Ondernemingsplan 2 009–2013 Gemeentelijk Havenbedrijf ... 2009... · Dit ondernemingsplan is het...

36
Ondernemingsplan 2009–2013 Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen

Transcript of Ondernemingsplan 2 009–2013 Gemeentelijk Havenbedrijf ... 2009... · Dit ondernemingsplan is het...

Ondernemingsplan 2 009–2013 Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen

Publiek in doelstelling, bedrijf n werking. i

Welvaart die bijdraagt aan welzijn.

Inhoudstafel VOORWOORD 6

8

9

13

161719

2023

2427

2931

32

33

34

Missionstatement

Een omgeving in beweging

Schakel in de (logistieke) stroom: visie

Welke haven willen we: strategie 1. Vitale haven: competitief en multifunctioneel

FOCUS VITALE HAVEN 2. Doelmatige haven: operationeel, efficiënt en betrouwbaar

FOCUS DOELMATIGE HAVEN 3. Duurzame haven: zorgend voor het milieu en financieel gezond

FOCUS DUURZAME HAVEN 4. Gedragen haven: partner voor medewerker, klanten en maatschappij

FOCUS GEDRAGEN HAVEN Organogram Kerncijfers Haven van Antwerpen 2008 Situering

5 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

VOORWOORD

Antwerpen kent een rijke traditie als handelscentrum. Deze positie dankt de Scheldestad in belangrijke mate aan de haven van Antwerpen die het verbindingsstuk vormt van de stad met de rest van de wereld. Als een van de belangrijkste toegangspoorten tot Europa is de haven bovendien een onontbeerlijke schakel in de ambitie van Vlaanderen en Europa om bij de meest welvarende regio’s te horen. Om deze functie verder in te vullen moet het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen (GHA) (kunnen) inspelen op de uitdagingen van de toe-komst. We mogen ons als organisatie niet in onze havenregio opsluiten noch in te eng keurslijf worden gestopt. Het GHA kijkt op een onder-nemende wijze naar de toekomst en wenst zo zijn rol als economische motor, schepper van werkgelegenheid, en bron van welvaart te handhaven.

Daarom moeten we maximaal inspelen op de wereldwijde trends die de ontwikkeling en de organisatie van havens in de 21ste eeuw bepalen, zoals veranderende economische structuren en consumptiepatronen, demografische ontwikkelingen en geografische verschuivingen van productiecentra, liberalisering van de handel en crisisprotectionisme, nieuwe bedrijfsstrategieën, milieuzorg, … Havens creëren immers zelf geen goederenstromen, havencapa-citeit wordt opgebouwd om de uitwisseling van goederen via interna-tionale handel te faciliteren. Een goed functionerende haven is dus, naast haar bijdrage tot de regionale welvaart en tewerkstelling, ook van belang voor het behoud van de nationale welvaart. De Antwerpse

6 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

haven is van strategisch belang voor België, het meest geglobaliseerde land ter wereld. Voor een sterk exportgerichte economie als de Vlaamse en de Belgische, is een kostenefficiënte en competitieve vervoersorganisatie een noodzaak om haar competitiviteit op de wereldmarkt te kunnen behouden. Het GHA speelt als autoriteit en mede-actor een toonaangevende rol in het vasthouden van die toppositie van de haven van Antwerpen. Dit gebeurt in goed overleg met onze aandeelhouder de stad Antwerpen, het Vlaams Gewest, private havenbedrijven en klanten, omwonenden en alle partners die een schakel vormen in de exploitatie en beheer van de haven waar economie, veiligheid en omgevingskwaliteit samen gaan. Dit ondernemingsplan, dat volgens het Havendecreet moet worden voorgelegd aan de Vlaamse regering, beschrijft onze doelstellingen, ambities en strategie voor de periode 2009–2013. En verduidelijkt onze ambitie om de belangrijkste general cargo haven in Europa te worden. Het plan bevat een publiek deel, met onze strategie en focust op de belangrijkste concrete acties, initiatieven en projecten om dit doel te bereiken. De operationele doelstellingen staan in een apart hoofdstuk dat specifiek bestemd is voor bedrijfsintern gebruik. Dit ondernemingsplan is het instrument van het GHA om consistent en gestructureerd te werken naar de toekomst toe in functie van strategische doelstellingen. Het ondernemingsplan geeft richting en zin aan de bedrijfsvoering in alle geledingen van het bedrijf. Dit is een plan voor maar ook van het GHA: de raad van bestuur, het management en het personeel.

7 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

Missionstatement TE KOMEN TOT EEN VITALE, DOELMATIGE, DUURZAME EN GEDRAGEN HAVEN.

VOOR EUROPA Bijdragen tot een krachtig, globaal Europees vervoersnetwerk (als hefboom voor de globale economie).

VOOR VLAANDEREN Als slimme haven de draaischijf die mee Vlaanderen als Europese topregio positioneert.

VOOR REGIO EN STAD Duurzaam optimaliseren van de gegenereerde toegevoegde waarde.

VOOR DE MARKT Aanbieden van een kwaliteitsvolle, betrouwbare, ononderbroken dienstverlening en uitgebouwde infrastructuur. Verantwoordelijkheid nemen voor vlot en veilig scheepvaartverkeer. Ontwikkelen van een vertrouwensrelatie.

VOOR DE MAATSCHAPPIJ Begunstigen en promoten van duurzame havenontwikkeling en milieuvriendelijk goederentransport van en naar het achterland.

VOOR EIGEN ORGANISATIE Vanuit een verbeterde interne bedrijfsvoering onze ambities uitbreiden en deelnemen aan vormen van dienstverlening buiten het havengebied. Bewerkstelligen van de volle steun en medewerking van onze medewerkers.

8 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

Een omgeving in beweging 1. De maritieme en logistieke sectoren zijn tijdens de jongste tien jaar

structureel gewijzigd onder invloed van de mondiale trends in de wereldeconomie. De globalisering van de economie zette twintig jaar geleden een opmerkelijk proces van schaalvergroting en consolidatie in, waarbij de opmars van de containervaart vanaf het laatste kwart van de 20ste eeuw een fundamentele rol speelde. Het ziet ernaar uit dat, ondanks een ingrijpende crisis, de grenzen van deze ontwikkelingen nog niet zijn bereikt.

2. Door de globalisering van de economie werd de kwaliteit van de logistieke

dienstverlening voor veel sectoren belangrijker dan voorheen. Dit effect werd nog versterkt door de stijging van de levensstandaard, die een toenemende individualisering van de consumentenvraag in de hand werkte. Daarbij geven verladers en logistieke dienstverleners almaar meer aandacht aan integrale logistieke concepten die de totaliteit van de ‘productie tot consumptie’-ketting omvatten. Opvallend daarbij is dat naast het belang van kostenefficiëntie, meer en meer aandacht wordt geschonken aan concepten zoals betrouwbaarheid en leveringszekerheid.

3. De reallocatie van een deel van de industriële productie in Noordwest-

Europa creëerde nieuwe, omvangrijke maritieme goederenstromen en gaf een belangrijke impuls aan het ontstaan van een innovatieve logistiek waarbij toegevoegde waarde centraal staat (value added logistics). Vlaanderen heeft op Europees niveau goed ingespeeld op deze nieuwe ontwikkeling en logistiek als speerpuntsector in zijn langetermijnbeleid ingeschreven.

4. Het antwoord van de meeste spelers in de transportwereld op de snel toe-

nemende transportvraag was groei, het aanbod van de transportcapaciteit verhogen en zelf een global player worden. Het initiatief tot consolidatie werd genomen door de reders met een opmerkelijke fusie- en overnamegolf na 1995. Ook relatief kleine rederijen slaagden er zo in om snel uit te groeien tot spelers van wereldniveau. Twintig jaar terug was één derde van de maritieme containertrafiek geconcentreerd bij de top-twintig van de rederijen, in 2000 was dit al 62% en in 2007 76,6%. De andere spelers in de logistieke keten, de stouwers, de goederenbehandelaars, de logistieke dienstverleners en in mindere mate de vervoerders hebben, met enige vertraging, ook een schaalvergroting doorgevoerd. Zo controleerden de top-tien van de stouwers in 2007 61,4% van de containerbehandeling in de wereld, waarvan 45,1% bij de vier grootsten, HPH, APM, PSA en DPW. Door de internationalisering van de belangrijkste havenactoren treden de havenbesturen de jongste jaren terug meer op het voorplan als vertegen-woordiger van de havengemeenschap, als verdediger van de lokale haven-belangen, als behoeder van het ‘gelijkheidsprincipe’ en als bewaker van de haveninterne mededinging (vermijden van barriers to entry).

9 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

5. Naast de schaalvergroting is tezelfdertijd vanuit de rederijen een proces van verticale integratie ontstaan. Daarbij werd gestreefd naar een grotere invloed op de volledige logistieke ketting, onder meer via het leveren van door-to-door diensten, door de controle van terminals en het achterland-vervoer en door het aanbieden van bijkomende logistieke diensten. Met de verruiming van hun traditionele dienstenpakket beoogden de rederijen vier doelstellingen: een directere controle op de kwaliteit van hun product, het spreiden van commerciële risico’s, het verhogen van hun rendabiliteit en ten slotte een betere klantenbinding.

6. Naast deze uitgesproken tendens tot concentratie en integratie, vond in de

maritieme sector ook een fysieke schaalvergroting plaats. Die komt vooral tot uiting in de containervaart. Sinds enkele jaren worden op intercontinen-tale lijndiensten zeer grote cellulaire containerschepen ingezet. Momenteel is de maximumcapaciteit van de containerschepen zelfs opgedreven tot meer dan 14.000 TEU. De beweegreden voor deze ontwikkelingen is nog steeds de zoektocht naar schaalvoordelen, met als doel de laagste slot mile-kost per vervoerde container te realiseren. Dit is een recente en snelle ontwikkeling, pas ná 1995 werden er op grote schaal containerschepen van meer dan 5.000 TEU in Noordwest-Europa ingezet. In 2008 was deze laatste generatie containerschepen al goed voor ruim 40% van de totale wereld-capaciteit. Containerschepen van meer dan 8.000 TEU nemen nu bijna 15% van de totale capaciteit van de wereldcontainervloot in en de schaalver-groting zette zich tot voor kort onverminderd door. Algemeen wordt aan-genomen dat er door technisch-operationele en commerciële redenen een bovengrens is voor de containerschepen die Noordwest-Europa zullen aanlopen.

10 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

7. Ten slotte kan voor toekomstige ontwikkelingen het begrip 'duurzame ontwikkeling' niet worden genegeerd. Dat werd in 1987 door de Noorse eerste minister G.H. Brundtland geïntroduceerd en in juni 1992 in Rio de Janeiro door de Verenigde Naties als basisprincipe voor toekomstige actie overgenomen. Het Brundtland-principe gaat uit van een economische ontwikkeling die aan de huidige behoeften beantwoordt, zonder daarbij de belangen van toekomstige generaties te belasten. Deze nieuwe groeibena-dering remt de handel in nieuwe, bijkomende grondstoffen af, onder meer door product- en procesontwikkeling in de bedrijven te bevorderen die de milieubelasting terugdringt. Naast het verzekeren van een hoge levens- en omgevingskwaliteit komt ook mobiliteitsbeheersing meer en meer op de voorgrond in het maatschappelijk debat over de verdere havengroei.

8. Deze snel veranderende omgeving biedt de haven van Antwerpen zowel

kansen als uitdagingen.

Sterkten/Kansen

• Door de zeer sterke cargogeneratie in haar onmiddellijke achterland, kan de haven van Antwerpen met een minimum aan externe kosten inspelen op de globalisering en de logistieke opportuniteiten. De landinwaartse ligging maakt haar bovendien tot de geprefereerde exporthaven van veel Europese verladers. Mede hierdoor verhoogt haar attractiviteit bij vele reders die er, meer dan elders, voldoende retourcargo vinden.

• Het mainportmodel biedt aanzienlijke voordelen door de ruimtelijke

concentratie van de diverse zeehavenactiviteiten, het zorgt niet alleen voor een grote synergie tussen de bedrijven maar vermindert ook de overlast. Hierdoor kunnen belangrijke economische - en milieubaten worden geboekt zoals de beperking van transport d.m.v. haveninterne uitwisseling van producten, het valoriseren van het uitzonderlijk dicht pijpleidingennetwerk tussen de petrochemische- en tankopslagondernemingen, de sterke vervlech-ting en integratie tussen maritieme overslag, industrie en logistiek, de grote keuze aan dienstverleners, het gezamenlijk benutten van tal van nutsvoor-zieningen, de belangrijke concentratie aan havengebonden knowhow en expertise in de goederenbehandeling en de ermee verbonden beschikbare infrastructuur onder de vorm van gespecialiseerde magazijnen, e.a.

• Ook op het gebied van mobiliteitsbeheersing en het aanbieden van

betrouwbare en flexibele achterlandverbindingen biedt het mainportmodel belangrijke voordelen. Door het bundelen van ladingstromen kan voldoen-de vrachtvolume worden geconsolideerd om zowel de binnenvaart als het spoor meer te benutten. In combinatie met een unieke quatromodale infrastructuur (pijpleidingen, spoor, binnenvaart en weg) die grote volumes goederen kan verwerken, heeft de havengebruiker een gevarieerde keuze tussen de modi bij de organisatie van zijn achterlandvervoer. Tegelijkertijd geeft de aanwezigheid van al deze vervoersmodaliteiten in de haven een belangrijke impuls bij het zoeken naar oplossingen voor de congestie-problematiek in bredere zin.

11 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

Aandachtspunten/Uitdagingen:

• Weinige diep landinwaarts gelegen havens kunnen een nautische toe-gankelijkheid aanbieden zoals Antwerpen. Maar met de opkomst van de zeer grote containerschepen dient men alert te zijn voor het voortdurend verbeteren van de diepte en de bevaarbaarheid van de Schelde en de optimalisatie van de nautische keten.

• Hoewel Antwerpen nog over aanzienlijke reserves havenareaal beschikt,

is het aanbod van de nog beschikbare ruimte een aandachtspunt op de langere termijn. De benutting van nieuwe ruimte vraagt om een voorzich-tige afweging van de activiteiten die in de haven dan wel in de extended gateways thuishoren.

• Antwerpen geniet in de maritieme wereld wereldwijd een uitstekende

reputatie op het vlak van productiviteit, deskundigheid en kwaliteit, maar is in de internationale verladergemeenschap niet altijd voldoende gekend. De versterking van de brand Port of Antwerp is niet alleen noodzakelijk om de internationale uitstraling van de haven te versterken, maar moet op regionaal vlak ook meer draagvlak voor de haven bereiken bij alle stake-holders.

12 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

Schakel in de (logistieke) stroom: visie

Meer dan 90 procent van de Europese import en export van goederen gebeurt met maritiem vervoer. Als tweede grootste haven en toegangspoort tot Europa vormt Antwerpen dan ook een essentieel onderdeel van het Europees vervoers-netwerk. Bovendien is ze voor Europa de hefboom om de meest competitieve economie van de wereld te worden zoals het Verdrag van Lissabon ambieert. Daarnaast wil de Antwerpse haven haar positie als de belangrijkste regionale en Vlaamse economische pool vasthouden en zo als motor fungeren voor het actieplan ‘Vlaanderen in actie’. Ermee rekening houdend dat de maatschappe-lijke impact van de haven in diverse domeinen van de samenleving (welvaarts-creatie, milieu, mobiliteit, …) almaar belangrijker wordt, heeft het GHA een strategie uitgewerkt die gebaseerd is op het combineren van vier belangrijke complementaire invalshoeken die elkaar versterken: competitief en multi-functioneel (vitale haven), operationeel, efficiënt en betrouwbaar (doelmatige haven), zorgend voor het milieu en de welvaart en financieel gezond (duurzame haven) en partner voor medewerkers, klanten en maatschappelijk (gedragen haven). VITALE HAVEN Het GHA wil dat Antwerpen de belangrijkste Europese general cargo haven wordt, zowel met het oog op de consolidatie en versterking van de eraan verbonden tewerkstelling, als met het oog op de versterking van de compe-titieve positie van de industriële en logistieke bedrijven in Vlaanderen. De aantrekkelijkheid van de haven vergroten vergt meer dan een verbetering van de maritieme toegankelijkheid, de verkeersorganisatie en de technisch-nautische dienstverlening, de beschikbaarheid van voldoende behandelings-capaciteit, flexibiliteit en productiviteit bij de terminaloperaties, efficiënte controle-, toezicht- en veiligheidsprocedures door de overheden, een aantrek-kelijk investerings- en sociaal klimaat en een goede infrastructurele en commercieel aantrekkelijke ontsluiting van de haven. Het moet ook door een sterke branding van Port of Antwerp meer zichtbaar en bekend worden gemaakt.

13 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

DOELMATIGE HAVEN De haven wordt geografisch steeds meer gepercipieerd als een schakel in de logistieke stromen tussen het maritieme voorland en het continentale achter-land. De goederenstroom wordt nu eerder beschouwd als een continue keten (door-to-door) over de landsgrenzen heen, en niet als de optelsom van stukjes land- en zeetransport met de haven als tussenstation. Het succes van een haven is niet alleen afhankelijk van de kost/kwaliteitsverhouding en de efficiëntie van de goederenbehandeling in de haven zelf, maar houdt ook nauw verband met de kost, de vlotheid en de betrouwbaarheid van de aan- en afvoer van de goederen over zee en land. Om in die keten op de meest efficiënte manier welvaartsturend en onder-steunend te kunnen optreden, dient de havenbeheerder geleidelijk een aangepaste, meer uitgebreide rol op te nemen buiten zijn oorspronkelijke havendomein. De haven van Antwerpen wil optreden als facilitator in de globale logistieke keten vanaf de maritieme aan- en afvoer tot en met het hinterlandtransport. De vraag is dus niet langer of het GHA zijn beleid geografisch moet verruimen, maar wel hoe deze verruiming het meest doeltreffend kan realiseren.

14 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

DUURZAME HAVEN De economische groei van de haven kan slechts in een duurzame context tot stand komen, zowel wat betreft zorgzaamheid voor de omgeving, de mens en het milieu als ook in continuïteit en doelmatigheid om binnen de fysieke en ecologische grenzen van de haven toch perspectief te scheppen voor een langetermijnontwikkeling. Het GHA wil de zorg voor het milieu zien evolueren van een potentiële hinderpaal voor economische expansie naar een troef die een competitief voordeel oplevert voor de havengemeenschap. Het GHA wil een schone haven waarbij de kwaliteit van lucht, water en bodem bewaakt wordt, waar de afvalstromen worden gestuurd, de hinder voor de omgeving zoveel mogelijk beperkt wordt en gestreefd wordt naar een goed geordende, kwaliteitsvolle maar ook efficiënte invulling van de ruimte. Het GHA neemt hierbij als gebiedbeheerder een sturende en bewakende rol op en is pleit-bezorger voor een meer rechtszeker beleid. Naast het verzekeren van een hoge kwaliteit van de leefomgeving komt de mobiliteitsbeheersing almaar meer op de voorgrond. Juist de concentratie van diverse activiteiten brengt belangrijke baten tot stand. Om de doelstellingen van het GHA in de toekomst blijvend te kunnen verwezenlijken, is financiële duurzaamheid en stabiliteit een vereiste. GEDRAGEN HAVEN De haven moet in haar economische groei gesteund worden door de samen-leving. Mensen maken de haven. Naast het creëren van werkgelegenheid en welvaart wenst het GHA ook aandacht te hebben voor soft values als erfgoed en toerisme. Een gedragen haven speelt zich uiteraard ook af in de directe havengemeen-schap, waarbij een goede relatie met de bedrijven en de klanten en de omlig-gende gemeenten voorop staat. Een mainport als Antwerpen, die goed is voor 57 procent van de toegevoegde waarde die de Belgische havens opleveren, moet ook voet aan wal hebben in de ruimere omgeving, zowel op rechter- als op linkeroever, in Vlaanderen en in België, maar ook buiten de landsgrenzen zoals Nederland of Duitsland. Een maatschappelijk draagvlak opbouwen start in eigen huis met de invulling van maatschappelijk verantwoord ondernemen. En een gezond sociaal klimaat dat een slagkrachtig publiek bedrijf moet mogelijk maken. Het GHA moet daar-bij nog meer functioneren als een publiek bedrijf in de betekenis van ‘publiek in de doelstellingen, bedrijf in zijn werking’. Dit vraagt een aangepast personeels-beleid, waarbij de komende jaren verder zal worden gewerkt aan een uitdagen-de werkomgeving met een klantgerichte, innovatieve managementstijl waarin de veranderingen op het gebied van personeel en organisatie mede aangedra-gen worden vanuit de medewerkers. Een modern leiderschap dat kiest voor partnerschap in plaats van command and control en dat bouwt aan engage-ment van de medewerkers is daarvoor onontbeerlijk.

15 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

Welke haven willen we: strategie

Het behoud en de versterking van de economische functie van de haven als logistiek-maritiem en industrieel centrum voor Europa blijft onze centrale doelstelling. Dit objectief kan enkel worden waargemaakt door middel van een samenhangende strategie die tegelijkertijd oog heeft voor markt, maat-schappij, milieu en keten. De groei van de haven dient als positief te kunnen worden ervaren door de maatschappij (license to grow), die er de (econo-mische) vruchten van kan plukken en waarbij de veroorzaakte lasten tot aan-vaardbare proporties worden herleid (license to operate). De strategie van het GHA wordt samengevat door het samenspel van de volgende vier prioriteiten.

16 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

1. Vitale haven: competitief en multifunctioneel

Door zijn omvang en diversiteit draagt de Antwerpse havensector als geen andere bij tot de welvaartscreatie van de stad, Vlaanderen en België. In 2007 creëerde het maritieme-industriële complex een toegevoegde waarde van 9,9 miljard euro en, inclusief toeleveringsbedrijven, 20,5 miljard euro. De toegevoegde waarde stemt overeen met 10,6 % van het brp en 6,1% van het bbp. In 2007 stelde de Antwerpse havensector in zijn totaliteit 183.100 per-sonen tewerk onder wie 64.900 in een direct havengebonden bedrijf (NBB, 2009). De focus van het GHA in de markt ligt op het aanbieden van een polyvalente haven. De unieke synergie tussen de maritieme overslag, de industriële activi-teiten en de logistieke dienstverlening verhoogt de stabiliteit van de haven-economie en vergroot haar attractiviteit. De verscheidenheid biedt alle partijen een breed gamma van bijkomende diensten waardoor er versterkende cluster-effecten ontstaan. Door de haveninterne concurrentie worden de meest gun-stige prijsvoorwaarden gestimuleerd.

Het concept ‘multifunctionele haven’ is dus de strategische basisprioriteit. De haven van Antwerpen wil daarbij niet alleen inzetten op groeimarkten en dit zowel sectorieel als geografisch, maar wil ook haar activiteitenmix verder uitbreiden met nieuwe diensten in de maritieme dienstensector (R&D-centra, RHQ, …). Samen met het verbreden van de activiteitenmix is een innovatie-beleid een belangrijke voorwaarde om de concurrentiekracht en het imago van de Antwerpse haven op hoog niveau te handhaven.

17 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

De haven positioneert zich in de markt rond haar status als mainport (nummer twee in Europa) met een goede nautische toegankelijkheid, haar polyvalente karakter met brede en continue (24 uur op 24) dienstverlening, de synergetische werking tussen de verschillende functies (maritiem, logistiek, industrie), het cargogenererend vermogen van het achterland en de havenindustrie, de aanwezigheid van een moderne infrastructuur met beschikbare capaciteit voor containerbehandeling, een uniek pijpleidingennetwerk en de hoogste concentratie aan logistieke opslag- en distributieruimte, de hoge arbeidsproductiviteit, de multimodale ontsluitingsmogelijkheden, de gevarieerde logistieke dienstverlening en de ermee verbonden waardecreatie en de aandacht voor duurzame ontwikkeling en milieuzorg. Naast containers heeft vooral vloeibare bulk uitgesproken groeikansen in de Antwerpse haven. Speerpunt blijft de wereldwijd erkende (petro)chemische cluster die gebouwd is in synergie met het Antwerpse logistieke platform. Andere speerpunten voor onze haven zijn de toppositie in conventioneel stukgoed en de evolutie naar meer hoogwaardige droge bulkgoederen. De ambitie is een stijging van de goederenoverslag van bijna 190 miljoen ton in 2008 tot ruim 300 miljoen ton in 2030. Het GHA wil de haven sterker positioneren op de wereldmarkt met een doel-gericht promotiebeleid dat de algemene naambekendheid moet verhogen, opgebouwd enerzijds rond de genoemde troeven, en anderzijds zoveel mogelijk aansluitend bij de sectorale en regionale commerciële prioriteiten. Hierbij spelen de buitenlandse vertegenwoordigers, zowel die van GHA als van de regionale en federale overheden, een belangrijke rol. Het algemene promotie-werk moet worden volgehouden en geïntensifieerd in een nieuwe dynamiek met de private sector. Daarbij blijft het belangrijk dat binnen Flanders Port Area (FPA) voldoende reliëf aan het Vlaamse havenlandschap wordt gegeven, zowel commercieel naar het buitenland als qua draagvlakvorming in het binnenland. Het louter opsommen van de troeven van de vier havens leidt tot een louter virtuele en dus onbestaande haven. De Vlaamse havens moeten naast FPA een eigen promotiebeleid en activiteiten kunnen voeren vanuit de dynamiek van de eigen haven. Antwerpen moet zich daarbij profileren als wereldspeler met een sterke inlandse ligging, divers en polyvalent, met vrije capaciteit en hoge productiviteit en versterkte nautische bereikbaarheid.

18 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

FOCUS VITALE HAVEN

MULTIFUNCTIONEEL • Synergie tussen maritieme overslag, industriële acitiviteiten en logistiek • Uitbreiden activiteitenmix met nieuwe diensten

MARKTPOSITIONERING • Versterken en uitbouwen industriële cluster/petrochemisch centrum • Versterken en uitbouwen logistiek (maximeren toegevoegde waarde) • Ondersteunen evolutie naar meer hoogwaardige droge bulkgoederen • Marktpositie containerhaven behouden en/of versterken in de

verschillende handelsroutes • Toppositie in conventioneel stukgoed behouden en versterken • Algemene promotie haven van Antwerpen in nieuwe dynamiek met

private sector, met sectorale en regionale focus • Branding Port of Antwerp • Monitoring van de dienstverlening, met o.m. jaarlijkse

tevredenheidsenquête

INNOVATIE • APICS2: ontwikkeling van een innoverend haveninformatiesysteem

19 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

2. Doelmatige haven: operationeel, efficiënt en betrouwbaar

De concurrentiepositie kan slechts duurzaam worden uitgebouwd als de dienst-verlening van de haven van Antwerpen tot de absolute wereldtop behoort. Dit vergt een voortdurende investering in de verbetering van de operationele effi-ciëntie. De belangrijke prioriteiten zijn daarbij de optimalisatie van de nautisch-technische dienstverlening, innovatie op het vlak van nieuwe behandelings- en productietechnologieën, het verhogen van de ruimteproductiviteit zodat meer goederen op minder oppervlakte kunnen worden behandeld, een moderne arbeidsorganisatie, een veilige afhandeling van de goederenbehandeling en het industriële productieproces en het garanderen van een vlotte bereikbaarheid over land en zee. Het uiteindelijke resultaat moet een betrouwbare haven zijn, waar kostencontrole, efficiëntie, kwaliteit en een congestievrije omgeving onovertroffen zijn. Bij de organisatie van de keten moeten de bestaande en voorziene vaar-mogelijkheden maximaal worden benut en moet er voor de toekomst een helder kader zijn in de vorm van een langetermijnvisie op de nautische toegan-kelijkheid. Vlot en veilig scheepsverkeer kan alleen worden waargemaakt met een performante loodsorganisatie op zee, op de rivier en in de dokken, met goede sleepdiensten op de Schelde en in de dokken, beschikbaarheid van sluizen, scheepvaartbegeleiding en aanmeerdiensten. Een aangepaste bedrijfs- en beheerstructuur voor de loodsactiviteiten lijkt hierbij onontbeerlijk. Alleen door het naadloos afstemmen van al de schakels via de ketenbenadering kunnen de vaarmogelijkheden van de rivier en de sluizen maximaal worden benut. Omdat de finaliteit van het scheepvaartverkeer op de Schelde hoofdzakelijk in de Antwerpse haven ligt, is het cruciaal dat, net als in vele andere grote havens, het GHA via het Antwerp Coördinatie Centrum (ACC) een sturende rol heeft in deze ketenbenadering en nautische verkeersafwikkeling. Dit impliceert dat het GHA te allen tijde moet kunnen bijsturen in de planning in de nautische dienstverlening ten behoeve van de scheepvaart, waarbij de bepalingen in de verdragen met Nederland en de afspraken met de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit (GNA) dienen te worden gerespecteerd. Het verhogen van de ketenefficiëntie zowel aan de zeezijde als aan de landzijde (meer multimodaliteit) verbetert niet alleen de competitiviteit en bijgevolg de economische slagkracht van de haven, maar vermindert tevens de milieu-belasting, verhoogt de veiligheid en versterkt het draagvlak van de haven in de samenleving. Dit vraagt een ‘slimme’ aanpak van de logistieke organisatie waarbij de beschikbare middelen zoals ruimte en infrastructuur optimaal worden gecombineerd. Het GHA kan hier in samenwerking met de Vlaamse overheid en de private ondernemingen een belangrijke initiërende en facilite-rende rol spelen. Het GHA maakt optimaal gebruik van het centre of excellence op het vlak van technologische innovatie dat de haven van Antwerpen biedt: de containerrevolutie en de ontwikkelingen op transportvlak hebben immers van

20 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

de logistieke sector een industrie gemaakt die als weinig andere actief zoekt naar en werkt met de meest vooruitstrevende technologie. De Antwerpse haven kan maar groeien en competitief blijven binnen een aantrekkelijk investeringsklimaat waar ruimte voor groei bestaat. Die is in de eerste plaats te vinden in het havengebied zelf. Zo zullen de volgende jaren ongebruikte/onbruikbare gronden bouwrijp worden gemaakt. Voorts wordt met de grootindustrie onderhandeld over de strategische reserves. Ook hier is het areaalaanbod niet onbegrensd. Veel aandacht moet daarom gaan naar de voordelen van clustereffecten en synergie met nieuwe projecten door de groot-industrie. Naast het beheren van de havengronden focust het GHA op het vergroten van het patrimonium door gerichte aankopen. De Ontwikkelingszone Saeftinghe, de noordelijke uitbreiding op Linker-oever, is voor het havenbedrijf een strategische prioriteit, waar verder werk van wordt gemaakt. Een analyse van de historische groei van de haven toont immers aan dat de planning van de havenontwikkeling bij voorkeur vanuit een langetermijnperspectief wordt benaderd. Goed bestuur vereist visie en een stabiel strategisch beleid, waarbij wordt vermeden bij elke conjuncturele omslag het roer om te gooien. Een go and stop- of een zigzagbeleid creëert en voor de havengemeenschap en voor de andere belanghebbenden (omwonen-den, milieugroeperingen, …) alleen maar onduidelijkheid en onzekerheid.

Buiten de fysieke grenzen bouwt het GHA samenwerkingen uit richting Oost-Vlaanderen en Limburg. Met de extended gateways kan de haven accuraat inspelen op de versnelde internationale maritieme handel, biedt ze een geïntegreerd logistiek netwerk aan en bouwt ze haar dienstenpakket verder uit. De concurrentiële positie van de haven versterken voor de toekomst, betekent ook het aanpassen van oudere havendelen aan de hedendaagse behoeften, scheepsmodificaties, behandelingstechnieken en een efficiëntere invulling van de bestaande ruimtes.

21 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

Een veilige en beveiligde haven is een cruciale voorwaarde om de vlotheid van het goederenverkeer te verzekeren. Daarnaast vormt de beschikbaarheid van efficiënte elektronische informatieuitwisselingssystemen een belangrijke factor om de betrouwbaarheid en de snelheid van de goederenstromen te verhogen en zo de competitiviteit van de haven te verhogen. Duurzame arbeidsverhoudingen dragen bij tot een betrouwbare, operationele haven. Het behouden van het gezonde sociale klimaat staat voorop. De hoge arbeids-productiviteit biedt de haven concurrentieel voordeel dat echter kan worden versterkt met de aanpak van wrijvingspunten onder meer bij de niet direct havengebonden arbeid (met een meer logistiek-distributief karakter), via het regulier sociaal overleg. Ook wordt voor een aantal trafieken met een uitge-sproken arbeidsintensief karakter de gedetailleerde omkaderingsnormen voor een minimale ploegensamenstelling als te rigide ervaren in concurrentie en/of confrontatie met andere havens, net als het gebrek aan flexibiliteit op het gebied van aanvangs- en duurtijden.

22 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

FOCUS DOELMATIGE HAVEN

NAUTISCHE TOEGANKELIJKHEID • Optimale verbetering van de fysieke grenzen van de Schelde: volledig

invullen en benutten van alle verdragsrechtelijke mogelijkheden • Uitbouw Antwerp Coördinatie Centrum, verbindingsofficier bij de

Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit • Verdere uitbouw performant planningssysteem: BTS (Barge Traffic

System) • Blijvend investeren in de servicebedrijven GHA als waarborg voor een

optimale dienstverlening • Tot stand brengen van een meer performante bedrijfsstructuur voor het

loodswezen

RUIMTE VOOR GROEI • Vorm geven aan de Ontwikkelingszone Saeftinghe, de noordelijke

uitbreiding in samenwerking met de Maatschappij Linkerscheldeoever • Uitbouw van infrastructuur: — 3de fase Verrebroekdok — inname van het gedempte deel van het Doeldok uitbouw van het logistieke park Schijns • Realiseren van bijkomende sluiscapaciteit (tweede sluis) op LO, studie

sluis RO • Valorisatie van de eigen ongebruikte terreinen, gesprekken met de

grootindustrie over hun strategische reserves, verhoging ruimteproductiviteit

• de uitbouw van een netwerk van distributieplatformen in het achterland en het verder optimaliseren van de bereikbaarheid van het achterland voor de verdere groei van het intermodale transport van en naar Antwerpen.

• Uitbouwen voorlandstrategie • Uitbouw van extended gateways

VEILIGHEID • ISPS-beveiliging. Systematische controle van de faciliteiten blijft meer

dan noodzakelijk. • Actieve medewerking aan andere cruciale projecten zoals het Secured

Trade Lane • Opvolging van gevaarlijke goederen bij niet-watergebonden modi • Controle van de milieuvoorschriften

23 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

3. Duurzame haven: zorgend voor het milieu en financieel gezond

Het vrijwaren en stimuleren van de ontwikkelingsmogelijkheden van de haven als economische poort voor Vlaanderen gebeurt binnen een duurzaam milieu- en omgevingsbeleid. Een aantal principes wordt hiervoor als basiscriteria gehanteerd: naast de wettelijk opgelegde verplichtingen moeten de milieu-lasten en -baten in een redelijke verhouding tot elkaar staan, streven we naar quick-wins, of nog, initiatieven die minder kosten en meer milieubaten opleve-ren krijgen prioriteit. Milieu-inspanningen die verder gaan dan de wettelijke verplichtingen mogen niet concurrentieverstorend werken, noch tussen bedrij-ven onderling noch ten opzichte van naburige havens. Voor de best beschikbare technieken worden de havengebruikers betrokken maar ook geresponsabili-seerd door het ‘vervuiler-betaalt-beginsel’.

De zorgplicht vormt het uitgangspunt voor het milieubeleid. Het GHA werkt aan een schone haven in een schone omgeving. Het bewaken van de milieu-gebruiksruimte wordt ingevuld door het streven naar zuivere lucht en water, schone bodem en een adequaat afvalbeleid. Het GHA streeft de doelstellingen bedrijfsintern na maar voert als gebiedsbeheerder ook de nodige sensibili-sering naar alle havengebruikers op het vlak van preventie, beperking van vervuilende uitstoten en afval, en het rationeel toepassen van betere tech-nieken. Het GHA zit als beheerder van het gebied waar zich de grootste Europese petro-chemische en industriële cluster bevindt, én als eigenaar van het gros van de beheerde terreinen in een sleutelpositie om samen met de private sector

24 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

vernieuwende energievoorziening uit te werken, onder andere door een betere benutting van grondstoffen en procesefficiëntie.

Door een actieve inzet op duurzame decentrale productie (wind, zon en warmte) en een doordachte invoering van nieuwe concepten (zoals walstroom en warmteclustering), wil het GHA zich profileren als een innovatief en duurzaam beleidsvoerder in een domein met sterke internationale dimensies.

Bovendien heeft de haven een duidelijk en assertief beleid op het vlak van duurzaamheid, inclusief een klare politiek op het vlak van energievoorziening en duidelijke procedures bij het toekennen van vergunningen. Zo biedt ze niet alleen meer rechtszekerheid aan potentiële investeerders, maar werkt ze ook mee aan een schone haven, waardoor de levenskwaliteit voor omwonenden en de brede samenleving verbetert en de attractiviteit van de haven in ruime zin verhoogt. Schoon betekent echter niet alleen zuiver, proper, maar ook mooi. Het GHA besteedt dan ook aandacht aan een kwaliteitsvolle ruimte-invulling.

Ook de bereidheid van de Antwerpse haven om te blijven investeren in de kwaliteit van de inrichting van het havengebied is een voorbeeld waarbij versterking van de concurrentiepositie en van het maatschappelijk draagvlak hand in hand gaan. De haven speelt op Europees vlak nu al een voortrekkersrol door een transparant milieubeleid en een keten van ecologisch waardevolle zones rondom de haven te beschermen en te herwaarderen in harmonie met het economische gebeuren in de haven. De beheersing van de mobiliteit vormt eveneens een belangrijk aandachtspunt. De bundeling van goederenstromen in de haven biedt alvast tal van nieuwe kansen voor een vernieuwend mobiliteitsbeleid. De ultieme voorwaarde is uiteraard dat de goederen probleemloos van het maritieme voorland naar het continentale achterland kunnen worden aan- en afgevoerd. Aan de zeezijde is

25 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

het van fundamenteel belang dat de haven de belangrijkste trends op het vlak van de containervaart kan volgen. Maar ook aan de landzijde draagt het mainportmodel bij tot de beheersing van de mobiliteit. Het bundelen van ladingsstromen in een haven als Antwerpen laat toe om een milieuvriendelijk vervoersbeleid te voeren. Aldus verbetert niet alleen de concurrentiepositie van de haven, maar wordt ook verder draagvlak voor de havenactiviteiten opgebouwd. Om de doelstellingen van het GHA in de toekomst veilig te stellen, is tenslotte ook financiële duurzaamheid een vereiste. Het GHA wil hierbij voor de verschil-lende stakeholders een stabiele partner zijn. Uitgavenbeheersing blijft daarbij ook van fundamenteel belang, ook op het vlak van dividendpolitiek en verloningspatronen. De financiële resultaten van de voorbije jaren, gekoppeld aan de vooruitzichten voor de eerstvolgende jaren wekken vertrouwen zodat het GHA, zonder naar winstmaximalisatie te streven, een voldoende financiële basis zal hebben om de activiteiten en investeringen in dit ondernemingsplan uit te voeren. Met het huidig regelgevend kader is er een onderbouwde verwachting dat het GHA in de periode 2009–2013 positieve (vrije) cashflows zal realiseren. Dit feit mag echter geen aanleiding zijn om af te wijken van de beleidslijnen: • Stabiliteit in de ontwikkeling van de tariefzetting; • Stabiliteit in de vergoeding naar de aandeelhouder toe; • Het blijvend beheersen van de operationele- en personeelskosten. De financiële positie kan echter door bepaalde schokeffecten snel onder grote druk komen, onder andere door wijzigingen in het regelgevende kader. De huidige financiële situatie mag dan echter ook geen aanleiding zijn om vanuit de Vlaamse overheid andere financiële maatstaven te hanteren voor het GHA ten opzichte van andere Vlaamse havens. Een level playing field dient gewaarborgd. Een blijvend financieel gezond havenbedrijf is ook noodzakelijk om de te verwachten investeringen in onder meer de Ontwikkelingszone Saeftinghe aan te kunnen. Hierbij dient het financiële beleid blijvend voorzichtig te zijn om proactief de beleidskeuzen van het bedrijf te kunnen uitvoeren.

26 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

FOCUS DUURZAME HAVEN

MILIEU • Bedrijfsinterne milieuzorg • Periodiek overleg met de havengebruikers bij het streven naar de best

beschikbare technieken • Opbouwen van een Milieu Informatie Systeem (MIS) voor lucht, water,

bodem, geluid, … • Samenwerking bevorderen met andere milieu-instanties (LNE, VMM,

ANB, OVAM,..) • Opvolgen en uitvoeren coherente acties rond lucht: — Actieplan fijn stof en NO² en gerichte acties voor een daling van de CO²

uitstoot — Restwarmte, walstroom — Doorgedreven meetcampagnes in en rond havengebied — Onderzoek naar tarifiëring voor milieuvriendelijke schepen • Opvolgen en uitvoeren acties rond water: — Verzekeren van veilige scheepvaart: voorzien van voldoende water — Proactief meewerken bekken- en stroomgebiedbeheersplannen — Nastreven GEP voor het dokwatercomplex — Afwateringsstelsel afstemmen op milieudoelstellingen • Opvolgen en uitvoeren acties rond bodem: — Duurzame aanpak van bestaande bodemverontreiniging — Toepassing van het ‘vervuiler-betaalt-beginsel’ Opvolgen en uitvoeren acties afvalbeleid: — Voortrekkersrol blijven spelen op afvalgebied door het invullen van de

Marpol-conventie en EU-richtlijnen ivm afgifte van scheepsafval en voedselafval van zeeschepen en het CCR-verdrag voor binnenvaart

— Voortzetten van de inspanningen op het vlak van baggerspecie (Amoras)

• In beeld brengen en dynamisch opvolgen/oplossen van geluids-, geur- en lichthinder; vergunningenbeleid als instrument

KWALITEIT INRICHTING/CONCESSIE • Toepassing nieuwe en algemeen concessiebeleid : transparant en

rechtszeker • Opvolging van de benchmarkprocedure om de

concessieovereenkomsten te evalueren • Stimuleren van een efficiënte ruimtebenutting • Pleidooi voor een éénduidig, rechtszeker, transparant vergunningsbeleid. • Onderzoek naar de beeldkwaliteit in het havengebied voor een betere

look and feel en vertaling ervan in het vergunningenbeleid. • Kwaliteitsvolle ecologische inrichting van restpercelen in de harde

economische zones • Overleg met de grootindustrie (Voka) om nieuwe industriële en

petrochemische bedrijven aan te trekken en bestaande activiteiten te versterken en te verankeren

27 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

ENERGIE • Uitwerking en opvolging van het energiebeleidsplan • Initiëren en uitvoeren van projecten van hernieuwbare energie en ratio-

neel energiegebruik (windmolens, walstroom, dokwaterverwarming, …) • Benutten van het potentieel aan zonne-energie (550 ha magazijndaken)

MULTIMODALITEIT • Uitstippelen van alternatieve multimodale concepten voor het achterland • Masterplan binnenvaart: verhoging aandeel in de modal split • Masterplan spoor: verhoging aandeel in de modal split • Verdere uitbouw van de spoorinfrastructuur (Liefkenshoekspoortunnel,

capaciteitsuitbreidingen en 2de spoortoegang) • Oprichting van Antwerp Intermodaal Platform • Project voor interne havenspoordistributie

FINANCIEEL • Voldoende financiële basis om de activiteiten en investeringen in dit

ondernemingsplan uit te voeren. • Opvolgen/implementatie wijziging financiering basisinfrastructuur

Vlaamse Regering. • GHA zal in zijn tariefzetting naar de havengebruikers toe een stabiele

voorspelbare factor zijn. Het blijven aanbieden van attractieve, maar realistische haventarieven is dan ook een belangrijke competitiviteitsfactor.

• Opvolgen stabiliteit in het regelgevende kader en een level playing field • Opvolging mogelijke effecten op financiële positie: wijzigingen in

milieuwetgeving die bijkomende en/of hogere normen opleggen, operationele risico’s (bv. sluis langdurig buiten dienst), activarisico’s (bv. stabiliteit kaaimuren); wijzigingen in fiscale wetgeving (bv. btw of vennootschapsbelasting).

• Uitgavenbeheersing: onder meer op het vlak van werkingskosten, dividendpolitiek of verloningspatronen

28 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

4. Gedragen haven: partner voor medewerker, klanten en maatschappij

De druk op de ruimte, zowel op het land als op het water, is recentelijk gegroeid. Dit heeft te maken met de sterke trafiekgroei. Als gevolg van de globalisering van de wereldeconomie zijn de mondiale goederenstromen op nauwelijks twintig jaar tijd explosief gegroeid. Tussen 1988 en 2008 verdubbelde de maritieme overslag in de haven van Antwerpen van 96 tot 190 miljoen ton, dit is meer dan de groei van de voorafgaande anderhalve eeuw. Vooral na 2000 ontwikkelde de trafiek zich in een hoog tempo. Die groei in een zo korte periode roept spanningen op. Het beheer en de exploitatie van een haven in de 21ste eeuw hangt daarom samen met een gericht belanghebbendenmanagement. De economische activiteiten — met een hoge maatschappelijke return door het creëren van toegevoegde waarde en tewerkstelling naar stad en regio — vormen de basis bij de draagvlakvorming. Een haven kan zich slechts economisch en commercieel ontwikkelen indien de haven gedragen wordt door de economische actoren, met name de klanten die de goederenstromen sturen en de effectieve investeringen uitvoeren. Voor hen moet onze haven aantrekkelijk zijn om ze effectief te gebruiken. Een gedragen haven is een haven om zaken mee te doen. Naast de financiële, commerciële en operationele prestaties moet er niet alleen oog zijn voor milieu en leefbaarheid, maar ook voor de mens, het erfgoed en andere zachtere waarden. Een maatschappelijk draagvlak vraagt een (pro)actief beleid door de organi-satie. Naast de formele structuren dragen ook informele structuren, die probleem- of projectgebonden kunnen zijn, bij tot een betere verstandhouding met de stakeholders. Overleg-, inspraak- en informatiefora moeten dan ook duidelijk worden uitgetekend. De Raad van Overleg is bijvoorbeeld een belang-rijk forum om het maatschappelijke draagvlak een (sociaal-) economische onderbouw te geven. Verder is een permanente uitwisseling van ideeën met het publiek nodig voor het realiseren van grote (infrastructuur-) projecten hetgeen een grote communicatie-inspanning vraagt tijdens de beslissingsprocedure en de realisatiefase. Tenslotte is een voortdurende dialoog en informatiedoorstroming naar politici en ambtenaren op lokaal, regionaal, nationaal en Europese niveau bijzonder belangrijk. De manier waarop het debat over de Ontwikkelingszone Saeftinghe de draagvlakvorming bij alle stakeholders kracht bijzet, is een goed voorbeeld van het vormen van een maatschappelijke basis voor de hernieuwde plaats van de haven.

29 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

Het creëren van een draagvlak voor de haven start echter bij de werknemers van het GHA. Het nieuwe HR-beleid ondersteunt de ambitie om een slag-krachtig publiek bedrijf te maken. Het managen van de human resources van de organisatie zal immers in de toekomst nog belangrijker zijn. HR moet de ondernemingsdoelstellingen helpen waarmaken door onder meer een actieve inbreng in het optimaliseren van de organisatiestructuur in functie van de beleidsdoelstellingen en door strategische beslissingen mee succesvol te implementeren waarbij cultuur en gedrag worden ingecalculeerd in het veranderingsplan.

De opdracht voor de komende jaren is het tijdig en efficiënt aanwerven van de juiste medewerkers, die zowel wat betreft kwalificaties als persoonlijkheid een meerwaarde betekenen voor het bedrijf. Om dit te realiseren wordt er extra aandacht besteed aan een wervende arbeidsmarktcommunicatie en aan een nieuwe selectiestijl met een kort doorlooptijd. Een tweede opdracht voor het HR-beleid bestaat uit het investeren in mensen door het creëren van loopbaan-ontwikkelingskansen, waarbij de resultaten van een degelijk werving- en selectieproces een goede startbasis vormen. Om de ambities waar te maken, moet de interne communicatie verbeteren, de betrokkenheid worden gestimuleerd en de voorbeeldfunctie van de leiding-gevenden meer gestalte krijgen. Tenslotte zal het welzijnsbeleid nog meer worden uitgebreid om iedereen op een evenwichtige manier zijn bijdrage te laten leveren in de voorgestelde veran-deringen en in de ontwikkeling van het GHA als organisatie. Het streven om de medewerker zich goed te laten voelen is immers essentieel om de doelstel-lingen van de organisatie te bereiken en op die manier een win-winsituatie te creëren voor beide partijen. De bouw van het nieuwe Havenhuis kan inspelen op het creëren van een uit-dagende, creatieve en ergonomische werkomgeving, een centralisatie van diensten en een platform van diensten en loketfuncties, met aandacht voor het facilitymanagement.

30 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

FOCUS GEDRAGEN HAVEN

DIALOOG STAKEHOLDERS • Overleg met de overheden, beroepsorganisaties en maatschappelijke

organisaties, zowel op Rechter als Linkerscheldeoever, op provinciaal, regionaal, federaal en Europees vlak.

• Overleg tussen GHA en de Maatschappij Linkerscheldeoever (MLSO) • Intensifiëren dialoog met de klanten • Haven gedragen door de klanten

DRAAGVLAK • Organisatie van een jaarlijks evenement voor het breed publiek • Proactieve aanpak van bezoeken van maatschappelijke organisaties,

scholen en verenigingen • Versterking samenwerking met havencentrum Lillo • Inrichting en exploitatie Havenpaviljoen – Museum aan de Stroom • Sponsoring- en evenementenbeleid • Nieuw Havenhuis • Uitbouw communicatiedragers breed publiek • Inrichten van uitzichtpunten in de haven • Soft values

DUURZAAM SOCIAAL KLIMAAT • Oplossingen via regulier sociaal overleg van wrijvingspunten bij de niet

direct havengebonden arbeid

HR-BELEID • Tijdig en efficiënt aanwerven van de juiste medewerkers • Uitwerken van een leeftijdsbewust personeelsbeleid om de continuïteit

in de organisatie te verzekeren en mensen met de nodige kwaliteiten te kunnen houden en motiveren

• Marktconform beloningsbeleid en een transparante loonadministratie • Organisatie van jobgerelateerde evenementen (jobbeurs, vdab,

tewerkstellingsimago, …) • Imagoversterking van de Antwerpse haven als aantrekkelijke werkgever • Herdenken van de eigen organisatie in functie van een betere

dienstverlening aan de klant

31 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

Organogram

32 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

Kerncijfers Haven van Antwerpen 2008

Maritieme overslag: 189.389.545 ton • Containers: 101.362.024 ton • Conventioneel stukgoed: 16.938.327 ton • Roro: 4.427.143 ton • Vloeibaar massagoed: 39.316.234 ton • Droog massagoed: 27.345.817 ton Zeeschepen: 16.406 Binnenschepen: 65.000 Taken havenarbeiders: 1.800.087 Oppervlakte • Havengebied: 13.057 ha • Linkeroever: 5.818 ha • Rechteroever: 7.239 ha Overdekte opslag: 543 ha Tankopslag: 9.600.337 m3 Aantal kilometer kade: 156 km Spoorwegen: 1.113 km Wegen: 400 km Tewerkstelling • Direct: 64.870 • Indirect: 118.236 Toegevoegde waarde • Direct: 9,88 miljard euro • Indirect: 10,6 miljard euro Havenbedrijf Antwerpen • Aantal werknemers: 1.650 • Aantal concessionarissen: 800

33 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

Situering

34 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

35 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

35 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013

36 ONDERNEMINGSPLAN GHA 2009–2013