anders.

Dat kan met die genoemde steden ook. Waarom is de opbouw ervan, maakt niet uit waar, toch altijd hetzelfde? Oersaai. Het Centrum centraal in het midden. Logisch, maar eigenlijk ook weer niet. Door de boel om te draaien wordt het er juist veel spannender op. Waarom gaan we als een stel zotten met z’n allen naar één plek, terwijl we ons ook kunnen verspreiden. De binnenstad wordt op deze manier de buitenstad en heeft veel meer groeimogelijkheden. Katsjing voor verkopers. Nooit meer ellenlange files naar één punt, want er is spreiding. Ook voor toeristen veel praktischer. En de binnenstad dan? Een goed park. Ideaal toch?

Om te beginnen die wegen. Onder de grond ermee. Ze nemen immers zoveel ruimte in die beter en efficiënter opgevuld kan worden. Volop groen, geen enkele auto. Dat houdt

dus in: geen uitlaatgassen, geen irritant toeterend verkeer, maar rust en ruimte. Precies zoals Adam en Eva het bedoeld hadden, een stukje paradijs. Daar waar normaal gesproken de propvolle winkelstraten, cafés, bars en restaurants zich bevinden, het stadshart, zouden de woonwijken beginnen. En die eerder aangehaalde winkels krijgen op deze manier veel meer de ruimte die ze ‘verdienen’. Niet hutjemutje dus.

BINNENSTE

.8

WAAROMZO?

BUITEN

PRECIES

ZOALS ADAM

EN EVA HET

BEDOELD HEBBEN

.24 WAAROMZO?

BETER

Page 25: Oogetuige-Magazine

Nog zoiets raars, ringen. En

dan vooral ringen bij het

trouwen. Waarom? Als we

elkaar iets beloven niet te

vertellen dan spugen we op

de grond. Als de traditie nu

was op de grond te spugen

tijdens bruiloften en partijen

dan hadden we dat gedaan.

Waarom kan een ring twee

mensen verbinden? Want

dat is in essentie de kracht

van een ring. Je hoort bij

elkaar, maar zo’n ring kan

ook weer af, kan verborgen

worden (tijdens de

stapavond bijvoorbeeld) of

kapot gaan. Iets in het

lichaam, een (edel)steen

bijvoorbeeld, is veel

blijvender. Waarom iets om

je vinger schuiven? Waarom

niet om je oor, je neus of om

je been? Het aantrekken

van dezelfde shirts als je

opstap gaat is in principe

hetzelfde, je hoort bij elkaar.

Maar nog steeds de vraag

waarom ringen dan?

‘Wouten, Snorren, Joden en

Ziverknoopjes’, allemaal

synoniemen voor diezelfde

personen. Maar ook

allemaal even onvriendelijk.

Politiemannen, maar ook –

vrouwen, staan niet bekend

als aanbeden personen. Ik

ken immers niemand die

trots en vol aanbidding een

politiefiguur boven zijn bed

heeft hangen. Maar wat nu

als er lieve agenten zijn?

Aan het geweer opzak doen

ze niet. Nee, een goede

stevige knuffel. Geen

pepperspray, maar een

gratis spuitbus. En om over

de handboeien nog maar te

zwijgen die zullen

vervangen worden door een

lief handje van een

politieagente naar keuze.

Als ze dit zouden doen zou

de politie helemaal niet

meer dat vervelende ‘blauw’

op straat zijn, maar eerder

aanbeden worden.

Signeersessies als gevolg.

Optredens met het

politieteam, drommen

mensen die uit hun dak

gaan. Mensenmassa’s bij

het politiebureau, niet

vanwege misdaden (die dan

natuurlijk helemaal niet

meer bestaan) maar

vanwege de ongekende

populariteit.

Facebook. Ongekend

populair. Maar wat nu als

Facebook het echte leven

zou zijn. Iets of iemand

like’n door een duim op zijn

of haar rug te plakken, ge-

like-d! Alles en iedereen aan

te spreken en met een

megafoon door de stad

lopen opzoek naar meer

vrienden. Onbekende

mensen porren, omdat ze

‘het verdienen’? En

hetzelfde geldt voor Twitter.

Als we in dat leven 2.0 nu

echt eens in 140-tekens

zouden gaan spreken.

Blijkbaar kunnen we het

virtueel, maar waarom niet

live. Het zou het leven er

namelijk een stuk

verrassender op maken.

Creatiever ook. Nooit meer

dat veel te lange geblaat

van die ene leraar. Kort,

maar krachtig. Er zijn niet

voor niets uitspraken als:

‘less is more’.

SPUUGT

U

TOT

UW

WETTIGE

ECHT-

GENOOT

REINOUT

DE

KNUFFEL

WOUT

BEEN

BILLEN

BORSTEN

BOOK

.25 WAAROMZO?

Page 26: Oogetuige-Magazine

.26

FOTOSTORY

Page 27: Oogetuige-Magazine

.27

FOTOSTORY

Page 28: Oogetuige-Magazine

.28 IN THE SPOTLIGHT

Page 29: Oogetuige-Magazine

E VERKEERDE VROUW,

OP DE VERKEERDE PLEK OP

HET VERKEERDE MOMENT.

Ik weet niet wat te doen. Moet ik nu halsoverkop vertrekken, zonder ook maar één stom woord gezegd te hebben? Dat is laf, dus geen optie. Maar poeslief blijven liggen en zien waar het schip strand? Ook dat lijkt niet ideaal. Het is donker, haast te donker zelfs om nog maar iets te kunnen onderscheiden. Ergens piept er een klein streepje maagdelijk wit licht naar binnen. De maan die zich vannacht al eerder zo akelig fel had laten zien. Een voorteken? Vast niet. De lichtbundel gaat verder waar de fluwelen dekens en overtrekken ophouden. Een blote, licht gebogen, rug, lang krullend bruin haar en vooral dat poezelige gezichtje. Te poezelig zelfs in dit weinige licht. Waar gisteravond het vuur was, lijkt het nu uitgeblust. Haar rug gaat sierlijk op en neer in ritmische tempo, en d’r haren lijken te dansen op een zuchtje wind. Donker. De maan die eerder zo’n fel, bijna angstaanjagend wit, licht verspreidde lijkt te zijn gedoofd. Waar ik eerder iets, of iemand of iets van een ontblote rug kon onderscheiden, zal ik dat nu op de tast moeten doen. Verkeerde moment. Ik blijf roerloos liggen, wetende dat alles wat er nu zal voorvallen in een opwelling zal gebeuren. Verkeerde vrouw.

De wekker tikt het volgende uur in. 4uur. In het weinige licht van de in rode neon verlichte cijfers kan ik de ruimte eens goed in me opnemen. De vluchtige blikken van gisteravond waren niet voldoende om nu goed te weten waar te bevinden. Een akelig kippenvelgevoel kruipt van achterlangs over mijn rug, via mijn nekharen, richting armen en benen. Muren bedekt met glanzende voorwerpen. Scherp, maar niet allemaal. Zelfs het eerste ‘ding’ hangt verder dan het oog kan reiken in combinatie met zwak neonlicht. Het is onmogelijk te zien wat er nu precies alle muren lijkt te behangen. Verkeerde plek. Deze nacht lijkt steeds langer te duren. Hoe kan ik hier rustig liggen na alles wat er gisteravond is voorgevallen. Flits. Foute mannen met enorme bakkebaarden, geniepige lachjes, maar vooral een knappe dame. Krullend bruin haar. Mooi dansend. Ze werd eerder lastig gevallen door een van dat schorriemorrie. Afgezakte broeken, half afgesloft aan de onderhand met rafels en overal vlekken. Een harde doffe knal. Flits. Terug in de kamer waar ik nu al minstens anderhalf uur zit te zitten. Onder de dekens, kussen in de rug om het alsnog wat comfortabel te maken. De maan is terug, maar lijkt zich wat te verschuilen achter fladders wolkenmassa’s die voorbijtrekken. Door de opening tussen de

wapperende gordijnen valt het maanlicht nu telkens op andere plekken. Ze heeft zich omgedraaid, waardoor ook haar onderlichaam zichtbaar wordt. Deels bedekt onder iets dat een afgegleden nachtjapon moet zijn geweest. Witgrijze vlekjes glijden nu over haar ontblote glanzende benen. De afgesneden bandjes en het uit gelubberd kant van de roodzwarte japon worden nu in spotlights uitgelicht. Zwart weer. Haar hand lijkt akelig rood in dit magistrale steeds witter wordende licht. De plek waar ze hem zachtjes op haar lichaam laat rusten lijkt even rood en wat paarskleurig te zijn. Flits. Harde klappen die angstaanjagend terugkaatsen, doffe stemmen en bulderend gelach. Een kleine ruimte. Afgestompte stenen aan weerszijde, hier en daar wat vochtig of besmeurd met een dikke overlappende laag graffiti . Natte, plakkerige vloer met plasjes water. Weer klappen. Flits. Donkere kamer, nog verder afgegleden nachtjapon. Ze lijkt wat onrustig in haar slaap. Stilte. Mijn hand reikt naar daar waar ik mijn telefoon had gelaten. Het nachtkasje, dacht ik. Iets scherps prikt akelig in mijn aftastende hand. Opvallend rode bloeddruppeltjes steken zich akelig af tegen het witte maanlicht. Scherven. Verkeerd.

D

.29 IN DE SPOTLIGHT

Page 30: Oogetuige-Magazine

Vergelijk het met een half

lauwe pizza, misschien niet

te vreten, maar meestal toch

lekker. Nou, ‘Copy en

Concept, prikkels voor

reclamemakers’, hele mond

vol, is zo’n boek. Voor de

beginnende

communicatiedeskundige

onmisbaar dus. Waarom?

Door alle

praktijkvoorbeelden,

heldere, maar bekende

cases (vandaar die pizza),

word je gelijk betrokken. Het

geeft je inspiratie, laat je

anders denken om je

vervolgens te dwingen het

vanaf dan anders te doen.

En als beelddenker zijn de

afbeeldingen natuurlijk verre

van vervelend. Nou, een

boek waar ik met gemak

meer voor neer had willen

leggen.

Als logokwijler mag je meer

dan eens je toetsenbord

drogen. De boosdoener,

Shebanian. Het Blog van

Shebanian, de naam voor

het gemak niet uitspreken, is

er eentje die je op de

automatische piloot iedere

dag checkt. Waarom? Daar

staan duidelijk en helder alle

logo-veranderingen op een

rijtje, met een kleine uitleg

erbij over het hoe en wat.

Dat die soms niet altijd even

sterk zijn, tot daar aan toe.

Het ‘deskundige oordeel van

‘Shebanian’ is vaak wat

braafjes en té beschrijvend.

Organisaties staan echt niet

met de mattenklopper klaar

na woorden die niet ‘Ja’ en

‘Amen’ zijn. Denk ik dan.

Maar verder, dikke duim

hoor!

ONGEZOUTEN MENING. MAAR DAT MAAKT HET TOCH

IEDERE IEDERE KEER WEER ANDERS.

DEZE MAAND IN ’MOET JE ZIEN: ‘COPY & CONCEPT, PRIKKELS

V

MOET JE ZIEN!

COPY & CONCEPT0

DOOR WIE?

BERT THOBOKHOLTO

BARRY DE WAALO

MARTIN WESTBEEKo

VOOR HOEVEEL?

45€O

SHEBANIAN-BLOG0

SHEBANIAN.COM/BLOG

MOET JE ZIEN

.30

HET ADVIES DAARNA IS OOK ALTIJD HETZELFDE:

LEZEN ZUL JE

VOOR RECLAMEMAKERS’ EN HET SHEBANIAN BLOG.

HET IS HEEL SIMPEL, IEDERE MAAND TREF JE HIER HETZELFDE, EEN

Page 31: Oogetuige-Magazine
Page 32: Oogetuige-Magazine

JA LEUK, DIE SPREEKWOORDEN EN GEZEGDES, MAAR WAAROM? ZO GEK ALS

EEN DEUR? IS DIE DEUR GEK DAN? OF KAN ‘IE DAT ÜBERHAUPT WEL ZIJN.?

NEE TOCH! VANDAAR DEZE MOODSWINGS! ZIE HET ANDERS.

Page 33: Oogetuige-Magazine

.33

Page 34: Oogetuige-Magazine

.34

Page 35: Oogetuige-Magazine

EN BEVIELEN MIJN ‘OGEN’? JA!? GRIJP DAN NU JE KANS

OM JE TE ABONNEREN! WAAROM? OMDAT JIJ TOCH

OOK OVERAL GETUIGE VAN WIL ZIJN!

JA, IK WIL HET MET EIGEN OGEN ZIEN

NAAM ADRES

POSTCODE/ PLAATS

GEBOORTEDATUM

E-MAILADRES

Page 36: Oogetuige-Magazine

TEKSTREDACTIE

MARTIJN VAN GERWEN

ART DIRECTOR

MARTIJN VAN GERWEN

DRUK

PUNTSCHERP