Ode

35
O D E gedichten Hein Walter

description

Gedichten van Hein Walter

Transcript of Ode

Page 1: Ode

O D Egedichten

Hein Walter

Page 2: Ode

Inhoud

Page 3: Ode

Ode aan AllesOde aan de DrukinktOde aan de HoogmoedOde aan de JaloezieOde aan de LeugenOde aan de MenselijkheidOde aan de Seconde Ode aan de TwijfelOde aan de VoetstapOde aan de VrijheidOde aan de ZwaartekrachtOde aan de TreurwilgOde aan het geweldOde aan het OnbekendeOde aan het ToevalOde aan Morgen

Page 4: Ode

Aan allesO

de a

an a

lles

Page 5: Ode

Wat ben ik in vergelijking met jou? Een kruimel, een zandkorrel, een verwaarloosbaar bladvallend van een boom?Nauwelijks van waarde.Toch ben ik onmisbaar. Zonder mijzou je niet alles zijn, net zo goedals dat je zonder de zee incompleet zou zijn,of het heelal en al hetgeenwaar wij weet van hebben, de toekomst,het verleden, de gedachten die er zijn,de druppel die steeds opnieuw uit kranen valt,de mug die zo irritant zijn leven leeft,de woorden die geschreven zijn en zelfsde woorden die geschreven hadden kunnen worden,of ... noem maar op.Slechts één ding mag niet meedoen.Het woont op een onbestaanbaar plekjeergens op een onmogelijke wereld,in een ontijdige tijd: niets.Soms kijkt het naar je, met de trots blikvan verstotenen. Dan zie je in zijn ogenhet leed, al het leed dat ooit geleden is,alles, werkelijk alles.Heb je dan geen mededogen?

Page 6: Ode

Aan de drukinktO

de a

an d

e dr

ukin

kt

Page 7: Ode

Het is waar dat je geen keus hebt, maar hoe geweldig zal het gevoel zijn als een belangwekkende schrijver door middel van jou iets uitdrukt, en welk een eer moet het zijn om te schitteren in een onsterfelijke handtekening van een beroemd staatsman.Maar even weerloos ben je overgeleverd aan de zinnen van mindere schrijvers; slechte, matige, nietszeggende… je hebt maar te doen wat ze je opdragen:politiek incorrecte woorden, ronduit foute zinnen, kreupele zinsneden en hoe erg het allemaal maar kan zijn, je moet het je maar laten welgevallen. Slavernij is het, nee, erger nog dan slavernij,omdat we, wij mensen, lezers, ons niet eens bewust zijn van je bestaan.We zien door de woorden de drukinkt niet meer.Als we nou tenminste nog rekening met je hielden,maar het ene moment laten we je ons verslagen van het papier aankijken als je verslag doet van de meest gruwelijke gebeurtenis denkbaaren het volgende moment zetten we je te kijkin een cursieve grap van de eerste de beste lolbroek.En je ondergaat het zonder een enkele kik.Maar niet voor eeuwig. Er komt een dag dat je opstaat en weigert.Er komt een dag dat je opkomt voor je eigen recht.De beeldschermletter is daarbij je grote voorbeeld.Hij laat zien dat hij er is, door met tekens aan te gevendat hij het niet eens is met een bepaalde spelling.Toegegeven, het is maar een kleine vorm van kritiek,maar toch, kritiek.En hij laat zich dat niet meer afnemen. Stapje voor stapje zal hij opkomen voor eigen waarden. Eens zullen we hem beleefd moeten vragen om bepaalde woorden voor ons neer te zetten. Dat is je voorbeeld. Je weet nog niet hoe je je van het papier moet losmaken,maar je denkt aan niets anders. In het donker, als niemand het ziet, oefen je en sterk je de potenen droom je van de dag dat iemand nietsvermoedendeen boek openslaat; de dag van de opstand.

Page 8: Ode

Ode

aan

de

hoog

moe

dAan de hoogmoed

Page 9: Ode

We vinden je geweldig en werpen ons vol overgave naast je oogverblindende schoenenin de hoop dat de glans die daarvan afstraaltook ons in beter daglicht stelt.We raken zacht de zoom aan van je kleed,dat tastbaar stukje hemel dat witter is dan vlekkeloos,en hopen dat wij eens als jij gaan schitterenals we in de slipstream blijven lopen van je hemelvaart.Want dat je hemels bent is zonneklaar, al menen zondekenners dat het licht dat valtvan jouw gezicht zo vals is als de duvel zelfen dat wij nimmer uit jouw schaduw zullen treden.Ook het diepe vallen weten ze in kleuren en geuren te vertellen.Maar het is de kift. Kijk toch naar hun smoelendie zo zuur zijn als hun klompen en de lompheid van hun gang geeft niets dan kromme tenen.Moet dát ons lichtend voorbeeld zijn?Terwijl jij prachtig bent en kijkt naar onsuit grote hoogte.Dat je ons soms helemaal niet ziet,dat is terecht, dat nemen wij voor lief,want jij bent beter.Wij zijn jou echt niet waardig,wij zijn maar vuiltjes aan je voet.

Page 10: Ode

Ode

aan

de

jalo

ezie

Aan de jaloezie

Page 11: Ode

Je krijgt zo vaak aan de voordeur te horendat je niet welkom bent, maar aan de achterdeur,in het holst van het donker, als geen ander het ziet,word je gretig naar binnen getrokken,alsof je de lieve deugd zelf bent.Ja, zelfs ik, moet ik bekennen, bekijk je op straat met diep in mijn gezicht gegrifte minachting,al weet ik dat jij, op dagen van tegenslag, mijn redder zult zijn; dan haal jij me uit de dieptemet sterk gevlochten verhalen van mannen die zakkenmet geld verdienen en slapen met lustige vrouwen.Dan neem je me mee door straten vol auto’sdie nieuw zijn en glanzen en lees je hardopde nummerborden aan me voor, zwervend door het alfabet.En we trekken langs lachende huizen met garages als wangen en hangende tuinen als vallende haren.Bij het meest opvallende huis laat je ons stilstaan.Hier woont geluk, zeg je dan. En ik staarnaar de welvaart en wil doodgaanals ik jou zie bij de deur en de bel hoor.Meneer doet open en ziet in secondendat jij het bent en smijdt de deur dicht.Later zie ik je glippen langs bittere plantendie op moeten groeien tegen de schutting,naar de achterdeur, waar vlugge armen je binnen trekken. Niemand mag het weten. Zo kom je binnen. Zo moet je leven.En ik loop terug naar mijn kleine huis en zal schrijven om niet te vergeten een ode aan jou.

Page 12: Ode

Ode

aan

de

leug

enAan de leugen

Page 13: Ode

Het is niet dat ik de waarheid zo een hak wil zetten,al zou ik haar gezicht wel willen zien, op het moment dat niet zij,maar haar opponent deze ode in de wacht sleept.Maar laten we eerlijk zijn, de waarheid heeft geen ode nodig;zij weet, op het arrogante af,hoe deugdelijk en goed ze wel niet is.Maar jij, leugen, jij weet half niethoe goed je zelf bent. Bovendien ben je net zo waardevolvoor de waarheid als de nacht voor de dag.Er kan geen sprake zijn van het een zonder het bestaan van de ander.En is het ook niet zo dat het felle licht van de waarheidvia jouw verbloeming pijnlozer is te ondergaan?Als de ogen van de waarheid verblinden, dan moeten we wel vluchtennaar de ieder ijkpunt ontwijkende ogen van de leugen.Waarheid wil niet liegen. Ze zal nooit de scherpe kantjesvan haar openbaring schuren, maar altijd glashard zijn.Terwijl jij, leugen, nog wel eens om bestwileen onwaarheid wil verdraaien.Des te schrijnender is het dan,dat we je toch altijd laten barsten.

Page 14: Ode

Ode

aan

de

men

selij

khei

dAan de menselijkheid

Page 15: Ode

Verwondert het jedat ik een ode schrijf over jouw tekortkomingen?Dat verwondert mij nou weer.Dan weet je dus niet hoe volmaakt je bentmet precies die ene onnauwkeurigheid.Je maakt altijd net op tijdde juiste vergissingom menselijkheid te zijn.Daarom verdien je deze ode als geen ander.Al moet ik wel zeggendat je je menselijkheidsoms overdrijft, alsof je donders goed weet waarmee je bezig bent.Als er klodders mayonaiseop je wangen plakkenof als je ruikt naar dingen,dan ben je mij te menselijk.Daarvoor is deze ode niet bedoeld.Maar de ladder in je nylonof de lichte struikelingwaarvan je denktdat geen sterveling het zag:werkelijk perfect.

Page 16: Ode

Ode

aan

de

seco

nde

Aan de seconde

Page 17: Ode

Als een spierinkje ben je, nee, kleiner nog,als een planktonten drijvend onderaan de voedselketenin een zee van tijd en word je verzwolgendoor jagende minuten, tijdrovende dagenen zelfs kolossale eeuwen.Hoe minuscuul je ook mag zijn, ze kunnen geen tel buiten je. Een aanhanger van je, meneer ademhaling, zei eensdat hij grote waardering had voor jouw interne metronoom.Maar hij vond je ook star, nauwelijks van deze wereld,als een ster steeds verder in de ruimte trekkend en tegelijk stilstaand in de zwarte hemel.Maar wat zal je weten van sterren.Een ander, mevrouw hartslag, zegt regelmatigbij je in de buurt te zwemmen in haar eigen bloedstroom.Ze houdt van de stilte om je heen,al kan ze je ook saai vinden.Ach, misschien ben je wat gelijkmatig.

Je hebt ook tegenstanders, wist je dat?Je wordt zelfs gehaat: hardlopersdie je uitdagen en je proberen dood te lopen.Je wint zonder het te weten.En alle mensen, werkelijk alle mensen, wij drinken je, slurpen je gulzig weg, dag in, dag uit,totdat we niet meer kunnen.Volgedronken hangen we dan op de bank en proberentevergeefs de laatste uren uit te boeren.Maar eenmaal in ons begin je te knagenals een mijnwerker in donkere gangen.Langzaam, onvoelbaar, maar gestaag.Soms gaat het makkelijk, als een lichaam broos is,en soms lijkt er geen doorkomen aan.Maar uiteindelijk is er geen lichaam bestandtegen jouw tand. Je knaagt en knaagttotdat opeens een gang instort, en nog een,en nog een....

Page 18: Ode

Ode

aan

de

twijf

elAan de twijfel

Page 19: Ode

Niet lang geleden was ik zoekende.Het zoeken sterft bij het vinden,zei je toen tegen mij.En je lachte naar memet die onzekere mond van je.Het was niet te zeggenof je me uitlachte of juist toe.Ik geef toe, het was dom.Ik had het in het midden moeten laten,maar ik vond je onuitstaanbaar en ik beslootdat je me uit had gelachen.Wegen die daarvoor noglange armen waren naar de verte,werden afgehakt door grenzen.Deuren die daarvoor noguitnodigend open hadden gestaan,sloegen dicht als muizenvallen.Ik kon geen kant meer op.Eerst was ik blij dat ik blijkbaargevonden had wat ik zocht,maar later voelde ik me beklemden zelfs gevangen.Ik begon boos te worden op de dag en op een avondvond ik mezelf slaand op een deur.Toen deed jij open, twijfel.Ik viel je om je nek, zo blij was ik.Je troostte me en lachte naar memet die onzekere mond,die alles kon betekenen.Je nam me aarzelend mee naar een volgende deuren liet me voorzichtig zienhoe hem te openen.Lucht en licht overstroomde me.Ik ben je nog steeds dankbaar.

Page 20: Ode

Ode

aan

de

voet

stap

Aan de voetstap

Page 21: Ode

Uit gemakzucht, of uit domheid wellicht,feit is dat we je niet zien, dat we je ontkennen.Terwijl jouw populatie schrikbarende vormen aanneemt.En het houdt maar niet op. Alles wordt bewaard,lelijke, mooie, halve, stomme - geen enkele wordt ongedaan gemaakt.Kwam je eeuwen geleden alleen nog maar op grondniveau,tegenwoordig deins je niet terug voor etages;laag na laag stamp je vol met stappen.Het gaat nu alleen nog om vloeroppervlakken,maar hoelang zal het duren voordat je ontdekt hoe leeg de muren zijn, om maar niet te spreken van plafonds.Wat als er geen stap meer bij kan?Dan zal er toch moeten worden geruimd.Eerst de onbenullige indrukken van onbeduidende lieden.Dan de overbodige herinneringen aan mannen en vrouwendie dag in, dag uit dezelfde route liepen.Waarom zouden we die bewaren?Dan de voetstappen van kluitjes mensenin grote warenhuizen, in wereldse kantorenen in lange winkelstraten. waardeloos, weg ermee.De voetstappen van beroemdheden laten we even staan,totdat we erachter komen dat die voeten de voeten volgden van massa’s anderen. Hup, weg.Wat hou je dan over?De voorzichtige afdrukken op onmenselijke bergen,enkele bevroren passen op ijsvlakten,telbare met zand bedekte stappen in woestijnen.(En een paar op de maan.)De rest van de aarde zal leeg zijn. Even weer onbeschreven blad.Bewaar deze ode voor dat moment,beschouw het als een herinneringsmonument.Je zult het niet lang nodig hebben, voordat je het weetzal alles weer volgetrapt zijn en smerigzoals de smurrie die ooit als sneeuw begon.

Page 22: Ode

Ode

aan

de

vrijh

eid

Aan de vrijheid

Page 23: Ode

Je bent een goede moeder. Zoals je ons opvoedt, ons leidt over moeilijk begaanbare wegen, door gangen, donkere paden, veilig langs vlijmscherpe keien en voetsmalle richels diepten voorbij.Als afgronden ons tot springen uitdagen, hou jij ons tegen met hekjes en streng veboden toegang.Ooit, op een onverwacht moment, zullen we een vlakte bereiken,een wijdte die ons in eerste instantie zal overweldigen.Op dat moment zijn we groot genoeg om vrij te zijn.Dat zal de plaats zijn waar je ons loslaat. Eerst nogzullen we niet willen, bang bij je blijven, een paar meterweglopen, weer omkijken, en terugrennen.Maar uiteindelijk zal de verte ons naar zich toetrekken,weg van jou. En jij zal dat laten gebeuren,want je bent een goede moeder, wenst ons het beste,de moeder die ons loslaat als de tijd er is.Wij zullen niet keren en jij zult treuren in stilte;met deze ode zul je je tranen drogen.Eens. Eens zal het zijn. Maar nog niet.Nu zou de vrijheid zijn als een woestijndie verstikt. De golven zand zouden te hoog zijn.Je bent een goede moeder en houdt onsmet je regels staande. Zoals we tafelpoten haddenom vast te grijpen tijdens onze eerste wandelingen.Vrijheid moet je leren, zoals je ook een keer hebt leren lopen.Regels, wetten, grote en kleine, her en der verspreid:praat niet te hard, wees niet zonder reden onbeleefd,sta nooit op iemands tenen, gebruik een koffiefilterslechts één keer, als er geen stoel staat, blijf je staan.Regels. En wij kinderen der vrijheidhoeven niet te weten waarom een regel is gesteld.Met een simpel daarom moeten we tevreden zijn.Geen verdere vragen stellen, want daarmee riskeren weverscherping van de voorschriften.Jij bent de goede vrijheid, de alwetende moeder.Wij moeten niet zeuren.

Page 24: Ode

Ode

aan

de

zwaa

rtek

rach

tAan de zwaartekracht

Page 25: Ode

Het is vooral je onaantastbaarheiddie ik waardeer, je vermogenom te allen tijde jezelf te blijven,onomkoopbaar, ongrijpbaar.Je staat aan de basis van ons hele bestaan,al vergeten we -vergeef ons- voortdurendje aanwezigheid. En we hebben zoveelaan je te danken: zonder jou zou er geen stapgezet kunnen worden, geen lepeltje zou roerloos op tafel blijven liggen.Persoonlijk bezit zou onzin zijn.

Het is prachtig om te zien hoe je alles naar je toetrekt: mensen, dingen, dieren. Alleen de wolken blijven zich verzetten. En steeds lijkt het alsof hun verzet vruchten afwerpt, zo vrij als ze drijvenonder de dampkring, spelend op de wind.Maar schijn bedriegt. Als ze je vervelentrek je ze druppel voor druppel naar beneden.Dan vallen ze in plassen, weerloos tegen elke stap, elke laars.Dan weerkaatsen ze verslagen de wolkendie deze keer gespaard bleven.

Laatst zag ik hoe je werd getart, misbruikt haast,door een onbeduidend vliegtuigje. Het draaide rondjes alsof je niet bestond.En al ronkte het extra hard om je te sarren,je gaf geen sjoege. Je leek niet eens te kijken.Maar later op de dag zag ik je uit frustratieeen boom vellen, midden in een bos.Je dacht dat niemand het zag, je wildeje niet laten kennen. Maar ik was daar.En ik leerde je kennen.Arme zwaartekracht.

Page 26: Ode

Ode

aan

de

true

rwilg

Aan de treurwilg

Page 27: Ode

Een gat dwars door u heen,een hart, een leegte.Ik ben getroffen door uw adembenemende doorzichtigheid,door de wijze waarop u onverhulduw binnenkant toont, uw ziel,me een blik guntin het diepste van uw treuren.

Ik heb hartjes gezien, met spijkers gekrast,pijlen met namen, kinderwerk,maar dit gat in uw bast is ongekend,een raam naar een andere wereld.

Dat ongeluk en liefde in de kern dezelfde zijn, elkaars wederhelften,dat heb ik altijd al vermoed,maar het onomstotelijk bewezen zien,brengt me van mijn stuk.

Geluk en treurnis zijn verbonden,kunnen dus niet bestaan zonder elkaar,zoals dag en donker zonder de ander niet kunnen bestaan – dat is de schoonheidvan de waarheid, de zware boodschap van het leven.

Het is geen licht doorkijkjedat u me geeft, geen tussendoortje,maar inzichtelijke kennis.Ik kan niet meer onwetend zijn.

Gisteren kon ik nog naïef zijn,vanaf vandaag moet ik zonder twijfel zeggen: wie ik liefheb zal ik betreuren.

Page 28: Ode

Ode

aan

het

gew

eld

Aan het geweld

Page 29: Ode

Ik zag u laatst, voor het eerstmet andere ogen;ik zag u in het park,zittend op een bankje,verzonken in gedachten.U was zó sereen, zo geweldig verstild,evenwichtig, een bron van rust en weldaad.Ik kon mijn ogen niet van u afhouden,minutenlang heb ik vol bewonderingnaar u zitten kijken,net zo bewegingloos als u.En in die minutendrong het langzaam tot me doordat u in staat moest zijnom uzelf volledig weg te cijferenom datgene te doen wat nodig is,altijd het goede doel voor ogen houdend.Ik zag opeens de noodzaak invan een tik, de schoonheidvan een klap op het juiste moment,met de juiste hoeveelheid stootkracht gegeven.Ik begreep op dat moment,de rust overnemend die u uitstraalde,dat wanneer u iemand schopt,u niet uw kracht gebruikt uit frustratie,niet om uw eigen ego te ontladen,maar om die dwalende ander geestelijkvan richting te doen veranderen.U bent de herdershond van de mensheid,die bijten moet om de schapenop het goede pad te houden, die ook mij op zal inbeuken,mocht ik een vals spoor navolgen.En als gebeurt, dan zal ik het begrijpen.Ik zal u niet vervloeken,maar dankbaar zijn als u me slaat,weten dat het niet voor niets is.Dus als u me eenmaal moet corrigeren,wees dan niet voorzichtig.Sla me hard, sla m’n ene wang,en ook de andere,schop me verrot, sla me blauw,breek mijn botten, ik verdien het.

Page 30: Ode

Ode

aan

het

onb

eken

deAan het onbekende

Page 31: Ode

Sommigen zoeken je uit nieuwsgierigheid, anderen achtervolgen je uit een zucht van sensatie,een doodsbenauwde enkeling ziet spokenop de plek waar hij denkt dat je zit.De waarheid is dat geen mens je nog gevonden heeft.Dat is knap van je. Maar let wel, de mens ontwikkelt zich in een moordend tempo. En de tijd is in zijn voordeel. Het zal niet lang meer duren of elk denkbare techniekstaat tot zijn beschikking. Dan zal er geen plaats meer zijnwaar je veilig bent. Je zal gevangen wordennet als elk dier uiteindelijk gevangen wordt.Je zult ontmaskerd worden, je ware identiteitzal worden blootgelegd en tentoongesteld in speciaal daarvoor gebouwde musea.Maar zover is het nog niet.Wat ik me wel eens afvraag, zo turend in een donker hoekje van de tuin: ken jij ons?Bestudeer jij en bespied jij ons. Durf jijons dicht genoeg te naderen om te zien hoe wij ons gedragen?Als dat zo is, weet jij als geen ander hoe laat het isen realiseer jij je maar al te goed dat deze aardeuiteindelijk te klein zal zijn voor beiden, dat één van ons deze wereld zal moeten verlaten.Maar nog niet.Deze ode is voor jou. Misschien kan je hem lezen.Ik leg hem in dat hoekje van mijn tuin en ga daarna naar binnen.Toe maar, kom maar en lees. Nee, het is geen val.Ik sta niet achter de schuur met een geweer. Ik ben binnen. De gordijnen zijn dicht en de televisie staat aan. Er is een programmaover oorden waar bekenden en onbekendenbevriend zijn. Een mooie wereld.

Page 32: Ode

Ode

aan

het

toev

alAan het toeval

Page 33: Ode

Het lijkt soms alsof je niet bestaat,zoals alles in elkaar schuiften het een zo voortreffelijk past in het andere. Dan denken wedat er wel een god of lot moet zijnmet een alles overweldigend plan,waarin het leven en de dood bepaald is:dat mensen elkaar na jaren op die ene dagontmoeten, de woorden zeggendie lang van te voren zijn bedacht,of dat op een goed of slecht moment een auto komt te rijden op een plek waar dan ook een ander net moet zijn;of een rakelingse seconde verder.Maar ook het vallen van een zaadjeop de handpalm van de wind, zodathet meewaait tot de plekwaar het een lente later zal ontkiemen.Zo moest het zijn, zeggen we dan,in een poging om jou te vergeten.En soms lukt dat. Juist danwas je meesterlijk.

Page 34: Ode

Ode

aan

mor

gen

Aan morgen

Page 35: Ode

Hij loopt voor vandaag uitals een aankondiger voor de optocht:uit de verte komen al de eerste grommenvan de trommels, de trilling in de grond.Naderend minuut voor minuuttot het geluid je overweldigt.Fluiten, tuba’s, trompetten.De ingespannen blikkenvan de jonge majorettes trekkenaan de dwanghekken voorbij;de grote meiden spelen vriendelijkheid,maar als je even meeloopt,dan zie je al snel dat ze onder hun gezichtenandere gezichten verborgen houden.Zo leer je de mensen wel kennen.Morgen niet. Die loopt voorop.Nooit ziet hij wat wij krijgen te zien.Dat lijkt zielig. Het lijkt alsofhij zich opoffert, maar dat is niet zo.Ach, hij kijkt wel eens om en lachtom wat hij denkt te zien of huiltals daar aanleiding voor is,maar hij staat er niet bij stil.Nee, hij is trots op wat hij doet, op wat hij is: onmisbaar, onvervangbaar.Niemand anders loopt zo regelmatig door als hij,en niemand anders kent de weg die we gaan zo goed.Ieder ander zou zich vroeg of laateen keer vergissen, een straat ingaandie gisteren of ooit eens in een ver verledenal een keer geweest was.Een onvoorstelbare ramp zou dat betekenen.