ONTWERPNOTITIE - Limburg · 2020. 9. 8. · 2014: aantakken geul De Hoogte (Heppeneert) 2014 -...

45

Transcript of ONTWERPNOTITIE - Limburg · 2020. 9. 8. · 2014: aantakken geul De Hoogte (Heppeneert) 2014 -...

  • ONTWERPNOTITIE

    c o h sOrtiuWG » E N S M *

    Aan: F. VerhoevenKopie: F. Wijnants, H. de Groot, E. Mommers

    Project: Grondwatermonitoring kwantiteitTitel: Rapportage VHR-peilbuizen aan de hand van het WY-protocol voor het

    1e kwartaal van 2020Referentie: DO-GM-ENG-415-1Versie: 1Status: definitiefDatum: 27-05-2020

    Revisie geschiedenisRevisie Datum: Opgesteld door: Wijzigingen:A 19-05-2020 C. Cluitmans n.v.t.1 27-05-2020 C. Cluitmans Interne opmerkingen verwerkt

    Controle status

    Vrijgave:

  • INHOUD blz.

    1 INLEIDING 31.1 Inleiding 31.2 Leeswijzer 32 MAASINGREPEN DOOR DE TIJD 42.1 Uitvoerende partijen 42.2 RWS Maaswerken 42.3 De Vlaamse Waterweg (voorm. N.V. De Scheepvaart) 42.4 RWS Zuid-Nederland 52.5 Consortium Grensmaas 52.6 Overigen 63 MAASWATERSTANDEN IN HET 1E KWARTAAL VAN 2020 74 TOELICHTING SIGNALERINGS- EN ALAMERINGSPROTOCOL ENONTWIKKELING SOFTWARE 174.1 Korte beschrijving signalerings-en alarmeringsprotocol 174.2 Ontwikkeling WY-protocol-software 175 EVALUATIE MET HET WY-PROTOCOL VOOR HET 1E KWARTAAL VAN 2020

    205.1 Inleiding 205.2 1e kwartaal 2020 206 GEMETEN VHR-GRONDWATERSTANDEN EN VERGELIJKING MET WY-PROTOCOL-EVALUATIE 216.1 Inleiding 216.2 Toetsing berekende grondwaterstanden aan gemeten grondwaterstanden 216.3 003Xdiep 226.4 7-0319 226.5 CONS02 226.6 CONS03ondiep 236.7 DS-01112 246.8 DS-02022 246.9 DS-02062 246.10 DS-02272 256.11 DS-02352 266.12 Maaswinkel 266.13 VEN_Bdiep 266.14 ZIEP04_1diep 276.15 ZIEP04_2 276.16 ZIEP04_3diep 286.17 ZIEP04_4 296.18 ZIEP04_5diep 307 SIGNALERING IN VOORAFGAANDE KWARTALEN 318 CONCLUSIE EN VERVOLG 32BIJLAGE I KAART GRENSMAASINGREPEN EN PEILBUISMEETNET 33BIJLAGE II SIGNALERINGSTABEL 34BIJLAGE III VHR-GRONDWATERSTANDEN KRAGTEN 35BIJLAGE IV VHR-GRONDWATERSTANDEN DE VLAAMSE WATERWEG 36

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 2

  • 1 INLEIDING

    1.1 InleidingIn het kader van het Grensmaasplan voert Consortium Grensmaas BV (CG) monitoring van grondwaterstijghoogtes aan Vlaamse zijde van de Grensmaas uit. Om eventuele effecten van de uitvoering van het Grensmaasplan op de grondwaterstanden ter plaatse van de Vlaamse Vogel- en Habitat Richtlijngebieden (VHR-gebieden) in beeld te brengen, is door Kiwa Water Research (thans KWR) in opdracht van de Provincie Limburg (PVL) een signaleringsprotocol ontwikkeld. Hiermee kunnen alle belanghebbende partijen op elk moment vaststellen wat de invloed van het Grensmaasplan op de grondwaterstand is en deze vergelijken met overeengekomen criteria. Deze methode wordt het WY-protocol genoemd en is opgeleverd in de vorm van een computerprogramma.

    CG toetst iedere 3 maanden de grondwaterstanden aan de hand van het WY-protocol. Het doel van deze rapportage is het evalueren van de grondwaterstanden voor het 1e kwartaal van 2020 (1 januari t/m 31 maart 2020).

    1.2 LeeswijzerIn hoofdstuk 2 zijn de voor de Grensmaas relevante ingrepen door de tijd opgenomen. In hoofdstuk 3 is een evaluatie van de maaswaterstanden van de afgelopen periode opgenomen. Het signalerings- en alarmeringsprotocol en de ontwikkeling van de software in de afgelopen jaren is beschreven in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 beschrijft de resultaten van de evaluatie met het WY-protocol; hoofdstuk 6 de gemeten VHR- grondwaterstanden en de vergelijking met de evaluatieresultaten. In hoofdstuk 7 wordt een overzicht gegeven van alle kwartalen en het voorkomen van signaleringen. Conclusies komen in hoofdstuk 8 aan bod.

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 3

  • 2 MAASINGREPEN DOOR DE TIJD

    2.1 Uitvoerende partijenBij de totstandkoming van ingrepen in/langs de Grensmaas is een vijftal partijen betrokken:

    1. RWS Maaswerken2. De Vlaamse Waterweg (voorm. nv De Scheepvaart)3. RWS Zuid-Nederland4. Consortium Grensmaas5. Overigen

    Cursief staan plannen aangegeven, onderstreept is in uitvoering en vet is uitgevoerd.

    2.2 RWS Maaswerken2007: Proefproject Meers 2008: Roosteren2006 - 2010: Mitigatie ingrepen, zie tabel 2.1

    Tabel 2.1: drempe s inclusief herkomst gegevensDrempel Locatie Maas-km Hoogte drempel (m + NAP)

    Ontwerphoogte, bron 1

    Actuele gemiddelde / laagste hoogte, bron 2

    9 (of A) Aan de Maas 23,37 36,65 36,2/35,58 (of B) Aan de Maas 25,35 34,6 35,2 / 34,5Zomerbed Kotem Meers 28,00-30,80 32,7-31,7 nvt1 Meers 31,48 32,7 33,5 / 32,72 Meers 32,01 32,4 33,5/31,73 Meers 32,52 32,0 32,5/31,74 Meers 32,67 31,9 31,9/31,35 Meers 32,85 30,7 31,4/30,36 Meers 33,42 30,4 31,1 / 30,27 Meers 34,13 29,3 29,9/28,6Grindrug Meers 30,90-31,40 33,8-33,6 34,3-33,6Bron 1: nv De Scheepvaart en Maaswerken, Procesverbaal van overdracht, 17 november

    2011, Dilsen- Stokkem, Mitigatiemaatregel Grensmaas, DMW2011/3065 Bron 2: zomerbedpeiling Maas, maart 2017

    2010: BOB Itteren2010: Oeverbescherming Meers (zie tabel 2.2)2012: BOB Berg aan de Maas2013: Verbreding Julianakanaal (stand van zaken via Wim Niisten, Maaswerken)

    Tabel 2.2: Verdeling verantwoordelijkheid deelingrepen Kotem/MeersWie Maaswerken De Vlaamse Water-Onderdeel weg

    Bodembescherming X XWoning/oever Hal XOever Geneut XMaaswinkel XOeverbescherming Meers X

    2.3 De Vlaamse Waterweg (voorm. N.V. De Scheepvaart) 2003: Dijkverlegging Leut - Meeswijk 2006: Kerkeweerd

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 4

  • 2007: Negenoord2010: Kotem (inclusief bodem- en oeverbescherming bij Meers, zie tabel2.2)2010: extra toutvenant in het zomerbed ter hoogte van drempels 8 en 9 (zie tabel 2.1)2010: aanleg werkweg van toutvenant in het zomerbed ter hoogte Herbricht2010: aanbrengen van toutvenant in de Geul-monding2010: Herbricht, Hochter Bampd, Maaswinkel2012: Koggegreend/Bichterweerd2013: Haalbaarheidsonderzoek Vlaamse Flessenhalzen2014: aantakken geul De Hoogte (Heppeneert)2014 - 2015: terugtrekking winterdijk Booien2015: noodinqreep dichten uitspoeling zomerbed afwaarts viaduct Kotem 2016: Geistingen2016-2019: weerdverlaging Molen veld/Booien- Veunzen-Bichterweerd2017: aanbrengen bestorting Mazenhoven (tegenover Maasband noord) 2017: aanbrengen beschermingsconstructie Gasleiding tov Nattenhoven 2017: aanbrengen constructie t.b.v. verhoging waterstand tov Nattenhoven t.b.v. vaardiepte veer Berg - Meeswijk

    2.4 RWS Zuid-Nederland2010: Bodemverdediging stuw Borgharen2012: Oeverherstel stroomafwaarts Bosscherveld (‘Bananenboxer’), informatie bij Theo Savelkoul2017 Bestortingen langs kades te Maasband, Obbicht en Visserweert (uitgevoerd door CG in kader dijkversterkingen)2018: herstelwerkzaamheden grindrug Proefproject Meers (gereed in juni 2018) 2018: herstelwerkzaamheden in Meers tpv de Air Liquide-leiding: aanbrengen bestorting aan weerszijden van de leiding (gereed juli 2018)2018: verlengen drempel Nattenhoven tot op oever rivierverruiming

    2.5 Consortium GrensmaasEen kaart met daarop alle werklocaties en ingrepen van het Consortium Grensmaas is in bijlage I opgenomen. De percentages geven aan hoeveel procent van de rivierver- ruimende werkzaamheden reeds is afgerond. Voor de locaties Borgharen, Itteren, Meers, Geulle aan de Maas, Visserweert en Urmond Noord geldt dat de rivierverrui- mende werkzaamheden volledig zijn afgerond.

    In onderstaande tabel is de voortgang opgenomen zoals ook gerapporteerd aan RWS Maaswerken voor het 2e halfjaar van 2019. In het eerste kwartaal van 2020 was:

    • Bosscherveld: rivierverruiming 100% gereed;• Nattenhoven: rivierverruiming 100% gereed;• Grevenbicht: rivierverruiming 80% gereed;• Koeweide: rivierverruiming 45% gereed.

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 5

  • Locatie Gereed per 31.12.2019

    % gereed rivierverruiming

    % bijdrage hydraulisch effect

    % te versterken en op te hogen dijken

    % nieuw aan te leggen dijken

    Bosscherveld 100 (100) 100 (100) 0 0Borgharen 100 (100) 100 (100) 0 0Itteren 100 (100) 100 (100) 100 (100) 0Aan de Maas 100 (100) 100 (100) 0 0Meers 100 (100) 100 (100) 100 (100) 0Maasband 0 0 100 (100) 0(0)Urmond* 25 (25) 25 (25) 0 0

    Nattenhoven** 98 (98) 98 (100) 100 (100) 0Grevenbicht 65 (100) 65(100) 100 (100) 0Koeweide 40 (50) 40(50) 100 (100) 100 (100)Visserweert 100 (100) 100 (100) 100 (100) 100 (100)

    2.6 Overigen

    Vlaamse grindsector: 2019: Elerweert Nederlandse grindsector Waterschap Limburg

    - ARBRA: 20xx: WKC Borgharen

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 6

  • 3 MAASWATERSTANDEN IN HET 1E KWARTAAL VAN 2020

    Voorliggende tekst geeft een beknopt overzicht van de hydraulische situatie in het eerste kwartaal van 2020.

    De langjarige maandgemiddelde afvoeren in Tabel 3.1 zijn bepaald op basis van 100- jarige reeks van gehomogeniseerde daggemiddelde afvoeren bij Borgharen dorp (1911 - 2011) waarbij rekening is gehouden met het effect van onder andere afvoeronttrek- king naar de kanalen (Maas-Albertkanaal, Julianakanaal) en veranderingen in de Qh- relatie in de periode 1911 -2011.

    Tabel 3.1 Langjarig maandgemiddelde afvoeren versus 2020 maandgemiddelde afvoeren

    MaandLangjarig

    af voer (m7s)2020

    afvoer (m3/s)

    Jan 481 384

    Feb 437 933

    Mar 360 818

    Apr 275

    Mav 164

    Jun 100

    Jut 76

    Auq 64

    Sep 67

    Oct 111

    Nov 241

    Dec 385

    Uit Tabel 3.1 blijkt dat in het eerste kwartaal van 2020 januari minder afvoer kende dan de overeenkomstige langjarig gemiddelde maandafvoer. Februari en maart daarentegen kenden hoge maandafvoeren van respectievelijk 933 en 818 m3/s, wat circa 120% hoger is dan de gemiddelde afvoer.

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 7

  • Beschadiging stuw Linne

    Bij Linne is op 10 februari het Poiree-deel van de stuw beschadigd als gevolg van losgeslagen duwbakken (zie Afbeelding 3.1). Met het nog wel functionerende Stoney-deel en de waterkrachtcentrale is geprobeerd om toch zoveel mogelijk te sturen op het normale stuwpeil. Een consequentie is dat de waterstanden bij Heel-boven meer fluctuatie vertonen dan normaal. Eind maart is een tijdelijke breuksteendam aangelegd om het beschadigde deel van de stuw stroomluw te maken (zie Afbeelding 3.2). In de loop van 2020 zal de stuw worden hersteld.

    Afbeelding 3.1 de duwbakken bij de jukken van de stuw bij Linne (RWS, 2020)

    Afbeelding 3.2 de tijdelijke dam voor het Poiree-deel van stuw Linne (RWS, 2020)

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 8

  • Incomplete meetreeks Lanaken-Smeermaas

    Door het HIC is op 20 april bij het uitleveren van de data van het station Lanaken- Smeermaas het volgende aangegeven:

    Vanaf half maart zijn de metingen van Lanaken verwijderd. Er waren problemen met de druksonde die daardoor slechte metingen registreerde. Onze terrein- ploeg is wel op de hoogte van het probleem en zullen dat ook oplossen. Ik heb geen zicht op hun planning deze weken.

    Voor het WY-protocol is de meetreeks van Lanaken-Smeermaas wel nodig. Daarom is gebruik gemaakt van de meetreeks van Borgharen-dorp. Op basis van de metingen (daggemiddelde waarden) van 2019 is de volgende relatie gelegd tussen gemeten waterstanden van Lanaken-Smeermaas en gemeten waterstanden van Borgharen-dorp.

    Afbeelding 3.3 relatie waterstanden Lanaken-Smeermaas en Borgharen-dorpLanaken-Smeermaas vs Borgharen-dorp

    De blauwe punten tonen de relatie zoals die volgt uit de metingen van 2019. Hier is een 5e orde polygoon doorheen gefit waarvan de vergelijking in de grafiek staat. De beschikbare metingen van Lanaken-Smeermaas in de periode 01/01/2020-13/03/2020 zijn zichtbaar als rode kruizen. De groene driehoeken zijn de waterstanden bij Lanaken-Smeermaas gebaseerd op de benadering met behulp van de polygoon. Voor het WY-protocol zijn de gemeten waterstanden gebruikt t/m 13/03/2020, daarna is gebruik gemaakt van de benaderde waarden met de polygoon.

    Afbeelding 3.4 hieronder laat de tijdreeksen van afvoeren bij Sint-Pieter en Borgharen- dorp in het eerste kwartaal van 2020 zien. Een groot deel van de tijd (circa 90%) is de afvoer hoger geweest dan 250 m3/s. Er is sprake van een hoogwaterpiek op 5 februari van 1742 m3/s bij St. Pieter. Circa 50% van de tijd bedroeg de afvoer meer dan 600 m3/s; 10% van de tijd lag de afvoer zelfs boven de 1.200 m3/s.

    Het patroon in de waterstanden (zie Afbeelding 3.5) volgt het patroon in de afvoeren (zie Afbeelding 3.4), vooral in het ongestuwde deel van de Grensmaas (tot aan Maaseik).

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 9

  • Wat

    erst

    and

    (cm

    +NAP

    ) J>

    Af

    voer

    (m3/

    s)

    Afbeelding 3.4 tijdreeks van afvoeren Sint-Pieter en Borgharen-dorp, 1e kwartaal2020

    1e kwartaal 2020

    2000

    1750

    1500

    1250

    1000

    750

    500

    250

    0

    :beelding 3.5 tijdreeksen waterstanden, 1e kwartaal1e kwartaal 2020

    2020

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 10

    01-0

    4-20

    20

  • De onderschrijdingsduren van de gemeten afvoeren wordt getoond in Afbeelding 3.6. De horizontale as toont de afvoer bij Sint-Pieter, de vertikale as geeft aan hoeveel procent van de tijd deze afvoer is onderschreden. In het 1e kwartaal (de blauwe lijn in Afbeelding 3.3) heeft de afvoer veel diversiteit gekend. Minder dan 10% van de tijd is de afvoer lager geweest dan 250 m3/s, en eveneens circa 10% van de tijd is de afvoer hoger geweest dan 1.200 m3/s. Circa 40% van de tijd heeft de afvoer tussen de 500 en 1.100 m3/s geschommeld. De maximale afvoer in deze periode is 1.742 m3/s geweest, zie Afbeelding 3.4.

    Ter illustratie van de werking van het WY-protocol worden van de waterstand- en af- voermetingen van ieder kwartaal van 2020 de daggemiddelde waarden bepaald. Deze waarden worden in de vorm van Qh-relaties getekend tezamen met de Qh-relaties zoals deze zijn opgenomen in het WY-protocol. Het resultaat is zichtbaar in de volgende afbeeldingen.

    N.B.: De Qh-relatie is beschikbaar tot 4600 m3/s. Dat de figuren tot 1700 m3/s lopen komt doordat de daggemiddelde afvoer in 2020 niet boven de 1700 m3/s is gekomen. Er is naar gestreefd om de horizontale as zo maximaal mogelijk te gebruiken.

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 11

  • Afbeelding 3.7 Qh-relatie, daggemiddelde afvoer Sint-Pieter en -waterstand Sint

    Afbeelding 3.8 Qh-relatie, daggemiddelde afvoer Sint-Pieter en -waterstand 3orgharen-Julianakanaal, 2020 _ _____

    48.00

    47.50

    47.00

    46.50

    — 46,00o.

  • Afbeelding 3.9 Qh-relatie, daggemiddelde afvoer Sint-Pieter en -waterstand

    Afbeelding 3.10 Qh-relatie, daggemiddelde afvoer Sint-Pieter en -waterstand La- naken-Smeermaas, 2020

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 13

  • Afbeelding 3.11 Qh-relatie, daggemiddelde afvoer Sint-Pieter en -waterstandUikhoven,2020

    Afbeelding 3.12 Qh-relatie, daggemiddelde afvoer Sint-Pieter en -waterstand

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 14

  • Afbeelding 3.13 Qh-relatie, daggemiddelde afvoer Sint-Pieter en -waterstandMeeswijk veer, 2020

    Afbeelding 3.14 Qh-relatie, daggemiddelde afvoer Sint-Pieter en -waterstandGrevenbicht / Rotem, 2020

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 15

  • Afbeelding 3.15 Qh-relatie, daggemiddelde afvoer Sint-Pieter en -waterstandMaaseik, 2020_________________________________________________________

    28.00 n

    27.50

    27.00

    20.50

    26.00

    ■ Maaseik (m«ingen le kwartaal 2020) * Maaseik (metmgen 2e kwartaal 2020)

    Maaseik (metingen 3e kwartaal 2020) » Maaseik (metingen 4e kwartaal 2020)

    ---------- Maaseik (Qh-relatie 2003)

    00

    >

    • '

    am

    AfbeeldStevens

    i<

    ing C .wee

    30 2(

    1.16 rt, 2C

    X) 3C

    3h-r<>20

    X) K

    ïlatie

    30 5£

    «, da;

    30 6(

    jgen

    X) 7CAl

    ïidde

    X3 8(fvoerS

    Ide

    30 9Cnt Piet

    afvot

    30 10er(m3/

    ;r Sii

    00 11 »)

    Tt-Pii

    00 12

    ster

    00 13

    ;n -v

    00 14

    vatei

    00 15

    'stan

    00 16

    d

    00 17

    28,00

    27.50

    27.00

    26.50

    26.00

    ■ Stevens weert (metingen le kwartaal 2020)

    ■ Stevens weert (met! ngen 2e kwartaal 2020)

    • Stevensweert (met)ngen 3e kwartaal 2020)

    ■ Stevens weert (metingen 4e kwartaal 2020)

    ■ Stevensweert (Qh-relatie 2003)

    00

    a^•

    S «en

    --S a

    V '

    a» Va a "I

    a ■

    i

  • 4 TOELICHTING SIGNALERINGS- EN ALAMERINGSPROTOCOL EN ONTWIKKELING SOFTWARE

    4.1 Korte beschrijving signalerings- en alarmeringsprotocolIn deze paragraaf beschrijven we in het kort het signalerings- en alameringsproctocol. Voor een uitgebreide toelichting bij het WY-protocol en de software (d.d. april 2009) wordt verwezen naar het rapport “Het Grensmaasproject en de Vlaamse VHR- gebieden” (KWR Watercycle Research Institute (KWR), KWR 08.075, april 2009) en naar “Actualisatie van de overdrachtsfuncties in het WY-protocol” (KWR Watercycle Research Institute (KWR), januari 2012).

    Om vast te stellen of de invloed van het Grensmaasplan op de grondwaterstand binnen overeengekomen perken blijft, zijn criteria opgesteld waaraan de met het WY-protocol berekende grondwaterstandsverandering (de ‘signaleringstoestand’) getoetst wordt.

    KWR heeft voor iedere peilbuis een signaleringscriterium vastgesteld. Concreet is een criterium de maximaal toegestane verlaging in het grondwaterpeil op die locatie.

    De signaliseringscriteria zijn gebaseerd op ecologische overwegingen, aangegeven door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, of op geohydrologisch modelonderzoek (uitgevoerd door Royal HaskoningDHV). Op plaatsen waar het model een stijging van de grondwaterstand voorspelde is het modelcriterium op nul gesteld. Indien voor een peilbuis zowel ecologische criteria als modelcriteria beschikbaar waren, is voor het strengste criterium gekozen; voor de meeste peilbuizen is het modelcriterium strenger dan het ecologische criterium.

    De signaleringstoestand wordt per kwartaal als volgt berekend (zie formule 2 op p. 33 van het rapport van KWR):

    /I /7r(r) + 2cr(r)t=I-9 I

    9I> crit (1)

    waarbijt = het tijdstip waarop de signaleringstoets uitgevoerd wordt;r = het verloop van de tijd op dagbasis;hw = de invloed van het Grensmaasplan op de grondwaterstand ter plaatse

    van een peilbuis;a(t) = de standaardafwijking van Kit);crit = het signaleringscriterium

    Als tijdens de uitvoering van het Grensmaasplan de signaleringstoestand volgens deze formule nergens lager wordt dan het gestelde criterium, is er vanzelfsprekend geen actie nodig.

    Als in enig grondwatermeetpunt het criterium wel onderschreden wordt, namelijk wanneer signalering optreedt, treedt het ‘Signalering- en Alarmeringprotocol Grensmaasproject Vlaamse VHR-gebieden’ d.d. 28-09-2015, Provincie Limburg in werking. Voor de werkwijze tijdens signalering wordt verwezen naar dit document.

    4.2 Ontwikkeling WY-protocol-softwareBij wijze van test -in afwachting van een definitieve versie van de software- werd eerder (maart 2010) op verzoek van de Provincie Limburg een eerste run van de WY- protocol module gedaan (Resultaten test WY-protocol voor 1e helft 2009, Consortium

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 17

  • Grensmaas BV, referentie ENG-GM-171-1, 2 maart 2010, Holtum). Een tweede run van de module volgde in april 2010 voor de 2e helft van 2009 (Resultaten test WY- protocol module IV (versie 15-04-2010), Consortium Grensmaas BV, retentie DO-GM- ENG-177-1, 29 april 2010, Holtum). Uit deze laatste testrun bleek, dat er voor het derde en vierde kwartaal van 2009 geen signaleringstoestanden berekend konden worden vanwege het ontbreken van Maaspeilreeksen.

    Naar aanleiding van deze resultaten werd een nieuwe versie van de software gecompileerd (d.d. 21 mei 2010). In oktober 2010 heeft CG de nieuwe software gebruikt en geconstateerd dat het toetsen van de VHR-grondwaterstanden voor de periodes 1 juli 2009 tot en met 31 december 2009 en 1 januari 2010 tot en met 30 september 2010 (3 kwartalen) wederom niet uitgevoerd kon worden als gevolg van het ontbreken van Maaspeilen in Waterbase (zie Memo 2010/022, d.d. 15 oktober 2010).

    Als gevolg van deze constatering is actie ondernomen om de Maaspeilen in de database van Rijkswaterstaat (Waterbase) zo snel mogelijk bij te werken. Hierdoor kwam het eerste deel van de Maaspeilen (tot en met het tweede kwartaal van 2010) op 13 december 2010 beschikbaar. Dit heeft ertoe geleid dat er op 11 januari 2011 een nieuwe versie van het WY-protocol is samengesteld. In deze softwareversie is eveneens een aantal opmerkingen en aanbevelingen uit de rapportages voor de 1e en 2e helft van 2009 van het Consortium Grensmaas verwerkt. Aan de hand van deze softwareversie werden uiteindelijk de grondwaterstanden van de 2e helft van 2009 en de 1e helft van 2010 geëvalueerd (Rapportage VHR-peilbuizen aan de hand van het WY-protocol voor 2e helft 2009 en 1e helft 2010’, Consortium Grensmaas BV, referentie DO-GM- ENG-185-1, 28 januari 2011).

    Om in de toekomst te voorkomen dat het WY-protocol afhankelijk is van de actualiteit van Waterbase, is besloten een nieuwe invoerroutine aan het programma toe te voegen waarmee maaspeilen en -afvoeren rechtstreeks kunnen worden ingelezen vanuit de directory waarin de software is geïnstalleerd. De bestanden met de maaspeilen en -afvoeren zullen aan CG worden aangeleverd door Agtersloot Hydraulisch Advies. Deze invoerroutine is in een nieuwe versie van het WY-protocol d.d. 19 april 2011 opgenomen. Tevens opgenomen in deze softwareversie is een nieuwe, gecorrigeerde meetreeks voor het Maaspeilmeetstation te Uikhoven, nadat in februari 2011 werd vastgesteld, dat deze halverwege 2008 een foutieve Maaspeildaling van ca. 1 meter bevatte.

    Tijdens het opstarten van de rapportage voor het 3e kwartaal van 2011 kwam naar voren dat de reeks voor Eijsden momenteel wordt afgeleid uit de waterstand bij Sint Pie- ter, rekening houdend met het debiet bij Borgharen. Aangezien de waterstand bij Eijsden echter ook door Rijkswaterstaat gemeten wordt is ervoor gekozen deze meetreeks te gebruiken als invoer voor het WY-protocol. Hiervoor waren een aantal correcties in het WY-protocol noodzakelijk. Bovenstaand heeft geleid tot een nieuwe versie van het WY-protocol, gedateerd op 17 november 2011.

    Begin 2012 heeft een actualisatie van de overdrachtsfuncties plaatsgevonden. Hierbij zijn de wiskundige relaties tussen de waterstand in de Grensmaas en de grondwaterstand in de waarnemingsfilters opnieuw geanalyseerd. Naar aanleiding van deze analyse zijn de transfersfuncties aangepast en is er een nieuwe versie van het WY- protocol gecompileerd d.d. 21 februari 2012. Tijdens de eerstvolgende rapportage bleek dat de importfunctie van de gecompileerde versie niet functioneerde. Om dit te verhelpen is er een nieuwe versie van het WY-protocol gemaakt d.d. 14 juni 2012, welke op 15 juni 2012 werd verstrekt.

    Medio 2012 werden de Qh-relaties door Agtersloot Hydraulisch Advies verlengd tot 4.600 m3/s. De oude Qh-relaties waarmee het hypothetische verloop van het Maaspeil gegenereerd werd werkten niet goed voor hoge afvoeren: boven een zekere afvoer

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 18

  • steeg het gegenereerde Maaspeil niet verder. Daardoor miste het gegenereerde Maaspeil sommige hoogwaterpieken die in werkelijkheid opgetreden waren. De makers van het WY-protocol waren zich ervan bewust dat daarmee een fout geïntroduceerd werd in de berekening van de grondwaterstanden ter plaatse van de peilbuizen van het grondwatermeetnet, maar omdat hoge pieken vrijwel alleen in de winter voorkomen verwachtten ze dat dit geen groot bezwaar zou zijn. Niettemin is tijdens het RATIO- overleg van 12 september 2012 besloten om de Qh-relaties te verlengen. Het CG heeft het 1e kwartaal van 2012 met zowel de oude als de nieuwe Qh-relaties geanalyseerd; het resultaat van die oefening is opgenomen in het verslag over het 2e en 3e kwartaal van 2012. Verrassend genoeg leidde het verlengen van de Qh-relaties tot veel minder signaleringen. Een verklaring daarvoor is dat de grondwaterstand in veel peilbuizen zo traag op het Maaspeil reageert dat een forse hoogwaterpiek in de winter nog tot in de daarop volgende zomer doorwerkt. Het verwaarlozen van de hoogwaterpieken kan dus nog lange tijd een fout in de berekende grondwaterstand opleveren en daardoor juist het verschil uitmaken tussen wel of niet signaleren.

    Aan de hand hiervan is er een nieuwe versie van het WY-protocol gecompileerd d.d. 23 oktober 2012, ook wel versie IX_2012-10-23 genoemd.

    Vervolgens zijn in 2013 opnieuw aanpassingen gedaan aan het WY-protocol welke hebben geleid tot versie X_2013-10-04. Hieronder een overzicht van de belangrijkse aanpassingen:

    • Nieuwe versie van de handleiding met een beschrijving van de syntax van de invoerbestanden;

    • Aanpassen breedte van het ‘Scheepvaartscherm’;• toevoegen overzicht ingelezen Maaspeilen aan het einde van het import-

    scherm;• Aanpassen naam .men file;• Versienummer van het programma is zichtbaar in de titelbalk;

    In 2019 zijn enkele verbeteringen doorgevoerd en wat kleine bugs opgelost, waaronder het simuleren van de effecten na importeren en het weergeven van de signaleringen van het laatste kwartaal op kaart. Deze aanpassingen zijn verwerkt in een nieuwe versie: XI-2019-09-09. Onderhavige rapportage is met deze versie opgesteld.

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 19

  • 5 EVALUATIE MET HET WY-PROTOCOL VOOR HET 1E KWARTAAL VAN 2020

    5.1 InleidingIn dit hoofdstuk is voor het 1e kwartaal van 2020 het resultaat weergegeven van de WY-protocol-module bij doorrekening van de gemeten Maaspeilen.

    De tabel in bijlage II geeft de resultaten van de toetsing met het WY-protocol voor de periode 2009 tot heden weer. In kolom 2 is het modelcriterium weergegeven. Kolom 3 geeft het ecologische criterium weer. In kolom 4 staat het signaleringscriterium, dat het strengste van het model- en ecologisch criterium is.

    De berekende grondwaterstandsveranderingen zijn per kwartaal weergegeven. Indien signalering is opgetreden is de waarde geel gemarkeerd. In de kolom rechts naast het desbetreffende kwartaal is beschreven of het ecologisch criterium door de signalerings- toestand wordt onderschreden.

    5.2 1e kwartaal 2020Uit de evaluatie is gebleken dat er signalering optreedt in 16 peilbuizen. De berekende signaleringen zijn opgenomen in Tabel 5.1. Voor de duidelijkheid zijn in tabel 5.1 voor deze peilbuizen de bijbehorende berekende grondwaterstandsveranderingen en een aanduiding of hierbij het ecologisch criterium overschreden wordt, opgenomen. Dit is tevens te zien in de signaleringstabel welke is opgenomen in bijlage II.

    In het verleden is gebleken dat juist bij hoogwatergolven signaleringen optraden (zie bijvoorbeeld ook het eerste kwartaal van 2018). Mogelijk is de hoeveelheid signaleringen van dit kwartaal een gevolg van het langdurige hoogwater (zie hoofdstuk 4), in combinatie met de droogte die zich halverwege maart heeft ingezet. Met name in februari en maart is de afvoer lange tijd hoog geweest.

    Tabel 5.1. Signalering 1e kwarltaal 2020peilbuis signalering (m) ecologisch criterium (m) onderschrijding

    ecologisch

    criterium003Xdiep -0,19 -0,1 ia7-0139 -0,17 -0,2 neeCONS02 -0,24 * nee*CONS03ondiep -0,01 * nee*DS-01112 -0,08 -0,2 neeDS-02022 -0,10 * nee*DS-02062 -0,30 * nee*DS-02272 -0,22 * nee*DS-02352 -0,12 * nee*Maaswinkel -0,12 * nee*VEN Bdiep -0,05 0 iaZIEP04 1 diep -0,02 -0,1 neeZIEP04 2 -0,02 -0,2 neeZIEP04 3diep -0,04 -0,2 neeZIEP04 4 -0,03 -0,1 neeZIEP04_5diep -0,14 -0,1 ja*geen ecologisch criterium geformuleerd

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 20

  • 6 GEMETEN VHR-GRONDWATERSTANDEN EN VERGELIJKING MET WY- PROTOCOL-EVALUATIE

    6.1 InleidingDe VHR-peilbuizen worden door twee partijen beheerd, te weten Kragten en De Vlaamse Waterweg. De locaties van de peilbuizen zijn opgenomen op de kaart in bijlage I. De gemeten en gecorrigeerde grondwaterstanden worden na afloop van elk kwartaal ter evaluatie aan CG aangeleverd. CG stuurt alle gemeten grondwaterstanden gelijktijdig met de VHR-rapportage na afloop van elk kwartaal door naar de Provincie Limburg.

    Ten tijde van deze rapportage waren de grondwaterstanden van de peilbuizen van Kragten beschikbaar t/m het 1e kwartaal van 2020. Alleen peilbuis 7-0319 kon niet uitgelezen worden vanwege de omstandigheden door de Corona-crises. Over de peilbuizen dient te worden vermeld dat in het voorjaar van 2018 de peilbuizen opnieuw zijn ingemeten. Uit de inmetingen is gebleken dat het maaiveld (en daarmee de bovenkant peilbuis) ter plaatse van enkele peilbuizen verschilt ten opzichte van de oorspronkelijke inmetingen. In enkele gevallen (o.a. bij de peilbuizen in het vengebied) ligt het nieuw ingemeten maaiveld enkele meters hoger. Op andere locaties ligt het maaiveld meerdere centimeters lager. De maaiveldniveau's zijn conform de afspraak met het RATIO- overleg met ingang van het 2e kwartaal van 2019 aangepast. Als gevolg hiervan is in sommige meetreeksen een sprong te zien.

    De meetreeksen van De Vlaamse Waterweg waren beschikbaar t/m het 1e kwartaal van 2020, op put ds-01112 na (vanwege een kapotte diver).

    De grafieken van de beschikbare meetreeksen t/m het 1e kwartaal van 2020 zijn opgenomen in bijlage III en IV.

    6.2 Toetsing berekende grondwaterstanden aan gemeten grondwaterstandenIn hoofdstuk 5 is beschreven bij welke peilbuizen in het 1e kwartaal van 2020 signaleringen optreedt. De berekende signaleringen zijn nogmaals kort samengevat in tabel 6.1.

    Tabel 6.1. Signalering 1e kwartaal 2020peilbuis siqnalering (m)003Xdiep -0,197-0139 -0,17CONS02 -0,24CONS03ondiep -0,01DS-01112 -0,08DS-02022 -0,10DS-02062 -0,30DS-02272 -0,22DS-02352 -0,12Maaswinkel -0,12VEN Bdiep -0,05ZIEP04 1diep -0,02ZIEP04 2 -0,02ZIEP04 3diep -0,04ZIEP04 4 -0,03ZIEP04 5diep -0,14

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 21

  • 6.3 003XdiepDe berekende signalering bij peilbuis 003Xdiep is 0,19 m. In afbeelding 6.1 is te zien dat de grondwaterstand in het eerste kwartaal van 2020 op een hoog niveau ligt als gevolg van de hoge maaspeilen. Het eerste kwartaal wordt gekenmerkt door een lange periode van hoogwater. Dit volgt ook uit de gemeten grondwaterstand, die relatief hoog zijn. Een kleine daling is in de metingen te zien in maart. De tweede helft van maart werd gekenmerkt door een relatief groot neerslagtekort en scherp dalende Maaswater- standen.

    Afbeelding 6.1 Gemeten grondwaterstanden bij peilbuis 003Xdiep

    5 i . i/j ^jMW.i. igS'

    11•i/i "Tlf-r—VP\'1

    li_ & ï£ i iluTOil IjJy LAmm L

    1

    80

    70

    60

    EE,

    ) 8? 1S

    20

    10

    0

    Datum

    -------003Xdiep -------start le kw 2020 ------- einde le kw 2020 ------- Maaswaters tand Grevenbicht ------- Maaswaterstand Borgharen -------Neerslag

    6.4 7-0319Van deze peilbuis is ten tijde van het opstellen van deze rapportage geen meetgegevens beschikbaar voor het 1e kwartaal van 2020. Het is daarom niet mogelijk de berekende signaleringen te vergelijken met de gemeten grondwaterstanden.

    6.5 C0NS02De berekende signalering bij peilbuis C0NS02 is 0,24 m. In afbeelding 6.2 is te zien dat de grondwaterstand in het eerste kwartaal van 2020 op een hoog niveau ligt als gevolg van de hoge maaspeilen. Het eerste kwartaal wordt gekenmerkt door een lange periode van hoogwater. Dit volgt ook uit de gemeten grondwaterstand, die relatief hoog zijn. Een kleine daling is in de metingen te zien in maart. De tweede helft van maart werd gekenmerkt door een relatief groot neerslagtekort en scherp dalende Maaswater- standen.

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 22

  • Afbeelding 6.2 Gemeten grondwaterstanden bij peilbuis C0NS02

    Datum

    —CONSQ2 —start le kw 2020 —einde le kw 2020 -------Maaswaterstand Grevenbicht ------- Maaswaterstand Borgharen -------Neerslag

    6.6 CONS03ondiepDe berekende verlaging bij CONS03ondiep is 0,01 m. Dit houdt in dat er praktisch geen verlaging is berekend. In afbeelding 6.3 is de gemeten grondwaterstand opgenomen. Deze ligt in het eerste kwartaal op een maximaal niveau van ca. TAW +38,2 m. Deze grondwaterstand is conform verwachting als gevolg van het hoge Maaspeil.

    Afbeelding 6.3 Gemeten grondwaterstanden bij peilbuis CONSQ3ondiep

    Datum

    ■C0NSO3ondiep —start le kw 2020 —-einde le kw 2020 ------ Maaswaterstand Grevenbicht -------Maaswaterstand Borgharen ------ Neerslag

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 23

  • 6.7 DS-01112Van deze peilbuizen is ten tijde van het opstellen van deze rapportage geen meetgegevens beschikbaar voor het 1e kwartaal van 2020. Het is daarom niet mogelijk de berekende signaleringen te vergelijken met de gemeten grondwaterstanden.

    6.8 DS-02022De berekende verlaging bij DS-02022 is 0,10 m. In afbeelding 6.4 is te zien dat de grondwaterstand in het eerste kwartaal van 2020 op een hoog niveau ligt als gevolg van de hoge maaspeilen. Het eerste kwartaal wordt gekenmerkt door een lange periode van hoogwater. Dit volgt ook uit de gemeten grondwaterstand, hoog zijn. Een kleine daling is in de metingen te zien in maart. De tweede helft van maart werd gekenmerkt door een relatief groot neerslagtekort en scherp dalende Maaswaterstanden.

    Afbeelding 6.4 Gemeten grondwaterstanden bij peilbuis DS-02022 ______

    40 ff

    Datum

    -------DS-02022 —start le kw 2020 -------einde 2e kw 2020 -------Maaswaters tand Grevenbicht ------- Maaswaterstand Borgharen------ Neerslag

    6.9 DS-02062De berekende verlaging bij DS-02062 is 0,30 m. In afbeelding 6.5 is te zien dat de grondwaterstand in het eerste kwartaal van 2020 op een hoog niveau ligt als gevolg van de hoge maaspeilen. Het eerste kwartaal wordt gekenmerkt door een lange periode van hoogwater. Dit volgt ook uit de gemeten grondwaterstand, die hoog zijn. Een daling is in de metingen te zien in maart. De tweede helft van maart werd gekenmerkt door een relatief groot neerslagtekort en scherp dalende Maaswaterstanden.

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 24

  • Afbeelding 6^5 Gemeten grondwaterstanden bij peilbuis DS-02062

    45,00

    ** ^ ^ f ^ f f f f f f f ^ f f f f #if rj? $? ■/

  • 6.11 DS-02352De berekende verlaging bij DS-02352 is 0,12 m. In afbeelding 6.7 is te zien dat de grondwaterstand in het eerste kwartaal van 2020 op een hoog niveau ligt als gevolg van de hoge maaspeilen. Het eerste kwartaal wordt gekenmerkt door een lange periode van hoogwater. Dit volgt ook uit de gemeten grondwaterstand, die hoog zijn. Een daling is in de metingen te zien in maart. De tweede helft van maart werd gekenmerkt door een relatief groot neerslagtekort en scherp dalende Maaswaterstanden.

    Afbeelding 6.7 Gemeten grondwaterstanden bij peilbuis DS-0235250,00

    45,00

    ^ 4? 4? -§? 4^ 4? 4^ 4* $ 4* 4^ 4^ 4^ 4? 4? 4? 4^\ v1 vw v v* -v v $ v v v s

    Datum

    -start le kw 2016 —einde le kw 2016 ------ Maaswaterstand Grevenbicht ------- Maaswaterstand Borgharen -------Neerslag

    6.12 MaaswinkelDe meetreeks Maaswinkel is in oktober 2016 komen te vervallen. Er zijn daarom geen gemeten grondwaterstanden beschikbaar om de signaleringen mee te vergelijken.

    6.13 VEN BdiepDe berekende verlaging bij VEN_Bdiep is 5 centimeter. De berekende verlaging is niet terug te zien in de grafiek (afbeelding 6.8).

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 26

  • Afbeelding 6.8 Gemeten grondwaterstanden bij peilbuis VEN_Bdiep

    Datum

    •VENBdiep —start le kw 2020 -------einde le kw 2020 -------Maaswaterstand Grevenbicht -------Maaswaterstand Borgharen -------Neerslag

    6.14 ZIEP04_1diepDe berekende grondwaterstandsverlaging bij ZIEP04_1diep is 2 cm. De gemeten grondwaterstanden (afbeelding 6.9) laten een stijging van de grondwaterstand zien, in analogie met het hoge Maaspeil. Een daling van 2 cm is in deze grafiek niet terug te zien.

    Afbeelding 6.9 Gemeten grondwaterstanden bj^peilbuis ZIEP04_1diep

    Datum

    —ZIEP04_ldiep ■ start le kw 2020 —— einde le kw 2020 ------ Maaswaterstand Grevenbicht -------Maaswaterstand Borgharen ------- Neerslag

    6.15 ZIEP04_2Bij peilbuis ZIEP04_2 is een daling van 2 cm berekend. In afbeelding 6.10 is te zien dat de grondwaterstand in het eerste kwartaal van 2020 op een hoog niveau ligt als gevolg

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 27

  • van de hoge maaspeilen. Het eerste kwartaal wordt gekenmerkt door een lange periode van hoogwater. Dit volgt ook uit de gemeten grondwaterstand, die relatief hoog zijn. Een kleine daling is in de metingen te zien in maart. De tweede helft van maart werd gekenmerkt door een relatief groot neerslagtekort en scherp dalende Maaswaterstan- den.

    Afbeelding 6.10 Gemeten grondwaterstanden bij peilbujs ZIEP04_2

    Datum

    —— ZIEP042 ——start le kw 2020 —einde le kw 2020 -------Maaswaters tand Grevenbicht -------Maaswaterstand Borgharen ------- Neerslag

    6.16 ZIEP04_3diepBij peilbuis ZIEP04_3diep is een daling van 4 cm berekend. In afbeelding 6.11 is te zien dat de grondwaterstand in het eerste kwartaal van 2020 op een hoog niveau ligt als gevolg van de hoge maaspeilen. Het eerste kwartaal wordt gekenmerkt door een lange periode van hoogwater. Dit volgt ook uit de gemeten grondwaterstand, die relatief hoog zijn. Een kleine daling is in de metingen te zien in maart. De tweede helft van maart werd gekenmerkt door een relatief groot neerslagtekort en scherp dalende Maaswaterstanden.

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 28

  • Afbeelding 6.11 Gemeten grondwaterstanden bij peilbuis ZIEP04_3diep

    6.17 ZIEP04 4De berekende grondwaterstandsverlaging bij ZIEP04_4 is 3 cm. In afbeelding 6.12 is te zien dat de grondwaterstand in het eerste kwartaal van 2020 op een hoog niveau ligt als gevolg van de hoge maaspeilen. Het eerste kwartaal wordt gekenmerkt door een lange periode van hoogwater. Dit volgt ook uit de gemeten grondwaterstand, die relatief hoog zijn. Een kleine daling is in de metingen te zien in maart. De tweede helft van maart werd gekenmerkt door een relatief groot neerslagtekort en scherp dalende Maaswaterstanden.

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 29

  • Afbeelding 6.12 Gemeten grondwaterstanden bij peilbuis ZIEP04 4

    Datum

    ZIEP04_4 start le kw 2020 —einde le kw 2020 -------Maaswaterstand Grevenbicht -------Maaswaters tand Borgharen ------- Neerslag

    6.18 ZIEP04_5diepDe berekende grondwaterstandsverlaging bij ZIEP04_5 diep is 14 cm. In afbeelding 6.13 is te zien dat de grondwaterstand in het eerste kwartaal van 2020 op een hoog niveau ligt als gevolg van de hoge maaspeilen. Het eerste kwartaal wordt gekenmerkt door een lange periode van hoogwater. Dit volgt ook uit de gemeten grondwaterstand, die relatief hoog zijn. Een kleine daling is in de metingen te zien in maart. De tweede helft van maart werd gekenmerkt door een relatief groot neerslagtekort en scherp dalende Maaswaterstanden.

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 30

  • 7 SIGNALERING IN VOORAFGAANDE KWARTALEN

    Voor de peilbuizen waarin in voorgaande kwartalen signalering is opgetreden is nagegaan of deze signalering structureel plaatsvindt. Dit is in tabel 7.1 opgenomen.

    tabel 7.1 signalering sinds 2e kwartaa 2017kwartaal 2. 3. 4. 1. 2. 3. 4. 1. 2. 3. 4. 1.

    jaar 2017 2017 2017 2018 2018 2018 2018 2019 2019 2019 2019 2020

    peilbuis crit.(m)

    003Xdiep -0,07 nee nee nee 0,14 -0,12 nee nee -0,08 -0,09 nee Nee -0,19

    7-0319 -0,17 nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee -0,17

    C0NS02 -0,16 nee nee nee nee -0,18 nee nee nee nee nee Nee -0,24CON-

    S03ondiep 0 nee nee nee 0,00 nee nee nee nee nee nee nee -0,01

    DS-01112 0 nee nee nee 0,06 -0,01 nee nee nee nee nee nee -0,08

    DS-02022 -0,01 nee nee nee 0,07 nee nee nee nee nee nee nee -0,10

    DS-02062 -0,12 nee nee nee 0,21 nee nee nee nee nee nee nee -0,30

    DS-02272 0 nee nee nee 0,17 nee nee nee -0,01 nee nee nee -0.22

    Maas winkel -0,03 nee nee nee 0,08 nee nee nee nee nee nee nee -0,12

    VEN_Bdiep 0 nee nee nee 0,03 -0,02 nee nee nee nee nee nee -0,12

    ZIEP04-1diep -0,1 nee nee nee 0,03 -0,01 nee nee nee nee nee nee -0,05

    ZIEP04_2 0 nee nee nee 0,02-0,01 nee nee nee nee nee nee -0,02

    ZIEP04_3diep -0,01 nee nee nee 0,04 -0,01 nee nee nee -0,01 nee nee -0,02

    ZIEP04_4 0 nee nee nee 0,02 -0,01 nee nee nee nee nee nee -0,04

    ZIEP04_5diep 0 nee nee nee 0.11 nee nee nee -0,02 nee nee nee -0,03

    Uit bovenstaande tabel kan worden afgelezen, dat geen enkele signalering structureel ieder jaar is opgetreden. Het hoge aantal signaleringen lijkt op dat van het eerste kwartaal van 2018. Overeenkomstig met die periode is sprake geweest van bovengemiddeld hoge afvoeren in de Maas. Mogelijk dat de abrupte overgang naar droogte, die zich halverwege maart heeft ingezet, bijgedragen heeft aan het aantal signaleringen.

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 31

  • 8 CONCLUSIE EN VERVOLG

    De evaluatie voor het 1e kwartaal van 2020 is uitgevoerd. Voor 16 peilbuizen is een signalering opgetreden. Vermoed wordt dat de signaleringen een gevolg zijn van de langdurige hoge afvoeren in met name februari en begin maart en de vrij abrupte afname in afvoer halverwege maart als gevolg van het neerslagtekort. De berekende grondwaterstandsverlagingen zijn niet altijd direct terug te zien in de grondwaterstandsmetingen. Tot dusver is er daarom nog geen reden voor alarmering.

    De volgende VHR-rapportage vindt plaats na afloop van het 2e kwartaal van 2020. Dit houdt in dat in de maand juli alle gegevens aan CG moeten worden aangeleverd waarna CG in augustus de VHR-rapportage aan de hand van de op dat moment beschikbare gegevens voor het 2e kwartaal van 2020 oplevert.

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 32

  • BIJLAGE I KAART GRENSMAASINGREPEN EN PEILBUISMEETNET

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 33

  • ,^"*c6nsoi Maaseik#003X

    Oieleren

    Su»teren

    KoewiBVbPooex

    Schipper sker«.Buchten

    siEP*loven

    C0NS03A

    Kotem

    Opgrlmbl»

    DSOp

    08-01282

    '#DS-01052

    Bunde

    Sources: Esri'. HERE, DeLorrr USGS, faoTnps, NRCAN, G

    |Su_cy,ey. Esri Japan. METI, Es;MapmyJndiaTS'Open'StreetMi

    •*

    C0NS04Munsic r Mieen

    ZIEP04_6 ZIEP015X

    ZIE^4ZIEP04 2W ZIEP04_5„ ’ ZIEP017A I 1ZIEP04_4 J(Z|EP016A /

    ZIEP04jf^pff™ ZIEP016X. . ƒ

    B.„.jas-oi482*b *ZIEP04-3 — ƒ\ DS-01072® »

    Verklaring• Peilbuis* Vervallen peilbuis

    —— Meetraai GrensmaasplanI I AanvullingI I Dekgrond berging (natuur)■■ Onvergraven natuur I I Stroomgeulverbreding Hl Weerdverlaging

  • BIJLAGE II SIGNALERINGSTABEL

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 34

  • Criterium (mSignalering 1e Kwartaal

    2009(m)Signalering 2e kwartaal

    2009(m)Signalering 3* kwartaal

    2009(m)Signalering 4’ kwartaal

    2010 (m)Signalering t' kwartaal

    2009) m)Signalering 2* kwartaal

    2010(m)Signalering 3* kwartaal

    2010(m)Signalering t' kwartaal

    2010 m)Signalering 1' kwartaal

    2011(m)Signalering 2’ kwartaal

    2011(m)Signalering 3* kwartaal I

    2011(m)I Signalei mg 4* kwartaal I

    2011 (m)

    ecologisch signalering1e kwartaal

    2009ecologischcriterium?

    2e kwartaal2009

    onderschrijding

    ecologischcriterium?

    3' kwa 200

    rtaal

    onderschrij

    ecologischcriterium?

    4' kwartaal 2009

    onderschrijding

    ecologischcriterium?

    t' kwartaal 2010

    ondeischrij

    ecologischcriterium?

    2* kwartaal 2010

    onderschrijding

    ecologischcriterium?

    3' kwartaal 2010

    onderschrij

    ecologischcriterium?

    4' kwartaal 2010

    onderschrijding

    ecologischcriterium?

    1* kwartaal 2011

    onderschrij

    ecologischcriterium?

    2‘ kwartaal 2011

    ondei schri| ding

    ecologischcriterium?

    3‘ kwartaal 2011

    onderschrijding

    ecologischcriterium?

    Berekende

    2011

    onderschiij

    ecologischcriterium?

    003Xondiep -0,07 -0.1S'""

    ----- —----- nee nee nee ----- ---— nee ne.""ï;v'

    nee nee nee nee nee «. nee nee nee nee nee nee-0.12 -0.2 nee nee nee nee ne nee nee nee 0151 nee -0.16 nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee -0.04 ■toe

    BVBPOOSXdiep -0,12 •0,1 -0,1 nee nee nee nee ne nee nee nee nee neo ■Ml nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee -0,07 10eBVBPOOÖXondiep ■0.12 -0.1 ■>n nee nee nee nee ne nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee -0.05 te.

    C0NS02 -0.16 RICUH nee nee" nee nee" ne nee" ... nee" mus ne." ne." nee nee nee nee nee nee nee nee nee neeC0NS03diep 0 mam -0.05 nee" nee" nee nee" nee" nee" —X-74-M nee" nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee 0.08 ree-

    CONSOSondwp MKtflH nee" nee" nee nee" nee" neo" nee" nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee 0,06 ree'C0NS04 -0.01 -0,1 •o 01 nee nee nee nee nee neo nee nee neo f iliV-k— nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee 006 neeC0NS06 -0,07 -0,1 nee nee nee nee noe nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee •0.02 neeDS-01052 -0.02 •0.05 nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee neeDS-01072 -0.02 -0.05 o.ói nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee neeDS-01112 -0,2 nee nee nee nee -0 066 nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee 0.02 reeDS-01342 -0.05 -0.05 nee nee" nee" nee nee" ne. nee" nee nee" nee nee" nee nee nee nee nee nee nee nee neeDS-01482 -0,1 » nee nee nee nee nee »-Ii™ nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee

    -001 nee" ■ttl nee nee" nee" mm nee" —1,‘ — nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee 0,15 nae’DS-02062 -0.12 nee" nee nee" nee nee" nr-iMM nee" nee" nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee 0.19 nee*DS-02103 -0.06 nee nee" nee nee" nee nee" nee nee" -■ neo" noe nee" nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee 0.01 nee'DS-02272 —''«K-M nee" 0,05 nee" nee nee" nee" nee" 0 095 nee" nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee‘nee" nee nee" nee nee" nee" nee" nee" nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee 0.16 nee*DS-03061 -1.09 ... nee" nee nee" nee nee" nee nee" nee nee" nee nee nee nee nee nee nee nee nee 0.36 nee'

    -0.85 T5?— nee" nee nee" nee nee" nee nee" nee nee" nee nee" nee nee nee nee nee nee nee nee nee neeDS-3072 -0.85 nee'

    -0 76 ■kxcih nee" nee nee" nee nee" nee nee1. nee nee" nee nee" nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee •0,24 nee*DS-03122 -0 59 mcsm

    Maaswmkel -0.03 KOi nee" nee neo" nee nee" nee -0 033 nee" nee nee" nee nee" nee nee" “TJ7J37“ nee" nee nee" nee nee" nre"VEN 1 0 A nee noe nee nee nee nee nee nee 1* nee nee nee nee -0,006 P nee nee nee neeVEN 2 0 0 uiumi n*. nee nee nee nee nee nee nee nee ne. -mr- lo nee nee nee nee nee nee nee nee nee nae

    VEN Aondiep 0 0 ■kmoi nee nee nee nee nee nee nee nee nee TT 0 nee nee nee nee nee nee nee neeVEN Bdiep 0 0 BH nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee P nee nee nee nee nee nee 0 nee 0.05 nee

    VEN Bondiep 0 A l« nee nee F> ■■x*5 Ja mi±m ta nee nee nee nee nee nee nee nee neeZIEP01SX 0 -0.1 °...... nee -OO7 mr nee ■UUUH nee -0,075 nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee

    ZIEP04 1dnp •0.1 •0 0»-AM5 |

    nee "'■oM* nee nee nee ne.—£5—

    —T5T5TS— '° 026 ~ 1—Si— —SI—

    nee—SI—

    nee nee nee—S^—

    ———nS—

    0.03ZlEP04_1 ondiep -0.01 -Ai IM-V nee nee nee nee nee nee nee M II ll ^ nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee

    ZIEP04_2 0 -0.2 0 nee -0.03 nee -0005 nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee 0.05 neeZIEP04_3diep -0,01 -0,2 0.01 noe nee nee nee nee | nee nee 0015 I nee Hül nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee

    ZIEP04_3ond«p -0.01 -0.2 li ói | nee nee nee nee 1 nee nee nee ne. 1 - nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee neeZIEP044 0 ■0,1 o OO4 | nee ' I 1 I nee -OOI 4 I nee 0 0?5 nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee 004 nee

    ZIEP04_5dwp -0.1 0 0 0^ | nee I *0 04 | nëë 1 nee| | nee 1 nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee

    ZIEP04_5ondiep 0 -A.1 0 nee I -0'007 I___ üü___ I 00 38 | nee | 0 005 | nee | nee muïïm nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee neeZIEP04_6dwp 0 0.05 nee nee | nee | nee | nee | nee | 1 "u° 1 "" 1 "« nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee

    T oekchtriQ tHi Oe tabelnegatief getal Komt oveiei

    gronJwateihtaiKïswefnoging

    Ei s geen ecotogiscrie

    n gionMnateiaandiveflageig een poutef getal Komt o vel een mei

    mm want er is geen grondwater afhankekjke vegetatie op dete k>

    en er geen giunüwat«atnanKeli|ke vegetatie

    ut geen probkrem doordat grondwateialtianKe^Ke vegetabe ontbreekt op de/e kn

    HMI

  • Peilbuis

    Criterium (m)Signalering 1' kwartaal 2012 (ml WY

    protocol 2102-2012Signalertng 1' kwartaal 2012 (m) WY

    protocol IX november 2012Signalering 2* kwartaal

    2012(m)Signalering 3' kwartaal

    2012 (m)Signalering 4' kwartaal

    2012(m)Signalering 1* kwartaal

    2013(m)Signalering 2' kwartaal

    2013 (m)Signalering 3* kwartaal

    2013 (m)Signalering 4* kwartaal

    2013(m)Signalering 1' kwartaal 2014

    (m)

    1! |51

    model ecologisch signalering

    Berekendewaarde 1*

    kwartaal 2012

    onderschnjdmgecologischcnlenum?

    Berekendewaarde 1'

    kwartaal 2012

    onderschri|ding

    criterium?

    Berekende

    waarde 2' kwartaal

    2012

    onder schrij

    ecologischcriterium?

    Berekende

    kwartaal2012

    onder schrij

    ecologtschcriterium?

    Berekendewaarde 4’ kwartaal

    2012

    onderschrijding

    ecologischcriterium?

    Berekende

    kwartaal2013

    onderschrijding

    ecologischcriterium?

    Berekendewaarde 2' kwartaal

    2013

    onderschrij

    ecologischcriterium?

    Berekendewaarde 3' kwartaal

    2013

    onderschrijding

    ecologischcriterium?

    Berekende

    kwartaal2013

    onderschrij

    ecologischcriterium?

    Berekende waardef kwartaal 2014

    undeischnjdmg

    ecologischciltenum?

    Berekende

    kwartaal 2014

    onderschnjdmgecologischcriterium?

    003Xdiep 0.07 0.13 006 nee 0.08 nee nee 0.05 nee -0.10 0.10 nee 0.05 nee 0.04 nee nee -0,04 nee003Xondiep 007 nee nee nee 0.01 nee nee 0.02 nee 0.00 nee nee 0.02 nee

    7-0139 -0,12 -0.2 0 12 0,12 nee 0.01 nee 0,04 nee nee 0,01 nee 0,08 noe nee -0.03 nee -0.01 nee nee -0,02 neeBVB POOS Xd iep -0.12 -0.1 0.1 008 nee 0.00 0.04 nee -0,04 nee 003 nee -0.06 nee nee 0,06 nee 0,03 nee -0.06 nee -0,05 nee

    BVBPOOSXondiep -0.1 0.07 nee nee 0.04 nee 004 0.03 nee 0.05 nee 006 nee nee -0.03 nee nee -0,04C0NS02 -0,16 0.17 nee- 0.05 0,10 nee" 008 nee' nee- 0,13 nee- 0.14 nee" nee- 0.06 nee" -0 13 nee- -0,08 nee-

    C0NS03diep 0.03 nee' 0.14 nee' 0.11 nee’ 0.12 nee' nee’ 0.05 nee" 0.04 nee" nee' 0.14 nee" nee' 0.08 nee-

    - 1i 0 0 0.02 nee' 0.07 nee' 0.06 nee' 0.08 nee' 0,08 nee' 0,02 nee' 0.03 nee* 0.06 nee* 0.10 nee‘ 0,06C0N504 O 01 008 nee 0.20 nee 0.16 nee 013 nee 0.13 nee 0.12 nee 0.06 nee 0.08 nee 009 0,06 neeC0NS06 0 03 nee 0,00 nee nee 002 nee nee 0.02 nee 0.03 nee 0.03 nee -0.01 nee nee

    -fi.ói neeDS-01052 -0 02 •fl.tëDS-01072 -0.02 •0.05DS-01112 -0.2 0,03 nee 0,02 nee 0.03 nee nee 0,04 0.01 nee nee 0,04 nee 0.04 nee nee 0.04 neeDS-01342 nee" 0.00 nee- nee" 0,00 nee’ 0.00 0.00 nee* 0.00 nee" 0.00 nee‘ nee' 0,00 nee'DS-01482 -0.1DS-02022 0.02 nee‘ nee‘ 0.15 nee" 0.19 nee‘ 0.16 nee' 0.03 nee‘ nee* 0.17 nee‘ 0.24 nee' 0,19 nee-DS-02062 -0 12 nee* 0.23 nee" nee' 0.22 nee* nee* 0.32 nee" 0,34 nee-DS-02103 -0,06 m 0,01 nee- 0,01 nee‘ 0,00 nee' nee' nee* 0,01 nee- nee’ 0.00 nee' 001 nee' nee' 0,02 nee’DS-02272 0.04 nee' 006 nee‘ 0,12 nee' 0,17 nee' 0,12 nee’ -0.01 nee’ 0.06 0.17 nee' 0,11 nee’ 0.00 nee' 0,20 nee’DS-02352 0 0,03 nee* 0.19 nee' 0.26 nee‘ 0 16 nee* 0.04 nee" nee* 0.26 nee- 004 006 óie nee-DS-03061 -1.09 0.43 nee" 0.22 nee* nee' 0.29 nee" 0.32 nee" nee* nee- nee* nee' -0.09DS-03081DS-3072 -0.85 0,23 nee' 0,12 0,01 nee’ 009 nee‘ nee’ -0.15 nee" 0.12 nee' -0.03 nee' -0.14 0,16DS-03092 -0 76 0.76 -0.29 nee' 0.17 nee' 0.17 nee' 0.14 nee* 0.15 nee’ 0.23 nee- 0.21 O.I4 nee- 0.14 nee' -0.22 noe' -0,11 nee'DS-03122 0,59 0.12 nee' nee' 0.16 nee‘ 0.16 nee’ 0.04 nee- 0.13 nee* 0.16 nee' 0.17 nee-

    Maaswwkal 0.03 0 02 nee" 0.02 nee' 009 nee" 0.12 nee" 0.08 0,04 nee" nee‘ 0.09 nee- 0.27 nee- -0 03 nee’ 0.11 nee-VEN 1 0 0VEN_2 0 0 0 0,01 nee 0,03 nee 0,03 nee 0,02 nee nee 0.02 nee nee 0.01 nee nee nee 0,01 nee

    VEN_Aondi«p 0 0VEN Bdiep 0 « 006 0.06 nee 0 08 neo 0.01 nee nee 0.05 nee 0.10 nee 0.01 nee 0,06 nee

    VEN Bondiep 0ZIEP015X -0.1ZIEP017X Ö

    ZIEP04 Idiep -001 -0.1 0 nee 0.03 nee 0.02 nee 0.03 nee 0.04 nee 0,01 nee 0.01 nee 0.03 nee 0.04 nee 0.00 nee 0,02 neeZIEP04 1 ondiep -0.01

    ZIEP04 2 0 •0.2 0,01 nee 0.06 nee 0.05 nee 0.06 nee nee 0.02 nee nee 004 nee 0.06 nee nee 0,04ZIEP04 3diep -0,01 -0.2 0 nee 002 nee 0.02 nee 0.03 0.03 nee 0.00 nee nee 0.02 nee 0.03 nee nee 0.02 nee

    ZIEP04_3ond»p -0.01 -0,2 ss<

    ZIEP04 4 -0.1 0,01 nee 0.07 nee 0,06 nee 0.07 nee 0,07 neo 0,01 nee 0,00 nee 0,03 nee 0,04 nee -0,01 nee Ö53 neeZIEP04 Sdnp -0.1 0.01 nee nee 0.09 nee 0.12 nee 0 09 nee 0.00 nee nee 0,11 nee 008 nee nee 0,12 nee

    ZIEP04 Sondwp —TT—

    ZIEP04_6d»p 0.05

  • Peilbuis

    Criterium (m Signalering 3* kwartaal 2014 (m) Signalering 4' kwartaal 2014 (m) Signalering 1* kwartaal 2015 (m) Signalering 2* kwartaal 2015 (m) Signalering 3’ kwartaal 2015 (m) Signalering 4* kwartaal 2015 (m) Signalering 1* kwartaal 2016 (m) Signalarmg 2' kwartaal 2016 (m|Signalenng 3* kwartaal 2016 (m| |

    ecologisch

    Berekende

    kwartaal 2014

    onder schnjdmg ecologisch criterium?

    waarde 4* kwartaal 2014

    onderschrijdingecologischcriterium?

    Berekende

    kwartaal 2015

    onder schrijdmg ecologisch critenum?

    Berekendewaarde 2'

    kwartaal 2015

    onderschrijdingecologischcriterium?

    Berekendewaarde 3*

    kwartaal 2015

    onder sc hnjding ecologisch critenum?

    Berekende

    kwartaal 2015

    onderschri|dingecologischcriterium?

    Berekendewaarde 1 *

    kwartaal 2016

    ondersch ijdtng ecologisch criterium?

    Berekendewaard* 2*

    kwartaal 2016

    onderschrijding ecologisch enten urn?

    Berekendewaarde 3*

    kwartaal 2016

    onderschrijdingecologischcriterium?

    003Xdi*p -0.07 -0.1 -0.07 0.00 nee -0,03 nee ■0 09 nee -0,09 0.00 nee -0.02 nee nee •0.11 -0,06 nee003Xond>ep -0.1 0.02 nee 0.00 nee •0,02 nee 0,01 nee 0,02 nee 0,01 nee -0.02 nee -0,01 nee 0,02 nee

    7-0139 -0.12 -0,2 UliSUIU 0,03 nee 0.00 nee nee -0,07 nee 0.02 nee 0,02 nee -0,06 nee -0,09 nee 3TÖ3 neeBVBPOOOXdiep -0.12 -0.1 -0,01 nee -0,01 nee -0 04 nee -0,06 nee 3T53 nee -001 nee -003 nee nee -0.06 nee

    BVBP006Xondwp -0.1 ■ -0.01 nee -0,01 nee -0,04 nee -0,05 nee -0.02 nee -0.01 nee -0.03 nee -0.06 nee -0,05 neeC0NS02 -0.16 lUÏIL’J iï -0,01 nee’ -Ó.03 nee* -0,11 -0,12 nee* 4ói nee* nee* nee* -0.14 nee* -0,11 nee*

    CONSOJdwp 0 • 0.14 nee* 0.13 nee* 0.04 nee* 0.02 nee* 0,11 nee* 0,16 nee* 0,08 nee* 0,02 nee* 0,05 nee*CONS03ondiep 0 tiiiiimi 0.1Ó nee* 0.08 fl.öl 0 02 nee* 0 09 0.10 nee* 0 04 nee* 0,01 nee* Ó.Ö5 nee*

    C0NS04 -0.01 -0.1 HEERS 008 nee 012 nee 0.12 nee 0,07 nee 0.05 nee 0.10 nee 0.13 nee 0,10 nee 0,06 neeC0NS06 •0.07 -0.1 ihezess 0 00 nee 0,00 nee -0.02 nee -0,03 nee -Ó.01 nee 0.00 nee -0.01 nee •0,03 nee -0,03 neeDS-01052 -fl.45 'DS-01072 -0 02 -0.05DS-01112 0 -0.2 mm 0,07 nee 0,05 nee -003 nee 0.00 nee 0,07 nee 0,07 nee 0.02 nee -0 02 nee 0,02 neeDS-01342 -0 05 HEOR 000 nee" 0 00 nee* nee* 0,00 nee* 000 nee* 0,00 nee* nee* ó.fio nee* 0,00 nee*DS-01482 -fl.i

    —H— 0,23 nee* 0.17 nee* -0.01 nee* 0.08 nee* 0.22 nee* 0.24 nee* 0.05 nee* 0.05 nee* 0,15 nee’OS-02062 -0,12 •0.12 0,32 nee* 0,18 nee* -0,08 nee* 0,21 nee* 0 38 nee* 0.29 nee* -Ó.Ó> nee* 0.06 nee* 030 nee*DS-02103 -0 06 0,06 0.01 nee* 0Ö1 nee* 0.t>\ nee* 0.01 nee* nee* nee* 0.01 0Ö1 nee*DS-02272 0 » 0,22 nee* 0.13 nee* nee* 0.09 nee* 0.23 nee* 0.20 nee* 0.04 nee* 001 nee* 0.15 nee*DS-02352 0 0.27 nee* Ö.17 nee* 0.00 0.17 nee* nee* 024 nee* 0.03 nee" -0.10 nee* 0,23 nee*OS-03061 -1 09 1*11011 -0.12 nee" -0.23 nee* -0.35 nee* -0.19 nee* -0,10 nee* -0,20 nee* 0,37 nee* -0,32 nee* -0,13 nee*OS-03081 -0.85DS-3072 móxan 0.11 nee* -0.04 nee* -0.21 nee* 0.03 nee" 0.17 006 nee* 0.23 nee* -0,13 nee* 0.13 nee*DS-03092 -0.76 RKlin -0.06 nee* -0.11 nee* -0.21 -0.16 nee* -0,08 -0.09 nee* -fl.2l nee" -0,21 nee* -0 14 nee*0S-03122 -0 59 Hl SEI I! 0,22 nee* 0 16 nee* -0.02 nee* 0,07 nee* 0.20 nee* 0.20 nee* 0.01 nee* 001 nee* 0,12 nee*

    Maaswmkel -0.03 iKHm 0,12 nee* 0,07 nee* -0,05 nee* 0,04 nee* fl.tt nee* 0,12 nee* 0.00 nee* 0.03 nee* 0,10VEN 1 0 fl o HVEN 2 0 0 0 0.02 nee 0.02 nee 0.02 nee 0,01 nee 0.01 nee 0,02 nee 0.02 nee 0.01 nee 0.01 neeVEN_Aondwp 0 flVEN Bdiep 0 0.11 nee 009 nee 0,00 nee 0,01 nee 0.09 nee 0,12 nee 0.03 nee 0.00 nee 0,03 neeVEN_Bondiep 0 0 ■■UI

    ZIEP015X 0 •A.l

    ZIEP017X 0 -0.1ZIEP04 1d»p -0.01 -0.1 mEERM 0.04 nee 0,03 nee -0.01 nee -0.01 nee 0.04 nee 004 nee 000 nee nee 0,00 nee

    ZIEP04 londwp -0.01 -0.1ZIEP04 2 0 -0,2 ItlKHtV 0,07 nee 0.06 nee om nee 0,00 nee 0.06 nee 008 nee Ó.02 nee -0,01 nee 0,02 nee

    ZIEP04 3dwp -0.01 •0.2 nvraiii 004 nee 0,03 nee -0.02 nee -0,01 nee 0.03 nee 0.04 nee ■OOI nee -0.02 nee 0,00 neeZIEP04_3ondap -0.01 4.5

    ZIEP04 4 0 •0.1 1 ° 006 nee 005 nee SB nee -0,01 nee 0.06 nee 0.071 nee 0,01 nee *0.01 nee 0,01 neeZIEP04_5diep 0 ■0.1 non 0,13 nee 0.08 nee -0.05 nee 0,06 nee 0,lé nee 0,12 nee •0,04 nee 0.01 nee 0,09 neeZIEP04 Sondiep 0ZIEP04_6d»p -0.05

  • Criterium (m Signalering 4' kwartaal 2016 (m) Signalering 1* kwartaal 2017 (m) Signalering 2’ kwartaal 2017 (m) Signalering 3’ kwartaal 2017 (m) Signalering 4’ kwartaal 2017 (m) Signalering 1* kwartaal 2018 (m) Signalering 2’ kwartaal 2018 (m) Signalering 3* kwarlaal 2018 (m)Signalering 4* kwarlaal 2018 (m( |

    Peilbuis model signalering

    Berekende

    kwartaal 2016

    onderschrijdlngecologischcnterium?

    Berekendewaarde 1*

    kwartaal 2017

    onder schnjdmg ecologisch criterium?

    Betekende

    kwartaal 2017

    onderschri|ding ecologisch enten um?

    Berekendewaarde 3*

    kwartaal 2017

    onderschrijdlngecologischcriterium?

    Berekende

    kwarlaal 2017

    onderschrijdlngecologischcriterium?

    Berekendewaarde 1*

    kwartaal 2018

    onderschrijdlngecologischcriterium?

    Berekendewaarde 2’

    kwartaal 2018

    onderschrijdlngecologischcriterium?

    Berekendewaarde 3*

    kwartaal 2018

    onderschrijdlngecologischcnterium?

    Berekendewaarde 4’

    kwartaal 2018

    onderschrijdlngecologischcriterium?

    003Xdiep •0,1 •0,07 0,01 nee 0,00 nee -0,01 nee 0.05 nee 0,01 nee -0.14 0,12 0,01 nee 0,05 nee003Xondiep -0.07 0,02 nee 001 nee 0,02 nee 0.Ó2 nee 000 nee -0,03 nee 0,00 nee 0,02 nee 0,02 nee

    7-0139 fl.12 0.04 nee 003 nee 0,02 nee 0 09 nee 0,05 nee -0,11 nee -0,11 nee 0.02 nee 0.08 neeBVBPOOflXdiep wExm -0,01 nee 0.01 nee -0,01 nee nee 0.04 nee -0,05 nee 0,09 nee -0,04 nee 0,03 nee

    BVBPOOÖXondiop KM -0,01 nee 0.00 nee •0,01 nee 0.02 nee 0.03 nee -0.04 nee 0,08 nee -0.03 nee 0,02 neeC0NS02 -0.16 üiLUlIC -0,01 nee’ A.AA nee' •0,02 nee’ fr05 nee’ 0,03 nee’ ■o! 15 nee’ 0,18 nee’ -0,04 nee’ ó.Aé nee’

    C0NS03diep 0 0,14 nee' 0.16 nee* 0,12 nee’ 0.18 nee’ 019 nee’ 0.03 nee’ -0,01 nee' 0,11 nee’ 0,18 nee’CONS03ondiep 0 0,11 nee’ 0.10 nee’ 0,07 nee’ 0.11 nee’ 0.12 nee’ 0,00 nee* o.oó nee'

    Ó.09 nee’ 0,13 nee’C0NS04 OOI 0,07 nee 0.12 nee 0,13 nee 0,14 nee 0,17 nee nee 0.08 nee 0.04 nee 0,10 neeC0NS06 0.07 -0,01 nee 0.00 nee 0,00 nee 0,01 nee 5755 nee A.A2 nee 0,04 nee -0.02 nee 0,01 neeDS-01052 -0.02DS-01072 -0 02 -0,05DS-01112 » 0,08 nee 0.06 nee 0,06 nee 008 nee 0,07 nee -0,06 nee -0,01 nee 0.05 nee 0.09 neeDS-01342 -0 05 ■QX 0,00 nee’ 0.00 nee’ 0,00 nee’ 0,00 nee’ 0,00 nee’ nee’ 0,60 nee’ Ai5 nee’ nee’DS-01482 -0.1DS-02022 0.01 0,27 nee’ 0.20 nee’ 0,19 nee’ 515 nee’ 0,24 •0.07 nee’ 0.04 nee’ 0.27 nee* 0.31 nee’DS-02062 -0.12 0,41 nee’ 0,21 nee’ 0,35 nee’ 0,36 nee’ 0,23 nee’ -0,21 nee’ 0.16 nee’ 0,38 nee’ 0,39 nee’DS-02103 «V» 0.Ó1 nee’ nee’ 0,01 nee’ nee’ 0,02 nee’ 0.02 nee’ A,ói nee’ Ó.Ó1 nee’ 0.02 nee’DS-02272 0,26 nee' 0,16 nee’ 0,21 nee’ 026 nee’ 0,18 nee’ nee’ 0.04 nee’ 0,26 nee’ 0.28 nee’DS-02352 0 0,31 nee’ 017 0,24 nee’ 0.22 nee’ -008 nee’ 0.11 nee' 0.37 nee’ 0,34 nee’DS-03061 ÜB -0,06 nee’ -0 22 -0,06 nee’ -0.07 nee’ •0.29 nee’ -0.64 nee’ -0,30 nee’ -0.07 nee’ -0.18 nee’DS-03081DS-3072 -0 85 0.85 0,20 nee’ -0,01 nee’ 0,18 nee’ 019 nee’ -0,02 0.35 nee’ -0,01 nee’ 0,18 nee’ 0 15 nee’DS-03092 -0.76 0'« -0,05 nee’ nee* -0.07 nee’ nee’ -Ó.07 nee’ 005 nee’ 0,25 nee’ -0 08 nee’ -002 nee*DS-03122 0.24 nee’ 0,20 nee' 0,20 nee’ 0 24 nee’ 0,23 nee’ 007 nee’ 0,04 nee’ 0.15 nee’ 0,27

    Maaswmkel -0.03 0,15 nee’ 008 nee’ o.oè nee’ A.1? nee’ 0,13 nee’ 0,08 nee’ 001 nee’ 0.17 nee’ 0,18 nee’VEN 1 0VEN 2 s 0,02 nee 0.02 nee 0,02 nee 0.02 nee 0,03 nee 002 nee 0,01 nee 0.01 nee 0,02 nee

    VEN AondwpVEN Bdiep 0.12 nee 0.11 nee 0.08 nee 0.13 nee 0,13 nee 003 -0,02 0.09 nee 0,15 nee

    VEN Bondiep 0ZIEP015X 0 ■0,1ZIEP017X At

    ZIEP04_1d»p ___ , 0,04 nee 004 nee 0,02 nee 003 nee 004 nee 0,03 nee -001 nee 0,01 nee 0,03 neeZIEP04 1 ondiep AlZIEP04_2 008 nee 008 nee 0,06 nee 0.08 nee 0,09 nee 0.02 nee -0.01 nee 0.04 nee 0,08 nee

    ZIEP04 3diep •0.01 -0.2 iiiïninv 0.04 nee 003 nee 0,01 nee 0,02 nee 0,03 nee 0.04 nee -001 nee 0.00 nee 0,02 neeZIEP04 3ondwp •0,01

    ZIEP04 4 o j 0.07 nee 0.08 0.06 nee 009 nee 0,10 nee 0,02 nee -0,01 nee 0.04 nee 0,09 neeZIEP04 Sdiep ■0.1 1 0,16 nee 009 nee 0.12 nee 0.14 nee 0,10 nee 0,11 0,04 nee 0.12 nee 016 nee

    ZlEP04_5ondiep •0.1ZIEP04 6diop -0 05

  • Peilbui i

    Cr Helium (m Signalering 1* kwartaal 2019 (m) Signalering 2* kwartaal 2019 (m) Signalering 3* kwartaal 2019 (m)Signalenng 4’ kwartaal 2019 (m) |

    ecologisch signalering

    Berekende

    kwanaal 2019

    onder schnjding ecologisch criterium?

    Berekende

    kwartaal 2019

    onder schrijdt ng ecologisch criterium?

    Berekendewaarde 3*

    kwartaal 2019

    ondeischnjdirigecologischentenum?

    Betekende

    kwartaal 2019

    ondeischrijdmgecologischcriterium?

    003Xdiop ■0.1 0.07 -0 06 nee -0.09 nee 0,02 nee -0,02 nee003Xundiop -0.07 •0.1 iopr -0.02 nee 0,01 nee 0,03 nee 0,00 nee

    7-0139 -0.12 -0.2

    -0.55nee*

    -0,12 nee-

    0.02 nee

    -0,05

    •0.02 nee

    -0.02 nee-0.04 nee

    ■om nee0 14

  • BIJLAGE III VHR-GRONDWATERSTANDEN KRAGTEN

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 35

  • Grondwaterstijghoogten Nederlands deel VHR-peilbuizen - deel 1

    Maaswaterstand Borgharen dorp008xondiepconso3ondiep003XdiepDS-03122conso3Adiep

    Maaswaterstand Grevenbichtconsolconso4003XondiepMaaswinkel

    7-0139conso2conso5DS-01482Dagneerslag Maastricht

    008xdiepconso3diepconso6DS-03092conso3Aondiep

    Nee

    rsla

    g (m

    m)

  • Stijg

    hoog

    te en

    Maa

    spei

    l (m +

    TAW

    )

    Grondwaterstijghoogten Nederlands deel VHR-peilbuizen - deel 2

    VEN_1VEN_B ondiep ZIEP04_1 diep ZIEP04_4Maaspeil Borgharen dorp

    VEN_2VEN_B ondiepst ZIEP04_1 ondiep ZIEP04_5 diep Maaspeil Grevenbicht

    VEN_A diep ZIEP015X ZIEP04_2 ZIEP04_5 ondiep ZIEP016A

    —> VEN_A ondiep------ ZIEP017X■ ZIEP04_3 diep — ZIEP04_6diep ------Neerslag

    VEN_B diep ZIEP017A ZIEP04_3 ondiep ZIEP04_6 ondiep

    neer

    slag

    (mm

    )

  • BIJLAGE IV VHR-GRONDWATERSTANDEN DE VLAAMSE WATERWEG

    DO-GM-ENG-415-1 VHR-rapportage 1e kwartaal 2020 36

  • Grondwaterstijghoogten Vlaams deel VHR-peilbuizen

    Maaswaterstand Borgharen dorpDS-01112DS-01342DS-02272DS-03072DS-03063

    Maaswaterstand GrevenbichtDS-01132DS-02022DS-02352DS-02038

    DS-01052 DS-01232DS-02062/DS-02662DS-03061DS-02083

    DS-01072 DS-01282 DS-02103 DS-03081Dagneerslag Maastricht

    Neer

    slag

    (mm

    )