Nieuwsbrief oktober 2016 Je toekomst komt steeds dichterbij, … · verhalen naar boven van mensen...

15
Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen Nieuwsbrief oktober 2016 – Je toekomst komt steeds dichterbij, waar sta jij? Beste SPS’er, Herken jij als psychologiestudent(e) de signalen van een depressie? Er is gebleken dat er nog steeds een taboe heerst op depressie. Minister Schippers is een landelijke campagne gestart om aandacht te richten op de signalenherkenning van en het praten over een depressieve stoornis. En weet jij wat de term orthorexia nervosa inhoudt? Hoogleraar Eric van Furth heeft een lezing hierover gegeven en gaat dieper in op de hype rondom deze niet erkende eetstoornis. Verder blijkt dat veel mensen zo gehecht zijn aan hun digitale hulpmiddelen, dat ze bang zijn om iets te missen. Dit fenomeen wordt ook wel fear of missing out (FOMO) genoemd. Ook zal er in deze nieuwsbrief aandacht besteed worden aan Praktijk Ondersteuner Huisarts in de Geestelijke Gezondheidszorg (POH-GGZ). Het blijkt dat veel basispsychologen aan de slag gaan als POH-GGZ, omdat daar werk in te vinden is. Wij hebben een POH-GGZ geïnterviewd die ons de ins and outs van deze baan heeft verteld. Voor degenen met tentamen stress hebben we leertips gegeven en als je motivatie en gedrag interessant vindt, moet je zeker even een kijkje nemen naar het boek van de maand! Deze maand wordt het boek ‘Socratisch motiveren’ uitgelicht en jij maakt kans om deze te winnen! Er wordt aandacht besteed aan het Nationaal Psychologie Congres dat op 18 november plaats zal vinden. Dit wordt georganiseerd door het Nationaal Congres Commissie en staat dit jaar in het teken van jóuw toekomst: ‘de toekomst komt steeds dichterbij, waar sta jij?’ Door wat technische problemen, ziet de nieuwsbrief er deze maand wat anders uit. Er wordt aan gewerkt en we hopen dat het volgende maand weer opgelost is! Veel leesplezier! Deze nieuwsbrief bevat de volgende artikelen: - Orthorexia nervosa; eetstoornis? - Kansen voor de basispsycholoog in de POH-GGZ - Campagne: ‘Herken de signalen en praat erover’ - Nationaal Psychologie Congres - De toekomst komt steeds dichterbij, waar sta jij? - Start to Digital Detox! - Tentamen leertips - Boek van de maand – Socratisch motiveren

Transcript of Nieuwsbrief oktober 2016 Je toekomst komt steeds dichterbij, … · verhalen naar boven van mensen...

Page 1: Nieuwsbrief oktober 2016 Je toekomst komt steeds dichterbij, … · verhalen naar boven van mensen die door de huidige strong is the new thin hype zodanig beïnvloed worden via social

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Nieuwsbrief oktober 2016 – Je toekomst komt steeds dichterbij, waar sta jij?

Beste SPS’er,

Herken jij als psychologiestudent(e) de signalen van een depressie? Er is gebleken dat er nog

steeds een taboe heerst op depressie. Minister Schippers is een landelijke campagne gestart

om aandacht te richten op de signalenherkenning van en het praten over een depressieve

stoornis. En weet jij wat de term orthorexia nervosa inhoudt? Hoogleraar Eric van Furth

heeft een lezing hierover gegeven en gaat dieper in op de hype rondom deze niet erkende

eetstoornis. Verder blijkt dat veel mensen zo gehecht zijn aan hun digitale hulpmiddelen, dat

ze bang zijn om iets te missen. Dit fenomeen wordt ook wel fear of missing out (FOMO)

genoemd. Ook zal er in deze nieuwsbrief aandacht besteed worden aan Praktijk

Ondersteuner Huisarts in de Geestelijke Gezondheidszorg (POH-GGZ). Het blijkt dat veel

basispsychologen aan de slag gaan als POH-GGZ, omdat daar werk in te vinden is. Wij

hebben een POH-GGZ geïnterviewd die ons de ins and outs van deze baan heeft verteld.

Voor degenen met tentamen stress hebben we leertips gegeven en als je motivatie en

gedrag interessant vindt, moet je zeker even een kijkje nemen naar het boek van de maand!

Deze maand wordt het boek ‘Socratisch motiveren’ uitgelicht en jij maakt kans om deze te

winnen! Er wordt aandacht besteed aan het Nationaal Psychologie Congres dat op 18

november plaats zal vinden. Dit wordt georganiseerd door het Nationaal Congres Commissie

en staat dit jaar in het teken van jóuw toekomst: ‘de toekomst komt steeds dichterbij, waar

sta jij?’

Door wat technische problemen, ziet de nieuwsbrief er deze maand wat anders uit. Er wordt

aan gewerkt en we hopen dat het volgende maand weer opgelost is! Veel leesplezier!

Deze nieuwsbrief bevat de volgende artikelen:

- Orthorexia nervosa; eetstoornis? - Kansen voor de basispsycholoog in de POH-GGZ - Campagne: ‘Herken de signalen en praat erover’ - Nationaal Psychologie Congres - De toekomst komt steeds dichterbij, waar sta jij? - Start to Digital Detox! - Tentamen leertips - Boek van de maand – Socratisch motiveren

Page 2: Nieuwsbrief oktober 2016 Je toekomst komt steeds dichterbij, … · verhalen naar boven van mensen die door de huidige strong is the new thin hype zodanig beïnvloed worden via social

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Orthorexia nervosa; eetstoornis?

Stedelijk Bestuur Tilburg heeft 21 september een lezing georganiseerd waarbij hoogleraar Eric van Furth kwam spreken over orthorexia nervosa. Het is een onderwerp wat de laatste tijd vaak in het nieuws aan bod komt en als ‘nieuwe eetstoornis’ aan het licht wordt gebracht. De statement ‘ik heb orthorexia’ wordt steeds vaker gemaakt. Zo is het verhaal van Lisa al op RTL nieuws verteld en geven meer mensen aan dat ze doorslaan in gezond eten (RTLnieuws, 2016). Echter, wat houdt de term orthorexia nervosa precies in? En is het wel een erkende eetstoornis? Orthorexia nervosa is een term die wordt gebruikt om aan te geven dat iemand 24 uur per dag bezig is met gezond eten. Het eten van ongezonde producten wordt vaak compleet vermeden en kan zelfs angst opwekken. Andere symptomen kunnen zijn: ondergewicht, ondervoeding en vermijding van sociale situaties (PsyQ). Orthorexia is niet opgenomen in de DSM-5 en wordt om deze reden ook niet erkend als een eetstoornis (voedingscentrum). Er is al het een en ander onderzocht over orthorexia, maar onderzoek blijft tot op heden beperkt. Wel is er uit onderzoek naar de prevalentie van orthorexia in de Verenigde Staten gebleken dat minder dan 1% in de categorie orthorexia nervosa viel (Dunn, Gibbs, Whitney & Starosta, 2016). Een beperking die de schrijvers benoemden was dat het instrument, de ORTO-15, niet goed in staat is om het verschil tussen gezond eten en pathologisch ‘gezond’ eten te onderscheiden. Eric van Furth is een klinisch psycholoog bij GGZ Rivierduinen Eetstoornissen Ursula in Leiden en hoogleraar eetstoornissen bij het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Hij is de enige Nederlander die onderzoek heeft gedaan naar orthorexia. In zijn lezing ‘Orthorexia Nervosa’ op de Universiteit van Tilburg werden door Van Furth verschillende kanten van het probleem belicht. Volgens hem is er nog te weinig onderzoek gedaan naar orthorexia om het een eetstoornis te kunnen noemen. Wel gelooft hij dat er mensen zijn die bepaalde symptomen van orthorexia vertonen. Deze symptomen komen echter overeen met symptomen die onderdeel zijn van andere stoornissen die al wel in de DSM-5 omschreven staan. Zo kan de buitensporige angst wijzen op obsessief-compulsief gedrag en kan het ondergewicht en de extreem gezonde leefstijl, waarbij iemand bijvoorbeeld overmatig sport, passen bij de eetstoornis anorexia nervosa. Dit is volgens Van Furth één van de redenen waardoor hij gelooft dat orthorexia geen erkende eetstoornis is en ook niet zal worden. De term orthorexia nervosa is ooit bedacht door Steven Bratman in de jaren ‘90 (Trouw, 2014). De letterlijke betekenis van het woord kan worden afgeleid van de woorden Orthos, wat recht of juist betekent, en orexis wat (eet)lust betekent. Nervosa geeft aan dat het van psychische aard is. Volgens Bratman draait het leven van een persoon met orthorexia zodanig om het gezond willen eten dat diegene alles uit de weg zal gaan om dit te kunnen bereiken. Zo kan het sociale leven dermate beïnvloed worden, omdat het obsessief omgaan met gezond zijn een dagtaak wordt om dit doel te kunnen behalen. Hij gaf aan dat het verschilt van anorexia nervosa doordat het draait om een gezond leven, niet zozeer om gewicht (Proud2bme). Bratman heeft de term voor het eerst gedefinieerd in 1997 wat aantoont dat orthorexia niet een ‘nieuwe’ eetstoornis is, wat soms wel zo op het nieuws benoemd wordt.

Page 3: Nieuwsbrief oktober 2016 Je toekomst komt steeds dichterbij, … · verhalen naar boven van mensen die door de huidige strong is the new thin hype zodanig beïnvloed worden via social

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Er bestaat momenteel een discussie over deze niet erkende eetstoornis. Volgens sommigen is het wel degelijk een eetstoornis waar aandacht aan besteed moet worden. Er komen steeds meer verhalen naar boven van mensen die door de huidige strong is the new thin hype zodanig beïnvloed worden via social media kanalen als Instagram, dat ze doorslaan in de gezonde levensstijl. Echter blijft het de vraag of het een ‘hype’ is, of dat het een echte eetstoornis is die in de DSM opgenomen zou moeten worden. Daarnaast is er ook nog de mogelijkheid dat het een onderdeel van een andere (wel in de DSM-gedefinieerde) eet- of angststoornis zou kunnen zijn. Al deze argumenten geven aan dat er simpelweg nog te weinig onderzoek naar is gedaan om er iets definitiefs over te kunnen zeggen. Artikel: Dunn, T.M., Gibbs, J., Whitney, N. et al. Eat Weight Disord (2016). doi:10.1007/s40519-016-0258-8

Page 4: Nieuwsbrief oktober 2016 Je toekomst komt steeds dichterbij, … · verhalen naar boven van mensen die door de huidige strong is the new thin hype zodanig beïnvloed worden via social

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Kansen voor de basispsycholoog in de POH-GGZ

Susan* werkt als POH-GGZ. Deze afkorting staat voor Praktijk Ondersteuner Huisarts Geestelijke Gezondheidszorg. Je hebt die term misschien al in het nieuws voorbij zien komen, aangezien er de laatste tijd geregeld commotie is rondom de POH-GGZ. Veel afgestudeerde psychologen gaan als POH-GGZ aan de slag, want hoera daar is werk! Echter, wat heeft dat voor invloed op de kwaliteit van de zorg? Wij zochten het voor je uit en spraken namens SPS-NIP met Susan om meer te weten te komen over hoe het is om als POH-GGZ te werken. Wat is de POH-GGZ nou eigenlijk? De POH-GGZ ondersteunt de huisarts bij de verwijzing en behandeling van klachten die niet tot de GGZ behoren. Voorbeelden hiervan zijn werk gerelateerde problematiek, aanpassingsstoornissen en sociaal-maatschappelijke problemen (NIP, 2016). Als er sprake lijkt te zijn van een DSM-stoornis is het de bedoelding dat de POH-GGZ de cliënt doorverwijst naar de generalistische basis GGZ of naar de gespecialiseerde GGZ. “Je bent als het ware de brug tussen de huisarts en de GGZ,” omschrijft Susan. “Wel val je onder de huisartsenpraktijk en de huisarts is dan ook eindverantwoordelijk. Je krijgt te maken met de lichte tot matige, en soms ook chronische, psychische problemen in de huisartsenpraktijk en jij bepaalt dan of je deze persoon zelf kunt helpen, of dat, wanneer er een vermoeden van een DSM-stoornis is, iemand in de GGZ thuishoort.” POH-GGZ is een functie, (nog) geen beroep. Daarom is het voor mensen met verschillende opleidingsachtergronden mogelijk deze functie te vervullen (landelijke vereniging POH-GGZ, 2016). Zo kunnen maatschappelijk werkers, sociaal psychiatrische verpleegkundigen en psychologen allemaal dezelfde soort patiënten krijgen. In de praktijk waar Susan werkt, werken meerdere POH-GGZ met ieder een andere richting (bv. iemand specifiek voor jeugd), waardoor in haar praktijk redelijk goed gematcht kan worden. “In andere praktijken zal er soms één POH-GGZ zijn, die met alles om moet kunnen gaan.” Tegenwoordig is er vaak een specifieke POH-GGZ opleiding nodig om deze functie uit te kunnen oefenen. De POH-GGZ functie is bijzonder geschikt voor basispsychologen, omdat hiervoor geen BIG-registratie nodig is. Het is als het ware de voordeur van de GGZ. Aandachtspunt hierbij is wel dat de zorg anders van aard is en de behandeling korater duurt dan in de basis GGZ. “Op een werkdag zie ik ongeveer 10 patiënten. Voor een intakegesprek heb ik een uur, voor vervolggesprekken een halfuur. In principe is onze richtlijn om vijf gesprekken per patiënt te hebben, maar dit verschilt wel per praktijk en/of de vraag die de patiënt heeft. Zelf doe ik geen 10 gesprekken, om wachttijden niet te laten oplopen. Wel is dit anders bij chronische problematiek.” “Hoe mijn werk nu op mijn studie aansluit? Theoretische kennis heb je voldoende na je master, maar de voorbereiding op de arbeidsmarkt is nog vrij gering. Mijn collega’s en ik omschrijven de begin ervaring weleens als ‘niet piepen, maar springen’: je wordt in het diepe gegooid en gaat direct erg praktisch aan de slag. Wel leer je ontzettend veel door te doen en kun je er heel erg je eigen draai aan geven en werken hoe jij het prettig vindt, dat vind ik heel fijn!”

Page 5: Nieuwsbrief oktober 2016 Je toekomst komt steeds dichterbij, … · verhalen naar boven van mensen die door de huidige strong is the new thin hype zodanig beïnvloed worden via social

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Doorstroom Het lijkt natuurlijk een mooi systeem, maar de doorstroom van POH-GGZ naar de generalistische basis GGZ en gespecialiseerde GGZ verloopt nog niet heel soepel. De zorg voor mensen met psychische klachten kent namelijk groeiende wachtlijsten: 52 procent van de huisartsen heeft wachttijden (LHV, juni 2016). In één van de twee praktijken waar Susan werkt, ziet ze wachtlijsten bij de POH, in de andere praktijk kunnen mensen meestal binnen 2 à 3 weken terecht. Ook ziet ze dat op sommige plekken bij de specialistische GGZ een lange wachtlijst is, waardoor mensen soms te lang bij de POH-GGZ blijven hangen. Oplossing NIP Volgens Linde Gonggrijp (directrice van het NIP) moet er nagedacht worden over randvoorwaarden voor gepaste zorg, nu het werk voor de POH-GGZ is verzwaard (NIP, 2016). Het is gewenst dat de GGZ in de huisartsenpraktijk wordt verbeterd en wordt uitgebreid. Daarnaast zou een verbetering in doorstroom naar gegeneraliseerde basis ggz en gespecialiseerde ggz ook wenselijk zijn. Het NIP presenteert daarom het 7 punten plan, waarmee wordt geprobeerd de toegankelijkheid en kwaliteit van de GGZ te waarborgen: 1. Doordenken doel en aard van de te leveren zorg in de huisartsenpraktijk; 2. Investeer in de bekwaamheid van de POH-GGZ; 3. Regel transparantie, ook in de POH-GGZ-praktijk; 4. Investeer in multidisciplinaire samenwerking tussen POH-GGZ, GBGGZ en GGGZ; 5. Neem belemmeringen weg in de toegang tot benodigde GGZ; 6. Zorg voor duurzame Inrichting van de functie POH-GGZ; 7. Borg geheimhoudingsplicht en privacy.

“Ik ben het eens met de punten die er staan en ik denk ook dat we naar deze punten de komende tijd kritisch moeten blijven kijken, omdat de functie zich nog aan het vormgeven is. Punt 5 vind ik een belangrijk punt. Hier loop ik zelf ook wel tegenaan. Als mensen het eigen risico niet kunnen betalen, blijf je mensen (laag frequenter) zien. Zeker als ik me zorgen maak, wil ik de mensen niet geheel uit het oog verliezen en laten vallen na vijf gesprekken. Mensen hebben dan eigenlijk intensievere behandeling nodig en krijgen dus eigenlijk niet de juiste zorg. Dit is wel een ethische discussie: wanneer beëindig je het dan? Kun je oneindig begeleidende, eigenlijk ontoereikende, zorg blijven bieden? Wel denk ik dat het belangrijk is om in kaart te brengen wat iedere POH-GGZ doet; is dat overal hetzelfde? Zo kunnen we de functieomschrijving, die nu nog erg breed is, verder specificeren. Daarnaast vind ik dat we als POH-GGZ ook een rol hebben om af te bakenen, niet om de hele GGZ over te nemen. We willen wel dat de zorg geleverd wordt op de plek waar die geleverd zou moeten worden,” aldus Susan. “Ik vind mijn functie heel leuk, omdat je heel veel ziet en leert! Wel moeten we echt generalist zijn; nu voel ik me overal een beetje kundig in, maar voor in de toekomst voel ik ook de behoefte me meer te specialiseren.” Wil je meer lezen over het 7 punten plan van het NIP? Klik dan hier. Wil je nog meer weten over het werk van Susan? Mail je vragen voor haar dan naar [email protected] *In verband met privacy is de naam geanonimiseerd

Page 6: Nieuwsbrief oktober 2016 Je toekomst komt steeds dichterbij, … · verhalen naar boven van mensen die door de huidige strong is the new thin hype zodanig beïnvloed worden via social

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Campagne: ‘Herken de signalen en praat erover’ Ruim 500.000 mensen in Nederland zijn gediagnosticeerd met het hebben van een depressie. Dat houdt in dat een op de twintig Nederlanders jaarlijks met een depressie kampt. Erover praten blijkt lastig te zijn, er schijnt nog steeds een taboe op depressie te rusten. Op 26 september 2016 is minister Schippers daarom een landelijke campagne gestart om depressie bespreekbaar te maken en de kennis erover te vergroten (Rijksoverheid, 2016). De slogan van deze campagne is ‘Herken de signalen en praat erover’. Een depressie is een aandoening die valt onder de categorie 'stemmingsstoornissen'. Van een depressieve stemming is sprake als er gedurende een langere periode een abnormale somberheid bestaat en/of een abnormale lusteloosheid, verlies van interesse of een onvermogen om ergens van te genieten (GGZ groep). Het blijkt dat veel mensen niet weten wat een depressie eigenlijk is. Hierdoor worden signalen van een depressie niet opgevangen. Esther van Fenema, psychiater Leids Universitair Medisch Centrum, vindt dat iedereen de signalen uit zijn hoofd zou moeten leren. Hierdoor kunnen we de ziekte vroegtijdig herkennen (Trouw, 2016). De landelijke campagne heeft niet enkel als doel om depressie bespreekbaar te maken, maar ook het doel om herkenning van de ziekte vaker voor te laten komen. Minister Schippers werkt samen met Bram Bakker van de Mental Health Foundation. Zij proberen door middel van acties op social media en tv-spotjes de campagne onder de aandacht te brengen. De campagne is vooral gericht op jonge vrouwen (18-35 jaar) en jongeren (13-18 jaar), aangezien dit voornamelijk de risicogroepen van depressie zijn. Minister Schippers heeft tien miljoen euro vrijgemaakt voor onderzoek naar preventie, vroegsignalering en zorg op maat in de ggz (NOS, 2016). Het NIP is betrokken bij het preventiebeleid van de overheid en is in overleg met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de nadere invulling van een meerjarenprogramma. Zo zal er naar het NIP worden doorverwezen voor professionele hulp. Verder zal het NIP via haar eigen communicatiekanalen aandacht vragen voor de landelijke campagne en werkt het NIP samen met andere partijen aan de ontwikkeling van een generieke module Suïcide (NIP, 2016). Het doel van deze module is het opleveren van één document die de inhoud en de organisatie van de zorg volgens de laatste inzichten beschrijft voor de diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag (GGZ nieuws). Het opsporen van factoren die depressie kunnen beïnvloeden is belangrijk om zo beter patiënten te kunnen helpen. Een depressie kan door persoonlijke, maar ook externe factoren worden beïnvloed. Stadsgeograaf Marco Helbich doet daarom onderzoek naar de invloed van mobiliteit en verschillende omgevingen op de geestelijke gezondheid. Helbich kijkt naar verschillende omgevingsfactoren, zo kijkt hij naar een groenblauwe (natuur en water), een grijze (bebouwing) en een sociale omgeving. Hij heeft zich verdiept in de beweging van de mens: hoe vaak en hoe lang bevindt iemand zich in een bepaalde omgeving en hoe is deze dynamische omgeving gerelateerd aan iemands mentale gezondheid? Met behulp van de gps-functie van de mobiele telefoon meet Helbich in wat voor omgeving de proefpersoon zich bevindt (grijze of groenblauwe omgeving) en door middel van de bluetooth-functie kijkt Helbich naar de sociale omgeving (hoeveel mensen bevinden zich daar).

Page 7: Nieuwsbrief oktober 2016 Je toekomst komt steeds dichterbij, … · verhalen naar boven van mensen die door de huidige strong is the new thin hype zodanig beïnvloed worden via social

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Helbich verwacht hiermee een verschil te vinden tussen drukke en rustige plekken. De onderzochte factoren zijn een aanvulling op de vele factoren die al in verband worden gebracht met depressie en zelfmoord. Helbich hoopt hiermee het inzicht in risicofactoren die mentale gezondheid beïnvloeden te verbeteren, zodat patiënten beter geholpen en ondersteund kunnen worden (Universiteit Utrecht). Wil je meer lezen over deze landelijke campagne? Of ben je juist geïnteresseerd in het verhaal van iemand die depressief is geweest? Kijk dan op de website die speciaal voor deze campagne is gemaakt.

Page 8: Nieuwsbrief oktober 2016 Je toekomst komt steeds dichterbij, … · verhalen naar boven van mensen die door de huidige strong is the new thin hype zodanig beïnvloed worden via social

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Nationaal Psychologie Congres – Je toekomst komt steeds dichterbij, waar sta jij?

Op 18 november 2016 zal het jaarlijkse Nationaal Psychologie Congres plaatsvinden. Dit is hét congres waarbij je je kunt verdiepen in de mogelijkheden die er zijn na je studie. Volg lezingen en workshops en laat je inspireren door psychologen uit diverse werkvelden. Voor antwoorden op al je vragen, kun je terecht op de informatiemarkt. Hier zullen de Beroepscoaches tips geven over solliciteren, vervolgopleidingen en kunnen je persoonlijk adviseren over jouw toekomst. Aan het einde van deze dag ga jij voorbereid jouw toekomst tegemoet!

Tijdens dit congres heb je de kans om verschillende richtingen binnen psychologie te ontdekken. Dit jaar verzorgt Daniël Wigboldus de openingslezing. Hij is hoogleraar sociale psychologie en decaan aan de Radboud Universiteit. In deze lezing zal hij niet alleen inhoudelijk spreken over zijn werk, maar ook over hoe dit tot stand is gekomen, hoe een (wetenschappelijke) carrière zich kan ontwikkelen en over welke kansen en valkuilen je op weg naar jouw toekomst binnen of buiten de universiteit tegen kunt komen. Na de openingslezing heb je de mogelijkheid om je voor 3 verschillende workshops/lezingen in te schrijven. Deze workshops en lezingen worden verzorgd door enthousiaste sprekers die ons graag meer vertellen over zijn/haar werkveld. Naast de iets bekendere onderwerpen als sociale, klinische, biologische, organisatie en neuropsychologie komen er dit jaar ook interessante en minder bekende onderwerpen aan bod als neuromusicologie, godsdienstpsychologie, sportpsychologie, verkeerspsychologie en recherchepsychologie. Neem deze kans om je blik over de uiteenlopende wereld van psychologie te verbreden! Om alvast een tipje van de sluier op te lichten, volgen hier enkele voorbeelden van lezingen die je kan bijwonen op het congres. Tijdens de lezing sportpsychologie zal Gerard Weltevreden een overzicht geven van de taken van een sportpsycholoog en hoe deze tak van de psychologie inspeelt op de benodigdheden van een sporter. Peter Swart zal je tijdens de lezing medische psychologie rondleiden in de wereld van een medisch psycholoog, werkend in een ziekenhuis. Naast lezingen zijn er ook genoeg workshops, zoals de workshop recherchepsychologie. Hier ga je samen met recherchepsycholoog Mirjam Hupperetz aan de hand van een casus in de schoenen van een recherchepsycholoog staan. Wat voor adviezen kan jij de politie geven door gebruik te maken van de kennis uit je studie? Daarnaast kan je je laten meenemen in de wereld van E-Mental Health, coaching, stressmanagement, kindertherapie of suïcide preventie tijdens het volgen van een interactieve workshop. Tijdens de pauze kan je genieten van een lunch en kan je met anderen spreken over je ervaringen. Daarna zullen er nog twee rondes plaatsvinden, waarbij je nog meer kennis kunt opdoen over de verschillende werkvelden. Na afloop is er een feestelijke afsluiting met een borrel waar verschillende Beroepscoaches aanwezig zullen zijn. Je kan daar een cv-check laten doen of studie gerelateerde vragen aan de coaches stellen. Ook zullen er verschillende bedrijven aanwezig zijn om je van nog meer informatie te voorzien die van toepassing is op jouw toekomst! Aan het einde van de dag ga je dus echt voorbereid je toekomst in!

Page 9: Nieuwsbrief oktober 2016 Je toekomst komt steeds dichterbij, … · verhalen naar boven van mensen die door de huidige strong is the new thin hype zodanig beïnvloed worden via social

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Ben je nieuwsgierig geworden naar de verschillende mogelijkheden na je studie psychologie? Koop dan hier snel je kaartje, en profiteer nog tot 16 oktober van onze speciale vroegboekkorting! Neem voor meer informatie een kijkje op de Facebookpagina of bezoek onze website om meer te weten te komen over de sprekers die aanwezig zullen zijn op het congres en meer!

Datum: Vrijdag 18 november 2016 Tijd: 10:00 – 18:00 (inclusief lunch en borrel) Locatie: Cursus- en Vergadercentrum Domstad (Koningsbergerstraat 9, 3531 AJ Utrecht)

Page 10: Nieuwsbrief oktober 2016 Je toekomst komt steeds dichterbij, … · verhalen naar boven van mensen die door de huidige strong is the new thin hype zodanig beïnvloed worden via social

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Start to Digital Detox Word jij al zenuwachtig als je denkt dat je je smartphone vergeten bent? Vinden je familie en vrienden dat je te veel bezig bent met technologie? Word je onrustig als je niet binnen twee uur een mailtje kunt beantwoorden? Dan is het werkboek “Start to Digital Detox” van Christine Wittoeck zeker iets voor jou! Christine Wittoeck, momenteel werkzaam bij de Digital Detox Academy en entert(r)ainer coach bij Samurai at Work, geeft uit eigen ervaring tips over het omgaan met digitale onrust. Moderne termen voor digitale onrust zijn ook wel FOMO, Fear of Missing Out, of Infobesitas. De angst om iets te missen wordt veroorzaakt door onze moderne samenleving, waaruit digitale middelen niet meer weg te denken zijn. In een artikel van Dorit Alt (2015) wordt ook bewustzijn gecreëerd voor de eventuele consequenties rondom het gebruik van sociale media onder universitaire studenten, zoals bijvoorbeeld mentale problemen. Dit onderzoek suggereert dat studenten digitale middelen tijdens colleges meer gebruiken voor sociale activiteiten dan voor educatieve doeleinden. Daarnaast geeft het artikel “Infobesitas, informatie verslaafd” in Mens en Gezondheid aan dat iemand met Infobesitas altijd bezig is met het zoeken naar nieuwe informatie op allerlei verschillende vlakken. Dit kan gevolgen hebben voor de concentratie en kan zorgen voor een slaaptekort en vermoeidheid (InfoNu, 2016). Zoals Christine Wittoeck aangeeft, zijn we bijna elke minuut van de dag zijn in staat om informatie in te winnen en uit te wisselen, op zowel privé als professioneel gebied. Gevolgen hiervan zijn onder andere toenemende stress, verminderde concentratie, inefficiëntie en soms zelfs een burn-out. Om die reden is het belangrijk een goede balans te vinden in het behouden tussen werken met én zonder digitale middelen. In het werkboek van Christine Wittoeck word je in vijf stappen begeleid om een verandering aan te brengen in je digitale onrust. Deze vijf stappen zijn als volgt: voorbereiding, digitaal communiceren, sociale media, e-mail en planning. Bij de voorbereiding wordt eerst duidelijk uitgelegd wat digitale detox en digitale onrust nu eigenlijk inhouden. Daarnaast worden er een aantal do’s en don’ts benoemd, onder andere onderbouwd met voorbeelden uit haar eigen leven. Ook worden er testen aangeboden in deze eerste stap, zoals de Digitale Onrust Zelftest. Met een eenvoudig in te vullen test over je e-mail gebruik, planning, sociale media en internet, en gsm- en smartphonegebruik, kan je testen hoe groot jouw digitale onrust is. Bij het onderdeel digitaal communiceren wordt ingegaan op bijvoorbeeld het gebruik van je smartphone. Aan de hand van opdrachten kan je in kaart brengen hoe jij communiceert via digitale media. Naast digitaal communiceren zijn sociale media, de derde stap, ook belangrijke digitale middelen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het gebruik van Facebook. Aan de hand van informatie en opdrachten kan bepaald worden hoeveel jij gebruik maakt van verschillende vormen van sociale media en worden er manieren geboden om dit gebruik te verminderen. Daarnaast wordt e-mail, de vierde stap in het proces, natuurlijk ook vaak gebruikt als een belangrijke vorm van communicatie. Ondanks dat het een effectieve manier van informatie-uitwisseling kan zijn, zorgt het vaak ook voor de nodige stress. De vijfde en laatste stap in het proces van digital detox is plannen. Aan de hand van overzichtelijke tabellen, opdrachten en tips krijg je meer inzicht in jouw planning en hoe je hiermee om kunt gaan.

Page 11: Nieuwsbrief oktober 2016 Je toekomst komt steeds dichterbij, … · verhalen naar boven van mensen die door de huidige strong is the new thin hype zodanig beïnvloed worden via social

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Bij alle vijf de stappen wordt gebruik gemaakt van do’s en don’ts, opdrachten en tips om je verder te helpen op het pad van digitaal detoxen. Het hogere doel van het doorlopen van de vijf stappen, is dat je uiteindelijk meer kunt genieten van je werk, je leven en je omgeving. Het praktische werkboek is uitgebracht in een compacte vorm, waardoor het gemakkelijk overal mee naar toe te nemen is. Daarnaast is de afwisseling tussen opdrachten, tips, testen en ervaringsverhalen goed in balans, wat het interessant maakt om te lezen. Zou jij ook graag op een andere manier omgaan met digitale middelen of ben je gewoon nieuwsgierig geworden naar het onderwerp? Neem dan een kijkje in het werkboek “Start to Digital Detox” van Christine Wittoeck! Artikel Alt, D. (2015). College students’ academic motivation, media engagement and fear of missing out. Computers in Human Behavior, 49, 111-119.

Page 12: Nieuwsbrief oktober 2016 Je toekomst komt steeds dichterbij, … · verhalen naar boven van mensen die door de huidige strong is the new thin hype zodanig beïnvloed worden via social

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Tentamen leertips

Het studiejaar is alweer volop begonnen. Voor sommigen zal dit betekenen dat ze keihard aan de slag zijn met alle vakken, voor anderen blijkt het juist tegen te vallen hoeveel werk het is om alles bij te houden. Ook staan de tentamens weer voor de deur, hoe pak je dat leren hiervoor nu het beste aan? Het leren en het maken van een tentamen kun je uiteraard op verschillende manieren aanpakken. Een aantal universiteiten geven goede tips over hoe je, volgens wetenschappelijk onderzoek, dit het beste zou kunnen doen. Als eerste de Universiteit Utrecht, zij verwijzen naar een artikel waarin gezegd wordt dat markeren en samenvatten niet de beste methode is. Volgens dit onderzoek kun je het beste gebruik maken van flashcards om jezelf te toetsen en uiteraard vroeg beginnen met leren (Universiteit Utrecht, 2013). Over markeren zeggen ze het volgende: “Vijf psychologen onder leiding van professor John Dunlosky onderzochten deze leermethode en kwamen tot de conclusie dat het totaal geen nut heeft. Je leert er vrij weinig van en het heeft nog een ander ongunstig effect. Alleen individuele feiten blijven de onderstrepers bij, waardoor ze het zicht op onderlinge verbanden tussen de feiten verliezen.” Ook samenvatten is niet de beste methode volgens hen, daar wordt het volgende over gezegd: “Wie deze vorm van leren hanteert, focust vaak te veel op individuele feiten en verliest het geheel uit het oog. Als je een kei bent in het maken van goede samenvattingen, heb je er natuurlijk wel wat aan. Maar wie er geen ster in is, kan het maar beter laten. Je kunt er wel beter in worden als je een tekst goed leest en daarna in je eigen woorden opschrijft. Lees het dan nog wel uitvoerig na of je niets belangrijks bent vergeten.” Dit blijkt dus niet de beste methode, maar wat werkt er dan wel? Het advies wat de Universiteit Utrecht geeft, is het op tijd beginnen, korte sessies leren en veel herhalen. Daarnaast blijkt zelf tentamenvragen verzinnen en het maken van flashcards ook een effectieve methode. Het komt natuurlijk meer dan eens voor dat je niet op tijd bent begonnen en de bovenstaande tips niet meer van toepassing zijn op jouw situatie. Daarvoor heeft de Vrije Universiteit Amsterdam nog een aantal tips verzameld. De kans is groot dat de docent zich focust op de punten die in het college behandeld zijn (Vrije Universiteit Amsterdam, 2012). Nu moet je er dus achter zien te komen wat deze punten zijn, mocht je niet bij de collegesheets kunnen komen. Daar zijn verschillende manieren voor ontwikkeld. Een voorbeeld is het gebruiken van samenvattingen en oefententamens die studieverenigingen verkopen, deze kunnen erg efficiënt zijn om te leren. Mocht dit nou allemaal niet mogelijk zijn en heb je nog maar één dag waarin je echt niet meer dat dikke boek door kunt werken, hebben ze ook nog een gouden tip ontwikkeld. Begin met de inleiding en conclusie van elk hoofdstuk, dan heb je in ieder geval de hoofdlijnen te pakken. Daarnaast is het niet zo dat de docent over dat aller dikste hoofdstuk helemaal geen vragen zal stellen, begin dus hiermee als je meer op de details gaat leren. Als laatste tip, zorg dat je voldoende slaapt. Voldoende slaap zorgt voor betere aandacht en concentratie en daarnaast draagt slaap bij aan het verwerken van wat we overdag aan kennis hebben opgedaan. Goede slaap draagt dus bij aan een goed geheugen en goede concentratie (Hersenstichting, 2016). De Universiteit Leiden komt met een meer tentamengerichte aanpak. Zij zeggen het volgende over de aanloop naar je tentamen: “Plan de activiteiten alsof je een lange wandeling voorbereid. Bij een

Page 13: Nieuwsbrief oktober 2016 Je toekomst komt steeds dichterbij, … · verhalen naar boven van mensen die door de huidige strong is the new thin hype zodanig beïnvloed worden via social

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

lange wandeling ligt het voor de hand dat je van tevoren nadenkt over de route en het meenemen van eten en drinken. Tijdens de wandeling zal je ongetwijfeld pauzeren. Pak het tentamen ook op een vergelijkbare wijze aan. Bedenk van tevoren wat de beste tentamenstrategie is voor dit specifieke tentamen. Verdeel de tijd, zodat je met een gerust gevoel kunt werken.” (Universiteit Leiden, 2012). Daarnaast geven zij ook nog wat tips voor als je al aan die tentamentafel zit en misschien even niet meer weet hoe je de situatie het beste kunt aanpakken. Daarvoor hebben zij de volgende tips: “Het afleggen van een tentamen is een intensieve intellectuele uitdaging. Pauzeer op tijd en voorkom dat je uitgeput op een dood punt terecht komt. Neem snoepjes, eten en drinken mee. Desondanks kan je op een (schriftelijk) tentamen op een dood punt aankomen. Het lukt niet goed, je weet iets niet, je kunt je aandacht er niet bijhouden. Doorbreek dit dode punt. Neem een korte pauze, ga naar de wc, eet of drink wat. Haal even diep adem. Blijf niet 'kleven' aan een vraag die je niet weet. Ga verder met een andere vraag. Besef dat je niet alles hoeft te weten. Je kunt altijd nog terug keren naar de vraag als er tijd over is.” Als je zelf niet te gespannen bent en je je goed kunt concentreren dan bedenk je misschien ineens wel wat die ene docent tijdens dat specifieke college daar ook al weer over heeft gezegd. We kunnen concluderen dat er verschillende manieren zijn om het leren en het maken van een tentamen aan te pakken. Ik zou je daarom adviseren om voor jezelf verschillende manieren uit te proberen en erachter te komen welke voor jou het beste werkt. Als je dit eenmaal ontdekt hebt, levert je dat tijdens je studietijd veel gemak op.

Page 14: Nieuwsbrief oktober 2016 Je toekomst komt steeds dichterbij, … · verhalen naar boven van mensen die door de huidige strong is the new thin hype zodanig beïnvloed worden via social

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Boek van de maand – Socratisch motiveren Wat er niet in zit komt er ook niet uit – vrij naar Socrates (Win, 1980) De boeken Socratisch motiveren (2007) en Waardenloze gesprekken (2010) worden in Socratisch motiveren (2016) samengevoegd tot een boek. Aangezien socratisch motiveren zich de afgelopen jaren heeft toegespitst op drie stappen, was het nodig om de stappen van deze methode nogmaals helder te beschrijven en te illustreren. Martin Appello, schrijver van deze boeken, is gedragstherapeut en gezondheidszorgpsycholoog. Hij is werkzaam als trainer, therapeut, docent en supervisor bij verschillende (onderwijs)instellingen. ‘Motiveren’ is afgeleid van het Latijnse ‘movere’ dat staat voor ‘bewegen’. Een motief is datgene wat iemand beweegt. Je kan iemands gedrag motiveren door erachter te komen wat iemands beweegredenen zijn. Je gaat samen zoeken naar wat iemand beweegt en waarom. Een partij heeft het doel om de andere partij te motiveren tot ander gedrag. Als de andere partij hier niet open voor staat, leiden deze zogenaamde ‘motiverende gesprekken’ vaak nergens heen. Socratisch motiveren is een vorm van motiverende gesprekken waarbij je samen met iemand achter zijn/haar beweegredenen gaat komen. Het doel is niet om iemand te veranderen maar om duidelijk te maken wat iemand beweegt en wat de consequenties hiervan zijn. Door iemands beweegredenen en de gevolgen hiervan helder in kaart te brengen, kan je als professional onderzoeken in hoeverre een cliënt zijn/haar gedrag wilt veranderen. Deze methode biedt veel mogelijkheden voor de professional. Wat erg fijn is aan socratisch motiveren, is dat het niet alleen de cliënt of patiënt helpt, maar ook de professional zelf. Door deze methode kom je erachter of een cliënt bereid is om te veranderen, in plaats van het blijven proberen om iemands gedrag te veranderen. Soms kan het proberen te motiveren van cliënten iets zijn waar je als professional enorm tegen op kan gaan kijken. Dit kan leiden tot spanning, ergernissen, hoofdpijn en stress. Socratisch motiveren kan helpen als behandelingen vastlopen of als je niet zeker weet of iemand wel wilt veranderen. Twee uitspraken van gebruikers van socratisch motiveren: ‘Socratisch motiveren levert mij veel op. Niet dat mijn cliënten nu ineens beter worden, maar ik zie minder tegen mijn werk op en ga minder vermoeid naar huis’ en ‘Ik heb ontdekt dat ik een groot deel van mijn energie verspilde aan trekken aan een dood paard. Daar ben ik nu mee gestopt.’ Het boek is opgesplitst in drie delen. In deel I wordt de praktische, wetenschappelijke, historische en filosofische basis geschetst van socratisch motiveren. Op deze manier word je als lezer bekend met de achtergrond van socratisch motiveren en waar het vanuit is ontstaan. In deel II wordt de methode uitgebreid besproken. Hier leert men wanneer deze methode het beste toe te passen is en hoe iemand zich kan voorbereiden op het toepassen van socratisch motiveren. In deel III wordt de eerder geleerde stof levendig gemaakt door in te gaan op voorbeelden uit de praktijk. Hier worden verscheidene casussen besproken. Het boek eindigt met twee kritische kanttekeningen. De eerste over de literatuur, het fundament van dit boek en ten tweede dat de voorbeelden beschreven in dit boek samengesteld zijn uit ‘echte’ verhalen en gebeurtenissen.

Page 15: Nieuwsbrief oktober 2016 Je toekomst komt steeds dichterbij, … · verhalen naar boven van mensen die door de huidige strong is the new thin hype zodanig beïnvloed worden via social

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Socratisch motiveren is een korte en krachtige methode die professionals kunnen toepassen als hun cliënt niet meewerkt aan gedragsverandering of als de behandeling vastloopt. Deze methode verheldert de motieven en het gedrag van de cliënt wat de professional het inzicht geeft in de bereidheid van een cliënt om gedrag te veranderen. Daarnaast kan het een uitkomst zijn voor professionals die op kijken tegen motiverende gesprekken bij bepaalde cliënten. Vind je motivatie en gedrag interessant en lijkt het je leuk om te leren hoe socratisch motiveren werkt? Als SPS-NIP lid maak je kans om dit boek te winnen. Stuur je motivatie voor 24 oktober op naar [email protected] en maak kans op een gratis exemplaar van socratisch motiveren door Martin Appelo. Niet gewonnen? Je kan dit boek als SPS-NIP lid deze maand voor maar €22,95 in plaats van €28,50 in de NIP Boekenclub halen! --------- In samenwerking met BOOM psychologie worden deze maandelijkse winacties mogelijk gemaakt. BOOM psychologie biedt elke maand andere boeken aan die met korting in de NIP Boekenclub komen te staan.