Oefenbundel A2 - NLtraining...Je geeft een presentatie over het buurthuis. 1. Vertel wie je bent. 2....

Eigendom NLeducatie, versie februari 2021 1

Oefenbundel A2

Naam cursist: ………………………………………………………………

Oefenen met de examenonderdelen:

Spreken, gesprekken, lezen, schrijven, luisteren


Onderdeel gesprekken

Let op: Bij het echte examen Gesprekken kunt u de vragen niet voorbereiden. U weet alleen de onderwerpen, die krijgt u 15 minuten voor het examen begint. Het examen Spreken duurt samen met Gesprekken 30 tot 45 minuten.


Gesprekken

Antwoord geven op vragen over uzelf. Oefen de vragen in een rollenspel.

1. Hoe gaat het vandaag met u?

2. Wat hebt u vanochtend gedaan?

3. Staat u ’s ochtends liever vroeg op, of liever laat? Waarom?

Hoe laat staat u graag op in de ochtend?

Hoe laat komt u in de ochtend het liefst uit bed?

4. Wat heeft u voor ontbijt gehad? Was het lekker?

Welk ontbijt heeft u gegeten?

Wat heeft u vanochtend gegeten?

5. Wat drinkt u het liefst bij uw ontbijt?

6. Wat gaat u verder nog doen vandaag?

Wat gaat u hierna doen?

Wat gaat u straks doen?

7. Wat zou u het liefst willen doen in het weekend? En wat nog meer?

Wat wilt u graag doen als het weekend is?

8. Hebt u een grote familie? Hoe vindt u dat?

9. Houdt u van kinderen?

10. Wat vindt u (niet) leuk aan kinderen?

11. Heeft u veel vrienden in Nederland?

12. Hoe kent u uw vrienden?

Waar heeft u uw vrienden voor het eerst ontmoet?

Waar heeft u uw vrienden leren kennen?

13. Gaat u graag op bezoek bij vrienden? Wat doet u dan?

14. Hebt u huisdieren? Waarom (niet)?

15. Hoe vindt u het om Nederlands te spreken?

Wat vindt u van Nederlands praten?

16. Met wie spreekt u Nederlands? Waar praat u dan meestal over?

17. Zou u vaker Nederlands willen spreken? Waarom?

18. Welke talen spreekt u nog meer? Met wie spreekt u die talen?

Welke talen kunt u verder spreken?

U spreekt Nederlands. Welke andere taal kunt u spreken?


Antwoord geven op vragen over wonen. Oefen de vragen in een rollenspel.

1. Waar woont u nu?

2. Hoe ziet uw huis eruit? Vindt u het mooi?

3. Met wie woont u daar?

4. Vindt u het een fijn huis, of wilt u liever in een ander huis wonen? Waarom?

5. Hoeveel kamers heeft uw huis?

6. Beschrijf uw woonkamer.

Hoe ziet uw woonkamer eruit?

7. Is de straat waar u woont druk of rustig? Wat vindt u daarvan?

Is er veel lawaai in uw straat?

Zijn er veel mensen en auto’s in de straat?

8. Wat vindt u van de mensen die in uw straat wonen? Waarom?

Wat vindt u (niet) leuk aan de mensen in uw straat?

9. Praat u weleens Nederlands met de mensen uit uw straat?

10. Kent u uw buren? Vertel ook hoe vaak u ze spreekt.

Praat u soms met uw buren? Hoe vaak?

11. Waar doet u boodschappen? Vertel ook waarom u daar boodschappen doet.

12. Zijn er veel winkels in de buurt? Wat voor winkels?

Zijn er veel winkels dichtbij uw huis?


Antwoord geven op vragen over vrije tijd. Oefen de vragen in een rollenspel.

1. Wat doet u graag in uw vrije tijd?

2. Vindt u het leuk om te koken? Waarom (niet)?

3. Vindt u het fijn om uit eten te gaan? Waarom (niet)?

4. Houdt u meer van de lente, of meer van de zomer. Waarom?

5. Gaat u op vakantie? Waar naartoe?

Ja: Hoe gaat u daar naartoe?

Gaat u met de auto, trein, vliegtuig, bus of boot?

Ja: Hoe lang bent u dan onderweg?

Hoe lang moet u reizen?

Ja: Wat gaat u daar doen?

Nee: Bent u vroeger op vakantie geweest?

Ja: Hoe ging u daar naartoe? Hoe lang was u onderweg?

Ja: Wat heeft u daar gedaan?

6. Wandelt u weleens?

Ja: Waar wandelt u graag? Wanneer doet u dat?

Nee: Waarom niet?

7. Wat vindt u fijn om te doen als het zomer is? Hoe vaak doet u dat?

8. Kunt u zwemmen?

Ja: Waar doet u dat?

Ja: Zwemt u graag in de zee? Waarom (niet)?

Nee: Wilt u leren zwemmen? Waarom (niet)?

9. Bent u weleens naar het strand geweest?

Ja: Hoe vond u dat?

Wat vond u (niet) leuk?

10. Wat vindt u van de winter?

Wat vindt u (niet) fijn aan de winter?

11. Wat doet u het liefst in de winter?

12. Kunt u schaatsen?

Ja: Hoe vaak doet u dat?


Ja: Waar hebt u dat geleerd?

Nee: Zou u dat willen leren? Waarom (niet)?

13. Wat doet u als het regent?

14. Is het weer in Nederland anders dan in uw geboorteland? Leg uit wat er anders is.

15. Welke kleren draagt u als het koud is?

16. Hebt u een favoriete kleur? Welke kleur is dat?

17. Welke kleur hebben uw kleren vandaag?

18. Gebruikt u de telefoon vaak? Waarom?

19. Gebruikt u het internet vaak? Waarvoor gebruikt u het?

20. Welk feest vierde u het liefst in uw geboorteland? Hoe deed u dat?

21. Houdt u meer van eten uit Nederland, of van eten uit uw geboorteland? Waarom?

22. Houdt u van Nederlandse muziek?

Ja: Welke Nederlandse muziek kent u? Legt uit wat u mooi vindt.

Nee: Welke muziek vindt u wel mooi? Legt uit waarom.

23. Welke taal vindt u het mooist? Waarom?

24. Welk land vindt u mooier? Nederland of uw geboorteland? Waarom?


Antwoord geven op vragen over werk, opleiding en

vervoer. Oefen de vragen in een rollenspel.

1. Hebt u werk?

Ja: Wat voor werk doet u? Leg uit wat u doet op uw werk.

Ja: Werkt u alleen, of werkt u samen met mensen? Wat vindt u daarvan?

Ja: Hoe lang doet u dat werk al?

Nee: Wat doet u meestal overdag?

Wat doet u normaal in de middag?

Nee: Zou u vrijwilligerswerk willen doen? Wat wilt u doen?

Wilt u vrijwilligerswerk doen?

Nee: Wat voor werk vindt u leuk?

2. Hebt u een opleiding gedaan?

Ja: Vertel eens iets over uw opleiding.

Nee: Zou u een opleiding willen doen? Waarom?

3. Wat kunt u goed?

4. Wat kunt u minder goed?

5. Wat wilt u beter kunnen?

6. Bent u vroeger naar school geweest?

Ja: Wat leerde u daar?

Ja: Hoe ging u naar school?

Ja: Wat vond u van de leraren? / Wat vond u van de docenten?

Nee: Wat deed u vroeger overdag?

Wat deed u in de ochtend/middag?

Nee: Wat deed u vroeger in de avond?

6. Gaat u weleens met de bus? Waarheen?

7. Gaat u weleens met de trein? Waarheen?

8. Hebt u een rijbewijs?

Ja: Waarheen rijdt u met de auto?


Onderdeel spreken

Let op: Bij het echte examen Spreken krijgt u 3 opdrachten. U mag zich per opdracht 5 minuten voorbereiden. Het examen Spreken duurt samen met Gesprekken 30 tot 45 minuten.


Opdracht 1. Favoriete plek Schrijf de antwoorden eerst voor jezelf op.

Vertel het daarna aan een andere cursist.

Je vertelt aan de klas over je favoriete plek.

1. Vertel over de plek waar je het liefst komt.

2. Vertel waar die plek is.

3. Vertel waarom je daar graag komt. Noem minimaal 2 redenen.

4. Vertel wat je daar kan doen. Noem minimaal 2 dingen.

5. Vertel waarom je vindt dat de andere cursisten ook daarheen moeten gaan.

Je mag de informatie zelf verzinnen.

Aantekeningen


Opdracht 2. Het buurthuis Schrijf de antwoorden eerst voor jezelf op.


Je komt elke week bij het buurthuis in jouw wijk. Het buurthuis organiseert cursussen en

activiteiten voor de mensen uit de buurt. Er is vandaag een open dag in het buurthuis. Veel

mensen uit je wijk komen kijken in het buurthuis. Je geeft een presentatie over het

buurthuis.

1. Vertel wie je bent.

2. Vertel hoe vaak je naar het buurthuis gaat en wat je daar doet.

3. Noem minimaal 2 cursussen die je kan volgen in het buurthuis.

4. Noem minimaal 2 andere activiteiten die het buurthuis organiseert.

5. Leg uit waarom dit buurthuis zo gezellig is. Noem minimaal 2 redenen.


Aantekeningen


Opdracht 3. Feest op het werk Schrijf de antwoorden eerst voor jezelf op.


Je organiseert samen met een collega een feest voor alle collega’s. Jullie bespreken wat jullie

nog allemaal moeten doen voor het feest. Jij vertelt over jouw ideeën aan jouw collega.

1. Zeg wat volgens jou een goede datum is voor het feest. Zeg ook hoe laat het feest

moet beginnen en eindigen.

2. Noem minimaal 2 dingen die jullie op het feest kunnen doen.

3. Noem minimaal 2 dingen die jij wilt doen voor de voorbereiding van het feest.

4. Noem minimaal 2 dingen die jullie na het feest moeten doen.


Aantekeningen


Opdracht 4. Sollicitatie Schrijf de antwoorden eerst voor jezelf op.


Je solliciteert bij de Albert Heijn. Je hebt een gesprek met de manager. Je moet wat dingen

over jezelf vertellen. Je hebt al ervaring met dit werk, want je hebt bij een andere

supermarkt gewerkt.


2. Vertel waarom je bij deze supermarkt wil werken. Noem minimaal 2 redenen.

3. Zeg dat je ervaring hebt en vertel over je ervaring.

4. Zeg op welke dagen je graag wilt werken. Noem 3 dagen.


Aantekeningen


Opdracht 5. Vakantie Schrijf de antwoorden eerst voor jezelf op.


Het is bijna zomervakantie. Je gaat lekker op vakantie. Je praat met een vriend(in). Vertel

aan jouw vriend(in) over jouw vakantie.

1. Vertel waar je heen gaat.

2. Zeg hoe lang je op vakantie gaat en met wie je gaat.

3. Zeg waarom je naar dit land gaat. Noem minimaal 2 redenen.

4. Vertel wat je gaat doen in het vakantieland. Noem minimaal 2 dingen.


Aantekeningen


Opdracht 6. Boodschappen Schrijf de antwoorden eerst voor jezelf op.


Je doet mee aan een onderzoek van een supermarkt. De supermarkt wil graag weten waar jij

boodschappen doet. Je praat tegen een medewerker van de supermarkt.

1. Vertel bij welke supermarkt jij meestal boodschappen doet.

2. Vertel ook waarom je naar deze supermarkt gaat. Noem minimaal 2 redenen.

3. Vertel wanneer je meestal boodschappen doet.

4. Noem 3 dingen die je vaak koopt.

5. Noem 2 dingen die je nooit koopt.


Aantekeningen


Opdracht 7. Bibliotheek Schrijf de antwoorden eerst voor jezelf op.


Je gaat graag naar de bibliotheek in jouw wijk. De bibliotheek moet nu misschien weg van de

gemeente. Je bent het hier niet mee eens. De gemeente heeft een bijeenkomst

georganiseerd, zodat mensen kunnen vertellen wat zij vinden. Je geeft een korte presentatie

over de bibliotheek.


2. Vertel hoe vaak je naar de bibliotheek gaat.

3. Vertel wat je in de bibliotheek doet. Noem minimaal 2 dingen.

4. Zeg wat je het leukst vindt aan de bibliotheek. Zeg ook waarom je dat zo leuk vindt.

5. Leg uit waarom het belangrijk is dat de bibliotheek blijft. Noem minimaal 2 redenen.


Aantekeningen


Opdracht 8. Een nieuw huis Schrijf de antwoorden eerst voor jezelf op.


Je gaat binnenkort verhuizen. Je bent heel blij met je nieuwe huis. Je praat met een

vriend(in) over je nieuwe huis. Vertel hem/haar hoe je huis is.

1. Vertel wanneer je gaat verhuizen en waar je gaat wonen.

2. Beschrijf hoe je huis eruit ziet. Noem minimaal 3 dingen.

3. Vertel of je een tuin of balkon hebt.

4. Vertel hoeveel huur je moet betalen.

5. Zeg waarom je zo blij bent met dit huis. Noem minimaal 2 dingen.


Aantekeningen


Opdracht 9. Werken in de zorg Schrijf de antwoorden eerst voor jezelf op.


Je werkt in een bejaardentehuis. Je helpt dus oude mensen. Je geeft een presentatie over je

werk aan studenten die de zorgopleiding doen aan het ROC. De studenten willen graag meer

weten over het werk.

1. Vertel wie je bent en waar je werkt.

2. Vertel wat je allemaal doet op een werkdag. Noem minimaal 3 dingen.

3. Vertel wat je leuk vindt aan het werk. Noem minimaal 2 dingen.

4. Vertel ook wat je moeilijk vindt aan het werk. Noem minimaal 2 dingen.


Aantekeningen


Opdracht 10. Dagje uit met vrienden Schrijf de antwoorden eerst voor jezelf op.


Je wilt met wat vrienden een dagje weggaan. Je hebt een goed idee. Je praat met je

vrienden.

1. Vertel wat jouw idee is.

2. Zeg waarom dit een goed idee is. Noem 2 redenen.

3. Noem een datum en tijd waarop jullie kunnen gaan.

4. Noem 3 dingen die jullie moeten doen voor de voorbereiding van het uitje.


Aantekeningen


Opdracht 11. Internet Schrijf de antwoorden eerst voor jezelf op.


Je internet werkt niet meer. Je belt met je provider (=internetbedrijf). Je krijgt het antwoord-

apparaat en je spreekt een bericht in.

1. Zeg wie je bent en waarom je belt.

2. Zeg dat je het internet snel nodig hebt.

3. Leg uit waarom het internet belangrijk voor je is. Noem minimaal 3 redenen.

4. Noem een datum en tijd waarop een monteur langs kan komen.


Aantekeningen


Opdracht 12. Club Schrijf de antwoorden eerst voor jezelf op.


Je bent lid van een club voor mensen uit jouw stad. De club is bedoeld om samen leuke

activiteiten te doen. Jullie gaan 2 keer per maand iets leuks of interessants doen. Jullie

hebben nog niet veel leden, dus jullie organiseren een open dag in jullie clubhuis. Jij houdt

een presentatie voor de gasten.

1. Vertel wie je bent en hoe lang je al lid bent van de club.

2. Vertel wat voor activiteiten jij al met de club hebt gedaan. Noem 3 dingen.

3. Leg uit waarom mensen lid moeten worden van de club. Noem 2 dingen.

4. Vertel hoe mensen lid kunnen worden.


Aantekeningen


Opdracht 13. Het openbaar vervoer Schrijf de antwoorden eerst voor jezelf op.


De gemeente doet onderzoek naar het openbaar vervoer in jouw stad/dorp. Jij doet mee

aan het onderzoek. Je praat met een medewerker van de gemeente.

1. Vertel hoe lang je al in jouw stad /dorp woont.

2. Vertel hoe vaak je met de bus of de tram gaat en vertel waar je dan meestal heen

gaat.

3. Noem 2 dingen die je goed vindt aan het openbaar vervoer in jouw stad/dorp.

4. Noem 2 dingen die je niet goed vindt aan het openbaar vervoer in jouw stad/dorp.


Aantekeningen


Onderdeel Lezen

Let op: Het echte examen Lezen heeft 20 vragen. Er worden 2 of 3 vragen gesteld per tekst. U krijgt 50 minuten de tijd voor het examen. U moet minstens 16 antwoorden goed hebben om te slagen voor het examen Lezen.


Oefentoets 1

Je hebt je hand verbrand. Je leest wat je kan doen. Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

Brandwond? Water! Wat doe je als je je verbrand hebt?

1. Koel de brandwond voor minstens 10 minuten!

2. Koel met lauw, stromend water!

3. Voorkom onderkoeling; koel alleen de wond!

4. Verwijder alleen de kleding die niet aan de wond kleeft!

5. Waarschuw een arts bij een ernstige brandwond!

6. Smeer niets op de wond!

1. Wat moet je als eerste doen bij een brandwond?

a. De dokter bellen

b. Kleding verwijderen

c. Koelen met water

2. Wanneer moet je een arts bellen?

a. Bij elke brandwond

b. Bij een erge brandwond

c. Dat is niet nodig.


De vriendin van Maria is bijna jarig. Maria krijgt een e-mail. Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

Uitnodiging verjaardag

_______________________________________________________________________________________________________________ Hallo allemaal,

Op donderdag 31 mei word ik 30 jaar. Ik moet dan werken. Zaterdag ben ik vrij. Daarom

vier ik mijn verjaardag op zaterdag 2 juni. Ik wil jullie allemaal uitnodigen om op mijn feest

te komen.

Hieronder staat alle informatie die jullie nodig hebben. Ik hoop dat jullie kunnen komen.

Wat gaan we doen?

Jullie zijn welkom vanaf 15:00 uur om koffie te komen drinken en taart te eten. Ik ga de

taart zelf bakken. Als het mooi weer is gaan we een wandeling maken in het park. Als het

regent, bedenken we iets anders. Om 18:00 uur ga ik koken. Wil je mee-eten? Stuur me

dan een e-mail. Dan weet ik hoeveel eten ik moet kopen. Na het eten gaan we een film te

kijken bij mij thuis.

Hoe kom je bij mijn huis?

- Mijn adres is Kooilaan 6.

- Je kan hier makkelijk komen met bus 30.

- De bus vertrekt elke 10 minuten vanaf het centraal station.

- Je moet 15 minuten in de bus blijven zitten en dan uitstappen bij de bushalte

‘Zwaluwstraat’.

- Vanaf de bushalte is het 5 minuten lopen naar mijn huis.

Kan je mijn huis niet vinden? Of is er een ander probleem?

Dan kan je mij bellen op 06-39481794.

Het einde van het feest

In de avond kunnen jullie ook terug naar het station met de bus. De laatste bus gaat om

23:00 uur ’s avonds. Jullie mogen ook blijven slapen. Ik heb genoeg bedden en kussens,

maar niet genoeg dekens. Jullie hoeven dus alleen een deken mee te nemen. Ik heb ook

genoeg lakens voor iedereen.

Ik hoop dat jullie allemaal kunnen komen!

Groetjes,

Nadia


3. Maria wil graag mee-eten. Wat moet ze doen?

a. Een e-mail sturen

b. Niks

c. Bellen

d. Zelf eten meenemen

4. Als het regent, gaan Nadia en haar vrienden binnen een spel spelen.

a. Waar

b. Niet waar

c. Dat staat niet in de tekst

5. Het is 21:00 uur. Maria wil met de bus terug naar het station. Kan dat?

a. Ja

b. Nee


Hassan reist graag met de trein. Hij ziet een advertentie op internet. Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

Voordelig reizen met de trein Aanbiedingen!

De leukste en goedkoopste uitjes met de trein.

1. Dagje naar Dierentuin Emmen

Houdt u ook zo van dieren? Ga dan een dagje naar Dierentuin Emmen.

Met de trein heen en weer kost nu maar 10 euro!

Let op: u kunt alleen in het weekend gebruik maken van deze aanbieding.

2. Weekend Maastricht

Zin om een weekend naar Maastricht te gaan? Ga heen en terug met de trein!

Een retour ticket kost maar 25 euro!

3. Stedentrip Parijs

Gaat u liever een week naar Parijs? Ga dan met de Thalys!

Deze trein is het snelste van Europa, en brengt u vanaf Amsterdam binnen 3 uur naar Parijs.

Heen en terug kost doordeweeks nu maar 70 euro! In het weekend betaalt u 90 euro.

6. Kijk naar de titel van de tekst. Wat betekent: ‘Voordelig’?

a. Speciaal

b. Goedkoop

c. Snel

7. Hassan wil op woensdag naar de dierentuin in Emmen. Krijgt hij korting op de

treinreis?

a. Ja, een kaartje kost maar 10 euro

b. Ja, u kunt gratis heen en weer met de trein

c. Nee, u moet de normale prijs betalen

d. Nee, u kunt nooit met korting reizen

8. Hassan wil van maandag tot vrijdag naar Parijs. Hoeveel moet hij betalen voor zijn

treinkaartje?

a. 90 euro

b. 25 euro


c. 70 euro

In de krant staat een vacature. Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

VACATURE. Horecamedewerker in het Grand Café van Keukenhof 2018!

Werk jij graag met mensen en ben je netjes? Dan is deze vacature misschien wel iets voor jou! Voor

het Grand Café zijn wij op zoek naar ervaren horecamedewerkers.

Keukenhof is het mooiste lentepark van de wereld. Elk jaar komen er meer dan een miljoen

bezoekers om naar alle mooie bloemen te kijken.

WAT GA JE DOEN?

- Je werkt achter de bar

- Je brengt de drankjes en het eten naar de gasten

- Je neemt bestellingen van gasten op

- Je helpt mee bij feesten

WAT ZIJN DE EISEN?

- Je kan werken van 22 maart tot en met 13 mei.

- Je kan minstens 3 dagen per week werken.

- Je bent flexibel.

- Je bent minimaal 18 jaar oud.

- Je hebt minimaal 1 jaar ervaring in de horeca. Je kan met 3 borden lopen.

- Je kan goed samenwerken.

- Je spreekt goed Nederlands.

WAAROM WIL JE DEZE BAAN?

- Je werkt op een leuke en mooie plek.

- Je leert veel nieuwe collega’s kennen.

- Je werkt in een gezellig team.

- Je krijgt een goed salaris van € 10,19 per uur

Wil je graag komen werken in het Grand Café? Twijfel dan niet en solliciteer meteen! Dit doe je door

een e-mail te sturen.

Voldoe je niet aan alle eisen, maar wil je wel graag deze baan? Bel dan naar meneer

J. Pieters 021-9292213. Dan bespreken jullie samen of je toch bij ons kunt komen werken.

Voor vragen over de vacature kan je ook bellen naar meneer J. Pieters.

Contact Hospitality - Events

[email protected]

Grand Café Keukenhof, Lisse

021-1313347

mailto:[email protected]


9. U wilt graag werken bij het Grand Café. U heeft

veel horeca-ervaring, maar u kunt pas werken

vanaf 30 maart. Wat kunt u het beste doen?

a. een e-mail sturen

b. niet solliciteren

c. bellen

d. een brief schrijven

10. Wat moet u kunnen om bij het Grand Café te mogen werken?

a. drankjes maken, feesten organiseren, achter de bar staan

b. veel mensen ontmoeten, gezellig zijn, het park mooi maken

c. samenwerken, met 3 borden lopen, goed Nederlands spreken

11. Er solliciteren 3 mensen op de vacature.

- Piet is 17 jaar. Hij heeft 1 jaar horeca-ervaring. Hij is heel netjes. Hij spreekt

goed Nederlands.

- Ali is 30 jaar. Hij heeft een rijbewijs. Hij heeft 3 jaar horeca-ervaring. Hij

spreekt niet zo goed Nederlands.

- Sasha is 23 jaar. Ze heeft 2 jaar horeca-ervaring. Ze spreekt goed Nederlands.

Ze vindt het fijn om in een team te werken.

Wie is het meest geschikt voor de baan?

a. Piet

b. Ali

c. Sasha


Chantal leest een tekst van de apotheek. Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

Apotheek Beter Schoonstraat 13, 1082 BK Amsterdam.

Tel: (020)-6308104

[email protected]

Medicijn:

Vaseline Lanette crème, 30 mg.

12. Welke tekst is dit?

a. Uitleg hoe u een product moet gebruiken

b. Een uitnodiging om naar de dokter te komen

c. Reclame voor een nieuwe crème

13. Wat moet Chantal doen nadat zij dit product heeft gebruikt?

a. Haar handen wassen

b. Haar huid drogen

c. De crème aanbrengen

Gebruik:

- Crème voor droge huid

- 2 x per dag aanbrengen

- Voor uitwendig gebruik

- Na gebruik handen wassen

- Buiten bereik van kinderen houden!


Mohammed gaat een feest geven. Hij leest een tekst. Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

Recept appeltaart (Voor 12 personen)

Ingrediënten:

- 6 appels

- 50 gram rozijnen

- 400 gram bloem

- 300 gram boter

- 200 gram suiker

- Snufje zout

- 1 ei

- 3 theelepels kaneel

Het deeg en de vulling:

Snijd de appels in kleine stukjes en doe ze in een kom. Doe de rozijnen, 50 gram suiker en de

kaneel erbij en roer dit door elkaar. Doe de bloem, boter, 150 gram suiker, het ei en het snufje

zout in een kom. Meng dit door elkaar tot een bal deeg.

Taart bakken:

Bekleed de onderkant en de randen van de taartvorm met deeg. Houd een beetje deeg over.

Strooi het appelmengsel erin. Maak van de rest van het deeg stroken, leg die over het

appelmengsel heen. Bak de taart in de oven. Bak de taart 60 minuten op 175 graden.

14. Wat leest Mohammed?

a. Een uitnodiging voor een feest

b. Een folder over taarten bakken

c. Hoe je een appeltaart maakt

15. Hoeveel suiker moet Mohammed gebruiken voor het deeg?

a. 50 gram

b. 150 gram

c. 200 gram


Anja leest de informatie van de voetbalclub. Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

Lid worden bij Voetbalclub SC Enschede

AANMELDEN

Wil je lid worden bij Sportclub Enschede? Vul dan het aanmeldingsformulier in. Het

aanmeldingsformulier kan je krijgen in het clubgebouw. Je kan het ook downloaden op deze

website. Je kan het aanmeldformulier inleveren bij Sportclub Enschede. Dit kan op de

volgende dagen en tijdstippen:

Wanneer? elke donderdagavond tussen 20:00 uur en 21:00 uur

Waar? in de kantine van Sportclub Enschede

Bij wie? Wim Kleine of Jos Waanders.

Ben je 16 jaar of ouder? Dan moet je samen met het aanmeldingsformulier een kopie van je

legitimatiebewijs en een pasfoto inleveren. Dit is voor je digitale spelerspas.

Ben je 10 jaar of ouder, maar nog geen 16? Dan moeten je ouders je aanmelden. Je ouders hoeven alleen het aanmeldingsformulier en je pasfoto in te leveren. KLEDING

Als je gaat voetballen bij de voetbalclub, heb je speciale kleding nodig.

De kleding bestaat uit:

een shirt

een broek

kousen een trainingspak

Je kan de kleding bij ons ophalen voor € 35,00.

CONTRIBUTIES

Elk kwartaal (elke 3 maanden) moet je contributie betalen. Hieronder staan de bedragen per

kwartaal.

Kabouters t/m 5 jaar € 20,--

Minipupillen 6 jaar € 30,--

Pupillen 7 en 8 jaar € 40,--

Pupillen 9 t/m 12 jaar € 50,--

Juniorleden 13 t/m 18 jaar € 60,--

senioren 18 t/m 34 jaar € 70,--

senioren 35+ € 40,--


16. Anja wil haar zoon aanmelden bij Voetbalclub SC

Enschede. Waar kan zij het aanmeldformulier

vinden?

a. In het clubgebouw of op de website

b. In de kantine of donderdagavond

c. Bij Wim Kleine of Jos Waanders

17. De zoon van Anja is 11 jaar. Wat moet Anja inleveren?

a. Alleen een aanmeldformulier

b. Een aanmeldformulier en een pasfoto

c. Een aanmeldformulier, een pasfoto en een kopie van het legitimatiebewijs

18. De man van Anja wil zich ook aanmelden voor de voetbalclub. Hij is 36 jaar.

Hoeveel contributie moet hij betalen?

a. € 30,--

b. € 40,--

c. € 70,--


Alia Hassan krijgt een e-mail van de tandarts. Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

Geachte mevrouw Hassan,

Allereerst van harte welkom bij M2 tandartsen.

Hierbij bevestigen wij de afspraak voor een intake en een eerste controle op:

Vrijdag 24 augustus 2018 om 09:20 uur in onze vestiging in Amsterdam

bij tandarts Roelofsen.

Wij vragen u om 10 minuten van te voren aanwezig te zijn om uw gegevens te checken en

een medische vragenlijst in te vullen. Wilt u niet vergeten een geldig legitimatiebewijs mee

te nemen?

Indien er in het afgelopen jaar door uw vorige tandarts controlefoto’s zijn gemaakt, kunt u

deze meenemen bij uw eerste afspraak. U kunt uw foto’s ook naar ons laten e-mailen door

uw oude tandarts. Als er afgelopen jaar geen foto’s zijn gemaakt, zullen wij deze maken bij

een volgende afspraak.

Uw afspraak

U kunt alleen komen voor controle als u een afspraak heeft gemaakt. Kunt u toch niet naar

de afspraak komen? Dan moet u de afspraak minimaal 24 uur van tevoren afzeggen. Dit kan

door te bellen naar 033- 2028293. Als u niet naar de afspraak komt en u niet op tijd afzegt,

dan moet u voor de afspraak betalen.

Tot ziens bij M2 tandartsen!

Met vriendelijke groet,

M2 tandartsen


19. De vorige tandarts van Alia heeft foto’s gemaakt.

Wat moet Alia niet doen?

a. De foto’s meenemen

b. Haar vorige tandarts een e-mail sturen

c. Een nieuwe afspraak maken

20. Alia kan niet komen op 24 augustus. Ze belt de tandarts op 23 augustus ‘s

middags. Moet ze betalen voor de afspraak?

a. Ja

b. Nee


Oefentoets 2 Antonio heeft zijn tas in de bus laten liggen. Hij leest informatie op internet. Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

Wat moet ik doen als ik iets in de bus of trein heb laten liggen?

Wanneer je iets verloren bent in de bus of trein, dan kun je via de website www.verloren.nl kijken of het gevonden is. Bellen is niet nodig. Zoeken op de website We verzamelen elke dag de gevonden voorwerpen uit alle bussen en treinen. Voor 14.00 uur de volgende dag staat alles op de website. Je kan dan jouw voorwerp zoeken. Als er veel voorwerpen gevonden zijn, kan het iets langer duren. Staat je voorwerp er na drie dagen nog steeds niet op de website? Dan is het helaas niet gevonden. Let op! Wij geven geen diploma's en bankpassen terug. Paspoorten en ID-kaarten worden direct naar de gemeente gestuurd die ze heeft uitgegeven. Voorwerp gevonden Als je jouw verloren voorwerp op de website ziet staan, klik dan op de knop ‘dit voorwerp is van mij’. Daarna kan je meer informatie invullen. Bijvoorbeeld over de spullen in je tas of in welke bus je je telefoon bent kwijt geraakt. Wij controleren dan of het voorwerp echt van jou is. Voorwerp terugkrijgen Als je alles ingevuld hebt, kan je een afspraak maken om het voorwerp op te halen. Vergeet niet je paspoort of ID-kaart mee te nemen. Je kan het ook thuis laten bezorgen. De verzendkosten moet je dan zelf betalen.

http://www.verloren.nl/


1. Antonio heeft maandag zijn tas in de bus laten liggen. Hij kijkt op woensdag op de website, maar zijn tas is nog niet gevonden. Wat moet hij doen? a. Later nog een keer op de website kijken. b. Bellen naar de klantenservice. c. Niets, de tas is niet gevonden.

2. Als de tas toch gevonden wordt, kan Antonio de tas meteen ophalen?

a. Nee, hij moet eerst verzendkosten betalen. b. Nee, hij moet eerst meer informatie invullen. c. Ja, maar hij moet zijn ID-kaart meenemen. d. Ja, hij kan de tas ophalen wanneer hij wil.


Anna leest een folder van het zwembad. Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

Zwemmen voor jonge kinderen Voor kinderen van nul tot vier jaar is zwemmen nog erg lastig. Maar heel jonge kinderen kunnen al wel dingen leren in het water. Ze kunnen spelen en plezier hebben in het water. Het zwembad heeft ook cursussen voor kinderen van nul tot vier jaar. Ouder- en kindzwemmen Een cursus voor jonge kinderen is ouder- en kindzwemmen. De vader of moeder krijgt dan samen met het kind les in het zwembad. Het kind leert bijvoorbeeld draaien in het water of vanuit het water op de kant klimmen. Het kind leert zich veilig te voelen en plezier te hebben in het water. Wat is de beste leeftijd om te leren zwemmen? Hoe eerder een kind veilig is in het water, hoe beter. Daarom willen sommige ouders hun kind van 3 of 4 jaar al naar zwemles sturen. Maar voor kinderen van 3 jaar is het A-diploma nog erg moeilijk. En een kind van 4 jaar start ook op de basisschool. Dit is voor een kind een grote verandering, die veel energie kost. Het is beter om een jaar te wachten. De zwemlessen zullen makkelijker zijn als kinderen 5 jaar oud zijn. Daarom is dit een goede leeftijd om te beginnen met zwemles. Schoolzwemmen, of zelf op les? Ongeveer 30% van de kinderen in Nederland krijgt op school zwemles. De meeste ouders

kiezen ervoor hun kind zelf al eerder op zwemles te doen. De schoolzwemles start

meestal pas als de kinderen ongeveer 7 jaar oud zijn. Als een basisschool

schoolzwemmen aanbiedt, is het verplicht om mee te doen.


3. Anna heeft een dochter van 2 jaar. Ze gaan samen

ouder- en kindzwemmen. Wat leert de dochter van

Anna niet bij het ouder- en kindzwemmen?

a. spelen met het water

b. zwemmen in het water

c. draaien in het water

d. klimmen uit het water

4. Op welke leeftijd kan Anna’s dochter het beste met zwemles beginnen?

a. 3 jaar

b. 4 jaar

c. 5 jaar

d. 7 jaar

5. De zoon van Anna zit op de basisschool. Hij heeft al een zwemdiploma. De klas gaat

schoolzwemmen. Moet hij meedoen?

a. Nee, niet alle kinderen gaan schoolzwemmen.

b. Nee, want hij kan al zwemmen.

c. Ja, iedereen moet meedoen.


Soumia werkt in een schoenenwinkel. Ze krijgt een e-mail van haar collega. Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

Van: [email protected]

Aan: [email protected]

Onderwerp: Personeelsuitje

Lieve collega, Zaterdag 23 mei is ons personeelsuitje. In deze mail vertel ik je wat we allemaal gaan doen. We ontmoeten elkaar ’s ochtends vroeg in de haven van Wanssum. We varen met een gezellige open boot naar Well. Daar maken we een wandeling. We lunchen ook samen. Na de lunch varen we terug naar Wanssum. In Wanssum gaan we naar een kaasboerderij. We zien hoe kaas gemaakt wordt en we mogen ook proeven. We sluiten de dag af in Meerlo, met een heerlijke barbecue. Er zijn al veel collega’s die zich hebben aangemeld. Leuk! Je kunt je nog steeds bij mij aanmelden. Dat kan tot 15 mei. Als je je later aanmeldt, weten we niet zeker of je mee kunt. Heb je je aangemeld, maar kan je niet mee? Laat dat dan vóór 20 mei aan mij weten. We kunnen dan je plaats aan iemand anders geven. Tot zaterdag! Charlotte

6. Waar gaan Soumia en haar collega’s lunchen?

a. in Wanssum

b. in Well

c. in Meerlo

7. Soumia wil zich aanmelden voor het uitje. Voor welke datum kan ze dat het beste

doen?

a. voor 15 mei

b. voor 20 mei

c. voor 25 mei


Jonas is op zoek naar een baan. Hij leest een vacature van een restaurant. Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

8. Wat moet Jonas goed kunnen voor deze baan?

a. eten koken b. snel werken c. Spaans spreken

9. Jonas wil solliciteren. Wat moet hij doen?

a. naar het restaurant gaan b. Ferdinand Rutgers bellen c. een e-mail sturen

Vacature: medewerker keuken Hou jij van lekker eten? Kun je vlug werken? En werk je graag in de avond? Dan zoeken wij jou voor ons gezellige Spaanse restaurant in Den Haag. Als medewerker keuken heb je de volgende taken:

groente en fruit snijden

borden klaarzetten

de keuken schoonhouden

afwassen Wat vragen wij?

Je hebt minimaal één jaar ervaring in een restaurant.

Je bent vanaf begin juni minimaal 3 avonden per week beschikbaar, waarvan minimaal 1 avond in het weekend.

Je spreekt Spaans of Nederlands.

Je bent een harde werker.

Je kunt goed samenwerken. We bieden jou een goed salaris, leuke collega’s en een gratis korte opleiding. Je krijgt eerst een jaarcontract, met daarna kans op een vast contract. Heb je interesse? Kom dan even langs of bel voor meer informatie naar Ferdinand Rutgers op 06-82176422. Je kunt ook meteen je cv en sollicitatiebrief sturen naar [email protected].


Teresa woont in Groningen. Ze krijgt een brief van de gemeente. Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

10. Teresa wil in januari met de auto naar het Stationsplein. Kan dat? a. Ja, het Stationsplein is open. b. Nee, ze moet lopen of fietsen. c. Nee, het Stationsplein is afgesloten.

11. Teresa heeft veel last van lawaai. Hoe moet ze dat melden? a. Ze moet een e-mail sturen naar Herman Haas. b. Ze moet een bericht schrijven in de ProjectApp. c. Ze moet iemand van de gemeente bellen.

Werkzaamheden rond het station Het station in Groningen krijgt een nieuwe fietsenstalling. Er komt plaats voor 5.000 fietsen. Maar eerst moet er nog veel werk gebeuren. Van 5 februari tot en met de zomer zijn delen van het station afgesloten. Ook wegen dichtbij het station zullen soms afgesloten zijn. Het Stationsplein Tijdens de bouw van de fietsenstalling wordt overal rond het station gewerkt. Het Stationsplein is voor langere periode afgesloten voor autoverkeer. Auto’s rijden om het station heen. Er staan borden om de weg te wijzen. Voor voetgangers en fietsers blijft het station goed bereikbaar. Andere wegen De Berkenstraat, Elzenstraat en Iepenlaan zijn afgesloten tot 1 mei. De Tegellaan is afgesloten van 1 juni tot 15 juli. De Bloemenlaan blijft de hele periode open. Meer informatie Als u meer informatie wilt of klachten heeft, kunt u contact opnemen met Herman Haas ([email protected]). Hij werkt bij het bouwbedrijf. U kunt ook de ProjectApp op uw telefoon zetten. In deze app leest u alle informatie over het werk rond het station en de nieuwe fietsenstalling. U kunt ook reageren op berichten en foto’s delen.


Caspar wil een cursus volgen. Hij leest een folder van het buurtcentrum. Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

Buurtcentrum de Waaier Dit jaar biedt buurtcentrum de Waaier weer veel leuke cursussen aan. De cursussen zijn niet duur en zijn voor mensen van allerlei leeftijden. U betaalt een kleine bijdrage. Start u later met een cursus? Dan betaalt u minder.

Foto’s maken Dag: maandag Leeftijd: 55+ Tijd: 10.00-12.30 uur Prijs: €7,50 Contact: Wendy Klink (06-28391578)

Koken Dag: woensdag Leeftijd: volwassenen Tijd: 17.00-19.00 uur Prijs: €10,- Contact: Maria Suza (06-44739688)

Nederlandse taalles Dag: maandag Leeftijd: volwassenen Tijd: 10.00-12.00 uur Prijs: €15,- Contact: Benny Last (06-27755491)

Dansles Dag: donderdag Leeftijd: 6-12 jaar Tijd: 16.00-17.00 uur Prijs: €9,- Contact: Nancy Smit (06-99472201)

Dansles Dag: dinsdag Leeftijd: volwassenen Tijd: 10.45-11.45 uur Prijs: €10,- Contact: Nancy Smit (06-99472201)

Engelse taalles Dag: vrijdag Leeftijd: volwassenen Tijd: 10.00-12.00 uur Prijs: €15,- Contact: John Mill (06-69445312)

Schilderen Dag: woensdag Leeftijd: alle leeftijden Tijd: 14.00-16.00 uur Prijs: €12,50 Contact: Jan Steen (06-66030957)

Boksen Dag: vrijdag Leeftijd: volwassenen Tijd: 14.00-16.00 uur Prijs: €12,50 Contact: Han Lolo (06-88030202)

Aanmelden kan via e-mail: [email protected]. Wilt u informatie over de prijs of de lengte van een cursus? Bel dan naar Chen Yuang (06-33555293). Als u vragen heeft over de inhoud van de cursus, belt u naar de contactpersoon van die cursus.



12. Caspar wil een cursus volgen samen met zijn dochter. Zijn dochter is 10 jaar. Welke cursus kan hij kiezen? a. dansles b. schilderen c. koken d. boksen

13. Caspar wil weten wat hij leert in de kookcursus. Wie moet hij bellen? a. Chen Yang b. Nancy Smit c. Maria Suza

14. De vrouw van Caspar gaat naar dansles. Wat moet ze betalen? a. 7,50 euro b. 9 euro c. 10 euro d. 12,50 euro


Simon werkt via een uitzendbureau. Hij leest de regels over ziek melden. Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

15. Simon moet werken, maar hij is ziek. Hoe laat moet hij bellen om zich ziek te

melden?

a. zo snel mogelijk

b. voor 9.30 uur

c. voor 12.00 uur

16. Simon voelt zich erg ziek. Bellen lukt niet. Wat kan hij doen?

a. Hij vraagt zijn vrouw om te bellen.

b. Hij meldt zich ziek via Whatsapp.

c. Hij moet toch zelf bellen.

Ziek melden Hoe moet ik mij ziek melden? Voor alle medewerkers van uitzendbureau WerkNL geldt dat ze zich volgens deze stappen ziekmelden: Stap 1 U meldt u af voordat uw werktijd begint. U belt de leidinggevende van het bedrijf waar u werkt. Stap 2 U meldt u ook persoonlijk af bij WerkNL (0113-504729). U belt voor 09:30 uur. Stap 3 Tot slot is het belangrijk dat u zich ziek meldt via onze website. Stap 4 Als u na twee dagen nog steeds ziek bent, bellen wij u. We maken dan afspraken over de begeleiding die u krijgt. Zorg ervoor dat u telefonisch bereikbaar bent. Als u weer kunt werken, meldt u dit voordat u begint bij WerkNL en bij het bedrijf waar u werkt. Let op! U moet u altijd persoonlijk ziek melden. Een ziekmelding per sms, WhatsApp of door iemand anders mag dus niet. Alleen als u te ziek bent om zelf te bellen, mag iemand anders voor u bellen.


Mina doet een cursus Nederlands. Ze krijgt een e-mail van iemand uit haar klas. Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.



Onderwerp: Huiswerk

Hoi Mina, Hoe gaat het met je? Je was vorige week niet in de les. Was je ziek? De docent vroeg mij om het huiswerk aan je door te geven. We hebben in de les opdracht 30 tot en met 34 nagekeken. We moeten voor woensdag van hoofdstuk 3 opdracht 35 tot en met 37 maken. De woordenlijst op bladzijde 45 moeten we uit ons hoofd leren. Vrijdag maken we een toets. Dan moet je dus alles van hoofdstuk 3 goed kennen, ook alle grammatica! De docent heeft ons ook verteld over de vakantie. Onze school heeft vakantie van 25 juli tot 8 augustus. Maar de docent is al een week eerder weg. Voor onze klas begint de vakantie dus op 18 juli! Op 23 mei hebben we ook geen les. Het is dan Pinksteren. Ik hoop je snel weer te zien in de les! Groetjes, Paul

17. Welk huiswerk moet Mina voor woensdag doen?

a. opdrachten maken en nakijken

b. opdrachten maken en woorden leren

c. woorden leren en grammatica oefenen

d. alles uit hoofdstuk 3 leren

18. Wanneer heeft Mina vakantie?

a. 25 juli – 8 augustus

b. 18 juli – 25 juli

c. 23 mei – 18 juli

d. 18 juli – 8 augustus




Koblo is in de bibliotheek. Hij leest informatie over abonnementen. Lees eerst de vraag. Lees daarna de tekst.

Tariefwijziging per 1 januari 2021

Per 1 januari 2021 gelden nieuwe tarieven voor bibliotheekabonnementen. De prijzen zijn al sinds 2018 hetzelfde. Onze kosten stijgen en het landelijke lage BTW-tarief is verhoogd van 6% naar 9%. Daarom zijn onze tarieven nu ook aangepast. Overzicht tarieven

Oud tarief Nieuw tarief (vanaf 01-01-2021)

Klein abonnement €32,50 €35,-

Basisabonnement €47,50 €50,-

Sterabonnement €70,- €72,50

Korting Betaal je via automatische incasso? Dan krijg je €2,50 korting op je abonnement. Jeugdabonnement Het jeugdabonnement t/m 13 jaar was altijd gratis. Dit blijft zo. Ook het jeugdabonnement van 14 - 17 jaar is vanaf nu gratis. Hiermee kunnen 60 boeken per jaar geleend worden, hierna betaal je leengeld per geleend materiaal. Andere kosten De kosten voor overige zaken als printen, kopiëren en lenen via andere bibliotheken blijven gelijk. Je betaalt hier altijd een kleine bijdrage voor naast je abonnement. Voordelen Met jouw abonnement kun je boeken, films en tijdschriften lenen. Ook leen je gemakkelijk e-books en luisterboeken en krijg je korting op onze activiteiten.


19. Koblo heeft een klein abonnement. Hij betaalt altijd via automatische incasso. Wat

moet hij betalen in 2021?

a. 32,50 euro b. 35 euro c. 47,50 euro d. 50 euro

20. Koblo wil een boek lenen uit een andere bibliotheek. Moet hij daarvoor betalen? a. ja b. nee c. Alleen als hij geen abonnement heeft.


Onderdeel schrijven

Let op: Het echte examen Schrijven heeft 4 opdrachten: 2 e-mails, een tekst voor de buurtkrant en een formulier. U moet alle opdrachten maken. U krijgt 40 minuten de tijd voor het examen Schrijven.


Opdracht 1 Vul het formulier in.

Je wilt werken bij het café ‘de Waag’. Je mag de informatie zelf verzinnen. Vul het formulier

in.

SOLLICITATIEFORMULIER CAFÉ DE WAAG

Voornaam: _______________________________________________________________

Achternaam: _____________________________________________________________

Straat + huisnummer: ______________________________________________________

Postcode + woonplaats: ____________________________________________________

Geboortedatum: __________________________________________________________

Telefoonnummer: _________________________________________________________

Hoeveel dagen in de week wilt u werken? Zet een kruisje.

o 1 dag

o 2 dagen

o 3 dagen

o 4 dagen

Met welke taken heeft u ervaring? Zet een of meer kruisjes.

o Afwassen

o Bedienen

o Achter de bar staan

o Ik heb geen ervaring in de horeca.

Waarom bent u geschikt voor dit werk?

_________________________________________________________________________

_________________________________________________________________________

Datum:

_________________________________________________________________________

Handtekening:

_________________________________________________________________________


Opdracht 2 Vul het formulier in.

Je wilt je inschrijven bij de fitnessclub in de buurt.

INSCHRIJFFORMULIER FITNESS

Voornaam: _______________________________________________________________

Achternaam: _____________________________________________________________

Adres: __________________________________________________________________

Woonplaats: _____________________________________________________________

Geboortedatum: __________________________________________________________

Telefoonnummer: _________________________________________________________

E-mailadres: _____________________________________________________________

In welke lessen heeft u interesse?

o cardio

o spinning

o krachttraining

o zumba

Op welk tijdstip wilt u het liefst sporten?

o 7.00 – 9.00 uur

o 9.00 – 13.00 uur

o 13.00 – 17.00 uur

o 17.00 – 22.00 uur

Waarom wilt u bij ons sporten?

_________________________________________________________________________

_________________________________________________________________________


Opdracht 3

Schrijf een e-mail.

Je volgt een cursus Nederlands. Je hebt elke maandag, woensdag en vrijdag les. Je zus gaat trouwen op vrijdag 8 juni. De bruiloft is in Polen. Je blijft het hele weekend bij je familie. Je wilt vrij vragen voor de lessen op vrijdag 8 juni en maandag 11 juni. Je schrijft een e-mail aan je docent.

Vraag vrij voor de lessen op vrijdag 8 juni en maandag 11 juni.

Leg uit waarom je vrij wilt.

Vertel wat je wilt doen om de lessen in te halen. Schrijf de e-mail. Schrijf in hele zinnen.



Onderwerp: Bruiloft




Opdracht 4 Schrijf een e-mail.

Je vriend Thomas is geslaagd voor zijn rijbewijs. Je schrijft hem een e-mail.

Feliciteer Thomas met zijn rijbewijs.

Schrijf dat je graag wilt afspreken.

Noem een leuke activiteit om samen te doen.

Vertel waarom je dat een leuke activiteit vindt.

Schrijf wanneer je wilt afspreken. Je mag de informatie zelf verzinnen. Schrijf de e-mail. Schrijf in hele zinnen.



Onderwerp: Geslaagd!




Opdracht 5 Schrijf een kaartje.

Je hebt een nieuw huis. Je bent erg blij met het huis. Je vriendin heeft geholpen met verhuizen. Zij heeft ook geschilderd en gekookt. Jij schrijft haar een kaartje om te bedanken voor haar hulp. Je wilt ook graag iets doen om haar te bedanken. Je hebt een leuk idee.

Vertel wat je leuk vindt aan je nieuwe huis.

Bedank je vriendin. Schrijf ook waarvoor je haar bedankt.

Schrijf wat je wilt doen om je vriendin te bedanken. Je mag de informatie zelf verzinnen. Schrijf het kaartje. Schrijf in hele zinnen.


Opdracht 6 Schrijf een e-mail. Je werkt als schoonmaakster bij een groot kantoor. Je begint met werken om 18.00 uur. Het is heel vervelend als de medewerkers van het kantoor niet op tijd naar huis gaan. Je kan dan niet schoonmaken. Je stuurt een e-mail aan je baas, meneer G. de Haas.

Vertel dat je niet fijn kunt werken.

Vertel ook waarom je niet fijn kunt werken.

Schrijf je baas wat je wilt.

Schrijf de e-mail. Schrijf in hele zinnen.



Onderwerp: Werk




Opdracht 7 Schrijf een e-mail.

Je collega Richard is jarig. Hij heeft je uitgenodigd voor het verjaardagsfeest. Je kan niet komen, want je kinderen zijn ziek. Je stuurt hem een e-mail.

Feliciteer je collega.

Bedank hem voor de uitnodiging.

Vertel dat je niet kan komen.

Vertel waarom je niet kan komen. Schrijf de e-mail. Schrijf in hele zinnen.



Onderwerp: RE: uitnodiging




Opdracht 8 Schrijf een briefje.

Je gaat naar je werk. Voor de deur staan elke donderdag vuilniszakken. De vuilnisman komt vrijdagochtend. De vogels maken de zakken kapot en de straat wordt vies. Je schrijft een briefje aan alle buren in je straat.

Vertel wat het probleem is.

Schrijf wat je wil.

Bedank de buren.

Schrijf het briefje. Schrijf in hele zinnen.


Opdracht 9 Schrijf een e-mail. Je dochter is ziek. Ze kan niet naar school. Schrijf een e-mail aan de docent van je dochter.

Vertel dat je dochter ziek is en niet naar school kan komen.

Vertel ook wat haar klachten zijn.

Schrijf wanneer je dochter weer naar school komt. Je mag de informatie zelf verzinnen. Schrijf de e-mail. Schrijf in hele zinnen.



Onderwerp: Ziekmelding




Opdracht 10 Tekst voor buurtkrant

Je krijgt elke week een buurtkrant. Iedereen uit de buurt mag iets voor deze krant schrijven. Je schrijft over je vakantie. Schrijf minimaal drie zinnen op. Denk aan:

Wanneer heb je vakantie?

Waar ga je naartoe?

Wat doe je in de vakantie? Je mag de informatie zelf verzinnen. Schrijf de tekst. Schrijf in hele zinnen. Dit is mijn tekst over mijn vakantie:



Je krijgt elke week een buurtkrant. Iedereen uit de buurt mag iets voor deze krant schrijven. Je schrijft over jouw sport. Schrijf minimaal drie zinnen op. Denk aan:

Welke sport doe je?

Hoe vaak sport je?

Waarom vind je deze sport leuk? Je mag de informatie zelf verzinnen. Schrijf de tekst. Schrijf in hele zinnen. Dit is mijn tekst over mijn sport:



Je krijgt elke week een buurtkrant. Iedereen uit de buurt mag iets voor deze krant schrijven. Je schrijft over jouw woonplaats. Schrijf minimaal drie zinnen op. Denk aan:

In welke plaats woon je?

Hoelang woon je al in deze plaats?

Welke plek in jouw woonplaats vind je het mooist? Je mag de informatie zelf verzinnen. Schrijf de tekst. Schrijf in hele zinnen. Dit is mijn tekst over mijn woonplaats:



Je krijgt elke week een buurtkrant. Iedereen uit de buurt mag iets voor deze krant schrijven. Je schrijft over je droombaan. Schrijf minimaal drie zinnen op. Denk aan:

Welk werk wil je graag doen?

Hoeveel uur in de week wil je werken?

Waarom wil je dit werk doen?

Je mag de informatie zelf verzinnen. Schrijf de tekst. Schrijf in hele zinnen.

Dit is mijn tekst over mijn droombaan:



Je krijgt elke week een buurtkrant. Iedereen uit de buurt mag iets voor deze krant schrijven. Je schrijft over online winkelen. Schrijf minimaal drie zinnen op. Denk aan:

Welke spullen koop je online?

Hoe vaak koop jij spullen online?

Wat vind jij van online winkelen?

Je mag de informatie zelf verzinnen. Schrijf de tekst. Schrijf in hele zinnen. Dit is mijn tekst over online winkelen:


Onderdeel luisteren

Let op: Het echte examen Kijken – Luisteren heeft 20 vragen. Soms kijkt u naar een video. U krijgt 40 minuten de tijd. U moet dan minstens 16 antwoorden goed hebben om te slagen voor het examen Kijken – Luisteren.


Luisteroefeningen bij TONI OGO, A2, toets 3 Login via http://olc.nltraining.nl/audio

Toets 3. Vraag 1 t/m 20 (01 OGO3- Uitleg, oefenvragen.mp3) Fatima is bij de huisarts. Ze krijgt tabletten van de huisarts.

A. Wanneer moet Fatima de tabletten innemen?

A Na het eten.

B Tijdens het eten.

C Voor het eten.

B. Hoeveel tabletten moet Fatima per dag innemen?

A 1 tablet.

B 2 tabletten.

C 3 tabletten.

(02 OGO3- vraag 1 en 2.mp3)

Meneer de Vries is met zijn zoontje Thijs op het consultatiebureau.

1. Hoe vaak meet de verpleegkundige Thijs?

A Elke twee maanden.

B Elke drie maanden.

C Elke zes maanden.

2. Waarom is Thijs vaak verkouden?

A Omdat baby’s vaak ziek zijn.

B Omdat hij naar het kinderdagverblijf gaat.

C Omdat hij te weinig weegt.

De vader van Fleur en de moeder van Aisha praten op het schoolplein.

3. Wat gaat Fleur doen?

A Ze gaat naar het HAVO.

B Ze gaat naar het VMBO.

C Ze gaat naar het VWO.

http://olc.nltraining.nl/audio


4. Waarom wil Fleur naar scholengemeenschap Pantarijn?

A Haar vriendinnen gaan naar Pantarijn.

B Ze hoeft dan maar 4 minuten te fietsen.

C Ze vindt het gezellig op Pantarijn.

Janneke belt naar een sportclub.

5. Welk abonnement neemt Janneke?

A Een abonnement van 15 euro.

B Een abonnement van 25 euro.

C Een abonnement van 30 euro.

6. Janneke vertelt u over de sportclub. U wordt ook lid. U neemt een

abonnement van 30 euro per maand. Hoe vaak mag u komen sporten?

A 1 keer per week.

B 2 keer per week.

C Zo vaak als u wilt.

Bente belt naar de huisarts.

7. Wie kan Bente doordeweeks bellen voor spoedgevallen?

A Dokter van Erp.

B Dokter de Groot.

C Dokter Jansen.

D Dokter Looien.

8. Bente wil graag een afspraak met dokter van Erp zelf. Wanneer is hij

weer terug?

A 29 februari.

B 4 maart.

C 5 maart.

D 6 maart.


Mevrouw Walinski praat met de huisarts.

9. Wanneer moet mevrouw Walinski het medicijn slikken?

A ’s ochtends.

B ’s middags.

C ’s avonds.

10. Hoe lang duurt de kuur van mevrouw Walinski?

A 1 week.

B 2 weken.

C 1 maand.

Oskar zoekt werk. Hij belt naar een uitzendbureau.

11. Wat moet Oskar verplicht meenemen?

A Z’n diploma’s.

B Z’n paspoort.

C Z’n rijbewijs.

12. Heeft het uitzendbureau een baan voor Oskar?

A Ja.

B Nee.

C Dat wordt niet gezegd.

Mirjam heeft een sollicitatiegesprek met een afdelingsmanager van een

ziekenhuis.

13. Waarover heeft de afdelingsmanager iets verteld?

A Over de nieuwe baan. B Over het ziekenhuis. C Over Zwolle.

14. Waar wil de afdelingsmanager eerst iets over weten?

A Over Mirjam’s onderwijs. B Over Mirjam’s werkervaring. C Over Mirjam’s woonplaats.


Bij Ahmed is een bal door zijn raam gegaan. Het raam is kapot. Daarom belt hij

de verzekering.

15. Welk nummer moet Ahmed intoetsen?

A 1.

B 2.

C 3.

D 4.

Nanda zoekt een woning. Fiona zoekt een woning.

16. Nanda wil in het centrum wonen. Welke woning kan ze dan het beste

kiezen?

A Woning 1.

B Woning 2.

C Woning 3.

D Woning 4.

17. Fiona wil graag een woning met 4 kamers. Welke woning kan ze het

beste kiezen?

A Woning 1.

B Woning 2.

C Woning 3.

D Woning 4.

De cursisten zitten in de klas.

18. Wat gaan de cursisten vandaag leren?

A Een bruin brood bakken.

B Een stokbrood bakken.

C Een wit brood bakken.

Yassine belt naar de bank.

19. Yassine wil informatie over verzekeringen. Welk nummer moet hij

intoetsen?

A 1.

B 2.

C 3.

D 4.


20. Hij wil ook zijn adres wijzigen. Welk nummer moet hij intoetsen?

A 3.

B 4.

C 5.


Luisteroefeningen bij TONI OGO, A2, toets 4 Login via http://olc.nltraining.nl/audio

Toets 4. Vraag 1 t/m 20 (13 OGO Uitleg, oefenvragen.mp3) Fatima is bij de huisarts. Ze krijgt tabletten van de huisarts.

A. Wanneer moet Fatima de tabletten innemen?

A Na het eten.

B Tijdens het eten.

C Voor het eten.

B. Hoeveel tabletten moet Fatima per dag innemen?

A 1 tablet.

B 2 tabletten.

C 3 tabletten.

(14 OGO4- vraag 1 en 2.mp3)

Marian en Peter praten op het schoolplein.

1. Wat vraagt Marian aan Peter?

A Of Naima vrijdag bij Isa kan zijn?

B Of Peter kan helpen bij de voorleesmiddag op school

C Wanneer Naima naar de tandarts moet

2. Wat moet Peter op vrijdagmiddag doen?

A Extra werken

B Helpen bij de voorleesmiddag

C Naar de tandarts

De vader van Bert heeft een afspraak met een lerares van Bert.

3. Wat zegt de lerares over Bert?

A Bert heeft moeite met lezen, maar dat is niet erg.

B Bert leest sneller dan de andere kinderen in de klas.

C Het gaat heel goed met Bert.



4. Hoe kan de vader Bert helpen?

A Bert televisie laten kijken

B Bert veel op de computer laten spelen

C Bert voorlezen

Juan luister naar de radio.

5. Voor wie is dit bericht bedoeld?

A Voor automobilisten

B Voor kinderen

C Voor ouders

6. Welke tip geeft veilig verkeer Nederland?

A Breng kinderen met de auto.

B Breng kinderen met de fiets.

C Parkeer de auto dicht bij school.

Meneer Van Maanen belt zijn tandarts.

7. Waarom is meneer Van Maanen boos?

A Omdat de tandarts geen foto’s heeft gemaakt bij de controle

B Omdat hij een andere tandarts moet kiezen

C Omdat hij pas een controle heeft gehad en toch kiespijn heeft

8. Hoe laat kan meneer van Manen komen?

A Om 11 uur

B Om half 2

C Om 2 uur

Karim belt naar de bibliotheek.

9. Wanneer is de bibliotheek gesloten?

A Van vrijdag 3 t/m dinsdag 7 maart

B Van woensdag 8 t/m zaterdag 11 maart

C Op vrijdag 10 en zaterdag 11 maart


10. Hoe laat gaat de bibliotheek open op donderdag 9 maart?

A Om 8 uur

B Om 9 uur

C Om 10 uur

D De bibliotheek is op 9 maart gesloten.

Anna heeft een afspraak bij een uitzendbureau.

11. Wat voor baan heeft het uitzendbureau voor Anna?

A Een baan bij de spoorwegen

B Een baan in een winkel

C Een baan in een ziekenhuis

12. Anna wil de secretaresse laten weten dat zij de baan wil. Wat moet ze

doen?

A Bellen

B Een e-mail sturen

C Langskomen

Mirjam heeft een sollicitatiegesprek met een afdelingsmanager van een

ziekenhuis.

13. Waarover heeft de afdelingsmanager iets verteld?

A Over de nieuwe baan

B Over een ziekenhuis

C Over Zwolle

14. Waar wil de afdelingsmanager eerst iets over weten?

A Over Mirjams onderwijs

B Over Mirjams werkervaring

C Over Mirjams woonplaats

Erik heeft een kapotte televisie. Ali heeft zijn slaapkamer geverfd.

15. Erik heeft een kapotte televisie. Erik wil weten hoe hij die weg moet

gooien. Welk nummer toetst hij in?

A Nummer 2

B Nummer 3

C Nummer 4


16. Ali heeft zijn slaapkamer geverfd. Ali wil zijn vieze kwasten weggooien.

Bij welk nummer vindt hij meer informatie?

A Nummer 3

B Nummer 4

C Nummer 5

Janita is op het politiebureau.

17. Wat wil de politieagent als eerste weten?

A Hoe de dief eruit zag

B Waar de tas is gestolen

C Wat er in de tas zit

18. Wat gaat de politie zo snel mogelijk doen?

A De bankrekening blokkeren

B De dief pakken

C De tas zoeken

Vera en Ali bellen het energiebedrijf.

19. Bij Vera is de stroom uitgevallen. Welk nummer toetst ze in?

A Nummer 4

B Nummer 5

C Nummer 6

20. Ali gaat verhuizen. Hij wil een adreswijziging doorgeven. Welk nummer

toets hij in.

A Nummer 4

B Nummer 5

C Nummer 6


Luisteroefeningen bij Spreektaal 2 - Kopen Login via http://olc.nltraining.nl/audio

Kopen (Een cadeautje voor Eline.mp3) Bas en Suzan zijn vrienden. Ze praten over het weekend.

1. Gaat Suzan naar het feest van Eline?

A Ja, ze komt na 8 uur.

B Ja, maar ze kan maar tot 8 uur blijven.

C Nee, ze moet werken

2. Wat spreken Suzan en Bas af?

A Dat ze samen een cd of dvd kopen voor Eline

B Dat ze samen naar de winkel gaan om iets te kopen

C Dat ze samen iets geven aan Eline. Suzan gaat morgen iets kopen.

(Hebben jullie een kerstboom.mp3) Sandra en Nabila praten over kerstbomen van Sandra.

3. Wat hebben Sandra en Niels als eerste in de kerstboom gehangen?

A De kerstballen

B De lichtjes

C De piek

4. Wat spreken Sandra en Nabila af?

A Dat ze samen een grote kerstboom gaan kopen

B Dat ze morgen naar het tuincentrum gaan

C Dat ze een cadeautje gaan kopen voor Nabila’s dochter

(Het is een cadeautje.mp3) Maya is in de HEMA. Ze wil een vaas kopen.

5. Voor wie koopt Maya de witte vaas?

A Voor zichzelf

B Voor een vriendin

C Voor haar moeder



6. Kan Maya de vaas ruilen?

A Nee, dat kan niet.

B Ja, alleen als ze hem ruilt voor een andere vaas.

C Ja, binnen 14 dagen.

(Ik ben helemaal niet tevreden.mp3)

Ibrahim is in de winkel. In de winkel verkopen ze camera’s.

7. Wat is het probleem van Ibrahim?

A Hij had een nieuwe camera gekocht, maar die is nu al kapot.

B Zijn camera is te oud. Hij wil daarom een nieuwe kopen.

C Hij had een camera gekregen, maar hij vindt hem niet mooi.

8. Wat wil Ibrahim het liefst van de verkoper?

A Hij wil een andere camera

B Hij wil zijn geld terug

C Hij wil dezelfde camera

(Ik ga mijn huis opknappen.mp3)

9. Waar praten de man en de vrouw over?

A verhuizen

B het huis schoonmaken

C het huis veranderen

(In de bouwmarkt.mp3)

10. Welke kleur verf willen de man en de vrouw kopen?

A grijs

B lichtgeel

C lichtblauw

11. Hoeveel liter verf hebben ze nodig?

A 1 liter

B 6 liter

C 5 liter

12. Waar liggen de kwasten?

A In het eerste pad links

B In het derde pad rechts

C In het derde pad links


(Internet werkt niet.mp3)

Indira belt met de klantenservice van Belsnel. Haar internet werkt niet.

13. Wat kan de klantenservice voor Indira doen?

A Vandaag kan er iemand bij Indira langskomen.

B Binnen twee dagen zal een medewerker Indira bellen.

C Vandaag zal een medewerker Indira bellen.

(Naar het tuincentrum.mp3)

Samira is met Betty naar het tuincentrum geweest.

14 Waarom heeft Samira kerstpullen gekocht?

A Omdat ze kerst met Betty gaat vieren

B Omdat ze het huis wil versieren

C Als cadeautje voor Betty

15 Wat heeft Samira gekocht?

A Een kerstkrans en kaarsen

B Een kerstboom

C Lichtjes voor in de boom


Luisteroefeningen bij Spreektaal 2 – Dag en tijd Login via http://olc.nltraining.nl/audio

Dag en tijd (Bevrijdingsdag.mp3)

Ahmad en Nico zijn vrienden. Ze praten over speciale datums.

1. Hoe lang weet Ahmad al dat het op 5 mei Bevrijdingsdag is?

A. al zijn hele leven

B. sinds hij in Nederland woont

C. sinds een paar jaar

2. Wat viert Nico op 14 februari?

A. Valentijnsdag

B. zijn verjaardag

C. Valentijnsdag en zijn verjaardag

(Bij de gemeente.mp3)

Je hoort Olga en Alexander. Olga is naar het gemeentehuis geweest.

3. Wat heeft Olga gedaan bij de gemeente?

A. haar paspoort verlengd

B. haar paspoort opgehaald

C. een afspraak gemaakt

4. Olga maakt een afspraak via de website. Kan ze zelf een tijd kiezen?

A. ja

B. nee

C. soms

5. Olga heeft een afspraak gemaakt via de website. Krijgt ze nog een

bericht?

A. Nee, ze moet de afspraak zelf onthouden.

B. Ja, ze krijgt een brief.

C. Ja, ze krijgt een e-mail.



(De vrijmarkt.mp3)

Marjolein en Zeynep zijn vriendinnen. Ze praten over Koningsdag.

6. Marjolein laat een foto zien. Wat doen de mensen op de foto?

A. Ze lopen over de vrijmarkt.

B. Ze verkopen spullen.

C. Ze vieren feest.

7. Vond Marjolein Koningsdag in Amsterdam leuk?

A. ja

B. nee

C. een beetje

8. Wat doet de dochter van Zeynep dit jaar op Koningsdag?

A. Ze verkoopt spullen op de vrijmarkt.

B. Ze geeft een judo-demonstratie.

C. Ze danst op een podium.

(Er zijn weer verkiezingen.mp3)

Je hoort Samuel en Nora. Ze praten over de verkiezingen.

9. Welke verkiezingen zijn er volgende week?

A. verkiezingen voor de gemeenteraad

B. landelijke verkiezingen

C. provinciale verkiezingen

10. Waarom gaat Nora niet stemmen?

A. Ze is te druk.

B. Ze wil niet naar een stembureau.

C. Ze vindt het niet belangrijk.

D. Ze is te druk, ze wil niet naar een stembureau en ze vindt het niet

belangrijk.

11. Heeft Samuel al vaker gestemd?

A. Ja, voor de gemeenteraad.

B. Ja, voor de landelijke verkiezingen.

C. Nee, hij had nog geen paspoort.


(Ik heb een afspraak.mp3)

Olga is bij de gemeente. Je hoort Olga en een medewerker van de gemeente.

12. Wat moet Olga eerst doen bij de gemeente?

A. zich melden bij de balie

B. een nummer vragen

C. in de wachtkamer zitten

D. naar het loket gaan

13. Moet Olga wachten bij de gemeente?

A. Nee, ze heeft een afspraak.

B. Ja, maar niet lang.

C. Ja, ze moet waarschijnlijk lang wachten.

(Ik heb het superdruk.mp3)

Je hoort de vriendinnen Dunya en Sarah. Ze praten samen.

14. Waar heeft Dunya hulp bij nodig?

A. muren en plafonds schilderen

B. dozen uitpakken

C. gordijnen uitzoeken

D. boodschappen doen

15. Op welke dag spreken Sarah en Dunya af?

A. maandag

B. woensdag

C. vrijdag

D. zaterdag

16. Wat doet Sarah deze week op woensdagmiddag?

A. Ze gaat met Dunya gordijnen uitzoeken.

B. Ze gaat met haar moeder naar het ziekenhuis.

C. Ze gaat met haar zoon naar de tandarts.


(Mijn zoon komt vanmiddag op bezoek.mp3)

Je hoort de vrienden Marco en Ed. Ze praten over het bezoek van hun

kinderen.

17. Wie bezoekt zijn/haar vader het meest?

A. de zoon van Ed

B. de dochter van Ed, die in het noorden woont

C. Diane, de dochter van Marco

18. Wat doet Ed soms als hij naar zijn dochter in Assen gaat?

A. op de kinderen passen

B. een taartje eten

C. koffie drinken

19. Waarom moet Ed snel gaan?

A. Hij moet nog boodschappen doen.

B. Hij heeft het erg druk.

C. Zijn zoon komt bijna.

(Op het stembureau.mp3)

Ahmad is op het stembureau. Hij praat met een medewerker.

20. Voor wie stemt Ahmad?

A. alleen voor zichzelf

B. voor zichzelf en zijn vrouw

C. voor zichzelf en zijn buurvrouw

Oefenbundel A2 - NLtraining...Je geeft een presentatie over het buurthuis. 1. Vertel wie je bent. 2....

Documents

Transcript of Oefenbundel A2 - NLtraining...Je geeft een presentatie over het buurthuis. 1. Vertel wie je bent. 2....