NL/VL Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs · Web view2017/12/21  · Het Decreet op de taalregeling...

14
1 Talige toelatingseisen voor internationale studenten in het HO VERSLAG Hogeschool Rotterdam, 21 december 2017 Opening en welkom door Anne Kerkhoff Verslag Platformstudiedag Hogeschool Rotterdam 21 december 2017

Transcript of NL/VL Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs · Web view2017/12/21  · Het Decreet op de taalregeling...

Page 1: NL/VL Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs · Web view2017/12/21  · Het Decreet op de taalregeling in het hoger onderwijs bepaalt dat 6% van de bacheloropleidingen en 35% van de

1

Talige toelatingseisen voor internationale studenten in het HO

VERSLAG Hogeschool Rotterdam, 21 december 2017

Opening en welkom door Anne Kerkhoff

Verslag Platformstudiedag Hogeschool Rotterdam 21 december 2017

Page 2: NL/VL Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs · Web view2017/12/21  · Het Decreet op de taalregeling in het hoger onderwijs bepaalt dat 6% van de bacheloropleidingen en 35% van de

2

Talige toelatingseisen voor internationale studenten in het hoger onderwijs

Bart Deygers licht zijn onderzoek toe

Context en doel van het onderzoek

Het onderzoek werd gevoerd in Vlaamse universiteiten. Er zijn enkele fundamentele verschillen met Nederland. Daarnaast gaat het om universiteiten, niet om hogescholen. Het onderwijs aan Vlaamse universiteiten vindt meestal plaats in grote groepen en er is niet zo veel interactie.

Deygers stelt voor even te denken vanuit jezelf: je wil echt iets, om gelijk welke reden, dat voor jou belangrijk is. Bijvoorbeeld een opleiding in het buitenland. Daarvoor moet je iets doen, een rite de passage. Andere mensen moeten dat niet doen, zij kunnen gewoon binnenwandelen.

Wanneer je moedertaal niet Nederlands is, moet je om in het Vlaamse hoger onderwijs te kunnen ingeschreven worden, bewijzen dat je een B2-niveau voor Nederlands hebt. Met andere woorden: bewijzen dat je genoeg Nederlands kent. In hoeverre is dit en de assumptie die eraan ten grondslag ligt, gerechtvaardigd/gewettigd?

De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: Onderwijs is een basisrecht: “Everyone has the right to education.”

The Universal Declaration of Human Rights, art. 26Everyone has the right to education. Education shall be free, at least in the elementary and fundamental stages. Elementary education shall be compulsory. Technical and professional education shall be made generally available and higher education shall be equally accessible to all on the basis of merit.

Talige toelatingsvoorwaarden komen overal voor, nl. in 23 van de 28 regio’s in de EU. In 20 ervan is het B2-niveau vereist, soms in combinatie met B1. De centrale aanname is dat een zeker taalniveau nodig is om te kunnen deelnemen aan hoger onderwijs. De talige toelatingsvoorwaarden gelden meestal niet voor alle studenten. Bijvoorbeeld wel voor buitenlandse studenten en niet-moedertaalsprekers, niet voor moedertaalsprekers.

B2 is essentieel als toelatingsvoorwaarde. Toch blijft dit vaak onbevraagd, alsof het fundamenteel gerechtvaardigd is. Deygers verwijst naar auteurs in de discipline van de filosofie als het gaat om social justice: Nussbaum, Sen, Boylan, …Onderwijs (het recht op onderwijs) wordt gelijkgeschakeld met het recht op onderdak, voeding enz. Het is een basisrecht. Veel onderwijsfilosofen zijn daarmee bezig: social justice and educational measurement. Studenten hebben recht op objectiviteit, op relevante toetsen en op ‘positieve gevolgen’.

Als je begint aan een toets, dan hangt daar wat aan vast. Over language assessment was er in 1912 een paper. De vragen van vandaag, blijven dezelfde als toen. Wat is er dan veranderd? De context, de wereld rondom die toetsen is veranderd.

Verslag Platformstudiedag Hogeschool Rotterdam 21 december 2017

Page 3: NL/VL Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs · Web view2017/12/21  · Het Decreet op de taalregeling in het hoger onderwijs bepaalt dat 6% van de bacheloropleidingen en 35% van de

3

Vlaanderen is een interessant onderzoeksveld: klein, overzichtelijk, een overzichtelijke testbuis. Vlaanderen heeft één departement Onderwijs met bepaalde algemene richtlijnen, een globaal kader waar universiteiten zich al dan niet aan houden. Het Decreet op de taalregeling in het hoger onderwijs bepaalt dat 6% van de bacheloropleidingen en 35% van de masteropleidingen in het Engels georganiseerd mogen worden. Er worden dus taalquota opgelegd. Beleidsmatig zijn per universiteit ongeveer twee medewerkers bezig met toelatingsvoorwaarden voor internationale studenten

Voor het onderzoek zijn 5 universiteiten bevraagd. Meestal wordt B2 vooropgesteld. Dat houdt onder meer in dat studenten de essentie van een complexe tekst kunnen begrijpen, vloeiend kunnen interageren en een duidelijke argumentatie kunnen opbouwen. Succesvol één jaar doorlopen hebben in het secundair onderwijs of 60 credits hebben verworven in het Nederlandstalig onderwijs, geldt ook als B2-bewijs. De empirische basis voor een B2-bewijs is beperkt. Bijvoorbeeld: “We kozen B2 omdat de KU Leuven ook B2 had.” Men wil dus niet milder of strenger zijn dan de andere instelling(en).

Doel toelatingsbeleid: ervoor zorgen dat internationale studenten/ niet-moedertaalsprekers succesvol kunnen deelnemen aan het hoger onderwijs. Het beleidsdoel is op zich verdedigbaar: enkel die studenten selecteren die een volgende hoog niveau Nederlands hebben om de talige vereisten van de universiteit aan te kunnen.

Taaltoetsen, 60 credits verworven hebben in een Nederlandstalige opleiding of één jaar Nederlandstalig onderwijs succesvol doorlopen hebben: effectief en rechtvaardig om taalniveau te bepalen en toelatingseisen aan te koppelen? De effectiviteit heeft te maken met het doel van de opleiding. Helpt de maatregel om het beleidsdoel te bereiken? Is het gepercipieerde probleem opgelost? Werd voorkomen dat studenten niet slagen (door taal als één van de factoren)?

Wat met rechtvaardigheid? Het toelatingsbeleid is waarschijnlijk onrechtvaardig als het vrijheden beperkt zonder empirische, realistische verantwoording. Of nog: een toelatingsbeleid is waarschijnlijk onrechtvaardig wanneer het bewust en vermijdbaar de vrijheid van kandidaten beperkt zonder empirische bewijzen. De spreker is het daar steeds minder mee eens.

Kernwoorden in het verhaal zijn representativiteit en equivalentie. De veronderstellingen in het onderzoek werden gecontroleerd bij een grote groep bronnen (159 Vlaamse studenten, 30 toetsontwikkelaars, enz.). De validiteit, een principe uitgewerkt door Kane en inzichten over beleidsevaluatie van Fischer, vormden het kader.

Concreet: een claim op basis van een score, vereist dat ook hard moet worden gemaakt dat die claim empirisch steek houdt. Als toetsontwikkelaar dien je die claims hard te kunnen maken. De moeilijkste en minst waarschijnlijke claims, hebben het meeste kans om niet oké te zijn. Een andere belangrijke denker is S. Toulmin, een Brits analyticus die veel heeft geschreven over argumenteren. Hij verdedigt dat een claim altijd gebaseerd moet zijn op data. Claims dienen ondersteund te worden met argumenten. Daarnaast neemt beleidsevaluatie het best de vorm aan van een beredeneerde dialoog (Fischer). Dat houdt in dat de situatie wordt begrepen en de redenen voor de beslissing worden begrepen.

Verslag Platformstudiedag Hogeschool Rotterdam 21 december 2017

Page 4: NL/VL Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs · Web view2017/12/21  · Het Decreet op de taalregeling in het hoger onderwijs bepaalt dat 6% van de bacheloropleidingen en 35% van de

4

Resultaten

Veronderstelling 1: B2 is een adequaat taalniveau om te beslissen of iemand kan deelnemen aan de talige eisen van de Vlaamse universiteiten

Geldt zeker niet voor luisteren, waarschijnlijk niet voor lezen, en een zwakke, niet significante relaties tussen taaltoetsscores en academisch succes voor niet-moedertaalsprekers. Er zijn heel veel andere variabelen. Luisteren ging eerder naar C1.

De eisen liggen hoger voor receptieve dan voor productieve vaardigheden. Het verschil zit niet noodzakelijk in snelheid of woordenschat. Het probleem bij studenten ligt vooral op het vlak van accent, uitspraak en woordenschat. Mensen zijn daar niet op voorbereid en zeker niet tijdens de eerste les.

B2 is onvoldoende voor het hoger onderwijs. Wél voldoende voor lezen (structuur, samenhang, lengte, thematiek, woordenschat) omdat ze bijvoorbeeld kunnen vertalen. B2 is oké voor schrijven omdat professoren meestal niet zo hoge verwachtingen hebben.

Spreken, vinden professoren niet prioritair. Ze verwachten niet dat er veel gesproken wordt door studenten. Eerstejaarsstudenten moeten vooral luisteren. De meerderheid van de eerstejaarsstudenten is vaak angstig om te spreken. Het helpt wel als een student een Vlaams lief heeft .

Tip voor beleidsmakers: Een universeel C1-niveau hoeft niet vooropgesteld te worden, maar differentiatie is wel aan de orde

Veronderstelling 2: STRT en ITNA zijn representatief voor de talige eisen van Vlaamse universiteiten.

Een lijst uit de literatuur met essentiële academische vaardigheden verwacht op dag 1: academische woordenschat beheersen, een presentatie geven, grafieken en tabellen beschrijven, lesnotities maken, logisch argumenteren, wetenschappelijk globaal en in detail begrijpen, een lange tekst kunnen samenvatten, een idee nauwkeurig kunnen uitdrukken, enz.

Lesnotities maken en logisch argumenteren blijken essentieel te zijn. Grafieken en tabellen beschrijven, en een presentatie geven, worden aanzien als niet-relevant in de praktijk maar zijn wel belangrijk voor de toetsen.

De criteria zijn steeds gebaseerd op het ERK, B2-niveau. STRT en ITNA zijn gebaseerd op dezelfde bron, maar worden anders uitgewerkt. “De ene toets is moeilijker dan de andere”. Wat als de grammaticascore op de ene toets helemaal anders is dan de score op de andere toets, bij dezelfde student? Dat is een probleem voor de persoon/instelling die de twee toetsen allebei als equivalent aanvaarden.(Jaccard index!)

Veronderstelling 3: STRT en INTA zijn equivalente maten van B2-taalvaardigheid

Verslag Platformstudiedag Hogeschool Rotterdam 21 december 2017

Page 5: NL/VL Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs · Web view2017/12/21  · Het Decreet op de taalregeling in het hoger onderwijs bepaalt dat 6% van de bacheloropleidingen en 35% van de

5

Er is geen duidelijke relatie tussen vergelijkbare taken of criteria.

Veronderstelling 4: Moedertaalsprekers halen na het secundair onderwijs het B2-niveau.

Halen moedertaalsprekers na het secundair onderwijs allemaal een B2-niveau? Neen, niet allemaal. Bijvoorbeeld: leerlingen in het ASO worden voorbereid op hoger onderwijs. Globaal hebben ze een vrij hoge sociaaleconomische status. 11% haalt toch niet niveau B2.De internationale studenten die in het buitenland Nederlands leerden, scoren het tweede best omdat ze een enorme sense of urgency hebben. De beste voorspellers zijn woordenschat en grammatica.

Veronderstelling 5: Tijdens het eerste jaar worden internationale L2 studenten taalvaardiger

Worden internationale L2-studenten taalvaardiger door naar Nederlandstalig hoger onderwijs te gaan? In hoeverre wordt er taalwinst geboekt? Helpt een taalbad? Antwoord: neen. De enige grote significante verbetering: mensen schrijven meer woorden in een half uur na een jaar. Voor de rest zijn er geen grote significante verbeteringen. Ze gaan ook iets sneller spreken en ze produceren iets langere zinnen.

Uit onderzoek in Australië (Melbourne) blijkt net hetzelfde: mensen schrijven meer woorden maar worden niet noodzakelijk beter. Bij Study Abroad is de taalwinst eerder beperkt. Bij internationale studenten zonder extra instructie is de taalwinst zo goed als onbestaande.

Waarom?Didactische frustraties: de manier van lesgeven werd soms als frustrerend ervaren. Contacten met medestudenten verlopen moeilijk. Sommige studenten ervaren ook dat ze niet meer zijn wie ze dachten te zijn: de Vlaamse context zorgt ervoor dat ze hun beeld van zichzelf moeten bijstellen. Er zijn extra factoren die het moeilijker maken zoals financiële aspecten, veel minder kunnen terugvallen op een netwerk en een andere status. Een gevoel van isolement is vaak het gevolg.

Verslag Platformstudiedag Hogeschool Rotterdam 21 december 2017

Page 6: NL/VL Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs · Web view2017/12/21  · Het Decreet op de taalregeling in het hoger onderwijs bepaalt dat 6% van de bacheloropleidingen en 35% van de

6

Implicaties

Foto met een hek zonder afsluiting: maken we het moeilijk voor sommige mensen en voor anderen niet? Is zo’n hek, los in de wei, een metafoor voor ons beleid?

Hoe verrassend zijn de resultaten? Taaltoetsen zijn niet het beste integratie-instrument en taaltoetsen zijn geen goede voorspellers voor academisch succes. Taalvaardigheid groeit niet vanzelf.

Wat zegt dit over het beleid en de beleidseffectiviteit?“Ik denk dat het de bedoeling is dat er gaatjes in het beleid zitten.” Bijvoorbeeld: bizarre clausules die lijken op maat geschreven te zijn.Wat werkt in op beleid, wat draagt bij tot beleidseffectiviteit? Eerder beleid, beleid van andere instellingen, empirisch onderzoek, budget, ideologie, media, politiek, varia en empirisch onderzoek.

Toetsgeletterdheid is een aandachtpunt. Het uitgangspunt is al te vaak: beleidsmakers en mensen in ’t veld moeten weten hoe academische taaltoetsers denken. Daar kan tegenover geplaatst worden: Wij als kleine community kunnen zelf een beetje beleidsgeletterdheid opdoen en ons bescheiden opstellen.

Verslag Platformstudiedag Hogeschool Rotterdam 21 december 2017

Page 7: NL/VL Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs · Web view2017/12/21  · Het Decreet op de taalregeling in het hoger onderwijs bepaalt dat 6% van de bacheloropleidingen en 35% van de

7

Anekdote: de VUB heeft in 2012 alle talige toelatingseisen afgeschaft. Dat kostte immers te veel en studenten werden door die toelatingseisen tegengehouden. In datzelfde jaar worden in Duitsland, waar met een loterijsysteem gewerkt wordt, 2 jaren samengevoegd waardoor veel studenten niet konden inschrijven voor psychologie. Daardoor schreven ze zich in bij de VUB. Op dat moment waren er geen taalvoorwaarden bij de VUB. Binnen het jaar eisten de Duitse studenten lessen in het Duits. Het jaar nadien werden de toelatingseisen weer ingevoerd en werd B2 weer de eis.

Over rechtvaardigheid: kunnen we een groep mensen de toegang ontzeggen op basis van inaccurate veronderstellingen? Deygers verwijst onder meer naar Rawls, Sen, Dworkin, Nussbaum en Kane.Maar…, “een rechtvaardig beleid is onmogelijk”.Dus: stuitende onrechtvaardigheden “eruit werken”. Of nog: onrechtvaardigheid beperken.

Impact

1) Werk met gediversifieerde voorwaarden (bijvoorbeeld andere voorwaarden voor luisteren dan voor spreken ).

2) Bekijk of extra taallessen voor het begin van het academiejaar mogelijk zijn.

3) Zorg voor een flexibele taalregeling tijdens de examens (assertievere studenten vragen of ze een examen in het Engels mogen doen).

4) Maak NT2 een onderdeel van het curriculum zodat het taalniveau wordt opgekrikt voor het werkveld.

5) Maak meertaligheid een onderdeel van de les.

Reacties van drie ‘opponenten’  Drie praktijkdeskundigen stellen, ieder vanuit hun eigen praktijk, vragen.

Simon Verhallen, voormalig manager Staatsexamen NT2

1) Een gevarieerde aanpak biedt meer mogelijkheden. Een mild C1-oordeel en een streng B2-oordeel tegenover talen wijst erop dat we een terrein hebben om op te variëren.

2) Van de moedertaalsprekers slaagt 10% niet voor B2. Wat met de andere groep? Zitten zij op niveau C1? Of een deel van hen B2?

3) “Weinig bewijs en veel geloof”. Er is nochtans véél ervaring, bijvoorbeeld met passende instructie, een ondersteunend beleid en naar de omgeving van studenten en proffen kijken. Zo kan er wél veel taalwinst geboekt worden.

4) B2 is net genoeg om te starten. Niet moeilijker maken, maar later C1-niveau aantonen.

5) Grafieken en een presentatie geven: veel gebruikt in taaltoetsen. In de opdracht wordt weinig taal aangeboden en de kandidaat kan er zelf veel

Verslag Platformstudiedag Hogeschool Rotterdam 21 december 2017

Page 8: NL/VL Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs · Web view2017/12/21  · Het Decreet op de taalregeling in het hoger onderwijs bepaalt dat 6% van de bacheloropleidingen en 35% van de

8

bij zeggen of schrijven. Het gaat om niet-talige input in de testen. Als er te veel talige input is in de opdrachten, worden die opdrachten niet altijd begrepen.

6) Het is een zware taak om equivalentie aan te tonen.7) Er is een enorm grote verzameling geschreven en gesproken producten

voor het NT2-staatsexamen. Dat corpus is al digitaal beschikbaar. Er is heel veel materiaal, waarmee niets wordt gedaan. Er dient geld vrijgemaakt te worden voor onderzoek.

Bart Deygers reageert:- Het is jammer dat er nooit financieel werd geïnvesteerd in onderzoek rond

bijvoorbeeld examenopdrachten voor moedertaalsprekers en NT2-studenten, of naar taken en de verschillen tussen de 2 groepen.

- Niet alle moedertaalsprekers halen B2 bij de instroom. - Lourdes Ortega: Variatie bij moedertaalsprekers wordt gezien als variatie. Bij

niet-moedertaalsprekers worden dezelfde variaties gezien als fouten

Wilma van der Westen, senioradviseur taalbeleid, De Haagse Hogeschool

Wilma van der Westen presenteert enkele voorbeelden en verlaat daarmee even het pad van een toelatingsbeleid.

1) Een studente uit China scoorde zo goed op het toelatingsexamen van de Haagse Hogeschool, dat de toelatingscommissie zich afvroeg of het examen al in de les was gemaakt. Oude HAVO-examens werden gebruikt als toelatingsexamen. De studentestudeerde alle antwoorden uit het hoofd, inclusief de commentaren voor de beoordelaar.

2) Alle studenten leggen een toets af in de propedeuse. Die toets is gerelateerd aan lidwoordengebruik. De op één na beste studente van de opleiding moest na het derde jaar de opleiding verlaten want ze haalde de toets niet.

3) Een Surinaamse studente kan niet op afstudeergesprek komen omdat de scriptie werd afgekeurd. Méér dan vijf fouten op één pagina… dan kom je niet door het poortje. De studente had niet het geld om een taalbureautje in te schakelen.

Vraag: helpt het beleid om doelen te realiseren?

- Bart Deygers: De redelijkheid moet primeren (Toulmin). In hoeverre is taal echt belangrijk in wat deze persoon ambieert? Grote beslissingen dienen in proportie te zijn met de doelen die worden nagestreefd.

- Reactie uit de zaal: Nederlandse studenten worden steeds meer beoordeeld op taalvaardigheid. Bij NT2-leerders worden er zaken door de vingers gezien. Bart Deygers stelt voor daarin rechtlijnig te zijn: geen andere criteria voor internationale studenten en moedertaalsprekers. Kans geven om normen te behalen!

- Enkele inzichten en bedenkingen naar aanleiding van reacties uit de zaal: o Het taalleerproces verloopt niet lineair maar grillig.

Verslag Platformstudiedag Hogeschool Rotterdam 21 december 2017

Page 9: NL/VL Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs · Web view2017/12/21  · Het Decreet op de taalregeling in het hoger onderwijs bepaalt dat 6% van de bacheloropleidingen en 35% van de

9

o De dominante taal kan in een mensenleven veranderen. Bij meertaligheid is het meestal zo dat de talen elkaar niet aanvullen maar verschillende functies hebben. Cfr. Amos van Gelderen vraagt zich af of algemene taalniveaus

bestaan. o De totale woordenschatkennis van een meertalige student is veel

groter dan van een eentalige student.

- Bart DeygersEr zijn meer redenen om B2-niveau voor het hoger onderwijs te behouden dan dat er tegenargumenten zijn. Er is een bepaald minimumniveau nodig want anders ben je hopeloos verloren. De test moet wel valide en betrouwbaar zijn.

- Tom De Moor, UCT, UGentAan de UGent moeten studenten in een toeleidend jaar een B1-niveau behalen en ze volgen vervolgens een lichter programma. Het oorspronkelijke doelpubliek was hooggeschoolde anderstalige nieuwkomers, nu wordt het breder ingezet. Ze moeten intussen ook het vak Intermediate academic English volgen en dat is voor sommigen een extra drempel omdat ze een tweede bijkomende taal moeten leren.

Orsi Kiss, voormalig kandidaat staatsexamen NT2-II

1) Orsi Kiss kan zich niet vinden in het onderzoek van Bart Deygers. 2) Ze kan zich wel vinden in de vaststelling dat luistervaardigheid het

moeilijkst is tijdens hoorcolleges. C1 zal volgens haar ook nog niet voldoende zijn bij sommige docenten. Anderzijds gaat het bij C1 ook om het begrip van imperfect taalgebruik, bijvoorbeeld met een regionale inslag.

3) Wat hielp bij luisteren? Opnemen, woordenschat bestuderen, wennen aan de docent, inlezen op wat volgende keer aan bod komt.

4) Succesfactor: studieskills hebben (die op zich niets met taal te maken hebben). In het Hongaarse onderwijs leer je in de middelbare school logisch argumenteren. Filosofie, retoriek en allerlei leermethoden worden aangereikt. Je krijgt geen toegang tot hoger onderwijs, als je die vaardigheden en kennis niet hebt verworven. Als je dan de woordenschat verworven hebt, dan kan je dat in elke taal.

5) B2 is niet voldoende voor schrijven. Zo kreeg ze bijvoorbeeld ondersteuning door een ‘volbloed Nederlander’. Die bleek dyslexie te hebben. Orsi heeft toen gespaard om de diensten van een communicatiebureau te kunnen betalen bij het schrijven van haar scriptie. Orsi is van mening dat er meer ondersteuning nodig is in dat (schrijf)proces.

6) Orsi Kiss benadrukt ook het belang van sociale contacten, zoals bijvoorbeeld kookworkshops of een taalbad.

- Bart Deygers:Een universeel C1-niveau zal niet beter zijn. Binnen zijn onderzoek zou dat veel meer valse negatieven opgeleverd hebben. Ongeveer de helft van wie niet slaagt voor een C1-test, zou het wel goed doen in de opleiding.

Verslag Platformstudiedag Hogeschool Rotterdam 21 december 2017

Page 10: NL/VL Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs · Web view2017/12/21  · Het Decreet op de taalregeling in het hoger onderwijs bepaalt dat 6% van de bacheloropleidingen en 35% van de

10

Verder erkent hij de nood aan ondersteuning. B2 is genoeg op dag 1 van de opleiding, niet om een scriptie te schrijven. Kritische bemerking: “Je krijgt ondersteuning al je het gaat vragen”.

- Bedenking naar aanleiding van reactie Bart Deygers en reacties uit de zaal: Veel buitenlandse studenten zijn niet even weerbaar als Orsi.

- Bedenking naar aanleiding van reactie uit de zaal:Sociale vaardigheden en strategieën die verder gaan dan taal en/of Nederlands, dragen bij tot studiesucces én tot taalverwerving.

14.15 – 15.00     Koffie en thee

15.00 – 15.45     Collegiaal overleg

15.45 – 16.30     ‘Panelgesprek’De deelnemers gaan in gesprek met Bart Deygers, Orso Kiss, Simon Verhallen en Wilma van der Westen.

Een greep uit de inbreng van de deelnemers en de panelleden:

- Bart Deygers zou aparte taalondersteuning geven aan internationale studenten. Hij benadrukt dat het ook nodig is.

- Deygers meent dat met toelatingstoetsen een grens kan worden getrokken, maar die cesuur is daarom geen natuurwet.

- In KU Leuven zal men onderzoeken of het mogelijk is om Nederlands als curriculair vak op te nemen om te zorgen voor een diepere ondersteuning.

- In de UGent onderzoekt men of het mogelijk is om alleen de luistervaardigheden aan te scherpen.

- In Nederland zijn nu veel universiteiten niet-wettelijk bezig op het vlak van verengelsing. Het is voor instellingen financieel interessant om internationale

Verslag Platformstudiedag Hogeschool Rotterdam 21 december 2017

Page 11: NL/VL Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs · Web view2017/12/21  · Het Decreet op de taalregeling in het hoger onderwijs bepaalt dat 6% van de bacheloropleidingen en 35% van de

11

studenten aan te trekken met Engelstalige opleidingen. Gesprekken over taalbeleid in het hoger onderwijs in Nederland worden gedomineerd door de vraag Engels/Nederlands. Het niveau van de toelatingseisen is daardoor niet bespreekbaar.

- De Haagse Hogeschool verwacht van studenten B1 om te starten met Engelstalige opleidingen. Het taalbeleid is erop gericht drempels voor Engelstalige opleidingen te vermijden. Voor Nederlandstalige opleidingen wordt B2 vooropgesteld. Bij uitstroom is het verwachte niveau voor de Engelstalige opleidingen B2, voor de Nederlandstalige opleidingen C1. Studentenaantallen en financiële redenen wegen door.

- Voorstel: een duaal taalbeleid. Belang van inbreng opleidingen zelf en niet enkel het bestuur.

- Het ERK is niet gemaakt als kapstok om toetsen aan vast te hangen. Het is een instrument om talen te leren bevorderen.

- Voor anderstalige studenten helpt het om op voorhand de slides te geven zodat ze zich kunnen voorbereiden. Taalstrategieën inzetten en woordenschat verwerven, draagt ook bij tot een vlottere verwerking van de leerstof. Verder zijn initiatieven waarbij een vrijwilliger of peer ondersteuning biedt, zinvol.

16.30 –  17.30      Afsluiting en borrel

Anne Kerkhoff draagt het voorzitterschap van het Platform over aan Pieterjan Bonne.

Pieterjan Bonne besluit dat het thema van vandaag veel mensen na aan het hart ligt. De stem van de student horen, is daarbij heel belangrijk.

Het platform zet in op kennisdeling en blijft het belang en de noodzaak van taalbeleid onder de aandacht brengen. Meertaligheid, Engels/Nederlands en NT2 zijn daarnaast thema’s die aan bod komen. Uitwisselen van goede praktijken, inspirerende voorbeelden van taalbeleid en ervaringen, wordt door het platform gestimuleerd en ondersteund.

Verslag Platformstudiedag Hogeschool Rotterdam 21 december 2017