Notulen Directie en Raad der Reederij van de ORION
-
Upload
kees-bouten -
Category
Documents
-
view
218 -
download
0
description
Transcript of Notulen Directie en Raad der Reederij van de ORION
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Transcriptie
van de 'Notulen van de vergaderingen van de Directie en de Raad der
Reedery, van het Fregatschip Orion' (61 blz.)
17 October 1837 – 25 November 1855
Oprichting van de rederij
Eerste reis van de ORION, va 18 Nov 1838
Tweede reis, va 9 Jan 1840
Derde reis, va 20 Dec 1841
Vierde reis, va 18 Mrt 1844
Vijfde reis, va 28 Aug 1845
Zesde reis, va 15 Mei 1847
Zevende reis, va 7 Apr 1848
Achtste reis, va 6 Mei 1850
Negende reis, va 16 Mei 1852
Tiende reis, va 10 Mei 1853 (Sydney via London)
Elfde reis, va 11 Aug 1855
etc. descunt
en van het ‘Grootboek van het Fregatschip Orion', (... blz.)
2 Januari 1838 - 31 December 1859
Bouw van het schip tot en met de 12e reis
en verkoop van het schip
Reedery A. Blussé van Oud Alblas, te Dordrecht
Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
1 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
Notulen Betreffende het Fregatschip
Orion 1837
Nadat, in eene eerste op den 17e October 1837 door de Heeren A. Blussé van Oud Alblas, Herman van
der Sande Hz, F. van Wageningen, Mr. P. Blussé Az en H.P. Visser gehouden comparitie besloten was om
een schip te bouwen van 155 voet lengte 39 breedte en 25 diepte, berekend voor minstens 600 lasten;
en men zich vervolgens omtrent bestek en prijs met de Heeren C. Gips & Zonen verstaan had, is, in eene
tweede comparitie, op den 25e October 1837, de Reedery – cedul voor den Orion waarbij de Heeren A.
Blussé van Oud-Alblas, Herman van der Sande Hz, F. van Wageningen en Mr P. Blussé Az als Directeuren
benoemd worden, gearresteerd, de teekening daarvan geopend, en eene circulaire aan de deelhebbers
in onze andere Schepen gearresteerd, ten einde hen in de gelegenheid te stellen om mede, zoover het
nog ongeteekende gedeelte strekken zou, deel te nemen, met verzoek om binnen 8 dagen van hun
verlangen te doen blijken.
Figuur 1 Aandeelhouders in het Fregatschip ORION
De Reedery-cedul binnen de 8 dagen volgeteekend zijnde, en inmiddels de onderhandelingen met de
Heeren C. Gips & zonen over het bestek ten einde gebracht zijnde, is den 29e October 1837 de kiel voor
het Fregatschip Orion gelegd,
Kiel gelegd.
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
2 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
en in eene op den 11e November 1837 gehouden comparitie het bestek met de Heeren Gips finaal
gearresteerd en geteekend, heeft men zich in die comparitie ook voorlopig met den Blokmaker
Bouwman verstaan, onder reserve van al het afgesprokene in een nader met hen te passeeren contract
te brengen, en is wijders besloten, om aan de Directie der Handelmaatschappij legaal kennis te geven
van het leggen van de Kiel voor gemelde Bodem.
Comparitie van Directeuren
gehouden den 16e November 1837
Nadat reeds tijdig de nodige informatien, zoo buiten als binnenslands, naar de prijzen van bladkoper,
van koper voor de bouten, en van kopere spijkers genomen waren, is de leverantie aan de minste
Inschrijvers gegund, zijnde voor het blad-koper van 5 en 5½ Npd H. de Hens & zoon te Utrecht tegen
f. 125, voor het rond en achtkant stafkoper L.J. Enthoven &Comp te ’s Hage tegen f. 125,44 en voor de
kopere spijkers mede de laatstgenoemden tegen f. 121,03 alles per 100 Npd.
Nog is in deze comparitie het gieten van de Metalen roerstellen aan den Heer C.L. Huygen te Schiedam
tegen f. 139, en het leveren van de compositie spijkers aan de Heeren D’Erve Dekkenborgh te Schiedam
tegen f. 112,86 per 100 Npd gegund.
Tevens is echter besloten om van P. Smits Fzn alhier de voorhanden oude koperen bouten, voor zoover
die strekken, tegen f. 124 per 100 Npd overtenemen, op de maat klaar gemaakt en onder korting van 2
pCt voor kontant.
Comparitie van Directeuren
gehouden den 21e November 1837
Door de Directeuren is aan den minstinschrijvende, en in tegenwoordigheid van W. Kolkman
aanbesteed, te weten: aan gemelde W. Kolkman het Engelsch 8Kant tegen f. 14 het 5/8, en f. 16 het ½
dms, en aan Jakob van Wageningen het Engels plat of Knieijzer 8000 Npd á f. 12½ en ’t meerdere tot
f. 13½, voorts het ordinair rond á f. 13½ , het patent rond á f. 17 en het Zweeds á f. 19¾ , alles per 100
Npd.
Voorts het besmeeden van het Schip gegund aan P. Hofman &Comp in verhouding der zelfde prijzen als
vroeger voor de Jacob Cats en Oud-Alblas besteed zijn.
[den 25e November het contract met Bouwman geteekend]
Vergadering
van den Raad der Reederij
gehouden den 2e December 1837
Present de Heeren A. Blussé van Oud-Alblas, Herman van der Sande Hzn, Florent van Wageningen, Mr
P. Blussé Azn, H.P. Visser, B. Bruininghuis en C.Gips &Zonen.
De eerste vergadering van den Raad der Reederij van den Orion, na behoorlijke oproeping plaats
hebbende, is door den President met eene korte toespraak geopend, en vervolgens, op voorstel der
directie eenparig besloten tot eene storting van f. 600 per 1/32e aandeel, te doen voor of op 2 January
1838, en eene tweede storting van f. 500 per 1/32e aandeel, te doen voor of op 1 Maart 1838; verder
goedgevonden om bij het rigten der stevens, waarvan de dag door de Heeren Gips nader aan alle
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
3 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
deelhebbers zal worden opgegeven, de gewone fooi van f 26 te geven. – Na aan de pressente leden
geheimhouding der bepalingen van het bestek met de Heeren C.Gips &Zn opgelegd te hebben, en
niemand iets voor te stellen hebbende, is deze vergadering gescheiden.
En is den 4e December aan alle afwezige deelhebbers bij missive van het beslotene kennis gegeven.
Comparitie van Directeuren
gehouden den 27e December 1837
Door de Directie is voor het toezigt bij den bouw van het Schip, te beginnen met 1 January, aangenomen,
Kapt A. van der Linden tegen f. 50 in de maand.
Met C.H. van Kamen overeengekomen het hekken en maken der koperen bouten tegen f. 5, de afval ten
zijner lasten.
Comparitie van Directeuren
gehouden den 27e January 1838
Met de Heeren dewed G. ’t Hooft &Zonen overeengekomen om het benodigde touwwerk voor den Orion
te leveren tegen f. 45 het lopende en f. 49 het staande want.
Verder besloten om de vlaggen op de gewone wijs te maken en daarvan de groote bepaald.
Comparitie van Directeuren
gehouden den 27e Maart 1838
De inrigting der betimmering gearresteerd; en heeft de Heer H.P. Visser op zich genomen om daarvoor
het benodigde bestek op te maken. Voorts bepaald om prijs opgaven in te winnen van Ankers, Kettingen
en Tuigkettingen en om op 14 April daaromtrent te beslissen.
Comparitie van Directeuren
gehouden den 14e April 1838
De prijsopgaven van Ankers, Kettings en Schoten van Gateshead, Newcastle, Sunderland, Liverpool,
alsmede van J. Laming en J.H. Bosboom te Rotterdam, ingekomen zijnde, is bevonden, dat de prijzen van
Newcastle deminste waren; maar, uit hoofde van de oude relatie met Gateshead, en het van daar
vroeger ontvangene beproefd bevonden zijnde, werd besloten om nog eerst te vragen, of men van daar
zou willen leveren tot eene prijs, welke wij rekenden met Newcastle gelijk te komen.
Comparitie van Directeuren
gehouden den 2e Mei 1838
Ofschoon van Gateshead gunstig antwoord bekomen was, maar door de Heeren C. Allhusen &Comp,
reizger van Newcastle intusschen nog eenige meerdere korting aangeboden was, besloten om de
benodigde Ankers, Ketting-kabels en tuigkettingen van die Heeren te nemen, de Ankers tegen 24 Shell,
en de Kabelkettings van 1 duim en meer tegen 18 Shell, met 5 pCt korting, de tuigkettingen bijzonder te
berekenen.
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
4 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
Besloten om voor den Orion 8 6ponders te bestellen, mits ter gelijke prijs te bekomen zijn als voor de
Jacob Cats besteed is; en 4 gebruikte waterkisten bij J. Laming te Rotterdam te nemen tegen f.96 vrij
hier, mits op de proef goed bevonden wordende.
Den Heer Visser opgedragen om met de Kapt A. van der Linden eenen staat der zeilen op te maken met
bepaling, dat die niet te zwaar moeten genomen worden, en om eene opgaaf in te leveren van het
benodigde touw, ten einde de touwslagers aan den gang te helpen.
Eindelijk bepaald om tegen 5 Mei den raad der Reederij op te roepen ten einde eene nieuwe storting
voor te dragen.
Vergadering
van den Raad der Reederij
gehouden den 5e Mei 1838
Present de Heeren A. Blussé van Oud-Alblas, Herman van der Sande Hzn, F. van Wageningen, Mr P.
Blussé Azn, C.G. ‘t Hooft, B. Bruininghuis, C.Gips &Zonen.
De Raad der Reederij, behoorlijk opgeroepen zijnde, is door den President opening gedaan van de
behoeften der Reederij, en van de noodzakelijkheid om daarin door eene nieuwe storting te voorzien. Op
zijn voorstel is daarop eenparig besloten tot eene derde storting en wel van f. 1000 per 1/32e te doen
voor of op 5 Juny aanstaande; en is daarvan aan de afwezigen dien eigen dag bij circulaire kennis
gegeven.
Niemand iets verder voor te dragen hebbende, is deze vergadering gescheiden.
Comparitie van Directeuren
gehouden den 22e Mei 1838
Het bestek en teekening der betimmering gearresteerd zijnde, is besloten daarop de inschrijving open te
stellen tegen 31 Mei, waartoe uitnoodigingen zijn afgegeven aan J. van der Steen, A. de Groot Lzn, W.
van der Weyden &zn, de Klerk & J. de Kreuk.
Aan den Beeldhouwer opgedragen om tegen dien zelfden 31e Mei tweeledige teekeningen in te leveren
van het beeldhouwwerk.
De Heer J. Laming niet verkozen hebbende om de gebruikte ijzere waterkisten aan eene keuring te
onderwerpen, is besloten 8 geheel nieuwe tegen f. 145 te bestellen vrij te Rotterdam.
Comparitie van Directeuren
gehouden den 31e Mei 1838
Drie inschrijvingen op de betimmering ingekomen zijnde, is dezelven aan den minsten aannemer W. van
der Weyden gegund tegen f. 26,40 en is daarvan dien eigen dag een behoorlijk contract gepasseerd.
Bij informatie omtrent het gieten eener klok bevonden zijnde, dat men op Feyenoord 15% minder is dan
te Schiedam, zoo is dezelve op Feyenoord besteld.
Comparitie van Directeuren
gehouden den 13 Juny 1838
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
5 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
Het Loodgieterswerk aan den minsten aannemer P. van Altena tegen f. 33,50 besteed, en de besteding
van het maken der Zeilen met Lijkwant en kouzen bepaald op 16 Juny; zullende door den president
monsters van zeildoek met prijsopgaven gevraagd worden.
Besloten naar prijzen van ijzeren pompen, te Amsterdam en te Antwerpen te infromeeren.
Comparitie van Directeuren
gehouden den 16e Juny 1838
Bij opening der inschrijvingsbilletten op het maakloon van de zeilen is gebleeken alleen in aanmerking te
kunnen komen, zoo wat prijs als tijd van levering aangaat, dat van J. van den Hoogen, tegen 22 centen
per U.
Wijders besloten het Hollandsch doek wederom bij Jan Schaap te Krommenie, en het vreemde bij H.
Veder te Rotterdam te nemen.
Comparitie van Directeuren
gehouden den 29e Juny 1838
Na vele deliberatien, en ons daarna eventueel geen moeite met de exdperten der Handelmaatschappij te
hebben, besloten om den Orion ook, ter versterking, van eene Koebrug te voorzien, bestaande uit zes
balken van 12 en 13 duim, liggende op klossen van 4 Voet lang 8 duim dik en 16 duim breed; en is dit
door de Heeren C. Gips &zonen tegen f. 841 aangenomen.
De prijs der pompen te Amsterdam voor 4 Duim wijdte f.212,30 en voor 3 Duim wijdte f. 175 zijnde, en te
Antwerpen maar gevraagd wordende f. 105 voor eene lengte van 5 El, en voor iedere el langer nog f. 6
en de benodigde lengte op eene kleine 7 El nederkomende; zoo is besloten om dezelven te Antwerpen te
bestellen, mits tijdig geleverd wordende. De kosten tot hier worden per pomp op f.16,50 berekend.
De kluizen en blokkenschijven te Feyenoord besteld.
Op touwwerk en blokken f. 6000 en op de zeilen f. 4000 verzekerd; en van der Weyden kennis gegeven
dat op 3 July de betimmering aan boord beginnen kan.
Comparitie van Directeuren
gehouden den 10e July 1838
Op daartioe vroeger gearresteerd bestek en gedane uitnodiging tot inschrijving, het schilderwerk zoo
binnen als buiten, aanbesteed aan A. vandere Strij &Zoon voor f. 497 en is daartoe dadelijk door de
Heeren contract geteekend.
Comparitie van Directeuren
gehouden den 24 July 1838
Directeuren hebben uit aanmerking dat de benoeming van eenen kapitein en meer toezigt voor den
Orion dringend gevorderd wordt, besloten om tot kapitein te benoemen in te gaan met 1 Augustus,
Jacob van der Linden, thans kapitein op de Jacob Cats; en heeft de mede Directeur Herman van der
Sande Hz op zich genomen, om die aanstelling een gemelden over te brengen, en daarbij,
overeenkomstig de aan Z.Ede, door den president meden te geven aanwijzing en de nodige voorzieningn
te bewerkstelligen.
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
6 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
In het Bestek van betimmering de verandering gemaakt, dat langs de Spiegel maar twee, in plaats van
drie hutten zullen komen, en is met W. van der Heyden overeengekomen dat hij daarvoor f. 100 zal laten
korten.
Comparitie van Directeuren
gehouden den 31e July 1838
Directeuren hadden het genoegen in hun midden te ontavnegen den voor den Orion als kapitein
benoemden Jacob van der Linden, en dezelven met die betrekking geluk te wenschen.
Met denzelven overleg gemaakt omtrent de bestelling van kajuitsmeubelen, scheeps-instrumenten en
kaarten, geweren, sabels, en pistolen, een nachthuis, het vragen te Howeler te Amsterdam van
teekening en prijs van een combuis als op de Stad Amsterdam, en het bestellen van 16 heelen en 8 halve
watervaten.
Verder besloten om het Schip van eenen schuurgang te voorzien waardoor 2 bladen koper uitgehaald
worden, de ballastpoorten van kopere hangen te voorzien, en de middelste lenspoorten half te maken.
Eindelijk het zamenroepen van den Raad der Reederij op 2 Augustus bepaald tot het arresteeren eener
nieuwe storting.
Vergadering
van den Raad der Reederij
gehouden den 2e Augustus 1838
Present de Heeren A. Blussé van Oud-Alblas, Herman van der Sande Hzn, F. van Wageningen, Mr P.
Blussé Azn, H.P. Visser, C.G. ‘t Hooft, B. Bruininghuis, M.G. Slijp, C.Gips en Mr. J.H. Holle.
De Raad der Reederij daartoe behoorlijk opgeroepen, vergaderd zijnde, is door den president kennis
gegeven van de benoeming van Jacob van der Linden tot kapitein van den Orion; en eene vierde
storting van f. 1000 per 1/32e te doen voor of op 2 September, vastgesteld; waarmede men zich
eenparig vereenigd heeft.
Nog is door den president medegedeeld, dat het voornemen is om op 2 September den Orion te water te
laten.
Comparitie van Directeuren
gehouden den 9 Augustus 1838
De teekening van het combuis ontvangen zijnde, met opgave van dikte en zwaarte van platen, alles te
leveren voor f. 300 in Amsterdam, is met P. Hofman &Comp overeengekomen, dat zij hetzelve zullen
maken voor f. 275, en alles gelijk aan de teekening en zwaarte van het Amsterdamsche.
Comparitie van Directeuren
gehouden den 1 September 1838
Bepaald, dat bij gelegenheid van het op den 4e dezer te water laten van den Orion, aan het volk van de
werf f. 100 tot teering te geven, en zal op heden, door de Heeren C.Gips &Zonen, van dat te water
loopen aan alle deelhebbers worden kennis gegeven.
Te water laten van de Orion.
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
7 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
Aan den kapitein opgedragen om naar een tweeden Stuurman uit te zien, terwijl als vierden Stuurman is
aangenomen Willen Hendz Budde, van Deventer, oud 18 jaar, en de plaats als derden Stuurman zal
worden opengehouden om aan Abraham Dassevaal, van ’s Hage, oud 22 Jaren, en in die hoedanigheid
de laatste reis met den Oud-Alblas gedaan hebbende, aan te bieden.
Besloten om bij eene advertentie eenen Scheepsdokter te vragen.
De Patent Glazen noch hier noch te Rotterdam te bekomen zijnde, zullen per Batavier van London
ontboden worden.
Comparitie van Directeuren
gehouden den 8e September 1838
Aangezien de Assurantie door de Heeren C. Gips &Zonen tot hiertoe voor dien bodem bezorgd, met 13
dezer eindigt, werd besloten om het Schip te Amsterdam voor de uitreis te verzekeren, ten beloope van
f. 1000.000 op het casco en f. 40.000 op behouden varen, op de gewone conditien, en in te gaan met 13
dezer.
Van de te Antwerpen bestelde ijzere pompen nog niets vernomen wordende zal daarom met nadruk
geschreven worden.
Aan de Heeren Visser & Muller opgedragen om te zorgen, dat in de volgende week voor den president P.
Beelaerts van Emmichhoven de Reederij-Cedul gepasseerd kan worden, en daarvoor procuratie van den
Heer L. Zegers-Veeckens gevraagd, waarvan copie bij de Reederij-papieren weggelegd.
Comparitie van Directeuren
gehouden den 18 September 1838
De president rapporteert, dat de Assurantie te Amsterdam, volgens verlangen gesloten is, f. 100.000 op
Caso á 3%, en f. 40.000 op behouden varen á 2%.
Te Rotterdam door den kapitein een nachthuis besteld voor f. 120,-
Het waarloos Rondhout bij de Heeren C. Gips &Zonen besteld, waarvoor f. 1014 door hen gevraagd was,
maar hetwelk voor 928 bedongen is.
Bepaald om met 20 September de monstering te openen, en dien dag den Raad der Reederij op te
roepen tot het bepalen eener Nieuwe storting.
Vergadering
van den Raad der Reederij
gehouden 20 Sept. 1838
Present de Heeren A. Blussé van Oud-Alblas, Herman van der Sande Hzn, F. van Wageningen, Mr P.
Blussé Azn, H.P. Visser, C.G. ‘t Hooft, B. Bruininghuis, C.Gips &Zonen, M.G. Slijp.
De Raad der Reederij daartoe behoorlijk opgeroepen, vergaderd ziijnde, is op voorstel der directie,
eenparig besloten tot het vaststellen eener vijfde storting, van f. 1000 per 1/32e aandeel, te doen voor of
op 20 October aanstaande, en is daarvan dien dag aan alle afwezige deelhebbers bij missive kennis
gegeven.
Niets meer te verhandelen zijnde, is deze vergadering gescheiden.
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
8 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
Comparitie van Directeuren
gehouden den 24 September 1838
Besloten, om vermits op de ijzeren pompen van Antwerpen niet meer te rekenen is, te Amsterdam
kopere pompen te bestellen, die later gekeurd worden en binnen 3 weken geleverd kunnen worden. Men
had daaromtrent vooraf door Kapt. Derks de nodige infromatien genomen.
Voorts bepaald om het Schip aan de Handelmaatschappij ter bevrachting aan te bieden om gereed te
leggen op 30 October, (hetwelk door den president bij missive van den 28e is bewerkstelligd). De
Inschrijving van de benodigde medicijnen opengesteld, (en vervolgens gegund aan de minsten aannemer
J. van Wageningen voor f. 122,50)
Comparitie van Directeuren
gehouden 5 October 1838
De president berigtte, dat op de aanbieding van den Orion onder dagteekening van den 1e dezer, een
ongunstig antwoord ontvangen was, en dat hij eerst over het schrijven van eenen brief aan zijner vriend
van der Houven gedacht en dien geconcipieerd had, maar nu besloten had, in de volgende week in
persoon zich naar Amsterdam te begeven, ten einde op de eene of de andere wijze te verkrijgen dat de
Orion in de bevrachtingen van November opgenomen worde.
Inmiddels werd besloten met alles, ook met de anneming van manschappen voor de equipage, voort te
gaan, en was als eersten Stuurman aangenomen P. Kley van Rotterdam, en als doctor G.A. van Heemert
uit ’s Hage; en aan Visser & Muller opgedragen om voor den Zeebrief te zorgen.
Comparitie van Directeuren
gehouden 13 October 1838
De president berigtte, dat hij zich den 11e naar Amsterdam begeven, nog dien eigen avond met den Heer
van der Houven gesproken had, en men nu, naar zijn oordeel gerust voortgaan het Schip in de volgende
wwek op Stroom brengen, vervolgens ook de proviant innemen, en zich voorbereiden kon om in het
begin van November naar zee te gaan.
[op de confidentiële coorespondentie tusschen de president en de Heer van der Houven, en eenen
dienvolgende door eerstgemelde aan de Directie der Handelmaatschappij geschreven brief, is van dezen
laatste onder dagteekening van den 19 October, te toezegging gevolg, dat de Orion in de laatste
bevrachtingen van dit Jaar, in November, zou begrepen worden, en men daarvan reeds nu kennis gaf,
opdat het Schip zou kunnen gereed gemaakt worden, om in de eerste dagen van November te zeilen.]
Comparitie van Directeuren
gehouden 6 November 1838
Directeuren vergaderd zijnde, gaf de President kennis, dat hij dien dag van de Directie der
Handelmaatschappij, het berigt had ontvangen, dat dezelve, ten gevolge van haar schrijven van den 19e
October, den 5e dezer den Orion in hare bevrachtingen voor November begreepen had, om op 14
November te Hellevoetsluis gereed te liggen, en op Amsterdam te huis te komen.
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
9 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
En zijn nog dien eigen dag aan den Kapitein zijne Instructies en correspondenten-lijst ter hand gesteld,
terwijl de charter-partijen nog van Amsterdam gewacht werden.
Eindelijk gaf, in deze comparitie, de president kennis, dat het aandeel van de Heeren C. Gips &Zonen op
1 November, ingevolge daarvan door hem overlegd verkoop contract van dien dag, aan hem overgegaan
en ter zijner dispositie gesteld was, en hij nu dat aandeel tot gelijken prijs zou overgeven, en als
boekhouder, bij de laatste te bepalen en te bewerkstelligen storting, een behoorlijk bewijs van aandeel
daarvoor afgeven zou aan den Heer Gerrit Vriese te Amsterdam. Nog gaf de president kennis, dat de
Heeren C. Gips &Zonen, bij het afgeven der stortings quitantien niet hebben kunnen produceeren de
eerste, in dato 2 January 1838 groot f. 600, daarvan eene schuldbekentenis van gelijk bedrag hadden
gepasseerd, om bij het teregtkomen der bewuste stortings quitantie tegen dezelve uitgewisseld te
worden; en zijn beide stukken op dezen datum bij de Reederij papieren weggelegd.
Comparitie van Directeuren
gehouden 8e November 1838
Bij de Directeuren werd besloten om ontijds te infromeeren, of men zulks behoevende, ook eene sterke
Sleepboot zou kunnen bekomen, ten einde het Schip daarmede naar Hellevoetsluis te brengen; sedert
gisteren is de equipage compleet en de monssterrol gesloten.
Figuur 2 Kosten van aanbouw en uitrusting van het Fregatschip ORION
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
10 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
EERSTE REIS VAN DE ORION * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
De Orion is den 11e November, des voormiddags omstreeks 12 uren van voor deze Stad vertrokken,
gesleept wordende door de Stoomboot de Stad Dusseldorf, en des namiddags ten half 5 uren aan de
Hoornsche Hoofden aangekomen, waarvan den 12 aan de Directie der Nederl. Handelmaatschappij is
kennis gegeven, met verzoek om den 13e dezer de expeditie af te zwenden. – Den 13e zijn aan Kapt van
der Linden door den president, met een laatste schrijven aan hem, ook zijn charter-partij en de brief voor
onze correspondenten te Batavia toegezinden. – Den 14 had Kapt van der Linden ook van de
Handelmaatschappij zijne expeditie ontvangen, maar een zware mist belette dien dag het naar zee
gaan. Dit gelukte eerst den 18e blijkens de brieven van den Kaptn zelven en van den Heer P. Gallas.
Vergadering
van den Raad der Reederij
gehouden 20e Novemb. 1838
Present de Heeren A. Blussé van Oud-Alblas, Herman van der Sande Hzn, F. van Wageningen, Mr P.
Blussé Azn, G. ‘t Hooft, B. Bruininghuis, M.G. Slijp.
De Raad der Reederij, daartoe behoorlijk opgeroepen, vergaderd zijnde, gaf de President kennis, dat den
Orion des namiddags van den 18e van Hellevoetsluis gezeilt en wel in zee gekomen was; dat voorts
volgens eene zoo nauwkeurig mogelijke opgemaakte raming van hetgeen nog zou nodig zijn tot geheele
afbetaling van de kosten van Aanbouw en juitrusting van de Orion tot in zee, er nog eene slot storting
vereischt wordt van f. 1.500 per 1/32e aandeel, en werd eenparig tot die zesde en laatste storting
besloten, te doen voor of op 20 December aanstaande, met bepaling, dat alsdan elk tevens zijne
vroegere stortingsquitantien zal hebben mede te brengen, ten einde, tegen intrekking derzelven een
behoorlijk bewijs van aandeel op zegel te ontvangen, en is aan de afwezige deelhebbers daarvan bij
missive kennis gegeven.
Niemand iets meer voor te dragen hebbende, is deze vergadering gescheiden.
[Den 9e January 1839 is aan de Reederij, door de Agenten der Nederl.Handelmaatschappij alhier,
mededeeling gedaan van een besluit derzelve Maatschappij om voor dit jaar 1839 de vrachten nog met
f. 5 per Last te verminderen.
Even gelijk als met de Heeren C. Gips &zonen het geval is geweest, zoo hebben de Heeren A & J. Mijnlieff
de eerste stortings quittantie van den Orion niet kunnen uitleveren, en zijn die aan de Reederij schuldig
gebleven, blijkens eenen brief van A. Mijnlieff Fzn, van den 8 January 1839.]
Eerste berigt van aankomst te Batavia
Den 25e Mei ontving de Directie brieven van kapt van der Linden en van onze correspondenten te
Batavia, meldende dat de Orion den 19e February, de eerste van alle gelijktijdig met hem uit het
Vaderland vertrokken bodems, te Batavia aangekomen was, de geheele equipage gezond, en het schip
in goede staat en dacht den 24e naar Sourabaija te vertrekken, om van daar te Passaroeang te gaan
laden, en is daarop onmiddelijk bepaald, om de retour assurantie te Amsterdam te doen f. 100.000 op ’t
Casco en f. 50.000 op vrachtpenningen. Een brief uit Sourabaija van den 28e February, melde de kapitein
zijn arrivement aldaar, en dat hem 350 picols tin tegen ¼ vracht, en 200 dito om voor niet mede te varen
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
11 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
gegeven waren, en dat daar niets tegen viel in te leggen, wordende alle schepen daar thans op gelijke
wijze mede belast. Hij had voorts dien dag order ontvangen om zich naar Passaroeang te begeven, en
daar 9000 picols suiker in te nemen.
In latere brieven meld kapt van der Linden dat hij den 4e Maart te Passaroeang aangekomen was, aldaar
genoodzaakt was geweest bamboes voor garneering te kopen, den 6e een begin met laden gemaakt, en
den 19e de laatste suiker overgenomen had, en den 20 Maart met het laden van koffy begonnen had,
hebbende order om te Passaroeang vol te laden, waarna hij benoorden Madura over Batavia de
terugreis zou aannemen. – Op 1 Augustus ontvingen van kapt J. van der Linden een brief uit
Passaroeang van 29 Maart, meldende dat hij daags te voren vol geladen was, nu inhad 550 picols tin,
9002 picols suiker en 7722 picols koffy, en dat hij nu dien nacht de reis, gelijk vroeger geschreven had,
dacht aan te nemen.
Den 25 April 1839, bij de Directie is ingekomen een brief van M.G. Slijp alhier, te kennen gevende dat hij
zijn 1/32 aandeel in de Orion aan de Heeren C. Gips &Zonen heeft verkocht, en waarvan door ZE eene
behoorlijke overboeking op hun Ed naam verzocht wordt, en is deze missive, met een brief van de Heeren
C.Gips &Zonen, waarbij hun Ed deze kennisgeving bevestigen, weggelegd bij de stukken.
Vergadering
van den Raad der Reederij
gehouden 6 Augustus 1839
Present de Heeren A. Blussé van Oud-Alblas, H. van der Sande Hzn, F. van Wageningen, Mr P. Blussé
Azn, B. Bruininghuis, H.P. Visser.
Notulen tot heden gelezen en goedgekeurd.
Rekening van aanbouw en uitrusting tot in zee gedaan, goedgekeurd, en door de presente leden
geteekend; en is daaruit gebleken, dat gestort was, in zes verschillende stortingen,
f. 5.600,- per 1/32e aandeel, makende f. 179.200,-
terwijl de uitgaven bedragen hebben f. 178.114,84
en alzoo in kas gebleven was f. 1.085,16
Niemand iets voortestellen hebbende is deze vergadering gesloten.
Den 9e Augustus 1839 ontvingen wij van kapitein J. van der Linden, uit Batavia van den 13 April bericht,
dat hij aldaar den 10e was aangekomen, en den 14e de terugreis naar het Vaderland zou aannemen; hij
berichtte in dien brief van bij de Heeren Sandhagen &Glazen te moeten achterlaten f. 1350 in
Bankpapier, alzoo bij de bank daarvoor geen zilver te bekomen was.
Den 18 Augustus werd door ons een brief van Kapitein J. van der Linden ontvangen, gedagteekend van
St.Helena van den 22 Juny, bevestigende zijn vertrek van Batavia op 14 April, en meldende dat hij van
daar tot aan het Kaapsche rif veel had te worstelen gehad met allerongunstigst weer en ziekten onder
het volk, waarvan er twee Jan Siepman & Frans Joseph Diek aan de Dissenterie bezweken waren.
Aankomst te Texel
Des avons van den 20e Augustus 1839 ontvingen nog het aangename bericht, dat de Orion daags te
voren in het Nieuwe Diep was binnen gekomen.
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
12 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
Des avonds laat van den 9e September is die bodem te Amsterdam in het Oosterdok aangekomen, na
vroeger elf ligters gelost te hebben. En heeft de President zich den 16e naar Amsterdam begeven, ten
einde met den kapitein onderscheidene bepalingen, ook omtrent al of niet afdanken van manschappen,
te maken, Schip en Inventaris na te zien, en te overleggen, wat daaraan, zoodra het Schip los zal zijn, te
doen, speciaal ten opzichte van eene verbreeding van de Schuurgang en Koperen huid, het herstel van de
Fokkenmast, de verandering van de Poorten, het vernieuwen eener IJzeren Kluis, het kalfaten van het
Dek, en andere noodzakelijke en tijd vereischende reparatien, en zulks opdat het schip tegen den 30e
October wederom naar Zee zou kiunnen gaan, waartoe men besloten had, zonder den eersten dingsdag
in October af te wachten, den Orion, te gelijk met het indienen der Vrachtrekening, bij de Maatschappij
ter bevrachting te doen aanbieden; en is die aanbieding, het schip den 23e ledig gekomen zijnde, ook
reeds den 24 September door de Heeren Jan Daniels &Zn & Arbman bewerkstelligd, met indiening der
Vrachtrekening bedragende f. 106.570,61
Figuur 3 Eerste reis van de ORION
Aan den Heer Vrede te Heusden is, in het vertrouwen dat de Orion in de bevrachting van October
begrepen zou worden, gemeld dat men zijne Zuster met Acht Kinderen in eens af voor f. 2400 zou
overbrengen, waar zij den 25 October te Amsterdam aan boord zouden moeten zijn.
Den 26e September 1839 is kapitein J. van der Linden tot ons naar Dordrecht gekomen, en heeft de
Directie toen nog nader met hem een en ander, betrekkelijke het opnieuw toe en uitrusten van de Orion,
besproken en overlegd, en hebben de Mede-Directeuren Herman van der Sande Hz en Florent van
Wageningen wel op zich willen nemen om zoo veel nodig een en ander, speciaal wat de Nieuwe
Proviandering aangaat, te bezorgen; terwijl ook Mevrouw van der Sande zich wel heeft wilen belasten
met de nodige completeering en in order brengen van de Kajuits en Kerkgoederen.
Den 2e Ocotber 1839 bepaald om den Orion naar de tweede uitreis te doen verzekeren tegen f. 80.000
op ’t Casco & f. 40.000 op behouden varen, (hetwelk den volgende dag te Amsterdam bewerkstelligd is)
alsmede om als Opperstuurman op dien bodem geen Familie betrekking van den kapitein aan te nemen.
Den 8e October 1839 ontvingen wij het onaangename bericht dat de Orion niet in de bevrachtingen van
October begrepen was, ten gevolge waarvan ook het Engagement met de Zuster van de Heer Vrede en
haar Kinderen afgesprongen en deze met eene andere gelegenheid naar Batavia vertrokken.
Vergadering van Directeuren
gehouden 11e October 1839
Directeuren vergaderd zijnde, en zich door het nazien van de rekening van Kapitein J. van der Linden,
overtuigd hebbende dan diens zuinigheid in de Uitgaven op Java, hebben besloten om hem deswege, en
omdat zij buiten dat alle reden van tevredenheid over hem hadden, ten blijke daarvan eene Extra gift
van f. 200 toe te leggen.
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
13 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
Vergadering van Directeuren
gehouden 18 October 1839
Directeuren Vergaderd zijnde, gef de President beircht dat hij, ten gevolge van het niet begrijpen van
den Orion in de bevrachtingen der Maatschappij voor de maand October, zich den 13e dezer naar
Amsterddam begeven hebbende, aldaar met den Heer van der Houven gesproken, en met denzelven,
daar er geen kans meer scheen te zijn om den Orion voor dit jaar in de bevrachtingen te doen deelen,
overlegd had om het schip langzamerhand voor de reis gereed te maken, en voor de Kerst naar het
Nieuwe Diep te doen vertrekken, als wanneer het gesteld dat de betrekkingen der Maatschappij
onveranderd bleven, een der eersten zou zijn dat in de bevrachtingen voor het volgend jaar zou
begrepen worden, en zelfs zou kunnen zeilen voor N. Jaar. De Heer van der Houven had hier echter
bijgevoegd, dat het schip niet voor 4 December vertrekken moest, en hij mij tegen dien tijd nader
verwachten zou. Ten gevolge van deze afspraak had dan ook de President met den kapitein de nodige
overleggingen gemaakt omtrent het langzamerhand aannemen van Volk, innemen van ballast en
Proviand en het verder zeilvaardig maken van den Orion. Met den kapitein werd ook bij dien
gelegenheid afgerekend, en hem de door de Directie toegekende gratificatie van f.200 ter hand gesteld,
voor welk bewijs van tevredenheid hij zich zeer gevoelig en erkentelijke betoonde.
In deze Comparitie werd door Directeuren, daar alzoo de Vrachtrekening ingekomen was, besloten tot
eene Provisioneele Uitdeeling van f. 1900 per 1/32 Aandeel, en de hoop, dat, daar een spoedig vertrek
van den Orion deze Uitdeeling van achteren zou bevonden worden niet te hoog gedaan te zijn; en nam
de Secretaris op zich om de kwitantien voor de Uitdeeling gereed te maken, ten einde aan de
Deelhebbers uitgereikt te worden.
Vergadering van Directeuren
gehouden 29 October 1839
Directeuren vergaderd zijnde, werd, op het gerucht, dat het aandeel dezer Stad in de bevrachtingen voor
dit jaar, bij de te wachten bevrachtingen van November, nog een kleinoverschot zou opleveren, en er dus
nog eenige kans kan zijn om de Orion nog in de bevrachtingen van dit jaar, te zien begrijpen, besloten
dat door den President daartoe nog pogingen zoude gedaan worden en zijn door hem nog dien eigen
dag daartoe twee brieven eenen in Particulier aan den Heer van der Houven, en eenen aan de Directie
der Nederlandsche Handelmaatschappij geschreven, terwijl hij hiervan aan kapitein van der Linden tot
zijne informatie mede bericht gegeven heeft.
Den 5e November ontvingen wij echter hierop een ongunstig antwoord van de Maatschappij, en moest
het dus bij de vroegere afspraak met den Heer van der Houven blijven.
De President zich dan ook den 26e November wederom naar Amsterdam begeven hebbende, heeft
aldaar met den Heer van der Houven nader besproken om den Orion tegen 2 December door de Agenten
te Dordrecht aan de Maatschappij ter bevrachting te doen aanbieden om den 10e December in het
Nieuwe Diep tot vertrek gereed te liggen, onder deze bepaling, dat hetzelve, des noods, in O.I. op het
gewas van 1840 zal moeten wachten, meer, indien er, bij arrivement nog van het gewas van 1839
Producten zullen overig zijn, daarmede beladen zal worden, en de eerst aankomende, van waar ook, de
eerste aanspraak op belading met het gewas van 1839 zullen hebben. Op de vraag aan den Heer van der
Houven of er ook waarschijnlijkheid was van nog gewas van 1839 te zullen vinden, gaf zijn Ed te kennen,
daarop niet te kunnen antwoorden, maar dat hij van zich de kans loopen zou.
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
14 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
Met kapitein van der Linden is daarop door den President afgesproken om den 3e December verder aan
te monsteren, en zou hij de 6e of 7e het Oosterdok verlaten en de reis naar het Nieuwe Diep aannemen;
zijnde het schip geheel zeilree.
Den 2e December 1839 het schip als boven vermeld, door de Handelmaatschappij bevracht zijnde om op
Dordrecht te retourneeren, zijn daarvoor de Charterpartijen opgemaakt en den 5e & 6e December
geteekend, en is daarvan een Exemplaar, met den brief aan onze Correspondenten te Batavia, een
bijvoegsel op zijne instruktie in een Contract wegens den Jongen Scheltema als passagier, aan kapitein
van der Linden gezonden, die wegens het bedenkelijke weder, reeds den 4e met eenige sjouwers, het
Oosterdok verlaten en den 5e in het Kanaal aan de lijn gegaan was.
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
15 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
TWEEDE REIS VAN DE ORION * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Na des morgens van den 7e te Alkmaar aan de ballastplaats aangekomen te zijn, (het had des nachts ½
duim ijs gemaakt,) en aldaar dien en den volgende dag ballast ingenomen te hebben, is de Orion den 11e
in het Nieuwe Diep aangekomen, den 16e was het een Oostenwind, maar te hard om door de Stoomboot
uit het Nieuwe Diep op de Reede gehaald te kunnen worden, en eerst den 9 January 1840 is de Orion
naar Zee gezeild en wel in Zee gekomen.
Vergadering van den Raad
der Reederij
Present de Heeren A. Blussé van Oud-Alblas, Herman van der Sande Hzn, F. van Wageningen, Mr P.
Blussé Azn, B. Bruininghuis, De wed. G. ’t Hooft &Zoon
Heden den 21en Maart 1840, de Raad der Reederij, daartoe behoorlijk opgeroepen vergaderd zijnde, is
na voorlezing en goedkeuring der Notulen tot heden, gedaan Rekening en verantwoording over de
eerste afgelopen reis van den Orion, sluitende met een kwaad slot van f. 4.495,03 , waarvoor de Reederij
op nieuwe rekening gedebiteerd blijft. En is ten blijke van goedkeuring, deze rekening door alle
Presenten geteekend, waarna deze vergadering gescheiden is.
Den 17en April 1840 is van kapitein van der Linden het eerste berigt ontvangen, gedagteekend van den
21en February, en meldende, dat hij dien dag, na met veel tegenwind en storm geworsteld te hebben,
zonder bijzondere ongelukken, even bezuiden de Linie, tot op 0° 2’ Zuider breedte en 23° 10’ Wester
lengte was geavanceerd.
Aankomst te Batavia
Den 3en September 1840 in de Zeepost het berigt vindende dat de Orion den 29 April in Straat Sunda
gepraaid was, werd nog dien eigen dag besloten om de retour Assurantie te doen sluiten tot 3½ % voor
alle gevaar, en voorts op de gewone conditie, ten bedrage van f. 80.000 op casco en f. 50.000 op
Vrachtpenningen. Eerst den 22en September ontvingen wij brieven van kapitein van der Linden, en van
onze Correspondenten, gedagteekend uit Batavia van 2 Mei, en meldende de behouden aankomst van
den Orion aldaar in den namiddag van den 1en Mey.
Na meer dan twee maanden ter reede van Batavia gelegen te hebben zonder eenig uitzigt van met laden
te kunnen beginnen, en zonder van de Factory vrijheid te kunnen bekomen om naar Sourabaija te
verzeilen, werd den Orion eindelijk dit laatste toegestaan, en heeft die bodem den 8en July de reis naar
Sourabaija aangenomen, en er den 20en het anker laten vallen. Aldaar ontving de Orion order om den
26en naar Passarouang te verzeilen, ten einde aldaar de nodige Suiker in te nemen en vervolgens op
Samarang terug te komen ter inneming van Koffy. Ter reede van laatstgenoemde plaats is de Orion den
16en Augustus en vervolgens den 6 September te Batavia aangekomen, hebbende 8501 62/100 Picols
Suiker, 7279 Picols Koffy, 2 Kisten Indigo en 593 Schuitjes of 300 Picols tin in, en liggende voor 18, en
achter 19½ Vt diep. Te Samarang had de Orion ook drie gepasporteerde Militairen als Passagiers
medegekregen.
Den 9 September heeft de Orion van Batavia de terugreis naar het Vaderland aangenomen. Den 11en
January 1841 is de kapitein van der Linden, uit hoofden van Zware Stormen in het midden van December
en vooral op 3 January van daarbij bekomen veelvuldige Avary op het Dek, en van de uitgeputheid zijner
Equipage, in Deal binnengeloopen, en vervolgens, op het berigt dat onze Zeegaten met IJs bezet waren
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
16 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
den 13 naar Sheerness verzeild, en van daar, op berigten dat het Brouwershavensche gat open was, den
25en wederom vertrokken.
Binnen komen te Brouwershaven
Den 28e January 1841 is eindelijk, na eene reis van bijna 13 maanden, de Orion behouden ter reede van
Brouwershaven aangekomen, hebbende op die langen reis zijn tweede Stuurman Zwerfs, uit Barneveld,
benevens twee Matrozen en een Jongen verloren.
Van de 8 Ligters, welke ten dienste van den Orion naar Brouwershaven gezonden waren, is den 30
January de eerste, zijnde Schipper Jan Volkers, met 865 Balen koffy aan deze Stad gekomen; waarbij
Kapt van der Linden meldde, den tweede Ligter Schipper Blom, op zijde te hebben, zijn verlangen te
kennen gaf om zoo spoedig mogelijk eene Sleepboot te mogen ontvangen, en berigt gaf dat door hem
uit Sheerness op de Reederij getrokken was voor £ 158. 9. 7
Met den derden Ligter, Schipper Joh. Mahnen schreef Kapt v.d.Linden, toen achter 17½ en voor 15 2/3
Voet diep te liggen; zoodat hij wel dacht den 3en February op den nodige diepgang te zullen zijn, om op
te kunnen varen.
De nieuwe ingevallen en felle vorst heeft echter, zoowel het Plan eener spoedige opvaart naar deze Stad,
als het verder ligten van den Orion gestuit, en is die bodem des morgens van den 4en boven op de Slik in
de eerste bogt Zuid-Oostwaards van den Ossenhoek gezet, waar bij hoog water 15 Vt staat. Des daags te
voren was de Stroom vol IJs, en de Orion daarin bezet geweest. De Ligters hebben met den Orion tot den
12en te Brouwershaven binnen gelegen, toen echter, bij ingevallen nieuwen dooi, het IJs zich spoedig
opruimde. Eerst den 18en kon men echter, na nog vier ligters gelost te hebben, het Schip van de Wal los
maken, en voor twee Ankers vertuyen. Den 19e is de 8 Ligter, Schipper W. Venus, vol gekomen, en was
daarmede de Orion voor en achter op 15 Vt gekomen; maar alzoo groote Schepen, voor en achter diep
gaande, lastig werken, zoude ook de 9e Ligter, A. Volkert volgeladen worden. Den 26en February is de
Orion, door een Stoomboot gesleept tot ’s Gravendeel, en van daar,
Aankomst aan deze Stad
den 1en Maart 1841, aan deze Stad gekomen, en aldaar den volgenden dag afgemonsterd. Het Schip is
vervolgens snel uitgelost, en heeft 575 2/3 Last uitgeleverd, waarvan de Vrachtrekening bedragen heeft
f. 95.929,96½ op welke reeds den 21en Maart berigt ontvangen werd, dat het bedrag derzelve dispositie
der Reederij gesteld was bij de Agenten der Maatschappij te Rotterdam; en is daarop den 24en Maart bij
de Directie besloten tot het dadelijk doen, eener Proivisionele Uitdeeling van f. 1.000 per 1/32sten
Aandeel.
Figuur 4 Tweede reis van de ORION
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
17 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
Zoodra het Schip gelost was, is almede door de Directie besloten om het Schip naar Duc d’Alve te doen
verhalen, alles in het werk te stellen tot eene spoedige voorziening in alle noodige reparatien, en om het
te laten kielen; welk laatste in bijzijn der daartoe verzochte Experten, in April is bewerkstelligd zonder
eenig defect te vinden. Den 2e April was de Orion voor eene nieuwe uitreis verzekerd f. 60.000,- op Casco
en f. 30.000,- op behouden varen, en tegen den 6en aangeboden om in de bevrachtingen der Maatschapij
begrepen te worden, (welke aanbieding daarna van maand tot maand herhaald is).
De 22e van die maand is met Dewed. G. ’t Hooft &Zonen accoord gemaakt om het benodigde Patent
Touwwerk te leveren tot f 52 het lopend en f 54 het Staande Wand. Nog heeft in die zelfde maand, met
overleg van de Handelmaatschappij de opmaking plaats gehad van Avary-gros ter zake van het binnen
lopen te Deal en Sheerness tot behoud van Schip 7 lading, en is die rekening aldus gemaakt.
Waarde Lading f 285.000 á f 5,31 p.m. f 1513,35
,, Schip ,, 80.000 á 5,31 ,, 424,80
,, Vracht ,, 70.000 a 5,31 ,, 371,70
waarvan de beide laatste Posten voor rekening van de reederij en de eerste voor rekening van de
Handelmaatschappij komen, gelijk ook daarna de f. 1513,35 van dezelve Handelmaatschappij zijn
ontvangen.
Eerst den 26e Juny zijn de Heeren P. Lankelma & Joh. Stulien, ofschoon vroeger verzocht om den 19e zich
daartoe hier te laten vinden, herwaards gekomen, en hebben dien dag het Schip geinspecteerd en het
vereischte certificaat afgegeven.
Het vruchteloze gewone maandelijksche aangeven van den Orion om in de bevrachtingen der
Maatschappij begrepen te worden, heeft den President bewogen om zelf in October zich naar
Amsterdam te begeven, ten einde bij de Directie der Handelmaatschappij, (welke blijkbaar het Plan had
om den Orion eerst na Nieuwe Jaar in hare bevrachtingen op te nemen,) de belangen en billijke
aanspraken van dien bodem op eene vroegere bevrachting te doen gelden, en is het hem dan ook mogen
gelukken om ten dezen de gemelde Directie tot andere gedachten te brengen, en is hetzelve Schip
diensvolgens in de laatste bevrachtingen van dit Jaar, op 2 November 1841 plaats gehad hebbende,
begrepen, met bepaling, dat de Orion den 15 December te Brouwershaven zeilree zal moeten liggen, om
van daar de reis naar Batavia aan te nemen, en na ingenomen lading in Oost-Indie, waartoe het
desnoods op den oogst van 1842 (dit is later veranderd) zal moeten wachten, op Amsterdam terug te
keeren. Deze uitkomst was van te meer belang, naardien het reeds genoegzaam bekend was, dat na
Nieuwe Jaar de vrachten wederom met f 5,- per Last zouden verminderd worden.
De Charterpartijen zijn onder dagteekening van 4/5 November geteekend.
Kort daarna aanzoek ontvangende, door middel van de Heeren Smith &Co te Rotterdam om van de
Heeren van Overklift &Co van ’s Hage eene Partij Stoommachines voor Stoom Suikermolens naar Java,
en met bepaaldelijk naar Tagal over te brengen, zijn daarover onderhandelingen ontstaan, waarin zich
de Directie der Handelmaatschappij gemengd, en bij eenen Brief van 16 November tekenen gegeven
heeft, dat het Gouvernement en ook de Maatschappij het grootste belang stelde in de spoedige
verzending dier Machinerie, dat het derhalve de Maatschappij hoogst aangenaam zou wezen dat die
zaak met de meest mogelijke inschikkelijkheid geregeld werd; terwijl de Directie tevens de verzekering
gaf, dat in geval de Machinerien door den Orion naar Tagal zou worden gevoerd, zij de Factory zou
aanschrijven om aan dat Schip, indien mogelijk, aldaar de geheele lading te geven, of anders in de
naastbijgelegen haven waar zij zoodanige lading zou hebben.
Deze schriftelijke verzekering heeft de reederij alle zwarigheden doen overstappen, om met de Heeren
Smith &Co tegen eene vracht van f. 3.000, na uitlevering bij hun betaalbaar, doen contracteeren. Nog
zijn onderscheidenen goederen, blijkens Manifest voor eene Vrachtwaarde van f. 763,64 ingeladen,
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
18 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
terwijl almede als gouvernements Passagiers van de Eerste klasse is aan boord gekomen de Heer W.A.
van den Ham, van wien daarenboven f. 226 is ontvangen voor verbeterde tafel; en ook nog als Passagier
zijn medegegeven de Heer J. Hijmans tegen betaling eens af van f. 550, en een Jongeling Frits Stoelman
voor wien Kapitein Schuil aangeboden heeft over een Jaar f. 300 te betalen.
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
19 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
DERDE REIS VAN DE ORION * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
De aanmonstering heeft den 25en November plaats gehad, en den 18 December is de Orion gesleept
wordende door eene Stoomboot de Loodsen Ponsen en van Twist aan boord hebbende, van deze Stad
vertrokken, en des namiddags ten Een Ure van den 19 te Brouwershaven te Anker gekomen, van waar
die bodem,
den 20en December 1841, des namiddags, naar Zee gezeild, en ten half 4 Ure wel in Zee gekomen is,
geadresseerd aan de Heeren Santhagens Romswinkel &Co te Batavia.
Vergadering van den Raad
der Reederij
gehouden den 17 February 1842.
Present de Heeren A. Blussé van Oud-Alblas, Herman van der Sande Hzn, F. van Wageningen, Mr P.
Blussé Azn, De wed. G. ’t Hooft &Zoon, B. Bruininghuis, H.O. Visser, C.Gips &Zonen.
De vergadering geopend zijnde met de voorlezing der Notulen tot heden en na goedkeuring derzelve, is
men overgegaan tot het doen van rekening en verantwoording over de tweede afgelopen reis van den
Orion, en is die rekening, sluitende met een kwaas slot van f 3.165,17½, eenparig goedgekeurd en door
alle presenten Heeren geteekend.
Aankomst te Batavia
Des avonds van den 21sten April 1842 is de Orion op deszelfs derde uitreis ter Reede van Batavia
aangekomen en aldaar den 25e door Experten geinspecteerd, en door dezelven verklaard, dat de Fokke
mast van de hoogte der Zwegting naar boven eene niet onbeduidende bogt had, hetwelk echter bij
ontdekking op de reis zoodanig verzekerd was dat er geen zwarigheid bestond om er de reis mede naar
Tagal te vervorderen, aldaar te lossen en gedeeltelijk retourlading in te nemen, edoch, dat alvorens de
terugreis naar het Vaderland aan te nemen de mast ontkuipt moest worden om de oorzaak van de bogt
te statureren en dan naar bevind van zaken te herstellen. Daarop den 16 Mei te Tagal aabgekomen
zijnde werden dadelijk de noodige aanstalten gemaakt ter ontlossing van de zware machinerie, maar uit
hoofde van het ongestadige weder was dezelve eerst den 8ste Juny geheel ontlost, en ontvingen wij
daarvan den 17 november 1842 het berigt met het bewijs der goede ontvangst. Den 6 Juny was Kapt van
der Linden tevens begonnen suiker te laden na de nodige rotting ter garneering gekocht te hebben, doch
ging ook dat laden langzaam. Den 12 Juny, na 7254 93/100 Picols suiker ingenomen te hebben, nam de
Orion de reis van Tagal naar Sourabaija aan, om aldaar nog suiker in te nemen, en de Fokkenmast te
maken of te vernieuwen, en voor het geval dat de mast te herstellen was, had de kaptein te Tagal twee
zware gater balken voor f 418,33 koper geld aangekocht en ingenomen.
Den 1 July te Sourabaija aangekomen, is aldaar de 5e door Experten beslist, dat de Fokkemast geheel
moest vernieuwd worden, waarmede, door gebrek aan volk op de werven terwijl verscheide schepen in
gelijk geval als de Orion waren, ruim bijna drie maanden ge . . . zijn geweest, terwijl dat lang liggen
tevens oorzaak is geweest, dat de Experten eene nieuwe Kalfating geordoneerd hebben; den eerste had
te Tagal plaats gehad. Eerst den 21 September is de nieuwe Fokkemast gereed gekomen en ingezet, en
den 25 de Orion naar Samarang vertrokken om aldaar vol te laden. Den 28 September heeft de Orion
aldaar het anker laten vallen en de lading aangevuld en het geheel bestaande uit 1908 Knassers of 7254
93/100 picols suiker, 8881 Balen of 8424 Picols koffy & 801 Schuitjes of 400 Picols Tin.
Den 16 October van Batavia vertrokken, is de Orion den 16 December te St.Helena, en
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
20 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
Binnenkomen te Texel
des avonds van den 9 February 1843 in Texel binnengekomen en den 13 de kapitein zelf alhier
verschenen, mede brengende de Avary-rekening, zoo als die in de O.I. was opgemaakt, ten bedrage van
f 16.704,46; doch op de in dezen gevoerde handelwijze van de Heeren Santhagens & Romswinkel &Co
valt niet te roemen, en is ook de afmaking met assurantie dienvolgens zeer tegen gevallen.
Figuur 5 Derde reis van de ORION
Met de Kapitein een en ander besproken hebbende rakende de lossing, de ligplaats in het Oosterdok, de
afmonstering dadelijk bij arrivement te Amsterdam, ons plan om ditmaal bij een ander te timmeren,
enz., is hij den volgenden dag naar boord terug gegaan. Daar hij twee buiten Loodsen had aangenomen,
werden hem deswege door ons aanmerkingen gemaakt, waarop hij antwoordde, dat men hem die
gegeven had zonder dat hij er na gevraagd had, en hij gemeend had dat men verpligt was twee buiten
loodsen aantenemen. Bij onderzoek is ons daar op gebleken dat het geen verpligting was om twee
loodsen te nemen, maar men ze vragen kon en dan voor den tweede maar half te betalen had. – De
uitdrukking in een derwegen bestaand stuk van den Heer Directeur van het Loodswezen Twist
voorkomende, is deze, dat hij, in overeenstemming met de Directeuren van Marine en Koophandel, de
Handelmij en assuradeuren, het wenschelijk acht, dat thuis komende met ’s Lands Producten beladen en
diepgaande schepen, vooral bij winterdag en ongunstig weder, zich van eenen tweeden loods voorzien,
den laatsten tegen half geld; dat echter zij, die eenen tweeden loods nemen, daartoe eene aanvraag of
verklaring moeten teekenen.
En volgt dus met dat laatste, dat het aan de Kapitein overgelaten blijft en facultatief is, zoo als ook door
het voorbeeld van Kapt Kley bewezen is, die den 1 April 1843 in Tecel in binnen gekomen en eenen
tweede loods geweigerd had.
Na in het Nieuwe Diep 9 Ligters gelost te hebben is de Orion den 21 february doorgeschut en in het
Kanaal gekomen om den 22 aan de lijn te gaan. Den 24 was de Orion aan de Willemsluis, en den 25 ’s
avonds in het Oosterdok, en maandag den 27 in het Entrepot-dok, waar dien eigen avond de Equipage
afgemonsterd is. Den 10 Maart is de Orion geheel leeg gekomen en naar het Oosterdok terug gekeerd.
De Vrachtrekening ingeleverd zijnde, bedragende f 97.000,23 zoo is daarvan de betaling in divers papier
den 22 Maart gevolgd en nog in die zelfde maand eene uitdeeling van f 1.000 p 1/32sten gedaan.
Ten gevolge van daartoe bij de Directie bestaande redenen, heeft men voor het vervolg, en tot zoo lang
zij geene redenen van ontevredenheid geven zullen, tot scheepsbouwmeester te Amsterdam
aangenomen de Heeren Blok &Co, en daar de Orion nieuw koperen moet, zoo is den 6 April door die
bouwmeester een begin gemaakt met het oud koper van de Orion in het Oosterdok af te slopen, en is
met de Heeren Enthoven &Co gecommuniceerd om het behoorlijke nieuw koper te leveren á 123½ gl en
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
21 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
het oude in betaling aan te nemen tegen 98 gl. Tevens is besloten om het Schip af te tuigen, en van
buiten te koolteeren, het benodigd touwwerk en Zeildoek besteld, en bepaald, dat alvorens naar het
droog dok te verhalen, de Heeren Experts zullen verzocht worden om het schip te inspecteeren.
Den 1 Juny is de Oost Indische avary met veel moeite met assuradeuren overeengekomen op f 6.990, en
op die schadelijke wijze afgedaan.
Den 17 Augustus is de Orion naar de landswerf onder den Bok verhaald, waar het roer afgehangen, de
groote mast uitgenomen, en beide naar de werf van Blok &Co gezonden zijn. Den 18 is het nieuwe blad
koper ingenomen en het Schip naar het droogdok verhaald. Bij het uitnemen van de groote mast werd
gelukkig bevonden dat de Kolswijn waar de mast op gestaan had, volkomen gaaf en hard was, een
gelijke ondervinding had men te Sourabaija bij het uitnemen van de Fokkemast. Den 23 in het droogdok
gehaald, aldaar het koper geheel afgesloopt, het schip van onderen gaaf bevonden, en nieuw gekooperd
zijnde, is den 28 van daar naar de werf van Blok &Co verhaald, om af te koperen, eene nieuwe groote
mast in te zetten, en verder in order gebragt te worden. Bij dat in order brengen en weg breken van de
gallingen zijn onder dezelve de planken en Hekstut verteerd gevonden, maar bevonden dat tusschen de
inhouten en berghouten, maar pekelpapier was gelegd, het papier nog goed en de houten niet eens
gesmet waren, en is daarom besloten om wederom voor de vertimmering van pekel papier gebruik te
maken.
Den 6 November 1843 was men eindelijk met de vertimmering op bagatellen na klaar, en is het Schip
dien dag naar den bak verhaald, waar de groot mast ingezet en het roer aangehangen is. Den 8 lag de
Orion op zijn gewone plaats in het Oosterdok.
Den 4den November is, in eene Comparitie van Directeuren, besloten, om voortaan het vleesch voor
onze schepen niet meer zelf te slagten, maar de levering op te dragen aan C. van den Straten of A. de
Visser, ieder afzonderlijk bij geheele schepen, en wel op deze conditien, dat zij het vleesch moeten
leveren tegen f 40 pr 100 Nk, met inbegrip van vat, zout, bewaren &d, zullende zij voor N.Jaar, in het
begin van November, moeten gewaarschuwd worden van de schepen die waarschijnlijk in den loop der
eerste 9 maanden van het volgende jaar zoude kunnen bevracht worden, en de Reederij dan kunnen
aanvragen de levering van elk schip tegen dat men het Vleesch benodigd is, en ook eerst daarna
behoeven te betalen. En is tevens opgegeven, dat zeker in de eerste 9 maanden van 1844 zullen
benodigd zijn 70 Vaten Vleesch voor de schepen Orion, Jacob Cats, Oud-Alblas en Jan van Hoorn. - Op
gelijke voet, maar tegen f42 de 100 Nk, wordt de leverantie van het benodigde Spek nagenoeg 42 Vaten
voor genoemde schepen aan H. van Sluisdam opgedragen. Tegelijk is deze Comparitie besloten om aan
kapt vd Linden, gedurende zijn noodzakelijke verblijf en werkzaamheden te Amsterdam, volle gage toe
te kennen. Op 23 December is voor den Orion een nieuw 3strengs Fokkewand, dik 8½ dm en lang 120
Vaam, besteld.
Den 2 January 1844 in de bevrachtingen van January en February begrepen zijnde, met bepaling van den
zeildag op 26 february, zoo zijn de Charterpartijen voor den Orion op 16/19 January geteekend, waarbij
echter, volgens het besluit der Handelmaatschappij van dien dag, de vrachten met 5 gl , en voor schepen
die tien of meer reizen gedaan hebben met f 10,- verminderd worden. – Onder de 400 Lasten is het dus
voortaan voor de eerste f 150 of f 140, en voor de laatste f 145 of f 135,-
Omstreeks dien zelfden tijd is de Victualie naar Amsterdam afgezonden, en bepaald, dat de Kapitein zich
den 1sten february naar Amsterdam begeven zou.
Als passagiers zijn, na vele onderhandelingen, aangenomen Jhr. W.K.L. van Hogendorp voor f 700 alhier
betaalbaar bij aan boord komen, en A. Boers voor f 800 betaalbaar te Batavia bij aankomst. Ook zijn
eenige goederen te Vracht van de Handelmij ingenomen. Den 7 february heeft den kapitein gemonsterd.
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
22 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
VIERDE REIS VAN DE ORION * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Eerst den 27 heeft de Orion, om de goederen der Maatsch opgehouden, van de stad kunnen gaan, en
door de harde wind vervolgens in het Kanaal gehinderd, is de Orion eerst den 11 Maart in het Nieuwe
Diep aangekomen, en den 18 Maart 1844 's morgens 8 uur, wel in Zee gekomen.
Den 9 Juny is van Kaptn van der Linden een brief ontvangen, gedateerd van den 19
April 1844 op 2° 40' Z.Br. 19° 30' W.L. volgens welke hij daags te voren de Linie
gepasseerd was, en alles wel aan boord was.
Vergadering van den Raad
der Reederij
op Dingsdag 20 Augustus 1844.
Present de Heeren A. Blussé van Oud-Alblas, F. van Wageningen, Mr P. Blussé Azn, Wed. G. ’t Hooft
&Zoon, B. Bruininghuis.
De Raad der Reederij daartoe behoorlijk opgeroepen, heden vergaderd zijnde, is in denzelven, na lezing
en zoo veel nodige goedkeuring der Notulen van 17 February 1842 tot heden, door de Directie gedaan
rekening en verantwoording over de derde afgeloopen reis van den Orion, sluitende met een nadeelig
Slot van f. 12.489,33 En is dezelve rekening eenparig goedgekeurd, en ten blijke daarvan door de
presenten geteekend, waarvan bij missive van dien eigen dag aan de gezamenlijke deelhebbers is kennis
gegeven.
Den 19 October 1844 werd het eerste berigt ontvangen van de aankomst van den
Orion op den 29 Junij, na een reis van 101 dagen, te Batavia; waar de ontlossing der
medegenomen Gouvernementsgoederen, den 2 Julij is begonnen, terwijl, deze
afgeloopen zijnde, het schip den 14, met 20.000 Steenen van het Gouvernement en 400 picols Tin, naar
Sourabaya verzeild is. Den 25 July te Sourabaya aangekomen, is de Orion aldaar, wegens een lek bij de
achtersteven, even boven de vingerling van het roer, hetwelk voorzien moest worden, eenige dagen
opgehouden, en heeft eerst den 5 Augustus een begin met Suiker laden kunnen maken, doch is, voor de
Reedery in het oponthoud tegemoet te komen, door den Agent der Factory Schlegel, ontheven van de
verpligting om een gedeelte Suiker te Passaouan te gaan innemen en zich dan beoosten Madura om
naar Samarang te begeven ter inneming van de Koffy. De Orion heeft dienvolgens al de voor hem
bestemde Suiker, 7500 picols, te Sourabaya ingenomen, en is den 13 Augustus regtstreeks naar
Samarang gezeild, aldaar den 16 aangekomen, den 17 begonnen Koffy te laden, en, na 7903 picols Koffy
ingenomen te hebben, den 26 wederom vertrokken, en den 30 Augustus te Batavia aangekomen.
Den 3 September 1844 heeft de Orion, alsnu inhebbende 2234 Kanasers Suiker en 8233 balen Koffy,
benevens 400 picols Tin en 3 gepasporteerde Militairen, de terugreis van Batavia naar het Vaderland
aangenoemn.
Den 30 December 1844 werd een brief van Kapt J. van der Linden ontvangen, uit St.Helena van den 4
November gedagteekend; enden 2 January 1845 is de Orion wel te Brouwershaven
binnengekomen (tegelijk met den Jacob Cats).
Na te Brouwershaven 8 ligters beladen te hebben, en waardoor van 19¼ voet achter
en 18½ voet voor, op 14¾ voet diepgang gebragt te zijn, is, dadelijk na het geheel opruimen van het ijs
de Orion den 21 January van Brouwershaven vertrokken, en geholpen door de Sleepboot Hercules, die
In Zee zeilen
Aankomst te
Batavia
Binnenkomst te
Brouwershaven
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
23 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
gemelden bodem tegemoet gezonden was en op de hoogte van de Oude Tong aantrof, nog dien eigen
dag voor de Stad aangekomen.
Den 23 January heeft Kapitein van der Linden afgemonsterd.
Figuur 6 Vierde reis van de ORION
De geheele ontlossing dan 13 February volbragt zijnde, is de vrachtrekening dien eigen dag opgemaakt
en ingeleverd, bedragende over nagenoeg 572 betalende Lasten, f 88.292,65 welke penningen den 28
der gezegde maand zijn ingekomen; en heeft de Directie begrepen, daaruit eene uitdeeling te kunnen
doen van f. 1.000 per 1/32st aandeel, waarvan met toezending van de noodige uitdeelings quitantien,
nog dien eigen dag aan alle Deelhebbers is kennis gegeven.
Den 22 Mei 1845 zijn de experten bij missive verzocht om den Orion te komen expertiseren, en heeft
daarop den 29 die expertise plaats gehad. Aan Kapt van der Linden is dienvolgens opgedragen om, naar
aanleiding van het door experten voorgeschreven, den 2 Juny te beginnen om met 2 man van de Werf in
het ruim en met 2 man aan de boegspriet het noodige te verrigten, tevens is de besmeding van den
Orion aan Brons gegund, om bij de Heeren Wed G 't Hooft & Zonen naar prijzen van het staande en
loopend want gevraagd, en de prijs op 48 Gl dooreen bepaald zijnde, is het benoodigde want besteld.
Den 10 Juny gebleken zijnde, dat van de boegspriet zoowel schalen als koning met vuur bezet waren, zoo
is tot een geheel nieuwe geschaalde besloten, gelijk ook tot een nieuwe voorsteng, daar de aanwezige
gesprongen is, en zal de oude boegspriet voor brandhout verkocht worden, terwijl van de oude steng
planken voor scheepsgebruik zullen gezaagd worden. Voorts is bepaald om zooveel mogelijk ten minsten
5 drooge schalen voor de boegspriet te bezigen, en dezelve niet te kalfaten, en ook niet te schilderen,
maar met gepekeld papier te voorzien. De nieuwe boegspriet voor f 800,- en de nieuwe voorsteng voor f
200,- aanbesteed.
Den 14 July is het benoodigde schilderen bij aanneming aan J.Quast voor f 150,- gegund.
Dien eigen dag is als Oppertimmerman aangesteld en aan Kapt van der Linden toegevoegd, J.F.Giesse,
tot hiertoe 2e Stuurman op den Oud-Alblas, als tweeden Stuurman van Wijk en als derden Hendrik ten
Zeldam Ganswijk, terwijl verder alle maatregelen genomen werden om den Orion tegen 5 Augustus
zeilree te maken.
Den 29 July werdt het berigt ontvangen, dat de Orion in de bevrachtingen der Nederl.
Handelmaatschappy voor de maand Augustus begrepen was, met bepaling van op Amsterdam te
retourneren; en werden dadelijk de charterpartijen opgemaakt en geteekend, waarbij voor den Orion de
zeildag op 7 Augustus bepaald werd. De aanmonstering had reeds op den 24 July plaats gehad, en op 31
July werd de assurantie bezorgd, voor f 60.000,- op het casco en f 20.000,- op behouden varen.
Aankomst voor
deze Stad.
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
24 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
Den 5 Augustus 1845 is de Orion, in den voormiddag, van deze Stad vertrokken,
doch, ten gevolge van allerongunstigste gelegenheid, na veel sukkelen eerst des
avonds van den 18 te Hellevoetsluis aangekomen.
Vertrek van deze
Stad.
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
25 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
VIJFDE REIS VAN DE ORION * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
De volgenden dag, naar Zee willende gaan, bracht hij het, wegens den opkomenden vliegenden storm
gelukkig niet verder dan de buiten reede, en ontging alzoo de gevaren en schadens, welke eenige andere
schepen die dien dag even voor hem in Zee geraakt waren, beloopen hebben.
Des morgens van den 28 Augustus 1845 is eindelijk de Orion goed en wel in Zee
gekomen met een N.O. wind.
Vergadering van den Raad
der Reederij op Dingsdag 21 October 1845.
Present de Heeren A. Blussé van Oud-Alblas, F. van Wageningen, Mr P. Blussé, Wed. G. ’t Hooft &Zoon.
Notulen tot heden gelezen en goedgekeurd - Rekening gedaan over de vierde afgeloopen reis, sluitende
met een kwaad slot van f 1.957,08, goedgekeurd en geteekend. En is daarvan dien eigen dag bij
circulaire aan alle Deelhebbers kennis gegeven.
Op voorstel van den president wordt door de presenten Heeren besloten tot verlenging van de Reedery
tot nadere beslissing van den Raad der Reedery; en al zoo het voor zulk besluit benoodigde getal
deelhebbers niet present is, zoo wordt ten voormelden einde eene verklaring opgesteld, door de
presenten geteekend, en zal verder zoo veel noodig aan de absenten, ter volteekening tot minstens drie
vierden van het intrest in de Reedery aangeboden, en die verklaring bij de stukken en bescheiden
weggelegd worden.
Den 17 April 1846, ontving de Directie berigt van de behouden aankomst van den
Orion te Batavia op den 2 Decemb 1845. Alles was wel aan boord. De uitreis duurde
95 dagen. Hierop werd de assurantie bezorgd f 50.000 casco en f 40.000
Vrachtpenningen. Na te Batavia eenige Tin te hebben ingenomen is de Orion den 4 December van daar
naar Sourabaya verzeild en aldaar den 12 aangekomen. Uithoofde van het groote aantal aldaar op
lading wachtende schepen werd eerst den 20 January 1846 aanvang met laden gemaakt, en is
daarmede tragelijk voortgegaan tot de helft der maand February, als wanneer de Orion verzeild is naar
Passarouang ter completering zijner lading. Den 17 Maart heeft de Orion door Straat Baly de terugrreis
naar het vaderland aangenomen, beladen met 970 schuitjes Tin, 2915 Kanassers Suiker, 5752 balen
Koffy, 140 Kisten Indigo en 49 Kisten Cochenille.
Ten einde ook voor den Orion te jouisseren van het door de Nederl.Hand.Maatschappy tijdelijk
toegezegde faveur aan de door hare bevrachte bodems, die met eenen onderlast van gouvernements
producten, een zeker gedeelte der Scheepsruimte met Rijst aanvulden, had de Directie aan hare
correspondenten te Batavia de noodige instructien deswege, bij schrijven van 14 November 1845
gegeven, doch hadden deze Heeren, uithoofde van den geringen voorraad Rijst en der zelver geringe
qualiteit, geen gevolg kunnen geven.
Vergadering van den Raad der Reederij
Present de Heeren Wed. G. ’t Hooft &Zn, F. van Wageningen, Mr P. Blussé van Oud-Alblas, H.P. Visser,
C. Gips & zonen, in persoon
In Zee zeilen
Aankomst te
Batavia
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
26 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
en de erven A. Blussé van Oud-Alblas, L. Zegers Veeckens, Mr J.H. Holle, H. Holle, A. Blussé de Jonge, G.
Vriese, dames Blussé, H. vd Sande Hz., Kinderen Verbeek, Wed Reuvens, bij procuratie.
Op heden den 19 Mei 1846 de Raad der Reedery, ten gevolge eener ciculaire van 12 Mei bevorens,
vergaderd, ter vervulling van de opengevallen betrekkingen van Directeuren in voornoemde Reedery zijn,
in de plaats van wijlen de Heeren A. Blussé van Oud-Alblas en H. van der Sande Hz., de Heeren Mr A.
Blussé en A.J. Verbeek van der Sande tot directeuren benoemd, terwijl de door het overlijden van voorn.
Heer A. Blussé van Oud-Alblas insgelijks opengevallen betrekking van president Directeur opgedragen is
aan Mr P. Blussé van Oud-Alblas.
Van een en ander is aan alle Deelhebbers in deze Reedery bij gedrukte circulaire van 20 Mei kennis
gegeven.
Na eerst met contrarie winden en vervolgens op de hoogte van de Kaap bijna twee maanden met
verschrikkelijk stormweder geworsteld te hebben, waardoor schip en tuig veel leden, doch waarbij
gelukkig niemand der Equipage omkwam, kwam de Orion den 9 July te St.Helena en
liet den 25 Sept daaraanvolgende te Texel het anker vallen, hebbende 198 dagen te
huisreis en in het geheel uit en te huis 12 maanden en 27 dagen.
Figuur 7 Vijfde reis van de ORION
Al dadelijk is een begin met lossen gemaakt, de Equipage naar Dordrecht opgezonden om af te
monsteren, en het opbrengen van den Orion naar Amsterdam aanbesteed voor f 1,- per uitleverend last.
Na op behoorlijke diepgang voor het N.Diep Kanaal gelost te hebben, is de Orion aan
de lijn gegaan en weinige dagen later te Amsterdam aangekomen.
De ontlossing 28 October volbragt zijnde, is de vrachtrekening opgemaakt en bij de
Handelmy ingeleverd. Dezelve bedroeg over 536⅓ betalende lasten f 83.792,05. Deze penningen zijn den
6 November ingekomen en is door de Directie bepaald, om f 1.000,- per 1/32 aan de Deelhebbers uit te
deelen, waartoe aan dezelven bij gedrukt circulaire uitdeelings quitantien gezonden zijn.
Zoodra het schip ledig was, is met den kapitein de toestand van hetzelve besproken, waarna de Directie
besloten heeft, om hetzelve geheel af te tuigen en aan de Werf naast den Jacob Cats en Isis op te leggen,
en in het vroege voorjaar met de reparatien onder de leiding der Experts van de Nederl. Hand. My, te
beginnen. De kapitein is voor dien tijd huiswaarts gekeerd en het oppertoezigt voor den Orion tijdelijk
opgedragen aan den gezagvoerder van den Jacob Cats.
Den 14 January 1847 is Kap vd. Linden naar Amsterdam teruggekeerd en zijn de Experts der Nederl.
HandelMy uitgenoodigd om het schip te komen inspecteren en de reparatie te regelen. De eerste
inspectie had den 19 Jan. plaats en zoodra de eerste slag daarvoor bekend was, gaf de Directie aan den
kapitein last om met de reparatien te beginnen. Middelerwijl men voortging met het door Experten
Binnenkomst te
Texel
Aankomst te
Amsterdam
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
27 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
opgegevene te herstellen, hetwelk ten gevolge van het op Zee ondervonden zware weder nog al
belangrijk was en sedert, voor het ontdekkken van vuur op verscheiden plaatsen, nog aanzienlijk
vermeerderd werd, kwamen van verschillende kanten aanbiedingen voor eene tusschenreis, van welke
die van de Heeren van den Berg & Comp wegens een vracht van Havannah of Matanhas naar
Amsterdam is aangenomen en wel tegen betaling van £ 3.5. met 5% Kaplaken per iedere uitleverende
ton Suiker van 2240 Engelsche ponden netto - andere Goederen in de juiste evenredigheid van dien of
wel van bovengem. plaatsen naar Corres om order, ten einde hetzelve te ontlossen in eene verlege
haven tusschen Havre en Hamburg, tot eene vrachtverhooging van 5 Sh. met 5% per ton en zijn hiervan
vijf eensluidende Charterpartyen gepasseerd en den 26 Jan. geteekend.
Aan kap van der Linden, die om verschillende bezwaren en tegen het schip en tegen de reis naar
Havannah zijn ontslag gevraagd had, is zulks door de Directie eervol toegestaan en is het toezigt over
den Orion tijdelijk opgedragen aan den toen aanwezige oudsten opperstuurman der Reedery, J. de
Ridder, die zulks den 18 Maart aanvaard heeft. Na gedurende de maanden January, February en Maart
met kracht van volk gewerkt te hebben aan het uitbreken, opzuiveren en vernieuwen van het door vuur
aangestokene, heeft men den 2 April den Orion in het wester Dok gehaald om te koperen en is men
daarmede den 17 April gereed gekomen. Alstoen is tevens een begin met optuigen en het aannemen van
eenige ballast gemaakt. Den 21 April is aan J. de Ridder het gezag over den Orion voor de aan te vangen
reis naar Havannah en terug opgedragen en zijn de door deze verandering noodige nieuwe papieren
opgemaakt en aan den nieuwen Gezagvoerder met eene Supplement Instructie voor deze reis ter hand
gesteld.
Den 23 April werd een aanvang gemaakt met monsteren en met het innemen van de middelerwijl van
hier gezonden Victualie.
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
28 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
ZESDE REIS VAN DE ORION * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Den 1 Mei is de Orion, in Zeewaardigen toestand gebragt, van Amsterdam naar het
N.Diep vertrokken, en den 15 Mei 1847 van daar naar Zee gezeild.
Uitgaande is de Orion verzekerd op f 60.000,- casco en f 20.000,- beh.varen. Aan de Nederl.Hand.My is
behoorlijk kennis van de tusschenreis van de Orion gedaan. Den 8e Aug. ontving de Directie schrijven
van den Gezagvoerder van den Orion, meldende de behouden aankomst van den
Orion te Havannah op den 9 July. Schip en Equipage bevonden zich in goeden staat.
Op dit berigt is de retourassurantie van den Orion opgegeven op f 60.000 Casco en
f 30.000 Vrachtpenningen.
Een later schrijven van de Heeren van den Berg &Co van den 10 Aug hield in, dat de Orion bepaald op
Amsterdam zou retourneren.
Vergadering
van den Raad der Reederij
op 26 Augustus 1847.
Present de Heeren Mr P. Blussé van Oud-Alblas, F. van Wageningen, A. Blussé, A.J. Verbeek vd Sande,
Wed. G. ’t Hooft &Zonen.
De notulen tot heden zijn gelezen en goedgekeurd. De Rekening is vervolgens gedaan over de vijfde
afgeloopen reis, sluitende met een kwaad slot van f 20.151,90 goedgekeurd en geteekend. En is daarvan
dien eigen dag bij circulaire aan alle Deelhebbers kennis gegeven.
De President geeft aan de Vergadering kennis, dat de Directie in het uitzigt van nog eenig meerder
voordeel met de tusschenreis te doen een [carga soentje], ter waarde van f 8000 heeft medegezonden
en biedt aan de Deelhebbers de gelegenheid aan daarin naarmate van hun aandeel in het Schip deel te
nemen. Van de tegenwoordig zijnde leden is voor 25/64 aandeel toegetreden. De opinie der absenten zal
bij circulaire gevraagd worden.
Na het innemen van 2366 Kisten Suiker te Havannah is de Orion den 1 September
naar Matanzas vertrokken, om het restant zijner lading in te nemen. De Equipage
waarvan eenige en daaronder ook de kapitein de geele koorts in vrij hevigen graad
hadden gehad, was toen weder geheel gezond aan boord. Ten opzigte van het aan
boord brengen der lading, volgens de charterparty voor rekening der bevrachters, is evenals bij den Isis
en den Timor door de correspondenten gedifficulteerd, en is dit voor rekening der vervrachters geschied,
echter onder behoorlijk protest, om later daarop bij de Heeren de Bruin te Amsterdam terug te kunnen
komen. Na te Matanzas nog 2230 Kisten Suiker te hebben ingenomen is de Orion nog in de maand
September naar het Vaderland teruggekeerd en den 27 October behouden in het
N.Diep aangekomen. De Equipage is den 2 Nov afgedankt. Na op behoorlijken
diepgang voor het Kanaal geligt te hebben is de Orion den 7 aan de lijn gegaan en
den 13 in het Entrepotdok op zijn losplaats gekomen. Uithoofde echter van den wankelenden toestand
der bevrachters is besloten om den Orion niet geheel ledig te lossen, maar daarmede alleen voort te
gaan naar gelang van het binnenkomen van gelden op afkorting der vracht. Deze maatregel van
voorzorg heeft daartoe geleid dat de vrachten bedrage van f 26.401,82 in verschillende termijnen gaaf
binnen is gekomen, ofschoon van den anderen kant de lossing niet zoo spoedig is gegaan als wel in een
Aankomst te
Havannah
Vertrek van
Havannah naar
Matanzas
Binnenkomst
In Zee zeilen
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
29 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
ander geval had kunnen geschieden. Eerst den 2 December was men daarmede geheel gereed. Ook de
verschotten wegens het aan boord brengen der Lading te Havannah en Matanzas ten bedrage van
$ 515.7 zijn onverrekend gebleven. Men was deswege met de Heeren de Bruin overeengekomen die zaak
aan de beslissing van arbiters te onderwerpen, doch de in dien tusschentijd opgekomen stagnatie in de
zaken van de Heeren de Bruin heeft die zaak hangende doen blijven.
Men heeft inmiddels de meest mogelijken spoed gemaakt en dan ook dadelijk na aankomst met de
Experten de noodige edoch zeer geringe reparatien overlegd en bewerkstelligd ten einde het schip
onverwijld aan de Nederl. Handelmy te kunnen aanbieden om, als van eene tusschenreis geretourneerd
in hare eerste bevrachtingen begrepen te worden. De Orion is den 3 December uit het entrepot dok naar
de oosterdok sluis gehaald om daar te repareren.
Aan Kapitein de Ridder aan wien slechts tijdelijk het gezag over den Orion was opgedragen is uit die
betrekking eervol ontslag verleend en opgevolgd door den gewezen Gezaghebber van den Timor
C.M.Borghorst.
Terwijl men met het gereedmaken van eene nieuwe reis bezig was, is de Orion op het onverwachtst in
groote moeyelijkheden verwikkeld, daat het bleek dat de bevrachters het cognissement der te Matanzas
geladen Suiker aan de Heeren Goll &Co Kassiers te Amsterdam verkocht hadden, onder voorwaarden
echter van hetzelve later te kunnen inlossen. Na de uitlevering der lading bleek echter dat de
verwisseling geen plaats had gehad en vorderde alzoo de Heeren Goll &Co, lang nadat de Orion geheel
ledig was, en niettegenstaande zij zulks wisten bij den kapitein de lading, en hebben die niet meer
aanwezig zijnde, beslag op den bodem gelegd. Behalve over deze questie, zijn tusschen de Heeren Goll
&Co en de Bruin &Zn pleidooyen hangende daar deze laatsten susteneren eerst genoemden
wederregtelijk het cognossement in handen hielden. Uithoofde echter van den langzame gang der
regtsbedeeling en het verkiezelijker achtende om het schip weder in de verdiensten te laten komen liever
dan hetzelve tijdens de procedure te laten liggen, terwijl buitendien de bevrachting der Nederl. Hand. My
kort op handen was, heeft de Directie de Heeren Goll &Co aangeboden om het schip, onder behoorlijke
cautie ter waarde van het zelve te ontslaan, waarin deze zich bereid hebben verklaard genoegen te
nemen, mits behalve de Reedery zich nog een geacht persoon of handelshuis te Amsterdam als borg
wilde stellen. Alsnu is bij gedrukt circulaire van den 12 February 1848 den Raad der Reedery opgeroepen
om met dezen verder te delibereren en te besluiten.
Vergadering
van den Raad der Reederij
op 19 February 1848.
Present de Heeren P. Blussé van Oud-Alblas, F. van Wageningen, A. Blussé, A.J. Verbeek vd Sande, L.
Selleris, Wed. G. ’t Hooft, C. Gips &Zonen, F. Smit in persoon en H. vd Sande Hz. bij procuratie.
In deze vergadering geeft de voorzitter aan de presenten een omstandig berigt van de gerezen
moeyelijkheden met dien bodem en van de verrigtingen der Directie om daaruit te geraken, alsmede van
het aanbod aan de Heeren Goll &Co om den Orion onder cautie te ontslaan. Hetwelk door de presenten
eenparig goedgekeurd is, die ten blijk daarvan eene contragarantie voor de Directie naarmate van hun
aandeel geteekend hebben; ook de absenten hebben zich vervolgens met uitzondering van 3/64
gedeelte aangesloten.
Later heeft de Directie bij eene onderhandsche acte dd Maart 1848 den WEGestr Heer L. Zeegers
Veeckens die zich als derde borg wel heeft willen stellen, geauthoriseerd om ten behoeve der Heeren
Goll &Co zoodanige acte van cautie te onderteekenen als tusschen genoemde firma en kapitein J. de
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
30 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
Ridder zal zijn of worden geregeld, ten fine om te verlangen de opheffing van het op genoemden bodem
gelegde arrest onder solidaire garantie van elk der Directeuren.
De redactie der acte van cautie is geregeld den 20 Febr, zijn de taxateuren aan boord gekomen en is die
bodem geschat op f 70.000, den 9 Maart zijn de acten geteekend, en den 11 Maart is het arrest
opgeheven.
Door de Nederl. Hand. My in de bevrachtingen van Maart opgenomen met bestemming van op
Dordrecht terug te keren, zijn in den Orion 500 Kisten manufacturen geladen en heeft eenige dagen later
het Gouvernement, op het aanbod der Nederl. Hand. My voor den Orion een transport van 150
Militairen, benevens drie officieren & onderofficieren en een kind beneden de 12 Jaren toegewezen, en is
de zeildag uit het Nieuwe Diep op 3 April bepaald.
Nadat tijdig al het noodige voor de uitreis besteld en aan boord was, is den 22 Maart gemonsterd, en is
de Orion den 29 Maart van Amsterdam naar het N.Diep vertrokken, en aldaar den 1 April aangekomen.
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
31 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
ZEVENDE REIS VAN DE ORION * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Den 7 April 1848 is de Orion naar Zee gezeild en wel in Zee gekomen; des avonds van
dien dag was de Orion in de Hoofden met gunstige gelegenheid zeilende.
Uitgaande is de Orion verzekerd f 60.000 op casco tegen alle gevaar en f 35.000
beh.varen vrij van molest.
Ten opzigte der questie tusschen de Heeren Goll &Co en de Bruin &Zn heeft onze advocaat te
Amsterdam, de Heer C.D. Asser, ons bij schrijven van 2 Maart 1848 gemeld, dat die zaak geschikt was, in
dier voege dat de Reedery geheel buiten alle schaden wordt gesteld. Aan deze schikking was echter de
voorwaarde verbonden, dat een bestaand plan van regeling van de algemene zaken des boedels de
Bruin tot stand kwam.
Den 13 Aug ontving de Directie een schrijven van Kapt Borghorst, gedagteekend Rio Janeiro den 9 Juny
en meldende dat hij uit vrees voor gebrek aan een gedeelte der provisie uit hoofde van de lange reis met
150 man troepen aldaat den 4 Juny was binnengeloopen. Volgens een later schrijven van onze
correspondenten te Rio Janeiro heeft hij den 11 de reis vervolgd.
Vergadering
van den Raad der Reederij
op Vrijdag 6 October 1848.
Present de Heeren Mr P. Blussé van Oud-Alblas, F. Smit , A.J. Verbeek vd Sande , Wed. G. ’t Hooft &Zn,
F. van Wageningen, Mr A. Blussé.
Notulen tot heden gelezen en goedgekeurd. Rekening gedaan over de zesde afgeloopen tusschenreis
naar Havannah, sluitende met een kwaad slot van f 41.140,44½ goedgekeurd en geteekend.
Vervolgens is aan de absenten van een en ander nog dien eigen dag bij circulaire kennis gegeven
vermeldende buitendien uitvoerig de redenen van dit aanmerkelijke te kort, alsmede hetgeen tot
dekking daarvan aangewend is of zal worden aangewend. Ook is aan de deelhebbers berigt gegeven van
het binnenloopen van de Orion te Rio Janeiro op 4 Juny, uit vrees van gebrek aan provisie.
Later heeft dit binnenloopen aan de Directie ruime stof tot nieuwe zorg gegeven, ten gevolge der
vertoogen van regeringswege, door middel van de Directie der Nederlandsche Handel Maatschappy over
genoemd binnenloopen ontvangen. De Directie heeft zich zooveel mogelijk gedisculpeerd, doch heeft tot
haar leedwezen voor zich zelve de overtuiging bekomen, dat door eene misrekening in de provisie dit
binnenloopen is noodzakelijk geweest. Dit heeft dan ook ten gevolge gehad dat de Transport
onkostgelden der Troepen niet dan met groote moeite en eerst laat zijn geincasseerd, met uitzondering
echter der premiegelden voor den Gezagvoerder.
Met een woord zij hier gemeld, dat even als voor de schepen Isis, Jacob Cats, Timor, Jan van Hoorn, ook
van den Orion op 21 December 1848 eene Vergadering van den Raad der Reedery heeft plaats gehad,
om middelen te beramen tot wegneming van het onereuse liggende in het door den Raad der Nederl.
Handel Maatschappy den 13 December 1848 genomen besluit, waarbij eenige wijzigingen in de wijze
van bevrachting worden daargesteld. In de Vergadering is de Directie door de presenten, 40/64
aandeelen vertegenwoordigende, gemagtigd om te handelen naar bevind van zaken. Door de kort
In Zee zeilen
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
32 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
daarop gevolgde wijziging van gen. besluit, zijn de zaken in status quo gebleven. (Een en ander breeder
te vinden in de notulen van genoemde bodems)
Per landmail van Augustus ontving de Directie op November 1848 een schrijven van
Kap Borghorst, meldende de behouden aankomst van den Orion te Batavia op 11
Augustus. Na de ontscheping der troepen en het innemen van 1000 picols Koffy en
500 picols Tin, is de Orion naar Samarang verzeild, heeft daar de Manufacturen gelost en vervolgens
volgeladen, waarna het Schip naar Batavia is teruggekeerd en den 15 October de
terugreis naar Nederland heeft aangenomen, in alles beladen met
10799 picols Suiker
4632 ,, Koffy
500 ,, Tin
125 ,, Rotting
Na eene reis van 103 dagen is de Orion den 26 Jan 1849 te Brouwershaven
gearriveerd. Het schip had op de uitreis sterk gewerkt en op de tehuisreis vrij wat
water gemaakt, overigens was alles wel. Om niet door de vorst overvallen te worden
is onverwijld alle mogelijke haast gemaakt om het schip op behoorlijken diepgang te ligten en is hetzelve
den 4 February naar deze stad opgesleept, waar het ligten is voortgezet en begin Maart geeindigd. De
Vrachtpenningen zijn nog in diezelfde maand ingekomen bedragende over ruim 451 uitleverende Lasten
f 86.549,16.
Figuur 8 Zevende reis van de ORION
Na ontlossing van den bodem is het der Directie raadzaam voorgekomen een onderzoek in te stellen
naar den staat van het Schip en in overleg met de Experts der Nederl. Handel My uit te zien naar de
geschiktste middelen om dien bodem derwijze te versterken, dat men voor het vervolg minder vrees voor
het uiteen werken van het schip en al de nadeelinge gevolge van dien hebben mogten. In April hebben
deze daartoe het noodige bevolen en vermits de waarschijnlijkheid, dat de Orion weder spoedig voor
eene nieuwe bevrachting zou kunnen genomen worden, is dadelijk een aanvang met de vrij belangrijke
reparatien en versterkingen gemaakt, waaronder het wegnemen der Koebrugsbalken en het uitbrengen
van 10 staanders aan weerszijden van het schip in eene schuinsche rigting van de kim tot aan het
bovendek met yzeren knieën aan de anker en bovendekbalken verbonden.
In de maand July waren de reparatien reeds zooverre gevorderd dat de Directie toestemmend kon
antwoorden op een vraag der Experts van de Nederl. Handel My, of de Orion gereed kon zijn om die
maand eene reis voor de Handelmaatschappy aan te vangen. Genoemde bodem is echter toen niet maar
eerst in de maand February 1850 in de bevrachtingen der Ned. Handelmaatschappy opgenomen met
bijbepaling om eene zekere hoeveelheid Steenkolen in te nemen en vervolgens van Java op Dordrecht
Aankomst te
Batavia
Vertrek van
Batavia
Binnenkomst
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
33 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
terug te keeren. Dit beladen met Steenkolen heeft intusschen lang gedraald. Eerst in April 1850 is
daarmede een aanvang gemaakt en is de belading in die maand afgeloopen.
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
34 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
ACHTSTE REIS VAN DE ORION * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Waarop de Orion geheel uitgerust van de Stad naar Hellevoetsluis is vertrokken en na daar nog een
ligter Steenkolen overgenomen te hebben, den 6 Mei 1850 is in Zee gezeild.
Uitgaande verzekerd f 60/m Casco en f 35/m behouden varen.
Den 7 Mei was het schip op de hoogte van de Singels.
De questie tusschen de Heeren Goll &Co en de Bruin &Zn wegens de per Orion in der tijd uit Havannah
aangevoerde Suiker, liep in de maand February 1850 geheel buiten bezwaar der Reedery van dien
bodem af, en zijn al de deswege in der tijd gepasseerde stukken en bewijzen behoorlijk geroyeerd, terwijl
de in der tijd door ons in Havannah betaalde en naar onze sustenu door de Heeren de Bruyn &Zn
verschuldigde ligterloonen door deze zijn betaald met eene acte in de Nederl. Suiker Rafinadery en
bijpassing van het payement in spetie.
Vergadering
van den Raad der Reederij
op Donderdag den 4 July 1850.
Present de Heeren P. Blussé van Oud Alblas, A. Blussé , H. van der Sande Hz., A. du Bois &Zn, C. Gips
&Zn, Wed. G. ’t Hooft &Zn.
De notulen tot heden voorgelezen.
De president directeur deelt aan de Vergadering eene bij hem ontvangen missive mede, bezwaren
inhoudende tegen het binnenloopen van den Orion te Rio Janeiro, uithoofde van gebrek aan provisie en
verzoekende dat de daardoor veroorzaakte schade kome ten laste van dengenen, hetzij den kapitein
hetzij de directie, die de oorzaak van het verzuim geweest is. De Directeur van Wageningen als
uitsluitend belast met het bezorgen van victualie, neemt hierop het woord en erkent dat het gebrek aan
provisie een gevolg van misrekening is van zijnen kant. Voor het geval de Reedery begrijpt dat door hem
dat verzuim gedragen moet worden, verklaart hij zich bereid om deswege in nader discours te treden.
Na wisseling van gedachten besluiten de tegenwoordige deelhebbers, terwijl de Directie buiten de
stemming blijft, niet terug te komen op mogelijke misrekeningen, waarna men overgaat tot het doen der
Rekening over de zevende afgeloopen reis, sluitende met een kwaad slot van f 8013,97½, welke wordt
goedgekeurd.
Den 19 October 1850 ontving de Directie berigt dat de Orion den 20 Augustus te
voren na eene reis van 104 dagen te Batavia was gearriveerd, zonder eenige
bijzondere merkwaardigheden ondervonden te hebben. De Kapitein had echter met
genoegen bemerkt dat de laatste vertimmering aan het schip gedaan, hetzelve veel had versterkt en
tevens veel gemakkelijker had gemaakt.
Eerst den 21 September kon de Kapitein aan de beurt komen om zijn Steenkolen op het Eiland Onrust te
lossen, en den 13 October verzeilde hij naar Indramayo om 10.000 picols Koffy in te nemen, vervolgens
te Cheribon de lading aangevuld hebbende lag het schip den 23 November 1850 weder gereed de
terugreis aan te nemen.
In Zee zeilen
Aankomst te
Batavia
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
35 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
Reeds den 16 Maart 1851 bereikte de Orion de reede van Brouwershaven na eene
gelukkige reis van 110 dagen. Bij het binnenkomen op de reede trof hem het
ongeluk dat een der stuurboords en vervolgens de bakboordsketting braken ten
gevolge van den hevigen wind en den geweldigen vloed, doch het schip onmiddelijk op de Slikke gezet
zijnde, was hiermede geen gevaar gepaard. Den volgende dag werdt het schip geligt, in vlot water
gebragt en vervolgens beproefd de ankers te visschen. Inmiddels werd het schip van hier van de noodige
ankers voorzien om veilig te kunnen opvaren.
Figuur 9 Achtste reis van de ORION
Den 24 Maart 1851 kwam het schip voor de stad en werd de lossing onmiddelijk doorgezet. Den 21 April
was dit geeindigd en werd de vrachtrekening opgemaakt tot een som van f 845.367,66.
Bij de bestaande mogelijkheid om de eene of andere vracht te bekomen of voor het op avontuur uitzeilen
van vele schepen vroeg in de bevrachtingen der Handel Maatschappy begrepen te worden, besloot de
Directie in alle gevallen het schip weder in zeewaardige toestand te brengen en werden de Experts
uitgenodigd te komen opnemen, wat daartoe vereischt werd.
Inmiddels de vrachtrekening ontvangen zijnde werd den 30 April door de Directie besloten tot eene
uitdeeling van f 800,- per 1/32 ste , daar ook de reparatien door de Experts voorgeschreven niet
belangrijk waren.
Aanhoudende onderhandelingen over het aangaan eener vracht, hebben tot niets geleid en het
binnenkomen van vele schepen van eene tusschenreis heeft telkens de beurt van den Orion achteruit
gezet.
Eerst in April van 1852 werd de Orion in de bevrachtingen voor Mei opgenomen en de zeildag op verzoek
der Directie reeds op 2 Mei bepaald, aangezien het schip lang vooruit was gereed gemaakt.
Binnenkomst te
Brouwershaven
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
36 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
NEGENDE REIS VAN DE ORION * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Door de moeyelijkheid om het benoodigde scheepsvolk te bekomen, is het schip wel van de stad reeds
den 2 Mei vertrokken, doch eerst den 7 Mei gereed gekomen om Zee te kiezen. Dien dag zeilde hij tot
voor het pampus, doch de wind ongunstig wordende is hij eerst den 16 Mei 1852 in
zee gezeild.
Vergadering
van den Raad der Reederij
op 3 Augustus 1852.
Present de Heeren Mr A. Blussé , F. van Wageningen, A.J. Verbeek vd Sande, C. Gips &Zonen, Wed. G.
’t Hooft &Zn.
De notulen tot heden gelezen. Rekening gedaan over de achtste afgeloopen reis, sluitende met een goed
saldo van f 2308,33½ goedgekeurd en geteekend. Aan de absente deelhebbers is van een en ander bij
circulaire schriftelijk kennis gegeven.
Den 25 Augustus 1852 is de Orion, na eene reis van 101 dagen behouden te Batavia
gearriveerd. Op reis was een ligtmatroos met name D. Pieterse over boord gevallen
en verdronken. Na het innemen van Tin en bindrotting te Batavia is de Orion den 29
naar Passaroeang verzeild, van waar hij, na volgeladen te zijn den 20 October te Batavia is
teruggekomen, en van daar den 23 Otober de terugreis naar het Vaderland heeft aangevangen, in alles
beladen met 11200 picols Suiker, 4500 dito Koffy, 500 dito Tin, 75 dito Sapanhout en 125 dito Rotting en
verzekerd zijnde f 60/m Casco en f 50/m Vrachtpenningen.
De terugreis ging vrij voorspoedig tot den 8 Febr toen de Orion op de hoogte van Portland in aanzeiling
kwam met een Engelsch schip en daardoor nog al eenig schade bekwam, als de voorsteng Kluiverboom
en stuurboords Kraanbalk gebroken, benevens de waterstagen en de boegspriet gekraakt, verder
Fokkestagen, Voorstengstagen, bramstengstagen, Kluiverleider beschadigd en Kluivergeg gebroken. Het
schip had niets geleden. Dit heeft echter niet belet om de reis met de zoo goed mogelijk voorziene
stukkende boel voort te zetten en den 23 February 1853 kwam de Orion behouden te Texel binnen,
hebbende in het geheel eene uit en tehuisreis van 283 dagen of 9 maanden en 7
dagen.
Figuur 10 Negende reis van de ORION
In Zee zeilen
Aankomst te
Batavia
Binnenkomst te
Brouwershaven
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
37 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
Dadelijk zijn de noodige maatregelen genomen om hetgeen door zee-evenementen beschadigd was van
Assuradeurs vergoed te krijgen. Dit heeft plaats gehad. De avarypenningen ten bedrage van f 1905,- zijn
den 28 October ingekomen.
Bij de wetenschap met andere bodems verkregen, dat tijd en kosten gespaard werden wanneer men
ledig lost in het Nieuwe Diep en daar weder gereed maakt voor eene nieuwe reis en niet naar
Amsterdam opvaart, is aan de Directie der Nederl HandelMy vergunning gevraagd en verkregen om in
het N.Diep te mogen ledig lossen. Ten gevolge van het ijs heeft men daarmede eerst den 9 Maart
kunnen beginnen en was daarmede den 26 Maart gereed, als wanneer de vrachtrekening is opgemaakt
bedragende over 528 uitgeleverde lasten f 69.821,49 welke vrachtpenningen den 8 April zijn
ingekomenen waarvan den 9 April eene provisionele uitdeeling van f 500 per 1/32 aan de deelhebbers is
gedaan.
Ingevolge den aan Kap Borghorst verstrekten last, om dadelijk na ontlossing van den Orion in overleg
met de Experts de noodige reparatien en vernieuwingen te regelen, hebben dezen den 2 April eene
eerste inspectie gehouden, waarop gedurende de maanden April en Mei nog eenige inspectien gevolgd
zijn. De reparatien waren vrij belangrijk, gedeeltelijk het gevolg der aanzeiling, maar voor het
meerendeel voortspruitende uit vicer propre. Aan Rondhout zijn aangeschaft eene Boegspriet, groote
bramra, Spaansche ruiter, kluiverboom, Voorsteng, uithouder der kluiver, bakstagen aan stuurboord,
stuurboordskraan, balk van hout en grote Mast van yzer.
Aan zeilen een grootzeil, fok, stormbezaan, bramzeil, onder en bovenlijzeil.
Aan want e.d. buiten Waterstag, fokkestag, voorstengstag, grootstengstag, Kluiverleider, voorbramstag,
grootbramstag.
Terwijl aan het schip vernieuwd zijn: de koperen huid, en aan beide zijden het potdeksel.
Aan bakboordzijde de rahouten van de boeg af tot aan achteren, eenige planken van de breegang, drie
inhouten achteruit, het binnen statie hout, als de planken van de breegang, de zetgang (zijnde dat
gedeelte de laatste reis niet vernieuwd) alsook de drie berghoutplanken, een eind weegs vervuurd,
eindelijk al de einden der planken van het dek. Binnenboord een eind rahout dwars van de groote Mast.
Aan stuurboordzijde eveneens de beide rahouten van de boeg tot aan de bezaansmast, met eenige
planken der breegang en eenige plankjes der vaste verschansing, achter de bezaansmast vanaf de
zetgang tot boven toe, met twee inhouten en twee pollen.
En eindelijk in het schip het spoor der groote Mast.
Middelerwijl was het schip half April naar Australie via London bevracht geworden tot den toen
besteeden hoogsten koers van £ 4.7.6 per gemeten ton, en werd mitsdien alle mogelijke spoed gemaakt
om het schip voor zijne nieuwe bestemming gereed te maken.
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
38 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
TIENDE REIS VAN DE ORION * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Den 31 Mei lag de Orion uitgeklaard, ging den 6 Juny naar de reede, en den 10
behoorlijk uitgerust naar London, uitgaande verzekerd voor f 60/m Casco, f 35/m
Vrachtp. en f 25/m beh.varen.
Den 12 Juny 1853 kwam de Orion bereids voor het ooster-London dok aan, den 17 was de restant ballast
gelost, en den 22 Juny is een aanvang met laden gemaakt. Den 30 July was men daarmede gereed.
Den 1 Augustus is den Orion uitgeklaard, den 3 per Stoomboot naar Grave Sand
vertrokken, en den 6 van Duins met N.O. wind anker opgegaan naar Sidney in
Australie.
Van de in het laatst van Augustus op voorschot ontvangen twee derde gedeelte der vrachtpenningen, is
den 2 September eene uitdeeling op voorschot van f 600,- per 1/32 ste aan de deelhebbers gedaan.
Vergadering
van den Raad der Reederij
op den 16 December 1853.
Present de Heeren Mr P. Blussé van Oud Alblas, F. van Wageningen, Mr A. Blussé , , A.J. Verbeek van
der Sande, Wed. Gerardus ’t Hooft &Zoonen, C. Gips &Zonen.
De notulen tot heden gelezen. Rekening gedaan van de negende reis, sluitende met een goed saldo van
f 1538,54. Goedgekeurd en geteekend. Aan de absenten is van een en ander bij circulaire schriftelijk
kennis gegeven.
Den 4 December 1853 is de Orion na eene reis van 120 dagen behouden te Sydney
aangekomen. Den 8 dier maand is er begin met lossen gemaakt. Met de Equipage
trof de Orion bij gebrek aan behoorlijke vertegenwoordiging van Nederland in
Australie, hetzelfde lot als andere Hollandsche bodems. 14 man in Engeland aangemonsterd, verlangden
ontslagen te worden en deserteerden later met nog anderen, zoodat den 24 Jan 1854 de bemanning
bestond uit den Kapitein, 3 Stuurlieden, 1 baas timmerman en een jongen, waarvoor 20 Javaansche
Matrozen tot £ 7 's maands zijn aangemonsterd. De lossing moest bijgevolg met sjouwerlieden tot duren
prijs voortgezet worden. Half January 1854 was de Orion ledig. Daarna is steenen ballast ingenomen,
met de correspondenten der Inladers restant vracht afgerekend, en is de Orion den 3 February 1854 naar
Batavia vertrokken, waar gemelde bodem den 8 April behouden aankwam. Daar wachtten den Orion
nieuwe teleurstellingen, en hooge gagien voor het scheepvolk, en buitegemeen lage vrachten. De in
Australie gemonsterde Javaansche Equipage verlangde en verkreeg afmonstering. In
de plaats daarvan moest eene Javaansche Equipage uit Soerabaya ontboden
worden. De particuliere vrachten waren, ten gevolge van het overgroote aantal
aangekomen schepen nominaal. Wel was bij de Factory eenige behoefte en werden door deze uit gebrek
van uit Holland bevrachte schepen een 6tal der vrije schepen tegen de gewone Maatschappy conditien
genomen, doch onder deze bevoorregten behoord de Orion niet. Wel waren door de Directie, op het
vernemen van de aankomst van deOrion te Batavia, stappen bij de Ned. Handel My gedaan om een
recommandatie brief te bekomen, die ook verkregen en opgezonden werd, doch eerst half July te
Batavia kwam juist toen de Orion eenige particuliere vracht naar Rotterdam had aangenomen. Batavia
en Samarang waren zijne laadplaatsen: Suiker, Rotting en Tin, Buffelhuiden, tabak en eenige Rijst tot
In Zee zeilen
Vertrek naar
Sydney
Aankomst te
Sydney
Aankomst te
Batavia
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
39 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
opvulling voor reedersrekeningt waren zijne lading. Den 25 Augustus is de Orion eindelijk van Java
vertrokken.
Den 19 December 1854 is de Orion behouden te Brouwershaven binnengekomen,
daar tot op behoorlijke diepgang geligt en vervolgens naar Rotterdam vertrokken,
waar zijn ontlossing den 31 Decmber is voortgezet en begin February geeindigd. De
Javaansche Equipage is met de Timor naar Batavia teruggebragt en daar afgemonsterd. De
Vrachtpenningen zijn te zijner tijd ingekomen. De voor Reedersrekening geladen Rijst is met goed
voordeel verkocht.
Figuur 11 Tiende reis van de ORION
Enigszins met grond vooronderstelling dat aan de Orion nog nogal belangrijke vertimmeringen te doen
zouden zijn, is de Directie met hare gewone Experts te rade gegaan of zij het schip repareren of
verkoopen zoude. Voorloopige expertisen, in tegenwoordigheid en met overleg der scheepsbouwmees-
ters C. Gips &Zonen, zijn daar het gevolg van geweest. Na het onderzoek achten de experts het schip
eene belangrijke reparatie waardig, waartoe de Directie besloot.
Zoodra de te watergemeenschap hersteld was, is de Orion den 15 Maart naar Dordrecht opgesleept, en
zijn daar onmiddelijk de reparatien aangevangen. Deze waren zeer belangrijk, onder andere zijn de
geheele binnenbeplanking van het laadhout tot de wegers en de daardoor bloot komende vervuurde
houten vernieuwd, even zoo voor in de boeg, nieuwe koperen huid, nieuwe koperen verhouten enz.
Binnenkomst te
Brouwershaven
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Directie en Raad der Reederij: notulen ORION
40 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps
ELFDE REIS VAN DE ORION * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
In het laatst van July was men met de reparatien gereed en werd de Orion, door de Maatschappy op
Dordrecht terug bevracht, behoorlijk uitgerust en bemand, den 1 Augustus tot buiten de Kil gesleept en
den 2 te Hellevoetsluis aangekomen, van waar hij den 6 Augustus 1855 naar Zee is gegaan. Den 7
passeerde de Orion Duins.
Den 19 November 1855 kwam de Orion na eene reis van 104 dagen behouden te Batavia aan. Na daar
Tin, Rotting, Sapanhout en duiten te hebben ingenomen, dacht de Gezagvoerder den 25 November naar
Passarouang te verzeilen, waar hij zijn geheele retourlading zou ontvangen.
. . . . etc Descunt . . . . .
Figuur 12 Elfde reis van de ORION