Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

28
Maud den Os 8 oktober 2012 ONTWIKKELINGEN VAN FRUITTEELT ZUID-LIMBURG 1948-2012

Transcript of Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

Page 1: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

Maud den Os

8 oktober 2012

ONTWIKKELINGEN VAN

FRUITTEELT ZUID-LIMBURG 1948-2012

Page 2: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

1

Maud den Os BA3A

Ontwikkelingen van fruitteelt

Zuid-Limburg

“ Verdieping in de Agribusiness”

Maud den Os

Bedrijfskunde & Agribusiness

Hogeschool HAS Den Bosch

Begeleidend docent Dhr. Wim de Bont ’s-Hertogenbosch, 8 oktober 2012

Page 3: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

2

Maud den Os BA3A

VOORWOORD

Dit verslag is geschreven als onderdeel van de module “ Verdieping in de Agribusiness” die in blok een van het derde jaar van de opleiding Bedrijfskunde en Agribusiness aan Hogeschool HAS Den Bosch wordt gegeven. De opdracht bestaat uit een beschrijving van de ontwikkelingen van een eigen gekozen regio en sector vanaf WOII. Ik heb er voor gekozen de fruitteelt in Zuid-Limburg te beschrijven. Hierbij is ervoor gekozen alleen een beschrijving te geven over ontwikkelingen binnen de appel- en perenteelt (hardfruit).

Mijn dank gaat uit naar Robert Weusten, commercieel medewerker Coöperatieve Fruitveiling Zuid-Limburg, Twan Habets, medewerker boomkwekerij Frijns, Nico Hutschemakers, grootvader en oud-fruitteler en Herman Bus, hoofdredacteur NFO en beleidsmedewerker NFO voor het verstreken van zeer bruikbare informatie voor mijn verslag. Ook wil ik Wim de Bont bedanken voor de begeleiding tijdens de projectperiode. Maud den Os ‘s-Hertogenbosch september/oktober 2012

Page 4: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

3

Maud den Os BA3A

INHOUD Voorwoord .......................................................................................................................................................... 2

Samenvatting ...................................................................................................................................................... 4

Inleiding .............................................................................................................................................................. 5

1. Ontwikkeling bedrijfsstructuur: efficiëntie ontwikkeling of vasthouden aan het verleden ....................... 6

1.1 Bedrijfsaantallen ............................................................................................................................... 6

1.2 Teelt .................................................................................................................................................. 6

1.3 Clubrassen ......................................................................................................................................... 7

1.4 Certificeringen ................................................................................................................................... 8

2. Ontwikkelingen arbeid: van familie en vrienden naar gastarbeid ............................................................. 9

2.1 Arbeiders uit Polen ................................................................................................................................... 9

2.2 Van arbeidsintensief naar mechanisatie .................................................................................................. 9

3. Ontwikkelingen in mechanisatie en innovatie: waarom moeilijk als het ook makkelijk kan? ................. 10

3.1 Mechanisatie in het teeltproces ............................................................................................................. 10

3.2 Innovatie in het teelttechnieken ............................................................................................................ 11

3.3 Mechanisatie en innovatie in verwerking en verhandeling ................................................................... 12

4. Ontwikkelingen in bedrijfsomvang en continuïteit: binnen of buiten de boot? ...................................... 14

4.1 Stoppen om financiële reden ................................................................................................................. 14

4.2 Stoppen om sociale redenen .................................................................................................................. 14

5. Ontwikkelingen in afzet: verdwijnen van de klok, goed of slecht voor de sector? ................................... 15

5.1 Veiling, vergane glorie of aanpassen aan de nieuwe tijden? ................................................................. 15

5.2 Afzetstructuur......................................................................................................................................... 16

6. Zuid-Limburg in vergelijking met de Betuwe: coöperatief tegen grootschalig ........................................ 17

7. Conclusie .................................................................................................................................................. 18

Bijlage I: Interview Robert Weusten ................................................................................................................. 19

Bijlage II: interview Nico Hutschemakers ......................................................................................................... 21

Bijlage III: Interview Herman Bus ...................................................................................................................... 23

Bijlage IV: Interview Twan Habets .................................................................................................................... 25

Bijlage V: Persoonlijke evaluatie interviews ..................................................................................................... 26

Bronnenlijst....................................................................................................................................................... 27

Internet: ....................................................................................................................................................... 27

Literatuur: ..................................................................................................................................................... 27

Mondeling: ................................................................................................................................................... 27

Page 5: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

4

Maud den Os BA3A

SAMENVATTING

Dit verslag is geschreven als opdracht voor de module “Verdieping in de Agribusiness”. Het verslag gaat over de geschiedenis en ontwikkelingen over de fruitteelt in Zuid-Limburg. Er is speciaal gekozen voor hardfruit omdat dit het grootste gedeelte van de teelt is in Limburg. De hoofdvraag van dit verslag is: “Hoe heeft de fruitteelt in Zuid-Limburg zich ontwikkelt vanaf 1948 en hoe ontwikkelt zich nu?. De belangrijkste resultaten zijn opgedeeld in verschillende hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk gaat over de ontwikkeling van de bedrijfsstructuren waarin naar voren komt dat er steeds minder bedrijven komen en dat deze telers steeds intensiever gaan telen. De ontwikkeling van clubrassen is tegenwoordig de meest aanwezige ontwikkeling binnen de bedrijfsstructuur en de teelt. Hierop volgend is een hoofdstuk over de ontwikkeling van de arbeidomstandigheden waarbij vooral naar voren komt dat er een verschuiving vindt van arbeiders van familie en vrienden naar arbeiders uit het voormalige Oostblok. Vervolgens is er een hoofdstuk over de mechanisatie en innovatie waarin de ontwikkelingen binnen de mechanisering van de teelt, de intensivering van de teelt, sorteermachines en verpakkingsmogelijkheden worden besproken. Hierna komt een hoofdstuk over de ontwikkeling van de bedrijfsomvang en de continuïteit hiervan, het is namelijk steeds lastiger om het hoofd boven water te houden en om opvolging te vinden. Als laatste ontwikkeling wordt de afzet omschreven en hierbij natuurlijk de ontwikkelingen binnen de veiling. Als toevoeging is de Zuid-Limburgse fruitsector vergeleken met de Betuwe (de grootste fruitsector binnen Nederland) en hieruit bleek dat de Zuid-Limburgse sector zijn sterkte haalt uit de coöperatieve gedachte en de vasthoudenheid van de veiling. De conclusie zal uiteindelijk worden gegeven aan de hand van alle ontwikkelingen. Aanbevelingen zijn voor de fruittelers dat ze vooral die coöperatieve gedachte moeten behouden. Er moet goed worden geïnvesteerd in ontwikkeling van de clubrassen omdat deze de rest van de teelt goed kunnen opvangen bij een tegenvallend jaar. Er moet vooral worden gekeken naar opties om zo min mogelijk met de grote supermarkten te maken te krijgen.

Page 6: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

5

Maud den Os BA3A

INLEIDING

In blok een van het derde jaar van de opleiding Bedrijfskunde en Agribusiness wordt de module “Verdieping in de Agribusiness” gegeven. Er moet een beschrijving van de ontwikkelingen worden gegeven vanaf WOII in een eigen gekozen sector en regio. In dit verslag zal de ontwikkeling van de hardfruitsector (appels en peren) in Zuid-Limburg worden beschreven. Als bedrijfskundige is het belangrijk om een blik naar het verleden en de huidige ontwikkelingen te werpen aangezien hier veel van geleerd kan worden met de kijk naar de toekomst.

Het Mergelland en het Heuvelland zijn gebieden die gelegen zijn in Zuid-West-Limburg. Het zijn heuvelachtige gebieden met een prachtige natuur. De kalkrijke grond en het gunstige klimaat zijn belangrijke positieve omgevingsfactoren voor de fruitteelt.

Zuid-Limburg is dan ook van oudsher een echte fruitstreek. De fruitteelt was vroeger voor vele een belangrijke inkomensbron en voor sommige geld dit nog steeds. In de loop der jaren zijn de bedrijven zich steeds meer gaan specialiseren waardoor het aantal bedrijven terug liep. Door de schaalvergroting is het aantal bedrijven gekrompen maar het areaal ongeveer gelijk gebleven. De schaalvergroting en specialisatie hebben ervoor gezorgd dat er op verantwoorde wijze een goed product kan worden geteeld in het zuidelijkste puntje van Nederland.

Het doel van het onderzoek is inzicht krijgen in het verleden van de fruitteeltsector in Zuid-Limburg. Er wordt hierbij specifiek gekeken naar de ontwikkeling van de bedrijfsstructuur, arbeid,

mechanisatie en innovatie, bedrijfsomvang en afzet. Dit inzicht wordt verkregen door 4 interviews te houden met mensen van verschillende partijen binnen de fruitsector. Deze verschillende meningen en feiten worden verwerkt in dit verslag en samen met informatie die is verkregen door deskresearch zal dit leiden tot een duidelijk beeld van het verleden en het heden. Dit verslag zal op 8 oktober 2012 voor 13.00 in viervoud worden ingeleverd. Het verslag is onderverdeeld in verschillende hoofdstukken. Hierbij zal als eerste de ontwikkeling van de bedrijfsstructuur worden beschreven aan de hand van de onderwerpen: bedrijfsaantallen, teelt, clubrassen en certificeringen. Hierna zullen de arbeidsomstandigheden en de ontwikkeling van de verschillende arbeiders aanbod komen. Hierop volgend wordt de ontwikkeling in mechanisatie en innovatie beschreven die is opgesplitst is teelt-technische mechanisatie en innovatie en een deel afzet en handel-technisch. Vervolgens zal er beschrijving worden gegeven over welke bedrijven groter worden en welke afvallen. Hierna komt een beschrijving van de afzet waarin het verdwijnen van de veilingklok als grootste ontwikkeling wordt gegeven. Als volgende hoofdstuk zal de regio worden vergeleken met de Betuwe (grootste fruitregio van Nederland) waarna als laatste een conclusie plaatsvindt waar ik mijn bevindingen van het verslag zal beschrijven.

AFBEELDING 1. FRUITTEELT ZUID-LIMBURG

Page 7: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

6

Maud den Os BA3A

1. ONTWIKKELING BEDRIJFSSTRUCTUUR: EFFICIËNTIE ONTWIKKELING OF VASTHOUDEN AAN

HET VERLEDEN

In dit hoofdstuk zal de ontwikkeling van de bedrijfsstructuur worden beschreven. Onder de bedrijfsstructuur kan worden verstaan: het aantallen bedrijven, de omzet en de verschillende teelten. 1.1 BEDRIJFSAANTALLEN

In heel Nederland zijn er tegenwoordig 2.570 fruitteeltbedrijven die samen zorgen voor 440 miljoen euro aan productiewaarde. Samen hebben zij ongeveer 19.230 hectare in bewerking en leveren zij een werkgelegenheid voor 17.000 personen. In Zuid-limburg bevindt zich ongeveer 10% van alle fruitteelt in heel Nederland en kan dus worden beschouwt, naast Gelderland en Zeeland, als een echte fruitteeltprovincie. Vroeger was het veel anders dan nu. In de naoorlogse periode waren er namelijk heel veel fruitteelt bedrijven die veel verschillende streekgebonden rassen teelde. In elk klein dorpje waren er vaak meerdere fruittelers met allemaal een klein perceel. In de loop der jaren zijn het

aantal telers sterk teruggelopen en zijn de telers gaan beschikken over grotere percelen. In de grafiek1 hiernaast is het bedrijvenaantal sinds 1960 tot 1995 te zien. Hierin is een duidelijk daling van het aantal fruitteelt bedrijven te zien. 1.2 TEELT

Tot 1950 werd er geteeld door middel van hoogstambomen. Deze bomen hebben een sterke onderstam en worden ongeveer 2 meter hoog. Deze soort bomen hadden ca. 10 jaar nodig om echt goede vruchten te geven. De bomen werden niet intensief naast elkaar geplant zodat er ook nog dieren tussen konden grazen. Deze runderen werden aangehouden voor de slechtere oogstjaren zodat er toch nog een inkomst was. De hoogstammige teelt had echter een paar nadelen. De boom had vaak beurtjaren, dit wil zeggen dat er jaren waren dat er weinig of zelfs geen fruit groeide aan de boom. Om deze beurtjaren te voorkomen moest er goede techniek worden bedacht om te snoeien. Door verdunning van de boom kan namelijk een beurtjaar voorkomen. Door deze extra werkzaamheden en ook nog de moeilijk ziektebestrijding van de bomen werd het telen met hoogstammige bomen als niet rendabel meer gezien. 1 Een eeuw strijd om het bestaan in de fruiteelt 100 jaar NPV-NFO Arie de Groot

FIGUUR 1. ONTWIKKELING FRUITTEELTBEDRIJVEN 1960-1995

Page 8: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

7

Maud den Os BA3A

Na 1950 kwam er een grote ommekeer in de fruitteelt. Het is het begin van de moderne fruitteelt waarbij de hoogstambomen plaats moesten maken voor de zwakkere laagstamboompjes. In de jaren 50 kwamen nationale rooipremies en in de jaren 60 kwamen er Europese rooipremies. Deze rooipremies hielden in dat er per boom die gerooid werd de boer een premie ontving. De premies leverde voor de boeren weinig op maar het leverde meer ruimte op. Door deze extra ruimte kwam er plaats voor de moderne fruitteelt. De laagstamboom van het type M3 waren de eerste laagstambomen. Het was een flinke groeier met een zwakkere onderstam waardoor de boom niet meer zo hoog werd. Na de M3 kwam in de jaren 60 de M9 laagstamboom op. Nico Hutschemakers, de geïnterviewde voor dit onderdeel, begon met deze bomen te kweken. Deze type M9 had een zwakkere onderstam en hoe zwakker deze onderstam was hoe kleiner hij werd, hoe meer vruchten erop kwamen en dus vruchtbaarder was. De fruittelers maken over het algemeen nu gebruik van de M27 boom die ongeveer vanaf 2000 op de markt is. Deze boom is nog kleiner, nog zwakker en heeft minder snoeiwerk. Naast de verschillende typen bomen is het aantal bomen per hectare ook gegroeid. De bomen worden steeds kleiner waardoor ze intensiever geplant kunnen worden. Waar ze vroeger nog 2,5 meter uit elkaar stonden staan ze nu nog maar 0,75 meter uit elkaar. Het ontwikkelen van andere bomen gaat nog steeds verder. Er wordt vooral gekeken naar de resistentie van bepaalde fruitbomen tegen ziektes, schimmels en andere teeltproblemen. Door het resistent maken van het fruit hoeft er minder gewasbeschermingsmiddelen te pas komen bij het teeltproces. Door de vermindering van gewasbeschermingsmiddelen wordt het proces duurzamer en tegelijk ook goedkoper omdat de middelen niet meer of in mindere mate hoeft worden ingekocht. 1.3 CLUBRASSEN

De ontwikkeling van clubrassen is de afgelopen jaren steeds groter geworden. Deze clubrassen waaronder de goedlopende appels Junami, Wellant en Rubens worden in samenwerking met Innovafruit, Wageningen Universiteit en de veilingen van Nederland ontwikkelt. Een clubras wil zeggen dat er op dit ras een patent is op aangevraagd. Dit betekent dat maar een beperkt aantal telers deze rassen op de markt mag brengen volgens vastgestelde regels. De tegenstelling van een clubras is een vrij ras, die mag door

elke teler geteeld worden en deze mag door alle veilingen en handelaren verhandelt worden.

AFBEELDING 2. RUBENS JUNAMI WELLANT

Page 9: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

8

Maud den Os BA3A

1.4 CERTIFICERINGEN

Vroeger mocht iedereen zomaar alles telen en waren er geen vaste regels verbonden. Tegenwoordig dient elke teler te voldoen aan verschillende certificaten om te bewijzen dat ze bewust bezig zijn met het teeltproces en het teeltproces niet ten kosten gaat van de natuurlijke omgeving, milieu en arbeiders. Deze certificeringen komen niet alleen in de teelt maar ook in de boomkwekerij voor. Twan Habets vertelde dat er alleen met gecertificeerd hout mocht worden veredelt en dat het anders niet verkocht mocht worden. De ketenbeheersing is in de afgelopen jaren steeds groter geworden en de supermarkten stellen ook steeds meer eisen. De eisen om residuvermindering en emissievermindering zijn hier voorbeelden van. De huidige certificeringen in de keten zijn: HACCP, Global GAP, Milieukeurmerk, BRC en Natures choices. De supermarkten eisen elk hun eigen certificeringen waardoor de veiling hierop in moet spelen en zijn leden hierop aandringt deze certificeringen te gebruiken.

FIGUUR 2. CERTIFICERINGEN

Page 10: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

9

Maud den Os BA3A

2. ONTWIKKELINGEN ARBEID: VAN FAMILIE EN VRIENDEN NAAR GASTARBEID

In dit hoofdstuk wordt de ontwikkeling in de arbeid en de arbeidsomstandigheden beschreven. Er zal meer worden uitgelegd over de verschuiving van de afkomst van de arbeiders en over de huidige problematiek. De arbeid in de fruitteeltsector zijn seizoensgebonden. De Nederlandse fruitteeltsector zorgt voor een werkgelegenheid voor 17.000 werknemers. Bij de werkzaamheden zoals oogsten, snoeien en dergelijke zijn er natuurlijk meer arbeiders nodig dan andere perioden van het jaar. Deze seizoen gebondenheid was altijd al zo en zou waarschijnlijk ook zo blijven. 2.1 ARBEIDERS UIT POLEN

Het grote verschil met hoe het vroeger ging is de afkomst van de arbeiders. In de naoorlogse periode werkte de hele familie en eventueel vriendenkring mee op het bedrijf. Deze kwamen vaak helpen bij de oogst en snoeiwerkzaamheden. Voor de kleinere klussen die het hele jaar rond werden gedaan waren er vaak knechten aanwezig op het bedrijf. Voor een paar gulden per uur werkte vaak het halve dorp mee en werd er na het oogsten een groot oogstfeest gehouden. De arbeidsomstandigheden kwamen wel vaak in gevaar. In de tijd van de hoogstambomen teelt werd er namelijk nog gewerkt met hoge ladders waardoor er veel ongelukken konden ontstaan. Naast de hoge hoogtes werd er ook met gewasbestrijdingsmiddelen gespoten die slecht voor de gezondheid kon zijn van degene die ze spoot. Er zaten vaak schadelijke bijwerkingen bij zoals verhoogde kans op kanker of huidaandoeningen. Tegenwoordig moeten alle fruittelers aan verschillende eisen voldoen en hierbij staan ook de arbeidsomstandigheden beschreven. Vanaf het opengooien van de grenzen in 2004 zijn eigenlijk pas de “ gastarbeiders” legaal het land ingekomen. Tegenwoordig zijn de Poolse medewerkers niet meer weg te denken in de fruitteelt en er werd mij zelfs verteld dat bijna 90% van de arbeiders een Poolse afkomst hebben. De Poolse mentaliteit die vaak wordt beschreven als: “ niet lullen maar werken”, komt goed van pas in de sector. De Poolse arbeiders ontvangen vaak een minimumloon voor het werk wat vaak al hoger ligt dan de lonen in eigen land. Tegenwoordig vestigen zich steeds vaker Polen in Nederland en gaan zich meer verdiepen in de kennis van de fruitteelt om zo meer expertise kunnen uitvoeren tijdens hun werkzaamheden en meer verantwoordelijkheden kunnen krijgen. 2.2 VAN ARBEIDSINTENSIEF NAAR MECHANISATIE

Naast de verschuiving van de afkomst van de arbeiders zijn is er ook veel mechanisatie opgekomen, waar later verder over wordt beschreven. Er zijn minder arbeidsuren nodig om een hectare appels te onderhouden en te oogsten. De fruitteelt zal wel altijd een arbeidsintensieve teelt blijven omdat elke boom anders is en er een menselijke controle toch belangrijk zal blijven. Ook in de verwerking blijft de menselijke controle belangrijk waardoor de gehele keten nog steeds arbeidsintensief blijft.

Page 11: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

10

Maud den Os BA3A

3. ONTWIKKELINGEN IN MECHANISATIE EN INNOVATIE: WAAROM MOEILIJK ALS HET OOK

MAKKELIJK KAN?

In dit hoofdstuk zullen alle mechanisatie en innovatie technieken worden besproken. Er is een driedeling gemaakt de mechanisatie in het teeltproces, de innovatie in het teeltproces en de mechanisatie en innovatie in de verwerking en verhandeling van het fruit. 3.1 MECHANISATIE IN HET TEELTPROCES

Zoals al eerder werd beschreven is er al veel innovatie geweest in de verschillende soorten teelt en plantmaterialen. In deze paragraaf zal de ontwikkeling van de machines en innovaties worden beschreven die puur teelt technisch zijn. Spuitmiddelen In het begin van de 20ste eeuw werd er veel gebruik gemaakt van de zo gehete rug of vatspuiten. Bij de bespuiting van de bomen werd gebruikgemaakt van lange spuitstokken van bamboe met een messing voering. Er waren veel mensen nodig voor de uitvoering van het spuiten. Deze spuit werd geheel met de hand bestuurt. Op de handgestuurde kwam de machinespuit als opvolger. Deze had geen groot vermogen (ongeveer 6pk motor) een tank van 1050 liter, zeer modern voor deze tijd. Er zijn nog meerdere soorten spuitmachines gemaakt. De belangrijkste opvolgers waren de dwarsstroomspuit (voor gerichter te spuiten) en als laatste de tunnelspuit (maximale beperking van bereik gewasbeschermingsmiddelen). Op de afbeelding hieronder is een chronologische ontwikkeling te zien van de sproeimachines.

AFBEELDING 3. ONTWIKKELING GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN SPUITEN

Snoeischaren In de tijd van de hoogstambomen werd het snoeien gedaan met de hand op een hoge ladder. Dit zorgde vaak voor gevaarlijke en zware omstandigheden voor de arbeider. Het snoeiafval werd onder de boom gelaten en werd gebruikt als een soort compost. Toen de hoogstamboom werd vervangen door de laagstamboom en de lage struiken werd het snoeien een stuk gemakkelijker. Het werd nog steeds met de hand gedaan maar in de jaren 80 zijn de gemechaniseerde snoeimachines op de markt gekomen. Deze elektrische snoeischaren zijn in de loop der jaren steeds verder ontwikkelt en kunnen nu alleen maar door gespecialiseerd personeel worden gebruikt om ongelukken te voorkomen.

Page 12: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

11

Maud den Os BA3A

Oogsten De plukladders zijn de eerste innovaties in de fruitteelt. Deze ladders werden opgevolgd door de zogeheten plukstellingen. Deze stellingen zijn te vergelijken met bouwsteigers waar de plukker op een verhoogde stelling staat waardoor hij beter aan de vruchten kan. Toen de komst van de lagere bomen kwam konden de plukkers gemakkelijker aan de bomen en waren deze stellingen niet meer nodig. Er werden kisten gehuurd van de veiling en deze werken gebruikt voor te plukken. De overschakeling van kisten naar palletkisten is de laatste

ontwikkeling binnen de oogst. Deze zogeheten palletkisten worden op een pluktrein vervoerd die wordt aangevoerd door een tractor. De plukkers staan op de trein en kunnen het fruit meteen in kisten doen die hierna meteen naar de veiling worden gebracht. 3.2 INNOVATIE IN HET TEELTTECHNIEKEN

In de loop er jaren zijn er veel innovaties geweest binnen het teeltproces van hardfruit. Er zijn verschillende technieken ontwikkelt. Over het algemeen kan gezegd worden dat de aanplanten steeds intensiever zijn geworden. Bij de aanplant van bomen van hardfruit. Waar er 20 jaar terug nog een paar honderd bomen per hectare werden geplant, is het nu gebruikelijk om bij een aanplant van appels minimaal 2000 bomen per hectare te planten. Maar dit aantal bomen per hectare kan bij perenaanplant oplopen tot 8.000 bomen per hectare. De structuur van de aanplant is door de jaren heen ook sterk veranderd. Waar men 20 jaar geleden nog alle perenbomen rechtop plantte, wordt nu steeds meer het V-Haag systeem toegepast. De onderstam wordt gekweekt met vier uitlopende takken. Deze vier takken worden geleid tijdens de groei via tonkinstokken. Appelbomen worden vaak rechtop geplant en elke boom aan een aparte boompaal. Vaak wordt er een kabel langs de bomen gespannen. Dit zorgt ervoor dat de doorbuigende takken hierop kunnen rusten en niet breken. Appelbomen worden niet zo intensief aangeplant als perenbomen, want als appelbomen te dicht op elkaar geplant worden dan krijgen de appels niet genoeg zonlicht en komen ze niet tot de juiste kleur. 2

2 Bedrijfsanalyse fruitteelt 2011; Maarten van Dijk, Floris-Jan van Os, Janine Hofsommer, Dirk Ebben en Maud

den Os

AFBEELDING 4. PLUKTREIN

Page 13: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

12

Maud den Os BA3A

3.3 MECHANISATIE EN INNOVATIE IN VERWERKING EN VERHANDELING

Deze paragraaf gaat over de mechanisatie en innovatie in de verwerking en verdere verhandeling in de fruitteelt. De koelcapaciteiten, de sorteermachines en de verpakkingsmogelijkheden worden hier als onderwerpen beschreven. Koelcapaciteiten Vroeger, rond 1940/1950, werd het fruit geplukt, op grote stapels neergelegd in de boomgaarden. Deze stapels moesten voor de winter weg zijn anders gingen ze wegrotten. Koopliederen kochten deze stapels voor een prikje op vlak voor de winter zodat de telers geen andere keuze hadden. Rond 1960 zijn er de eerste koelmogelijkheden gekomen. Er werd toen gebruik gemaakt luchtdichte loodsen waarbij ’s nachts de koude lucht in werd geblazen zodat het overdag gekoeld kon blijven. Begin jaren 90 kwam de ULO-bewaringsmogelijkheid. De afkorting ULO staat voor Ultra Low Oxygen. Bij deze bewaarmethode wordt er een zeer laag zuurstofgehalte gehandhaafd en het CO2-gehalte verhoogd. Door deze bewaarmethode wordt de appel in een soort van winterslaap gehouden waardoor deze langer houdbaar is. De ULO-bewaarplaatsen kunnen wel gevaarlijke situaties opleveren.Er wordt tegenwoordig veel gecontroleerd op de veiligheid en er zijn een aantal voorwaarden, zoals extra sloten en gevarentekens, gebonden aan het hebben van een ULO-bewaarplaats. De Veiling beschikt tegenwoordig over moderne ULO-cellen. Alle instellingen worden zowel elektronisch als handmatig bewaakt. Koelhuismedewerkers worden jaarlijks bijgeschoold omtrent de laatste ontwikkelingen. Zo zijn ze in staat om hardfruit, met behoud van kwaliteit om ze langdurig te bewaren. Naast de koelcapaciteit van de Veiling (15 miljoen kg) beschikken ook fruittelers over koelcellen met een totale koelcapaciteit van ruim 10 miljoen kg. Sorteermachines De appels worden altijd gesorteerd op soorten kwaliteit, grootte en vaak ook nog op kleur. Vroeger gebeurde dit altijd met de hand en kosten dit heel veel tijd. De appels werden gesorteerd op grootte en dit bepaalde de klasse waar de appel in viel. De klasse maakte de prijs uit per kilo. Hierop volgend kwamen de sorteerbakken, deze werden met de hand bedient en door het schudden van de bakken vielen de kleine appels er tussen uit en bleven de grote appels boven op liggen.Tot in de jaren 70 werd in de veiling nog steeds met de hand gesorteerd. Er stonden arbeiders langs de grote banden waar de appels langs kwamen. Tegenwoordig wordt er steeds meer gewerkt met gewichtssorteerders en sommige zelfs al met kleursortering. De Veiling Zuid Limburg beschikt over moderne sorteerinstallaties. In de sorteerloods staan 8 sorteermachines, waarvan 5 voorzien van waterdumpers. Middels deze waterdumpers worden voorraadbakken fruit gedompeld in water, waardoor de appels of peren al drijvend naar het centrale gedeelte van de sorteermachine worden geleid. Vervolgens worden ze gesorteerd op maat, kleur en kwaliteit. Het fruit wordt na sortering via afraapbanden, handmatig in de eindverpakking gelegd. Jaarlijks wordt ruim 25 miljoen kg hardfruit op de Veiling gesorteerd.3

3 http://www.veilingzl.nl/bedrijfsprocessen.htm

Page 14: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

13

Maud den Os BA3A

Verpakkingsmogelijkheden In de jaren 50 werden al het fruit in manden gedaan nadat ze geplukt waren. Dit waren vaak gehuurde manden die van de veiling afkwamen. Ze konden makkelijk omgehangen worden door de plukkers. Op de markt werden dezelfde manden gebruikt en werden de appels en peren per kilo verkocht. In de jaren 80 kwamen er steeds meer andere verpakkingsvormen. Telers kregen extra geld als ze de appels in zakken deden van een kilo of in een kleiner kistje. De veiling kreeg deze ontwikkeling door en ging zich hier steeds meer in specialiseren. Tegenwoordig beschikken alle veilingen in Nederland over verschillende verpakkingslijnen. Deze zijn vooral gericht op de vraag van de supermarkt om het fruit te verpakken om de volgende redenen:

Voorkomen van beschadiging van het fruit;

Behouden van de kwaliteit;

Diefstal wordt hiermee vermeden. Tegenwoordig worden ook steeds meer appels in schalen verpakt. De granny smith appel was hierin de voorloper en nu volgens steeds meer appels. Deze appels zijn vaak wel clubrassen of andere speciale rassen.

Page 15: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

14

Maud den Os BA3A

4. ONTWIKKELINGEN IN BEDRIJFSOMVANG EN CONTINUÏTEIT: BINNEN OF BUITEN DE BOOT?

In dit hoofdstuk zullen de verschillen in bedrijfsomvang omschreven. Ook zal er een beschrijving worden gegeven van bedrijven die gestopt zijn en waar het probleem van de continuïteit ligt in de fruitsector. 4.1 STOPPEN OM FINANCIËLE REDEN

Zoals eerder beschreven zijn in de afgelopen 60 jaar veel telers gestopt of moesten stoppen met hun werkzaamheden. Zoals in figuur 2 te zien is daalt ook het teeltoppervlakte Er vindt dus een schaalvergroting plaats en tegelijk een intensivering van de teelt. Waar vroeger de kleine teler kon leven van zijn 1 a 2 hectare is nu een gemiddeld bedrijf al gauw 10 tot 15 hectare groot. Het inkopen van gewasbescherming, plantmateriaal en machines en het betalen van de arbeidskosten en andere overige kosten is vaak de druppel die de emmer doet overlopen. Veel kleine bedrijven kunnen niet meer onder kostprijs produceren en bij een slecht lopende economie kunnen deze bedrijven de kop niet meer boven water houden. De eisen van de supermarkten om steeds goedkoper te gaan produceren zal in Nederland niet zo verder kunnen gaan. Er wordt tegenwoordig al vaak uitgeweken naar goedkoper fruit in de voormalige Oostbloklanden en deze verschuiving zal steeds meer worden. 4.2 STOPPEN OM SOCIALE REDENEN

Net als in de rest van de agrarische sector zijn fruitteeltbedrijven familiebedrijven. De bedrijven worden van vader op zoon of dochter doorgegeven en zo gaat dat al vaak generaties lang. Om de financiële redenen zou je eigenlijk alleen maar hard moeten werken met een niet lonend resultaat onder de streep. Waarom zou je dan als dochter of zoon deze onderneming over willen nemen? Dit probleem staat in de hele sector centraal. Bij veel ondernemingen komt het voor dat er geen opvolging is of dat de opvolging niet het bedrijf wil overnemen4. De ondernemingen zullen dan moeten stoppen met hun werkzaamheden ondanks zij graag verder willen gaan. Het verkopen van de hele onderneming is vaak een lastige aangelegenheid omdat de prijzen vaak te hoog liggen voor een buitenstaander. De bedrijven worden een aflopende zaak en moeten dus stoppen met de werkzaamheden.

4

http://www.rabobank.nl/images/1200_column_fena_29283138.pdf?ra_resize=yes&ra_width=800&ra_height=600&ra_toolbar=yes&ra_locationbar=yes 6 oktober 2012

FIGUUR 3. TOTAAL TEELTOPPERVLAKTE, BRON:CBS

Page 16: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

15

Maud den Os BA3A

5. ONTWIKKELINGEN IN AFZET: VERDWIJNEN VAN DE KLOK, GOED OF SLECHT VOOR DE

SECTOR?

In dit hoofdstuk wordt de afzet van de producten beschreven. Hierin wordt natuurlijk de positie van de veiling beschreven en de huidige afzetkanalen. 5.1 VEILING, VERGANE GLORIE OF AANPASSEN AAN DE NIEUWE TIJDEN?

Op de afbeeldingen hierboven is er chronologische volgorde ontwikkelingen te zien van de van de veilingen in de afgelopen 50 jaar. Aanvangsjaren Rond 1900 had ieder dorp zijn eigen veiling, sommige zelfs meerdere. Veilingen waren plaatsen waar het fruit bij elkaar werd gebracht en zo werden verkocht aan de hoogste bieder. Het fruit werd met paard en wagen vaak vervoerd waarna later de vrachtwagen aanvoer kwam. De vruchten werden in manden aangevoerd en het veilen gebeurde in de aanvangsjaren ook nog zonder klok. Veilingklok In de jaren 50/60 van de vorige eeuw werden de kleinere veilingen steeds meer gecentraliseerd. Zo waren er in Zuid-limburg de belangrijke veilingen: Gronsveld en Margraten. Deze veilingen maakte gebruik van de veilingklok. Voor deze veilingklok reden de producten langs en werd op afslag de producten geveild. Op afslag betekent dat de hoogste bieder de producten krijgt. Het waren toen nog oude modellen die later zijn vervangen door de elektrische klokken. Verdwijnen klok, telefonische bemiddeling In de afbeelding hiernaast is de afzetstructuur van de gehele keten weergegeven. De veiling wordt nog steeds gebruikt als centrale plaats waar alle producten samenkomen. De veiling heeft veel koelcapaciteit en inpakmogelijkheden. In 2000 zijn Veiling Gronsveld en Veilinng Margraten samengaan als Coöperatieve Veiling Zuid-Limburg B.A.. De klok is in Margraten geheel verdwenen en er wordt nu via telefonische bemiddeling de producten verkocht. De telefonische bemiddeling is volgens de geïnterviewde beter geweest voor de sector omdat de prijzen niet kunstmatig hoog worden gehouden. Er worden afspraken gemaakt met supermarkten en er kan beter worden ingespeeld op de wensen van de consument.

AFBEELDING 5. ONTWIKKELING VEILING

Page 17: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

16

Maud den Os BA3A

De capaciteit van de veiling is in de afgelopen jaren zelfs nog gegroeid en nu kan er ongeveer 45 miljoen kilo fruit per jaar worden verhandeld. Naast deze capaciteit is er ook nog een koelcapaciteit van 15 a 16 miljoen kilo fruit. 70% van de totale verhandeling gaat naar de supermarkt en 20% naar de klein handel en export. Er zijn ongeveer 200 leden gebonden aan de veiling waarvan 150 appels en peren leveren. 90% van het verhandelde fruit bestaat daarom ook uit appels en peren. De veiling is de op twee na grootste (Fruitmasters & Greenery) veiling in Nederland. De veiling staat voor persoonlijke benadering van leden, waarschijnlijk is de veiling daarom ook zeer streekgebonden (95% van de leden komt uit de regio Zuid en Midden-Limburg). De veiling levert aan kleinere supermarktketens zoals Dirk Digros Bas, omdat zij niet mee willen gaan in het spel van de supermarktmacht zoals een Albert Heijn. Door veel samen te werken met een Belgische partner veiling en Innovafruit (rassenontwikkeling) hebben ze de afgelopen jaren drie goedlopende rassen op de markt kunnen zetten: Junami, Rubens en Wellant. De Veiling heeft nog steeds een belangrijke plaats in de keten van teler naar consument. Vooral in Zuid-Limburg bestaat de coöperatieve gedachte van het “ samen staan we sterk” en de streekgebondenheid maakt de Zuid-Limburgse veiling een sterke speler in het leveren van fruit en zal dit naar mijn inzien ook blijven. Het is belangrijk om een tussenschakel te hebben die veel werkzaamheden zoals het sorteren en verpakken kan overnemen van de fruitteler zelf die hier anders veel geld in moet investeren. De veiling kan meer “ macht” uitoefenen dan een teler alleen. 5.2 AFZETSTRUCTUUR

De afzetstructuur is een vrij simpele en vaak voorkomende afzetstructuur. De eerste drie schakels zijn vanzelfsprekend alhoewel soms de handelaar hiertussen uit gaat en er rechtstreeks wordt geleverd aan de fruitteler. De fruitteler kan zelf voor drie mogelijkheden kiezen: veiling, handelaar en directe export. De kleinere telers kiezen vaak voor de veiling omdat ze anders het sorteren en verpakken zelf zouden moeten doen. Grotere fruittelers gaan vaak via de handelaren en sommige leveren direct aan het buitenland. Uiteindelijk komt het meeste fruit in de supermarkt en een kleiner gedeelte (ongeveer 20%) wordt op de markt of aan huis verkocht. In de jaren 50 ging alles via de veiling. Vaak werd er op het hout verkocht en werd er dus al voor de oogst een prijs afgesproken die voor alle hectares gelden. Met deze manier van verkoop kon de teler vaak de veiling een soort van afzetten omdat de handelaren van de veiling vaak geen verstand hadden van de bomen en zagen niet dat er klein fruit onderin de bomen hing.

FIGUUR 4. AFZETSTRUCTUUR

Page 18: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

17

Maud den Os BA3A

6. ZUID-LIMBURG IN VERGELIJKING MET DE BETUWE: COÖPERATIEF TEGEN GROOTSCHALIG

Zuid-Limburg wordt vaak gezien als de underdog in de fruitteelt sector. Op de kaart hiernaast is er te zien dat Zuid-Limburg een echte fruitteelt sector is. Naast de Betuwe en Zeeland is er in Zuid-Limburg ook veel fruitteelt te vinden. De Limburgse fruitteeltsector onderscheidt zich vooral in de coöperatieve gedachte. Dit wil zeggen dat ze veel samenwerken en vasthouden aan deze samenwerking. Vroeger draaide de Zuid-Limburgse fruitteelt op regiogebonden teelt met een goede lever kwaliteit. Ze werkten allemaal samen waardoor ze goed op konden “boksen” tegen de Betuwe. De Limburgse telers beschikken tegenwoordig over het algemeen over kleinere percelen dan de telers in de Betuwe. De “megatelers” zal je daarom niet snel vinden in Limburg. Door de ontwikkeling van de schaalvergroting in

de Betuwe zie je dat juist zij de veiling gaan overslaan en de sortering en verpakking zelf gaan doen. Door deze ontwikkeling wordt de samenwerking steeds minder. Ik zou zelf liever werken met meer persoonlijk contact en met een coöperatieve gedachte. De fruittelers in de Betuwe worden naar mijn inzien steeds meer ondernemers en geen agrariërs meer. Het worden echte bedrijven die alleen maar kostprijsgeoriënteerd telen waarbij de kwaliteit vaak ten ondergaat. Juist de kwaliteit is volgens mij het belangrijkste om zich in de toekomst gaan te onderscheiden met de kwantiteit levering vanuit het Oostblok.

FIGUUR 5. KAART VERPSREIDING FRUITTEELT

Page 19: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

18

Maud den Os BA3A

7. CONCLUSIE

Er is in de afgelopen jaren heel veel ontwikkelt binnen de fruitteelt sector. De arbeidsintensieve teelt die nauwelijks rendabel was wordt steeds rendabeler en levert een goede kwaliteit. De Zuid-Limburgse telers kunnen zich vooral onderscheiden door de goede kwaliteit grond waarop ze op telen en dat is (volgens experts) te proeven aan de appel. Door de coöperatieve gedachten van het blijven samenwerken en de vasthoudenheid aan de eigen regio blijft de sector sterk. De mechanisatie en innovatie in de fruitsector zal steeds verder gaan maar er moet wel menselijke arbeid aan te pas komen om de kwaliteit te waarborgen. Een machine kan vaak niet zien wat een menselijk oog wel kan zien.

Het investeren in clubrassen is volgens mij ook een goede aanbeveling voor de sector omdat merken zoas Junami een tegenvallend jaar goed kunnen opvangen en het omzetverlies beperken. De veiling zal moeten blijven bestaan als tussenhandelaar en eventueel zal er in de toekomst meer moeten worden samengewerkt met deze handelaren. Dit onderzoek naar het verleden is zeer waardevol geweest voor mij. Ik heb veel geleerd van alle verhalen en informatie die ik heb mogen ontvangen van de geïnterviewde.

Page 20: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

19

Maud den Os BA3A

BIJLAGE I: INTERVIEW ROBERT WEUSTEN

Naam: Robert Weusten Functie: Commercieel medewerker Coöperatieve Veiling Zuid Limburg Datum: 28 september 2012 Plaats: Margraten E-mailadres: [email protected] Omschrijving: De veiling in Margraten is de derde grootste veiling van Nederland. Met ongeeer 40 a 50 miljoen kilo per jaar is het respectievelijke kleine veiling. Ik heb hier gesproken met Robert Weusten, commercieel medewerker op de Veiling. Een zeer interessant verhaal over de plaats van de veiling in de keten en hoe deze zich heeft geprofileerd de afgelopen jaren. Hoe is de veiling ontstaan? Vroeger waren er veel verschillende veilingen. In de jaren 50/60 had je Veiling Zon in Gronsveld en Veiling in Margraten. Alle leden van Veiling Zon zijn overgestapt naar Veiling Margraten waardoor er een soort van fusie ontstond: Veiling Zuid-Limburg in 2000. Wat is er in die tijd veranderd tot nu?

De klok is inmiddels zo goed als verdwenen, alleen veiling Fruitmasters doet nog kleine partijen via de veiling. Alles gaat nu via telefonische bemiddeling en/of prijsafspraken met supermarkten;

Het fruit wordt voor het overgrootste gedeelte in de veiling gesorteerd, zijn nog maar enkele telers die het zelf nog doen. Er zijn 7 sorteerlijnen allemaal met water dumpers;

In 2006 is er een inpakloods gekomen. De vraag van de supermarkten was voor verpakt fruit met als redenen: minder beschadiging, meer kwaliteit en minder diefstal in de supermarkten. Er zijn 6 inpaklijnen: 4 zakken, 1 schalen en 1 voor speciale verpakkingen klein fruit;

Door de openstelling van de grenzen zijn er veel uitzendkrachten vanuit het Oostblok hier aan het werk. Vroeger werd dit vooral door familieleden gedaan, nu door uitzendkrachten. Nu 15 fte’s en 15 tot 65 uitzendkrachten (seizoensgebonden);

De capaciteit is flink gegroeid de laatste jaren: 40/50 miljoen kilo per jaar wordt er verhandeld. Deze worden geleverd door ongeveer 200 telers waarvan 90% appels en peren en 10% klein fruit. De telers zitten veelal in zuid en midden Limburg;

Nieuwe rassen zijn goed ontwikkeld: Junami, Rubens en Wellant. De consument vroeg naar een andere appel, waardoor de supermarkt hierin mee moest gaan. Veel samenwerking vindt er plaats met innovafruit (ontwikkelen van nieuwe rassen). Er is veel marketingenergie nodig voor een nieuw ras op de markt te brengen. Er is nog een nieuw ras op komst: Jolie Red. In samenwerking met een Belgische partner.

Wat onderscheidt de veiling Zuid-Limburg met andere veilingen? De veiling is een kleinere veiling in vergelijking met bijvoorbeeld de Greenery en Fruitmasters. Juist door deze kleinere schaal is het contact met de telers persoonlijker. Ook heeft het met streekgebondenheid te maken. Veel telers kiezen voor minder lang transport en door de grote hoeveelheid fruittelers in Midden-Zuid-Limburg (die telen op goede

Page 21: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

20

Maud den Os BA3A

kwaliteit grond) kunnen zij zich hiermee onderscheiden. Ook gaat de veiling niet in zee met grote supermarkten als bijvoorbeeld Albert Heijn die volgens de geïnterviewde onredelijke dingen vraagt van de veiling. De levering gaat richting Digros, Deen en andere kleinere supermarktketens in het Noorden van het land. De macht van de supermarkt, hoeveel last heeft de veiling hiervan? De supermarkten eisen tegenwoordig allemaal wat anders. De ene supermarkt eist dat er geen restant van bestrijdingsmiddelen op de appel of peer mogen overblijven en andere eisen dat er nog 50% restant op mag blijven zitten. De veiling kan hierin mee in spelen om de goede teler uit te zoeken voor een bepaalde supermarkt. Volgens de geinterviewde wordt de macht alleen maar groter van de supermarkten en als je niet mee gaat in hun voorwaarden zal je worden afgeschreven en gaan ze naar een andere veiling. De grootte van de veiling en dus de levercapaciteit heeft volgens de geinterviewde weinig invloed op de macht die de veiling kan uitoefenen op de supermarkt maar als het echt om grote hoeveelheden en bedragen gaat zal de veiling ZL toch af moeten haken i.v.m. bijvoorbeeld de Greenery of Fruitmasters. De supermarkten eisen ook verschillende certificering Wat voor invloed heeft het verdwijnen van de klok gehad op de huidige situatie? Het gaat niet meer op vraag en aanbod van de veiling. De klok hield vaak de prijs kunstmatig hoog of laag waardoor het niet echt inspeelde op de huidige situatie. De huidige situatie is beter omdat nu jaar rond kan worden geleverd tegen een goede prijs. Is de veiling dan nog wel belangrijk, of wordt het overgenomen door handelaren? De veiling is en blijft belangrijk. Het sorteren en verpakken zijn de belangrijkste werkzaamheden en dit gaat de teler die op kleine schaal werkt niet zelf doen. De regulatie op de markt van de prijs kan ook beter via de veiling worden gedaan omdat telers zelf vaak geen kennis over onderhandelen hebben en dit dan liever aan de veiling overlaten. Wat zijn de toekomstige ontwikkelingen?

Duurzaamheid: warmte terugwininstallaties, eigen energie opwekken

Meegaan met klanteneisen

Macht van de supermarkt wordt steeds groter

Eventueel wegtrekken van telers naar andere landen waar omstandigheden beter zijn

Ontwikkeling clubrassen

Page 22: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

21

Maud den Os BA3A

BIJLAGE II: INTERVIEW NICO HUTSCHEMAKERS

Naam: Nico Hutschemakers Functie: Oud fruitteler Datum: 29 september 2012 Plaats: Banholt Telefoonnummer: 043-4571592 Omschrijving: Nico Hutschemakers, de vader van mijn moeder, geboren op 15 januari 1926 in Banholt. Kocht in 1958 grond voor te starten als fruitteler. Begon meteen met de moderne fruitteelt. In 1986 verkocht hij al zijn land aan een jonge ondernemer. Nog steeds zeer geïnteresseerd in de agrarische sector en houdt veel actuele onderwerpen bij. Welke ontwikkelingen waren er in de teelt de afgelopen 50 jaar? Tot 1950 waren er vooral hoogstambomen. Na de oogst werden er hopen appels neergelegd naast de bomen. De koopman kocht ze dan vlak voor de winter omdat ze dan het goedkoopst waren. De appels konden namelijk niet bewaard worden waardoor de teler voor de winter van zijn fruit af moest. Na 1950 kwamen er de rooipremies. Voor elke boom die gerooid werd kreeg de boer een gulden. Dit bracht weinig op voor de boeren maar zo kreeg de overheid meer weilanden die voor beter dingen konden worden gebruikt. De fruitteelt was namelijk niet efficiënt genoeg en bracht daardoor weinig op. Er ontstond de moderne fruitteelt met laagstambomen van type m3. Deze waren flinke groeiers met een zwakkere onderstam dan de hoogstambomen. Na 1960 kwam de M9 boom. Een goede vruchtbare boom met een nog zwakkere groei. Nico Hutschemakers begon zijn bedrijf met deze bomen. Hoe zwakker de onderstam hoe meer vruchten de boom had. Ook de bomen per hectare zijn flink gegroeid. Waar ze vroeger 2,5 meter uit elkaar stonden staan ze nu 0,75 meter uit elkaar. 1 kilo appels = 1 meter minder groei. Vanaf 2000 kwam het type m27. Nog kleiner, nog zwakker en nog minder snoeiwerk. Welke soorten teelde u?

Goudrenneten

Sterappels

Franse Zuren

Eijsdener Klumpkes

Keulemans

Josmus

Legiepond

Franse wijnpeer

Present peren

Dubbel flippen

Saint Remy Hoe werd het fruit vroeger bewaard en wat zijn hierin de veranderingen? Tot 1950 waren er nog geen koelcellen. Alles werd buiten bewaard. Na 1950 kwamen er luchtbewaringsplaatsen waarbij koude lucht het ’s nachts naar binnen werd geblazen en

Page 23: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

22

Maud den Os BA3A

overdag de cellen dicht bleven. Nico bracht zijn fruit naar de veiling waar het gekoeld bewaard bleef. Tegenwoordig zijn er ULO koelingen op de veilingen waarbij er weinig zuurstof is waardoor de appel in slaap wordt gebracht. Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen?

De consument wordt steeds kieskeuriger en krijgt steeds meer eisen

Verbetering van gewasbeschermingsmiddelen waaronder vooral de bladvoedingsmethoden

Schaalvergroting

Centralisatie van de veilingen

Arbeiders uit het Oostblok

Jaren 60: overheidsbemoeienis (interventieprijzen)

Verwerking van overschotten in appelsap, appelmoes en stroop

Verbetering koelmogelijkheden

Ontwikkeling van clubrassen

Page 24: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

23

Maud den Os BA3A

BIJLAGE III: INTERVIEW HERMAN BUS

Naam: Herman Bus Functie: Hoofdredacteur Fruitteelt en beleidsmedewerker NFO Datum: 4 oktober 2012 Plaats: Zoetermeer Telefoonnummer: +31(0)79-3681300 / +31 (06)-51178106

Omschrijving: Herman Bus is een zoon van een fruitteler. Werkt zelf al jarenlang bij NFO: Nederlandse Fruitteel Organisatie. De NFO bestaat al sinds 1898 en heeft 80% van de fruittelers als lid. Herman Bus heeft mij een boek verstrekt over het 100jarig bestaan van de NFO (1998 uitgegeven). Hierdoor zijn veel vragen van mij al beantwoord die ik vooraf gezien nog wilde stellen. Ik zal daarom deze vragen achterwege laten. Het waren vragen over de redenen van oprichting etc. Wat voor ontwikkelingen speelde in de tijd van oprichting?

Teeltverbeteringen, hoe kan ik meer opbrengsten halen uit mijn teelt?

Verbetering van plantmateriaal

Afzet verbetering

Centrale proeftuinen werden opgericht

Wat waren de voordelen van het lid zijn van de NFO? Je kon gebruik maken van de kennis van alle leden en kon je eigen advertenties verspreiden. Er werd via het maandblad (later weekblad) fruitteelt veel informatie gegeven over de werkwijze en materialen die in het belang waren van een goede teelt Wat voor ontwikkelingen na WOII zijn de belangrijkste?

Clubrassen

Openstelling van de grenzen binnen Europa

Macht van de supermarkt gestegen

Consument eisen worden steeds groter

Inwendige kwaliteit, druk op residu van gewasbescherming

Moderne teelttechnieken: kostprijs proberen laag te houden

Intensievere aanplant, betere bomen

Arbeidsmarkt is opengesteld Wat vindt u van de afschaffing van de productschappen, welke invloed zou dit hebben op de sector? Ik vind het een schadelijke zaak. Het potje geld wat normaal gereserveerd was voor innovatie en ontwikkeling binnen de sector gaat wegvallen. De marktbewerking door middel van generieke reclame zal gaan wegvallen waardoor het, het effect geeft dat telers minder geneigd te zijn innovatiever te gaan nadenken omdat hier geen geld voor is. Waarschijnlijk zullen de telerverenigingen dit gaan oppakken. Wat is uw kijk op de gewasbeschermingsmiddelen? Deze zullen steeds weer verder worden verbeterd. De toekomst ligt alleen wel meer op het resistent maken van schimmel en andere vochtproblemen omdat dit het grootste probleem

Page 25: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

24

Maud den Os BA3A

is. Door de huidige veredelingstechnieken en de voorsprong die Nederland hierin heeft zal dit snel gaan. Wat is uw kijk op de Limburgse fruitteelt? De Limburgse fruitteelt onderscheidt zich vooral met de andere regio’s door de cooperatieve gedachte. Alles samen doen en daardoor het doel bereiken. Ze maken allemaal nog gebruik van de regionale veiling waardoor de lijnen kort blijven.

Page 26: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

25

Maud den Os BA3A

BIJLAGE IV: INTERVIEW TWAN HABETS

Naam: Twan Habets Functie: Medewerker boomkwekerij Frijns Datum: 4 oktober 2012 Plaats: Margraten Telefoonnummer: +31 (06)-13597075 Omschrijving: Twan Habets is (nog) student aan Hogeschool HAS Den Bosch en werkt bij Boomkwekerij Frijns als hoofd inkoop bij het tuincentrum. Hij werkt hier al een aantal jaar dus weet veel van de onderneming af. Mijn keuze om ook met een boomkwekerij te praten is vooral de gehele keten in beeld te kunnen brengen en aangezien de boomkweker levert aan de fruitteelt is dit naar mijn inzien een logische keuze. Wat voor onderneming is Boomkwekerij Frijns? De fruitbomen zijn de hoofdsoort van de onderneming en hier is ook de grootste bekendheid om. Naast de fruitbomen leveren zij ook laanbomen, coniferen, laurieren en hebben zij een groot tuincentrum met een breed aanbod voor plantmaterialen etc. Frijns levert in 25 landen binnen Europa bomen en is de laatste jaren zich steeds meer gaan richten op het tuincentrum waardoor de fruitbomen steeds minder worden. Wat zijn de ontwikkelingen van de afgelopen jaren?

Fruitbomen worden steeds meer specifieker aangeleverd. De wensen van de afnemer worden helemaal meegenomen in de levering;

Veel bomen verdwenen in de fruitteelt, deze soorten worden door de boomkweker behouden om zo instandhouding van de oude rassen te behouden;

Inkoop van ogen voor oculatie moet via gecertificeerd bedrijf (NAK Tuinbouw);

Milieukeurmerken

Mechanisatie: meer machines

Veredeling wordt steeds belangrijker

Beregeningsysteem optimalisatie

Energieopwekking voor 3 loodsen? Onderwerp: clubras? Clubrassen zijn heel duur om in te kopen. Deze worden vaak via handelaren verkocht. De keten verloopt meestal van boomkweker naar handelaar naar teler.

Page 27: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

26

Maud den Os BA3A

BIJLAGE V: PERSOONLIJKE EVALUATIE INTERVIEWS

Ik vond de interviews zeer informatief. Veel dingen gehoord die ik heb gebruikt in mijn vervolg interviews en in mijn verslag. Ik had mezelf goed voorbereid elke keer en vragen van te voren opgeschreven. Ook heb ik me ingelezen in de organisaties zo ver als dit kon. Ik vond het jammer dat ik voor deze opdracht geen teler meer heb kunnen spreken aangezien deze midden in de oogsttijd zitten. Ik hoop daarom dat ik voor mijn komende 3 interviews wel een teler kan spreken. Het verhaal van mijn grootvader vond ik zeer waardevol omdat deze het meeste over het verleden kon vertellen en deze waren ook echt specifiek voor Zuid-Limburg. Bij de NFO heb ik een boek ontvangen waaruit ik veel informatie heb kunnen halen. Op de veiling heb ik ook een interessant interview gehad, hier heb ik ook veel dingen gehoord voor het toekomstbeeld. Het interview met de boomkwekerij past achteraf gezien misschien niet in mijn verslag maar was wel informatief.

Page 28: Ontwikkelingen Fruitteelt Zuid-Limburg]

27

Maud den Os BA3A

BRONNENLIJST

INTERNET:

6 oktober http://edepot.wur.nl/166750

15 september http://www.veilingzl.nl/

20 september http://www.nfofruit.nl/

25 september http://www.boomkwekerij-frijns.nl/

6 oktober http://www.rabobank.nl/images/1200_column_fena_29283138.pdf?ra_resize=yes&ra_width=800&ra_height=600&ra_toolbar=yes&ra_locationbar=yes

7 oktober http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=70671NED&D1=a&D2=a&HD=090707-1512&HDR=G1&STB=T

LITERATUUR:

Groot (1998), Een eeuw strijd om het bestaan in de fruitteelt, NPV-NFO

E. Niesten, Y. Segers, Smaken van het land: groenten en fruit vroeger en nu, davidsfonds/Leuven

Bedrijfsanalyse fruitteelt 2011; Maarten van Dijk, Floris-Jan van Os, Janine Hofsommer, Dirk Ebben en Maud den Os

MONDELING:

Robert weusten

Nico Hutschemakers

Herman Bus

Twan Habets