ONZE OK Meekijken Met els van eeuwijk-van Rooij van het ... 02-2017.pdfMagazine voor...

32
Magazine voor operatieassistenten en anesthesiemedewerkers NR. 2 / mei 2017 / JAARGANG 12 > VERSLAG LVO-CONGRES 2017 > CREW RESOURCE MANAGEMENT ONDERZOCHT > NIEUWE APPARATUUR, EN NU? ONZE OK MEEKIJKEN MET ELS VAN EEUWIJK-VAN ROOIJ VAN HET MáXIMA MEDISCH CENTRUM

Transcript of ONZE OK Meekijken Met els van eeuwijk-van Rooij van het ... 02-2017.pdfMagazine voor...

  • Magazine voor operatieassistenten en anesthesiemedewerkers

    NR. 2 / mei 2017 / JA ARGANG 12

    > VeRslAG lVO-cONGRes 2017

    > cRew ResOuRce mANAGemeNt ONdeRzOcht

    > Nieuwe AppARAtuuR, eN Nu?

    ONZE OK Meekijken Met els van eeuwijk-van Rooij van het MáxiMa Medisch centRuM

  • Personalized Pressure™

    Technology

    www.zimmerbiomet.nl

    1. Olivecrona C, Ponzer S, Hamberg P, Blomfeldt R. Lower Tourniquet Cuff Pressure Reduces Postoperative Wound Complications After Total Knee Arthroplasty. Journal of Bone & Joint Surgery; 94; 2216-21

    2. Worland, RL; Arredondo, J; Angles, F; Lopez-Jimenez, F; Jessup, DE: Thigh pain following tourniquet application in simultaneous bilateral total knee replacement arthroplasty. J Arthroplasty. 12(8):848 – 52,1997.

    3. Noordin S, McEwen JA, Kragh JF Jr, Eisen A, Masri BA. Surgical tourniquets in orthopaedics. J Bone Joint Surg Am. 2009 Dec;91(12):2958-67.

    The only tourniquet system on the market with a calculated response for Personalized Pressure Technology. No two patients are the same – that’s why our market-leading tourniquet system treats every patient with precise, Personalized Pressure Technology.

    No two patients are the same

    A.T.S.® 2200 & A.T.S.® Tourniquet Systems

    • Delivers minimum tourniquet pressure at a specific

    time, with a specific cuff for a specific patient limb

    • Lower tourniquet cuff pressure reduces post-operative

    wound complications after TKA1

    • Applying lower tourniquet pressure has been

    found to result in less post-operative pain2

    • Personalized Pressure Technology helps

    minimise the risk of nerve-related injuries3

  • Personalized Pressure™

    Technology

    www.zimmerbiomet.nl

    1. Olivecrona C, Ponzer S, Hamberg P, Blomfeldt R. Lower Tourniquet Cuff Pressure Reduces Postoperative Wound Complications After Total Knee Arthroplasty. Journal of Bone & Joint Surgery; 94; 2216-21

    2. Worland, RL; Arredondo, J; Angles, F; Lopez-Jimenez, F; Jessup, DE: Thigh pain following tourniquet application in simultaneous bilateral total knee replacement arthroplasty. J Arthroplasty. 12(8):848 – 52,1997.

    3. Noordin S, McEwen JA, Kragh JF Jr, Eisen A, Masri BA. Surgical tourniquets in orthopaedics. J Bone Joint Surg Am. 2009 Dec;91(12):2958-67.

    The only tourniquet system on the market with a calculated response for Personalized Pressure Technology. No two patients are the same – that’s why our market-leading tourniquet system treats every patient with precise, Personalized Pressure Technology.

    No two patients are the same

    A.T.S.® 2200 & A.T.S.® Tourniquet Systems

    • Delivers minimum tourniquet pressure at a specific

    time, with a specific cuff for a specific patient limb

    • Lower tourniquet cuff pressure reduces post-operative

    wound complications after TKA1

    • Applying lower tourniquet pressure has been

    found to result in less post-operative pain2

    • Personalized Pressure Technology helps

    minimise the risk of nerve-related injuries3

    NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 3

    colofon

    OK OperatiOneel wOrdt mede mOgelijK gemaaKt dOOr:

    OK Operationeel is het vakblad voor operatieassistenten en anesthesiemedewerkers. Het wordt gemaakt door uitgeverij YPublicaties in samenwerking met de LVO (Landelijke Vereniging van Operatieassistenten) en verspreid onder alle LVOleden. Verdere verspreiding vindt plaats onder alle OKafdelingen in Nederlandse ziekenhuizen, particuliere klinieken en opleidingscentra.

    RedactieHoofdredacteur: Menno Goosen, [email protected]ördinator LVO: Hennie Mulder, [email protected]

    uitgeverijYPublicatiesPostbus 102081001 EE Amsterdam020520 60 [email protected] ook op onze website www.oknieuws.nl

    Uitgever: Ralf BeekveldtEindredacteur: Marloes van HoornBeeldredacteur: Menno GoosenTekstcorrector: Marijn MostartOntwerp: Annelies van TurnhoutOpmaak: Thomson DigitalOpmaakbegeleiding: impaginator.nlDruk: BalMedia

    AdvertentiesCross Media Nederland BV010742 19 [email protected]

    AbonnementenSP AbonneeservicePostbus 1052400 AC Alphen a/d Rijn0172476 [email protected]

    Toezending van OK Operationeel is voor LVO leden onderdeel van hun lidmaatschap. Voor nietleden gelden de volgende abonnementsprijzen: jaarabonnement € 65,50; los nummer € 8,50; abonnement buiten Nederland € 82,50. Alle prijzen zijn inclusief btw en verzendkosten. Prijswijzigingen voorbehouden. Opzegging betaalde abonnementen: schriftelijk, uiterlijk twee maanden voor afloop van de abonnements periode. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd.

    © 2017 OK OperationeelNiets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich aanbevolen.

    ISSN 18726712

    en verder 4 RedActiONeel

    4 Nieuws

    12 ONze OK

    30 lVO-Nieuws

    lVO-cONGRes 2017:‘ON the mOVe’De vroegere operatiezuster

    en de modernste technieken:

    ze kwamen allemaal aan bod op het

    congres van de veertigjarige LVO, met

    als thema ‘on the move’.

    implemeNtAtieOK-techNOlOGieWat gaat goed en wat kan be-

    ter bij de implementatie van

    nieuwe OK-apparatuur? En wat vinden

    operatieassistenten belangrijk? Dit is

    middels een enquête onderzocht.

    cRew ResOuRcemANAGemeNtPromotieonderzoek laat zien:

    crew resource management

    is veelbelovend, maar volledige inte-

    gratie in de dagelijkse patiëntenzorg is

    nog een uitdaging.

    16

    22

    26

    inhoud

  • 4 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017

    Beste lezer,

    Veertig jaar LVO en nog altijd ‘on the move’. Met deze titel op het bomvolle programmaboekje werd begin maart het 31ste LVO-congres gehouden in Ede. Voor studenten Jitte Valckx en Caroline Wid-dershoven was het congres helemaal bijzonder. Zij ontvingen de Young Professional Award voor hun afstudeerscriptie ‘We tellen weer mee!’ over het tel-len van instrumenten en gazen op de OK.

    Een ander bijzonder moment was de presentatie van het tiende en tevens laatste deel van de Werken in de OK-serie. Hennie Mulder, penningmeester van de LVO en bestuurslid media, reikte het uit aan Paul Meijsen, docent operatieve zorg en technieken. Ook Ron op de Weegh van Van Straten Medical ontving een exemplaar voor zijn medewerking aan de serie. In dit nummer van OK Operationeel lees je een uit-gebreid verslag van het congres.

    Verder in dit nummer: chirurg en vlieger dr. Marck Haerkens onderzocht of crew resource manage-ment het functioneren van hoogkritische teams verbetert. Conclusie: het is veelbelovend, maar volledige in-tegratie in de dagelijkse patiëntenzorg is nog een uitdaging.

    We wensen je veel leesplezier!

    Menno GoosenHoofdredacteur OK [email protected]

    Hennie MulderRedactiecoördinator [email protected]

    nieuws

    Het VUmc doet tegenwoordig met levend aortaweefsel onderzoek naar aneurysma’s. Dit levert veel kennis op en dringt het gebruik van proefdie-ren terug. Vaatchirurg in opleiding en onderzoekscoördinator dr. Kak Khee Yeung van het VUmc en haar onderzoeksteam hebben een techniek ont-wikkeld waarmee ze aortaweefsel in kweek meer dan drie maanden buiten het lichaam in leven kunnen houden. Daarnaast creëren ze uit huidbiopten binnen twee weken gladde spiercellen. Deze gladde spiercellen tonen grote gelijkenis met de cellen waaruit de aorta is opgebouwd. In deze spiercellen zoeken de onderzoekers naar nieuwe genetische mutaties die het aneurys-ma kunnen veroorzaken. Dit was eerder niet mogelijk, aangezien deze specifieke genetische mutaties alleen in de gladde spiercellen van de aorta kunnen worden aangetoond.Er wordt al jaren onderzoek gedaan naar de oorzaak van het aorta-aneurys-ma. Bloedonderzoek en onderzoek in dood aortaweefsel heeft echter niet tot een medicijn geleid om aneurysma’s te voorkomen. Om deze reden is onderzoek met levend aortaweefsel erg belangrijk. Momenteel worden er vooral proefdiermodellen gebruikt, zoals genetisch gemanipuleerde muis-modellen met een aorta-aneurysma.Ongeveer 5 procent van de mensen boven de 65 jaar heeft een aneurysma in de buik zonder het te weten. Tot nu toe is een operatie de enige behandeling om te voorkomen dat het aneurysma scheurt.

    OndERZOEK nAAR AORtA-AnEuRYSMA MEt LEVEnd WEEfSEL

    Illu

    stra

    tie:

    Sh

    utt

    erst

    ock

    Tekst: Menno Goosen

  • Hoogwaardigheid in moderne cementeringstechniek

    De snelle en eenvoudige weg naar optimaal botcement

    Bewezen PALACOS® R+G ready-to-mix voor standaard primaire gewrichtsvervangende ingrepen

    Veilige en contactvrije hantering van de cementbestanddelen

    Tijdsbesparend mengen

    PA

    LACOS ®

    PALAC

    OS ®

    DE G

    OU

    DEN STANDAARD

    www.heraeus-medical.com

    1505_4335_AZ_PALACOS_Produkt_OK_Operationeel_215x285_NL.indd 1 06.05.15 10:40

  • Er zijn sterke aanwijzingen dat een borstreconstructie na borstkanker de kans op lymfoedeem van de arm verkleint. Dit blijkt uit het promotie-onderzoek van plastisch chirurg in opleiding Tiara Lopez Penha. Jaarlijks worden ongeveer dertien-duizend vrouwen gediagnosticeerd met borstkanker. Van hen ontwik-kelt 6 tot 43 procent lymfoedeem. Het onderzoek van Lopez Penha laat zien dat lymfoedeem grote impact heeft op de kwaliteit van leven van patiënten, zowel op fysiek als sociaal en psychisch vlak. Veel medische professionals blijken echter lichtvoe-tig met deze complicatie om te gaan.Een borstreconstructie na borstkan-ker kan naar verwachting bijdragen aan het voorkomen van deze com-plicatie. Lopez Penha laat namelijk zien dat bij vrouwen die een borstre-

    constructie ondergaan lymfoedeem minder vaak voorkomt. Daarnaast toont zij aan dat nieuwe chirurgi-sche behandelingen het beschadig-de lymfesysteem wellicht kunnen herstellen. Dat zou bijvoorbeeld kunnen met supramicrochirurgie. Deze techniek zou betere aanslui-tingen kunnen maken van het ve-neuze systeem op het systeem van lymfevaten. Lopez Penha pleit voor verder onder-zoek naar lymfoedeem van de arm na de behandeling van borstkanker. ‘Op dit moment wordt lymfoedeem na de behandeling van borstkanker behandeld met het masseren van de arm en het dragen van een kous, wat voor de patiënt sterk invaliderend is. Hoewel de patiënt is genezen van borstkanker ondervindt zij nog steeds hinder van de behandeling.’

    6 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017

    VOOrbErEidiNg Op OpEratiE mEt Virtual rEality

    Een goede voorbereiding helpt kinderen minder bang te zijn voor een operatie. Het Erasmus MC-Sophia Kin-derziekenhuis start daarom een project waarin virtual reality (VR) wordt gebruikt om de kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden. Jaarlijks ondergaan ongeveer zesduizend kinderen een operatie onder algehele narcose in het Sophia Kinderziekenhuis. Circa 70 procent van de kinderen is angstig voor de ingreep. Ook voor de ouders is dat stressvol. Angstige kinderen zijn vaker onrustig, hui-len meer en werken minder goed mee na de operatie dan kinderen die minder bang zijn. Meer angst leidt ook tot meer pijn na de operatie en mogelijk tot meer pijnstillers dan nodig. Daarnaast herstellen angstige kinderen minder snel van de operatie dan niet-ang-stige kinderen.Onderzoekers van het Erasmus MC willen VR inzetten om kinderen te laten wennen aan ruimtes van het operatiecomplex (wachtkamer, operatiekamer en uit-slaapkamer) en aan de anesthesieprocedure. In de VR-bril ziet het kind dan de ruimtes waar het komt. Ook leggen een virtuele verpleegkundige en een virtuele an-esthesioloog uit wat er gaat gebeuren. De VR-omgeving is realistisch, interactief en kindvriendelijk. Het kind kan zelf de verschil-lende kamers bekijken en dingen ontdekken. De onderzoekers ver-wachten dat kinderen hierdoor meer ontspan-nen de operatie ingaan.

    BORstRecONstRuctie VeRKleiNt KANs Op lymfOedeem

    HEEft u [email protected]

    HEt actuEElstE OK-NiEuws:www.okvisie.nl

    @Ill

    ust

    rati

    e: S

    hu

    tter

    stoc

    k

    Foto

    : Sh

    utt

    erst

    ock

  • Bijna de helft van de multitraumapatiën-ten is tegenwoordig een oudere patiënt. De grootste groep patiënten is tussen de 75 en 90 jaar. Dat is een belangrijke bevin-ding van traumachirurg Koen Lansink, die promoveerde aan de Universiteit van Utrecht. Ouderen hebben bovendien an-dere verwondingen dan jongeren; zij heb-ben vaker letsel aan het hoofd, de borst-kas en de wervelkolom, terwijl buikletsel veel minder vaak voorkomt.Voor zijn proefschrift Trauma Systems, An Era of Development heeft Lansink de gege-vens van bijna zestigduizend patiënten in de periode 2010-2014 geanalyseerd. Hij maakt inzichtelijk hoe de verbetering van het traumasysteem de uitkomst van zorg positief heeft beïnvloed. Zo is de kans op sterfte voor traumapatiënten in een level 1-traumacentrum met 26 pro-cent gedaald. Momenteel overleeft 98 procent van de patiënten een trauma. ‘Dat maakt dat wij onze focus deels moeten verleggen naar hoe de patiënt

    overleeft’, stelt Lansink. Via een vervolg-studie wil hij beter inzicht krijgen in de gevolgen van een trauma.Met zijn proefschrift toont Lansink aan dat de zorg voor de oudere patiënt steeds belangrijker wordt. ‘Het aantal oudere traumapatiënten neemt sneller toe dan de trend van de vergrijzende bevolking.’ Lansink heeft hiervoor een verklaring: ‘Mensen zijn langer actief, hebben meer vrije tijd dan vroeger en verkeren in een betere conditie. Echter, de jaren tellen wel. Daardoor hebben incidenten bij ouderen grotere consequenties dan bij jongeren. Gevolg is dat de komende ja-ren de behoefte groeit naar ziekenhuis-bedden op de afdeling Traumatologie. De trend dat er minder bedden nodig zijn in ziekenhuizen geldt dus niet voor de oudere traumapatiënt.’Lansink vergeleek patiënten die recht-streeks naar een level 1-centrum werden gebracht met patiënten die eerst in een level 2- of 3-ziekenhuis werden opgevan-

    gen en daarna toch werden overgeplaatst naar een level 1-centrum. Uitkomst is dat de kans op overlijden voor de over-geplaatste groep hoger is dan voor pa-tiënten die direct in een level 1-centrum werden behandeld. ‘Op dit gebied is dus nog veel winst te boeken’, aldus Lansink. Hij heeft becijferd dat circa 40 procent van de traumapatiënten niet op de goe-de plek terechtkomt. ‘Dat kan worden verbeterd door de traumazorg verder te concentreren. Door bijvoorbeeld in Nederland één plek aan te wijzen voor de behandeling van levensgevaarlijk ge-wonde patiënten. Die moeten dan met een helikopter worden vervoerd.’Lansink heeft ook onderzocht wat de meest voorkomende doodsoorzaken bij traumapatiënten zijn. Dat zijn neuro-trauma (59,9 procent) en verbloeding (12,9 procent). Lansink: ‘Door de jaren heen zien we een afname van de sterfge-vallen door verbloeding en een toename door neurotrauma.’

    de multitRAumApAtiëNt VeRGRiJst

    NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 7

    nieuws

    Foto

    : Sh

    utt

    erst

    ock

    Tekst: Menno Goosen

  • 8 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017

    ampHia ONdErZOEKt dEliEr bij VaatcHirurgiE EN diKKEdarmKaNKEr

    Steeds meer oudere patiënten ondergaan een operatie. Ook het aantal operaties bij oudere patiënten wegens dikkedarmkan-ker of vaatlijden groeit snel. Chirurg in opleiding Jelle Raats bestudeerde delier na deze operaties voor zijn promotieonder-zoek in het Amphia. Uit het onderzoek van Raats is gebleken dat een delier in 15 procent van de gevallen voorkomt bij 65-plussers die een ope-ratie ondergaan voor vaatlijden of dikkedarmkanker. De kans op overlijden na een delier is groot: 20 procent van de patiën-ten die een delier krijgen overlijdt binnen een halfjaar, tegen 3 procent zonder delier. Opvallend is ook dat de gekozen operatietechniek belangrijk is voor het risico op een delier. Een delier komt minder vaak voor bij patiënten die een laparoscopie bij dikkedarmkanker onder-gaan: 8 procent. Bij de open operaties ontstaat bij 20 procent van de patiënten een delier. Uit het onderzoek kwamen ook factoren naar voren die de kwetsbaarheid van de oudere patiënt beïnvloeden. Dit zijn bij-voorbeeld voeding en diens geestelijke en fysieke conditie. Naar aanleiding van de onderzoeksuitkomsten heeft het Amphia een speciale polikliniek geopend op de afdeling Chirurgie:

    de 70-PLUS poli. Mensen die een dikkedarm- of vaatoperatie moeten ondergaan krijgen ruim van tevoren een compleet pro-gramma om fysiek en mentaal fitter te worden. Het team be-staat uit chirurgen, maag-darm-leverartsen, fysiotherapeuten, diëtisten en geriaters.

    Vanaf 2018 biedt ziekenhuis ZGT hyperbare zuurstoftherapie aan in een zogenaamde ‘hyperbare zuurstofkamer’. Deze kamer is be-doeld voor het behandelen van complexe wonden. Door een com-binatie van hoge luchtdruk en een hoog zuurstofgehalte groeien moeilijk te genezen wonden sneller dicht. Patiënten nemen plaats in een speciaal ontworpen drukkamer. Gedurende het proces wordt de luchtdruk in de kamer verhoogd. Door een kapje ade-men ze zuurstof in. ‘Dit versterkt het weefsel van binnenuit’, aldus vaatchirurg en medisch leider dr. J.G. van Baal. ‘Dat bevordert het genezingsproces van verschillende soorten wonden sterk.’ De hy-perbare zuurstoftherapie biedt uitkomst voor specifieke gevallen van een diabetische voetwond (ulcus), letsel na ernstige infecties of vergiftigingen, huidbeschadigingen na radiotherapie en trauma-letsels. Meerdere specialismen binnen het ZGT zullen gebruikmaken van de hyperbare zuurstofkamer. Momenteel zijn de voorbereidingen in volle gang. Van Baal: ‘Ons centrum voor hyperbare zuurstof-therapie, onderdeel van het centrum voor complexe wondzorg, wordt opgezet in nauwe samenwerking met de collega’s van het

    Admiraal De Ruyter Ziekenhuis in Goes. Zij hebben door jarenlan-ge ervaring grote expertise opgebouwd met hyperbare zuurstof-therapie. Wij lopen landelijk voorop met kennis en kunde over de behandeling van de diabetische voetwond. Door uitwisseling van expertise gaan wij de complexe wondzorg voor onze patiënten nog verder verbeteren.’

    ZGT introduceert hyperbare zuurstoftherapie voor wondbehandeling

    Op de foto: Chirurg in opleiding Jelle Raats.

    Op de foto: Binnenzij-

    de van de IHC Hytech

    hyperbare zuurstofka-

    mer, gesitueerd in het

    Admiraal De Ruyter

    Ziekenhuis, Goes.

    Foto

    : Am

    phia

  • Een gebroken scafoïd, een botje net onder de duim, is moeilijk te behandelen. Twee-dimensionale beelden van de breuk zijn na-melijk onbetrouwbaar. Daarom ontwikkel-de onderzoeker in het AMC Paul ten Berg een 3D-techniek gebaseerd op CT-beelden. Dat heeft geleid tot nieuwe inzichten over scafoïdfracturen.Een gebroken scafoïd is een van de meest voorkomende botbreuken in de pols. Vaak geneest een dergelijke breuk niet goed, wat kan leiden tot een chronische fractuur waar-bij het bot vervormt. Voor een handchirurg is de ernst hiervan vaak moeilijk te beoordelen

    op basis van tweedimensionale beelden. Het is onduidelijk hoe deze gecorrigeerd moeten worden om bruikbaar te zijn bij een operatie. Ten Berg ontwikkelde samen met de af-delingen Biomedical Engineering and Physics en Plastische, Reconstructieve en Handchirurgie een nieuwe 3D-techniek gebaseerd op CT-beelden. Hiermee is de ver-vorming beter te bekijken en te meten. Ten Berg ontdekte ook dat de botfragmenten in een chronische scafoïdbreuk in een vast patroon vervormen. Er ontstaan extra bot-uitsteeksels: osteofyten. Om het bot in de oude staat te krijgen, moet de chirurg de

    botfragmenten op de goede plaats zetten en de osteofyten geheel of gedeeltelijk ver-wijderen. Hoe langer het duurt voordat hij opereert, hoe erger de vervorming is en hoe groter de kans op artrose in de pols.

    3d-BeeldeN helpeN BiJ heRstel pOlsBOtJeIll

    ust

    rati

    e: S

    hu

    tter

    stoc

    k

    NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 9

    nieuwsTekst: Menno Goosen

    Dagchirurgie valt patiënten vaak tegen

    Een operatie waarbij de patiënt dezelfde dag naar huis kan, blijkt veel mensen zwaarder te vallen dan ze vooraf verwachtten. Dat concludeert anesthesioloog Björn Stessel in zijn proefschrift Patient centered care after day surgery: scope for improvement. Uit zijn studie blijkt onder meer dat slechts 17 procent van de patiënten vier dagen na een dagbehandeling goed hersteld is. Een derde van de patiënten met matige tot ernstige pijn verzuimt daar-naast geheel of gedeeltelijk pijnstillende medicatie te nemen. ‘Die zorg kan dan ook veel beter’, aldus Stessel. ‘Goede voorlich-ting is daarbij van essentieel belang.’Meer dan de helft van alle operaties vindt tegenwoordig plaats in een dagbehandeling. Stessel verrichtte zijn onderzoek bij meer dan duizend patiënten die verschillende chirurgische ingrepen in dagbehandeling ondergingen. Vier dagen na de operatie werden de kwaliteit van herstel en de mate van pijn vastgesteld.

    De resultaten bleken weinig positief. Bij het verwijderen van de galblaas bleek bijvoorbeeld geen enkele patiënt goed hersteld te zijn; bij 65 procent was zelfs sprake van een slecht herstel. En ook een schouderoperatie of een op het eerste gezicht eenvoudi-ge ingreep zoals het verwijderen van schroeven en plaatjes liet vaak een slecht herstel zien. Een laryngoscopie of hysteroscopie bleek patiënten dan wel weer mee te vallen.Veel patiënten rapporteerden vier dagen na de dagbehandeling tevens matige of hevige pijn. Schouder-, bot- of tandoperaties vielen in negatieve zin op, evenals weer het verwijderen van schroefjes. Stessel onderzocht hoe trouw deze patiënten hun voorgeschreven medicatie namen. Bijna één van de drie mensen neemt de pijnstillers niet volgens voorschrift; een gedeelte ver-zuimt de medicatie volledig te nemen. ‘Reden te meer om de kwaliteit van herstel en pijnbestrijding na dagchirurgie te ver-beteren’, zegt Stessel.De promovendus werkte aan een model om te voorspellen welke patiënten de grootste kans lopen op matige tot hevige pijn. ‘Bij deze mensen kun je extra maatregelen nemen’, zegt Stessel. ‘Zo kun je ze beter opvolgen door meer contactmomenten in te plannen of hun hulpmiddelen bieden om het slikken van pijn-medicatie te verbeteren.’ De promovendus werkt momenteel ook aan het verbeteren van de pijnmedicatie zelf: ‘De gouden standaard is nu een combina-tie van paracetamol en ontstekingsremmers, zoals ibuprofen. Vanwege eventuele bijwerkingen van laatstgenoemde middel is dit niet de meest ideale combinatie. We zoeken nu naar betere alternatieven. Alles met als doel om de zorg na dagchirurgie te verbeteren.’

  • 10 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017

    Het UMC Utrecht is gestart met een nieuwe behandeling na een operatie vanwege slokdarmkanker. Patiënten worden gestimuleerd om dezelfde avond nog te starten met oefeningen in

    bed en iets te eten. De dag na de opera-tie worden patiënten al daadwerkelijk uit bed gehaald. Uit onderzoek blijkt dat patiënten dan sneller herstellen en tot 30 procent minder kans hebben op complicaties.Patiënten die een operatie ondergaan vanwege slokdarmkanker worden nor-maal gesproken tijdens en na de ope-ratie beademd, krijgen een voedings-sonde en verblijven enkele dagen op de intensive care. Vaak blijven deze patiën-ten ongeveer twee weken in het zieken-huis, waarna zij verder thuis herstellen. Door de nieuwe manier van behandelen kunnen patiënten vijf tot zeven dagen eerder naar huis. Juist de behandelingen uit voorzorg, zo-als het beademen van een patiënt, zorg-den nogal eens voor complicaties, zoals een longontsteking. Oncologisch chirurg professor Richard van Hillegersberg: ‘In een aantal buitenlandse ziekenhuizen hebben ze veel ervaring met het achter-wege laten van behandelingen “uit voor-zorg”. Dat leverde een sterke daling van het aantal complicaties op.’Inmiddels zijn in het UMC Utrecht en-kele patiënten op deze manier geope-reerd. Ze worden bijvoorbeeld al op de operatiekamer van de beademingsappa-

    ratuur gehaald. Ook krijgen patiënten dezelfde dag nog iets te eten aange-boden in de vorm van een ijsje in plaats van sondevoeding. Verpleegkundig spe-cialist Carlo Schippers: ‘Dat was twee jaar geleden ondenkbaar. We doen van alles om patiënten na zo’n lange ope-ratie rustig te laten herstellen. Nu blijkt dat het lichaam prima in staat is om te herstellen zonder al die “onnodige ingrepen”. De belangrijkste winst voor patiënten is minder complicaties en sneller herstel.’Patiënten volgden al een programma waardoor ze zo fit mogelijk startten met de operatie. Schippers vindt dit een waar-devolle aanvulling. ‘Patiënten kunnen vijf tot zeven dagen eerder naar huis, om daar verder te herstellen. Hoewel het zwaar is om direct na een operatie uit bed te moeten komen en oefeningen te doen, horen we van patiënten terug dat ze het als prettig ervaren zelf ook een bijdrage te kunnen leveren aan een op-timale behandeling en optimaal herstel.’Jaarlijks krijgen ongeveer 2500 patiënten de diagnose slokdarmkanker. Dit aantal neemt nog steeds toe. Van deze groep patiënten komt ongeveer een derde in aanmerking voor een operatie gericht op genezing.

    heRstel NA slOKdARmKANKeROpeRAtie KAN sNelleR

    Illu

    stra

    tie:

    Sh

    utt

    erst

    ock

    OK Nieuws en OKBlog gaan als naam verdwijnen, maar blij-ven qua inhoud bestaan. Beide websites fuseren tot het nieuwe platform. De nieuwe website is te vinden op www.okvisie.nl.

    OK nIEuWS En OKBLOG fuSEREn tOt OK VISIE

  • Foto

    : Sh

    utt

    erst

    ock

    NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 11

    nieuws

    cOGNitieVe AchteRuitGANG NA heRseNOpeRAtie te VOORspelleN

    Communicatiepatronen in de hersenen kunnen cognitieve problemen één jaar na een hersenoperatie voorspellen. Dit blijk uit onderzoek van het VUmc CCA/Hersentumorcentrum, Amsterdam Neuroscience en het VUmc MEG-centrum.Bij primaire hersentumoren of (andere) hersenbeschadigingen die epilepsie veroorzaken wordt vaak gekozen voor resectie. Soms ontstaan na deze ope-ratie cognitieve problemen, bijvoorbeeld geheugenverlies, die voorafgaand aan de operatie nog moeilijk te voorspellen zijn. Het onderzoek liet zien dat een abnormale toename van communicatie in de hersenen wijst op toekomstige cognitieve achteruitgang. Vooral die tussen de hubs, de meest verbonden gebieden. Als er een beschadiging ontstaat in de hersenen, wordt de communicatie omgeleid en kan een te grote druk op de hubgebieden ontstaan. Die veroorzaakt uiteindelijk cognitieve problemen.Het Nederlandse spoorwegnet biedt een mooi voorbeeld van deze theorie. Stel je een defecte trein tussen Apeldoorn en Deventer voor, waardoor ande-re treinen tussen deze stations worden omgeleid. Dit veroorzaakt een toe-name van treinverkeer naar omliggende treinstations als Arnhem, die mo-gelijk tot vertraging van de regulier geplande treinen in allerlei richtingen leidt. Als de defecte trein nu was gestrand tussen bijvoorbeeld Amsterdam Centraal en Utrecht Centraal, kan zich nog een veel groter, sneller patroon van vertraging en uitvallende treinen ontwikkelen.Voor de studie ondergingen 28 patiënten met een hersenbeschadiging voor-afgaand aan hun operatie magneet-encefalografische opnames. Daarmee werd een unieke registratie van de hersenactiviteit gemaakt. Hun cognitief functioneren werd getest met een neuropsychologisch onderzoek preope-ratief en één jaar postoperatief. Een toenemende communicatiedruk op de hubs bleek te kunnen voorspellen welke patiënten cognitieve problemen ontwikkelden na de operatie. Deze resultaten moeten nog worden bevestigd in groter onderzoek dat het VUmc Hersentumorcentrum reeds heeft opgezet. Mogelijk wordt in de toekomst hersenactiviteit als voorspeller meegenomen in de beslissing om wel of niet te opereren, of wordt bijvoorbeeld geprobeerd de hubregio’s te sparen bij een operatie.

    Chirurg-oncoloog Jeroen Vogelaar identificeerde voor zijn promotieonderzoek welke risicofactoren een mo-gelijke terugkeer van darmkanker beter kunnen voor-spellen. Hij baseert zijn proefschrift op jarenlang on-derzoek onder honderden darmkankerpatiënten met stadium 2-darmkanker bij wie geen uitzaaiingen in de lymfeklieren waren vastgesteld.Momenteel bepalen voornamelijk uitzaaiingen in de lymfeklieren of er na een darmkankeroperatie nabe-handeling met chemotherapie volgt. In de praktijk blijkt echter dat bij 15 tot 30 procent van de patiënten de ziekte binnen vijf jaar terugkeert, terwijl er in eerste instantie geen sprake was van uitzaaiingen in de ver-wijderde lymfeklieren.Vogelaar richtte zich in zijn onderzoek daarom op het identificeren van risicofactoren die een mogelijke terugkeer van de ziekte kunnen voorspellen. Hij keek naar klinische, pathologische en moleculaire factoren van tumoren in de dikke darm, bijvoorbeeld het aantal lagen van de darmwand waarin de tumor groeit en de aanwezigheid van een perforatie. Het blijkt dat de kans op terugkeer van darmkanker bij de aanwezigheid van twee of meer risicofactoren net zo groot is als de kans op terugkeer bij uitzaaiingen. ‘Het aantal risicofactoren is daarom iets voor de behandelaar om mee te wegen in de besluitvorming’, concludeert Vogelaar. ‘Mogelijk is het in sommige gevallen toch verstandig om na te behandelen met chemotherapie, ook al zijn er geen uitzaaiingen.’ Vogelaar deed in zijn proefschrift eveneens onderzoek naar een nieuwe methode om lymfeklieren te onder-zoeken. De eerste uitkomsten hiervan zijn hoopge-vend. Daarnaast onderzocht hij de rol van anesthesie bij een operatie op een tumor in de dikke darm. Op beide gebieden is nog aanvullend onderzoek nodig.

    Onderzoek verbetert prognose darmkanker

    Tekst: Menno Goosen

    Foto

    : Sh

    utt

    erst

    ock

  • NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 13

    onzeok

    wiE: Els van Eeuwijkvan Rooij.wat: Allround operatieassistent en langst zittend LVOlid. waar: Máxima Medisch Centrum, een groot perifeer ziekenhuis waar 23.000 ingrepen per jaar plaatsvinden op locaties Veldhoven en

    daarnaast Eindhoven, met voornamelijk electieve ingrepen en in het

    weekend gesloten.

    Wij zijn trots …… dat ons ziekenhuis nieuwe ontwikkelin-gen snel oppikt. Als personeel worden we daar nauw bij betrokken en samen probe-ren we ze vorm te geven. In het begin is er regelmatig wat tegengas, maar dat werkt stimulerend en uiteindelijk zet iedereen zijn schouders eronder. De fusieperiode – het Diaconessenhuis en Sint-Josephzieken-huis fuseerden in 2002 tot het Máxima Me-disch Centrum – was een zware tijd, vooral vanwege het enorme cultuurverschil. Maar inmiddels hebben de meesten van ons hun draai gevonden en werken we met veel plezier op beide locaties. De samenwerking met de collega’s van de anesthesie is ook iets om trots op te zijn.

    Na 43 jaar op de OK … … werk ik nog steeds met veel plezier. We hebben een prachtig vak. Door alle nieuwe

    ontwikkelingen, de afwisseling, de mensen en het teamgebeuren blijft het een uitdaging. Mijn belangrijkste doel is een leerzame en gezellige samenwerking, want een operatieassistent doet veel meer dan instrumenteren, assisteren en omlopen. Samen met je collega’s iets neerzetten waar je trots op bent geeft enorm veel energie.

    LVO-lid …… ben ik al sinds de oprichting van de vereniging in 1977. Ik vind het belangrijk om georganiseerd te zijn, omdat een beroepsvereni-ging zitting heeft in landelijke besprekingen. We hebben pas een beroepsprofiel sinds 2012 en er moet nog heel veel gebeuren.

    We beginnen ’s morgens ...… met een kopje koffie en een gezamenlijke briefing. Die betreft vooral wijzigingen in het programma, bijzonderheden, zieken en knelpunten. Op alle OK’s wordt voorafgaand aan elke sessie het programma even kort doorgesproken. Dit om verrassingen en onnodig oponthoud te voorkomen. Het gehele team is hier-bij aanwezig. Ik moet eerlijk zeggen dat de anesthesie dit goed voorbereidt. Helaas denken sommige operateurs nog te veel per

    ingreep, terwijl wij juist wat zaken voor-uit willen regelen. Het begint natuurlijk al met een goede omschrijving van de ge-plande ingreep. Dat vraagt wat extra aan-dacht van de operateur, want ingrepen zijn standaard gekoppeld aan coderingen. De briefing aan het einde van een sessie schiet er nog wel eens bij in, maar als er iets is voorgevallen wordt daar zeker tijd en ruimte voor gemaakt.

    Tekst: Marloes van Hoorn

    Foto’s (inclusief cover): Ivonne Zijp

    Meekijken met Els van Eeuwijk-van Rooij van het Máxima Medisch Centrum

  • 14 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017

    We blijven bij door …... congressen, symposia en zelfstudie. Ook worden er tijdens de anesthesistendagen bij-scholingen georganiseerd. Het registreren van bevoegdheden en het bekwaam zijn wordt steeds belangrijker. Het ziekenhuis hanteert daarvoor een kwaliteitspaspoort. Momenteel ben ik samen met een paar col-lega’s als assessor bezig om de handelingen van bekwaamheid vast te leggen. We nemen ook praktijktoetsen af. Voor ons vak ligt daar nog heel veel werk, want het betreft nu BIG-geregistreerde handelingen, die voor de ope-ratieassistent nog niet zijn uitgewerkt. Momenteel doorlopen we ook een traject van Medsim, met multidisciplinaire team-trainingen gericht op menselijke factoren als vaardigheid, gedrag en communicatie.

    Doorlichten …... doen wij als operatieassistenten in prin-cipe niet. Het komt soms voor dat twee ka-mers tegelijk röntgen nodig hebben terwijl er geen extra laborant beschikbaar is. Er zijn operateurs met een speciale röntgen-aantekening, en onder hun verantwoorde-lijkheid wordt er dan wel eens op de knop gedrukt. De röntgenlaborant zorgt tussen-door wel voor de juiste instelling.

    In de toekomst ……. blijft het allroundschap hopelijk bestaan en gaan ook de vakcoördinatoren rouleren. Om ieders vaardigheden op peil te houden is een goede personele planning natuurlijk wel van belang. Als iedereen in beweging blijft, creëer je een vorm van gelijkwaardigheid die de motivatie en de samenwerking op de af-deling ten goede komt. De mensen zijn dan flexibeler en worden steeds opnieuw uitge-daagd. Dat leidt uiteindelijk tot meer kwali-teit. Toch wordt specialisatie steeds vaker be-sproken. De operatieassistent krijgt in zo’n situatie echter steeds meer taken toebedeeld. Ik vraag me af: in hoeverre gaan wij daarin mee? We worden nog steeds breed opgeleid, hebben nog steeds te maken met algemene ziekenhuizen en bijna overal draaien we dienst voor alle specialismen. Volgens mij is het antwoord hiermee gegeven. ■

    De stopmomenten …… worden bij elke ingreep consequent gehanteerd. Ook hierin neemt de anesthesie het voortouw. Het gehele operatieteam is hier-bij aanwezig. Sommige operateurs moeten we nog steeds aan hun jas trekken, maar iedereen neemt de stopmomenten heel serieus. De patiëntveiligheid staat hierbij centraal, maar een goede com-municatie op deze momenten kan onnodige deurbewegingen voorkomen. De grote programma’s met de kortdurende ingrepen vragen extra aandacht.

    Elk specialisme …… heeft vaste vakcoördinatoren. Zij zorgen voor de zichtzendingen, de speciale bestellingen en het opleiden van de leerlingen. Ook controleren zij ruim van tevoren de programma’s. Slechts een paar mensen zijn geclusterd. De rest is allround. Zelf heb ik heel bewust altijd gerouleerd, ook als vakcoördinator. Dat heeft me een goede basis opgeleverd, die ik nu als parttimer goed kan gebruiken.

    Ondanks onze zelfsturende teams …… is er wel iemand nodig die het overzicht houdt. Helaas is de leiding van de OK steeds meer belast met ziekenhuisbrede taken, waardoor zij steeds verder van de werkvloer af komt te staan. De operatieassistent krijgt ook steeds meer neventaken zoals de per-sonele planning, het dienstrooster en allerlei commissies.

    Werkbesprekingen …… waren niet verplicht, maar dat is veranderd omdat vaak dezelfde mensen aanwezig zijn. We moeten voortaan drie van de vier be-sprekingen aanwezig zijn.

    Aflossen …… gebeurt in overleg. Vanwege de deurbewegingen streven we naar aflosvrij werken. De formatie is daarop aangepast. Op dit moment worden er in Eindhoven drie operatieassistenten per kamer inge-deeld en wordt er alleen tussen de ingrepen door afgelost of gewis-seld van team. Degene die buitenomloop is zorgt dat alle bijkomen-de zaken geregeld worden en zet klaar voor de volgende dag. Hier kunnen we nog wel in groeien, want even helpen op een andere kamer kan soms handig zijn. Overzicht houden en met elkaar com-municeren blijft belangrijk. Op locatie Veldhoven is aflosvrij werken gezien de duur van de ingrepen niet altijd haalbaar, maar een goede afstemming met de anesthesie scheelt zeker deurbewegingen.

    IeDeReen neeMT De STOpMOMenTen Heel SeRIeuS

  • A eiding, onderbrekingen en hoge werkdruk z n risicofactoren die kunnen leiden tot identi catie problemen en medische fouten.

    Door snel en zonder veel omslag belangr ke informatie vast te leggen op polsbandjes en medische labels, kan de TD-2130NHC de werkdruk van medisch personeel verlagen en de patiëntveiligheid verbeteren. Het biedt ziekenhuizen en zorgorganisaties tevens de mogel kheid om kosten te besparen, omdat er in tegenstelling tot de meeste concurrerende producten, zowel polsbandjes als labels afgedrukt kunnen worden met dezelfde machine.

    f ciëntEeiligV enPersoonl ke polsbandjes

    en labels printen op elke gewenste locatie -

    Dat is ef ciënt !

    Medische fouten voorkomen dankz het printen van barcodes -

    Dat is veilig !

    De machine kan als een mobiele printer op een verplaatsbare trolley gebruikt worden, of eenvoudig gekoppeld worden aan een vast werkstation.

    Volledig mobiel inzetbaar

    De TD-2130NHC kan gebruikt worden in combinatie met gespecialiseerde TrustSense ™ materialen van PDC, speciaal ontwikkeld voor de zorgsector. Binnen het assortiment is een ruime keuze aan diverse polsbanden en verschillende label formaten.

    Compatibel met TrustSense ™

    Meer info:brother.nl

    Verbeter de patiëntveiligheid met persoonlijkepolsbandjes

    VISIE

    OK Visie: dé portal voor de OK

    Het platform voor iedereen die op de OK werkt! Met het laatste nationale - en internationale OK nieuws, blogs, vacatures en evenementen. Kom in contact met je collega's in binnen - en buitenland.

    OK Visie: het nieuwe OK-platform, de fusie van OK Nieuws en OKBlog.

    Meld je nu aan voor de nieuwsbrief!

    www.okvisie.nl

  • 16 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017

    veertig jaar lvo en nog altijd ‘on the move’. Met deze titel op het

    bomvolle programmaboekje werd begin maart het 31ste lvo-

    congres gehouden in ede. er is de afgelopen veertig jaar veel in

    de vereniging gebeurd, zo blijkt al bij de opening. Maar ook de

    toekomst zal bruisend zijn.

    Jaarcongres 2017

    lVO VeeRtiG JAAR ‘ON the mOVe’

  • Werken volgens telprotocol Meer ziekenhuizen dan voorheen werken met een geaccor-deerd telprotocol, ontdekten winnaars van de Young Profes-sional Award 2017 Jitte Valckx en Caroline Widdershoven. Kijk zelf maar:

    Jaartal Percentage OK’s in Nederlandse ziekenhuizen

    Gazen

    2016 98%

    2006 93%

    Instrumenten

    2016 53%

    2006 47%

    Hechtnaalden

    2016 89%

    2006 25%

    NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 17

    Tekst: Ingrid lutke

    Schipholt

    Foto’s: Guus pauka

    Na de voordracht van Els volgt een film over veertig jaar LVO. Dan roept Ger Creemers, die de volgende dag tot voorzitter van de vereniging zal worden gekozen, alle leden van het bestuur en van de LVO-commissies op het podium. Nu weten de honderden aanwezigen in de zaal wie het werk in de vereniging verzetten.

    OmgaaN mEt druK Daarna is er de voordracht van ex-rol-stoeltennisster Esther Vergeer. Zij vertelt hoe ze dealt met kracht en kwetsbaarheid. Op haar zesde bleek ze een aangeboren bloedvatenafwijking bij haar ruggenmerg te hebben. Tijdens een operatie brak een hechtnaald af, waarna een stuk in haar rug bleef zitten. Ze kwam in een rol-stoel terecht. Door het metaaldeeltje in haar rug kon ze niet gebruikmaken van beeldvormende technieken zoals MRI. Dit bemoeilijkte de diagnostiek en het beloop van haar ziekte. Om zich heen ziet Esther vaak dat gehan-dicapte kinderen worden gepamperd. ‘Hun jas wordt voor hen opgehangen, terwijl ze

    Het congres van de veertigjarige LVO wordt afgetrapt door Els Eeuwijk-van Rooij (zie ook de rubriek ‘Onze OK’ op pagina 12). Zij is het langst zittende lid van de vereniging. Aan de hand van geprojecteerde foto’s vertelt zij over de ontwikke-lingen die de LVO en het vak van operatieassistent sinds het begin hebben doorgemaakt. Vaak tot hilariteit van de honderden ope-ratieassistenten in de grote zaal.Eind jaren zestig ontstond er een grote behoefte aan vakbekwaam assisterend OK-personeel, doordat ziekenhuizen zich steeds verder specialiseerden. Er werkten toen nog reguliere verpleegkundigen op de OK. De schaarste aan goed getraind OK-personeel leidde in 1969 tot de eerste opleiding voor operatieassistenten.

    dOKtEr EN ZustErRond 1974 kreeg het beroep operatieassistent zijn eigen status. Het had destijds betrekking op zowel chirurgie als anesthesie. ‘De con-tacten waren zeer formeel’, verhaalt Els. ‘De operateur werd aange-sproken met “dokter” en de operatieverpleegkundige met “zuster”.’ Gelach in de zaal. Net als bij de foto’s van katoenen lakens, ope-ratieschorten en dito mondkapjes.De ontwikkelingen in het vak namen een hoge vlucht. Om de be-langen van operatieassistenten te behartigen richtten drie net af-gestudeerde operatieassistenten in 1977 de LVO op. De eerste jaar-vergadering van de vereniging – die op dat moment 150 leden telde – vond plaats op 10 december 1977. Els vertelt over haar werk in die tijd, toen ook zij LVO-lid werd: ‘Er werd gewerkt met een anesthesieapparaat met weinig ex-tra bewaking. Doeken klemden we vast in de huid. We moesten veel meer zelf doen, zoals naaldendozen schoonmaken en tubes uitkoken. Instrumenten die niet gesteriliseerd konden worden gingen in de Cidex voor ontsmetting. Gevallen instrumenten werden geflambeerd. Alle OK-verslagen werkten we zelf uit op de typemachine. Wel raar, als je bedenkt dat we nu een papierloze OK hebben.’

    gEEN structurElE tElliNgEls vliegt door de decennia heen. Ze vertelt over de verbanning van katoen uit de OK, de komst van disposables en de verbetering van kennis, diagnostiek en instrumentarium. Maar ook over de toene-mende aandacht voor veiligheid. ‘Toen ik begon telde alleen de instrumenterende – op haar eigen manier – de instrumenten en gazen. Later moest er standaard volgens protocol worden geteld en gewogen.’Vooral sinds de jaren negentig is veiligheid een belangrijk onder-deel van het werken op de OK, met als resultaat dat er nu protocol-len zijn, stopmomenten, briefings en het Veilig Incident Melden. Els denkt dat de operatieassistent zal blijven zolang er patiënten zijn. ‘Maar het vak zal wel technischer worden.’

  • 18 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017

    dat best zelf kunnen.’ Esthers ouders pro-beerden haar zo gewoon mogelijk te laten opgroeien.Ze ging op rolstoeltennis en bleek daar goed in te zijn. Over topsporters vertelt ze: ‘Wij presteren 10 procent van de tijd en zijn de rest van de tijd bezig ons te ontwikkelen. Dat is bij jullie net andersom.’ Dan trekt ze de vergelijking met werken op de OK en top-sport. ‘Jullie moeten ook dagelijks omgaan

    met stress, topprestaties leveren en alert zijn’, zegt ze. Ze vraagt wie daarbij mentaal geholpen wordt. Een handvol mensen in de zaal blijkt coaching te krijgen. ‘Ik heb tijdens mijn tennisloopbaan coaching gehad. En nu nog spar ik met iemand. Dat heb ik zelf geïnitieerd. Raar eigenlijk dat wij – jullie en ik – niet standaard mentale ondersteuning krijgen.’Na nog een pleidooi voor het belang van sporten – ook erg goed voor operatieassistenten – beëindigt Esther haar voordracht. Ze hoopt dat de congresbezoekers erbij stilstaan dat ze het leven van patiënten in hun handen gelegd krijgen.

  • Young Professional AwardRon op de Weegh, manager Sales bij van Straten Medical, reikte de Young Professional Award 2017 uit aan Jitte Val-ckx en Caroline Widdershoven, studenten aan de Fontys Hogeschool Mens en gezondheid. Zij ontvingen de award voor hun afstudeerscriptie ‘We tellen weer mee!’ over het tellen van instrumenten en gazen op de OK. Benieuwd naar de scriptie? Stuur een mailtje naar: [email protected].

    De andere genomineerde was Eline van Vliet met haar ‘Troubleshooting bij het gebruik van medische appara-tuur door het gebruik van de app Aurasma op het ope-ratiekamercomplex van het OLVG Oost’. De app is ook te gebruiken voor scholing in het kader van het Convenant Medische Technologie. Je kunt de scriptie bij haar opvra-gen: [email protected].

    De organisatie van de Award roept nu al studenten op om hun scriptie in te sturen voor de Van Straten Medical Young Professional Award 2018. Insturen kan via een mail naar [email protected].

    NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 19

    voor de opleiding hbo-v-technische stroom over telgedrag op de OK. Daarvoor hebben ze het telgedrag op OK’s over de afgelopen tien jaar onderzocht. Het betrof een vervolg op het onderzoek ‘Uitgeteld’ van hun do-cent Paul Meijsen uit 2006. Een van de uit-komsten is dat OK’s in meer ziekenhuizen dan voorheen werken met geaccordeerde telprotocollen (zie het kader bij dit artikel). Verder hebben de studenten gekeken naar het gebruik van innovatieve telmethoden, waaronder RFID (radio-frequency identification ofwel identificatie met radiogolven). Met deze methode worden bijvoorbeeld gazen radiologisch getagd en op afstand geteld. Er zijn al ziekenhuizen die op deze innovatie-ve manieren tellen. Later op de dag zal blijken dat de twee – in-middels afgestudeerde – operatieassisten-ten met hun afstudeerscriptie de Young

    duidElijKHEid OVEr c-bOOgNa het persoonlijke en motiverende relaas van Esther Vergeer is het woord aan Belinda van de Lagemaat. Zij is senior adviseur van de Fede-ratie Medisch Specialisten (FMS), waarbij 32 wetenschappelijke vereni-gingen van artsen zijn aangesloten. Samen met de LVO en nog enkele andere organisaties werkt de FMS aan bekwaamheidseisen voor het bedienen van de C-boog op de OK. Nu is het namelijk nog onduidelijk wie bevoegd en bekwaam is om het apparaat te bedienen. Een docu-ment hierover wordt een dezer dagen afgerond. Alle partijen – onder wie de operatieassistenten – moeten zich dan aan de richtlijn houden. Met de voordracht van Belinda van de Lagemaat eindigt het plenai-re gedeelte van de ochtend. Er zijn twee parallelsessies gepland: één over de Young Professional Award en één over innovatie. Wie een zaal binnenkomt of verlaat moet zijn barcode – die op de toegangs-kaart staat vermeld – laten scannen. Zo wordt geregistreerd wie de sessie bijwoont en daarmee accreditatiepunten krijgt.

    tElgEdrag Op OKJitte Valckx en Caroline Widdershoven trappen de parallelsessie met young professionals af. Zij presenteren hun afstudeerscriptie

  • Uitreiking Werken in de OK deel 10

    Hennie Mulder, penningmeester van de LVO en bestuurslid media, reikte het tiende en tevens laatste deeltje van Wer-ken in de OK uit aan Paul Meijsen, docent operatieve zorg en technieken. Zonder zijn deskundige advies was deze serie niet tot stand gekomen. Ook Ron op de Weegh van Van Stra-ten Medical ontving een exemplaar voor zijn medewerking aan de serie. In dit laatste deel wordt aandacht besteed aan ‘Innovatie op de operatiekamer.’

    20 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017

    Professional Award hebben gewonnen. ‘We vonden het een eer dat wij dit onderzoek mochten doen’, zegt Jitte aan het eind van de dag. ‘We hebben het onderzoek van onze docent Paul Meijsen mogen voortzetten.’ Haar medewinnaar Caroline weet dat het telonderzoek destijds veel aandacht heeft gehad. ‘De LVO-richtlijn “Onbedoeld ach-terblijven operatiemateriaal” is naar aanlei-ding daarvan opgesteld. Het is goed dat we ons er allemaal van bewust zijn dat tellen op de OK nodig is’, zegt Caroline.

    ZwartE dOOs Terwijl de young professionals hun onder-zoeken presenteren is er in de andere zaal eveneens een reeks lezingen te volgen. Bij-voorbeeld van Martijn Kriens, directeur Business Development AHTI, die pleit voor een zwarte doos op de OK. Hij maakt een vergelijking met de zwarte doos in vlieg-tuigen. De zaal staat nogal wantrouwend tegen-over de komst van een zwarte doos op de OK. Martijn Kriens benadrukt dat de opge-slagen informatie alleen voor onderzoek en veiligheid gebruikt mag worden. Een zeer select en onafhankelijk gezelschap heeft toegang tot die informatie. En relevante gegevens worden gebruikt voor lessen in de toekomst.

    afspraKEN OVEr barcOdEsDaarna is het woord aan José Puiman, se-nior beleidsmedewerker van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Zij vertelt over het document ‘Afspraken een-duidige codering medische hulpmiddelen’. Er zijn wel vijfhonderdduizend typen hulp-middelen, en die moeten allemaal goed worden toegepast. Dus daarvoor moeten heldere regels bestaan. Regels voor sommi-ge hulpmiddelen worden steeds strenger, zoals die voor PIP-borstimplantaten. Maar daarnaast moet er wel ruimte zijn voor in-novatie. Barcodering zorgt ervoor dat een hulp-middel gevolgd kan worden in de hele ke-

    ten van gebruik. Probleem is echter dat niet alles internationaal en uniform is gecodeerd. Er lopen verschillende coderingen door elkaar heen. Het afsprakendocument moet voor eenduidigheid van de coderingen zorgen met de bedoeling dat de veiligheid wordt ge-waarborgd. En dan staat de lunch klaar. In de lunchruimte staan ook allerlei bedrijven met hun producten voor de OK, waaronder apparatuur, ingenieuze disposables en instrumentarium.

    Kruit mOEt EruitOp het middagprogramma staan vier parallelsessies, met als on-derwerpen: thoraxchirurgie, het oog, neurochirurgie en kinder-chirurgie. Bij de sessie over het oog houdt professor Jan Keunen, oogarts in het Radboudumc, een pleidooi voor het verbieden van vuurwerk dat afgestoken mag worden door leken. Hij heeft te veel door vuurwerk veroorzaakt letsel gezien. Zijn lezing heet dan ook ‘Kruit moet eruit’. Jaarlijks zijn er rond oud en nieuw ongeveer 250 vuurwerkslachtoffers, van wie de helft niet afsteker maar omstan-der was. De arts toont foto’s van getroffen ogen en legt uit hoe de

  • NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 21

    wust.’ Dan volgen er veel voorbeelden die laten zien dat de ware toedracht van een overlijden anders blijkt dan je in eerste in-stantie denkt.

    VEiligHEid, VEiligHEid, VEilig-HEidAan het eind van de dag blijkt maar weer dat veiligheid een belangrijke rol speelt in het vak van de operatieassistent. Door de verschillende presentaties heen wordt het belang van ouderwets tellen en wegen duidelijk: bij Els Eeuwijk-van Rooij hoor-den we hoe deze handeling vroeger plaats-vond, bij Esther Vergeer waar een achter-gebleven stuk hechtnaald toe kan leiden en bij twee studenten hoe tellen en wegen tegenwoordig wordt toegepast. Het vak is aan het veranderen en wordt technischer, maar sommige handelingen moeten blij-ven bestaan. ■

    eerste hulp bij een trauma eruitziet. In de meeste gevallen moeten de ogen worden gespoeld.Zijn collega Frank Kerkhoff, oogarts in het Máxima Medisch Cen-trum Eindhoven, schotelt zijn publiek minder heftige beelden voor. Hij legt uit hoe de verschillende operaties bij cataract in hun werk gaan. Zelf verricht hij geregeld de operatie met laser-chirurgie (FLACS). Voordeel hiervan is dat hij twee ogen na elkaar opereert zodat de patiënt tussentijds niet hoeft te wachten. Er zijn wel veel voorwaarden waaraan het OK-team moet voldoen bij twee ingrepen in één patiënt. Zo moet de tafel twee keer worden opgedekt.

    pas Op VOOr tuNNElVisiENa de parallelsessies volgt nog een boeiend plenair gedeelte. Fo-rensisch patholoog Frank van de Goot neemt zijn gehoor mee in de forensische manier van kijken en redeneren. Hij spreekt over suggestie en praktijk in zijn verhaal ‘Hoe de tunnelvisie al-tijd op de loer ligt’. ‘Forensisch denken is in één zin uit te leggen: je beschrijft wat je ziet, niet wat je denkt en al helemaal niet wat ze je bij een lijk vertellen. Wij beoefenen de kunst van het terughoudend zijn. Tunnels zitten overal, maar wees je ervan be-

  • 22 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017

    techNOlOGie AANGeschAft, eN Nu?die mooie nieuwe 3d-camera is aangeschaft en in gebruik genomen.

    Maar de logistiek van aanvraag tot sterilisatie van scopen verloopt niet

    vlekkeloos. herkenbaar? eenduidig beleid voor de implementatie van

    medische technologie op de ok ontbreekt nog regelmatig, blijkt uit een

    enquête gehouden op het lvo-congres in 2016.

    Veel operatieassistenten ervaren uitdagingen bij de imple-mentatie van nieuwe technologie op de OK. Dit blijkt uit een exploratieve enquête die onderzoeker in opleiding Navin Sewberath Misser voorlegde aan de bezoekers van het LVO-congres in 2016. Iemand vertelde de onderzoeker bijvoorbeeld over een pilot waarin een nieuw apparaat werd getest terwijl de logis-tiek niet op orde was. Het gevolg was dat de geplande ingreep op de conventionele wijze plaatsvond. Dus zonder het te testen apparaat. Het doel van de enquête op het LVO-congres was activiteiten en protocollen in kaart te brengen die worden gehanteerd bij de im-plementatie van technologische innovaties op de OK. Het ging specifiek om hulpmiddelen en apparatuur die de werkzaamheden van operatieassistenten betreffen. Denk aan een epd, instrumen-tentafel/-sets of robot. Voor de leesbaarheid wordt verder gesproken over ‘(medische) apparatuur’. De respondenten kregen ook de gele-genheid om positieve, gewenste en verbeterpunten te noemen. De resultaten van de enquête zullen door het UMC Utrecht worden gebruikt bij het construeren van een model voor de implementatie van (medische) apparatuur in de OK. In totaal hebben 92 congres-bezoekers uit 42 ziekenhuizen de enquête ingevuld. De meesten hadden veel ervaring als operatieassistent. In dit artikel presente-ren wij enkele resultaten.

    Er gaat VEEl gOEd …Gelukkig gaat er veel goed bij de implemen-tatie van (medische) apparatuur in de OK. Het blijkt dat operatieassistenten bij aanschaf de gelegenheid krijgen om met het apparaat kennis te maken. Daarnaast worden ze vaak geïnformeerd over het nieuwe hulpmiddel en kunnen theoretische cursussen worden gevolgd (zie de figuur onderaan het artikel).

    … maar Er KuNNEN OOK diNgEN bEtErZiekenhuizen moeten beleid hebben gefor-muleerd inzake de invoering, het gebruik en het afstoten van medische apparatuur. Dit is opgenomen in het Convenant Medische Technologie, dat in alle ziekenhuizen zou moeten zijn geïmplementeerd per 1 januari 2016.1 Een derde van de invullers blijkt op de hoogte te zijn van dit convenant. Ook een derde van de respondenten geeft aan dat de implementatie van nieuwe appa-

    Enquêteresultaten ‘implementatie van apparatuur in de OK’

    Tekst: navin Sewberath

    Misser, promovendus,

    uMC utrecht, en

    opleidingscoördinator

    Technische Bedrijfs-

    kunde, Hogeschool

    utrecht; dr. ir.

    Joris Jaspers, associate

    professor arbeids-

    besparende hulpmid-

    delen, uMC utrecht.

  • NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 23

    ratuur niet eenduidig verloopt. Hier is dus ruimte voor verbetering. Bij het implementeren van nieuwe technologie behoren immers alle betrokken medewerkers hun werkzaamheden met het nieuwe apparaat naar behoren uit te voeren, aangezien de patiëntveilig-heid moet worden geborgd. Invoering van nieuwe medische apparatuur vraagt vrijwel altijd om aanpassing van bestaande protocollen. In 47 procent van de gevallen blijkt de introductie van nieuwe apparatuur inderdaad tot protocolaanpassingen te hebben geleid. De geënquêteerde operatieassistenten gaven verder aan dat de in-formatievoorziening over de implementatie van een nieuw appa-raat voor verbetering vatbaar is, evenals de gelegenheid om ermee te oefenen. Dit ondanks het feit dat deze stappen tijdens de imple-mentatie niet zijn overgeslagen.

    wat ViNdEN OpEratiE-assistENtEN bElaNgrijK?Operatieassistenten blijken de veiligheid in de OK erg belangrijk te vinden. Ze hechten aan heldere procedures en (aangepaste) pro-tocollen en aan oefenen met het apparaat vóór ingebruikname. Ook de informatie-voorziening bij de implementatie van nieu-we apparatuur vinden ze erg belangrijk. Daarnaast blijkt dat ze graag betrokken willen worden bij de implementatie van nieuwe medische apparatuur op de OK. Deze activiteiten vinden ze in de regel niet verstorend werken, mits ze gecoördineerd

    Veel operatieassistenten ervaren uitdagingen bij de implementatie van nieuwe technologie op de OK.

  • www.heraeus-medical.com45artroplastiek!

    Vertrouwen in de

    45 jaarDank u voor

    PRODUCTEN EN OPLOSSINGEN VAN HERAEUS WAAROP U KUNT VERTROUWEN

    Format: 215 x 285 mm 1 Rastereinheit: 7 mm

    1704_10983_AZ_PALACOS_Image_45_Jahre_215x285_NL.indd 1 24.04.17 17:26

  • www.heraeus-medical.com45artroplastiek!

    Vertrouwen in de

    45 jaarDank u voor

    PRODUCTEN EN OPLOSSINGEN VAN HERAEUS WAAROP U KUNT VERTROUWEN

    Format: 215 x 285 mm 1 Rastereinheit: 7 mm

    1704_10983_AZ_PALACOS_Image_45_Jahre_215x285_NL.indd 1 24.04.17 17:26

    NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 25

    plaatsvinden en de informatievoorziening over de implementatie optimaal verloopt.Ook training en toetsing vinden de respondenten belangrijk. Het volgen van trainingen bij de implementatie van een nieuw appa-raat kan volgens hen op verschillende manieren gebeuren. Vier trainingsonderdelen worden het vaakst genoemd: kennisdeling door een expert, kennismaking met het hulpmiddel, een video bekijken en oefenen met het apparaat. De meeste invullers vinden ook dat zij zelf kunnen toetsen hoe goed ze met het nieuwe ap-paraat kunnen omgaan. Het heeft hun voorkeur om de vaardigheid met het nieuwe apparaat te demonstreren aan een collega-operatie-assistent. Toch geven de meesten aan dat de leidinggevende van het OK-complex verantwoordelijk is voor de trainingen.

    discussiE EN cONclusiE Er gaat veel goed bij de implementatie van (medische) apparatuur in de OK. Veiligheid in de OK vinden operatieassistenten belang-rijk, evenals goede informatievoorziening bij de implementatie. Leveranciers of experts vervullen een belangrijke rol bij het ver-strekken van informatie over het apparaat en het verzorgen van de trainingen of onderdelen daarvan.Het integreren van nieuwe (medische) apparatuur in de bestaande werkprocessen is een uitdaging en verdient aandacht in de diverse ziekenhuizen. Deze integratie is noodzakelijk om implementatie geheel volgens het Convenant Medische Technologie te kunnen uitvoeren. In het convenant is geen specifieke werkwijze vastgelegd voor het implementeren van (medische) apparatuur. Dit leidt logischerwijs tot een variëteit van implementatiemogelijkheden. Ook binnen ziekenhuizen is er variatie, zo laat de enquête zien. Een eenduidige werkwijze binnen en tussen ziekenhuizen zou de efficiëntie van werkzaamheden, de snelheid van implementaties

    en de veiligheid op de OK positief beïnvloe-den. Daarom werkt het UMC Utrecht aan het construeren van een model voor de implementatie van (medische) apparatuur in de OK. Dit model kan bijdragen aan een-duidige implementaties van technologie in ziekenhuizen en aan de integratie van de apparatuur in bestaande protocollen. De resultaten uit de enquête en weten-schappelijke literatuur vormen hiervoor de basis.

    VOEtNOOt1. Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ,

    15 juni 2015). Brief aan de ziekenhuizen, te downloaden via de IGZ-website: http://bit.ly/2pQAVcT. ■

    Met dank aan alle respondenten en aan student-assis-

    tent Arne van Tilburg.

    Camerahouder Mofixx, een voorbeeld van een nieuwe device. pilotimplementatie van de ORflow in het nieuwe OK-complex van het uMC

    utrecht: een intelligente elektronische presentatie van data voor fasespeci-

    fieke teamsupport.

    Foto

    : ww

    w.m

    ofix

    x.co

    m

    Foto

    : Int

    er V

    isu

    al S

    yste

    ms

    Kennismaking hulpmiddel 82

    Theoretische cursus 54

    Droog oefenen 70

    Toetsing 18

    Informeren betrokkenen 60

    Collega kijkt mee 48

    Vastleggen en evalueren 23

    protocol aanpassen 3

    Overig 3

  • 26 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017

    Tekst: Menno Goosen

    chirurg en vlieger dr. Marck haerkens onderzocht of crew resource

    management het functioneren van hoogkritische teams verbetert.

    conclusie: het is veelbelovend, maar volledige integratie in de dagelijkse

    patiëntenzorg is nog een uitdaging.

    Medische zorg resulteert nog te vaak in onbedoelde schade voor de patiënt. Dit ondanks moder-ne apparatuur, evidence-based werkwijzen, veiligheidsinstrumenten, kwaliteitsindica-toren, veiligheidsmanagementsystemen, certificeringen en audits. Betrouwbare studies over medische fouten zijn schaars. De studies díé er zijn maken bovendien ge-bruik van data afkomstig uit medische sta-tussen, wat het identificeren van leermo-menten lastig maakt.Bij incidenten in hoog-risicoprocessen spe-len human factors (menselijke factoren) altijd een belangrijke rol. Binnen de zorg gaat het dan vooral om afdelingen zoals de OK, waar risicovolle, tijdskritische procedures wor-den verricht door multidisciplinaire teams op kwetsbare patiënten. Crew resource management (CRM, zie ka-der) beoogt professionals inzicht te geven in de invloed van menselijke factoren op het proces en tracht door het tijdig identificeren van menselijke fouten de kans op calamitei-

    ten te verkleinen. Het samenwerkingsconcept heeft zich inmiddels wel bewezen bij hoogkritische processen in de luchtvaart, waar het eind jaren zeventig is geïntroduceerd om vliegrampen te voor-komen. Uit onderzoek bleek toen dat incidenten meestal optraden door falende communicatie en/of samenwerking in de cockpit. CRM is in de decennia erna voortdurend doorontwikkeld. De parallellen tussen de hoogkritische processen binnen zorg en luchtvaart duiden op mogelijk nut van een goed op de (intensieve) zorg toegesneden medische CRM-variant. Toch is het beschikbare wetenschappelijke bewijs voor het effect van CRM op patiëntenzorg nog beperkt.

    prOEfscHriftEr bestaat inmiddels een verplichte, wereldwijd erkende standaard voor teamfunctioneren in de professionele luchtvaart. Helaas ont-breekt op dit moment nog een nationale trainings- en toetsingsstan-daard voor een medische CRM-variant. Chirurg en vlieger Marck Haerkens wilde hier een aanzet toe geven en onderzocht of mense-lijke factoren het functioneren van hoogkritische teams binnen de klinische patiëntenzorg beïnvloeden en wat de succes- en faalfacto-ren daarbij zijn. Dit resulteerde in zijn proefschrift Human Factors and Team Performance. In het kader hiervan ontwikkelde Haerkens een CRM-training voor de ziekenhuisomgeving. CRM werd over een periode van ruim zeven jaar toegepast in tientallen ziekenhuisafde-lingen, waarbij de invloed op patiëntveiligheid werd onderzocht.

    cRm mOet BeteR wORdeN GeïNteGReeRd iN de zORG

    Promotieonderzoek naar crew resource management (CRM)

  • Wat is CRM?De basis van het samenwerkingsconcept crew resource management (CRM) wordt gevormd door afspraken over omgangsvormen, samenwerking en effectieve com-municatie. Juist in stressvolle situaties kan de samenwerking worden bedreigd door niet-standaard taalgebruik, een gebrek aan overzicht van de leider, heersende vooroordelen, ‘ruis’ op de werkvloer of gedrag dat wordt beïnvloed door hiërarchie.De nadruk bij CRM ligt tegenwoordig op threat and error management. Dit is het principe dat menselijke fouten onvermijdelijk blijven, maar dat de kans op ca-lamiteiten – zelfs na opgetreden fouten – kan worden verminderd door het her-kennen van de invloed van menselijke factoren en door optimaal teamwork. CRM is nog geen verplichte norm voor medisch teamfunctioneren. Om momen-teel een klinisch team echt volgens het CRM-concept te kunnen laten werken is het dus van belang – naast het trainen van alle individuele professionals in CRM – dat íédereen erachter staat: de medische staf, de operatieassistenten, de anes-thesiemedewerkers en het management (tot aan de raad van bestuur).

    NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 27

    VragENlijst VEiligHEidsKlimaatHaerkens gebruikte voor het bepalen van het veiligheidsklimaat op verschillende zieken-huisafdelingen de voor Nederland aangepaste Safety Attitudes Questionnaire (SAQ-NL). Dit meetinstrument heeft hij voor zijn proefschrift ook gevalideerd. Het is voor iedereen beschik-baar. In het proefschrift zijn de gegevens van verschillende afdelingen en beroepsgroepen in meerdere ziekenhuizen te vinden.

    crm Op icEen ander onderdeel van het proefschrift be-treft een studie naar de invloed van een CRM-interventie op een intensive care. De invoering van CRM bleek geassocieerd met een afname van ernstige complicaties en met verminderde sterfte bij ernstig zieke patiënten. Deze opmer-

    Marck Haerkens als chirurg.

  • 28 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017

    kelijke effecten gingen gepaard met een verbetering van het veiligheidsklimaat op de afdeling.

    crm Op sEHOok werden de effecten van een CRM-inter-ventie op de traumakamer van een level 1 Spoedeisende Hulp (SEH) onderzocht. Alhoewel de introductie van CRM hier een verband had met een verbeterd veiligheids-klimaat, nam de verblijfsduur van trauma-patiënten op de SEH toe. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat het volgen van de nieuwe procedures en checklisten meer tijd in beslag nam. Een andere mogelijke verklaring kan te maken hebben met de verhuizing van de SEH tij-dens de studieperiode. Daarbij werd tevens een tijdelijke opnameafdeling opgestart die voor veel logistieke uitdagingen – en ver-tragingen – heeft gezorgd.

    crm Op HOOgrisicO KliNiscHE afdEliNgVerder werd de invloed van CRM op het veiligheidsklimaat van zeventien hoogrisi-co klinische afdelingen onderzocht, waar-onder OK-complexen. Invoering van CRM bleek geassocieerd met een verbeterd veilig-heidsklimaat. Ook werd gekeken welke factoren een rol speelden bij succes dan wel falen van CRM. Dit resulteerde in een korte lijst succes- en faalfactoren voor CRM-implementatie. Zo

    correleerden klinisch leiderschap en het integreren van simula-tietraining in de follow-up sterk met betere resultaten. Daarnaast werden tijdens alle CRM-trainingen actiepunten geformuleerd, evenals barrières voor het doorvoeren van de CRM-werkwijze op de werkvloer.

    cONclusiEHet CRM-concept is veelbelovend, concludeert Haerkens, mits goed op de zorg toegesneden. Het blijkt echter nog een uitdaging om de principes volledig te integreren in de dagelijkse patiëntenzorg. Er zijn operationele, opleidings-, inspectie- en juridische uitdagingen. Crew resource management kan rijpen tot een waardevol onder-deel van multidisciplinaire patiëntenzorg en opleidingen. Voor-waarde is wel dat er een nationale standaard komt. Haerkens proef-schrift vormt hopelijk een basis waarop een dergelijke standaard zich zou kunnen ontwikkelen. ■

    Marck Haerkens als vlieger

    Het proefschrift is kosteloos te downloaden via http://bit.ly/2ogjq8K

    (klik op ‘pdf’ linksboven).

  • 30 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017

    lVO-iNfOrmatiE

    Ger Creemers, voorzitter, [email protected] Mulder, penningmeester en redactie coördinator OK Operationeel [email protected] en [email protected] Stuart, secretaris en bestuurslid Opleiding & Scholing [email protected] en [email protected] Dreessen, bestuurslid Beroepsbelang Kwaliteit & Veiligheid [email protected] de Kort, bestuurslid Congres, [email protected] Jongbloed projectleider communicatie [email protected]

    Lid worden van de LVO?https://lvo.nl/lidmaatschap/inschrijvenLidmaatschap opzeggenDit dient voor 1 oktober te gebeuren. https://lvo.nl/lidmaatschap/opzeggen

    [email protected]

    Momenteel onderzoeken we ook de mogelijkheid of een afge-studeerde operatieassistent met de aantekening NLQF 6 op het diploma, inderdaad een wetenschappelijke studie kan volgen.De in-serviceopleiding is een goede opleiding en moet zeker niet aan de kant worden geschoven. Maar er is wel vernieu-wing nodig en men moet kijken waar behoefte aan is.Er is deze avond geen conclusie getrokken. Maar het was goed van gedachten te wisselen, elkaars standpunten te horen. Men vindt dat zo’n bijeenkomst herhaling verdient. We zullen de volgende keer zeker ook een lid van de NVLO uitnodigen en we hopen dat er dan ook een afgevaardigde van de NVZ en de NFU aanwezig kan zijn.

    Jeanine StuartSecretaris LVO

    Op 21 maart heeft het LVO-bestuur een bijeenkomst georga-niseerd voor alle opleidingsinstituten.Vele instituten gaven gehoor aan deze uitnodiging, evenals het CZO.Het doel hiervan was kennis maken met elkaar en kennis nemen van de verschillende opleidingen in Nederland. Waarom zijn er zo veel opleidingen die uiteindelijk resulte-ren in een diploma, uitgegeven door het CZO? Allereerst was er een korte inleiding door Nicole Dreessen, bestuurslid van de LVO. Zij vertelt waar de LVO mee bezig is. Kort geleden heeft het bestuur besloten dat alle studenten gratis lid kunnen worden van de LVO. Zij vraagt de mede-werking van de opleidingsinstituten. Men geeft aan dat er inschrijfformulieren naar de instituten gestuurd kunnen worden, die vervolgens uitgedeeld zullen worden aan de nieuwe studenten.Hierna geeft elke vertegenwoordiger van een opleidings-instituut een presentatie over de opleiding. Er volgt een discussie waarom er verschillende opleidingen zijn. Een van de redenen is dat men breed wil opleiden, zodat een student meerdere carrièrekansen heeft. Het vak moet toe-komstbestendig zijn. Ook moet je je richten op de vraag vanuit het ziekenhuis.

    LVO-bijeenkomst voor opleidingsinstituten

    yOuNg prOfEssiONal award 2018Heb je kort geleden je diploma behaald of krijg je dit in sep-tember? Dan heb je misschien een aanbeveling geschreven of een literatuurstudie verricht waarvan anderen kunnen leren.En dan kun je proberen de mooie Young Professional Award 2018 te winnen! Deze wordt beschikbaar gesteld door de firma Van Straten Medical in Nieuwegein. De inzenders van de drie beste studies mogen op het jaarlijkse LVO-congres in 2018 een presentatie geven over hun onderwerp. De winnaar gaat met een prachtige award en een geldprijs naar huis. Je hebt nog even de tijd, maar we willen je inzending graag begin november ontvangen.Stuur deze naar [email protected].

  • NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 31

    lvo-nieuws

    Op 30 november en 1 december vinden in de RAI te Amster-dam weer de Traumadagen plaats. Dit landelijke traumacongres voor traumachirurgen, orthopeden en operatieassistenten is dé plek voor een wetenschappelijke update en informele dis-cussies. Deze keer worden de Traumadagen georganiseerd in samenwerking met de Amerikaanse Orthopaedic Trauma Association. Extra events zijn de ontbijtsessies en de workshops. Topics voor dit jaar zijn: acetabulumfracturen, rampen- en multitraumage-neeskunde, heupfracturen en posttraumatische afwijkingen en defecten.In navolging van het succes van vorig jaar voor de LVO weder-om een tweedaags programma. Op de vrijdag wordt casuïstiek gepresenteerd. Daarna kan in samenwerking met de industrie hands-on geoefend worden tijdens workshops. De thema’s zul-len aansluiten bij de topics.

    Ook zullen er plenaire en parallelle sessies zijn. De parallelle sessies voor de operatieassistenten worden samengesteld door Hennie Mulder, operatieassistent in het Máxima Medisch Cen-trum en LVO-bestuurslid. Noteer alvast de data in uw agenda en reserveer deze bij uw leidinggevende. U zult nergens zoveel trauma-informatie en hands-ontraining met traumasets kunnen krijgen in twee da-gen. Wij hopen u allen in groten getale te mogen begroeten in de RAI op 30 november en 1 december 2017!

    Kijk voor meer informatie op www.trauma.nl/traumadagen-2017.

    Namens de Traumadagen-commissie,P.V. van Eerten, traumachirurg Máxima Medisch Centrum en voorzitter Traumadagen 2017

    Traumadagen 2017: 30 november en 1 december

    Foto

    : Sh

    utt

    erst

    ock

  • Elektrochirurgiemet maximaal comfortWij geloven, dat een chirurgisch team niet afgeleid moet

    worden door technische details. Keuzes dienen gemaakt

    te worden op basis van gewenst chirurgisch resultaat. Met

    dynamische pictogrammen die een indicatie geven, bieden

    wij de keuze voor een chirurgisch effect.

    Overige voordelen:

    1) overzicht van alle instrumenten en modi. All-in one View

    2) instrumenten worden weergegeven door pictogrammen, overzichtelijk!

    3) uniek universeel stekker concept, verkeerd aansluiten wordt voorkomen

    4) advies bij aansluiten van instrumenten via StepGuide

    5) geïntegreerde gebruikshandleiding, altijd overeenkomstig de software versie

    6) chirurgisch gezien: onze beste dissector – coagulator ooit, ervaar het zelf!

    ERBE Nederland B.V. 0183 509755 erbe-nederland.com

    VIO® 3plug and operateVIO® 3

    plug and operate

    Ad Erbe tbv OKO_215x285mm.indd 1 23/09/16 7:02 PM

    dENK Om AfLOOP