Annotation Space

Docent

Onderzoek naar de behoeften van docenten en studenten in het basisonderwijs            Joyce Beukelman, 07009240 Aniek Lambregts, 07035578 Jeffrey Wassenaar, 07015577 Paul Eg, 07000170  

Opleiding Human Technology, Haagse Hogeschool Opdrachtgever: Peter Kurstjens, Wacom Docent: Theo Rooden Datum: 18‐06‐2008 Versie: 1.0

 

Ond

erzoek

2 

 naar be

hoefte van

 docen

ten en

 stude

nten

 in het basison

derw

ijs 

Inhoudsopgave  Samenvatting……………………………………………………………………………………………..3 1. Inleiding………………………………………………………………………………………………….3 

2. Methode van onderzoek   2.1 Onderzoeksontwerp…………………………………………………………………..4   2.2 Deelnemers……………………………………………………………………………….4   2.3 Meetinstrument…………………………………………………………………………4‐5 

3. Draaiboek 

3.1 Draaiboek groepsdiscussie leerkrachten basisonderwijs…………….5 3.2 Draaiboek enquête PABO studenten………………………………………….5 

4. Ervaringen tijdens de uitvoering 

4.1 Ervaringen groepsdiscussie leerkrachten basisonderwijs……………5‐6 4.2 Ervaringen enquête PABO studenten………………………………………..6 

5. Resultaten 

  5.1 Resultaten groepsdiscussie leerkrachten basisonderwijs……………7‐8   5.2 Resultaten enquête PABO studenten………………………………………..8‐9 

6. Discussie 

6.1 Discussie groepsdiscussie leerkrachten basisonderwijs………………9‐10 6.2 Discussie enquête PABO studenten…………………………………………..10‐11 

7. Conclusie……………………………………………………………………………………………….11‐12 

8. Aanbevelingen……………………………………………………………………………………….12 

Literatuurlijst…………………………………………………………………………………………….12 

Bijlage   Bijlage 1………………………………………………………………………………………….13‐16   Bijlage 2………………………………………………………………………………………….16‐20   Bijlage 3………………………………………………………………………………………….20‐22 

 

 

  

 

Ond

erzoek

3 

 naar be

hoefte van

 docen

ten en

 stude

nten

 in het basison

derw

ijs 

Samenvatting Dit onderzoek is gespitst op de behoefte van docenten en studenten in het basisonderwijs in Nederland, en komt voort uit het project ‘research’ in het propedeusejaar van de studierichting Human Techology aan de Haagse Hogeschool. Hoofd‐ en deelvragen uit dit exploratieve onderzoek worden behandeld in de inleiding. Om antwoord te krijgen op die vragen is een groepsdiscussie en enquête uitgevoerd. Deze worden beschrven in het draaiboek. Uit die onderzoeksmethode zijn veel wensen en eisen gekomen en die zijn vertaald naar concrete aanbevelingen voor de webapplicatie; Annotation Space. Het blijkt dat er behoefte is naar meer persoonlijk contact vanuit de docenten en studenten gezien. Daarnaast wordt er steeds meer gebruik gemaakt van internet en digitale schoolborden. De behoefte daarin zijn dat docenten en PABO studenten hun eigen methode en thema’s kunnen gebruiken binnen die technologie. Annotaion Space zal voornamelijk een goede rol kunnen spelen in het organiseren en presenteren van lessen bijvoorbeeld. Maar ook zou het succesvol kunnen zijn bij documentoverdracht, nieuwsbrieven en het gebruiken maken van methode en thema’s in het onderwijs. Hierbij moet de docent volledig vrij zijn en het naar eigen inzicht moeten kunnen invullen. 

 

Hoofdstuk 1: Inleiding  “Rendement halen uit ict in het onderwijs is een vraagstuk dat zich niet beperkt tot technologie maar vooral ook gaat over de mensen die er mee werken.” 

 ‐Stichting Kennisnet, (2008)‐  

 

Internet krijgt een steeds belangrijkere rol in het onderwijs, vanwege de enorme groei aan mogelijkheden die dit digitale universum biedt. Tegenwoordig communiceren leerkrachten en leerlingen met elkaar via dit medium, evenals dat het onderwijs internet als educatieve ondersteuning gebruikt. 

Dit onderzoek is gespitst op de behoefte van docenten en studenten in het basisonderwijs in Nederland, en komt voort uit het project ‘research’ in het propedeusejaar van de studierichting Human Techology aan de Haagse Hogeschool. De aanleiding van dit onderzoek ligt bij opdrachtgever Peter Kurstjens, van het Duitse bedrijf Wacom. Dit bedrijf wil weten wat de behoefte zijn in het basisonderwijs en wat zij kunnen betekenen voor die groep gebruikers. Die betekenis is van belangrijke waarde voor Wacom, omdat zij aan de startlijn staan met een nieuw product voor het internet, genaamd ‘Annotation Space’. Dit product wat eigenlijk een zogenoemde ‘webapplicatie’ is, zal een internetruimte worden waar onder andere foto, video en tekstueel materiaal op geplaatst kan worden.  

   

In dit onderzoek zal de volgende vraagstelling beantwoordt worden; 

“Wat zijn de behoefte van docenten en studenten in het basisonderwijs, en hoe kan Annotation Space hierin een zinvolle webapplicatie zijn?” 

 

Deelvragen 

- Welke toevoegingen zouden eventueel nodig zijn om Annotation Space succesvol te maken voor het basisonderwijs? 

 

Ond

erzoek

4 

 naar be

hoefte van

 docen

ten en

 stude

nten

 in het basison

derw

ijs 

- In hoeverre verschilt deze webapplicatie met de huidige interactieve onderwijs producten? 

- In hoeverre zijn basisscholen reeds interactief aan het onderwijzen? - Hoe past Annotation Space binnen de activiteiten van de leerkracht? 

 

Hoofdstuk 2: Methode van Onderzoek 2.1 Onderzoeksontwerp 

In dit kwalitatieve empirische onderzoek wordt er exploratief onderzocht, op een nominaal niveau (Baarda & De Goede, 2001), met menselijke deelnemers. De deelnemers waren zich bewust van het onderzoek, waarbij ethisch geen grens werd overschreden, omdat de deelnemers voorafgaand aan het onderzoek op de hoogte werden gesteld.  

2.2 Deelnemers 

De deelnemers in dit onderzoek waren onderwijs gerelateerd. We maken daarin 2 groepen;  ‐6 huidige leerkrachten in het basisonderwijs ‐16 PABO studenten, waarvan 4 jongens en 12 meiden. De verdeling is als volgt; 

>9 eerstejaars >4 tweedejaars >2 derdejaars >1 vierdejaars 

De deelnemersgroep van de huidige leerkrachten bestond uit 6 deelnemers. Zij werden, behalve op relatie tot het onderwijs, geheel willekeurig gekozen. 

De toekomstige leerkrachten in het onderwijs zijn studenten uit de opleiding PABO aan de Haagse Hogeschool. 

Om naast ons literatuur onderzoek, meer expertise informatie te krijgen met betrekking tot die onderzoek, hebben we contact gelegd met Stichting Kennisnet.  2.3 Meetinstrument 

De onderzoeksmethode zijn een groepsdiscussie onder leerkrachten basisonderwijs, en een enquête onder PABO studenten. 

De topics daarvoor waren; 

‐huidige digitale onderwijsmethode ‐dagindeling docent ‐gewenste digitale onderwijs methode ‐visie toekomst Annotation Space in onderwijs  De gegevens die uit de discussie rolde werd vastgelegd door de twee notulisten die beide alles op papier schreven. De resultaten werden omgezet naar zinnen die beginnen met “ik wil…” Bijvoorbeeld leraar X zegt: “Wanneer ik op school kom neem ik altijd eerst een kop koffie.” Deze uitspraak werd dan vervolgens opgeschreven en later om gezet naar; ‘ik wil als 

 

Ond

erzoek

5 

 naar be

hoefte van

 docen

ten en

 stude

nten

 in het basison

derw

ijs 

ik op school kom altijd even een kop koffie.’ Op die manier worden uitspraken van leerkrachten, omgezet in eisen en wensen, en hebben wij de behoefte van de leerkrachten uit het basisonderwijs vast gelegd. Deze methode wordt voorgesteld in het boek Human Technology Interaction (Valkenburg et al., 2008).  Uitgebreide vragenlijst is te vinden in het hoofdstuk 10: bijlage. 

 

Hoofdstuk 3: Draaiboek In dit hoofdstuk wordt er dieper in gegaan op hoe het onderzoek is verlopen. 

3.1 Draaiboek groepsdiscussie leerkrachten basisonderwijs 

Om te kunnen analyseren wat de basisschool leerkrachten nu echt willen, wat hun huidige product gebruik is en wat ze in de toekomst willen, is een groepsdiscussie gehouden met een zestal leraren. Deze discussie is op basisschool Pancratius, te Enkhuizen uitgevoerd. Een projectlid leidde het gesprek en bracht vragen in de groep. De response werd genotuleerd door twee projectleden. En een derde had controle over de presentatie slides, die vanuit Annotation Space werden vertoond.  

Daar voorafgaand werd bij aankomst het lokaal waar de discussie gehouden zou worden ingericht door de projectleden. Naast het goed formeren van de stoelen, werden ook de appeltaartjes klaargezet. Dit alles om in een informele sfeer een goede discussie op te gaan te laten komen. 

Tijdens de groepsdiscussie zijn een aantal vragen gesteld waarbij de leraren elkaar mochten aanvullen. Het projectlid dat de discussie leidde zorgde er voor dat iedere deelnemer aan het woord kwam. Alleen de volgorde in vragen en de vraagstelling stond vast, de rest van de discussie lag open. De gespreksleider moest dus goed kunnen inspelen op wat er gebeurde en had daarom ook geen uitgewerkte tekst voor zijn neus.  3.2 Draaiboek enquête PABO studenten 

Bij de keuze van vragen is er gebruik gemaakt van het interview met de docenten. Uit de vragen die aan hen gesteld zijn er een aantal geselecteerd die het meest relevant leken. De vragen zijn uiteraard aangepast aan de studenten. Er zijn twee extra vragen toegevoegd. Deze vroegen om het geslacht en het leerjaar. Vervolgens is via de docenten van de PABO de enquête op portal.hhs.nl gezet, met de vraag of de studenten deze wilden invullen en een e‐mail adres waar de enquête heen gestuurd kon worden. Ook is de enquête een aantal keer uitgeprint en is er bij de PABO studenten langsgegaan om op deze manier enquêtes af te nemen. 

 

Hoofdstuk 4: Ervaringen tijdens de uitvoering 4.1 Ervaringen groepsdiscussie leerkrachten basisonderwijs In dit onderzoek zijn een aantal factoren die eventueel bij volgende onderzoeken verbeterd kunnen worden. In de groepsdiscussie zijn zes deelnemers aanwezig geweest. Het zou voor 

 

Ond

erzoek

6 

 naar be

hoefte van

 docen

ten en

 stude

nten

 in het basison

derw

ijs 

de resultaten beter zijn geweest om meerdere discussies te houden met meerdere mensen, op verschillende scholen. Je krijgt hierdoor een beter onderzoeksresultaat wat meer representatief is.  

De discussie is op een vrijdag middag om 15:30h gehouden. Dat wil zeggen dat onze discussie de enige blokkering voor de deelnemer was om vervolgens van het weekend te gaan genieten. Het is aan te bevelen een moment te kiezen waarop iedereen zonder tijdsdruk een ontspannen gesprek kan voeren. Echter hebben leerkrachten het zo druk, dat er weinig tijd overblijft voor dat soort momenten. Bovendien zal er in volgende onderzoeken eerder gecommuniceerd moeten worden, met respondenten. Het valt op dat dit altijd pas in de laatste weken van het project gebeurd, omdat de organisatie en voorbereiding van een project nog te lang duurt. Het is aan te bevelen een zo snel mogelijke start te maken, en daarbij goed de eisen en wensen van de opdrachtgever in het oog te houden. 

Tijdens de discussie werden er eerst vragen gesteld die niet direct met het onderzoek te maken hadden. Hierdoor werd de groep even warm gedraaid voor de eigenlijke vragen die wat meer inzicht en verbeelding vereisten. Dit is aan te bevelen voor verder onderzoek. 

Tijdens het onderzoek zelf werd er gebeld. De telefoon werd doorgegeven aan de leerkracht waar voor dit telefoontje bedoeld was. Dit schepte een verstoring in de discussie, omdat iedereen op de telefoon gefocust was. Het telefoongesprek was daarnaast van dusdanige importantie, dat de gebelde leraar even weg moest. Hierdoor ontstond even wat opschudding en mistte de leraar een deel van de discussie. Het is aan te bevelen een zo ontspannen mogelijke sfeer te creëren, waar zo min mogelijk afleiding gevonden kan worden. Doordat we op locatie hebben onderzocht, was de omgeving voor de leraren bekend en dus niet van invloed op eventuele afleiding.  4.2 Ervaringen enquête PABO studenten 

De keuze van de vragen is goed verlopen. In totaal waren er 10 vragen omdat er gedacht werd men dan makkelijker mee zou werken. De enquête op portal.hhs.nl was niet succesvol. Hierop is geen respons gekomen. Omdat er al getwijfeld werd over de hoeveelheid responsie is er een dag afgesproken. Als er dan nog onvoldoende responsie zou zijn, zou er actie ondernomen moeten worden. Omdat dit het geval was is er dus bij de PABO studenten langsgegaan. Zonder iets over Annotation Space te vertellen werd hen gevraagd mee te doen met een korte enquête. Achteraf is aan een aantal nog over Annotation Space verteld als zij meer wilden weten. Er zijn 16 respondenten geënquêteerd. Het afnemen van de enquêtes verliep goed. De PABO studenten vonden het geen probleem om mee te werken, wel waren ze allemaal druk bezig met school. Dit kan ruis hebben veroorzaakt, omdat ze daardoor misschien niet zoveel tijd aan de enquête hebben besteed als dat ze hadden kunnen doen. Veel studenten zaten ook in groepjes als zij werden aangesproken. Hierdoor hebben zijn misschien overlegd en zijn er eventueel meer dezelfde antwoorden uitgekomen, dan als dit niet gebeurt was. 

     

 

Ond

erzoek

7 

 naar be

hoefte van

 docen

ten en

 stude

nten

 in het basison

derw

ijs 

Hoofdstuk 5: Resultaten 5.1 Resultaten groepsdiscussie leerkrachten basisonderwijs 

De resultaten zijn verwerkt in korte samenvattingen per vraag die zijn te vinden in hoofdstuk Bijlage 1, evenals de ‘droge’ resultaten in bijlage 2. Hier volgt een korte conclusie op de resultaten per deelvraag. 

 Welke toevoegingen zouden eventueel nodig zijn om Annotation Space succesvol te maken voor het basisonderwijs? 

Uit de resultaten is gebleken dat docenten uit het Basisonderwijs graag de onderstaande toevoegingen in Annotation Space zouden willen. 

Docenten willen; 

‐ Werkstukken kunnen ontvangen en beoordelen via Annotation Space; ‐ Een digitale schoolkrant verspreiden via Annotation Space; ‐ Feedback van andere leeraren ontvangen via Annotation Space; ‐ Vergaderpunten bespreken via Annotation Space; ‐ Een afgeschermd netwerk voor docenten op Annotation Space; ‐ Presentaties geven via Annotation Space; ‐ Een forum op Annotation Space; ‐ Interactie met leerlingen via Annotation Space; ‐ Via de conventionele lesmethoden kunnen werken op Annotation Space; ‐ Basisschool gerelateerde organen snel kunnen bereiken via Annotation Space, denk 

aan de NOT(onderwijs jaarbeurs) of de uitgeverijen; ‐ Grote prullenbak op Annotation Space; ‐ De activiteiten en vorderingen van stagiaires volgen via Annotation Space; ‐ Mailen via Annotation Space; ‐ Goed en ordelijk werken in Annotation Space; ‐ Contact met ouders kunnen onderhouden met behulp van Annotation Space, denk 

hierbij aan een digitale nieuwsbrief; ‐ Een digitale letterbak op Annotation Space (letterbak is onderwijsmethode);   

 

In hoeverre verschilt deze webapplicatie met de huidige interactieve onderwijs producten? 

Deze vraag wordt beantwoord vanuit het literatuuronderzoek van Kennisnet. 

Annotation Space is voortgekomen uit een combinatie van sites zoals Flicker, MySpace en YouTube. De innovatie van Annotation Space is dat verschillende soorten informatie (foto’s, filmpjes, tekst) bij elkaar in 1 document gestopt kunnen worden en vervolgens kunnen worden bewerkt. In het basisonderwijs maakt men geen gebruik van bovenstaande websites, maar wordt internet meer als een ‘tool’ beschouwd (Kuiper, 2008). Het dient als een bron voor informatie, en bovendien als communicatievorm, door bijvoorbeeld het gebruik van email. Internet wordt haast een ‘vak’ op school omdat leerlingen moeten leren omgaan met internet.  

 

Ond

erzoek

8 

 naar be

hoefte van

 docen

ten en

 stude

nten

 in het basison

derw

ijs 

Andere vormen van interactief onderwijs zoals tv en audio, zijn zeer achterhaald met de komst van het digitale schoolbord. Deze bord heeft zeer veel overeenkomst met Annotation Space, alleen is het geen applicatie, maar meer een product om dingen te laten zien. Echter kunnen er wel dingen bewerkt worden op het bord. In dit opzicht verschilt Annotation Space dan ook niet veel met het digitale school bord. Maar Annotation Space is over al toegankelijk en is bovendien naar persoonlijke wensen aan te passen. Je persoonlijke ‘bureaublad’ reist overal met je mee. Er bestaan ook mobiele digitale schoolborden, maar die kunnen alleen in de school zelf verplaats worden (Zadelhoff, 2008). Annotation Space zou zelfs thuis gebruikt kunnen worden. 

Annotation Space verschilt in verhouding tot het huidige interactieve onderwijs, veel in de manier waarop wordt omgegaan met de informatie architectuur. Er zijn veel gelijkenissen in het gebruik maken van relatief nieuwe middelen als digitale video beelden en het bewerken van bestanden.  In hoeverre zijn docenten reeds interactief aan het onderwijzen? 

Uit de resultaten is gebleken dat er op basisscholen gebuik gemaakt word van digitale schoolborden. Via de borden kunnen presentaties worden gegeven. Ook kunnen er programma’s op geïnstalleerd worden die de lesmethode sterk doen veranderen. Zo is er de lesmethode “veilig leren lezen” (de meest gebruikte leesmethode uit 2003), deze is totaal gedigitaliseerd en kan via het digitale schoolbord onderwezen worden. 

De lesmethoden worden vrijwel allemaal van internet afgehaald, en zijn dus volledig gedigitaliseerd. 

 

Hoe past Annotation Space binnen de activiteiten van de leerkrachten? 

Eerder hebben we benadrukt dat leerkrachten graag meer interactie en diversiteit in hun lessen willen verwerken. Annotation Space zou hierbij goed kunnen dienen als een hulpmiddel om dit te bereiken. Omdat Annotation Space ook buiten schooltijd geopend kan worden kunnen de leraren en leerlingen ook tijdens het maken en nakijken van het huiswerk hier gebruikt van kunnen maken. Verder kan Annotaion Space geopend worden op een digitaal schoolbord, aangezien dit een veelgebruikt hulpmiddel is binnen de lessen zal Annotation Space een veelgebruikte applicatie worden. 

 

5.2 Resultaten enquête PABO studenten 

De ‘droge’ resultaten van de enquête zijn verwerkt in bijlage 3. Hier volgt een korte conclusie op de resultaten per deelvraag.  Welke toevoegingen zouden eventueel nodig zijn om Annotation Space succesvol te maken voor het basisonderwijs? Uit de resultaten blijkt dat studenten met methoden en thema's willen werken. Ook willen studenten gebruik maken van de actualiteiten. Verder willen studenten via nieuwsbrieven kunnen communiceren. Veel studenten willen persoonlijk contact.   

 

Ond

erzoek

9 

 naar be

hoefte van

 docen

ten en

 stude

nten

 in het basison

derw

ijs 

In hoeverre verschilt deze webapplicatie met de huidige interactieve onderwijs producten? Deze vraag wordt beantwoord vanuit het literatuuronderzoek van Kennisnet, in hoofdstuk 5.1.   In hoeverre zijn PABO studenten reeds interactief aan het onderwijzen? Uit de resultaten blijkt dat de studenten veel informatie voor lessen opzoeken op het internet. Ook blijkt dat studenten veel gebruik maken van email. De studenten geven ook aan dat zij internet willen gebruiken in de toekomst.   Hoe past Annotation Space binnen de activiteiten van de leerkracht? Uit de resultaten blijkt dat Annotation Space tijdens de lessen gebruikt kan worden. Het kan gebruikt worden voor het laten zien van digitale beelden en het ondersteunen van de lesstof. Ook kan de leerkracht Annotation Space gebruiken als communicatie middel met ouders, andere leerkrachten en scholen. 

 

Hoofdstuk 6: Discussie 6.1 Discussie groepsdiscussie leerkrachten basisonderwijs 

Leerkrachten anno 2008 geven op een andere manier les dan dat er 10 jaargeleden les werd gegeven. Dat is ook logisch want er zijn continue ontwikkelingen aan de gang. Een van die ontwikkelingen is bijvoorbeeld het digitale schoolbord. Via dit bord kan Annotation Space klassikaal gebruikt worden, en niet alleen individueel achter de computer. Annotation Space kan dus heel sterk worden als communicatiemiddel tussen docenten, leerlingen en misschien zelfs ouders. Dat laatste is echter niet onderzocht en verdiend dan ook verder onderzoek, maar uit de resultaten blijkt dat leerkrachten graag informatie geven over de kinderen. Daarbij moet wel gezegd worden, dat persoonlijk contact nog steeds het belangrijkste is. Leerkrachten gaven daarbij aan dat die de ideale vorm is om een goed beeld te krijgen van de relaties tussen kind en ouder. 

‘Interactie’ en ‘diversiteit’ waren de twee kernbegrippen die bij de leraren steeds terug keerde. De leraren hebben natuurlijk als hoofddoel het onderwijzen van de scholieren. Dit willen ze echter wel graag bereiken door diversiteit in de methode en interactie met de scholieren. Annotation Space kan ook veel interactie en diversiteit bieden en zou daarmee een succes kunnen zijn in het basisonderwijs. Echter is het wel zo dat leerkrachten die interactie en diversiteit het belangrijkste vinden op het persoonlijke gebied. De twee begrippen komen dus alleen tot hun recht wanneer er persoonlijk contact is en niet via een schermpje. De leerkracht wil nog steeds zelf iets vertellen, zijn of haar eigen emoties geven aan het verhaal of onderwerp. Die persoonlijke ‘touch’ maakt het voor leraren zo leuk om te onderwijzen.  

Dat wil niet zeggen dat Annotation Space daar dus geen succes in zou kunnen zijn. Het moet alleen meer gezien worden als een ondersteuning van de leerkracht. Succesvol zou het kunnen zijn als het volledig aansluit bij de behoefte van de leerkrachten, maar daar moeten we wel twee in onderscheiden. 

De huidige leerkrachten die al een aantal jaar in het onderwijs les geven, en de nieuwe leerkrachten en de studenten. Deze twee groepen geven allebei andere wensen en eisen 

 

Ond

erzoek

10 

 naar be

hoefte van

 docen

ten en

 stude

nten

 in het basison

derw

ijs 

aan. Ze weten dat ook van elkaar. Annotation Space is een ontwikkeling die voort gekomen is uit de trends als Hyves, MySpace, YouTube, Flicker etc. Daar ligt ook de focus op bij Annotation Space, door al die gebieden te combineren. Maar wat opvalt is dat de ‘oudere’ generatie dus niet van die ontwikkelingen wil hebben. Het past niet in hun generatie. De jongere daarentegen zweren bij de programma’s. Zij zijn al veel meer gericht op onderlingen communicatie. Die communicatie zou goed passen in het beeld van Annotation Space, maar daar moet dus worden opgemerkt dat die niet in het straatje van de ‘oudere’ generatie leerkrachten past. Toch geven de ‘oudere’ leerkrachten wel aan behoefte te hebben om met elkaar te communiceren. Ze vinden e‐mail een geweldigen vorm daarvoor, je kunt op elk gewenst moment gaan communiceren. Maar er zijn twee aspecten die niet voldoen aan hun behoefte. 1. Er is nauwelijks persoonlijk contact (behoefte) en 2. Docenten nemen steeds meer werk mee naar huis, omdat daar ook contact gehouden kan worden. De scheidingslijn tussen werk en privé, wordt daarmee dus kleiner. Maar het belangrijkste is nog, dat men het gevoel heeft e‐mails toch te willen openen ondanks dat ze thuis zitten, om gewoon te weten wat er aan de hand is. Dat geeft een haast dwingend gevoel en wordt als negatief ervaren.  

Bij communicatie tussen leerling en leerkracht wordt persoonlijk contact ook weer als belangrijkste vorm naar voren te komen. De behoefte is ook meer persoonlijk contact te willen hebben. Maar bij het inleveren van schoolwerk bijvoorbeeld zou Annotation Space een zinvolle aanvulling kunnen geven.  

In dit onderzoek zijn een zestal leerkrachten bevraagd, maar wellicht is dit aantal niet representatief voor het hele onderwijs. Daarnaast zouden sommige vragen anders geïnterpreteerd kunnen worden, maar doordat er een discussie was kwamen er toch eisen en wensen naar boven. Waar we in dit onderzoek geen rekening mee gehouden hebben, zijn externe factoren als, evenwicht in aantallen man en vrouw, leeftijd en bijvoorbeeld opleidingsniveau. Wel is er onderscheid gemaakt tussen grof weg PABO studenten en de huidige docenten. Ook had er beter op meerder soorten scholen een discussie gehouden kunnen worden. In dit onderzoek zijn namelijk verschillen die op zouden kunnen treden tussen bijvoorbeeld katholieke‐ en vrije scholen niet nader bekeken.  

Op basis van de resultaten kan geconcludeerd worden dat Annotation Space zeker een zinvolle webapplicatie kan vormen, mits deze de juiste richting inslaat. Daarmee wordt bedoeld dat Annotation Space niet de richting van de onderlinge communicatie in moet gaan, omdat uit dit onderzoek is gebleken dat er meer behoefte is aan persoonlijk contact tussen docent en docent, tussen docent‐leerling en tussen docent‐ouder. Annotation Space moet echt als ‘tool’ worden beschouwd om de leerkracht volledig te ondersteunen. De leerkracht moet Annotation Space helemaal naar eigen hand kunnen instellen. En er moeten voorzieningen zijn waardoor de leerkrachten elkaars werken kunnen bekijken. Er is namelijk behoefte aan ‘leren van elkaar’. Gebruik maken van elkaars sterken punten. Annotation Space zou hier een brug in kunnen vormen.   

  6.2 Discussie enquête PABO studenten Voor dat de enquête gemaakt werd is er eerst bepaald welke informatie er relevant zou zijn. De resultaten van de basisschool docenten waren al binnen. Er is gekozen voor het gebruik 

 

Ond

erzoek

11 

 naar be

hoefte van

 docen

ten en

 stude

nten

 in het basison

derw

ijs 

van communicatie middelen, contact met leerlingen, ouders en mede PABO studenten, inspiratie voor lessen, internet en vergaderen.  

Veel studenten geven aan internet als communicatie middel te gebruiken. Over de vraag op welke manier de student het liefste communiceert antwoorden bijna alle studenten in de eerste plaats mondeling. Maar ook gaven sommige studenten aan dat als dat niet mogelijk is, email een goede vervanging is. 

Op de vraag waardoor laat jij je inspireren bij het voorbereiden van lessen valt het op dat de eerste jaar studenten allemaal hun diploma behalen als antwoord geven. Dit lijkt een verkeerde interpretatie van de vraag. Wat er bedoelt werd waren de lessen die zij zelf geven op de basisschool. Hogerejaarsstudenten geven grote uiteenlopende antwoorden dus een duidelijke conclusie is niet te trekken. 

Alle studenten geven aan internet te gebruiken voor het onderwijs. Ze willen les krijgen in het gebruik van internet en op de hoogte gehouden worden via internet. Als er gevraagd wordt hoe ze bepalen welke websites geschikt zijn om te gebruiken in het onderwijs gaan ze uit van hun eigen intuïtie. Een duidelijke scheidingslijn tussen goed en fout is er dus niet voor deze studenten. 

Ook op de vraag; “wat lijkt je een prettige manier van vergaderen?”, zijn de antwoorden zeer uiteenlopend. De ene wil een kleine ruimte, de andere weer een grote ruimte. Een duidelijke wens komt niet naar boven. 

Omdat sommige antwoorder zeer uiteenlopend zijn en sommige geen antwoord geven op de bedoelde vraag is. Het meetinstrument is bij de vraag waardoor de studenten zich laten inspireren bij het voorbereiden van lessen is niet valide. De vraag kon op twee manieren geïnterpreteerd worden. Dit is een resultaat waar wel rekening mee moet worden gehouden maar omdat deze vraag ruis bevat en niet gedetailleerd genoeg is gesteld, is deze vraag ook niet betrouwbaar. Om er precies achter te kunnen komen hoe studenten zich laten inspireren, zal de vraag anders gesteld moeten worden. 

In het onderzoek zijn meer vrouwen dan mannen geënquêteerd, hierdoor zijn de resultaten minder representatief voor de doelgroep. Daarbij komt ook dat 16 respondenten misschien wel te weinig is om een representatief onderzoek te zijn. 

Geconcludeerd kan worden uit dit onderzoek is dat studenten veel meer gebruiken maken van internet in het onderwijs als verwacht. Ze spelen ook veel meer in op actualiteiten en passen hun lessen vaker aan dan de huidige generatie. Daarbij moet wel gezegd worden dat dit laatste misschien slijt met de jaren.  

 

Hoofdstuk 7: Conclusie “Wat zijn de behoefte van docenten en studenten in het basisonderwijs, en hoe kan 

Annotation Space hierin een zinvolle webapplicatie zijn?”  

Er is in dit onderzoeksrapport een hele waslijst aan behoefte van docenten en studenten in het onderwijs laten zien. Dat bewijst dat er genoeg ruimte is voor een webapplicatie om daar bij aan te sluiten. Het blijkt dat er meer behoefte is aan persoonlijk contact. 

 

Ond

erzoek

12 

 naar be

hoefte van

 docen

ten en

 stude

nten

 in het basison

derw

ijs 

Communicatie in de vorm van elkaar kunnen spreken, is dan ook niet het terrein van Annitation Space in het onderwijs. De kracht van Annotation Space in het basisonderwijs zal voornamelijk in de klas zelf zijn, bij het organiseren en presenteren van lessen bijvoorbeeld. Maar ook zou het succesvol kunnen zijn bij documentoverdracht, nieuwsbrieven en het gebruiken maken van methode en thema’s in het onderwijs. Hierbij moet de docent volledig vrij zijn en het naar eigen inzicht moeten kunnen invullen. In volgend onderzoek zou er specifieker gekeken moeten worden, hoe dat er dan uit moet komen te zien. Meer hierover wordt beschreven in hoofdstuk 8: aanbevelingen. 

 

Hoofdstuk 8: Aanbevelingen In dit onderzoek is niet alles behandeld. Dit komt door tijdgebrek en het afbakenen van het project. Het wordt aanbevolen bij meerdere basisscholen en verschillende type basisscholen groepsdiscussies te houden om zo een breder beeld van de eisen en wensen te krijgen. Ook wordt er aanbevolen discussies te houden met leerlingen en ouders van leerlingen om duidelijk te krijgen wat hun eisen en wensen zijn. Verschillende groepen in het basisonderwijs onderzoeken op eisen en wensen kan een scherper beeld opleveren. Het is nog niet onderzocht of hier grote verschillen zijn in eisen en wensen. Het wordt aanbevolen contact op te nemen met Stichting Kennisnet. Stichting Kennisnet heeft veel contacten met basisscholen en doet zelf ook veel onderzoek. Zij zijn een enorme bron aan informatie die vrij gemakkelijk verkregen kan worden. Tevens kan er misschien via kennisnet meer landelijke regels en wetten bekeken worden. Ook kunnen er polls geplaatst worden op hun website waardoor men onderzoeksvragen aan heel onderwijzend Nederlands kan voorschotelen. Stichting Kennisnet kan ook veel onderzoek gegevens leveren die misschien bruikbaar zijn voor aanpassingen aan Annotation Space. Als laatste is er geen marktonderzoek gedaan, om vast te stellen of er naast de behoefte van de gebruiker ook voldoende opbrengst behaald kan worden.  

Literatuurlijst Kuiper, E. (2008) Webwijsheid in het PO en VO (uitgave van Stichting Kennisnet). Den Haag: 

OBT BV Van Zadelhoff, T. (2008) Digitale schoolborden (uitgave van Stichting Kennisnet). Den Haag: 

OBT BV 

Stichting Kennisnet, (2008) Kennis van waarde maken (uitgave Stichting Kennisnet). 

 Zoetermeer: Koninklijke de Swart Baarda, D.B. & De Goede, M.P.M. (2001) Basisboek Methode en Technieken (3e herziene 

 druk). Groningen: Wolters‐Noordhoff  Valkenburg, R., Vos‐Vlamings, M., Bouma, J., Willems, R. (2008) Basisboek Human Technology Interaction (eerste druk). Houten: Wolters‐Noordhoff Groningen 

 

 

 

Ond

erzoek

13 

 naar be

hoefte van

 docen

ten en

 stude

nten

 in het basison

derw

ijs 

Bijlage Bijlage 1 Resultaten groepsdiscussie leerkrachten basisonderwijs 

De groepsdiscussie:  Wat vindt u leuk aan uw werk? 

‘Interactie’ en ‘diversiteit’ waren de twee kernbegrippen die bij de leraren steeds terug keerde. De leraren hebben natuurlijk als hoofddoel het onderwijzen van de scholieren. Dit willen ze echter wel graag bereiken door diversiteit in de methode en interactie met de scholieren. 

Wat vindt u een leuke manier van onderwijzen 

Hier is een duidelijke tweedeling in de meningen aan te geven. Het zijn vooral de stagiaires die veelal hun eigen inbreng in de lessen willen verwerken. Terwijl de “ervaren” leraren vrijwel uitsluitend via de methoden willen werken. Alle leraren wilde wel graag de kinderen zelfstandig aan het werk zetten. Maar ook klassikaal lesgeven wordt nog altijd graag gebruikt. Voor de toekomst willen de leraren wel graag meer coöperatief les gaan geven. 

Wat vinden jullie hier zo leuk aan 

Bij deze vervolgvraag werd eigenlijk niet erg strek teruggekoppeld naar de antwoorden op de volgende vraag. We hoorden vooral antwoorden als “Blije kinderen”, “Reacties van kinderen”, “kinderen interesse hebben”. Dit is wel weer terug te koppelen op de vraag naar interactie van leraren. 

Waar worden jullie door geïnspireerd bij het voorbereiden van jullie lessen? 

De leraren gaven vooral aan dat ze geïnspireerd worden door de kinderen. De leraren kijken naar wat er speelt onder de kinderen en wat ze bezig houdt. Door dit terug te laten komen in de lessen blijven de kinderen geïnteresseerd luisteren. Ook kringgesprekken zijn een grote bron van inspiratie. 

Hoe worden jullie op de hoogte gehouden van nieuwe lesmethoden/leermiddelen/leerdoelen? Eventueel door middel van stagiaires? 

De leraren worden vooral op de hoogte gehouden doormiddel van beroep te doen op de conventionele middelen, zoals de uitgeverij raadplegen of het NOT online bezoeken. Het kijken naar de stagiaires en daarvan iets leren werd wel genoemd maar was niet een veel gebruikte manier.  

Wat is hier fijn aan? 

De informatie via internet is snel bereikbaar. Op internet kunnen de leraren via forums ook vragen stellen die nuttig zijn voor informatie over de nieuwste lesmethode. Het NOT is een veelgebruikt onderwijsorgaan en de leraren weten hoe ze hier mee om moeten gaan. Meteen ia de uitgever bestellen is ook een erg veel gebruikt middel, dit wordt fijn gevonden omdat het een makkelijke manier is.  

 

 

 

Ond

erzoek

14 

 naar be

hoefte van

 docen

ten en

 stude

nten

 in het basison

derw

ijs 

Van welke communicatievormen maken jullie het meest gebruik? Denk aan; ‘Hoe communiceer ik met mijn collega’s, leerlingen en ouders.’ 

Leraren onderling maken voornamelijk gebruik van communicatie via da mail. Verder wordt er nog gebruik gemaakt van de telefoon, fax en de post. Communicatie met leerlingen en ouders gebeurt eigenlijk alleen mondeling. 

Wat zou u anders willen en waarom? 

Er zijn wel een aantal dingen, dat de leraren graag anders willen zien. Ze willen bijvoorbeeld minder contact via de telefoon, omdat er dan geen emotie zichtbaar is. Ook willen ze de hoeveelheid e‐mails graag terugdringen omdat het erg onpersoonlijk is. 

Wat vindt u aantrekkelijk aan deze vorm van communicatie 

Het wordt erg fijn gevonden dat communicatie via de genoemde middelen vrijwel altijd mogelijk is. 

Van welke vormen van communicatie maakt u nooit gebruik 

Ook hier was weer een duidelijke tweedeling zichtbaar tussen de “ervaren” leraren en stagiaires. De leraren maken geen gebruik van programma’s als hyves en skype, terwijl de stagiaires dit wel doen. De stagiaires maken echter geen gebruik meer van de fax, dit doen de leraren weer wel. Forums en internet werden door sommige leraren ook niet gebruikt. Verder werden er nog communicatiemiddelen genoemd als postduif en telegraaf die niet meer gebruikt worden. 

Waarom maakt u daar nooit gebruik van 

De antwoorden die hier werden gegeven waren zoals verwacht. We hoorden vaak dat het niet van hun generatie was, of dat er geen behoefte was om van deze middelen gebruikt te maken. 

Wat vindt u de ideale oplossing 

Als introductie op deze vraag hebben we gezegd dat er “out of the box” geantwoord mocht worden. Hier werd verassend verschillend op geantwoord. Sommige leraren wilden graag terug naar de basiscommunicatiemiddelen als mondeling contact. Terwijl andere graag vooruit keken en op zoek gingen naar nieuwe ontwikkelingen of nog niet bestaande middelen. 

Voorbeeld hiervan is een spraakrecorder die het gevoerde gesprek direct omzet naar een digitaal bestand. Zodat het verwerken hiervan erg versimpeld wordt. 

Waarom is dit ideaal 

Het is een middel om tijd te besparen. En de conventionele communicatiemiddelen worden vaak als onpersoonlijk ervaren, dus als daar verandering in komt wordt dit als een ideale vooruitgang gezien. 

Hoe ervaren jullie het inleveren van schoolwerk? 

Het inleveren van schoolwerk gebeurt op de basisschool vrijwel altijd in hardcopy. De schriftjes worden vaak door de leerlingen in verschillende mandjes zodat de leraar goed het overzicht kan houden. Ook het inleveren van groepswerk op het bureau van de leraar wordt als prettig ervaren. Dit werkt goed en ordelijk. 

 

Ond

erzoek

15 

 naar be

hoefte van

 docen

ten en

 stude

nten

 in het basison

derw

ijs 

Hoe ervaren jullie internet en onderwijs? 

Het is een handig middel voor het opzoeken van informatie, maar het is nog niet optimaal afgestemd op het basisonderwijs. Het is moeilijk om leerlingen de goede richting op te sturen op het internet. Verschillende sites kunnen via de school worden afgeschermd maar als een leerling informatie wil hebben voor zijn spreekbeurt die gaat over poesjes. Dan is het erg lastig er voor te zorgen dat dit zonder problemen verloopt. Voor het voorbereiden van lessen is internet wel een verrijking.  

Hoe bepalen jullie welke sites jullie gebruiken? 

Via de schoolsite kun je via links naar andere sites, deze sites zijn door de school uitgezocht en nuttig bevonden. Het internet is verder niet beveiligd en via de adresbalk kunnen leerling dus via een relatief makkelijke manier naar verkeerde sites surfen. Er wordt de kinderen duidelijk gemaakt wat wel en niet mag. Docenten controleren of kinderen zich hieraan houden. Als je betrapt wordt mag je voorlopig niet meer op internet. 

Hoe maken jullie je lessen persoonlijk? 

Dit gebeurt volgens de leraren onbewust. Het karakter van de leraar is erg bepalend voor de sfeer in de lessen. De leraren realiseren zich echter dat je ook van andere iets kan leren, daarom kijken ze bij elkaar hoe de ander het doet. 

Hoe benaderen jullie een leerling apart? 

Zo min mogelijk klassikaal maar dit is niet altijd mogelijk omdat er simpelweg geen tijd voor is. Apart nemen en bespreken is wel waar de leraren naar streven. 

Op welke wijze communiceren jullie met ouders? 

De ouders kunnen zelf naar de nieuwsbrieven op de school website kijken. Verder wordt er twee keer per jaar een 10 minuten gesprek gehouden en krijgen de ouders drie keer per jaar een verslag. Voor moeilijke kinderen wordt er nog een eindgesprek gehouden 

Wat zouden jullie op dit gebied nog willen veranderen? 

Er is behoefte aan meer individuele gesprekken met kinderen en ouders samen. Verder willen de leraren de schoolkrant digitaal maken en het jaarlijks verslag digitaal verspreiden. 

Hoe vergaderen jullie het prettigst? 

Kort en bondig, net als het antwoord. 

 

Hoe ziet jullie dag indeling eruit? 

7.45    Op school aanwezig 

Lessen voorbereiden e/o even bekijken 

Indien nodig kopiëren 

Spullen klaarleggen 

Computers opstarten 

Afwasmachine uitruimen 

Koffie drinken 

 

Ond

erzoek

16 

 naar be

hoefte van

 docen

ten en

 stude

nten

 in het basison

derw

ijs 

 

8.15    Inloop leerlingen 

 

8.30    Start van de lessen 

Weektaak / rekenen / pauze / spelling / taal  

 

12.00     Lunchpauze 

 

13.00    Lezen / rekenen / creatieve vakken  

Anders: gym / zwemmen / begrijpend lezen / verkeer etc... 

 

15.15 Kinderen naar huis. 

 

15.30  Leerkrachten: voorbereiding van de lessen / nakijken / vergaderen / oudergesprekken / bouwoverleg etc.. 

 

Bijlage 2 Resultaten groepsdiscussie leerkrachten basisonderwijs  Wij hebben gehoord dat Kennisnet.nl veel weet en onderzoekt over het basisonderwijs. Bekijken jullie deze site wel eens? Hoeveel waarde hechten jullie aan wat deze site publiceert? Kennisnet is volgens de leraren erg helder en duidelijk. De leraren maken hier dan ook veelvuldig gebruik van. 

Al we op een andere basisschool dezelfde vragen hadden gesteld is de kans dan groot dat we dezelfde soort antwoorden krijgen of misschien juist hele andere? 

Op veel scholen gaat het zoals bij ons. Je moet ten slotte aan de kerndoelen voldoen die gegeven worden vanuit het ministerie! 

 Wat vindt u leuk aan uw werk? 

Ik wil diversiteit in vakken Ik wil interactie met kinderen Ik wil in een spontane weksfeer werken Ik wil vakanties Ik wil kinderen iets leren Ik wil ontwikkeling zien bij de kinderen Ik wil vrijheid in de groep 

 

 

 

Ond

erzoek

17 

 naar be

hoefte van

 docen

ten en

 stude

nten

 in het basison

derw

ijs 

Wat vindt u een leuke manier van onderwijzen? 

Ik wil coorperatief lesgeven Ik wil thematisch lesgeven Ik wil klasikaal lesgeven Ik wil kinderen zelfstandig kunnen laten werken  

Wat vinden jullie hier zo leuk aan? 

Ik wil kinderen er zelf uit kunnen laten komen Ik wil meer interactie met kinderen Ik wil dat kinderen mij nodig hebben Ik wil sturing geven Ik wil verscheidenheid in vakken Ik wil op alle niveaus kinderen les geven Ik wil reacties van kinderen Ik wil blije kinderen Ik wil dat kinderen interesse hebben 

 

Waar worden jullie door geïnspireerd bij het voorbereiden van jullie lessen? 

Ik wil methodes volgen Ik wil lessen aanpassen aan thema’s Ik wil wat kinderen bezig houdt gebruiken in lessen Ik wil kringgesprekken 

 

Hoe worden jullie op de hoogte gehouden van nieuwe lesmethoden/leermiddelen/leerdoelen? Eventueel door middel van stagiaires? 

Ik wil Uitgeverijen bellen Ik wil het N.O.T. raadplegen Ik wil het zelf opzoeken Ik wil lesmethodes uitproberen Ik wil door een groep de leukste methoden uit laten zoeken Ik wil kijken naar wat stagiaires doen 

 

Wat is hier fijn aan? 

Ik wil snel informatie via internet Ik wil meteen vanuit de uitgeverij kunnen bestellen Ik wil netwerken met docenten Ik wil op forums vragen kunnen stellen Ik wil dat kinderen leren in blokletters te schrijven 

 

 

 

Ond

erzoek

18 

 naar be

hoefte van

 docen

ten en

 stude

nten

 in het basison

derw

ijs 

Van welke communicatievormen maken jullie het meeste gebruik? Denk aan; ‘Hoe communiceer ik met mijn collega’s, leerlingen en ouders.’? 

Ik wil mailen met collega’s Ik wil netwerken met andere docenten Ik wil kunnen telefoneren Ik wil brieven versturen Ik wil faxen 

 

Wat zou u anders willen en waarom? 

Ik wil geen email omdat dat onpersoonlijk is en je ontvangt het ook buiten werktijden. Ik wil niet telefoneren omdat je dan geen emoties ziet. 

 

Wat vindt u aantrekkelijk aan deze vorm van communicatie? 

Ik wil altijd informatie kunnen ontvangen  

Van welke vormen van communicatie maakt u nooit gebruik? 

Ik wil geen postduif Ik wil geen telegraaf Ik wil geen Hyves Ik wil geen MSN  

Waarom maakt u daar nooit gebruik van? 

Geen behoefte aan Niet van mijn generatie 

 

Wat vindt u de ideale oplossing 

Ik wil mondeling contact met ouders Ik wil mondeling contact met leerlingen Ik wil een spraakrecorder die het gesprek meteen digitaal zet 

 

Waarom is dit ideaal 

Ik wil tijdsbesparing Ik wil persoonlijke communicatie 

 

Hoe ervaren jullie het inleveren van schoolwerk? 

Ik wil schriftjes in mandjes inleveren Ik wil groepswerk in elkaar vouwen en aan het einde van de tafel leggen Ik wil goed en ordelijk werken 

 

 

Ond

erzoek

19 

 naar be

hoefte van

 docen

ten en

 stude

nten

 in het basison

derw

ijs 

Hoe ervaren jullie internet en onderwijs? 

Ik wil verrijking van het internet Ik wil tijdens lesuren goed en veilig internet voor de leerlingen Ik wil lessen voorbereiden met behulp van het internet Ik wil op internet zoeken naar hulpmiddelen voor werkstukken en informatie 

 

Hoe bepalen jullie welke sites jullie gebruiken? 

Ik wil via de schoolsite kunnen linken naar andere sites Ik wil internet beveiligen Ik wil dat docenten controleren of kinderen zich aan de internet regels houden Ik wil een webjuf abonnement 

 

Hoe maken jullie je lessen persoonlijk? 

Ik wil karakter overbrengen Ik wil bij elkaar kijken hoe we het doen Ik wil duobanen op elkaar afstemmen 

 

Hoe benaderen jullie een leerling apart? 

Ik wil zo min mogelijk klassikaal maar dit is niet altijd mogelijk Ik wil leerlingen apart nemen zodat ik goed onderwerpen kan bespreken 

 

Op welke wijze communiceren jullie met ouders? 

Ik wil dat de nieuwsbrief ook via de site te bekijken is Ik wildrie keer per jaar een verslag Ik wil twee keer per jaar een 10 minuten gesprek Ik wil voor moeilijke kinderen een eindgesprek Ik wil Informele gesprekken 

 

Wat zouden jullie op dit gebied nog willen veranderen? 

Ik wil individuele gesprekken met kinderen Ik wil een digitaal verslag Ik wil een digitale schoolkrant 

 

Hoe vergaderen jullie het prettigst? Ik wil kort en bondig vergaderen  

Verder kwamen er onverwacht tips voor AS: 

Ik wil letterborden, digitale letter bak Ik wil live contact 

 

Ond

erzoek

20 

 naar be

hoefte van

 docen

ten en

 stude

nten

 in het basison

derw

ijs 

Ik wil feedback van elkaar Ik wil van elkaars talenten gebruik maken Ik wil digitale schoolkrant Ik wil demo’s Ik wil Grote prullenbak Ik wil Stickers kunnen plakken Ik wil werkstukken inleveren en beoordelen 

 

 

Bijlage 3 Resultaten enquête PABO studenten 

 

Waardoor laat jij je inspireren bij het voorbereiden van lessen? 

Ik wil mijn diploma behalen. 

Ik wil internet gebruiken om inspiratie op te doen. 

Ik wil thema’s gebruiken om inspiratie op te doen.  

Ik wil methoden gebruiken om inspiratie op te doen. 

Ik wil lessen gebruiken om inspiratie op te doen. 

Ik wil lesmaterialen gebruiken om inspiratie op te doen. 

Ik wil scholing van vroeger gebruiken om inspiratie op te doen.  

Ik wil actualiteiten gebruiken. 

Ik wil wensen van leerlingen gebruiken. 

Ik wil wensen van leraren gebruiken. 

 

Welke communicatiemiddelen leer je te gebruiken om te communiceren met toekomstige collega’s/leerlingen/ouders? 

Ik wil face to face communiceren. 

Ik wil persoonlijke communicatie. 

Ik wil met ouders en leerlingen voornamelijk mondeling communiceren. 

Ik wil bellen  

Ik wil verbaal communiceren. 

Ik wil e‐mail gebruiken. 

Ik wil gebruik maken van nieuwsbrieven. 

Ik wil gebruik maken van brieven.. 

Ik wil non‐verbaal communiceren. 

Ik wil vergaderen. 

Ik wil via Hyves communiceren met leerlingen. 

 

Ond

erzoek

21 

 naar be

hoefte van

 docen

ten en

 stude

nten

 in het basison

derw

ijs 

 

Zou je dit op een andere manier liever willen doen? Waarom? 

Ik wil blijven communiceren zoals ik al doe. Ik wil dit omdat het contact anders minder persoonlijk wordt. 

 

Wat vind je aantrekkelijk aan deze vorm van communicatie? 

Ik wil mensen aan kunnen kijken. 

Ik wil het liefst persoonlijk contact.  

Ik wil een persoonlijke band opbouwen met ouders een leerlingen. 

Ik wil meteen reactie krijgen. 

Ik wil bij contact met grote groepen e‐mailen. 

Ik wil gesprekken na kunnen lezen. 

Ik wil makkelijk en snel contact houden. 

Ik wil gratis communiceren. 

 

Hoe ervaar je de combinatie van internet en onderwijs? 

Ik wil les krijgen in internet in het onderwijs. 

Ik wil in de toekomst internet gebruiken. 

Ik wil internet gebruiken in het onderwijs. 

Ik wil dat internet en onderwijs beter op elkaar worden afgestemd. 

Ik wil op de hoogte blijven via internet. 

Ik wil dat kinderen omgaan met internet om dingen op te zoeken. 

Ik wil onderwijs en leerstof tastbaar hebben. 

 

Hoe bepaal je welke websites geschikt zijn om te gebruiken in het onderwijs? 

Ik wil een kindvriendelijke website. 

Ik wil een leerzame website. 

Ik wil relevante informatie. 

Ik wil betrouwbare informatie. 

Ik wil zelf bepalen welke websites goed zijn. 

Ik wil pop‐up blokkers. 

 

 

 

 

Ond

erzoek naar be

hoefte van

 docen

ten en

 stude

nten

 in het basison

derw

ijs 

22 

Hoe zou je je lessen persoonlijk willen maken? 

Ik wil dingen meenemen persoonlijke dingen meenemen die te maken hebben met het onderwerp. 

Ik wil leuke introducties geven die uit mezelf komen. 

Ik wil eigen ervaring inbrengen. 

Ik wil voorbeelden gebruiken die uit mezelf komen. 

Ik wil kleinere klassen. 

Ik wil meer werkcolleges. 

Ik wil kinderen individueel betrekken in de les. 

Ik wil gebuik maken van beeldmateriaal. 

 

Wat lijkt je een prettige manier van vergaderen? 

Ik wil vaste data. 

Ik wil een agenda. 

Ik wil jaarlijks vaststellen wanneer er vergaderd wordt. 

Ik wil een voorzitter en een notulist. 

Ik wil tijdslimieten. 

Ik wil structuur. 

Ik wil een gezellige plek. 

Ik wil een kleine ruimte. 

Ik wil een ruime kamer. 

Ik wil een kleine groep. 

Ik wil een vergaderopstelling in een U vorm. 

Ik wil niet gestoord worden. 

Ik wil rondvragen. 

Ik wil dat er naar elkaar geluisterd wordt. 

Ik wil een open houding van iedereen. 

Ik wil eigen inbreng van iedereen. 

Ik wil eten en drinken. 

Ik wil via internet vergaderen. 

Ik wil dat iedereen aanwezig is. 

Ik wil persoonlijk contact.