Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en...

45
PR2638.10 november 2013 Opdrachtgever: Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Deelprogramma Nieuwbouw en Herstructurering in samenwerking met Deelprogramma Veiligheid en STOWA Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen Auteurs: dr. ir. T. Terpstra ir. K. Wojciechowska ir. M. Janssen dr. ir. B. Kolen

Transcript of Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en...

Page 1: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

PR2638.10 november 2013

Opdrachtgever: Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Deelprogramma

Nieuwbouw en Herstructurering in samenwerking met

Deelprogramma Veiligheid en STOWA

Verkenning Meerlaagsveiligheid

Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

Auteurs: dr. ir. T. Terpstra

ir. K. Wojciechowska

ir. M. Janssen

dr. ir. B. Kolen

Page 2: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 i

Samenvatting

Het doel van dit onderzoek was om inzicht te verwerven in de kansen voor meerlaagsveiligheid in

de drie dijkringgebieden Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen. Het ging hierbij in het bijzonder om

de kosten en baten van evacuatiebruggen om de slachtofferrisico‟s op de lange termijn te

beheersen. Naast kosten en baten zijn andere „waarden‟ geïnventariseerd die in de afweging van

waterveiligheidsstrategieën voor Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen een rol (kunnen) spelen. Om

de effectiviteit van evacuatiebruggen in perspectief te kunnen plaatsen is eveneens onderzocht in

welke mate het schade- en slachtofferrisico gereduceerd kunnen worden wanneer het

investeringsbudget voor een brug gebruikt zou worden om de dijken te versterken.

De referentiesituatie

De referentiesituatie beschrijft de autonome ontwikkeling van het overstromingsrisico wanneer

buiten het reguliere beheer en onderhoud geen aanvullende maatregelen worden getroffen, zoals

rivierverruiming, dijkversterking of de aanleg van evacuatiebruggen. Onderstaande punten vatten

de gehanteerde uitgangspunten en de autonome ontwikkeling van het overstromingsrisico samen.

Overstromingskans. In deze studie is ervan uitgegaan dat de dijken rondom Aijen-Bergen,

Itteren en Borgharen voldoen aan waterstanden die gemiddeld eens per 250 jaar voorkomen.

De bijhorende overstromingskans van deze drie dijkringen is geschat op 1/125 per jaar.

Schade en schaderisico. Het schaderisico is het kleinst in Aijen-Bergen en het grootst in

Itteren. In Aijen-Bergen wordt de schade als gevolg van een overstroming geschat op ruim 30

miljoen euro (waterstand gelijk aan toetspeil). In Borgharen en Itteren wordt de schade

geschat bij toetspeil geschat op respectievelijk ongeveer 70 miljoen 80 miljoen euro. Over een

periode van 85 jaar (tot 2100) is de contante waarde van het schaderisico in Aijen-Bergen

ongeveer 9 miljoen euro. In Borgharen en Itteren zijn deze contante waarden ongeveer 18

miljoen (Borgharen) en 22 miljoen euro (Itteren).

Slachtoffers en slachtofferrisico. Het aantal slachtoffers is afhankelijk van de

omstandigheden zoals de waterstanden, het weer, de informatievoorziening en besluitvorming

omtrent evacuatie en de evacuatiebereidheid van bewoners. Op basis van de mogelijke

waterdiepten als gevolg van een overstroming kan gesteld worden dat het slachtofferrisico het

kleinst is in Aijen-Bergen en het grootst in Itteren. Wanneer bewoners niet evacueren zullen er

naar verwachting enkele slachtoffers vallen. Met „enkele‟ slachtoffers doelen we op een range

van orde grootte nul tot vijf slachtoffers. Over een periode van 85 jaar (tot 2100) is de

maximale contante waarde van het slachtofferrisico in Aijen-Bergen ongeveer 4 miljoen euro.

In Borgharen en Itteren zijn deze contante waarden respectievelijk 6 miljoen (Borgharen) en

7.5 miljoen euro (Itteren).

Lokaal Individueel Risico; Wanneer in de huidige situatie van een lage evacuatiebereid

onder bewoners wordt uitgegaan, dan voldoet geen van de drie dijkringen aan de voorgestelde

norm voor basisveiligheid; een overlijdenskans van ten hoogste 1/100.000 per jaar. In Aijen-

Bergen en Itteren wordt pas bij een zeer hoge evacuatiebereidheid (een evacuatiefractie van

95%) aan deze norm voldaan. In Borgharen wordt grotendeels aan de voorgestelde norm voor

basisveiligheid wanneer gemiddeld 75% van de bewoners tijdig geëvacueerd zou zijn.

In ieder van de drie dijkringen is een lage evacuatiebereidheid aannemelijk, omdat de huidige

evacuatieroutes al niet meer begaanbaar zijn bij waterstanden die relatief vaak voorkomen;

Page 3: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 ii

eens in de 20 jaar bij Aijen-Bergen en eens in de 50 jaar bij Itteren en Borgharen. De vraag is

of op deze momenten al inzicht bestaat in de vraag of waterstanden zullen doorstijgen naar het

niveau waarop de standzekerheid van de dijken in het geding komt. Voor Itteren en Borgharen

kunnen waterstanden ongeveer (slechts) 6 uur vooruit voorspeld worden. Bij Aijen-Bergen ligt

deze voorspeltijd op ongeveer 24 tot 36 uur.

Klimaatverandering; De toename van de contante waarde van het overstromingsrisico als

gevolg van klimaatverandering wordt geschat op ongeveer 0.5% per jaar. Over een periode

van 85 jaar (tot 2100) bedraagt de toename van de contante waarde ruim 10%. Deze toename

kan worden gecompenseerd door rivierverruiming (waardoor maatgevende waterstanden

dalen) of door dijken te versterken (waardoor het beschermingsniveau toeneemt). Het effect

van klimaatverandering kan in perspectief worden geplaatst door het te vergelijken met het

effect van economische groei. Het effect van klimaatverandering is kleiner dan het verwachte

effect van economische groei op het overstromingsrisico, dat wordt geschat op 1.9% per jaar.

Over een periode van 85 jaar (tot 2100) bedraagt de toename van de contante waarde als

gevolg van economische groei ruim 45%.

Een evacuatiebrug en dijkversterking

De maximale baten van een evacuatiebrug over de periode 2015-2100, bedragen

respectievelijk 4 miljoen euro (Aijen-Bergen), 7.5 miljoen euro (Itteren) en 6 miljoen euro

(Borgharen). Aan deze maximale baten ligt de veronderstelling ten grondslag dat in geval van

hoogwater vrijwel geen van de bewoners evacueert. Wanneer een iets minder extreem

uitgangspunt wordt gekozen, bijvoorbeeld dat gemiddeld 25% van de bewoners evacueert, dan

dalen de baten van een evacuatiebrug naar respectievelijk 3, 5.5 en 4.5 miljoen euro. Wanneer

gestreefd zou worden naar een kosteneffectieve brug, kunnen deze baten gezien worden als

het maximale investeringsbudget.

De vraag of voor deze investeringsbudgetten een brug gerealiseerd kan worden is momenteel

niet goed te beantwoorden, omdat de benodigde investering sterk afhangt van het ontwerp van

een brug. In het verleden zijn voor een brug bij Aijen-Bergen verschillende ontwerpen

gemaakt. Een fietsbrug werd geraamd op ongeveer 1 miljoen euro. Een verkeersbrug in één

richting werd geraamd op 3.5, en brug waarover auto‟s uit tegenstelde richting elkaar kunnen

passeren op 15 miljoen euro. Voor Itteren en Borgharen is tot nu toe geen ontwerp gemaakt.

Een fietsbrug (orde 1 miljoen euro) is al snel kosteneffectief. Investeringen tot 4 miljoen

(Aijen-Bergen), 7.5 miljoen (Itteren) en 6 miljoen (Borgharen) bevinden zich in een grijs

overgangsgebied, waarbij de kosteneffectiviteit afhangt van de evacuatiefractie die nu, zonder

brug, ook al gehaald kan worden. Hogere investeringen zijn waarschijnlijk niet kosteneffectief.

Naast de kosteneffectiviteit zijn er andere waarden die een rol spelen in de maatschappelijke

afweging omtrent een evacuatiebrug.

De maximale baten van dijkversterking (verdubbeling van het veiligheidsniveau) over de

periode 2015-2100 in de dijkringen 59 (Aijen-Bergen), 91 (Itteren) en 92 (Borgharen)

bedragen respectievelijk 6.5, 14 en 11.5 miljoen euro. Deze baten bestaan voor ongeveer twee

derde uit reductie van het schaderisico en voor één derde uit reductie van het slachtofferrisico.

Dijkversterking in Aijen-Bergen is nét kosteneffectief, omdat de investering (orde 6 miljoen

euro) ongeveer gelijk is aan de risicoreductie (orde 6.5 miljoen euro). Wanneer de

dijkversterkingen gekoppeld kunnen worden aan regulier onderhoud dan kunnen kosten

worden bespaard. In Itteren en Borgharen is dijkversterking eveneens kosteneffectief. Ook hier

zijn de investeringskosten lager wanneer de dijkversterkingen worden gekoppeld aan regulier

onderhoud.

Page 4: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 iii

Omdat een evacuatiebrug niet of nauwelijks bijdraagt aan de reductie van schade, zijn de

baten van dijkversterking groter dan de baten een evacuatiebrug. Daarentegen kan met een

evacuatiebrug het slachtofferrisico in theorie tot nul worden gereduceerd. Desalniettemin moet

er altijd rekening gehouden worden met „achterblijvers‟ (orde 10%); mensen die om wat voor

reden dan ook ondanks het evacuatieadvies niet vertrekken. Met deze achterblijvers is in de

kosten-baten analyse geen rekening gehouden.

Met een evacuatiebrug kan worden voldaan aan de eis dat het LIR niet groter mag zijn dan 10-5

per jaar. Dijkversterking heeft ook effect op het LIR. Wanneer de dijken worden versterkt tot

een overstromingskans van 1/250 per jaar, dan wordt aan het LIR voldaan indien de

evacuatiefracties in de drie dijkringen minstens 75% (Aijen-Bergen), 95% (Itteren) en 50%

(Borgharen) bedragen.

Uit een inventarisatie van andere waarden blijkt dat er naast risicoreductie en kosten ook

andere argumenten zijn die pleiten vóór een evacuatiebrug. Het gaat dan met name om een

evacuatiebrug waarover naast fietsers ook auto‟s kunnen passeren:

­ Met een evacuatiebrug kan het LIR worden verbeterd, zodat deze voldoet aan de

voorgestelde norm voor basisveiligheid (maximaal 10-5 per jaar).

­ Een fietsbrug werd niet gezien als een afdoende oplossing omdat het gebied dan voor de

hulpdiensten niet toegankelijk is, en bevoorrading moeilijker is. Een autobrug biedt in dat

opzicht een duidelijker handelingsperspectief en een structurele oplossing.

­ Naast deze argumenten omtrent de bereikbaarheid werden nog drie aanvullende

argumenten genoemd. Ten eerste, wanneer deze dijkringen geïsoleerd raken tijdens

hoogwater, is dijkbewaking en het treffen van noodmaatregelen door het waterschap niet

goed mogelijk. Met een brug wordt ook hiervoor een oplossing geboden. Ten tweede, in de

huidige situatie worden ten tijde van het hoogwater (hoge) kosten gemaakt door de

hulpverleningsinstanties, onder meer voor bemande hulpposten en de pendeldiensten van

en naar de daarvoor aangewezen parkeerplaatsen die gelegen zijn buiten het bereik van

het hoogwater. Ten derde, met een evacuatiebrug is geen besluitvorming omtrent

evacuatie meer nodig. Dit reduceert de bestuurlijke complexiteit tijdens hoogwater.

Page 5: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 iv

Inhoud

1 Inleiding ................................................................................................... 8

1.1 Achtergrond .................................................................................................................... 8

1.2 MLV tegen de achtergrond van het Deltaprogramma ............................................................ 8

1.2.1 Overstromingskansen .......................................................................................... 8

1.2.2 Meerlaagsveiligheid ............................................................................................. 9

1.2.3 Lokaal Individueel Risico (basisveiligheid) .............................................................. 9

1.3 Doelstelling ..................................................................................................................... 9

1.4 Leeswijzer .................................................................................................................... 10

2 Aanpak ................................................................................................... 11

2.1 Procesmatige aanpak volgens werkwijze Deltaprogramma .................................................. 11

2.2 Overstromingsrisico in de referentiestrategie .................................................................... 12

2.2.1 Uitgangspunten voor het overstromingsrisico ........................................................ 12

2.2.2 Uitgangspunten voor economische groei en bevolkingsgroei ................................... 14

2.2.3 Uitgangspunten voor klimaatverandering ............................................................. 14

2.3 Risicoreductie en kosten van MLV-strategieën ................................................................... 15

2.3.1 Effecten van strategieën op risico‟s ...................................................................... 15

2.3.2 Investeringskosten van de strategieën ................................................................. 15

2.3.3 Totale kosten en Netto Contante Waarde (NCW) ................................................... 16

3 Aijen-Bergen ........................................................................................... 17

3.1 Gebiedsbeschrijving ....................................................................................................... 17

3.2 Het overstromingsrisico in de referentiestrategie ............................................................... 18

3.2.1 Waterdiepte als gevolg van een overstroming ....................................................... 18

3.2.2 Schade- en slachtofferrisico ................................................................................ 19

3.3 Netto contante waarde (NCW) van het slachtofferrisico ...................................................... 19

3.3.1 NCW schaderisico .............................................................................................. 19

3.3.2 NCW slachtofferrisico ......................................................................................... 20

3.4 Het lokaal individueel risico (LIR) .................................................................................... 21

3.5 Resumé ........................................................................................................................ 24

4 Itteren en Borgharen .............................................................................. 25

4.1 Gebiedsbeschrijving ....................................................................................................... 25

4.2 Het overstromingsrisico in de referentiestrategie ............................................................... 26

4.2.1 Waterdiepte als gevolg van een overstroming ....................................................... 26

4.2.2 Schade- en slachtofferrisico ................................................................................ 27

4.3 Netto contante waarde (NCW) van het risico ..................................................................... 28

4.3.1 NCW schaderisico .............................................................................................. 28

4.3.2 NCW slachtofferrisico ......................................................................................... 28

4.4 Het lokaal individueel risico (LIR) .................................................................................... 29

4.5 Resumé ........................................................................................................................ 32

5 MLV strategieën ...................................................................................... 33

5.1 Kosten van een evacuatiebrug ........................................................................................ 33

5.2 Kosten-baten analyse van een evacuatiebrug .................................................................... 34

5.3 Kosten-baten analyse van dijkversterking ......................................................................... 35

5.4 Beoordeling van strategieën op andere waarden ................................................................ 36

Page 6: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 v

5.5 Conclusie ...................................................................................................................... 37

6 Conclusies............................................................................................... 39

6.1 De referentiesituatie ...................................................................................................... 39

6.2 Een evacuatiebrug en dijkversterking ............................................................................... 40

7 Referenties ............................................................................................. 42

Bijlage A: Deelnemers aan de projectgroep

Page 7: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 vi

Lijst van tabellen

Tabel 1: Klimaatscenario‟s voor de Maas. Afvoeren [m3/s] zijn maatgevende

piekafvoeren te Borgharen-Dorp. Bron: memo Provincie Limburg. ...........................................................14

Tabel 2: Gebeurtenissen en bijhorende waterstanden bij Aijen-Bergen. ...............................................................17

Tabel 3: Schade- en slachtofferrisico in dijkring 59 voor verschillende evacuatiefracties

in het basisjaar (2015). .....................................................................................................................19

Tabel 4: Gebeurtenissen en bijhorende waterstanden bij Itteren en Borgharen. .....................................................26

Tabel 5: Verwachte schade en slachtoffers in Itteren en Borgharen in het basisjaar 2015.

„DH‟ staat voor decimeringshoogte. .....................................................................................................27

Tabel 6: Schade- en slachtofferrisico in dijkring 59 voor verschillende evacuatiefracties

in het basisjaar (2015). .....................................................................................................................27

Tabel 7: Contante waarde van het slachtofferrisico. ...........................................................................................34

Tabel 8: Risicoreductie (contante waarde) en kosten van dijken. .........................................................................35

Tabel 9: Inventarisatie van overige „waarden‟. ..................................................................................................37

Page 8: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 vii

Lijst van figuren

Figuur 1: Meerlaagsveiligheid. Bron: Nationaal Waterplan 2009-2015 .................................................. 9

Figuur 2: Afwegingskader meerlaagsveiligheid. ............................................................................... 11

Figuur 3: Onderzoeksaanpak op hoofdlijnen. .................................................................................. 12

Figuur 4: Methode voor bepaling van de netto contante waarde van het overstromingsrisico. ............... 15

Figuur 5: De ligging van dijkring 59. .............................................................................................. 17

Figuur 6: Overstromingsdiepten [meter] op basis van de bakjesmethode in dijkring 59. ...................... 18

Figuur 7: De Netto Contante Waarde (euro) van het schaderisico in dijkring 59. ................................. 20

Figuur 8: De Netto Contante Waarde (euro) van het slachtofferrisico in dijkring 59 voor

verschillende evacuatiefracties (%).................................................................................. 21

Figuur 9: Het LIR in dijkring 59 voor verschillende evacuatiefracties bij een overstromingskans

van 1/125 per jaar. ....................................................................................................... 23

Figuur 10: De ligging van Itteren (dijkring 91) en Borgharen (dijkring 92). .......................................... 25

Figuur 11: Overstromingsdiepten [meter] op basis van de bakjesmethode in de dijkringen 91

(Itteren) en 92 (Borgharen). ........................................................................................... 26

Figuur 12: De Netto Contante Waarde (euro) van het schaderisico in de dijkringen 91 (Itteren)

en 92 (Borgharen). ........................................................................................................ 28

Figuur 13: De Netto Contante Waarde (euro) van het slachtofferrisico in de dijkring 91 (Itteren)

en 92 (Borgharen) voor verschillende evacuatiefracties (%). .............................................. 29

Figuur 14: Het LIR in de dijkringen 91 (Itteren) en 92 (Borgharen) voor verschillende

evacuatiefracties bij een overstromingskans van 1/125 per jaar. ......................................... 31

Figuur 15: De evacuatiebrug “D‟n Overloop” bij Keent (zie http://www.keent.net/book/print/1). ............ 33

Page 9: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 8

1 Inleiding

1.1 Achtergrond

Binnen het Deltaprogramma worden een aantal gebiedsgerichte meerlaagsveiligheid (MLV)

pilots uitgevoerd, zodat er inzichten ontstaan in de wijze waarop MLV bij kan dragen aan het

beheersen van overstromingsrisico‟s. Dit rapport verkent de mogelijkheden voor de toepassing

van MLV in een drietal dijkringen langs de Maas.

Dijkring 59: Aijen-Bergen

Dijkring 91: Itteren

Dijkring 92: Borgharen

Tijdens hoogwater worden deze gebieden omringd door het Maaswater. De bevolking kan het

gebied dan feitelijk niet meer verlaten tot het water zodanig gezakt is dat verkeer over de

ontsluitingswegen weer mogelijk wordt. Dergelijke waterstanden komen gemiddeld eens per 20

jaar (Aijen-Bergen) en eens per 50 jaar (Borgharen, Itteren) voor. De dijken van deze gebieden

zijn ontworpen op waterstanden met een terugkeertijd van 250 jaar. Met andere woorden, ruim

voordat deze dijkringen overstromen raken deze gebieden afgesloten van hun omgeving. Dit is

niet alleen een praktisch probleem voor de bereikbaarheid tijdens hoogwater, er dient eveneens

vroegtijdig tot evacuatie te worden besloten met een gerede kans dat deze achteraf onnodig

blijkt te zijn. In de regio is daarom in het verleden al de geopperd om zogenaamde

evacuatiebruggen aan te leggen. Tot de werkelijke aanleg van evacuatiebruggen is het nog niet

gekomen. In deze studie verkennen we het perspectief van evacuatiebruggen vanuit het

concept Meerlaagsveiligheid (MLV).

1.2 MLV tegen de achtergrond van het Deltaprogramma

Op landelijk niveau wordt in het Deltaprogramma gewerkt aan een actualisering van het

waterbeleid. In 2014 zullen vanuit het Deltaprogramma voorstellen worden gedaan in de vorm

van een tweetal deltabeslissingen. De Deltabeslissing Veiligheid heeft betrekking op

actualisering van de veiligheidsnormen voor waterkeringen. Daarnaast zullen via de

Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie voorstellen worden gedaan om met behulp van ruimtelijk

beleid de gevolgen van overstromingen beter beheersbaar te maken. De voorgenomen koers is

recentelijk door de minister van Infrastructuur en Milieu in een brief aan de Tweede Kamer

toegelicht (Ministerie van IenM, 2013). Een aantal belangrijke onderdelen uit het voorgenomen

waterbeleid hebben betrekking op:

het normeren van waterkeringen op basis van overstromingskansen;

toepassing van de risicobenadering en het concept meerlaagsveiligheid;

en het realiseren van een basisveiligheidsniveau dat voor iedere burger gelijk is (het

zogenaamde Lokaal Individueel Risico, kortweg „LIR‟).

1.2.1 Overstromingskansen

Het voornemen is om de normering op basis van overschrijdingskansen te vervangen door nog

nader te bepalen overstromingskansen. De huidige overschrijdingskansen in de Waterwet geven

weer welke waterstand een waterkering moet kunnen keren. In deze systematiek staat de

hoogte van de kering centraal. Voortschrijdende inzichten hebben laten zien dat andere

Page 10: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 9

faalmechanismen, zoals piping en lengte-effecten van waterkeringen, een belangrijke rol

kunnen spelen in kans op een overstroming. De overstromingskans, waarin deze

faalmechanismen zijn verwerkt, is vaak groter dan de overschrijdingskans en geeft een beter

beeld van de werkelijke veiligheidssituatie.

1.2.2 Meerlaagsveiligheid

MLV is geïntroduceerd in het Nationaal Waterplan 2009-2015. Het concept is gebaseerd op de

risicobenadering. Dat wil zeggen, overstromingsrisico´s kunnen worden beheerst door enerzijds

de kans op overstromingen te verkleinen en anderzijds de gevolgen daarvan te beperken. Het

voornemen is om via de „kapstok‟ van meerlaagsveiligheid de risicobenadering te

implementeren. Binnen het concept meerlaagsveiligheid wordt onderscheid gemaakt tussen drie

„lagen‟. De eerste laag heeft betrekking op het beschermen van gebieden door middel van

waterkeringen. De tweede en derde laag zijn gericht op het beperken van de gevolgen van

overstromingen (zie Figuur 1).

Laag 1, preventie, is gericht op het voorkomen van overstromingen.

Laag 2 heeft betrekking op maatregelen in de sfeer van ruimtelijke ordening, zoals het

ophogen van nieuwbouwlocaties of het compartimenteren van dijkringen.

Laag 3 richt zich op de crisisbeheersing, bijvoorbeeld door evacuatieplannen te maken en

het risicobewustzijn in de samenleving te stimuleren.

Figuur 1: Meerlaagsveiligheid. Bron: Nationaal Waterplan 2009-2015

1.2.3 Lokaal Individueel Risico (basisveiligheid)

Het voornemen is om een nieuwe norm in te voeren die iedere burger een zekere basisveiligheid

biedt, het zogenaamde Lokaal Individueel Risico (LIR). Het LIR is gedefinieerd als de jaarlijkse

kans om op een bepaalde locatie te overlijden als gevolg van een overstroming, gegeven de

mogelijkheid om te evacueren. Deze kans mag niet groter zijn dan 10-5 per jaar (1/100.000

ofwel 0,001%). Het LIR is een variant op het plaatsgebonden risico, en geeft inzicht in de meer

en minder gevaarlijke locaties binnen een dijkring.

1.3 Doelstelling

In deze studie verkennen we het perspectief van evacuatiebruggen vanuit het concept

Meerlaagsveiligheid (MLV). Het doel is om inzicht te bieden in de overstromingsrisico‟s met én

Page 11: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 10

zonder evacuatiebrug. Hierbij kijken we ook naar de effecten van evacueren op het LIR. In

aanvulling hierop inventariseren we de overige argumenten/waarden die een rol kunnen spelen

in de maatschappelijke afweging omtrent evacuatiebruggen. Hierbij is gebruik gemaakt van het

afwegingskader Meerlaagsveiligheid dat ontwikkeld is binnen het Deltaprogramma. In dit

afwegingskader spelen risicoreductie, kosten van maatregelen en „andere waarden‟ (bv.,

ruimtelijke kwaliteit) een centrale rol. We onderzoeken eveneens het effect op het

overstromingsrisico wanneer het budget voor een evacuatiebrug zou worden besteed aan de

preventie van overstromingen (dijkversterking). Door investeringen in de verschillende

„veiligheidslagen‟ te vergelijken, ontstaat inzicht in de doelmatigheid van investeringen. De

studie is uitgevoerd in opdracht van het Deltaprogramma en inhoudelijk begeleid door

vertegenwoordigers van Deltaprogramma Rivieren, Provincie Limburg, Waterschap Peel en

Maasvallei, gemeente Bergen en Veiligheidsregio Limburg Zuid.

1.4 Leeswijzer

Dit rapport is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 beschrijft de uitgangspunten en methoden van

het onderzoek. In hoofdstukken 3 beschrijven we de huidige situatie in Aijen-Bergen. In

hoofdstuk 4 doen we hetzelfde voor Itteren en Borgharen. Hoofdstuk 5 analyseert de kosten en

baten van evacuatiebruggen en dijkversterking. De overige argumenten en waarden die van

belang zijn in de afweging omtrent een evacuatiebrug en/of dijkversterking worden in hoofdstuk

6 beschouwd. Tot slot bevat hoofdstuk 7 de conclusies van het onderzoek.

Page 12: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 11

2 Aanpak

2.1 Procesmatige aanpak volgens werkwijze

Deltaprogramma

Om lessen te kunnen trekken is het van belang dat de verschillende MLV-pilots via eenzelfde

methodiek worden uitgevoerd. Hiertoe is door de STOWA, DPNH en DPV een plan van aanpak

opgesteld (Kolen, Ruijtenberg, en Groos, 2012). In deze werkwijze staan de maatschappelijke

kosten van het overstromingsrisico centraal en zogenaamde „andere waarden‟ centraal. De

maatschappelijke kosten bestaan uit het overstromingsrisico (kans op schade en slachtoffers)

en de investeringskosten van maatregelen. Bij „andere waarden‟ kan onder andere gedacht

worden aan ruimtelijke kwaliteit, draagvlak, en bestuurlijke aspecten (bv., besluitvorming

omtrent evacuatie). Deze waarden zijn gebiedsafhankelijk, en staan daarom niet vast. Deze

„andere waarden‟ hebben tot doel om een vollediger beeld te creëren van de sterke en zwakke

punten van een MLV-strategie. Figuur 2 toont dit afwegingskader.

Figuur 2: Afwegingskader meerlaagsveiligheid.

De beoordeling van MLV-strategieën is uitgevoerd door leden een werkgroep die gedurende het

proces op verschillende momenten1 zijn geconsulteerd (zie Bijlage A):

13 juni 2013: de onderzoeksaanpak is toegelicht en de kansen voor de toepassing van MLV

zijn samen met een afvaardiging van betrokken overheden besproken;

29 augustus 2013; de resultaten van de doorgerekende strategieën zijn teruggekoppeld en

de strategieën zijn vervolgens beoordeeld in het licht van andere waarden (bv., ruimtelijke

kwaliteit).

De hoofdlijnen van deze aanpak staan beschreven in Figuur 3.

1 Bijeenkomsten vonden plaats bij de Provincie Limburg.

Page 13: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 12

Figuur 3: Onderzoeksaanpak op hoofdlijnen.

2.2 Overstromingsrisico in de referentiestrategie

Door MLV-strategieën te vergelijken met een referentiestrategie, wordt een beeld verkregen van

de effectiviteit van de MLV-strategieën. Een gebruikelijke referentiestrategie is „autonome

ontwikkeling van het overstromingsrisico‟. Bij autonome ontwikkeling zijn verschillende

scenario‟s denkbaar, afhankelijk van de effecten van klimaatverandering en sociaaleconomische

ontwikkelingen.

2.2.1 Uitgangspunten voor het overstromingsrisico

Overstromingskansen

De overschrijdingsfrequentie van waterstanden waarop de hoogte van de dijken is gebaseerd

bedraagt in ieder van de drie dijkringen 1/250 per jaar. Voortschrijdende inzichten uit het

onderzoeksprogramma Veiligheid Nederland in Kaart (VNK) laten zien dat de

overschrijdingskansen uit de Waterwet niet gelijk zijn aan de overstromingskansen van

waterkeringen. De kans op falen van een waterkering is veelal groter dan de

overschrijdingskans van de maatgevende waterstand. Dit komt doordat naast overloop en

overslag andere faalmechanismen een bijdrage leveren aan de overstromingskans, zoals piping

en lengte-effecten van waterkeringen. Door experts is in 2009 een omrekentabel opgesteld

waarmee de overschrijdingskansen per watersysteem en type dijkring (groot of klein) kunnen

worden omgerekend in een overstromingskans. Voor kleine dijkringen langs de Maas met een

overschrijdingsfrequentie van 1/250 per jaar wordt in WV21 uitgegaan van een

overstromingskans van 1/125 per jaar. In deze studie sluiten we hierbij aan, en nemen we aan

dat de overstromingskans van de dijkringen 59, 91 en 92 eveneens 1/125 per jaar bedraagt.

Waterdiepten

De overstromingsdiepten zijn gemodelleerd met behulp van de bakjesbenadering conform WV21

(De Bruijn en Van der Doef, 2011). Dat wil zeggen, in geval van een overstroming loopt de

dijkring onder tot de waterstand binnen de dijkring gelijk is aan de buitenwaterstand op de

Page 14: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 13

Maas. De waterstanden zijn afkomstig uit de meest recente betrekkingslijnen (Rijkwaterstaat

Dienst Limburg, 2013). 2

Schade en slachtoffers

Schade en slachtoffers zijn geschat met behulp van HIS-SSM 2.5, in overleg met de

opdrachtgever.3 De uitkomsten hebben betrekking op het jaar 2006, die vervolgens conform

WV21 met een aantal toeslagfactoren4 worden doorgerekend naar het basisjaar voor deze

studie: 2015. De schade en slachtoffers worden geschat in twee scenario‟s:

toetspeil: waterstanden die optreden bij toetspeil (een overschrijdingsfrequentie van 1/250

per jaar);

worst case: waterstanden die optreden bij toetspeil plus één decimeringshoogte

(overschrijdingsfrequentie 1/2500 per jaar).

Overstromingsrisico

In de risicoberekeningen worden beide scenario‟s meegenomen conform de WV21 methode. Dat

wil zeggen, eerst wordt voor beide scenario‟s de verwachtingswaarde van het risico berekend op

basis van de formule kans x gevolg. Vervolgens vindt een weging plaats van de risico‟s uit het

toetspeil scenario (60%) en het worst case scenario (40%). In de risicoberekeningen worden

slachtoffers (doden) zowel in aantallen als in euro‟s uitgedrukt. Hierbij wordt een mensenleven

conform de MKBA WV21 gewaardeerd op 6.7 miljoen euro (Kind, 2011).

Lokaal Individueel Risico (LIR)

De kans om op een bepaalde locatie te overlijden als gevolg van een overstroming is afhankelijk

van de waterdiepte, de stroom- en stijgsnelheid van het water. Omdat er geen

overstromingsberekeningen van de drie dijkringen voorhanden zijn, is een aanname gedaan

voor de stroom- en stijgsnelheid:

stroomsnelheid: 1 meter per seconde;

stijgsnelheid: 1 meter per uur.5

2 In deze betrekkingslijnen zijn de effecten van reeds uitgevoerde maatregelen uit het Grensmaasproject

verwerkt. Toekomstige rivierverruiming in het kader van de Grensmaas zal volgens de Provincie Limburg

leiden tot een verdere daling van de maatgevende waterstand, met name ter hoogte van Itteren.

3 De Proeve Plangebied DPR (2013) geeft in Bijlage B een overzicht van verwachte schade en slachtoffers

in dijkringen langs de Maas. In de Proeve is eveneens gebruik gemaakt van HISSSM 2.5. Ten behoeve

van de consistentie is in deze studie HIS-SSM2.5 toegepast, en niet HIS Maas. HISSSM 2.5 resulteert in

hogere schades dan HIS Maas.

4 De resultaten uit HIS-SSM2.5 hebben betrekking op het jaar 2006. Via een aantal toeslagfactoren kan de

schade worden omgerekend naar het basisjaar van deze studie: 2015. Van 2006 naar 2000: schade 2006

gedeeld door 1.02^6 (groeifactor 2% per jaar). Vervolgens wordt de schade omgerekend naar 2015 door

achtereenvolgens te vermenigvuldigen met 1.6 (risico-opslag), 1.4 (van 2000 naar 2011) en 1.05 (van

2011 naar 2015). Aantallen slachtoffers worden van 2006 naar 2015 omgerekend door te

vermenigvuldigen met 1.05.

5 In de Proeve DPR (2013) is voor alle Limburgse dijkringen het LIR bepaald. Deze studie wijkt op twee

punten af. Ten eerste, in deze studie wordt de ruimtelijke differentiatie van het LIR binnen de dijkring

bepaald op basis van variaties in de waterdiepte. In de Proeve DPR is één LIR waarde berekend op basis

van de mediane waterdiepte binnen de dijkring. Ten tweede, in deze studie wordt uitgegaan van

stijgsnelheden van orde 1 meter per uur, zowel voor overstromingen die plaatsvinden bij toetspeil als bij

toetspeil plus een decimeringshoogte. In de Proeve DPR is voor waterdiepten bij toetspeil-overstromingen

uitgegaan van een lagere stijgsnelheid van 0.5 meter per uur. Het gevolg van dit laatste punt is dat het

Page 15: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 14

Voor de berekening van het LIR wordt verder rekening gehouden met de mogelijkheden om te

evacueren. Voor de Limburgse dijkringen wordt standaard uitgegaan van een evacuatiefractie

van 75% (Maaskant et al., 2009). Dat wil zeggen, gemiddeld genomen evacueert 75% van de

mensen op tijd naar een veilige locatie. De vraag is echter of dat ook voor de dijkringen 59, 91

en 92 een realistische aanname is. Ruim voordat deze dijkringen overstromen raken ze

afgesloten van hun omgeving. Er dient dan vroegtijdig tot evacuatie te worden besloten met

een gerede kans dat deze achteraf onnodig blijkt te zijn. Bovendien, wanneer het gevoel van

urgentie bij mensen om vroegtijdig te evacueren ontbreekt, zal de evacuatiebereidheid laag

zijn. In deze studie doen we dan ook geen vastomlijnde aanname voor de evacuatiefractie,

maar onderzoeken we het LIR voor verschillende evacuatiefracties.

2.2.2 Uitgangspunten voor economische groei en bevolkingsgroei

Economische groei en bevolkingsgroei zorgen ervoor dat de potentiele omvang van schade en

slachtoffers toenemen. In deze studie maken we gebruik van de Deltascenario‟s die ontwikkeld

zijn in het kader van het Deltaprogramma (Bruggeman et al., 2011). Deze groeiscenario‟s zijn

gebaseerd op de WLO-scenario‟s van de samenwerkende planbureaus. In deze studie gebruiken

we conform de MKBA WV21 (Kind, 2011) het zogenaamde „Transatlantic Market‟ scenario

waarin de economie jaarlijks met gemiddeld 1.9% groeit.6 Dit scenario Voor bevolkingsgroei

wordt uitgegaan van gemiddeld 0.5% per jaar.

2.2.3 Uitgangspunten voor klimaatverandering

Als gevolg van klimaatverandering zal de Maasafvoer naar verwachting toenemen. Hierdoor

stijgt de overstromingskans, die gedeeltelijk of geheel kan worden gecompenseerd door

toekomstige rivierverruiming. In deze studie is gebruik gemaakt van klimaatscenario‟s zoals die

door het Regioproces Limburg in het kader van het Deltaprogramma worden gehanteerd.

Herhalingstijd Huidige afvoer

(TMR2006)

Afvoer

Klimaatscenario 2050

Afvoer

Klimaatscenario 2100

250 jaar 3430 3615 3950

500 jaar 3675 3867 4230

1250 jaar 4000 4200 4600

Tabel 1: Klimaatscenario‟s voor de Maas. Afvoeren [m3/s] zijn maatgevende piekafvoeren te Borgharen-

Dorp. Bron: memo Provincie Limburg.

Deze gegevens zijn gebruikt om een schatting te kunnen maken van de toename van het

overstromingsrisico als gevolg van klimaatverandering. Door extrapolatie van de huidige

betrekkingslijnen (2012-2013) zijn verwachte toenamen in de afvoer vertaald naar toenamen

van waterstanden ter hoogte van de dijkringen 59, 91 en 92. De toename van waterstanden

zijn vervolgens vertaald naar een toename in het schade- en slachtofferrisico. Uit de toename

van deze risico´s zijn de volgende gemiddelde groeifactoren, als gevolg van

klimaatverandering:

Dijkring 59 (Bergen): 0.6% per jaar

LIR in deze studie een iets pessimistischer beeld laat zien. Door in toekomstige studies gebruik te maken

overstromingsberekeningen kunnen nauwkeurigere schattingen van het LIR worden gemaakt.

6 Het groeipercentage uit het TM scenario bevindt zich tussen twee meer extreme scenario‟s: „Regional Communities‟

(0.5%) en Global Economy (2.6%).

Page 16: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 15

Dijkring 91 (Itteren): 0.5% per jaar

Dijkring 92 (Borgharen): 0.2% per jaar

Het schaderisico neemt dus jaarlijks met enkele tienden van procenten toe. Deze effecten

kunnen gecompenseerd worden door toekomstige rivierverruimingen. In deze studie bepalen we

de overstromingsrisico‟s met en zonder rivierverruiming. Hiermee wordt inzicht verkregen in de

bandbreedte als gevolg van klimaatverandering.

We merken hier op dat de effecten van klimaatverandering op het risico (orde 0.5%) kleiner zijn

dan het effect van economische groei (orde 1.9%).

2.3 Risicoreductie en kosten van MLV-strategieën

De MLV-strategieën hebben tot doel om de overstromingsrisico‟s te reduceren, waarbij niet

alleen wordt gekeken naar de risicoreductie die behaald kan worden maar ook naar de

doelmatigheid van de benodigde investeringen. Om dit inzicht te bieden zijn de volgende drie

stappen gezet:

1. effecten van strategieën op risico‟s;

2. investeringskosten van de strategieën;

3. netto contante waarde van de strategieën.

2.3.1 Effecten van strategieën op risico’s

De eerste vraag is in welke mate de MLV-strategieën leiden tot risicoreductie? Immers, geen

enkele strategie zal ervoor zorgen dat het overstromingsrisico volledig kan worden

weggenomen. Afhankelijk van de manier waarop strategieën worden ontworpen, blijft er altijd

een (kleine) kans bestaan dat er toch schade optreedt als gevolg van een overstroming. Het

(geaccepteerde) risico kan worden bepaald met de formule kans x gevolg. Het risico is dus een

verwachtingswaarde, uitgedrukt in „euro per jaar‟ (in geval van schade) of in „slachtoffers per

jaar‟ (in geval van slachtoffers). Hierbij worden slachtoffers uitgedrukt in aantallen, maar ook in

euro‟s. Om de overstromingsrisico´s te bepalen is gebruik gemaakt van het MLV-instrument

(Thonus en Wolters, 2012).

Figuur 4: Methode voor bepaling van de netto contante waarde van het overstromingsrisico.

2.3.2 Investeringskosten van de strategieën

De tweede vraag heeft betrekking op het kostenplaatje van de MLV-strategieën. Wat kost het

bijvoorbeeld om een evacuatiebrug aan te leggen? In het verleden is door verschillende partijen

een raming gemaakt van de benodigde investering voor een evacuatiebrug ten behoeve van

dijkring 59 (Bergen). Verder is in het verleden een brug gebouwd bij Keent (dijkring 36a). In dit

onderzoek maken we gebruik van deze gegevens.

zichtjaar 2015

Netto Contante Waarde (NCW) van het

overstromingsrisico gedurende de planperiode

Page 17: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 16

2.3.3 Totale kosten en Netto Contante Waarde (NCW)

Het overstromingsrisico (de verwachtingswaarde van de jaarlijkse schade en slachtoffers) kan

gezien worden als een kostenpost. Om de omvang van deze kosten te kunnen bepalen, maken

we de verwachte toekomstige schade en slachtoffers die gedurende de planperiode optreden

„contant‟. Dat wil zeggen, we bepalen de huidige waarde van het risico dat gedurende een

zekere periode in de toekomst optreedt. In dit onderzoek hanteren we in het bijzonder het

zichtjaar 2100 omdat civiele constructies zoals bruggen vaak worden gebouwd voor een periode

van 75 tot 100 jaar (levensduur).

Om het gemiddelde jaarlijkse risico in de toekomst terug te kunnen rekenen naar nu, maken we

gebruik van de uitgangspunten uit de MKBA WV21 (Kind, 2011). Conform de MKBA rekenen we

met een disconteringsvoet van 5,5%.7 Voor een toename van de overstromingsrisico‟s in 2100

is rekening gehouden met klimaatverandering (toename van de afvoer) en economische groei

(zie paragraaf 2.2.2). Vervolgens kunnen de totale kosten van een MLV-strategie inzichtelijk

gemaakt worden door de NCW van het risico en de investeringskosten die nodig zijn om de

strategie te realiseren, bij elkaar op te tellen:

NCW totale kosten (euro) = NCW risico (euro) + NCW investeringskosten (euro)

7 Conform de MKBA rekenen we met een disconteringsvoet van 5,5%. De disconteringsvoet is een rentevoet

die bij een MKBA gebruikt wordt om de huidige (=contante) waarde te berekenen van de toekomstige

kosten en opbrengsten van een project (Deltares, 2011). Gebruik van deze disconteringsvoet wordt

ondersteund door het CPB (2011).

Page 18: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 17

3 Aijen-Bergen

3.1 Gebiedsbeschrijving

Dijkring 59 (Aijen-Bergen) ligt in het noorden van Limburg. Volgens de gegevens van de

gemeente Bergen tellen de gehuchten Aijen en Bergen respectievelijk 263 en 363 inwoners. De

dijkring omsluit de gehuchten Aijen en Bergen en het tussenliggende stuk. De dijkring heeft

daardoor een langgerekte vorm en is ongeveer 6.5 kilometer lang.

Figuur 5: De ligging van dijkring 59.

In geval van hoogwater vormt de Kerkstraat tussen Bergen en Nieuw-Bergen de enige

evacuatieroute. Tabel 2 geeft een overzicht van waterstanden waarbij de Kerkstraat

overstroomt en uiteindelijk niet meer kan worden gebruikt voor evacuatie. Bij waterstanden die

gemiddeld eens in de 20 jaar voorkomen wordt de Kerkstraat onbegaanbaar, ook voor militaire

voertuigen. Dit is dan ook het moment waarop dijkring 59 afgesloten raakt van de omgeving.

gebeurtenis waterstand terugkeertijd

Kerkstraat overstroomt bij … ± NAP+13,40 meter 5 jaar

Kerkstraat begaanbaar voor personenauto’s tot … ± NAP+13,60 meter 10 jaar

Kerkstraat begaanbaar voor militaire voertuigen tot … ± NAP+13,90 meter 20 jaar

Toetspeil waterkeringen NAP+14.80 meter 250 jaar

Tabel 2: Gebeurtenissen en bijhorende waterstanden bij Aijen-Bergen.

Page 19: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 18

Waterstanden kunnen ongeveer 36 uur vooruit worden voorspeld.8 In theorie is er dan ook

voldoende tijd om de realtief kleine groep inwoners te evacueren. Volgens de lokale brandweer

is de evacuatiebereidheid niet groot. Pas op het moment als de situatie echt ernstig dreigt te

worden zal men bereid zijn om te evacueren. Bovendien kan de ontwikkeling van waterstanden

een grillig verloop hebben. De Kerkstraat (de enige ontsluitingsweg bij hoogwater) kan onder

water komen te staan zonder dat de waterstand van NAP+14.80 meter in zicht is. Wanneer

waterstanden toch doorstijgen richting toetspeil is evacuatie niet meer mogelijk. De vraag is

dan ook of de bevolking bereid is te evacueren, met een gerede kans dat deze evacuatie

achteraf onnodig blijkt te zijn.

3.2 Het overstromingsrisico in de referentiestrategie

Het overstromingsrisico is het product van de overstromingskans en de gevolgen. De gevolgen

bestaan uit schade en slachtoffers (doden). Om het overstromingsrisico te beschrijven

behandelen we achtereenvolgens de waterdiepte en het schade- en slachtofferrisico.

3.2.1 Waterdiepte als gevolg van een overstroming

Het toetspeil dat hoort bij een overschrijdingsfrequentie van 1/250 per jaar is NAP+14.80

meter.9 De optredende overstromingsdiepten zijn afhankelijk van de hoogte van het maaiveld.

In het noordelijk gelegen gehucht Bergen varieert de waterdiepte tussen ongeveer 1 en 2

meter. In Aijen zijn de waterdieptes kleiner, variërend tussen ongeveer 10 en 75 cm.

Figuur 6: Overstromingsdiepten [meter] op basis van de bakjesmethode in dijkring 59.

8 Voorspellingen verder vooruit zijn minder betrouwbaar.

9 Dit is het gemiddelde van de toetspeilen op de kilometers 138 t/m 141.

Page 20: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 19

3.2.2 Schade- en slachtofferrisico

De schade die optreedt bij een waterstand van NAP+14.80 meter wordt geschat op 33 miljoen

euro (in het basisjaar 2015). Bij extreme waterstanden neemt de schade verder toe. Een

waterstand die een tien maal kleinere kans van voorkomen heeft leidt naar verwachting tot een

schadebedrag van ongeveer 45 miljoen euro.

Volgens de modelberekeningen zullen er bij een overstroming van dijkring 59 enkele slachtoffers

vallen. Op basis van de inwonergegevens wordt het aantal slachtoffers in het model geschat op

1.77 (bij toetspeil) tot 3.49 (toetspeil plus 1 decimeringshoogte) (in het basisjaar 2015). Het gaat

hierbij om het aantal slachtoffers zonder evacuatie (naar hoge grond buiten de dijkring, of binnen

de dijkring bijvoorbeeld door verticaal te evacueren naar de eerste of tweede verdieping).

De mogelijkheid om te evacueren wordt uitgedrukt in een evacuatiefractie. Standaard wordt

voor de dijkringen langs de Maas uitgegaan van een evacuatiefractie van 75%. Dat wil zeggen,

gemiddeld genomen evacueert 75% van de mensen op tijd naar een veilige locatie. De vraag is

of dat voor dijkring 59 ook een realistische aanname is. De waarschuwingstijd is met orde

grootte 36 uur ruim, maar of mensen dan ook werkelijk zullen evacueren hangt af van hun

risicoperceptie (Terpstra, 2010). Wanneer het gevoel van urgentie bij mensen ontbreekt, zal de

evacuatiebereidheid laag zijn. Dit gevoel van urgentie zou laag kunnen zijn omdat de

evacuatieroute al bij een waterstand van NAP+13.90 meter onbegaanbaar wordt (deze

waterstand komt gemiddeld eens in de 20 jaar voor). Bij deze waterstand is er nog (lang) geen

sprake van een dreigde situatie omdat het water zich nog ruim beneden het toetspeil van de

waterkeringen bevindt (gemiddeld NAP+14.80 meter).

Tabel 6 presenteert het slachtofferrisico voor verschillende evacuatiefracties, zodat inzicht

ontstaat bandbreedte van het slachtofferrisico. De resultaten laten zien dat het slachtofferrisico

varieert van 0.001 per jaar (wanneer vrijwel alle inwoners evacueren) tot 0.019 per jaar

(wanneer vrijwel niemand evacueert). Wanneer deze bandbreedte in geld (euro‟s) wordt

uitgedrukt, varieert het slachtofferrisico van orde grootte 7 duizend euro per jaar tot ruim 130

duizend euro per jaar. Verder valt op dat het schaderisico een grotere omvang heeft dan het in

geld gewaardeerde slachtofferrisico: ruim 300 duizend euro per jaar.

1% 25% 50% 75% 95%

slachtofferrisico 2015 (aantal per jaar) 0.019 0.015 0.010 0.005 0.001

slachtofferrisico 2015 (euro per jaar) 130,521 98,880 65,920 32,960 6,592

schaderisico 2015 (euro per jaar) 300,866 300,866 300,866 300,866 300,866

totaal (euro per jaar) 431,387 399,746 366,786 333,826 307,458

Tabel 3: Schade- en slachtofferrisico in dijkring 59 voor verschillende evacuatiefracties in het basisjaar

(2015).

3.3 Netto contante waarde (NCW) van het slachtofferrisico

3.3.1 NCW schaderisico

Figuur 7 toont de NCW van het schaderisico. De analyse laat zien dat het jaarlijkse schaderisico

van 300 duizend euro leidt tot een contante waarde van ruim 7 miljoen euro over een periode

van 50 jaar (in 2065) en ruim 8 miljoen euro over een periode van 85 jaar (in 2100). Wanneer

Page 21: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 20

de effecten van klimaatverandering niet gecompenseerd kunnen worden lopen deze bedragen

op tot respectievelijk ruim 8 miljoen (in 2065) en ruim 9.5 miljoen euro (in 2100).

Figuur 7: De Netto Contante Waarde (euro) van het schaderisico in dijkring 59.

3.3.2 NCW slachtofferrisico

Figuur 8 presenteert de ontwikkeling van de NCW van het slachtofferrisico voor verschillende

evacuatiefracties. Uit de analyse kan geconcludeerd worden dat de contante waarde van het

slachtofferrisico sterk afhankelijk is van de aanname ten aanzien van de evacuatiefractie en in

mindere mate van de effecten van klimaatverandering. Wanneer de evacuatiebereidheid in de

toekomst extreem laag is, dan loopt de contante waarde van het slachtofferrisico tussen 2015

en 2100 op tot 3.6 miljoen euro. Bovendien, als de toekomstige effecten van

klimaatverandering niet gecompenseerd kunnen worden via rivierverruiming dan loopt het

slachtofferrisico verder op tot boven de 4 miljoen euro. Bij evacuatiefracties van 25%, 50% en

75% liggen de contante waardes respectievelijk rond de 3, 2 en 1 miljoen euro.

Page 22: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 21

Figuur 8: De Netto Contante Waarde (euro) van het slachtofferrisico in dijkring 59 voor verschillende

evacuatiefracties (%).

3.4 Het lokaal individueel risico (LIR)

Het LIR is gedefinieerd als de kans om te overlijden op een bepaalde locatie als gevolg van een

overstroming, rekening houdend met de mogelijkheid om te evacueren. De grootte van het LIR

wordt bepaald door de stijgsnelheden en waterdiepten die optreden, en de mogelijkheden om

preventief te evacueren (uitgedrukt in een evacuatiefractie). Hoe sneller het water stijgt en hoe

dieper het wordt, hoe groter de kans op overlijden op die locatie. Betere mogelijkheden om te

evacueren zorgen ervoor dat de kans op overlijden afneemt.

Figuur 14 toont een overzicht van het LIR voor verschillende evacuatiefracties, bij een

overstromingskans van 1/125 per jaar (de referentie situatie). De analyse laat zien dat het LIR

in grote delen van dijkring 59 niet voldoet aan de voorgestelde norm voor basisveiligheid; een

overlijdenskans van ten hoogste 1/100.000 per jaar. Pas wanneer de evacuatiefractie toeneemt

tot ongeveer 95% voldoet het LIR op de meeste locaties.

In de Proeve DPR (2013) is één LIR waarde voor de dijkring als geheeld bepaald, bij een

evacuatiefractie van 75% en op basis van de mediane waterdiepte in de dijkring. Die analyse

resulteerde in een LIR waarde van 10-5 per jaar. Wanneer de ruimtelijke spreiding in

waterdiepten zouden worden meegenomen, zouden er locaties zijn waar het LIR groter is (door

grotere waterdiepten) en waar het LIR kleiner is (door kleinere waterdiepten) dan 10-5 per jaar.

Onderstaande figuur toont de ruimtelijke differentiatie in het LIR, en laat zien dat het LIR bij

een evacuatiefractie van 75% in de noordelijke helft van de dijkring niet voldoet en de zuidelijke

1%

25%

50%

75%

95%

Effecten klimaatverandering gecompenseerd?

Nee Ja

Page 23: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 22

helft van de dijkring wel aan de voorgestelde norm voor basisveiligheid. Met andere woorden,

de resultaten stroken tamelijk goed met wat verwacht mag worden op basis de LIR waarden uit

de eerdere studie door Deltares.10

10 Bij de analyse moeten twee punten worden opgemerkt. Ten eerste het LIR is in deze studie bepaald op

basis van gemiddelde waterstanden (toetspeil en toetspeil plus een decimeringshoogte) langs de dijkring.

Hierdoor worden de waterdiepten in Bergen met ruim 15 centimeter overschat en in Aijen met ruim 15

centimeter onderschat. Daardoor is het LIR in werkelijkheid in Bergen iets gunstiger (een iets kleinere

overlijdenskans) en Aijen iets ongunstiger (een iets grotere overlijdenskans). Ten tweede, in deze studie

wordt uitgegaan van stijgsnelheden van orde 1 meter per uur, zowel voor overstromingen die plaatsvinden

bij toetspeil als bij toetspeil plus een decimeringshoogte. In de Proeve DPR is voor waterdiepten bij

toetspeil-overstromingen uitgegaan van een lagere stijgsnelheid van 0.5 meter per uur. Het gevolg van dit

laatste punt is dat het LIR in deze studie een iets pessimistischer beeld laat zien. Door in toekomstige

studies gebruik te maken overstromingsberekeningen kunnen nauwkeurigere schattingen van het LIR

worden gemaakt.

Page 24: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 23

Evacuatiefractie 1% Evacuatiefractie 25%

Evacuatiefractie 50% Evacuatiefractie 75%

Evacuatiefractie 95% legenda

Figuur 9: Het LIR in dijkring 59 voor verschillende evacuatiefracties bij een overstromingskans van

1/125 per jaar. Op de rood en donkerbruin gekleurde locaties is het LIR groter dan 10-5

per jaar (voldoet niet). Op de groen en oranje gekleurde locaties is het LIR kleiner dan 10-

5 per jaar (voldoet wel).

Page 25: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 24

3.5 Resumé

De referentiestrategie kan als volgt worden samengevat:

Overstromingskans; In deze studie is uitgegaan van een overstromingskans van 1/125

per jaar.

Schade en slachtoffers; De schade als gevolg van een overstroming wordt geschat op

ruim 30 tot 45 miljoen euro, afhankelijk van de waterstand op de Maas. Het aantal

slachtoffers is sterk afhankelijk van de evacuatiebereidheid. Wanneer de bewoners niet

evacueren zullen er naar verwachting enkele slachtoffers vallen.

Overstromingsrisico; Het schaderisico bedraagt ongeveer 300.000 euro per jaar. Het

slachtofferrisico wordt geschat op orde grootte 130.000 euro per jaar. Wanneer de

evacuatiebereidheid in de toekomst extreem laag is, bedraagt de contante waarde van het

slachtofferrisico over een periode van 85 jaar (tot 2100) ongeveer 4 miljoen euro. Bij

hogere evacuatiefracties van 25%, 50% en 75% daalt deze contante waarde respectievelijk

naar orde grootte 3, 2 en 1 miljoen euro.

Lokaal Individueel Risico; Het LIR voldoet in grote delen van de dijkring niet aan de

voorgestelde norm voor basisveiligheid; een overlijdenskans van ten hoogste 1/100.000 per

jaar. Pas wanneer de evacuatiefractie toeneemt tot ongeveer 95% voldoet het LIR op de

meeste locaties.

Page 26: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 25

4 Itteren en Borgharen

4.1 Gebiedsbeschrijving

Itteren (dijkring 91) en Borgharen (dijkring 92) liggen in het zuiden van Limburg, net ten

noorden van Maastricht. Itteren en Borgharen horen bij de gemeente Maastricht en tellen

respectievelijk (ongeveer) 820 en 1610 inwoners. De lengte van de dijken in beide dijkringen

bedraagt ongeveer 3.5 kilometer.

Figuur 10: De ligging van Itteren (dijkring 91) en Borgharen (dijkring 92).

Net als Bergen raken ook Itteren en Borgharen in geval van hoogwater geïsoleerd. Wanneer het

water stijgt, parkeren bewoners hun auto aan de overzijde van het kanaal op de Ankerkade en

Oostelijke Kanaalweg. Een pendeldienst zorgt er voor dat bewoners hun auto kunnen bereiken.

Op deze wijze kan het dagelijkse leven zijn gang blijven gaan, tot het water zodanig hoog komt

dat ook de pendeldiensten moeten worden stopgezet. Vanaf dat moment zijn de dorpen niet

meer bereikbaar.

Betrouwbare afvoerverwachtingen kunnen slechts kort tevoren worden afgeveven: in de orde

van 6 uur. Hierdoor is het noodzakelijk om snel te anticperen. Op basis van ervaringen kan de

opvolging van gebeurtenissen wel indicatief worden weergegeven. Deze gebeurtenissen zijn

vastgelegd in de actielijst hoogwater van de Veiligheidsregio Zuid- Limburg. Tabel 4 geeft een

overzicht van deze gebeurtenissen. De pendeldiensten worden opgestart bij waterstanden die

gemiddeld iedere 5 tot 10 jaar voorkomen, en stopgezet bij waterstanden die gemiddeld eens in

de 50 jaar voorkomen. Dit moment vindt plaats op ongeveer 55 uur na de eerste hoogwater

attendering door de Gemeenschappelijke Meldkamer Zuid-Limburg (wanneer de Maasafvoer de

1000 m3/s overschrijdt). Dit is ook het moment waarop Itteren en Borgharen van hun omgeving

raken afgesloten. De hoogte van de dijken is gebaseerd op waterstanden die gemiddeld eens in

Page 27: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 26

de 250 jaar voorkomen. Met andere woorden, Itteren en Borgharen raken geïsoleerd op een

moment waarop de dijken in theorie nog voldoende veiligheid bieden. De vraag is of bewoners

onder deze omstandigheden bereid zijn te evacueren, met een gerede kans dat deze evacuatie

achteraf onnodig blijkt te zijn.

gebeurtenis waterstand terugkeertijd Tijd (uren) na

attendering

GMZL

Attendering 1000 m3/s jaarlijks 0 uur

Weg tussen Itteren en Borgharen loopt onder 1710 m3/s 2-5 jaar 15 uur

Start pendeldienst Itteren 2000 m3/s 5-10 jaar 25 uur

Start pendeldienst Borgharen 2280 m3/s 10 jaar 35 uur

Stop pendeldienst Borgharen 2280 m3/s 10 jaar 35 uur

Stop pendeldienst Itteren 2790 m3/s 50 jaar 55 uur

Tabel 4: Gebeurtenissen en bijhorende waterstanden bij Itteren en Borgharen.

4.2 Het overstromingsrisico in de referentiestrategie

Het overstromingsrisico is het product van de overstromingskans en de gevolgen. De gevolgen

bestaan uit schade en slachtoffers (doden). Om het overstromingsrisico te beschrijven

behandelen we achtereenvolgens de waterdiepte en het schade- en slachtofferrisico.

4.2.1 Waterdiepte als gevolg van een overstroming

Het toetspeil dat hoort bij een overschrijdingsfrequentie van 1/250 per jaar is:

Itteren: NAP+44.83 meter (rivierkilometer 19-20)

Borgharen: NAP+45.37 meter (rivierkilometer 16-17)

De optredende overstromingsdiepten zijn afhankelijk van de hoogte van het maaiveld. Het

noordelijk gelegen Itteren wordt doorsneden door een oude stroomgeul. De waterdieptes in

deze stroomgeul lopen op tot circa 3 meter. In deze stroomgeul staan geen woningen. In de

bebouwde delen varieert de waterdiepte tussen ongeveer 1 en 2 meter. In Borgharen zijn de

waterdieptes gemiddeld genomen kleiner, variërend van ongeveer 0.50 tot 1.50 meter.

Waterdiepte Itteren Waterdiepte Borgharen

Figuur 11: Overstromingsdiepten [meter] op basis van de bakjesmethode in de dijkringen 91 (Itteren) en

92 (Borgharen).

Page 28: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 27

4.2.2 Schade- en slachtofferrisico

Tabel 5 geeft een overzicht van de verwachte schade en slachtoffers die optreden bij een

overstroming. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen overstromingen bij toetspeil (de

waterstand waaraan de waterkering dient te voldoen) en een extreem scenario (toetspeil plus

een decimeringshoogte van ongeveer 60 centimeter). De verwachte schade en slachtoffers in

Itteren zijn groter dan in Borgharen. Dat komt door de grotere waterdieptes die in Itteren

optreden. Bij de genoemde slachtofferaantallen is nog geen rekening gehouden met het gedrag

van bewoners en de mogelijkheid om een veilige plek te zoeken binnen de dijkring (verticaal

evacueren) of daarbuiten (preventief evacueren).

Schade (miljoen euro) Slachtoffers (aantal doden)

toetspeil toetspeil + 1 DH toetspeil toetspeil + 1 DH

Itteren 81 103 3.75 6.12

Borgharen 67 102 2.71 5.82

Tabel 5: Verwachte schade en slachtoffers in Itteren en Borgharen in het basisjaar 2015. „DH‟ staat voor

decimeringshoogte.

De mogelijkheid om te evacueren wordt uitgedrukt in een evacuatiefractie. Standaard wordt

voor de dijkringen langs de Maas uitgegaan van een evacuatiefractie van 75%. Dat wil zeggen,

gemiddeld genomen evacueert 75% van de mensen op tijd naar een veilige locatie. De vraag is

of dat voor Itteren en Borgharen ook een realistische aanname is. De waarschuwingstijd is met

orde grootte 6 uur klein. De vraag of men bereid en in staat zal zijn om op tijd te evacueren, is

moeilijk te beantwoorden.

Tabel 6 presenteert het slachtofferrisico voor verschillende evacuatiefracties, zodat inzicht

ontstaat bandbreedte van het slachtofferrisico. Wanneer deze bandbreedte in geld (euro‟s)

wordt uitgedrukt, varieert het slachtofferrisico in Itteren van orde grootte 10.000 euro per jaar

tot ruim 200.000 euro per jaar. In Borgharen loopt het slachtofferrisico op tot orde grootte

250.000 euro per jaar, gegeven dat vrijwel geen van de inwoners evacueert.

Ook het schaderisico in Itteren is iets hoger dan in Borgharen; ruim 700.000 versus bijna

650.000 euro per jaar.

Evacuatiefractie 1% 25% 50% 75% 95%

Itteren

slachtofferrisico 2015 (aantal per jaar) 0.037 0.028 0.019 0.009 0.002

slachtofferrisico 2015 (euro per jaar) 249.000 189.000 226.000 63.000 13.000

schaderisico 2015 (euro per jaar) 716.000 716.000 716.000 716.000 716.000

totaal (euro per jaar) 965.000 905.000 842.000 779.000 728.000

Borgharen

slachtofferrisico 2015 (aantal per jaar) 0.031 0.024 0.016 0.008 0.002

slachtofferrisico 2015 (euro per jaar) 210.000 159.000 106.000 53.000 11.000

schaderisico 2015 (euro per jaar) 646.000 646.000 646.000 646.000 646.000

totaal (euro per jaar) 856.000 806.000 752.000 699.000 657.000

Tabel 6: Schade- en slachtofferrisico in dijkring 59 voor verschillende evacuatiefracties in het basisjaar

(2015).

Page 29: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 28

4.3 Netto contante waarde (NCW) van het risico

4.3.1 NCW schaderisico

Figuur 12 toont de NCW van het schaderisico. De analyse laat zien dat het jaarlijkse schaderisico

in Itteren leidt tot een contante waarde van bijna 20 miljoen euro over een periode van 85 jaar

(in 2100). Wanneer de effecten van klimaatverandering niet gecompenseerd kunnen worden

loopt dit bedrag op tot ruim 22 miljoen euro (in 2100). De contante waarde van het schaderisico

in Borgharen ligt een paar miljoen euro lager.

Figuur 12: De Netto Contante Waarde (euro) van het schaderisico in de dijkringen 91 (Itteren) en 92

(Borgharen).

4.3.2 NCW slachtofferrisico

Figuur 13 presenteert de ontwikkeling van de NCW van het slachtofferrisico voor verschillende

evacuatiefracties. Uit de analyse kan geconcludeerd worden dat de contante waarde van het

slachtofferrisico sterk afhankelijk is van de aanname ten aanzien van de evacuatiefractie en in

mindere mate van de effecten van klimaatverandering. Wanneer de evacuatiebereidheid in de

toekomst extreem laag is (bijvoorbeeld, 1%), dan loopt de contante waarde van het

slachtofferrisico tussen 2015 en 2100 op tot ongeveer 7 miljoen euro in Itteren en 6 miljoen

euro in Borgharen. Als de toekomstige effecten van klimaatverandering niet gecompenseerd

kunnen worden via rivierverruiming dan loopt het slachtofferrisico verder op tot boven de 6

miljoen euro in Borgharen en bijna 8 miljoen euro in Itteren. Bij hogere evacuatiefracties (van

25%, 50%, 75% en 95%) liggen de contante waardes lager.

NC

W s

ch

ad

eris

ico (

eu

ro

)

Itteren

Borgharen

Page 30: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 29

Figuur 13: De Netto Contante Waarde (euro) van het slachtofferrisico in de dijkring 91 (Itteren) en 92

(Borgharen) voor verschillende evacuatiefracties (%).

4.4 Het lokaal individueel risico (LIR)

Het LIR is gedefinieerd als de kans om te overlijden op een bepaalde locatie als gevolg van een

overstroming, rekening houdend met de mogelijkheid om te evacueren. De grootte van het LIR

wordt bepaald door de overstromingskans, de stijgsnelheden en waterdiepten die optreden, en

de mogelijkheden om preventief te evacueren (uitgedrukt in een evacuatiefractie). Hoe sneller

het water stijgt en hoe dieper het wordt, hoe groter de kans op overlijden op die locatie. Betere

mogelijkheden om te evacueren zorgen ervoor dat de kans op overlijden afneemt.

Figuur 14 toont een overzicht van het LIR in beide dijkringen voor verschillende

evacuatiefracties, bij een overstromingskans van 1/125 per jaar (de referentie situatie). De

analyse laat zien dat het LIR in Itteren in grote delen van de dijkring groter dan 1/100.000 per

jaar is. Pas wanneer de evacuatiefractie toeneemt tot ongeveer 95% voldoet het LIR op de

meeste locaties met uitzondering van de oude geul waarin geen huizen staan. In Borgharen

voldoet het LIR in vrijwel de gehele dijkring aan de voorgestelde norm voor basisveiligheid

wanneer de evacuatiefractie boven de 75% ligt.

In de Proeve DPR (2013) is één LIR waarde voor de dijkring als geheeld bepaald, bij een

evacuatiefractie van 75% en op basis van de mediane waterdiepte in de dijkring. Die analyse

resulteerde in een LIR waarde van 6.6*10-6 per jaar in Borgharen en 1*10-5 per jaar in Itteren.

Met andere woorden, op basis van de mediane waterdiepte voldeed het LIR in Borgharen ruim

aan de voorgestelde norm voor basisveiligheid. In Itteren bevond het LIR zich op de grens, en

voldeed het nét aan de voorgestelde norm. Wanneer de ruimtelijke spreiding in waterdiepten

zou worden meegenomen, zouden we verwachten dat er in Itteren locaties zijn waar het LIR

groter is (door grotere waterdiepten) en waar het LIR kleiner is (door kleinere waterdiepten)

dan 10-5 per jaar. Onderstaande figuur toont de ruimtelijke differentiatie in het LIR, en laat zien

dat het LIR bij een evacuatiefractie van 75% in groot deel van Itteren niet voldoet. In

Borgharen voldoet het LIR een enkele locatie niet aan 10-5 per jaar. Met andere woorden, de

Effecten klimaatverandering gecompenseerd?

Nee

Ja

1%

25%

50%

75%

95%

1%

25%

50%

75%

95%

Page 31: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 30

resultaten stroken tamelijk goed met wat verwacht mag worden op basis de LIR waarden uit de

eerdere studie door Deltares.11

Evacuatiefractie 1% Evacuatiefractie 1%

Evacuatiefractie 25% Evacuatiefractie 25%

11 Bij de analyse moet worden opgemerkt dat in deze studie is uitgegaan van stijgsnelheden van 1 meter

per uur, zowel voor overstromingen die plaatsvinden bij toetspeil als bij toetspeil plus een

decimeringshoogte. In de Proeve DPR is voor waterdiepten bij toetspeil-overstromingen uitgegaan van een

lagere stijgsnelheid van 0.5 meter per uur. Het gevolg van dit laatste punt is dat het LIR in deze studie een

iets pessimistischer beeld laat zien. Door in toekomstige studies gebruik te maken

overstromingsberekeningen kunnen nauwkeurigere schattingen van het LIR worden gemaakt.

Page 32: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 31

Evacuatiefractie 50% Evacuatiefractie 50%

Evacuatiefractie 75% Evacuatiefractie 75%

Evacuatiefractie 95% Evacuatiefractie 95%

Figuur 14: Het LIR in de dijkringen 91 (Itteren) en 92 (Borgharen) voor verschillende evacuatiefracties bij

een overstromingskans van 1/125 per jaar. Op de rood en donkerbruin gekleurde locaties is het

LIR groter dan 10-5 per jaar (voldoet niet). Op de groen en oranje gekleurde locaties is het LIR

kleiner dan 10-5 per jaar (voldoet wel).

Page 33: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 32

4.5 Resumé

De referentiestrategie kan als volgt worden samengevat:

Overstromingskans; In deze studie is uitgegaan van een overstromingskans van 1/125

per jaar.

Schade en slachtoffers; De schade als gevolg van een overstroming wordt geschat op

ruim 80 miljoen in Itteren en bijna 70 miljoen euro in Borgharen, bij watertanden die gelijk

zijn aan toetspeil. Bij waterstanden die een decimeringshoogte hoger zijn (ongeveer 60 cm)

lopen de schades in beide dijkringen op tot ruim 100 miljoen euro. Het aantal slachtoffers is

sterk afhankelijk van de evacuatiebereidheid. Wanneer de bewoners niet evacueren zullen

er naar verwachting enkele slachtoffers vallen. Door de grotere waterdiepte in Itteren is de

kans op slachtoffers in Itteren (iets) groter dan in Borgharen.

Overstromingsrisico; Het schaderisico in Itteren bedraagt ruim 700.000 euro per jaar. In

Borgharen is het schaderisico met ongeveer 650.000 euro per jaar iets lager. Het

slachtofferrisico is sterk afhankelijk van de evacuatiefractie. Wanneer de

evacuatiebereidheid in de toekomst extreem laag is, bedraagt het slachtofferrisico in Itteren

ongeveer 250.000 euro per jaar, en ruim in Borgharen ruim 200.000 euro per jaar. De

contante waarde van het slachtofferrisico over een periode van 85 jaar (tot 2100) bedraagt

dan respectievelijk 6 miljoen euro in Borgharen en 7 miljoen euro in Itteren. Bij hogere

evacuatiefracties van 25%, 50%, 75% en 95% neemt deze contante waarde naar rato af.

Lokaal Individueel Risico; Dijkring 91 (Itteren) voldoet pas aan de voorgestelde norm

voor basisveiligheid wanneer de evacuatiefractie toeneemt tot ongeveer 95% (met

uitzondering van de oude geul waarin geen huizen staan). Dijkring 92 (Borgharen) voldoet

grotendeels aan de voorgestelde norm voor basisveiligheid wanneer de evacuatiefractie

boven de 75% ligt.

Page 34: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 33

5 MLV strategieën

5.1 Kosten van een evacuatiebrug

In het verleden zijn de kosten voor een evacuatiebrug door verschillende partijen in kaart

gebracht. Dit heeft geleid tot de volgende kostenschattingen. De Koppes Groep BV heeft in

2002 een ontwerp gemaakt voor een fietsbrug. De kosten voor een fietsbrug met een stalen dek

op ongeveer drie meter boven maaiveld met een overspanning van ongeveer 700 meter werden

begroot op ongeveer 1 miljoen euro (prijspeil 2015). Door de gemeente Bergen is in 2008 een

inschatting gemaakt voor een evacuatiebrug waarover tevens auto‟s en licht vrachtverkeer

kunnen passeren (Gemeente Bergen, 2008). In het brugontwerp is in de breedte ruimte voor

een (vracht)auto en een fietser. Voor auto‟s uit tegenovergestelde richting is geen ruimte om

elkaar te passeren. De kosten worden geschat op ongeveer 3.5 miljoen euro (prijspeil 2015).12

Tot slot is ook door DLG (2009) een brugontwerp gemaakt. In het ontwerp is ervan uitgegaan

dat de brug ook zorgt voor de dagelijkse ontsluiting van Bergen en Aijen. Dat betekent onder

meer dat er rekening is gehouden met een dubbele rijbaan zodat (vracht)auto‟s elkaar kunnen

passeren. De kosten voor deze brug zijn geschat op 15 miljoen euro (prijspeil 2015).

Tot slot is er in 2008 een brug gebouwd om dijkring 36a (Keent) tijdens hoogwater op de Maas

te kunnen ontsluiten (zie Figuur 14). De brug heeft een overspanning van 150 meter en kostte

1.5 miljoen euro.

Figuur 15: De evacuatiebrug “D‟n Overloop” bij Keent (zie http://www.keent.net/book/print/1).

Er bestaat een grootte bandbreedte in de kostenschattingen voor een evacuatiebrug. De

ramingen lopen uiteen van 1 miljoen euro voor een fietsbrug tot 3.5 en 15 miljoen euro voor

een evacuatiebrug waarover ook auto‟s en vrachtwagen kunnen passeren. De werkelijke kosten

voor een evacuatiebrug hangen in hoge mate af van het ontwerp en de functie van de brug. Het

is onduidelijk in hoeverre een brugontwerp zoals bij Keent met een relatief korte overspanning

in combinatie met verhoogde aansluitingswegen en uiterwaardafgraving ook mogelijkheden

biedt voor Aijen-Bergen. Het is eveneens onduidelijk in hoeverre deze kostenindicaties

representatief zijn voor een evacuatiebrugbrug bij Itteren en Borgharen. In de volgende

paragraaf waarin de kosteneffectiviteit van een evacuatiebrug bespreken, nemen we dan ook

12

De prijzen zijn vertaald naar 2015 op basis van de gemiddelde inflatie.

Page 35: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 34

geen vaste kostenschatting op voor een evacuatiebrug maar beschouwen we de

investeringsruimte in relatie tot de bandbreedte van de hiervoor beschreven kostenschattingen.

In hoofdstuk 5.4 bespreken we de andere waarden die eveneens van belang zijn in de

maatschappelijke afweging omtrent een evacuatiebrug.

5.2 Kosten-baten analyse van een evacuatiebrug

Om de kosten en baten van een evacuatiebrug tegen elkaar af te kunnen zetten gaan we uit

van een levensduur in de orde van 75 tot 100 jaar. We hanteren daarom het zichtjaar 2100 dat

in het Deltaprogramma een belangrijke plaats inneemt. De redenering is nu als volgt: wanneer

in de situatie zonder brug minder bewoners evacueren, dan is het slachtofferrisico groter en

daarmee ook het investeringsbudget om op kosteneffectieve wijze een evacuatiebrug te

realiseren.

Tabel 7 geeft een overzicht van de NCW van het slachtofferrisico voor verschillende

evacuatiefracties in de situatie zonder brug.13 De getallen zijn ontleend aan Figuur 8 en Figuur

13, waarin onderscheid is gemaakt tussen effecten van klimaatverandering. Omdat de effecten

van klimaatverandering op de contante waarde beperkt zijn, maken we hier geen onderscheid.

De gepresenteerde getallen bevinden zich tussen het scenario waarin effecten van een

toenemende rivierafvoer volledig worden gecompenseerd en het scenario waarin deze effecten

volledig doorwerken in het risico. De getallen dienen te worden opgevat als een orde grootte

schatting van de contante waarde van het risico.

Uit de tabel blijkt dat de investeringsruimte voor een brug bij Aijen-Bergen ten hoogste 4

miljoen euro bedraagt. Het uitgangspunt hierbij is dat, zonder brug, gemiddeld genomen vrijwel

geen van de bewoners evacueert (fractie 1%) wanneer de Kerkstraat onderloopt ongeacht de

waterstandsverwachtingen. Bovendien wordt hierbij verondersteld dat er met een evacuatiebrug

geen slachtoffers meer vallen, doordat alle bewoners de dijkring via de brug hebben verlaten

voordat de overstroming plaats vindt. Wanneer we echter uitgaan van een hogere

evacuatiefractie in de huidige situatie, bijvoorbeeld 75%, dan is de investeringsruimte ongeveer

1 miljoen euro.

Uit de range aan kostenschatting uit de vorige paragraaf blijkt dat een fietsbrug (orde 1 miljoen

euro) al snel kosteneffectief is. Bij een investering van meer dan 4 miljoen is een evacuatiebrug

waarschijnlijk niet meer kosteneffectief. Investeringen tussen de 1 en 4 miljoen bevinden zich in

een grijs overgangsgebied, waarbij de kosteneffectiviteit afhangt van de evacuatiefractie die nu,

zonder brug, ook al gehaald kan worden. De brug dient zodanig ontworpen te worden dat deze

in 2100 nog voldoet. Er is geen rekening gehouden met periodieke onderhoudskosten.

Evacuatiefractie zonder brug

1% 25% 50% 75% 95%

NCW slachtofferrisico dijkring 59 (Aijen-Bergen) 4 3 2 1 0.2

NCW slachtofferrisico dijkring 91 (Itteren) 7.5 5.5 3.75 2 0.2

NCW slachtofferrisico dijkring 92 (Borgharen) 6 4.5 3 1.5 0.2

Tabel 7: Contante waarde van het slachtofferrisico (in miljoenen euro‟s).

13 Het schaderisico laten we hier buiten beschouwing omdat een evacuatiebrug nauwelijks bij zal dragen aan

het reduceren van het schaderisico (huizen vormen de belangrijkste schadepost).

Page 36: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 35

Voor Itteren en Borgharen is de investeringsruimte iets groter, maximaal orde 7.5 miljoen in

Itteren en 6 miljoen in Borgharen. De uitgangspunten bij deze maximale investeringsruimten

zijn hetzelfde als voor Aijen-Bergen: 1) zonder brug zal geen van de bewoners op tijd

geëvacueerd zijn ongeacht de waterstandsverwachting, 2) met een brug vallen er geen

slachtoffers meer, 3) en de brug dient zodanig ontworpen te worden dat deze in 2100 nog

voldoet.

Verder is er geen rekening gehouden met periodieke onderhoudskosten en maatregelen die

genomen moeten worden om eventuele opstuwing door brugpijlers die in het winterbed staan te

compenseren.

5.3 Kosten-baten analyse van dijkversterking

Om de effectiviteit van de evacuatiebrug in perspectief te kunnen plaatsen onderzoeken we in

welke mate het schade- en slachtofferrisico gereduceerd kunnen worden wanneer het

investeringsbudget voor een brug gebruikt zou worden om de dijken te versterken. Om de

maximale baten van een dijk in beeld te brengen, gaan we er in de referentiesituatie van uit dat

bewoners in geval van hoogwater gemiddeld genomen niet zullen evacueren. Bij dit

uitgangspunt draagt de dijk maximaal bij aan de reductie van het slachtofferrisico. Tabel 8 geeft

een overzicht van de resultaten wanneer de dijken tot een overstromingskans 1/250 per jaar

(een verdubbeling van het veiligheidsniveau).

Aijen-Bergen Itteren Borgharen

Referentie Dijk Referentie Dijk Referentie Dijk

Overstromingskans 1/125 1/250 1/125 1/250 1/125 1/250

evacuatiefractie 1% 1% 1% 1% 1% 1%

NCW schaderisico 9 4.5 21 10.5 17 8.5

NCW slachtofferrisico 4 2 7.5 3.75 6 3

NCW totaal 13 6.5 28.5 14.25 23 11.5

Investeringskosten dijk14 - 6 - 3 - 3

NCW risico + kosten 13 12.5 28.5 17.25 23 14.5

Tabel 8: Risicoreductie (contante waarde) en kosten van dijken.

De dijkversterking (van 1/125 naar 1/250 per jaar) leidt in ieder van de drie dijkringen tot een

halvering van het schade- en slachtofferrisico. Uit de tabel blijkt dat een dijkversterking in

Aijen-Bergen nét kosteneffectief is, omdat de investering (orde 6 miljoen euro) ongeveer gelijk

is aan de risicoreductie (6.5 miljoen euro) die wordt gerealiseerd. Bovendien, wanneer de

dijkversterking kan worden meegenomen in de reguliere onderhoudscyclus, dan kan op de

investeringskosten worden bespaard.

In Itteren en Borgharen is de dijkversterking kosteneffectief, en is de investering rendabeler

dan in Aijen-Bergen. Dit komt enerzijds doordat de kosten van de dijkversterking lager zijn en

14

Hierbij is uitgegaan van 3 miljoen euro om kilometer dijk met 1 decimeringshoogte op te hogen. Om de

overstromingskans te halveren is aangenomen dat de dijken met ongeveer 0.3 decimeringshoogten verhoogd worden.

De decimeringshoogte bij Aijen-Bergen en Borgharen bedraagt ongeveer 65 cm, bij Itteren ongeveer 55 cm.

Page 37: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 36

anderzijds doordat de risicoreductie hoger is dan in Aijen-Bergen. Ook bij hogere

evacuatiefracties in de referentiesituatie zou dijkversterking in Itteren en Borgharen

kosteneffectief zijn. Immers, de reductie van het schaderisico alleen is reeds groter dan de

benodigde investering voor dijkversterking. Ook voor Itteren en Borgharen geldt dat kosten op

dijkversterking kunnen worden bespaard wanneer de dijkversterkingen zouden worden

meegenomen in het reguliere onderhoud.

Dijkversterking heeft ook effect op het LIR. Wanneer de dijken worden versterkt tot een

overstromingskans van 1/250 per jaar, dan wordt aan het LIR voldaan indien de

evacuatiefracties in de drie dijkringen minstens 75% (Aijen-Bergen), 95% (Itteren) en 50%

(Borgharen) bedragen.

5.4 Beoordeling van strategieën op andere waarden

In de bijeenkomst op 20 juli zijn de strategieën besproken met de vertegenwoordigers van

diverse betrokken partijen (zie Bijlage A). Het doel van de discussie was om de argumenten te

inventariseren die, naast de risico‟s en de kosten, van belang zijn in de maatschappelijke

afweging van strategieën. Tabel 9 geeft een overzicht van de door deelnemers genoemde

argumenten.

Uit de inventarisatie blijkt dat er met name argumenten werden genoemd die pleiten vóór een

evacuatiebrug waarover naast fietsers ook auto‟s kunnen passeren. Met een evacuatiebrug kan

het LIR worden verbeterd, zodat deze voldoet aan de voorgestelde norm voor basisveiligheid

(maximaal 10-5 per jaar). Een fietsbrug werd niet gezien als een afdoende oplossing omdat het

gebied dan voor de hulpdiensten niet toegankelijk is, en bevoorrading moeilijker is. Een

autobrug biedt in dat opzicht een duidelijker handelingsperspectief en een structurele oplossing.

Naast deze kwesties omtrent bereikbaarheid werden nog drie aanvullende argumenten

genoemd. Ten eerste, wanneer deze dijkringen geïsoleerd raken tijdens hoogwater, is

dijkbewaking en het treffen van noodmaatregelen door het waterschap niet goed mogelijk. Met

een brug wordt ook hiervoor een oplossing geboden. Ten tweede, in de huidige situatie worden

ten tijde van het hoogwater (hoge) kosten gemaakt door de hulpverleningsinstanties, onder

meer voor bemande hulpposten en de pendeldiensten van en naar de daarvoor aangewezen

parkeerplaatsen die gelegen zijn buiten het bereik van het hoogwater. Ten derde, met een

evacuatiebrug ontstaat ruimte om op een later moment tot evacuatie te besluiten. Dit reduceert

de bestuurlijke complexiteit tijdens hoogwater.

Page 38: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 37

Blauwe arcering: typering van de huidige situatie

Groene arcering: argument pleit vóór de betreffende strategie

Oranje arcering: argument pleit tegen de betreffende strategie

Tabel 9: Inventarisatie van overige „waarden‟.

5.5 Conclusie

De maximale baten van een evacuatiebrug over de periode 2015-2100 in de dijkringen 59

(Aijen-Bergen), 91 (Itteren) en 92 (Borgharen) bedragen respectievelijk 4, 7.5 en 6 miljoen

euro. Aan deze maximale baten ligt de veronderstelling ten grondslag dat in geval van

hoogwater vrijwel geen van de bewoners evacueert. Wanneer een iets minder extreem

Typering

huidige

situatie

Het LIR voldoet in geen van de drie dijkringen aan de voorgestelde norm van 10-5 per jaar.

Dijkbewaking is niet meer mogelijk als de dorpen omringd zijn door het water.

Intensieve inzet van hulpverlening tijdens hoogwater; defensie kan bij hoogwater niet altijd de

helpende hand bieden als elders ook geëvacueerd moet worden.

Door „gewenning‟ wordt evacuatie nu pas laat uitgevoerd.

Aijen-Bergen: Kerkstraat zorgt voor opstuwing tijdens hoogwater.

Dijkversterking Dijkversterking leidt tot reductie van het schade- en slachtofferrisico, een brug niet.

Dijkversterking kan leiden tot een (forse) toename van bewoning en economie. Daarmee nemen

de risico‟s ook toe.

Brug in het

algemeen

Dijkversterking verkleint de kans op slachtoffers, met een brug kan het slachtofferrisico vrijwel

volledig worden weggenomen.

Met een brug kunnen de kosten van de hulporganisatie sterk worden gereduceerd, omdat de

dorpen zelfredzamer worden.

Met een brug is het mogelijk om tijdens hoogwater dijkbewaking in te stellen en noodmaatregelen

te nemen.

Een brug is een middenweg tussen (te) kostbare dijkversterking en (wellicht maatschappelijk

onhaalbare) verbeterde evacuatiefractie.

Aijen-Bergen: Wanneer de Maas zou worden verruimd (en de Kerkstraat wegens opstuwing wordt

verlaagd), dan is een evacuatiebrug nodig.

Borgharen/Itteren: voorspeltijd is zeer kort; dit versterkt de bestuurlijke urgentie om een

evacuatiebrug aan te leggen

Kans op letsel zoveel mogelijk beperken. Onzekerheden weghalen, ook voor bestuurders. Als er geen

besluit hoeft te worden genomen over evacuatie omdat er een brug is, heeft dat de voorkeur.

Een brug zou ertoe kunnen leiden dat evacuatie (te) lang wordt uitgesteld.

Een autobrug Een autobrug verbetert de veiligheid van het bewoners het sterkst, en biedt een structurele

oplossing.

Een (auto)brug biedt een duidelijk handelingsperspectief, dijkversterking an sich

niet.

Met een brug worden bewoners zelfvoorzienend.

Een fietsbrug Een fietsbrug biedt geen afdoende oplossing voor evacuatie; een autobrug wel (duidelijkheid voor

bewoners).

De noodhulpdiensten (voertuigen) kunnen niet over een fietsbrug. Ook bevoorrading is

tijdens hoogwater niet goed mogelijk.

Met alleen een fietsbrug is voor dagelijkse omstandigheden nog steeds de Kerkstraat nodig voor

ontsluiting van autoverkeer.

Page 39: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 38

uitgangspunt wordt gekozen, bijvoorbeeld dat gemiddeld 25% van de bewoners evacueert,

dan dalen de baten van een evacuatiebrug naar respectievelijk 3, 5.5 en 4.5 miljoen euro.

Wanneer gestreefd zou worden naar een kosteneffectieve brug, kunnen deze baten gezien

worden als het maximale investeringsbudget.

De vraag of voor deze investeringsbudgetten een brug gerealiseerd kan worden is

momenteel niet goed te beantwoorden. In het verleden zijn voor een brug bij Aijen-Bergen

verschillende ontwerpen gemaakt. Een fietsbrug werd geraamd op ongeveer 1 miljoen euro.

Een verkeersbrug in één werd geraamd op 3.5, en brug waarover auto‟s uit tegenstelde

richting elkaar kunnen passeren op 15 miljoen euro.

Een fietsbrug (orde 1 miljoen euro) is al snel kosteneffectief. Investeringen tot 4 miljoen

(Aijen-Bergen), 7.5 miljoen (Itteren) en 6 miljoen (Borgharen) bevinden zich in een grijs

overgangsgebied, waarbij de kosteneffectiviteit afhangt van de evacuatiefractie die nu,

zonder brug, ook al gehaald kan worden. Hogere investeringen zijn waarschijnlijk niet

kosteneffectief. Naast de kosteneffectiviteit zijn er andere waarden die een rol spelen in de

maatschappelijke afweging omtrent een evacuatiebrug. Deze andere waarden worden in het

volgende hoofdstuk behandeld.

De maximale baten van dijkversterking (verdubbeling van het veiligheidsniveau) over de

periode 2015-2100 in de dijkringen 59 (Aijen-Bergen), 91 (Itteren) en 92 (Borgharen)

bedragen respectievelijk 6.5, 14 en 11.5 miljoen euro. Deze baten bestaan voor ongeveer

twee derde uit reductie van het schaderisico en voor één derde uit reductie van het

slachtofferrisico. Dijkversterking in Aijen-Bergen is nét kosteneffectief, omdat de investering

(orde 6 miljoen euro) ongeveer gelijk is aan de risicoreductie (orde 6.5 miljoen euro).

Wanneer de dijkversterkingen gekoppeld kunnen worden aan regulier onderhoud dan

kunnen kosten worden bespaard. In Itteren en Borgharen is dijkversterking eveneens

kosteneffectief. Ook hier zijn de investeringskosten lager wanneer de dijkversterkingen

worden gekoppeld aan regulier onderhoud.

Omdat een evacuatiebrug niet of nauwelijks bijdraagt aan de reductie van schade aan

woningen en bezittingen, zijn de baten van dijkversterking groter dan de baten een

evacuatiebrug. Daarentegen kan met een evacuatiebrug het slachtofferrisico in theorie tot

nul worden gereduceerd.

Met een evacuatiebrug kan worden voldaan aan de eis dat het LIR niet groter mag zijn dan

10-5 per jaar. Dijkversterking heeft ook effect op het LIR. Wanneer de dijken worden

versterkt tot een overstromingskans van 1/250 per jaar, dan wordt aan het LIR voldaan

indien de evacuatiefracties in de drie dijkringen minstens 75% (Aijen-Bergen), 95%

(Itteren) en 50% (Borgharen) bedragen.

Page 40: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 39

6 Conclusies

Het doel van dit onderzoek was om inzicht te verwerven in de kansen voor meerlaagsveiligheid

in de drie dijkringgebieden Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen. Het ging hierbij in het bijzonder

om de kosten en baten van evacuatiebruggen om de slachtofferrisico‟s op de lange termijn te

beheersen. Naast kosten en baten zijn andere „waarden‟ geïnventariseerd die in de afweging

van waterveiligheidsstrategieën voor Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen een rol (kunnen)

spelen. Om de effectiviteit van evacuatiebruggen in perspectief te kunnen plaatsen is eveneens

onderzocht in welke mate het schade- en slachtofferrisico gereduceerd kunnen worden wanneer

het investeringsbudget voor een brug gebruikt zou worden om de dijken te versterken.

6.1 De referentiesituatie

De referentiesituatie beschrijft de autonome ontwikkeling van het overstromingsrisico wanneer

buiten het reguliere beheer en onderhoud geen aanvullende maatregelen worden getroffen,

zoals rivierverruiming, dijkversterking of de aanleg van evacuatiebruggen. Onderstaande punten

vatten de gehanteerde uitgangspunten en de autonome ontwikkeling van het

overstromingsrisico samen.

Overstromingskans. In deze studie is ervan uitgegaan dat de dijken rondom Aijen-Bergen,

Itteren en Borgharen voldoen aan waterstanden die gemiddeld eens per 250 jaar voorkomen.

De bijhorende overstromingskans van deze drie dijkringen is geschat op 1/125 per jaar.

Schade en schaderisico.

Het schaderisico is het kleinst in Aijen-Bergen en het grootst in Itteren. In Aijen-Bergen

wordt de schade als gevolg van een overstroming geschat op ruim 30 miljoen euro

(waterstand gelijk aan toetspeil). In Borgharen en Itteren wordt de schade geschat bij

toetspeil geschat op respectievelijk ongeveer 70 miljoen 80 miljoen euro.

Over een periode van 85 jaar (tot 2100) is de contante waarde van het schaderisico in

Aijen-Bergen ongeveer 9 miljoen euro. In Borgharen en Itteren zijn deze contante waarden

ongeveer 18 miljoen (Borgharen) en 22 miljoen euro (Itteren).

Slachtoffers en slachtofferrisico.

Het aantal slachtoffers is afhankelijk van de omstandigheden zoals de waterstanden, het

weer, de informatievoorziening en besluitvorming omtrent evacuatie en de

evacuatiebereidheid van bewoners. Op basis van de mogelijke waterdiepten als gevolg van

een overstroming kan gesteld worden dat het slachtofferrisico het kleinst is in Aijen-Bergen

en het grootst in Itteren. Wanneer bewoners niet evacueren zullen er naar verwachting

enkele slachtoffers vallen. Met „enkele‟ slachtoffers doelen we op een range van orde

grootte nul tot vijf slachtoffers.

Over een periode van 85 jaar (tot 2100) is de maximale contante waarde van het

slachtofferrisico in Aijen-Bergen ongeveer 4 miljoen euro. In Borgharen en Itteren zijn deze

contante waarden respectievelijk 6 miljoen (Borgharen) en 7.5 miljoen euro (Itteren).

Lokaal Individueel Risico;

Wanneer in de huidige situatie van een lage evacuatiebereid onder bewoners wordt

uitgegaan, dan voldoet geen van de drie dijkringen aan de voorgestelde norm voor

basisveiligheid; een overlijdenskans van ten hoogste 1/100.000 per jaar. In Aijen-Bergen en

Page 41: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 40

Itteren wordt pas bij een zeer hoge evacuatiebereidheid (een evacuatiefractie van 95%) aan

deze norm voldaan. In Borgharen wordt grotendeels aan de voorgestelde norm voor

basisveiligheid wanneer gemiddeld 75% van de bewoners tijdig geëvacueerd zou zijn.

In ieder van de drie dijkringen is een lage evacuatiebereidheid aannemelijk, omdat de

huidige evacuatieroutes al niet meer begaanbaar zijn bij waterstanden die relatief vaak

voorkomen; eens in de 20 jaar bij Aijen-Bergen en eens in de 50 jaar bij Itteren en

Borgharen. De vraag is of op deze momenten al inzicht bestaat in de vraag of waterstanden

zullen doorstijgen naar het niveau waarop de standzekerheid van de dijken in het geding

komt. Voor Itteren en Borgharen kunnen waterstanden ongeveer (slechts) 6 uur vooruit

voorspeld worden. Bij Aijen-Bergen ligt deze voorspeltijd op ongeveer 24 tot 36 uur.

Klimaatverandering

De toename van de contante waarde van het overstromingsrisico als gevolg van

klimaatverandering wordt geschat op ongeveer 0.5% per jaar. Over een periode van 85 jaar

(tot 2100) bedraagt de toename van de contante waarde ruim 10%. Deze toename kan

worden gecompenseerd door rivierverruiming (waardoor maatgevende waterstanden dalen)

of door dijken te versterken (waardoor het beschermingsniveau toeneemt).

Het effect van klimaatverandering kan in perspectief worden geplaatst door het te

vergelijken met het effect van economische groei. Het effect van klimaatverandering is

kleiner dan het verwachte effect van economische groei op het overstromingsrisico, dat

wordt geschat op 1.9% per jaar. Over een periode van 85 jaar (tot 2100) bedraagt de

toename van de contante waarde als gevolg van economische groei ruim 45%.

6.2 Een evacuatiebrug en dijkversterking

De maximale baten van een evacuatiebrug over de periode 2015-2100, bedragen

respectievelijk 4 miljoen euro (Aijen-Bergen), 7.5 miljoen euro (Itteren) en 6 miljoen euro

(Borgharen). Aan deze maximale baten ligt de veronderstelling ten grondslag dat in geval

van hoogwater vrijwel geen van de bewoners evacueert. Wanneer een iets minder extreem

uitgangspunt wordt gekozen, bijvoorbeeld dat gemiddeld 25% van de bewoners evacueert,

dan dalen de baten van een evacuatiebrug naar respectievelijk 3, 5.5 en 4.5 miljoen euro.

Wanneer gestreefd zou worden naar een kosteneffectieve brug, kunnen deze baten gezien

worden als het maximale investeringsbudget.

De vraag of voor deze investeringsbudgetten een brug gerealiseerd kan worden is

momenteel niet goed te beantwoorden, omdat de benodigde investering sterk afhangt van

het ontwerp van een brug. In het verleden zijn voor een brug bij Aijen-Bergen verschillende

ontwerpen gemaakt. Een fietsbrug werd geraamd op ongeveer 1 miljoen euro. Een

verkeersbrug in één richting werd geraamd op 3.5, en brug waarover auto‟s uit tegenstelde

richting elkaar kunnen passeren op 15 miljoen euro. Voor Itteren en Borgharen is tot nu toe

geen ontwerp gemaakt. Een fietsbrug (orde 1 miljoen euro) is al snel kosteneffectief.

Investeringen tot 4 miljoen (Aijen-Bergen), 7.5 miljoen (Itteren) en 6 miljoen (Borgharen)

bevinden zich in een grijs overgangsgebied, waarbij de kosteneffectiviteit afhangt van de

evacuatiefractie die nu, zonder brug, ook al gehaald kan worden. Hogere investeringen zijn

waarschijnlijk niet kosteneffectief. Naast de kosteneffectiviteit zijn er andere waarden die

een rol spelen in de maatschappelijke afweging omtrent een evacuatiebrug.

De maximale baten van dijkversterking (verdubbeling van het veiligheidsniveau) over de

periode 2015-2100 in de dijkringen 59 (Aijen-Bergen), 91 (Itteren) en 92 (Borgharen)

Page 42: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 41

bedragen respectievelijk 6.5, 14 en 11.5 miljoen euro. Deze baten bestaan voor ongeveer

twee derde uit reductie van het schaderisico en voor één derde uit reductie van het

slachtofferrisico. Dijkversterking in Aijen-Bergen is nét kosteneffectief, omdat de investering

(orde 6 miljoen euro) ongeveer gelijk is aan de risicoreductie (orde 6.5 miljoen euro).

Wanneer de dijkversterkingen gekoppeld kunnen worden aan regulier onderhoud dan

kunnen kosten worden bespaard. In Itteren en Borgharen is dijkversterking eveneens

kosteneffectief. Ook hier zijn de investeringskosten lager wanneer de dijkversterkingen

worden gekoppeld aan regulier onderhoud.

Omdat een evacuatiebrug niet of nauwelijks bijdraagt aan de reductie van schade, zijn de

baten van dijkversterking groter dan de baten een evacuatiebrug. Daarentegen kan met een

evacuatiebrug het slachtofferrisico in theorie tot nul worden gereduceerd. Desalniettemin

moet er altijd rekening gehouden worden met „achterblijvers‟ (orde 10%); mensen die om

wat voor reden dan ook ondanks het evacuatieadvies niet vertrekken. Met deze

achterblijvers is in de kosten-baten analyse geen rekening gehouden.

Met een evacuatiebrug kan worden voldaan aan de eis dat het LIR niet groter mag zijn dan

10-5 per jaar. Dijkversterking heeft ook effect op het LIR. Wanneer de dijken worden

versterkt tot een overstromingskans van 1/250 per jaar, dan wordt aan het LIR voldaan

indien de evacuatiefracties in de drie dijkringen minstens 75% (Aijen-Bergen), 95%

(Itteren) en 50% (Borgharen) bedragen.

Uit een inventarisatie van andere waarden blijkt dat er naast risicoreductie en kosten ook

andere argumenten zijn die pleiten vóór een evacuatiebrug. Het gaat dan met name om een

evacuatiebrug waarover naast fietsers ook auto‟s kunnen passeren:

­ Met een evacuatiebrug kan het LIR worden verbeterd, zodat deze voldoet aan de

voorgestelde norm voor basisveiligheid (maximaal 10-5 per jaar).

­ Een fietsbrug werd niet gezien als een afdoende oplossing omdat het gebied dan voor

de hulpdiensten niet toegankelijk is, en bevoorrading moeilijker is. Een autobrug biedt

in dat opzicht een duidelijker handelingsperspectief en een structurele oplossing.

­ Naast deze argumenten omtrent de bereikbaarheid werden nog drie aanvullende

argumenten genoemd. Ten eerste, wanneer deze dijkringen geïsoleerd raken tijdens

hoogwater, is dijkbewaking en het treffen van noodmaatregelen door het waterschap

niet goed mogelijk. Met een brug wordt ook hiervoor een oplossing geboden. Ten

tweede, in de huidige situatie worden ten tijde van het hoogwater (hoge) kosten

gemaakt door de hulpverleningsinstanties, onder meer voor bemande hulpposten en de

pendeldiensten van en naar de daarvoor aangewezen parkeerplaatsen die gelegen zijn

buiten het bereik van het hoogwater. Ten derde, met een evacuatiebrug is geen

besluitvorming omtrent evacuatie meer nodig. Dit reduceert de bestuurlijke complexiteit

tijdens hoogwater.

Page 43: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 42

7 Referenties

CPB (2011). Second Opinion Kosten-batenanalyse Waterveiligheid 21e eeuw. Op verzoek van

het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, DG Water. Den Haag.

De Bruijn, K. en Van der Doef, M. (2011). Gevolgen van overstromingen. Informatie ten

behoeve van het project Waterveiligheid in de 21e eeuw. Deltares.

Deltares (2013). Proeve Plangebied Deltaprogramma Rivieren. Quick scan methode, opgave en

strategieën voor waterveiligheid. In opdracht van het Deltaprogramma Rivieren.

Maaskant, B., Kolen, B., Jongejan, R., Jonkman, S.N. en Kok, M. (2009). Evacuatieschattingen

Nederland. Lelystad: HKV lijn in water, in opdracht van Deltares, voor WV21.

Kind, J. (2011). Maatschappelijke kosten-baten analyse Waterveiligheid 21ste eeuw. Deltares, in

opdracht van Rijkwaterstaat Waterdienst.

Kolen, B., Ruijtenberg, R., Vlak, K., Groos, J. (2012). Plan van aanpak uitwerking

gebiedsgerichte risicobenadering of MLV; Voorstel voor uitwerking in de regionale

deltaprogramma‟s.

Ministerie van IenM (2013). Koersbepaling waterbeleid en toezeggingen WGO van 10 december

2012. Brief aan de Tweede Kamer, 26 april 2013.

Rijkwaterstaat Dienst Limburg (2013). Betrekkingslijnen 2012-2013_V2. Geldigheidsbereik 1

november 2012 tot 31 oktober 2013.

Terpstra, T. (2010). Flood preparedness: Thoughts, feelings and intentions of the Dutch public.

Proefschrift.

Thonus, B. en Wolters, W. (2012). MLV instrument versie 1.0 Gebruikershandleiding.

Page 44: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

Bijlage

Page 45: Verkenning Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharenmeerlaagsveiligheid.nu/Resources/Projecten/Borgharen... · 2014. 6. 20. · november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen,

november 2013 Meerlaagsveiligheid Aijen-Bergen, Itteren en Borgharen

HKV LIJN IN WATER PR2638.10 44

Bijlage A: Deelnemers aan de projectgroep

naam organisatie

Jaap Goudriaan Provincie Limburg

Jan Molleman Provincie Limburg

Arjan van Hal Waterschap Peel en Maasvallei

Kenny Kicken Veiligheidsregio Limburg Zuid

Hans Driessen Gemeente Bergen

Mark van „t Hof Deltaprogramma Rivieren

Teun Terpstra HKV Lijn in water