Omgevingsanalyse 2018 - Sint-Martens-Latem · Het is belangrijk om systematisch te investeren in...
Transcript of Omgevingsanalyse 2018 - Sint-Martens-Latem · Het is belangrijk om systematisch te investeren in...
1
Lokaal bestuur Sint-Martens-Latem
Omgevingsanalyse 2018
ter inspiratie van het meerjarenplan 2020-2025
2
3
Samenvatting
Deze omgevingsanalyse werd opgemaakt in het kader van de voorbereidingen van het meerjarenplan
van Sint-Martens-Latem 2020-2025 en is een verplicht onderdeel van de documentatie bij dit
meerjarenplan1. Het werd opgemaakt door de administratie en dient als inspiratie voor de
besprekingen met het bestuur en de opmaak van het ontwerp meerjarenplan.
Een omgevingsanalyse heeft als doel de lokale besturen te laten stilstaan bij de context waarin ze
werken.2 Het is de bedoeling na te gaan wat de sterktes/zwaktes en opportuniteiten/bedreigingen
(SWOT) zijn. Op basis van deze SWOT-analyses formuleert de administratie voorstellen en bepalen
de beleidsmakers hun beleidsprioriteiten voor de komende legislatuur.
De indeling van dit document gebeurde aan de hand van de verschillende beleidsdomeinen. In de
samenvatting willen we de geformuleerde voorstellen koppelen aan de missie.
Deze omgevingsanalyse vertrekt uiteraard ook van de maatschappelijke context waarbinnen het
bestuur opereert. Kenmerkend daarbij is vooral de verwachte vergroening en vergrijzing van de
bevolking in onze gemeente die het bestuur voor nieuwe uitdagingen op de verschillende
beleidsdomeinen stelt. 3
Missie als beginpunt We kaderen graag onze voorstellen als verdere uitwerking van onze missie4:
Het lokaal bestuur wil een enthousiaste en sterke dienstverlener zijn
die met competente medewerkers en moderne (digitale) middelen een
transparant en voorspelbaar beleid voert, gebaseerd op een duidelijke
en gedragen visie, met de focus op zowel de lange termijn als op de
operationele excellentie.
… een enthousiaste en sterke dienstverlener zijn…
De dienstverlening aan onze inwoners blijft uiteraard onze bestaansreden. Tevreden inwoners, daar
werken we alle dagen voor, daarom willen we een enthousiaste en sterke dienstverlener zijn!
1 Art. 4. Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en de beheerscyclus van de lokale besturen van 26 juni 2018 (BS 3 augustus 2018). 2 Zie het verslag aan de regering bij het Besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus voor de lokale en de provinciale besturen van 30 maart 2018 (BS 22 mei 2018). 3 Zie situatieschets (p. 17). 4 Deze missie werd opgesteld tijdens een tweedaagse werkconferentie van het managementteam ‘Veerkrachtig sturen, productief samenwerken’ onder begeleiding van de VVSG (22 en 23 mei 2017).
4
We willen als administratie vooruitstrevend zijn in onze dienstverlening en de klant centraal zetten.
Per geleverd product onderzoeken we wat het meest aangewezen kanaal is (e-loket, telefoon,
onthaal, themabalie, spreekruimte of aan huis) (p. 34), zodat de beschikbare middelen optimaal
worden ingezet en de dienstverlening ideaal verloopt. Bij de dienst Burgerzaken kan bijvoorbeeld een
‘bringme’ box wordt geïnstalleerd, waarin documenten ook na de openingsuren kunnen afgehaald
worden. Anderzijds kunnen identiteitskaarten voor senioren of minder mobiele inwoners aan huis
bezorgd worden (p. 48).
Wat betreft het openbaar domein zullen vooral het groenbeheer, de verdere noodzakelijke
rioleringswerken, doorgaans gepaard gaande met herinrichting van de weg, en het fietspadenbeleid
aandacht vragen (p.58). Een goede inrichting van het openbaar domein (speelprikkels, zilverroutes)
stimuleert het gebruik door jong en oud (p.78).
Belangrijke uitdagingen stellen zich ook inzake infrastructuur. Wat betreft het
gebouwenpatrimonium is de langverwachte bouw van een nieuwe bibliotheek een prioriteit. Het
dossier is na een lange en zorgvuldige voorbereidingstijd klaar voor goedkeuring en aanbesteding.
Ook de renovatie van de sporthal kan worden verdergezet, maar er zal ook aandacht moeten gaan
naar de totale sportsite aan de Hoge Heirweg. (p. 74)
Daarnaast moeten keuzes gemaakt worden over de nieuwbouw van de school in Latem, de site van
het oud gemeentehuis en Centrum De Vierschaar in Deurle, wijkcentrum Oase en de bestemming
van Centrum Zomernest in de Kwakstraat. Ook de inrichting van de site Priesterage is aan herdenking
toe. Wellicht moet ook nagedacht worden over de inrichting van het gemeentehuis (tweede
verdieping) om te kunnen beantwoorden aan de toenemende behoefte aan flexibele vergader- en
kantoorruimte en de dienstverlening optimaal te organiseren.
Permanent wordt het vrijetijdsaanbod aangepast aan de noden en nieuwe ontwikkelingen. Zo passen
we best de activiteiten van de speelpleinwerking voor de 10-12 jarigen aan, zodat we deze doelgroep
meer bereiken (p 76). Voor de promotie van de werking van alle verenigingen stellen we voor om
een vrijetijdsmarkt te organiseren (p. 77).
Optimalisatie van het seniorenflatgebouw en de omgeving rond het Sociaal Huis zal een grote
meerwaarde betekenen voor de bewoners van het seniorenflatgebouw en van WZC Ter Venne (p.
87).
Voor de bewoners van het Lokaal Opvang Initiatief is een daginvulling op maat prioritair. Bovendien
is grote ondersteuning nodig van technische dienst, poetsdienst en van de maatschappelijk werker.
Voor de inwoners die het financieel moeilijk hebben, kan een vrijetijdspas uitgereikt worden,
waardoor ze aan een verminderd tarief kunnen deelnemen aan activiteiten (p. 88).
Voor de ondersteuning van onze dienstverlening werken we systematisch met vrijwilligers die op hun
beurt de nodige ondersteuning krijgen (medewerker-coach). De vrijwilligers krijgen een voorstel op
maat (p. 90).
… met competente medewerkers…
Het is belangrijk om systematisch te investeren in het mentaal kapitaal en de veerkracht van de
medewerkers, zodat ze de vele uitdagingen van de functies aankunnen en ook op lange termijn een
antwoord kunnen bieden op de uitdagingen die op ons afkomen. Het zijn immers de medewerkers
die dagelijks instaan voor de enthousiaste en sterke dienstverlening. (p. 35).
5
Om competente medewerkers aan te trekken en te houden is het noodzakelijk om te investeren in
de aantrekkelijkheid van het lokaal bestuur als werkgever: flexibele werkuren en werkplaatsen,
beweeg- en fietsbeleid, extra legale voordelen (p. 36). Ook in de gemeentelijke basisschool is er nood
aan professionaliseringsinitiatieven bij de teamleden (p. 95).
Voor de uitvoering van het voorgestelde beleid en de verdere professionalisering is een beperkte
versterking van de administratie noodzakelijk. Een deskundige communicatie en participatie is nodig
om te beantwoorden aan de verwachtingen inzake interne en externe communicatie en participatie
(p. 35-36). De toenemende en versnelde digitalisering maakt een versterking van de ondersteuning
op vlak van ICT noodzakelijk (p. 35). De aanwerving van een deskundige personeel moet ons in staat
stellen om een modern HR-beleid te voeren (p. 35). Versterking van administratieve ondersteuning is
wenselijk voor de dienst Vrije Tijd, enerzijds voor de ondersteuning van de organisatie van
activiteiten en anderzijds om de bezetting in de sporthal te verbeteren (p. 67).
… en moderne (digitale) middelen …
Verder inzetten op digitalisering van de dienstverlening en de werking en inspelen op nieuwe
technologieën blijft noodzakelijk en moet er voor zorgen dat we als lokaal bestuur voldoende
bestuurskracht blijven houden. Dit veronderstelt ook vernieuwing en creativiteit.
De komende jaren zal het bestuur de dienstverlening en haar werking verder optimaliseren door
maximaal in te zetten op digitalisering. We blijven echter zorg dragen voor wie digitaal niet
geschoold is en ondersteuning nodig heeft (digitale inclusie) (p. 35). We stimuleren het gebruik van
het e-loket (computer aan het onthaal met vrijwilligers) en introduceren nieuwe technologieën (p.
48).
Afnemers van dienstverlening krijgen de mogelijkheid om online te reserveren, te bestellen en te
betalen. Ook de communicatie over belastingen en retributies verlopen digitaal met een
rechtstreekse koppeling om te betalen (p. 44).
Voor het gemeentelijk onderwijs wordt een IT-plan opgemaakt, zodat de school een voortdurend
comfort kan bieden aan de leerkrachten en aan de leerlingen (p. 96).
… een transparant en voorspelbaar beleid …
Verschillende instrumenten die kunnen worden ingezet zullen mee zorgen voor een transparant en
een voorspelbaar beleid.
Op vlak van ruimtelijke ordening is dit enerzijds de bouwmeesterscan, die wordt uitgevoerd in 2019
en anderzijds het voorstel om stedenbouwkundige richtlijnen om te zetten in verordenende
instrumenten (p. 56). Ook de uitvoering van het handhavingsplan, zal het sluitstuk vormen van een
transparant en voorspelbaar beleid inzake ruimtelijke ordening (p. 57).
Het seniorenbeleid zal door de aanwerving van een maatschappelijk werker extra impulsen krijgen.
Door de senioren een eigen seniorenhuis aan te bieden, bijvoorbeeld in Centrum Zomernest, Oud
gemeentehuis Deurle of Pastorie Latem, krijgt het gekozen gebouw alvast een nieuwe bestemming
(p. 75).
Op vlak van sociaal beleid is betaalbaar wonen in Sint-Martens-Latem een blijvende uitdaging.
Verdere uitbreiding van de woningen binnen het Sociaal Verhuurkantoor en het stimuleren van
6
alternatieve vormen van wonen zijn voorstellen die hieraan proberen een antwoord te bieden (p.
89).
Door subsidiereglementen voor culturele verenigingen, jeugd en jeugdverenigingen aan te passen,
kan het bestuur bepaalde accenten leggen in haar vrije tijdsbeleid (p. 78).
De gemeentelijke basisschool stelt voor om het pedagogisch project en de schoolvisie te actualiseren
(p. 97).
… gebaseerd op een duidelijke en gedragen visie …
In het decreet over het lokaal bestuur wordt expliciet bepaald dat gemeenten en OCMW’s de
inwoners zo veel mogelijk betrekken bij het beleid en zorgen voor openheid van bestuur. De lokale
besturen voeren een beleid op het vlak van de betrokkenheid en de inspraak van de burgers of van
de doelgroepen. Participatie wordt dus een belangrijk thema, waar we als lokaal bestuur nog verder
kunnen groeien. Om het beleid te bepalen is het ook belangrijk om de achterliggende visie duidelijk
te communiceren en om draagvlak te zoeken voor de gekozen weg.
Meer aandacht dient daarom geschonken te worden aan participatie, zodat we de visie van de
inwoners en belanghebbenden goed kennen en kunnen inzetten voor het bepalen van keuzes en
oplossingen. Systematisch communiceren over strategische projecten wordt meer en meer belangrijk
De aanwerving van de deskundige communicatie en participatie zal dit uiteraard ten volle
ondersteunen. (p. 35-36)
Mogelijks zijn inwoners ook bereid om aan de hand van een burgerbudget zelf oplossingen uit te
werken (p. 42).
… met de focus op de lange termijn …
Voor het thema duurzaamheid werd bij de opmaak van de swot en de voorstellen telkens nagegaan
of de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s = Sustainable Development Goals) geformuleerd
door de Verenigde Naties in 2015 ons kunnen inspireren.5 Onze geformuleerde voorstellen komen op
een of andere manier tegemoet aan of ondersteunen maar liefst 10 van de 17 duurzame
ontwikkelingsdoelstellingen. Dit gaat dan onder meer over armoedebestrijding, levenslang leren,
beheer van water, duurzame en moderne energie, duurzame overheidsopdrachten, terugdringen van
ongelijkheid, duurzame consumptie, klimaatbeleid, biodiversiteit, inclusieve samenlevingen.6 We
zetten als administratie graag onze schouders onder deze mondiale doelstellingen. Deze
doelstellingen kunnen ook een inspiratiebron zijn bij de opmaak van het meerjarenplan.
Verduurzaming is een continu aandachtspunt in de werking en in het aankoopbeleid van alle
diensten. We denken hierbij aan het verduurzamen van de evenementen, een klimaatplan
patrimonium, duurzame overheidsopdrachten, beheer wagenpark, verledding van de openbare
verlichting, hergebruik van regenwater, … (p. 43, p. 57). Op vlak van mobiliteit vraagt het STOP-
5 Zie http://www.vvsg.be/sites/sdgs/Paginas/sdgs.aspx 6 Zie duurzame ontwikkelingsdoelstellingen: 1, 4, 6, 7, 9, 10, 12, 13, 15 en 16.
7
principe om een globaal actieplan. Hierbij is aandacht vereist voor de evaluatie van het
mobiliteitsplan, vlot openbaar vervoer, het fietsbeleid en het tragewegennet (p. 58).
De principes van een circulaire economie zouden ook in ons bestuur gaandeweg kunnen
geïmplementeerd worden. Zo kan bijvoorbeeld gestart worden met circulaire verlichting van de
kantoorruimtes, waarbij we als bestuur enkel betalen voor het licht en waarbij de leverancier op die
manier verplicht wordt om maximaal duurzame materialen te gebruiken (p. 58).
Voor het lokaal opvanginitiatief zou een passiefbouw ideaal zijn om de bewoners energiezuinig te
laten wonen (p. 87).
Ook samenwerking met andere organisaties en besturen zorgt voor het garanderen van
dienstverlening op lange termijn.
Uitwerken van een systematische samenwerking met een geprefereerde buurgemeente, kan een
keuze zijn om op lange termijn te anticiperen op een mogelijke toekomstige verplichte fusie (p. 34).
Uiteraard willen we als bestuur de financiën duurzaam en gezond beheren. De financiële ruimte voor
toekomstige bestuursperiodes moet immers ook steeds gevrijwaard blijven, zodat de dienstverlening
op een kwaliteitsvolle wijze kan gegarandeerd blijven (p. 43).
Systematisch overleg met buurgemeenten moet er ook voor zorgen dat samenwerkingskansen
gedetecteerd worden (bijv. fietsroutenetwerk) en kennis en ideeën uitgewisseld worden (p. 56).
Samenwerking met andere diensten en organisaties (bijv. Ter Venne, andere bibliotheken) zorgt ook
dat we doelstellingen op lange termijn kunnen realiseren (bijv. kortverblijf in Ter Venne) (p. 88).
…en de focus op de operationele excellentie …
Als bestuur willen we ook excelleren in het operationele. Daarom is het noodzakelijk om de
sleutelprocessen steeds grondig te kennen, te beschrijven en bij te sturen waar nodig (p. 34 en
bijlage 1 voor overzicht sleutelprocessen).
Het lokaal bestuur verfijnt ook het principe van budgethouderschap, waarbij een evenwicht wordt
gevonden tussen decentralisatie en centralisatie van de beslissingsmacht over de aanwending van de
budgetten (p. 44).
Ook het optimaliseren van de werking frontoffice en backoffice bij bijvoorbeeld de dienst
Stedenbouw, moet zorgen voor correcte en heldere informatie aan de inwoners (p 56).
Waar mogelijk vragen we ook om delegatie van bevoegdheden van hogere overheden zodat deze
opdrachten in eigen beheer kunnen uitgevoerd worden, bijvoorbeeld door bevoegdheidsdelegatie
van de kapmachtiging (p. 61).
8
9
Opmaak omgevingsanalyse en dankwoord Deze omgevingsanalyse werd opgemaakt in de periode juni 2018 tot december 2018 door de
medewerkers van de administratie van het lokaal bestuur. Het is gebaseerd op heel wat bronnen. De
website van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten bevat veel suggesties over de opmaak
van deze omgevingsanalyse.7 Ook diverse memoranda8 en het lokaal verkiezingsdrukwerk werden ter
hand genomen bij de redactie van dit document. De SWOT analyses en de voorstellen werden
opgemaakt in samenwerking met de diensthoofden. In 2018 werd met alle medewerkers ook een
zelfevaluatie georganiseerd in het kader van de organisatiebeheersing, waarbij iedereen over 10
verschillende thema’s de sterke punten en de verbeterpunten kon aanhalen. Ook deze info werd
verwerkt.
Bij de opmaak werd bijzondere aandacht geschonken aan uitbreiding van de mogelijkheden op vlak
van samenwerking, nieuwe technologische evoluties die dienstverlening en de werking kunnen
verbeteren, vernieuwing en creativiteit en tenslotte duurzaamheid.
Elk hoofdstuk is door de verantwoordelijke diensthoofden samengesteld. Alle voorbereidingen
werden doorgelezen en besproken tijdens 4 bijeenkomsten van het Dienstenoverleg. De
medewerkers formuleerden bedenkingen en aanvullingen waardoor de kwaliteit van de tekst telkens
toenam. Dit alles werd gecoördineerd door onze beleidsmedewerker An De Vreese. We willen hen
voor alle inspanningen van harte bedanken!
In een eerste deel (situatieschets)van deze nota geven we enkele algemene cijfers weer over de
gemeente. Nadien volgen de zes beleidsdomeinen (Algemene Financiering, Algemeen Bestuur,
Grondgebiedzaken, Welzijn, Vrije Tijd en Onderwijs). Per beleidsdomein is een SWOT opgemaakt en
formuleren we voorstellen voor het nieuwe bestuur.
In de bijlages vindt u aanvullende informatie.
We verwijzen graag naar drie rapporten die externen zullen opmaken, maar die nu nog niet beschikbaar zijn. Ze zullen ook relevant zijn in het kader van de opmaak van het nieuw meerjarenplan:
1. Rapport Audit Vlaanderen – wordt verwacht in januari 2019. 2. Omgevingsanalyse flankerend onderwijsbeleid – wordt ook verwacht in januari 2019. 3. Rapport naar aanleiding van de Bouwmeesterscan – wordt verwacht in april 2019.
Schreven en lazen mee…
Carine Van de Casteele, Catherine Hartmann, Els Hautekeete, Erwin Froyen, Freya Van
Caekenberghe, Gerry Fauconnier, Glenn Keukelier, Hannes Buyle, Inge Devalez, Jan Volckaert,
Kimberley Viaene, Masha Tack, Michael Verlijsen, Niels Holvoet, Peter Van Herp, Silke Van de Walle,
Sophie Desmet, Veerle Yperman, An De Vreese, Wim De Bruyne, Jef Van den Heede.
7 Zie http://www.vvsg.be/Werking_Organisatie/Planlastvermindering/Pages/omgevingsanalyse.aspx 8 Zie https://www.sint-martens-latem.be/memoranda-2018.
10
11
Inhoud
Samenvatting ........................................................................................................................................... 3
Inhoud ................................................................................................................................................... 11
Situatieschets ........................................................................................................................................ 17
Maatschappelijke context ................................................................................................................. 17
Het lokaal bestuur als organisatie ..................................................................................................... 20
Algemeen directeur en secretariaat ........................................................................................... 20
Financieel directeur en financiële dienst ................................................................................... 21
Afdeling Grondgebiedzaken ........................................................................................................ 21
Afdeling Welzijn, Burger en Vrije tijd ......................................................................................... 22
Gemeentelijk onderwijs ................................................................................................................ 25
Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en partners van het lokaal bestuur ........................ 25
Participatieorganen (adviesraden) .................................................................................................... 25
Overzicht actoren in het beleid van een lokaal bestuur ................................................................... 26
Missie van het lokaal bestuur ................................................................................................................ 29
Algemeen Bestuur ................................................................................................................................. 31
SWOT ................................................................................................................................................. 31
Interne sterktes ............................................................................................................................. 31
Interne zwaktes ............................................................................................................................. 32
Externe kansen .............................................................................................................................. 33
Externe bedreigingen .................................................................................................................... 33
Voorstellen Algemeen Bestuur ......................................................................................................... 34
Verregaande intergemeentelijke samenwerking .......................................................................... 34
Vooruitstrevende visie op organisatie en dienstverlening ontwikkelen ....................................... 34
Maximale digitalisering van de dienstverlening en de werking .................................................... 35
Voeren van een participatiebeleid ................................................................................................ 35
Personeel: breinbeleid gericht op veerkrachtige medewerkers ................................................... 35
Aantrekkelijke werkgever blijven .................................................................................................. 36
Strategische communicatie ........................................................................................................... 36
Algemene Financiering .......................................................................................................................... 39
SWOT ................................................................................................................................................. 39
Interne sterktes ............................................................................................................................. 39
Interne zwaktes ............................................................................................................................. 40
12
Externe kansen .............................................................................................................................. 40
Externe bedreigingen .................................................................................................................... 42
Voorstellen Algemene Financiering .................................................................................................. 42
Inzetten op participatie ................................................................................................................. 42
Een financieel duurzaam en gezond lokaal bestuur ...................................................................... 43
Verdere digitalisering van de werking ........................................................................................... 43
Een goed werkende organisatie .................................................................................................... 44
Burgerzaken ........................................................................................................................................... 45
SWOT ................................................................................................................................................. 45
Interne sterkten ............................................................................................................................. 45
Interne zwakten ............................................................................................................................. 46
Externe kansen .............................................................................................................................. 46
Externe bedreigingen .................................................................................................................... 47
Voorstellen Burgerzaken ................................................................................................................... 47
Organisatie en werking .................................................................................................................. 47
Dienstverlening.............................................................................................................................. 48
Grondgebiedzaken ................................................................................................................................ 51
SWOT ................................................................................................................................................. 51
Interne sterktes ............................................................................................................................. 51
Interne zwaktes ............................................................................................................................. 52
Externe kansen .............................................................................................................................. 53
Externe bedreigingen .................................................................................................................... 54
Voorstellen Grondgebiedzaken ......................................................................................................... 56
Project administratieve structuur ................................................................................................. 56
Optimaliseren van de werking frontoffice – backoffice ................................................................ 56
Samenwerking en overleg ............................................................................................................. 56
Ruimtelijke ordening ..................................................................................................................... 56
Milieu en mobiliteit ....................................................................................................................... 57
Patrimonium en openbaar domein ............................................................................................... 59
Water en groen ............................................................................................................................. 61
Vrije Tijd ................................................................................................................................................. 63
SWOT bibliotheek .............................................................................................................................. 63
Interne sterktes ............................................................................................................................. 63
Interne zwakten ............................................................................................................................. 64
13
Externe kansen .............................................................................................................................. 64
Externe bedreiging ........................................................................................................................ 65
SWOT cultuur .................................................................................................................................... 65
Interne sterktes ............................................................................................................................. 65
Interne zwaktes ............................................................................................................................. 66
Externe kansen .............................................................................................................................. 67
Externe bedreigingen .................................................................................................................... 69
SWOT jeugd, senioren, feestelijkheden ............................................................................................ 70
Interne sterktes ............................................................................................................................. 70
Interne zwaktes ............................................................................................................................. 71
Externe kansen .............................................................................................................................. 71
Externe bedreigingen .................................................................................................................... 72
SWOT sport........................................................................................................................................ 73
Interne sterktes ............................................................................................................................. 73
Interne zwaktes ............................................................................................................................. 73
Externe kansen .............................................................................................................................. 73
Externe bedreigingen .................................................................................................................... 74
Voorstellen Vrije Tijd ......................................................................................................................... 74
Infrastructuur Vrije Tijd ................................................................................................................. 74
Aanbod en samenwerken .............................................................................................................. 76
Communicatie en promotie .......................................................................................................... 77
Materiaal, werking en duurzame evenementen ........................................................................... 77
Kunstpatrimonium ......................................................................................................................... 78
Openbaar domein.......................................................................................................................... 78
Subsidies ........................................................................................................................................ 78
Personeel ....................................................................................................................................... 79
Welzijn ................................................................................................................................................... 81
SWOT ................................................................................................................................................. 81
Interne sterktes ............................................................................................................................. 81
Interne zwaktes ............................................................................................................................. 82
Externe kansen .............................................................................................................................. 85
Externe bedreigingen .................................................................................................................... 86
Voorstellen Welzijn ........................................................................................................................... 87
Woonerf ........................................................................................................................................ 87
14
Samenwerking Ter Venne ............................................................................................................. 88
Vrijetijdspas ................................................................................................................................... 88
(Sociaal) Woonbeleid en energiedienstverlening ......................................................................... 89
Lokaal opvang initiatief ................................................................................................................. 89
Senioren......................................................................................................................................... 89
Vrijwilligers .................................................................................................................................... 90
Bekendmaken OCMW-dienstverlening ......................................................................................... 90
Poetsdienst .................................................................................................................................... 90
Onderwijs .............................................................................................................................................. 93
SWOT ................................................................................................................................................. 93
Interne sterktes ............................................................................................................................. 93
Interne zwaktes ............................................................................................................................. 94
Externe kansen .............................................................................................................................. 95
Externe bedreigingen .................................................................................................................... 96
Voorstellen Onderwijs ....................................................................................................................... 96
Optimaal patrimoniumbeheer ...................................................................................................... 96
IT-plan ............................................................................................................................................ 96
Levenslang leren ............................................................................................................................ 96
De visie op het gemeentelijk onderwijs actualiseren .................................................................... 97
15
Bijlages
Algemeen bestuur
• Bijlage 1: Overzicht sleutelprocessen ................................................................................
• Bijlage 2: Organogram en personeelsformatie .................................................................
• Bijlage 3: Overzicht personeelsbestand en verwachte pensioneringen ............................
• Bijlage 4: Overzicht intergemeentelijke samenwerkingsverbanden ..................................
• Bijlage 5: Overzicht decretale bepalingen beleidsparticipatie ...........................................
• Bijlage 6: Cijfers bij de werking van de dienst Burgerzaken ...............................................
• Bijlage 7: Rapport inspectie bevolkingsregisters FOD Binnenlandse Zaken ......................
• Bijlage 8: Overzicht lopende juridische procedures ........................................................... Algemene financiering
• Bijlage 9: Overzicht reglementen (subsidie, toelage, belasting en retributie) ................... Grondgebiedzaken
• Bijlage 10: Het STOP-principe toegepast op Sint-Martens-Latem .....................................
• Bijlage 11: Overzicht investerings- en rioleringsprojecten ................................................ Welzijn
• Bijlage 12: Rapport inspectie werking Sociale dienst door de POD MI. ............................. Vrije tijd
• Bijlage 13: Culturele evenementen en herdenkingen 2019 tot 2024 ................................
• Bijlage 14: Overzicht huur zalen door verenigingen .......................................................... Onderwijs
• Bijlage 15: Cijfers bij de werking van de Gemeentelijke Basisschool .................................
16
17
Situatieschets
In deze situatieschets geven we enkele algemene cijfers weer over de gemeente Sint-Martens-Latem (de maatschappelijke context). We geven ook een overzicht van de huidige werking van het lokaal bestuur. Nadien bespreken we kort de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en geven we een overzicht van de betrokken actoren in het gemeentelijk beleid. In bijlage 4 vindt u een uitgebreidere weergave terug van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de samenwerkingsverbanden van het lokaal bestuur.
Maatschappelijke context
Gemeente in stadsrand met hoge inkomens en vergrijzende bevolking Sint-Martens-Latem behoort volgens de nieuwe typologie van de Vlaamse en Brusselse gemeenten van 2017 van Belfius tot de groep ‘woongemeenten’, en meer specifiek tot de cluster ‘gemeente in de stadsrand met hoge inkomens en vergrijzende bevolking’. De andere gemeenten die hiervan deel uitmaken zijn: Hove, Kapellen, Schilde, Zoersel, Bonheiden, Keerbergen, Lubbeek, Oud-Heverlee en De Pinte.9 De indeling van de Vlaamse gemeenten gebeurde aan de hand van een 5-tal grote dimensies. In volgorde van afnemend belang zijn dit:
• de aanwezigheid van voorzieningen in een gemeente (d.w.z. de aantrekking die een gemeente heeft op de bevolking van andere gemeenten door haar uitrustingsniveau);
• de levensstandaard van de bevolking;
• het landelijk karakter (versus de verstedelijkingsgraad);
• de leeftijdspiramide (meer bepaald de vergrijzingstrend al dan niet met een toenemend aantal jongeren);
• de economische activiteit (bijvoorbeeld de aanwezigheid van een industriezone of grote ondernemingen op het grondgebied van de gemeente).
Vergroening en vergrijzing Uit de bevolkingsvooruitzichten blijkt dat het aantal jongeren (0-17 jaar) in 2025 met 7,5% zal
toenemen t.o.v. 2017. Wat de actieve bevolking (18 – 64 jaar) betreft wordt een daling verwacht van
5,1% t.o.v. 2017. De verwachting is tenslotte dat het aantal ouderen (+65 jaar) toenemen met 34,3%
t.o.v. 2005. Het lokaal bestuur zal dus een vergroening en een vergrijzing ondergaan de komende 8
jaar.10
9https://www.belfius.com/NL/publicaties/nieuwsberichten/2018/Pressrelease20180314Typologie.aspx?firstWA=no 10 http://www.statistiekvlaanderen.be/vlaamse-gemeentelijke-demografische-vooruitzichten--2018-2035
18
Hieronder een overzicht per leeftijdsgroep van de observaties van 2008 – 2017 en de vooruitberekening tot 2027.11
11 http://www.statistiekvlaanderen.be/vlaamse-gemeentelijke-demografische-vooruitzichten--2018-2035
19
Meer en kleinere huishoudens
Het aantal huishoudens in Sint-Martens-Latem zou tegen 2027 stijgen van 3.529 naar 3.655. Deze
stijging is uitsluitend te wijten aan de stijging van het aantal 1 en 2 persoonsgezinnen. Het aantal
gezinnen met meer dan 3 personen daalt (zie overzicht op onderstaande afbeeldingen).12
Bevolkingsdichtheid
De bevolkingsdichtheid van Sint-Martens-Latem steeg de voorbije jaren licht. Deze stijging is
vergelijkbaar met de stijging in de Belfiuscluster (zie overzicht hieronder).
12 http://www.statistiekvlaanderen.be/vlaamse-gemeentelijke-demografische-vooruitzichten--2018-2035
20
Het lokaal bestuur als organisatie
In de legislatuur 2013-2018 werd werk gemaakt van de integratie van de gemeentelijk diensten en de diensten van het OCMW. We spreken daarom liever van ‘het lokaal bestuur’ en niet meer van ‘gemeente’ en ‘OCMW’. De twee rechtspersonen blijven echter bestaan. Hieronder geven we u een overzicht van de belangrijkste opdrachten per afdeling of dienst. Meer informatie over de dienstverlening vindt u op de website van het lokaal bestuur.13 Personeelsbezetting lokaal bestuur op 1 januari 2018:
Personeel Fysieke personen Voltijds equivalenten
Gemeente Vastbenoemden 37 32,07
Tijdelijken en contractuelen
26 18,48
OCMW Vastbenoemden 6 6
Tijdelijken en contractuelen
17 10
Lokaal bestuur Vastbenoemden 43 38,07
Tijdelijken en contractuelen
43 28,48
Lokaal bestuur Algemeen totaal 86 66,55
In bijlage 2 vindt u het huidige organogram van het lokaal bestuur en de personeelsformaties zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 16 oktober 2017 en de OCMW-raad van 4 oktober 2017 (reeds gewijzigd in OCMW raad van 5 juni 2018: aantal ploegbazen aangepast naar 2). Op het organogram zijn de leden van het managementteam aangeduid (algemeen directeur, financieel directeur, afdelingshoofd Grondgebiedzaken, afdelingshoofd Burger, Welzijn en Vrije Tijd en de beleidsmedewerker).
Algemeen directeur en secretariaat
De algemeen directeur is de hoogste ambtenaar. Hij vervult een cruciale managementrol in het lokaal bestuur. Hij is bevoegd voor het dagelijks personeelsbeheer en verschaft advies aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn en het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau. Deze functie houdt eveneens in dat hij alle dossiers die aan het college en de gemeenteraad worden voorgelegd, grondig moet voorbereiden. Niet enkel het voorbereiden van dossiers en vergaderingen is noodzakelijk, bovendien moet hij alle vergaderingen bijwonen en notulen opmaken. Hij zorgt, met de hulp van de gemeentelijke diensten, voor de uitvoering van de genomen beslissingen. Hij is ook de voorzitter van het managementteam. De dienst ‘secretariaat en personeel’ is een ondersteunende dienst. De kerntaken van deze dienst zijn:
• zorgen voor de notulering van de vergaderingen;
• briefwisseling;
• onthaal bezoekers gemeentehuis;
• secretariaat burgemeester;
13 https://www.sint-martens-latem.be/dienstverlening
21
• administratie onderwijs;
• inhoudelijke voorbereiding van dossiers;
• uitvoeren selecties en personeelsadministratie;
• opvolgen verzekeringsdossiers;
• opvolgen reglementering welzijn op het werk;
• aansturen communicatie.
Financieel directeur en financiële dienst
De financieel directeur leidt de financiële dienst en is verantwoordelijk voor de inning van de ontvangsten en de betaling van de uitgaven van het lokaal bestuur. Hij is tevens verantwoordelijk voor de voorafgaandelijke controle op de wettigheid van de verbintenissen van de gemeente en voor de boekhouding, beheert de financiële rekeningen in naam en opdracht van de gemeente en geeft financieel advies aan de bestuursorganen. Naast diverse rapporteringsverplichtingen behoren de opmaak van het voorontwerp van het meerjarenplan en de opmaak van de jaarrekening tot de opdrachten van de financieel directeur. Hij stuurt ook de medewerkers ICT aan. De financiële dienst is een ondersteunende dienst met volgende kerntaken:
• opmaken en opvolgen van het meerjarenplan;
• opmaken van de jaarrekening van de gemeente en het OCMW;
• boekhouding van het lokaal bestuur;
• ondersteuning en opvolging overheidsopdrachten;
• administratie belastingen en toelages.
Afdeling Grondgebiedzaken
De afdeling Grondgebiedzaken overkoepelt alle diensten die met de inrichting en het beheer van de
het grondgebied en het gemeentelijk patrimonium te maken hebben. De dienst Grondgebiedzaken
werkt rond de thema’s ruimtelijke ordening, huisvesting, mobiliteit, milieu, afvalbeheer, groen- en
natuurbeheer, openbare werken, patrimonium,…
Stedenbouw en ruimtelijke planning De dienst behandelt alle (aan)vragen tot omgevingsvergunningen. Deze dienst geeft informatie over huisvestingspremies en de aansluiting op de riolering. De dienst ondersteunt het college van burgemeester en schepenen bij de beleidsvoorbereiding inzake ruimtelijke ordening, milieu, natuur, openbaar groen en mobiliteit. In het bijzonder de begeleiding en de coördinatie van de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen behoort tot het takenpakket. Andere taken zijn onder andere:
• begeleiding planningsprocessen ruimtelijk structuurplan en ruimtelijke uitvoeringsplannen;
• opvolging planningsprocessen en projecten hogere overheden;
• secretariaat gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening;
• lokaal woonoverleg;
• opvolging en begeleiding planningsproces gemeentelijk mobiliteitsplan;
• coördinatie geografisch informatiesysteem, gemeentelijke registers ruimtelijke ordening, milieu, groen, …
• opvolging projecten parkbos, landinrichting, ruilverkaveling, Intereg, PDPO (Vlaamse plattelandsontwikkeling), …
• waterbeheersing Hooglatem en Leie;
• opvolging en ondersteuning natuurprojecten Latemse meersen en Westerplas;
• begeleiding diverse beleidsmatige milieudossiers;
• procedures buurtwegen, onteigening, …;
• ontwerpen plantsoenen, pleintjes, …;
• voorbereidend administratieve taken groendienst zoals aanbestedingen;
22
• boomcontrole, onderzoek en waardebepaling;
• advies kapvergunningen, toelage kleine landschapselementen.
De milieudienst staat in voor volgende opdrachten:
• afvalbeleid (huisvuil, recyclagepark, sluikstort en zwerfvuil, sensibilisering, IVM, … );
• hinderlijke inrichtingen (vergunningen en meldingen, proactieve controles, opmaak inventaris, … );
• milieuklachtenbehandeling en -hinderbestrijding (sensibilisering);
• dieren (zwerfkatten, muskusratten);
• premies: rationeel energiegebruik, zonnepanelen en hemelwaterrecuperatie;
• sensibilisering (milieudag scholen, zwerfvuilactie, samenaankoop groene stroom, … );
• secretariaat gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur.
Technische buitendienst
De technische buitendienst verzorgt het dagelijks beheer van het gemeentelijk patrimonium, meer
bepaald het onderhoud van het openbaar groen, gebouwen van het lokaal bestuur en de
gemeentelijke wegen. De arbeiders en hun ploegbazen zijn gevestigd in de gemeentelijke loods in de
Lijnstraat naast het recyclagepark.
Recyclagepark
De gemeente heeft een recyclagepark voor de selectieve inzameling van het afval van de inwoners,
zelfstandigen, bedrijven en gebruikers van tweede verblijven. De uitbating van het recyclagepark is
uitbesteed aan een externe firma.
Afdeling Welzijn, Burger en Vrije tijd
Sociale dienst
De sociale dienst verzorgt enerzijds de wettelijke opdrachten van het OCMW en bereidt het sociaal beleid van het lokaal bestuur voor en voert het uit. De sociale dienst is gehuisvest in het Sociaal huis. Belangrijke partners van het sociaal huis zijn het sociaal verhuurkantoor, de dienst collectieve schuldenregeling, de psychologische dienst van OCMW Gent, de dienst wijkwerken (VDAB) en de beweegcoach. Het witgele kruis huurt een kantoor in het sociaal huis. De sociale dienst heeft volgende kerntaken:
• financiële hulp (leefloon, voorschotten, terugvorderbare en niet terugvorderbare steun, verwarmingstoelage),
• administratieve hulp (aanvragen premies) , juridische en materiële hulp voor inwoners;
• psychosociale hulp;
• materiële opvang voor asielzoekers tijdens hun asielaanvraag;
• thuiszorg: warme maaltijden, poetsdienst (dienstencheque-onderneming), mindermobielencentrale, bib aan huis;
• verhuur van seniorenflats en seniorenwoningen.
Dienst Burgerzaken
De dienst burgerzaken verzorgt de opdrachten opgelegd door de Vlaamse en federale overheid. Daartoe behoren hoofdzakelijk volgende taken:
23
• bevolkingsadministratie: adreswijzigingen, identiteitskaarten, rijbewijzen, uittreksels uit het bevolkingsregister, legalisaties, inentingen, rijksregister, paspoorten;
• inschrijving vreemdelingen en verblijfsvergunningen;
• begrafenissen en grafconcessies;
• burgerlijke stand: geboorte, huwelijk, echtscheidingen en overlijdens;
• erkenning, wettiging, aanneming van kinderen, naamswijzigingen, nationaliteit;
• kieszaken: kiezerslijsten, organisatie verkiezingen;
• pensioenadministratie;
• uittreksels strafregister.
Dienst Vrije Tijd
De dienst Vrije Tijd is sinds maart 2018 gehuisvest in het sociaal huis. De sportfunctionaris, de
vrijetijdsconsulent en de cultuurfunctionaris bereiden het vrije tijdsbeleid voor en voeren het beslist
beleid uit. Ze werken samen met de collega’s in de sporthal en de musea.
Sportdienst
De taken van de sportdienst zijn hoofdzakelijk:
• beheer van de sprotinfrastructuur:
o de gemeentelijke Sporthal;
o tennisterreinen: verhuurd aan de Tennisclub Latem-Deurle;
o voetbalterreinen deels in beheer van voetbalclub FC Latem;
o mountainbikepistes;
o loopparcours;
• algemene coördinatie werking sporthal;
• organisatie sportpromotionele evenementen;
• promotie sportverenigingen;
• organisatie sport binnen speelpleinwerking;
• opvolgen sportraad;
• opvolgen burensportdienst Leiestreek, instituut voor sportbeheer en recreatiebeleid (ISB) en
Sport Vlaanderen.
Jeugd, Senioren en feestelijkheden
De gemeente heeft volgende infrastructuur voor de jeugd: jeugdhuis ’t Zwaantje, jeugdlokaal voor
KSA Deurle en jeugdlokaal De Nark voor scouts en gidsen Latem, speelpleinwerking Oase en vier
speelweiden (Oase, Tussen Beken, Kwakstraat en Groot Speurestuk). De taken van deze
vrijetijdsconsulent zijn hoofdzakelijk:
• feestelijkheden en evenementen (Nieuwjaarsreceptie, Lentemarkt, kermissen, kerstmarkt);
• speelpleinwerking (voorbereiding, inschrijvingen, werking, stuurgroep);
• seniorenweek, feest 65-jarigen en 80 plussers;
• organisatie en opvolging logistieke steun;
• jeugd (projecten, Jeugdraad, subsidieaanvragen);
• andere projecten (welzijnsoverleg, ontvangst scholen, gezondheidscampagnes jeugd…);
• communicatie (dorpsmagazine en website).
24
Cultuur
De dienst Cultuur van de gemeente Sint-Martens-Latem staat in voor de ondersteuning,
bekendmaking en de ontwikkeling van het culturele leven in de gemeente. Het lokaal bestuur baat
twee musea uit: museum Gevaert-Minne en museum Gust De Smet (zie ook verder).
Deze dienst is nauw betrokken bij volgende zaken:
• tentoonstellingen en evenementen;
• cultuurprijzen: poëzie (Karel van de Woestijneprijs), fotografie (Barbaixprijs) en muziek
(Lieven Duvoselprijs) en bijzondere culturele prestatie (Binus Cultuurprijs);
• monumenten en erfgoed(beheer);
• kunsten en verenigingsleven;
• musea en museumwerking.
Gemeentelijke musea
Gemeentelijk Museum Gust De Smet
Het museum (beschermd erfgoed) is het laatste woonhuis en atelier van de grote Vlaamse
expressionist Gust De Smet (1877-1943). De gemeente werd na de dood van de kunstenaar verplicht
het gehele intacte huis voor het publiek open te stellen en het voortaan Museum Gust De Smet te
noemen. De plechtige openstelling vond plaats op 11 juni 1950. Een tweede heropening na
renovatiewerken vond plaats op 15 oktober 2016. Het museum bevat als bestendige huldeblijk de
volledig ingerichte huiskamer, het atelier en de slaapkamer op de eerste verdieping. Aan de wanden
hangt een selectie uit een collectie van honderd werken, voornamelijk kleine doeken en tekeningen.
Gemeentelijk Museum Gevaert-Minne
Dit museum (beschermd erfgoed) is het voormalig woonhuis en atelier van de schilder Edgar Gevaert
(1891-1965). Gevaert huwt in 1916 met Marie Minne, de oudste dochter van de beeldhouwer
George Minne. Begin jaren '20 bouwt Gevaert zijn woning annex atelier, in een stijl die monastieke
en gotische invloeden vermengt met die van cottage. In 1992 koopt de gemeente het domein van 2.7
hectare op. Aanpassingen en verbouwingen maken erf, huis en atelier tot een gemeentelijk museum.
Op 7 mei 1994 vindt de eerste officiële opening plaats. Naast de kunstwerken van de hand van
Gevaert kan de liefhebber eveneens beelden en werken bewonderen van: George Minne, Xavier de
Cock, Albert Servaes, Gustave van de Woestyne, Valerius de Saedeleer, Frits van den Berghe, Gustave
en Leon De Smet, Permeke, Hubert Malfait e.a. Na een grondige renovatie werd het museum
heropend op 25 augustus 2012.
Bibliotheek14
De bibliotheek beschikt over een volwassenenafdeling, een jeugdafdeling, een afdeling met
audiovisuele materialen en een leeszaal. De bibliotheek verhuisde in juli 2018 van de Latemstraat
naar een tijdelijke huisvesting in het Dorp (vroegere pastorie van Latem) in afwachting van de bouw
van de nieuwe bibliotheek. In de huidige locatie kan niet de volledige collectie getoond worden.
14 Zie ook informatie op de website over het project nieuwe bibliotheek: https://www.sint-martens-latem.be/project-nieuwe-bibliotheek.
25
Met de intentie een nieuwe bibliotheek te bouwen kan het belangrijk publiek karakter ervan veel
beter worden uitgespeeld dan het geval is met de huidige bibliotheek. De nieuwe bibliotheek is in de
eerste plaats een centraal publiek punt. Het ‘grootste huis’ van de gemeente. De centrale leestuin
vormt het hart van de bibliotheek. In de traditie van het ‘culturele centrum’ is de bibliotheek opgezet
als een grote leefruimte, gedeeld door de bewoners van de gemeente.
Gemeentelijk onderwijs
De gemeente organiseert gemeentelijk Kleuter en Lager onderwijs. In 2016 vond een
herstructurering plaats waardoor er twee aparte entiteiten werden opgericht: de gemeentelijke
basisschool Deurle (Dorpsstraat) en de gemeentelijke basisschool Latem (met vestiging in de
Burgemeesterstraat en in Twee Dreven).
Op 1 februari 2018 telde het gemeentelijk onderwijs 463 leerlingen:
• In Sint-Martens-Latem (Burgemeesterstraat en Twee Dreven:
o 96 kleuters en 147 lager
• In Deurle:
o 74 kleuters en 146 lager
Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en partners van het lokaal
bestuur
Op verschillende domeinen werken de gemeente en het OCMW samen met andere gemeenten of
partners. In elk van deze samenwerkingsverbanden is er een vorm van vertegenwoordiging van de
gemeente (vertegenwoordiging in beheerscomité, Algemene Vergadering,…). In totaal gaat het om
ongeveer 25 samenwerkingsverbanden.
De samenwerkingsovereenkomsten situeren zich in volgende domeinen: financiën, waterbeheer,
energie, huisvuil, rattenbestrijding, crematorium, onderwijs, economie, werkgelegenheid, wonen,
gezondheid, bibliotheek, sport, toerisme en cultuur.
In bijlage 4 geven we een volledig overzicht van deze samenwerkingsverbanden en hun
doelstellingen.
Naast deze intergemeentelijke samenwerkingsverbanden in de zin van het Vlaams Decreet over het
Lokaal Bestuur zijn er ook samenwerkingsverbanden opgelegd door de federale overheid, met name
de intergemeentelijke Politiezone Schelde-Leie15 en de Brandweerzone Centrum16.
Participatieorganen (adviesraden)
In Sint-Martens-Latem doen we beroep op participatieorganen, actief in verschillende
beleidsdomeinen:
• Gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Ordening (gecoro);
• Milieuaaad;
• Jeugdraad;
• Seniorenadviesraad;
• Sportraad;
15 http://www.lokalepolitie.be/5419/ 16 https://www.brandweerzonecentrum.be/
26
• Gemeentelijke cultuurraad.
Met deze raden werden afsprakennota’s gemaakt, goedgekeurd door de gemeenteraad. Met
Natuurpunt werd een overeenkomst gesloten voor het beheer van het natuurgebied Latemse
Meersen. Zie ook bijlage 5 voor de decretale bepalingen op vlak van beleidsparticipatie.
Overzicht actoren in het beleid van een lokaal bestuur
Een lokaal bestuur werkt niet op zichzelf. Verschillende actoren in haar omgeving zijn op één of
andere manier betrokken. We schetsen hieronder de belangrijkste actoren die betrokken zijn bij het
lokaal beleid en waarmee bestuur één of andere vorm van samenwerking heeft.
27
Lokaal bestuur
Sint-Martens-Latem
Scholen
Politiezone
Partners OCMW
Kerkfabrieken
Nutsbedrijven en
intercommunales Intergemeentelijke
samenwerkingen
Adviesraden
Verenigingen
Jeugd
Sport Socio
cultureel
Bedrijven
Burgers Hogere
overheden
VVSG
Hulpdiensten
Leveranciers
Buurgemeenten
28
29
Missie van het lokaal bestuur
Het lokaal bestuur wil een enthousiaste en sterke dienstverlener zijn die met
competente medewerkers en moderne (digitale) middelen een transparant en
voorspelbaar beleid voert, gebaseerd op een duidelijke en gedragen visie, met
de focus op zowel de lange termijn als op de operationele excellentie.17
Deze missie van het lokaal bestuur Sint-Martens-Latem vloeit voort uit artikel 2 van het decreet over
het lokaal bestuur van 22 december 2017:
Ҥ 1. De gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn beogen om op het lokale
niveau duurzaam bij te dragen aan het welzijn van de burgers en verzekeren een burgernabije,
democratische, transparante en doelmatige uitoefening van hun bevoegdheden.
Ze betrekken de inwoners zo veel mogelijk bij het beleid en zorgen voor openheid van bestuur.
§ 2. De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de
aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle
initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk
gebied.
Overeenkomstig artikel 6, § 1, VIII, tweede lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot
hervorming der instellingen en artikel 46 van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der
instellingen en met toepassing van het subsidiariteitsbeginsel, oefenen de gemeenten ook de
bevoegdheden uit die hen door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.
Alleen als dat bij decreet uitdrukkelijk is bepaald, kunnen de provincies de medewerking van de
gemeenten regelen.
§ 3. De openbare centra voor maatschappelijk welzijn oefenen de opdrachten, vermeld in artikel 1 en
57 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk
welzijn, uit, alsook de andere aangelegenheden die hen door of krachtens een wet of een decreet
worden opgelegd.”
De kern van de werking van het OCMW is nog steeds vervat in artikel 1 van de wet van 8 juli 1976:
“Elke persoon heeft recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doel eenieder in de
mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid.”
17 Deze missie werd opgesteld tijdens een tweedaagse werkconferentie van het managementteam ‘Veerkrachtig sturen, productief samenwerken’ onder begeleiding van de VVSG (22 en 23 mei 2017).
30
31
Algemeen Bestuur In dit beleidsdomein bespreken we de interne werking en de ondersteunende diensten (secretariaat,
personeel, ICT, informatieveiligheid), de externe communicatie, de intergemeentelijke
samenwerking, de veiligheid en de noodplanning.
SWOT
Interne sterktes
• De voorbije legislatuur werden de werking van de gemeente en het OCMW geïntegreerd
(financiële dienst, ICT, informatieveiligheid, interne preventiedienst, technische buitendienst,
vrije tijd).
• Het organogram werd tweemaal herzien en de personeelsformatie werd afgestemd aan de
nieuwe noden en behoeften van de organisatie. Er werd ingezet op versterking van de
diensten (extra maatschappelijk werker, deskundige patrimonium, deskundige openbaar
domein, handhavingsambtenaar, extra geschoolde arbeiders, extra ploegbaas) (Zie ook
bijlage 2).
• Het bestuur heeft medewerkers in dienst met veel capaciteiten, ervaring en een positieve
ingesteldheid.
• Er werd in 2014 en in 2018 een zelfevaluatie uitgevoerd in kader van de
organisatiebeheersing. Hierbij werden alle medewerkers betrokken. De tweede zelfevaluatie
diende ook als input voor deze omgevingsanalyse.
• Er werd ter voorbereiding van de legislatuur 2019-2024 een lange termijn visie op IT
uitgevoerd, met aanzet van een IT beleidsplan.
• De voorbije legislatuur werden verschillende processen gedigitaliseerd (gebruik notulering,
ePost, omgevingsloket, melding werkopdrachten via de website).
• Er werden belangrijke inspanningen geleverd inzake welzijn op het werk (uitbouw interne
preventiedienst, uitwerken noodplanprocedures, asbestinventaris, …).
• De website werd in 2017 volledig vernieuwd en heeft nu een verruimd e-loket.
• Er werd op verschillende momenten ingezet op participatie van de burgers (workshop De
Vierschaar, inrichting domein ‘Deurle aan de Leie’, ontwerp nieuwe bibliotheek,
bewonersvergadering Hoge Heirweg, Voordelaan, Lindestraat) en er vindt jaarlijks een
overleg plaats met alle adviesraden.
• De adviesraden werden betrokken bij de meerjarenplanning en de opvolging ervan.
• Het bestuur durft keuzes van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden in vraag te
stellen en samenwerking te beëindigen (bijv. uitstap S-divisie van TMVW).
• In kader van noodplanning bestaat een samenwerking met de andere gemeenten van de
politiezone (De Pinte, Nazareth en Gavere). De deskundige openbaar domein zal de functie
van noodplanambtenaar op zich nemen.
• Op 1 augustus 2018 werkten 24 collega’s bij het lokaal bestuur die aangesteld werden in de
legislatuur 2013-2019 (in totaal 84 medewerkers).
• Het bestuur geeft veel mogelijkheden tot het volgen van opleidingen en ondersteunt externe
loopbaanbegeleiding.
32
• De inwoners van Sint-Martens-Latem 18:
o zijn tevreden over hun gemeente (84 %), (Vlaams gewest: 76 %);
o zijn fier over hun gemeente (85%), (Vlaamse gewest: 69%);
o zijn tevreden over de loketvoorzieningen (83 %), (Vlaams gewest: 77%);
o zijn tevreden over de algemene dienstverlening (79 %), (Vlaams gewest: 73%);
o zijn tevreden over de digitale dienstverlening (74 %), (Vlaams gewest: 65 %);
o voelen zich voldoende geïnformeerd over de initiatieven van de gemeente (72%),
(Vlaams gewest: 66%);
o voelen zich voldoende geïnformeerd over de beslissingen van de gemeente (61%),
(Vlaams gewest 48%);
o hebben duidelijk meer vertrouwen in het gemeentebestuur (52%), dan het Vlaams
gewest (35%);
o voelen zich zelden of nooit onveilig in de gemeente (88%), (Vlaams gewest 75%)
o vinden dat het gemeentebestuur voldoende inspanningen doet om bewoners bij
veranderingen in hun gemeente te betrekken (55%), (Vlaams gewest 47%);
o vinden dat het gemeentebestuur op een goede manier omspringt met de vragen van
inwoners (56%), (Vlaams gewest 46%).
Interne zwaktes
• Door de schaal van de gemeente hebben verschillende personeelsleden een éénmansfunctie
en is vervanging tijdens (langdurige) afwezigheid niet evident.
• Er is nog geen algemene cultuur van permanente en systematische feedback aan de
medewerkers.
• Risico op burn-out van medewerkers is aanwezig, waardoor langdurige afwezigheid van
medewerkers dreigt.
• Coachend leidinggeven19 is nog geen algemeen gebruikte methodiek.
• Er wordt onvoldoende proactief extern gecommuniceerd (bvb. geen communicatieplan voor
strategische projecten).
• Door de digitalisering van administratieve processen is het niet evident om een uitdagende
en motiverende taakinvulling te blijven geven aan administratief medewerkers.
• Niet alle digitale processen in de frontoffice en de backoffice verlopen geïntegreerd,
waardoor tussenkomst van medewerkers nodig blijft voor het behandelen van de vragen van
inwoners of andere betrokkenen (bv. aanvragen e-loket Burgerzaken, aanvraag
uitleenmateriaal, aanvraag premie buurtfeest,…).
• In de leeftijdspiramide van de medewerkers is er een ondervertegenwoordiging van jongere
medewerkers: 17 medewerkers tussen 20 en 39 jaar en 67 medewerkers tussen 40 en 65
jaar (situatie op 1 augustus 2018).
18 Bron: gemeentemonitor 2018 (https://www.vlaanderen.be/nl/gemeenten-en-provincies/organisatie-en-werking-van-gemeenten-en-provincies/cijfers-en-statistieken-over-gemeenten/gemeentemonitor). 19 Coachen is gericht op het begeleiden van mensen zodat ze leren en tot betere prestaties komen. Bij leidinggeven draait het om doelen stellen en resultaten halen. Coachend leidinggeven combineert deze beide vormen. Bij coachend leidinggeven staan het verbeteren van prestaties en de ontwikkeling van medewerkers voorop.
33
• Er kan meer aandacht besteed worden aan de evoluties op de arbeidsmarkt en de
afstemming met de extra-legale voordelen van het personeel die een concurrentiële positie
op de arbeidsmarkt garanderen en kaderen binnen een retentiebeleid.
Externe kansen
• De kennis over achterliggende mechanismen van burn-out stijgen, waardoor we meer en
meer zicht krijgen op oorzaken en gevolgen en een beleid kunnen opstellen.
• Externe coaching van medewerkers is mogelijk.
• Meer en meer kennis wordt opgebouwd over de gevaren van zittende beroepen en de
mogelijkheden om de risico’s hiervan op te vangen.
• Mogelijkheden voor stimuleren van woon-werk verkeer met de fiets groeien.
• De technologische evoluties maken verdere digitalisering van de werking mogelijk.
• Nieuwe regelgeving over evaluatie en functioneringsgesprekken, waardoor grotere vrijheid
bestaat om dit concreet in te vullen.
• Nieuwe regelgeving met meer kansen tot delegatie van verantwoordelijkheden aan
medewerkers.
• Samenwerking met buurgemeente kan verhoogd worden, ter versterking van het eigen
bestuur.
Externe bedreigingen
• De Vlaamse demografische vooruitzichten hebben tot gevolg dat de potentiële
beroepsbevolking op de Vlaamse arbeidsmarkt zal krimpen (massale uitstroom van
babyboomers en beperkte instroom, versterkt door het langer studeren)20. Hierdoor zal er
een toenemende concurrentie ontstaan op de arbeidsmarkt om als lokaal bestuur geschikte
hooggeschoolde medewerkers te kunnen aantrekken.
• De overload aan informatie legt grote druk bij medewerkers.
• De toenemende verwachtingen ten opzichte van het lokaal bestuur vanuit verschillende
actoren en het feit dat meer en meer beroep gedaan wordt op het lokaal bestuur, zonder
daarbij ook steeds de middelen te voorzien.
• De gemeente is vaak afhankelijk van de procedures, de budgetten en/of de planning van
hogere overheden (infrastructuur scholen, restauratiedossiers kerken, werken aan
gewestwegen).
• De Vlaamse, federale en Europese regelgeving wijzigt frequent (bijvoorbeeld in het
onderwijs en stedenbouw) en is te uitgebreid (bijvoorbeeld op vlak van welzijn op het werk),
waardoor het met de bestaande bezetting soms onmogelijk wordt om in regel te zijn met alle
wetgeving.
• Werking van intergemeentelijke samenwerking is heel complex en niet transparant,
waardoor gemeente niet steeds zicht houdt op meerwaarde en werking.
• Fusie met buurgemeente(n) kan mogelijks op termijn verplicht worden.21
20 De Vlaamse arbeidsmarkt na 2020, Departement Werk en Sociale economie, p. 28. 21 Zie ook het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
34
Voorstellen Algemeen Bestuur
Verregaande intergemeentelijke samenwerking
Het bestuur kiest best een geprefereerde buurgemeente waarmee systematische samenwerking kan
opgebouwd worden in de verschillende domeinen (samen aankopen, gemeenschappelijke
overheidsopdrachten, ICT, selectieprocedures, sociaal beleid, communicatie). Dit kan zorgen voor
een grotere efficiëntie en effectiviteit op korte termijn. Dergelijke samenwerking kan bovendien
opgebouwd worden om te anticiperen op een mogelijke toekomstige verplichte fusie. Zo kan de
werking van beide besturen stap voor stap op elkaar afgestemd worden.
Vooruitstrevende visie op organisatie en dienstverlening ontwikkelen
Als administratie willen we vooruitstrevend zijn in onze werkwijze en dienstverlening. We willen
innoverend zijn en experimenteren met nieuwe werkwijzen. Bij onze dienstverlening staat klant
centraal, zetten we maximaal in op digitalisering en digitale dienstverlening en optimaliseren we de
onderliggende processen.
• We moeten een goed beeld krijgen van de behoeften van onze klanten door dit proactief te
onderzoeken.
• Onze dienstverlening moet verder ontwikkeld worden vanuit het perspectief van, en in
samenwerking met de klant.
• Bij de inrichting van processen wordt in eerste instantie geredeneerd vanuit de meerwaarde
en de behoefte van de klant. Per geleverd product wordt geanalyseerd welk kanaal het
meest aangewezen is (e-loket, telefoon, onthaal, themabalie, spreekruimte, aan huis).
• We streven naar het verhogen van de snelheid van dienstverlening.
• We werken samen met inwoners, verenigingen, bedrijven en andere partners vanuit de
principes van hostmanship (mensgerichte dienstverlening)22, waarbij we ons maximaal
inleven in de inwoners, bij de contacten echt persoonlijk contact nastreven en dienstbaar
zijn.
• Evolueren van ‘oplossingen bieden’ naar ‘verhogen van oplossend vermogen’ van inwoners,
bedrijven en verenigingen.
• Dienstverlening waar mogelijk nog dichter bij de burger brengen: mobiel lokaal bestuur.
• Steeds nagaan wie een interessante partner kan zijn om projecten uit te voeren, binnen en
buiten de organisatie. Systematisch denken vanuit co-creatie.
• Klachtenbehandeling is belangrijk aspect in dienstverlening. Aangepaste procedures over
klachtenbehandeling die organisatiebreed kunnen toegepast worden zijn wenselijk.
22 7 principes van hostmanship: dienen, het geheel zien, verantwoordelijkheid nemen, consideratie hebben, dialoog voeren, kennis hebben en plezier. Zie www.hostmanship.nl.
35
Maximale digitalisering van de dienstverlening en de werking
De komende jaren zal het bestuur de dienstverlening en haar werking verder optimaliseren door
verder te digitaliseren. Deze digitalisering kan zorgen voor grotere efficiëntie en het vrijmaken van
capaciteit. De dienstverlening aan de burgers kan hierdoor verder geoptimaliseerd worden. We
blijven echter zorg dragen voor wie digitaal niet geschoold is en ondersteuning nodig heeft: digitale
inclusie.
Voorstellen:
• De dienstverlening aan de burgers verloopt maximaal digitaal. De onderliggende processen
zijn geoptimaliseerd.
• We evolueren van ‘late majority’ naar ‘early adapter’ bij nieuwe ontwikkelingen.
• We zetten in op kunstmatige intelligentie voor het meten en optimaliseren van de werking
en het beleid (smart cities), bijvoorbeeld bij opvolgen energieverbruik van gebouwen of
ijzelbestrijding.
• Een wegwijzer ‘Sint-Martens-Latem digitaal’ kan alle digitale dienstverlening op een
eenvoudige wijze toelichten. Ook samenwerkingspartners moeten goed geïnformeerd
worden over de digitale mogelijkheden en inwoners niet onnodig naar het loket sturen.
• Opzetten van een digitaal document- en archiefstructuur.
Voeren van een participatiebeleid
Participatie betekent denken vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid. We kijken kritisch naar de
rol van de burgers en de rol van de overheid. Burgers kunnen in samenwerking veel bereiken. Een
burgerinitiatief kan een mobiliserende kracht zijn in de samenleving. De overheid moet niet alles zelf
proberen doen.
• Experimenteren met burgerparticipatie in het zoeken van oplossingen. Eigenaarschap
stimuleren.
• Het decreet over het lokaal bestuur voorziet dat de gemeenteraad en de raad voor
maatschappelijk welzijn bepalen op welke wijze de inspraak vormgegeven wordt.
Personeel: breinbeleid gericht op veerkrachtige medewerkers 23
Systematisch investeren in het mentaal kapitaal en de veerkracht van de medewerkers, zodat ze de
vele uitdagingen van de functies aankunnen en ook op lange termijn opgewassen zijn tegen de
uitdagingen van hun job. Een retentiebeleid is noodzakelijk om ook op lange termijn te voldoen aan
alle uitdagingen. Dit kan onder meer door:
• Alle leidinggevenden hanteren een coachende en optimistische leiderschapsstijl.
• We ondersteunen een soepele integratie work-life gericht op het verhogen van de
autonomie van de medewerkers.
• Alle leidinggevende bepalen in overleg met de medewerkers systematisch de focus en de
prioriteiten, heldere takenpakketten worden bepaald.
• We voeren permanent feedbackgesprekken met alle medewerkers.
• Een deskundige personeel adviseert het bestuur inzake HR en voert het beleid uit.
23 Geïnspireerd op het boek ‘Mentaal kapitaal – versterk je mentale veerkracht en vermijd burn-out’ van Elke Geraerts.
36
• De leidinggevende gaat steeds samen met de medewerker op zoek naar nieuwe uitdagingen
en ontwikkelingsmogelijkheden in hun job.
• Grotere opdrachten worden aangestuurd vanuit projectmanagement met duidelijke
afspraken over rollen en opdrachten van betrokkenen en met een centrale projectleider.
• We stimuleren breinhygiëne (niet multitasken, voldoende afleiding nemen,…).
• We stimuleren een cultuur waarbij we kwetsbaarheid durven tonen, (geen maskers van
perfectie) om samenwerking en verbondenheid te stimuleren.
• We stimuleren intergenerationeel samenwerken.
• Leidinggevenden geven autonomie aan de medewerkers binnen hun taken en opdrachten.
• We stimuleren een cultuur van erkenning en dankbaarheid.
• Stimuleren van verbondenheid onder de medewerkers (bijvoorbeeld gemeenschappelijk
sportactiviteit buiten de werkuren, meewerken aan solidariteitsacties, …).
Aantrekkelijke werkgever blijven
Om medewerkers te kunnen aantrekken en te kunnen houden, moeten we een aantrekkelijke
werkgever blijven. We werken een globale HRM-visie uit en streven naar een goede balans werk en
privé en bieden moderne tools aan.
Dit kan onder meer door:
• Flexibele werkuren en thuiswerken mogelijk maken binnen een duidelijk kader.
• Experimenteren met flexibele werkplaatsen (loskomen van vaste bureau, samenwerking
aanmoedigen, rechtstaand werken of wandelend vergaderen).
• Beweeg- en fietsbeleid te voeren om medewerkers te sensibiliseren en risico’s van zittende
beroepen op te vangen (bv. aanduiden fietscoördinator, stimulerende sport- en
beweegactiviteiten).
• Verder in te zetten op extra legale voordelen: hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques,
internetverbinding thuis, fietsvergoeding woon-werkverkeer.
• We zijn alert voor mogelijke discriminatie en uitsluiting en passen de principes van gelijke
behandeling toe.
• Medewerkers laten werken met degelijke en bijdetijdse materialen en uitrusting.
• Goede pensioenregeling te voorzien voor contractuele medewerkers.
• Smartphones ter beschikking stellen van medewerkers in functie van hun opdrachten.
• Medewerkers te laten meegenieten van kortingen van leveranciers.
• Te experimenteren met nieuwe ontwikkelingen (bv. fietsdesk, elektronische fiets aankopen
voor medewerkers voor werkbezoeken).
• Functiebeschrijvingen aantrekkelijk maken voor jongeren en ze stimuleren om deel te nemen
aan selectieprocedures. Ervaring niet te zwaar laten doorwegen bij selectieprocedures, zodat
jongeren met groot potentieel ook kunnen slagen voor de selectieprocedures.
• Flexibel in te spelen op nieuwe ontwikkelingen (bv. leasingmogelijkheden voor fietsen).
Strategische communicatie
Door het aanstellen van een communicatieambtenaar kunnen we tegemoetkomen aan de huidige
verwachtingen op vlak van communicatie. Communicatie speelt namelijk een belangrijke rol vanaf
het begin van het beleidsproces en bij de implementatie van beleid. Met strategische communicatie
hebben we als doel effectieve verbindingen te leggen tussen mensen.
37
• Inzetten op strategische communicatie in kader van de keuze van en de realisatie van
projecten.
• Experimenteren met innoverende burgerparticipatie.
• Uitwerken van een kanaalstrategie voor alle ‘vraag’-gestuurde processen.
• Regelmatig organiseren van bevragingen bij inwoners om zicht te houden op hun wensen en
noden, wat dient als input voor de organisatie van de dienstverlening.
• Pro-actief communiceren via sociale media is nodig om zicht te houden op de noden en
behoeften van de inwoners.
• Coördineren en aansturing van het onthaal in het lokaal bestuur.
• Inwoners en bezoekers verwachten meer en meer realtime informatie.
• Stroomlijnen van communicatie via de verschillende kanalen (website, telefoon, onthaal).
• We gebruiken apps in communicatie met de inwoners.
• Inzetten op nieuwe methodes: bijvoorbeeld chatbox over dienstverlening.
• Ondersteunen en stimuleren van de interne communicatie (intranet);
• Overzicht van verantwoordelijken taken, opdrachten en eerste aanspreekpunten. Uitwerken
beleid rond versturen van mails (wie in CC?).
38
39
Algemene Financiering SWOT
Interne sterktes
• De aanvullende personenbelasting (APB) bedraagt sinds 2003 in Sint-Martens-Latem 5,5%. In de Belfius cluster bedraagt dit 6,54 % (2016), in het Vlaams gewest bedraagt dit gemiddeld 7,38% (2016)24. De opcentiemen op de onroerende voorheffing (OV) bedragen sinds 2008 steeds 750. In de Belfius cluster bedraagt dit voor 2016 gemiddeld 1.008. Voor het Vlaams gewest bedraagt dit gemiddeld 1.443 in 2016.
• Het lokaal bestuur genereert ondanks de lage belastingtarieven hoge inkomsten uit de personenbelasting en de onroerende voorheffing: o Eén procent aanvullende personenbelasting vertegenwoordigt 81 euro (2016) per
inwoner in Sint-Martens-Latem. Voor het Vlaamse gewest betekent één procent 44 euro25.
o Honderd opcentiemen vertegenwoordigen 44 euro per inwoner in Sint-Martens-Latem in 2016. Voor het Vlaams gewest betekent 100 opcentiemen 24 euro in 201626.
• De in 2017 opgerichte Werkgroep Belastingen, waar alle politieke fracties in vertegenwoor-digd waren, heeft een grondige analyse gemaakt van de lokale belastingen en retributies. Op basis van deze analyse is ervoor gekozen om de tarieven van APB, OV, verkeersbelasting en de meeste lokale belastingen en retributies te behouden, het basistarief voor de algemene gemeentebelasting economische bedrijvigheden te verlagen en de afgifte van identiteitskaarten gratis te maken bij de wettelijk verplichte vervanging. Daarnaast is ervoor gekozen om een nieuwe belasting in te voeren op niet geadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten.
• De werkgroep belastingen heeft geconcludeerd dat de administratie de invoering van een retributie op het betalend parkeren op de N43 verder moet uitwerken, met het oog op de invoering in de volgende legislatuur.
• De uitstaande schuld van het lokaal bestuur Sint-Martens-Latem daalde van 1.015 euro per inwoner in 201327 naar 505,15 euro per inwoner in 2016. In het Vlaamse gewest bedraagt in 2016 de gemeentelijke schuld per inwoner 977 euro.
• In 2017 werd 79% van alle facturen digitaal ontvangen en verwerkt.
• De gemeente en het OCMW zijn op financieel vlak geïntegreerd. Mede hierdoor kan het lokaal bestuur als pilootproject starten in 2019 met de nieuwe BBC regelgeving.
• De centrale aankoopdienst ondersteunt de afdelingen bij de correcte toepassing van de wetgeving overheidsopdrachten. Hierbij ligt de klemtoon op het afsluiten van raam-contracten, en ad hoc samenwerking met andere lokale besturen waar mogelijk.
• Het lokaal bestuur ontvangt jaarlijks een financiële bijdrage van een lokale serviceclub die ze aanwendt ter ondersteuning van inwoners die het financieel moeilijk hebben en voor de organisatie van het Kerstdorp.
24 Individueel financieel profiel Sint-Martens-Latem 2018, Belfius, p 10. 25 Ibidem. 26 Ibidem. 27 Gemeentelijke profielschets Sint-Martens-Latem (versie 1 maart 2012), p 24.
40
Interne zwaktes
• Het controle- en taxatieproces van de bestaande belastingreglementen (zie bijlage 9)
verloopt complex. De inningskosten staan niet meer in verhouding tot wat wordt
doorgerekend aan de nalatige belastingplichtige. De communicatie met de belastingplichtige
verloopt niet-digitaal.
• De totale ontvangen werkingssubsidies bedraagt 334 euro per inwoner (2015). In de Belfius
cluster bedraagt dit 370 euro per inwoner. De toetsing of subsidies kunnen worden
verworven gebeurt niet systematisch.
• De aanvragen voor toelages en subsidies gebeuren nog niet systematisch digitaal. Het
subsidiereglement voor de toekenning van werkingskredieten aan de gemeentelijke advies-
raden is niet meer actueel en bepaalt niets over de aanwending van opgebouwde financiële
reserves.
• De uitvoering van de (grote) investeringsprojecten verloopt cyclisch (begin legislatuur
uitvoering lopende projecten, fase van planning in eerste helft legislatuur en start uitvoering
tweede helft legislatuur). Hierdoor worden investeringsbudgetten verschillende boekjaren
overgezet naar volgende jaren waardoor onnodig nieuwe leningen voorzien moeten worden
die uiteindelijk niet opgenomen worden. Ook creëert dit cyclisch verloop een bottleneck op
het vlak van personeelsinzet die nodig is om een kwaliteitsvolle uitvoering van deze inves-
teringsprojecten te garanderen. Tenslotte is de vraag naar aannemers sterk geconcentreerd
naar het einde van de legislatuur toe, waardoor de kans op duurdere offertes toeneemt.
• De financiële impact en de financiering van de rioleringswerken via Aquario in een lange
termijn perspectief is niet transparant.
• Het uitschrijven van duurzame overheidsopdrachten28 gebeurt niet systematisch. Er is een
ad hoc samenwerking met andere lokale besturen, maar niet gestructureerd in een meer-
jarenperspectief.
• De integratie van het patrimoniumbeleid en -beheer van het OCMW in dat van het lokaal
bestuur is nog niet optimaal. Door het blijven bestaan van twee rechtspersonen (gemeente
en OCMW), blijft de opmaak van twee (boekhoudkundige) patrimoniuminventarissen
verplicht.
• Tussen gemeente en OCMW is er een discrepantie op het vlak van budgethouderschap,
waarbij de algemeen directeur in het OCMW bevoegd is om te beslissen over uitgaven tot
een bedrag van 2.500 euro exclusief BTW. Bij de gemeente is er geen budgethouderschap
aan de algemeen directeur toegewezen.
Externe kansen
• Uit de gemeentemonitor 2018 blijkt dat het aantal inwoners in 2025 zal toenemen met 1,9%
t.o.v. 2017. In de Belfius cluster bedraagt dit 1,8%.
• Hogere overheden bieden toelages aan, waardoor projecten realiseerbaar zijn.
• In het kader van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s), hebben verschillende
gemeentes de SDG’s opgenomen in hun subsidiereglementen voor internationale
samenwerking.
28 Een duurzame overheidsopdracht is de benadering waarbij overheden milieu-, sociale en economische criteria integreren in alle fase van hun aankoopproces van leveringen, werken en diensten (Bron: ‘Duurzame overheidsopdrachten inbouwen in lokaal beleid’, VVSG).
41
• Het Decreet Lokaal Bestuur voorziet in de mogelijkheid om het beheer van budgetten voor
de realisatie van bepaalde acties of projecten toe te vertrouwen aan wijkcomités en
burgerinitiatieven. Er bestaan reeds voorbeelden van dergelijke burgerbudgetten bij andere
gemeentes (vb. Zulte). In het Memorandum van Pax Christi wordt gepleit om in de begroting
middelen te voorzien voor lokale, kleinschalige initiatieven die investeren in het sociaal
weefsel, mits aan een aantal basisvoorwaarden is voldaan29.
• De Gemeentelijke Raad voor Cultuurbeleid (GRC) wil de gemeente blijvend stimuleren om
alternatieve financieringsvormen voor cultuur te onderzoeken, zoals private/publieke
samenwerkingen en Europese subsidies30. Daarnaast ziet de GRC een opportuniteit in het
aanhalen van de banden tussen enerzijds bedrijven uit onze dorpen en anderzijds
beschikbare kunstwerken van lokale kunstenaars31. Het verdient volgens GRC aanbeveling
hiervoor contact te zoeken met de lokale middenstand en overlegplatformen voor bedrijven.
• Uit een simulatie van Eandis blijkt dat de ‘verledding’ van de openbare verlichting voor het
lokaal bestuur op 2 miljoen euro geraamd wordt, verspreid over 5 jaar. Dit zal leiden tot een
halvering van de jaarlijkse elektriciteitsfactuur. De Latemse Seniorenadviesraad vraagt in
haar Memorandum32 dat de oude gloeilampen in de straatverlichting vervangen worden
door ledlampen en de straatverlichting dimbaar is.
• Volgens het Memorandum van Aquaflanders33 werkt de VMM aan een gedetailleerd finan-
cieringsmodel met nieuwe eenheidsprijzen voor het rioolstelsel.
• Een duurzaam aankoopbeleid draagt bij tot het ‘zorgen voor duurzame consumptie- en
productiepatronen’, één van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen.
• Door de toepassing van gedragsinzichten op het inningsproces is de FOD Financiën erin
geslaagd de duurtijd van het aantal wanbetalingen sterk in te korten34.
• De technologische evoluties maken doorgedreven digitalisering van de werking mogelijk.
• Met het Decreet Lokaal Bestuur is een verregaande deregulering ingevoerd35, onder meer op
het vlak van budgethouderschap.
• In Nederland hebben verschillende gemeentes een samenwerking opgezet op het vlak van
belastingen36. Zo hebben bijvoorbeeld de Nederlandse gemeenten Middelburg, Vlissingen,
Schouwen-Duiveland en Veere een Samenwerking belastingen opgezet sinds 1 januari 2015.
Door de samenwerking op het gebied van belastingen is de kwaliteit van en dienstverlening
aan de inwoners van de vier gemeenten verbeterd. De samenwerking maakt mogelijk dat
diverse medewerkers zich kunnen specialiseren in de verschillende belastingheffingen die
gemeenten opleggen doordat het team nu groter is. Ook is het mogelijk de digitale diensten
verder uit te breiden en bezwaar- en beroepschriften eerder af te handelen. Een persoonlijke
afspraak kan nog steeds plaatsvinden op alle gemeentehuizen of stadskantoren van de eigen
gemeente.
29 Aanbevelingen voor de Gemeenteraads- en Provincieraadsverkiezingen 2018, Pax Christi, p 3. 30 Ibidem, p 4. 31 Memorandum n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen 2018, GRC, p 2. 32 Memorandum ter attentie van alle politieke fracties en collega’s adviesraden – basisdocument, LSAR, p. 21. 33 Memorandum voor de volgende gemeentelijke legislatuur, Aquaflanders, p 9. 34 Hoe inspelen op gedragsinzichten ons debiteurenbeheer kan verbeteren, finzine, 2018 nr 19, p. 2. 35 Memorie van toelichting voorontwerp decreet over het lokaal bestuur, p. 16. 36 https://praktijkvoorbeelden.vng.nl/databank/gemeentelijke-samenwerking/samenwerking-belastingen.aspx
42
Externe bedreigingen
• Uit de lokale bevolkingsvooruitzichten (zie hoger)37 blijkt dat het lokaal bestuur een
vergroening en een vergrijzing zal ondergaan de komende 8 jaar, wat negatieve gevolgen kan
hebben voor de opbrengst van de aanvullende personenbelasting.
• Uit een berekening van de FOD Financiën blijkt dat de tax shift een bruto negatief effect zal
hebben op de ontvangsten van de aanvullende personenbelasting van ruim 415.000 EUR in
2021. Deze berekening houdt geen rekening met terugverdieneffecten.
• Het Decreet Integraal Waterbeleid legt op dat de milieudoelstellingen voor oppervlakte-
water, grondwater en waterbodems uiterlijk op 22 december 202738 moeten worden bereikt.
• De digitale vaardigheden van heel wat ouderen zijn nog niet voldoende aangescherpt om de
weg te vinden in documenten die zij via digitale weg ontvangen39.
• Het Decreet Lokaal bestuur40 geeft de Vlaamse Regering de bevoegdheid om de fusie van
gemeentes op te leggen. Een fusie van een kleinere gemeente met een groot- of centrum-
stad verhoogt het risico dat er onvoldoende aandacht is voor de behoeftes van de kleinere
gemeente binnen het groter geheel van de uitgebreide groot- of centrumstad.
Voorstellen Algemene Financiering
Inzetten op participatie
Bij het uitvoeren van een investeringsproject met impact op de buurt, voorziet het lokaal bestuur de
mogelijkheid om de inhoudelijke invulling en het beheer van het investeringsbudget in overleg met
een betrokken wijkcomité of burgerinitiatief te maken.
We onderzoeken de mogelijkheid om een systeem van burgerbudget uit te werken, die jaarlijks
toelaat om een idee dat gegroeid is vanuit de bewoners, in werkelijkheid om te zetten.41
Het lokaal bestuur actualiseert het subsidiereglement voor de gemeentelijke adviesraden met het
oog op het stimuleren van de adviesraad om doelgroepgerichte activiteiten te ontplooien. Ze
garandeert daarnaast transparantie over de aanwending van opgebouwde financiële reserve met het
oog op de realisatie van beleidsdoelstellingen gericht op hun doelpubliek.
Het lokaal bestuur werkt financiële instrumenten uit die haar inwoners de kans bieden om hun
vermogen in te zetten voor doelstellingen met een lokale maatschappelijke meerwaarde. Hierbij
denken we aan volgend instrumentarium:
• De oprichting van een stichting van openbaar nut die een doeleinde heeft van filantropische,
levensbeschouwelijke, religieuze, wetenschappelijke, artistieke, pedagogische of culturele
aard (vb. kunstfonds).
• Het opzetten van een lokaal PPS-project (vb. bouwproject betaalbaar wonen, participatie
door particulieren in zonnepanelenpark (cf. kerk Aalst via energiecoöperatie).
• Gericht aanbod uitwerken om een bepaald project of dienstverlening te laten financieren
door lokale verenigingen (vb. serviceclub) en organisaties gevestigd binnen de gemeente.
37 Statistieken.vlaanderen.be 38 Decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003, artikel 51. 39 Memorandum ter attentie van alle politieke fracties en collega’s adviesraden – basisdocument, LSAR, p. 15. 40 Artikel 385. 41 Zie bijvoorbeeld het Gentse Burgerbudget: https://ookmijn.stad.gent/burgerbudget/voorstellen of het burgerbudget in de gemeente Zulte: https://www.zulte.be/website/9534-www.
43
• Opzetten van crowdfundingplatform in samenwerking met andere buurgemeenten (cf.
www.crowdfunding.gent).
Een financieel duurzaam en gezond lokaal bestuur
Een financieel duurzaam en gezond lokaal bestuur is in staat haar dienstverlening als lokaal bestuur
en de gekozen beleidsdoelstellingen op een kwaliteitsvolle manier uit te voeren met een even-
wichtige schuldgraad en belastingtarieven. Hierbij waakt ze erover de financiële ruimte voor de
komende bestuursperiodes voldoende te vrijwaren.
Het lokaal bestuur werkt volgende voorstellen uit die een belangrijke impact kunnen hebben op de
financiële gezondheid van het lokaal bestuur:
• Het opzetten van een systeem voor de structurele toetsing van subsidiemogelijkheden bij
het voorbereiden van dossiers.
• Invoering van betalend parkeren op de N43, inclusief maatregelen om ongewenste
neveneffecten van de invoering ervan te beperken. Belastingen als flankerende maatregelen
in kader van een duurzaam beleid.
• Verledding van de openbare verlichting.
• De financiering van de rioleringswerken in een transparant meerjarenperspectief (t.e.m.
2027) waarbij in overleg met TMVW een gezond evenwicht wordt gevonden tussen
financiering via Riofin en/of via eigen middelen.
Het lokaal bestuur past duurzame overheidsopdrachten toe, waarbij zowel aandacht is voor
ecologie, sociale omstandigheden, kostenefficiëntie als het bijdragen tot een vernieuwende,
groenere economie.
Bij de opmaak van het meerjarenplan wordt vertrokken van een investeringsplan over 6 jaar met
acyclische timing, rekening houdend met de beschikbare personeelsinzet en financiële middelen.
Om de doorlooptijd van de ontvangsten uit belastingen en eigen dienstverlening vanaf de opmaak
van het kohier of factuur tot de inning ervan zo kort mogelijk te houden, werkt het lokaal bestuur
volgende voorstellen uit:
• De opmaak van kohieren voor de lokale belastingen gebeurt maximaal door de koppeling van
data die beschikbaar zijn binnen het lokaal bestuur en bij andere overheidsniveaus.
• De toepassing van gedragsinzichten (aangepaste aanmaningsbrief, invoering van nudges) op
het inningsproces van (niet-)fiscale ontvangsten.
• Invoering van een geactualiseerd retributiereglement voor de invordering van zowel niet-
fiscale als fiscale ontvangsten, met aandacht voor een evenwichtige doorlooptijd en een
voldoende grote inningskost die de schuldenaar aanzet tot tijdige betaling van zijn
openstaande schuld.
Verdere digitalisering van de werking
De komende jaren optimaliseert het lokaal bestuur haar financiële werking verder door te
digitaliseren waar het mogelijk en zinvol is. Deze digitalisering kan zorgen voor grotere efficiëntie en
het vrijmaken van capaciteit. Ook de dienstverlening aan de burgers en bedrijven kan hierdoor
verder geoptimaliseerd worden.
44
Voor de belastingplichtigen voorziet het lokaal bestuur een e-loket voor de gemeentelijke belastingen en retributies, met een rechtstreekse koppeling om te betalen. De afnemers van de dienstverlening van gemeente en OCMW krijgen de mogelijkheid om online te reserveren, bestellen en betalen. De burgers en bedrijven stimuleren we om hiervan gebruik te maken, zonder hiervan een verplichting te maken. Alle leveranciers stimuleren we systematisch om hun facturen digitaal te versturen naar het lokaal bestuur.
Een goed werkende organisatie
Met het oog op een centraal patrimoniumbeleid en -beheer, hevelen we de eigendomstitels van het
patrimonium van het OCMW over naar de gemeente.
Het lokaal bestuur verfijnt het principe van budgethouderschap, waarbij een evenwicht wordt
gevonden tussen decentralisatie en centralisatie van de beslissingsmacht over de aanwending van de
budgetten.
Het lokaal bestuur gaat in gesprek met gelijkaardige buurgemeente(n) om na te gaan of een
intergemeentelijke administratieve samenwerking kan worden opgestart en onder welke
voorwaarden. Deze samenwerking staat in voor de opzet en toepassing van processen waar
schaalvergroting efficiëntiewinsten kan realiseren. Hierbij denken we alvast aan volgende financiële
processen:
• Inning en invordering van niet-fiscale en fiscale ontvangsten;
• Uitschrijven en toewijzen van duurzame overheidsopdrachten;
• Detecteren van subsidieopportuniteiten.
45
Burgerzaken
SWOT42
Interne sterkten
• De medewerkers van de dienst Burgerzaken kennen de visie op de werking en
dienstverlening die regelmatig herhaald wordt tijdens individuele besprekingen en
werkoverleg. Visie: een toegankelijke en gelijke dienstverlening voor iedere burger die
duidelijk, correct en binnen een redelijke (beter dan wettelijk bepaald) termijn is.
• De dienst Burgerzaken is structureel en systematisch bezig met het verbeteren van enerzijds
haar werking en anderzijds de dienstverlening aan haar klanten, met als doel het verhogen
van haar klantentevredenheid (in ruime zin).
• Iedere medewerker heeft oog voor privacy en informatieveiligheid van de burger en zijn
gegevens.
• Werken op afspraak voor bepaalde thema’s is een meerwaarde voor de front office en voor
de medewerkers. Voor de burger is het duidelijk welke documenten hij moet meebrengen.
De burger merkt een tijdswinst in de behandeling van zijn dossier.
• Nabijheid van de wijkpolitie maakt een sterke samenwerking mogelijk om het
bevolkingsregister correct te houden. Meer bepaald de controle van adreswijzigingen,
afwezige burgers, …
• Een nauw contact met de verantwoordelijken van de begraafplaatsen is belangrijk om de
begraafplaatsen goed in te richten en voldoende rustpunten voor bezoekers te voorzien.
Regelmatig ontgraven zal nodig blijven om voldoende ruimte te creëren voor nieuwe
begravingen. De dagelijkse aanwezigheid en de betrokkenheid van de verantwoordelijke
arbeider is een meerwaarde en maakt het mogelijk om de begraafplaatsen goed te
onderhouden.
• De wetgeving wordt correct toegepast en de regels betreffende dossieropbouw goed
opgevolgd. (bv. woonstverandering). Dit werd bevestigd tijdens de inspectie van FOD
Binnenlandse Zaken.43 De interne regels betreffende archivering worden goed opgevolgd.
(bv. erkenning geboorte, wettelijk samenwonen, huwelijksaangifte, … )
• Het kasregistratiesysteem biedt transparantie over de inkomsten en ondersteunt de
medewerkers in een correcte financiële afhandeling (cfr. verschillende bedragen van
toepassing op de dienst). De mogelijkheid om met bancontact te betalen wordt positief
bevonden door de burger. Het betekent tevens een daling in transfers naar de bank.
• Elke vraag waarvoor de burger langskomt wordt geregistreerd omdat zij in software worden
verwerkt. De software leent er zich toe dat er rapporten kunnen worden gegenereerd.
Hierdoor kunnen er gerichte voorstellen worden geformuleerd om de werking van de dienst
te verbeteren of te sturen.
42 Zie Bijlage 6 voor enkele cijfers over de werking van dienst Burgerzaken. 43 Zie Bijlage 7 voor het Rapport inspectie bevolkingsregisters door FOD Binnenlandse Zaken op 23 april 2018.
46
• Er zijn duidelijke en uitgewerkte procedures, afgestemd met het college en de medewerkers,
waardoor iedere medewerker eerstelijnstaken op een uniforme wijze aan het loket kan
uitvoeren. Ook de communicatie naar de burger is hierdoor uniform. De processen zijn
toegankelijk voor iedere medewerker.
• Een aangifte overlijden kan via mail met de nodige documenten. De begrafenisondernemer
moet zich hierdoor slechts 1 keer verplaatsen naar het gemeentehuis voor de ondertekening
van de akte en het ophalen van de documenten.
• De producten zijn beknopt en helder gedefinieerd op de website.
• De burger apprecieert de attenties en felicitaties bij de aangifte erkenning voor geboorte en
de huwelijksaangifte. De persoonlijke wenskaarten, het huwelijksboekje, de kader en de
mooie locatie voor huwelijken worden positief onthaald door de burger.
• Gerichte communicatie naar de burgers i.v.m. reisdocumenten (identiteitskaarten en kids-ID)
in aanloop naar vakanties en aanvragen uittreksels e-loket. Over hot topics wordt
gecommuniceerd via de verschillende kanalen. Overige communicatie is op maat van de
burger zijn specifieke vraag.44
Interne zwakten
• De dienst Burgerzaken heeft weinig tot geen inzicht in de mate van tevredenheid van haar
bezoekers over haar dienstverlening, noch feedback over de ervaring van de burger.
• Het e-loket wordt nog te weinig gebruikt. Veel burgers komen nog naar het loket voor zaken
die zij van thuis kunnen regelen.
• Het feit dat de dienst open is op zaterdagvoormiddag zorgt voor overuren van de
medewerkers. Deze overuren worden gecompenseerd tijdens de soms drukke weekdagen.
• Om de ruime openingsuren ook tijdens de verlofperiodes of tijdens de afwezigheid van
medewerkers te blijven garanderen, moet het diensthoofd vaak aan de front-office werken.
• Een front office die eerstelijnstaken uitvoert kan niet steeds een antwoord geven op
specifieke of complexere vragen (bv. rijbewijzen, burgerlijke stand).
• De website kan vanuit het onthaal nog meer worden gebruikt voor het correct informeren en
doorverwijzen van de burger.
• Er is nog te weinig dienstoverschrijdend overleg en ad hoc thema overleggen (bv. sociale
aspecten woningen).
Externe kansen
• Digitalisering akten Burgerlijke Stand (DABS): vanaf 1 april 2019 worden alle akten burgerlijke
stand digitaal verwerkt op het moment van de aangifte.45
• Mogelijkheden tot digitaal aangeven van levensfasen groeien. Bijvoorbeeld digitale aangifte
overlijden.
• Nieuwe technologische evoluties kunnen de werking vereenvoudigen: bijvoorbeeld online
toepassing waarin de burger alle mogelijke bevolkingsattesten, uittreksels strafregister en
uittreksel burgerlijke stand kan aanvragen en meteen digitaal ontvangen.
• Mogelijkheden groeien voor levering aan huis van reispassen, rijbewijzen, …
• Inschakelen en machtigen van vrijwilligers is mogelijk om de hernieuwing van de
identiteitskaart te regelen voor ouderen en minder mobiele burgers zonder opvangnet.
44 Zie ook het memorandum Latemse Senioren Adviesraad. 45 Oorspronkelijke datum voor invoering nieuwe werkwijze was 1 januari 2019. Uitstel was nodig om de informatica-toepassing extra te testen.
47
• De Vlaamse regering maakte het in 2016 mogelijk om natuurbegraafplaatsen in te richten.
• Sociale media kan helpen bij het beter bekend maken van onze dienstverlening.
Externe bedreigingen
• De wetgeving wordt steeds meer divers en specifiek waardoor er meer tijd nodig is in de
back office om dit te verwerken. In tegenstelling tot de eerstelijnstaken aan het loket vergt
het werk in back office andere competenties zoals analytisch denken, verwerken en correct
toepassen van regelgeving en oplossingsgerichtheid. Hoe behouden wij het evenwicht
tussen de vereiste competenties en de veranderende dienstverlening?
• De mondige burger neemt niet altijd genoegen met het deskundige antwoord van de dienst
(gestoeld op wetgeving). Derden (politici, andere leidinggevende) inschakelen kan de
uniforme werking en behandeling van dossiers verstoren en een incorrect zicht geven op de
werking van de dienst.
• Door DABS valt een deel van de ceremoniële taken weg bij het voltrekken van een huwelijk.
Zo moet enkel nog de ambtenaar van de burgerlijke stand de akte ondertekenen. Hoe
behouden wij het persoonlijk karakter dat de burger apprecieert?
Voorstellen Burgerzaken
Organisatie en werking
De vele wijzigingen in wetgeving van de voorbije jaren hebben een impact op onze organisatie en
werking van de dienst Burgerzaken. Onze organisatie en werking hieraan aanpassen is noodzakelijk
om enerzijds te voldoen aan onze opdrachten en anderzijds om onze medewerkers optimaal te
kunnen inzetten.
• De invoering van DABS zal een verschuiving teweegbrengen in onze werking. De
onmiddellijke digitale verwerking van aangiften burgerlijke stand betekent dat de
medewerker uitgebreide kennis moet hebben over nationale en internationale wetgeving.
Het zal bijgevolg niet langer mogelijk zijn om deze eerstelijnstaken te verwerken aan de front
office. Werken op afspraak voor aangiften burgerlijke stand is sterk aangewezen. De burger
krijgt vooraf aan de afspraak alle informatie over de nodige documenten voor de verwerking
van zijn vraag (via mail). Dit vertaalt zich voor de burger in het voordeel dat zijn vraag
onmiddellijk wordt afgehandeld, wat tevens een tijdswinst en minimale verplaatsingen
inhoudt.
• Een gevolg van DABS is dat akten enkel nog door de ambtenaar van de burgerlijke stand of
zijn gemachtigde worden ondertekend. Bij het voltrekken van een huwelijk valt hierdoor
een stuk van het ceremoniële weg. Het wordt een uitdaging om in dit digitale verhaal onze
sterktes te verankeren.
• Om voldoende ruimte op de begraafplaats te garanderen en de netheid van onze
begraafplaatsen te bewaren kunnen verschillende procedures actief worden toegepast, nl.
verwaarloosde graven46 en te verlengen eeuwigdurende concessies47.
46 Op initiatief van de burgemeester kan gevraagd worden om verwaarloosde graven te herstellen. Zo niet heeft het bestuur het recht om graven te verwijderen. Procedure zie decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16 januari 2004. 47 In 1971 werden alle eeuwigdurende concessies omgezet naar gratis concessies voor 50 jaar. Deze vervallen dus allemaal in 1921. Graven van de niet verlengde concessies kunnen verwijderd worden, waardoor opnieuw plaats vrij komt op de begraafplaatsen. Zie Wet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 20 juli 1971.
48
• Blijvende aandacht voor dienstoverschrijdend overleg en samenwerking is noodzakelijk. (cfr.
woonstvaststellingen, stedenbouwkundige overtreding,…).
• Een samenwerking met de IT-dienst van de politiezone Schelde-Leie zou ervoor kunnen
zorgen dat de adreswijzigingen volledig digitaal verlopen zonder aankoop van specifieke
softwareprogramma’s. Het voordeel hiervan is een nog snellere afwerking van
woonstcontroles en afschaffen van het papieren archief.
Dienstverlening
De dienst Burgerzaken streeft ernaar, binnen het wettelijk kader, om haar dienstverlening verder te
optimaliseren. Met kleinere aanpassingen kunnen we een effectievere en efficiëntere
dienstverlening nastreven. Een optimale dienstverlening vertaalt zich in digitale dienstverlening waar
mogelijk en in een klantvriendelijke loketwerking voor overige producten.
• Een computer aan het onthaal, eventueel met begeleiding door vrijwilligers (eventueel
senioren), kan het gebruik van het e-loket verder stimuleren. Deze dienstverlening kan
ruimere openingsuren hebben dan de huidige openingsuren. Een promotiecampagne voor
het gebruik van e-loket blijft belangrijk.
• Een ‘Bringme’-box maakt het mogelijk voor burgers om tijdens ruimere openingsuren hun
documenten uit een beveiligde kast op te halen met een persoonlijke code.
• Inzetten op een volautomatisch e-loket zoals egovflow waardoor het voor de burger 24/24
mogelijk is om zijn uittreksels of akten digitaal aan te vragen en te ontvangen.48
• Dienstverlening aan huis in samenwerking met vrijwilligers en ondernemingen kan
overwogen worden. De hernieuwing van identiteitskaarten voor ouderen en minder mobiele
burgers zonder opvangnet, kan gebeuren door vrijwilligers te machtigen.
• We onderzoeken de nood aan natuurbegraafplaatsen. Onze gemeente heeft heel wat
mooie plaatsen die hiervoor in aanmerking kunnen komen. Het wandelbos in Deurle, de
Latemse meersen (omgeving cultureel centrum), domein Gevaert-Minne en de Leie zijn
enkele mogelijke plaatsen.
• De website biedt, naast het informeren van onze burgers, ook de mogelijkheid tot een
klantencontactcenter. De burger zou voor courante informatie terecht moeten kunnen bij
het eerste, centrale telefonisch contact.
• De privacy aan de loketten Burgerzaken zou nog beter beschermd kunnen worden (door
bijvoorbeeld een loket te maken achteraan de ruimte van de dienst Burgerzaken).
48 Zie bijlage 6: Cijfers bij de werking van de dienst Burgerzaken.
49
50
51
Grondgebiedzaken
SWOT
Interne sterktes
Er is een goed gestructureerd team dat over voldoende expertise beschikt. Door de overlappingen
tussen de verschillende werkgebieden binnen de afdeling Grondgebiedzaken ontstaan nieuwe
samenwerkingsmogelijkheden en een belangrijk klankbord voor de medewerkers.
De afdeling GGZ beschikt over een goed uitgebouwde dienst ‘omgeving’ waar aandacht en tijd
besteed wordt aan zowel planning, vergunningen als (sinds kort) handhaving. De sterke
wisselwerking tussen visie, toetsing aan het instrumentarium en aanwezigheid op het terrein kan een
hefboom zijn voor meer ruimtelijke kwaliteit.
Als gemeentebestuur hebben we een ruim bereik voor communicatie en sensibilisering van de
bevolking. De eigen initiatieven hebben niet alleen een impact op de eigen diensten, maar kunnen
dus ook het handelen van 8500 inwoners beïnvloeden. In het bijzonder inzake klimaat kan het
gemeentebestuur haar katalyserende voorbeeldfunctie uitspelen.
Ruimtelijke ordening
De dienst stedenbouw levert inhoudelijk sterke vergunnings-/weigeringsdossiers af, die ervoor
zorgen dat de beslissingen van het bestuur ook in beroep kunnen stand houden.
Informele adviesverlening en vooroverleg worden ingezet om de kans op een onvolledig en/of
onontvankelijk dossier te doen dalen alsook een weigering te vermijden. Zowel voor de
aanvrager/architect als voor de administratie wordt hierdoor tijd- en economisch verlies vermeden.
De ruimtelijke visie anno 2006 met een sterke focus op open ruimte beleid en het uitgesproken
groene karakter van de gemeente is in veel opzichten nog steeds zeer actueel.
De uitgevoerde Bouwmeester Scan kan een objectief instrument zijn om de ruimtelijke ontwikkeling
van de gemeente op regionale schaal te definiëren rekening houdend met het specifieke karakter
van de gemeente en sturende aspecten voor de ruimtelijke ordening zoals waterbeheer en
mobiliteit.
Milieu en mobiliteit
De gemeente beschikt over een goed functionerend recyclagepark. De samenwerking met Ateljee en
de (huis-aan-huis-) ophalingen door IVM faciliteren de selectieve inzameling van de verschillende
afvalstromen.
Het mobiliteitsplan is een sterke basis waarop verder gebouwd kan worden. De invoering van een
uitgebreide zone 30 was een eerste belangrijke stap naar een consequente implementatie van het
STOP-principe.
Er is een uitgewerkt plan om de trage wegen te beschermen. Bovendien bieden de naambordjes
iedere trage weg een identiteit, wat de sociale verantwoordelijkheid ten goede zal komen.
52
Patrimonium en openbaar domein
Voor het dagelijks onderhoud van het patrimonium kan beroep gedaan worden op een goed
uitgebouwde technische dienst. Het inzetten van eigen personeel heeft het voordeel dat er
onmiddellijk een oplossing kan geboden worden bij dringende taken.
Water- en groen
De afdeling GGZ beschikt over een zeer goede terreinkennis inzake waterbeheer die inzetbaar is bij
de beoordeling van hydrologische modellen.
Het ontwerp Bomenplan vormt de basis voor het uitdragen van een bomenbeleid en –beheer dat
bepalend is voor de uitstraling van de gemeente.
Interne zwaktes
De administratieve medewerkers zijn onvoldoende multi-inzetbaar als gevolg van een door de jaren
heen gegroeide vaste taakverdeling. De toegenomen digitalisering vergroot dit verder uit. Bij
afwezigheid door verlof of ziekte komt hierdoor de continuïteit van de dienstverlening in het
gedrang.
Informatie zit te veel verspreid op verschillende plaatsen, diensten en bij verschillende
medewerkers. Door recente hervormingen binnen het team staat de taakverdeling nog niet volledig
op punt. Daarnaast zijn er geen of onvoldoende afspraken rond het bijhouden, archiveren,
digitaliseren van informatie. Hierdoor dreigt informatie verloren te gaan of is deze moeilijk terug te
vinden. (o.a. grondafstand, signalisatievergunningen/tijdelijke politieverordeningen,…).
Opdrachten en specialisaties zitten vaak nog te versnipperd over de verschillende diensten,
waartussen nog te weinig overleg is. Het ontbreekt aan een interdisciplinair overleg op niveau van
de (praktische uitvoering van) de diensten.
De input van opdrachten voor de technische dienst uit parallelle kanalen loopt niet altijd
gestroomlijnd wat een consistente planning bemoeilijkt. De hoge instroom van taken, samen met het
soms ontbreken van de nodige gespecialiseerde kennis en de relatief beperkte beschikbaarheid zorgt
dat de gevraagde snelheid niet steeds kan gevolgd worden.
Ruimtelijke ordening
Door de steeds toenemende regelgeving en complexiteit ervan beheerst de frontoffice de
basisinformatie en processen inzake de omgevingsvergunning onvoldoende. Hierdoor wordt de
backoffice dagelijks belast of wordt in een latere fase van een dossier extra werk gegenereerd. De
backoffice heeft hierdoor onvoldoende ruimte voor een planmatige aanpak van het werkvolume en
beleidsvoorbereidend werk. Bij de burger/klant komt de dienst niet steeds professioneel en
performant over wat soms leidt tot klachten over de werking.
De participatie van een groot deel van de GECORO-leden bij de beraadslaging over dossiers is
beperkt. Participatie vergt ook de verantwoordelijkheid om zich te bekwamen in de materie
waarover men geacht wordt advies uit te brengen.
In de periode 2013 – 2017 werden 821 stedenbouwkundige vergunningen volledig afgehandeld
(waarvan 56 weigeringen). In dezelfde periode werden 6 stedenbouwkundige overtredingen
geregistreerd. Vergunningsvoorwaarden werden slechts zeer uitzonderlijk gecontroleerd. Het gebrek
aan controle is nefast voor de geloofwaardigheid van het ruimtelijk beleid.
Milieu en mobiliteit
53
Verduurzaming is onvoldoende ingebed in de werking en het aankoopbeleid van de eigen diensten,
hoewel in het verleden reeds inspanningen zijn geleverd. Duurzaam handelen is nog onvoldoende
ingebakken in de werkmentaliteit van de eigen mensen.
Op het recyclagepark komen nog al te vaak bruikbare materialen terecht bij het afval. Bovendien
wordt in de containers regelmatig gesluikstort, met een negatieve impact op de recyclagegraad.
Er ontbreken her en der flankerende maatregelen om het vooruitstrevende mobiliteitsplan effectief
te laten zijn. Dit zorgt nogal eens voor onbegrip en frustraties van bewoners.
De fietspaden liggen er soms slecht bij of zijn onvoldoende breed. Algemeen werkpunt is de
fietsinfrastructuur in de gemeente op te waarderen.
De STOP-gedachte is nog onvoldoende aanwezig in onze gemeente (zie bijlage 10: Het STOP-principe
toegepast op de gemeente Sint-Martens-Latem). 71% van de inwoners gebruikt de wagen voor
woon-werkverplaatsingen, tegenover 13% die de fiets neemt. Slechts 29% geeft aan minstens
wekelijks de fiets te nemen voor korte verplaatsingen, hoewel 92% beschikt over een fiets in het
gezin en 69% het veilig fietsen vindt in de gemeente.49
Het ontbreekt de diensten aan expertise inzake mobiliteit om vanuit een visie het mobiliteitsbeleid
verder uit te stippelen. Externe expertise is onontbeerlijk.
Patrimonium en openbaar domein
Het huidig patrimonium is grotendeels in goede staat maar sterk verouderd. Normeringen opgelegd
door hogere bestuursorganen vragen een grondige aanpak op het vlak van energie-efficiëntie. De
noodzaak en de omvang van de nog te nemen energiemaatregelen wordt momenteel sterk
onderschat.
Daarenboven ontbreekt het enkele oudere gebouwen aan een bestemming en worden hierdoor
noodzakelijke renovatiewerken uitgesteld. Hierdoor krijgt men een bestendiging van de slechte
toestand en lopen kosten op. Een beslissing over, of een herbestemming, of het afstoten van deze
gebouwen dringt zich op (bijv. oud Gemeentehuis Deurle, Centrum Zomernest in de Kwakstraat,
pastorie Latem na gebruik door bib – zie ook voorstellen Vrije Tijd).
De opvolging van het beheer van het patrimonium van het OCMW is vandaag nog gedeeltelijk
versnipperd over verschillende diensten. Een verdere centralisatie is noodzakelijk en wenselijk.
Water en groen
De gemeente beschikt niet over de theoretisch- technische kennis inzake waterbeheer en is zelf geen
trekker of beheerder van projecten. Hierdoor moet zij continu waakzaam zijn voor eventuele
ongewenste ontwikkelingen op initiatief van andere overheden of actoren.
Externe kansen
Groen is inherent geworteld in de ruimtelijke structuur van Sint-Martens-Latem; de Leievallei met de
Latemse meersen in het noorden, de vallei van de Rosdambeek in het zuiden met het parkbos en de
Westerplas en ertussen de duinenrug met het woonpark dat ongeveer een kwart van de gemeente
beslaat. Sint-Martens-Latem vormt een groene long in de rand van de stad. Door deze rol
consequent uit te spelen, kan Sint-Martens-Latem gevrijwaard blijven van verdere verstedelijking.
Een kwalitatieve openbaar vervoer- en fietsontsluiting met Gent (en Deinze) hoeft niet enkel in het
49 Bron: Survey Gemeentemonitor/Stadsmonitor, Statistiek Vlaanderen/ABB
54
teken te staan van woonontwikkeling (bedreiging) maar kan ook als kans gezien worden voor
passieve recreatievormen zoals wandelen en fietsen. Omgekeerd krijgt Sint-Martens-Latem
makkelijker toegang tot scholen en andere stedelijke activiteiten.
Milieu en mobiliteit
Inzake energie en milieu is er een ruim aanbod van campagnes, evenementen, studiedagen,
vormingen van middenveldorganisaties en overheidsinstanties. Door hier optimaal op in te spelen,
kan beroep gedaan worden op externe expertise, met een minimum inzet van eigen middelen. Ook
het milieucontract met de Provincie biedt mogelijkheden om beroep te doen op gespecialiseerde
kennis en begeleiding inzake milieu en klimaat.
Hoewel er reeds een goede intercommunale samenwerking is, blijven er nog mogelijkheden
onbenut. Denk maar aan groepsaankopen, projecten, gezamenlijke raamcontracten, … Dit kan onder
de vleugels van IVM (inzake afval), of op eigen initiatief.
Patrimonium en openbaar domein
Partnerorganisaties als Eandis bieden gestructureerde hulp aan om de energiehuishouding van het
eigen patrimonium te optimaliseren.
Water en groen
De vaststelling van de Watergevoelige Open Ruimte Gebieden kan een kans zijn om Hooglatem
beter te beschermen tegen overstromingen en greenfields te vrijwaren van verdere bebouwing.
Er is een groeiend groen bewustzijn in de maatschappij. De natuur wordt door een antropocentrische
bril bekeken en beschreven in ecosysteemdiensten (vb. waterberging, bestuiving, positieve
psychologische impact, verkoelingseffect, …). Het groene aspect van onze gemeente biedt dan ook
veel perspectieven.
Externe bedreigingen
Ruimtelijke ordening
De toepassing door de individuele burger van generieke Vlaamse regels (en principes) inzake
ruimtegebruik op het perceelsniveau kunnen de eigenheid van de gemeente aantasten (verdichting,
splitsing meergezinswoningen, vrijstellingen, afwijkingen van oude verkavelingen enz. ). Dit komt de
mobiliteitsproblematiek en de verrommeling van de ruimte niet ten goede.
De software van het omgevingsloket op het niveau van de Vlaamse Overheid is gekoppeld met
software op gemeentelijk niveau. Deze koppeling staat nog niet op punt, waardoor informatie nu en
dan onvoldoende doorstroomt. Ook inzake handhaving is de eigen software niet aangepast aan de
laatste versie van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO).
Stedenbouwkundige richtlijnen die opgenomen worden als vergunningsvoorwaarden zijn niet
bindend voor beroepsinstanties. Dit houdt een risico in voor uitholling van het gewenste
gemeentelijk ruimtelijk beleid.
De voorbije 10 jaar werd een verschuiving vastgesteld van autogerichte stedelijke functies zoals
kantoren en horeca van de stad naar de rand. Dit is het gevolg van een uitgesproken stedelijk beleid
waarop beleidsmatig te traag wordt geanticipeerd. Door het ontbreken van een duidelijk antwoord
op dergelijke evoluties wordt vooral defensief en ad hoc gereageerd op het vergunningenniveau.
Milieu en mobiliteit
55
Afval is een thema dat vraagt om een intergemeentelijke aanpak. Meer en meer diensten werden
reeds uitbesteed aan IVM. Hierdoor dreigen we als gemeente de grip te verliezen op het afvalbeleid
in de eigen gemeente.
Doorgaand verkeer zorgt voor overlast van zwerfvuil en sluikstort langs de N43 (o.m. bushaltes) en
aan de glasbollensite in de Lijnstraat.
De uitbreiding van het randstedelijk gebied van Gent heeft zijn impact op ons dorp en het verkeer
(cfr. woonuitbreiding Hoog-Latem).
Ondanks de nabijheid is de ontsluiting van Gent met het openbaar vervoer onvoldoende ingericht.
Hierdoor is de auto dominant met negatieve gevolgen voor de leefbaarheid van het dorp en de
woonwijken.
Invloed van projectontwikkelaars en administratiefrechtelijke procedures hollen het lokaal beleid uit
(cfr. oprittencomplex E40).
Patrimonium en openbaar domein
Het is vaak moeilijk communiceren met nutsmaatschappijen en hun (onder)aannemers. Hierdoor
loopt de afstemming van openbare werken en de communicatie naar de betrokkenen soms
moeizaam.
Water en groen
De complexiteit van de regelgeving voor het kappen van bomen verhindert een heldere
communicatie naar de burger en leidt tot onbegrip bij de toepassing ervan (stedenbouw versus
bosdecreet). In het bijzonder de toepassing van de kapmachtiging (Vlaams gewest) gaat soms
regelrecht in tegen de gemeentelijke visie op het woonpark.
56
Voorstellen Grondgebiedzaken
Project administratieve structuur
Een planmatige aanpak en digitalisering van een aantal diensten is een belangrijk aandachtspunt.
Volgende zaken kunnen als een totaalproject aanzien worden:
- de opmaak van een gebouwenbeheersplan (incl. behoeftenplan); - een onderhoudsplan voor wegen, voetpaden, fietspaden, parkings, …; - het onderzoeken van de mogelijkheden tot ondersteuning van de werking met een
geografisch informatiesysteem; - een (intern) communicatiesysteem.
Optimaliseren van de werking frontoffice – backoffice
In het bijzonder inzake stedenbouw dient gezocht te worden naar een werkbare manier om vragen af
te handelen. Correcte en heldere informatie staat hierbij centraal. Er zullen afspraken gemaakt
worden over de aard van de informatie die de frontoffice geeft, de registratie van vragen/klachten en
vooroverleg op een vast tijdstip. Om een beter beeld te krijgen van het werkvolume zullen alle
binnenkomende vragen via de verschillende kanalen worden gemonitord.
Samenwerking en overleg
Een structureel dienstenoverleg op periodieke basis kan ervoor zorgen dat de verschillende diensten
meer en beter op elkaar afgestemd zijn. Items die betrekking (kunnen) hebben op meerdere
diensten, komen op dit overleg aan bod. Bedoeling is tot een duidelijke taakverdeling te komen,
andere meningen in te winnen en mogelijke problemen van bij het begin te ondervangen.
Op regelmatige basis wordt overleg gepleegd met omliggende gemeenten De Pinte en Nazareth.
Voor specifieke thema’s wordt ook met Deinze en Gent in overleg gegaan (vb. voor een
fietsroutenetwerk). Zo worden samenwerkingskansen gedetecteerd, kennis en ideeën doorgegeven
en kunnen onderhoudswerken en diverse materialen gezamenlijk worden aanbesteed. Het is aan te
bevelen het overleg minstens te organiseren voor de thema’s milieu, mobiliteit, patrimoniumbeheer
en openbare werken.
Campagnes en events van externe organisaties worden geïnventariseerd waarna de meest relevante
voor onze gemeente worden weerhouden.
Ruimtelijke ordening
Opvolging rapport van de Bouwmeester Scan
De Bouwmeester Scan is een instrument om voor het grondgebied van de gemeente een diagnose te
laten opmaken van de ruimtelijke en beleidsmatige sterktes en zwaktes, met het oog op de
ontwikkeling van een concrete agenda van projecten en beleidsmatige ingrepen, voor de transitie
naar een aangenamere, gezondere, beter uitgeruste en meer inclusieve leefomgeving, gekoppeld aan
een zorgzamere en duurzamere omgang met ons leefmilieu en met natuurlijke hulpbronnen.
Volgende thema’s worden behandeld: ruimtelijke verkenning en macro-scan, dichtheid en
kernversterking, open ruimte, mobiliteit, regelgeving en publiek ondernemerschap.
Omzetten van stedenbouwkundige richtlijnen in verordenende instrumenten
Voor een aantal aspecten zoals de verhouding groen en verhardingen in woonpark, technische
installaties, de inrichting van voortuinen en publiciteit werden richtlijnen uitgewerkt. Richtlijnen die
57
na een testfase op het niveau van individuele vergunningen doeltreffend blijken te zijn, dienen een
verordenend karakter te krijgen.
Opvolgen van het handhavingsplan
In het handhavingsplan werden de prioriteiten en de methodiek vastgelegd met het oog op een
objectieve en gelijke behandeling van stedenbouwkundige overtredingen. Het handhavingsplan legt
de focus op recente overtredingen (< 5 jaar) en preventie. Naast klachtenbehandeling kunnen op het
terrein de voorwaarden van afgeleverde vergunningen gecontroleerd worden.
Milieu en mobiliteit
Integrale verduurzaming
Verduurzaming is een continu aandachtspunt in de werking en het aankoopbeleid50 van alle
diensten. De milieuambtenaar kan proactief meedenken met alle medewerkers, bijv. tijdens het
dienstenoverleg. De producten voor intern gebruik worden opgesomd om het aankoopbeleid te
verduurzamen. Verduurzaming is ook en vooral een gedeelde verantwoordelijkheid. Het is in deze
belangrijk om up-to-date te blijven van de laatste ontwikkelingen en tijd te kunnen reserveren voor
het volgen van de actualiteit en opleidingen.
Ook bij eigen evenementen, als die van de lokale verenigingen, moet oog zijn voor duurzaamheid. Zo
zouden de herbruikbare bekers een evidentie moeten worden, vb. op Latem kermis, als op de
scholen. Ook andere verbetermogelijkheden worden besproken.
Klimaatplan patrimonium
Er wordt een klimaatplan opgesteld voor het gemeentelijk patrimonium. Stap 1 bestaat uit het
monitoren van de verbruiken en het opstellen van referentiewaarden. Eandis biedt ondersteuning bij
het uitvoeren van nulmetingen via Comeet, waar we reeds aan deelnemen. Praktisch is het echter op
vandaag niet haalbaar om alle gegevens te verzamelen en te verwerken. Jaarafrekeningen worden
wel systematisch bijgehouden. Het zou uiteraard efficiënter zijn om over slimme meters te
beschikken.
Ook bij het uitvoeren van energiescans (en het opstellen van een energiezorgplan gebouwen) biedt
Eandis ondersteuning zoals grootverbruikers (gemeenteschool, sporthal, …) in kaart brengen,
investeren om het verbruik te reduceren, de bouwschil aanpakken, duurzame installaties overwegen
(zonnepanelen, verlichting, technische installaties), licht met bewegingssensoren, …
Het wagenpark is aan vernieuwing toe. Na het uitvoeren van een nulmeting van de vloot (bijv. CO2-
uitstoot), kan bekeken worden hoe het wagenpark gemoderniseerd kan worden, rekening houdende
met de praktische behoeften en de uitstoot. Ook operationele leasing wordt overwogen, om sneller
te kunnen inspelen op de continu verduurzamende automarkt.
Bij openbare verlichting kan het energieverbruik aanzienlijk gereduceerd worden door over te
schakelen op LED. Verder is een ‘masterplan openbare verlichting’ een goed instrument om de
beleidskeuzes vast te leggen, te documenteren, te voorzien van de juiste technische onderbouw en
te vertalen naar een concreet actieplan.
Voor het eigen patrimonium zou waar mogelijk regenwater moeten worden gebruikt. Bij nieuwe
gebouwen wordt standaard een regenwaterrecuperatie voorzien. Bij bestaande gebouwen kan dit
50 https://www.mvovlaanderen.be/thema/duurzaam-aankopen, https://gidsvoorduurzameaankopen.be/nl
58
ook gebeuren, indien haalbaar. Daarnaast wordt bij geplande openbare werken verder ingezet op
het afkoppelen van hemelwater van de riolering.
Deze legislatuur dient een beleid te worden opgesteld op basis van nulmetingen en scans.
Actieplan voor het doorvoeren van het STOP-principe
Het huidige mobiliteitsplan is in voege sinds het voorjaar ’17. Begin ’19 staat een evaluatie van het
mobiliteitsplan gepland. Hierbij zullen de interne diensten (via het dienstenoverleg), de scholen,
verenigingen en ev. andere stakeholders worden bevraagd. De binnengekomen klachten en
suggesties worden opgelijst en er worden terug verkeersmetingen uitgevoerd.
In lijn met de gemeentelijke visie op fietsbeleid en het gemeentelijke mobiliteitsplan wordt er een
strategisch fietsactieplan opgemaakt om het fietsgebruik binnen de gemeente te verhogen. Er wordt
een opdracht uitgeschreven om een pakket voor te stellen van structurele en sensibiliserende acties,
vertrekkende van een ‘nulmeting fiets’ en het STOP-principe als rode draad (stappers > trappers >
openbaar vervoer > personenwagens):
- grondige monitoring van de huidige verkeerssituatie (intensiteit, verkeerbeleving, veiligheid),
- evaluatie van de aanwezige infrastructuur, o.m. het aftoetsen van het scholenrouteplan in de
praktijk
- aftoetsen van de ervaringen, visie en wensen van de belangrijkste stakeholders, in een
bevraging: “Waarom gebruiken de burgers de fiets niet en wanneer zouden ze dit wel doen”
- simuleren van de impact van diverse verkeerswijzigende en flankerende maatregelen, zoals
het knippen van straten, eenrichtingsverkeer inrichten, extra fietspaden aanleggen,
pendelbussen inleggen, …
De campagne Latem fietst! Deurle fietst! zal terug leven ingeblazen worden. De campagne fungeert
vooral als beleidsdomein-overstijgende koepel om de bevolking aan het fietsen te zetten, met zowel
socio-culturele als mobiliteit gerelateerde input.
De inrichting van een vlotte openbaar vervoersverbinding Gent-Latem is wenselijk. Waar mogelijk
zou het bestuur druk kunnen uitoefenen voor de realisatie ervan.
Het onderhoud van het tragewegennet dient verder te worden uitgetekend en verzekerd. Door de
omwonenden meer te betrekken – dus in te zetten op burgerparticipatie – zal het onderhoud in de
toekomst meer gegarandeerd worden. Verder dient de toegankelijkheid gehandhaafd te worden.
Er zou een verkeerscommissie kunnen opgericht worden met vertegenwoordiging van deskundigen
inzake mobiliteit en maatschappelijke geledingen. Hierdoor blijft de betrokkenheid van de bevolking
gegarandeerd, wordt de interne expertise gevoed en worden nieuwe ideeën en visies aangereikt.
Aandacht voor de circulaire economie
Zwerfvuil en sluikstort is een precair actiepunt in onze – maar ook in andere – gemeenten. De visuele
hinder brengt regelmatige meldingen en klachten met zich mee. Het probleem volledig bannen, is
onmogelijk, maar een integrale aanpak zou uitgewerkt kunnen worden in een actieplan ‘zwerfvuil’.
Dit plan kan projectmatig aangepakt worden i.s.m. en/of met de steun van externe instanties als
OVAM (via Mooimakers) en IVM of de omliggende gemeenten.
De inzameling van afval op het recyclagepark dient geëvalueerd te worden. Ondanks een goed
draaiend systeem kan de recyclagegraad nog verder verhoogd worden. Nog al te vaak belanden
59
bruikbare spullen bij het afval. Een intensere samenwerking met Ateljee op het recyclagepark wordt
onderzocht. Daarnaast moeten (recidive) sluikstorters consequent vervolgd worden. Verder wordt de
mogelijkheid onderzocht om de uitbating van het recyclagepark over te dragen aan IVM. Naast het
financieel voordeel, dient in rekening te worden gebracht: het behoud van inspraak bij de uitbating
en de mogelijkheid om afval verder op te waarderen.
Bovenaan de Ladder van Lansinck (theoretisch model voor afvalbehandeling) staat preventie. Het
vermijden van afval vormt het uitgangspunt van een circulaire economie. Dit economisch model
beoogt zowel een minimale input (grondstoffen) als output (afvalstoffen). De omschakeling van ons
huidige lineaire model vergt een verandering van de mindset. Op relatief korte termijn is er echter
zowel voor de consument als voor de producent een financiële winst mogelijk. Het gemeentebestuur
kan een voortrekkersrol opnemen:
- binnen de eigen werking het principe omarmen; zo kan de verlichting van de kantoren als
dienst aanzien worden en aldus de markt bevraagd worden (vb. Circular Lighting, Philips);
andere mogelijkheden kunnen worden onderzocht,
- het organiseren van een informerend en/of sensibiliserend moment over circulaire
economie, bvb. samen met de milieuraad en Turntoo B.V.
Bijkomend aandachtspunt is de opmaak van een sloopopvolgingsplan bij nieuwe
omgevingsvergunningsplichtige projecten, zoals bij wegenwerken en de afbraak en de bouw van de
oude, respektievelijk nieuwe bib.
Patrimonium en openbaar domein
Gestructureerd gebouwenbeheer
Het beheer van het gemeentelijk patrimonium was in het verleden versnipperd over verschillende
diensten en besturen. Door het aanstellen van een deskundige patrimonium werd een eerste aanzet
gegeven om dit beheer te centraliseren. Een volgende noodzakelijke stap is een doorlichting van het
bestaande patrimonium, met als doel het uitbouwen van een globaal gebouwbeheersplan. Een
dergelijk beheersplan is gebaseerd op een grondige analyse van belangrijke parameters. Deze
parameters omvatten o.a. de staat van het gebouw, toepassing van materialen, omvang van het
gebouw, aanwezige technische installaties, energieverbruik, … Een gebouwenbeheersplan maakt dat
korte- en langetermijnplanning en budgetbeheersing mogelijk wordt.
Naast het opzetten van een beheersplan is een analyse van een huidig en toekomstig behoeftenplan
noodzakelijk. Aan de hand van de behoeftes van de diverse gebruikers kan nagekeken worden of het
huidige patrimonium geschikt is. Bovendien laat dit de opmaak van een realistische projectplanning
toe.
Een eerste aanzet tot het digitaliseren van bestaande gegevens is reeds (gedeeltelijk) aangevat. Het
verder digitaliseren van het huidige nog grotendeels papieren archief is een belangrijke sleutel in het
verder uitbouwen van een correct gebouwenbeheer (As Built-plannen). Hier kan een tijdelijke
administratieve ondersteuning voor de dienst patrimonium de mogelijkheid bieden om dit in korte
tijd te realiseren.
Rendement patrimonium
Net zoals een wagen tot 95% van de tijd stil staat, wordt ook het gemeentelijk patrimonium
onderbenut. Er wordt gekeken hoe we zowel het wagenpark (van de administratieve diensten) als de
gebouwen (bijv. de bib en de scholen) beter kunnen laten renderen. Mogelijkheden zijn bijvoorbeeld
60
het uitlenen of verhuren aan verenigingen, maar ook aan bedrijven voor het organiseren van events,
vergaderingen en flexwerkplekken.
Veiligheid patrimonium
Er moet tijd uitgetrokken worden voor het opvolgen en toepassen van de geldende normen en
wetgeving:
- opvolging bestaande en nieuwe regelgeving inzake technische installaties en voorschriften
i.f.v. de toepassing van het gebouw,
- globale toegangscontrole overkoepelend voor de verschillende sites en gebouwen,
- opstellen richtlijnen per gebouw en aanstellen gebouwverantwoordelijke per site,
- opvolging keuringen,
- opvolging brandweerattesten publiek toegankelijke gebouwen.
Er wordt verder ingezet op het uitbouwen van een goede samenwerking en uitwisseling met de
preventiedienst inzake preventie gerelateerde voorschriften voor de gebouwen.
Aan de hand van asbestinventarissen wordt de asbestsanering van het gemeentelijk patrimonium
opgestart. Tegen 2034 moet dit in principe rond zijn51.
Integrale aanpak openbare werken
Openbare werken vragen om een integrale aanpak met langetermijnvisie. Ook kleine herstellingen,
hoe beperkt ook van aard, gebeuren in een ruimer kader, zowel in tijd als in ruimte. De vraag moet
altijd gesteld worden of het efficiënter, kostenbesparend, duurzamer zou zijn om andere (soms meer
ingrijpende) werken simultaan uit te voeren.
Volgende rioleringswerken worden gepland: Turrebos (2019), afkoppeling grachten (2019),
Overmeerspark (moet aansluiten op Aquafin-project) (2021), Brandstraat-Edgar Gevaertdreef (moet
aansluiten op Aquafin project) (2020-2012), Museumlaan, Leon De Smetlaan, J. Montignyylaan,
Lindenpark (2022).
Volgende wegeniswerken zijn noodzakelijk rekening houdend met de staat van het wegdek (al dan
niet gecombineerd met rioleringswerken: Koperstraat (in ontwerpfase), Elsakkerweg (in
ontwerpfase), Moeistraat, Brandstraat.
Reeds lopende projecten voor de (her) inrichting van de openbare ruimte: heraanleg parking
Vierschaar (ontwerpfase), project Deurle aan de Leie (ontwerpfase), verdere inrichting
speelterreinen (o.m. Tussen Beken).
Om meer vat te krijgen op openbare werken van aannemers van nutsmaatschappijen is een meer
regelmatige, strenge controle op het terrein noodzakelijk.
Takenpakket technische buitendienst
Het is wenselijk de taken en bevoegdheden van de technische dienst te analyseren, bijv. in een
Taken-Bevoegdheden-Verantwoordelijkheden-inventaris. (bij uitbreiding kan een dergelijke TBV-
tabel ook opgemaakt worden voor het ganse gemeentebestuur). De afweging dient hierbij gemaakt
welke werken we in eigen beheer houden en welke efficiënter kunnen worden uitbesteed. De
centrale vraag hierbij is welke expertise we intern willen houden en welke profielen hiervoor nodig
zijn. Het werken met externe partners op basis van prestatiecontracten biedt mogelijks een
oplossing. Het takenpakket van de klusjesdienst zou eventueel kunnen gereduceerd worden tot een
51 Ministeriële Nota van 24 oktober 2014 Vlaams Minister Joke Schauvliege.
61
ondersteunende klusjesdienst. Grotere en routineuze taken kunnen worden uitbesteed. Een
voorbeeld is de winterdienst: investeren we in degelijk materiaal of is het voordeliger om de
winterdienst uit te geven aan een externe firma? Enkele voorstellen:
- verdere specialisatie en uitwerking opdeling van het inzetbaar personeel per sector (groen,
openbaar domein, logistiek, gebouwen),
- opstart ‘vliegende klusjesdienst’,
- opstart begeleiding van nieuw personeel,
- uitwerken opleidingsprogramma,
- opstart en uitwerking ondersteuning leidinggevenden.
Een samenwerking met naburige gemeenten lijkt hier opportuun. Deze problematiek is immers bij
elke gemeente met eigen personeel een issue. In dit kader moet ook nagedacht worden hoe de
wederzijdse communicatie tussen bestuur en technische dienst verbeterd kan worden.
Water en groen
Bevoegdheidsdelegatie van de kapmachtiging
Artikel 31,§3 van het bosdecreet voorziet de delegatie van onder meer de kapmachtiging in de zones
met de bestemming woongebied naar het lokaal bestuur. Dit kan een sterk signaal zijn om het
groene karakter en de ruimtelijke kwaliteit van het woonpark te vrijwaren. In eerste instantie dient
het proces van een kapmachtiging geanalyseerd te worden alsook de eventuele handhaving ervan.
62
63
Vrije Tijd SWOT bibliotheek
Interne sterktes
• De bib is een ontmoetingsplaats voor alle burgers van de gemeente (o.a.de leeskring
ontmoet elkaar in de bibliotheek).
• De bib biedt een verzorgde, gevarieerde en actuele collectie aan voor alle doelgroepen
(Makkelijk Lezen, Daisy, grote collectie Groteletterboeken (Fr en Eng) boek, DVD,
Dwarsligger, strip, elektronisch prentenboek) en heeft hierin een vrijheid van aankoop.
• Er is een vlotte verwerking van de collectie door voldoende gemotiveerd en behulpzaam
personeel dat geregeld de kans krijgt om opleidingen of bijscholingen te volgen.
• Er wordt snel ingespeeld op de actualiteit door het opstellen van themastands. De leesclubs
krijgen hun exemplaren via een vlotte interbibliothecaire werking en de catalogus is 24u/24u
raadpleegbaar.
• De bib heeft klantvriendelijke openingsuren en een laagdrempelige (gratis) dienstverlening.
• De bib bereikt 15% van het totale inwonersaantal en had in totaal 68.998 uitleningen in
2017.
• Er is een bibliotheek-‘minded’ bestuur: goede en vlotte samenwerking met de bestuurlijke
overheid en er is een goede samenwerking met de beheerraad.
• De bib werkt samen met verschillende diensten, verenigingen en externe partners:
Davidsfonds (leesclub); Sociaal Huis (vrijwilliger bib-aan-huis, bezoeken aan
Woonzorgcentrum); seniorenraad (tablets); dienst cultuur (cultuurprijzen); vrije tijd(niet-
verkochte boeken van boekenverkoop gaan naar speelplein); bevolking (flyers bib in tas
nieuwe inwoners); Pols: (opleiding mailchimp: transversale samenwerking), Klasse (uitdelen
van de lerarenkaarten) en met de scholen: boekenpakketten en speciale projecten
(boekenbeesten).
• De klassieke functie van de bib blijft overeind maar er wordt ook ingezet op de digitale
evolutie (cursus tablets).
• De bib biedt een platform ‘MijnBibliotheek’ aan: gedrukte materialen kunnen worden
verlengd via het internet (voor de gehele familie), reserveringen kunnen plaatsvinden,
uitleenhistoriek kan worden bijgehouden, boodschappen kunnen worden ontvangen van de
bibliotheek.
• De bib maakt gebruik van diverse kanalen voor haar promotie: Facebook, Uit, website,
Dorpsmagazine, flyer, elektronisch scherm + via boekenverkoop.
• De bib is ingestapt in het project Boekstart: jonge ouders naar bib halen: samenwerking met
Kind & Gezin De Pinte en onthaalouders.
• De bib werkt met vrijwilligers (wegzetten boeken, boekherstelling).
• De bib neemt deel aan projecten aangeboden door het bovenlokaal beleid (Cultuurconnect).
• De bib heeft een groot aanbod uitbreidingsactiviteiten naar de verschillende doelgroepen
(lezingen vanaf 3de kleuterklas t.e.m. 6de leerjaar; lezingen voor volwassenen over diverse
onderwerpen).
64
• Nieuwe, moderne, duurzame bibliotheek met een leestuin, met de mogelijkheid tot
uitbreiding van de openingsuren en met een inleverbus is ontworpen. Nieuwbouw moet een
toegankelijke, laagdrempelig ontmoetingsplaats worden voor de burgers (koffiehoek) en een
plek zijn van levenslang leren.
• De bib is een sterk merk.
Interne zwakten
• De opgestelde collectie in de pastorie is deze van de laatste 4 jaar. De
aangroeimogelijkheden zijn beperkt tot 2 à 3 jaar. Een groot deel van de collectie is niet
uitleenbaar (kelder gemeentehuis).
• Beperkte toegankelijkheid pastorie (personen met een buggy kunnen moeilijk tot niet in de
jeugdafdeling , personen met een beperking kunnen niet aan de catalogus in de leeszaal).
• De bib beschikt over gedeeltelijk verouderde ICT-infrastructuur.
• Er is nog geen goede externe bewegwijzering.
• Wij zijn niet altijd op de hoogte van de activiteiten van andere verenigingen (op zelfde
datum heeft een andere activiteit plaats). Programmatie is niet ruim bekend.
• Te weinig bibliotheekinstructie- en introductie voor de verschillende doelgroepen vb.
senioren.
• Bibliotheekinstructie- en introductie voor de klassen zal momenteel niet meer mogelijk zijn
door gebrek aan ruimte en door gebrek aan apparatuur (tablets).
• De klasbezoeken voor de scholen uit Deurle zijn beperkt wegens verplaatsingsproblemen.
• Geen optimale uitleenfaciliteiten aan de huidige balie.
Externe kansen
• Eengemaakt BibliotheekSysteem: lenersbestand zal uniform zijn in Vlaanderen.
• Technologische evolutie groeien, zodat zelfuitleenbalie mogelijk is. Contact met de lener
moet echter behouden blijven door bemande balie te blijven behouden.
• Samenwerking met ZOVLA of andere bibliotheken verder kunnen behouden, zodat
projecten die je als kleine bib niet alleen kunt realiseren toch kunnen worden georganiseerd.
Samenwerken = kracht. Regiobib ZOVLA uitbouwen: samenwerking starten o.a. over
collectievorming.
• Ruim cultuur- en verenigingsleven: hun activiteiten kenbaar maken via elektronisch scherm
aan de balie.
• Transversale samenwerking (cultureel erfgoed, soc.-cult. Werk) biedt een meerwaarde voor
de bib. De bib speelt daarin een centrale rol in haar regio.
• Medewerkers kunnen opleiding volgen als informatiebemiddelaar om tegemoet te komen
aan de noden van de ‘nieuwe gebruiker’ die een nieuwe invulling geeft aan het begrip
dienstverlening (my pension, tax on web, smartphone…).
65
Externe bedreiging
• Volgens het Decreet Lokaalcultuurbeleid is een gemeente niet langer verplicht om een
bibliotheekdienstverlening op haar grondgebied te organiseren.
• Uitstel nieuwbouw, waardoor de groeikansen van de bib helemaal ongedaan gemaakt
worden.
• Mogelijke fusies van gemeente – geen nieuwe bib meer.
• Locatie huidige pastorie: verlies van leners door beperkte opstelling collectie en door verlies
synergie met muziekschool. Verder gelegen voor leners van andere buurtgemeenten (Deinze,
De Pinte).
• Nieuw Eengemaakt BibliotheekSysteem: WISE: aanleren van een totaal nieuw
bibliotheeksysteem: systeem kent kinderziektes.
• Nieuw systeem van statistieken: V-Insight verdwijnt.
• Nieuwbouw: mogelijkheid van gebruik van klaslokalen en refter door muziekschool op
momenten dat de bib gebruik wil maken van deze ruimten (zaterdagvoormiddag,
woensdagnamiddag) (bijv. Coderdojo).
• Het samenwerkingsverband ZOVLA kan in de huidige vorm van interlokale vereniging geen
aanspraak meer maken op een werkingssubsidie (start op 1 januari 2020 voor 5 jaar). Wel
nog op een projectsubsidie (3 jaar) maar met eigen financiële inbreng van de gemeente. Zal
het samenwerkingsverband nog blijven bestaan?
SWOT cultuur
Interne sterktes
• (Kunst)historische positie en reputatie van Sint-Martens-Latem als dorp van beeldende
kunstenaars en schrijvers.
• Sint-Martens-Latem heeft een rijk kunst- en cultuurhistorisch erfgoed:
o Beschermde monumenten (o.a. het Tempelhof, Koutermolen, St. Aldegondiskerk en de
kunstenaarswoningen).
o Bijzondere kunstenaars- en architectuurwoningen (o.a. architect Pintelon, Van
Mossevelde, Magerman, Eysselinck en Lampens)
o Beschermde dorpsgezichten (St. Aldegondiskerk en kerkhof, St. Martinuskerk en
omgeving, dorpskom Deurle, huis Edgard Gevaert en omgeving), landschappen
(Leiemeersen Sint-Martens-Latem) en erkend natuurreservaat (Latemse meersen).
o Immaterieel erfgoed (vnl. archivalia documentatie en archiefcentrum, literatuur van
Karel Van de Woestijne, Richard Minne, Cyriel Buysse, Jef De Belder; reus Heribert).
o Archeologie: vondsten uit het gemeentelijk bodemarchief (opgravingen Rijksuniversiteit
Gent).
o Gemeentelijke collectie en collectie twee gemeentelijke musea vnl. als
vertegenwoordiging van Latems grote periode: het museum Gevaert-Minne en het
museum Gust De Smet zijn grondig gerenoveerd.
• De musea en diverse kunstenaarswoningen liggen vlakbij elkaar en bevinden zich op een
uitgebreid wandel- en fietsnetwerk (Albijn Van den Abeelewandelroute, Gust De
Smetwandelroute, Bakens van kunst aan de Leie, Fietsen langs meersen en meanders, Leiestreek
Oost en Leiestreek).
66
• De gemeente organiseert jaarlijks een uitreiking van een cultuurprijs (Lieven Duvoselprijs voor
muziek, Karel Van de Woestijneprijs voor poëzie en Barbaixprijs voor fotografie) en tweejaarlijks
een uitreiking van de Binus Cultuurprijs.
• In de gemeente is een actieve cultuurraad met een raad van bestuur die snel adviezen kan
uitbrengen. Enkele leden stellen hun expertise ter beschikking in werkgroepen rond
cultuurprijzen. Er zijn voldoende kandidaturen voor het te hernieuwen bestuur in 2019. De
cultuurcafés behandelen verschillende disciplines en zijn laagdrempelig.
• Er is een diversiteit van verenigingsleven en aanbod.52
• De cultuurdienst kan rekenen op een vaste ploeg gemotiveerde vrijwilligers voor het
Gemeentelijk Documentatie- en archiefcentrum, educatieve opdrachten, vervangingen van
conciërges, inventarisatie van het gemeentelijk kunstpatrimonium en de opbouw en afbraak van
tentoonstellingen.
• Er zijn 2 gemotiveerde conciërges-museummedewerkers die een adequaat onthaal verzorgen en
kunnen ondersteunen bij evenementen. In de gemeentelijke musea wordt een ruim aanbod aan
toeristische brochures, routes en catalogi verkocht.
• Er is een vaste ploeg van enthousiaste, meertalige en competente (museum) gidsen voor de
vaste collectie en tijdelijke tentoonstellingen.
• Er zijn 3 gediplomeerde molenaars die maandelijks of bij speciale gelegenheden de Koutermolen
openstellen voor bezoekers.
• Er is een educatief programma voor individuele bezoekers, lagere schoolkinderen en de
speelpleinwerking.
• De gemeente beschikt over diverse zalen die intensief gebruikt worden door inwoners en
verenigingen (zie bijlage 14: Overzicht huur zalen door verenigingen).
• De benedenverdieping van de gemeentelijke musea en de gebouwen zijn toegankelijk voor
senioren en mindervalide personen (met uitzondering van Centrum Zomernest). Een uitbreiding
met een traplift kan onderzocht worden.
• In 2018 verleende de gemeente 14 937,05 euro toelagen aan culturele verenigingen
(2017 =14 405 euro).
• Het project ‘Deurle aan de Leie’ biedt mogelijkheden vanuit erfgoed en cultureel oogpunt.
Interne zwaktes
• Er is geen permanent uitgeruste multifunctionele zaal voor meer dan 120 personen met een
vast podium, zittribune, een geluidsinstallatie of lichtbalk en kleedkamers voor grootschaliger
evenementen zoals een concert van de Harmonie, een uitreiking van een cultuurprijs of
toneelstuk. Vaak is het huren, opbouwen en afbreken van tenten noodzakelijk of moet
uitgeweken worden naar de sporthal, wat een extra druk geeft aan de technische buitendienst.
• We hebben geen deskundige licht en geluid in dienst, waardoor technische ondersteuning op
dat vlak moeilijk is (zeker tijdens evenementen buiten de kantooruren).
• Het gebruik van de raadzaal en Leiezaal door verenigingen of adviesraden buiten de
openingsuren van het gemeentehuis houdt een veiligheidsrisico in (archief, kunstdepot, burelen
diensten). Daarnaast is er vaak overlap met activiteiten die in het gemeentehuis moeten
plaatsvinden (huwelijken bijvoorbeeld).
52 Zie de website voor alle cultuurverenigingen, sportverenigingen en senioren met een aanbod voor senioren: https://www.sint-martens-latem.be/overzicht-alle-cultuurverenigingen.
67
• De infrastructuur van sommige lokalen is deels verouderd of onaangepast (vnl. oud
gemeentehuis Deurle, Centrum Zomernest, gevel en conciërgewoning Wijkcentrum Oase en
vochtigheid kunstkroeg).
• Het verhuur van gemeentelijke zalen aan particulieren is soms ten koste van het gebruik door
verenigingen of gemeentelijke diensten (bijvoorbeeld de Oude Brouwerij).
• De algemene gedrukte toeristische info voor anderstaligen is nog niet uitgewerkt in het Frans en
het Engels.
• De bovenverdieping van het gemeentelijk museum Gust De Smet is niet toegankelijk voor
mindervaliden. Trappen moeten volgens de beschermingswet zo intact mogelijk (behouden)
blijven.
• De toegang tot toeristische informatie in de dorpskern is beperkt tot de openingsuren van het
gemeentehuis.
• De inventaris van de gemeentelijke collectie is nog niet raadpleegbaar via Erfgoedinzicht voor
online tentoonstellingen, onderzoekers en een breder publiek.
• Er is nood aan administratieve ondersteuning voor de dienst Vrije Tijd om de steeds
uitgebreidere verwachtingen te realiseren (ook door wegvallen bevoegdheid persoonsgebonden
materies bij de provincie).
• Er is te weinig zicht op de programmatie van de verenigingen onderling. Niet alle verenigingen
gebruiken de jaarkalender of website om activiteiten aan te kondigen of om zalen te reserveren.
• De opkomst voor de algemene vergadering van de cultuurraad is eerder aan de lage kant.
• Het subsidiereglement is verouderd. Er is een ontwerpversie in voorbereiding, maar het
gemeentebestuur moet de nodige klemtonen bepalen.
• Het aankoopbudget voor kunstwerken is soms ontoereikend waardoor hiaten in de collectie niet
kunnen opgevuld worden en de gemeente afhankelijk is van schenkingen en bruiklenen.
• De gemeentelijke collectie bevat weinig of geen werken van hedendaagse lokale kunstenaars.
Fotografie komt helemaal niet aan bod.
• Het tentoonstellingsbeleid voor regionale hedendaagse kunstenaars kan nog meer uitgewerkt
worden in samenwerking met de cultuurraad.
• Er is nog geen jaarprogramma in het museum Gust De Smet voor kleinschalige activiteiten voor
ca. 25 personen zoals lezingen, workshops (evt. buiten) of wisseltentoonstellingen in het atelier.
Externe kansen
• Het Museum Dhondt-Dhaenens en de plaatselijke galerijen focussen meer op hedendaagse
kunst, waardoor hun collecties en exposities gezien kunnen worden als een aanvulling op het
gemeentelijk aanbod. Bovendien biedt MDD de kans aan actuele kunstenaars, curatoren,
schrijvers en onderzoekers om te verblijven in The Wunderkammer Residence of Villa Van
Wassenhove. Zo kan de Leiestreek opnieuw als een historisch belangrijke inspiratieplek voor
kunstenaars dienen.
• De Latemse Kluis kan in overleg met de eigenaar gebruikt worden voor een aantal culturele
activiteiten (max. 150 personen en beperkt aantal evenementen per jaar). De bovenverdieping is
echter weinig toegankelijk voor minder mobiele personen.
• Sancta Maria stelt zijn polyvalente zaal soms ter beschikking voor culturele verenigingen.
68
• De aanwezigheid van verschillende musea in de Leiestreek (het Museum Dhondt-Dhaenens, het
museum van Deinze en de Leiestreek, het Roger Raveelmuseum) biedt kansen om duurzaam
samen te werken rond tentoonstellingen en publiekswerking.
• Een combiticket voor de verschillende lokale en gemeentelijke musea kan meer publiek en
inkomsten genereren. Gratis toegang kan de indruk geven dat de collectie niet de moeite loont.
• Er is een bestaande samenwerking tussen het Museum Dhondt-Dhaenens, het museum van
Deinze en de Leiestreek en het Roger Raveelmuseum voor Biënnales. De gemeente zou kunnen
deelnemen indien er voldoende budget en personeel vrijgemaakt wordt en er voldoende
bereidwilligheid is bij de huidige organisatoren.
• Een samenwerking met het Museum voor Schone Kunsten in Gent rond collectievorming,
tentoonstellingsbeleid en publiekswerking kan versterkend werken.
• Het gemeentelijk museum Gevaert-Minne is aangesloten bij Open Monumenten om via hun
kanalen een breder publiek te bereiken. Voor het gemeentelijk museum Gust De Smet wordt het
lidmaatschap bekeken. Als lid worden activiteiten opgenomen in de online erfgoedkalender,
nieuwsbrief en op sociale media, krijg je een eigen webpagina en bereik je een breder publiek.
• De samenwerking met andere kunstenaarskolonies van Euro Art bijv. Barbizon kan nog
uitgebreid worden d.m.v. gezamenlijke tentoonstellingen indien hiervoor voldoende financiële
middelen en personeel kan vrijgemaakt worden.
• Erfgoed Deurle engageert zich mee rond het behoud en beheer van waardevol onroerend- en
roerend-, materieel- en immaterieel erfgoed in nauw contact met de gemeente. Zij nemen
eerder de rol op van gemeentelijke erfgoedraad en zijn partner in bovenlokale initiatieven zoals
de Erfgoeddag.
• De Latemse Kunstkring zal een ‘Informele denktank, ID-groep’ oprichten met galerijhouders,
curatoren, conservatoren,… en de cultuurdienst om de gemeente meer als kunstenaarsdorp op
de kaart te plaatsen en expertise uit te wisselen.
• Bestaande verenigingen werken meer en meer samen (bijvoorbeeld Latemse Kunstkring, Erfgoed
Deurle, Koepel Latem-Deurle).
• De verenigingen en gemeente kunnen rekenen op subsidies van de erfgoedcel POLS voor het
realiseren van cultureel-erfgoedprojecten, -publicaties en –collecties. Ze kunnen ook specifiek
materiaal ontlenen voor de zorg van collecties en beroep doen op de expertise van de
medewerkers.
• Het intergemeentelijk cultuurmagazine POLSslag en de maandelijkse nieuwsbrief informeert de
inwoners van de omliggende gemeentes en stimuleert hen om het cultuuraanbod buiten de
gemeentegrens te verkennen.
• De erfgoedbank Leie Schelde en projecten van POLS maken de bezoeker eveneens wegwijs in
het cultureel erfgoed van de eigen en omliggende gemeenten en zetten aan tot uitwisseling.
• Er zijn plannen voor een regionaal samenwerkingsverband rond culturele activiteiten zoals
(klassieke) concerten. Dit kan een manier zijn om zich te profileren in de Leiestreek via POLS.
• De gemeente kan gebruik maken van het registratieprogramma Adlib Museum Plus voor het
ontsluiten van de gemeentelijke collecties voor een breed publiek via de website van
Erfgoedinzicht, het samenwerkingsverband van de musea in Oost-Vlaanderen.
• De gemeente kan beroep doen op de expertise van externe partners zoals Monumentenwacht
voor behoud en beheer van erfgoed en publiq voor cultuurcommunicatie.
69
• Via de provinciale uitleendienst of omliggende gemeentes of steden kan materiaal uitgeleend
worden voor exposities indien lang genoeg op voorhand aangevraagd.
• Culturele evenementen zoals Open Atelierdagen, een gezamenlijke ‘vrijetijdsbeurs’, … kunnen
de samenwerking tussen de verenigingen en gemeentelijke diensten nog meer bevorderen.
• De ondersteuning van evenementen door professionele medewerkers van de VVV Leiestreek,
Toerisme Leiestreek en Toerisme Oost-Vlaanderen biedt kansen voor een efficiënte
samenwerking.
• De mogelijkheden voor subsidiëring van erfgoedprojecten (bijv. via Open Monumenten) en
projectsubsidies rond bovenlokale cultuurprojecten kunnen nog meer benut worden. Ook
kunnen alternatieve financieringsvormen voor cultuur zoals Europese subsidies onderzocht
worden.
• De Sint-Aldegondiskerk wordt ter beschikking gesteld voor evenementen voor zover het
evenement kadert binnen de waarden van de kerkfabriek Deurle.
• De zaal van Sancta Maria kan in samenspraak gebruikt worden voor bijvoorbeeld
toneelopvoeringen.
• De familie Van den Abeele overweegt om hun archief te schenken aan de gemeente.
• De Latemse Kunstkring behartigt mee de belangen van de gemeentelijke musea en adviseert
over aankopen, schenkingen en bruiklenen en tijdelijke initiatieven.
Externe bedreigingen
• Door het afschaffen van de persoonsgebonden materies van de provincie is er geen opvolging
meer in het cultuurtoeristisch traject van de musea en toeristische actoren. De overname van
taken door het personeel van de Vlaamse overheid is niet altijd gegarandeerd.
• De toekomst van de erfgoedcel POLS is onzeker. Het erfgoedconvenant loopt af in 2020. Door de
fusie van Deinze met Nevele wordt het werkgebied in vraag gesteld: de deelgemeenten van
Nevele zitten nl. in de erfgoedcel Meetjesland.
• Er is een gebrek aan verjonging van de leden en het bestuur van een aantal verenigingen zoals
de Latemse Kunstkring.
• Een daling van het aantal vrijwilligers betekent een druk op bepaalde (leden van) verenigingen.
• Er is een lage participatie van de jongeren en niet-senioren aan culturele evenementen en
bepaalde activiteiten van verenigingen.
70
SWOT jeugd, senioren, feestelijkheden
Interne sterktes
• De speelpleinwerking heeft een stevige reputatie opgebouwd en biedt een gevarieerd
aanbod voor 3-12 jarigen. Jaarlijks wordt een oproep gedaan naar 15-18 jarigen om zich aan
te sluiten als animator op het speelplein. De animatoren vormen een hechte groep.
Speelplein staat dus gelijk aan zowel kinder- als tienerwerking.
• Jobstudenten/Hoofdmonitoren tijdens alle vakanties zorgen voor ondersteuning van de
Vrijetijdsconsulente en zorgen voor teamspirit op het speelplein.
• Onderscheid tussen niet-geattesteerde en geattesteerde animatoren (24 versus 34,03 euro
per dag) is groot genoeg om de animatoren te motiveren hun attest te halen.
• De ligging van het speelplein is ideaal, aan een prachtig natuurgebied in een lokaal dat we
delen met de scouts.
• Gezond speelplein: veel bewegen, veel buiten in de natuur en gezonde 10- en 4-uurtjes
• Het zwemmen tijdens de speelpleinwerking is een meerwaarde, ¾ de van de kinderen gaat
mee zwemmen.
• De uitstappen op vrijdag zijn een pluspunt voor de kinderen van de lagere school.
Afhankelijk van het aanbod kan er vanaf de 2de kleuterklas meegegaan worden.
• De tienerwerking: samenwerking met Jeugddienst van De Pinte verloopt vlot– specifieke
meisjesactiviteiten scoren minder goed, avontuurlijke activiteiten scoren het beste.
• Het gebruik van de gemeentelijke bus tijdens de speelpleinwerking en tienerwerking.
• De vernieuwde speeltoestellen in Tussen Beken, aan De Nark, Open Veld, Jeugdhuis en
Kwakstraat.
• De aanwezigheid van Scouts en KSA, een vernieuwd Jeugdhuis en een sterke en actieve
Seniorenadviesraad.
• De gevestigde waarden: viering 50 jarigen, 65-jarigen en 80-plussers.
• Organisatie seniorenweek (in samenwerking met OCMW en LSAR).
• Communicatie naar en van Senioren (eigen pagina in het Dorpsmagazine, alle inschrijvingen
en communicatie verlopen nog per brief).
• Gevarieerd aanbod evenementen, 4 grote gemeentelijke evenementen: Nieuwjaarsreceptie,
Kerstdorp, Lentemarkt, Latem Kermis. Deze evenementen worden goed bezocht. Kerstdorp
en Latem Kermis zijn hierbij de toppers en trekken ook niet-bewoners aan.
• Goede samenwerking met Landelijke Gilde, Lions en FC Latem voor deze evenementen.
• Er zijn veel vrijwilligers en verenigingen die actief meewerken aan de evenementen.
• De feestcomités van Hooglatem en Deurle werken heel zelfstandig.
• UIT-kalender in Nieuwsbrief en Dorpsmagazine.
• Facebookpagina Vrije Tijd met meer dan 800 volgers.
• Facebookpagina Speelplein Oase (168 volgers, voornamelijk ouders en animatoren).
• Recente papieren versie van de Vrijetijdswijzer
• Verschillende materialen kunnen gratis ontleend worden door scholen en verenigingen.
Uitleenmateriaal wordt gratis geleverd door de technische dienst.
• Start gebruik 3P voor het proces van uitleenmateriaal, wat het bijhouden en aanvragen van
de materialen eenvoudiger moet maken
71
Interne zwaktes
• De speelpleinwerking verliest zijn populariteit bij kinderen vanaf de leeftijd van 10 jaar.
• Respons op de oproep naar nieuwe animatoren komt telkens traag op gang. Jongeren
reageren laat omdat ze veel keuze hebben en nemen niet steeds een engagement voor lange
tijd op als vrijwilliger.
• Het delen van het lokaal (speelplein en scouts) is niet evident wanneer de gemaakte
afspraken niet opgevolgd worden (bv rond netheid lokaal en leegmaken lokalen). De
bergruimte in de Oase is te kleinom voldoende sport en spelmateriaal te stockeren.
• Vergoeding voor speelpleinmonitoren is laag ten opzichte van het loon van een
studentenjob voor 16-plussers (23 euro per dag voor vrijwilligers en maximale
vrijwilligersvergoeding voor animatoren met attest) en de dagen zijn lang (8-18 uur). Er is
geen onderscheid in betaling tussen hoofdmonitor en gewone animator (tenzij de
hoofdmonitor als jobstudent wordt aangesteld).
• Er wordt veel verwacht van jonge animatoren (zeker als we een inclusief speelplein willen
zijn).
• Het gebruik van de gemeentelijke bus voor (sport)uitstappen op het speelplein zorgt voor
een grote druk bij de technische dienst.
• Jeugdhuis heeft niet zo een sterk bestuur en dient meer begeleid te worden.
• Er is momenteel geen jeugdraad, waardoor er geen of weinig activiteiten voor de jeugd
georganiseerd worden en er weinig tot geen adviezen worden verleend.
• Geen ontmoetingsruimte voor jonge tieners, jeugdhuis is er vanaf 16 jaar.
• Huidige activiteiten seniorenraad spreken specifiek publiek aan; creatieve en sportieve
senioren worden minder aangesproken.
• Te weinig bankjes in open ruimte waar verschillende generaties kunnen samen zijn .
• Te weinig parkeerplaatsen voor minder mobiele personen (aan alle openbare gebouwen).
• Evenementen zijn niet duurzaam en te weinig milieuvriendelijk.
• Er werden geen contracten afgesloten met eigenaars kermisattracties.
• Er is geen specifiek communicatiemiddel dat jongeren aanspreekt.
• Er is een verouderd reglement uitleenmateriaal, waardoor de controle op teruggave
materiaal of aanwezigheid helpende handen bij het opzetten en afbraken niet consequent
gebeurt.
• Druk op technische dienst is groot om uitleenmateriaal te brengen bij de leners.
• Indien een vereniging beslist om zich niet meer in te zetten voor een activiteit willen we het
initiatief vaak in stand houden zonder dat er nog draagvlak is (beter nieuwe partners zoeken
of herdenken van de activiteit).
Externe kansen
• Formaat VZW biedt ondersteuning voor begeleiding bestuur Jeugdhuis.
• Lokale Helden53: jeugdhuis als ‘vrij podium’ voor lokaal jong talent.
• Buitenspeeldag:54 buiten ravotten en sporten terwijl de televisie een namiddag uit gaat.
• Uitbreiding Parkbos met speelbos in de Moeistraat .
• Senioren gaan veel op stap met hun kleinkinderen.
• Dag Van de Vrijwilliger.
53 Organisatie van ‘Poppunt vzw’ ter ondersteuning van muzikanten, dj’s en producers in Vlaanderen. 54 Organisatie van onder andere Vereniging Vlaamse Jeugddiensten.
72
Externe bedreigingen
• Er is onvoldoende afstemming tussen de verschillende aanbieders van (sport)kampen in de
gemeente.
• De sport- en themakampen trekken soms geëngageerde monitoren van het speelplein aan
met de belofte hen meer te kunnen betalen.
• Jongeren hebben heel veel keuze en houden van afwisseling. Er is amper nog lang en
duurzaam engagement bij de jonge vrijwilligers.
• Jonge senioren hebben een drukke agenda, waardoor ze minder inzetbaar zijn als
vrijwilliger.
• Jeugdverenigingen appreciëren niet steeds de aangeboden steun aan logistiek, lokalen en
onderhoud.
• Gebruikers van de gemeentelijke infrastructuur (bewoners en verenigingen) staan niet
steeds in voor de opkuis en het onderhoud van de gebruikte ruimtes.
• Het blijft een uitdaging om in de nabijheid van een stad een aantrekkelijk vrijetijdsaanbod te
leveren.
• Sommige evenementen zijn aantrekkelijk voor niet-inwoners en overstijgen het lokale, wat
voor overlast kan zorgen (parkeerplaats, lawaai, ...).
• Afstemming van activiteiten lokale horeca en de gemeentelijke evenementen blijft een
aandachtspunt (zoeken naar complementariteit).
73
SWOT sport
Interne sterktes
• De gemeentelijke sportinfrastructuur heeft in de week een maximale bezetting in de avond
en een 3/5e bezetting overdag.
• De medewerkers van de sporthal zijn vertrouwd met de gebruikers, verenigingen en werking
sporthal. Zij worden bovendien polyvalent ingezet als cafetaria-uitbater en zaalwachter.
• Er is een duidelijk en transparant reservatiesysteem aanwezig voor de gemeentelijke
infrastructuur. Verenigingen en gebruikers kunnen zelf online de mogelijkheden bekijken en
aanvragen.
• Via de Burensportdienst wordt een aanbod voorzien voor kansengroepen (senioren en
mensen met een beperking). Ook de Personeelssportdag is een meerwaarde, doordat dit
met verschillende gemeenten wordt georganiseerd.
• Er is een ruim aanbod voor jeugdsport in de gemeente (speelpleinwerking, sportkampen,
tienerwerking en sportverenigingen).
• Evenementen in de gemeente komen tot stand dankzij een goede samenwerking met
verenigingen en adviesraden (Afvaart vd Leie, Laat’em Lopen,…).
• De recente integratie van de beweegactiviteiten voor senioren van het OCMW in de dienst
vrije tijd van het lokaal bestuur.
Interne zwaktes
• De huidige sportinfrastructuur vertoont nog teveel gebreken (cafetaria, tribune, galerij,
parketzaal, kleedkamers FC Latem).
• Geen bureau voor de sportfunctionaris of vergaderzalen aanwezig in de sporthal en geen
invulling van de conciërgewoning.
• Teveel gebruik van de judozaal als dansruimte. Daardoor probleem met judomatten, alsook
te weinig ruimte voor dans.
• Te weinig bergruimte voor materiaal sportdienst en verenigingen.
• Geen overkoepeling mogelijk van de tennisterreinen. Er is geen uitbreiding mogelijk voor
Padel of squash.
• Veel onbewaakte momenten in de sporthal of van het kunstgrasterrein.
• Weinig mogelijkheid voor andere gebruikers om kunstgrasterrein te gebruiken door volle
bezetting FC Latem.
• Nog te weinig georganiseerde seniorensportactiviteiten met voldoende belangstelling.
• Het natuurgrasterrein biedt onvoldoende speelmogelijkheden.
Externe kansen
• Er zijn meer mogelijkheden om fietsen en wandelen te stimuleren in de gemeente.
• Schoolsportinfrastructuur vrije scholen kan eventueel geïntegreerd worden in het aanbod
van de gemeente.
• Er zijn verschillende buiten sportmogelijkheden aanwezig die nog verder kunnen
uitgebouwd worden (watersporten, petanque, loop- en fietspaden).
• Er zijn nog verschillende opportuniteiten voor uitbreiding van de sportsite Hoge Heirweg.
• Ook de grond van de conciërgewoning kan een andere invulling krijgen en zorgen voor een
meer uitgeruste sportsite.
74
Externe bedreigingen
• Bij grote evenementen kan de parking voor de sportinfrastructuur te klein zijn.
• Er worden veel doortochten georganiseerd die de rust in het dorp schenden.
• Kunstgrasterrein moet na 15 jaar voorzien worden van een nieuwe toplaag (in 2025).
• Volkssporten dreigen te verdwijnen in de gemeente.
Voorstellen Vrije Tijd
Infrastructuur Vrije Tijd
• De nieuwe bibliotheek wil een moderne, functionele en veelzijdige kennis-en informatiebib
zijn die wil bijdragen aan de ontwikkeling en de ontplooiing van het individu en de
samenleving. De bibliotheek moet een ontmoetingsplaats zijn, gehuisvest in een
uitnodigend, flexibel en duurzaam gebouw met een architecturale uitstraling, waar burgers
terecht kunnen om op een laagdrempelige manier toegang te krijgen tot alle vormen van
beschikbare informatie. Ze moet een knooppunt zijn waar alle kennis samenkomt en actief
wordt gedeeld. Ze komt tegemoet aan de noden en wensen van de verschillende
doelgroepen, waarbij cultuur, educatie, leesbevordering, informatiegeletterdheid en
ontspanning een belangrijke plaats krijgen. Ze houdt de vinger aan de pols voor wat betreft
actuele maatschappelijke thema’s. Ze speelt in op de digitalisering van de maatschappij en
biedt naast de traditionele informatiedragers ook een waaier van nieuwe media aan. In haar
toegankelijkheid en dienstverlening beoogt ze een maximale beschikbaarstelling.
• Verdere grondige renovatiewerken aan de sporthal:
o Het lopende project hout- en raamwerk met nieuwe inkomsas en overdekte
fietsenstalling is een prioriteit en moet zo snel mogelijk gerealiseerd worden.
o De ruimte of grond van de bestaande conciërgewoning moet een nieuwe invulling
krijgen. De ruimte en het aanpalende terrein kan beter gebruikt worden.
o Er is meer opbergruimte nodig voor materiaal verenigingen en sporthal, een bureau
voor de sportfunctionaris en vergaderzalen.
o Daarnaast is een vaste danszaal en vaste dojo (gevechtszaal) onontbeerlijk om de
verdere groei van de verenigingen te stimuleren. Er zijn immers zes verenigingen die
beroep doen op de gevechtszaal (Shinkendo, judoclub, aikido, karate, kung fu en
schermen). De huidige gevechtszaal kan blijven als er een nieuwe danszaal komt.
o Een squash of Padelterrein kunnen een leuke extra zijn om de sportsite meer
uitstraling te geven.
o Extra kleedkamers zijn nodig als er nieuwe site komt, die ook door zowel
buitensporters als FC Latem kan gebruikt worden.
o Indien de optie om extra grond te verwerven wordt gerealiseerd, kan er ook gekeken
worden om multisportterreinen te verwezenlijken die ook kunnen dienen als extra
voetbalveld. Zo kunnen we ook hen (FC Latem) tegemoetkomen aan de steeds
groeiende vraag.
75
• Algemene culturele infrastructuur:
Enkele gebouwen vragen een grondige renovatie en een goede bestemming. Hieronder
verschillende voorstellen voor de gebouwen waar de urgentie het grootst is. Elk van
onderstaande gebouwen kan ook ingericht worden als ‘Seniorenhuis’.
o Centrum Zomernest: een architecturaal waardevol gebouw op een prachtige plek
middenin de natuur. De hele site (inclusief de paviljoenen) zou kunnen bekeken
worden als een plek dat kan ingericht worden als centrum voor cultuur- en
natuurbeleving zonder afbreuk te doen aan het bestaand gebruik van het
hoofdgebouw en de aanpalende gebouwen door vnl. de Fotoclub, Latems Creatief en
de Bolders.
o Het oud gemeentehuis in Deurle:
- Kan herbestemd worden als ‘toegangspoort’ tot kunst- en cultuurbeleving in
de gemeente. Dit gebouw is strategisch gelegen langs de Kortrijksesteenweg
en het enige in gemeentelijk bezit op die locatie. Het opwaarderen van de
site, tuin en het gebouw kan hiertoe sterk bijdragen. In de tuin kan eventueel
een markant beeldhouwwerk en een gedichtenmuur geplaatst worden.
- In het hoofdgebouw kunnen de gerestaureerde portretten van voormalige
bewoners Xavier De Cock en zijn echtgenote een prominente plaats krijgen.
- Het oud gemeentehuis verbinden met Centrum De Vierschaar om deze zaal
in te richten als culturele zaal vast ingericht voor concerten en
toneelopvoeringen blijft een mogelijke piste.
- Het kan ingericht worden als erfgoeddepot en een poot zijn van het
documentatie en archiefcentrum.
o Pastorie Latem (na gebruik door bib):
- Herbestemming voor het documentatie en archiefcentrum inclusief het
archief van Van den Abeele.
- Door de gunstige ligging middenin in het dorp en de mooie tuin kan dit een
ideale locatie zijn voor kinderopvang (zie verder SWOT Sociaal Huis).
- Het gebouw laten innemen door een vereniging of jeugd wanneer het
tijdelijk leeg staat (bijvoorbeeld repetitieruimte).
76
Aanbod en samenwerken
• Samenwerken met geografisch goed gelegen bibliotheken in de buurt met behoud van
eigen autonomie.
• Intensere samenwerking tussen de bib en het Sociaal Huis en eventueel aantrekken van
vrijwilligers om tijdens de openingsuren van de bib de burger bij te staan bij hun vragen aan
de publieksPC (my pension, aanvragen tegemoetkomingen, gebruik van het e-loket).
• Enkele activiteiten van Vrije Tijd meer integreren in de bib om te zorgen voor een ruime
bekendheid bij een breed publiek:
o klasbezoeken bibliotheek voor de leerlingen van Deurle combineren met een bezoek
aan het gemeentehuis;
o paaseierenzoektocht in en rond de bib organiseren;
o promoten kamishibai (Japans verteltheater) bij onthaalouders en op de
speelpleinwerking;
o bibliotheekinstructie- en introductie organiseren tijdens de seniorenweek (groep 65+
stijgt).
• Voorzien van een ruimte in de nieuwbouw van de bib waar met nieuwe media kennis
gemaakt kan worden (Virtual reality, games, legomindstorms).
• Oprichten van een speel-o-theek (puzzels, gezelschapspelen).
• Er is een tendens merkbaar in het sportlandschap dat de sporter steeds meer buiten en
individueel sport. Ook hier kunnen we inspelen op deze noden door het voorzien van
watersport, buitenterreintjes en hen tot bewegen aan te zetten d.m.v. laagdrempelige
initiatieven die bewegen promoten (bijv. aanleg finse looppiste, fitnesstoestellen voor
senioren). We proberen een watersportvereniging op te starten en voorzien van materiaal
(SUP-planken, kajaks) aangekocht door de gemeente.
• Optimaliseren van de activiteiten van de speelpleinwerking:
o Aantrekkelijker worden voor 10- tot 12-jarigen door open spelaanbod, organisatie
van specifieke workshops en avontuurlijke activiteiten, aankoop materiaal (bouwen,
verkleden, inrichting lokaal), inspelen om digitale nieuwigheden voor de jeugd
(multimedia, virtual reality, geocaching, leren programmeren, coderjojo …). Voor die
doelgroep specifiek de flexibiliteit van het speelplein benadrukken (elke namiddag).
o Speelplein: zwemmen als sportuitstap behouden (zeer populair), uitstap op vrijdag in
de buurt met eigen vervoer (veiligst voor de kinderen en animatoren), 1 keer per
week naar de sporthal (ipv 2 x per week).
o Groter aanbod sport- en beweegmateriaal ter beschikking hebben ter plaatse.
• Afstemmen openingstijden speelplein op de andere aanwezige kampen in het dorp en in
functie van feest- en brugdagen.
• Duidelijke afspraken vastleggen voor de grotere evenementen met de
(mede)organisatoren. Onderzoeken of het geven van een toelage voor de organisatie van de
lentemarkt, Latem Kermis en het Kerstdorp opportuun is.
77
Communicatie en promotie
• We organiseren een eenmalige vrijetijdsmarkt in de sporthal waar alle verenigingen zich
kunnen voorstellen aan de inwoners. Tijdens de vrijetijdsmarkt wordt aanbod vrije tijd van
de gemeente ook gepromoot. Op dat moment wordt de Vrijetijdswijzer heruitgeven als
papieren versie (verdere digitale update elk jaar).
• Wandelkaart maken “van speelterrein naar speelterrein” voor de gezinnen. Dit kan
uitgebreid worden met aanduidingen van het volledige vrijetijdsaanbod.
• Jaarlijks overleg met adviesraden en verenigingen om hun agenda voor te leggen en de
activiteiten op elkaar af te stemmen. In het vernieuwde reglement ‘logistieke steun’
opnemen dat de activiteiten tijdig moeten doorgegeven worden in de jaarkalender.
• In overleg met de bibliotheek kunnen tablets aangekocht worden voor educatieve
doeleinden in de gemeentelijke musea. Er kan onderzocht worden of de gratis Erfgoedapp
in het museum Gust De Smet kan geïnstalleerd worden zodat vnl. mindervaliden een idee
krijgen van de volledige collectie. Voor kinderen kan zo een zoektocht door het museum op
een interactieve manier verlopen.
• In de dorpskern van Latem kan een bescheiden kiosk geïnstalleerd worden met gratis
toeristische info en te betalen wandel- en fietsroutes.
• Een bezoek aan een gemeentelijk museum kost als niet-inwoner 3 euro. Er kan een
combiticket gekocht worden (5 euro) voor de 2 gemeentelijke musea. We streven naar
goede samenwerking met Museum Dhondt-Daenens en de Kluis. Eventueel kan een
museumpas opgestart worden.
• Vereenvoudigde communicatie voor activiteiten van de Seniorenraad.
• Het vertalen naar het Frans en Engels van algemene toeristische informatie en zaalteksten
voor het gemeentelijk museum Gust De Smet kan uitbesteed worden aan een vertaalbureau.
• Uitbreiden van communicatiekanalen naar de jeugd toe: Instagram, whats App, snapshat,…
Materiaal, werking en duurzame evenementen
• Gemeente koopt herbruikbare bekers (wijn, cava, bier, frisdrank) en mobiele industriële
vaatwasmachine aan en verplicht tot gebruik zodat er minder afval gecreëerd wordt.
• Voor de opbouw van exposities moeten tijdig vitrinekasten en/of tentoonstellingspanelen
met spots en sokkels gehuurd worden bij de provincie of andere musea aangesproken
worden. Het is wenselijk om te investeren in een aantal compacte vitrinekasten voor
jaarlijkse exposities.
• Goede en eenvoudig te bedienen geluidsinstallaties en projectiemateriaal voor alle
gemeentelijke gebouwen
• Basispakket muziek evenementen: tablet en abonnement voor afspelen spotify.
• Eenvoudiger maken betalingen voor personeel, zodat ook online aankopen makkelijker
worden.
• In openbare gebouwen: bestek, glazen en tassen voorzien, controle door conciërge of
vrijwilliger op gebruik. Er wordt een stock aangelegd zodat er bij tekort stelselmatig kan
aangevuld worden.
78
Kunstpatrimonium
• Om hiaten in de collectie op te vullen kunnen lokale galerijen, particulieren en musea nog
meer aangesproken worden om werken in bruikleen te geven. De oprichting van de ID groep
kan hier zeker toe bijdragen. Zo ontbreekt er nog werk uit bepaalde periodes van Gustave
van de Woestyne, Albijn Van den Abeele, Valerius de Saedeleer, Frits Van den Berghe en
Constant Permeke.
• Aan hedendaagse kunstenaars kan gevraagd worden werk in bruikleen te geven.
• Foto’s van lokale fotografen zoals Hendrik Boxy, Rony Heirman en de winnaars van de
Barbaixprijs kunnen aangekocht worden en een plaats krijgen.
• Aan lokale dichters en winnaars van de Poëzieprijs kan de kans geboden worden hun gedicht
op een openbare plaats te vereeuwigen. Zo wordt de gemeentelijke collectie meer divers en
actueler.
• Op basis van de herdenking van sterfdata van belangrijke kunstenaars en markante figuren
uit de culturele wereld (zie bijlage 13) een keuze maken voor culturele activiteiten of
evenementen per jaar.
Openbaar domein
• De gemeente kan opgedeeld worden op het vlak van speelweefsel in 7 zones die zich elk in
een andere fase bevinden. Er dient een grondige studie te gebeuren welke zones verder
ontwikkeld moeten worden (ook afhankelijk van het aantal gezinnen in die zone), welke
geoptimaliseerd moeten worden of toegankelijk gemaakt moeten worden via trage wegen
en welke speelprikkels in moeilijke zones toch een meerwaarde geven voor gezinnen met
kinderen. Het buiten spelen en het samen buiten komen moet immers gefaciliteerd worden.
• Betere uitrusting huidige open ruimtes om de mensen over generaties heen samen te laten
komen: extra banken en picknicktafels op speelterreinen en aan petanqueterreinen.
Sensibiliseren dat vuilnis niet achtergelaten wordt.
• Rookvrije speel- en sportterreinen.
• Aanleg zilverroutes met om de 250 m een bank om te rusten en oog hebben voor snelheid
op woonerf aan het sociaal huis.
• Inrichting domein ‘Deurle aan de Leie’
o Het advies van Erfgoed Deurle rond het domein, de ‘achtertuin’ van de Pastorie,
moet verder onderzocht worden (oa streekeigen planten, boldersbaan, de site
integreren in de Gust De Smet Wandelroute)
o Een tuin van de pastorie met verpoosmogelijkheden voor jong en oud met
voldoende banken en speelprikkels.
Subsidies
• Bij de subsidies voor culturele verenigingen moeten parameters bepaald worden die zorgen
voor extra betoelaging. Er kan voor gekozen worden om de parameters actieve
kunstbeoefening, communicatie en sociale correctie te laten doorwegen. De deelname aan
de algemene vergadering van de cultuurraad kan een voorwaarde worden voor het
verkrijgen van subsidies en zo de betrokkenheid verhogen. Voor bijzondere activiteiten bv.
van bovenlokale uitstraling of een jubileumjaar kan een apart luik in het subsidiereglement
uitgewerkt worden. Ook het tijdig doorgeven van de programmatie en de lijst van
vrijwilligers kan via subsidies beloond worden.
79
• Het subsidiereglement voor jeugd en jeugdverenigingen herwerken en het initiatief van de
jeugd erin belonen – ze ‘uit hun kot’ laten komen (bv. luik voorzien waarin lokale grote en
kleine initiatieven gedragen en georganiseerd door een kleine groep jongeren een toelage
kunnen krijgen).
• Naast de buurtfeesten verder de sociale cohesie in buurten bevorderen door subsidies te
voorzien voor burgerinitiatieven, zoals bijvoorbeeld buurtfeesten (burgerbudget).
Personeel
• Het aanstellen van een administratief medewerker is wenselijk voor de dienst Vrije Tijd
enerzijds voor de ondersteuning van de organisatie van activiteiten en anderzijds om de
bezetting in de sporthal te verbeteren.
• De vrijwilliger jaarlijks in de bloemetjes zetten tijdens de Dag van de Vrijwilliger. Via de
verenigingen de gegevens van de vrijwilligers opvragen zodat we jaarlijks een attentie of
gadget kunnen bezorgen. Eventueel organiseren verkiezing ‘vrijwilliger van de maand’.
Daarnaast maken we een databank op van vrijwilligers en moeten we voldoende
inhoudelijke steun geven aan de vrijwilligers.
80
81
Welzijn
SWOT
Interne sterktes
Algemeen hulpverlening
• Iedereen die langskomt in het Sociaal Huis met een hulpverleningsvraag wordt snel geholpen
door een maatschappelijk werker of wordt gericht doorverwezen.
• Iedere maatschappelijk werker heeft zijn eigen specialisaties, maar bekijkt elk dossier in zijn
totaliteit.
• Er wordt ruim tijd voorzien door de maatschappelijk werkers voor psychosociale
hulpverlening. Waar de problematiek van de cliënt te complex is, kan er doorverwezen
worden naar een psychologe op basis van de samenwerkingsovereenkomst met OCMW
Gent/Merelbeke. Dit betekent vaak een belangrijke aanvulling voor het
hulpverleningstraject.
• Het sociaal tolken wordt vaak ingezet voor anderstaligen en kan snel online aangevraagd
worden.
Samenwerking
• Ter Venne paalt aan ons eigen woonerf. Er is reeds een samenwerking rond noodplanning
met Ter Venne en onze bewoners zijn vertegenwoordigd op donderdagnamiddag tijdens de
muziekactiviteit.
• Er is een samenwerking met de Nieuwe Brug rond begeleid werk in het Sociaal Huis, in de
sporthal en in de scholen.
• De Lions besteedt de winst van het Kerstdorp aan goede doelen. Het OCMW van Sint-
Martens-Latem krijgt jaarlijks een deel van de winst om op een objectieve manier een extra
te kunnen geven aan diegene die er het meeste nood aan hebben.
• Het Sociaal Verhuurkantoor Leie-Schelde is een samenwerking tussen OCMW Sint-Martens-
Latem, De Pinte, Nazareth, Merelbeke, Melle en Gavere. Eind 2018 beschikt het SVK over 11
woningen op het grondgebied Sint-Martens-Latem. Het is een manier om bescheiden
woningen op ons grondgebied ook te kunnen verhuren aan een kwetsbare doelgroep.
Diensten en animatie woonerf
• De etentjes die georganiseerd worden vanuit het OCMW in de polyvalente zaal lokken veel
bewoners van het woonerf. Het samen eten heeft een positief effect op het welbevinden
van de bewoners.
• Een tiental bewoners verzamelen iedere vooravond in de hal van de polyvalente zaal om te
babbelen en een gezelschapsspel te spelen.
• De mensen die gebruik maken van de diensten krijgen vaak nog een luisterend oor bovenop
( dankzij de poetsmedewerkers van de poetsdienst, de vrijwilligers van de maaltijddienst en
de chauffeurs van de Minder Mobielen centrale). Deze medewerkers en vrijwilligers hebben
ook een belangrijke signaalfunctie.
• We kunnen rekenen op een kleine kern van vrijwilligers die bereid zijn om zich vele uren
per week in te zetten voor de diensten en de animatie op het woonerf.
82
• Mensen komen zich, meer dan op andere diensten, spontaan aanbieden in het OCMW om
vrijwilligerswerk te doen. Ze willen iets doen voor mensen die het minder goed hebben.
• De thuiszorgcoördinator neemt een actieve rol op in het overleg met de diensten thuiszorg,
thuisverpleging en andere private partners.
Woonerf en infrastructuur
• De flats in het seniorenflatgebouw zijn grotendeels gerenoveerd (vloerwerken, verwarming
op gas en nieuwe ramen).
• Er zijn 4 woningen beschikbaar voor noodopvang op het woonerf.
• Het lokaal bestuur heeft binnen zijn patrimonium veel gebouwen waar laagdrempelige
ontmoetingsplaatsen kunnen gecreëerd worden.
Lokaal Opvanginitiatief
• Er is één verantwoordelijke voor het Lokaal Opvanginitiatief (LOI) die ruimte heeft om de
vluchtelingen van kortbij op te volgen. Bij verlof of afwezigheid is er een checklist die een
leidraad is voor de collega. De verantwoordelijke is 24 uur op 24 uur bereikbaar voor de
bewoners van het LOI. Vanaf 2019 krijgt de verantwoordelijke door de afbouw van het LOI
nog meer ruimte om de bewoners op maat te begeleiden.
• Er is een enthousiaste vrijwilliger die homeschooling in het LOI verzorgt.
• De bewoners van het LOI worden af en toe ingezet voor vrijwilligerswerk in het lokaal
bestuur.
Senioren
• Er is een ruim vrijetijdsaanbod voor 65- tot 80-jarigen dankzij de vele verenigingen.
(Bron gemeentemonitor: 87% van de volwassen inwoners vindt er voldoende activiteiten zijn
voor ouderen in de gemeente. 83% zegt voldoende geïnformeerd te zijn over de
activiteiten.).
• De seniorenraad kent en bereikt meer dan 800 personen.
Gezin
• Er is een Lokaal Overleg Kinderopvang waarin we de stem van alle onthaalouders horen. De
vragen en noden worden zo snel mogelijk aan het bestuur doorgespeeld.
• Er is een samenwerking met OCMW De Pinte voor de Organisatie Gezins- en
Groepsopvang, waardoor er steeds een aanbod is voor kinderopvang (Bron OGG).
(Bron gemeentemonitor: 78% van de volwassen inwoners vindt dat er voldoende aanbod
kinderopvang is.
Gezondheid
• Er is een lokaal welzijnsoverleg dat zich toespitst op verschillende gezondheidsthema’s voor
verschillende doelgroepen in samenwerking met Drugpunt en Logo Gezond +.
• Er is een externe defibrillator aan de Sporthal, aan het Seniorenflatgebouw en een mobiele
voor evenementen (die in het gemeentehuis bewaard wordt).
Interne zwaktes
Algemeen hulpverlening
• Het is steeds moeilijker om de, in Sint-Martens-Latem wel kleiner wordende groep,
leefloongerechtigden te activeren. Het gaat om een restgroep voor wie arbeidsactivering
83
zeer moeilijk is. (Bron gemeentemonitor: Het aantal inwoners met een leefloon per 1000
inwoners is +/- 1. Dit is laag ten opzichte van het Vlaamse gewest).
• Doorverwijzen in het kader van arbeidszorg of sociale activering is beperkt door te weinig
samenwerkingen op dat vlak (bijvoorbeeld met Ateljee).
• Er zijn op de gemeente weinig mensen (minder dan 5%) met betalingsmoeilijkheden (bron:
gemeentemonitor). Echter uit meldingen van uithuiszettingen van gerechtsdeurwaarders en
dossiers op de Lokale Adviescommissie Elektriciteit/Gas en water, blijkt dat er nog steeds
inwoners wachten tot er uithuiszetting dreigt of afsluiting van de nutsvoorziening om contact
op te nemen met het OCMW. Er worden een 30-tal gezinnen begeleid via budgetbeheer of
collectieve schuldenregeling.
• Het vrijetijdsleven, meer bepaald deelname aan sportclubs en culturele evenementen (in
eigen gemeente of naburige steden), voor mensen met beperkte financiële middelen is
duur en hierdoor minder toegankelijk.
• Senioren en mensen met betalingsmoeilijkheden zijn vaak onvoldoende op de hoogte op
welke ondersteuning ze aanspraak kunnen maken.
• Het OCMW maakt nog te weinig gebruik van de mogelijkheden van het softwareprogramma
Sierra en andere digitale mogelijkheden voor het bijhouden en bewerken van dossiers.
Samenwerking
• In de overlegstructuren van het Sociaal Verhuurkantoor en de Collectieve Schuldenregeling
zijn enkel de politieke mandatarissen samen met de algemeen directeur vertegenwoordigd.
Dit vraagt een continu overleg tussen de maatschappelijk werkers en de coördinatoren over
de praktische werking.
• Als OCMW worden we soms geconfronteerd met specifieke juridische kwesties. Hiervoor
kunnen we beroep doen op de juriste van de dienst Collectieve Schuldenregeling. Door de
werkdruk op de dienst heeft zich hiervoor echter te weinig ruimte.
• De uitvalsbasis van het Sociaal Verhuurkantoor en Dienst Collectieve is gelegen in het
Sociaal Huis van Nazareth. De permanentie tijdens de zitdag in het Sociaal Huis van Sint-
Martens-Latem is niet altijd verzekerd. Dit staat goede dienstverlening en communicatie
tussen de maatschappelijk werker van het OCMW van Sint-Martens-Latem en van het Sociaal
Verhuurkantoor of de Dienst Collectieve in de weg.
• We maken geen gebruik van de mogelijkheid tot prioritaire toewijs in het Sociaal
Verhuurkantoor.
Diensten en animatie woonerf
• De dienstverlening van het OCMW en activiteiten zijn te weinig gekend bij de inwoners van
de gemeente.
• Voor de diensten en activiteiten zijn we erg afhankelijk van vrijwilligers. Daarnaast kunnen
we vaak te weinig op maat vrijwilligerswerk aanbieden.
• Er maken slechts 15 mensen gebruik van de maaltijddienst van het OCMW (waarvan
enkelen uit het eigen woonerf). Het gaat om een grote tijdsinvestering voor weinig return,
want de mensen moeten nog steeds alleen eten als de maaltijd thuis gebracht wordt.
• Om de maaltijddienst betaalbaar te houden voor de gebruiker boeten we in op kwaliteit.
Wij hebben geen zicht op hoeveel mensen er gebruik maken van andere maaltijddiensten die
duurder zijn en misschien betere kwaliteit leveren (maaltijddiensten van plaatselijke traiteurs
of van mutualiteiten).
• De traiteur voor de maaltijddienst komt van relatief ver voor het leveren van slechts 15
maaltijden (grote ecologische voetafdruk en meer risico op file).
84
• In de poetsdienst aan huis hebben we te weinig impact op productkeuze en materiaalkeuze
voor ergonomisch schoonmaken.
• Het aankopen van elektronische dienstencheques via de digitale weg is niet evident voor
oudere mensen. Ongeveer de helft van de klanten wordt hiervoor ondersteund door de
eigen dienst. We bieden hiervoor geen collectieve module aan om de toepassing te leren
gebruiken, ondanks het bestaan van de tablet- en I-padworkshops van de bibliotheek en de
Latemse Seniorenadviesraad.
• De voorwaarden om beroep te kunnen doen op de Mindermobielencentrale worden
vastgelegd door taxistop. Er is een beperking op het inkomen, waardoor niet iedereen in
aanmerking komt. Sommige inwoners vallen er net van tussen voor wie een taxi bekostigen
niet evident is.
• Door het beperkt aantal vrijwilligers is het toewijzen van ritten van de MMC heel
arbeidsintensief.
• Er is geen eigen aanbod voor aanvragen voor klusjes en tuinonderhoud. Vanuit het Sociaal
Huis wordt er doorverwezen naar het systeem van wijk-werking, maar er zijn op de
gemeente te weinig mensen die in aanmerking komen om als ‘wijk-werker’ aan de slag te
gaan.
Algemene infrastructuur en woonbeleid
• De toegangsdeuren van het Sociaal Huis en van het gemeentehuis zijn niet vlot te openen
voor rolstoel- of rollatorgebruikers.
• De parkeerplaatsen voor minder mobiele personen zijn gering aan het Sociaal Huis en aan
het gemeentehuis.
• De woningen en appartementen voor senioren staan langere tijd leeg omdat ouderen
langer thuis blijven wonen. Het huurbeleid is nog niet volledig aangepast op deze tendens.
Daarnaast vragen senioren ook nog meer aangepaste dienstverlening aan huis.
• De instrumenten om leegstand van woningen te vermijden of tegen te gaan worden te
weinig gebruikt (om zo de woningkwaliteit te verbeteren en eventueel het sociaal
woonaanbod te verhogen).
• Uit de voortgangstoets voor het bindend sociaal objectief blijkt dat we een plan van aanpak
nodig hebben om het objectief nog te halen.
• Een intern overleg ‘wonen’ (met de dienst grondgebiedzaken en de dienst burgerzaken)
ontbreekt. Hier zou de (weliswaar beperkte) problematiek van leegstand en onbewoonbaar-
en ongeschikt verklaring besproken kunnen worden (vooral met het oog om woningkwaliteit
te verbeteren – en dit vaak bij een kwetsbare doelgroep).
Woonerf
• Het seniorenflatgebouw is niet toegankelijk voor minder mobiele personen (te hoge opstap
zowel aan de hoofdingang als de nooddeuren opzij).
• De parkeerdruk is hoog rond het woonerf Priesterage (bewoners met eigen wagen,
personeel, eigen wagenpark, De Droomtuin, Sancta Maria, bezoekers).
• De flats en de woningen op het woonerf vragen een continu onderhoud. Daarenboven is de
aanwezigheid van een klusjesman op het woonerf belangrijk.
• De gemeenschappelijke delen (bureaus, hal, keuken, polyvalente zaal) van het
seniorenflatgebouw zijn te weinig aangepast om nieuwe, verfrissende activiteiten voor de
bewoners op poten te zetten.
• De omgeving van het seniorenflatgebouw en het Sociaal Huis mist groen en attractiviteit.
• De bestaande witte woningen zijn niet meer aangepast aan de huidige woonnormen.
85
Lokaal Opvanginitiatief
• De LOI-woningen zijn huurwoningen en naar energieverbruik onaangepast. In de woningen
is er continu iemand aanwezig en de bewoners verkiezen een naar onze normen relatief
hoge binnentemperatuur.
• Er doen zich weinig betaalbare koopopportuniteiten voor het LOI voor op ons grondgebied
en als zich dat wel voordoet zijn de investeringen om in te zetten op duurzaamheid te groot.
• De bewoners van het LOI wonen niet lang in de woning, waardoor ze zich weinig
verantwoordelijk voelen voor de staat en het onderhoud van de woning.
Senioren
• Het praatcafé van de seniorenraad is gevestigd in de Kunstkroeg. Het vocht in de muren
moet aangepakt worden om verder gebruik door senioren te verantwoorden.
• Het vrijetijdsaanbod specifiek voor 80-plussers is gering en bovendien is hun mobiliteit
beperkt.
• De seniorenraad slaagt er in om een grote groep senioren als lid van de adviesraad en
vrijwilliger voor de activiteiten rond zich te binden. De vertegenwoordigers komen wel uit
een zelfde en dus te enge groep.
• De seniorenraad heeft soms de neiging om maatschappelijk werk over te nemen waar ze
hiaten merken. Een individueel probleem mag echter geen maatstaf zijn.
Gezin
• Activiteiten en infoavonden voor ouders met kleuters, kinderen en pubers trekken in onze
gemeente te weinig publiek, ook al blijkt er wel interesse.
• De onthaalouders kunnen te weinig beroep doen op (vaak verplichte) betaalbare vormingen
dichtbij huis (zoals EHBO, brandblussen).
Gezondheid
• Er is voorlopig geen systeem om mantelzorgers te erkennen voor wat ze doen.
(Bron gemeentemonitor: Er zijn op 1000 65-plussers 59,9 gerechtigden op het zorgbudget
voor zwaar zorgbehoevenden. In de Belfiuscluster zijn dat er 66,9 gerechtigden en in het
Vlaams Gewest 100,8.).
• De gezelschapsdienst wordt gecoördineerd vanuit de Seniorenraad, waardoor het soms
weinig transparant is voor het OCMW.
• De gezelschapsdienst heeft slechts een beperkt aantal vrijwilligers, waardoor de dienst niet
kan uitgebreid worden naar nieuwe potentiële gebruikers.
• Acties met betrekking tot gezondheid worden nog te vaak ad hoc bepaald.
Externe kansen
• Het bestaan van de UIT-pas in Gent.
• Ter Venne is bereid om nog sterker samen te werken (bijvoorbeeld rond kortverblijf, gebruik
cafetaria).
• Er is een uitbreiding mogelijk van de sterke samenwerking met andere OCMW’s.
• De digitale mogelijkheden van de Minder Mobielencentrale voor het doorgeven van ritten
en vinden van de juiste vrijwilliger (app van taxistop en de digitale MMC-toepassing).
86
• De mogelijkheid om door te verwijzen naar Mobar (duurder, maar aangepast
rolstoelvervoer) of het buddysysteem van De Lijn voor minder mobiele personen .
• Uitbouw gemeentelijk openbaar vervoer kan een kans bieden voor korte ritten onder de
kerktoren als alternatief voor MMC.
• Het systeem van taxicheques voor minder mobiele personen (cfr. taxicheques Gent).
• Er is een goede omkadering door Fedasil voor het LOI en de regiocoördinator is erg
bereikbaar.
• Er zijn veel sportverenigingen op de gemeente (50) die de integratie van anderstaligen en
vluchtelingen kan bevorderen (sport als bindmiddel).
• De tewerkstellingsmaatregel artikel 60 kan zorgen voor sterke integratie van erkende
vluchtelingen of leefloongerechtigden.
• Het Huis van het Kind kan ervoor zorgen dat we op nog meer vragen van de onthaalouders
en ouders sneller kunnen ingaan door samen te werken met De Pinte.
Externe bedreigingen
• Er is een beperkt sociaal weefsel in Sint-Martens-Latem.
(Bron gemeentemonitor: 88% van de volwassen inwoners is tevreden over de buurt, maar
slechts 52% zegt veel contact te hebben met andere buurtbewoners.
68% van onze inwoners is het er mee eens dat we moeten zorg dragen voor elkaar, maar
14% geeft aan het hiermee oneens te zijn (ten opzichte van 11% in het Vlaamse gewest)).
• Het aantal 65-plussers en 80-plussers stijgt verder in de toekomst. De verhouding tussen het
aantal 40 tot en met 79-jarigen en het aantal 80-plussers (mantelzorgratio) is in
onevenwicht.
• Er zal via de Vlaamse Sociale Bescherming een persoonsvolgende financiering in de ouderen
-en thuiszorg ingevoerd worden (2023). Vanuit de ervaringen in de gehandicaptenzorg
betreft dit hoofdzakelijk een besparingsmaatregel die de behoeftige niet altijd ten goede
komt.
• De jonge senior die op zoek is naar nieuwe uitdagingen na het beroepsleven, heeft snel een
drukke agenda (opvang kleinkinderen, zorg voor eigen ouders en uitgebreid vrijetijdsleven).
• Actieve vrijwilligers hebben steeds meer aanbod om uit te kiezen (zowel om naar toe te
gaan als om zich als vrijwilliger voor in te zetten), waardoor hun engagement per
vrijwilligerswerk kleiner is.
• Er zijn te weinig bushaltes in Sint-Martens-Latem en dit is nefast voor senioren en minder
mobiele inwoners. Mensen zijn bereid om de bus te nemen als de halte zich binnen de 400
meter bevindt, maar zelfs 400 meter is voor minder mobiele personen niet evident.55
• De verwarmingstoelage schiet zijn doel voorbij. Mensen die er recht zouden op moeten
hebben vallen soms net uit de boot en anderen hebben er recht op terwijl ze er eigenlijk
weinig nood aan hebben.
• Bescheiden wonen in Sint-Martens-Latem wordt een zeldzaamheid, waardoor er ook amper
nog woningen kunnen ingehuurd worden door het Sociaal Verhuurkantoor en de diversiteit
in de gemeente heel beperkt is. (Bron gemeentemonitor: Bij 61% van de huurders bedraagt
de uitgave voor wonen meer dan 30% van het gezinsinkomen).
55 Gemeentemonitor: 32% van de volwassen inwoners vindt dat er onvoldoende openbaar
vervoer in de buurt is.
87
• Steeds vaker kiezen onthaalouders voor groepsopvang en steeds minder voor kinderopvang
in eigen huis. Dit zal mogelijks de vraag naar locaties doen verhogen om het aanbod op onze
gemeente te blijven verzekeren.
Voorstellen Welzijn
Woonerf
• Het seniorenflatgebouw is een degelijk gebouw en de nodige renovatiewerken om te
voldoen aan de huidige woonnormen werden uitgevoerd of staan op de planning. Door
enkele kleine ingrepen kunnen ook de gemeenschappelijke delen op het gelijkvloers
terug maximaal benut worden door de bewoners en voor activiteiten:
o De bureaus, die niet langer als kantoorruimte fungeren, kunnen ingericht
worden als vormingslokaal en als gemeenschappelijke ‘leefruimte’ voor de
bewoners. De bewoners hebben er de mogelijkheid om op bepaalde momenten
een drankje te nuttigen (eventueel via beurtrolsysteem of met een ‘gezonde’
automaat).
o De polyvalente zaal moet opgefrist worden en krijgt een ruim terras met
schaduwrijke onderhoudsvriendelijke tuin.
• Voor de toekomst van het woonerf (meer bepaald de witte woningen) wordt een
projectdossier ingediend via de Vlaamse Bouwmeester. Die zal rekening houden met
het optimaal gebruik van de ruimte en de behoefte. Idealiter worden volgende
elementen mee in overweging genomen:
o Bestaat de mogelijkheid om extra ruimte aan te kopen?
o Een gezonde mix van bemiddelde bewoners en bewoners die behoeftig zijn.
o Gemengd wonen voor jong en oud.
o Bestaande uit kleinere en grotere woonentiteiten.
o Voor iedereen die er baat bij heeft in een omgeving te wonen met hoge sociale
cohesie en meer beschermd wonen door de nabijheid van het Sociaal Huis.
o Een passiefbouw voor het Lokaal Opvanginitiatief op deze site (zie verder).
• Voor het woonbestand van het OCMW willen we nagaan in functie van het behalen van
het sociaal objectief of een gedeeltelijke uitbesteding aan een sociale
huisvestingsmaatschappij aangewezen is en in hoeverre naar aanleiding van de nieuwe
regelgeving enkele woonentiteiten van het OCMW in aanmerking komen voor verhuur in
het kader van SVK.
• Op korte termijn kan een opfrissing van de omgeving rond het Sociaal Huis en
Seniorenflatgebouw een grote meerwaarde betekenen voor de eigen bewoners en die
van WZC Ter Venne, voor de buurt en de wandelaars:
o Er wordt een fietspad aangelegd achter het Sociaal Huis om veiligheidsredenen.
o Enkele speelprikkels op de site zorgen voor spontane ontmoetingen tussen
kinderen en bewoners.
o Op meerdere plaatsen rond het Seniorenflatgebouw is nood aan natuurlijke
schaduwplekken en uitgebouwde terrassen om samen buiten komen te
bevorderen.
o Bij de aanleg wordt rekening gehouden met toegankelijke paden voor minder
mobiele bewoners. Dit zorgt voor laagdrempelige bewegingsmogelijkheden
dichtbij huis.
• Om te zorgen dat de auto minder prominent aanwezig is rond het woonerf moeten
volgende mogelijkheden verder uitgewerkt of onderzocht worden:
88
o Autodelen voor bewoners en personeelsleden
o Groene parking met meerdere parkeerplaatsen voor personen met een
beperking
o Een overdekte fietsstalling met elektrische laadpaal
Samenwerking Ter Venne
We willen streven naar een samenwerkingsovereenkomst met het Woon- zorgcentrum Ter Venne
om mogelijks volgende acties te realiseren:
• Op korte termijn wensen we een samenwerking uit te bouwen met Ter Venne om eens
per week in eerste instantie bewoners en gebruikers van de maaltijddienst samen te
laten eten in de cafetaria van Ter Venne bereid door hun eigen keuken. We willen naast
het aanbieden van gezonde en lokale maaltijden, vereenzaming deels tegengaan, de
mogelijkheid bieden om de maaltijden aan te kopen aan een eerlijke prijs of sociaal tarief
en creëren van laagdrempelige arbeidsmaatregelen (artikel 60 of een uitgebouwde
vrijwilligerswerking).
Idealiter kunnen ook de gebruikers van de maaltijddienst eten op die voorziene
momenten eten in Ter Venne. Aangezien zij vaak minder mobiel zijn en zelf niet meer
met de wagen rijden, kunnen de huidige vrijwilligers van de maaltijddienst ingezet
worden om de mensen op te halen of kan het eigen gemeentelijk vervoer hiervoor
ingezet worden.
• De nabijheid van Ter Venne stimuleert samenwerken bij activiteiten (kerstmarkt,
muzieknamiddagen, sneukelnamiddagen, enzovoort).
• Een tussenkomst in kortverblijf in WZC Ter Venne wordt onderzocht. Deze maatregel zou
er voornamelijk voor moeten zorgen om ademruimte te geven aan mantelzorgers
(respijtzorg biedt de mogelijkheid om de mantelzorgers de zorg van hun zorgvrager even
over te laten nemen).
Vrijetijdspas
We wensen een administratief eenvoudig systeem waarbij mensen die gebruik maken van
gemeentelijke infrastructuur en of deelnemen aan activiteiten van gemeentelijke verenigingen een
verminderd tarief moeten betalen. Dit kan door middel van een eigen vrijetijdspas die gegeven
wordt aan mensen die aanvullende financiële steun krijgen via het OCMW. De vrijetijdspas zou
eventueel ook gegeven kunnen worden aan de bewoners van de Nieuwe Brug. Wij willen een
systeem uitwerken dat niet stigmatiserend of remmend werkt en gaan hiervoor te rade bij
gelijkaardige (kleinere) gemeenten hoe ze daarmee omgaan. Daarnaast willen we kijken of we met
naburige gemeenten (De Pinte, Nazareth) of steden (Gent, Deinze) kunnen samenwerken en onze
inwoners die financieel kwetsbaar zijn ook van hun faciliteiten kunnen genieten. We willen het
sociaal engagement bekomen bij de sport en socio-culturele verenigingen om open te staan voor
mensen in een financieel kwetsbare situatie. Het lokaal bestuur kan hen daarin stimuleren door extra
subsidies voor hun werking te voorzien.
89
(Sociaal) Woonbeleid en energiedienstverlening
Vanuit sociaal oogpunt, wensen we aandacht in het woonbeleid voor:
• De verdere uitbreiding van SVK-woningen op het grondgebied. Dit kan door in sterke
samenwerking met het Sociaal Verhuurkantoor de potentiële verhuurders gericht aan te
spreken rond mogelijkheden verhuur, de voordelen schetsen en hen hiervoor vanuit het
gemeentebestuur aanmoedigen door een extra financiële stimulans.
• Het gemeentelijk sociaal woonbeleid en de bestemming van de eigen woningen afstemmen
op de wachtlijsten van het SVK en de sociaal huisvestingsmaatschappijen.
• Stimuleren van alternatieve vormen van wonen (co-housen, zorgwonen) en zo vermijden
dat mensen in kwetsbare situaties door samen te wonen (zonder partnerrelatie) extra
financieel nadeel ondervinden.
• De verschillende maatschappelijk werkers zullen kwetsbare doelgroepen sensibiliseren rond
energieverbruik (gebruik van de woonmeter, de V-test) en dit in samenwerking met de
milieuambtenaar.
• Door de stijgende energiefacturen moeten we als OCMW een degelijk preventief
energiebeleid hebben en onderzoeken of we naast het CREGfonds (waarbij we achterstallige
rekeningen aanzuiveren van gas en elektriciteit) en het federaal verwarmingsfonds
(gedeeltelijke terugbetaling van stookoliefactureren) een eigen reglement voor uitbetaling
van energiesteun moeten uitwerken.
Lokaal opvang initiatief
• Naast het zoeken naar een permanente woonst is het samen met de bewoner voorzien van
daginvulling op maat prioritair: hobby, (vrijwilligers)werk, cursussen.
• Idealiter wordt bij de herziening van het woonerf voorzien in een passiefbouw voor het LOI.
Dit is een opportuniteit om energiezuinig te kunnen bouwen, voor de integratie in het
algemeen en om de LOI-bewoners nog meer te kunnen inzetten als vrijwilligers op het
woonerf.
• In tussentijd is in de huidige LOI-woningen een grote aanwezigheid, afwisselend van
technische dienst, poetsdienst en de maatschappelijk werker, aangewezen om enerzijds
controle uit te voeren, maar anderzijds ook om aan te sporen om samen werkjes uit te
voeren.
Senioren
• Extra laagdrempelige ontmoetingsplaatsen voor senioren creëren in bestaande of nieuwe
gemeentelijke gebouwen (bib met koffiehoek en kranten, gemeenschappelijke leefruimte in
Huize Elsakker, samenwerking met Ter Venne, losse momenten in de pastorie in Deurle en de
Oase).
• In overleg met de seniorenraad wordt een aanspreekpunt aangesteld (bewoner) die de
bewoners van Ter Venne en het eigen woonerf Priesterage vertegenwoordigt in de
seniorenraad.
• Op publieke terreinen zorgen voor een mix van jong en oud en toevallige ontmoetingen
creëren. Bijvoorbeeld petanqueterreinen aanleggen en rustbanken plaatsen op plekken waar
ook kinderen samenkomen.
• Bij aanpassingen in publieke gebouwen oog hebben voor senioren en minder mobiele
personen.
90
• In de communicatie oog hebben voor senioren en personen met een visuele beperking en
nodige inspanningen doen om de digitale kloof te dichten.
Vrijwilligers
• Wervend ronselen van vrijwilligers door het uitbrengen van een (digitale) brochure voor
vrijwilligers met het eigen aanbod vrijwilligers en mogelijkheid voor vrije suggesties rond
nieuwe activiteiten en dienstverlening.
• Voor elke vrijwilliger willen we een voorstel op maat kunnen aanbieden binnen de sociale
dienst, thuiszorg, dienst vrije tijd of andere diensten van het Lokaal Bestuur (bib en
burgerzaken).
• De vrijwilliger krijgt een medewerker-coach toegewezen bij wie hij/zij terecht kan voor
luisterend oor of intervisiemoment (samen met andere vrijwilligers).
• De vrijwilligers die zich inzetten voor de bewoners (diensten en activiteiten) worden ook
jaarlijks uitgenodigd op één van de etentjes op het woonerf) om hen extra te bedanken.
• Buddy-werking voor cliënten kan verder uitgewerkt worden met vrijwilligers.
• Jaarlijks de samenwerking met de Brug evalueren en kijken waar wij hen en zij ons kunnen
ondersteunen. Het is belangrijk voor de integratie van de bewoners van de Nieuwe Brug dat
ze nauw betrokken zijn in het dorpsleven.
Bekendmaken OCMW-dienstverlening
• Aanwezigheid op evenementen (feest 80-plussers, stand op Kerstdorp) en aanwezigheid op
vergaderingen zoals het welzijnsoverleg om zo het sociaal beleid van de gemeente en de
werking van het OCMW meer kenbaar te maken.
• Klasbezoek aan het sociaal huis (bijvoorbeeld 6de leerjaar).
• Jaarlijks infomoment door maatschappelijk werker aan de seniorenraad over nieuwe
tendensen en eigen dienstverlening.
• Infoschermen (zoals in bib en sporthal) uitbreiden naar de drukbezochte plaatsen
(seniorenflatgebouw, Vierschaar en gemeentehuis) met info van de verenigingen (aan de
hand van de UIT-kalender) en info van de diensten van het Lokaal Bestuur.
Poetsdienst
• Opleidingen organiseren voor de poetsmedewerkers rond ergonomisch werken en gebruik
van milieuvriendelijke en gezonde producten en de klanten van de
Dienstenchequeonderneming sensibiliseren door de opmaak van een gebruikersreglement
en herhalende communicatie.
91
92
93
Onderwijs
SWOT
Interne sterktes
• Openbaar, gemeentelijk onderwijs : Gemeentelijk onderwijs is onderwijs dicht bij de burger
en het staat open voor iedereen. Alle bewoners kennen het schoolbestuur, ze kunnen het
rechtstreeks aanspreken en om de zes jaar verkiezen. Zo goed als iedereen, jong of oud,
heeft iets met onderwijs te maken: als leerling of cursist, als leraar of werknemer, als buur,
als ouder of grootouder …Daarom is een school het kloppende hart van de buurt. Bewoners
van alle leeftijden ontmoeten er elkaar. Jong en oud ontplooit er zijn talenten. Zo groeit een
school uit tot een echte brede school.
• Het onderwijs van steden en gemeenten is een openbare dienst en beantwoordt per
definitie aan de principes van neutraliteit.
o Open voor iedereen
o Met respect voor de Belgische grondwet en Universele Verklaring van de Rechten
van de Mens en van het Kind
o Het democratisch burgerschap versterken
o Verbondenheid stimuleren
o Diversiteit erkennen en respecteren en als meerwaarde benutten
o Lokaal verankerd, open op de wereld en de toekomst
• In 2016 ging de school in programmatie. 3 personen bemannen een directieambt. Daardoor
verhoogt het beleidsvoerend vermogen van de school.( 1 x24/24 + 2 x 12/24)
• Er zijn mooie samenwerkingsinitiatieven tussen diensten van de gemeente en de
gemeenteschool : bezoek aan het gemeentehuis, boekenkoffers, auteurslezingen,
sportdagen, kinderworkshop in het museum Gevaert-Minne, PAD-project,… De school neemt
ook deel aan gemeentelijke initiatieven : Kerstdorp, 11-novemberherdenking, Hoog-
Latemkermis, …
• De school heeft een geactualiseerde website met onder andere linken naar oefenpagina’s
voor de leerlingen, foto’s van evenementen, nieuws en praktische info, contactgegevens, …
Op de facebookpagina communiceren we vooral over de evenementen van de oudercomités
of brengen we verslag van schoolactiviteiten.
• Er is een schoolroutekaart (opgemaakt in 2018) waarop de knelpunten in de directe
schoolomgeving en de schoolroutes zijn aangeduid.
• Alle kleuters die zijn ingeschreven in het gemeentelijk onderwijs komen naar school.
Specifieke initiatieven of opvolging om de kleuterparticipatie te verhogen, zijn niet
noodzakelijk.
• Er zijn geen kinderen problematisch afwezig op de gemeenteschool ( meer dan 30 halve
dagen afwezigheid). Slechts een beperkt aantal kinderen zijn problematisch afwezig ( meer
dan 5 halve dagen). Bij monitoring van de oorzaak blijkt dat afwezigheid door reizen buiten
de vakantieperiodes voor een aantal onwettige afwezigheden zorgt.
• loopbaanbegeleiding : De school bereikt de minimaal gewenste output bij een zo groot
mogelijke groep van lerenden. Alle leerlingen stromen uit met een getuigschrift
basisonderwijs ( 2016-2017). Bij de brede evaluatie op het einde van het zesde leerjaar,
tonen de alle-talenten-toetsen ( OVSG) aan dat de eindtermen met glans worden bereikt. De
94
resultaten van de praktische en theoretische proeven liggen +/- 10% boven het Vlaams
gemiddelde.
• Kwaliteitszorg : Er is een uitgewerkt outputdossier om het beleidsvoerend vermogen van de
school te verhogen. De school evalueert haar werking cyclisch, systematisch en betrouwbaar
vanuit resultaten en effecten bij de lerenden.
• Ouderbetrokkenheid : 2 oudercomités organiseren ontmoetingsactiviteiten. De inkomsten
van deze acties gaan naar materialen voor de klassen, extra-murosinitiatieven, …
• Bewoonbaarheid, veiligheid, hygiëne :
o Jaarlijks gebeuren externe controles voor de brandblusapparaten, speeltuigen,
brandhaspels, werkomgeving, elektriciteit, … Er is een interne en externe
preventieadviseur.
o 6 teamleden volgden de opleiding tot gebrevetteerd hulverlener.
• Onderwijskundige processen ( 2012 – 2018 ):
o Muzische vorming : leerplanstudie, opbouw lessen, doelenbewaking, evaluatie
o Brede evaluatie : feedback, rapportering, kindcontacten, evaluatiekoffers, ..
o Zorg op school - leerlingenbegeleiding : met aandacht voor het zorgcontinuüm,
pestactieplan, nieuwe didactische werkvormen ( pre-teaching, co-teaching, team-
teaching ), kleuterobservatiesysteem, …
o Iomniwize : implementatie van het softwarepakket in functie van de klasagenda van
de leerkrachten ( met doelenrapportage) , de rapporten van de leerlingen, de
leerlingvolgdossiers, de communicatie met ouders, de registratie van de
aanwezigheden.
o Verticale doorstroom in het kleuteronderwijs, kalenderfiches, hoekenfiches
o Vernieuwing taalmethode : Verrekijker.
o ICT : vernieuwing website, implementatie digiborden en iPads, leerlijnen binnen de
leergebiedoverschrijdende eindtermen afspreken.
o ROK-kader : minimale kwaliteitsverwachtingen van de overheid concretiseren.
Interne zwaktes
• De meeste leerlingen komen met de auto naar school. Er is geen schoolvervoerplan. De
verkeersveiligheid in de schoolomgeving is een aandachtspunt. Verhoogde aandacht voor de
ruimtelijke inrichting aan de scholen zodat ze vlot en veilig bereikbaar zijn, is noodzakelijk.
• Ruimte :
o In de gemeentelijke Basisschool, Burgemeesterstraat worden de gebouwen gedeeld
met een filiaal van de stedelijke academie voor woord en muziek
o In de gemeentelijke kleuterschool, Twee Dreven is er geen ruimte uitgerust om
kleuterturnen te organiseren. Tweemaal per week worden de kleuters heen en weer
gebracht naar de kleuterturnzaal in de Burgemeesterstraat
o In de gemeentelijke Basisschool, Dorpsstraat Deurle, zijn geen
uitbreidingsmogelijkheden. Er is geen kleuterturnzaal en geen sportinfrastructuur
voor de leerlingen van het lager. Alle leerlingen en kleuters gaan tweemaal per week
met de bus naar de sporthal van St-Martens-Latem en de speelzaal in de
Burgemeesterstraat. In de school in Deurle zijn is de buitenspeelplaats voor de
kleuters en de leerlingen klein. Parking wordt ingenomen als ‘rustige speelplaats’. Af
en toe houden klassen hun speelmoment in het gemeentebos of op de boomgaard
• Bewoonbaarheid, veiligheid, hygiëne :
o Staat van de gebouwen in de Burgemeesterstraat
95
o Wekelijks onderhoud van de gebouwen in de Burgemeesterstraat : optimaliseren
door te werken met een externe poetsfirma levert nog niet de gewenste resultaten
op.
o Er zijn voortdurend herstellingen aan speelterreinen en lokalen in de 3 scholen. Op
de reparaties is het vaak te lang wachten.
o Energie
▪ Verlichting : geen sensoren, geen LED, ..
▪ Klimaat : klassen te koud/te warm, ramen, deuren, isolatie, … niet volgens de
normen.
o Er is geen sleutelplan
o Er zijn geen/weinig aanpassingen aan de schoolgebouwen om de toegankelijkheid
van de scholen te verhogen. (fysieke redenen)
• Levenslang leren :
o Begeleiding van onderhoudspersoneel, kansen bieden tot professionaliseren.
o Niet alle personeelsleden staan open voor een professionaliseringstraject. Ook de
omkadering biedt weinig mogelijkheden om dit te kunnen organiseren. Vervanging
van leerkrachten op opleiding kan moeilijk gerealiseerd worden.
Externe kansen
• Scholengemeenschap De PlaNeTen ( samenwerkingsovereenkomst met GS Landegem, GS
Nevele, GBS De Pinte, BuBao Ten Dries ):
o Samenleggen van stimulipunten voor het aanstellen in beleidsondersteunende
ambten.
o Delen/centraliseren van materialen, plannen, projecten, opdrachten kan bijdragen
tot de taaklastvermindering van het eigen beleidsteam.
o Professionaliseren van teams op grotere schaal organiseren.
o Coördinerend directeur volgt onderwijswetgeving op om daarna te vertalen naar de
directies van de scholengemeenschap.
• Politie actief inzetten inzake de veiligheid aan de schoolpoorten. Sensibiliseringscampagnes
vanuit de overheid voor stappen en trappen.
• Agodi : subsidiëring van scholenbouw.
• Nieuwbouw school in de Burgemeesterstraat kan een herbekijken van de capaciteit met zich
meebrengen.
• Poetsfirma staat in voor het onderhoud van de lokalen, inclusief de aanwerving, coaching
van het personeel en de aankoop van de producten.
• Bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne.
Externe preventieadviseur maakt in overleg een globaal preventieplan op. Er wordt een
doeltreffend beleid gevoerd op vlak van volgende processen :
o Elektriciteit
o Gebouwen en onderhoud
o Noodplanning
o Ongevallen en hulpverlening
o Onthaal, aankoop en controle arbeidsmiddelen
o Producten met gevaarlijke eigenschappen
o Valgevaar en toegankelijkheid
o Verwarming
96
o Voedselveiligheid
Externe bedreigingen
• M-decreet : de school staat achter de doelstellingen die de overheid met het M-decreet wil
bereiken rond inclusie, maar de school is weinig voorbereid om het stijgend aantal kinderen
met specifieke onderwijsbehoeften te begeleiden. De klasgroepen zijn groot, de expertise op
vlak van leerstoornissen, redelijke aanpassingen en specifieke noden is moeizaam binnen te
halen.
• Instroom van leerlingen : de capaciteit wordt benaderd.
• De gemeente biedt deeltijds kunstonderwijs aan in de gebouwen van de gemeentelijke
basisschool in de Burgemeesterstraat.
• Innovatie, 21e eeuwse vaardigheden, communicatietechnologieën, … : de veelheid van
vernieuwingen in de wereld hebben een zeer grote invloed op de rol van de leraar. De
veranderingen op informatie- en communicatietechnologieën vraagt voortdurende
investeringen ( financieel en professioneel) Het aantal uur omkadering, voorzien door de
overheid, is niet toereikend om dit up-to-date te houden.
• Er is groeiende vraag naar kwalitatieve opvang op school. Blijft dit organiseerbaar en
uitvoerbaar voor de school ? Behoort dit tot de kerntaak van de onderwijsinstelling ? Er gaat
veel beleidstijd verloren aan het organiseren van deze voorziening; tijd die door de overheid
bestemd is voor pedagogische taken.
• Er is een hoge maatschappelijke druk op vlak van de opvoedingstaak van het onderwijs. De
rol van de ouders verschuift richting de school.
• Regierol van het gemeentebestuur binnen het flankerend onderwijs. Het gemeentebestuur
biedt grote financiële ondersteuning aan alle scholen op het grondgebied.
• Het nieuwe inschrijvingsdecreet : autonomie van inschrijven gaat verloren door digitaal
aanmeldingssysteem.
Voorstellen Onderwijs
Optimaal patrimoniumbeheer
• Nieuwbouw in de Burgemeesterstraat. Een conditiescoremeting kan duidelijkheid brengen in
de te zetten stappen en het beheer op lange termijn van deze site.
• Structureel onderhoud door de technische dienst, aangestuurd door de dienst
grondgebiedzaken
IT-plan
• Een goed uitgebouwd vervangbeleid moet voor een voortdurend comfort zorgen bij de
werknemers en de leerlingen.
• Een uitbreiding van de omkadering voor de technische aspecten.
Levenslang leren
• Actuele didactische middelen aanwenden die zorgen voor een passend, actief en
samenhangend onderwijsaanbod vanuit een positief en stimulerend school- en klasklimaat.
bijv : kiezen voor recent herwerkte methodes voor taal, wiskunde, wo en frans rekening
houdende met onze instroom van leerlingen. Afwegen welke devices een meerwaarde zijn
voor het leerproces(ipad, laptop, programmeermogelijkheden, …).
• Professionaliseringsinitiatieven
97
o Het ontwikkelen van de kennis en vaardigheden bij de teamleden om de
organisatiedoelen te bereiken ( professionele leergemeenschap = de school ademt
leren van iedereen)
o Bevorderen van het engagement en het doorzettingsvermogen bij de teamleden om
deze doelen na te streven. ( intellectuele stimulans)
o Een evenwicht vinden in het nemen van beleidsinitiatieven en de draagkracht van de
leerkrachten. Krachtig, eigentijds onderwijs werkbaar en haalbaar houden voor
leerkrachten.
De visie op het gemeentelijk onderwijs actualiseren
• Met het team het pedagogisch project en de schoolvisie actualiseren. Een grote
gedragenheid van alle actoren kan tot meer kwaliteitsvol onderwijs leiden.