Ondersteunen bij huishouden en wonen

31
ThiemeMeulenhoff Zorg Ondersteunen bij huishouden en wonen

description

Ondersteunen bij huishouden en wonen niveau 3

Transcript of Ondersteunen bij huishouden en wonen

Page 1: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Zorg basisboek Ondersteunen bij huishouden en wonen

ThiemeMeulenhoff Zorg

Ondersteunen bij huishouden en wonen - niveau 3Werken als Verzorgende IG. Dat is leuk en afwisselend werk. Verantwoordelijk werk ook. Mensen doen een beroep op jou als het gaat om zorg en begeleiding, in situaties waarin zij dat tijdelijk of langdurig niet zelfstandig kunnen. Het vraagt van jou dat je beschikt over de juiste competenties. Dit boek bevat de theorie die je nodig hebt om op een verantwoorde manier zorg te verlenen aan mensen die aan jou zijn toevertrouwd.

Dit boek – Ondersteunen bij huishouden en wonen – maakt deel uit van de serie ThiemeMeulenhoff Zorg Basisboeken en gaat over de betekenis van de ondersteuning die je geeft bij het huishouden en het wonen van een zorgvrager. Daarbij gaat het om het plannen en uitvoeren van huishoudelijke taken op een veilige, hygiënische en ergonomische manier met aandacht voor de woonomgeving, voeding en kleding. Ondersteunen bij huishouden en wonen bevat de basiskennis die je nodig hebt voor de volgende kerntaak en het volgende werkproces:

Kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van het zorgplanWerkproces 1.4: Ondersteunt bij huishouden en wonen

ThiemeMeulenhoff Zorg bestaat uit ThiemeMeulenhoff Zorg Basisboeken, Traject V&V, i-care fl ex, Verpleegtechniek in Beeld, InCasu en een reeks onder steunende uitgaven (Anatomie & Fysiologie, Basisboek Pathologie etc.). Kijk voor meer informatie op www.thiememeulenhoff.nl/zorg

Ondersteunen bij huishouden en wonen

9006924220_omslag.indd 1 15-04-2010 14:44:55

Page 2: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Ondersteunen bij huishouden en wonen

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 1 02-04-10 14:28

Page 3: Ondersteunen bij huishouden en wonen

2

Colofon

AuteursGerda VerheyTineke Riemsdijk

Inhoudelijke redactieDrs. J.P. VaessenH.J.M. van der Ham

OntwerpOmslag: Enof, UtrechtBinnenwerk: DeltaHage, Den Haag

FotografieKarin Ligthart, Amsterdam

Overige foto’s in deze uitgaveANP, Rijswijk, p. 141Nederlandse Vereniging van Diëtisten, Oss, p. 122Voedingscentrum, Den Haag, p. 81Dr. P. Deurenberg, L.U., Wageningen/ Voedingscentrum, Den Haag, p. 83ZEFA/Benelux Press Nederland, Amsterdam, p. 125

ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs,

Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger Beroepsonderwijs

Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze leermiddelen: www.thieme-

meulenhoff.

nl of via onze klantenservice (088) 800 20 16

ISBN 978 90 06 92422 0

Eerste druk, eerste oplage, 2010

© ThiemeMeulenhoff, Baarn/Utrecht/Zutphen, 2010

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een

geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij

elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande

schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 Auteurs-

wet j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl., dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde

vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO),

Postbus 3060, 2130 KB

Hoofddorp (www.cedar.nl/pro). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezin-

gen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te

wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het

onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.

Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de

uitgever wenden.

Deze uitgave is voorzien van het FSC-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw

voor het gebruikte papier op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 2 02-04-10 14:28

Page 4: Ondersteunen bij huishouden en wonen

3

Inhoudsopgave

Woord vooraf 4

De woonomgeving op orde houden 7De woonomgeving op orde houden 8Werkmateriaal aanschaffen en onderhouden 20Een ziekenkamer op orde houden 28Voorwerpen desinfecteren 34Organisatie van schoonmaak en onderhoud 40

Zorgen voor een sfeervolle woonomgeving 47Zorgen voor een sfeervolle woonomgeving 48

Zorg voor de voeding 61Boodschappen doen 62Levensmiddelen bewaren 70Dranken en gerechten verzorgen 80Voedings- en dieetvoorschriften 112Helpen bij het maken van de menukeuze 136Voeding in de instellingskeuken 150

Zorg voor kleding, linnengoed en schoenen 159Linnengoed, kleding en schoeisel aanschaffen 160Adviseren over de aanschaf van linnengoed, kleding en schoeisel 170De was verzorgen 180Schoeisel en kleding onderhouden 200Organisatie van de wasverzorging 208

Zorg voor hygiëne, veiligheid, ergonomie, milieu en kostenbeheersing 217Hygiënisch werken 218Veilig werken 224Ergonomisch werken 230Milieubewust werken 238Kostenbewust werken 246

Kernwoorden 252Index 262

Thema 1

1 2 3 4 5

Thema 2

1

Thema 3

1 2 3 4 5 6

Thema 4

1 2 3 4 5

Thema 5

1 2 3 4 5

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 3 02-04-10 14:28

Page 5: Ondersteunen bij huishouden en wonen

4

Woord vooraf

Over Thieme Meulenhoff Zorg - Basisboeken

De Thieme Meulenhoff Zorg - Basisboeken zijn competentiegericht naslagmateriaal voor niveau 3 en niveau 4 van het gezondheidszorgonderwijs. Het uitgangspunt van Thieme Meulenhoff Zorg is het leveren van een bijdrage aan het opleiden van studenten tot competente beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg. De Basisboeken sluiten aan bij het competentiegericht opleiden, waarbij aan de beroepspraktijk gerelateerde theorie en leeractiviteiten vanaf het begin van de opleiding tot verzorgende/verpleegkundige centraal staan. De theorie is toegankelijk geschreven en voorzien van veel praktijksituaties. Vragen en opdrachten doen voortdurend een beroep op het beroepsmatig handelen. Dit maakt de Thieme Meulenhoff Zorg - Basisboeken tot een compleet product dat past in elk didactisch model. Het naslagmateriaal is gerelateerd aan de kerntaken en werkprocessen uit de nieuwe kwalificatiedossiers. Van hieruit is een vertaalslag naar de kernactiviteiten en beroepsprestaties eenvoudig te maken. Als zodanig is het naslagmateriaal goed te plaatsen in een onderwijsmagazijn. In combinatie met onze digitale produc-ten vormt het een compleet en rijk geschakeerd aanbod aan lesmateriaal, dat ingezet kan worden binnen het competentiegericht leren. Deze variatie aan leermiddelen en werkvormen in combinatie met e-learning (blended learning) verhoogt het leerrendement en bevordert de zelfstandigheid van studenten.

Competenties

Competenties zijn de vermogens van mensen om in bepaalde situaties effectief, doelbewust en gemo-tiveerd te handelen. Een competentie is samengesteld uit kennis, inzichten, vaardigheden, houdingen en persoonlijke eigenschappen. Een competent persoon kan deze elementen geïntegreerd en doelge-richt inzetten om de juiste resultaten te bereiken. Er zijn drie typen competenties, namelijk:

beroepscompetenties: de vermogens om in beroepssituaties effectief, doelbewust en gemotiveerd te handelen;leercompetenties: de vermogens om in leersituaties effectief, doelbewust en gemotiveerd te handelen;burgerschapscompetenties: de vermogens om in maatschappelijke situaties effectief, doelbewust en gemotiveerd te handelen.

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 4 02-04-10 14:28

Page 6: Ondersteunen bij huishouden en wonen

5

Voor verzorgenden, maar ook voor verzorgenden-in-opleiding zijn alle drie de soorten competenties van belang. Beroepscompetenties heb je nodig omdat je handelen een grote invloed heeft op het leven van mensen. Je hebt een beroep gekozen met een grote verantwoordelijkheid, temeer omdat je als verzorgende zelfstandig besluit, kiest en handelt. Je bent een professional met een eigen bevoegd-heid. Leercompetenties zijn van belang omdat het beroep voortdurend in ontwikkeling is. Verplegings-wetenschap, maar ook de medische en gedragswetenschappen zorgen onophoudelijk voor nieuwe kennis. Dat maakt het verzorgen/verplegen tot een vak waarin steeds weer nieuwe leersituaties ontstaan. Burgerschapscompetenties zijn belangrijk omdat het verzorgen midden in de samenleving gebeurt. Het contact met mensen staat altijd centraal. Verzorgsituaties zijn maatschappelijke situaties, ongeacht de zorgsetting.

De generieke boeken – dus ook dít boek, Ondersteunen bij huishouden en wonen – zijn geschreven voor verzorgenden in opleiding. Het boek gaat heel concreet over de betekenis van de ondersteuning die je geeft bij het huishouden en het wonen van een zorgvrager. Daarbij gaat het om het plannen en uitvoeren van huishoudelijke taken op een veilige, hygiënische en ergonomische manier met aandacht voor de woonomgeving, voeding en kleding. Het boek bevat alle aspecten die van belang zijn om de competenties te ontwikkelen die je nodig hebt om vanuit een professionele beroepshouding ondersteuning te bieden bij huishouden en wonen.

Dit boek sluit aan bij deze kerntaak en dit werkproces:Kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van het zorgplanWerkproces 1.4: Ondersteunt bij huishouden en wonen

Dit boek sluit aan bij de volgende kernactiviteiten en beroepsprestaties:Kernactiviteit: Ondersteunen bij het leven van alledagBeroepsprestatie: Plannen en uitvoeren van huishoudelijke taken

Het boek is ingedeeld in vijf thema’s:De woonomgeving van een zorgvrager op orde houdenZorgen voor een sfeervolle woonomgevingZorg voor de voedingZorg voor kleding, linnengoed en schoenenZorg voor hygiënisch, veilig, ergonomisch verantwoord, milieu- en kostenbewust werken

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 5 02-04-10 14:28

Page 7: Ondersteunen bij huishouden en wonen

6

Werkproces

1.4 Ondersteunt bij huishouden en wonen

Ieder thema bevat één of meer hoofdstukken. Aan het begin van elk thema kun je lezen welk werk-proces behandeld wordt. Ieder hoofdstuk is opgebouwd uit theoretische leerstof over kennis, inzichten en houdingen die noodzakelijk zijn om je de betreffende competenties eigen te maken. Het hoofdstuk start met een anekdote, een gebeurtenis of een ander voorbeeld. Je kunt je daardoor snel een beeld vormen van waar het hoofdstuk over gaat. Naast theorie komen praktijkvoorbeelden aan bod, die het mogelijk maken je te verdiepen in een levensechte situatie. Aan het eind van elk hoofdstuk vind je kennisop-drachten en een samenwerkingsopdracht. De kennisvragen zijn bedoeld om jezelf te toetsen. Als je alle vragen kunt beantwoorden zonder de tekst opnieuw te raadplegen, mag je ervan uitgaan dat je de leerstof in voldoende mate hebt begrepen. Door het uitvoeren van de samenwerkingsopdracht kun je de leerstof toepassen in een voor jou relevante situatie samen met anderen. De opdracht is zodanig uitgewerkt dat het mogelijk is het gewenste resultaat samen met anderen te bereiken zonder tussenkomst van de docent. De auteurs hopen dat deze uitgave zal voldoen aan de eisen van de huidige student verzorgende. In ieder geval hebben zij geprobeerd de leerstof zodanig te presenteren dat:

de inhoud relevant is voor het verzorgend beroep; de verwerking in iedere gewenste leervorm kan plaatsvinden; elk hoofdstuk onafhankelijk van andere hoofdstukken bestudeerd kan worden.

De auteurs: Gerda Verhey Tineke Riemsdijk Eindredactie: Drs. J.P. Vaessen H.J.M. van der Ham

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 6 02-04-10 14:28

Page 8: Ondersteunen bij huishouden en wonen

7Thema 1

Werkproces

Thema

1.4 Ondersteunt bij huishouden en wonen

De woonomgeving op orde houden

Als je praat over het op orde houden van de woonomgeving, zul je in eerste instantie denken aan schoonmaken. Bij het reinigen van de woonomgeving werk je vooral met vet- en kalkoplossers. Op de verpakking vind je de veiligheidssymbolen waar je op moet letten bij het gebruik van deze middelen. Belangrijk is dat je de beschikking hebt over materiaal dat bij jou past, dus materiaal dat ergonomisch verantwoord is. Want als je een groot deel van de dag met een gekromde rug moet werken, dan is dat niet bevorderlijk voor je gezondheid. Naast schoonmaken, denk je bij het op orde houden van de omgeving natuurlijk aan de zorg voor de kamer van de zorgvrager. Iedere zorgvrager heeft daarover eigen opvattingen, maar een opgeruimde, luchtige, gezellige en comfortabele ruimte zal iedereen prettig vinden. Verder kun je met de zorgvra-ger of zijn naasten overleggen wat zijn persoonlijke wensen zijn. Als de zorgvrager een besmettelijke ziekte heeft, dan zul je behalve het normale reinigen soms ook moeten desinfecteren. Het zal je niet verbazen dat dit in instellingen regelmatiger voorkomt dan in de thuissituatie. De hoeveelheid uit te voeren schoonmaakwerk door jou als verzorgende is sterk afhankelijk van de organisatie van het bedrijf waar je werkt. Soms is de schoonmaak uitbesteed, soms gebeurt de schoonmaak in eigen beheer. Elke vorm heeft voor- en nadelen, zodat vaak voor een combinatie van beide vormen gekozen wordt.

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 7 02-04-10 14:28

Page 9: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 18

1 De woonomgeving op orde houden

Sassan werkt in verzorgingshuis Hontenisse. Hij gaat vandaag de kamer schoonmaken van mevrouw Richards. Eerst kijkt hij wat er bij het dagelijks onderhoud van de verschillende ruimten hoort. Dan begint hij met de woonkamer: die krijgt een dagelijkse beurt. Dat betekent dat hij gaat opruimen, de planten en bloemen verzorgen, stoffen en stofzuigen. Mevrouw Richards heeft heel veel planten. Sassan weet dat ze veel van planten houdt. Hij vraagt haar dan ook of ze zelf wil meehelpen bij hun verzorging. Mevrouw Richards vindt dat prettig. Ze geeft de planten water, en verwijdert de dode blaadjes. Dan vraagt ze: ‘Moet jij de ramen niet weer eens zemen? Volgens mij is dat al een poosje geleden.’ Sassan legt uit dat de ramen maar vier keer per jaar een beurt krijgen, en dat het nog niet zo lang geleden al gedaan is. Hij zegt: ‘We doen iedere keer iets extra’s. Vandaag ga ik de deuren afnemen.’ Mevrouw Richards vindt het prima: ‘Nou ja, nu de planten verzorgd zijn, ziet het er alweer een stuk beter uit. Ik ga maar eens een lekker kopje koffie voor ons zetten.’Sassan houdt zich bezig met dagelijks en wekelijks onderhoud. Over wat dat onderhoud betekent, en hoe je het concreet uitvoert, moet je op de hoogte zijn. Daarbij is het van belang dat je weet welke reinigingsmiddelen er zijn, en welk materiaal en welke techniek je het beste kunt gebruiken bij de werkzaamheden.

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 8 02-04-10 14:28

Page 10: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 1 9

1.1 Reinigingsmiddelen

Bij het onderhouden van een ruimte maak je een onderscheid tussen een dagelijkse beurt en een wekelijkse beurt. Een wekelijkse beurt kun je ook een uitgebreide beurt, extra beurt, of periodiek onderhoud noemen. Dagelijks onderhoud is iets dat je iedere dag moet doen. Je ruimt op, verwijdert stof op de zichtbare plaatsen van de vloer en maakt het sanitair schoon. Bij het dagelijks onderhoud van een woonkamer doe je onder meer de volgende werkzaamheden:

alles opruimen;bloemen en planten verzorgen;stoffen;stofzuigen.

Bij een wekelijkse beurt doe je steeds iets extra’s, zoals:de ramen zemen;het houtwerk soppen en afnemen;plafond, muren en plinten stofvrij maken.

Zo kun je voor iedere ruimte die je onderhoudt, de verschillende werkzaamheden op een rijtje zetten. Aan de hand daarvan maak je een werkplanning. Je kiest daarin ook voor een reinigingstech-niek en een reinigingsmiddel. Je kunt droog of nat schoonmaken. Droog schoonmaken heeft de voorkeur, omdat dat de minste tijd kost. Het veroorzaakt ook minder slijtage. Voordat je nat schoonmaakt, moet je eerst droog schoonmaken. Voordat je kunt dweilen, moet je eerst stofzuigen of stofwissen.

Nina werkt vandaag bij meneer Paulusma. De keukenvloer is erg vies, die zal ze eens even dweilen. Maar dat is geen succes. Alle troep blijft gewoon op de keukenvloer liggen. Ze schuift het alleen voor zich uit. Ze zal toch maar eerst stofzuigen. Na het stofzuigen gaat het dweilen een stuk beter.

Vaak heb je een reinigingsmiddel nodig. Veel reinigingsmiddelen zijn geschikt voor al het schoon-maakwerk. Dat zijn universele reinigingsmiddelen. Deze middelen zijn goedkoper en minder slecht voor het milieu. Er zijn ook speciale reinigingsmiddelen. Die zijn geschikt voor één speciaal soort schoonmaakwerk, zoals ovenreinigers en glasreinigers. Deze middelen belasten het

Voorbeeld

reinigingstechniek

reinigingsmiddel

universele reinigings-

middelen

speciale reinigings-

middelen

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 9 02-04-10 14:28

Page 11: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 110

milieu meer. Als je bepaalde zaken, zoals de oven, regelmatig onderhoudt, kun je het gebruik van deze middelen voorkomen. Gebruik nooit twee reinigingsmiddelen tegelijkertijd. Dan kunnen namelijk gevaarlijke gassen vrijkomen. Als je toch twee middelen moet gebruiken, gebruik ze dan na elkaar.

Reinigingsmiddel Toepassing Milieubelasting

allesreiniger alles dat je nat mag schoonmaken groot

ammonia ontvetten van ruiten, spiegels en geglazuurde tegels

groot, bovendien gevaar-lijk voor huid, ogen en luchtwegen

azijn ontkalken van koffiezetappara-ten, douchekoppen, kranen en waterkokers

gering, wel irriterend voor de luchtwegen

vloeibare zeep reinigen van tegels en sanitair heel gering

chloorbleekmiddel ontsmetten, het heeft geen reini-gende werking

heel groot, alleen gebruiken als het niet anders kan

soda reinigen en ontsmetten van koelkast, diepvriezer en provisie-kast, ook voor het ontstoppen van de afvoer en het inweken van aangebrande pannen

heel gering

spiritus opwrijven van ramen en spiegels groot, bovendien brand-gevaarlijk

schuurmiddelen schuren van roestvrij staal, sanitair en kranen

groot

Alle reinigingsmiddelen belasten het milieu, maar de een meer dan de ander. Zeep is een voorbeeld van een natuurlijk reinigingsmiddel dat het milieu minder belast dan synthetische reinigingsmiddelen. Het nadeel is dat zeep een vettig laagje achterlaat als je ermee schoonmaakt. Je hebt dan weer meer water nodig om dit weg te spoelen, en dat is ook niet goed voor het milieu. In ieder geval is het be-langrijk dat je het etiket goed leest. Daarop staan aanwijzingen voor de dosering. Gebruik nooit meer dan aangegeven is, want dat is niet nodig. Kijk ook naar de veiligheidssymbolen op de verpakking. Het is belangrijk dat je die specifieke veiligheidsmaatregelen kent en opvolgt.Een aantal aanvullende, algemene veiligheidsmaatregelen zijn:

voorkom aanraking met je ogen, huid en kleding. Draag een schort en gebruik huishoudhand-schoenen;

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 10 02-04-10 14:28

Page 12: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 1 11

let vooral op dat kinderen, verstandelijk gehandicapten en dementerende zorgvragers niet bij reinigingsmiddelen kunnen komen;koop het liefst reinigingsmiddelen met een kinderveilige sluiting. Deze sluiting is verplicht voor middelen die een bijtend zuur bevatten, en bij middelen waarbij de kans op verslikken groot is;draai na gebruik de dop er direct weer op en zet het middel weg, ook tijdens het gebruik;zet alle reinigingsmiddelen hoog weg in een kast die op slot zit, of in een keukenkastje met een speciale, kinderveilige sluiting. Het aanrechtkastje is geen goede bewaarplaats;spoel langdurig met koud, stromend water als er reinigingsmiddel op de huid of in het oog komt;lever resten van scherpe, bijtende en giftige stoffen in als klein chemisch afval.

Verder is het verstandig om een gifwijzer in de buurt te hebben. Deze kun je onder meer vinden op internet. Er staat op wat je moet doen als je een reinigingsmiddel ingeslikt hebt.

Welk middel kies je?

Wieke is verzorgende bij de thuiszorg. Ze komt voor het eerst bij mevrouw Tanis. Haar huis is al sinds een tijd niet meer schoongemaakt, omdat ze niet goed meer uit de voeten kan. Dat is ook te merken. Op meerdere plaatsen ziet Wieke allerlei soorten vlekken, zoals vetvlekken in de keukenkastjes, spetters op de spiegels in de badkamer en het toilet, kalkaanslag op de kranen en vuilaanslag op de roosters in de koelkast. Ook het toilet is allesbehalve schoon.

1 Welk reinigingsmiddel kan Wieke voor elk van de genoemde soorten vuil gebruiken?2 Beschrijf van elk middel welke invloed het heeft op het milieu.3 Beschrijf wat het nadeel is van het gebruik van chloor om het toilet te reinigen.4 Geef een alternatief schoonmaakmiddel om het toilet te reinigen.

1.2 Reinigingstechnieken en werkmateriaal

Schoonmaken doe je om vuil te verwijderen. Vuil is een bepaalde stof op een plaats waar je het niet wilt hebben. Melk in een glas is geen vuil, maar op een bureaublad is het wel vuil. Vuil is iets waar je je aan stoort. Dat komt omdat het zichtbaar is. Een zorgvrager die in een verzorgingshuis de hele dag in zijn stoel zit, zal zich ergeren aan het vuil op de vloer.Een vuile omgeving is ook niet representatief. Als je voor het eerst een ruimte binnenkomt, zoals de ontvangstruimte van een verpleeghuis, krijg je meteen een indruk. Een vuile ruimte komt niet positief

Praktijk 1

Vragen

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 11 02-04-10 14:28

Page 13: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 112

over. Je eerste indruk is dan niet goed. Vuil is natuurlijk ook onhygiënisch. Hygiëne is erg belangrijk als je voor zorgvragers werkt. Daarnaast leidt werken met vuil materiaal tot ergernis. Het materiaal zal eerder slijten of kapotgaan. Ten slotte houdt een oppervlak dat vochtig en vuil is, ook ander vuil vast. Hierdoor wordt het steeds vuiler.Je kunt drie soorten vuil onderscheiden:

droog vuil: stof en grof, losliggend vuil, zoals kruimels, zand, haren en snippers;licht gehecht vuil: vettig of vochtig vuil dat aangekleefd is, zoals modder, koffievlekken en ‘vieze vingers’;sterk gehecht en ingedrongen vuil, zoals roestvlekken, kauwgom, oude bloedvlekken en oude waslagen op een vinylvloer.

Soort vuil Geschikte reinigingstechnieken

Droog vuil RagenVegenStoffenStofwissenStofzuigen

Licht gehecht vuil OpwrijvenDeppenZemenDweilenMoppen

Sterk gehecht en ingedrongen vuil SchrobbenShamponerenSproei-extractiemethodeStomen

1.2.1 ReinigingsmethodenDe reinigingsmethode die je kiest, is afhankelijk van het soort vuil waarmee je te maken hebt. Voor de drie soorten vuil kun je twaalf reinigingstechnieken – met toepasselijk werkmateriaal – gebruiken. Deze reinigingstechnieken zijn:

ragen;vegen;stoffen;stofwissen;stofzuigen;

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 12 02-04-10 14:28

Page 14: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 1 13

opwrijven;deppen;zemen;dweilen en moppen;schrobben;shamponeren en de sproei-extractiemethode;stomen.

RagenRagen is een methode om grof vuil, zoals spinnenwebben en stof, van plafonds en muren te verwijde-ren. Dit moet je doen voordat je een andere reinigingsmethode gaat gebruiken, want ragen geeft veel stof. Pas op dat je het stof of vuil niet in het plafond op de muur wrijft. Raag altijd met een ragebol of een andere borstel met zachte vezels. Een ragebol met een uitschuifbare steel heeft de voorkeur, omdat je daarmee goed met een rechte rug kunt werken, en je niet hoeft te rekken. Maak de ragebol na afloop goed schoon en ruim hem droog op.

VegenBij vegen dwarrelt veel stof op. Vegen doe je met een bezem. Een bezem is eigenlijk alleen geschikt voor het schoonmaken van schuren, garages en terrassen. Let erop dat de steel van de bezem vol-doende lang is, zodat je met een rechte rug kunt werken. Pas op dat je tijdens het vegen geen kracht zet vanuit je rug, dat is helemaal niet nodig. Zorg ervoor dat het stof niet overal kan binnendringen. Houd deuren zoveel mogelijk dicht. Veeg van je af, zodat je zo weinig mogelijk stof binnenkrijgt. Veeg het vuil op met stoffer en blik.

StoffenStoffen kun je doen met verschillende doeken. Een stofdoek is een katoenen geruwde doek die veel stof vasthoudt. Als je een stofdoek gebruikt, moet je de doek regelmatig uitkloppen. Een papieren stofwisdoekje is erg geschikt als je werkt bij zorgvragers die allergisch zijn voor huisstofmijt. Als het doekje vuil is, gooi je het weg. Met dit soort doekjes werk je erg hygiënisch, maar het is wel meer belastend voor het milieu.Een klamvochtige doek is een natgemaakt en goed uitgewrongen werkdoekje. Het stof blijft aan het doekje kleven. Je kunt hiermee niet alle materialen schoonmaken. Met olie of was behandeld hout kun je alleen met een droge doek afnemen. Als je klamvochtig afneemt, verwijder je meteen ook alle vlekken. Als je wat meubelspray op je stofdoek doet, krijg je een beter resultaat. Zo krijgen de meubels ook meteen een beschermend waslaagje. Je kunt het gebruiken op houten meubels, radio, televisie, koelkasten, email en tegels. Tegenwoordig zijn er ook veel doeken die gemaakt zijn van

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 13 02-04-10 14:28

Page 15: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 114

microvezels. De vezels in deze doeken zijn statisch. Ze trekken het vuil uit het oppervlak, zodat je geen reinigingsmiddel nodig hebt.

StofwissenJe kunt alleen stofwissen op gladde vloeren zonder naden. Stofwissen doe je met een stofwisser met stofwisdoekjes. De doekjes zijn geïmpregneerd en binden het vuil en de bacteriën. Stofwissen is erg hygiënisch. Let erop dat de steel van de stofwisser lang genoeg is, zodat je er met een rechte rug mee kunt werken. Zet geen kracht vanuit je rug tijdens het stofwissen. Na afloop veeg je het doekje op met stoffer en blik. Het doekje en het vuil doe je in een afvalzak.

StofzuigenStofzuigen is een manier om stof van alle soorten oppervlakken te verwijderen. Een stofzuiger zuigt stof en losliggend vuil in het apparaat, en blaast de schone lucht weer naar buiten. Met een stofzui-ger verwijder je minder stof dan met een stofwisser. Een stofzuiger heeft verschillende hulpstukken. Deze kun je gebruiken om de plinten, boekenplanken of radiatoren te zuigen. Een kruimelzuiger is een kleine handstofzuiger die vaak op een accu werkt, zodat er geen snoer aan zit. Als je de kruimelzuiger niet gebruikt, zet je hem in de wandhouder met een oplaadstekker. Met een volle accu kun je vijf tot tien minuten zuigen. Een kruimelzuiger is erg handig om een klein oppervlak, zoals een tafelblad, even af te zuigen.

OpwrijvenJe kunt gebeitst hout en hout dat met olie of was behandeld is, niet nat afnemen. Het aangekleefde vuil kun je wel verwijderen door opwrijven. Eerst maak je het oppervlak stofvrij, daarna wrijf je het op met een zachte doek. Sommige houtsoorten moet je inwrijven met een doekje met olie. Voor leer is er een speciaal onderhoudsmiddel. Lees de gebruiksaanwijzing voordat je met deze middelen gaat werken.

DeppenNatte vlekken kun je verwijderen door te deppen. Bedek de vlek met keukenpapier en dep hem op. Je kunt hiervoor ook doeken van microvezels gebruiken.

ZemenAlle waterbestendige oppervlakken kun je zemen. Denk maar aan ramen, deuren en tegels. Er zijn verschillende soorten zemen en sponsen. Gebruik weinig reinigingsmiddel, en spoel de spons en zeem altijd goed uit. Je gebruikt een raamtrekker om de ramen na het zemen droog te trekken.

microvezels

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 14 02-04-10 14:28

Page 16: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 1 15

Dweilen en moppenVloeren die glad en waterbestendig zijn, kun je dweilen of moppen. Als je dweilt, doe de dweil dan om een luiwagen of trekker zodat je niet hoeft te bukken. Dweil met korte slagen, en spoel de dweil regelmatig uit. Dweil de vloer zo droog mogelijk. Een dweil kun je het beste met de dikke draden in de lengterichting uitwringen.Moppen doe je met een mop en mopwagen. Moppen is ergonomisch veel beter dan dweilen. Je hoeft niet te bukken, en bij het uitwringen belast je de gewrichten van pols en elleboog niet. Het is ook veel hygienischer, omdat je de dweil niet vast hoeft te pakken. Je perst de mop uit in de wringer die op de mopwagen staat. Bij dweilen en moppen is je houding erg belangrijk. Het is belangrijk dat je met een rechte rug werkt. Let erop dat je door je knieën zakt als je de mop uitperst. Doe bij het dweilen de dweil om een luiwagen, zodat je niet hoeft te bukken. Dweil nooit met een gebogen rug.

SchrobbenStenen vloeren die erg vuil zijn, kun je schrobben. Voordat je gaat schrobben, maak je de vloer stof-vrij. Schrobben doe je met een luiwagen. Deze maak je nat in een emmer met sop. Je boent de vloer met korte, stevige slagen. Het vuile sop verwijder je daarna met een trekker, mop of dweil. Dweil de vloer goed na. Instellingen gebruiken hiervoor vaak een schrobmachine of een waterstofzuiger. Als je de machine niet kent, vraag dan of iemand even voor wil doen hoe het werkt.

Shamponeren en de sproei-extractiemethodeDeze methoden kun je allebei gebruiken om een erg vuile vloerbedekking schoon te maken. Soms kun je hiervoor een apparaat huren, maar je kunt het beter uitbesteden aan een gespecialiseerd bedrijf.

StomenEen stoomapparaat verhit het water tot 130 graden en zet het om in stoom. Stoom maakt het vuil los, en laat het naar de oppervlakte komen. Daar neemt een katoenen doek om één van de hulpstukken het vuil op. Na stomen geeft stofzuigen het beste resultaat. Je kunt met een stoomapparaat tegelvloe-ren, tapijt, vitrages, matrassen, koelkasten en ovens reinigen.

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 15 02-04-10 14:28

Page 17: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 116

Welke stofzuiger kies je?

Miranda werkt bij familie Ritsma. Het is een gezin met vader en moeder, drie kinderen, een konijn en een hond. Ze hebben altijd veel aanloop van vriendjes en vriendinnetjes. Het is dan ook regelmatig nodig om schoon te maken. Vooral stofzuigen moet iedere dag wel een keer gebeuren. Op een dag is de stofzuiger kapot. Dat is een ramp. Er moet natuurlijk snel een nieuwe komen. Mevrouw Ritsma vraagt Miranda om advies.

1 Zoek in reclamefolders drie stofzuigers op. Je kunt ook op internet kijken. Schrijf van de gekozen stofzuigers op hoe ze scoren op de volgende punten:

zuigkracht;prijs;gewicht;ergonomie; enhulpstukken.

2 Maak een keuze voor de meest geschikte stofzuiger voor familie Ritsma. Motiveer je antwoord.

Praktijk 2

Vragen

Met schoonmaken verwijder je vuil. Hiermee maak je de omgeving prettiger. Het voorkomt ook onnodige ergernis. Om schoon te kunnen maken, heb je reinigingsmiddelen nodig. Er zijn verschillende soorten reinigingsmiddelen. In het huishouden heb je eigenlijk maar twee soorten reinigingsmiddelen nodig: een vetoplosser en een kalkoplos-ser. Lees het etiket van reinigingsmiddelen altijd goed. Let op de veiligheidssymbolen, de juiste manier om het middel te gebruiken en de juiste dosering. De veiligheidssymbolen waarschuwen je als een stof ontvlambaar of giftig is.Je kunt verschillende reinigingstechnieken gebruiken. Kijk altijd eerst om wat voor soort vuil het gaat. Er zijn drie soorten vuil: droog vuil, licht gehecht vuil en sterk gehecht en ingedrongen vuil. Iedere soort vuil vraagt om een andere reinigingstechniek. Zo verwijder je droog vuil altijd met een ‘droge’ reinigingsmethode, zoals stofzuigen of stoffen. Maar voor gehecht vuil heeft dat geen zin. Je moet dan moppen of dweilen om het vuil van het oppervlak te verwijderen. Je kunt nat en droog schoonmaken. Maak droog schoon als dat kan, want dat kost minder tijd. Het veroorzaakt ook minder slijtage. Voordat je nat kunt schoonmaken, moet je altijd eerst droog schoonmaken.

Samenvatting

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 16 02-04-10 14:28

Page 18: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 1 17

1 Geef in je eigen woorden het verschil aan tussen een universeel reinigingsmiddel en een speciaal reinigingsmiddel. Geef twee voorbeelden van speciale reinigingsmiddelen.

2 Wat heeft jouw voorkeur: een universeel reinigingsmiddel of een speciaal reinigingsmiddel? Motiveer je antwoord.

3 Geef aan welk reinigingsmiddel je zou gebruiken voor:de keukenkastjes;de binnendeuren;de ramen;de wastafel;het toilet;de oven.

4 Waarom mag je nooit twee reinigingsmiddelen combineren?5 Meike werkt in een gezin met kleine kinderen. Geef haar minimaal drie tips om veilig om te gaan

met reinigingsmiddelen.6 Er zijn drie soorten vuil. Tot welke soort reken je:

een vetvlek in het keukenkastje;een vetvlek op de vloerbedekking;een moddervlek op de linoleumvloer;stof op de tegelvloer van de badkamer;zand op de parketvloer in de woonkamer;een bloedvlek op de vloerbedekking?

7 Geef van alle soorten vuil van vraag 6 aan hoe je ze gaat verwijderen.8 Geef je mening over de volgende stellingen. Stelling I: ‘Hoe vaak je een huis schoonmaakt, is afhankelijk van hoeveel mensen er wonen.’ Stelling II: ‘ Hoe vaak je een huis schoonmaakt, is afhankelijk van de manier waarop de mensen in

het huis wonen.’9 Je werkt vandaag bij meneer Narnia. Je gaat het wandmeubel van eikenhout schoonmaken.

Meneer Narnia behandelt het wandmeubel altijd met was. Geef aan hoe je de binnenkant en de buitenkant van het wandmeubel schoonmaakt.

10 Maak een schema over stoffen. Zet daarin vier soorten doeken waarmee je kunt stoffen. Zet achter iedere doek de voor- en nadelen.

■ KennisopdrachtOpdrachten

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 17 02-04-10 14:28

Page 19: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 118

Presentatie

DoelIn de praktijk zul je meer dan eens te maken krijgen met de vraag wat je in het dagelijks onderhoud zult doen, en wat onder het wekelijks onderhoud zal vallen. Als je hierover voorlichting geeft aan je medestudenten, oefen je het maken van deze indeling. Ook geeft het je inzicht in alle andere aspec-ten die hierbij van belang zijn.

VoorbereidingVerdeel de hele groep in vier subgroepen.Iedere groep kiest één van deze vier ruimten:

woonkamer;slaapkamer;sanitaire ruimte;keuken.

Kies ook een zorgsetting, zoals de thuiszorg, het verzorgingshuis, het verpleeghuis of een woonvorm voor verstandelijk gehandicapten.Spreek af wie aantekeningen gaat maken.Spreek af wie het reultaat gaat presenteren.

BenodigdhedenZorg voor werkmateriaal dat je gaat gebruiken, zoals reinigingsmiddelen, flap-overs of posters.

UitvoeringMaak een indeling voor dagelijks en wekelijks onderhoud voor de gekozen ruimte.Beschrijf welke reinigingstechnieken, welk werkmateriaal en welke reinigingsmiddelen je hiervoor gebruikt.Formuleer ook of er voor deze doelgroep speciale punten zijn waarop je moet letten bij dagelijks en wekelijks onderhoud.Maak een kort verslag van jullie onderhoudsschema en de aspecten die erbij horen.

■ Samenwerkingsopdracht

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 18 02-04-10 14:28

Page 20: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 1 19

EvaluatiePresenteer de resultaten aan een andere groep.Vraag de andere groep naar de mening over de inhoud van jullie presentatie.Volg de presentatie van één of twee andere groepen.Wat vind je van de presentatie van de andere groep(en) in vergelijking tot het eigen resultaat?Wat was je eigen aandeel in de samenwerking, en in welke mate ben je daar tevreden over?

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 19 02-04-10 14:28

Page 21: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 120

Werkmateriaal aanschaffen en onderhouden

2

Nadine werkt in de thuiszorg. Ze vindt het werk erg leuk en afwisselend. Vandaag gaat ze weer naar een nieuwe zorgvrager. Dat is altijd weer spannend. Meneer Klaassen is haar nieuwe zorgvrager. Hij is 91 jaar en kon lange tijd voor zichzelf zorgen. Maar sinds kort heeft hij er hulp bij nodig. Daarom krijgt hij nu thuiszorg. Nadine maakt een praatje met meneer Klaassen, zodat ze weet wat zijn wensen en gewoonten zijn. Ze kijkt ondertussen om zich heen; het ziet er allemaal best netjes uit. Ze vraagt aan meneer Klaassen waar de schoonmaakmiddelen en de stofzuiger staan. Hij laat het allemaal zien. Nadine schrikt als ze de stofzuiger ziet. Het is een steelstofzuiger, met een heel korte stang. Ze kan daar niet met een rechte rug mee werken. Meneer Klaassen begrijpt dat wel, maar wat moet hij op zijn leeftijd nog met een nieuwe stofzuiger? Nadine geeft aan dat de thuiszorg eisen stelt aan werkmateriaal om de medewerkers te beschermen. Meneer Klaassen en Nadine gaan daarom samen een nieuwe stofzuiger kopen.In je werk zul je, net als Nadine, soms werkmateriaal moeten aanschaffen. Het is belangrijk dat je dan weet aan welke eisen het materiaal moet voldoen, en hoe je het kunt onderhouden. Hierover lees je in dit onderwerp.

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 20 02-04-10 14:28

Page 22: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 1 21

2.1 Aanschaf en onderhoud van werkmaterialen

Je hebt in je werk verschillende soorten werkmateriaal nodig. Het is belangrijk dat je weet waar je op moet letten als je werkmateriaal aanschaft. Werkmateriaal moet ergonomisch verantwoord zijn. Dat houdt in dat je het lichaam zo min mogelijk belast als je ermee werkt. Je moet ook weten hoe je de verschillende materialen onderhoudt, om te zorgen dat ze zo lang mogelijk meegaan.

2.1.1 WerkmaterialenOm de woonomgeving op orde te houden, kun je gebruikmaken van verschillende soorten werkmate-rialen:

bezem;stofdoeken;stofwisser met stofwisdoekjes;stofzuiger;spons, zeem en raamtrekker;dweil en mop.

BezemEen bezem is gemaakt van synthetische of plantaardige vezels. Buiten kun je een hardere bezem gebruiken dan binnen. Let erop dat de steel van de bezem voldoende lang is, zodat je met een rechte rug kunt werken. Ook een stoffer en blik kun je met een lange steel kopen, zodat je het vuil op kunt vegen zonder te bukken. Een stofblik moet een dunne voorrand hebben, zodat het glad op de vloer aansluit. Een rubberen strip langs de voorrand geeft een beter resultaat. Na afloop maak je de stoffer en blik goed schoon en zet je alles droog weg. Een stoffer die erg vuil is, kun je schoonmaken in een sopje.

StofdoekenEr zijn meerdere soorten stofdoeken:

een gewone stofdoek is een katoenen geruwde doek die veel stof vasthoudt. Je kunt deze doek wassen in de wasmachine;een stofwisdoekje is een papieren doekje dat geïmpregneerd is. Dat betekent dat er een klein beetje olie in zit. Hierdoor blijft stof aan het doekje kleven. Als het doekje vuil is, gooi je het weg;een klamvochtige doek is een natgemaakt en goed uitgewrongen werkdoekje. Stof blijft aan het doekje kleven. Na gebruik kun je deze doek wassen in de wasmachine;een doek met meubelspray. Je kunt de doek na gebruik uitspoelen en ophangen om te drogen. De vuile doek kun je wassen;

ergonomisch

verantwoord

geïmpregneerd

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 21 02-04-10 14:28

Page 23: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 122

een doek met microvezels. Er zijn tegenwoordig veel doeken van microvezels. Je kunt de doeken wassen in de wasmachine op veertig graden. Let wel op dat je een wasmiddel zonder bleekmiddel gebruikt.

Stofwisser met stofwisdoekjesDe doekjes zijn geïmpregneerd; ze binden het vuil en de bacteriën. Stofwissen is erg hygiënisch. Na afloop veeg je het doekje op met stoffer en blik. Doe het doekje en het vuil in een afvalzak. Zak door je knieën als je het doekje verwijdert.

StofzuigerLet bij de aanschaf van een stofzuiger op de volgende punten:

voor een groot huishouden is een stofzuiger met meer zuigkracht en capaciteit nodig dan voor een klein huishouden;de stofzuiger mag niet te zwaar zijn, want dat is niet goed voor je rug;de keuze is afhankelijk van de activiteiten die in een huishouden plaatsvinden. Als er veel geknut-seld wordt, ligt er veel rommel op de grond. Ook de aanwezigheid van huisdieren maakt veel uit. Een hond of kat verliest veel haren, je hebt dan een krachtige stofzuiger nodig;de slang moet lang genoeg zijn, goed aansluiten op de stofzuiger en draaibaar en soepel zijn, zodat je er op een ergonomisch verantwoorde manier mee kunt werken;let erop dat er voldoende hulpstukken bij de stofzuiger zitten.

De meeste stofzuigers hebben een stofzak die het vuil opvangt. Deze stofzak moet je regelmatig legen (stoffen stofzak) of vervangen (papieren stofzak). Er zijn ook stofzuigers zonder stofzak. Dan vangt een reservoir het vuil op. Uiteraard moet je dit reservoir ook regelmatig leegmaken.Na het stofzuigen maak je de borstels schoon en rol je het snoer op. De buitenkant van de stofzuiger kun je met een vochtig doekje schoonmaken.

Spons, zeem en raamtrekkerEen natuurspons is duur, maar geeft een veel beter resultaat dan een synthetische spons. Hetzelfde geldt voor een natuurzeem en een synthetische zeem. Gebruik een spons en zeem nooit in sop. Ze zuigen het sop dan op, en je krijgt het er nooit meer uit. Spoel een spons en zeem na afloop uit met schoon water en laat ze drogen. Als ze erg vuil zijn, kun je ze laten weken in een sopje van huishoud-zeep, daarna spoel je ze goed uit. Een spons moet een model hebben dat goed in de hand ligt. De gaten moeten even groot en gelijkmatig verdeeld zijn, en er mogen geen verontreinigingen in zitten. Een zeem moet een prettig model hebben om mee te werken, en moet soepel en gaaf zijn.Een raamtrekker is een rubberen strip aan een steel. Je gebruikt deze om de ramen na het zemen

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 22 02-04-10 14:28

Page 24: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 1 23

droog te trekken. Bij de aanschaf van een raamtrekker let je op de lengte van de steel en de breedte van de strip. Een korte steel die bij het werken niet in de weg zit, werkt het prettigst. Een brede strip werkt sneller, maar op kleine oppervlakken is een smallere strip gemakkelijker. Er zijn ook raamwissers waarmee je kunt ramen zemen zonder trap. Ze hebben vaak een uitschuifbare steel. Let erop dat de steel lang genoeg is, zodat je niet hoeft te rekken tijdens het zemen.

Dweil en mopEen dweil is gemaakt van dikke, ruwe, katoenen draden. Je kunt er gemakkelijk en snel veel water mee opnemen. Een dweil is niet erg sterk. Je kunt een dweil het beste met de dikke draden in de lengterichting uitwringen. Spoel en wring de dweil na afloop uit, en hang hem te drogen. Een vuile dweil kun je ook wassen.Moppen doe je met een mop en mopwagen. De mop bestaat uit repen katoen die aan een stok zit-ten. Spoel en wring de mop na afloop uit, en hang hem te drogen. Een vuile mop kun je ook wassen. De mopemmers maak je tot slot schoon en droog.

2.2 Werkmateriaal opbergen

Bewaar werkmateriaal voor nat en voor droog schoonmaakwerk apart. Zo voorkom je dat droog werkmateriaal nat wordt. In een instelling heb je vaak grote werkkasten met een ‘droge hoek’ en een ‘natte hoek’. Je kunt werkmateriaal het beste hangend opbergen. Hiermee voorkom je slijtage (van de haren) en vuil worden. Bovendien is het overzichtelijk en netjes. Als het werkmateriaal hangt, kun je de vloer eronder goed schoonhouden.Voordat je materialen opbergt, maak je ze eerst schoon. Het is natuurlijk niet prettig als je vuil werkmateriaal uit de kast haalt op het moment dat je wilt gaan werken. Als meerdere mensen met hetzelfde werkmateriaal werken, kan dat veel ergernis veroorzaken. Spoel doeken goed uit in schoon water, en hang ze te drogen. Vuile werkdoekjes en dweilen laat je drogen. Doe ze daarna in de was.Droog emmers altijd uit, anders gaan ze schimmelen. Berg materialen die je in combinatie gebruikt, bij elkaar op. Zo doe je emmers en raamtrekkers bij elkaar, en alle poetsmaterialen in één doos. Elektrische apparatuur, zoals stofzuigers, mag je alleen in een droge kast opbergen. Doeken, dweilen en moppen spoel je na gebruik uit en hang je te drogen. Je moet ze regelmatig in de was doen. Het is hygiënisch natuurlijk niet verantwoord om te werken met een doek of dweil die te vaak gebruikt is. Hetzelfde geldt voor een sponzen en zemen. Zet deze af en toe in een sopje van huishoudzeep. Trek-kers moet je na gebruik droogmaken met een doek voordat je ze weghangt. Stofzuigers hebben een stoffilter dat je regelmatig moet vervangen. Let erop wanneer dat voor de laatste keer gebeurd is.

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 23 02-04-10 14:28

Page 25: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 124

Wat een rommeltje is het in die werkkast!

Mai werkt in een gezinsvervangend huis. Ze gaat vandaag de huiskamer schoonmaken. Ze gaat naar de kast met werkmateriaal en doet de deur open. Ze schrikt. Wat een rommeltje is het daar, en het stinkt! Bezems en borstels liggen schots en scheef door elkaar. Er staan natte moppen, en vlak daarnaast staat de stofzuiger. Gebruikte, natte doeken liggen op een hoopje. Daar gaat ze eens met haar collega’s over praten.

1 Schrijf op hoe Mai dit probleem het beste met haar collega’s kan bespreken. Welke argumenten kan ze noemen voor het droog en netjes opbergen van werkmateriaal?

2 Wat gebeurt er als je natte doeken op een hoopje laat liggen?3 Waarom moet je elektrische apparaten altijd in een droge kast opbergen?4 Wat zou jouw eerste reactie zijn bij het openen van zo’n werkkast?

Praktijk 1

Als verzorgende zul je soms werkmateriaal aan moeten schaffen. Het is belangrijk dat je dan weet waar je op moet letten. Werkmateriaal moet ergonomisch verantwoord zijn. Dat houdt in dat het materiaal aangepast is aan de mens, zodat je er in een goede houding mee kunt werken. Zo is het onder meer belangrijk dat je met een rechte rug kunt werken, en dat je zo min mogelijk kracht hoeft te gebruiken. Natuurlijk moet je ook zelf goed op je houding letten als je met materialen werkt. Werk altijd met een rechte rug, zak door je knieën als je laag moet werken en zet geen kracht vanuit je rug.Je kunt met verschillende soorten materialen werken. Voor-beelden van werkmaterialen zijn: een bezem, een stofdoek, een stofwisser, een stofzuiger, een spons en zeem, een mop en een dweil. Ieder werkmateriaal vraagt een bepaalde manier van onderhoud. Als je de werkmaterialen op de juiste manier onderhoudt, heb je er zo lang mogelijk plezier van. Berg materialen altijd schoon en droog op. Zorg ervoor dat de werkkast overzichtelijk is. Hang materialen zoveel mogelijk op, en berg materialen die je samen gebruikt, ook bij elkaar op.

Samenvatting

Vragen

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 24 02-04-10 14:28

Page 26: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 1 25

1 Beschrijf het dagelijks onderhoud van:een bezem;een spons;een emmer;een mop;een dweil;een zeem.

2 Je gaat de woonkamer van een gezin een grote beurt geven. Welke werkmaterialen heb je nodig?3 Wanneer is werkmateriaal ergonomisch verantwoord?4 Benoem de punten waarop je let bij het aanschaffen van een stofzuiger.5 Bij de aanschaf van werkmaterialen let je op de ergonomie. Schrijf op wat jij belangrijk vindt als

je een huishoudtrap wilt kopen.6 Schrijf op met welke soorten doeken je kunt stoffen. Welke doek heeft jouw voorkeur? Motiveer

je antwoord.7 Je gaat de keukenvloer van een zorgvrager in een verzorgingshuis schoonmaken. Je kunt kiezen

of je een dweil met een trekker of een mop gebruikt. Welke van de twee ga jij gebruiken? Moti-veer je antwoord.

8 Zoek op wat een natuurzeem kost en wat een synthetische zeem kost. Welke heeft jouw voor-keur? Waarom?

9 Lees de gebruiksaanwijzing van een stofzuiger en beschrijf:het dagelijks onderhoud;een grote beurt, waaronder het schoonmaken van de stoffilter.

10 Noem een zorgsetting waarin je een kruimelzuiger zou adviseren. Noem ook een zorgsetting waarin je de kruimelzuiger niet zou adviseren.

Onderzoek

DoelJe zult meer dan eens een zorgvrager moeten helpen bij het aanschaffen van werkmateriaal. Het is dan van belang dat je weet waaraan je aandacht moet besteden. Deze opdracht biedt je de gelegen-heid om daarmee te oefenen. Het gaat hier om de aanschaf van een goede spons en trekker op steel (raamwisser), maar het zou ook ieder ander werkmateriaal kunnen zijn.

■ Kennisopdracht

■ Samenwerkingsopdracht

Opdrachten

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 25 02-04-10 14:28

Page 27: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 126

VoorbereidingVorm een tweetal met een medestudent.Stel van tevoren een lijst op met eisen waaraan de raamwisser en spons moeten voldoen.

BenodigdhedenNeem schrijfmateriaal en een fototoestel mee naar de winkels waar je naar een spons en trekker op steel gaat kijken.

UitvoeringBezoek verschillende winkels en voer een onderzoek uit naar een spons en trekker op steel. Kies er minimaal vijf uit, maak er foto’s van en schrijf een verslag waarin je de volgende punten verwerkt:

de kwaliteit van spons en wisser;de mate waarin de spons en wisser voldoen aan de eisen die je van tevoren gesteld hebt;de prijs van spons en wisser;de uiteindelijke keuze.

EvaluatieBeschrijf wie welke taak heeft uitgevoerd, en in welke mate je daarover tevreden bent.Vergelijk het resultaat met dat van een of twee andere koppels.Bespreek eventuele verschillen en probeer die te verklaren.Ga na wie in de groep het beste product heeft gezien voor de beste prijs.

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 26 02-04-10 14:28

Page 28: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 1 27

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 27 02-04-10 14:28

Page 29: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 128

Een ziekenkamer op orde houden3

Nina is verzorgende. Ze werkt vandaag bij mevrouw De Jager. Mevrouw De Jager is chronisch ziek en ligt op bed. ‘Kind, kun je dat glas niet weghalen? Die melk is nu toch niet meer te drinken en ik lig er steeds tegenaan te kijken’, zegt ze. ‘Hebt u daar dan zo’n last van?’, vraagt Nina. Ze is druk aan het werk, en ze kan zich eigenlijk niet voorstellen dat iemand zich ergert aan een glas. Mevrouw De Jager legt uit dat ze niet uit bed kan, en dat de kamer haar enige leefplek is geworden. Dan veroorzaken kleine dingen al ergernis. Nina kijkt kritisch om zich heen. Ze bekijkt de kamer opeens met andere ogen. Er ligt nog wat wasgoed op de grond. Dat zal ze direct even wegbrengen. En het blad van het nachtkastje kan wel een sopdoekje gebruiken.Mevrouw De Jager is langdurig ziek. Ze brengt al haar tijd door in haar kamer. Als verzorgende moet je weten hoe je ervoor kunt zorgen dat een ziekenkamer netjes verzorgd en opgeruimd is. Het is van belang dat je dat op een zo hygiënisch mogelijke manier doet, omdat een zorgvrager die ziek in bed ligt, vaak minder weerstand heeft.

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 28 02-04-10 14:28

Page 30: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 1 29

3.1 Onderhoud van bed en beddengoed

De zorg voor bed en beddengoed is een belangrijke taak die je hebt als verzorgende. Ieder mens brengt ongeveer eenderde deel van zijn leven in bed door. Baby’s en langdurig zieken liggen bijna 24 uur per etmaal in bed. Dan is het zeker belangrijk dat het bed en beddengoed goed verzorgd zijn. Maar ook de omgeving waarin het bed staat, moet goed verzorgd zijn.Als je het bed van een zorgvrager moet verzorgen, vraag je natuurlijk eerst naar zijn wensen en ge-woonten. Het is erg belangrijk dat hij zich prettig voelt in zijn eigen bed. Je kunt de zorgvrager onder meer vragen wanneer en hoe vaak je zijn bed moet verschonen, en hoe je de kussens het beste kunt neerleggen. Maak het bed op zoals de zorgvrager het prettig vindt. Dat is voor iedereen anders: de één wil het beddengoed los hebben liggen, de ander wil dat het bed strak opgemaakt is.De verschillende onderdelen van het bed hebben ook extra aandacht nodig:

dekens moet je buiten luchten, en vervolgens uitkloppen. Je kunt ze af en toe wassen;dekbedden en kussens moet je ook regelmatig luchten. Je kunt ze chemisch laten reinigen;de matrasdrager en bedbodem moet je regelmatig zuigen. Het bed zelf kun je eventueel nat reinigen als het materiaal daarvoor geschikt is.

Lucht dekens en dekbedden regelmatig. Je kunt ze iedere dag even buiten (het raam) hangen. Dekens kun je regelmatig uitkloppen, bijvoorbeeld één keer in de week. Een kussen wordt snel vochtig als je er altijd op ligt. Wissel kussens regelmatig als een zorgvrager meerdere kussens heeft. Keer een kussen af en toe om.Sommige mensen zijn allergisch voor huisstofmijt. De huisstofmijt leeft van menselijke en dierlijke huidschilfers. In beddengoed voelen ze zich dus prima thuis. Je moet extra aandacht besteden aan het beddengoed als je het bed verzorgt van iemand met zo’n allergie. Lakens, slopen en dekbedhoezen moet je minimaal op zestig graden wassen. Huisstofmijten overleven deze temperatuur niet.Je moet dekbedden om de zes weken chemisch reinigen. Dekens kun je om de zes weken wassen. De matras moet je regelmatig buiten luchten. Zuig de matras ook geregeld af met het kleine gladde mondstuk van de stofzuiger.Bedenk dat iemand die ziek is, veel tijd in bed doorbrengt. Vaak transpireert hij ook veel. Het is heel onplezierig om in een klam bed te liggen. Verschoon het bed dan wat vaker, en lucht het beddengoed om het weer fris te maken.

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 29 02-04-10 14:28

Page 31: Ondersteunen bij huishouden en wonen

Thema 130

3.2 Het op orde houden van de ziekenkamer

Het is natuurlijk belangrijk dat een ziekenkamer ordelijk en opgeruimd is. Laat geen vuil wasgoed slingeren, en ruim rommel op. Chronisch zieke zorgvragers hebben soms aanpassingen nodig. Denk maar aan een lampje bij het bed, een alarmeringssysteem of een bel. Als je een ziekenkamer op orde brengt, kijk er dan naar alsof het een huiskamer is. Want voor de zieke is het dat ook. Maak het gezellig en netjes.Je kunt ansichtkaarten op een leuke manier ophangen; aan touwtjes boven het bed of langs de muren. Let erop dat de zieke ze goed kan zien, en dat ze niet in de weg hangen. Kaarten die voor de zieke een speciale betekenis hebben, kun je op het nachtkastje zetten of dicht bij het bed ophangen.Als je in een kraamsituatie werkt, kun je de kleertjes die de kraamvrouw gekregen heeft, ophangen in de kamer. Je kunt er kaartjes bijhangen waarop de naam staat van degene die het cadeau gegeven heeft. Je kunt in de kamer een cadeautafel inrichten, waarop je knuffelbeesten en andere babyspullen kunt zetten. Hierbij kun je de kinderen van de familie inschakelen, zodat zij zich ook betrokken voelen bij de nieuwe baby.Een zorgvrager krijgt ook vaak bloemen of planten. Het kan gezellig zijn om deze in de kamer neer te zetten. Overleg altijd met de zorgvrager of hij dat ook wil. Planten gebruiken ‘s nachts zuurstof. Je kunt ze ‘s nachts ergens anders zetten. Zorg er wel voor dat de planten en bloemen die in de kamer staan, goed verzorgd zijn. Het kan storend zijn voor de zorgvrager als hij tegen uitgebloeide of onverzorgde planten aan moet kijken. Ververs het water van bloemen regelmatig, om ervoor te zorgen dat het niet gaat stinken. Bij de verzorging van planten kun je de zorgvrager misschien inschakelen. Zet planten dan binnen handbereik, zodat de zorgvrager de dode blaadjes eraf kan halen, de potjes schoon kan maken en de plant water kan geven. Het kan voor een zorgvrager fijn zijn om iets te doen, al lijkt het voor jou een klein karweitje.Als een zorgvrager fruit op zijn kamer krijgt, maak het dan schoon en leg het netjes op een fruit-schaal. Controleer steeds of het fruit nog goed is, en gooi rot fruit weg.Zorg ervoor dat de zorgvrager zijn persoonlijke spullen binnen handbereik heeft. Denk maar aan een bril, een boek, een puzzelboekje, een handtas, zijn portemonnee, een tijdschrift en de afstandsbedie-ning van de televisie. Een glas fris water op het nachtkastje is ook altijd prettig.Zorg tot slot voor een opgeruimde, frisse kamer. Ruim vuil wasgoed en serviesgoed zo snel mogelijk op. Verwissel dagelijks de vuilniszak, en maak de vuilnisbak dan ook schoon, hiermee voorkom je vieze luchtjes. Vraag aan de zorgvrager of hij het prettig vindt om een lekker luchtje in de kamer te hebben. Als hij het fijn vindt, kun je zorgen voor een huisparfum of potpourri. Vraag vooraf eerst welk luchtje zijn voorkeur heeft.

Ondersteunen bij huishouden en wonen_niv 3.indd 30 02-04-10 14:28