STENOGRAFISCHE NOTULEN
Transcript of STENOGRAFISCHE NOTULEN
VERGADERING VAN
25 FEBRUARI 2016
STENOGRAFISCHE NOTULEN VAN DE PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
3
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN __________
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
__________
De vergadering wordt geopend te 14.32 uur.
De heer Provinciegriffier is aanwezig.
Tekenden de aanwezigheidslijst:
Mevrouw AVONTROODT Yolande
Mevrouw BAETEN Els
Mevrouw BAYRAKTAR Aysel
De heer BELLENS Peter
Mevrouw BOCKX Greet
De heer BOLLEN Ivo
Mevrouw BRADT Sofie
De heer BUNGENEERS Luc
Mevrouw BWATU NKAYA Annie
De heer CAALS Tom
De heer CALUWÉ Ludwig
De heer CLAESSEN Jan
Mevrouw COLSON Mireille
De heer CORLUY Bert
Mevrouw COTTENIE Christ'l
De heer CUYT Rony
De heer DE COCK Koen
De heer DE HAES Jan
Mevrouw DE HERT Vera
De heer DILLEN Koen
De heer FEYAERTS Patrick
De heer GEUDENS Frank
De heer GEYSEN Kris
Mevrouw GIELEN Pascale
De heer GODDEN Jürgen
De heer GOOSSENS Kris
De heer HELSEN Koen
De heer HENS Werner
De heer HUIJBRECHTS Jan
Mevrouw JACQUES Ilse
De heer JANSSEN Patrick
De heer KERREMANS Koen
De heer LEMMENS Luk
De heer MARCIPONT Daniël
De heer MEEUS Michel
De heer MERCKX Kris
Mevrouw MICHIELSEN Inge
De heer MINNEN Herman
Mevrouw MOREAU Livia
Mevrouw MUYSHONDT Tine
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
4
Mevrouw NAERT Nicole
De heer PALINCKX Koen
De heer PEETERS Bruno
Mevrouw PEETERS Marleen
De heer RÖTTGER Rik
De heer SCHOOFS Hans
De heer SELS Frank
Mevrouw STEVENS Lili
De heer UGURLU Sener
Mevrouw VAN CLEEMPUT Loes
De heer VAN EETVELT Roel
Mevrouw VAN GOOL Greet
Mevrouw VAN HAUTEGHEM Marleen
Mevrouw VAN HOFFELEN Karin
De heer VAN HOVE Bart
Mevrouw VAN HOVE Katleen
Mevrouw VAN LANGENDONCK Gerda
Mevrouw VAN NECK Danielle
Mevrouw VAN OLMEN Mien
Mevrouw VANALME An
De heer VANDENDRIESSCHE Diederik
Mevrouw VERHAERT Inga
De heer VERHAEVEN Eddy
Mevrouw VERLINDEN Linda
De heer VOLLEBERGH Steven
Mevrouw WECKHUYSEN Wendy
De heer WILLEKENS Tim
De heer ZANDER Jan
Verontschuldigd: Mevrouw de GOUVERNEUR, mevrouw BOONEN Nicole, mevrouw
HENDRICKX Iefke, de heer JANSSENS Eric en de heer THIJS Danny.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
5
De raad is bijeen in openbare vergadering.
Mondelinge vragen
VOORZITTER.- De heer Claessen heeft het woord.
De heer CLAESSEN.- Voorzitter, collega’s,
We mogen trots zijn, want onze provincie telt met Royal Antwerp Football Club de oudste
voetbalclub van het land. De club werd opgericht in 1880, en bij het toekennen van de
stamnummers rond 1926 was Antwerp de oudste bestaande club en kreeg zo met recht en
rede stamnummer 1 van de Belgische Voetbalbond. De ‘Great Old’ in de volksmond is een
ware traditieclub en heeft al jaren een belangrijke rol ingenomen in onze Antwerpse
samenleving. Een standbeeld voor de oudste club van het land zou de band met alle
Antwerp-supporters, maar ook de neutrale voetballiefhebber nog versterken. Het
provinciaal groendomein Rivierenhof, gelegen in Deurne, de thuishaven van de nu al
136-jarige club, zou een uitstekende locatie zijn om een standbeeld neer te planten. Het
park dat jaarlijks om en bij de miljoen bezoekers over de vloer krijgt telt nu al talrijke
kunstwerken verspreid over het gehele park.
In navolging van de ‘Kielse rat’, gelegen op de Sint-Bernardsesteenweg in Antwerpen, van
stadsgenoot Beerschot-Wilrijk zou een ‘Rood/witte in hond’ in de thuisbasis Deurne niet
misstaan. Een betonnen standbeeld in de vorm van een hond, in symboliek met de betonnen
massieve constructie van het Bosuilstadion. Het stadion mag dan wel verouderd zijn, het
blijft tot de verbeelding spreken.
Ik heb dan ook maar één vraag. Wil de provincie meewerken aan het vereeuwigen van
Antwerp Football Club en een standbeeld financieren?
VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord.
De heer PEETERS, gedeputeerde.- Mijnheer Claessen, is zal proberen daar een antwoord
op te geven.
Het is inderdaad zo dat het Rivierenhof onlosmakelijk verbonden is met het district
Deurne, maar er is wel nooit een echte band geweest tussen het park en Royal Antwerp.
Integendeel, het Rivierenhof telt op dit ogenblik 3 andere voetbalclubs met ook een zeer
rijke traditie: Tubantia Borgerhout, opgericht in 1915; S.A.V.A., opgericht in 1924; en
Rapid doet dit jaar ook al 50 jaar aan jeugdwerking in het Rivierenhof.
Het is ook zo dat de provincie Antwerpen op dit moment nog 2 andere eerste klasse clubs
heeft: KV Mechelen en Westerlo. Een beeld ter ere van Antwerp in het Rivierenhof zou
terecht de nodige vragen oproepen bij deze clubs, alsook bij de korfbalclubs in het
Rivierenhof, die ook een rijke geschiedenis kunnen voorleggen. Een monument ter ere van
Antwerp gebeurt daarom logischerwijze beter in de directe omgeving van het
Bosuilstadion, dat overigens sowieso al een park als buur heeft, met name de Bremweide.
In 2014 werd trouwens reeds een groot kunstwerk, meer bepaald een graffitimuur,
ingehuldigd in samenwerking met de stad en het district en met de Antwerp-supporters.
Dit lijkt ons meer dan een volwaardig eerbetoon aan de traditieclub die Antwerp zeker is,
en ook op een veel logischer locatie.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
6
Ik ga er ook nog aan toevoegen dat sowieso dit provinciebestuur al enkele jaren geen
budgetten meer heeft voor de aankoop van kunstwerken. En hiervoor een uitzondering
maken ten voordele van één voetbalclub lijkt ons toch niet aangewezen.
VOORZITTER.- Mevrouw Cottenie heeft het woord.
Mevrouw COTTENIE.- Op 4 februari trok gedeputeerde Verhaert vanuit haar functie als
voorzitter van Zij-kant, samen met de gelijkgezinden van Viva-SVV, naar het kabinet van
minister van Volksgezondheid Maggie De Block. Het doel was middels een ludieke actie
aandacht te vragen voor de terugbetaling van borstreconstructies met eigen weefsel. Een
plan waar zeker de collega’s van mijn fractie, en vermoedelijk alle partijen in dit halfrond,
zich achter kunnen scharen. De ludieke actie, zo herinnert u zich ongetwijfeld wel, nam de
vorm aan van een borstentaart, klaargemaakt op vraag van gedeputeerde Verhaert door de
bakkerijafdeling van de PIVA, onze eigen provinciale school. De PIVA was terecht trots op
het resultaat. De taart haalde de nationale pers, en de leerkracht mocht in de krant het
recept kort toelichten. Daarbij was te lezen, en ik citeer Gazet van Antwerpen: “Wat de
leerlingen pas wisten als hun lekkernij klaar was, is dat zij richting minister van
Volksgezondheid Maggie De Block ging. Het weerhield de officiële Twitteraccount van de
PIVA er niet van om zijn trots te tweeten met hun taart, hierbij verwijzend naar de actie
van Viva-SVV en Zij-kant.” Daar knelt echter het schoentje.
De vzw Zij-kant is de progressieve vrouwenbeweging van sp.a. Viva-SVV is dan weer de
socialistische vrouwenbeweging. Beide organisaties zijn met andere woorden partijpolitiek
gebonden. Het statement dat met de taart van de PIVA gemaakt werd, en later ook
verspreid werd via het officiële twitterkanaal van de school is, hoewel achtenswaardig,
partijpolitiek.
De vraag voor gedeputeerde Verhaert luidt dan ook:
Is hier de neutraliteit van het provinciaal onderwijs in het gedrang gekomen en zijn de
makers van deze taart via onder meer het twitterkanaal van de PIVA voor de kar
gespannen van een partijpolitieke actie?
Had u de school en haar leerlingen niet beter buiten beeld gehouden bij deze actie?
Laat mij nogmaals benadrukken dat vooral de vrouwelijke fractieleden van N-VA de oproep
zeker onderschrijven, maar dat het ons om de politieke neutraliteit van de school gaat.
VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord.
Mevrouw VERHAERT.- Laat mij beginnen met het laatste.
Dank u wel voor de steun. Dat is een steun die ik trouwens breed heb ervaren hier van
meerdere leden uit deze raad die zeggen, over partijgrenzen heen: wij zijn voor een
treffelijke regeling voor mensen in onze omgeving. En we kennen er, helaas, al te veel
tegenwoordig in eigen familie, in de vriendenkring, ook bij ons in de fracties zijn mensen
getroffen door die verschrikkelijke ziekte, vrouwen en mannen. Wat dat betreft, denk ik
dat het partijpolitieke grenzen overstijgt. Eenieder is het daarover eens.
Trouwens ook de minister van volksgezondheid heeft daar middelen voor opzij gezet. Laat
dat heel duidelijk zijn. De actie was vooral bedoeld om te zeggen: komaan, wij moeten daar
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
7
nu tempo mee maken, want er is een groep van mensen die daar om redenen van particulier
belang een rem op zetten. Het is een te groot probleem om het achterwege te laten. Als
vrouwen teveel moeten betalen voor een reconstructie van borsten met eigen weefsel dan
is dat niet iets wat we kunnen aanvaarden.
Ik denk dat in die zin de neutraliteit van de school niet geschaad is. Het is ook zo, en ik
spreek nu even als voorzitter van Zij-kant, maar ik spreek ook evengoed voor de mensen
van Viva-SVV, in ons persbericht, uitnodiging naar de pers, is er ook niet gesproken over
PIVA. Wij hebben de pers daar niet van verwittigd. Maar het eerste wat ik hoorde op die
ochtend van de actie was een interview op Radio 1 bij ‘De ochtend’ waar een leraar van
PIVA heel trots, u zei het zelf, over het recept van de taart sprak. Ik heb dat niet
gevraagd. Ik heb dat niet georganiseerd. Dat is gebeurd. De pers is daar op uitgekomen
dat PIVA die taart had gemaakt, en het was een treffelijke taart. Ik kon daarna natuurlijk
op vragen moeilijk zeggen: het is een taart gemaakt door het Spijker. Het is een taart
gemaakt door de PIVA. Dat is juist. Maar ik denk, gezien het algemeen belang dat de
neutraliteit niet geschaad is, en wees gerust, het is ook niet op aangeven van de
organisatoren dat PIVA vermeld is.
Mevrouw AVONTROODT.- Mag ik nog even reageren?
VOORZITTER.- Neen, een mondelinge vraag is enkel vraag en antwoord. Het kan niet.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
8
OPENBARE VERGADERING
GRIFFIE
Departement Mens, Communicatie en Organisatie
De leden van de provincieraad
datum 8 februari 2016
kenmerk M>griffie>provincieraad>zittingen>2016
contactpersoon Ria Herremans | T 03 240 54 09
onderwerp Provincieraad
Mevrouw,
Mijnheer,
Ik heb de eer u mede te delen dat ik bij toepassing van artikel 20 van het
provinciedecreet beslist heb de provincieraad bijeen te roepen op donderdag
25 februari 2016 om 14.30 uur.
U gelieve deze vergadering, die plaats heeft in het Bernarduscentrum,
Lombardenvest 23 te 2000 Antwerpen, bij te wonen. Als bijlage zend ik u de
agenda.
Met bijzondere hoogachting,
De voorzitter,
Kris Geysen
Postadres:
Koningin Elisabethlei 22
2018 Antwerpen
T 03 240 50 11
Bezoekadressen (van juni 2013 tot eind 2016) Administratie: Provinciehuis aan de Singel (PaS)
Desguinlei 100 | 2018 Antwerpen
Deputatieleden en kabinetten: Parkhuis
Koningin Elisabethlei 18 | 2018 Antwerpen
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
9
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016 Agenda
OPENBARE VERGADERING
0. Provinciale overheid
0/1 Provincieraad. Wijziging huishoudelijk reglement. Goedkeuring.
1e bijkomende agenda
0/2 Wijziging van de vertegenwoordiging van de N-VA-fractie in de commissie
ruimtelijke ordening, mobiliteit en intercommunales en de commissie
personeel, organisatieontwikkeling en veiligheid. Goedkeuring.
1. Cultuur
1/1 Samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie Antwerpen en de
gemeente Bornem. Goedkeuring.
2. Ruimtelijke ordening, mobiliteit en intercommunales
2/1 Uitvoering RSPA: PRUP “Pinken” – Dessel. Definitieve vaststelling.
Goedkeuring.
2/2 Erediensten. Mol. Islamitische geloofsgemeenschap Ensar. Rekening 2015.
Advies. Goedkeuring.
2/3 Erediensten. Mol. Islamitische geloofsgemeenschap Ensar. Budget 2016.
Akteneming. Goedkeuring.
3. Economie, landbouw, innovatie en internationale samenwerking
3/1 Budget 2016. Exploitatiebudget - Beleidsdomeinen Welzijn, Economie en
Plattelandsbeleid. Budgetsleutel 0500/64900000. Subsidiëring van het
provinciaal economisch beleid. Aanwending van krediet. Goedkeuring.
3/2 Budget 2016. Werkingsmiddelen. Uitgavebudget: Communicatie over
land- en tuinbouw voor het lidmaatschap aan Vlaams Infocentrum Land-
en Tuinbouw vzw. Wijzigen in nominatim subsidie. Goedkeuring.
3/3 Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij. Subsidie voor expert
glastuinbouw. Goedkeuring.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
10
4. Financiën en logistiek
4/1 Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing van art. 43 §2 11° van het
provinciedecreet. Plaatsing van de raamovereenkomst tot het aanstellen
van een gerechtsdeurwaarder voor het invorderen van fiscale en niet-
fiscale vorderingen. Goedkeuring.
4/2 Voorstel met betrekking tot het engagement van de provincie om in de
mate van het mogelijke haar eigen dienstwagens in te schakelen in een
systeem van particulier autodelen, ingediend door mevrouw Loes Van
Cleemput (Groen). Goedkeuring.
4/3 Provinciale overheidsopdrachten.
Boom. Provinciaal recreatiedomein De Schorre. Camerabewaking en
toegangscontrole. Ontwerp. Goedkeuring.
4/4 Vastgoed. Balen. Molse Nete (A.7.29). PRUP "Overstromingsgebied Molse
Nete". Aanleg van een retentiebekken. Grondaankopen. Goedkeuring.
4/5 Vastgoed. Hoogstraten. Molenbeek (A.4.161.13). Ruilen beddingen met de
familie Van Rijkevorsel-Van den Broek. Goedkeuring.
4/6 Vastgoed. Kapellen. PRUP Kaartsebeek. Grondaankoop. Goedkeuring.
4/7 Vastgoed. Mol. Scheppelijke Nete (A.7.29.5). Aanleg retentiebekken (deel
2). Vierde reeks grondaankopen. Goedkeuring.
4/8 Vastgoed. Zoersel. Trappistenbeek (A.3.21.4). Aanleg
overstromingsgebied 'Kwikaard'. Aankoop percelen OCMW Antwerpen.
Goedkeuring.
4/9 Vastgoed. Heist-op-den-Berg. Woningen Pleinstraat 25 t/m 37. Inrichting
elektriciteitscabine. Verkoop gedeelte berging aan Iverlek. Goedkeuring.
4/10 Vastgoed. Fietsostrade Herentals-Balen. Deelprojecten Geel 5 en 7.
Grondaankopen. Goedkeuring.
4/11 Vastgoed. Retie. Loods Kelderbeemd 4. Wederinkoop door IOK.
Kennisname.
5. Onderwijs en jeugd
6. Energie, communicatie en ICT
6/1 Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing art. 43 §2 11° van het
provinciedecreet. Raamovereenkomst voor het leveren van een on-site
storage en back-up oplossing 2016-2021. Lastvoorwaarden en wijze van
gunnen. Goedkeuring.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
11
6/2 Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing art. 43 §2 11° van het
provinciedecreet. Raamovereenkomst voor het leveren van off-site back-
up en recovery diensten 2016-2021. Lastvoorwaarden en wijze van
gunnen. Goedkeuring.
7. Recreatie, sport en toerisme
8. Personeel, organisatieontwikkeling en veiligheid
8/1 Provinciepersoneel. Aanpassing evaluatiesysteem van de decretale
graden. Goedkeuring.
8/2 Provinciepersoneel. Wijziging van de rechtspositieregeling. Goedkeuring.
9. Welzijn
9/1 Reglement impulssubsidie arbeidszorg. Aanpassing modaliteiten
uitbreidingssubsidie 2016. Goedkeuring.
9/2 Aanwending krediet sociale projecten en wonen 2016 voor verschillende
innovatieve projecten. Goedkeuring.
9/3 Budget 2016. Verdeling van het krediet onder 2016/64900000/21/0550:
Subsidie met betrekking tot arbeidszorg (R)/ Werkgelegenheid.
Goedkeuring.
9/4 Budget 2016. Herverdeling van het krediet onder
2016/64900000/21/0629: Subsidies met betrekking tot wonen (N/R)/
Overig woonbeleid. Goedkeuring.
10. Europa, plattelandsbeleid en sociale economie
10/1 Provinciaal PlattelandsOntwikkelingsPlan: aangepaste versie op basis van
nieuw PDPOIII. Goedkeuring.
10/2 Budget 2016. Budgetsleutel 0550/64900000/Subsidiëring van projecten in
de sociale economie (R/N) (2016140457). Project Landschapsdokters.
Subsidie 2016. Goedkeuring.
11. Milieu, natuur en Noord-Zuidbeleid
11/1 Budget 2016. Machtigingskrediet 0390/64900000. Toegestane subsidies.
Subsidies voor Leefmilieuprojecten. Aanwending krediet. Goedkeuring.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
12
11/2 Noord-Zuidbeleid. Aanwending van ARK2016/64900000/16/0160. Subsidie
voor ATB De Natuurvrienden vzw. Goedkeuring.
12. Waterbeleid
12/1 Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing van artikel 43, §2, 11° van
het provinciedecreet. Aanleg vispassages op de Grote Nete nr. A.7 en de
Kleine Hoofdgracht nr. 7.34 in Balen. Verrekening 1. Goedkeuring.
12/2 Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing van artikel 43, §2, 11° van
het provinciedecreet. Inrichting Wullebeek (6.01) aan de A12 te
Aartselaar.
Bestek en keuze van de wijze van gunnen. Goedkeuring.
13. Moties
14. Interpellaties
1e bijkomende agenda
14/1 Interpellatie in verband met het POM-project 'hybride luchtschepen'
ingediend door de heer Jan Huijbrechts (Vlaams Belang).
2e bijkomende agenda
14/2 Interpellatie in verband met parkeerplaatsen voor personen met een
handicap, ingediend door mevrouw Greet van Gool (sp.a).
14/3 Interpellatie in verband met de groepsaankoop energie, ingediend door
mevrouw Inge Michielsen (open vld).
15. BESLOTEN VERGADERING
15/1 Provinciale Commissie voor Ruimtelijke Ordening (PROCORO): wijziging
samenstelling. Goedkeuring.
1e bijkomende agenda
15/2 Interpellatie in verband met een melding door een personeelslid
aangaande het overtreden van regels in het Arenberg openluchttheater
Rivierenhof te Deurne, ingediend door Inge Michielsen (open vld).
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
13
0. Provinciale overheid
Nr. 0/1 van de agenda
Provincieraad. Wijziging huishoudelijk reglement.
Goedkeuring.
Voorstel van het vast bureau
Op voorstel van het Vast Bureau worden de volgende wijzigingen van het
huishoudelijk reglement aan uw raad voorgesteld:
Artikel 55: toevoeging van de bepaling dat interpellaties voorrang hebben op
mondelinge vragen als deze over hetzelfde onderwerp gaan.
Als digitale bijlage vindt uw raad de tekst van het huidige reglement met de
voorgestelde wijzigingen in rood.
BESLUIT:
Enig artikel:
Artikel 55 van het huishoudelijk reglement van de provincieraad wordt gewijzigd als
volgt:
“Bij het begin van iedere vergadering van de raad wordt een vragenuur
uitgetrokken.
De raadsleden die de deputatie of de gouverneur tijdens dit vragenuur een
mondelinge vraag over actuele onderwerpen willen stellen, geven de voorzit(s)ter
van de raad schriftelijk of via e mail kennis van het onderwerp van hun vraag ten
minste drie dagen vóór de dag van de vergadering. Gelijktijdig wordt een kopie van
de vraag aan de provinciegriffier bezorgd.
De bedoelde kennisgeving dient slechts door één raadslid te worden ondertekend.
Bij ontvankelijkheid geeft de voorzit(s)ter de deputatie of de gouverneur onverwijld
kennis van het onderwerp van de vraag.
De vragen worden in chronologische volgorde van indiening vooraan geplaatst op
de agenda van de vergadering. Vragen over hetzelfde onderwerp worden
samengevoegd.
Mondelinge vragen die betrekking hebben op een punt dat geagendeerd is (bv. een
voorstel of een interpellatie), worden behandeld samen met het desbetreffende
punt van de agenda.
Interpellaties hebben voorrang op mondelinge vragen wanneer het over eenzelfde
onderwerp gaat.
De spreker stelt zijn vraag vooraan op de tribune van de raadszaal. Het stellen van
de vraag mag niet langer duren dan vijf minuten. Het debiteren van vooraf volledig
uitgeschreven teksten is niet toegelaten. Er kunnen geen aanvullende vragen
worden gesteld.
Elke vraag wordt afgehandeld tijdens de vergadering waarin zij wordt uiteengezet.
Het recht om als vraagsteller het woord te voeren, is persoonlijk.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
14
Indien de vraagsteller afwezig is, wordt de vraag als ingetrokken beschouwd.
In geen geval mag een vraag in onveranderde omstandigheden opnieuw worden
gesteld in de loop van dezelfde zitting.”
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
63 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
63 leden hebben ja gestemd.
Goedgekeurd met 63 stemmen ja.
Nr. 0/2 van de agenda
Wijziging van de vertegenwoordiging van de N-VA-fractie
in de commissie ruimtelijke ordening, mobiliteit en
intercommunales en de commissie personeel,
organisatieontwikkeling en veiligheid. Goedkeuring.
Verslag
De N-VA-fractie vraagt om enkele wijzigingen door te voeren in de samenstelling
van de commissie ruimtelijke ordening, mobiliteit en intercommunales en de
commissie personeel, organisatieontwikkeling en veiligheid. Mevrouw Mireille
Colson vervangt mevrouw An Vanalme in de commissie personeel,
organisatieontwikkeling en veiligheid. Mevrouw An Vanalme vervangt mevrouw
Mireille Colson in de commissie ruimtelijke ordening, mobiliteit en
intercommunales.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de artikelen 35 en 39 van het provinciedecreet;
Op vraag van de N-VA-fractie,
BESLUIT:
Enig artikel:
Mevrouw Mireille Colson vervangt mevrouw An Vanalme in de commissie personeel,
organisatieontwikkeling en veiligheid.
Mevrouw An Vanalme vervangt mevrouw Mireille Colson in de commissie ruimtelijke
ordening, mobiliteit en intercommunales.
VOORZITTER.- Dit is een geheime stemming.
Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen.
Men gaat over tot de geheime stemming. 63 leden nemen eraan deel. Er zijn
60 stemmen ja en 3 onthoudingen, zodat het voorstel is goedgekeurd.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
15
1. Cultuur
Nr. 1/1 van de agenda
Samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie Antwerpen
en de gemeente Bornem. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
In het budget 2016 is onder ramingsnummer 2016140676 een krediet van
119.600 EUR ingeschreven als “subsidie aan gemeente Bornem: tussenkomst
leninglast CC ter Dilft”.
Dit krediet is de opvolger van de gelijknamige subsidie die voor het eerst werd
ingeschreven in 2011 en waarover op 8 oktober 2010 werd gerapporteerd aan de
provincieraad, als volgt: “Nieuwe nominatimsubsidie van 130.000 EUR, met de
bedoeling om gedurende 10 jaar de leninglast voor de uitbreiding van het
cultuurcentrum Ter Dilft te helpen dragen.”
Deze subsidie werd in 2011 effectief uitbetaald. Maar als gevolg van vertragingen in
het bouwdossier in Bornem werd de uitbetaling van deze subsidie de
daaropvolgende jaren opgeschort. Ze werd hervat in 2015 met een subsidie van
119.600 EUR, bij de effectieve start van de werken.
In de voorliggende samenwerkingsovereenkomst verbindt de provincie er zich nu
toe om deze subsidie van 119.600 EUR nog acht keer te geven (of een equivalent
ervan in één keer). Verder worden de lopende wederzijdse engagementen
(betreffende de organisatie van de provinciale koor- en orkesttornooien en
betreffende het kasteel d’Ursel) bevestigd.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 28 januari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
Overwegende dat het aangewezen is om de afspraken met de gemeente Bornem te
formaliseren in een samenwerkingsovereenkomst;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel: De samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie Antwerpen en de
gemeente Bornem luidt als volgt:
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE PROVINCIE ANTWERPEN EN DE
GEMEENTE BORNEM TUSSEN De Provincie Antwerpen, Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen, vertegenwoordigd door
de heer Luk Lemmens, gedeputeerde en de heer Walter Rycquart, departementshoofd cultuur, die handelen in uitvoering van het besluit van de provincieraad van Antwerpen van …. , hierna genoemd ‘de Provincie Antwerpen’;
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
16
En De gemeente Bornem, Hingenesteenweg 13, 2880 Bornem, vertegenwoordigd door de heer Luc De boeck, burgemeester en mevrouw Liesje Raemdonck, gemeentesecretaris, hierna genoemd ‘de gemeente Bornem’;
WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT: Artikel 1. Doel van de overeenkomst De provincie en de gemeente Bornem gaan deze overeenkomst aan in het kader van de provinciale actieplannen ‘Partner bovenlokale cultuur’, ‘Provinciale culturele instellingen
zonder drempels’ en ‘Kwaliteit amateurkunsten’. De provincie engageert zich met dit actieplan onder andere voor een ondersteuning van bovenlokale culturele infrastructuur van de gemeente Bornem.
Artikel 2. Verplichtingen van de provincie ten aanzien van de gemeente Bornem
Binnen de perken van de kredieten die op het goedgekeurde budget van de provincie worden voorzien, verleent de provincie gedurende 10 jaar een subsidie aan de gemeente Bornem als ondersteuning voor de leninglast van de uitbreiding van het cultuurcentrum Ter Dilft. Deze subsidie werd voor het eerst gegeven in 2011 en bedroeg toen 130.000 EUR. Als gevolg van vertragingen in het bouwdossier in Bornem werd deze subsidie de daaropvolgende jaren opgeschort. Ze werd hervat in 2015 met een subsidie van
119.600 EUR, bij de effectieve start van de werken. De provincie verbindt er zich toe om deze subsidie van 119.600 EUR nog acht keer te geven (of een equivalent ervan in één keer). Artikel 3. Verplichtingen van de gemeente Bornem ten aanzien van de provincie 3.1 Samenwerking kwaliteitbevorderende maartregelen amateurkunstensector
Het cultuurcentrum Ter Dilft verleent zijn medewerking aan de organisatie van de jaarlijkse provinciale koor- en orkesttornooien. Het stelt daartoe de nodige accommodatie en technici gratis ter beschikking. 3.2 Samenwerking met kasteel d’Ursel
Het cultuurcentrum Ter Dilft organiseert in eigen beheer jaarlijks een achttal concerten in de provinciale instelling kasteel d’Ursel, dat de provincie daartoe gratis ter beschikking stelt. De gemeente verleent jaarlijks steun aan de onderhoud van het park van het kasteel d’Ursel à rato van 20.120 EUR per jaar (indexeerbaar), te betalen aan de provinciale instelling kasteel d’Ursel.
3.3 Rapportering
De gemeente Bornem rekent de in artikel 2 genoemde subsidie af aan de hand van de aflossingstabel van de betreffende lening en bewijzen van betalingen. 3.4 Visibiliteit en return voor de provincie
De gemeente Bornem en het cultuurcentrum Ter Dilft vermelden de samenwerking met de provincie in de communicatie over elk deelproject; dit in overleg met het departement Cultuur van de provincie.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
17
Artikel 4. Duur van de overeenkomst Deze overeenkomst bevestigt de lopende wederzijdse engagementen. De financiële verplichtingen van de provincie, zoals genoemd in artikel 2, eindigen na de betaling van de tiende jaarlijkse subsidie (of het equivalent ervan).
De verplichtingen van de gemeente Bornem, zoals genoemd in artikel 3, blijven doorlopen. Herziening ervan is mogelijk op gemotiveerde vraag van één van beide partijen. Deze overeenkomst wordt jaarlijks geëvalueerd en kan aangepast worden in functie van verschuiving van beleidsprioriteiten op gemeentelijk, provinciaal of op Vlaams niveau. Artikel 5. Einde van de overeenkomst
Indien de gemeente Bornem haar verplichtingen uit deze overeenkomst niet nakomt, kan de provincie deze overeenkomst onmiddellijk opzeggen zonder hiervoor enige schadevergoeding verschuldigd te zijn.
Het subsidiebedrag kan in dat geval geheel of gedeeltelijk worden geschrapt; reeds uitbetaalde subsidies kunnen geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.
Artikel 6. Juridische context Alle vigerende toepasselijke wet- en regelgevingen gelden voor deze overeenkomst. Meer specifiek, maar niet-limitatief wordt verwezen naar de volgende wet- en regelgeving:
- het Provinciedecreet van 9 december 2005 (en latere wijzigingen); - de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de
aanwending van sommige toelagen; - het provinciaal reglement van 16 december 2010 betreffende de subsidiëringen en
het toestaan van reservevorming door subsidietrekkers. Opgemaakt te Antwerpen op …. in twee originele exemplaren, waarvan elke partij erkent er één ontvangen te hebben.
Namens de gemeente Bornem, Namens de provincie Antwerpen, De burgemeester De gedeputeerde Luc De boeck Luk Lemmens De gemeentesecretaris Het departementshoofd
Liesje Raemdonck Walter Rycquart
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
63 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
62 leden hebben ja gestemd;
1 lid heeft zich onthouden.
Goedgekeurd met 62 stemmen ja, bij 1 onthouding.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
18
2. Ruimtelijke ordening, mobiliteit en intercommunales
Nr. 2/1 van de agenda
Uitvoering RSPA: PRUP “Pinken” – Dessel.
Definitieve vaststelling. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
1. Procesverloop
In zitting van 25 maart 2010 gaf deputatie goedkeuring aan het bestek en de
lastvoorwaarden van de opdracht voor de opmaak van het PRUP “Pinken”. De
deputatie gunde de opdracht aan IOK Plangroep op 1 juli 2010.
In het kader van dit PRUP werden de milieueffecten onderzocht door middel van
een screeningsdossier. Op 2 april 2015 besliste de dienst MER dat het voorgenomen
plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat derhalve de
opmaak van een plan-MER niet nodig is.
De plenaire vergadering werd georganiseerd op 12 februari 2015.
Het plan werd door de provincieraad voorlopig vastgesteld in zitting van 28 mei
2015.
Het openbaar onderzoek over het plan werd gehouden van 20 juli 2015 tot en met
17 september 2015. Naar aanleiding van dit openbaar onderzoek ontving de
PROCORO 1 ontvankelijk advies (gemeente Dessel) en 17 bezwaren. De Vlaamse
Regering bracht geen advies uit.
Op 24 november 2015 heeft de PROCORO de ingediende bezwaren en adviezen
gebundeld en verwerkt (zie bijlage) en advies uitgebracht. De PROCORO stelt voor
om het plan op bepaalde punten aan te passen op basis het advies en de bezwaren
die werden uitgebracht tijdens het openbaar onderzoek. Andere bezwaren en/of
adviezen worden weerlegd.
2. Inhoud van het plan
Het ontginningsgebied Pinken is gelegen op het grondgebied van de gemeente
Dessel, ten zuiden van de woonkern Witgoor. De bestemming op het gewestplan is
ontginningsgebied met nabestemming landbouw.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
19
Fig. 1 Gewestplan met in rood aanduiding afbakening PRUP
Het ontginningsbedrijf Sibelco heeft, na het opmaken van een projectMER, een
milieu- en stedenbouwkundige vergunning verkregen. De ontginning is nog volop
bezig. Vanuit een centrale ligging wordt er tot circa 2016 in oostelijke richting
ontgonnen (fase 1). Daarna volgt fase 2 in westelijke richting tot 2029.
Fig. 2 Luchtfoto groeve Pinken en omgeving
Op de zuidelijk gelegen ontginningsplas Schans staat de bestemming natuur
voorop. Omdat de watersportvereniging KWKM (Koninklijke Windsurf Klub Mol) op
deze plas actief is, dient deze geherlokaliseerd te worden naar een andere gesloten
waterplas. Ook vanuit de waterski-sector bestaat nood aan een gesloten
wateroppervlak in aanvulling van mogelijke activiteiten op het kanaal. Gezien de
plaatselijke binding wordt gezocht naar een gesloten waterplas binnen de
Kempense Meren zelf. De waterplas die zal ontstaan na de ontginning van groeve
Pinken is dus de ideale locatie.
Op basis van het advies van Duurzame Landbouwontwikkeling in het kader van het
verzoek tot raadpleging bij de opmaak van de planMER-screening werd het
plangebied van het PRUP verkleind en enkel het oostelijk deel van de groeve
meegenomen (fase 1 op figuur 1).
Ook de nabestemming werd aangepast van recreatie naar gemengd open ruimte
gebied. Binnen deze nabestemming zijn er mogelijkheden voor natuur, landbouw
en recreatie.
Witgoor
Ontginningsplas Schans
Ontginningsgebied
Pinken
Ontginningsplas Pinken
Huidige locatie windsurf op zuidelijke ontginningsplas Schans
Fase 1
Fase 2
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
20
Fig. 3. Grafisch plan ontwerp PRUP
De krachtlijnen van de bestemmingswijziging zijn de volgende:
De overdruk ontginningsgebied (paarse strepen) zorgt ervoor dat de huidige
lopende zandontginning niet in het gedrang komt. Deze overdruk is
afgestemd met Sibelco.
Op de waterplas is recreatief gebruik enkel mogelijk voor clubgebonden
watersportrecreatie die geen lawaai genereren.
Een zone waar één clubgebouw met aanlegsteiger kan gebouwd worden
(oranje). De ligging is bepaald door de bouw- en ontsluitingsmogelijkheden.
Op een deel van de oranje zone is de overdruk ontginningsgebied voorzien
omdat dit deel (oranje met paarse strepen) in de toekomst waterplas zal
worden. In deze zone kan de aanlegsteiger voorzien worden.
Artikel 5 (groen) voorziet een ruime bufferzone naar de aanpalende
woningen zoals ook op het gewestplan is voorzien.
Een aanlandingszone (gele overdruk) is een ondiep deel van de waterplas
waar de surfers uit het water kunnen komen. De ligging van de zone is
bepaald door de overwegende windrichting.
Het groene gebied in het zuiden is op dit ogenblik al ingericht in functie van
natuurbehoud en –ontwikkeling, van de Voorste Nete als ecologische
corridor. Met uitzondering van de bestaande wandel- en mountainbikeroute,
kan er geen bijkomend recreatief gebruik.
3. Decretale basis voor de definitieve vaststelling
De volgende stap in de goedkeuringsprocedure is de definitieve vaststelling van het
PRUP “Pinken” door de provincieraad op 25 februari 2016.
Bufferzone
Voorste Nete als ecologische corridor
Recreatiezone voor clubgebouw en aanlegsteiger
Aanlandingszone (gele overdruk)
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
21
Art. 2.2.10 §6 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals gepubliceerd in
het Belgisch Staatsblad van 20 augustus 2009, stelt dat de provincieraad het
ontwerp van PRUP definitief dient vast te stellen. Bij de definitieve vaststelling van
het plan kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde plan slechts
wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de tijdens
het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen, de adviezen
uitgebracht door de aangeduide administraties en overheden of het advies van de
PROCORO.
In overeenstemming met dat artikel zal het PRUP definitief worden vastgesteld door
de provincieraad op 25 februari 2016.
In voormeld artikel is nog opgenomen dat, wanneer de definitieve vaststelling niet
is gebeurd binnen de hiervoor voorziene termijnen, het plan vervalt.
De termijn voor de definitieve vaststelling komt op 180 dagen na het einde van het
openbaar onderzoek.
4. Verdere timing
Na de definitieve vaststelling wordt het PRUP samen met het nieuwe besluit van de
provincieraad en het advies van de PROCORO aan de Vlaamse Regering bezorgd.
Volgens artikel 2.2.11 van de VCRO heeft de Vlaamse Regering de mogelijkheid om
binnen een termijn van 30 dagen die ingaat de dag na ontvangst van het definitief
vastgestelde plan het plan te schorsen. Indien de Vlaamse Regering beslist tot
schorsing heeft de provincieraad 60 dagen de tijd om het plan opnieuw definitief
vast te stellen. Indien de provincieraad niet opnieuw definitief vast stelt vervalt het
ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan.
Indien de Vlaamse Regering niet tijdig overgaat tot schorsing wordt volgens art.
2.2.12 van de VCRO de provincieraadsbeslissing houdende de definitieve
vaststelling van het PRUP bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, waarna het
14 dagen later in werking treedt. De deputatie stuurt een afschrift van het PRUP
naar elke gemeente waarbinnen het plan van toepassing is en waar de documenten
kunnen worden ingezien.
5. Wijzigingen aan het plan op basis van het advies van de PROCORO en
de tijdens het openbaar onderzoek ingediende adviezen en bezwaren
In zitting van 28 januari 2016 heeft de deputatie kennis genomen van de resultaten
van het openbaar onderzoek en het advies van de PROCORO. In diezelfde zitting
werd ook goedkeuring gegeven om een aantal wijzigingen aan het plan aan te
brengen alvorens het plan definitief te laten vaststellen door de provincieraad.
Aangezien vele bezwaren dezelfde bezorgdheden aankaartten worden deze
gebundeld in 11 verschillende thema’s:
Thema 1: Vrees voor verdwijnen van eigenheid van omgeving
Thema 2: Uiting van bezorgdheid inzake rechtszekerheid bestaande
verkavelingen.
Thema 3: Waarom wordt (gemotoriseerde) watersport toegelaten op plas
Pinken – zijn hiervoor geen alternatieve locaties voorhanden.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
22
Thema 4: bezwaarindieners vragen zich af of er al dan niet voldoende
recreatie in de omgeving aanwezig is.
Thema 5: Vrees van omwonenden voor geluidsoverlast.
Thema 6: Vrees voor toename mobiliteitsimpact door sterke toename
verkeersgeneratie + parkeren in straten.
Thema 7: Waarom kan de windsurf niet op de huidige locatie (Schansput)
blijven en de ontginningsplas Pinken herbestemd worden naar natuur?
Thema 8: Waarom kan de huidige nabestemming landbouw niet behouden
blijven?
Thema 9: Inplanting clublokaal in nabijheid van tuinen en woningen
Thema 10: Leefbaarheid
Thema 11: Is er wel behoefte aan een extra plas voor watersport?
Enkel de belangrijkste thema’s worden hieronder verder toegelicht.
Telkens wordt omkaderd weergegeven hoe met het advies van de PROCORO wordt
omgegaan.
Thema 2: Uiting van bezorgdheid inzake rechtszekerheid bestaande verkavelingen.
Bezwaarindieners stellen dat de rechtszekerheid van de verkavelingen wordt
geschonden door het opheffen van de goedgekeurde niet vervallen verkavelingen
binnen het plangebied. Ook vallen deze percelen door het PRUP in meerdere
bestemmingen nl. buffergebied (art. 5) en zone voor recreatie (art. 2).
De PROCORO stelt voor om te verduidelijken in de memorie van toelichting
dat enkel de delen van de goedgekeurde niet vervallen verkavelingen binnen
de plancontour worden opgeheven.
De PROCORO stelt voor om de zone voor recreatie (art. 2) te verkleinen
zodat de percelen die binnen de goedgekeurde niet vervallen verkaveling
vallen in het PRUP maar in 1 bestemmingszone (art. 5) vallen.
Het advies van de PROCORO wordt gevolgd.
Thema 5: Vrees van omwonenden voor geluidsoverlast.
A) Vrees voor geluidsoverlast door aanwezigheid gemotoriseerde watersport.
De PROCORO stelt voor om betreffende geluid bijkomende randvoorwaarden
verordenend in te schrijven in de stedenbouwkundige voorschriften.
Het advies van de PROCORO wordt gevolgd.
B) Vrees voor geluidsoverlast door mogelijkheid tot inplanting clubinfrastructuur en
bijhorende activiteiten
Bezwaarindieners vrezen voor geluidsoverlast aangezien het clubgebouw dichtbij
de woningen en tuinen van de omwoners komt te liggen.
De PROCORO stelt voor het buffergebied (art. 5) op enkele plaatsen te
vergroten zodat de afstand tot het woongebied en de zone voor recreatie
groter wordt. Bij thema 2 stelde de PROCORO al voor om de zone voor
recreatie in het noorden (ter hoogte van de woningen en tuinen aan de
Blokstraat) te verkleinen, bijkomend stelt de PROCORO voor om de zone
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
23
voor recreatie in het westen (ter hoogte van de woningen en tuinen aan de
Hameldijk) te verkleinen.
De PROCORO stelt dat binnen de zone voor recreatie het clublokaal en de
parking bijkomend gebufferd moeten worden door een buffer van minimaal
3m breed die dient te bestaan uit streekeigen en standplaatsgeschikte
soorten. De buffer dient uit een dicht scherm te zijn samengesteld uit een
combinatie van hoogstammig groen en struiken en moet zorgen voor een
visuele- en geluidsafscherming en een landschappelijke inpassing.
De PROCORO stelt dat de zandwallen dienen behouden te blijven zodat de
geluidsbuffering na stopzetting van de ontginningsactiviteiten behouden
blijft. Ook kan de zandwal doorbroken worden ifv doorsteken voor zacht
recreatief medegebruik of in functie van het bereiken van het clubgebouw.
Het advies van de PROCORO wordt gevolgd.
Bezwaarindieners vrezen daarnaast ook dat het clubgebouw zal gebruikt worden
voor feestjes en fuiven en ze daar veel last zullen van ondervinden.
De PROCORO stelt dat het clubgebouw enkel ten dienste staat van de
toegelaten recreatieve activiteiten en stelt voor dit verder te verduidelijken
in de stedenbouwkundige voorschriften.
Het advies van de PROCORO wordt gevolgd.
Thema 6: Vrees voor toename mobiliteitsimpact door sterke toename
verkeersgeneratie + parkeren in straten.
Bezwaarindieners vrezen dat door het PRUP de mobiliteit naar de plas Pinken
enorm zal toenemen. Dat hierdoor er in de straten zal (wild)geparkeerd worden en
eveneens de verkeersveiligheid van de straten wordt aangetast.
De PROCORO stelt dat het aspect mobiliteit eveneens werd bekeken in de
planMER-screening en bijkomend verkeer in de omliggende straten nog kan
gedragen worden. Bovendien wordt in Pinken enkel clubgebonden recreatie
toegestaan waardoor het aantal verkeersbewegingen op gewone oefendagen
enkel deze zijn van de clubleden en dus beperkt. De parking van
50 parkeerplaatsen aan het clubgebouw is hierdoor voldoende. Er zal tijdens
een aantal evenementen wel gebruik moeten gemaakt worden van de
randparkings op het Meiplein en SAS 4 toren.
Wat het type verkeer betreft zijn het vooral voertuigen met eventueel een
aanhangwagen (trailers in mindere mate). De PROCORO stelt voor om
betreffende het type verkeer dat naar de plas Pinken komt een
verduidelijking op te nemen in de stedenbouwkundige voorschriften:
o Het aantal parkeerplaatsen blijft beperkt tot maximum 50 waarbij
2 parkeerplaatsen voorzien zijn voor voertuig met trailer en
8 parkeerplaatsen voor voertuig met aanhangwagen.
Het advies van de PROCORO wordt gevolgd.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
24
Thema 7: Waarom kan de windsurf niet op de huidige locatie (Schansput) blijven
en de ontginningsplas Pinken herbestemd worden naar natuur?
De PROCORO stelt dat de keuze van de nabestemming kadert binnen het
kaderplan Kempense Meren (thema 1). Beide plassen Pinken en Schansput
verschillen in potentie voor natuurontwikkeling. Aangezien Schansput een
ondiepe plas is met een slikplaat heeft deze een grote ecologische waarde en
veel potentie tot natuurontwikkeling. Plas Pinken daarentegen is diep met
weinig natuurwaarden. De potentie voor natuurontwikkeling is hierdoor veel
lager. Om maximaal te kunnen inzetten op de natuurontwikkeling dient de
windsurfclub aan de Schansput te herlokaliseren.
Het advies van de PROCORO wordt gevolgd.
Thema 9: Inplanting clublokaal in nabijheid van tuinen en woningen
Bezwaarindieners hebben vragen bij de keuze van de inplanting van het
clubgebouw in de nabijheid van de woningen.
De PROCORO verwijst voor de behandeling van dit thema naar het resultaat
van het locatie-onderzoek dat is uitgevoerd voor de inplanting van het
clubgebouw. Dit werd eveneens opgenomen in de memorie van toelichting
van het PRUP. Bij de vorige thema’s heeft de PROCORO al verschillende
randvoorwaarden/aanpassingen ingebouwd om eventuele hinder naar de
omwonenden zoveel mogelijk te beperken. Betreffende de verlichting, het
terras en de landschappelijke inpassing wenst de PROCORO nog bijkomende
toevoegingen in de stedenbouwkundige voorschriften.
Het advies van de PROCORO wordt gevolgd.
Thema 11: Is er wel behoefte aan een extra plas voor watersport?
De PROCORO geeft als antwoord dat er een tekort van 2 gesloten
watervlakken in de provincie Antwerpen werd vastgesteld. Dat er een trend
is dat sommige disciplines die normaal op een gesloten watervlak worden
uitgeoefend gebruik maken van kabelbanen. Hierdoor verhoogt de druk op
kabelbanen en wordt het aantal locaties van kabelbanen ook onvoldoende.
Het tekort aan gesloten watervlakken blijft aanwezig in de provincie
Antwerpen. De PROCORO stelt voor om deze motivatie bijkomend op te
nemen in de memorie van toelichting van het PRUP.
Het advies van de PROCORO wordt gevolgd.
Voor een compleet overzicht wordt verwezen naar de documenten in bijlage.
6. Advies PROCORO op basis van eigen adviesbevoegdheid
Op basis van haar eigen adviesbevoegdheid en tevens voortvloeiend uit adviezen
en bezwaren heeft de PROCORO ook nog volgende opmerking gemaakt:
- Door het wijzigen van de contour van de zone voor recreatie (art. 2) zal ook de
ruimteboekhouding, de kaart van de planbaten/planschade/bestemmings-
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
25
wijzigingscompensatie en ook bepaalde teksten in de memorie van toelichting
moeten aangepast worden.
Het advies van de PROCORO wordt gevolgd.
Voor een compleet overzicht wordt verwezen naar de documenten in bijlage.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 28 januari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals gepubliceerd in het Belgisch
Staatsblad van 20 augustus 2009, inzonderheid artikelen 2.2.9 tot 2.2.12;
Gelet op het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid van 5 april
1995 (met wijzigingen), kortweg MER-decreet genoemd;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2007 betreffende de
milieueffectrapportage over plannen en programma’s;
Gelet op de indiening van het screeningsdossier van het provinciaal ruimtelijk
uitvoeringsplan “Pinken” op 26 maart 2015, teneinde de dienst Mer te vragen een
beslissing te nemen over de opmaak van een plan-MER;
Gelet op de conclusie van het Departement Leefmilieu, Natuur- en Energie van
2 april 2015 dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke
milieuoverwegingen en dat de opmaak van een plan-MER niet nodig is; dat het
screeningsdossier en deze beslissing voor het publiek raadpleegbaar waren;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 september 1997 houdende de
definitieve vaststelling van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij
het decreet van 17 december 1997 wat de bindende bepalingen betreft;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 december 2003 houdende de
definitieve vaststelling van een eerste herziening van het Ruimtelijk Structuurplan
Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 19 maart 2004 wat de bindende
bepalingen betreft;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 2010 houdende de
definitieve vaststelling van een tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan
Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 25 februari 2011 wat de bindende
bepalingen betreft;
Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 2001 houdende de goedkeuring van het
ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen;
Gelet op het ministerieel besluit van 4 mei 2011 houdende de goedkeuring van een
partiële herziening van het ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen;
Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid (en
latere wijzigingen), inzonderheid artikel 8, §§1 en 2;
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
26
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (en latere
wijzigingen) tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de
watertoets, inzonderheid de artikelen 2 en 4 en de in bijlage 1 opgenomen kaart
overstromingsgevoelige gebieden;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2001 (en latere
wijzigingen) tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over
voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van
de nadere regels m.b.t. de vorm en inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen;
Gelet op het verslag van de plenaire vergadering van 12 februari 2015 omtrent het
voorontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Pinken” en de in het kader
hiervan uitgebrachte mondelinge en schriftelijke adviezen;
Gelet op het provincieraadsbesluit van 28 mei 2015 houdende de voorlopige
vaststelling van het ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Pinken”;
Overwegende dat over het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Pinken” een
openbaar onderzoek werd georganiseerd van 20 juli 2015 tot en met 17 september
2015; dat dit openbaar onderzoek werd aangekondigd door publicatie in het
Belgisch Staatsblad en 3 verschillende dagbladen en een bericht op de website van
de provincie; dat 1 ontvankelijk advies en 17 bezwaren werden ingediend;
Gelet het departement RWO op 9 juni 2015 om advies werd verzocht, maar geen
advies werd ontvangen;
Gelet op de bezwaren en adviezen die werden uitgebracht naar aanleiding van het
openbaar onderzoek over het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Pinken”;
Gelet op het advies van de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening van
24 november 2015 en in het bijzonder de ruimtelijke argumentatie die het advies
aanvoert om de bezwaren en opmerkingen te verwerpen of om het ontwerp van
provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Pinken” aan te passen;
Overwegende dat de planopties van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan
“Pinken” beantwoorden aan de principes van het Ruimtelijk Structuurplan
Vlaanderen;
Overwegende dat de inhoud van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Pinken”
in overeenstemming is met het richtinggevend en het bindend gedeelte van het
ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen;
Overwegende dat in de bindende bepaling van het ruimtelijk structuurplan van de
provincie Antwerpen de regio Retie-Dessel-Mol-Balen wordt geselecteerd als gebied
van primair toeristisch-recreatief belang; dat eveneens in de bindende bepalingen
wordt opgenomen dat voor deze gebieden een geïntegreerd gebiedsgericht
strategisch plan dient te worden opgemaakt; dat voor het gebied Retie-Dessel-Mol-
Balen het kaderplan Kempische Meren in 2009 werd opgemaakt; dat in dat
kaderplan onder andere gezocht werd naar een evenwicht tussen recreatie,
ontginningen, landbouw, natuur en bos, en eveneens een visie wordt weergegeven
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
27
over de bestemming en eventuele nabestemming voor alle zandontginningsplassen
binnen de ‘Kempische Meren’;
Overwegende dat volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere
wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid het plan onderworpen dient te
worden aan de watertoets; dat het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli
2006 en latere wijzigingen nadere regels vaststelt voor de toepassing van de
watertoets, dat het plan werd getoetst aan de kenmerken van het watersysteem en
aan de relevante doelstellingen en beginselen van artikel 5, 6 en 7 van het decreet
integraal waterbeleid, dat er in het screeningsdossier een toetsing is gebeurd van
het PRUP “Pinken” ten aanzien van het watersysteem; dat het plangebied is
gelegen in het valleigebied van de Kleine Nete; dat ten zuiden van het plangebied
het kanaal Herentals-Bocholt is gelegen; dat ten oosten van het plangebied het
kanaal Dessel-Turnhout-Schoten is gelegen; dat ten westen van het plangebied de
Colateur loopt van noord naar zuid; dat de Voorste Nete in het plangebied loopt van
oost naar west; dat momenteel op het plangebied een zandontginning plaatsvindt
en het resultaat hiervan een waterplas zal zijn; dat in functie van de
zandontginning de Voorste Nete zuidwaarts werd verlegd; dat het plangebied niet
gelegen is in effectief overstromingsgevoelig gebied; dat ter hoogte van het kanaal
Herentals-Bocholt een beperkte strook mogelijk overstromingsgevoelig is; dat het
plan voorziet dat na de ontginning watersport mogelijk is op de waterplas; dat het
plan toelaat om enkel in het noorden een gebouw voor clubinfrastructuur met
bijhorende beperkte parking en verhardingen gebundeld bij de bebouwing te
bouwen; dat deze clubgebonden infrastructuur wordt gebundeld bij de uitgeruste
woonzone Witgoor-Dessel waardoor aansluiting op reeds gerioleerd gebied mogelijk
is; dat de stedenbouwkundige voorschriften opnemen dat bij de aanleg van
verhardingen het hemelwater maximaal dient door te dringen in de ondergrond
ofwel door afleiding van hemelwater ofwel door gebruik te maken van
waterdoorlatende materialen; dat de rest van het plangebied onbebouwd zal
blijven; dat het zuiden van het plangebied, waar de Voorste Nete is gelegen, een
natuurbestemming zal krijgen; dat hierdoor in alle redelijkheid kan worden
geoordeeld dat het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Pinken” verenigbaar is
met het watersysteem en geen schadelijk effect op de waterhuishouding
veroorzaakt;
Overwegende dat, de conclusie m.b.t. de plan-MER-screeningsprocedure
weergegeven wordt; dat op 26 maart 2015 het dossier werd overgemaakt aan de
dienst Mer; dat er een verzoek tot raadpleging heeft plaatsgevonden en de
resultaten hiervan verwerkt in een aangepast screeningsrapport dat overgemaakt
werd aan de dienst Mer; dat op 2 april 2015 de dienst Mer volgende beslissing heeft
genomen m.b.t. de plan-MER-plicht: ‘het voorgenomen plan geeft geen aanleiding
tot aanzienlijke milieugevolgen en de opmaak van een plan-MER is niet nodig”; dat
deze beslissing openbaar werd gemaakt; dat bijgevolg voldaan werd aan art. 4.2.5
t.e.m. 4.2.7 van het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
van 5 april 1995 (met wijzigingen), kortweg MER-decreet genoemd;
Overwegende dat, naar aanleiding van de bezwaren en adviezen en het advies van
de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening, een aantal wijzigingen worden
aangebracht aan het voorlopig vastgestelde provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan
“Pinken”;
Overwegende dat de provincieraad zich uitdrukkelijk aansluit bij het advies van de
provinciale commissie voor ruimtelijke ordening;
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
28
Overwegende dat de bestaande vergunde, niet vervallen verkavelingen blijven
behouden, uitgezonderd 2 geldende niet vervallen verkavelingen gekend onder het
nummer V0203/1973 (026/193) en V0289/1977(026/258); dat de verkaveling
gekend onder het nummer V0203/1973 (026/193), goedgekeurd d.d. 26 maart
1974 vervalt door de goedkeuring van dit RUP voor het gedeelte gelegen binnen de
contour van dit RUP zoals aangeduid op het grafisch plan; dat dit geldt voor delen
van de percelen 223D en 223C; dat de verkavelingsvergunning gekend onder het
nummer V0203/1973 (026/193) geldig blijft voor delen die buiten het plangebied
zijn gelegen; dat de verkaveling gekend onder het nummer V0289/1977 (026/258),
goedgekeurd d.d. 17 januari 1978 vervalt door de goedkeuring van dit RUP voor
het gedeelte gelegen binnen de contour van dit RUP zoals aangeduid op het
grafisch plan; dat dit geldt voor delen van de percelen 226A, 226B; dat de
verkavelingsvergunning gekend onder het nummer V0289/1977 (026/258) geldig
blijft voor delen die buiten het plangebied zijn gelegen;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad stelt het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Pinken” te Dessel,
ten opzichte van het op 28 mei 2015 voorlopig vastgestelde provinciaal ruimtelijk
uitvoeringsplan “Pinken” te Dessel aangevuld en/of aangepast overeenkomstig het
advies van de PROCORO, definitief vast;
Bijlagen ter inzage bij de griffie:
- PRUP “Pinken” ;
- PlanMER-screening;;
- bezwaarschriften en adviezen n.a.v. openbaar onderzoek;
- advies van de PROCORO van 24 november 2015.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
62 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
62 leden hebben ja gestemd.
Goedgekeurd met 62 stemmen ja.
Nr. 2/2 van de agenda
Erediensten. Mol. Islamitische geloofsgemeenschap Ensar.
Rekening 2015. Advies. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
1. In vergadering van 10 januari 2016 heeft het comité van de islamitische
geloofsgemeenschap Ensar te Mol de rekening over het dienstjaar 2015 opgemaakt
en goedgekeurd. Het dossier is op 13 januari 2016 ingekomen op het
provinciebestuur van Antwerpen.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
29
2. De rekening 2015 dient natuurlijk bekeken te worden in het licht van het vooraf
goedgekeurde budget 2015.
a. Het budget 2015 voorzag geen investeringsuitgaven, noch
investeringsontvangsten.
De totale exploitatie-uitgaven werden geraamd op 18.627,70 EUR, waarvan de
belangrijkste uitgavenposten waren:
- eredienst: 1.385,00 EUR
- hoofdgebouw eredienst: 15.810,50 EUR
- bestuur van de eredienst (uitgaven administratie): 1.432,20 EUR.
De totale exploitatieontvangsten werden geraamd op 18.627,70 EUR, waarvan:
- geldinzameling: 5.407,50 EUR
- gecorrigeerd overschot 2013: 928,82 EUR
- provincietoelage: 12.291,38 EUR.
b. In vergadering van 26 maart 2015 heeft uw raad akte genomen van het budget
2012.
c. De provinciesubsidie ten bedrage van 12.291,38 EUR werd uitbetaald begin juni
2015.
3. De rekening 2015 bevat als uitgaventotaal 16.717,83 EUR en als
ontvangstentotaal 5.336,84 EUR + 12.291,38 EUR = 17.628,22 EUR + 302,42 EUR
(het batig saldo van de rekening 2014) of 17.930,64 EUR met bijgevolg een batig
saldo van 1.212,81 EUR. Dit batig saldo zal als ontvangst ingebracht worden in het
exploitatiebudget 2016.
Het batig saldo van 1.212,81 EUR is vooral te danken aan het feit dat de uitgaven
lager lagen dan oorspronkelijk begroot.
Vermits er geen onregelmatigheden werden vastgesteld bij de controle van deze
rekening, stelt de deputatie uw raad voor om de rekening over het dienstjaar 2015
van de islamitische geloofsgemeenschap Ensar te Mol gunstig te adviseren zonder
boekhoudkundig-technische opmerkingen.
Eén exemplaar van de rekening 2015 en één exemplaar van het budget 2015 liggen
ter inzage op de Griffie.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 28 januari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de rekening over het dienstjaar 2015 van de islamitische
geloofsgemeenschap Ensar te Mol, ingekomen op het provinciebestuur van
Antwerpen op 13 januari 2016;
Gelet op de artikelen 55 en 272 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de
materiële organisatie en werking van de erkende erediensten;
Op voorstel van de deputatie,
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
30
BESLUIT:
Enig artikel:
Kennis wordt genomen van de rekening over het dienstjaar 2015 van de
islamitische geloofsgemeenschap Ensar te Mol met:
als som van de ontvangsten: 17.930,64 EUR
als som van de uitgaven: 16.717,83 EUR
met een batig saldo van: 1.212,81 EUR.
Beslist wordt de rekening over het dienstjaar 2015 van de islamitische
geloofsgemeenschap Ensar te Mol gunstig te adviseren zonder boekhoudkundig-
technische opmerkingen.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
63 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
54 leden hebben ja gestemd;
8 leden hebben nee gestemd;
1 lid heeft zich onthouden.
Goedgekeurd met 54 stemmen ja, 8 stemmen nee en 1 onthouding.
Nr. 2/3 van de agenda
Erediensten. Mol. Islamitische geloofsgemeenschap Ensar.
Budget 2016. Akteneming.
Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
1. In vergadering van 26 juni 2014 heeft uw raad het meerjarenplan 2014 – 2019
van de islamitische geloofsgemeenschap Ensar te Mol goedgekeurd.
Dit meerjarenplan 2014 – 2019 voorziet voor 2016 geen investeringsontvangsten
noch investeringsuitgaven.
Voormeld meerjarenplan voorzag voor 2016 exploitatie-uitgaven ten bedrage van
19.494,93 EUR, exploitatieontvangsten ten bedrage van 5.569,73 EUR, met een
geraamde provinciesubsidie van (19.494,93 EUR – 5.569,73 EUR =) 13.925,20 EUR
op de exploitatieontvangsten.
2. Het comité van de islamitische geloofsgemeenschap heeft het budget 2016
opgemaakt en goedgekeurd in vergadering van 10 januari 2016. Het budget 2016
werd gunstig geadviseerd door het Executief van de Moslims van België op
28 januari 2016. Het dossier is op 1 februari 2016 ingekomen op het
provinciebestuur van Antwerpen.
3. Er zijn in 2016 geen investeringsontvangsten noch investeringsuitgaven.
In het budget 2016 worden de exploitatie-uitgaven geraamd op 19.494,93 EUR. De
exploitatieontvangsten worden geraamd op 5.569,73 EUR. De provinciesubsidie
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
31
bedraagt voor 2016 voor de exploitatie derhalve (19.494,93 EUR – 5.569,73 EUR)
+ 626,40 EUR (gecorrigeerd tekort 2014) = 14.551,60 EUR; dit is 626,40 EUR
meer dan het bedrag van 13.925,20 EUR van de geraamde provinciesubsidie,
opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan 2014 – 2019. De reden hiervoor is
zuiver boekhoudkundig-technisch, nl. dat het verschil tussen enerzijds het
gecorrigeerd overschot in het budget 2015 (928,82 EUR) – het overschot van de
jaarrekening 2014 (302,42 EUR) = 626,40 EUR dient bijgeteld te worden bij het
exploitatietekort van het eigen financieel boekjaar 2016 (13.925,20 EUR).
Luidens de artikels 48 en 272 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de
materiële organisatie en werking van de erkende erediensten neemt de
provincieraad – als de provinciesubsidie voor het budget binnen de grenzen blijft
van het bedrag, opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan – akte van het
budget.
De deputatie stelt uw raad voor om akte te nemen van het budget 2016 van de
islamitische geloofsgemeenschap Ensar te Mol.
Eén exemplaar van het budget 2016 en van het meerjarenplan 2014 – 2019 liggen
ter inzage op de Griffie.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 4 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op het budget 2016 van de islamitische geloofsgemeenschap Ensar te Mol en
op het gunstig advies dienaangaande van 28 januari 2016 van het Executief van de
Moslims van België, ingekomen op het provinciebestuur van Antwerpen op
1 februari 2016;
Gelet op het budget 2016, waaruit blijkt dat de islamitische geloofsgemeenschap
Ensar in 2016 beroep doet op een provinciale exploitatiesubsidie van
14.551,60 EUR, terwijl in het goedgekeurde meerjarenplan 2014 – 2019 een iets
lagere exploitatiesubsidie van 13.925,20 EUR was opgenomen;
Gelet op het feit dat deze iets hogere provinciale exploitatiesubsidie het gevolg is
van de verplichte toepassing van de boekhoudkundige regels ter zake van de
Vlaamse Overheid;
Gelet op de artikels 48 en 272 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de
materiële organisatie en werking van de erkende erediensten;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
Akte wordt genomen van het budget 2016 van de islamitische geloofsgemeenschap
Ensar te Mol met een provinciesubsidie van 14.551,60 EUR voor de exploitatie
2016.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
32
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
64 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
54 leden hebben ja gestemd;
8 leden hebben nee gestemd;
2 leden hebben zich onthouden.
Goedgekeurd met 54 stemmen ja, 8 stemmen nee en 2 onthoudingen.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
33
3. Economie, landbouw, innovatie en internationale samenwerking
Nr. 3/1 van de agenda
Budget 2016. Exploitatiebudget - Beleidsdomeinen Welzijn,
Economie en Plattelandsbeleid. Budgetsleutel 0500/64900000.
Subsidiëring van het provinciaal economisch beleid.
Aanwending van krediet. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
In bijgaand verslag wordt gevraagd in te stemmen met aanwending van het
verdeelkrediet met als omschrijving ‘subsidiëring van het provinciaal economisch
beleid’.
Subsidiëring van het provinciaal economisch beleid
Studie energieclustering en centrale CO2-benutting in glastuinbouwclusters
in de provincie Antwerpen (deelbudget 100.000 EUR)
In de beleidsbrief ‘Economie en Internationale Samenwerking 2014-2018’ krijgt het
energievraagstuk een prominente plaats. Energiekosten bepalen namelijk steeds
meer de economische slagkracht van bedrijven en van onze regio. In de
beleidsbrief wordt de provinciale ambitie geformuleerd om “rond energievoorziening
en –gebruik de randvoorwaarden voor de bedrijven te verbeteren, waarbij het
verduurzamen van de energieproductie wordt gekoppeld aan de het verminderen
van de energiekost”. Om deze ambitie vorm te geven wordt in de komende jaren
een triple-helix-samenwerking gezocht met kennisinstellingen, steden en
gemeenten, de intercommunales en het bedrijfsleven.
Samen met de hogeschool Thomas More vzw, meer specifiek Kenniscentrum
Energie, is provincie Antwerpen op 1 juli 2015 hiermee van start gegaan.
Kenniscentrum Energie heeft in de studie ‘energieclustering en centrale
CO2-benutting in glastuinbouwclusters’ een concept ontwikkeld dat de
samenwerking tussen glastuinbouwbedrijven mogelijk maakt door middel van een
warmte- en CO2-net. Dit concept is inzetbaar in glastuinbouwclusters in de
provincie Antwerpen en is reeds geconcretiseerd in de glastuinbouwcluster Merkplas
(Koekhoeven).
Het opgeleverde draaiboek/studiemateriaal zal ook gevaloriseerd worden voor
andere clustergebieden in de Provincie Antwerpen. Deze zijn: Rijkevorsel,
Hoogstraten en Sint-Katelijne-Waver. Tevens zal de studie de basis zijn voor
verdere verfijning om nadien over te gaan tot een realisatie van warmte- en
CO2-netten tussen verschillende glastuinbouwbedrijven in de glastuinbouwclusters
in de provincie Antwerpen. Bovendien kan deze studie een basis vormen voor de
ruimere studie naar energietransitie in de provincie. Zo zal in deze studie ook de
geothermiepotentie in de glastuinbouwcluster Merksplas en Hoogstraten onderzocht
worden en in de regio Sint-Katelijne-Waver de synergie met naburige
bedrijvencomplexen. Deze studie zal twee jaar duren en wordt op 31 augustus
2017 afgerond.
Voorgesteld wordt om voor de studie energieclustering en centrale CO2-benutting in
glastuinbouwclusters en industrie in de provincie Antwerpen een bedrag van
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
34
100.000 EUR te voorzien van het budget 2016 ten behoeve van Thomas More
Kempen vzw.
Project ‘Starterscafé. Ondernemer in de zorg’ (deelbudget 7.000 EUR)
Al jaren kampt de zorgsector met een structureel tekort aan geschikte
arbeidskrachten. Tegelijkertijd kampt Antwerpen met een structurele werkloosheid,
voornamelijk bij jongeren. Om dit tegen te gaan heeft de provincie Antwerpen
samen met de stad Antwerpen en de VDAB in april 2015 ‘Zorgtalent’ opgericht. Met
Zorgtalent willen de partners meer studenten en werkzoekenden inspireren voor
een job in de zorgsector. Zo pakken ze zowel de toekomstige zorgnoden als de
werkloosheid aan. Het voorliggende voorstel van de vzw Markant ‘Starterscafé.
Ondernemer in de zorg’ voegt hier de dimensie ‘focus op ondernemerschap’ aan
toe. De gezondheidssector is een sector met heel wat mogelijkheden naar
zelfstandig ondernemerschap toe. Het starterscafé richt zich vooral op pre-
startende vrouwen (minimaal 40 deelnemers).
Het project van de vzw Markant bevordert ondernemerschap door vrouwen te
inspireren en te begeleiden richting het zelfstandig ondernemerschap in de
gezondheidssector. Daarom wordt ervoor geopteerd om met het ‘Starterscafé.
Ondernemer in de zorg’ een pilootsessie op te zetten gebaseerd op de succesvolle
‘Inspiratiecafés’ binnen het project Ondernemer in Zich(t) van de vzw Markant. De
combinatie van inspirerende panelgesprekken met daaraan gekoppeld de
mogelijkheid om in een kleine groep persoonlijk vragen te stellen aan
onderneemsters, werkt.
Door het aanreiken van vrouwelijke rolmodellen die actief zijn als onderneemster
binnen de gezondheidszorg bereikt Markant vrouwen met een ondernemersdroom.
Door hen in contact te brengen met relevante actoren en rolmodellen worden de
pre-staters doorheen het starterslandschap geloodst. Als doelstelling van deze
inspirerende pilootsessie stelt Markant voorop dat één derde van de deelnemers zes
maanden na hun deelname een eigen zaak opstart.
De totale projectkosten voor het project ‘Starterscafé. Ondernemer in de zorg’
worden geraamd op ongeveer 9.000 EUR. Voorgesteld wordt om voor het project
‘Starterscafé. Ondernemer in de zorg’ een bedrag van 7.000 EUR te voorzien ten
behoeve van de vzw Markant.
Project ‘We Are Chemistry’ (deelbudget 17.500 EUR)
Met ruim 250 ondernemingen actief in de chemie, kunststoffen en life sciences, en
een jaarlijkse toegevoegde waarde van ruim 5 miljard EUR, mag de provincie
Antwerpen zich als een chemiecluster van wereldformaat beschouwen. Naast de
petrochemie in de haven telt Antwerpen heel wat andere toonaangevende bedrijven
in de sector. Ondanks het economische belang van de chemie en de
alomtegenwoordigheid van de producten van deze bedrijven in ons dagelijks leven,
is de sector weinig gekend en heeft hij bovendien met heel wat vooroordelen te
kampen.
Precies met die vooroordelen wil POM Antwerpen met het project “We Are
Chemistry” komaf maken. De doelstellingen van het project zijn drieledig:
Sectorimago van de chemie bijstellen
Chemie als aantrekkelijke werkgever promoten
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
35
Chemie als studiekeuze stimuleren
De acties van het project ‘We Are Chemistry’ situeren zich in het domein
tewerkstelling en onderwijs. Wegens het succes van vorig jaar (bezoek van meer
dan 400 jongeren) en op vraag van de bedrijven wordt er dit jaar (23 maart 2016)
opnieuw geopteerd voor een namiddag- en avondluik. Deze editie is een
jubileumeditie en daarom zal er in het programma ook teruggeblikt worden op
5 succesvolle edities van ‘We Are Chemistry’.
Tijdens het jobevent wordt ruime aandacht besteed aan de chemie als een
veelzijdige werkgever. Ook wordt de blik op chemie van de aanwezigen verruimd
en zetten de bedrijven hun beste beentje voor om hun openstaande vacatures in te
vullen. Dit jobevent vindt plaats in samenwerking met de VDAB en Talentenfabriek
en krijgt de steun van essenscia Vlaanderen.
Ook op de vraag vanuit het onderwijs om verdere initiatieven te ondernemen naar
een concretere lesinvulling die beter aanleunt bij de bedrijfspraktijk in de chemie,
speelt POM Antwerpen in door het organiseren van bedrijfsbezoeken op maat. Door
de chemie in de praktijk tastbaar voor stellen aan zowel leraren als leerlingen
worden de 17-en 18-jarigen warm gemaakt om chemie als latere studiekeuze te
overwegen.
De totale projectkosten voor ‘We Are Chemistry’ worden geraamd op 87.500 EUR.
Voorgesteld wordt om een projectsubsidie van 17.500 EUR te voorzien ten behoeve
van POM Antwerpen voor het project ‘We Are Chemistry’.
Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 4 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Artikel 1:
Ingestemd wordt met een subsidie van 100.000,00 EUR aan vzw Thomas More
Kempen (studie energieclustering en centrale CO2-benutting in
glastuinbouwclusters in de provincie Antwerpen), vanuit het verdeelkrediet
‘subsidiëring van het provinciaal economisch beleid’ van het budget 2016
ingeschreven onder budgetsleutel 0500/64900000 (ramingsnummer 2016000135).
Artikel 2:
Ingestemd wordt met een subsidie van 7.000,00 EUR aan vzw Markant (project
‘Starterscafé. Ondernemer in de zorg’), vanuit het verdeelkrediet ‘subsidiëring van
het provinciaal economisch beleid’ van het budget 2016 ingeschreven onder
budgetsleutel 0500/64900000 (ramingsnummer 2016000135).
Artikel 3:
Ingestemd wordt met een subsidie van 17.500,00 EUR aan POM Antwerpen (project
‘We Are Chemistry’), vanuit het verdeelkrediet ‘subsidiëring van het provinciaal
economisch beleid’ van het budget 2016 ingeschreven onder budgetsleutel
0500/64900000 (ramingsnummer 2016000135).
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
36
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
64 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
61 leden hebben ja gestemd;
3 leden hebben zich onthouden.
Goedgekeurd met 61 stemmen ja, 3 onthoudingen.
Nr. 3/2 van de agenda
Budget 2016. Werkingsmiddelen. Uitgavebudget: Communicatie
over land- en tuinbouw voor het lidmaatschap aan
Vlaams Infocentrum Land- en Tuinbouw vzw.
Wijzigen in nominatim subsidie. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
In de budgetten van de dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid (DLP) is een bedrag
van 35.670,00 EUR voorzien voor de werkingsmiddelen onder het uitgavebudget
2016/61300000/21/0530 voor de actie Communicatie over land- en tuinbouw naar
grote publiek, naar de professionele doelgroepen en naar gemeenten, met
ramingsnummer 2016140626. Daarin zit ook het lidmaatschap van 12.400 EUR
vervat voor het Vlaams Infocentrum Land- en Tuinbouw vzw, Koning Albert II-
laan 35, bus 57, 1030 Brussel.
VILT is het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw dat in 1996 als vzw werd
opgericht. De missie van de organisatie luidt als volgt: “Door middel van informatie
en communicatie bevordert en stimuleert VILT op een onafhankelijke manier een
betere kennis van en begrip voor de Vlaamse land- en tuinbouw, in de meest ruime
zin van het woord. Dit doet het via de website www.vilt.be, een multimediaal
platform met de naam Veldverkenners en een eigen programma op de digitale
zender PlattelandsTV. Al dat is mogelijk dankzij de steun van de Vlaamse overheid,
de vijf Vlaamse provincies en een aantal privé-organisaties.”
De betaling van het lidmaatschap VILT vzw werd driejaarlijks gebudgetteerd voor
jaarlijkse uitbetaling in schijven en is in 2015 voor de laatste keer onder die vorm
betaald.
Om conform de nieuwe Beleids- en beheercyclus uit te betalen stelt de dienst
Landbouw- en Plattelandsbeleid nu voor om dit bedrag, dat gebudgetteerd werd
onder de werkingsmiddelen te voorzien als subsidie. Het is om technische redenen
aangewezen deze betaling in een nominatim subsidie van 12.400 EUR te wijzigen.
In andere provincies is dat reeds het geval.
De subsidie volgt qua betalingsmodaliteiten de procedure van de nominatim
subsidies. Ze wordt uitbetaald als 100 % terugvorderbaar voorschot en
verantwoord zoals bepaald in de Dienstnota dienaangaande (DAB-15-2015), met
een uitgavenstaat, ondertekend inclusief de vermelding “voor waar en echt
verklaard”, en een activiteitenrapport.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
37
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
Goedgekeurd wordt om het bedrag van 12.400 EUR van het uitgavebudget
2016/61300000/21/0530 voor de actie Communicatie over land- en tuinbouw naar
grote publiek, naar de professionele doelgroepen en naar gemeenten, onder
dezelfde actie, van de werkingsmiddelen te wijzigen in een nominatim subsidie aan
het Vlaams Infocentrum Land- en tuinbouw vzw.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
63 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
63 leden hebben ja gestemd.
Goedgekeurd met 63 stemmen ja.
Nr. 3/3 van de agenda
Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij. Subsidie voor
expert glastuinbouw. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
De verhoging van de subsidie voor POM Antwerpen met 40.000 EUR heeft
betrekking op de uitvoering van het beleidsplan glastuinbouw in de provincie
Antwerpen, goedgekeurd door deputatie op 26 november 2015 (beleidsplan zie
bijlage). Het provinciaal glastuinbouwbeleid zet in op ruimte, ontwikkeling,
verduurzaming en reconversie.
Vanuit de expertise van de POM met bedrijventerreinen en hun ervaring met
glastuinbouw (als partner in het EFRO-project 650 Duurzame glastuinbouwclusters
met als promotor de dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid (DLP)) ziet de provincie
heel wat mogelijkheden voor de POM om het provinciaal glastuinbouwbeleid als
onderdeel van het economisch speerpuntenbeleid uitvoering te geven.
Samenwerking tussen de POM en de provincie (DLP) wordt verder uitgebouwd
onder de vorm van de aanwerving en tewerkstelling van een voltijdse expert
glastuinbouw bij POM, aangestuurd en gedurende 3 jaar mede gefinancierd door de
provincie (DLP) om uitvoering te geven aan het provinciaal glastuinbouwbeleid. De
expert glastuinbouw zal, voor de uitoefening van deze taken, nauw samenwerken
met de adviseur glastuinbouw van de provincie (DLP).
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
38
Het werkterrein van deze expert glastuinbouw omvat de hele provincie Antwerpen.
Overeengekomen wordt dat de provincie (DLP) de helft van loonkost van de
voltijdse expert glastuinbouw terugbetaalt aan POM en dit voor een periode van
tewerkstelling van drie jaar.
De provincie (DLP) stelt gedurende het project een vergoeding van 120.000 EUR
ter beschikking aan de POM. Deze wordt in drie schijven betaald. De eerste schijf
van 40.000 EUR in het eerste projectjaar; de tweede schijf van 40.000 EUR in het
tweede projectjaar na indiening van een voortgangsrapport dat de besluitvorming,
de werking van de expert glastuinbouw, de genomen initiatieven en ondernomen
acties en de resultaten beschrijft. De derde schijf van 40.000 EUR na oplevering
van het eindrapport na 3 volledige jaren tewerkstelling van de expert glastuinbouw.
Het eindrapport omschrijft de behaalde resultaten, evaluatie en voorstellen voor de
toekomst.
Vanaf de datum van de effectieve tewerkstelling van de expert glastuinbouw bij
POM, start de projectperiode.
De verhoging van de subsidie voor POM Antwerpen met 40.000 EUR betreft de
eerste schijf.
Hiervoor keurde deputatie reeds een Interne Kredietaanpassing (IKA) goed, maar
de verhoging van de nominatim subsidie dient door uw raad te worden bekrachtigd.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad keurt de verhoging met 40.000 EUR van het krediet in het
uitgavebudget BBC onder 2016/64900000/21/0500/ - Subsidie aan de POM
(N)/Handel en middenstand Ramingsnummer 2016140772 goed. Het krediet komt
zo op 1.855.275 EUR.
VOORZITTER.- De heer Kerremans heeft het woord.
De heer KERREMANS.- Dank u wel, voorzitter. Het ging erg snel, want ik had deze
tussenkomst willen doen bij puntje 3/1, maar het maakt niet uit, over glastuinbouw.
Wij hebben vastgesteld dat er toch een aantal positieve wijzigingen komen, ook naar
aanleiding van het geld voor die studie die we net goedgekeurd hebben onder punt 3/1. Er
komt nu werkelijk concreet aandacht voor het gebruik van restwarmte in de glastuingouw.
Er is ons verteld geweest, dat wisten we ook uit het verleden, dat er een concurrentie is,
vooral in de Noorderkempen, wat betreft het ruimtegebruik. Glastuinbouw zit daar in
concurrentie met de grondgebonden landbouw. Wij hopen dat daar misschien toch een
antwoord kan op geformuleerd worden of er zal gezocht worden naar een verschuiving, op
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
39
lange termijn dan wel, van glastuinbouwbedrijven naar meer industrie-achtige gebieden ten
voordele van het vrijkomen van interessante grond voor grondgebonden landbouw.
Er zal meer aandacht besteed worden aan opnieuw kleinere entiteiten, dus niet alleen de
heel grote serrecomplexen, maar ook kleinere entiteiten. Daar vragen we of er heel
concreet kan gewerkt worden met een focus op de nieuwe markten die ontstaan, kleinere
nichemarkten die bij ons ontstaan. Denk maar aan de sterrenrestaurants die kwaliteitsvolle
groenten wensen, en daarom niet altijd uit zijn op de massaproducten, maar op
kwaliteitsvolle producten, en waar ook het belang van de korte keten kan omgezet worden
in concrete activiteiten hier lokaal.
Ik had graag willen vernemen of daar ook iets achter zit dat men toch daar aan denkt de
grote exportmodellen waar Vlaanderen waarschijnlijk onmogelijk kan blijven concurreren,
of die dan ook verlaten zullen worden - ik spreek wel op middellange en lange termijn – ten
voordele van die kwaliteitsvolle producten?
VOORZITTER.- Mevrouw Weckhuysen heeft het woord.
Mevrouw WECKHUYSEN.- Dank u wel, voorzitter.
Collega’s, ik wil toch iets zeggen over punt 3/3, de aanstelling van de coördinator
glastuinbouw.
In Rumst hebben wij al vele jaren een plattelandsmarkt met als titel: “het is lekker, het is
van hier.” Daarmee willen wij als gemeente tonen hoe belangrijk wij het vinden dat er
voedsel plaatselijk wordt geproduceerd. Wij hebben daar een fantastisch aanbod van
honing van plaatselijke imkers, melk van plaatselijke melkboeren, maar ook een fantastisch
kleurrijk aanbod van allerlei soorten groenten die in onze gemeente geproduceerd worden.
Vele van die groenten worden inderdaad in kassen, in serres geproduceerd. Dit om maar te
geven dat die tuinbouwsector de dag van vandaag nog wel levendig en belangrijk is. Vele
jaren geleden schoten de serres overal als paddenstoelen uit de grond en tekenden die het
landschap in onze streken, in onze provincie. De laatste jaren hebben wij gezien dat er veel
van die glastuinbouwers moeten stoppen zijn, omdat de sector scheef gegroeid is. Dat
neemt niet weg dat er een nieuwe evolutie is, zoals collega Kerremans al zei, van grotere
bedrijven die op zoek zijn naar aaneengesloten percelen gronden. Maar dat is niet de enige
evolutie. Want ik zie ook een andere evolutie bij ons in de streek. Dat zijn jonge mensen
die terug kleinschaliger glastuinbouwbedrijven willen opstarten, onder koud glas om de
kosten te beperken. Die gaan werken op een andere manier. Ik zie plukboerderijen in volle
grond buiten, maar ik zie die ook gedeeltelijk in serres komen.
Ik wil maar zeggen dat het een sector is met verschillende evoluties in verschillende
tempo’s; Ik juich het enorm toe dat wij hier vandaag op onze raad een coördinator kunnen
aanstellen, tenminste de subsidie al goedkeuren die zich kan bezighouden eindelijk met die
sector nu eens goed opnieuw in kaart te brengen, te kijken wat daar de noden zijn, te
kijken wat de evoluties zijn, en vooral ook te kijken wat de toekomstmogelijkheden zijn.
Als men nu gaat kijken naar de noden van de huidige glastuinbouwers en men gaat dan een
stapje verder, en men gaat die sector terug qua ruimtegebruik, qua
ruimtegebruiksmogelijkheden boosten om nieuwe jonge ondernemers te kunnen aantrekken,
dan vind ik dat een heel mooi initiatief en ben ik heel blij dat die coördinator op korte
termijn kan worden aangesteld.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
40
VOORZITTER.- De heer Caluwé heeft het woord.
De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Wat de globale aanpak betreft: wij bepleiten de twee
modellen en willen ze allebei ten volle ondersteunen. Wij zien de kansen dat er mogelijk
zijn met nieuwe niches, met stadslandbouw, met hoeveproducten, met het inspelen op korte
keten dicht bij de burger, waar dat zeker in onze provincie, die de meest dichtbevolkte
provincie is van het land, tal van kansen liggen om heel dichtbij de markt het lokaal te
produceren. Maar tegelijkertijd, zoals dat ik toch nog altijd graag mijn sinaasappel eet,
zoals ik graag koffie drink ook al komen die koffiebonen van bij de evenaar, zoals ik graag
chocolade eet ook al zijn die cacaobonen ook rond de evenaar geproduceerd, zo gaan wij
toch nog altijd ook uitvoer mee ondersteunen. Wij zouden niet graag hebben dat in de rest
van de wereld men onze lekkere aardbeien niet meer zou kunnen proeven. Wij willen nog
altijd graag ondersteunen dat die over gans de wereld kunnen worden uitgevoerd.
VOORZITTER.- De heer Kerremans heeft het woord.
De heer KERREMANS.- Dank u wel, om toch nog een antwoord te willen formuleren daarop.
Maar die aardbeien hangen niet meer vast aan een grond. En dat was mijn vraag eigenlijk.
Wil de provincie op middellange en lange termijn stappen zetten om dat werkelijk te gaan
realiseren van die serres in industrieachtige gebieden onder te brengen waar ook
restwarmte te vinden is?
VOORZITTER.- De heer Caluwé heeft het woord.
De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Dat is een essentieel onderdeel mee van wat dat
project inhoudt. Dat is de combinatie leggen met restwarmte. Dat is de combinatie leggen
met geothermie, met de mogelijkheid om energie te produceren via de warmte die zich in
de serres voordoet. Het is die combinatie maken. Het is ook de zoektocht via
rasteroefening niet zeggen: hier komt nu verplicht glastuinbouw, maar wel kijken waar dat
glastuinbouw geen stoorzender is voor alle mogelijke andere functies die zich kunnen
voordoen. Dat is juist het werk dat door de betrokkene zal moeten gebeuren, zoals we dat
vandaag eigenlijk al een stukje aan het doen zijn.
VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
65 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
65 leden hebben ja gestemd.
Goedgekeurd met 65 stemmen ja.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
41
4. Financiën en logistiek
Nr. 4/1 van de agenda
Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing van art. 43 §2 11°
van het provinciedecreet. Plaatsing van de raamovereenkomst
tot het aanstellen van een gerechtsdeurwaarder voor
het invorderen van fiscale en niet-fiscale vorderingen.
Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde
opdrachten voor werken, levering en diensten voorziet in een marktraadpleging
voor de aanstelling van een gerechtsdeurwaarder voor het invorderen van
openstaande vorderingen.
De diensten die gerechtsdeurwaarders verlenen aan overheden vallen onder “de
diensten van juridische aard” zoals deze opgenomen zijn in de bijlage II B van de
wet van 15 juni 2006.
De opdracht betreft een raamovereenkomst voor 4 jaar.
De kostenraming van deze opdracht wordt over vier jaren geraamd op
3.200.000 EUR.
De gunning van deze overheidsopdracht gebeurt via de onderhandelingsprocedure
met bekendmaking.
De opdracht omvat een aanneming van diensten ten behoeve van het departement
Financiën van de Provincie Antwerpen: het inschakelen van een
gerechtsdeurwaarder bij nalatige debiteuren voor het invorderen van
o.a. achterstallige fiscale en niet-fiscale vorderingen zoals onder meer
provinciebelastingen, openstaande schoolrekeningen, facturen van provinciale
domeinen, provinciale departementen en andere vorderingen.
De gevolgde procedure is de tweestapsprocedure waarbij eerst overgegaan wordt
tot selectie van een aantal kandidaten, die zullen uitgenodigd worden om een
offerte in te dienen.
De kandidaat-inschrijver zal beoordeeld worden aan de hand van de volgende
kwalitatieve selectiecriteria:
• De studie-, beroeps- en of academische kwalificaties van de dienstverlener met
betrekking tot de materie(s): bij de beoordeling van deze kwalificaties wordt
rekening gehouden met het curriculum vitae van alle teamleden die voor de
uitvoering van deze opdracht zullen worden ingezet;
• De relevante ervaring en deskundigheid van de kandidaat-inschrijver met
betrekking tot invordering van dossiers. Bij de beoordeling van deze ervaring
wordt rekening gehouden met representatieve opdrachten uitgevoerd tijdens
de laatste 3 jaar. Zonder schending van het beroepsgeheim kan dit aangetoond
worden door een korte opgave van de opdrachten met vermelding van de
instanties/overheden waarvoor deze bestemd waren. Deze opgave bevat
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
42
maximum 20 pagina’s. Ervaring met samenwerking met publiekrechtelijke
overheden wordt als een pluspunt beschouwd;
• De relevante ervaring en deskundigheid van de kandidaat-inschrijver om het
grote aantal dossiers te kunnen verwerken: bij de beoordeling van deze
ervaring wordt rekening gehouden met alle vergelijkbare opdrachten
uitgevoerd tijdens de laatste 3 jaar. Zonder schending van het beroepsgeheim
kan dit aangetoond worden door een korte opgave van de grootte van deze
opdrachten met vermelding van de instanties/overheden waarvoor deze
bestemd waren;
• De relevante ervaring en deskundigheid van de kandidaat-inschrijver om te
fungeren als centralisatiekantoor voor invordering van dossiers: bij de
beoordeling van deze ervaring wordt rekening gehouden met alle vergelijkbare
opdrachten als centralisatiekantoor uitgevoerd tijdens de laatste 3 jaar. Zonder
schending van het beroepsgeheim kan dit aangetoond worden door een korte
opgave van de opdrachten met vermelding van de instanties/overheden
waarvoor deze bestemd waren. Dit houdt ook in dat de kandidaat-inschrijver
minstens 3 ‘regionale’ kantoren uit zijn eigen rechtsgebied zal voorstellen,
rekening houdend met het vereiste maatschappelijk draagvlak en lokale
betrokkenheid, waarmee de kandidaat-inschrijver als centralisatiekantoor zal
samenwerken.
Alle selectiecriteria worden kwalitatief beoordeeld. De aanbestedende overheid
weerhoudt de beste vijf deelnemers aan de hand van een kwalitatieve beoordeling
van de ingediende documenten. Deze vijf kandidaten worden uitgenodigd om een
offerte in te dienen.
Concreet worden deze offertes beoordeeld op basis van volgende gunningscriteria:
1) Wettelijke tarieven in combinatie met een kostenbesparende werkwijze
2) Performantie van het informaticasysteem
3) Uniforme en transparante werkwijze
4) Samenwerking en informatie-uitwisseling met de opdrachtgever
De opdrachtdocumenten, namelijk de selectieleidraad en het bestek worden digitaal
als bijlage toegevoegd.
Deze bijlagen zijn elektronisch ter beschikking.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken,
levering en diensten van 15 juni 2006;
Gelet op het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren
van 15 juli 2011;
Op voorstel van de deputatie,
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
43
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad keurt het plaatsen van een overheidsopdracht voor de
raamovereenkomst voor het aanstellen van een gerechtsdeurwaarder voor het
invorderen van fiscale en niet-fiscale vorderingen (periode 2017 – 2020) goed en
stelt als wijze van gunnen van deze opdracht de onderhandelingsprocedure met
bekendmaking vast.
De provincieraad keurt de opdrachtdocumenten voor deze opdracht goed.
VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord.
De heer MERCKX.- Voorzitter, collega’s,
Onze fractie gaat zich onthouden. Wij zijn helemaal niet gelukkig met de inhoud van dit
raamcontract dat wordt voorgesteld, de voorwaarden die gestipuleerd worden, enz. Maar
wij gaan toch niet tegenstemmen uit respect voor de inspanningen die onze dienst van de
provincie wel zelf doet om te zorgen dat er in het optreden van de deurwaarders toch een
zekere sociale component minimaal aanwezig is. Het is ook hun schuld niet als het wettelijk
kader voorlopig niet toelaat om verder te gaan. Wat ons betreft moeten er in die
gunningsvoorwaarden een sociale component bijkomen, namelijk de verplichting voor
gerechtsdeurwaarders om oog te hebben voor eventuele ongewenste sociale gevolgen van
hun optreden.
Concreet had ik voorgesteld dat onder het gunningscriterium samenwerking en informatie-
uitwisseling met de opdrachtgever, nu goed voor 20 punten, zou toegevoegd worden:
voldoende aandacht besteden aan de mogelijke sociale gevolgen van dwanginvorderingen,
vooral dan door te vermijden dat kwetsbare gezinnen en personen met een al grote
schuldenlijst omwille van relatief kleine bedragen – wat bij ons het geval is, die 36 EUR
provinciebelasting voor particulieren en 92 EUR voor de kleine ondernemers – niet nog
dieper in de schulden geraken.
Ik word nogal dikwijls aangesproken door mensen die door sommigen beschreven worden
als ‘levende aan de onderkant van de maatschappij’, wij noemen dat gewoon ‘mensen die het
moeilijk hebben’. De dag voor dat we het in de commissie besproken hebben had ik
bijvoorbeeld een brief van één van die mensen gekregen waaruit bleek dat voor een
hoofdsom van 46 EUR het bedrag actueel op 621 EUR af te betalen staat. Ondanks het
feit dat dat gezin, dat met 3 personen met 15 EUR per dag moet toekomen om te
overleven, al maandenlang 25 EUR per maand moet afbetalen. Ik vind dat zoiets niet mag
gebeuren, zeker voor kleine bedragen die dan gevorderd worden door een openbare dienst.
Het diensthoofd heeft duidelijk uitgelegd dat zij binnen het kader dat hen is toegelaten
ze zo sociaal mogelijk proberen te zijn. Van de 765.000 gezinnen in onze provincie die in
aanmerking komen voor de particuliere belasting zijn er 110.000 OMNIO’s en andere
vrijgesteld. Ze zijn soepel in het corrigeren van mensen die ten onrechte betaald hebben,
die kunnen nog een klever van het ziekenfonds binnenbrengen als zij inderdaad het
OMNIO-statuut hebben. Men heeft er uit eigen initiatief een eerste stap aan toegevoegd,
die weliswaar de mensen ook al 20 EUR kost, namelijk dat hen gewoon een vermanende
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
44
brief gestuurd wordt. Verder hebben zij ons gezegd dat zij wel willen overwegen van in die
eerste aangetekende brief melding te maken van de mogelijkheden en de diensten die hen
zouden kunnen helpen om voor dat bedrag ofwel een regeling te vinden, ofwel dat op te
nemen in het afbetalingsplan.
Wij vinden dat een openbaar bestuur moet vermijden om die mensen met een grote
schuldenlast, dat dikwijls kan zijn door persoonlijke fouten, maar ook dikwijls door
maatschappelijke omstandigheden, niet verder dieper de put in te duwen naar het
voorbeeld van zo’n vordering zoals ik u daarnet heb voorgelezen. Want het is toch niet min.
Je hebt 20 EUR voor die eerste aanmaning die bij die 36 EUR provinciebelasting komt, dan
het dwangbevel, dan komt er al meteen 100 EUR bij. Als men daar dan niet op ingaat,
iedereen weet dat, beginnen de verwijlkosten, enz., kosten voor nieuwe optredens van de
deurwaarder.
Men heeft ons in de commissie ook verwezen naar een, wat men zelf noemde, cryptische
passage die in het besluit staat. Namelijk dat men moet zorgen dat er op zijn minst voor de
kandidaat-inschrijver wordt gezocht naar 3 kantoren die verbonden zijn met de regio, om
zo toch een zeker maatschappelijk draagvlak en band met die regio te verzekeren. Maar
voor ons is dat onvoldoende.
Dus wij gaan ons onthouden als signaal, vooral naar de partijen die dat wettelijk kader in
onze parlementen bepalen om te zorgen dat die sociale componenten wel meer aandacht
krijgt in de omschrijving van de beroepsregels en de werkwijze van gerechtsdeurwaarders.
VOORZITTER.- De heer Caluwé heeft het woord.
De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Voorzitter, collega’s,
Ik dank eigenlijk collega Merckx voor het antwoord te geven dat ik hem wou geven. Wij
hebben inderdaad in de commissie gezegd dat voor wat betreft onze gezinsbelasting 15%
van de gezinshoofden zijn uitgesloten al omwille van redenen dat zij minvermogend zijn.
Wat toch al een pak van problematieken op zich uitsluiten. Als we kijken naar de fiscaliteit
is het eerder bij diegenen die een ondernemingsnummer hebben dat er zich
problematieken kunnen voordoen. Zoals gezegd: vooraleer het gaat naar de deurwaarder
sturen we verschillende brieven en we onderzoeken of dat we in die brieven ook niet
kunnen opnemen al datgene wat er bestaat aan budgetbegeleiding voor al diegenen die in
financiële moeilijkheden zijn geraakt.
In de procedure die we starten om te komen tot een vergelijking, en de biedingen die ons
worden aangeboden, zal één van de criteria zijn om te onderzoeken of we inderdaad een
fijnmazig net hebben als deurwaarder zodanig dat men kan zien dat men de kei het vel niet
afstroopt, en dat men niet nog extra maatregelen gaat treffen daar waar men bij personen
zit die helemaal niet meer kunnen betalen, om zo geen onnodige kosten te doen. Dat wordt
mee een onderdeel van het onderzoek dat we zullen doen. Daarmee geloof ik ons
diensthoofd die zegt dat we verrichten al wat we wettelijke kunnen.
VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
45
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
66 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
64 leden hebben ja gestemd;
2 leden hebben zich onthouden.
Goedgekeurd met 64 stemmen ja, 2 onthoudingen.
Nr. 4/2 van de agenda
Voorstel met betrekking tot het engagement van
de provincie om in de mate van het mogelijke haar
eigen dienstwagens in te schakelen in een systeem
van particulier autodelen,
ingediend door mevrouw Loes Van Cleemput (Groen).
Goedkeuring.
Voorstel
De provincie engageert zich om in de mate van het mogelijke haar eigen
dienstwagens in te schakelen in een systeem van particulier autodelen.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de voorbeeldfunctie die de provincie wil uitdragen naar haar gemeenten &
inwoners inzake CO2 reductie,
Gelet op het uitgebreide wagenpark van de provincie Antwerpen waaronder veel
energiezuinige wagens,
Op voorstel van de Groen Fractie,
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad keurt goed dat de provincie in 2016 samen met vzw Autopia
onderzoekt hoe en welke eigen dienstwagens kunnen ingezet worden in een
systeem van particulier autodelen.
VOORZITTER.- Mevrouw Van Cleemput heeft het woord.
Mevrouw VAN CLEEMPUT.- Dank u wel, voorzitter.
Ik heb dit punt op de agenda gezet omdat ik denk dat daar heel veel toekomst in zit. We
zien ook al steeds meer goede voorbeelden in onze eigen gemeenten ontstaan.
Het voorstel dat we hier met de provincies gaan onderzoeken of we ons eigen wagenpark
niet kunnen openstellen voor burgers, voor inwoners die daar ook gebruik van kunnen
maken. We zien dat daar toch wel een markt voor is. Er zijn ook al heel veel goede
projecten in verschillende van onze gemeenten die daar rond draaien. Als we kijken naar
het provinciale wagenpark hebben wij wel een uitgebreid wagenpark waaronder zeker
geschikte wagens zijn op geschikte locaties die daarvoor in aanmerking kunnen komen. Dat
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
46
is iets wat je ook best goed onderzoekt en planmatig aanpakt. Er is een vzw die heet
‘Autodelen.net’ die daar al hun expertise graag ter beschikking stellen. Zij hebben ook een
project lopen samen met de Vlaamse overheid momenteel om zoveel mogelijk gemeenten,
lokale overheden daarvan te overtuigen en in te schakelen. Zij bieden daar alle expertise
rond aan. Want autodelen draagt eigenlijk mee bij tot een duurzaam mobiliteitsgedrag en
innovatief beleid. Ik denk dat onze provincie dat zeker kan ondersteunen. Wij zien onze
provincie graag een voorbeeld zijn naar inwoners en onze gemeenten over innovatieve
duurzame oplossingen. Ik denk dat we dat zeker moeten doen. Ik denk dat als we dat nu
kunnen onderzoeken, als onze ambtenaren daarmee aan de slag kunnen gaan, er zeker
wagens voor te vinden vallen. Dus ik hoop dat jullie het steunen. En ik antwoord nog graag
op vragen, want dat is niet altijd een gemakkelijk voorstel.
VOORZITTER.- De heer Caluwé heeft het woord.
De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Wij willen dat graag positief adviseren. In die zin zelfs
dat wij vandaag eigenlijk al gebruiker zijn. Wij zijn sober met de uitbreiding van ons
wagenpark. Wij doen niet meer dan strikt noodzakelijk is, wat maakt dat bij momenten we
toch piekmomenten hebben en dat we wagens te kort komen. Op dit moment doen we
beroep op Cambio, en gaan we zelf wagens huren in plaats van dat we er zelf bijkomend
zouden kopen.
Maar hier is de vraag van het omgekeerde, dat we zelf wagens ter beschikking stellen.
Daar zijn spontaan wel wat bezwaren van: hoe zit dat dan met verzekering, en nog een
aantal andere dingen. Maar die vzw heeft duidelijk de expertise. Er zijn een aantal
gemeenten die net zo goed met die problematieken als overheid geconfronteerd zijn, en
dat blijkbaar hebben kunnen ondervangen. Dus we geven alle kans aan het gesprek.
VOORZITTER.- De heer De Haes heeft het woord.
De heer DE HAES.- Het zal u niet verwonderen, maar als we met dezelfde middelen meer
maatschappelijke return kunnen organiseren dan zijn we daar zeker voorstander van. Een
onderzoek dat zowel de mogelijkheden als de moeilijkheden, de opportuniteiten en de
bedreigingen onderzoekt, daar zullen wij zeker achter staan.
VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord.
De heer MERCKX.- Onze fractie zal dit positieve voorstel steunen en goedkeuren. Dat kan
ook niet anders. Wij hebben recent een congres gehouden waar wij aan de ecologie, het
milieu, een veel groter gewicht toekennen dan vroeger. Wij hebben de gele pijl in onze rode
ster vervangen door een groene pijl om dat nog duidelijker te maken. Onze
jongerenorganisatie heeft als slogan: “Red is the new green”.
Bijkomend denk ik dat we, als we hierover debatteren, toch ook mogen opmerken dat het
hier echt wel gaat om een beperkte maatregel met vooral een symbolische en
sensibiliserende waarde. Die onderschrijven wij ook. Je beseft het beperkte karakter er
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
47
zelf ook van. Het is een druppel op een hete plaat. Wij hebben gevraagd bij die gemeenten
die daaraan meedoen over hoeveel wagens het al gaat. Het gaat dan gemiddeld over
1 wagen die ter beschikking gesteld wordt.
Als een paar tientallen, en honderden en zelfs duizenden mensen in ons land overschakelen
op autodelen dan haalt het natuurlijk niet veel uit als tegelijk sinds 2014 het aantal
bedrijfswagens in België toenam tot 1,1 miljoen, + 13% op 4 jaar tijd. De helft daarvan zijn
650.000 bedrijfswagens die puur gelden als compensatie voor het loon. Vorig jaar steeg
het aantal bedrijfswagens in 1 jaar tijd met nog eens 12%.
Ik ben het dan ook eens als we die problematiek aankaarten van de beschadiging van ons
milieu door echt onverantwoord autoverkeer, dat we dan de stelling moeten bijtreden van
Eric Corijn, die in het boekje van Natalie Eggermont, arts, moraalfilosofe en organisatrice
van de Climate Express …
VOORZITTER.- Gedichtendag was vorige keer …
De heer MERCKX.- Sommige dingen kunnen klinken zoals een gedicht, zeker hetgeen ik
straks ga voorlezen.
Maar mijnheer Corijn zegt: zolang bespaard wordt op de Lijn en de NMBS, en niet op
bedrijfswagens, is heel onze milieupolitiek van de regering ongeloofwaardig.
Als we het bij dit soort kleine maatregelingen zouden houden, dan vechten we toch echt
tegen windmolens. Jaar na jaar groeit het zeer vervuilende en bijzonder onveilige
vrachtverkeer. Diederik Vandendriessche heeft daar indrukwekkende cijfers over gegeven
twee jaar geleden in een heel goede speech. Hoe komt dat? Onze bedrijven werken meer
en meer volgens het ‘just in time principe’. Dat verhoogt de winst, maar het heeft onze
autowegen wel veranderd in brede linten van rijdende magazijnen, en vooral van fijn stof.
Om dat meer poëtische stuk uit het boek van Natalie Eggermont te citeren: zij verwijst
naar het boek van architect Michael Braungart, en scheikundige William McDonough met,
inderdaad, de poëtische titel “Cradle tot Cradle: Remaking the Way We Make Things.”
Daarin zeggen ze dat het verhaal van de milieubeweging veel te beperkt is als we het alleen
maar hebben over het consuminderen, autodelen. We moeten op de eerste plaats anders
gaan produceren.
Het aanmoedigen van gedragsveranderingen, individuele engagementen voor het milieu,
zoals we met dit voorstel doen heeft zijn belang, vooral op het vlak van bewustmaking, dat
er nog veel meer nodig is: namelijk een fundamentele wijziging van ons economisch systeem
waarbij niet maximale winst het uitgangspunt is, maar wel de noden van de mensen en ons
aller moederaarde.
VOORZITTER.- De heer Willekens heeft het woord.
De heer WILLEKENS.- Ik had nog een bijkomende vraag daarbij, want ik zie dat de
deputatie wel oren heeft naar het voorstel. Ik stel mij daarbij een beetje de vraag, als de
deputatie binnenkort al zijn plaatsbezoeken, enz. gaat doen via Cambio autodelen, waar de
chauffeurs dan terecht zullen komen. Zullen die in een soort pool gezet worden en in
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
48
aanmerking komen voor een andere job binnen de provincie? Wat zal er met de wagens
gebeuren van de deputatie?
VOORZITTER.- Mevrouw Avontroodt heeft het woord.
Mevrouw AVONTROODT.- Voorzitter, ik wil het helemaal zo poëtisch niet houden als de
collega’s. Ik wil alleen maar als ervaringsdeskundige getuigen dat gedeeld patrimonium
zoals kunst en cultuurpatrimonium met de gemeenten een goede zaak is, en alleen maar op
onze steun kan rekenen.
VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord.
De heer CAALS.- Aan mijn collega Kris,
Kris, het kan misschien een druppel op een hete plaat zijn, maar ik zou zeggen: blijven
druppelen.
VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
66 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
58 leden hebben ja gestemd;
6 leden hebben nee gestemd;
2 leden hebben zich onthouden.
Goedgekeurd met 58 stemmen ja, 6 stemmen nee en 2 onthoudingen.
Nr. 4/3 van de agenda
Provinciale overheidsopdrachten.
Boom. Provinciaal recreatiedomein De Schorre.
Camerabewaking en toegangscontrole.
Ontwerp. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
In de meerjarenplanning werd krediet voorzien voor camerabewaking en
toegangscontrole in het provinciaal recreatiedomein De Schorre te Boom.
Aan uw raad wordt thans het ontwerp voor deze opdracht voor werken voorgelegd,
opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en omvattende bijzonder
bestek, samenvattende opmeting, kostenraming en plan.
Het ontwerp omvat het aanreiken van een geïntegreerde oplossing voor
camerabewaking en toegangscontrole met uitbreidingsmogelijkheden, inclusief het
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
49
leveren en plaatsen van de nodige apparatuur zoals servers, het netwerk, de
clients, back-up en software.
De kosten van deze werken worden geraamd op 151.725,00 EUR + 31.862,25 EUR
(21 % btw) = 183.587,25 EUR voor deel 1: leveren en plaatsen van
camerabewaking en op 92.500,00 EUR + 19.425,00 EUR (21% btw) =
111.925,00 EUR voor vijf jaar onderhoud.
De deputatie stelt uw raad voor om voornoemd ontwerp goed te keuren en als
wijze van gunnen van de opdracht voor werken de vereenvoudigde
onderhandelingsprocedure met bekendmaking vast te stellen, in toepassing van
artikel 26.§2.1°.d) van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor
werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 en artikel 105.§2.1° van het
koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli
2011.
Het ontwerp is digitaal beschikbaar.
De deputatie keurde dit verslag in zitting van 4 februari 2016 goed.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de inschrijving in de meerjarenplanning van krediet voor camerabewaking
en toegangscontrole in het provinciaal recreatiedomein De Schorre te Boom;
Gelet op artikel 43.§2.11° van het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad hecht goedkeuring aan het ontwerp voor camerabewaking en
toegangscontrole in het provinciaal recreatiedomein De Schorre te Boom,
opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en stelt in toepassing van
artikel 26.§2.1°.d) van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor
werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 en artikel 105.§2.1° van het
koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli
2011 als wijze van gunnen van deze opdracht voor werken de vereenvoudigde
onderhandelingsprocedure met bekendmaking vast.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
67 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
66 leden hebben ja gestemd;
1 lid heeft zich onthouden.
Goedgekeurd met 66 stemmen ja, bij 1 onthouding.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
50
VOORZITTER.- Bij de vorige stemming (4/2) is er een fout gebeurd. Er moet 1 ja-stem
meer zijn en 1 onthouding minder.
Ik stel voor de agendapunten 4/4 tot en met 4/10 met één stemming af te handelen. De
raad stemt ermee in.
Nr. 4/4 van de agenda
Vastgoed. Balen. Molse Nete (A.7.29). PRUP "Overstromingsgebied
Molse Nete". Aanleg van een retentiebekken.
Grondaankopen. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Op 23 oktober 2014 stelde uw raad het PRUP ‘Overstromingsgebied Molse Nete’
definitief vast.
De onderhandelingen voor de minnelijke aankoop van de innemingen zijn volop aan
de gang. Vandaag worden twee verkoopbeloften voorgelegd, met name voor
innemingen 6, 11 en 12.
De innemingen zijn deels gelegen in gebied voor verblijfsrecreatie, en deels in
agrarisch gebied met ecologisch belang. De schattingsprijs bedraagt 10,00 EUR
voor de grond voor verblijfsrecreatie, en 1,70 en 3,60 EUR/m² voor de grond in
agrarisch gebied (voor respectievelijk drassige en goede grond).
Bovenop de grondwaarde bekomen de verkopers nog de bij de onteigening
gebruikelijke wederbeleggingsvergoeding en wachtintrest, en eventueel een
vergoeding voor opstanden.
Het totaalbedrag voor de aankoop van deze innemingen bedraagt 125.821,41 EUR.
De bodemattesten zijn blanco.
Krediet is voorzien in het budget van 2016.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 februari 2016.
De bijlagen zijn digitaal beschikbaar.
De provincieraad van Antwerpen,
Overwegende dat voor de aanleg van een retentiebekken langs de Molse Nete
enkele grondverwervingen nodig zijn;
Gelet op het PRUP ‘Overstromingsgebied Molse Nete’;
Gelet op de verkoopbeloften;
Gelet op de schatting;
Gelet op de bodemattesten;
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
51
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Artikel 1:
Onder verklaring dat de verwerving gebeurt voor openbaar nut, met name voor de
aanleg van een retentiebekken langs de Molse Nete, wordt machtiging gegeven tot
aankoop van de hierna volgende innemingen van het PRUP ‘overstromingsgebied
Molse Nete’, zoals definitief vastgesteld door de provincieraad in zitting van
23 oktober 2014:
Inneming 6, ten kadaster gekend als Balen, 1ste afdeling, sectie A, nummer 1604,
groot 6.060 m² en eigendom van de heer en mevrouw Van Meensel-Mangelschots,
voor de prijs van 62.600,99 EUR, alle vergoedingen inbegrepen;
Innemingen 11 en 12, ten kadaster gekend als Balen, 1ste afdeling, sectie A,
nummers 1599a en 1599b, groot 6.175 m² en eigendom van de heren Erik en
Ruddy Lodewijckx, voor de prijs van 63.220,42 EUR, alle vergoedingen inbegrepen.
Artikel 2:
Huidige eigenaars kunnen, mits het verkrijgen van de nodige vergunningen,
beschikken over het hout van volgende bomen op hun percelen:
- alle exoten;
- alle populieren;
- alle bomen tussen de vijver en het aan te leggen overstromingsgebied.
Huidige eigenaars kunnen, na afvangst uit de vijver, beschikken over hun vissen.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Nr. 4/5 van de agenda
Vastgoed. Hoogstraten. Molenbeek (A.4.161.13).
Ruilen beddingen met de familie Van Rijkevorsel-Van den Broek.
Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Op 20 januari 2014 verleende de stad Hoogstraten aan de familie Van Rijkevorsel-
Van den Broek een vergunning voor het verleggen en gedeeltelijk overwelven van
de Molenbeek (A.4.11.13) in de nabijheid van de Katelijnestraat. Het betreft het
perceel kadastraal gekend als Hoogstraten, 1ste afdeling, sectie B, nummer 176t
(op het plan nog nummer 176m genaamd) en een deel ZN.
De betrokken waterloop is sinds 1 juli 2014 een waterloop van tweede categorie,
wat betekent dat thans de beddingen geruild moeten worden met de provincie.
Gezien volgens het opmetingsplan van 31 juli 2014 met precadnummer 13014-
10257 dat werd opgesteld door landmeter-expert Jan Koyen de provincie meer
grond verwerft dan zij afstaat - de provincie bekomt 201 m² en staat slechts
199 m² af - geschiedt de ruiling met gesloten beurs. De kosten verbonden aan de
ruiling vallen ten laste van de aanvrager.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
52
De bodemattesten zijn blanco.
De bijlagen zijn digitaal beschikbaar.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Overwegende dat om de familie Van Rijkevorsel-Van den Broek toe te laten het
volle genot van hun goederen te garanderen, de verlaten bedding van waterloop
A.4.11.13 (Molenbeek) ter hoogte van de percelen Hoogstraten, 1ste afdeling,
sectie B, nummers 176t en 179b geruild dient te worden met de nieuwe bedding;
Gelet op het voor de provincie kosteloze karakter van de transactie;
Gelet op het bodemattest;
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
Onder verklaring dat de transactie wordt aangegaan voor openbaar nut, wordt
machtiging verleend tot de ruiling van beddingen van waterloop ‘Molenbeek’ in
Hoogstraten met de familie Van Rijkevorsel-Van den Broek, kadastraal gekend als
Hoogstraten, 1ste afdeling, sectie B, nummers 176t/deel en ZN/deel, groot volgens
meting 201 m² wat betreft het te verwerven gedeelte en 199 m² wat betreft het
over te dragen gedeelte, zoals aangeduid op het opmetingsplan van 31 juli 2014
met precadnummer 13014-10257 van landmeter-expert Jan Koyen.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Nr. 4/6 van de agenda
Vastgoed. Kapellen. PRUP Kaartsebeek.
Grondaankoop. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Op 25 juni 2009 hechtte uw raad definitieve goedkeuring aan een PRUP met
bijhorend onteigeningsplan voor de aanleg van een retentiezone langs de
Kaartsebeek op grondgebied van de gemeenten Brasschaat en Kapellen.
Aan uw raad wordt de aankoop van inneming 6 van het onteigeningsplan
voorgelegd. De inneming is gelegen op het grondgebied van Kapellen. Het gaat om
het perceel 3de afdeling sectie M nummer 44a, met een oppervlakte van 7.374 m²,
eigendom van het OCMW van Antwerpen. Het OCMW is bereid tot verkoop tegen de
prijs van 37.768,01 EUR. Dat bedrag omvat de grondprijs (schattingsprijs
4,25 EUR/m² voor agrarisch gebied) verhoogd met wederbeleggingsvergoeding en
wachtintrest.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
53
De grond is verpacht. De pachter is bereid tot minnelijke pachtverbreking tegen
een vergoeding van 7.742,70 EUR.
Het bodemattest is blanco. Krediet is voorzien in het budget.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 februari 2016. De bijlagen zijn
digitaal beschikbaar.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op het PRUP Kaartsebeek te Kapellen/Brasschaat, met bijhorend
onteigeningsplan, goedgekeurd op 25 juni 2009;
Overwegende dat de eigenaar van inneming 6 bereid is tot minnelijke verkoop
tegen de schattingsprijs verhoogd met wederbeleggingsvergoeding en wachtintrest;
Overwegende dat de pachter bereid is tot minnelijke pachtverbreking;
Gelet op de schatting;
Gelet op het bodemattest;
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Artikel 1:
Onder verklaring dat de verwerving geschiedt voor openbaar nut, met name voor
de aanleg van een retentiezone aan de Kaartsebeek te Kapellen, wordt machtiging
gegeven tot de aankoop van de hiernavolgende inneming van het onteigeningsplan:
- inneming 6: 7.374 m² grond, 3de afdeling sectie M nummer 44a, eigendom van
het OCMW van Antwerpen, tegen de prijs van 37.768,01 EUR, alle vergoedingen
inbegrepen.
Artikel 2:
Aan pachter Peter De Schutter wordt een vergoeding toegekend van 7.742,70 EUR
voor pachtverbreking, mest en navetten.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Nr. 4/7 van de agenda
Vastgoed. Mol. Scheppelijke Nete (A.7.29.5). Aanleg retentiebekken
(deel 2). Vierde reeks grondaankopen. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
In vergadering van 17 december 2014 gaf uw raad voorlopige goedkeuring aan het
‘onteigeningsplan 2 - Scheppelijke Nete’ met bijhorende motivatie ter
verantwoording van het openbaar nut, noodzaak en hoogdringendheid, voor de
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
54
onteigening van 16 innemingen langs de Scheppelijke Nete in Mol, in het kader van
de aanleg van een retentiebekken.
De onderhandelingen voor de minnelijke aankoop van betrokken innemingen zijn
volop aan de gang. Vandaag wordt een vierde reeks verkoopbeloften voorgelegd,
met name voor innemingen 4 en 5.
De innemingen zijn gelegen in agrarisch gebied. De schattingsprijs bedraagt
3,60 EUR/m².
Bovenop de grondwaarde bekomen de verkopers nog de bij de onteigening
gebruikelijke wederbeleggingsvergoeding en wachtintrest, en een vergoeding voor
opstanden.
Het totaalbedrag voor de aankoop van deze innemingen bedraagt 10.684,25 EUR.
Perceel 5 is vandaag, maar ook na onteigening, enkel bereikbaar via een brug die
zich over de Scheppelijke Nete bevindt ter hoogte van inneming 15.
Voor de verwerving van inneming 5 wordt volgende bijzondere voorwaarde
opgenomen in de akte:
“De provincie garandeert de toegankelijkheid van het perceel door het verlenen van
een recht van uitweg over haar gronden (het zogenaamde trage pad).”
De bodemattesten zijn blanco.
Krediet is voorzien in het budget van 2016.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 februari 2016.
De bijlagen zijn digitaal beschikbaar.
De provincieraad van Antwerpen,
Overwegende dat voor de aanleg van een retentiebekken langs de Scheppelijke
Nete enkele grondverwervingen nodig zijn;
Gelet op het PRUP “Overstromingsgebied Scheppelijke Nete”;
Gelet op het “Onteigeningsplan 2 - Scheppelijke Nete”, voorlopig goedgekeurd door
de provincieraad dd. 17 december 2014;
Gelet op de verkoopbeloften;
Gelet op de schatting;
Gelet op de bodemattesten;
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie,
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
55
BESLUIT:
Artikel 1:
Onder verklaring dat de verwerving gebeurt voor openbaar nut, met name voor de
aanleg van een retentiebekken langs de Scheppelijke Nete, wordt machtiging
gegeven tot aankoop van de hierna volgende innemingen van het onteigeningsplan
Scheppelijke Nete (deel 2), zoals voorlopig goedgekeurd door de provincieraad in
zitting van 17 december 2014:
Inneming 4, ten kadaster gekend als Mol, 1ste afdeling, sectie G, nummer 802,
groot 511 m² en eigendom van mevrouw Maria Roeymans, voor de prijs van
6.195,10 EUR, alle vergoedingen inbegrepen;
Inneming 5, ten kadaster gekend als Mol, 1ste afdeling, sectie G, nummer 785,
groot 310 m² en eigendom van mevrouw Irma Maes, voor de prijs van
4.489,15 EUR, alle vergoedingen inbegrepen.
Artikel 2:
Voor de verwerving van inneming 5 worden volgende bijzondere voorwaarden
opgenomen in de akte:
“De afvoer van de vijver en de chalets moet gegarandeerd blijven.
De provincie garandeert de toegankelijkheid van het perceel door het verlenen van
een recht van uitweg over haar gronden (het zogenaamde trage pad).”
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Nr. 4/8 van de agenda
Vastgoed. Zoersel. Trappistenbeek (A.3.21.4).
Aanleg overstromingsgebied 'Kwikaard'.
Aankoop percelen OCMW Antwerpen. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
In vergadering van 24 september 2015 keurde uw raad het onteigeningsplan goed
voor de aanleg van het overstromingsgebied ‘Kwikaard’ langs de Trappistenbeek in
Zoersel.
Het betrof de percelen kadastraal gekend als Zoersel, 3de afdeling/DL Brecht 2,
sectie I, nrs. 351b, 351a, 345, 341, 342, 343 en 344. Al deze percelen zijn
eigendom van het OCWM van Antwerpen; 6 ervan zijn verpacht, en 2 ervan zijn
bebost.
In vergadering van 24 september 2015 ging de raad van het OCMW van Antwerpen
akkoord om de percelen minnelijk aan de Provincie te verkopen voor de
goedgekeurde onteigeningsvergoeding, bestaande uit de schattingsprijs verhoogd
met de wederbeleggingsvergoeding en de wachtintresten, te weten
411.534,75 EUR.
Met de pachter werd op 3 december 2015 een pachtverbrekingsvergoeding
overeengekomen ten bedrage van 53.429,80 EUR.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
56
Met de pachter werd tevens afgesproken dat na de werken een
gebruiksovereenkomst voor extensieve begrazing (10 à 15 runderen per seizoen)
zal worden opgemaakt voor een duur van 10 jaar (eventueel verlengbaar). De
toegang tot de door de heer Schepens gepachte percelen 346 en 347 die eigendom
blijven van het OCMW wordt daarin gegarandeerd zolang hij deze pacht.
Op 10 december 2015 ontving de dienst Infrastructuur en Vastgoed de toelating
van het Agentschap voor Natuur en Bos aan het OCMW van Antwerpen tot
vervreemding van de 2 beboste percelen door het OCMW.
Thans wordt de aankoop dan ook voor goedkeuring aan uw raad voorgelegd.
De bodemattesten zijn blanco.
De bijlagen zijn digitaal beschikbaar.
Krediet is voorzien in het budget van 2016.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op het ontwerp voor de aanleg van een overstromingsgebied langs de
Trappistenbeek in Zoersel voor het oplossen van de wateroverlast in de regio
Zoersel;
Gelet op het goedgekeurde onteigeningsplan;
Gelet op het akkoord van de eigenaar met de verkoop, en van de pachter met de
pachtverbrekingsvergoeding;
Gelet op de schatting;
Gelet op de bodemattesten;
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Artikel 1:
Onder verklaring dat de transactie wordt aangegaan voor openbaar nut, met name
voor de aanleg van een overstromingsgebied langs de Trappistenbeek in Zoersel,
wordt machtiging verleend tot de aankoop van 7 percelen grond, ten kadaster
gekend als Zoersel, 3de afdeling/DL Brecht 2, sectie I, nrs. 351b, 351a, 345, 341,
342, 343 en 344, samen 78.155 m² groot en eigendom van het OCMW van
Antwerpen, voor een bedrag van 411.534,75 EUR.
Artikel 2:
Aan de heer Stefan Schepens uit Zoersel wordt een vergoeding betaald ten bedrage
van 53.429,80 EUR voor het verbreken van de pacht op de percelen ten kadaster
gekend als Zoersel, 3de afdeling/DL Brecht 2, sectie I, nrs. 351b, 345, 341, 342,
343 en 344.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
57
Artikel 3:
Er wordt - na de werken - tussen de Provincie en de heer Stefan Schepens een
gebruiksovereenkomst voor extensieve begrazing (10 à 15 runderen per seizoen op
hoger vermelde percelen) afgesloten voor 10 jaar (eventueel verlengbaar). De
toegang tot de door de heer Schepens gepachte percelen 346 en 347 die eigendom
blijven van het OCMW wordt daarin gegarandeerd zolang hij deze pacht.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Nr. 4/9 van de agenda
Vastgoed. Heist-op-den-Berg. Woningen Pleinstraat 25 t/m 37.
Inrichting elektriciteitscabine. Verkoop gedeelte
berging aan Iverlek. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
In 2000 heeft de Provincie de woningen in de Pleinstraat 25 tot en met 37 in
Heist-op-den-Berg gekocht om ze vervolgens voor 50 jaar in erfpacht te geven aan
de sociale huisvestingsmaatschappij Zonnige Kempen in Westerlo. In een berging
die bij die woningen hoort, heeft Iverlek zonder medeweten van de Provincie een
elektriciteitscabine ingericht. Iverlek wil dat nu regulariseren door een stukje van
die berging aan te kopen.
Iverlek heeft daartoe een opmetingsplan laten opstellen dat momenteel aan uw
raad wordt voorgelegd.
Het stukje berging dat aan Iverlek wordt verkocht heeft een oppervlakte van
7,37 m² en bevindt zich op het perceel kadastraal gekend als Heist-op-den-Berg,
6de afdeling, sectie C, nr. 810r. Het betreft het rode deel op het opmetingsplan.
Daarnaast dient aan Iverlek een erfdienstbaarheid voor plaatsing, ligging en
onderhoud van leidingen en voor toegang van personeel en materiaal over
voornoemd perceel 810r toegestaan te worden. Deze erfdienstbaarheid betreft de
oprit naar de Pleinstraat met een oppervlakte van 67 m² (blauw op het bijgevoegde
opmetingsplan).
De waarde van het stuk berging bedraagt volgens het schattingsverslag van
landmeter-expert Ludo Cuyt 2.300,00 EUR.
Iverlek zal alle notariële kosten dragen.
Aan uw raad wordt gevraagd in te stemmen met deze verkoop.
De bijlagen zijn digitaal beschikbaar.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de inrichting van een elektriciteitscabine in een berging ten behoeve van
de woningen in de Pleinstraat 25 tot en met 37 in Heist-op-den-Berg;
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
58
Gelet op de schatting;
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Artikel 1:
Onder verklaring dat de transactie wordt aangegaan voor openbaar nut, met name
voor de inrichting van een elektriciteitscabine ten behoeve van de woningen in de
Werftsesteenweg 25 tot en met 37 in Heist-op-den-Berg, wordt machtiging
verleend tot de verkoop aan Iverlek van een gedeelte van een berging met een
oppervlakte van 7,37 m², kadastraal gekend als Heist-op-den-Berg, 6de afdeling,
sectie C, nr. 810r/deel, zoals aangeduid op het opmetingsplan van 30 mei 2012 van
bvba Landmetersbureel Drawing Assistance uit Hulshout met precadnummer
12006-10264.
Artikel 2:
Aan Iverlek wordt op hetzelfde perceel 810r/deel een erfdienstbaarheid voor
plaatsing, ligging en onderhoud van leidingen en voor toegang van personeel en
materiaal verleend op de oprit naast de cabine met een oppervlakte van 67 m²,
zoals aangeduid op het opmetingsplan.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Nr. 4/10 van de agenda
Vastgoed. Fietsostrade Herentals-Balen.
Deelprojecten Geel 5 en 7. Grondaankopen.
Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Het tracé voor de fietsostrade Herentals-Balen te Geel en Mol is verdeeld in
12 deelgebieden. In de deelgebieden 5-6-7 en 9-10-11-12 zijn grondverwervingen
nodig. In vergadering van 25 september 2014 keurde de provincieraad de
onteigeningsplans daarvoor goed.
Voor deelgebieden 5 en 7 te Geel werden verkoopbeloften bekomen voor volgende
3 innemingen: 5.2, 5.3 en 7.11.
De innemingen zijn alle gelegen in agrarisch gebied. De verkoopbeloften werden
verkregen tegen de schattingsprijs. Deze bedraagt 4,50 EUR/m² (inneming 7.11:
zuiver agrarisch) en 10,00 EUR/m² (innemingen 5.2 en 5.3: aangelegde tuinen),
verhoogd met wederbeleggingsvergoeding en wachtintrest en desgevallend
vergoedingen voor beplantingen en opstanden.
Het totaalbedrag voor de aankoop van de 3 innemingen bedraagt 26.942,61 EUR.
De bodemattesten zijn blanco. Krediet is voorzien in het budget.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
59
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 februari 2016. De bijlagen zijn
digitaal beschikbaar.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de onteigeningsplans voor de aanleg van de fietsostrade Herentals-Balen
op het grondgebied van Geel en Mol, goedgekeurd door de raad op 25 september
2014;
Overwegende dat de eigenaars van innemingen 5.2, 5.3 en 7.11 bereid zijn tot de
minnelijk verkoop van hun eigendom tegen de schattingsprijs, verhoogd met
wederbeleggingvergoeding en wachtintrest en desgevallend vergoedingen voor
beplantingen en opstanden;
Gelet op de schatting;
Gelet op de bodemattesten;
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
Onder verklaring dat de verwerving gebeurt voor openbaar nut, wordt machtiging
verleend tot de aankoop van de hiernavolgende innemingen van de
onteigeningsplans voor de aanleg van de fietsostrade Herentals-Balen,
deelprojecten Geel 5 en 7:
- inneming 5.2: 123 m² grond, eigendom van Steven Van Hees, tegen de prijs van
6.477,81 EUR, alle vergoedingen inbegrepen.
- inneming 5.3: 177 m² grond, eigendom van de zusters Herrygers, tegen de prijs
van 12.135,82 EUR, alle vergoedingen inbegrepen.
- inneming 7.11: 472 m² grond, eigendom van de familie Peeters-Geerinckx, tegen
de prijs van 8.328,98 EUR, alle vergoedingen inbegrepen.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik de punten 4/4 tot en met 4/10 samen voor ter stemming en de stemming is
geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
67 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
67 leden hebben ja gestemd.
De agendapunten 4/4, 4/5, 4/6, 4/7, 4/8, 4/9 en 4/10 worden goedgekeurd met
67 stemmen ja.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
60
Nr. 4/11 van de agenda
Vastgoed. Retie. Loods Kelderbeemd 4.
Wederinkoop door IOK. Kennisname.
Verslag van de deputatie
Op 24 oktober 1995 kocht de provincie Antwerpen een perceel grond gelegen aan
de Kelderbeemd 4, in de KMO-zone van Retie. Daarop werd een loods gebouwd
voor opslag van materialen met een kleine kantoorruimte voor onderhoud van de
toenmalige provinciewegen.
Sinds de overdracht van de provinciewegen aan het Vlaams Gewest en aan enkele
gemeenten wordt deze loods niet meer gebruikt voor de bestemming waarvoor ze
gekocht werd. Voor deze loods verkocht kon worden of een andere bestemming kon
krijgen werden enkele bodemonderzoeken uitgevoerd, vermits opslag van
strooizout een “risico-inrichting” is volgens het bodemdecreet. Na een oriënterend
en beschrijvend bodemonderzoek besliste OVAM dat geen verdere maatregelen
nodig waren met betrekking tot sanering van de bodem.
De verkoop van de loods werd in het budget 2015 ingeschreven en goedgekeurd
door uw raad. Bij communicatie aan IOK – die de KMO-zone beheert – over de
intentie tot verkoop liet IOK echter weten dat ze niet akkoord gaan met een
openbare verkoop van deze loods en dat ze beroep zouden doen op hun
“wederinkooprecht”, zoals bepaald in de aankoopakte van 1995.
Artikel 10 van de “bijzondere aankoopvoorwaarden”, gehecht aan de aankoopakte
van 1995, bepaalt dat IOK het recht heeft de goederen terug te kopen “in het geval
de koper zijn bedrijvigheid, zoals vermeld in de aankoopakte, staakt of bij niet
naleving van bepalingen vervat in de aankoopakte”. De bedrijvigheid die hier wordt
bedoeld is in de aankoopakte omschreven als “inrichten van installaties voor de
wegendienst”. Aangezien de provincie Antwerpen de loods al jaren niet meer
gebruikt voor het inrichten van installaties voor de wegendienst heeft IOK effectief
het recht om de loods met grond terug te kopen.
De prijs waaraan IOK haar wederinkooprecht kan uitoefenen wordt in hetzelfde
artikel omschreven als “De terugkoop zal geschieden tegen de in de akte, waaraan
onderhavig document gehecht is, bepaalde prijs, aangepast overeenkomstig de
schommelingen van het door de regering bekendgemaakte indexcijfer van de
consumptieprijzen. … De infrastructuurwerken en de gebouwen met uitzondering
van het materieel en de outillage die de gebruiker toebehoren of op de grond zijn
gelegen, worden teruggekocht tegen de verkoopwaarde. Indien echter de
verkoopwaarde hoger ligt dan de kostprijs, zoals deze in de boekhouding werd
opgenomen, verminderd met de inzake belastingen aangenomen afschrijvingen,
dan zal de terugkoop tegen deze laatste prijs geschieden.” Met andere woorden:
IOK zou op dit moment kunnen wederinkopen tegen de aankoopprijs van de grond
in 1995, geïndexeerd op basis van de consumptieprijsindex. Op basis van interne
regels bij IOK en een “code of conduct” die ze afgesproken hebben met andere
gelijkaardige instanties stellen ze echter voor om de verkoopprijs als volgt te
bepalen: aankoop grond aan initiële aankoopprijs van 1995, geïndexeerd op basis
van de consumptieprijsindex + 90% van de venale waarde van de gebouwen en
infrastructuren.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
61
De geïndexeerde verkoopprijs (geïndexeerd tot december 2015, moment van
definitieve beslissing van het directiecomité van IOK om hun wederinkooprecht uit
te oefenen) komt op 144.045 EUR. De venale waarde van de opstanden werd
geschat door een externe landmeter-expert en bedraagt 170.000 EUR. 90%
hiervan is 153.000 EUR. De totale wederinkoopprijs komt dus neer op
297.045 EUR.
Aangezien het wederinkooprecht voor IOK contractueel bepaald is in de
aankoopakte en destijds door uw raad werd goedgekeurd is dit een recht voor IOK.
De aankoopakte en aangehecht provincieraadsbesluit vindt u digitaal bijgevoegd.
Dit verslag wordt dan ook ter kennisname voorgelegd en niet ter goedkeuring.
De bijlagen zijn digitaal beschikbaar.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de aankoopakte van de loods van 24 oktober 1995;
Overwegende dat de provincie Antwerpen de loods sinds de overdracht van de
provinciewegen niet meer gebruikt voor opslag van materialen voor onderhoud van
die wegen;
Gelet op de beslissingen van het directiecomité van IOK van 4 september 2015 en
4 december 2015 tot wederinkoop van de loods;
Gelet op de schatting;
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad van Antwerpen neemt kennis van de wederinkoop door IOK van
de provinciale loods gelegen aan de Kelderbeemd 4 te Retie, tegen een prijs van
297.045 EUR.
VOORZITTER.- Dit is een kennisname.
Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Kennis wordt genomen.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
62
6. Energie, communicatie en ICT
VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 6/1 en 6/2 met één stemming af te handelen.
De raad stemt ermee in.
Nr. 6/1 van de agenda
Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing art. 43 §2 11° van
het provinciedecreet. Raamovereenkomst voor het
leveren van een on-site storage en back-up oplossing 2016-2021.
Lastvoorwaarden en wijze van gunnen. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Het Departement Informatie- en Communicatie Technologie (DICT) van de
provincie Antwerpen staat in voor de implementatie en ondersteuning van de
IT-omgeving. Het departement wordt hierbij op dit moment ondersteund door een
externe partij waarmee een raamovereenkomst bestaat voor levering en onderhoud
van de storage en back-up storage oplossing. Deze raamovereenkomst loopt ten
einde op 31 december 2016.
In de huidige situatie zijn er 2 datacenters in eigen beheer die met elkaar
verbonden zijn. In elk van deze datacenters is een storage & back-up infrastructuur
opgezet met replicatie vanuit het ene datacenter naar het andere. De totale
capaciteit aan effectief gebruikte netto dataopslag is rond 70 TB productie data en
120 TB back-up data.
Naast de 2 datacenters zijn er 53 buitendiensten die alle verbonden zijn met het
centraal datacenter. Een tiental van deze buitendiensten hebben een eigen storage
oplossing, beperkt tot enkele TB’s in grootte.
DICT heeft ten aanzien van de huidige situatie evenwel volgende strategische
opties genomen:
Gezien de rol van de Provincie geherdefinieerd wordt, moet de nieuwe oplossing
een flexibiliteit en schaalbaarheid bieden (ook in de krimp-richting);
Door een strategische hertekening van het ICT-landschap en het terugplooien
op 1 centraal datacenter, zal ook het huidig storage-landschap in grote mate
wijzigen en dus beperkt de aanschaf zich tot de infrastructuur voor
1 datacenter;
Een geleidelijke centralisatie van de buitendiensten (musea, scholen, e.d.) naar
de centrale diensten (administratieve diensten) zal plaatsvinden om kosten te
besparen, dit na aanschaf van de nieuwe oplossing. Het is mogelijk dat voor
bepaalde sites uitzonderlijk toch een storage oplossing on-site voorzien wordt.
Deze opties geven aanleiding tot twee nauw samenhangende opdrachten: een
opdracht voor levering van de hardware-oplossing in het eigen datacenter en
een opdracht van diensten voor back-up en recovery in een extern datacenter.
Afhankelijk van de resultaten van deze twee procedures kan het noodzakelijk
blijken om met de huidige raamcontractant een verlenging van het onderhoud
op de bestaande apparatuur te onderhandelen.
Het voorwerp van de voorgelegde raamovereenkomst is een opdracht voor levering
van centrale infrastructuur componenten en de bijhorende installatie en configuratie
diensten als volgt bepaald:
1. Aanschaf van een centrale on-site storage oplossing
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
63
2. Aanschaf van een centrale on-site back-up storage oplossing
3. Installatie & configuraties van de oplossingen bij de Provincie Antwerpen
4. Onderhoudscontract op de aangeschafte oplossing
Daarnaast maken volgende elementen deel uit van de raamovereenkomst:
5. Advies en on-site consultancy voor technische ondersteuning van de
oplossing, VMware en VEEAM
6. Leveren van assistentie bij migratie naar nieuwe storage & back-up
oplossingen
7. Leveren van assistentie bij verhuis van de oplossingen naar het nieuwe
provinciehuis
8. Aanschaf storage oplossingen voor buitendiensten waar nodig.
Overheidsopdracht
DOJO stelt voor deze opdracht te plaatsen via een open offerteaanvraag.
De opdracht zal gegund worden aan de economisch meest voordelige inschrijver(s)
op basis van volgende gunningscriteria:
- prijs 50%
Hierbij wordt rekening gehouden met alle kosten die met de opdracht
gepaard gaan (Total Cost of Ownership)
- technische kwaliteit 50%
o 30% voor de technische validatie van de oplossing
In het kader van dit criterium worden de kwaliteiten beoordeeld
die de inschrijver biedt inzake de gevraagde oplossingen. Hierbij
worden volgende elementen in rekening gebracht:
- De globale architectuur, betrouwbaarheid en de bewezen
mogelijkheden van de oplossing zoals deduplicatie, thin
provisioning e.d.m.
- De kwaliteiten van de oplossing wat betreft
configuratiemogelijkheden en beheersbaarheid door de
Provincie Antwerpen zelf
- De mate van integratie van de oplossing in het ICT
landschap van de Provincie Antwerpen
- De schaalbaarheid van de geboden oplossing en
voorspelbaarheid van kosten bij groei
- De niet-functionele karakteristieken zoals verbruik,
datacenter ruimte, technische installatie vereisten
o 10% voor de kwaliteit van de aanpak en de uitvoerders
Installatie en configuratie projectaanpak
Technische migratie en assistentie
Kwaliteit van de aangeboden profielen voor
ondersteuning, consultancy en implementatie
o 10% voor het beheer van risico’s en kwaliteit
In het kader van dit criterium worden de reële garanties
en voorwaarden voor het onderhoud en support van de
oplossing beoordeeld.
De raamovereenkomst wordt in de markt geplaatst met een minimumlooptijd van
36 maanden en twee mogelijke verlengingen met 12 maanden. De minimumtermijn
werd gekozen met het oog op een mogelijke wijziging van strategie en/of
technologie in een snel veranderende sector. De maximumtermijn van 60 maanden
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
64
komt overeen met de standaard levensduur en afschrijvingstermijn van de
apparatuur.
De kosten worden geraamd op 800.000 EUR exclusief btw over een periode van
60 maanden.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op artikel 26 §2 van de wet op de overheidsopdrachten en bepaalde
opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006;
Gelet op het Koninklijk Besluit betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten in
de klassieke sectoren van 15 juli 2011;
Gelet op artikel 4 §2 11° van het provinciedecreet;
Overwegende dat voor de interne opslag van gegevens en back-up een nieuwe
opdracht in de markt moet worden geplaatst;
Op voorstel van de deputatie;
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad beslist een overheidsopdracht in de markt te plaatsen voor
leveren van een oplossing voor on-site storage en back-up voor de periode
2016-2021 met een kostenraming van 800.000 EUR exclusief btw.
De provincieraad keurt de opdrachtdocumenten goed.
BIJLAGEN
- Bestek (administratief gedeelte, technisch gedeelte en inventaris).
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Nr. 6/2 van de agenda
Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing art. 43 §2 11° van
het provinciedecreet. Raamovereenkomst voor het
leveren van off-site back-up en recovery diensten 2016-2021.
Lastvoorwaarden en wijze van gunnen. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Het Departement Informatie- en Communicatie Technologie (DICT) van de
provincie Antwerpen staat in voor de implementatie en ondersteuning van de
IT-omgeving. Het departement wordt hierbij op dit moment ondersteund door een
externe partij waarmee een raamovereenkomst bestaat voor levering en onderhoud
van de storage en back-up storage oplossing. Deze raamovereenkomst loopt ten
einde op 31 december 2016.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
65
In de huidige situatie zijn er 2 datacenters in eigen beheer die met elkaar
verbonden zijn. In elk van deze datacenters is een storage & back-up infrastructuur
opgezet met replicatie vanuit het ene datacenter naar het andere. De totale
capaciteit aan effectief gebruikte netto dataopslag is rond 70 TB productie data en
120 TB back-up data.
Naast de 2 datacenters zijn er 53 buitendiensten die alle verbonden zijn met het
centraal datacenter. Een tiental van deze buitendiensten hebben een eigen storage
oplossing, beperkt tot enkele TB’s in grootte.
DICT heeft ten aanzien van de huidige situatie evenwel volgende strategische
opties genomen:
Gezien de rol van de Provincie geherdefinieerd wordt, moet de nieuwe oplossing
een flexibiliteit en schaalbaarheid bieden (ook in de krimp-richting);
Door een strategische hertekening van het ICT-landschap en het terugplooien
op 1 centraal datacenter, zal ook het huidig storage-landschap in grote mate
wijzigen en dus beperkt de aanschaf zich tot de infrastructuur voor
1 datacenter;
Het verdwijnen van het tweede datacenter kan worden opgevangen door back-up
gegevens te bewaren op een externe locatie. Op deze locatie kan ook de nodige
apparatuur geplaatst worden om de voornaamste activiteiten van de provinciale
diensten te kunnen opstarten na een calamiteit in het eigen datacenter.
Deze opties geven aanleiding tot twee nauw samenhangende opdrachten: een
opdracht voor levering van de hardware-oplossing in het eigen datacenter en
een opdracht van diensten voor back-up en recovery in een extern datacenter.
DICT wil daarom een opdracht voor diensten in de markt plaatsen met volgende
elementen:
1) Beheren van de off-site kopie van de back-up data van de Provincie Antwerpen
in een te voorzien DR datacenter (Back-up as a service)
2) Uitvoeren van disaster recovery diensten in hetzelfde datacenter, gebaseerd op
de back-up data (Disaster Recovery as a service);
3) Leveren van housing diensten voor een selectie van productie servers (en
appliances) van de Provincie Antwerpen (housing);
4) Leveren van virtuele server en werkplek hosting op vraag zowel in het
voorgestelde datacenter van de housing als in een publieke cloud
(Infrastructure as a service).
Overheidsopdracht
DOJO stelt voor deze opdracht te plaatsen via een onderhandelingsprocedure met
bekendmaking. Voor deze gunningswijze is gekozen omdat het gaat om een
complexe opdracht in een snel evoluerende technische omgeving. Om de noden van
de provincie optimaal te kunnen koppelen met de mogelijkheden in de markt is een
overleg met de inschrijvers noodzakelijk.
De opdracht zal gegund worden aan de economisch meest voordelige inschrijver(s)
op basis van volgende gunningscriteria:
- prijs 50%
Hierbij wordt rekening gehouden met alle kosten die met de opdracht
gepaard gaan (Total Cost of Ownership)
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
66
- technische kwaliteit 50%
o 40% voor de technische validatie van de oplossing
In het kader van dit criterium worden de kwaliteiten beoordeeld die
de inschrijver biedt inzake de gevraagde oplossingen. Hierbij worden
volgende elementen in rekening gebracht:
De technische kwaliteit van de oplossing en concrete invulling
van de diensten aan de hand van de gestelde vereisten;
De integratie (zowel technisch als operationeel) van de
diensten voor de Provincie Antwerpen;
De transparantie van kosten & flexibiliteit van de geboden
oplossing (op/af schalen).
De project aanpak voor het installeren en activeren van de
diensten;
o 10% voor het beheer van risico’s en kwaliteit
In het kader van dit criterium worden de garanties en voorstellen
voor SLA, beschikbaarheden, en specifiek de veiligheidsmaatregelen
en veiligheidsplannen voor de diensten van de inschrijver beoordeeld.
De raamovereenkomst wordt in de markt geplaatst met een minimumlooptijd van
36 maanden en twee mogelijke verlengingen met 12 maanden. De minimumtermijn
werd gekozen met het oog op een mogelijke wijziging van strategie en/of
technologie in een snel veranderende sector. De maximumtermijn van 60 maanden
komt overeen met de looptijd van de on-site oplossing in het eigen datacenter.
Door de termijnen van beide nauw verbonden oplossingen gelijk te laten lopen kan
na drie jaar elk jaar gekozen worden voor het behouden van de totaaloplossing of
voor een nieuwe technologie.
De kosten worden geraamd op 2.070.000 EUR exclusief btw over een periode van
60 maanden.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op artikel 26 §2 van de wet op de overheidsopdrachten en bepaalde
opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006;
Gelet op het Koninklijk Besluit betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten in
de klassieke sectoren van 15 juli 2011;
Gelet op artikel 4 §2 11° van het provinciedecreet;
Overwegende dat voor de interne opslag van gegevens en back-up een nieuwe
opdracht in de markt moet worden geplaatst;
Op voorstel van de deputatie;
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad beslist een overheidsopdracht in de markt te plaatsen voor
leveren van een oplossing voor off-site back-up en recovery voor de periode 2016-
2021 met een kostenraming van 2.070.000 EUR exclusief btw.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
67
De provincieraad keurt de opdrachtdocumenten goed.
BIJLAGEN
- Selectieleidraad
- Bestek (administratief gedeelte, technisch gedeelte en inventaris).
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik de punten 6/1 en 6/2 samen voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
68 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
67 leden hebben ja gestemd;
1 lid heeft zich onthouden.
De agendapunten 6/1 en 6/2 worden goedgekeurd met 67 stemmen ja, bij
1 onthouding.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
68
8. Personeel, organisatieontwikkeling en veiligheid
Nr. 8/1 van de agenda
Provinciepersoneel. Aanpassing evaluatiesysteem van
de decretale graden. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Sedert 2009 worden de provinciegriffier en de financieel beheerder geëvalueerd op
basis van artikel 111 van het provinciedecreet en op basis van een
evaluatiereglement goedgekeurd door uw raad in vergaderingen van 27 november
2008, 26 maart 2009, 25 november 2010 en 22 november 2012.
Het reglement over de specifieke bepalingen voor de proeftijd en de evaluatie van
de provinciegriffier en de financieel beheerder, moet worden aangepast omdat de
focus nu ligt op statutaire decretale graden, terwijl er in de toekomst ook
contractuele decretale graden zullen aangesteld worden.
Daarnaast bevat het reglement nog een verwijzing naar het Claeys rooster voor de
berekening van opzegtermijnen, terwijl dit niet meer toegepast wordt na de
wijziging van de wet op de arbeidsovereenkomsten.
De voorgestelde aanpassingen zijn in overeenstemming met voornoemde wettelijke
bepalingen en vinden mede hun inspiratie in de regeling die bestaat in de RPR voor
de contractuele personeelsleden. De voorgestelde aanpassingen zijn in
overeenstemming met de wet op de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de bepalingen van artikel 111 van het provinciedecreet;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de
minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositionering en het
mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende
enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger
van de OCMW, inzonderheid Titel III, hoofdstuk V;
Gelet op de provincieraadsbesluiten van 27 november 2008, 26 maart 2009,
25 november 2010 en 22 november 2012 tot goedkeuring en wijziging van de
evaluatieprocedure en van het evaluatiereglement van de decretale graden;
Overwegende dat deze procedure en dit reglement dienen aangepast te worden
omdat de proeftijd voor contractuelen is afgeschaft, het regelement meer moet
focussen op contractuele tewerkstelling en het Claeysrooster niet meer bestaat;
Overwegende dat dit voorstel en de aanpassingen van bedoeld reglement werd
onderhandeld met de representatieve vakbonden (protocol d.d. 16 februari 2016);
Op voorstel van de deputatie,
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
69
BESLUIT:
Enig artikel:
Goedgekeurd wordt het aangepast provinciaal reglement over de specifieke
bepalingen voor de proeftijd en de evaluatie van de provinciegriffier en de financieel
beheerder, in elektronische bijlage.
VOORZITTER.- Mevrouw Naert heeft het woord.
Mevrouw NAERT.- Onze fractie zal zich onthouden bij dit punt. Eigenlijk zouden we kunnen
tegenstemmen, maar dat gaan we niet doen omdat we ons ten zeerste bewust zijn van de
provincie als goede werkgever die echt bezorgd is voor zijn contractuele werknemers. Ook
omdat wij voorstander zijn van een goed evaluatiesysteem.
Anderzijds is het zo dat de openbare sector, de overheid, ten dienste staat van de hele
maatschappij en dat wij in het kader daarvan voorstander zijn van een statutaire
betrekking. Dus als je ten dienste staat van de bevolking moet je garant staan voor
continuïteit en neutraal zijn. In die zin is de vaste betrekking daar een garantie voor. Dat
is van hoog naar laag het geval, maar des te meer voor een functie als provinciegriffier en
financieel beheerder. Vandaar onze onthouding.
VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord.
De heer CAALS.- Ik hoopte toch wel dat er vanuit de deputatie ook een standpunt ging
komen over deze vraag.
VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord.
De heer PEETERS, gedeputeerde.- In de commissie is daar een klein debatje over geweest.
Ik heb daar gezegd dat er volgens ons geen redenen zijn om terug te komen op een
beslissing van 2010. Ik neem aan dat daar toen het debat over gevoerd is. Het is ook een
akkoord met de vakorganisaties, waarbij we gezegd hebben: we gaan over tot contractuele
aanwerving uitsluitend. Dat wordt dan gecompenseerd door een volledige tweede
pensioenpijler.
Ik blijf er bij, en dat is ook het standpunt van de deputatie, dat dit een goede beslissing
was. Gezien de omstandigheden waar in de praktijk de problemen die soms ontstaan om
disfuncties bij statutairen op te lossen gezien de zeer, zeer stringente regelgeving
daarrond het in de praktijk zeer moeilijk werken is. Ik denk dat er voldoende garanties
zijn met het evaluatiesysteem dat wij hanteren, inclusief dat voor de financieel beheerder
waarbij zelfs een aantal bevoegdheden die hij/zij heeft zelfs niet voor evaluatie in
aanmerking komen door de deputatie, maar dat het wettelijk geregeld is. Ik denk dat er in
deze voldoende waarborgen zijn. Het is zelfs zo dat in bepaalde omstandigheden, wanneer
het zover zou komen dat tot ontslag moet overgegaan worden, een contractuele werknemer
beter beschermd is dan een statutaire.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
70
VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
68 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
67 leden hebben ja gestemd;
1 lid heeft zich onthouden.
Goedgekeurd met 67 stemmen ja, bij 1 onthouding.
Nr. 8/2 van de agenda
Provinciepersoneel. Wijziging van de rechtspositieregeling.
Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
De rechtspositieregeling van het provinciepersoneel dient te worden aangepast.
NIVEAU- EN CAPACITEITSPROEF
Artikel 9 §1 2° RPR gaat over de uitzonderingen op de diplomavereiste. Dit artikel
werd de afgelopen jaren enkele keren herschreven (conform de hogere wetgeving),
maar daardoor is er ongewild een belangrijke zin verdwenen. Het betreft de zin die
aangeeft dat het wegvallen van de diplomavereiste logischerwijze enkel moet
gecompenseerd worden door diegenen die het diploma niet hebben.
De deputatie stelt uw raad voor om dit recht te zetten. Hetzelfde dient te gebeuren
in artikel 19 §2 lid 2 RPR dat over dezelfde materie gaat.
TIJDSTIP VAN EVALUATIE
Artikel 57 laatste lid RPR bepaalt dat de jaarlijkse evaluatie ten laatste wordt
afgerond binnen een termijn van twintig kalenderdagen volgend op de maand
waarin de evaluatieperiode afloopt. Indien deze einddatum niet gehaald wordt
omdat het personeelslid afwezig is wegens overmacht, moet de afronding uiterlijk
binnen de week na diens terugkomst gebeuren.
Meestal is de afwezigheid van het personeelslid te wijten aan ziekte. Dit is
inderdaad overmacht. Maar, in sommige gevallen is de afwezigheid niet het gevolg
van overmacht in de strikte betekenis van het woord. Bijvoorbeeld als het
personeelslid geschorst werd of met vakantie is. Om te vermijden dat er
interpretatieproblemen ontstaan door het begrip ‘overmacht’, wordt voorgesteld om
dit te schrappen.
EVALUATIECRITERIA
Artikel 60 RPR bepaalt welke de criteria zijn op basis waarvan de evaluatie wordt
uitgevoerd. Eén daarvan is het competentieprofiel van de competentiegericht
functiebeschrijving.
De competentiegerichte functieomschrijving is inderdaad een basis voor de
evaluatie, maar het is niet verplicht om alle competenties uit deze
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
71
functiebeschrijving te bespreken. Het is voldoende dat een selectie van de
competenties wordt besproken.
De deputatie stelt uw raad dan ook voor om dit artikel in die zin aan te passen.
SELECTIE MANDATEN
Artikel 133 §1 RPR is een technisch artikel met betrekking tot de toegang tot
mandaatfuncties. In dit artikel staat een foute verwijzing naar andere artikels in de
RPR. Dit dient rechtgezet.
INTELLECTUELE EIGENDOMSRECHTEN
Artikel 170 bis RPR bevat de regels met betrekking tot de overdracht van de
vermogensrechten voor werken waarvan een personeelslid auteur is en die het in
de uitvoering van zijn functie tot stand heeft gebracht.
Het gaat bijvoorbeeld over boeken, brochures, cursussen, tekeningen, karikaturen,
enz. (Wat auteursrechtelijk beschermd is wordt bepaald door de auteurswet van
30 juni 1994).
Artikel 170 §3 RPR bepaalt dat het personeelslid aan de provincie de toelating
verleent om deze werken onder de naam van de provincie aan het publiek mee te
delen en onder die naam te exploiteren en dat deze toelating geldt voor een duur
van 20 jaar vanaf de datum van creatie van het werk.
Deze termijn van 20 jaar werd overgenomen van het personeelsstatuut van de
Vlaamse overheid.
Als het bestuur in de toekomst een actiever openbaarheidsbeleid wil voeren door
bijvoorbeeld archieven via het web naar de burger toe te ontsluiten of als het
bestuur na 20 jaar oude publicaties of oud foto- en videomateriaal wil gebruiken,
dan moet er na 20 jaar instemming van de oorspronkelijke auteur bekomen
worden. Rekening houdend met deze context is het niet ondenkbaar dat de huidige
termijn te kort bepaald is.
Vanuit het team informatiebeheer (DLOG) wordt voorgesteld om de termijn
waarbinnen het bestuur het exploitatierecht bezit, bijgevolg te verlengen.
De deputatie stelt voor om deze termijn aan te passen tot de maximale termijn
toegelaten door het auteursrecht, onder de huidige wetgeving 70 jaar na overlijden
van de auteur. Na deze termijn vervallen de exploitatierechten van
auteursrechtelijk beschermde werken sowieso.
TUCHTPROCEDURE STATUTAIRE DECRETALE GRADEN
Artikel 181 RPR regelt de tuchtprocedure van de statutaire personeelsleden. In
principe is de aanstellende overheid de tuchtoverheid. Maar, voor de decretale
graden maakt artikel 181 §2 RPR een uitzondering. Dit artikel stelt dat de
bijzondere raadscommissie, belast met de evaluatie van de decretale graden, de
tuchtoverheid is.
Ondertussen is de bijzondere raadscommissie belast met de evaluatie van de
decretale graden, echter vervangen door een evaluatiecomité. Dit gebeurde bij
provincieraadsbesluit van 22 november 2012 dat het evaluatiesysteem van de
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
72
provinciegriffier en financieel beheerder aanpaste. Het is bijgevolg nodig dat artikel
181 §2 RPR wordt aangepast. Om praktische redenen is het aangewezen dat het
tuchtonderzoek voor de statutaire decretale graden gevoerd wordt door een
commissie opgericht in de schoot van de provincieraad. De mogelijkheid daartoe
wordt voorzien door artikel 119 al. 2 provinciedecreet.
De deputatie stelt voor dat de raadscommissie die bevoegd is voor personeel, deze
bevoegdheid krijgt. De leden van deze commissie hebben immers de nodige kennis
van personeelszaken om te kunnen oordelen in tuchtmaterie. Deze commissie zal,
indien het nodig is, ad hoc bijeengeroepen worden voor het voeren van dergelijke
procedure.
BEDRAGEN KILOMETERVERGOEDING
Artikel 246 RPR bepaalt de vergoedingen voor dienstreizen. Deze
kilometervergoedingen worden jaarlijks aangepast aan de index.
CUMULATIE ZIEKTE ONBETAALD VERLOF
Artikel 296 §7 RPR bepaalt dat ziekte geen einde maakt aan een toegekend stelsel
van onbetaald verlof. Hiermee wilden de opstellers van de RPR vermijden dat de
provincie te pas en te onpas toegekend onbetaald verlof moet intrekken met de
nodige administratie tot gevolg. Deze regeling gaf geen problemen voor statutairen
omdat zij ten laste blijven van de provincie tijdens hun ziekteafwezigheid. Er komen
echter meer en meer contractuelen in dienst en kortelings meldden enkele
ziekenfondsen (bevestigd door juridische dienst Cipal) dat dit problematisch is voor
contractuelen. Indien zij ziek worden vóór hun onbetaald verlof (ook al is het
aangevraagd en goedgekeurd), moet dit omgezet worden in ziekte volgens het
algemeen rechtsbeginsel ‘eerste schorsing primeert’. De arbeidsovereenkomst is al
geschorst door de ziekte, dus kan er geen 2de schorsing optreden. De ziekenkassen
passen dit zo toe bij hun berekeningen van de ziektetermijn zodat de provincie wel
verplicht is om dit te volgen.
De aanpassing zal enkel gelden voor de losse dagen onbetaald verlof en niet voor
langdurige periodes van een maand of meer, omdat bij langdurige onbetaalde
verloven bedoeld in artikel 296 §1 2° RPR, de arbeidsovereenkomst al geschorst is
op het moment dat men ziek wordt.
De deputatie stelt uw raad dan ook voor om artikel 296 §7 RPR aan te passen.
Conform het beleid van DMCO om maximale gelijkstelling te betrachten tussen
contractuelen en statutairen wordt geen onderscheid gemaakt tussen deze twee
categorieën.
FUNCTIEBENAMINGEN
Bijlage II van de RPR bevat de salarisschalen met telkens de bijhorende
functienamen. Bij rang Cv (C1-C2-C3) worden veel soorten administratieve
medewerkers vermeld zoals: administratief organisator, dossiermedewerker,
financieel medewerker, polyvalent medewerker,…
Enkele jaren terug was het inderdaad de trend om deze functies zoveel als mogelijk
te diversifiëren. Ondertussen echter komt men hiervan terug omdat de verschillen
tussen de taken van deze functiehouders met diverse namen, klein zijn of zelfs niet
bestaan. Leidinggevenden van een administratieve medewerker worden op dit
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
73
moment kunstmatig gedwongen een keuze te maken voor een bepaalde specifieke
administratieve functiebenaming. Dit terwijl het algemeen aanvoelen is, zowel bij
de leidinggevenden en de medewerkers zelf, dat de titel ‘administratief
medewerker’ voldoende al de lading dekt, en ook meer ruimte en flexibiliteit geeft
om het takenpakket aan te passen aan de noden van de werkvloer.
Daarom wordt voorgesteld om de algemene benaming “administratief medewerker”
terug in te voeren. In de toekomst kan de provincie dan terug werven voor dit
algemeen profiel.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de rechtspositieregeling van het provinciepersoneel (RPR) die op
27 november 2008 werd goedgekeurd door de provincieraad, nadien gewijzigd;
Gelet op de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 7 december
2007 (BVR-RPR) houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie,
de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het
provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van
de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk
welzijn;
Overwegende dat de artikelen 9 en 19 van de RPR dienen aangepast, omdat het
wegvallen van de diplomavereiste enkel moet gecompenseerd worden door wie niet
over het diploma beschikt;
Overwegende dat de evaluatie van het personeelslid dat niet wegens overmacht
afwezig is, ook moet kunnen worden uitgesteld;
Overwegende dat het voldoende is om te evalueren op basis van een selectie van
de competenties;
Overwegende dat de tekst van artikel 133 §1 RPR dient aangepast te worden aan
de huidige libellering van de artikelen 15 en 19 RPR;
Overwegende dat het bestuur de vrije toegankelijkheid voor het publiek van
gearchiveerde stukken wenst te garanderen; dat ze verder wil garanderen dat ze
ten allen tijde auteursrechtelijk beschermde werken die door personeel in opdracht
en tijdens de dienst gecreëerd werden, kan exploiteren; dat de termijn waarvoor
een ambtenaar, die in opdracht en tijdens de dienst een auteursrechtelijk
beschermd werk maakt, zijn exploitatierechten overdraagt, best wordt verhoogd tot
de maximale termijn toegestaan door het auteursrecht;
Overwegende dat de bedragen van de vergoeding voor dienstverplaatsingen
moeten aangepast worden aan de index;
Overwegende dat ziekte primeert op losse dagen onbetaald verlof en artikel 296 §7
RPR dient aangepast te worden;
Overwegende dat de functiebenaming “administratief medewerker” best terug
wordt ingevoerd;
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
74
Overwegende dat de voorgestelde wijzigingen werden onderhandeld met de
representatieve vakbonden (protocol d.d. 16 februari 2016);
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Artikel 1:
In artikel 9 §1 2° RPR wordt de eerste zin geschrapt en vervangen door:
“het wegvallen van de diplomavereiste, voor de kandidaat die niet over het vereiste
diploma beschikt, gecompenseerd wordt door:”
In artikel 19 §2 lid 2 wordt achter het woord “selectieprocedure” de volgende
woorden toegevoegd:
“,voor de kandidaten die niet over het vereiste diploma beschikken,”
Artikel 2:
In artikel 57, laatste lid RPR worden de woorden:
“wegens overmacht”
geschrapt.
Artikel 3:
In artikel 60 RPR wordt de tekst van het tweede punt vervangen door volgende
tekst:
“competenties: een selectie van de competenties van de
competentiegerichte functiebeschrijving;”
Artikel 4:
Artikel 133 §1 RPR wordt geschrapt en vervangen door volgende tekst:
“De artikelen 14 t.e.m. 29 zijn met uitzondering van artikel 19 §2, lid 2 en 3 mede
van toepassing op de selectie voor een mandaatfunctie.”
Artikel 5:
In artikel 170 bis §3 RPR wordt de laatste zin geschrapt en vervangen door:
“Deze toelating geldt vanaf de dag van creatie en voor de maximumduur bepaald
door artikel XI 166 §1 van het wetboek economisch recht.
Artikel 6:
Artikel 181 §2 RPR wordt geschrapt en vervangen door volgende tekst:
“In afwijking van §1 treedt de raadscommissie die bevoegd is voor personeel op als
tuchtoverheid wanneer de provincieraad aanstellende overheid is. Deze commissie
kan daartoe ad hoc worden samengeroepen. De voorzitter van de provincieraad
voert het tuchtonderzoek wanneer dit gericht is tegen de provinciegriffier.”
Artikel 7:
De eerste zin van artikel 246 §1 RPR wordt geschrapt en vervangen door volgende
tekst:
“Het personeelslid dat voor dienstreizen van zijn eigen motorvoertuig gebruik
maakt, heeft recht op een vergoeding van 0,3404 EUR per kilometer (1 juli
2015 - 30 juni 2016).”
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
75
De eerste zin van het derde lid van artikel 246 §1 RPR wordt geschrapt en
vervangen door volgende tekst:
“Bij carpooling kan de vergoeding voor de bestuurder worden verhoogd met
0,1703 EUR (1 juli 2015 - 30 juni 2016).”
Het laatste lid van artikel 246 §1 RPR wordt geschrapt en vervangen door volgende
tekst:
“Het personeelslid dat voor dienstreizen van de eigen fiets gebruik maakt,
ontvangt 0,1737 EUR per kilometer (1 juli 2015 - 30 juni 2016).”
Artikel 8:
Artikel 296 §7 RPR wordt geschrapt en vervangen door:
“Het ziekteverlof maakt geen einde aan een toegekend stelsel van onbetaald verlof
bedoeld in artikel 296 §1 2° RPR.”
Artikel 9:
In bijlage II van de RPR wordt bij rang Cv de functiebenaming “Administratief
medewerker” toegevoegd.
VOORZITTER.- Mevrouw Van Hoffelen heeft het woord.
Mevrouw VAN HOFFELEN.- Ik wil graag het debat dat we nogal stevig hebben gevoerd in
de commissie hier even opentrekken naar de raad.
We hebben daar vernomen van gedeputeerde Peeters dat onder andere de tweede
pensioenpijler zou genivelleerd worden voor de mensen die overgaan. Dat betekent dat ze
van 6,7% naar 3,5% zullen gaan. Als ik het goed begrepen heb is er nog altijd geen
duidelijkheid hoe het tijdspad is voorzien voor de mensen die moeten overgaan. Dat zorgt
voor een grote onzekerheid en sociale onrust bij de mensen en hun familie. We vernemen
ook dat een aantal mensen naar Brussel zullen moeten. We vragen ons af wanneer wij in de
raad …
De heer PEETERS, gedeputeerde.- U verwart beslissingen met gesprekken die bezig zijn
en onderhandelingen. Dat zijn geen beslissingen.
VOORZITTER.- Laat mevrouw Van Hoffelen even verdergaan met haar vragen.
Mevrouw VAN HOFFELEN.- We hebben informele toelichting gekregen van het gesprek
dat er is geweest met mevrouw Homans. Dat zijn gegevens die wij hebben gekregen op de
commissie. Dat klopt toch?
VOORZITTER.- Kan u misschien eerst uw vraag stellen, dan de gedeputeerde antwoorden
.
De heer PEETERS, gedeputeerde.- Dat is de stand van de onderhandelingen, tot op dit
ogenblik.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
76
Mevrouw VAN HOFFELEN.- Dan zou ik graag hebben dat die stand ook wordt toegelicht in
de raad.
VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord.
De heer PEETERS, gedeputeerde.- Ik wil daar gerust een paar dingen over zeggen.
In comité C zijn de onderhandelingen bezig. Dat zijn voorstellen die gedaan zijn door de
Vlaamse overheid aan de vakorganisaties en aan de VVP. Maar er zijn nog geen beslissingen
gevallen.
Ik weet niet wat daar meer kan over gezegd worden.
VOORZITTER.- De heer Cuyt heeft het woord.
De heer CUYT.- Voorzitter, ik wil alleen maar zeggen dat er in de commissie inderdaad een
stevig debat over is gevoerd. Maar vooral de ongerustheid van de collega’s in die commissie
is meegegeven aan de gedeputeerde naar de verdere onderhandelingen. Dat is de essentie
van het verhaal denk ik.
Mevrouw VAN HOFFELEN.- En vooral het tijdspad. Wanneer gaan de mensen dat eindelijk
weten?
VOORZITTER.- Wanneer het definitief geweten is, zullen wij het ook weten.
Mevrouw VAN HOFFEEN.- Ik mag toch hopen in december.
VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
68 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
68 leden hebben ja gestemd.
Goedgekeurd met 68 stemmen ja.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
77
9. Welzijn
Nr. 9/1 van de agenda
Reglement impulssubsidie arbeidszorg. Aanpassing
modaliteiten uitbreidingssubsidie 2016. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
De provincie Antwerpen voert via het subsidiereglement ‘impulssubsidie
arbeidszorg’, goedgekeurd door de provincieraad in zitting van 30 april 2014, een
impulsbeleid voor arbeidszorg. Arbeidszorginitiatieven kunnen op basis van dit
reglement een basis- en/of een uitbreidingssubsidie aanvragen binnen bepaalde
voorwaarden.
De basissubsidie kan jaarlijks aangevraagd worden en bedraagt 2.000 EUR.
Voorwaarde tot het verkrijgen van deze subsidie is voldoen aan de criteria
“arbeidszorginitiatieven" die door de Ronde Tafel Arbeidszorg zijn opgesteld. Voor
een aanvraag in jaar X, moet het arbeidszorginitiatief in orde zijn met de registratie
van zijn arbeidszorgmedewerkers in het registratiesysteem over het jaar X-1. De
uitbreidingssubsidie is bedoeld voor organisaties die een uitbreiding realiseren in
het aantal VTE arbeidszorgmedewerkers en behelst een degressief engagement van
de provincie over drie jaar: 12.000 EUR per VTE uitbreiding arbeidszorg in jaar 1;
8.000 EUR in jaar 2; 6.000 EUR in jaar 3 telkens op voorwaarde dat de uitbreiding
voor minstens 80% gerealiseerd werd.
Ingevolge de overdracht van de persoonsgebonden bevoegdheden van de provincie
naar de Vlaamse overheid is er vandaag nog geen beslissing genomen of
arbeidszorg al dan niet een persoonsgebonden bevoegdheid is. Gelet op deze
onduidelijkheid lijkt het geen goed bestuur om in 2016 nieuwe engagementen voor
drie jaar aan te gaan.
Voorgesteld wordt om daarom over te gaan tot een uitdoofscenario voor dit
subsidiereglement. Concreet houdt dit uitdoofscenario volgende in:
1/ De beloofde engagementen uit 2014 en 2015 worden nagekomen op vlak van de
uitbreidingssubsidie.
2/ De basissubsidie voor 2016 zal toegekend en uitbetaald worden.
3/ Er worden echter geen nieuwe uitbreidingssubsidies meer toegekend in 2016.
Hiertoe dient artikel 4 van het reglement “impulssubsidie arbeidszorg” aangevuld te
worden met volgende zin: “Met ingang van 1 januari 2016 kunnen er geen nieuwe
aanvragen voor een uitbreidingssubsidie voor jaar X worden ingediend.
Onderstaande voorwaarden zijn enkel van toepassing op de arbeidszorginitiatieven
aan wie reeds in de kalenderjaren 2014 en 2015 een uitbreidingssubsidie werd
toegekend.”
Aan uw raad wordt voorgesteld de aanpassing aan het reglement impulssubsidie
arbeidszorg goed te keuren.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 04 februari 2016.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
78
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
Gelet op het verslag van de deputatie;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
Artikel 4 van het reglement ‘impulssubsidie arbeidszorg’ van 30 april 2014 wordt
aangevuld met volgende zin: “Met ingang van 1 januari 2016 kunnen er geen
nieuwe aanvragen voor een uitbreidingssubsidie voor jaar X worden ingediend.
Onderstaande voorwaarden zijn enkel van toepassing op de arbeidszorginitiatieven
aan wie reeds in de kalenderjaren 2014 en 2015 een uitbreidingssubsidie werd
toegekend”.
VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord.
De heer MERCKX.- Ik vind dit toch een belangrijk punt. Ook in dit geval zouden we
eigenlijk moeten tegenstemmen, maar we gaan ons onthouden uit respect voor de intenties
en de inspanningen van de dienst Welzijn en van de betrokken gedeputeerde om in een zeer
verwarrende en quasi onwerkbare situatie toch nog min of meer te redden wat er te
redden valt in verband met de overdracht van deze sector van het departement Welzijn
naar Vlaanderen. Of er wat te redden zal vallen en hoeveel dat zullen we later zien, maar
wij hebben zeer grote twijfels.
Dit agendapunt illustreert volgens ons op vrij pijnlijke wijze wat er mis is op heel wat
domeinen met heel wat instellingen aan de afslanking van de provincies. We zien hier
3 algemene fouten telkens opnieuw aan de oppervlakte komen.
1. Ze verloopt chaotisch door een gebrek aan voorbereiding, overleg en visie
2. Ze zorgt voor onzekerheid
3. Ze draait op een asociale besparingsoperatie waarbij telkens opnieuw goede initiatieven
en jobs sneuvelen of gaan sneuvelen, of zoals we daarnet ook al gehoord hebben,
mogelijk ook andere sociale rechten
Vooraf wil ik toch nog dit zeggen. Arbeidszorginitiatieven zijn vandaag de dag heel
belangrijk. Onze reguliere economie en onze maatschappij in het algemeen is bijzonder
hard geworden. Alles draait meer en meer rond rendement, flexibiliteit, winst. Heel wat
mensen met een fysieke of psychische beperking, ook al is die van tijdelijke aard, komen
steeds moeilijker aan de bak. Toch hebben die mensen uiteraard behoefte aan een
inkomen, maar ook aan een zinvolle beroepsbezigheid, dagvulling, en waar mogelijk ook aan
de mogelijkheid om opnieuw door te stromen naar betalende beroepsactiviteit. Ook al is
dat dan “maar” in beschutte of sociale werkplaatsen. Dat is hetgene waarvoor de
arbeidszorginitiatieven zorgen. Het is dan ook goed dat onze provincie die gesteund heeft
en gestimuleerd, en nog doet. Trouwens in de marge kunnen we opmerken dat de provincie,
en niet alleen de onze, er zijn er anderen die het zelfs beter doen, op het vlak van
arbeidszorg vaak meer het voortouw genomen hebben dan de Vlaamse regering zelf. Maar
nu worden ze dus ook in onze provincie gedwongen mee te stappen in een scenario dat nu al
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
79
begint uit te lopen op afbraak van steun aan de initiatieven. Want de formulering van het
besluit liegt er niet om. Het gaat er wel degelijk over stopzetting van de
uitbreidingssubsidies. Stopzetting van de uitbreiding van iets waar een steeds hogere nood
aan is, is afbraak. Geen uitbreidingssubsidie, dat betekent een handicap voor die
initiatieven die altijd maar meer aanvragen krijgen. Ik weet het, in het agendapunt dat
later komt wordt voorzien dat men met het geld dat nu niet aan uitbreidingssubsidies gaat
gegeven worden een thematische projectoproep gaat financieren die meer gericht is op
doorstroming. Dat is de zogezegde trede 4 op de participatieladder, in de terminologie van
de arbeidszorg. Die mensen proberen te doen doorstromen naar een betalende activiteit is
uiteraard een nobel doel dat zeker ook mag gesteund worden, maar de ervaring leert tot nu
toe dat men in het beste geval 10 à 20%, of ietsje meer, resultaat bekomt. Daarom is
terecht de beleidslijn van het departement hier ook altijd de zorg geweest voor die 70 à
80% arbeidszorgmedewerkers, die hoe dan ook niet gaan kunnen doorstromen, die vooral
zorg nodig hebben, dat noemt men trede 3 van de participatieladder. Het was juist van dat
ook voorop te stellen als hoofdobjectief. Dat hoofdobjectief moet men nu laten vallen.
Er zit aan deze beslissing ook een aspect dat we bij al het getouwtrek rond de afslanking
van de provincies tussen Vlaanderen en de provincies en de gemeenten ook zien, namelijk
dat is dat men probeert om zoveel mogelijk bevoegdheden en middelen bij de provincie te
houden.
Ik zeg niet dat dit hier voor dit besluit het hoofdmotief geweest is, zeker niet. Maar de
onzekerheid die Vlaanderen organiseert stimuleert wel dergelijke lokalistische tendensen
genre ‘eigen provincie eerst’. Dat is fout. Want zeker in een zaak zoals arbeidszorg moet
het uitgangspunt zijn: de nood. Welke zijn de noden van de mensen? Hoe verzekeren we die
dat gelijk vanop welk niveau die het best verzekerd worden.
Collega Greta Bockx wees er terecht op dat door de schrapping van de uitbreidingssubsidie
we een fout signaal kunnen geven dat ook Vlaanderen hier niet meer hoeft op in te zetten.
En die kans is groot in heel de besparingslogica die domineert. Twee van onze
gedeputeerden schreven onlangs zelfs dat de operatie afslanking op veel domeinen veel
weg heeft van jacht op een besparingstrofee. Wel, wij zien dat hier ook als achtergrond
van het debat over dit punt. In de sector arbeidszorg moet volgens ons niet bespaard
worden, maar meer geïnvesteerd.
We zagen hier in de stad Antwerpen al het tegengestelde gebeuren met de feitelijke
opdoeking door het OCMW van de vzw ANA, waarbij heel wat jobs en subsidies in die
sector al verdwenen zijn. Collega Ivo Bollen wees terecht in de commissie er op dat de
provincie Antwerpen eigenlijk achterop loopt wat betreft arbeidszorginitiatieven. De
achtergrond van dit agendapunt laat voorzien dat de situatie er niet op zal beteren.
Mevrouw Homans en de Vlaamse regering zijn niet goed bezig met de transitie van vele
persoonsgebonden bevoegdheden. Met onze onthouding willen we daarover een signaal
geven, en de betrokkenen helpen om er met hun organisaties, vakbonden,
burgerbewegingen, en andere tegenin te gaan. De mensen willen de kracht van positieve
verandering, niet de kracht van ontmanteling.
VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
80
De heer BELLENS, gedeputeerde.- Mijnheer de voorzitter, toch even kort wat
randinformatie.
Wat wij doen is wachten tot wanneer er duidelijkheid geboden wordt op een regelgevend
kader waarin dat we arbeidszorg kunnen zien. Dat heeft te maken met de afslanking van de
provincies, maar dat heeft ook te maken met een interne herpositionering van het Vlaamse
beleid waar niet minder dan 3 ministers bevoegd voor zijn in deze: minister van Welzijn,
minister van Sociale Economie, minister van Werk. Daar een conclusie formuleren in een
nieuwe Vlaamse visie vergt wat tijd. Omdat er ook binnen het kader van de overheveling
van de bevoegdheden nog geen duidelijkheid is of dat arbeidszorg nu ja of nee bij de
provincie blijft, nemen wij wel aan dat de welzijnscomponent van arbeidszorg naar
Vlaanderen zal gaan, maar dat wij in ieder geval nog een arbeidsmarkt gerichte component
zullen hebben. In dat kader zijn wij even wat terughoudend geweest en zetten we dit
reglement stop. Maar het kan best zijn dat we dat volgend jaar, wanneer die duidelijkheid
er is, terug opnemen. Belangrijk is dat de middelen die we voorzien hebben voor
arbeidszorg niet verminderen binnen de provincie. Deze deputatie is daar ook zeer
ontvankelijk voor dat we daar een consistent beleid in voeren, en dat we een verschuiving
doen van middelen in afwachting van het decreet rond arbeidszorg en dat we weten hoe
dat precies de verdeling van de taken vanuit Vlaanderen tot stand komt. Op basis daarvan
zullen wij, zoals we in het verleden ook gedaan hebben, een complementair beleid voeren.
Anders zijn wij als provincie niet efficiënt bezig. Maar dan moeten we wel eventjes
wachten wat precies het kader is vanuit Vlaanderen om daar terug op in te spelen. Dus ik
sluit helemaal niet uit dat datgene wat we nu stopzetten volgend jaar, of wanneer dat de
duidelijkheid er is, terug opnemen.
VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
68 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
66 leden hebben ja gestemd;
2 leden hebben zich onthouden.
Goedgekeurd met 66 stemmen ja, bij 2 onthoudingen.
VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 9/2 tot en met 9/4 met één stemming af te
handelen. De raad stemt ermee in.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
81
Nr. 9/2 van de agenda
Aanwending krediet sociale projecten en wonen 2016
voor verschillende innovatieve projecten. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Situering
Op het provinciaal budget 2016 is krediet voorzien voor de subsidiëring van:
- Sociale projecten – Impulsbeleid innovatieve projecten, op
rekeningcombinatie 2016/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2016140511
- Projecten met betrekking tot wonen - Impulsbeleid innovatieve projecten, op
rekeningcombinatie 2016/64900000/21/0629 Ramingsnummer
2016000208.
Dit krediet wordt voorbehouden om subsidies toe te kennen op basis van het
reglement impulssubsidie – innovatieve projecten in de welzijns- en
gezondheidssector, door de raad goedgekeurd in vergadering van 23 april 2015. De
deputatie kan impulssubsidies tot maximum 10.000 EUR toekennen aan
innovatieve projecten in de welzijns- of gezondheidssector.
Impulssubsidies – innovatieve projecten vanaf 10.000 EUR zijn het voorwerp van
voorstellen aan de provincieraad.
Voorgesteld wordt 278.500 EUR ter beschikking te stellen om een aantal
innovatieve projecten een provinciale impulssubsidie te verlenen van 10.000 EUR of
meer.
Onder te verdelen in:
- 159.500 EUR op verdeelkrediet - rekeningcombinatie 2016/64900000/21/0909
Ramingsnummer 2016140511 - Subsidies voor sociale projecten (R)/Overige
verrichtingen inzake sociaal beleid
- 119.000 EUR op verdeelkrediet – rekeningcombinatie 2015/64900000/21/0629
Ramingsnummer 2016000208 - Subsidies met betrekking tot wonen (N/R)/Overige
woonbeleid.
Voorstel
Aan uw raad worden volgende innovatieve projecten voorgesteld met de bedoeling
een provinciale impulssubsidie van 10.000 EUR of meer te verlenen, aan:
SUBSIDIES VOOR SOCIALE PROJECTEN
CAW Antwerpen vzw – Arbeidszorg en activering in CAW Antwerpen, Lange
Lozanastraat 200, 2018 Antwerpen – project Arbeidszorg ingebed in
wijken en wijknetwerken
Korte historiek
CAW Antwerpen ontstond na het samengaan van CAW De Mare, CAW De Terp en
CAW Metropool, op 1 januari 2014. Deze werken voor de zorgregio's Antwerpen,
Brasschaat, Mortsel en Schilde.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
82
De raad van bestuur van CAW Antwerpen heeft op 3 december 2015 beslist om
arbeidszorg en activering een plek te geven in de organisatie. De aanleiding voor
deze beslissing was de moeilijke situatie van arbeidszorg en in het bijzonder ANA
vzw (Antwerps Netwerk Arbeidszorg). Met de beslissing om de activiteiten van ANA
vzw te integreren in de werking van CAW Antwerpen, werd tevens de keuze
gemaakt om arbeidszorg en activering mee in te bedden in de visie op de toekomst
van deze organisatie.
Projectgegevens en kostenraming
CAW Antwerpen wil met dit project de 7 werkvloeren van ANA vzw inbedden in
deze nieuwe organisatiedynamiek. CAW wil deze werkvloeren enerzijds
intersectoraal toegankelijk maken en anderzijds sterk richten op de versterking van
de dynamiek tussen burgers in de wijk. Op die manier worden kwetsbare burgers
(70% van de huidige doelgroep medewerkers binnen ANA vzw heeft een
meervoudige zorgnood en heeft op meerdere domeinen ondersteuning nodig om
arbeid te verrichten) actieve burgers in de buurt.
De totale kosten voor 2015 worden geraamd op 34.200 EUR. Voorgesteld wordt
vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 25.000 EUR ter
beschikking te stellen.
Motivatie projectencommissie
Het innovatieve element zit vervat in het omvormen en inbouwen van arbeidszorg
in de wijkwerking van het CAW, ook wat activiteiten betreft. De provincie voert
vandaag een impulsbeleid voor arbeidszorg dat gericht is op uitbreiding van het
aantal arbeidszorgplaatsen omwille van de historische achterstand die onze
provincie heeft t.o.v. de andere Vlaamse provincies. Die achterstand in het aantal
arbeidszorgplaatsen is het meest uitgesproken in de stad Antwerpen. Het project
heeft een duurtijd van 1 jaar waarna CAW Antwerpen dit zal integreren in hun
reguliere werking. Hiermee voldoet het aan de voorwaarden van het reglement.
CAW Antwerpen vzw, Lange Lozanastraat 200, 2018 Antwerpen – project
Ontsluiting van de reguliere zorg d.m.v. outreachende zorg en nazorg voor
kwetsbare doelgroepen
Korte historiek
CAW Antwerpen ontstond uit de fusie van drie Antwerpse CAW's: De Mare, De Terp
en Metropool, en is binnen het arrondissement Antwerpen een belangrijke speler in
de uitvoering van het Vlaams welzijnsbeleid.
Veel dak- en thuislozen vinden moeilijk aansluiting bij de bestaande reguliere
eerstelijns- gezondheidszorg. Daarom startten de medewerkers van inloophuis De
Steenhouwer in 2000 een dagopvang voor dak- en thuislozen, met wekelijkse
verpleegconsultaties in samenwerking met Wijkverpleging Sint Andries. Het
inloophuis werd al snel geconfronteerd met een groot aantal doorverwijzingen
vanuit andere daklozenorganisaties. Het centrum kon de toegenomen vraag niet
langer dragen en het project verzelfstandigde. Waardoor het zorgcentrum het
levenslicht zag. Van bij aanvang werd er gekozen voor zorg in de eigen locatie en
zorg op plaatsen waar de doelgroep aanwezig is.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
83
Projectgegevens en kostenraming
Het project richt zich op dak- en thuislozen en dit omdat zij veel meer dan
gemiddeld kampen met ernstige gezondheidsproblemen waarvoor zij geen
behandeling krijgen. Het gaat om een gezamenlijk project met Dokters van de
Wereld.
Enerzijds zal een psychotherapeut van CGG Andante deeltijds tewerkgesteld
worden binnen het Zorgcentrum. Deze medewerker is aanwezig op de open
consultatiemomenten in het eigen centrum en op de outreachpunten. Daar waar
mogelijk wordt verbinding gemaakt met de reguliere geestelijke gezondheidszorg.
Er wordt ook samengewerkt met de psychiater en psychiatrisch verpleegkundige
van Dokters van de Wereld. Daarnaast wordt er binnen Dokters van de Wereld een
paramedische referent aangeworven. Door deskundigheid inzake gezondheid(szorg)
te enten op laagdrempelige voorzieningen binnen de dak- en thuislozenzorg wil de
organisatie tot (meer vroegtijdige) interventies (diagnose en behandeling) komen
waarbij zoveel als mogelijk verbinding wordt gemaakt met de reguliere
gezondheidszorg op generalistisch en gespecialiseerd niveau. Het project
combineert hulpverlening , deskundigheidsbevordering en 'actieonderzoek' dat na
2 jaar moet uitmonden in werkmodellen die de reguliere gezondheidszorg meer
toegankelijk maakt voor de doelgroep. Bovendien resulteert het project in een
verdiept netwerk en meer transparante samenwerkingsverbanden.
De totale kosten voor 2016 worden geraamd op 74.247 EUR. Voorgesteld wordt
vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 45.000 EUR ter
beschikking te stellen.
Motivatie projectencommissie
Het project is een uitloper van de projectenoproep toegankelijke gezondheidszorg
voor kwetsbare doelgroepen. Het project heeft een tweeledig doel: geestelijke
gezondheidszorg enerzijds en complexe medisch-psychologische zorgen anderzijds
voor dakloze patiënten met ernstige gezondheidsproblemen meer toegankelijk
maken. Het bovenlokale aspect zit in het bundelen van krachten van twee
organisaties om dit zorgaanbod outreachend aan te bieden, hetgeen ook de enige
manier is om deze doelgroep te bereiken. Daarnaast wil men door middel van
concrete casuïstiek en een actieonderzoek, richtlijnen uitwerken voor een medische
aanpak op maat en protocollen van samenwerking in kaart brengen om ook in de
toekomst meer kwalitatieve, efficiënte, vraaggerichte en vaak complexe
gezondheidszorg te kunnen verlenen. Het project voldoet aan de voorwaarden van
het reglement: het is innovatief, bovenlokaal georiënteerd en er is cofinanciering
voorzien.
Ritmica vzw - De Stappe vzw, Wouwstraat 44, 2540 Hove – project
Intersectoraal ondersteunings- en oriënteringspunt Antwerpen Zuidkant
Korte historiek
De Stappe vzw maakt deel uit van Ritmica vzw. In de jaren ’70 wordt het onderdeel
zorg en therapie gestructureerd onder een apart Medisch Pedagogisch Instituut
(MPI) en wordt onderdak gevonden op het kasteeldomein Capenberg te Hove.
Vanuit dit MPI groeide er een Leef- en trainingscentrum voor niet schoolgaande
jongeren tussen 12 en 25 jaar. De volwassenwerking werd vervolgens gestart voor
de oudste afzwaaiende cliënten van het Leef- en trainingscentrum, met de opening
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
84
van een thuis: Thuishaven, onder de vzw De Stappe. Deze werking is vervolgens
uitgebreid met diverse woon- en begeleidingsvormen voor werkenden en niet-
werkende personen met een handicap, alsook dag-ondersteuning.
De BLO-school richtte verder een tweede vestiging in Mortsel op, voor kinderen met
lichtere noden in zorg en therapie. Sinds 2013 biedt Ritmica vzw ook Rechtstreeks
Toegankelijke Hulp (RTH) aan. En het Medisch Pedagogisch Instituut werd
omgevormd tot Multifunctioneel Centrum Ritmica.
Projectgegevens en kostenraming
De laatste jaren hebben verscheidene verschuivingen plaatsgevonden binnen de
hulpverlening aan kinderen, jongeren en volwassenen met een
ondersteuningsvraag. Het decreet Perspectiefplan 2020 en het decreet Integrale
Jeugdhulp (IJH) liggen aan de basis van deze discourswijzigingen binnen het
zorgveld.
Ondanks vele inspanningen blijft de vaststelling dat er binnen het huidige
zorgaanbod nog belangrijke hiaten blijven bestaan (zoals bijv. de overgang van
minder- naar meerderjarigheid, het ontstaan van wachtlijsten voor rechtstreeks
toegankelijke hulp).
Om op deze knelpunten een antwoord te bieden, willen verschillende organisaties
uit het zorgveld zich samen engageren om een intersectoraal aanmeldings- en
oriënteringspunt in te richten. Hierbij zullen voornamelijk organisaties binnen de
rechtstreeks toegankelijke hulp zich engageren daar de knelpunten hier het meest
precair vastgesteld worden. Met dit project wil men zo bruggen bouwen om tot
heldere, transparante samenwerking te komen. Het project zet enerzijds in op de
uitbouw van een centraal ondersteuningspunt (COP): een centraal en neutraal punt
waar verwijzers ondersteuning kunnen vinden bij het toewijzen van dossiers naar
verdere ondersteuning. Daarnaast worden inhoudelijke, intersectorale Ronde Tafels
(IRT) georganiseerd: bij moeilijk toe te wijzen en te bemiddelen dossiers zal het
project een sturende rol opnemen. Als resultaat van de IRT beoogt men een
aansluiting bij het bestaande aanbod óf een uitwerking van combinatietraject óf een
alternatief traject met individuele trajectbegeleider.
De totale kosten voor 2016 worden geraamd op 99.604 EUR. Voorgesteld wordt
vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 50.000 EUR ter
beschikking te stellen.
Motivatie projectencommissie
Het project beantwoordt aan een reële nood die bestaat in het
jeugdhulpverleningslandschap. Het betreft een intersectoraal aanmeldingspunt voor
de gehandicaptenzorg en integrale jeugdhulp in de regio Zuidkant. De grote
meerwaarde van het project ligt in de aandacht voor de hulpverlening in de
overgangsfase van minderjarigen- naar meerderjarigenzorg, wat nu een groot
knelpunt is en zo tot breuklijnen leidt in de hulpverlening die niet wenselijk zijn. Er
is cofinanciering voorzien en ook naar de toekomst zijn er middelen voorzien wat de
continuering waarborgt. Het project voldoet hiermee aan de voorwaarden zoals
gesteld in het reglement.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
85
CGG De Pont vzw – Lange Ridderstraat 20, 2800 Mechelen – project
"Kinderen uit de knel": groepstherapie voor vechtscheidende ouders en
hun kinderen
Korte historiek
Het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) De Pont vzw is een door de
Vlaamse Gemeenschap erkende gezondheidsorganisatie en is - in uitvoering van
het decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg van 1999 - het resultaat
van een fusie van de vroegere CGG's van Mechelen, Lier en Duffel. Het CGG staat
in voor het werkingsgebied dat het arrondissement Mechelen en de Rupelstreek
omvat en heeft vestigingen in Mechelen, Lier en Boom.
Projectgegevens en kostenraming
Dankzij de impulssubsidie vanuit de dienst Welzijn en Gezondheid is er sinds
december 2014 een intersectorale samenwerking opgezet tussen de diensten
CGG De Pont, CGG Andante, CGG VAGGA, Vertrouwenscentrum Kindermishandeling
Antwerpen, Jeugdzorg Emmaüs regio Antwerpen en regio Mechelen, Elegast, De
Touter, CAW De Kempen om het groepstherapeutisch programma ‘Kinderen uit de
knel’ (dat zich toespitst op de behandeling van ouders en /of kinderen in zeer
complexe scheidingssituaties) uit te bouwen in onze provincie. Met de verlenging
van het project wil de organisatie volgende doelstellingen bereiken: 1/de methodiek
verder uitbouwen in de reguliere werking van de betrokken hulpverleningsdiensten
teneinde in te haken op de maatschappelijke noodzaak en vraag naar behandeling
van deze complexe doelgroep; 2/ coördineren van het aanbod binnen de provincie
Antwerpen en 3/ overdracht naar andere provincies in Vlaanderen via Vlaams
forum, supervisie en intervisie.
De totale kosten voor 2016 worden geraamd op 24.261,06 EUR. Voorgesteld wordt
vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 15.000 EUR ter
beschikking te stellen.
Motivatie projectencommissie
Dit project heeft in het eerste werkingsjaar de nodige ervaring opgedaan om in een
tweede jaar de methodiek, verspreiding, inbedding, financiële continuering tot een
goed einde te brengen. De methodiek is vernieuwend in Vlaanderen en werkt
versterkend naar alle betrokken partijen (met de nadruk op de betrokken kinderen)
die in een problematische vechtscheiding betrokken zijn. Het gaat duidelijk om een
project dat het eigen werkingsgebied van CGG De Pont overstijgt en zich uitstrekt
over de ganse provincie. Hiermee voldoet het aan de voorwaarden zoals gesteld in
het reglement: innoverend en bovenlokaal.
Thomas More vzw – Vonk3 - Kleinhoefstraat 4, 2440 Geel – project Oog
voor mantelzorg. Professionele ondersteuning van vermaatschappelijking
Korte historiek
Vonk3 (Vlaams Onderzoeks- en Kenniscentrum Derde Leeftijd), Thomas More, richt
zijn onderzoeks- en kennisactiviteiten op ouderen in al hun diversiteit met een
sterke focus op empowerment en sociale inclusie. We focussen op de kwaliteit van
het leven, ongeacht de leeftijd, zonder de ogenschijnlijk negatieve beelden van de
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
86
ouderdom als afhankelijkheid en ziekte te negeren. Het is de opdracht elke
dimensie van ouder worden als uitdagend en waardevol te benaderen met de focus
op de mogelijkheden van ouderen.
Vonk3 vertrekt vanuit een multidisciplinaire teamsamenstelling met het oog op het
ontwikkelen van kwaliteitsvolle gerichte expertise. Vonk3 heeft een sterke
verankering met koepelorganisaties, instellingen en maatschappelijke
overlegstructuren die betrokken zijn bij de verschillende dimensies van het ouder
worden.
Projectgegevens en kostenraming
Met dit project wil men inzetten op het versterken van de verbinding tussen
mantelzorgers en professionals. Om dit te realiseren wil men enerzijds een handige
toolkit met bijhorende training ontwikkelen en verspreiden zodat de
eerstelijnsprofessionals de nodige handvatten krijgen om de verbinding met de
mantelzorger te versterken. Anderzijds wil men ook op niveau van het beleid
binnen OCMW’s, thuisorganisaties, … sensibiliseren rond de thematiek. Doelstelling
is dan ook een leidraad, een praktische gids, uitwerken die de nodige handvatten
aanreikt om op beleidsniveau van een organisatie een visie en beleid hierrond uit te
tekenen.
De totale kosten voor 2015 worden geraamd op 54.750 EUR. Voorgesteld wordt
vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 24.500 EUR ter
beschikking te stellen.
Motivatie projectencommissie
Dit project is het tweede deel van een project dat in 2015 zijn eerste werkingsjaar
met succes heeft afgerond. Hoofddoelstelling van het project is om
zorgprofessionals concrete handvaten aan te reiken om de verbinding met de
mantelzorgers te verbeteren. Gezien de positieve evaluatie van het eerste
werkingsjaar kan in 2016 een degressieve impulssubsidie toegekend worden.
SUBSIDIES MET BETREKKING TOT WONEN
Emmaüs vzw, Beschut Wonen Este, Edgard Tinnellaan 1C, 2800 Mechelen –
project Het Wagewiel: Beschut Wonen met een plus
Korte historiek
Begin jaren tachtig werden er initiatieven beschut wonen opgericht om ex-
psychiatrische patiënten een (t)huis te bieden. Binnen kleinschalige
woonomgevingen leven enkele mensen samen met hun mogelijkheden en
beperkingen. Este is een samenwerkingsverband tussen Psychiatrisch Ziekenhuis
Duffel, Algemeen Ziekenhuis Sint Maarten, Mechelen – Duffel en CGG De Pont,
Mechelen, Lier, Boom.
Projectgegevens en kostenraming
Dit project wil een brug maken tussen het Psychiatrisch Verzorgingstehuis en
Beschut Wonen. In dit nieuwe concept wil men meer begeleiding, aanwezigheid en
structuur aanbieden. Bovendien wil men naast de professional ook een
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
87
ervaringsdeskundige inschakelen. Een ervaringsdeskundige is een ex-patiënt die de
werking van een ziekenhuis, of in dit geval een beschutte woonplaats, vanuit zijn
eigen ervaringen kent. De doelgroep zijn personen met een psychische
kwetsbaarheid, die (nog) niet zelfstandig kunnen wonen. Door deze tussengroep in
één huis samen te brengen en zorg op maat te bieden, kan men de wenselijkheid
van zo'n extra voorziening onderzoeken. Bovendien worden hierdoor de
meetinstrumenten voor de herstel- en zorgvraag verder op punt gesteld. Hiervan
kan in de toekomst gebruik gemaakt worden om de doelgroep beter te bevragen én
te oriënteren naar een woonvorm met een ondersteuning op maat.
De totale kosten voor 2016 worden geraamd op 93.500 EUR. Voorgesteld wordt
vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 20.000 EUR ter
beschikking te stellen.
Motivatie projectencommissie
Inhoudelijk sluit het project aan bij de vermaatschappelijking van de zorg in de
psychiatrie, met begeleiding op maat door een professionele begeleider in tandem
met een medebewoner die een ervaringsdeskundige is, wat deze aanvraag zeer
innovatief maakt. Het vernieuwende is dat men een tussenfase creëert tussen
psychiatrisch verzorgingstehuis en beschut wonen met het oog op het vermijden
van een residentiële opname. Deze methodiek is ook naar andere doelgroepen
uitrolbaar/overdraagbaar. Men voorziet bovendien de nodige cofinanciering.
De Ideale Woning, Diksmuidelaan 276, 2600 Antwerpen - Berchem –
project Bewonersparticipatie in Nieuw Hemiksem
Korte historiek
De Ideale Woning is een sociale huisvestingsmaatschappij, opgericht in 1920. Hun
werkgebied omvat 22 steden en gemeenten in het arrondissement Antwerpen (van
Essen tot Niel, met inbegrip van de stad Antwerpen). Sinds de oprichting
realiseerden ze reeds meer dan 7000 woningen. Vandaag verhuurt de ideale
woning 5700 appartementen en eengezinswoningen. In 2010 steeg het aanbod aan
met sociale koopwoningen. Sinds september 2014 worden er ook bescheiden
huurwoningen aangeboden. Tegelijk worden ook de banden met de SVK’s die actief
zijn in het werkgebied van de Ideale Woning versterkt. Ze verwijzen kandidaten
door naar elkaar en de SVK’s kunnen ook beroep doen op technische expertise van
de Ideale Woning. De laatste jaren is hun dienst verder uitgebouwd zodat de Ideale
Woning sinds begin 2014 ruimte heeft om huurdersparticipatie op ruimere schaal te
organiseren. De Ideale Woning groeit zo uit tot een woonmaatschappij waar ook de
huurders betrokken worden.
Projectgegevens en kostenraming
Het project is een verderzetting van een reeds goedgekeurd project, dat loopt over
drie jaar. Dit betreft de tweede projectfase waarin zal worden ingezet op drie
sporen, nl. bewonersparticipatie in vernieuwing van de wijk, activiteiten in het
kader van samenleven met vrijwilligers en werken aan grondrecht.
De totale kosten voor 2015 worden geraamd op 36.250 EUR. Voorgesteld wordt
vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 18.000 EUR ter
beschikking te stellen.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
88
Motivatie projectencommissie
In dit meerjarig project wordt een zeer waardevol bewonersparticipatietraject rond
transitie/ omvorming van de wijk gelopen, waarbij het feit dat niet alle bewoners
eigenaar zijn van hun woning een extra uitdaging vormt. Renovatie in kleine of
grote projectomvang is een problematiek die voor elke huisvestingsmaatschappij
een wezenlijk onderdeel uitmaakt van hun werking. De overdraagbaarheid van dit
project is daarom zeer groot. De huidige subsidieaanvraag betreft het tweede deel
van een project dat in 2015 zijn eerste werkingsjaar met succes heeft afgerond.
Gezien de positieve evaluatie van het eerste werkingsjaar, kan voor het tweede
jaar een degressieve provinciale impulssubsidie worden toegekend.
Geelse Huisvesting, Kameinestraat 3, 2440 Geel – project Een
huurdersplatform voor verbondenheid
Korte historiek
Geelse Huisvesting is een sociale huisvestingsmaatschappij. Het patrimonium van
Geelse Huisvesting bestaat momenteel uit ruim 1900 verhuurbare
woongelegenheden verspreid over 8 gemeenten: Grobbendonk, Geel, Herentals,
Kasterlee, Laakdal, Meerhout, Hulshout en Westerlo.
Projectgegevens en kostenraming
Het project betreft een tweede projectfase van een reeds eerder goedgekeurd
project rond bewonersparticipatie. In deze fase wordt er verder ingezet op de
buurtgerichte werking in een aantal buurten. Dit is nodig om de band met de
kwetsbare huurders te behouden. Daarnaast zal het wijk-overstijgende
huurdersforum vanaf het voorjaar effectief van start gaan.
De totale kosten voor 2016 worden geraamd op 51.891 EUR. Voorgesteld wordt
vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 25.000 EUR ter
beschikking te stellen.
Motivatie projectencommissie
Dit bewonersparticipatieproject zet in op een aantal geselecteerde wijken met elk
hun eigen problematiek en thematiek en tegelijk ook op een wijk-overstijgend
forum met een centraal thema. Het is zeer waardevol om op deze 2 trajecten in te
zetten; zo blijft de binding met de ruimere omgeving, infiltreert de participatie ook
al in wijken die nu nog niet aan bod komen en kunnen toekomstige trajecten daar
gemakkelijkere doorgang vinden. Deze subsidieaanvraag betreft het tweede deel
van een project dat in 2015 zijn eerste werkingsjaar met succes heeft afgerond.
Gezien deze positieve evaluatie van het eerste werkingsjaar wordt ook voor het
tweede werkingsjaar een degressieve, provinciale impulssubsidie voorgesteld.
De ARK, Campus Blairon 599, 2300 Turnhout – project
Turnhout_Schorvoort_Cohousing
Korte historiek
DE ARK is een sociale huisvestingsmaatschappij te Turnhout die over een
werkgebied van 11 gemeenten een patrimonium beheert van ongeveer
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
89
2300 woningen. DE ARK biedt zowel sociale huur, koopwoningen en kavels aan en
voorziet daarnaast ook nog in sociale leningen.
Projectgegevens en kostenraming
Het project betreft een verderzetting van een reeds goed gekeurd project rond
cohousing. Doel van het project is velerlei:
- vrijmaken grote woningen van het bestaand patrimonium zodat deze kansen
kunnen bieden aan gezinnen met de juiste bezettingsgraad op de wachtlijsten
- voorzien van nieuwe woonvormen die voldoen aan de behoeften van de bewoners
zowel wat wooncomfort betreft als zorgbehoefte, mogelijkheid aanreiken tot
levenslang wonen in de vertouwde omgeving
- drempel verlagen zodat de nieuwe woonvormen en innoverende concepten zoals
collectiviteitswinsten, duurzaamheid,..... ook voor de minder welvarende
medemens toegankelijk en tastbaar worden.
- Huurders en kopers zowel individueel als in groep laten groeien en ondersteuning
bieden in communicatieve vaardigheden noodzakelijk voor het welslagen van een
duurzaam cohousingproject. Het betreft de aanvraag voor een tweede
werkingsjaar.
De totale kosten voor 2015 worden geraamd op 52.250,86 EUR. Voorgesteld wordt
vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 26.000 EUR ter
beschikking te stellen.
Motivatie projectencommissie
De subsidieaanvraag betreft het tweede jaar van een project dat in 2015 werd
opgestart. Gezien het pilootkarakter van het project, cohousing in sociale
huisvesting, is dit een zeer waardevol innovatief project (zowel wat de doelgroep
als wat regelgeving betreft). Het eerste werkingsjaar werd positief geëvalueerd. Op
basis hiervan kan in 2016 een degressieve provinciale subsidie worden toegekend.
Stadsregio Turnhout, Grote Markt 1, 2300 Turnhout – project WoonLabo
Stadsregio Turnhout. Een initiatief van Stadsregio Turnhout i.s.m. AR-TUR,
Universiteit Antwerpen en Kamp C
Korte historiek
Stadsregio Turnhout is een samenwerkingsverband van de gemeenten en OCMW´s
van Beerse, Oud-Turnhout, Turnhout en Vosselaar. Op basis van het decreet van
2001 op de intergemeentelijke samenwerking neemt ze de juridische vorm aan van
een projectvereniging. In 2013 werd de samenwerking voor een periode van 6 jaar
verlengd, namelijk van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019
Projectgegevens en kostenraming
De stadsregio profileert zich als woonregio waar ‘veelzijdig wonen” gepromoot
wordt en waar de focus ligt op inhoudelijke thema´s die inwoners aanbelangen bij
het wonen en leven in de stadsregio. Onder de titel “WoonLabo” maakt de
stadsregio een activiteitenprogramma op waarin doelpublieken gestimuleerd
worden om te experimenteren met nieuwe woon- en leef concepten. In het
WoonLabo experimenteert de stadsregio op basis van verschillende acties, die vorm
kregen in 2016.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
90
Deze acties worden uitgewerkt in de kerngroep waarin AR-TUR, Kamp C, provincie
Antwerpen en Stadsregio Turnhout zetelen.
De totale kosten voor 2016 worden geraamd op 88.310 EUR. Voorgesteld wordt
vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 30.000 EUR ter
beschikking te stellen.
Motivatie projectencommissie
Dit project werd in 2015 succesvol opgestart met een provinciale impulssubsidie.
Het Woonlabo organiseert een activiteitenprogramma waarin doelpublieken
gestimuleerd worden om te experimenteren met nieuwe woon- en leef-concepten.
In afwachting van Europese middelen wordt aan de provincie in 2016 een subsidie
voor een tweede werkingsjaar gevraagd. Inhoudelijk voldoet het project aan de
voorwaarden van het project: het is een innovatief en bovenlokaal project dat zeer
ambitieus is.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op het provinciedecreet van 30 november 2005;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad keurt de voorgebrachte aanwending van het krediet voor een
bedrag van 278.500 EUR goed op budget 2016, ingeschreven op het
verdeelkrediet:
- 159.500 EUR op verdeelkrediet - rekeningcombinatie 2016/64900000/21/0909
Ramingsnummer 2016140511 - Subsidies voor sociale projecten(R/V)/Overige
verrichtingen inzake sociaal beleid - Aanwending krediet: verschillende innovatieve
projecten.
- 119.000 EUR op verdeelkrediet – rekeningcombinatie 2016/64900000/21/0629
Ramingsnummer 2016000208 - Subsidies met betrekking tot wonen(N/R)/Overige
woonbeleid - Aanwending krediet: verschillende innovatieve projecten met
betrekking tot wonen.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
91
Nr. 9/3 van de agenda
Budget 2016. Verdeling van het krediet onder
2016/64900000/21/0550: Subsidie met betrekking tot
arbeidszorg (R)/ Werkgelegenheid. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
In het budget 2016 werd onder de budgetsleutel 2016/64900000/21/0550
Ramingsnummer 2016000224 “subsidie met betrekking tot arbeidszorg (R)/
Werkgelegenheid” een krediet van 286.000 EUR ingeschreven.
De deputatie heeft beslist volgende verdeling van het krediet onder
2016/64900000/21/0550 aan uw raad ter goedkeuring voor te leggen:
Dit krediet wordt aangewend als volgt:
Ramingsnummer 2016000224: A Arbeidszorg: het voeren van een impulsbeleid
door de creatie van nieuwe arbeidszorgplaatsen.
210.000 EUR
Het betreft een impulssubsidie volgens reglement. Dit reglement werd door de
provincieraad in zitting van 30 april 2014 goedgekeurd en gewijzigd op 25 februari
2016. Arbeidszorginitiatieven kunnen voor het jaar 2016 enkel een basissubsidie
van 2.000 EUR aanvragen.
De uitbreidingssubsidie wordt enkel uitbetaald aan de projectpromotoren waarvan
in 2014 en 2015 de aanvraag werd goedgekeurd, en op voorwaarde van positieve
evaluatie van het voorbije jaar. Het gaat met andere woorden om de uitbetaling
van de degressieve subsidie voor het tweede werkingsjaar (aanvragen 2015) en het
derde werkingsjaar (aanvragen 2014).
met het oog op doorstroom en activering:
76.000 EUR
Innovatieve projecten op domein van Arbeidszorg waarbij de nadruk gelegd wordt
op activering en doorstroom. Hiertoe zal in de loop van 2016 een thematische
oproep gelanceerd worden. Dit krediet wordt aangewend op basis van het
reglement op de subsidiëring van innovatieve projecten in de welzijns- en
gezondheidssector, door de provincieraad goedgekeurd in vergadering van
24 oktober 2013 en gewijzigd op 23 april 2015. De deputatie kan projectsubsidies
tot maximum 10.000 EUR toekennen in de welzijnssector. Voor projectsubsidies
vanaf 10.000 EUR keurt de provincieraad goed.
Uw raad wordt gevraagd de verdeling van het krediet ingeschreven in het
uitgavebudget BBC onder 2016/64900000/21/0550 Ramingsnummer 2016000224:
subsidie met betrekking tot arbeidszorg / Werkgelegenheid goed te keuren.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 04 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de interne verdeling van het krediet in het uitgavebudget BBC onder
2016/64900000/21/0550 Ramingsnummer 2016000224;
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
92
Gelet op het provinciedecreet van 9 december 2005;
Gelet op het Koninklijk Besluit nr. 110 van 13 december 1982, gewijzigd door het
Koninklijk Besluit nr. 145 van 30 december 1982, betreffende het verplicht
evenwicht van de begroting;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad keurt de volgende verdeling van het krediet ingeschreven in het
uitgavebudget BBC onder 2016/64900000/21/0550 Ramingsnummer 2016000224:
subsidie met betrekking tot arbeidszorg (R)/ Werkgelegenheid goed ten bedrage
van 286.000 EUR.
Dit krediet wordt aangewend als volgt:
Ramingsnummer 2016000224: A Arbeidszorg: het voeren van een impulsbeleid
door de creatie van nieuwe arbeidszorgplaatsen.
Impulssubsidies arbeidszorg: 210.000 EUR
Impulsbeleid innovatieve projecten met betrekking tot
arbeidszorg met het oog op doorstroom en activering:
76.000 EUR
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Nr. 9/4 van de agenda
Budget 2016. Herverdeling van het krediet onder
2016/64900000/21/0629: Subsidies met betrekking tot
wonen (N/R)/ Overig woonbeleid. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
De provincieraad heeft in zitting van 28 januari 2016 de verdeling van het krediet,
subsidies met betrekking tot wonen (N/R) ingeschreven in het uitgavenbudget
onder 2016/64900000/21/0629 goedgekeurd.
In de verdeling van het krediet 2016 werd geen budget meer voorbehouden voor
het reglement voor woningaanpassingen van 27 oktober 2011. Dit reglement werd
immers met ingang van 1 januari 2014 stopgezet. Tot 31 december 2015 konden
eigenaars van wie het aanvraagdossier was goedgekeurd echter nog een aanvraag
tot uitbetaling indienen.
Uiteindelijk heeft nog één eigenaar tijdens de kerstperiode een ontvankelijke
afrekening ingediend. Om tot uitbetaling te kunnen overgaan, dient hiervoor een
budget van 1.250 EUR te worden vastgelegd.
De deputatie heeft beslist volgende herverdeling van het krediet onder
2016/64900000/21/0629 aan uw raad ter goedkeuring voor te leggen:
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
93
Ramingsnummer 2016000208: A Wonen. Ontwikkelen van een impulsbeleid op
vlak van wonen met bijzondere aandacht voor precair wonen.
Impulsbeleid innovatieve projecten met betrekking tot wonen: 750.000 EUR
Nominatim Landelijke Thuiszorg (adviseren en begeleiden
woningaanpassingen):
50.000 EUR
Ramingsnummer 2016000206: A Wonen: Het huidige concept wonen kritisch
analyseren om zo een rationeler woninggebruik te kunnen stimuleren.
Woningaanpassingstoelage voor woningen van ouderen: 1.250 EUR
Deze subsidie wordt toegekend conform de reglementering voor
woningaanpassingen goedgekeurd door provincieraad op 27 oktober 2011. Het
betreft de uitbetaling van één ontvankelijke afrekening die eind december 2015
werd ingediend. Het reglement is ondertussen stopgezet en er kunnen geen nieuwe
aanvragen meer ingediend worden.
Nog te bestemmen krediet: 43.370 EUR
Ramingsnummer 2016000209: A Wonen: Het verder vormgeven van een
geïntegreerd woonwagenbeleid tegen 2018.
Impulssubsidie lokaal woonwagenbeleid: 100.000 EUR
Uw raad wordt gevraagd de herverdeling van het krediet ingeschreven in het
uitgavebudget BBC onder 2016/64900000/21/0629 Ramingsnummer 2016000206,
2016000208 en 2016000209: subsidies met betrekking tot wonen (N/R)/ Overige
woonbeleid goed te keuren.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 04 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de interne herverdeling van het krediet in het uitgavebudget BBC onder
2016/64900000/21/0629 Ramingsnummers 2016000206, 2016000208 en
2016000209;
Gelet op het provinciedecreet van 9 december 2005;
Gelet op het Koninklijk Besluit nr. 110 van 13 december 1982, gewijzigd door het
Koninklijk Besluit nr. 145 van 30 december 1982, betreffende het verplicht
evenwicht van de begroting;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad keurt de volgende herverdeling van het krediet ingeschreven in
het uitgavebudget BBC onder 2016/64900000/21/0629 Ramingsnummers
2016000206, 2016000208 en 2016000209: subsidies met betrekking tot wonen
(N/R)/ Overig woonbeleid goed ten bedrage van 944.620 EUR.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
94
Dit krediet wordt aangewend als volgt:
Ramingsnummer 2016000208: A Wonen: Ontwikkelen van een impulsbeleid ter
bestrijding en/of voorkomen van precair wonen.
Impulsbeleid innovatieve projecten met betrekking tot wonen: 750.000 EUR
Nominatim Landelijke Thuiszorg (adviseren en begeleiden
woningaanpassingen):
50.000 EUR
Ramingsnummer 2016000206: A Wonen: Het huidige concept wonen kritisch
analyseren om zo een rationeler woninggebruik te kunnen stimuleren.
Woningaanpassingstoelage voor woningen van ouderen: 1.250 EUR
Nog te bestemmen krediet: 43.370 EUR
Ramingsnummer 2016000209: A Wonen: Het verder vormgeven van een
geïntegreerd woonwagenbeleid tegen 2018.
Impulssubsidie lokaal woonwagenbeleid: 100.000 EUR
VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord.
De heer MERCKX.- Wij gaan ons onthouden in overeenstemming met mijn uiteenzetting van
daarnet op het punt 9/3. Niet omdat wij tegen die kredieten zijn, maar wel omwille van het
feit dat 76.000 EUR die normaal voorzien was voor uitbreidingssubsidies daar nu niet meer
voor bestemd zijn.
VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik de punten 9/2 en 9/4 samen voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
68 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
68 leden hebben ja gestemd.
De agendapunten 9/2, 9/3 en 9/4 worden goedgekeurd met 68 stemmen ja.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
95
10. Europa, plattelandsbeleid en sociale economie
Nr. 10/1 van de agenda
Provinciaal PlattelandsOntwikkelingsPlan: aangepaste versie
op basis van nieuw PDPOIII. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Historiek
Op 17 december 2013 publiceerde de Europese Commissie verordening
nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad. De verordening bestaat uit
een reeks maatregelen, waaruit de lidstaat kan kiezen. Minimum 5% van de
middelen moet naar LEADER gaan.
De Vlaamse overheid vertaalde de Europese verordening naar het derde Vlaams
Programmadocument voor PlattelandsOntwikkeling (PDPOIII). Dit werd door de
Europese Commissie met wijzigingen goedgekeurd op 13 februari 2015. Intussen
hadden de provincies, op vraag van Vlaanderen en onder voorbehoud van
goedkeuring van het PDPOIII door de Europese Commissie, het gebiedsgerichte luik
van het PDPOIII al vertaald naar een Provinciaal PlattelandsOntwikkelingsPlan
(goedgekeurd door de provincieraad in zitting van 22 mei 2014).
De wijzigingen die de Europese Commissie vroeg voor het PDPOIII, waren van die
aard, dat Vlaanderen in samenspraak met de provincies besliste om een wijziging
van het PDPOIII aan te vragen. Dit gewijzigd PDPOIII werd goedgekeurd op
4 december 2015 door de Europese Commissie. Hierbij wordt de maatregel
OmgevingsKwaliteit opgesplitst in 2 maatregelen:
- OmgevingsKwaliteit door investeringen (focus op investeringsprojecten)
- OmgevingsKwaliteit door samenwerking (focus op dienstverleningsprojecten)
Op basis van het nieuwe PDPOIII werd ook de provinciale vertaling ervan, het
Provinciaal PlattelandsOntwikkelingsPlan, aangepast. Deze aangepaste versie werd
teruggekoppeld met de Technische Werkgroep, het adviesorgaan voor
plattelandsontwikkelingsprojecten, op 18 januari 2016 (verslag in bijlage).
Het betreft hier beslissingen voor de periode 2016-2020.
Inhoud en belangrijkste wijzigingen
Het Provinciaal PlattelandsOntwikkelingsPlan (PPOP) vormt het kader voor het
indienen en goedkeuren van plattelandsontwikkelingsprojecten tijdens de derde
programmaperiode van het ProgrammaDocument voor Plattelandsontwikkeling
(PDPOIII, 2015 – 2020). Het PPOP is een inspiratiebron en richtkader voor
projectpromotoren bij het opstarten van gebiedsgerichte en integrale
plattelandsontwikkelingsprojecten die bijdragen tot het realiseren van de
provinciale missie. In dit PPOP worden de provinciale klemtonen voor de resterende
programmaperiode 2016-2020 aangegeven.
De eerste versie van het PPOP was het resultaat van een breed intern
consultatieproces, dat werd uitgevoerd in de loop van 2014. De inhoud van dit
consultatieproces werd zoveel als mogelijk meegenomen in de herwerkte versie van
het PPOP. Dit wil zeggen dat bijna alles wat in aanmerking kwam voor subsidies in
de eerste versie van het PPOP, ook werd meegenomen in deze herwerkte versie.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
96
Dit wil ook zeggen dat de agrarische focus, die voorheen bepaald werd, behouden
is gebleven voor alle projecten onder de maatregel OmgevingsKwaliteit.
Het thema dorpskernvernieuwing, met bijzondere aandacht voor
participatietrajecten, werd extra toegevoegd aan de herwerkte versie van het PPOP.
Dit omdat de herwerkte versie van het PDPOIII dit toelaat en we meer
ondersteunend willen werken richting gemeentebesturen.
In de herwerkte versie van het PDPOIII komen ook ondernemers voor bepaalde
onderdelen in aanmerking voor cofinanciering. Dit werd ook meegenomen in de
doorvertaling naar het nieuwe PPOP.
De informatie m.b.t. LEADER werd geüpdatet. Bij de eerste versie van het PPOP
moesten de LEADER gebieden nog afgebakend worden. Intussen heeft onze
provincie 3 LEADER gebieden, die elk inzetten op 3 thema’s met agrarische focus.
Deze informatie werd toegevoegd aan het PPOP, zodat een promotor een
totaaloverzicht krijgt van alle subsidiekanalen rond plattelandsontwikkeling in
beheer bij de provincie.
Verder werden door voortschrijdend inzicht en op basis van het advies van de
Technische Werkgroep nog enkele kleinere aanpassingen doorgevoerd:
- Onder het thema ‘Beleving op het platteland met respect voor streekidentiteit’
werd het subthema ‘ontwikkelen van duurzame modellen voor beheer van de
open ruimte’ toegevoegd. Open ruimte is immers een basiskwaliteit van het
platteland, die maar gegarandeerd kan worden door een gecoördineerde
aanpak.
- Onder hetzelfde thema ‘Beleving op het platteland met respect voor
streekidentiteit’ werd onder het subthema duurzame energie ‘duurzame energie
als verbredingsstrategie’ toegevoegd. Projecten rond landbouwverbreding waren
sowieso al mogelijk in het PPOP, maar we vinden het belangrijk om verbreding
richting duurzame energie nog eens expliciet te vermelden, gezien het belang
voor de landbouwsector.
- Onder het thema ‘Open ruimte vrijwaren en ontwikkelen’ werd het item
‘Pilootprojecten rond open ruimte’ geschrapt. Dit waren projecten allerhande,
o.a. rond verlinting en vertuining, waar we over de volledige programmaperiode
maar 1 voorbeeldproject van zouden goedkeuren. Het werken met
voorbeeldprojecten wijkt echter af van de normale werkwijze voor de
beoordeling van dossiers.
PPOP: verdere verloop
Na goedkeuring in de provincieraad, zal het PPOP professioneel gelay-out en
gedrukt worden. Op 25 maart 2016 zal dan de eerste oproep binnen het nieuwe
kader tot het indienen van plattelandsontwikkelingsprojecten gelanceerd worden,
met hieraan gekoppeld een infomoment over het nieuwe PPOP.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op het provinciedecreet;
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
97
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
Goedgekeurd wordt het gewijzigde Provinciaal PlattelandsOntwikkelingsPlan (PPOP)
te hanteren als kader voor het indienen en goedkeuren van
plattelandsontwikkelings-projecten tijdens het vervolg van de derde
programmaperiode van het ProgrammaDocument voor Plattelandsontwikkeling
(PDPOIII) zijnde van 2016 tot en met 2020.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
68 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
67 leden hebben ja gestemd;
1 lid heeft zich onthouden.
Goedgekeurd met 67 stemmen ja, bij 1 onthouding.
Nr. 10/2 van de agenda
Budget 2016. Budgetsleutel 0550/64900000/Subsidiëring
van projecten in de sociale economie (R/N) (2016140457).
Project Landschapsdokters. Subsidie 2016.
Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Op 24 mei 2012 keurde de provincieraad het project “Landschapsdokters” goed.
Eerder, op 1 februari 2012, keurde de Vlaamse regering het project
Landschapsdokters goed als nieuw initiatief in de lokale diensteneconomie (LDE).
Het project Landschapsdokters is een samenwerking tussen de vzw Kempens
Landschap en de vzw Natuurwerk, waarbij een arbeidersploeg vanuit de sociale
economie wordt ingezet voor het beheer van de landgoederen en parkdomeinen
van de vzw Kempens Landschap.
Het beheer van parkdomeinen is arbeidsintensief en ver eist de nodige vakkennis
en vaardigheden. Pparklandschappen en kasteeldomeinen zijn multifunctioneel en
omvatten verschillende beheersaspecten, zoals het behoud van cultuurhistorische
waarden en erfgoed, natuurbeheer en het onderhoud van toeristisch-recreatieve
infrastructuur. Vandaar de samenwerking tussen Kempens Landschap vzw en
Natuurwerk vzw.
Initieel waren acht gemeenten betrokken (Borsbeek, Duffel, Edegem, Grobbendonk,
Heist-op-den-Berg, Hulshout, Sint-Katelijne-Waver en Wuustwezel). Het project
ging op 1 mei 2012 van start met inzet van 8 voltijdse doelgroeparbeiders. Het
project “Landschapsdokters” bleek snel een succesformule te zijn. In de loop van
2013 werd, op basis van de tevredenheid van de reeds deelnemende gemeenten,
en de wens tot toetreding van 5 nieuwe gemeenten (van 8 naar 13 gemeenten) en
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
98
het daarmee gepaarde grotere werkingsgebied, overgegaan tot extra
aanwervingen: van 8 naar 11 arbeiders. De 11 arbeiders worden omkaderd door
1 begeleider.
Het project Landschapsdokters werd ook in 2014 en 2015 door de provincie
Antwerpen ondersteund met een jaarlijkse subsidie van 200.000 EUR.
Rapportage werkjaar 2015
Natuurwerk vzw diende recentelijk, als uitvoerder van het project
Landschapsdokters, hun financieel en inhoudelijk rapport van de werking van het
project ‘Landschapsdokters’ voor de periode 2015 in, dit ter verantwoording van
het door hen ontvangen subsidiebedrag ter hoogte van 200.000 EUR. Uit dit
rapport blijkt dat het project instaat voor de tewerkstelling van 11 VTE arbeiders en
1 begeleider, allen tewerkgesteld bij de Natuurwerk vzw. Bovendien maken
13 gemeenten gebruik van de dienstverlening uit dit project.
Gelet op het succes van het project Landschapsdokters, de gerealiseerde
tewerkstelling en de tevredenheid van alle partners, wordt aan de provincieraad
voorgesteld om ook in 2016 een subsidiebedrag van 200.000 EUR toe te wijzen aan
Natuurwerk vzw, Campus Blairon 714, 2300 Turnhout, als subsidie voor het project
“Landschapsdokters”, in samenwerking met de vzw Kempens Landschap.
Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 4 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op het verslag van de deputatie;
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
Ingestemd wordt met een bedrag van 200.000 EUR, als 100 % terugvorderbaar
voorschot 2016 aan Natuurwerk vzw, Campus Blairon 714, 2300 Turnhout, als
subsidie sociale economie 2016 voor het project “Landschapsdokters” in
samenwerking met de vzw Kempens Landschap, vanuit het verdeelkrediet sociale
economie van het budget 2016, ingeschreven onder budgetsleutel
0550/64900000/Subsidiëring van projecten in de sociale economie (R/N).
VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord.
De heer CAALS.- Voorzitter,
Ik ben hier in de raad relatief terughoudend als het gaat om particuliere sociale
economieprojecten. Maar ik ben over dit thema, namelijk subsidiëring van de projecten
landschapsdokters, ook al tussengekomen in 2 begrotingszittingen.
Ik vind dat we de sociale economie oneer aandoen door dit nog altijd een subsidie te
noemen. Als dit project een subsidie is, is het eigenlijk een subsidie aan het Kempens
Landschap, of een subsidie aan de 13 gemeenten waar dat onderhoud wordt verricht.
Eigenlijk vragen wij een opdracht aan de sociale economie om een aantal domeinen te
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
99
onderhouden. Dat is niet meer van deze tijd om dat een subsidie te noemen. We moeten
dat eigenlijk formuleren in een opdracht, en zullen we dat ook als een opdracht moeten
bekijken en dus uitbesteden, weliswaar via sociale clausule aan sociale economiebedrijven.
Maar je kan het niet blijven maken om dit als een subsidie te verkopen.
VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord.
De heer BELLENS, gedeputeerde.- Mijnheer Caals, ik deel uw mening.
Wij hebben vorig jaar in het kader van de routedokters exact dezelfde redenering
toegepast als degene die u nu net schetst. Het grote voordeel was daarvan dat het met
eigen interne diensten was, met het departement Vrije Tijd, en dat we makkelijk onder
controle hebben. We hebben dat gebruikt als een soort van testcase om precies datgene
wat u beschrijft te realiseren: een overdrachtsopdracht in de markt zetten waar wij ook
reguliere bedrijven kunnen inschrijven met de inachtname van een sociale clausulering. Dat
heeft heel wat tijd en voeten in de aarde gehad om de expertise daarrond te verwerven
om die opdracht daarin te krijgen. Ondertussen hebben we gezien dat ook het
Havenbedrijf ook met een opdracht met sociale economie die richting uitgaat. U mag
verwachten, en het zou ook logisch geweest zijn dat we dat ook dit jaar zouden gedaan
hebben in het kader van de landschapsdokters. Want op dat gebied is er dezelfde
redenering als voor routedokters, ware het niet dat we met de landschapsdokters met
13 lokale besturen zitten die eveneens mee financieren in het totale subsidiëringspakket,
in de totale financiële middelen die ter beschikking gesteld worden. Dus ga ik dat dit jaar
gebruiken om samen met die lokale besturen, ook met Kempens Landschap, te kijken hoe
dat we de huidige subsidie die er is, ook rekening houden met de-minimisregel, kunnen
omzetten naar een overheidsopdracht. U mag redelijkerwijze van mij verwachten dat we
volgend jaar met de landschapsdokters met een overheidsopdracht zullen werken, tenzij
dat daar ernstige argumenten zijn om dat niet te doen. Maar dan zal ik u daarvan in deze
raad uiteraard inlichten.
Dus wij gaan nu met het Kempens Landschap en de lokale besturen rond de tafel zitten om
te kijken, vanuit de expertise de we gehad hebben vanuit de routedokters, hoe we dat
kunnen overhevelen naar de landschapsdokters.
VOORZITTER.- De heer Caals heeft het woord.
De heer CAALS.- Ik dank de gedeputeerde voor zijn antwoord. Met dat in het achterhoofd
zullen wij dit punt goedkeuren, omdat wij het natuurlijk wel goedvinden dat dit via sociale
economie gebeurt. Ik wil er alleen aanmerken op dat de de-minimis-regeling, waar ik ook
ben over tussengekomen in de budgetbespreking, nu ook sowieso een probleem is. Want we
gaan hier over 200.000 EUR op 1 jaar, de-minimis is 200 of 250.000 EUR op 3 jaar. Dus we
zitten echt wel met een probleem dat moet opgelost worden.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
100
VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
66 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
66 leden hebben ja gestemd.
Goedgekeurd met 66 stemmen ja.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
101
11. Milieu, natuur en Noord-Zuidbeleid
Nr. 11/1 van de agenda
Budget 2016. Machtigingskrediet 0390/64900000.
Toegestane subsidies. Subsidies voor Leefmilieuprojecten.
Aanwending krediet. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Met dit verslag wordt een eerste project voor een bedrag van 7.100 EUR voor het
werkjaar 2016 ter goedkeuring voorgelegd.
Voor dit project zal een voorschot van 50% in 2016 uitbetaald worden en een saldo
(resterende 50%) in 2017.
1. Project ‘Zenderonderzoek gladde slang’
7.100 EUR aan BENEGO/Grenspark De Zoom – Kalmthoutse Heide
Het project heeft tot doel om de hiaten in de ecologische kennis met betrekking tot
het leefgebied op te vullen. Met name over de verblijfplaatsen van deze diersoort
tijdens het zomerseizoen is weinig gekend. De studie kan zo bijdragen aan het
verbeteren van de inzichten ten behoeve van natuurherstel- en beheer ten behoeve
van deze zeldzame, typische soort van heidegebieden. Het project zet in op het
plaatsen van zendertjes op enkele dieren waarmee ze gevolgd kunnen worden
doorheen het actieve seizoen.
Het project verloopt binnen de Kalmthoutse Heide en in samenwerking met de
Universiteit Antwerpen.
De desbetreffende bijlagen zijn elektronisch raadpleegbaar.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
Op voorstel van deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
Goedgekeurd wordt de voorgebrachte verdeling van het krediet 2016, ingeschreven
als machtigingskrediet - ‘Subsidie voor leefmilieuprojecten’.
Budgetsleutel 0390/64900000 (Raming 2016140443) - 'Subsidies voor
leefmilieuprojecten'.
VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
102
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
66 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
66 leden hebben ja gestemd.
Goedgekeurd met 66 stemmen ja.
Nr. 11/2 van de agenda
Noord-Zuidbeleid. Aanwending van ARK2016/64900000/16/0160.
Subsidie voor ATB De Natuurvrienden vzw. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Op 4 december 2015 keurde de raad de geraamde aanwending van het
subsidiekrediet van de dienst Noord-Zuidbeleid in 2016 goed. Daarin werd een
bedrag van 20.000 EUR voorzien voor het actieplan: ISO14001 Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen en de actie: We behouden de titel van Fair Trade
Provincie. Van dit bedrag werd zo’n 10.000 EUR nog niet bestemd. Dit besluit stelt
voor om dit te gebruiken voor een subsidie van 7.800 EUR voor het project Fair
Trade Ecocyclo.
In 2015 startte de provinciale dienst Noord-Zuidbeleid met het ontwikkelen van Fair
Trade Ecocyclo fietsgidsen. Dit in samenwerking met ATB De Natuurvrienden vzw
en per gids minstens 2 gemeenten zodat bovenlokale samenwerking gestimuleerd
wordt.
Een Fair Trade Ecocyclo is een fietstocht die je, grotendeels via de
fietsknooppunten, leidt naar locaties met een link naar fair trade en/of lokale,
duurzame voeding. Met deze fietstochten willen we de kennis van het grote publiek
over fair trade en lokale, duurzame voeding vergroten en aantonen welke
initiatieven hierrond te vinden zijn in de betrokken gemeenten.
FairTradeGemeente en FairTradeProvincie zijn campagnes die uitgaan van FairTrade
Belgium (het vroegere Max Havelaar), Oxfam-Wereldwinkels, Vredeseilanden en
11.11.11. Deze titels geven aan dat die bepaalde gemeente/provincie én haar
inwoners fair trade en lokale, duurzame voeding een warm hart toedragen en er
ook effectief werk van maken.
De gemeenten die betrokken zijn bij de Fair Trade Ecocyclo nemen deel aan de
campagne FairTradeGemeente, en de provincie Antwerpen is een
FairTradeProvincie.
De realisatie van de Fair Trade Ecocyclo kadert dan ook in dit engagement.
ATB De Natuurvrienden is een vzw die ijvert voor duurzame en actieve vrije tijd. Zij
ontwikkelden hiervoor reeds Ecocyclo fietstochten. Op basis van hun expertise
werden ze gekozen als partner voor het ontwikkelen van de Fair Trade Ecocylo
fietstochten.
In 2015 kwamen 7 fietsgidsen tot stand (Boom-Rumst, Brecht-Wuustwezel,
Mortsel-Hove-Boechout en Kontich, Essen-Kalmthout, Ranst-Schilde, Stabroek-
Kapellen en Antwerpen-Wijnegem).
Voor 2016 zijn 6 nieuwe gidsen gepland: St.-Katelijne-Waver-Duffel-Bonheiden-
Putte, Vorselaar–Lille, Herentals–Olen, Zandhoven–Zoersel, Borsbeek-
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
103
Wommelgem–Deurne en Herselt–Westerlo. Ook in 2017 zijn nu reeds 5 nieuwe
gidsen in aanvraag. We kunnen dus zeker spreken van een succesverhaal.
ATB De Natuurvrienden raamt de kosten voor de uitvoering van de gidsen in 2016
op zo’n 7.800 EUR. Hiermee staan ze in voor de lay-out van de gidsen, het ontwerp
van de cover en van de fietskaart.
Wij vragen de raad om een subsidie van 7.800 EUR goed te keuren aan ATB De
Natuurvrienden zodat de samenwerking in het project Fair Trade Ecocyclo kan
worden verdergezet.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op artikel 43 van het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad stemt in met een subsidie van 7.800 EUR voor ATB De
Natuurvrienden vzw voor de uitvoering van het project Fair Trade Ecocyclo 2016.
VOORZITTER.- Mevrouw Van Gool heeft het woord.
Mevrouw VAN GOOL.- Ik ga niet deelnemen aan de stemming van dit punt, en ik zou ook
willen vragen om dat te laten notuleren.
Mevrouw VAN GOOL verlaat de zaal.
VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
65 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
59 leden hebben ja gestemd.
6 leden hebben zich onthouden.
Goedgekeurd met 59 stemmen ja, bij 6 onthoudingen.
De VOORZITTER laat mevrouw Van Gool binnenroepen. Zij neemt opnieuw deel aan de
vergadering.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
104
12. Waterbeleid
VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 12/1 en 12/2 met één stemming af te
handelen. De raad stemt ermee in.
Nr. 12/1 van de agenda
Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing van artikel 43, §2, 11°
van het provinciedecreet. Aanleg vispassages op
de Grote Nete nr. A.7 en de Kleine Hoofdgracht nr. 7.34 in Balen.
Verrekening 1. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Uw college wordt verzocht het navolgend verslag aan de provincieraad te willen
goedkeuren.
Uw raad keurde op 26 maart 2015 het bestek DWPR-2012-0001-UI02-OVHO01 en
de wijze van gunnen goed voor de aanleg van vispassages op de Grote Nete nr. A.7
en de Kleine Hoofdgracht nr. 7.34 in Balen.
In zitting van 9 juli 2015 werd deze opdracht door de deputatie gegund aan bvba
L Van Raak uit Weelde voor de prijs van 304.123,70 EUR, btw inbegrepen.
Door de dienst Integraal Waterbeleid werd verrekening 1 opgemaakt voor een
bedrag van 22.328,78 EUR, btw inbegrepen.
Deze opgelegde werken waren niet opgenomen in de oorspronkelijke opdracht, dus
worden ze nu voorzien in deze verrekening.
Verantwoording
DEEL GROTE NETE:
Voor de start van de werken werd vooropgesteld dat de meander zich vrij mocht
ontwikkelen op het perceel in eigendom van de Provincie. Tijdens de werken bleek
op verschillende cruciale plaatsen zware erosie op te treden aan de teen van de
taluds, waardoor werd beslist om hier toch een versterking aan te brengen om
afsnijden van de meander te verhinderen. Er werd deels geopteerd voor een
natuurlijke teenbeschoeiing bestaande uit voorbeplante kokosrollen in combinatie
met Zwarte els op de taluds. Deze uitvoeringswijze was niet voorzien in de
oorspronkelijke opdracht. In een andere zone, ter hoogte van een elektriciteitspaal
werd gekozen voor een oeverbescherming uit losse steenbestorting. Ter hoogte van
koker 1 moesten omwille van erosie lokaal enkele extra schanskorven geplaatst
worden.
DEEL KLEINE HOOFDGRACHT:
Ter hoogte van de vispassage aan de Kleine Hoofdgracht waren enkele kleinere
aanpassingen nodig in functie van de toegankelijkheid. Bijkomend waren een aantal
regelbare constructies nodig om de vistrap optimaal te kunnen regelen. Deze zaken
waren niet voorzien in de oorspronkelijke opdracht.
Voor deze verrekening zal er een extra uitvoeringstermijn toegekend worden van
5 werkdagen.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
105
Omdat het hier wijzigingen betreft die niet voorzien waren in de oorspronkelijke
opdracht, moet deze verrekening voorgelegd worden aan de provincieraad.
Bovendien wordt verwacht dat het gunningsbedrag met meer dan 10% zal
overschreden worden aangezien in de huidige opdracht de vermoedelijke
hoeveelheden voor een aantal posten werden overschreden.
Aan uw raad wordt voorgesteld goedkeuring te hechten aan verrekening 1 voor een
bedrag van 22.328,78 EUR, btw inbegrepen.
Er werd krediet voorzien op budgetcode 22600000/20/0319.
De documenten zijn bijgevoegd in sindala.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 4 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet;
Gelet op het in de vergadering van 26 maart 2015 goedgekeurde bestek voor de
aanleg van de vispassages op de Grote Nete nr. A.7 en de Kleine Hoofdgracht
nr. 7.34 in Balen;
Gelet op het krediet ingeschreven op budgetcode 22600000/20/0319;
Overwegende dat deze verrekening noodzakelijk is om deze opdracht te kunnen
realiseren en dat ze ten laste is van de provincie Antwerpen;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel
Goedgekeurd wordt verrekening 1, over de aanleg van de vispassages op de Grote
Nete nr. A.7 en de Kleine Hoofdgracht nr. 7.34 in Balen, opgedragen aan bvba
L Van Raak uit Weelde voor een bedrag van 22.328,78 EUR, btw inbegrepen.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Nr. 12/2 van de agenda
Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing van artikel 43, §2, 11°
van het provinciedecreet. Inrichting Wullebeek (6.01)
aan de A12 te Aartselaar.
Bestek en keuze van de wijze van gunnen. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
In de raadszitting van 26 november 2015 werd het ontwerp voor de inrichting van
de Wullebeek (6.01) aan de A12 te Aartselaar reeds goedgekeurd. Als wijze van
gunnen werd beslist om de onderhandelingsprocedure met bekendmaking toe te
passen, maar bij voorbereiding van de publicatie werd vastgesteld dat er een
conflict was tussen de gunningswijze en de wijze waarop dit in het bestek was
uitgewerkt. De onderhandelingsprocedure met bekendmaking verloopt in
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
106
2 stappen, maar deze stappen werden niet verder uitgewerkt in het bestek zelf.
Bovendien is een onderhandelingsprocedure in 2 stappen niet de meest
aangewezen procedure voor dit type opdracht. Het bestek werd daarom aangepast
naar een vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking. Hierbij
kunnen kandidaten onmiddellijk een offerte indienen (één stapsprocedure), maar
blijft de mogelijkheid tot onderhandelen na het indienen van de offertes. De overige
besteksbepalingen blijven ongewijzigd en werden niet aangepast, en ook de raming
blijft dezelfde.
Aan de raad wordt voorgesteld om het ontwerp goed te keuren en als wijze van
gunnen de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking vast te
stellen.
De kosten voor deze opdracht worden geraamd op 112.976,16 EUR.
Hiervoor is krediet voorzien in de meerjarenplanning op het investeringsbudget.
Het ontwerp is elektronisch beschikbaar in Sindala.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 4 februari 2016.
De provincieraad van Antwerpen,
Overwegende dat de inrichting van de Wullebeek (6.01) aan de A12 te Aartselaar
noodzakelijk is om bijkomende bufferruimte te creëren en het onderhoud van de
vuilrooster te vergemakkelijken;
Gelet op artikel 43, §2, 11° van het provinciedecreet;
Gelet op het krediet ingeschreven op het investeringsbudget in de
meerjarenplanning;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel
Goedgekeurd wordt het ontwerp voor de inrichting van de Wullebeek (6.01) aan de
A12 te Aartselaar.
Beslist wordt als wijze van gunnen de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure
met bekendmaking voor deze opdracht vast te stellen.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik de punten 12/1 en 12/2 samen voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
67 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
66 leden hebben ja gestemd;
1 lid heeft zich onthouden.
De agendapunten 12/1 en 12/2 worden goedgekeurd met 66 stemmen ja, bij
1 onthouding.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
107
14. Interpellaties
Nr. 14/1 van de agenda
Interpellatie in verband met het POM-project 'hybride luchtschepen'
ingediend door de heer Jan Huijbrechts (Vlaams Belang).
Interpellatie
De raad van bestuur van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM)
Antwerpen keurde op 26 november 2012 binnen het impactproject "hybride
luchtschepen - Skycat” (zeppelins) de gunning goed voor een onderzoeksopdracht
(inclusief voorbereiding van de testvlucht) aan Buck Consultants. Het onderzoek
zou nog in 2012 worden afgerond. Indien uit de onderzoekresultaten de
inzetbaarheid van zeppelins zou blijken, zou de eerste testvlucht voor het eerste
kwartaal van 2014 worden verwacht.
Het eindrapport liep evenwel vertraging op en werd uiteindelijk op 6 maart 2014
voorgesteld aan de leden van het begeleidingscomité en verder verfijnd. Op
24 maart 2014 stelde Buck Consultants de resultaten voor op het evenement
“Grenzeloze Logistiek”, georganiseerd door POM Antwerpen. Intussen lijkt heel dit
project een stille dood te zijn gestorven. Daarom volgende vragen:
1. Hoeveel bedroeg de uiteindelijke totale kostprijs van het impactproject "hybride
luchtschepen - Skycat”?
a) Graag een overzicht van de uitgetrokken en toegekende middelen voor zowel het
Provinciebestuur als POM Antwerpen.
b) Graag een overzicht van de totale kostprijs voor elk projectonderdeel:
onderzoek, testvlucht, disseminatie en personeelskost POM Antwerpen.
2. Het feit dat de timing van de producenten inzake de ontwikkeling van prototypes
achteruit was geschoven, maakte de realisatie van een testvlucht binnen het
project Grenzeloze Logistiek (met als vooropgestelde einddatum december 2014)
moeilijk haalbaar. Waarom werd de testvlucht uiteindelijk niet binnen de
vooropgestelde termijn gerealiseerd?
3. Vanwaar de vertraging in het eindrapport?
4. De stuurgroep Grenzeloze Logistiek zou in mei 2014 uitspraak doen over de
verdere stappen die binnen het project “hybride luchtschepen - Skycat”
ondernomen zouden worden.
a) Welke verdere stappen in het project werden door de stuurgroep voorgesteld en
volgens welke timing?
b) Welke van de voorgestelde verdere stappen werden in de tussentijd ook al
daadwerkelijk gezet? Welke opvolgingsacties werden in navolging van het
impactproject opgezet en/of uitgerold en door wie? Wat zijn de uitkomsten ervan?
5. Uit een antwoord als gevolg van een vraag in het Vlaams parlement blijkt dat
naast POM Antwerpen en het Antwerps provinciebestuur er ook 1.136 EUR werd
bijgedragen door ‘andere POM’s en/of provinciebesturen. Wie waren deze actoren?
Bleef het bij voornoemde bijdrage of stegen ook hier de kosten?
6. In hetzelfde antwoord op voornoemde vraag kan men het volgende lezen: ‘Reeds
snel stelde POM Antwerpen zich ernstige vragen bij de haalbaarheid van de
testvlucht, iets wat reeds in maart 2013 aan de Vlaamse Stuurgroep werd
gerapporteerd.’ Kan u mij verklaren waarom er ondanks dit ernstig voorbehoud
toch werd verdergegaan met dit project?
7. Hoe evalueert de bestendige deputatie het hybride luchtschepen-project?
Komt er een vervolgproject?
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
108
VOORZITTER.- De heer Huijbrechts heeft het woord.
De heer HUIJBRECHTS.- Voorzitter, Collega’s,
Op 1 oktober 2011 verscheen onder de vette kop “Over 2 jaar vliegen er Zeppelins boven
Antwerpen” in de Standaard het bericht dat de POM Antwerpen in gesprek was met de
Engelse bouwers van luchtschepen, waarbij de inzet van hybride luchtschepen door de
toenmalige logistiek expert van de POM werd voorgesteld als dé ideale oplossing voor
logistieke problemen in onder meer de haven van Antwerpen. Een idee, collega’s, dat
meteen op een ietwat ironische manier onder de titel “Luchtschepen, luchtkastelen” werd
weggelachen door Joachim Coens, de voorzitter en gedelegeerd bestuurder van het
Havenbedrijf van Zeebrugge.
Toen ik zelf in 2012, na het schielijk overlijden van Raf Liedts, in de Raad van Bestuur van
de POM belandde plaatste ik meteen vraagtekens bij de haalbaarheid van dit project. Een
project dat ik eerlijk gezegd als geldverspilling beschouwde. Mijn bezwaren werden van de
tafel geveegd, waarbij zelfs een rapport van de handelsattaché bij het Belgisch Consulaat-
Generaal in het Canadese Montreal werd opgevraagd toen ik mijn twijfels uitsprak over in
Groot-Brittannië gedane bestellingen voor het Canadese leger. Een paar maanden later
bleek dat ik gelijk had, maar toen was het kalf al verdronken en was het blijkbaar ook te
laat om de put nog te dempen. De Raad van Bestuur van de Provinciale
Ontwikkelingsmaatschappij keurde immers op 26 november 2012, binnen het door diverse
overheden gefinancierde project “hybride luchtschepen – Skycat”, de gunning goed voor
een onderzoeksopdracht, inclusief de voorbereiding van een testvlucht aan Buck
Consultants. Het onderzoek zou nog in 2012 worden afgerond. Wat wel een bijzonder
krappe timing is, maar goed. Indien uit de onderzoekresultaten de inzetbaarheid van
zeppelins zou blijken, zou de eerste testvlucht voor het eerste kwartaal van 2014 worden
verwacht. Minstens een deel van deze onderzoeksopdracht was in feite nutteloos, want
bijna een jaar eerder in december 2011 had het aan het Vlaams parlement verbonden
instituut Samenleving en Technologie al een onderzoeksrapport ‘ongehinderde
goederenlogistiek in Vlaanderen, innovatieve concepten en maatschappelijk debat’ openbaar
gemaakt, dat grotendeels beantwoordde aan de onderzoeksrapport van de POM een jaar
later.
Een eerste testvlucht in het begin van 2014 bleek uiteindelijk, zoals voorspeld, niet
haalbaar. Het eindrapport van Buck liep immers om onduidelijke reden forse vertraging op
en werd uiteindelijk op 6 maart 2014 voorgesteld aan de leden van het begeleidingscomité
en verder intern verfijnd. Op 24 maart 2014 stelde Buck Consultants de resultaten voor op
het evenement “Grenzeloze Logistiek”, georganiseerd door POM Antwerpen.
En toen werd het plotseling oorverdovend stil, en lijkt inmiddels heel dit project een stille
dood te zijn gestorven.
Bijzonder merkwaardig in dit verhaal, collega’s, is dat blijkens een antwoord van de
bevoegde minister op een vraag in het Vlaams parlement de POM al begin 2013 ernstige
twijfels zou hebben gehad bij de verdere afwikkeling van dit dossier. Twijfels die werden
geofficialiseerd in een rapport dat in maart 2013 aan de Vlaamse stuurgroep werd
bezorgd. Twijfels die blijkbaar alleen maar intern geventileerd konden worden, want een
jaar later, in maart 2014, klonk het zo in een door de POM verspreid persbericht. Ik
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
109
citeer: “Nog dit jaar staat een werkbezoek aan Aeros op het programma om kennisdeling te
verzekeren en tevens Vlaanderen op de kaart te zetten als regio voor de organisatie van
een testvlucht. Daarnaast wil POM in kaart brengen op welke wijze vanuit deze regio
impulsen kunnen worden gegeven aan hogere overheden om werk te maken van een
faciliterend, regelgevend kader. Tenslotte acht POM verder onderzoek naar de
businesscase inzake project Cargo aangewezen, gezien de economische winsten hier groot
lijken.” Als de bewering van de minister klopt, en wie ben ik om deze in vraag te stellen, is
het op zijn zachtst gezegd bevreemdend dat ondanks de eerder geformuleerde twijfels
van de POM, de POM volhardde in de boosheid. De vraag dringt zich dan ook op: wie hier
wie voor de zot heeft gehouden? Me dunkt een terechte vraag gelet op de financiële
impact van dit verhaal. Want los van het onderzoeksproject, dat naar verluidt sowieso al
niet goedkoop was, zijn zo ruim 100.000 EUR aan gemeenschapsgeld, waarvan een
substantieel deel afkomstig van de POM en het Antwerpse provinciebestuur, over de balk
gegooid.
Daarom volgende vragen:
1. Hoeveel bedroeg de uiteindelijke totale kostprijs van het impactproject "hybride
luchtschepen - Skycat”?
a) Graag een overzicht van de uitgetrokken en toegekende middelen voor zowel het
provinciebestuur als POM Antwerpen.
b) Graag een overzicht van de totale kostprijs voor elk projectonderdeel: onderzoek,
testvlucht, disseminatie en personeelskost POM Antwerpen.
2. Het feit dat de timing van de producenten inzake de ontwikkeling van prototypes
achteruit was geschoven, maakte de realisatie van een testvlucht binnen het project
Grenzeloze Logistiek (met als vooropgestelde einddatum december 2014) moeilijk haalbaar.
Waarom werd de testvlucht uiteindelijk niet binnen de vooropgestelde termijn
gerealiseerd ?
3. Vanwaar de vertraging in het eindrapport?
4. De stuurgroep Grenzeloze Logistiek zou in mei 2014 uitspraak doen over de verdere
stappen die binnen het project “hybride luchtschepen - Skycat” ondernomen zouden
worden.
a) Welke verdere stappen in het project werden door de stuurgroep voorgesteld en volgens
welke timing?
b) Welke van de voorgestelde verdere stappen werden in de tussentijd ook al
daadwerkelijk gezet? Welke opvolgingsacties werden in navolging van het impactproject
opgezet en/of uitgerold en door wie? Wat zijn de uitkomsten ervan?
5. Uit een antwoord als gevolg van een vraag in het Vlaams parlement blijkt dat naast POM
Antwerpen en het Antwerps provinciebestuur er ook 1.136 EUR werd bijgedragen door
andere POM’s en/of provinciebesturen. Wie waren deze actoren?
Bleef het bij voornoemde bijdrage of stegen ook hier de kosten?
6. In hetzelfde antwoord op voornoemde vraag kan men het volgende lezen: ‘Reeds snel
stelde POM Antwerpen zich ernstige vragen bij de haalbaarheid van de testvlucht, iets wat
reeds in maart 2013 aan de Vlaamse Stuurgroep werd gerapporteerd.’ Kan u mij verklaren
waarom er ondanks dit ernstig voorbehoud vanuit de POM toch door diezelfde organisatie
werd verdergegaan met dit project?
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
110
7. Hoe evalueert de bestendige deputatie het hybride luchtschepen-project?
Komt er een vervolgproject ?
Dank u wel.
VOORZITTER.- De heer Caluwé heeft het woord.
De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Voorzitter, collega’s,
Collega Huijbrechts, iets in de stijl van vorige raad: “Jef, Jef, de Zeppelin, kruipt al gauw
de kelder in!” Het was collega Lemmens die ons vanmorgen herinnerde aan deze passage uit
‘Bezette stad’ van Paul Van Ostaijen, waar dat herinnering wordt gebracht aan de vlucht in
de nacht van 24 op 25 augustus 1914 van de Duitse Zeppelin boven Antwerpen die dat daar
een heel bombardement heeft laten plaatsvinden op de Minervafabriek, op de kazerne aan
het Falconplein met de zware krater op de Stadswaag. Zeker in Antwerpen, in onze stad, is
het herinnerd worden aan Zeppelins niet zo populair. Het imago van de luchtschepen is hier
niet bijzonder groot. Ook spontaan, ook voor diegenen die niet die herinnering hebben aan
dat gedicht of niet zo nauw verbonden zijn met de stad, is het gedacht dat men die
Hindenburg ziet boven New York die daar als een brandende sigaar naar beneden komt.
Het denken om een luchtschip opnieuw te gaan gebruiken voor goederen of voor
personentransport is niet onmiddellijk de eerste gedachte. Desalniettemin hebben we
inderdaad mogen vaststellen dat daar in 2011 toch serieus wat vragen over ontstonden. Zo
was het uw collega, Pieter Huybrechts, familie van velen, maar geen familie van u, want zijn
naam is anders geschreven, die stelde op 4 november 2011 in het Vlaams parlement
volgende vraag: het inzetten van Zeppelins zou een positieve invloed kunnen hebben op het
terugbrengen van het fileprobleem. Zeppelinachtige luchtschepen die de voordelen van
Zeppelins combineren met vliegtuig- en helikoptertechnologie hebben door het gebruik van
helium als draaggas een groot hefvermogen. Zo zouden deze luchtschepen, die tot 200 ton
kunnen optillen, kunnen worden gebruikt voor het inzetten van ingewikkelde transporten,
zoals omvangrijke onderdelen van bouwprojecten. De inzet van zeppelinachtige
luchtschepen kan de efficiëntie van het transportwerk vergroten.
Heeft de minister reeds initiatieven ontwikkeld over de mogelijke inzet van
zeppelinachtige luchtschepen? De toenmalige minister, mevrouw Crevits, antwoordde op die
vraag van uw partijgenoot: inderdaad, dat is niet iets waar wij onmiddellijk aan denken,
maar misschien geeft dat inderdaad wel mogelijkheden. Veel zal afhangen of dat dergelijke
luchtschepen op een economisch rendabele manier kunnen worden ingezet. Daar is binnen
Interreg een project ‘grenzeloze logistiek’ aan het groeien. Wij vinden het interessant om
daar aan te vragen of dat dit innovatief idee mee zou kunnen worden onderzocht in het
kader van hybride luchtschepen Skycat. Maar het is niet wij als Vlaamse overheid, het zijn
de provincies die dat zullen trekken. Vandaar dat vervolgens de Raad van Bestuur van de
POM op 26 november 2012, op het einde van de vorige legislatuur net voor dat de nieuwe
legislatuur startte, unaniem beslist heeft om in te stappen in dat project.
Dit project was veel ruimer. ‘Grenzeloze logistiek’ heeft zich ook uitgestrekt op andere
innovatieve aspecten en het bijsturen van logistiek op een aantal terreinen. Ik denk daarbij
aan de bundeling van goederenstromen. Zo is het vandaag zo dat de verschillende
pralinefabrikanten, onder andere Pralines Caluwé uit Wommelgem, wel hetzelfde
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
111
geschreven maar ook geen familie, momenteel gezamenlijk transporten doen om op die
manier kosten te besparen, om op die manier er ook voor te zorgen dat er minder
vrachtwagens op weg, minder vliegtuigen in lucht zijn. Ook bij de douaneafhandelingen zijn
via dit project verbeteringen opgetreden. Er waren ook mogelijkheden onderzocht om te
kijken hoe dat op bedrijventerreinen door logistiek te bundelen de mogelijkheid bestaat
om gronden te besparen, minder ruimte in te nemen.
Maar dus één van de onderdelen van dat project ‘Grenzeloze logistiek’, wat in totaliteit een
bedrag betekende van 668.738 EUR, bedroeg inderdaad ook die zogenaamde Skycat,
waarvan de bijdrage aan de totaliteit voor de provincie Antwerpen 120.000 EUR bedroeg,
en voor de POM een personeelsinzet met de waarde van 39.509 EUR.
Voor wat betreft het project ‘Skycat’, het luchtschip, was een bijdrage van de provincie.
Diegene die men mij gegeven heeft ligt iets lager dan in het antwoord op de schriftelijke
vraag, maar ik vermoed dat dit te maken heeft met de mate waarin dat men de overheid
imputeert. Volgens mijn gegevens komt dat uit voor de provincie op 14.508 EUR, en voor de
POM op 4.836 EUR. Het kan dus iets hoger liggen, maar dan nog zijn de antwoorden iets
van een 16.000 EUR voor wat betreft de provincie, en iets van een 9.000 EUR voor wat
betreft de personeelsinzet van de POM.
Het is inderdaad juist dat de testvlucht niet is doorgegaan. Dat zag men er inderdaad snel
aankomen dat de testvlucht geen onderdeel zou uitmaken van het project, maar dat men
wel de verdere studie, het samenbrengen van alle mogelijke kennis dienaangaande, kon
verderzetten. Vermits dat er nog geen prototypes klaar waren wegens een stuk recessie,
een stuk vertraging, een stuk crisis, kon er geen testvlucht plaatsvinden, niet bij ons, en
ook nergens anders in de wereld. Het is wel zo dat ondertussen het Britse bedrijf Hybrid
Air Vehicles aangekondigd heeft dat in maart 2016 hun toestel, de Airlander 10, een
proefvlucht in het Verenigd Koninkrijk zal maken. Dit luchtschip heeft een beperkte
hefcapaciteit van 10 ton. Dus met een vertraging van een jaar of twee zal die testvlucht nu
plaatsvinden in 2016.
Wat betreft de timing diende het project afgerond te worden voor december 2014. Dus
die testvlucht kon men daar niet in opnemen, maar het eindrapport werd wel correct
opgeleverd binnen het tijdsbestek van het project Grenzeloze logistiek.
Voor wat betreft de vraag met betrekking tot de stuurgroep is het moeilijk om daar een
antwoord op te geven, omdat de POM geen deel uitmaakt van de stuurgroep. U moet daar
een bijvraag laten stellen aan de minister opdat daar een antwoord zou kunnen worden op
gegeven.
Voor wat betreft de verdere opvolging: de POM blijft wel opvolgen wat er nu verder
gebeurt. Of die testvlucht enig resultaat kan bieden, of dat het kan aanleiding geven om te
zeggen dat dit economisch rendabel zal zijn op basis van het onderzoek dat men gedaan
heeft zegt men wel: waarvoor kan dit zinvol zijn? In verafgelegen, moeilijk te bereiken
gebieden. Voor wat bij ons de toepassing zou kunnen zijn, kan het betekenen dat men vanop
zee in een aantal gevallen een aantal containers naar het land brengt. Maar dan denkt men
eerder op het ogenblik van dat er zich een aantal problemen voordoen, en ten tweede voor
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
112
moeilijke transporten. Bijvoorbeeld het vervoeren van schroeven van windmolens. Daar lijkt
het wel een zinvolle mogelijke gebruik te worden, wanneer het natuurlijk op een iets
bredere schaal kan worden aangeboden. Hier ziet men wel een mogelijkheid, maar het lijkt
inderdaad daartoe beperkt te zijn als zijnde een zinvolle toepassing bij ons als dusdanig.
Hoe evalueren wij nu dit project? Ik denk dat het ook een stuk de taak is van de overheid
wanneer dat bepaalde ideeën worden aangedragen, ook al ziet men niet onmiddellijk of dat
die succesvol kunnen zijn. Maar als bepaalde ideeën kunnen worden aangedragen zoals die
destijds zijn aangedragen door uw collega Pieter Huybrechts, dat men dan als overheid
zegt: wij wijzen dat niet zomaar af, maar in het kader van het onderzoek dat juist
bepaalde mogelijke innovatieve ideeën onderzoekt, dat men dat dan nakijkt. Maar dan kan
dan wel de conclusie zijn dat het niet zinvol is, dat het geen rendabele toepassing heeft.
Dan moet men zich daar bij neerleggen. Dan moet men tot die conclusie komen. Dat is een
persoonlijk gedacht. En ik heb dat ook niet gezegd in 2011 of 2012. Als ik daar vandaag kijk
naar dat project Grenzeloze logistiek, en ik zie ondertussen de technologische evolutie,
dan ware het toen misschien zinvol geweest om de toepassing van drones mee op te nemen
in dat project en na te kijken wat daar de technische belemmeringen zijn, wat zijn daar de
wettelijke belemmeringen om daar tot een grotere toepassing van te komen. Ondertussen
heeft dat een verder stadium en zijn anderen daarmee bezig om na te kijken hoe dat de
belemmeringen daaromtrent kunnen weggewerkt worden. Dat had misschien daar destijds
moeten worden in opgenomen. Ik heb het idee niet naar voor gebracht. U hebt het idee
niet naar voor gebracht. Niemand van ons heeft dat destijds gedaan. Als we daar achteraf
op terugkijken, dan zeggen we: dat is eigenlijk wat dat betreft een gemiste kans.
VOORZITTER.- De heer Huijbrechts heeft het woord.
De heer HUIJBRECHTS.- Voorzitter, ik zal Paul Van Ostaijen ook even citeren.
“Knal, boem, paukeslag. Daar gaan de centen, dag, dag, dag.”
Want natuurlijk u hebt niet geantwoord op de vraag bijvoorbeeld wat de studie zelf heeft
gekost. En daar heb ik wel cijfermateriaal over teruggevonden. De studie voor Buck heeft
98.000 EUR gekost. Dat is een toch wel vrij fors bedrag, denk ik, voor een studie die
eigenlijk een herhaling was van datgene wat er een jaar daarvoor in opdracht van het
Vlaamse parlement was gepubliceerd, en die uiteindelijk niets aarde aan de dijk heeft
gebracht. Een nutteloze studie die bijna 100.000 EUR heeft gekost. U hebt daarstraks het
kostenplaatje geschetst. Wat de inbreng van de POM en de provincie betreft, daar
spreken we dan nog eens over een kleine 30.000 EUR, iets minder. De cijfers die in het
Vlaams parlement zijn geciteerd zijn iets anders, maar ik neem de laagste schatting. Het
zal ongeveer wel in die orde van grootte zijn. Dat betekent concreet dat we dan over een
kleine 128.000 tot 130.000 EUR spreken die in rook zijn opgegaan. Dan blijkt inderdaad
dat het luchtschepenproject eigenlijk een luchtkastelenproject is geweest. Daar heb ik
eerlijk gezegd toch wel wat bedenkingen bij, want er zal niet meer verder gewerkt worden
op dit concept. Daar ben ik zeker van.
Het was inderdaad misschien beter geweest om eens andere innovaties te gaan bekijken en
hun toepasbaarheid op bijvoorbeeld de problematiek in de Antwerpse haven, zoals het
dronegebruik. Maar intussen is het kalf verdronken en is de put gedempt, met alle gevolgen
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
113
van dien. Ik kan alleen maar vaststellen dat er eigenlijk vijf jaar na dato een fors bedrag
aan belastinggeld gewoon verloren is gegaan. Dan stel ik mij vooral de vraag hoe dat het
komt dat de POM intern naar de Vlaamse stuurgroep het signaal geeft: wij zien dat niet
meer zitten, in het begin van 2013, maar bijvoorbeeld nog wel op de raden van bestuur
regelmatig toelichting geeft over de stand van zaken en daar gewoon het project blijft
verdedigen.
Dat vind ik een echt bizarre gang van zaken. Enerzijds laten zij schriftelijk aan de
Stuurgroep Vlaanderen weten dat zij echt niet meer in de toekomst van dit project
geloven, en anderzijds blijven zij het wel verdedigen binnen de raad van bestuur van hun
eigen organisatie. Dat is in mijn ogen gewoon onbegrijpelijk.
De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Wat dat laatste betreft denk ik dat er een nuance is.
Ik denk dat de POM vrij snel gezegd heeft dat het niet mogelijk zou zijn om een
testvlucht te doen binnen de tijdsruimte van het project. De beslissing om de studie te
maken is unaniem genomen door de raad van bestuur. U was op dat ogenblik, ik neem aan,
geldig afwezig. Ik was er ook nog niet. Op 26 november 2012 is de beslissing genomen om
daar in te stappen. Men heeft vrij snel gezien dat men die testvlucht daar niet kon laten in
opnemen. Voor het overige denk ik wel dat de testvluchten die nu gaan gebeuren lering
kunnen trekken uit het wetenschappelijk werk dat daarvoor is aangevoerd.
De heer HUIJBRECHTS.- Voor die prijs mag dat wel, hé.
Nr. 14/2 van de agenda
Interpellatie in verband met parkeerplaatsen voor personen
met een handicap,
ingediend door mevrouw Greet van Gool (sp.a).
Interpellatie
Personen met beperkte mobiliteit kunnen bij de FOD Sociale Zekerheid een speciale
parkeerkaart aanvragen waarmee ze kunnen parkeren op de voor hen voorziene
parkeerplaats. Zo'n parkeerplaatsen zijn erg belangrijk, omdat ze vaak gelegen zijn
in de nabije omgeving van openbare gebouwen, van winkels, sportcentra,... en
personen die mobiliteitsproblemen hebben zo gemakkelijker op hun plaats van
bestemming kunnen geraken.
Vaak weten mensen met mobiliteitsproblemen echter niet waar deze speciale,
voorbehouden parkeerplaatsen zich bevinden. Ook is het belangrijk dat de
parkeerplaatsen aangepast zijn en dat de richtlijnen voor de inrichting ervan
gevolgd worden.
Het provinciebestuur van Vlaams-Brabant heeft daarom de organisatie “On Wheels”
de opdracht gegeven om de circa 2.000 parkeerplaatsen te screenen die in de
provincie gereserveerd zijn voor mensen met een handicap. Dit onderzoek moet
tegen mei info opleveren over de locatie van deze parkeerplaatsen en de mate
waarin ze zijn aangepast voor een bepaalde handicap. Deze informatie zal dan
gratis ter beschikking worden gesteld via een app; zij zal ook aan de
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
114
Vlaams-Brabantse gemeentebesturen worden overgemaakt, waardoor zij een
gedetailleerde analyse zullen ontvangen over de mate waarin hun parkeerplaatsen
voldoen aan de toegankelijkheidswetgeving en welke aanpassingen daarvoor nodig
zijn.
Dit is een belangrijke stap voor een betere mobiliteit van mensen met een handicap
en ik vernam dan ook graag van gedeputeerde Bellens waarom dergelijke screening
nog niet in de provincie Antwerpen gebeurde.
Greet van Gool (sp.a)
VOORZITTER.- Mevrouw Van Gool heeft het woord.
Mevrouw VAN GOOL.- Dank u, voorzitter.
Mijnheer de gedeputeerde, we kennen allemaal collega’s, we kennen allemaal die speciale
blauwe parkeerkaart waardoor mensen met een handicap op speciale bijzondere
parkeerplaatsen kunnen parkeren. Die parkeerplaatsen zijn erg belangrijk omdat ze vaak
gelegen zijn in de nabije omgeving van openbare gebouwen, van winkels, sportcentra, … en
personen die mobiliteitsproblemen hebben kunnen zo gemakkelijker op hun plaats van
bestemming geraken.
Vaak weten mensen met mobiliteitsproblemen echter niet waar deze speciale,
voorbehouden parkeerplaatsen zich bevinden. Ook is het belangrijk dat de parkeerplaatsen
aangepast zijn en dat de richtlijnen voor de inrichting ervan gevolgd worden.
Het provinciebestuur van Vlaams-Brabant heeft daarom de organisatie “On Wheels” de
opdracht gegeven om de circa 2.000 parkeerplaatsen te screenen die in de provincie
gereserveerd zijn voor mensen met een handicap. Dit onderzoek moet tegen mei van dit
jaar informatie opleveren over de locatie van deze parkeerplaatsen en de mate waarin ze
zijn aangepast voor een bepaalde handicap. Deze informatie zal dan gratis ter beschikking
worden gesteld via een app; zij zal ook aan de Vlaams-Brabantse gemeentebesturen worden
overgemaakt, waardoor zij een gedetailleerde analyse zullen ontvangen over de mate
waarin hun parkeerplaatsen voldoen aan de toegankelijkheidswetgeving en welke
aanpassingen daarvoor nodig zijn.
Dit is een belangrijke stap voor een betere mobiliteit van mensen met een handicap en ik
had dan ook graag van u vernomen waarom dergelijke screening nog niet in de provincie
Antwerpen gebeurde.
Dank u.
VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord.
De heer BELLENS, gedeputeerde.- Mevrouw Van Gool, vooraleer ik op de vraag dieper in ga
moet ik u eerst het kader geven waarin dat wij ons, als Antwerpen, bevonden en waarin dat
onze situatie zo anders is dan die van Vlaams Brabant. Laten we dit zeggen dat het project
van Vlaams-Brabant op zich een zeer goed project is.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
115
Tot 2015 waren wij als provincie via het CTPA verantwoordelijk voor het voeren van een
beleid rond toegankelijkheid. Wij hadden daar 3 ambtenaren voor in dienst, en dat was
helemaal anders dan de andere provincies. De andere provincies hadden geen eigen
personeel in dienst, maar kochten hun expertise in van een vzw. Dat is heel belangrijk, want
dat bepaalt ook ons uitgangspunt waarin dat wij vanuit de provincie in het kader van de
toenmalige staatshervorming, en dan heb ik het over de vorige legislatuur, heel die
discussie gevoerd hebben. Op 1 mei 2015 werd onze werking stopgezet als gevolg van de
beslissingen die nog liepen van de vorige interne staatshervorming.
Sinds 1 januari 2015 is bijgevolg ook het Vlaams Extern Verzelfstandigd Agentschap,
vroeger was dat Toegankelijk Vlaanderen, actief. De taak van die EVA was om alle
overheidsniveaus technisch en inhoudelijk te begeleiden en adviseren bij hun
toegankelijkheidsbeleid. De werking van die adviesbureaus, waaronder dat van CTPA,
diende eigenlijk ingekanteld te worden in die Vlaamse EVA.
De Vlaamse subsidie die wij kregen als CTPA werd ook op 1 januari 2015 overgedragen aan
deze EVA. Met andere woorden, vanaf 1 januari 2014 hadden wij geen Vlaamse financiële
ondersteuning meer van het provinciale steunpunt Toegankelijkheid, en we hadden ook geen
subsidie meer voor een extern gelijkekansenbeleid. Provincies mogen dat extern beleid nog
wel voeren, maar we moeten dan aan de EVA betalen.
Wat was nu het probleem? Dat de andere provincies hun subsidiëring overgebracht hebben
naar die Vlaamse EVA, maar dat wij dat niet gedaan hebben omdat wij personeelsleden
moesten overdragen na het voeren van een eigen beleid. Die overdracht is zodanig moeilijk
verlopen dat de 3 medewerkers op dat moment geopteerd hebben om ofwel intern een
andere job te aanvaarden binnen de provincie, ofwel dat zij gekozen hebben voor een
andere functie buiten de provincie, waardoor dat wij geen financiële middelen over te
dragen hadden naar die EVA, ook geen personeel. Maar dan is er in het kader van de
middelen die wij in de begroting altijd voorzien hadden wel een verevening gebeurd van het
personeel. Dus wij hebben personeelsbudget overgedragen, ook al is er geen personeel
overgegaan. Op dat moment denk ik dat wij gezegd hebben: wij gaan ook niet toetreden tot
die EVA. Met alle respect voor de andere provincies, die hadden ook een heel andere
relatie met die EVA. Die betaalden jaarlijks een subsidie, terwijl dat wij eigenlijk de
dienstverleningen zelf goed deden.
Dat betekent dat onze uitgangspositie helemaal anders was. Vlaams-Brabant had zijn
relatie met de EVA. Die was goed. Dat functioneerde goed. Wij hadden een totaal andere
manier van werken.
Door het feit dat op dat moment de Vlaamse middelen werden stopgezet, ons personeel
ook weg was, wij heel wat besparingen te verwerken hadden in 2014, hebben wij besloten
om dat extern toegankelijkheidsbeleid stop te zetten. Wij doen dat vandaag ook niet meer.
Wij hebben toen die keuze gemaakt om die piste te bewandelen.
Wij doen dat wel intern nog. Dat is ook een opdracht nog. Zo hebben wij bijvoorbeeld
binnen onze dienst Infrastructuur een referentiemedewerker die instaat voor de
advisering van onze eigen gebouwen rond de toegankelijkheid. Dat is zo vandaag heel sterk
aan bod bij het G-sportcentrum in het Peerdsbos. Het zou er nog moeten aan mankeren dat
wij dat daar niet zouden doen.
Maar bij ons is dat zo ingeburgerd bij onze dienst Infrastructuur. Vroeger hadden wij
daar ook een interne medewerker voor op de dienst Welzijn, die is ook verevend, zodat het
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
116
interne toegankelijkheidsbeleid eigenlijk overgenomen is door de dienst Infrastructuur
met een referentiemedewerker.
Wat betekent dat nu? Het project van Vlaams-Brabant is zeer waardevol. Dat zit eigenlijk
vervat in hun subsidie die zij geven aan die EVA. Ik weet dat zij ‘en cours de route’ ook
moeten wijzigen zijn van uitvoerder, want de EVA werkte op dat bepaald moment niet naar
tevredenheid van Vlaams-Brabant en zij hebben dan een externe organisatie, zoals u net
vermeld heeft, ‘On Wheels’ onder de arm genomen om dat beleid uit te voeren.
Wij hebben daarin alle engagementen stopgezet, omdat er vandaag geen financiële
middelen meer voorzien zijn voor dat extern toegankelijkheidsbeleid. Maar belangrijker,
we hebben ook geen medewerkers meer die dat kunnen opvolgen en die dat ook kunnen
doen. Het past niet in ons kader van impulsbeleid omdat wij het impulsbeleid gekoppeld
hebben aan provinciaal beleid, en wij hebben ook aan de Vlaamse overheid, ook in de
oefening die nu bezig is, heel duidelijk aangegeven dat wij het provinciaal
toegankelijkheidsbeleid volledig afgebouwd hebben. Dus vandaag daar terug mee starten is
niet zo eenvoudig. Ik denk ook dat we dat niet kunnen doen.
Belangrijk om mee geven is nog wel, dat het initiatief van Vlaams-Brabant op zich niet zo
nieuw is, want men heeft vroeger dat programma opgestart met de andere provincies en
toen is dat om de een of andere reden niet kunnen doorgaan, of is dat niet verder
uitgekristalliseerd omdat daar die interne staatshervorming van de vorige periode is
tussengekomen.
Om een duidelijk antwoord te geven: ik denk niet dat we dat beleid terug kunnen opnemen.
We hebben ook doorgegeven dat we daarmee gestopt zijn. Wij hebben geen financiële
middelen meer daarvoor. En we hebben vooral ook geen medewerkers meer die dat zouden
kunnen opvolgen. Maar mijn grootste respect voor datgene wat Vlaams-Brabant doet
daarrond, want ik denk dat zij een zeer waardevol project uitvoeren.
VOORZITTER.- Mevrouw Van Gool heeft het woord.
Mevrouw VAN GOOL.- Dank u, voor uw toelichting die eigenlijk aantoont, in een dossier
waar het zeer duidelijk naar voor komt, dat heel die interne staatshervorming niet altijd
ten goede komt aan de inwoners van een provincie. Want als ik u dan goed begrijp wordt er,
terecht en gelukkig maar, nog een intern toegankelijkheidsbeleid gevoerd, maar dus niet
meer wat vroeger gebeurde: de screening van openbare gebouwen vanuit de CTPA. Dat
weten we, dat is afgeschaft, dus geen extern beleid niet meer.
Wat ik mij dan afvraag is: door het feit dat de provincie Antwerpen niet toegetreden is
tot die Vlaamse EVA, wil het dan ook zeggen dat naar gemeentebesturen, naar
toegankelijkheid binnen de provincie er nog impulsen zijn. Of is het door het feit dat wij
niet in die Vlaamse EVA zitten dat al de initiatieven en al het werk naar de andere
provincies gericht is? Of kunnen bijvoorbeeld lokale besturen toch nog op die EVA beroep
doen?
De heer BELLENS, gedeputeerde.- Ik moet iets nuanceren. Wij zijn in de beginne
toegetreden tot die EVA. De directeur Welzijn zat in de raad van bestuur van de EVA,
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
117
maar heeft daaruit ontslag genomen precies omdat wij zelf van oordeel waren dat we
consequent met onszelf ook moesten zijn.
Natuurlijk kunnen lokale besturen daar toetreden, want wanneer dat zij een prijs betalen
voor de advisering dan zal de EVA hen ook helpen en hen de dienstverlening aanbieden
waarvoor dat er betaald wordt. Maar wij voeren vandaag ook geen enkel beleid meer naar
lokale besturen wat toegankelijkheid betreft. U weet dat wij daar als provincie zeer
vooruitstrevend waren, omdat wij ook gratis dienstverlening deden voor de lokale besturen
wanneer dat zij voor hun eigen gebouwen advies zochten. Dat maakte deel uit van de
dienstverlening die we deden als provincie naar de lokale besturen. Dat is met het
verdwijnen, of het overhevelen van die taak naar Vlaanderen ook bij ons gestopt, maar
geen enkel lokaal bestuur is uitgesloten van advisering door de EVA wanneer dat ze daar
een prijs voor betalen. Dat was onder andere ook een van de redenen waarom dat wij niet
toegetreden zijn, of ontslag genomen hebben, omdat wij zelfs geen mogelijkheid hadden
om een compromis te zoeken indien dat we een bedrag zouden betalen dat de taken zouden
verdergezet worden. Men kon ons dat niet garanderen. Dan hebben wij op dat moment
geopteerd om dat risico ook niet te lopen.
VOORZITTER.- Mevrouw Van Gool heeft het woord.
Mevrouw VAN GOOL.- Dan wil ik de collega’s provincieraadsleden, die toch ook vaak actief
zijn in hun eigen gemeente of stad, oproepen om toch aandacht te blijven hebben voor die
toegankelijkheid, en het dan vanuit dat niveau mee aan te kaarten.
VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord.
De heer MERCKX.- Wij vonden de interpellatie en het voorstel van mevrouw Van Gool heel
interessant, maar er is iets dat ik niet kan verstaan in de uitleg.
Vlaanderen trekt de toegankelijkheid naar zich toe. We horen altijd spreken over het
gelijkheidsbeginsel. Dit mogen we niet doen in de provincie, want dan komt het
gelijkheidsbeginsel dat niet elke provincie op dezelfde manier behandeld wordt, enz. bij de
transitie. Hoe kan het dan dat men dat wel uitwerkt voor één provincie, Vlaams-Brabant,
terwijl de materie toegankelijkheid geen provinciale georganiseerde en gestructureerde
materie is, en dat men dat niet gelijk voor alle Vlaamse provincies kan uitwerken en die app
ter beschikking stellen?
VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord.
De heer BELLENS, gedeputeerde.- Het antwoord daarop is heel eenvoudig. Omdat Vlaams-
Brabant daarvoor betaalt.
Vlaams-Brabant betaalt ervoor om in de gemeenten de parkeerplaatsen voor gehandicapten
te screenen en geeft daarvoor een bedrag aan On Wheels. Dat is de reden. Dan is ook aan
hen om te kijken wat zij met die dienstverlening doen. Maar zij hebben in de opdracht die
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
118
zij gegeven hebben dat beperkt tot het grondgebied van Vlaams-Brabant. In dat opzicht is
Vlaams-Brabant correct.
De heer MERCKX.- Ik vind het toch nogal kafkaiaans. De betaling blijft dan wel nog
provinciaal georganiseerd? Als Vlaanderen een bevoegdheid opneemt dan mag ze zijn
provincies en zijn inwoners toch niet discrimineren?
De heer BELLENS, gedeputeerde.- Wanneer dat een provincie oordeelt om een opdracht
uit te schrijven, en daarvoor een vergoeding wil betalen voor diegene die die opdracht
uitvoert, dan is daar weinig discriminerend aan. Dan is dat de opdracht en het beleid dat
die provincie op dat moment voert. Wij kunnen dat niet, omdat wij ook de mensen niet meer
hebben om die opdracht te begeleiden. Wij hebben geen expertise meer in huis vandaag.
De heer MERCKX.- Welke dienst schrijft dat dan uit, vermits de departementen
Toegankelijkheid en Welzijn afgeschaft zijn binnenkort?
De heer BELLENS, gedeputeerde.- Kris, ik kan niet antwoorden welke dienst in Vlaams-
Brabant dat uitschrijft. Dat kan u van mij niet verwachten.
Mondelinge vraag
VOORZITTER.- Dan kunnen we verder gaan met de mondelinge vraag van de heer Janssen.
Aansluitend gaan we de interpellatie van mevrouw Michielsen doen.
De heer Janssen heeft het woord.
De heer JANSSEN.- Mevrouw de gedeputeerde, tijdens het Valentijnsweekend vernam ik
via de media dat er iets is misgelopen met de factuur van de energieaankoop van onze
provincie. Blijkbaar zou het bedrijf Lampiris, die samen met Eni de groepsaankoop won, de
mensen een tarief voor hun gas hebben aangerekend die voor de helft duurder is dan was
afgesproken met de mensen. Dit spijtige toeval is ontdekt door een klant. Daarop heeft
toen de VREG, de regulator, gezegd dat de klanten altijd hun rekening moeten checken
vooraleer ze betalen. U heeft dan natuurlijk gezegd: de fout is opgelost, enz.
Maar ik heb toch twee kleine vraagjes.
Hoe kan het zijn dat een klant die fout moet ontdekken, en niet onze provinciale diensten?
Wat gaat u in de toekomst doen moesten zo’n fouten nog gebeuren? Hoe gaat u dat
voorkomen?
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
119
Nr. 14/3 van de agenda
Interpellatie in verband met de groepsaankoop energie,
ingediend door mevrouw Inge Michielsen (open vld).
Interpellatie
Enkele aandachtspunten naar aanleiding van recente communicatie
aangaande de groepsaankoop energie.
Foute facturatie Lampiris en Eni.
“De groepsaankoop energie van de provincie Antwerpen is al jaren een van de
grootste van het land. Dit jaar wonnen Lampiris en concurrent Eni omdat ze de
laagste prijs boden voor één jaar gas en elektriciteit. Maar de tienduizenden
deelnemers die voor Lampiris kozen, kwamen bedrogen uit omdat Lampiris voor
gas de helft meer aanrekende dan was overeengekomen. Dat ontdekte
gepensioneerde ingenieur Gilbert Bortels uit Geel, in de Kempen…. Ook Eni- de
andere winnaar van de groepsaankoop- moest vorige week een rechtzetting
rondsturen omdat ze foute voorschotfacturen verstuurde.” Het Nieuwsblad, Gazet
van Antwerpen, dd. 15/2/2016.
In de pers van 15/2/2016 vernemen we dat de winnaars van de groepsaankoop in
2015; Lampiris en Eni, foute bedragen aanrekenden. Een tussenkomst van de
provincie Antwerpen is nodig om deze fouten recht te zetten. Zowel bij het eerdere
probleem met de verbrekingsvergoeding van Essent, als bij de foute aanrekeningen
van Eni en Lampiris, neemt de provincie Antwerpen haar verantwoordelijkheid op.
De vraag stelt zich of Ichoosr die in opdracht van de provincie de groepsaankoop
organiseert hier ook een verantwoordelijkheid draagt? Immers, zij verricht haar
opdracht tegen een forfaitaire vergoeding van 25 EUR voor elke omschakeling in
elektriciteit of in gas. Aangezien er volgens de provincie Antwerpen
78.000 gezinnen omgeschakeld zijn heeft Ichoosr een vergoeding gekregen van
tussen 1.950.000 EUR en 3.900.000 EUR.
Kan het bestuur Ichoosr opleggen om niet enkel de prijszetting bij aanbesteding
van de groepsaankoop te controleren, maar om ook de voorwaarden van de
aanbesteedde contracten op te volgen? In ieder geval is dit een aandachtspunt dat
kan meegenomen worden voor een mogelijke nieuwe aanbesteding in 2017 voor de
organisatie van groepsopdrachten.
Besparingen dankzij de groepsaankoop.
In het persbericht van de Provincie Antwerpen van 23/12/2015, “hoge energieprijs
doet groepsaankoop pieken”, wordt informatie gegeven aangaande het resultaat
van de groepsaankoop in 2015.
“Tijdens de veiling deden Eni en Lampiris het scherpste bod voor elektriciteit en gas
met een korting van 33%. Deelnemers met alleen elektriciteit krijgen bij Eni een
korting van 29%. De geboden korting is berekend ten opzichte van het gewogen
gemiddelde van vergelijkbare tarieven van de 6 grootste energieleveranciers.”…
“Dit jaar zorgde de groepsaankoop groene stroom ervoor dat er 34.000 ton CO2
minder uitgestoten wordt.”
De elektriciteitsprijs op de internationale markt is met 20 tot 25% gedaald. De
effectieve prijsbesparing toe te schrijven aan de groepsaankoop zal bijgevolg geen
33% of 29% bedragen, maar hooguit het verschil. Om na te gaan welke besparing
de groepsaankoop werkelijk heeft geregenereerd vroeg ik in een schriftelijke vraag
welke soort contracten er gebruikt zijn. Het antwoord dat het contracten zijn die
het best aansluiten bij het aangeboden contract van de groepsaankoop geeft
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
120
onvoldoende informatie. Graag had ik de namen van de zes leveranciers en van de
contracten gehad om de besparing te berekenen.
Voor wat betreft de vermelde besparing van 34.000 ton CO2 blijkt dat deze
berekend is op het verschil tussen groene stroom en gemengde stroom, maar niet
op basis van het verschil in contracten voor en na de omschakelingen van de
groepsaankoop.
De besparingen van 33%-29% in de tarieven, en de besparing van 34.000 ton CO2
zijn met andere woorden niet zuiver te danken aan de groepsaankoop an sich. Het
punt is dat de cijfers voor interpretatie vatbaar zijn, en dat de voordelen van de
groepsaankoop niet eenvoudig te bewijzen zijn.
Blijven de prijzen vergelijken.
In De Standaard van 5/1/2016 wordt door de Creg-directeur aangehaald dat
verouderde energiecontracten meestal te duur zijn. “Honderdduizenden
energieklanten zitten met een slapende elektriciteits- of aardgascontract:
contracten die niet langer actief worden aangeboden op de markt.” “Blijven de
prijzen vergelijken is meer dan ooit de boodschap”, benadrukt Creg-voorzitster
Marie-Pierre Fauconnier.
In deze zin is het interessant om terug te komen op de bespreking van de
groepsaankoop in de raadscommissie Energie van 24/09/2013. Naar aanleiding van
een vraag over de noodzaak om meer dan één keer per jaar de tarieven te toetsen,
antwoordt mevrouw Verhaert dat de provincie van plan is om vanaf volgend jaar –
d.i. vanaf 2014- de groepsaankoop frequenter te organiseren: een aantal keer per
jaar.
Vandaar de vraag waarom dit plan om meerdere keren per jaar de groepsaankoop
te organiseren niet is toegepast?
In aansluiting op de tussenkomst van collega Willekens zou ik overigens willen
beamen dat het belangrijk is dat de provincie erop wijst om permanent de tarieven
de toetsen, ook los van de groepsaankoop. Op deze wijze kunnen ook de kleine
leveranciers op de energiemarkt bevraagd worden. Immers, deze kleine spelers, die
evengoed groene stroom tegen concurrentiële prijzen kunnen leveren, vallen bij de
groepsaankoop uit de boot, gelet op de administratieve kost en de omvang van de
levering die de groepsaankoop betekend.
VOORZITTER.- Mevrouw Michielsen heeft het woord.
Mevrouw MICHIELSEN.- Voorzitter, collega’s,
Ik dacht dat een voorprogramma alleen voor echte sterren was weggelegd, maar blijkbaar
mogen provincieraadsleden daar soms ook van genieten.
In verband met de groepsaankoop: de gedeputeerde zal het al geweten hebben, ik ben mij
gaan ingraven in het dossier groepsaankoop. Als je u ingraaft in een dossier, uiteraard, zal
elk intellectueel begaafd persoon daar bepaalde kanttekeningen bij plaatsen. Ik heb er nu
drie. Het is misschien maar het begin van het verhaal, maar ik heb er nu drie.
De insteek is altijd een persartikel geweest, iets dat ik gelezen had in de pers, of via de
persberichten van de provincie.
Voor het eerste sluit ik aan bij wat de collega heeft gezegd: de foute facturatie van
Lampiris, en blijkbaar ook daarvoor een fout die bij Eni was gebeurd, en waar dat de
provincie is tussengekomen en haar verantwoordelijkheid heeft genomen om deze fouten
recht te zetten. Nu stelt zich bij mij wel de vraag of dat Ichoosr, die de begeleiding heeft
gedaan bij de groepsaankoop, niet alleen verantwoordelijk kan gesteld worden voor de
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
121
controle van de offertes die binnenkomen en daaruit de beste distilleren, maar of dat zij
ook zouden kunnen aangesproken worden om ook de opvolging, de uiteindelijke prijszetting
naar de klanten toe, mee op te volgen. Ik zou toch even willen vermelden dat zij voor hun
opdracht in deze groepsaankoop toch een niet onaanzienlijk bedrag tussen 1.950.000 of
3.000.000 EUR mocht ontvangen. Het zal er ergens tussen liggen. Terzijde van die
inkomsten gewoon de vraag of dat zij kunnen aangesproken worden?
Tweede kanttekening, tweede persartikel: dat is een persartikel dat vanuit de provincie
zelf vertrokken is waarin informatie wordt gegeven over het resultaat van de
groepsaankoop. Om het even samen te vatten tot de essentie: daar wordt gezegd dat men
dankzij de groepsaankoop enorme besparingen heeft kunnen doen in CO2-uitstoot, en dat
men ook dankzij de groepsaankoop tot 33% heeft kunnen besparen in prijs naar energie
toe. Ik heb er dan wat informatie over opgevraagd, omdat ik dat wou toetsen. Ik ben daar
heel nieuwsgierig in. Ik heb informatie gekregen, maar bij deze toch wel de vraag om mij
heel concreet de contracten te geven waar men naar verwijst en de leveranciers, zodanig
dat ik die berekening kan nakijken.
Maar ik zou toch wel willen stellen, en dan verwijs ik naar het volgende punt, dat een
besparing ook maar een momentopname is, het moment van de toewijzing van die
contracten. In een volgend persartikel benadrukt mevrouw Marie-Pierre Fauconnier, waar
nu blijkbaar weer een en ander rond te doen is, voorzitster van de CREG, zelf dat men
permanent de prijzen moet vergelijken op de markt. Dan sluit ik ook weer aan op een
tussenkomst van mijnheer Willekens, die ook heeft gezegd: is het niet de taak van de
provincie om de inwoners te blijven wijzen op het feit dat zij permanent moeten
vergelijken om steeds de beste prijs te kunnen genieten.
Ik heb ook de commissieverslagen nagekeken, en er is een commissieverslag van 2013 waar
de aanbesteding van de groepsaankoop aan Ichoosr en concurrenten wordt besproken. Daar
heeft iemand de vraag gesteld of het niet mogelijk is om de groepsaankopen frequenter te
organiseren. U heeft daar zelf op geantwoord: dat is zeker mijn bedoeling, ik zou dat een
aantal keren per jaar willen organiseren. Dus ook heel concreet weer: waarom is dat niet
uitgevoerd? Waarom wordt dat niet meerdere keren per jaar georganiseerd?
Ik zou ook willen vragen om bij de nieuwe aanbesteding toch aandacht te willen hebben
voor kleine leveranciers die door de administratieve last die de groepsaankoop met zich
meebrengt misschien een beetje uit de boot geprezen worden.
Dit zijn een aantal kanttekeningen, en ik had daar graag een antwoord op gehad.
VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord.
Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Dank u wel, collega’s.
Het was een goed verhaal. Een 83-jarige ingenieur die duizenden mensen redt van een te
hoge factuur. Ik vond het zelf ook een goed verhaal. Dat is daarmee ook dat ik de man heb
gevraagd om alsjeblieft zijn verhaal te brengen aan de pers, want VTM was op zoek naar
getuigen en vond er geen. Ik had die man al eens eerder aan de mail gehad. We hadden een
fijne conversatie gevoerd. Ik heb hem gebeld en gevraagd: bent u bereid de pers te woord
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
122
te staan. Ach mevrouw, zei hij, ik ben eigenlijk te oud. Ik zeg: ach, mijnheer dat bestaat
niet. Hij was vooral erg gecharmeerd door de oplossing die snel door de provincie was
geleverd.
Want, collega’s, de waarheid heeft ook haar rechten. En de waarheid is deze: dat de reden
waarom iets zoals dit nu, de fout van Lampiris, in de pers is geraakt is omdat de oplossing
die door de provinciale ambtenaar en Ichoosr is gedetecteerd, en die wij hebben laten
rechtzetten bij Lampiris, werd gecommuniceerd. Het is daardoor dat de pers is beginnen
kijken van: er was blijkbaar een probleem, maar in tussentijd was dat probleem al opgelost.
Wij hadden daar natuurlijk meteen opgezeten, en, sta me ook toe om dat te zeggen, samen
met onze energieambtenaar, samen met de mensen van Ichoosr, ook een aantal erg
betrokken groepsaankopers. Ik ben er heel erg blij om, en wij zien die groep elk jaar
groeien: mensen die zich terdege betrokken voelen, die corresponderen. Dat is werkelijk
aandoenlijk. Ik krijg soms ook handgeschreven brieven van mensen die allerlei dingen
vragen. Ze kunnen bij ons ook ten allen tijde te rade komen. Zo is dat gelopen.
U vraagt dan: wat kunnen we doen om dat in de toekomst te vermijden? Ik denk, collega’s,
dat wij vooral moeten blijven doen dat wat wij al jaren doen. Namelijk goed opletten, en
zoals u zegt mevrouw Michielsen: niet alleen waken over het goeie verloop van de
inschrijvingen van de participanten, maar ook van de leveranciers en het verloop van de
veiling, maar zoals we nu ook al jaren doen, daarna ook de correcte uitvoering van. Het is
dankzij die correcte uitvoering door onze energieambtenaar en de mensen van Ichoosr dat
we er ook meteen opzitten. Nu, wanneer er een manuele fout is gebeurd, maar evengoed
wanneer er leveranciers zijn die soms een beetje de kantjes er af willen lopen. Die soms
proberen een loopje te nemen met de regelgeving, en die bijvoorbeeld verdoken
verbrekingsvergoedingen terug willen invoeren. We moeten net hetzelfde blijven doen als
wat we gedaan hebben een aantal jaren geleden toen we een massale protestactie hebben
op touw gezet. We hebben toen namelijk honderden protestbrieven richting federale
ombudsman Energie gestuurd om te zeggen: er zijn hier teveel leveranciers die denken dat
ze niet één maar twee verbrekingsvergoedingen kunnen aanrekenen. Dat kan niet, dat is
tegen de geest van wet in. Dat protest, al die vele brieven, heeft ook gevolg gehad. Dat is
opgenomen in het federale parlement. Men heeft toen gezegd: die twee
verbrekingsvergoedingen, dat kan niet. Daar is geen sprake van. Dat is tegen de geest van
de wetgeving. Daar houden we mee op. En een beetje later heeft men in de toenmalige
regering gezegd: we gaan die verbrekingsvergoedingen helemaal afschaffen, want dat is
niet meer van deze tijd. Dus ik denk dat wij samen, het is een beetje van vorige legislatuur
geleden, maar een aantal van jullie zaten hier toen ook, daar best trots op kunnen zijn.
Want dat hebben wij hier vanuit de provincie Antwerpen gerealiseerd, dat mensen vandaag
de dag, van maand tot maand gewoon weg kunnen bij een leverancier zonder dat ze daar
een verbrekingsvergoeding voor moeten betalen.
Om kort op uw laatste vraag te antwoorden. We moeten gewoon blijven doen wat we nu
doen, want dat loopt.
Heel kort over het eerste deel van uw vraag. U zegt: een tweede leverancier is in de fout.
Er is aan een beperkte groep van mensen een communicatiefout geweest, maar geen fout in
de aanrekening van de voorschotfactuur. Ook dat was iets dat we van meet af aan gezien
hadden en hebben laten rechtzetten.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
123
U stelt dan de vraag wat we allemaal kunnen controleren. Dat heb ik net gezegd, de
voorwaarde voor leveranciers om in te schrijven bij de veiling, naderhand ook wat ze doen
in opvolging daarvan: voorschotfacturen, eindfacturen. Wij staan altijd ter beschikking in
samenspraak met Ichoosr om vragen te beantwoorden.
Dan hebt u vragen over de vergelijkingsbasis. De vergelijking die is eigenlijk 100% zuiver.
Wij kijken altijd naar de actuele acquisitiecontracten. Dat zijn contracten die nieuwe
klanten kunnen afsluiten in de maand waarin de veiling ook plaatsvindt. Dus een daling of
een stijging op de internationale markt heeft geen enkel effect op die korting, want als de
markt daalt dan dalen die acquisitieprijzen ook, en als die stijgt dan stijgen de
acquisitieprijzen ook. Het aanbod van die groepsaankoop moet je daarom dus altijd
vergelijken met de meest vergelijkbare producten in die maand. Anders ben je appelen met
peren aan het vergelijken. Wij hebben altijd de leveranciers bij mekaar genomen die een
overgroot deel van de markt samen in beslag nemen, en dan gekeken naar hun producten die
het meest aansluiten op ons product. Want opnieuw, je moet appelen met appelen
vergelijken.
Ik heb die hier allemaal voor u opgelijst. Als u wil lees ik ze voor, maar ik kan ze ook in het
verslag laten bezorgen. Ik denk dat dit net zo handig is. Maar wees gerust, het is zeer
vergelijkbaar. Het gaat inderdaad over 6 leveranciers die samen het gros van de markt
bestrijken.
Wat we ook bijkomend doen is een vergelijking bieden aan onze participanten wat betreft
het verlengingstarief, want iedereen is vandaag al klant. Stel, we houden vandaag een
groepsaankoop, een veiling, je krijgt het resultaat, dan krijg je niet alleen de vergelijking
met de gemiddelde marktprijs, maar evengoed met het verlengingstarief van jouw
leverancier. Stel dat je zou blijven, zodat je ook dat wilt, dat kan je perfect online mee
volgen, dus volledig transparant.
Dan hebt u het over de CO2. Wat hebben we daar nu werkelijk bespaard? Ik durf u daar
zeggen dat wij eerder hebben onderschat dan overschat. Want wat doen wij? Wij zeggen:
groene stroom, dat is wat wij kopen, rekenen wij niet aan à gram/kWh C02-uitstoot. Dat
zouden we kunnen doen, maar wij denken dat wij ons dan misschien rijk aan het rekenen
zijn. Dus we gaan dat niet doen. Wij rekenen daar 90 gram/kWh C02-uitstoot, omdat je bij
de productie toch wel iets van uitstoot hebt. Wij vergelijken dan niet met de individuele
contracten, daar is een eenvoudige reden voor. Niet alle facturen vandaag specifiëren waar
hun stroom precies vandaan komt. Maar wij zijn daar pessimistischer in dan we in theorie
zouden kunnen zijn, want we vergelijken niet met grijze stroom, waar eigenlijk wel wat
argumenten voor zijn om te doen. Weet u waarom? Er is niemand die zoveel slapende
klanten wakker maakt als juist een provinciale groepsaankoop. Slapende klanten zijn
mensen die nog nooit van contract veranderd zijn. Die zitten nog altijd bij hun standaard
leverancier. Dat is Electrabel of Luminus. Dat was grijze stroom. Dat hebben we bewust
niet gedaan. We hebben gezegd: we vergelijken niet met grijze stroom. We vergelijken
met gemengde stroom. Wat die gemengde stroom betreft, ook daar moet je dan een
bepaling doen van hoeveel uitstoot C02 is dat dan per kWh. Daar hebben we ook een beetje
pessimistischer gerekend dan wat men in het milieurapport in Vlaanderen doet. Het
milieurapport in Vlaanderen rekent 275 gram C02-uitstoot, terwijl wij 209 gram
CO2-uitstoot rekenen. Dat is trouwens ook exact de manier waarop wij rekenen wanneer
we praten over onze klimaatneutrale organisatie.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
124
Dus collega, wij zijn echt aan het onderramen, eerder dan aan het overramen gezien de
cijfers die wij hanteren.
U hebt dan nog een vraag gesteld over het belang van het vergelijken. Regelmatig eens
kijken naar de prijzen: zit je nog wel scherp. U hebt daar absoluut gelijk in. En weet je
wat, ik kan die mantra bijna in mijn slaap oplijsten, want we gaan zo ongeveer een 100 keer
per jaar rond met infosessies over die groepsaankoop. En een van de eerste dingen die wij
zeggen is: beste mensen in de zaal, of je nu met ons met een groepsaankoop meedoet of je
gaat individueel de markt verkennen, of je gaat een V-test afleggen, voor ons even goede
vrienden, maar onthoud alsjeblieft één ding: hou 1 keer per jaar je elektriciteits- en je
gasfactuur kritisch tegen het licht want dat is een beetje zoals naar de tandarts gaan. Je
doet dat niet per se voor je plezier, maar je moet dat doen voor je eigen goed. Dat is wat
wij keer op keer op keer zeggen, trouwens in zeer goede samenspraak met de mensen van
de VREG die dat ook zullen beamen.
Dan hebt u het nog over meermaals organiseren. Jazeker, wij zijn dat niet vergeten. Maar
een nieuw model opzetten vergt natuurlijk ook veel gesprekken met leveranciers, en die
zijn we nog aan het voeren. Dat duurt een beetje langer dan wij gedacht hadden. In
tussentijd is er wel iets anders wat je zou kunnen doen, en wat we ook regelmatig doen.
Namelijk er zijn andere provincies die ons voorbeeld hebben gevolgd. Er zijn ook
coöperatieven die ons voorbeeld hebben gevolgd. En wat wij regelmatig doen als we mensen
krijgen die eigenlijk een beetje te laat zijn voor onze groepsaankoop, is zeggen:
Oost-Vlaanderen heeft er ook één, West-Vlaanderen heeft er ook één, en vice versa. Dus
je hebt nu al een paar keer per jaar de mogelijkheid om aan een groepsaankoop van dat
formaat ook, alhoewel wij zijn wel tot nader order van de groepsaankopen de grootste
aankoop, mee te doen.
Dus in dat andere verhaal, daar kom ik wel eens mee terug. Maar het duurt een beetje
langer dan voorzien.
Dan hebt u het nog over de kleine leveranciers. Ja, ik ben het daar mee eens. Ik denk dat
je moet oog hebben voor de kleintjes. Het is zo dat toen wij 5 à 6 jaar geleden startten,
Essent toen geen grote speler was, die had maar een heel beperkt marktpercentage in
Vlaanderen. Die zijn toen mee gegaan in onze oefening, en die hebben gewoon een paar keer
op rij de groepsaankoop binnengehaald en zijn daardoor eigenlijk gegroeid. Maar ook
vandaag nog zijn er verschillende kleinere leveranciers die wel meedingen. Die daarom niet
per se winnen, maar in Oost-Vlaanderen heeft laatst Elegant bijvoorbeeld gewonnen. Op
zich heeft de grootte van een energieleverancier geen impact op de prijzen per se. Dat
hangt af van hoe clever je bent in de sourcing, en ze kunnen absoluut meedoen. Daar is
geen enkele belemmering. Het enige wat wij helemaal in het begin ooit eens hebben gezegd
tegen een leverancier die echt heel klein zag, toen wij zagen welke proporties het begon
aan te nemen, was: doe gerust mee, maar weet dat als je wint je het ook wel zonder
gekraak en machinerie moet kunnen leveren. Die leverancier heeft toen op dat ogenblik er
van af gezien. Maar er zijn al tal van anderen geweest die hebben meegedongen en soms
ook gewonnen.
Dank u wel.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
125
VOORZITTER.- Mevrouw Michielsen heeft het woord.
Mevrouw MICHIELSEN.- Dank u, mevrouw Verhaert.
Ik had graag nog een repliek gegeven op de informatie die u mij geeft. Met daar de laatste
dagen enorm mee bezig te zijn denk ik dat ik zelf tot een bepaald besef ben gekomen dat
het grote probleem aangaande die energiecontracten een soort van analfabetisme is bij de
mensen. Als ik erover spreek merk ik dat dagelijks. Als ik dan zeg: kunt u uw contract
terug bekijken, antwoorden de mensen mij dan: neen, want wij zitten vast voor een jaar.
Dan zeg ik: dat is niet. Maar men neemt dat van mij nog niet aan. Ik ben daar misschien ook
nog niet zeker genoeg van de moment dat ik het vertel. Daar schuilt volgens mij het belang
van wij als overheid, als provincie, in. Dat wij voldoende communiceren, niet alleen hoe goed
dat de groepsaankoop is, maar vooral, en dat is dan iets waar ik zou willen voor pleiten, dat
u dat meeneemt met elke volgende communicatie. Dus ook in het persbericht in het kader
van de groepsaankoop zeggen van: de groepsaankoop is dit, en biedt dat als voordeel, maar
alsjeblieft wacht niet op de volgende groepsaankoop, u bent vrij als particulier om op gelijk
welk moment te vergelijken via de VREG-site. U bent vrij zonder verbrekingsvergoeding als
particulier om naar een goedkoper contract te komen.
Even heel concreet, de prijzen zijn weer gedaald naar ik verneem. Ook op dit moment
zitten mensen die hebben ingetekend op de groepsaankoop bij één van de twee partijen
met een vaste prijs die niet mee evalueert met de energieprijzen op dit moment. Gelet op
het feit dat tussen de laatste groepsaankoop en vandaag de dag de energieprijzen weer
gedaald zijn zouden we eigenlijk zelfs als provincie moeten konde maken dat die mensen
moeten evalueren en zouden kunnen overgaan naar een goedkopere energieleverancier. Ik
denk dat daar onze taak ligt om dat vooral te communiceren.
VOORZITTER.- De heer Willekens heeft het woord.
De heer WILLEKENS.- Daarbij aansluitend heb ik twee kleine dingen.
U sprak daarstraks ook over Essent. Daar lopen nu nog steeds klachten tegen Essent. Wat
is daar het probleem?
Ik vind ook het volgende, men biedt een variabel tarief aan met een groepsaankoop en men
doet uitschijnen dat variabel tarief gewoon afhankelijk is van de fluctuatie van de markt,
wat niet echt waar is met een variabel tarief. Kan die leverancier van energie daar mee
spelen? Wat geresulteerd heeft in de vorige groepsaankoop dat Essent na maand 1 waarop
de mensen klant zijn geworden, diezelfde aanbieder Essent de allerduurste was op de
markt na maand 2. Zo was de groepsaankoop provincie Antwerpen op dat moment, een
maand na inschrijving het duurste af op heel de markt.
Ten tweede, als er gewag wordt gemaakt van de mogelijkheid om die groepsaankoop
meermaals per jaar te organiseren dan denk ik dat u daar ook Ichoosr niet echt warm voor
zult krijgen. Ik denk dat u heel goed weet waarom. De afspraak die Ichoosr heeft met de
verschillende leveranciers zijn ook in die mate dat de commissies die Ichoosr nu
binnenrijft voor elke aansluiting dat er gebeurt ook wel gebonden zijn tot termijnen, en
dat daar een clawback, zoals dat heet, mooi opzit als die klant binnen het jaar vertrekt.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
126
VOORZITTER.- Mevrouw Naert heeft het woord.
Mevrouw NAERT.- Ik zou toch nog een heel ander aspect van heel de zaak willen naar voor
brengen, meer bepaald ook ons standpunt inzake energie.
Energie is een basisbehoefte van de mensen, en dat moet duurzaam zijn en goedkoop. Meer
en meer mensen worden zich daarvan bewust. Dat merken wij door het succes van onze
petities die wij gedaan hebben om de BTW van 21 naar 6% te brengen voor elektriciteit.
Jammer genoeg heeft dat niet lang genoeg in de praktijk geweest. Ook is er het succes van
onze campagne tegen de Turteltaks, en ook het groeiend succes van de groepsaankoop. De
mensen worden zich bewust van energie. De moeilijkheden die wij nu ondervinden en die
hier in de voorbije discussie naar voor zijn gebracht staaft toch onze opvatting dat
energie, zowel productie als distributie, niet in handen van de privé kan gelaten worden en
dat dit eigenlijk openbare sector moet zijn.
We moeten als samenleving zelf kunnen bepalen welke energiesector we morgen willen. Dat
moet duurzaam zijn en democratisch goedkoop, en dat is openbare dienstverlening. Mensen
hebben recht op betaalbare eerlijke tarieven, in plaats van volop in te zetten op het
perfectioneren van de jungle van de vrije markt. Met ondoorzichtige tariefformules en
graaiende energiebedrijven willen we de vrije markt aan banden leggen. Ik denk dat het
hier duidelijk naar voor is gebracht zowel door collega Michielsen, maar ook door de
gedeputeerde, dat die geprivatiseerde energiesector een echt ondoorzichtig kluwen is, en
dat er veel maatschappelijke energie verspild wordt om daar zowel door het individu, of wij
als overheid onze weg daar in te vinden.
De liberalisering is failliet op dat vlak. Dus wij moeten als overheid de consument
beschermen. Dat doen wij effectief door groepsaankopen. Ook GDF Suez hebben bewezen
dat ze niet in staat zijn om betaalbare, duurzame energie te voorzien voor iedereen. Ik
denk dat dit hier toch ook eens in dit debat kon naar voor gebracht worden. Het kost
enorm veel geld. Als ik zie wat Ichoosr krijgt veronderstel ik dat de leveranciers dat geld
betalen. Er zou heel veel geld maatschappelijk geld van de belastingbetaler op alle vlak
kunnen bespaard worden als we dat in eigen handen zouden nemen, en zelf zeggen dat het
kan. Dat is zo in Frankrijk. Dat is geen utopie. Het is zo Duitsland in bepaalde steden. De
stad München heeft een eigen bedrijf van energie en levert 95% van de energie aan haar
inwoners. Dat is nog altijd de meest veilige manier.
VOORZITTER.- De heer Vandendriessche heeft het woord.
De heer VANDENDRIESSCHE.- Omdat het debat nu toch geopend is zouden wij ook nog
willen herhalen dat ook de screening van de groene stroomproducent zelf daar ook in dat
verhaal mee wordt genomen in verband met de CO2-uitstoot. Ik verwijs naar Essent.
Essent scoort in alle rankings behoorlijk laag. Dus dat blijft ook nog een prioritair punt
voor ons: die voorwaarden die de overheid zelf kan opleggen voor groene stroom
producenten.
VOORZITTER.- De heer Willekens heeft het woord.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
127
De heer WILLEKENS.- Ik wil nog heel even terugkomen op het begin van uw repliek,
gedeputeerde. U begint met te zeggen dat het toch een mooi verhaal is.
Maar wat ik mij afvraag is dat u ofwel een bepaald verhaal vertelt in de media, ofwel
vertelt u hier een verhaal. Maar waar ligt de waarheid nu uiteindelijk nog?
Als ik u in de media mag geloven, ofwel liegt u tegen de media, dat kan ook, zegt u daar:
Lampiris, of ze dat nu expres hebben gedaan of niet daar wil ik mij niet over uitspreken. U
gaat ook verder met te zeggen: nadat die heer Bortels ons heeft gecontacteerd zijn we
nadien de boel in de gaten gaan houden.
Ofwel doet u daar een uitspraak die niet correct is, ofwel komt u hier met een verhaal om
de boel een beetje in te dekken. Ik weet op de duur niet meer echt wat ik mag geloven en
wat niet.
Als ik de gezichten van uw collega’s daarnet zag deed mij dat toch ook iets anders
vermoeden.
VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord.
Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Om met het laatste te beginnen. Het is effectief zo
dat wij de oplossing hadden aangereikt toen het in de media kwam. Daardoor is het in de
media gekomen. Omdat mensen brieven kregen waarin de oplossing stond vermeld. De
media was daarna op zoek naar getuigen. Wij hebben die aangereikt. Maar de oplossing was
door ons al gevonden, en kort daarna waren er groepsaankopers die ook melding maakten.
Zo gaat dat elke keer als wij een probleem tegenkomen met leveranciers, of het nu was
over een manuele fout, of zoals ik net vertelde mensen die er de kantjes van proberen
aflopen.
Mevrouw Michielsen, een vergelijking: ja. Ik vind dat u absoluut gelijk hebt. We moeten
dat blijven zeggen. We doen dat ook. Ik vind dat we nog iets meer moeten zeggen. Ik vind
dat mensen heel blij kunnen zijn met het werk dat de provincie Antwerpen al die jaren
heeft geleverd, want het is mede dankzij onze protestactie dat het uitstappen waar u het
over heeft, maand op maand mogelijk is geworden. Dus zegt u dat maar met heel veel
vertrouwen, want wij hebben daar samen voor gezorgd.
Slapende klanten, dat wil ik toch nog eens benadrukken, ook dat komt regelmatig in de
media naar voor dat dit toch nog een probleem is dat mensen niet voldoende beseffen dat
ze vrij zijn om te kiezen en te gaan naar waar ze willen. Er is geen mechanisme zo krachtig
als dat van de groepsaankoop om juist die slapende klanten wakker te maken. Dat heeft te
maken met ontzorging. Dat je gerust bent, dat je er niet alleen voor staat. Dat geldt zowel
voor het overstappen als eventueel een probleem dat rijst dat je kan oplossen. Je kan het
natuurlijk alleen proberen, maar het is doorgaans een beetje moeilijker dan wanneer je een
grote groep bent.
De meermaalse oefening per jaar: u vergist zich. Wij doen dat in heel goede, en nauwe
samenspraak met Ichoosr. Die zijn daar helemaal niet tegen. De meermaalse oefening zijn
we samen met hen aan het doen. Dus u vergist zich.
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
128
De screening van de producten, daar ben ik het ook mee eens. Daarom dat wij ook heel
duidelijk stipuleren wat wij willen kopen: 100% groen. En ik weet wel, er komen regelmatig
van die berichten van Greenpeace bijvoorbeeld waar ze rankings maken over welke
energiebedrijven heel groen zijn en welke minder. Natuurlijk, wij dragen wel bij om alle
energiebedrijven te vergroenen, want hoe meer vraag je maakt naar 100% groen, hoe meer
productie er ook zal volgen. We kunnen dat niet alleen natuurlijk, maar het is wel een
bijdrage die wij leveren.
Dan wou ik nog één ding meegeven. Sinds het verhaal over de fout die rechtgezet is bij
Lampiris hebben we weer een forse opstoot gekregen in voorinschrijvingen. Dus dat
belooft weer voor de volgende ronde. Ik denk dat we op een kleine week tijd weer
112 extra voorinschrijvingen hadden, terwijl de echte inschrijvingen nog niet eens lopen.
Dat is fors meer dan gebruikelijk de weken daarvoor.
Dank u wel.
VOORZITTER.- De heer Van Hove heeft het woord.
De heer VAN HOVE.- Dank u, voorzitter.
Voor alle duidelijkheid zou ik toch nog eens iets willen vragen, want ik heb nu drie varianten
gehoord van hetzelfde verhaal. Toen dat u uw eerste versie hier kwam brengen zag
iedereen hier duidelijk onmiddellijk overleg bij uw vier collega’s. Ik zag daar direct
ongeloof. Ik zag daar direct verbazing. Ik zag zelfs bij een gedeputeerde wat ontzetting in
zijn ogen van wat wordt hier allemaal naar voor gebracht. Is deze uitleg versie 1, 2 of 3?
U mag zelf kiezen, of misschien is er nog een versie 4 die wij niet mogen weten. Staat de
volledige deputatie achter de uitleg van gedeputeerde Verhaert?
VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord.
De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Mijnheer Van Hove, u bent waarschijnlijk een
fantastisch man in het liplezen, en in het omgaan met lichaamstaal, en dergelijke meer. Dit
antwoord is vanmorgen op de deputatie besproken en goedgekeurd.
VOORZITTER.- Dan kunnen we deze discussie sluiten.
De openbare vergadering is gesloten. Ik vraag aan het publiek om de zaal te verlaten zodat
wij verder kunnen gaan met de besloten vergadering.
De raad gaat in besloten vergadering om 15.42 uur.
VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2016
129
15. BESLOTEN VERGADERING
Nr. 15/1 van de agenda
Provinciale Commissie voor Ruimtelijke Ordening (PROCORO):
wijziging samenstelling. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Men gaat over tot de geheime stemming. 60 leden nemen eraan deel. Er zijn
55 stemmen ja en 5 onthoudingen, zodat het voorstel is goedgekeurd.
Nr. 15/2 van de agenda
Interpellatie in verband met een melding door een personeelslid
aangaande het overtreden van regels in het Arenberg
openluchttheater Rivierenhof te Deurne,
ingediend door Inge Michielsen (open vld).
Interpellatie
De interpellatie in verband met de melding van het personeelslid wordt behandeld.
De vergadering wordt gesloten om 16.59 uur.