Nota verbonden partijen - Jeroen Louis, maart 2013

26
1/26 Nota verbonden partijen Schieland en de Krimpenerwaard Versie: 15 maart 2013

description

 

Transcript of Nota verbonden partijen - Jeroen Louis, maart 2013

Page 1: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

1/26

Nota verbonden partijen

Schieland en de Krimpenerwaard

Versie: 15 maart 2013

Page 2: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

2/26

Inhoudsopgave

Inleiding ............................................................................................................. 4

1.1 Doel van deze kaderstellende nota................................................................. 4 1.2 Relevantie voor de verenigde vergadering ...................................................... 4 2 De verschillende soorten verbonden partijen ........................................... 6

2.1 Wettelijke definitie verbonden partijen ........................................................... 6 2.2 Soorten verbonden partijen .......................................................................... 6 2.3 Publiekrechtelijke verbonden partijen ............................................................. 6

2.3.1 Wat is een gemeenschappelijke regeling .................................................. 7 2.3.2 Soorten gemeenschappelijke regelingen .................................................. 7 2.3.3 Een gemeenschappelijk orgaan zonder rechtspersoonlijkheid ..................... 7 2.3.4 Een gemeenschappelijke regeling waarbij een openbaar lichaam is ingesteld 8 2.3.5 Kenmerken van een gemeenschappelijke regeling ..................................... 8 2.3.6 Het doel van een gemeenschappelijke regeling ......................................... 8 2.3.7 Het oprichten van een gemeenschappelijke regeling .................................. 8 2.3.8 Het bestuur van een gemeenschappelijke regeling .................................... 9

2.4 Privaatrechtelijke verbonden partijen ............................................................. 9 2.4.1 Wat is een privaatrechtelijke rechtspersoon ............................................. 9 2.4.2 Soorten privaatrechtelijke rechtspersonen ............................................... 9 2.4.3 Stichtingen .........................................................................................10 2.4.4 Verenigingen .......................................................................................10 2.4.5 Vennootschappen ................................................................................10 2.4.6 Het doel van een privaatrechtelijke rechtspersoon ...................................11

2.5 Publiek-Privaatrechtelijke Samenwerkingsverband (PPS) .................................11 3 Kaders voor de verbonden partijen ........................................................ 12

3.1 Het Waterschapsbesluit ...............................................................................12 3.2 Wet Financiering decentrale overheden .........................................................12 3.3 (Ministeriële) Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen .12 3.4 Wet gemeenschappelijke regelingen .............................................................13 3.5 Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Schieland en de Krimpenerwaard 13 3.6 Reglement van bestuur voor het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard ...................................................................................................13 3.7 Nederlandse code voor goed openbaar bestuur ..............................................13 3.8 Algemene wet bestuursrecht ........................................................................13 3.9 Burgerlijk wetboek ......................................................................................14 3.10 Wet op de ondernemingsraden .....................................................................14 4 Het aangaan van een verbinding ............................................................ 15

4.1 Afwegingskader ..........................................................................................15 4.2 Business case ............................................................................................16 4.3 Juridische aspecten .....................................................................................16 4.4 Beslissing: no go/ go ..................................................................................17 4.5 Evaluatie verbonden partijen........................................................................17 4.6 Beëindiging deelname verbonden partijen......................................................17 5 Risicoprofielen van verbonden partijen .................................................. 18

5.1 Bestuurlijke risico’s .....................................................................................18 5.2 Financiële risico’s ........................................................................................19 5.3 Operationele risico’s ....................................................................................19 5.4 Risicoprofielen ............................................................................................19

5.4.1 Regeling met rekening voor gemene rekening .........................................19 5.4.2 Gemeenschappelijke regeling als openbaar lichaam met rechtspersoonlijkheid 19 5.4.3 Stichtingen en verenigingen ..................................................................19 5.4.4 Kapitaalvennootschappen .....................................................................20

Page 3: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

3/26

5.4.5 Publiek-private samenwerking (PPS) ......................................................20 6 Governance-aspecten van verbonden partijen ........................................ 21

6.1 Vaststelling format verbonden partijen door de vv ..........................................21 6.2 Jaarlijkse algemene evaluatie in de commissie AZM ........................................21 6.3 Interne organisatie rondom verbonden partijen ..............................................21 6.4 Medezeggenschap ......................................................................................22 7 Format .................................................................................................... 23

8 Bijlage 1: model business case (ter kennisname) ................................... 25

9 Bijlage 2: lijst verbonden partijen (ter kennisname) ..... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

10 Bijlage 3: Overzicht rollen en taken ............ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Page 4: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

4/26

Inleiding Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard heeft de zorg voor het waterbeheer en de zuivering van afvalwater in het beheersgebied. Deze verantwoordelijkheid is wettelijk vastgelegd. Schieland en de Krimpenerwaard zorgt voor de waterkeringen, het oppervlaktewater en de wegen zodat er veilig en verantwoord gewoond, gewerkt en gerecreëerd kan worden. Vanuit deze verantwoordelijkheid heeft het hoogheemraadschap zich diverse doelen gesteld, die zijn vastgelegd in het Waterbeheerplan en het bestuursprogramma. Deze doelen worden jaarlijks nader geconcretiseerd in de programmabegroting. De uitvoering van de taken die nodig zijn om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen en de doelstellingen kan op drie manieren plaatsvinden: zelf doen, uitbesteden of door een samenwerkingsverband aan te gaan. Door dat laatste ontstaat vaak een zogenaamde ‘verbonden partij’. Hierover gaat deze kaderstellende nota. Complementair aan de verbondenpartijen zijn de samenwerkingsvormen zonder ‘orgaan’ of ‘organisatie’ maar wel met een bepaald risicoprofiel. Deze vallen buiten het bereik van deze nota.

1.1 Doel van deze kaderstellende nota

Deze nota beoogt een kader te scheppen voor het inzetten en evalueren van verbonden partijen en deelnemingen. Daartoe bevat de nota onder meer een definitie van het begrip verbonden partijen en een overzicht van het juridisch kader. In hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van de verschillende soorten verbonden partijen. Hoofdstuk 3 bevat de formele kaders. In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op het aangaan van een verbinding, met onder meer de bestuurlijke overwegingen die daarbij horen, de business case en de juridische aspecten. Bij de afweging zou men moeten uitgaan van het risicoprofiel van een verbonden partij, daarover gaat hoofdstuk 5. De sturing, beheersing, evaluatie en verantwoording van verbonden partijen is het onderwerp van hoofdstuk 6. Het volgende hoofdstuk bevat een standaard format voor de paragraaf verbonden partijen, waarmee de verenigde vergadering kan aangeven welke informatie over de verbonden partijen zij wenst aan te treffen in de programmabegroting en de jaarrekening. De bijlagen bevatten ter kennisname een model voor de business case, de actuele lijst van verbonden partijen, overgenomen uit de meest recente jaarrekening en een overzicht van rollen en taken van bestuur en organisatie inzake verbonden partijen. Deze nota is te beschouwen als kaderstellende nota, zoals bedoeld in de toelichting op artikel 4.11 van het Waterschapsbesluit. In deze toelichting staat dat indien er voor verbonden partijen een actuele kaderstellende nota bestaat, in de voorgeschreven begrotingsparagraaf omtrent verbonden partijen kan worden volstaan met een korte berichtgeving van de stand van zaken voor het desbetreffende jaar. Dit kan in de praktijk aan de hand van het ingevulde format uit hoofdstuk 7 van deze nota.

1.2 Relevantie voor de verenigde vergadering

Deelname aan nieuw op te richten op reeds bestaande verbonden partijen is een manier om een waterschapsdoel te bereiken. Het is aan de verenigde vergadering om te besluiten tot (of in te stemmen met) het aangaan van een dergelijke verbinding1. Aangezien het waterschap verantwoordelijk blijft voor het realiseren van de doelstellingen is er voor het algemeen bestuur een kaderstellende en controlerende taak (toezicht). Het is daarom belangrijk inzicht te houden in de realisatie van doelstellingen,

1 Bij gemeenten is dit anders: op grond van het dualistische stelsel beslist het college van b&w.

Page 5: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

5/26

activiteiten, financiën, risico’s, bestuursverantwoordelijkheden en bevoegdheden van verbonden partijen.

Page 6: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

6/26

2 De verschillende soorten verbonden partijen

2.1 Wettelijke definitie verbonden partijen

Artikel 4.1 van het Waterschapsbesluit bevat de volgende definities:

verbonden partij: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin het waterschap een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht.

financieel belang: een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt;

Elders in het Waterschapsbesluit wordt nog bepaald dat de begroting een paragraaf betreffende de verbonden partijen moet bevatten en dat deze tenminste de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting moet bevatten, alsmede de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen (artikel 4.20 Waterschapsbesluit). De verbonden partijen worden niet geconsolideerd in de begroting en jaarverslaggeving (artikel 4.5 Waterschapsbesluit).

2.2 Soorten verbonden partijen

Verbonden partijen kennen verschillende juridische verschijningsvormen. Het belangrijkste onderscheid is dat tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke verbonden partijen. Bij publiekrechtelijke verbonden partijen gaat het met name om gemeenschappelijke regelingen en bij privaatrechtelijke verbonden partijen om vennootschappen en stichtingen. Er zijn ook partijen denkbaar waarin het hoogheemraadschap wel een financieel belang heeft, maar niet een direct en onmiddellijk bestuurlijk belang. Dit kan bijvoorbeeld een stichting zijn, zonder vertegenwoordiger van Schieland en de Krimpenerwaard in het bestuur. Soms worden dit wel ‘indirect verbonden partijen’ genoemd. Deze voldoen echter niet aan de wettelijke definitie van verbonden partijen, aangezien het een vereiste is dat het waterschap in verbonden partijen zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Hierna volgt een beschrijving van de verschillende soorten verbonden partijen.

2.3 Publiekrechtelijke verbonden partijen

Verschillende overheden en andere openbare lichamen kunnen met elkaar samenwerken in een gemeenschappelijke regeling. Een en ander wordt geregeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr).

Page 7: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

7/26

2.3.1 Wat is een gemeenschappelijke regeling

Een gemeenschappelijke regeling is een samenwerkingsverband tussen twee of meer openbare lichamen, zoals provincies, gemeenten of waterschappen2.

2.3.2 Soorten gemeenschappelijke regelingen

Men onderscheidt verschillende vormen van een gemeenschappelijke regeling:

• een gemeenschappelijk orgaan zonder rechtspersoonlijkheid; • een gemeenschappelijke regeling waarbij een openbaar lichaam is ingesteld.

Beide vormen worden hierna besproken.

2.3.3 Een gemeenschappelijk orgaan zonder rechtspersoonlijkheid

De Wet gemeenschappelijke regelingen biedt de mogelijkheid om een gemeenschappelijk orgaan in te stellen. Dit is een vorm van samenwerking met één bestuur. Het gemeenschappelijk orgaan is een minder zware vorm van samenwerking dan het openbaar lichaam. Het gemeenschappelijk orgaan heeft een beperkte rechtspersoonlijkheid en kan bijvoorbeeld geen eigen personeel in dienst nemen. Ook kunnen aan een gemeenschappelijk orgaan geen regelgevende bevoegdheden worden gedelegeerd. De deelnemende gemeenten kunnen in deze vorm wel beschikkingsbevoegdheden overdragen aan het gemeenschappelijk orgaan. Daarbij geldt de beperking dat de bevoegdheid om belastingen te heffen of anderszins algemeen verbindende voorschriften te geven niet kan worden overgedragen. In de praktijk wordt zelden gekozen voor deze vorm, omdat er bij gebrek aan rechtspersoonlijkheid te weinig mogelijkheden blijken te zijn om langs deze weg krachtdadig te kunnen samenwerken.

Bij deze vorm is soms het begrip ‘kosten voor gemene rekening’ van belang. Dit is vooral een fiscaal aspect, met het oog op de omzetbelasting (btw) en alle regelgeving die daarbij hoort. Onder bepaalde voorwaarden is het namelijk toegestaan om kosten voor gemene rekening te laten komen, met als voordeel dat partijen voor de betreffende prestaties elkaar geen btw hoeven te berekenen.

Alleen als aan de volgende cumulatieve voorwaarden wordt voldoen, staat de Belastingdienst toe dat kosten worden doorbelast zonder btw in rekening te brengen:

- de kosten worden gemaakt door verschillende waterschappen (of andere deelnemers) en in eerste instantie door een van hen betaald;

- deze kosten worden voor het werkelijke bedrag omgeslagen over de deelnemers, volgens een van tevoren bepaalde verdeelsleutel;

- de verhouding waarin de kosten worden verdeeld, weerspiegelt de grootte van ieders aandeel in de aangeschafte goederen en diensten;

- het risico van de kosten gaat alle partijen aan, naar rato volgens de verdeelsleutel.

Als aan al deze voorwaarden is voldaan, kunnen de kosten worden geacht voor gemene rekening te zijn, waarbij er onderling geen omzetbelasting hoeft te worden berekend.

2 Momenteel (eind 2012) ligt er een conceptvoorstel tot wijziging van de Wgr (maart 2012), waarin een nieuw rechtspersoonlijkheid bezittend orgaan in het leven wordt geroepen. Het gaat hierom een ‘GR-light’.

Page 8: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

8/26

Voorbeeld

Een voorbeeld van een gemeenschappelijk orgaan zonder rechtspersoonlijkheid waar het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard aan is verbonden is de muskusrattenbestrijding. De kosten zijn voor gemene rekening, met een vastgestelde verdeelsleutel.

2.3.4 Een gemeenschappelijke regeling waarbij een openbaar lichaam is

ingesteld

De tweede soort is de zwaarste vorm van een gemeenschappelijke regeling. Dit is meestal de vorm waaraan men refereert als men kortweg spreekt van een gemeenschappelijke regeling (GR). De volgende beschrijvingen betreffen deze vorm van een gemeenschappelijke regeling.

2.3.5 Kenmerken van een gemeenschappelijke regeling

De meeste gemeenschappelijke regelingen zijn dus een openbaar lichaam met rechtspersoonlijkheid.

Een openbaar lichaam is een bestuurlijke entiteit, zoals provincies, gemeenten en waterschappen, maar ook de veiligheidsregio’s, productschappen en bijvoorbeeld de Nederlandse Orde van Advocaten zijn openbare lichamen.

Een gemeenschappelijke regeling als openbaar lichaam is een (publiekrechtelijke) rechtspersoon. Dat wil zeggen dat de gemeenschappelijke regeling zelfstandig kan deelnemen aan het rechtsverkeer, net als een natuurlijke persoon, met alle rechten en plichten die daarbij horen.

2.3.6 Het doel van een gemeenschappelijke regeling

Een gemeenschappelijke regeling wordt meestal opgezet om de volgende redenen:

a) het gezamenlijk uitvoeren van grensoverschrijdende taken; b) het benutten van efficiëntievoordelen bij een gezamenlijke uitvoering van taken.

Vaak betreft het een elkaar versterkende combinatie van beide redenen. Waterschappen kunnen aan de gemeenschappelijk regeling in principe alle waterschapstaken en -bevoegdheden overdragen.

2.3.7 Het oprichten van een gemeenschappelijke regeling

De bevoegdheid tot het oprichten van een gemeenschappelijke regeling wordt in de wet toegekend aan alle bestuursorganen, dat wil zeggen aan het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en aan de voorzitter. In elk geval is daarvoor altijd de toestemming nodig van het algemeen bestuur. De toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Dit alles geldt ook voor het wijzigen van, het toetreden tot en het uittreden uit een regeling. In de praktijk van de waterschappen zien we vrijwel uitsluitend de variant van het oprichten van (of toetreden tot) een gemeenschappelijke regeling door de algemeen besturen. Een waterschap kan een regeling aangaan met een ander waterschap, met gemeenten, provincies of een mengvorm.

Page 9: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

9/26

2.3.8 Het bestuur van een gemeenschappelijke regeling

Een gemeenschappelijke regeling wordt wel gezien als ‘verlengd openbaar bestuur’. De inrichting van het openbaar lichaam is voorgeschreven in de Wet gemeenschappelijke regelingen. Deze vertoont grote overeenkomsten met de inrichting van gemeenten en waterschappen.

Het bestuur van het openbaar lichaam bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter. Het algemeen bestuur staat aan het hoofd van het openbaar lichaam. De voorzitter is tevens voorzitter van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur.

Het algemeen bestuur van een openbaar lichaam bestaat uit leden, die per deelnemende partij door de algemeen bestuur uit haar midden, de voorzitter inbegrepen, worden aangewezen. De regeling bepaalt het aantal leden van het algemeen bestuur. De voorzitter van het openbaar lichaam wordt door en uit het algemeen bestuur aangewezen.

Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam bestaat uit de voorzitter en twee of meer andere leden, door en uit het algemeen bestuur aan te wijzen, met inachtneming van het daaromtrent in de regeling bepaalde. De aldus aangewezen leden van het dagelijks bestuur mogen niet allen afkomstig zijn uit dezelfde gemeente of hetzelfde waterschap. Wanneer de aard van de regeling daartoe aanleiding geeft, kunnen één of meer leden van het dagelijks bestuur, niet zijnde de voorzitter, worden aangewezen van buiten de kring van het algemeen bestuur, met dien verstande dat op deze wijze aangewezen leden nimmer de meerderheid van het dagelijks bestuur mogen uitmaken

Voorbeeld

Een voorbeeld van een gemeenschappelijke orgaan regeling waar het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard aan is verbonden is de Regionale Belasting Groep. Zoals vaak het geval is bij een gemeenschappelijk regeling, heeft ook de RBG een ambtelijk apparaat.

2.4 Privaatrechtelijke verbonden partijen

Een samenwerkingsconstructie tussen waterschappen en andere instanties kan ook worden vormgegeven langs privaatrechtelijke weg. Het wettelijk kader voor de verschillende privaatrechtelijke rechtspersonen wordt gevormd door Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

2.4.1 Wat is een privaatrechtelijke rechtspersoon

Een privaatrechtelijke rechtspersoon is vaak een zelfstandig drager van rechten en plichten zijn, met een afgescheiden vermogen. Er zijn overigens ook private rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid, zoals de vennootschap onder firma (VoF) en de maatschap. Daarbij is hoofdelijke aansprakelijkheid van de deelnemers aanwezig. Aangezien deze laatstgenoemde vormen niet aan de orde zijn voor het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, worden ze in deze nota niet verder besproken. Dit geldt ook voor de coöperatieve vereniging (CV) en de onderlinge

waarborgmaatschappij.

2.4.2 Soorten privaatrechtelijke rechtspersonen

Het Nederlands recht kent een gesloten stelsel van private rechtspersonen, zoals een stichting, vereniging, naamloze vennootschap (NV) en besloten vennootschap (BV).

Page 10: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

10/26

Achtereenvolgens wordt kort ingegaan op de kenmerken van stichtingen, verenigingen en vennootschappen.

2.4.3 Stichtingen

Een stichting is een privaatrechtelijke rechtspersoon, zonder leden of aandeelhouders. Het stichtingsbestuur kent daarmee een zekere mate van handelingsvrijheid, aangezien het geen verantwoording hoeft af te leggen aan leden of aandeelhouders. In de statuten kan wel worden bepaald dat het stichtingsbestuur verantwoording aflegt aan belanghebbenden. Zoals eerder besproken, is er om te voldoen aan de wettelijke definitie van verbonden partij een financieel belang en een bestuurlijk belang nodig. Het financiële belang bestaat uit een subsidierelatie, een garantstelling of een bijdrage in de exploitatie van de stichting. Het bestuurlijke belang bestaat alleen als het hoogheemraadschap een vertegenwoordiger heeft in het stichtingsbestuur. Zodra dit niet het geval is, kwalificeert de betreffende stichting voor Schieland en de Krimpenerwaard niet als verbonden partij. Voorbeeld

Een voorbeeld van een stichting waar het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard aan is verbonden is de Stichting Beheer Registergoederen Schieland.

2.4.4 Verenigingen

Een vereniging is een privaatrechtelijke rechtspersoon met leden, gericht op een bepaald doel. De vereniging kent een algemene ledenvergadering en een bestuur. Het financiële belang van het hoogheemraadschap in een vereniging kan worden gevormd door een periodieke financiële bijdrage, een subsidierelatie of een garantstelling. Het bestuurlijke belang bestaat als een vertegenwoordiger namens het hoogheemraadschap lid is van de vereniging en dus een stem heeft in de ledenvergadering. Voorbeeld

Een voorbeeld van een vereniging waar het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard aan is verbonden is de Unie van waterschappen.

2.4.5 Vennootschappen

Een kapitaalvennootschap is een rechtsvorm, meestal met winstoogmerk, waarbij risico’s en winst worden verdeeld over de aandeelhouders. De aandelen kunnen vrij overdraagbaar zijn (bij een naamloze vennootschap) of niet (dan betreft het een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid). De participatie in BV’s zal overigens niet veel voorkomen bij waterschappen.

Aandeelhouders dragen risico voor hun aandeel in het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap en zijn niet aansprakelijk voor de schulden die de vennootschap heeft, voor zover die schuld het eigen vermogen overtreft. Winsten worden uitgekeerd in de vorm van dividend op de aandelen.

Een vennootschap kent een Algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA) en een Raad van Bestuur (RvB). Grotere structuurvennootschappen hebben ook een Raad van Commissarissen (RvC). Bestuurders zijn niet hoofdelijk aansprakelijk, behalve als er sprake is van wanbeleid.

Er bestaat bestuurlijke betrokkenheid van het hoogheemraadschap indien hij aandeelhouder van de vennootschap is. Daarnaast kan een vertegenwoordiger van het

Page 11: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

11/26

hoogheemraadschap zitting hebben in de Raad van Bestuur of de Raad van Commissarissen. Door het aandeelhouderschap bestaat per definitie ook een financieel belang.

Voorbeeld

Een voorbeeld van een naamloze vennootschap waar het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard aan is verbonden is de Nederlandse Waterschapsbank N.V.

2.4.6 Het doel van een privaatrechtelijke rechtspersoon

Er zijn verschillende redenen waarom het hoogheemraadschap zou kunnen deelnemen in een privaatrechtelijke rechtspersoon. Dit kan het beste van geval tot geval worden bekeken. De vorm en mate van verantwoordelijkheid en zeggenschap is voor elke deelneming maatwerk.

2.5 Publiek-Privaatrechtelijke Samenwerkingsverband (PPS)

Een PPS is een samenwerkingsverband waarbij overheid en bedrijfsleven, met behoud van eigen identiteit en verantwoordelijkheid, gezamenlijk een project realiseren op basis van een heldere taak- en risicoverdeling. Het doel van een PPS is het realiseren van meerwaarde en efficiëntiewinst. Dit ligt binnen bereik als waterschap en bedrijfsleven ieder datgene doen waar ze goed in zijn, waardoor een win-win situatie ontstaat. Voor een PPS-constructie kunnen verschillende private rechtsvormen worden gebruikt.

Page 12: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

12/26

3 Kaders voor de verbonden partijen

Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de belangrijkste formele kaders met betrekking tot de verbonden partijen.

3.1 Het Waterschapsbesluit

In artikel 4.11 en 4.30 van het Waterschapsbesluit is bepaald dat de begroting en het jaarverslag een paragraaf verbonden partijen kent. In artikel 4.20 is bepaald dat deze paragraaf ten minste bevat:

a) de visie op de verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting;

b) de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen. De toelichting op artikel 4.11 geeft aan dat indien er voor verbonden partijen een actuele nota bestaat, in de paragraaf kan worden volstaan met een korte berichtgeving van de stand van zaken. De paragraaf vervult dan een rol in het proces van beleidsvoorbereiding tot en met beleidsverantwoording. In artikel 4.71 van het Waterschapsbesluit is geregeld dat een lijst van verbonden partijen deel uitmaakt van de uitvoeringsinformatie.

3.2 Wet Financiering decentrale overheden

Artikel 2, lid 1 bepaalt: Openbare lichamen gaan leningen aan, zetten middelen uit of verlenen garanties uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak.

3.3 (Ministeriële) Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording

waterschappen

Artikel 7 schrijft voor dat in de lijst van verbonden partijen ten minste de volgende informatie wordt verstrekt over de verbonden partijen; Bij de begroting:

a) de naam, de vestigingsplaats en de rechtsvorm; b) het openbaar belang dat door deelname in de verbonden partijen behartigd wordt,

en c) het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het

begin van het begrotingsjaar. Bij de jaarverslaggeving:

a) de veranderingen die zich voorgedaan hebben gedurende het begrotingsjaar in het belang dat het waterschap in de verbonden partij heeft, en

b) het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het eind van het begrotingsjaar.3

In de toelichting op artikel 7 wordt aangegeven dat het hebben en bijhouden van de lijst van groot belang is. Gezien de stijging van het aantal verbonden partijen is er soms gebrek aan inzicht in welke relaties het waterschap heeft met welke verbonden partijen.

3 In de praktijk blijkt helaas vaak dat deze informatie nog niet beschikbaar omdat de betreffende verbonden partij de jaarstukken nog niet gereed heeft. Dit valt buiten de macht van het hoogheemraadschap en vormt een lastig (en soms onoverkomelijk) knelpunt om aan deze verplichting te kunnen voldoen.

Page 13: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

13/26

In de paragraaf verbonden partijen wordt aan de informatiebehoefte van het algemeen bestuur tegemoet gekomen.

3.4 Wet gemeenschappelijke regelingen

Een belangrijk kader voor samenwerking vormt de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Artikel 50 van de Wet gemeenschappelijke regelingen bepaalt:

1. De algemene besturen, de dagelijkse besturen en de voorzitters van twee of meer waterschappen kunnen afzonderlijk of tezamen, ieder voor zover zij voor het eigen waterschap bevoegd zijn, een gemeenschappelijke regeling treffen ter behartiging van een of meer bepaalde belangen van die waterschappen.

2. De dagelijkse besturen en de voorzitters van waterschappen gaan niet over

tot het treffen van een regeling dan na verkregen toestemming van de algemene besturen van de waterschappen. De toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.

3. Onder het treffen van een regeling wordt in dit artikel mede verstaan het

wijzigen van, het toetreden tot en het uittreden uit een regeling.

3.5 Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Schieland en de

Krimpenerwaard

Deze verordening geeft in artikel 20 uitgangspunten voor de informatieverstrekking aan het algemeen bestuur: In de begroting en het jaarverslag wordt in de paragraaf verbonden partijen in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van relaties met bestaande verbonden partijen, wijzigingen bij of ten aanzien van bestaande verbonden partijen en eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen.

3.6 Reglement van bestuur voor het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

In het besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland staat in artikel 21, lid 1 onder a dat het besluit tot oprichting van of deelname aan een rechtspersoon aan GS wordt toegestuurd. Het tweede lid bepaalt dat dit binnen vier weken na de datum van vaststelling dient te gebeuren.

3.7 Nederlandse code voor goed openbaar bestuur

In deze code zijn de basisbeginselen van goed openbaar bestuur in onze rechtsstaat neergelegd. De Unie van Waterschappen onderschrijft het belang van de code en beveelt deze aan als vertrekpunt in het gesprek met het bestuur over het functioneren en het aansturen van de organisatie. In het kader van deze beleidsnota spelen legitimiteit en verantwoording een belangrijke rol. Beslissingen en maatregelen met betrekking tot het aangaan van verbonden partijen dienen in overeenstemming met wet en regelgeving te zijn en er dient sprake te zijn van een regelmatige en ruimhartige verantwoording.

3.8 Algemene wet bestuursrecht

In deze wet staan onder meer de regels voor delegatie en mandaat. De verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard heeft bijvoorbeeld de goedkeuring van

Page 14: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

14/26

de jaarstukken van verbonden partijen gedelegeerd aan het dagelijks bestuur, evenals het indienen van zienswijzen op de (ontwerp)begroting.

3.9 Burgerlijk wetboek

Het vennootschapsrecht is in Nederland opgenomen in Boek 2 van het Burgerlijk wetboek, dat handelt over de rechtspersonen.

3.10 Wet op de ondernemingsraden

De advies- en instemmingsplicht van de ondernemingsraad bij organisatorische en personele veranderingen wordt geregeld in artikel 25, respectievelijk artikel 27 van de WOR.

Page 15: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

15/26

4 Het aangaan van een verbinding

In beginsel kunnen waterschappen op drie manieren hun taken (laten) uitvoeren, namelijk:

- zelf doen (door eigen ambtelijke dienst) - uitbesteden (door een contract aan te gaan met een derde) - samen doen (door deel te nemen aan een verbonden partij).

Bij uitvoering door de eigen dienst zijn de rol van eigenaar/ bestuurder en klant/ opdrachtgever verenigd in het college van dijkgraaf en hoogheemraden, met een portefeuillehouder als eerste aanspreekpunt. De afstand tussen bestuur en uitvoering is klein. Bij uitvoering door een externe organisatie die los staat van het hoogheemraadschap hoeft het college alleen de rol van klant/ opdrachtgever te vervullen. Het hoogheemraadschap staat in een contractrelatie tot de derde partij en draagt geen bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de uitvoerende organisatie. Bij uitvoering door een verbonden partij krijgt het hoogheemraadschap bestuurlijke invloed en kan hij dus (mede) de gang van zaken (beleid, bedrijfsvoering) binnen de verbonden partij bepalen.

4.1 Afwegingskader

Deelname aan verbonden partijen kan een manier zijn om een waterschapsdoel te bereiken. Zoals eerder aangehaald, is het aan de verenigde vergadering om te besluiten tot (of in te stemmen met) het aangaan (of beëindigen) van een dergelijke verbinding4, op voorstel van het college. In de afweging spelen de business case en de juridische aspecten een belangrijke rol. Bij de bestuurlijke keuze hoe een taak (binnen de wettelijke kaders) uitgevoerd moet worden, dient altijd een afweging gemaakt te worden tussen bovengenoemde drie opties. Wel of niet deelnemen aan een (nieuwe of reeds bestaande) verbonden partij? Op deze vraag kan in het algemeen vooraf geen eensluidend antwoord worden gegeven. Ieder geval vraagt om een specifieke afweging. Centraal hierbij staat het antwoord op de vraag: ‘Is dit de geëigende vorm om de doelstellingen van het hoogheemraadschap te realiseren?’ Bij beantwoording van die vraag spelen de voor- en nadelen en de risico’s een belangrijke rol. De voordelen liggen met name op het gebied van kosten, kwaliteit en verminderde kwetsbaarheid. De nadelen vooral bij het verlies aan directe invloed en informatie plus de risico’s die bij een verbintenis horen, waarbij de financiële risico’s in omvang kunnen veranderen. Daarnaast is de rechtsvorm van belang. In het algemeen kan worden gesteld dat, gelet op de aard van het hoogheemraadschap als functionele overheid, in eerste instantie de publiekrechtelijke weg aangewezen is. Er kunnen echter goede redenen zijn om te kiezen voor deelname aan een privaatrechtelijke rechtsvorm. Deze afweging zal telkens per geval moeten worden gemaakt.

4 Bij gemeenten is dit anders: op grond van het dualistische stelsel beslist het college van b&w.

Page 16: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

16/26

4.2 Business case

Het bestuur komt tot een afgewogen beslissing aan de hand van een principiële discussie, gevolgd door een goed uitgewerkte business case, waarin onder meer de bedrijfseconomische en juridische aspecten zijn uitgewerkt. Een business case is een bekend verschijnsel in het kader van de besluitvoering, waarin de zakelijke afweging wordt beschreven om een project of taak te beginnen, kwalitatief en zo mogelijk kwantitatief. De schattingen in de business case zijn doorgaans globaal vanwege de beperkt beschikbare kennis en feiten en dienen daarom met een zekere marge te worden geïnterpreteerd.5 De business case (zie in de bijlage het model dat het dagelijks bestuur voorlopig wil hanteren), bevat onder meer de aanleiding tot de voorgenomen verbintenis en een probleemstelling, het belang, de activiteiten van de verbonden partij, de relatie met andere belangen en overige projecten, de kaders, een kosten/batenanalyse, de juridische aspecten, personele aspecten, risico’s en beheersmaatregelen en een uitwerking van de evaluatie en uittredingsmogelijkheden (opt-out).

4.3 Juridische aspecten

Bij het aangaan van een samenwerkingsverband met een nieuwe of bestaande verbonden partij of deelname in een privaatrechtelijke organisatie moeten in het document waarin de samenwerking wordt geformaliseerd afspraken zijn vastgelegd over:

a) De juridische bevoegdheden van het bestuur van de verbonden partij en de beslissingen die dat bestuur voorlegt aan Schieland en de Krimpenerwaard;

b) De bijdrage aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen van het hoogheemraadschap;

c) De besluitvorming omtrent belangrijke investeringen; d) Hoe om te gaan met onvoorziene omstandigheden; e) De mogelijkheden en voorwaarden voor beëindiging van deelname door de

Schieland en de Krimpenerwaard en de overige partijen. f) De prestaties (producten en diensten) die de verbonden partij aan Schieland en

de Krimpenerwaard moet leveren; g) De benoeming, waardering en beheersing van de financiële risico’s en

verplichtingen. De zwaarte van dit instrument wordt uiteraard ingezet in overeenstemming met het belang in de verbonden partij. De belangen van Schieland en de Krimpenerwaard bij een deelneming worden primair via de aandeelhoudersrol behartigd (NB: bij een minderheidsbelang is de invloed van Schieland en de Krimpenerwaard beperkter);

h) Voorwaarden en hoogte financiële bijdrage door HHSK; i) Informatievoorziening (eisen welke vorm, waarover en wanneer/frequentie -->

o.a. aansluiting op P&C cyclus HHSK) j) Financiële normenkader HHSK (t.b.v. rechtmatigheid) deel laten uitmaken van de

afspraken met de verbonden partijen (met name indien specifieke voorwaarden worden gesteld waaronder de financiële bijdrage wordt verstrekt;

k) Accountantsverklaring (getrouwheid en rechtmatigheid) bij de verantwoording verbonden partij.

5 Tijdens het opstellen van het projectplan (definitiefase) worden nauwkeurigere schattingen opgesteld. In de loop van het project wordt de business case bijgewerkt aan de hand van de projectsituatie. Zonder positieve business case wordt het project stopgezet.

Page 17: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

17/26

4.4 Beslissing: no go/ go

Aan de hand van een goed uitgewerkte business case kan het algemeen bestuur weloverwogen besluiten de verbinding wel of niet aan te gaan. Daarbij kan het bestuur aangeven hoe en wanneer de verbinding dient te worden geëvalueerd.

4.5 Evaluatie verbonden partijen

Over de evaluatie zullen per geval afspraken dienen te worden gemaakt. De evaluatie zal doorgaans worden uitgevoerd aan de hand van de business case, die opnieuw kan worden uitgewerkt met de kennis van het moment.

4.6 Beëindiging deelname verbonden partijen

Deze beslissing is eveneens voorbehouden aan de verenigde vergadering. Aan beëindiging zijn dikwijls voorwaarden verbonden. Dit verschilt van geval tot geval.

Page 18: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

18/26

5 Risicoprofielen van verbonden partijen

Elk type verbonden partij brengt zijn eigen risico’s met zich mee. In deze nota onderscheiden we de volgende soorten risico’s:

a) bestuurlijke risico’s; b) financiële risico’s; c) operationele risico’s.

5.1 Bestuurlijke risico’s

Deze hebben betrekking op de aansprakelijkheid van bestuurders. Ook de kans op imagoschade voor het hoogheemraadschap als gevolg van het handelen van de verbonden partij rekenen we onder de bestuurlijke risico’s. Wat betreft de aansprakelijkheid van bestuurders kan een onderscheid worden gemaakt in interne en externe aansprakelijkheid. De interne aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid van bestuurders tegenover de ondernemingen die zij besturen. Bestuurders en commissarissen zijn gehouden hun taak behoorlijk te vervullen. Doen zij dat niet, dan lopen zij het risico door de onderneming zelf aansprakelijk te worden gesteld voor de schade die zij hebben veroorzaakt door onbehoorlijk te handelen (zoals foutieve bedrijfsbeslissingen en willens en wetens nalaten om in te grijpen). Aansprakelijkheid tegenover de rechtspersoon kan zich voordoen zowel in faillissement als daarbuiten. In alle gevallen gaat het om schade die de onderneming lijdt en waarvoor de bestuurder persoonlijk aansprakelijk wordt gehouden. Vaak ontstaat die situatie als de aandeelhouders zich niet kunnen verenigen met de koers die de bestuurder vaart, waarna de gewraakte bestuurder wordt ontslagen en zijn opvolger het gevoerde beleid eens goed onder de loep neemt. Zo'n bestuurswissel kan er toe leiden dat een bestuurder zelfs jaren na zijn vertrek nog met een aansprakelijkstelling wordt geconfronteerd. Er bestaan naast de bovengenoemde vormen van aansprakelijkheid verschillende aansprakelijkheden voor onjuist uitgevoerde handelingen door de vennootschap. De tweede soort aansprakelijkheid wordt externe aansprakelijkheid genoemd. Bij externe aansprakelijkheid gaat het om de aansprakelijkheid van bestuurders tegenover de verschillende buitenstaanders bij een onderneming. U moet daarbij denken aan schuldeisers, zoals leveranciers, maar ook aan de fiscus en aan de werknemers in de onderneming. Daarbij kan met name gedacht worden aan de volgende gevallen:

- aansprakelijkheid in de oprichtingsfase van de onderneming; - rechtstreeks onrechtmatig handelen tegenover een derde; - een misleidende voorstelling maken van de toestand van de onderneming; - aansprakelijkheid van de bestuurder in faillissement van de onderneming;

aansprakelijkheid van de bestuurder voor achterstallige belastingen en premies. Bestuurdersaansprakelijkheid kan worden afgedekt door middel van een verzekering, die in principe wordt afgesloten door de verbonden partij ten behoeve van de bestuurders. Een ander belangrijk aspect van bestuurlijke risico’s is de zeggenschap die de verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard heeft over de bestuurders in de verbonden partij. Het bestuur van het hoogheemraadschap geeft mogelijk een deel van de zeggenschap op door deelname aan een verbonden partij. Inherent aan verbonden partijen is ook dat de bestuurders te maken krijgen met het probleem van ‘dubbele petten’. Dit wordt ook aangeduid als de ‘loyaliteitsspagaat’ of, in de woorden van accountant Deloitte ‘twee voeten in één sok’. De bestuurder dient twee belangen die niet altijd geheel overeenkomen, namelijk die van de verbonden partij en de

Page 19: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

19/26

moederorganisatie, in dit geval het hoogheemraadschap. Het zou een risico kunnen zijn dat bestuurders hiermee niet goed kunnen omgaan. Onder bestuurlijke risico’s scharen we in dit verband ook (andere) juridische risico’s, zoals die bijvoorbeeld kunnen bestaan op het vlak van privaatrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid voor handelingen van verbonden partijen.

5.2 Financiële risico’s

De financiële risico’s betreffen de kans dat het hoogheemraadschap aansprakelijk is voor verliezen of tekorten van de verbonden partij en de overige risico’s die de verbonden partij draagt.

5.3 Operationele risico’s

Hieronder verstaan we het risico dat een verbonden partij haar werk niet goed uitvoert. Dit risico bestaat ook bij de eigen organisatie, maar omdat een verbonden partij logischerwijze meer op afstand staat, wordt het hier apart vermeld. In het algemeen is over het operationele risico van verbonden partijen niet veel te zeggen. Dit moet per geval worden bekeken.

5.4 Risicoprofielen

Hieronder volgt een bespreking van het risico voor de te onderscheiden typen.

5.4.1 Regeling met rekening voor gemene rekening

Bestuurlijke risico’s zijn niet of nauwelijks groter dan bij de normale bedrijfsvoering voor eigen rekening, aangezien er niet een aparte entiteit in het leven wordt geroepen. Het financiële risico ligt bij een dergelijke regeling vooral in het niet voldoen aan de voorwaarden die de Belastingdienst stelt. In dat geval zal er alsnog omzetbelasting moeten worden doorberekend.

5.4.2 Gemeenschappelijke regeling als openbaar lichaam met

rechtspersoonlijkheid

Het bestuurlijk risico van een gemeenschappelijke regeling wordt getypeerd als hoog. Het hoogheemraadschap kan het algemeen (AB) of dagelijks bestuur (DB) van een gemeenschappelijke regeling niet ontslaan. Ook het eigen DB-lid kan niet worden ontslagen door het hoogheemraadschap. Dit geldt wel voor het eigen AB-lid. N.B. Zowel AB- als DB-leden zijn van rechtswege uit hun functie ontheven zodra zij niet langer bestuurslid van het hoogheemraadschap zijn. Het financiële risico van een gemeenschappelijke regeling is eveneens hoog. Dit is vanwege het feit dat de deelnemende partijen volledig financieel aansprakelijk zijn. De bekostiging van de activiteiten van de gemeenschappelijke regeling is een verplichte uitgave.

5.4.3 Stichtingen en verenigingen

De bestuurlijke risico’s zijn laag, aangezien bestuurders slechts aansprakelijk zijn als er sprake is van wanbeleid. De financiële risico’s zijn laag/gemiddeld, omdat deze in de meeste gevallen zijn beperkt tot te verstrekken subsidies of garantstellingen. Er kunnen echter wel aanvullende afspraken zijn met betrekking tot het dekken van onvoorziene exploitatietekorten,

Page 20: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

20/26

waardoor het risico iets oploopt, echter niet hoger dan gemiddeld. Hetzelfde geldt voor eventuele afspraken inzake incidentele uitgaven als gevolg van reorganisaties.

5.4.4 Kapitaalvennootschappen

De bestuurlijke risico’s van deelname aan besloten en naamloze vennootschappen zijn gemiddeld tot hoog. In de maatschappelijke discussie kan de bestuurlijke een rol spelen. Gezien de relatief grote afstand tussen het hoogheemraadschap en de vennootschap kan het moeilijker zijn om de publieke doelstellingen in het oog te houden. De financiële risico’s van deelname aan besloten en naamloze vennootschappen zijn gemiddeld, gelet op het feit dat het hoogheemraadschap slechts risico loopt over het ingebrachte kapitaal.

5.4.5 Publiek-private samenwerking (PPS)

De bestuurlijke risico’s van deelname aan een PPS-constructie zijn gemiddeld tot hoog. In maatschappelijke discussies kan de bestuurlijke relatie een belangrijke rol spelen. Gezien de relatief grote afstand tussen het hoogheemraadschap en de PPS – en het private belang dat kan conflicteren met publieke doelstellingen – kan het moeilijk zijn om de publieke doelstelling te laten voorgaan.

Page 21: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

21/26

6 Governance-aspecten van verbonden partijen

Governance is het waarborgen van de onderlinge samenhang van de wijze van sturen, beheersen en toezicht houden op een organisatie, gericht op een efficiënte en effectieve realisatie van de doelstellingen. Het betreft ook het daarover communiceren en verantwoording afleggen ten behoeve van belanghebbenden. In de volgende paragrafen wordt ingegaan op ‘good governance’ gericht op de verbonden partijen. Het gaat daarbij dus om sturen, beheersen, toezicht houden en verantwoorden. Sturen en beheersen gebeurt onder verantwoordelijkheid van het college, binnen de kaders die de verenigde vergadering heeft bepaald. Toezicht houden is een rol van de verenigde vergadering. Verantwoording wordt afgelegd door de verbonden partijen ten opzichte van de deelnemers en door het college aan de verenigde vergadering.

6.1 Vaststelling format verbonden partijen door de vv

De paragraaf verbonden partijen in de begroting en jaarrekening wordt daartoe met het vaststellen van deze kaderstellende nota fors uitgebreid ten opzichte van de periode vóór vaststelling. Het algemeen bestuur bepaalt welke informatie hij minimaal nodig heeft en stelt daartoe het format vast (zie hoofdstuk 7 van deze nota). Twee maal per jaar wordt er op deze manier een overzicht verstrekt van de beleidsinformatie, laatst bekende financiële gegevens en de risico’s (beleidsmatig, juridisch en financieel) van elke verbonden partij.

6.2 Jaarlijkse algemene evaluatie in de commissie AZM

De governance-aspecten rond verbonden partijen (algemeen of specifiek), dus gericht op het sturen, beheersen en toezicht houden, alsmede de financiële aspecten en risico’s, worden besproken in de commissie Algemene zaken en middelen (AZM).6 Dit gebeurt in elk geval jaarlijks in de commissievergadering die vooraf gaat aan de juni-vv. Met deze jaarlijkse algemene evaluatie wordt invulling gegeven aan het samenspel tussen het dagelijks en algemeen bestuur rond toezicht en verantwoording aangaande de verbonden partijen.

6.3 Interne organisatie rondom verbonden partijen

De verenigde vergadering, het college en ambtelijk medewerkers uit verschillende gremia in de organisatie hebben een rol en een taak in de organisatie rond verbonden partijen. Om het dagelijks bestuur in staat te stellen de bestuurlijke, financiële en operationele risico’s rond verbonden partijen te beheersen en op correcte wijze verantwoording af te leggen aan het algemeen bestuur, is vereist dat de ambtelijke organisatie een en ander goed organiseert. Er is daartoe per verbonden partij een ambtelijk accounthouder, die de ontwikkelingen bij de betreffende verbonden partij in de gaten houdt en bij afwijkingen rapporteert aan de portefeuillehouder die is toegewezen aan de betreffende verbonden

6 Inhoudelijke kwesties rond de taak van de verbonden partij worden besproken in de commissie IWV.

Page 22: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

22/26

partij. Dat dit goed wordt georganiseerd, is de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het college. Hoe dit exact wordt georganiseerd, is de verantwoordelijkheid van de secretaris-directeur. De organisatiestructuur rondom verbonden partijen wordt daarom niet vastgesteld door de verenigde vergadering. Daardoor kan de organisatie ook makkelijker en sneller worden gewijzigd, als voortschrijdend inzicht daartoe aanleiding geeft. De (ambtelijke) organisatie rondom verbonden partijen verenigde vergadering wordt wel inzichtelijk gemaakt voor het algemeen bestuur. In de bijlagen zit daartoe een overzicht van de rollen en taken bij het sturen, beheersen, toezicht houden en verantwoorden inzake verbonden partijen, geënt op de huidige organisatie van het hoogheemraadschap.

6.4 Medezeggenschap

Bij alle personele en organisatorische aspecten zoals bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden heeft de ondernemingsraad van het hoogheemraadschap een rol conform de wet.

Page 23: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

23/26

7 Format

De verenigde vergadering stelt voor de paragraaf verbonden partijen het volgende format vast:

Naam verbonden partij

Identiteitsgegevens

Naam verbonden partij (VP)

Vestigingsplaats

Rechtsvorm

Ingangsdatum

Portefeuillehouder in d&h

Bestuurlijk vertegenwoordiger in VP

Ambtelijk coördinator/accounthouder HHSK

Beleidsinformatie

Openbaar belang (doelstelling, activiteiten, prestaties)

Bestuurlijk belang

Deelnemende partijen

Relatie met programma

Ontwikkelingen verbonden partij

Financiële gegevens

Financieel belang

Financiële kerngegevens

Vermogen in bedragen x € 1.000

Begroting Rekening Jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen

Resultaat in bedragen x € 1.000

Jaar Begroting Jaarrekening

Beleidsmatige, juridische en financiële risico’s

Veranderingen in het belang dat het hoogheemraadschap gedurende het begrotingsjaar in de VP heeft.

Page 24: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

24/26

Risico’s in samenhang met weerstandsvermogen.

Overige risico’s.

Page 25: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

25/26

8 Bijlage 1: model business case (ter kennisname)

Dit format van de business case wordt als leidraad gehanteerd bij de voorbereiding van de besluitvorming door de verenigde vergadering. Het bestuur kan per geval beslissen meer of minder vragen uit te werken. De business case moet antwoord geven op de volgende vragen:

- Wie is de eigenaar van de “verbinding”: o Bestuurlijk: doorgaans de portefeuillehouder o Ambtelijk: een door de directie aan te wijzen afdelingshoofd

- Wat is het publieke belang dat wordt gediend voor: o De maatschappij o Het beheersgebied

- Hoe verhoudt dit belang zich tot de wettelijk ingekaderde publieke taakstelling van het hoogheemraadschap?

- Korte beschrijving van het project: o Wat wordt verwacht dat er gerealiseerd wordt door het aangaan van de

deelname o Wat betekent het implementeren van de verbinding als project voor HHSK o Voor welk percentage kan Schieland en de Krimpenerwaard deelnemen en

wat betekent dat voor besluitvorming in aandeelhoudersvergaderingen c.q. het bestuur van de GR

o Wat zijn de verbeteringen die snel kunnen worden ingevoerd en “snelle winst” opleveren, waarmee PR wordt opgebouwd voor het vervolg

o Wat zijn de consequenties als het niet doorgaat - Wat is de aanleiding en/of de probleemstelling:

o Waarom moet de verbinding worden aangegaan: welke positieve bijdrage levert dit voor één of meerdere bedrijfsdoelstellingen en/of welk probleem moet worden opgelost en voor wie

o Wat is het doel c.q. gewenste effect: bijvoorbeeld betere effectiviteit, hogere efficiency, voldoen aan gewenste balans tussen kwaliteit, geld en risico’s, etc.

o Welke kans moet worden benut o Welke acties zijn in dit kader eerder ondernomen o Zijn de doelstellingen realistisch en haalbaar en waarom

- Wat is het belang: de urgentie, ernst (impact) en groei (ontwikkeling) o De aantrekkelijkheid van de kans of de mate waarin een probleem knelt,

bepalen het belang van het project o Het belang wordt ook in sterke mate bepaald door andere kansen en

problemen en de beschikbare c.q. te managen capaciteit (mensen, middelen, geld e.d.)

o Wat is de wenselijke termijn voor het samenwerkingsverband - Ten aanzien van de activiteiten van de verbonden partij:

o Wat is de reikwijdte van de activiteiten van de verbonden partij o Hoe wordt voorkomen dat de verbonden partij activiteiten ontplooit die

voor HHSK niet acceptabel zijn o Hoe wordt verzekerd dat de opdracht aan de verbonden partij kan worden

uitgebreid op basis van een weloverwogen beslissing - Wat is de relatie met overige belanghebbenden en andere projecten

o Welke partijen ondervinden invloed van dit project: intern/ extern en direct/ indirect

o Geef per belanghebbende en/of project een opsomming van de eisen/wensen op hoofdlijnen t.a.v. dit project

o Indien van toepassing: beschrijf de aard van de samenhang met andere projecten met als doel die samenhang te bewaken

Page 26: Nota verbonden partijen -  Jeroen Louis, maart 2013

26/26

- Wat zijn de kaders waarbinnen de verbinding kan worden aangegaan: o Uitgangspunten o Randvoorwaarden o Aannames o Projectuitsluitingen

- Op welke wijze kan de verbinding worden aangegaan: o in grote lijnen op welke manier het omschreven doel wordt bereikt o de van belang zijnde ‘governance’ en politiek-bestuurlijke aspecten o de aanpak en de fasering met bijbehorende activiteiten en plannen o de aanbevolen projectmanager c.q. de verantwoordelijke voor

implementatie - De kosten – baten analyse:

o Wat zijn de kosten van (het aangaan van) de verbinding in vergelijking met de voordelen/ opbrengsten* en besparingen (en wanneer gerealiseerd) * financieel meetbaar; niet in geld meetbaar; moeilijk meetbaar

o Wat is de tijdspanne voor het aangaan van de verbinding, wat zijn de relevante kosten en wanneer worden ze gemaakt: directe en indirecte kosten, initiële kosten, beheer-/exploitatie kosten, kapitaallasten

o Geef zo mogelijk een vergelijking met de alternatieven op basis van strategische fit, saldo van baten en kosten, impact op de organisatie (copafijth), inpassing in huidige systemen en risico’s (ook de 0-variant)

o Vermeld de redenen voor het niet selecteren van de alternatieven - Welke juridische aspecten spelen een rol:

o Een overzicht van het wettelijk kader o Een juridisch advies met de (on-)mogelijkheden, rekening houdend met

onder meer Waterschapswet, regelgeving rond aanbestedingen, enz. o Specifiek aandacht voor BTW-regelgeving en de consequenties daarvan

- Welke personele aspecten spelen een rol: o CAO o WOR o Arbo o Etc.

- Hoe wordt het aangepakt: o Projectleiding o Fasering o Startdatum o Realisatiedatum

- Wat zijn de risico’s en de beheersingsmaatregelen die de slagingskans van de verbinding negatief kunnen beïnvloeden:

o Draagvlak o Tegenstrijdige belangen bij HHSK en/of de te verbinden partij o Financieel o Aansprakelijkheid o Imago o Belangenverstrengeling o Vertraging in uitvoering

- Evaluatie van de deelname (op basis van de huidige business case): o Wanneer o Door wie o Op welke wijze o Mogelijkheden voor een opt-out