Onderhoudsfiches kleine landschapselementen

26
Fiche – Bosplantsoen AANPLANT BOSPLANTSOEN Wanneer kies je welk plantverband? Vierkant - en rechthoek sverba nd : wannee r werkzaamhed en vlot moet en verlopen (bos exploitatie). Driehoeks verb and : om alle opperv lakte opt imaal te ben utten, kan ook toege past worden wannee r werkzaamhed en vlot moet en verlopen (bos exploitatie). Zonde r plant lijnen : na tuu rlijker uitzicht , wannee r de bere ikba arhei d minde r bel angr ijk is. Keuze stamtal (aantal stuks per hectare) Aantal st./ha Plantafstand ± 10 000 1 x 1m ± 4 450 1,5 x 1,5 m ± 2 500 2 x 2 m Meestal naaldboomsoorten ± 1 111 3 x 3 m Meestal loofboomsoorten Wannee r je een groot stamtal verkiest (bv. 10 000 st./ha ) zal er de eers te jaren na aanplant weinig onde rhoud zijn. Vana f het 4 de tot 7 de jaar na aanplant dient er één dun ning uitgevoerd te worde n om je toeko mstbom en te vrijwaren. Bij een kleiner stamtal is er meer onde rhoud in de eer ste jaren (nl. hinde rend e veg et aties weg nem en ), uitera ard zal er minde r en latere dun ning uitge voerd worden (zie beh eer ). Aanplant bosrand Eén hec tare (100x100m) kan opge de eld worden in 100 aren (10x10m). De buitenkant van het perc eel (10m bree d) kan aange plant worden met bos randsoor ten, wat ecolog ische waarde voller is voor het bos in zijn ge hee l. Hierbij moet je rekeni ng hou de n dat je 1m van de perc eelsgre ns weg blijft met de aanplantinge n. Dit wil dus ook zeg ge n dat er een rij planten minde r aange kocht moet worden . Bv. als je aanplant met een plantafstand van 1x1m moet en er maar 9 rijen aange plant worden in een are en hoef je dus maar 90 stuks/a re aankopen . Als je een plantafstand van 1,5x1,5m verkiest, moeten er maar 39 stuks/a re aange kocht worden . Keuze aanplantingsmethode De manier waarop het bosplantsoen aange plant wordt is afhankelijk van de maat van het bosplantsoen, be reikbaarheid van het ge bied en bes chikbaar materiaal. Gebied en die goed bere ikbaar zijn met machines : mechanische planting met bosplantmachine Gebied en die minde r goed bere ikbaar zijn met machines of waar het niet rend abel is om machinaal aanplantingen te doen of waar de bode m niet beschadigd mag worden is de plantkeuze afhankelijk van de maat van het bosplantsoen. o Spleet bep lanting voor klein bosplantsoen (meest toege past) o Kuilbeplanting voor gro ter bo splantsoen o Boorga t voor pot en (onbe wortelde stek) (vaak toege past bij popul ieraanplant)

description

Deze onderhoudsfiches helpen je bij het planten en snoeien van hagen, heggen, houtwallen, dreven, fruitbomen en nog veel meer.

Transcript of Onderhoudsfiches kleine landschapselementen

Fiche – Bosplantsoen

AANPLANT BOSPLANTSOEN

Wanneer kies je welk plantverband?

Vierkant - en rechthoek sverba nd : wannee r werkzaamhed en vlot moet en verlopen (bos exploit atie).

Driehoeks verb and : om alle opperv lakte opt imaal te ben ut ten, kan ook toege past worden wannee r werkzaamhed en vlot moet en verlopen (bos exploit atie).

Zonde r plant lijnen : na tuurlijker uitzicht , wannee r de bere ikbaarheid minde r bel angr ijk is.

Keuze stamtal (aantal stuks per hectare)

Aantal st./ha Plantafstand

± 10 000 1 x 1m

± 4 450 1,5 x 1,5 m

± 2 500 2 x 2 m Meestal naaldboomsoorten

± 1 111 3 x 3 m Meestal loofboomsoorten

Wannee r je een groot stamtal verkiest (bv. 10 000 st./ha ) zal er de eers te jaren na aanplant weinig onde rhoud zijn. Vana f het 4de tot 7de jaar na aanplant dient er één dun ning uitge voerd te worde n om je toeko mstbom en te vrijwaren. Bij een kleiner stamtal is er meer onde rhoud in de eer ste jaren (nl. hinde rend e veg et aties weg nem en), uitera ard zal er minde r en latere dun ning uitge voerd worden (zie beh eer ).

Aanplant bosrand

Eén hec tare (100x100m) kan opge de eld worden in 100 aren (10x10m). De bui tenkant van he t perc eel (10m bree d) kan aange plant worden met bos rand soor ten, wat ecolog ische waarde voller is voor het bos in zijn ge hee l. Hierbij moet je rekeni ng hou de n da t je 1m van de perc eel sgre ns weg blijft met de aanplant inge n. Dit wil dus ook zeg ge n da t er een rij plant en minde r aange kocht moet worden . Bv. als je aanpl ant met een plant afstand van 1x1m moet en er maar 9 rijen aange plant worden in een are en hoef je dus maar 90 stuks/a re aanko pen . Als je een plant afstand van 1,5x1,5m verkiest, moe ten er maar 39 stuks/a re aange kocht worden .

Keuze aanplantingsmethode

De manier waarop het bo splant soen aange plant wordt is afhankelijk van de maat van het bos plant soen, be reikba arheid van het ge bied en bes chikba ar materiaal.

Gebi ed en die goed bere ikba ar zijn met machines : mechanische plant ing met bo splantmachine Gebi ed en die minde r goed bere ikbaar zijn met machines of waar het niet rend abel is om machinaal

aanplant inge n te doen of waar de bode m niet be schadigd mag worden is de plant keuze afhankelijk van de maat van het bo splant soen.

o Spleet bep lant ing voor klein bos plantsoen (mee st toege pa st) o Kuilbepl ant ing voor gro ter bo splantsoen o Boorga t voor pot en (onbe wortelde stek) (vaak toe ge pa st bij popul ieraanplant )

Spleetbeplanting Kuilbeplanting

Tijdstip aanplant

De mee ste loof bom en diene n voorna melijk in de herf st aange plant te word en omda t ze da n ge en blade ren meer heb ben . Het voordee l van herf staanplant inge n is da t de wort elvera nkering met een ge beu rt. Naaldbom en moet en in de vroeg e lent e aange plant worden , ande rs kunnen de wortels uitdrog en.

Indien er vee l kans is op wilds chade kan je opt eren om loofbom en in de lente aan te plant en om te voork om en da t het plant soen schade oploop t.

Opmerkingen plantsoen/aanplant

Cont role er he t plant soen naar ge vraagd e soor t, afmeting, stamtal en kwaliteit Transport plant soe n onde r een de kzeil of ge sloten vracht enw age n zoda t de wortels niet uitdro ge n Plant soen inkuilen bij aanko mst op terrei n zoda t dat de wortels niet uitdrog en Bes t werke n in bewolkte, mistige, reg ena cht ige omstand ighed en (niet bij vorst, volle zon, vee l wind)

JUISTE PLANTENKEUZE

De keuz e van soort en is afhankelijk van de stand plaats (droog, vocht ig, na t) en he t doel (lands chappe lijk waarde , groei snelheid, verkoopba arheid,…).

Bos soor ten arme, drog e standp laats: zomereik, wint erei k, ruwe berk, grove den , …

Bos soor ten natte standp laats: zwarte els, gra uwe abee l, zacht e be rk, ga ge l, …

Bos soor ten voeds elrijke grond en : zomerei k, be rk, linde , esdoo rn, gra uwe abee l, raterpopu lier, zwarte els, …

Bos rands oor ten : wilde lijsterbe s, sporkehou t, brem , hazelaar, wilde kamperf oel ie, hulst, ee ns tijlige meidoorn, meer stijlige meidoorn, vlier, Gelde rse roos , bra am, bos wilg, kraakwilg, ge oorde wilg, hon ds roos , sleed oorn, …

BEHEER

Bes tandleef tijd 4 à 7 jaar: zoa ls reed s aange haald zal er bij een dicht e plant afstand (1x1m) een reek s dun ninge n uitge voer d moet en worden . De eer ste dunni ng kan selectief (individuee l de zwakste uit selecteren ) of systematisch (met slagm aaier ba nen uit he t be stand maaien) ge beu ren.

Bes tands leeftijd 16 à 25 jaar: zuivering is een nega tieve selectie in het jonge bes tand (zwakke misvorm de exem plaren weg kappe n). Sleunen ge beu rt mees tal samen met de zuivering en hee ft als doel de kwaliteit van het ho ut te verhog en.

Bes tands leeftijd 40 à 50 jaar: (=na om slagp unt *) om de 6 tot 8 jaar diene n er dun ninge n uitge voerd te worden d.m .v. de toeko mstboom met hode. D.w.z da t toeko mstbom en ge selecteer d worden , waarna de 3 om ringe nde bom en ge kapt worden om de toeko mstboom te laten volgroei en tot kaprijpe boom die al da n niet ge kapt wordt .

* omslagpunt: wanneer 2/5 (min. 10meter) van de boom takvrije of takdode sta mlengte is, heeft de boom zijn omslagpunt bereikt.

Fiche – Dijk- en oeverbeheer

OMSCHRIJVING

Dijken (waterkeringen) en oevers zijn, naast het belang van de begeleiding van het water, belangrijk voor de biodiversiteit. De grens tussen water en land kan veel biodiversiteit bevatten (indien geen betonnen dijken). Het zijn in feite lange natuurgebieden, die een hoge diversiteit van fauna en flora kunnen bevatten. Op een oever is veel variatie in milieuomstandigheden. Naast de plaatselijke biodiversiteit zijn oevers ook belangrijk als verbinding tussen verschillende grotere natuurgebieden. Het ecologisch beheer van dijken en oevers kan opgenomen worden in het bermdecreet (27-06-84).

BERMDECREET

Het bermbesluit beoogt een natuurvriendelijk bermbeheer doormiddel van aangepast maaibeheer en het verbod op biociden. De bepalingen van het bermdecreet om deze doelstellingen te halen zijn:

Enkel in landelijke gebieden Biociden verboden Niet maaien vóór 15 juni Eventueel 2de maaibeurt na 15 september Maaisel binnen de 10 dagen afvoeren (voor oevers en dijken is het gunstiger om direct af te voeren om

te voorkomen dat het maaisel in het water terecht komt).

Deze bepalingen zijn ideaal om de vegetatie minder ruig te maken, afname van productie, afname van aantal grassen t.v.v. kruidachtigen en de bestrijding van distels.

KEUZE MAAIMETHODE

Kenmerken Maaibalk Cirkelmaaier Klepelmaaier Slagmaaier

Vegetatietype Grazig hoog

Grazig middelhoog

Alle Alle

Verstoring fauna en flora Gering Redelijk Sterk Gering

Regeling maaihoogte Zeer nauwkeurig Nauwkeurig Vrij moeilijk Nauwkeurig

Mogelijkheid opzuigsysteem Ja Ja Ja Ja

Verwerking maaisel Veevoeder compost

Veevoeder compost

Compost na vermenging met ruwer materiaal

Veevoeder compost

Gevoelig voor zwerfvuil Ja Ja Neen Ja

VERWERKING MAAISEL

In iedere situatie moet het maaien gevolgd worden door afvoeren van het maaisel. De beste methode is het toepassen van hooilandbeheer, maar voor oevers en dijken is het gunstiger om direct af te voeren om te voorkomen dat het maaisel in het water terecht komt. De verwerking van maaiafval gebeurd in de volgorde van de ladder van Lansink.

Preventie: minder, droger, zuiverder en structuurrijk maaisel (=verarming van de bodem) Producthergebruik: veevoeder (indien vrij van zwerfvuil) Materiaalhergebruik: compostering – vergisting Verbranden met energieterugwinning: warmte- en/of elektriciteitsproductie Verbranden zonder energieterugwinning: uitzonderlijk Storten: tijdelijk of uitzonderlijk

BESTRIJDING VAN RATTEN

De bestrijding van de muskusrat, beverrat en bruine rat wordt uitgevoerd door ervaren rattenvangers van de VMM, op bevaarbare waterlopen en onbevaarbare waterlopen van 1e categorie.

Fiche – Fruitbomen

OMSCHRIJVING

Fruitbom en en voora l de hoogs tamboo mga arde n zijn na de tweed e werel doorl og massaal ge rooid om plaats te maken voor o.a . laags tamboo mga arde n, waarvan het rend em ent hoger ligt en het fruit makkelijker ge plukt kan worden . Fruitbom en zijn echt er een bel angr ijke bron van voed sel voor insecten en voge ls. Oude hoogs tamboo mga arde n bezit ten schuil- en bes cherm ings plaatsen (boo mholt en) voor vele dieren en heb ben een eige n microklimaat.

AANPLANT FRUITBOMEN (TUSSEN NOVEMBER EN DECEMBER, NIET BIJ VORST)

Kies de juiste maat (10-12 cm om trek). Voork eur ga at naar hoog stamfruitbo men.

Plant de juiste bo om op de juiste plek op het juiste moment (rekening houde n met na tte en drog e plaatsen en niet plant en tijde ns vorst).

Houd rekeni ng met het ruimtebe slag die de boom innee mt als hij volwassen is.

Gebru ik steunm ateriaal: één steunp aal tot 10 cm onde r de ent plaats en 90cm diep aan de kant van de do minant e windricht ing. De boom ba nd bev estigen op 10cm onde r de ent plaats.

Plaats zonodi g een raster rond de boom , afhankelijk voor welke dieren mogel ijk schade kunnen aanbre nge n.

1: Rundvee, 2: schapen, 3: geiten en herten, 4:

paarden, 5: konijnen, hazen en ganzen

Houd reke ning met de onde rste ent (ent wort elge stel – stam) da t de ze boven de grond uitkomt. Dit kan je doen door de boom , na het ingra ven, eve n terug om hoog te hef fen totda t de ent boven de grond uitkomt. Indien de ent zich in de grond bev indt kunnen er wilde scheut en ont staan.

JUISTE PLANTENKEUZE

Appe l

Transpa rent e de Cronc els, Stera ppe l, Oogs tappe l (Transpa rent e Blanche), Franse Belle Fleur, Jacque s Lebe l en Court Pend u, Berg lande r, IJzera ppe l, Ponda ppel , Astrakan, Dubbe le Belle fleur, Calville rouge , James Grieve , Karmijn de Sonna ville, Reine de Reine ttes , Schone van Bos koop, Keuleman, Eijsde ner Klumpke, Trezeke Meyers , Marbree de watervliet en Reinet te van Zandv liet .

Peer

Clapp’s Favouri te, Dubbe l Flip, Com tesse de Paris, Lég ipont , Conféren ce en Doyenne du Comice.

Pruim

Altesse dou ble, Belle de louvain, Early Laxton, Reine claude d' Oullins , Reine claude d'Althan, Mirabel le de Nancy

Kriek

Als zure kers is de Noordkrie k aan te rade n

Zoet e kers

Kers : niet aan te rade n op zandg rond maar de sonda nks zijn volg end e rassen he t bes ge schikt: Hatif Riesenkirc he, Witte biga rrea u, Bigarrea u Espere n, Franse Vroege , Meikers . Op zandg rond is bem esting voor een goed e groei van kersenb omen onont bee rlijk.

Perz ik

Zandg rond is voor perzik bet er ge schikt da n zware leem , op voorw aarde da t de grond waters tand noc h te diep, noc h te kort aan de opperv lakte zit.

Rassen : Cha rles Ingouf , Reine de s Verg ers, Rode Muizen, Vaes oog st, Broec hem se, Galopin (nec tarine )

BEHEER

Vorm ingssnoei : de eers te sno ei, na de aanplant in het na jaar, hee ft plaats in maart, na de vorstpe riode, en ge beu rt op 3 à 4 ogen om zo 3 tot 4 takken te bekom en. De tweed e snoei hee ft plaats in maart, het jaar da arop. De bekom en twijge n worden opni euw inge snoei d om zo 8 tot 12 ge steltakken te bek omen. Daarna ast kan een scheut dun ning ge da an worde n in juni of juli. De eind twijge n mogen niet inge kort worden , enkel bij een te sterke groei van een bep aalde eindt wijg.

Bij de vorm ing van een pyramidale kruin is het bel angr ijk de eindt wijge n wel in te korten. In dit geva l moet en er 4 snoe ibeurt en zijn. Sterk uitgroei ende eindt wijge n moge n in de zomer inge kort worden .

Onde rhouds snoei : na de vormingssnoei moe t men enkel nog uitdun nen en vruchthou t snoei en. Houd rekeni ng met he t feit da t meer snoei leidt tot latere vrucht zetting.

Sleunen : takken die in de verkeerd e richt ing zitten, ande re takken hinde ren, met ande re takken schure n of ge broken zijn moet weg ge nom en worden . Dit moet ge beure n van eind nove mber tot ha lf maart. De wonde n toes meren met boo mba lsem of en twas is noodz akelijk (teg en kanker, lood glans en ba cterievuur). Na snoei van een boo m is he t bel angr ijk he t snoei materiaal te ont smetten teg en verspreiding van ziekt es .

Op zandg rond is het extra bel angr ijk de bode mvocht igheid zo cons tant mogel ijk te houde n door de boom schijf te bed ekken met com pos t, rijpe stalmest of een ande r ge ëige nd prod uct.

VEILIGHEID BIJ HET BEHEER

Pers onen die met beh ulp van ladd ers de hoog stambom en snoei t moet zorgen voor een veilige ladd er en veilige ladd ers choene n (best veilighe idschoene n). Het is af te rade n om met laarzen op de ladde rs te werken. Voora l bij vochtig weer ople ttend zijn op de ladd er.

Bij het werken met een boom zaag op stok voldoen de afstand nemen van de af te zage n takken ter voork om ing da t je onde r de vallend e tak staat.

Fiche – Hagen

OMSCHRIJVING

Hage n zijn lage , doorga ans blokvorm ige ge schoren dicht naast elkaar staande stuiken . Vroege r werd en de ze (doorn )hage n ge plant en na enkele jaren ge vlocht en. Deze techniek zorgd e ervoor da t de haag ondoordri ngb aar werd voor het vee . Natuurl ijk werd en de hage n dus da n ook op de perc eel sgre nzen ge plant met of zonde r (kno t)bomen op de hoekp unt en van de perc elen. In de ze tijd worden de ha ge n nog ge brui kt als pe rceel sscheiding maar ook voor bv. privacy of inkled ing van tuinen in allerlei vormen en hoogt en.

AANPLANT HAGEN (TUSSEN NOVEMBER EN MAART, NIET BIJ VORST)

Op de plaats waar de haag ga at komen wordt eers t alles ge maaid zoda t je onge hinde rd de plant ga ten kan maken. Bij de aanplant kiest men vaak voor 4 plant jes per meter. Som s wil men de haag zo rap mogel ijk dicht heb ben en da n wordt ge kozen voor 5 plant en per met er. Op plaatsten waar de wind ove rhee rst worden één of twee ge ga lvaniseerd e dra de n (afhankelijk van de hoogt e) ge spa nnen waaraan de plant jes afzonde rlijk vastge bonde n worden . Dit dient om de plant jes de eers te levens jaren recht naar boven te laten groei en.

Opm erking : wannee r de haag ge plant wordt lang s een wei, plant de ze da n ofwel 1 m van de dra ad zoda t de haag makkelijk kan ge schoren worden tussen haag en dra ad, ofwel 20cm van de draad en laat je de haag door de dra ad groei en en schee r je de haag langs de dra ad af.

JUISTE PLANTENKEUZE

Een haag kan op verschilled e manieren sameng esteld zijn: één soort over de hele leng te, of verschillend e soort en ge meng d. De meng ing kan zowel hee l grof zijn, bv. enkel e met ers van de ene soort en da n enkel e met ers van de ande re, als intiem zijn, met om de struik een ande re soor t.

Haagb euk, vlier, meidoorn, spor kehout , zwarte els, ligus ter, Gelde rse roos , beu k, hulst, sleed oorn, velde sdoorn, hazelaar,…

BEHEER

Snoei de heg niet lood recht naar ben ed en, maar laat de ze aan de onde rzijde iets wijd uitlope n. Dan blijft de heg dicht er van structuur.

Snoei da tum om de 5 jaar (wilde haag): novem ber Snoei da tum een malige snoei per jaar: augu stus Snoei da tum s twee maal per jaar: eind juni en eind sept ember

VEILIGHEID BIJ HET BEHEER

Pers onen die met de heg ge nschaar en/of ket tingza ag werken moet en veilighe idskled ij dra ge n. Deze bes taat uit een helm waarin ge hoor - en ge laatsbes cher ming in verwerkt , een veilighe idsbroek, veilighe idsjas, veilighe idsschoene n en veilighe idshands choene n.

Pers onen die zich in de omge ving van de werken bev inde n diene n oo k veilighe idsschoene n en ge hoor - en ge laatsbes cher ming te dra ge n.

Fiche – Heggen

OMSCHRIJVING

Heg ge n zijn lijnvorm ige elem ent en die in teg enstelling tot een haag niet ge schoren wordt in een strakke vorm , maar vrij uitgroei end zijn.

Een heg hee ft vee l ecolog ische waarde n, ze fung eert als schuil- en voed selplaats, als orië nt atiepunt en verb reidings rou te voor vee l soor ten zoa ls bv. de geelgors en heg ge mus .

AANPLANT HEG (TUSSEN NOVEMBER EN MAART, NIET BIJ VORST)

Op de plaats waar de heg ga at komen wordt eer st alles ge maaid zoda t je onge hinde rd de plant ga ten kan maken. Bij de aanplant kiest men vaak voor 2 plant jes per met er. Op plaatsten waar de wind overhe ers t worden één of twee ge ga lvaniseerd e dra de n (afhankelijk van de hoogt e) ge spa nn en waaraan de plant jes afzonde rlijk vastge bonde n worden . Dit dient om de plant jes de eers te levens jaren recht naar boven te laten groei en.

Wannee r een ge meng de heg ge plant word t, kan je bes t 3 of 4 plant en van de zelfde soort acht er elkaar plant en zoda t je groep jes creëe rt.

JUISTE PLANTENKEUZE

Een heg bes taat het bes t uit verschillend e soort en ge meng d. De plant en moet en inhee mse soor ten zijn die aange pa st zijn aan de lokale grond soort en waterhu ishoudi ng. Soort en die voed sel aanbied en voor voge ls en insecten zijn extra aant rekkelijk.

Haagb euk, vlier, meidoorn, spor kehout , zwarte els, ligus ter, Gelde rse roos , beu k, hulst, sleed oorn, velde sdoorn, hazelaar, bos wilg,…

BEHEER

In de beg infase enkel de takken weg snoei en die storen: ge broken takken, dod e takken , kruisend e takken, schure nde takken, …. Na een aant al jaren worden er minde r zijscheu ten ge vorm d en ga an de takken verhout en, da n kan je om de 5 jaar de ze takken uitdun nen. Als er ga ten ont staan in een heg moe ten de ze opge vuld worden met soort en die al in de heg voork wamen. Om de doorgr oei van de jong e plant jes te verzeke ren kan je de buurp lant en voor een ge de elte uitdu nnen .

VEILIGHEID BIJ HET BEHEER

Pers onen die met de heg ge nschaar en/of ket tingza ag werken moet en veilighe idskled ij dra ge n. Deze bes taat uit een helm waarin ge hoor - en ge laatsbes cher ming in verwerkt , een veilighe idsbroek, veilighe idsjas, veilighe idsschoene n en veilighe idshands choene n.

Pers onen die zich in de omge ving van de werken bev inde n diene n oo k veilighe idsschoene n en ge hoor - en ge laatsbes cher ming te dra ge n.

Fiche – Houtkanten en -wallen

OMSCHRIJVING

Hout kanten zijn ruige pe rceel sgre nzen, beg roei d met bom en en stuiken. Ze diend en vroeg er als veekerin g, windvange r of hout produc tie voor zowel dik hou t als mutters*. Sommige van de ze func ties bes taan nog altijd zoa ls bv. windvange r. Hout kant en creëre n niet alleen nes tge lege nhei d en voed selplaatsen voor allerha nde voge ls, kleine zoogdi eren , amfibieën en rept ielen, maar diene n ook als be schut te pa ssage van het ene bos je naar het ande re.

Hout wallen zijn hout kant en op een door stronk en, struiken, stee npui n en/of grond verhoogde wal.

AANPLANT HOUTKANTEN (TUSSEN NOVEMBER EN MAART)

De mees te hout kant en worden in driehoeks verb and ge plant en dit in 4 rijen. D.w.z. da t iede r plant je op 1 m van elkaar ge plant wordt en da t de rijen plant goed 1 m van elkaar ligg en.

Om een hout kant ecolog isch nog waarde voller te maken voorz ie je bes t een struikenla ag als mant el. Deze is, rekeni ng houde nd met de afmet inge n van struiken, be st 5 m aan elke zijde .

JUISTE PLANTENKEUZE

Ruwe berk, sporke hout , lijsterbe s, hulst, een stijlige meidoorn, meer stijlige meidoorn, sleed oorn, hazelaar, ligus ter, vlier, zwarte els, Gelde rse roo s, winterei k, zom erei k, linde , kamperf oel ie, bra am, haagb euk, bos wilg, bos kers, kraakwilg, bre m, mispel, olm, velde sdoor n.

BEHEER (VANAF HET 7DE JAAR NA AANPLANT)

Het hakhout beh eer houd t in da t we iede r jaar een de el van de tot ale lengt e (bv. 20m van de 100m) kappe n tot 10cm boven de grond . De stronk en krijgen hiermee de kans om opni euw uit te groei en. Het 8ste jaar wordt de volgend e 20m ge kapt , het 9de jaar de volgend e 20m…. Op het einde van je 100m kan je het jaar erop terug voora an beg innen. Dit hee t ge faseerd beh eer. Mees tal wordt om de 7 à 8 jaar ge kapt om da t het hout da n de idea le dikte hee ft om in de hou tstoof te steken. Het takafval kan versnippe rd(*) worden of diene n als takkenw al (*).

Tijdens het kappe n wordt er som s voor ge kozen om bep aalde bom en (mee stal eik of linde ) niet te kappe n en te laten uitgroei en tot volwaardige bom en. Deze bom en kunnen da n diene n als bv. zangp ost voor bep aalde zangv ogel s of als uitkijkpos t voor bep aalde roof voge ls. In bred ere stroken kan ook “ged und ” worden . Dat bet ekent da t enkele bom en verwijderd worden om de groei en ont wikkeling van de ande re bom en te bev ordere n. Dit kan ook de na tuurl ijke verjongi ng bev ordere n. Brem (Cytisus scoparius) verd raagt hakho ut beh eer niet , da arom moet voor brem ee n ande re snoei met hode toege past worden . Brem snoei je bes t na de bloei (mei-juni-juli) in tot op 2/3 van de scheut en die in da t jaar ge bloei d heb ben . Zo be kom je een dicht e groe i i.p.v. de typische stakerig e groei van brem .

VEILIGHEID BIJ HET BEHEER Pers onen die met de heg ge nschaar en/of ket tingzaag werken (of in de zelfde werkom ge ving zijn) moet en veilighe idskled ij dra ge n. Deze bes taat uit een helm waarin ge hoor - en ge laatsbes cherm ing in verwerkt , een veilighe idsbroek, veilighe idsjas, veilighe idsschoe nen en veilighe idshands choene n. * mutters: bundels van takafval dat diende voor het aanmaken van de bakoven. * versnipperen: het sn ipperhout niet ter plekke laten liggen maar afvoeren. Anders creëer je netels en diste ls. * takkenwal: tussen een paar palen of bomen de takken op elkaar taste n.

Fiche – Knotten en kandeleren

OMSCHRIJVING

Bepa alde soort en werd en en worden ge kno t om ge brui kshou t te levere n. Knot ten houdt in feite niet s ande rs in da n de bet reffend e boom een s om de pa ar jaar van zijn kruin te ont doen waarna de ze weer uitloopt . Gekno tte bom en zijn overa l aan te treffen. In het cultuurland schap zijn ze aanwezig als solitair, staan ze in rijen aan poel en of beken. Door het peri odi ek kappe n van de takken op een bep aalde hoogt e boven de grond , ont staan kno esten waaruit telkens weer nieuwe takken gro eien. Het knot ten van bo men is een eeu wenoud ge bruik. De bom en de de n immers dienst als gre nsafscheiding en als hou tlevera ncier.

Kande leren is een snoei techniek waarbij de takken van de boom afge zaagd worden waardoor de bo om het uiterlijk van een kande laar krijgt. Deze techniek wordt toege past wannee r de boo m moeilijk toega ng hee ft tot water (bv. door asfalt rond de boo m), uit veilighe idsvoorz org (bv. ge vaarlijke takken weg nemen) of wann eer er onvold oend e boveng ronds e ruimte is (bv. langs een ge bouw ).

AANPLANT VAN KNOTBOMEN EN GEKANDELEERDE BOMEN

Knotwilg (tussen november en maart):

Niet wannee r de tem pe ratuur lage r is da n -3°C. Zaag een recht e tak van 2,5 à 3 met er lengt e van een bes taande kno twilg Snij de onde rkant van de tak schuin af en schil rep en ba st van de onde rste met er Steek de tak (poot ) ca. 1 meter diep in de grond . Plant afstand: de plant afstand tussen 2 pot en ligt tussen de 4 tot 8 met er Zorg voor stevighe id en bes cher ming teg en vee

Andere knotsoorten (tussen november en maart):

Plant een boom in een voldoend e groo t plant ga t. Zaag direc t na aanplant (of enige tijd na de aanp lant , tussen nove mber en maart) de boom op de

ge wens te hoogt e af (1,5 tot 2,5 meter bove n maaiveld) en haal takken aan de stam weg . Plant afstand: de plant afstand tussen 2 pot en ligt tussen de 4 tot 8 met er Zorg voor ee n goed e bes cher ming teg en vee .

Bomen die gekandeleerd worden (tussen november en december):

Kies de juiste maat (10-12 cm omtrek).

Plant de juiste boo m op de juiste plek op het juiste moment (rekening houde n met na tte en drog e plaatsen en niet plant en tijde ns vorst).

Plaats zon odi g een raster rond de boo m (voora l in weilande n).

Gebru ik steun materiaal: één steunpa al 60cm boven de maaiveld en 90cm diep aan de kant van de dom inant e windricht ing. De boom ba nd bev es tigen op ±60cm boven he t maaiveld.

JUISTE PLANTENKEUZE

Knotten: wilgen , zom erei k, zwarte els, groot bladige linde , kleinbladige linde , ge wone es , tamme kastanje, haagb euk, velde sdoorn, …

Kandelaren: plataan, zom ereik, haagb euk, groot bladige linde , kleinbladige linde , tamme kastanje, …

BEHEER

Bom en kno tten of kande laren ge beurt altijd ’s winters . Als dit soort snoei tijde ns de zomer zou ge be uren , is de kans op afsterve n van de boo m zeer gro ot , hij hee ft da n te weinig ene rgiere serve s om zijn bladm assa te hers tellen.

Knotten:

Zaag de takken niet te kort af. Laat bij het knot ten stompjes die eve n lang zijn als de dikte van de tak (niet lange r om da t he t lange stompje rot en een bro n voor infecties en virussen is).

Niet bij droog te of vors t.

Knot reg elmatig (snel groei end e soo rten om de 5 jaar en traag groei end e soor ten om de 8 jaar)

Zaag de boom op ge wenste hoogt e af boven een vert akking en verwijde r de ove rige takken. Het be ste kan dit, indien mogel ijk, in verschillend e stappe n ge beu ren (bv. in een peri ode van 4 jaar).

Men moe t bed enken, da t hoe dikker de boo m is, ho e grot er de verwondi nge n zullen zijn.

Dikke takken worde n be st eer st op stomp ge zaagd om inscheur en te voo rkomen.

Kandelaren:

Zoek een aant al jong e takken (max. 5-10 cm dik) uit die samen het ge stel zullen uitmaken (het aant al is afhankelijk van de ge wens te groot te en vorm ).

Zaag in de winter de ge wens te ge steltakken af op de ge wens te lengt e en verwijde r alle ande re takken en zijtakken .

Zaag om de 3-8 jaar (afhankelijk van de boo msoort ) in de winter alle takken, uitge zonde rd de ge steltakken, weg . Beschadig nooit de takkraag en houd de snoei wonde n zo klein moge lijk.

VEILIGHEID BIJ HET BEHEER

Pers onen die met de heg ge nschaar en/of ket tingza ag werken moet en veilighe idskled ij dra ge n. Deze bes taat uit een helm waarin ge hoor - en ge laatsbes cher ming in verwerkt , een veilighe idsbroek, veilighe idsjas, veilighe idsschoene n en veilighe idshands choene n.

Pers onen die zich in de omge ving van de werken bev inde n diene n oo k veilighe idsschoene n en ge hoor - en ge laatsbes cher ming te dra ge n.

Fiche – Lanen en dreven

OMSCHRIJVING

Een dre ef of laan bes taat uit ee n of meerd ere bo menri jen langs een weg . Vaak ga at he t om relatief oude bom en, die in een gra zige berm staan. Ze werde n vroeg er vaak ge plant met bv. linde n als teken van ga stvrijheid. In het huidig lands chap wordt vaak duide lijk waar vroeg er bel angr ijke weg en lage n door oude dre ven (bv. de ±250 jaar oude kastanjed reef in Kelcht erhoef ).

AANPLANT BOMENRIJ(EN) (TUSSEN NOVEMBER EN DECEMBER)

Kies de juiste maat (10-12 cm omtrek).

Plant de juiste bo om op de juiste plek op het juiste moment (rekening houde n met na tte en drog e plaatsen en niet plant en tijde ns vorst).

Houd rekeni ng met het ruimtebe slag die de boom innee mt als hij volwassen is.

Plaats zonodi g een raster rond de boo m (voo ral in weilande n).

Gebru ik steun materiaal: één steunp aal 60cm boven de maaiveld en 90cm diep aan de kant van de dom inante windricht ing. De bo om ba nd bev es tigen op ±60cm boven he t maaiveld.

De bom en diene n op een rechte lijn ge plant te worden , alsook de bo om pa al. Dit kan door midde l van een koord te spa nnen en dit als raakpunt van de boom te nem en.

Afhankelijk van het ge wenst eindb eeld (aanee ng es loten kronenr ij of niet) word t de plant afstand bep aald. Indien de uiteinde lijke kroonbree dte 12m is en het ge wens t eindb eel d een aanee nge sloten krone nrij is, is de plant afstand 10m. Indien ge en aanee nge sloten kronenr ij ge wens t is, is de plant afstand enkel e met ers meer da n de uiteinde lijk kroonbr eed te

JUISTE PLANTENKEUZE

Winterei k, zom ereik, groo tbladige linde , kleinbladige linde , groen e be uk, rode beu k, haagb euk, tamme kastanje, okkernoo t, olm, …

BEHEER

De eers te 5 jaren na plant da tum zijn zeer voorna am in onde rhouds snoei (zom er en winter), vormsnoei en water ge ven in drog e peri ode s. Dit om een goe de en ge zonde doorg roei te garande ren tot volwassen bom en. Laanbom en moe t men altijd sleunen totdat de ge wenste doorri jhoog te bere ikt is.

Sleunen

Laanbom en waar aut o’s en vrachtwage ns langs komen: op sleunen tot 4,5m hoog te. Laanbom en waar fietsers en voe tga nge rs langs komen: op sleunen tot 3m hoogt e.

Deze doorri jhoogt e moe t toege past worden wannee r de kruin van de boom zich boven de rijbaan bevindt . Jonge bom en moe ten opge kroond worden tot de ge wens te doorri jhoog te bere ikt is.

Fiche – Plaggen

OMSCHRIJVING

Plaggen is het verwijderen van de humuslaag en de aanwezige vegetaties, voornamelijk in heidegebieden.

Het doel van deze beheersvorm is de voedselrijke toplaag (humuslaag) en grassen wegnemen ten voordele

van soorten die voedselarme omstandigheden prefereren. Door de humuslaag te verwijderen komt de arme

zandgrond naar het oppervlak, waar bv. struikheide zich in huisvest. Aangezien graszaden een kortere

levensduur hebben dan het zaad van struikheide komen grassen minder in aantal terug dan de struikheide.

METHODEN

Plaggen kan op drie verschillende manieren gebeuren, namelijk: met de hand, machinaal met een

graafmachine (kleinschalig plaggen) of machinaal met een speciale plagmachine (grootschalig plaggen).

De voorkeur gaat echter naar kleinschalig plaggen, wat voordeliger is voor de aanwezige fauna.

UITVOERING

Tijdstip van uitvoering is afhankelijk van welke waarden het gebied heeft. Zo zal bij

de bescherming van fauna het best geplagd worden tijdens het begin van de

maand juli. Op dit tijdstip is het broedseizoen voorbij en hebben de reptielen nog

geen jongen. Wat betreft de maximale afvoer van nutriënten is de maand oktober

het best omdat dan de meeste hoeveelheid organische stof afgevoerd kan worden.

Het is belangrijk dat je niet teveel afplagt om te voorkomen dat er geen zaden van

heidevegetaties achter blijven. De diepte van plaggen (±5cm) wordt op het terrein

goed duidelijk door de duidelijke overgang tussen humus (donkere kleur) en arme

zand (wit tot gelige kleur). Op de afbeelding aan de rechterkant is zichtbaar hoe de

humuslaag boven de streep verwijderd moet worden.

WAT MET PLAGSEL?

Het afgevoerde plagsel kan worden gerecycleerd: het kan dienen als meststof op landbouwgronden of het

plagsel kan gebruikt worden om in bepaalde gebieden de natuur te herstellen (rijk aanbod aan zaden).

Indien het plagsel nergens terecht kan onder recyclage kan het nog richting composteerbedrijven.

Fiche – Poelen

OMSCHRIJVING

Een po el heeft meestal een natuurlijke oorsprong (bv. een afgesned en meande r van een be ek). Afstrom end grond – of kwelwater en / of regenwater zorgen voor de aanwezigheid van water. In het verlede n zijn poe len aang elegd voor drinkwatervoorziening van vee. Momenteel worden poe len aange legd vanwege hun be tekenis voor flora, fauna en als bufferzone.

Poelen kunne n ook door de mens ontstaan zijn (bomkraters, uitgravingen, enzovoort).

AANLEG VAN POELEN

Aandachtspunten:

Ga na of je een vergunning no dig hebt (op de milieudienst van de gem ee nte). Graaf de po el op een zonnige en van nature natte plaats. Houd een oppe rvlakte aan van minimaal 50m². Laat de diepte afhange n van de aard van watervoorziening: 0.5 – 1m onde r de laagste

grondwaterstand is de juiste diepte. (max 1.5 – 2 m). Verwerk de vrijgekomen grond op de langs liggende akker of in een wal. Laat de no ordelijke oever flauw oplope n (glooien). Zorg voor een optimale po elvorm (onregelmatige kantlijn). Zorg voor een ondiepe strook tege n de kantlijn. Plant gee n bom en kort bij de poe l (bladval zorgt voor algen). Zorg dat de poe l afgescheiden is van and ere open waters. (een overloop is altijd nut tig zodat je de

waterstand zelf kan regelen). Zet gee n vissen uit (deze komen vanzelf). Geen eende n en ganzen in de poe l (overbevolking van de poe l met stank en bo tulisme als gevolg) Breng zono dig een

afrastering aan tege n vee; volledig, gede eltelijk of met ope ning afgesloten.

BEHEER

Aandachtspunten:

Gebruik geen bestrijdingsmiddelen (and ers creëer je algen) Laat geen meststoffen in de poe l komen (and ers creëer je algen) Voer ond erho udswerkzaamhed en tussen septem ber en november Verwijder het teveel aan waterplanten (om verlanding tege n te gaan) Verwijder regelmatig slib en afgestorven plantende len (om verlanding tege n te gaan) Maai de rand en gefaseerd Ond erho ud de bom en en stuiken rond de poe l Ond erho ud de afrastering

Exotenbestrijding

De grote waternavel, waterteunisbloem en parelvederkruid zijn uitheemse, woekerende waterplanten die de inheemse fauna en flora be nadelen. De brulkikker, roodwangschildpad, blauwband en zonne baars zorgen ook voor problemen voor onze inhee mse organismen.

Grote waternavel

Herkenning:

bladeren: 5-lobbig, ronde vorm, diameter 4-10cm, grote waternavel heeft grote gele bloem en een insnijding van het blad tot aan de bladsteel.

Bestrijding: handm atig

machinaal indien moge lijk

om de 2 à 3 weken opnieuw verwijderen

Waterteunisbloem

Herkenning:

bladeren: lancetvormig, drijvende bladeren zijn eivormig, lengte 6-12cm, gele bloem gelijkend op die van de bo terbloem en

Bestrijding: handm atig

machinaal indien moge lijk

om de 2 à 3 weken opnieuw verwijderen

Parelvederkruid

Herkenning:

bladeren: blauwe waslaag, stenge l steekt boven het water uit, geen bloei

Bestrijding: handm atig

machinaal indien moge lijk

om de 2 à 3 weken opnieuw verwijderen

Roodwangschildpad

Herkenning:

achter de oge n heeft deze schildpad een rode streep. de rest van zijn kop is afwisselend geel en grijs

Bestrijding: wegvang en met kooien

Blauwband

Herkenning:

blauw-grijs visje dat niet groter wordt dan 10cm. vaak een blauwe band zichtbaar op de zijkanten

Bestrijding: poe l aflaten en vissen afvang en

Brulkikker

Herkenning:

kikker wordt tot 23 cm lang, heeft een groene rug en ee n witte of roodoranje buik, zeer schuw

Bestrijding: poe l aflaten en kikkers afvang en

Fiche – Solitaire bomen

OMSCHRIJVING

Solitaire bom en of stuiken zijn vrijstaand en vallen mee stal duide lijk op door hun vorm of afmeting. Ze kunnen bew ust als solitair zijn ge plant , zoa ls bv. op de hoek van een perc eel om de perc eel sscheiding aan te duide n. Het kunnen oo k overbl ijfsels zijn van ee n grot ere hout kant of ze staan in het dorps cen trum of bij kapel letjes. Sommige soor ten heb ben een speciale bet ekeni s zoa ls bv. linde n he t teken van ga stvrijheid.

AANPLANT SOLITAIRE BOMEN (TUSSEN NOVEMBER EN DECEMBER)

Kies de juiste maat (10-12 cm omtrek).

Plant de juiste bo om op de juiste plek op het juiste moment (rekening houde n met na tte en drog e plaatsen en niet plant en tijde ns vorst).

Houd rekeni ng met het ruimtebe slag die de boom innee mt als hij volwassen is.

Plaats zonodi g een raster rond de boo m (voo ral in weilande n).

Gebru ik steun materiaal: één steunp aal 60cm boven de maaiveld en 90cm diep aan de kant van de dom inante windricht ing. De bo om ba nd bev es tigen op ±60cm boven he t maaiveld.

JUISTE PLANTENKEUZE

Winterei k, zom ereik, groo tbladige linde , kleinbladige linde , groen e be uk, rode beu k, haagb euk, tamme kastanje, okkernoo t, olm, …

BEHEER

De eers te 5 jaren na plant da tum zijn zeer voorna am in onde rhouds snoei (zom er en winter), vormsnoei en water ge ven in drog e peri ode s. Dit om een goe de en ge zonde doorg roei te ga rande ren tot volwassen bom en. Solitaire bom en kunnen op twee maniere n onde rhoude n worden : sleune n of vrij laten uitgroei en.

Sleunen

Je kan kiezen om de boom een bep aalde takvrije stamlengt e te ge ven. Dit kan je kiezen wannee r er een bep aalde takvrije stamlengt e moe t zijn om de doo rga ng van landb ouw voert uige n te verzek eren of wannee r de boom kwaliteitvol zaaghout moe t levere n. Sleunen kan door midde l van kapbi jlen, kniptange n, kapm essen, snoei zage n, stokzage n of steekbei tels op verleng de steel .

VEILIGHEID BIJ HET BEHEER

Pers onen die met de heg ge nschaar en/of ket tingza ag werken moet en veilighe idskled ij dra ge n. Deze bes taat uit een helm waarin ge hoor - en ge laatsbes cher ming in verwerkt , een veilighe idsbroek, veilighe idsjas, veilighe idsschoene n en veilighe idshands choene n.

Pers onen die zich in de omge ving van de werken bev inde n diene n oo k veilighe idsschoene n en ge hoor - en ge laatsbes cher ming te dra ge n.

Fiche – Amerikaanse vogelkers

OMSCHRIJVING

De Amerikaanse vogel kers (Prunus serotina) is een bladve rliezend e struik of boom . Ze kan 3 tot 20 met er in hogo te groei en en bloei t in mei en juni in

tros sen van 10cm lang met kleine witte bloe met jes. In augu stus en sept ember verschijnen de vrucht en. De soor t is inge voerd in Frankrijk vanuit Amerika in de 17de eeu w. Ze werd voorna melijk ge brui kt als sierplant in tuinen en pa rken, maar vana f de 19de eeu w ook in de econom ische bos bouw als ‘vulhout ’. Door de ze massale versprei ding

hee ft de soor t een grot e impa ct op onz e ecosystemen en soo rten.

BESTRIJDINGSMETHODEN

Als je met het probl ee m van de Amerikaanse voge lkers zit zijn er enkel e mogel ijk be strijdingsmethode n toepa sba ar. Afhankelijk van de groot te van de exem plaren kunnen er verschillend e bes trijdingsmethode n toege pa st worden . In de onde rstaande tabel is sameng eva t hoe je de bes trijding van de Amerikaanse voge lkers het be ste aanpa kt (* db h = diamet er op bors thoo gt e). De bes trijdingsmet ho de n worden op de volgend e pa gina verd uide lijkt.

Grootte Bestrijdingsmethode Tijdstip van uitvoering Werktuigen

Zaailingen

(kleiner dan

1,5m)

Rooien (1a) Lent e, zomer en herf st Geen

Bladb eha nde ling (1b) Augu stus en sept ember Rugs proei er

Struiken en

kleine bomen

(dbh* < 7 cm)

Stobben beh ande ling (2a)

Jaarrond (uitge zonde rd bij vors t en reg en)

Bos maaier Rugs proei er/kwa st

Bladb eha nde ling (2b)

Afzage n in de winter Sproei en in augu stus en sept ember (niet : reg en / felle zon)

Bos maaier Rugs proei er

Grote bomen

(dbh* > 7 cm)

Ringe n (3a) Heel het jaar Schaafmes Kapbi jl

Stambeh ande ling (3b) Heel het jaar (niet : vorst) Bijl Spui tfles

Stobbe nbeh ande ling (3c) Jaarrond (uitge zonde rd bij vors t en reg en)

Ket tingzaag Rugs proei er/kwa st

Bladb eha nde ling (3d)

Afzage n in de winter Sproei en in augu stus en sept ember (niet : reg en / felle zon)

Ket tingzaag Rugs proei er

1a) Rooien : uittrekken van een - en tweejarige zaailinge n kan doorm idde l van mankra cht . Oude re struiken kunnen machinaal of doorm idde l van pa arde n uitge trokken worden . Verd ere opvolg ing en nieuw e zaailinge n verwijde ren is noodz akelijk!

1b) Bladb eha nde ling voor struiken kleiner da n 1,5m: doorm idde l van een rug sproei er waarin een produ ct op ba sis van glyfos aat (glyfos aatconc ent ratie van 3,8 gra m/L). Deze methode is toepa sba ar op zaailinge n en op nieuw e scheut en uit afge zaagd e stobben .

2a) Stobben beh ande ling : de stam zo kort moge lijk teg en de grond afzage n en insmere n (binn en 2h na kap) met een herb icide op ba sis van glyfos aat (glyfos aatconc ent ratie van 19 gra m/L).

2b) Bladb eha nde ling : idem als 1b, maar da n toep assen op scheut en die opni euw uit de stobbe komen.

3a) Ringe n: hee ft als doel de nee rwaartse saps troom stop te zetten. Door midde l van 20cm (in hoogt e) rondom ba st te verwijde ren wordt dit bekom en. Doe dit onde r alle groen e de len van de boo m. Na één maand moet je de bom en con trole ren op nieuwe scheut en of overg roei van cambium . De bo men zullen langza amaan afsterven, maar produ ceren da n en orm vee l zaad, met als ge volg da t de zaadb ank verrijkt wordt met Amerikaanse voge lkers .

3b) Stambeh ande ling : ook bekend als hak- en spui tmet hode . Bij de ze methode wordt er een inkepin g ge maakt in de stam m.b.v. een hakbijl. Afhankelijk van stamdiamet er worden he t aant al inkepi nge n ge maakt en de hoeve elheid glyfos aat (gram/L) be pa ald.

3c) Stobben beh ande ling : idem als 2a.

3d) Bladb eha nde ling : idem als 2b.

ANDERE BESTRIJDINGSMETHODEN

Kappe n zonde r nabeh ande ling d.m.v. chemische produc ten : de stam op bor sthoogt e afzage n (1,50m hoog ) ge eft de be ste resultaten. Na een aant al maande n moe ten de nieuw e scheu ten verwijde rd worde n waarna de boom in de mees te ge vallen uitge put is. Wannee r de boom lager of hoge r ge kapt wordt is de kans op opni euw uitlope n grot er, waarna er na 3 jaar op nieuw zaadvorm ing kan plaatsvinde n. Je kan er ook voor kiezen om na de kap de stobben rond te plant en met beu k (Fagus sylvatica), doug las (Pseudotsuga

menziesii), haagb eu k (Carpinus betulus), zomereik (Quercus robur), winterei k (Quercus patraea) en winterlinde (Tilia cordata) zoda t de stobben te weinig ligt krijgen om opni euw uit te lopen .

Beg razing: beg razing kan van toepa ssing zijn voor het in too m houd en van de scheut en en he t verminde ren van het aant al zade n. Schapen en rund eren zijn inzet ba ar. Schapen et en voora l oude re kiem plant en en jong e blade ren, terwijl rund ere n af en toe jong e blade ren et en, maar zich in he t na jaar teg oed do en aan de vruchten. De pitten die door hee n de mage n van het rund pa ssere n zijn niet meer kiemkracht ig. Indien er voldoend e voed sel aanwezig is naast Amerikaanse voge lkers is he t ge vaar op verg iftiging door blauwzuur relatief klein. De gra zers zijn zelf in staat om de ho eve elhed en zelfstandig te dos eren.

VEILIGHEID DE BESTRIJDING

Bij het ge brui k van chem ische produ cten altijd de aanwijzinge n van het produ ct opvolg en. Wannee r een bep aalde wijze van ge brui k verb oden wordt (bv. langs waterpa rtijen ) moet dit zeker niet uitgevoerd worden .

Vellen mag alleen worden uitge voerd door iemand die hiervoor een ople iding hee ft ge not en. Wie ge en erva ring in het werken met de motorzaag hee ft, mag niet vellen.

Fiche – Japanse duizendknoop

OMSCHRIJVING

De Japanse duizendknoop (Fallopia japonica) is een overblijvende plant die zich

vegetatief reproduceert. De wortels bevinden zich 2 m diep en van 7 tot 20

meter verder dan de moederplant. Ze kan elk jaar wel 1 tot 3 meter hoog

worden, waarna ze bij de eerste vorst bovengronds afsterft. De soort is

ingevoerd uit Oostelijk Azië naar Engeland in 1850 en komt nu overal

voor. Vooral voor op ruderaal terrein (zoals grondopslagplaatsen), op de

oevers van waterlopen, enz. Door deze massale verspreiding heeft de

soort een grote impact op onze ecosystemen en soorten.

BESTRIJDINGSMETHODEN

Handmatig verwijderen: dit moet 2 keer per jaar gebeuren, eerste keer half juni en de tweede keer begin

oktober. Dit beheer dient minstens 10 jaar uitgevoerd te worden totdat er een kans bestaat dat de

populatie uitgeroeid is.

Maaien en afvoeren: dit kan 1 keer per jaar om de populatie min of meer onder controle te houden of om

de 2 à 4 weken om de populatie zodanig uit te putten dat ze binnen een aantal jaren slechts sporadisch

voor zal komen.

Afdekken: doormiddel van een zwarte landbouwplastiek of ander ondoorlatend afdekmateriaal, op

minstens 7 meter verder dan de populatie leggen. Afdekken kan gevolgd worden door overplanten.

Afgraven: niet altijd mogelijk en ook niet de beste bestrijdingsmethode. Indien men deze methode toch

toepast zal er minstens 3 meter diep en 7 meter verder gegraven moeten worden. De jaren nadien worden

nieuwe scheuten best handmatig verwijderen of gemaaid.

Chemisch vernevelen: producten op basis van triclopyr of glyfosaat kunnen gebruikt worden bij

bladbespuitingen in 2 tot 4 behandelingen per jaar. De populatie kan gedeeltelijk onder controle gehouden

worden, maar nieuwe scheuten blijven terugkeren en bestaande scheuten groeien misvormd verder.

Chemisch injecteren: injecteren van 6 mL geconcentreerde producten op basis van glyfosaat. De injectie

gebeurt in de 2de kamer van de stengel, van onderuit.

Bestrijken van pas afgesneden stengels: nadat de stengels op een hoogte van 5cm afgezet worden kan er

een product op basis van glyfosaat in de stengelholte en op het snijvlak aangebracht worden. Een aantal

jaren van uitvoering geeft gedeeltelijke controle over een populatie.

Begrazing: doormiddel van schapen, ezels, geiten, paarden en runderen. Na 10 jaar is er een gedeeltelijke

verdwijning van monovegetaties van de Japanse duizendknoop en vestiging van ruderale soorten.

Overplanten met wilgen: nadat de stengels afgemaaid zijn kan er katwilg (Salix viminalis) of een andere

wilgsoort (Salix spp.) aangeplant worden. De soort beschaduwt de bodem waardoor de Japanse

duizendknoop onvoldoende licht heeft om uit te groeien (controle en tussendoor verwijderen blijft nodig).

Biocontrol agent: Aphalara itadori is een Aziatische bladvlo die in de zomer van 2010 in Engeland is uitgezet

tegen de Japanse duizendknoop. Het is tot nu toe de enigste biocontrol agent die voldoet aan de strenge

eisen, maar er zijn er nog die potentieel hebben.

VEILIGHEID DE BESTRIJDING

Bij het gebruik van chemische producten altijd de aanwijzingen van het product opvolgen. Wanneer een

bepaalde wijze van gebruik verboden wordt (bv. injecteren), voer dit dan ook niet uit!

Fiche – Reuzenbalsemien

OMSCHRIJVING

De reuzenbalsemein (Impatiens glandulifera) is een eenjarig kruid dat zich

reproduceert via zaad. Ze kan elk jaar opnieuw 2 meter hoog uitgroeien. Je

vindt ze regelmatig in populierbossen en langs waterlopen (natte

omstandigheden). De soort is in 1839 als sierplant ingevoerd in Engeland

vanuit Azië. De eerste waarneming van in Belgie vondt 100 jaar later plaats.

Ondertussen heeft ze 70 jaren tijd gehad om zich te verspreiden over het

Vlaamse landschap. Door de massale verspreiding heeft de soort een grote

impact op onze ecosystemen en soorten.

BESTRIJDINGSMETHODEN

Als je met het probleem van de reuzenbalsemien zit zijn er enkele bestrijdingsmethoden toepasbaar.

Bestrijdingsmethode Frequentie / tijdstip Werkwijze Gebied Resultaatbereiking

Maaien en

afvoeren*

1 x per jaar / eind juli

(tijdens de eerste

bloei)

Maaibalk of

cirkelmaaier

Bermen,

grachten, niet

te natte

gebieden

Na 2 à 3 jaar, indien

geen zaadaanvoer

plaatsvindt

Manueel uittrekken*

1 x per jaar / juli -

augustus (voor de

eerste zaadvorming)

Vrijwilligers Onbereikbare,

natte plaatsen

Na 2 à 3 jaar, indien

geen zaadaanvoer

plaatsvindt

Herbicide

2 x per jaar / voor de

bloei en tijdens de

bloei

Rugsproeier Niet nabij

waterpartijen

Slecht, zaadvorming

wordt niet voorkomen

Begrazing Jaarrond extensieve

begrazing

Schapen

Runderen

Onbereikbare,

vochtige

gebieden

Na 2 à 3 jaar

* Het is van belang dat de plantresten verwerkt worden om regeneratie te voorkomen.

Maaien en afvoeren: is toe te passen indien het gebied toegankelijk is en niet te nat (anders bodemschade).

Manueel uittrekken: is toe te passen op onbereikbare en natte gebieden, waar het onmogelijk is om aan

begrazing te doen of machinaal beheer toe te passen. Het is echter een vrij arbeidsintensieve methode die

best m.b.v. vrijwilligers uitgevoerd kan worden.

Herbicide: is in de meeste situaties verboden (wegens het verbod op het gebruik van chemicaliën langs

waterlopen). Het is de minst efficiënte en duurste bestrijdingsmethode!! De plant sterft van één sproeibeurt

bijna nooit volledig af, waardoor twee werkgangen nodig zijn en dus twee keer zoveel product nodig is.

Daarbij komt nog eens dat de zaadvorming niet voorkomen ondanks een tweede sproeibeurt.

Begrazing: is zeer efficiënt, goedkoop en onderhoudsvriendelijk. Het is echter afgeraden te opteren voor

schapen, enerzijds wegens het onderhoud aan schapen en anderzijds door de kans op hoefrot.

VEILIGHEID DE BESTRIJDING Bij het gebruik van chemische producten altijd de aanwijzingen van het product opvolgen. Wanneer een

bepaalde wijze van gebruik verboden wordt (bv. injecteren) moet dit zeker niet uitgevoerd worden.

Veiligheidsfiche bosmaaier

De bosmaaier heeft een aantal veiligheidsvoorziening, nl. een beschermkap rond de messen en het gebruik van een ergonomisch draagstel. Naast deze beveiligingen op het werktuig zelf is het van groot belang veiligheidskleding en uitrusting te dragen.

Naast de veiligheidsvoorzieningen van de bosmaaier en de veiligheidskledij is het gevaar op verwondingen niet verdwenen. De beveiligingen zijn geen alternatief voor een veilige werktechniek. Let dan ook beslist op de veiligheidsvoorschriften in de handleidingen van de motorapparaten.

KLEDING EN UITRUSTING

Veiligheidsjas en –broek

Veiligheidshelm met gehoor- en gelaat- bescherming

Veiligheidshandschoenen

Veiligheidsschoenen

WERKVEILIGHEID

Voor het starten enkele punten controleren:

Snijgarnituur, beschermkap, handgreep en draagstel moet correct gemonteerd zijn

Gashendel en gashendelblokkering

Bougiesteker moet vastzitten (brandgevaar!)

Handgrepen vrij van olie, hars, …

Het draagstel moet ergonomisch zijn

Bij het starten rekening houden met:

Minstens 3 m van de tankplaats

Op een vlakke ondergrond

In een niet afgesloten ruimte

Voldoende afstand van collega’s (15 meter)

Snijgarnituur moet vrij liggen

Bosmaaier enkel vanaf de grond starten

Tijdens de werkzaamheden rekening houden met:

Let op het uitlopen van het snijgarnituur

Let op gladheid (regen, sneeuw, schors, …)

Zorg altijd voor stabiele houding

Nooit zonder collega’s in de beurt werken

Tijdig rustpauzes nemen

Bij onwel gevoel stoppen met werken

Niet roken in de beurt van de bosmaaier

Voldoende

afstand houden (min. 15 meter)

Voor het tanken moet je de motor uitschakelen.

Tank niet wanneer de motor gloeiend heet is.

Niet roken in de beurt van de bosmaaier en zeker niet

tijdens het tanken.

Sluit de tankdop goed af ter voorkoming dat deze loskomt door trillingen.

Zorg steeds voor voldoende ventilatie ter voorkoming dat je teveel

schadelijk gassen inademd.

Werk nooit zonder beschermingskap!

TERUGSLAG VERMIJDEN

Tijdens het maaien kan terugslag optreden. Dit is terugslag die ontstaat in de rechterbovenhoek v/d snijgarnituur en het resultaat is van foute gebruikswijzen.

Grote kans op terugslag

Minder kans op terugslag

Geen kans op terugslag

Om de terugslagvrije zone te benutten moet er gemaaid worden van rechts naar links.

Veiligheidsfiche kettingzaag

De kettingzaag heeft veel veiligheidsvoorzieningen, nl. de kettingrem, de kettingvanger, een handvatverbreder, anti-vibratierubbers en sommige hebben zelf handvatverwarming. Naast deze beveiligingen op het werktuig zelf is het van groot belang veiligheidskleding en uitrusting te dragen.

Naast de veiligheidsvoorzieningen van de kettingzaag en de veiligheidskledij is het gevaar op verwondingen niet verdwenen. De beveiligingen zijn geen alternatief voor een veilige werktechniek. Let dan ook beslist op de veiligheidsvoorschriften in de handleidingen van de motorapparaten.

KLEDING EN UITRUSTING

Veiligheidsjas en –broek

Veiligheidshelm met gehoor- en gelaat- bescherming

Veiligheidshandschoenen

Veiligheidsschoenen

WERKVEILIGHEID

Voor het starten enkele punten controleren:

Kettingrem

Zaagblad en zaagbladspanning

Gashendel en gashendelblokkering

Bougiesteker moet vastzitten (brandgevaar!)

Handgrepen vrij van olie, hars, …

Bij het starten rekening houden met:

Minstens 3 m van de tankplaats

In een niet afgesloten ruimte

Voldoende afstand van collega’s (5 meter)

Kettingrem opzetten

Kettingzaag vanaf de grond starten

Tijdens de werkzaamheden rekening houden met:

Let op het uitlopen van de ketting

Let op gladheid (regen, sneeuw, schors, …)

Zorg altijd voor stabiele houding

Niet alleen werken met een kettingzaag

Tijdig rustpauzes nemen

Pas om voor brandgevaar door hete uitlaatgassen

Niet roken in de beurt van de kettingzaag

Bij onwel gevoel stoppen met werken

Bij transport en wijziging van werkpositie moet de

kettingrem aangetikt worden om te voorkomen dat de ketting onverwacht

aanslaat.

Voor het tanken moet je de motor uitschakelen.

Tank niet wanneer de motor gloeiend heet is.

Niet roken in de beurt van de kettingzaag en zeker niet tijdens het tanken.

Sluit de tankdop goed af ter voorkoming dat deze

loskomt door trillingen.

Zorg steeds voor voldoende ventilatie ter voorkoming dat je teveel

schadelijk gassen inademd.

KICKBACK VERMIJDEN

Tijdens het zagen kan kickback optreden. Dit is terugslag die ontstaat in de rechterbovenhoek v/h zaagblad en het resultaat is van foute gebruikswijzen.

Motorzaag met beide handen vasthouden

Alleen met vol gas zagen

Niet met zaagbladneus zagen

Nooit meer dan één tak tegelijk zagen

Niet te ver voorovergebogen zagen

Niet boven schouderhoogte zagen

Opletten met spanningskrachten in de stam (zie lager)

Geen lichaamsdelen in het zwenkbereik

VELLEN

Vellen mag alleen worden uitgevoerd door iemand die hiervoor een opleiding heeft genoten. Wie geen ervaring in het werken met de motorzaag heeft, mag noch vellen, noch snoeien.

Voor dat je de boom gaat vellen moet een valrichting en een vluchtweg bepaald worden.

A. Valrichting B. Vluchtweg

Voor de valrichting (A) te bepalen letten op:

Onder welke hoek de boom staat

Windrichting en windsnelheid

Hellingen

Omgeving

Sneeuwbelasting

Conditie van de boom

De vluchtweg (B):

Vrijmaken van takken en vegetatie

45° t.o.v. de te vellen boom

Tijdens het ‘vluchten’ op vallende takken en de kroon letten

Vluchtwegen op hellingen evenwijdig met de helling

Werkgebied rond de stam:

Storende takken, vegetatie en obstakels uit het werkgebied bij de stam verwijderen

De voet van de stam vrij maken van stenen, zand en andere niet-houtige voorwerpen.

STAMMEN ONDER SPANNING

Wanneer een gevelde stam onder spanning staat is hiervoor een techniek om te voorkomen dat de kettingzaag terugslaat of klemt of dat de spanning op de stam krachten kan veroorzaken.

1. Drukzijde (1/4 inzagen) 2. Trekzijde (stam doorzagen)

Bij onderhands zagen moet erop gelet worden dat er kans is op terugstoten van de kettingzaag. Geen lichaamsdelen in het zwenkbereik!

Veiligheidsfiche motorheggenschaar

De motorheggenschaar heeft een aantal veiligheidsvoorziening, nl. de mesblokkering, mesbescherming en het gebruik van twee handen voor twee schakelaars. Naast deze beveiligingen op het werktuig zelf is het van groot belang veiligheidskleding en uitrusting te dragen.

Naast de veiligheidsvoorzieningen van de motorheggenschaar en de veiligheidskledij is het gevaar op verwondingen niet verdwenen. De beveiligingen zijn geen alternatief voor een veilige werktechniek. Let dan ook beslist op de veiligheidsvoorschriften in de handleidingen van de motorapparaten.

KLEDING EN UITRUSTING

Veiligheidsjas en –broek

Veiligheidsbril en gehoorbescherming

Veiligheidshandschoenen

Veiligheidsschoenen

WERKVEILIGHEID

Voor het starten enkele punten controleren:

Mesblokkering (indien aanwezig) inschakelen

Gashendel en gashendelblokkering

Bougiesteker moet vastzitten (brandgevaar!)

Handgrepen vrij van olie, hars, …

Snijmessen moeten in goed staat verkeren

Mesbeschermer (indien aanwezig) vrij van beschadigingen

Bij het starten rekening houden met:

Minstens 3 meter van de tankplaats

Op een vlakke ondergrond

In een niet afgesloten ruimte

Voldoende afstand van collega’s

Heggenschaar enkel vanaf de grond starten

Tijdens de werkzaamheden rekening houden met:

Let op het uitlopen van de messen

Let op gladheid (regen, sneeuw, helling, …)

Zorg altijd voor stabiele houding

Aandrijfmechanisme wordt warm – oppassen voor verbranding!

Tijdig rustpauzes nemen

Bij onwel gevoel stoppen met werken

Niet roken in de beurt van de heggenschaar

Gebruik een hoogtewerker i.p.v. een

ladder

Altijd met twee handen werken (zie afbeelding

voor juiste houding)

Voor het tanken moet je de motor uitschakelen.

Tank niet wanneer de motor gloeiend heet is.

Niet roken in de beurt van de heggenschaar en zeker

niet tijdens het tanken.

Sluit de tankdop goed af ter voorkoming dat deze

loskomt door trillingen.

Zorg steeds voor voldoende ventilatie ter voorkoming dat je teveel

schadelijk gassen inademd.

WERKVEILIGHEID

Wanneer de messen geblokkeerd worden, eerst de motor uitschakelen vooraleer het voorwerp te verwijderen.

Contact met stroomgeleidende kabels vermijden, anders is er kans op elektrische schokken.

Ter voorkoming van beschadiging van de messen:

Controleer de haag en de omgeving op stenen, metalen voorwerpen, afrastering langs de haag met eventueel resten van afrasteringdraad in de haag.

Houdt er rekening mee dat er geen steentjes of zand tussen de messen komt wanneer er juist boven de grond gewerkt wordt.