NIEUWSBRIEF I - pi4hal.nl PI4HAL septermber 2018.pdf · Claude Pouillet. Wet van Pouillet. Joseph...
-
Upload
trinhxuyen -
Category
Documents
-
view
223 -
download
0
Transcript of NIEUWSBRIEF I - pi4hal.nl PI4HAL septermber 2018.pdf · Claude Pouillet. Wet van Pouillet. Joseph...
1
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
n dit september nummer van 2018 worden weer een aantal wetenswaardigheden
onder de aandacht gebracht. 2018: een bijzonder jaar eigenlijk. In een eerder
nummer werd al aandacht besteed aan het 50 jarig bestaan van WestCord dit jaar
en het feit dat hotel New York al 25 jaar een WestCord hotel is. Op 4 augustus jl.
kwam de Rotterdam definitief naar Rotterdam en op 13 september a.s. is het 60 jaar
geleden dat de Rotterdam te water werd gelaten en werd gedoopt door koningin
Juliana. Het is ook 60 jaar geleden dat
in Brussel EXPO58 werd gehouden en
het Atomium werd geopend. Het is 65
jaar geleden dat Noord- en Zuid Korea
een wapenstilstand sloten en het is 100
jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog
eindigde maar ook de oprichting van de
Nederlandse Seintoestellen Fabriek
(NSF) en met saluutschoten wordt in
Paramaribo het eerste Nederlandse
schip sinds jaren begroet. De Vulcanus
heeft in opdracht van de koloniale
overheid een partij rijstebloem
ingeslagen in Argentinië, want in
Suriname was nauwelijks nog brood te
krijgen. Ook in 1918: Edwin Howard
Armstrong ontwikkelt de eerste bruik-
bare ontvanger voor radio. Kortom:
allemaal memorabele gebeurtenissen.
Inhoudsopgave
Georg Ohm ............................................................................................................. 2
Een stukje radiohistorie (3) ..................................................................................... 4
DE EEUWIGE ZEEMANSBALLADE ......................................................................... 8
Belevenissen in het radiostation .............................................................................. 9
Het ss Rotterdam alweer tien jaar terug van weggeweest ....................................... 11
Het feest van de terugkeer: La Grande Dame in vol ornaat .................................... 14
En hoe het allemaal begon in 1958 ....................................................................... 16
Nobile-Gedächtnis-Expedition dank Amateurfunk gerettet .................................... 18
Leuk om te weten (vervolg) .................................................................................... 19
Wereldhavendagen Energize .................................................................................. 22
Wist je dat………. .................................................................................................. 23
FT-8 de nieuwe digitale mode ................................................................................ 26
International Police Association (IPA) op PI4HAL (herinnering) .............................. 28
Interview Harry en Jennifer Wester ....................................................................... 29
Safety alert – LED Lighting interference VHF frequencies ...................................... 29
I
2
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
Georg Ohm eorg Simon Ohm (Erlangen, 16 maart 1789 – München, 6 juli 1854) was een
Duits wis- en natuurkundige. Hij is bekend geworden door de naar hem
genoemde Wet van Ohm waarin de relatie tussen elektrische spanning,
elektrische stroom en weerstand wordt uitgedrukt.
Tevens is de eenheid van de elektrische weerstand - de
ohm - naar hem genoemd.
Levensloop
Jeugd
Georg Ohm werd geboren in een Beiers protestants
gezin als zoon van Johann Wolfgang Ohm, een
slotenmaker, en Maria Elizabeth Beck, dochter van
een kleermaker uit Erlangen. Hoewel zijn ouders
weinig opleiding hadden genoten, was Georgs vader
een gerespecteerd man die zichzelf tot een hoog niveau
had opgeleid. Hierdoor kon hij zijn kinderen een goede
opleiding meegeven. Sommige van Georgs broers en
zussen stierven reeds op jonge leeftijd, slechts drie overleefden de kinderjaren: Georg,
zijn broer Martin (1792-1872), die een bekend wiskundige zou worden, en zijn zuster
Elizabeth Barbara.
Studie
Vanaf hun vroege jeugd werden Georg en Martin door hun vader onderwezen in
wiskunde, natuurkunde, scheikunde en filosofie. Van zijn elfde tot aan zijn vijftiende
jaar ging Georg naar het Gymnasium in Erlangen en daarna, in 1805, naar de
universiteit van Erlangen. In plaats van zich te concentreren op zijn studie hield
Georg zich zelf liever bezig met dansen, schaatsen en biljarten. Georgs vader, kwaad
dat zijn zoon zijn studiekans aan het verwaarlozen was, stuurde hem naar
Zwitserland waar Georg wiskundeleraar werd op een school van het voormalige
klooster Gottstatt bij Nidau.
Op advies van Karl Christian von Langsdorf, professor aan de universiteit van
Erlangen, ging Ohm de werken lezen van Euler, Laplace en Lacroix. In maart 1809
verliet hij Gottstatt om privéleraar te worden in Neuchâtel. Twee jaar later keerde hij
terug naar de universiteit van Erlangen.
Wetenschappelijk carrière
Zijn tussentijdse studies hadden hem een goede uitgangspositie gegeven voor het
binnenhalen van zijn doctoraat op 25 oktober 1811. Direct daarna werd hij
opgenomen in de onderwijsstaf als docent wiskunde. Na drie semesters gaf Ohm zijn
universitaire baan op, vanwege de matige verwachtingen en het slechte salaris. De
Beierse overheid bood hem een baan aan als leraar op een 'Realschule' (toen een
school voor hoger beroepsonderwijs) in Bamberg.
G
3
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
Ongelukkig met zijn baan begon Ohm een basisboek over geometrie te schrijven om
zijn ware kwaliteiten aan te tonen. Zoals gebruikelijk in die tijd zond hij het
manuscript naar koning Wilhelm III van Pruisen. Tevreden met Ohms werk werd hij
op diens aanbeveling in 1817 docent aan het Driekoningengymnasium van Keulen.
Om recht te doen aan de goede reputatie van deze school voor wetenschappelijke
vorming vond Ohm het noodzakelijk zowel natuurkunde als wiskunde te onderwijzen.
Het laboratorium was goed uitgerust zodat hij zich goed natuurkundig onderzoek kon
doen. Als zoon van een slotenmaker had Georg reeds enige praktische ervaring met
mechanische instrumenten. Apparaten die hij nodig had maakte hij zelf.
In 1826 werd hij leraar aan de krijgsschool te Berlijn en in 1833 professor aan de
Technische Hogeschool in Neurenberg, die hij vanaf 1839 als directeur leidde en die
tegenwoordig zijn naam draagt. In 1849 vertrok hij naar de Ludwig Maximilians-
Universiteit in München waar hij eerst buitengewoon en in 1852 gewoon hoogleraar
in de experimentele natuurkunde werd. Pas toen, twee jaar voor zijn overlijden, kreeg
Ohm de positie waar hij zijn hele leven naar had gestreefd.
Wet van Ohm
De Wet van Ohm geïllustreerd in een Duitse postzegel
Ohms grootste belangstelling was elektriciteit, waarvan de ontwikkeling na de
ontdekking van de batterij door Alessandro Volta in een versnelling was gekomen. Hij
dacht dat Joseph Fouriers warmtetheorieën ook van toepassing moesten zijn op de
elektrische stroom. Een warmteoverdracht tussen twee punten wordt niet alleen
bepaald door het temperatuurverschil tussen deze punten, maar ook door het
geleidingsgedrag van het materiaal ertussen.[1]
Om zijn aanname te testen liet hij stroom lopen door draden van verschillende
lengtes. Hij ontdekte dat de stroomsterkte kleiner werd indien de lengte toenam.
Ohms logica was dat naarmate een draad langer is, het moeilijker is voor de
elektriciteit om zich een weg door de draad te banen, zodat er meer spanning nodig
is om die weg te kunnen afleggen. Ook ontdekte hij dat de stroom anders was bij
verschillende metalen en draaddiktes.
In 1826 toonde Ohm aan dat de stroomsterkte in een draad recht evenredig is met
de aangelegde spanning en omgekeerd evenredig met de weerstand van de draad.
Deze Wet van Ohm verscheen in het beroemde boek Die galvanische Kette,
mathematisch bearbeitet (De galvanische keten, wiskundig benaderd) (1827) waarin
hij zijn complete theorie gaf over elektriciteit. Het boek begint met de wiskundige
4
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
achtergrond, die nodig was om de rest van het boek te begrijpen want toen werd de
natuurkunde nog op de niet-wiskundige wijze benaderd.
Hoewel zijn werk de theorie en toepassing van elektrische stromen sterk heeft
beïnvloed, werd het destijds koeltjes ontvangen. Ondanks zijn pogingen lukte het hem
niet de oudere Duitse natuurkundigen ervan te overtuigen dat zijn wiskundige
benadering de enig juiste was. Ondanks de vele proeven die ze deden met stroom en
spanning beschouwden wetenschappers het als twee afzonderlijke verschijnselen. In
1834 bevestigde de Fransman Claude Pouillet zijn wet en leidde hiervan de wet van
Pouillet vanaf. In het buitenland werd het werk van Ohm wel geaccepteerd. De
Amerikaan Joseph Henry zag dat de wet van Ohm alle onduidelijkheden omtrent
elektrische schakelingen wegnam. In zijn thuisland moest Ohm twintig jaar wachten
op erkenning.
Een stukje radiohistorie (3)1 Wat gebeurde er met de ,draadloze" in Nederland (vervolg).
Tussen 1905 en 1910 werden de eerste Nederlandse passagiersschepen van
draadloze telegrafie voorzien. Het waren de Nieuw Amsterdam, Noordam, Potsdam,
Rijndam en Statendam, die geïnstalleerd werden met een 1,5 KW. Marconizender met
vaste of draaiende vonkenbrug. Op de Nieuw Amsterdam, het toenmalige commodore
schip van de NASM, zwaaide Mr. Hayburn, de latere directeur van de Marconi
Maatschappij, in het radiostation de scepter met als assistent de heer Maernoudt
later hoofdinspecteur van de SAIT. Ofschoon men, met de eerste radioconferentie van
Berlijn in 1906, een einde maakte aan het ,,Marconisme" ondervond aanvankelijk het
kuststation ,,Scheveningen Haven" nog steeds moeilijkheden met deze Nederlandse
,,Marconi-schepen".
Opzienbarende toepassingen van de “draadloze"
Alvorens het verhaal over de ontwikkeling van de draadloze in Nederland voort te
zetten, dienen twee enigszins emotionele voorvallen te worden genoemd, die er toe bij
droegen de betekenis van de draadloze telegrafie tot het publiek te laten doordringen.
Begin 1910 hielden de dagbladen zich bezig met de raadselachtige verdwijning uit
Londen van mevrouw Belle Elmore, echtgenote van de arts H. H. Crippen, van wie
bekend was dat hij banden, warmer dan die van vriendschap, had aangeknoopt met
Ethel de Neve, zijn secretaresse.
Het aanvankelijk door Scotland Yard ingestelde onderzoek leverde voor de medicus
geen bezwarend materiaal op. Doch toen hij en Miss de Neve na een tweede
huiszoeking, die evenmin iets verdachts had onthuld, met de noorderzon vertrokken
bleken te zijn, werd de justitie argwanend.
Scotland Yard gelastte beider aanhouding en voorgeleiding.
1 Uit PDRH December 1968.
5
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
Een in de dagbladen verspreid signalement kwam onder de ogen van de kapitein van
het stoomschip Montrose, dat op weg was naar Quebec. Het schip had radio aan
boord.
Op de Atlantische Oceaan monsterde de kapitein zijn passagiers eens goed en daarbij
viel het hem op dat een van hen, die stond ingeschreven als Mr. Robinson, een
merkwaardige gelijkenis vertoonde met de foto in de krant van de gezochte Dr.
Crippen.
Nauwkeurige waarneming gaf de gezagvoerder bovendien de overtuiging dat de zoon
Robinson, die zijn vader vergezelde, veel had van een verkleed meisje.
Kapitein Kendall van de Montrose seinde
nu zijn bevindingen draadloos aan zijn
rederij, die op haar beurt Scotland Yard
inlichtte. Met het gevolg dat het paar op de
kade te Quebec door de politie werd
opgewacht.
De moordzaak Crippen, die voor de
rechtbank van Old Baily werd gebracht,
was wekenlang stof voor de voorpagina's.
Zij eindigde met de veroordeling van de arts
tot de strop. Het werd bewezen geacht dat
hij zijn vrouw had vergiftigd en daarna haar
lijk ingezouten. De stoffelijke resten had hij
begraven onder de vloer van de kolenkelder
in zijn huis.
De rol die de radio had gespeeld bij de
opsporing en de arrestatie van de gezochte,
had zeer sterk gesproken tot de verbeelding
van het publiek.
Het tweede voorval deed dat nog meer.
Op 15 april 1912 kwam de catastrofe met de Titanic, de trotse Cunardliner, die op
haar eerste reis van Engeland naar Amerika des nachts in volle vaart op een ijsberg
stootte en zonk.
Een ramp waarbij meer dan vijftienhonderd mensenlevens verloren gingen. Het
bleek dat, wanneer er op de schepen varende in de nabijheid van de Titanic beter op
de radio was uitgeluisterd, tijdiger hulp had kunnen zijn geboden dan nu het geval
was geweest.
6
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
Als gevolg van de ontzetting die de ramp in de wereld veroorzaakte, vaardigde de
Londense radioconferentie van 1912 strenge voorschriften uit voor de bezetting van
de radiowacht aan boord van schepen.
Die maatregelen hadden tot gevolg dat een aanzienlijke uitbreiding moest worden
gegeven aan het korps marconisten.
De overtuiging dat door middel van radio zoveel mensenlevens gered hadden
kunnen worden, maakte diepe indruk.
De radio werd hierdoor in de ogen van het publiek niet alleen een technisch wonder,
maar ook een factor die bijdroeg tot de vergroting van ’s mensen geluk en veiligheid.
De eerste wereldoorlog
Zo stonden de zaken historisch en emotioneel, toen in augustus 1914 de eerste
wereldoorlog uitbrak, die, wat de strijd tussen de zeemogendheden Engeland en
Duitsland betreft, door twee radiotoepassingen zou worden gekenmerkt. De eerste
was het onderscheppen van de radiobevelen van admiraal Von Scheer, toen hij
aanstalten maakte om met de Hochseeflotte Wilhelmshafen te verlaten en zee te
kiezen. Hetgeen aanleiding was voor de Britse vlootvoogd Jellicoe om in Scape Flow
het anker te lichten en met de Grand Fleet de vijand op te zoeken. De Britse
admiraliteit werd over de bewegingen van de Duitse vloot op de hoogte gehouden door
captain H. J. Round, ingenieur van de Marconi-maatschappij, die met een nieuw
ontwikkeld ontvangapparaat, bekend als radio-richtingzoeker, de positie van de vloot
7
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
wist te peilen. Hij deed dit aan de Engelse kust bij Scarborough. Hier werd voor het
eerst over grote afstanden het reeds in 1907 door Bellini en Tosi gevonden beginsel
van ,,radio direction finding" toegepast, dat later zulk een hulpmiddel zou worden bij
de navigatie op zee.
De tweede was de eerste toepassing van radio in een zeeslag. Het was de radio-
installatie van de lichte kruiser Galathea, die ter hoogte van het Skagerrak, de
waarneming van de Duitse slagkruisers onder vice-admiraal Hipper het eerst aan het
Britse admiraalschip lron Duke meldde.
De verwarde zeeslag, die op 31 mei 1916 volgde en die voor de Engelsen voortleeft als
de slag bij Jutland en voor de Duitsers als de slag bij het Skagerrak, gaf echter zelf
geen opmerkelijke successen van de draadloze telegrafie te zien. Het tegendeel was
eerder het geval, omdat Jellicoe zelfs van vlaggenschip moest verwisselen, omdat de
radio-installatie onklaar raakte.
De Nederlandse koopvaardijvloot, die haar vlag van neutrale mogendheid door de
oorlogvoerende landen geëerbiedigd wenste te zien, ondervond op zee en in de
vreemde havens grote moeilijkheden. Zij moest bejegeningen ondergaan, die in
tegenspraak waren met de bepalingen van het zeerecht in oorlogstijd. De in heftige
strijd gewikkelde partijen bleken zo weinig rekening te houden met de neutrale
scheepvaart, dat niet slechts een gevoel van wrevel ontstond, maar ook het verlangen
werd versterkt om zoveel mogelijk zelf te doen, op velerlei terrein en los van welke
oorlogvoerende mogendheid ook, En deze stroming was ook van grote invloed op de
ontwikkeling van de draadloze in Nederland.
Op 1 augustus 1914 vaardigde de Britse regering de bepaling uit, dat het gebruik van
draadloze telegrafie aan boord van vreemde schepen in de territoriale wateren van
het Verenigd Koninkrijk verboden was en dat die schepen hun antennes moesten
strijken bij het naderen van een rede of haven. Iedere telegramwisseling met schepen
buiten die wateren was bovendien onderworpen aan de Britse censuur. Zo mogelijk
nog onaangenamer was een andere maatregel: de opschorting van de service door de
SAIT. Deze onderneming zag haar organisatie door de vijandelijkheden natuurlijk
uiteenspatten.
Daarmee dreigden onze reders met de verzorging van de draadloze apparatuur aan
boord van de Nederlandse schepen tussen schip en wal te geraken. Hoewel de
vestiging van de SAIT in Nederland, met de hoofdinspecteur R. C. A. Kroes, goed werk
bleef doen om het raderwerk draaiende te houden, liet de oorlogsontreddering zich
terdege voelen. Men begon in het gedrang te raken met de personeelsvoorziening en
de levering van zend- en ontvangapparatuur door de Marconi-maatschappij liep vast.
Wel mocht worden aangenomen dat bij de SAIT niet de opzet aanwezig was om de
Nederlandse clientèle in de steek te laten, maar de oorlogsverlamming en de nationale
bindingen spraken nu eenmaal een woordje mee.
In Nederland had men zowel begrip voor de overmacht, als voor het begrip à Ia
guerre, comme à la guerre, maar dat nam niet weg, dat voor ’s lands scheepvaart
8
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
nog altijd gold: navigare necesse est. Gevaren moest er worden zonder radio ging
niet meer!
Sterk werd nu het gemis gevoeld van een nationale maatschappij die op zo'n vitaal
gebied zonder bemoeienis van het buitenland kon opereren.
Er moest iets op gevonden worden!
Samensteller F. Roosingh
wordt vervolgd
DE EEUWIGE ZEEMANSBALLADE2 Er ruist een tijdeloos verhaal langs strand en oceaan in de doorzouten zeemanstaal die weinigen verstaan. Alleen wie lang gevaren heeft leert uit het fluisterrijm der golven het antiek geheim: de Flying Dutchman leeft! De Flying Dutchman is geen schim uit een vervlogen tijd. Nog varen schepen aan de kim door blauwe eenzaamheid. Nog drijven mannen overzee zo ver een schip kan gaan met hun latent verlangen mee naar een verruimd bestaan. Zij zien de kaart, de kartelrand van kust en continent. Rivier en fjord en zuidzeestrand wordt nog door hen verkend. Zij zien hoe achter elke kust en met die lijn als grens haast ieder volk, haast ieder mens in land en lot berust. Berust achter een hindernis van vooroordeel en haat, gevormd door de geschiedenis, door afstand of klimaat Ze leren lachen om de waan van land en volk en staat
2 Uit Jan Noordegraaf: Luisteren naar Schelpen; gedichten en balladen.
en worden vrienden van de maan die alles gadeslaat. Zo drijven ze de wereld rond, de wereld, klein en groot, vervreemden van hun eigen grond en zwijgen Holland dood. Ze zweren hun gewoonten af, want Holland is zo klein en krijgen hun bestemde straf door nergens thuis te zijn. Er ruist een tijdeloos verhaal langs strand en oceaan in de doorzouten zeemanstaal die weinigen verstaan. Alleen wie lang gevaren heeft hoort uit het fluisterrijm der golven het antiek geheim: de Flying Dutchman leeft!
9
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
Belevenissen in het radiostation3
Kleine oorzaken. Grote gevolgen. Dit had ook boven dit stukje kunnen staan.
We lagen in New York en we hadden een assistent aan boord. Kersvers van de
praktijkcursus. Een aardige jongen, willig en vol goede voornemens.
Alleen de ervaring, dat zat nog niet zo best. Maar dat komt meer voor in de
assistentenfamilie.
Enfin, in New York kreeg de assistent opdracht de motorgenerator eens te controleren
en schoon te maken. Borstels losnemen en dan kijken of ze niet te veel afgesleten of
ingebrand waren. Collector en sleepringen controleren en eventueel oppoetsen enz.
Pracht job voor een assistent.
Nu stond bij ons de omvormer in de top van de machinekamer en als je de borstels
losnam, moest je er voor zorgen dat je die doppen goed in je vingers hield, want anders
zorgde de veer die er achter zat er wel voor dat de dop met een pracht boog wegschoot.
En in ons geval was dat de machinekamer in. Dus werd de assistent nadrukkelijk op
een en ander gewezen. Bovendien ging ik zelf ook nog mee om hem de omvormer aan
te wijzen.
Reeds bij de eerste borstel die hij losnam hoorde ik hem ,,Oei" toepen, en zag ik hem
achterom kijken de diepte in. Weg dop. Somewhere down below in de vetloods.
- Wat nu? Hebben we een reserve? vraagt de assistent.
- Nee, reserve hebben we niet. Er is maar één oplossing. Zoeken!
3 Uit PDRH 1969, jan/febr.
10
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
De arme jongen heeft drie uur lang op handen en voeten door de machinekamer
gekropen en als hij dat dopje nu gevonden had was er niets loos geweest. Maar het
dopje bleef zoek.
Intussen was het hele radiostation al overhoop gehaald op zoek naar een reserve dop
of iets wat er voor kon dienen, maar eveneens zonder resultaat, en de elektricien had
ook niets wat gebruikt kon worden. Daar de omvormer niet te gebruiken was zonder
dat rot dopje, moest er een oplossing gevonden worden.
We sneden van een stuk hout een rond stokje dat precies in het gat paste en de
borstel op zijn plaats hield. En zo vertrokken we weer naar zee. Toen na enige tijd de
spanning wegviel omdat het stokje los getrild was, hebben we de zaak verzekerd door
er wat isolatieband en touw om te wikkelen om het uitstoten te beletten. Zo kwamen
we in Rotterdam aan waar een nieuwe dop werd aangevraagd (plus een reserve).
En nu de gevolgen.
Rotterdam schroefde er een nieuwe dop in. Maar dat was er een zonder isolatie-
materiaal.
Weer op zee zakte de spanning weg. Ik de machinekamer in. Mijn eerste gedachte is:
,,Verdomme ze hebben er niets aan gedaan". Ik druk met mijn duim op de plaats
waar de borstel zit. Dit trucje had ik de vorige reis geleerd. Maar het ging nu niet op.
Wel kreeg ik een ontzettende opdonder en er vloog wat in brand. En dat in de top van
de machinekamer!
Ik rende naar het radiostation om de hoofdschakelaar uit te trekken. Daarna weer
terug naar de omvormer waar de brand gelukkig opgehouden was. Een onderzoek
bracht een ingebrande scheur in de isolatiekoker van de borstelhouder aan het licht.
Door het verbrande materiaal netjes weg te krabben ontstond er een prachtige
luchtspleet die als isolatie diende. De omvormer draaide weer.
Terug in Rotterdam werd verslag uitgebracht en werd de omvormer vervangen door
een andere. En dat allemaal vanwege dat ene pest dopje.
Als de assistent dit leest kan hij ook meepraten van Kleine oorzaken, Grote gevolgen.
O ja. Toen de nieuwe omvormer geplaatst en in orde bevonden was, kwam de 3e
W.T.K. bij me. -
Kijk eens sparks, is dat het dopje waar jullie zo naar gezocht hebben?
't Was het.
W. J. den Baas
Illustr. H. Verhoef
11
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
Het ss Rotterdam alweer tien jaar terug van weggeweest4
Op 4 augustus 2018 was het al weer tien
jaar geleden dat het ss Rotterdam
definitief terugkeerde in haar thuishaven
Rotterdam. En op 13 september is het 60
jaar geleden dat de Rotterdam te water
werd gelaten.
Vandaar onderstaand stukje:
Een stukje historie geschreven door
chef R/O A.J. de Bock:
Van onze laatste vijf passagiersschepen
'Nieuw Amsterdam', ‘Oranje', 'Willem
Ruys', 'Statendam' en 'Rotterdam' is de
laatstgenoemde ongetwijfeld de meest
spraakmakende, met name qua uiterlijk
en de eerste de mooiste qua lijn en
interieur. Kennelijk werd van de
Amerikaliners meer concurrerende
chique verwacht dan van hen op de
lndische routes.
Bij het beschrijven van hun schitte-
rende eigenschappen en salons komen
over het algemeen de bemannings-
verblijven niet ter sprake. Het personeel
sprak over 'bovendeks', waar de
officieren verbleven, en 'onderdeks', waar de minderen hun hutten hadden. De
meerpersoonshutten waren uitsluitend voor slapen bedoeld. Toentertijd was er aan
boord genoeg kritiek over de leef- en arbeidsomstandigheden, zeker als we dat
vergelijken met die van tegenwoordig. Maar toch kunnen we het niet hebben dat de
schepen door buitenstaanders worden afgekraakt en als we, na afloop van alweer een
doopplechtigheid van een nieuw H.A.L.-schip, zoals de Eurodam vorig maand nog, in
de Ballentent op de Parkkade in Rotterdam de 'beroemdste en beste bal gehakt van
Nederland' gaan nuttigen, zien we daar vele opgetogen vroegere varensgezellen die bij
de H.A.L. hebben gevaren, althans dat beweren ze. Ze zijn trots op hun oude schepen
en leveren zeer 'deskundig' commentaar op de huidige 'varende' flatgebouwen' die,
zeker weten, niet zo mooi zijn als hun schepen vroeger.
Ooit schreef wijlen Inspecteur A.J. de Bock over het leven aan boord van de
passagiersschepen, zoals hij dat als jonge radiotelegrafist vóór de Tweede
Wereldoorlog tot de tijd dat hij Hoofd radiotelegrafist aan boord van de 'Rotterdam'
4 Uit Oud Roest nr 34, augustus 2008
12
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
was, meemaakte: "Het is interessant eens in grote lijnen na te gaan in hoeverre de
accommodatie op de passagiersschepen voor de telegrafisten is verbeterd.
De normale bezetting bestond nog tot in het begin van de dertiger jaren steeds uit 2
man, dus een officiële wachttijd van 84 uur per week. Dan was het als l7-jaige soms
wel eens nodig lucifershoutjes onder de oogleden te zetten, wanneer men 's nachts
om 2 uur op wacht kwam tot 's morgens 8 uur en dan moest gaan slapen in een 2-
persoonshut die als regel vlak naast het radiostation was gelegen. Ook kwam het voor
dat de passagiers voor het opgeven van telegrammen door de slaaphut van de
telegrafisten moesten lopen, aangezien het loket – zoals op de Stuyvesant bijvoorbeeld
20 bij 30 centimeter groot was en men de passagiers niet 'in zicht' kon krijgen.
De volgende stap was de invoering van het Automatisch Alarm Toestel (AAT) op de
kleinere passagiersschepen, waardoor het aantal diensturen verminderd kon worden.
Daarna kwam het 3-telegrafisten-systeem. Dit bracht echter ook zijn bezwaren mee
vanwege het gebrek aan accommodatie. Zo moest bijvoorbeeld op de
Veendam en de Volendam de 3e telegrafist zich altijd vóór vertrek eerst bij de Purser
melden om te horen waar een plaatsje voor hem open was en ik heb o.a. meerdere
malen in de toeristen-klas geslapen op standees', dus op dezelfde manier waarop de
soldaten in de Tweede Wereldoorlog vervoerd werden.
Op de nieuwere schepen, zoals de 'Dempo' en de 'Baloeran' van de Koninklijke
Rotterdamse Lloyd, was de accommodatie reeds aanmerkelijk beter, hoewel de 2e en
3e telegrafist ook daar samen een hut moesten delen. Op de 'Oranje' en de ''Willem
Ruys' kreeg elk der 3 telegrafisten een eigen hut. Via de 'Nieuw Amsterdam' zijn we
beland bij de nieuwe 'Rotterdam', die op de eerste reizen een bezetting van 9
telegrafisten had. De chef tot en met de 5e telegrafist hadden allen een eigen hut en
de jongeren waren in 2 dubbele hutten ondergebracht.
Ook al door de airconditioning was het daar best uit te houden. Al gauw werd het
aantal telegrafisten via 8 naar 7 gereduceerd, zodat allen konden beschikken over
een eigen hut. De technische kant van het werk had ook grote wijzigingen ondergaan.
De eerste grote uitbreiding kwam door het invoeren van de korte golf-telegrafie en -
in hoofdzaak na de Tweede Wereldoorlog - de telefoondienst.
Mijn laatste uitbreiding op dit gebied was de op de 'Rotterdam' in gebruik genomen
enkelzijband-telefonie, waarmee tijdens het cruiseseizoen rond Zuid Amerika en
Afrika zeer goede resultaten bereikt werden; met de installatie konden 2 gesprekken
tegelijkertijd behandeld worden. Aangezien geen uitbreiding van het aantal
toegewezen frequenties voor de scheepvaart te verwachten viel en het telefonie-
verkeer steeds toenam, was de enige mogelijkheid het gebruik van enkel-zijband.
Wat de passagiers betreft waren er grote verschillen naar gelang de dienst waarop
men voer. Amerikanen verwachtten dat alles precies zo was als in Amerika zelf; het
was niet ongewoon dat zij vroegen waar de gleuven waren om hun geld te deponeren
voor het voeren van een telefoongesprek zoals dat in een telefooncel aan de wal
gebruikelijk is. Wanneer zij niet direct konden spreken, kostte het vaak veel moeite
13
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
ze terug te vinden wanneer de verbinding werkelijk tot stand gekomen was. Ook het
feit dat zij voor het adres van een telegram moesten betalen, vonden zij vreemd. In
Amerika zelf hoefde dit namelijk niet. Engelsen waren als regel beleefde klanten en
verschenen precies op tijd. Onder de Duitsers bevonden zich veel zakenlui die het
waardeerden als hun zaken per radio snel behandeld werden. Op de lange cruises
had men meestal oudere passagiers; zo was de gemiddelde leeftijd op een reis van 75
dagen in de tijd dat dit stuk geschreven werd 67 jaar. Voor Hollandse passagiers was
ook de radiosurprisedienst interessant; er kwam bijvoorbeeld een jongetje namens
zijn moeder vragen, of zij enkele herenstropdassen op zicht mocht hebben!
Als geheel was het werk op passagiersschepen iets wat in de eerste plaats
nauwkeurigheid vroeg: treinen moesten voor een bepaalde tijd besteld worden,
reserveringen gemaakt, enz.
Hoewel de plaatsruimte die ik van de redactie kreeg toegemeten slechts een globale
beschrijving van de betekenis van het passagiersschip voor de telegrafist toelaat, hoop
ik desalniettemin u enigszins een indruk te hebben gegeven van het werk van een
telegrafist aan boord van een passagiersschip, dat uiteraard sterk verschilt van de
dienst aan boord van andere soorten van schepen."
Tot zover het verslag van de eerste chef telegrafist van de 'Rotterdam'. Passagiers
ervaren het leven aan boord natuurlijk anders dan de bemanning. Een passagiers zei
eens: "Varen is voor mij het heimwee naar een leven dat je nooit hebt geleefd, maar
waarvan je vermoedt dat het bestaat."
Arne Zuidhoek zegt het in zijn boeken weer anders: 'De 'Rotterdam' was één van de
laatste passagiersschepen die er trots op was een zeeschip te zijn. Die allure straalt
ze nog steeds uit. Huidige oceaangiganten mogen imponeren, een schip als de
'Rotterdam' maakt haar gasten duidelijk dat ze een heuse zeereis gaan ondernemen.
Om die reden verwacht zij hen aan boord."
14
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
Het feest van de terugkeer: La Grande Dame in vol ornaat Een foto-impressie van 4 augustus 2008
15
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
Met dank aan de fotograaf: Wil Brinkman PA0WBS
16
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
En hoe het allemaal begon in 1958 Een impressie van 13 september 1958, de doop door Koningin Juliana en de daarop
volgende te water lating.
17
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
En de maiden voyage begon op 3 september 1959.
18
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
Nobile-Gedächtnis-Expedition dank Amateurfunk gerettet
Rettung durch die norwegische Küstenwache (ontvangen van Piet Verburg PE0TPD)
Der Italienische General Nobile war im Juli 1928
mit einem Luftschiff von Spitzbergen aus
gestartet und hatte den Nordpol erfolgreich
überquert. Auf der Rückfahrt kam es zur
Katastrophe: Das Luftschiff stürzte ab, zehn der
Insassen wurden auf das Packeis geschleudert.
Dem Bordfunker gelang es, mit der noch
funktionsfähigen Anlage einen Notruf
abzusetzen, den ein russischer Funkamateur
auffing und Rettung organisieren konnte.
Die Geschichte scheint sich auf seltsame Weise
zu wiederholen. Am ersten August 2018 stach
das Italienische Segelschiff "Mea Lux" mit rund
20 Mann Besatzung vom norwegischen Tromsö
aus in See, um den damaligen Fahrtweg des
General Nobile zum 90. Jahrestag nachzuempfinden.
Mit an Bord zwei Kamerateams und die Italienische Funkamateurin Simone, die
unter dem Rufzeichen II0PN/mm auf 40 m und 20 m Betrieb machte. Diese
Verbindungen sollten von Medien und auch von Radio DARC zur Berichterstattung
begleitet werden.
Am 1. August um 13.57 UTC meldete sich II0PN/mm schließlich mit einem Notruf
im 20-m-Amateurfunkband bei Alberto Mattei, IT9MRM, Präsident des Italienischen
Amateurfunkverbandes ARI. Die "Mea Lux" sei vor Spitzbergen in schweren Sturm
geraten, 6 m hohe Wellen hätten das Schiff schwer beschädigt und Wasser sei
eingebrochen. Es drohe zu sinken. Die Satelliten-INMARSAT-Verbindungen
funktionierten nicht mehr wegen des starken Schaukelns und der Tatsache, daß
diese in Polregionen nur schwache Signale liefern.
So wurde die Amateurfunkstation zum Lebensretter, die alarmierte norwegische
Küstenwache rettete die Schiffsinsassen mit dem Hubschrauber. Das Schicksal des
aufgegebenen Schiffes ist ungewiß, ebenso ist das wohl das unfreiwillige Ende der
Nobile-Gedächtnisexpedition.
Urgent press release! 2 August 2018. II0PN/mm update!
We managed to hear Simone only now (at 13:57), he tells us that they had serious
problems: a sudden storm 10 miles from the south coast of Svalbard, with waves 5/6
meters high broke the governing bodies of Mea Lux and they were rudderless at the
mercy of the waves! “The ship started to take on water and there was a fire on board !!
Through the rescue Eli evacuated the women on board (in all 4), and after recovering
documents he rescued the remaining crew members aboard the lifeboats !! One by one
they were recovered from the Norwegian Coast Guard helicopter. The Mea Lux is
currently ungovernable and at the mercy of the waves …
19
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
Leuk om te weten (vervolg)5 Galjoen. Oorspronkelijk was het galjoen een drie- of viermast zeilschip met een veel
scherper steven (galleone of galjoen geheten) dan zijn voorgangers. Dit scheepstype
was een Spaanse vinding, die echter spoedig navolging vond. Doch ook de uitbouw
aan de boeg van galeien en schepen werd spitse of stompe galjoen genoemd. Een W.C.
had men op zeilschepen van den ouden tijd niet, tenzij men een rollende golf voor de
boeg als closetwater zou willen accepteren. Voor in de boeg, in het gedeelte dat men
galjoen noemt en feitelijk niet meer was dan enig latwerk, deponeerde de zeeman zijn
fecaliën. Galjoen is de plaats, (waar zelfs de keizer alleen is), blijven heten, ondanks
het feit, dat op de pantserschepen en pantserdekschepen reeds een bronzen plaatje
met „W.C. bemanning" op de deuren van voor een persoon bestemde ruimten werd
aangebracht.
Galerij. Ook de scheepsoverheid op de zeilschepen bestond uit mensen en terwijl de
maats op het galjoen terecht konden, vertoefden de officieren op de galerij, een
buitenbetimmering aan de spiegel, meer achterlijk dan dwars. In de longroom is de
naam galerij reeds lang niet meer in gebruik, maar als de oppasser een officier moet
zoeken en hij deze niet in de longroom, niet in zijn hut, aan dek of op de brug vindt,
geeft hij die mededeling gewoonlijk door met de opmerking: ,,dat mijnheer zo dadelijk
wel komen zal, want dat hij waarschijnlijk op de galerij is".
Gamelle, gamellehut. Gamelle is oorspronkelijk Latijn: camelle, camella, dat
drinkvat betekent en in het Frans eetketel werd. Deze uitdrukking is bij onze marine
in de Franse tijd ingevoerd voor de bak, d.w.z. de houten balie, waarin het eten voor
de matrozen uit de kombuis werd gehaald. Tegenwoordig wordt het woord gamelle
alleen gebruikt als iets, dat betrekking heeft op de voedselzaken der officieren en
onder officieren. De gamellehut is de hut waar de hofmeester voorbereidingen treft
voor het eten en drinken en voor het dekken van de tafels. De gamelle is ook een
fonds voor de veraangenaming en ter aanvulling van de scheepsrantsoenen, die wat
de grondstoffen betreft, dezelfde zijn voor de officieren als voor de bemanning. De
commandant heeft voor zijn hofmeester een eigen gamellehut.
Gasten zijn de geroutineerde matrozen 1 e en 2e klas, waarover met bewondering
kan worden gesproken als het hun prestaties aan boord en in het tuig betreft. Ze
bleven matroos en dachten er niet aan, hadden wellicht ook geen fiducie in zich zelf,
om een leidende functie als bootsman of schipper te gaan bekleden. Tegenwoordig is
dit anders. Laat men daaruit niet afleiden, zoals zovelen ten onrechte doen, dat we
thans ijzeren schepen en houten matrozen hebben, in tegenstelling met vroeger, toen
men van ijzeren matrozen en houten schepen spreken kon. De zaak ligt immers
geheel anders; aan boord van het moderne schip zijn het niet de spierkracht en het
zeeman-zijn van het individu, doch de zenuwen en de mechanische bekwaamheid,
die de belangrijkste rol spelen. Maar gasten zijn er nu ook, matrozen, bekwaam voor
hun werk en berekend voor hun taak.
5 Uit Van der Steng; Marine Termen
20
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
Geblazen. Er wordt aan boord van een schip heel wat geblazen. Is het niet op het
bootmansfluitje, dan toch door de pijper of de tamboer. De uitdrukking: er is alle
hens geblazen, het is schaften geblazen, het is passagieren geblazen e.d. hoort men
herhaaldelijk zeggen.
Gerrit. Is de meeuw op de geusstok. Het is wonderlijk, zolang een meeuw op zo'n
geusstok kan blijven zitten. De vlaggenstok schijnt minder aantrekkelijk te zijn;
misschien wel omdat deze een schuine stand heeft en omdat de vlag er aan wappert.
Toch ziet men op sommige vlaggenstokken wel eens een meeuw. Noemt men hem dan
ook „Gerrit"? Wij hoorden het nimmer.
Gei. Talie om laadboom of bakspier te baksen. Geitouw om het zeil, in de sloepen, in
een hoek tegen den mast te halen, te geien.
Geheim. Er zijn drie soorten geheim bij de marine. Het minst geheim is het
dienstgeheim, waaronder de telegrammen, ook van particuliere aard, worden
gerekend. Daarna komt het gewone geheim en het „zeer geheim". Alle stukken aan
boord, die een van deze kentekenen dragen, moeten worden vernietigd, indien zij op
een of andere wijze uit handen van den vijand zijn te houden.
Gelijk werk maken. Is het werk dat men onderhanden heeft, afmaken, gewoonlijk
direct gevolgd door den kreet „handenschoon", dat is 5 minuten voor vastwerken
(eindigen met de werkzaamheden).
Gemengd bedrijf. De gezamenlijke stroombronnen voor de elektriciteit op de
onderzeeboten vormen de accubatterij, zowel voor het gehele elektrische bedrijf als
voor de hoofd-elektromotoren voor de vaart onder water. Onze eerste Nederlandsche
onderzeeboot, de „Luctor et Emergo", die op 20 December 1906, na twee jaren van
voorbereiding door de marine van de Kon. Mij. „De Schelde" werd overgenomen, had
60 voeding cellen (accumulatoren) voor een 65 pk motor. De onderzeeboten van het
tegenwoordige type, die in 1940 gereed kwamen, hebben 192 voeding cellen voor twee
motoren met een vermogen van 860 pk en plm. 50 kleinere motoren met een
gezamenlijk vermogen van plm. 1500 pk. Elke voeding cel is plm. 1 m hoog, 40 cm
breed en 60 cm diep en weegt 500 kg. De accubatterij wordt soms opgeladen met
afgekoppelde schroef en soms tijdens de vaart van de onderzeeboot boven water. De
dieselmotor levert in dit laatste geval de energie voor de schroef zowel als voor de
dynamo's (de elektromotoren van de onderwatervaart, waarvan het veld is
omgekeerd). Men noemt dit „het gemengd bedrijf".
Gemeten mijl. Op de Schelde en onder Texel, voor kleine, en onder de kust van
Schotland voor grote schepen met veel diepgang en snelle vaart, is aan de wal een
duidelijk zichtbare opstelling gemaakt, stelsel van twee bakens, die op een bekende
afstand van elkaar geplaatst zijn. Een nieuw schip, waarvan de uiterste snelheid ook
in de praktijk moet worden vastgesteld, zal op uiterst vermogen langs deze gemeten
mijl varen om te controleren hoeveel snelheid het kan ontwikkelen.
Geschutklos vindt men in de sloepen, d.w.z. in de zwaardere sloepen. Er is een
geschutklos op de plecht en een achter-geschutklos tegen de spiegel van de sloep en
21
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
achter het zettebord. Deze dienen voor de opstelling van een kanon van 3.7 cm of
mitrailleur.
Gesticht noemen de adelborsten hun Kon. Instituut voor de Marine.
Geus. De geus als kleine vlag op den boegspriet is zo oud als onze Vaderlandse
driekleur, die de Stadhouder Prins Willem I in 1572 als opperbevelhebber over de
Zeemacht van de schepen liet wapperen. Aanvankelijk was de geus driebanig: een
verkleinde kopie van de tegenwoordige vlag, doch spoedig werden de kleuren
stervormig gerangschikt; (zeker al onder Maarten Tromp). Blijkbaar is de geus later
weer een driebanige geworden, althans in 1672 is sprake van een geus
overeenkomstig de statenvlag. Sedert 30 April 1932 wordt aan boord van onze
schepen weer de stervormige of z.g. „dubbele Prinsengeus" gehesen aan de geusstok
op de bak, op Zon- en feestdagen en bij bijzondere gebeurtenissen.
Gewapende sloep. Vooral tijdens de expedities in Oost-Indie werd de gewapende
sloep herhaaldelijk ingezet tijdens het brandwacht varen en voor landingsdivisie. De
gewapende sloep is echter een van de gewone scheepssloepen, die van een kanon van
3.7 cm (tegenwoordig ook met mitrailleur) voorzien is en met gewapende
manschappen bezet.
Gezondheidsinspectie. Op ongeregelde tijden, en steeds bij volkomen verrassing,
wordt aan boord gezondheidsinspectie gehouden. Dan wordt onverwachts baksgewijs
gehouden en moet alle hens aan dek komen. Bij badkamers, W.C.'s, e,d. wordt een
schildwacht geplaatst, niemand mag van boord en man voor man moet voor de dokter
verschijnen, die er voornamelijk op let of er geheime ziekten onder de bemanning zijn.
Tegenwoordig is deze maatregel minder scherp, doch in Indië en tijdens lange reizen
wordt hij nog dikwijls toegepast.
Gieren. Sloepen aan de bakspier liggende, gieren op den stroom, zwaaien enigszins
heen en weer. Schepen, voor anker liggende doen dat ook, doch dat valt minder op.
Gierschijf. Is een op twee zware houten drijvers geplaatste schijf van twee kruislings
geplaatste ijzeren vierkante platen van pl.m. 75 cm, die daardoor altijd een front
bieden om er op te kunnen schieten. Wordt gebruikt voor oefeningen met
geweerschietinrichting op zee. Feitelijk worden deze schietoefeningen gehouden met
het kanon, waarop, ter besparing van munitie, een geweer is aangebracht. Het
richten, baksen e.d. geschiedt dus alsof men met het kanon schiet. De gierschijf
wordt achter het schip of achter een sloep gesleept, soms ook wel op een drijfanker
uitgezet.
Glashard. Is een bij de marine veel gebruikte term. „Hij is een glasharde kerel":
ijskoude kerel, ook wel: brutale kerel. De naam glashard is ontleend aan een soort
granaten, die in gebruik waren bij het achterlaadgeschut en als pantser doorborende
granaten bedoeld waren (omstreeks 1900 nog in gebruik).
22
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
Wereldhavendagen Energize Rotterdam is de grootste haven van
Europa. Het heeft een cruciale rol voor
Nederland, maar ook een voorbeeldrol in
de wereld. Daarom stopt het niet alleen
veel energie in de haven, maar haalt daar
ook steeds meer duurzame energie uit. Om
die reden is het thema voor de komende
Wereldhavendagen ‘Energize!’ Hiermee
wil de organisatie aandacht vragen voor de
duurzame ambities van Rotterdam, om de
schoonste haven ter wereld te worden.
De organisatie roept met haar thema
deelnemende bedrijven en organisaties op
om zich van haar meest duurzame kant te
laten zien. In de haven is immers veel
kennis aanwezig van hernieuwbare
energie, CO2-reductie en -opvang.
Daarnaast wordt op diverse plaatsen
gestreefd, naar grotere inzet van
alternatieve energievormen. Tijdens de
Wereldhavendagen kan het publiek kennis maken met deze duurzame innovaties.
Daarnaast krijgt de bezoeker ook het gebruikelijke publieksprogramma op en rond
het water voorgeschoteld.
De Wereldhavendagen 2018 vindt plaats in het weekend van 7, 8 en 9 september.
Het grootste jaarlijkse maritieme evenement in Nederland wordt georganiseerd op de
kades rond de Erasmusbrug en gaat met excursies dieper de haven in. Bezoekers
kunnen naast scheepsbezichtigingen, demonstraties op het water en presentaties van
havenbedrijven, ook genieten van een uitgebreid cultureel programma.
Voor de PI4HAL operators: wie wil, kan en mag er deze dagen op La Grande Dame
de radiohut bemensen? Het gaat dan niet persé om het maken van verbindingen,
maar wellicht meer om bezoekers in te lichten over radiocommunicatie in vroeger
tijden en vandaag de dag!
23
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
Wist je dat……….
• Je thuis kunt zien of PI4HAL actief is? Ga naar www.pi4hal.nl en klik op
logboek. Als PI4HAL actief is zie je links bovenaan het ON AIR teken branden
met de frequentie en zelfs met de transceiver die in gebruik is. Als alle drie de
transceivers staan ingelogd op HamRadioDeLuxe, gaat het ON AIR lampje
knipperen en laat dit scherm de set zien die op dat moment aan het zenden is.
Hoe bedoelt u ‘big brother is watching?’
• De WARC antenne sinds 28 augustus weer is aangesloten. De GPA30 is nu
vervangen door een andere WARC antenne die goede meetresultaten geeft. Is
een donatie van Wim Serry PA3CUJ. Dank Wim! Is voor de IC-765 met tuner!
• Het logboek van HRdeLuxe bij de FT-1000 niet goed de ‘mode’ trackt in het
schermpje Add. Het vinkje staat hier wel aan, maar als je van mode
verandert, bijvoorbeeld van CW naar USB, dan loopt dat niet mee in het
logboek. Dus: check de mode even als je wisselt en pas het handmatig even
aan door het vinkje uit te zetten bij track mode.
24
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
• De datum en tijd balk in het plaatje hierboven soms - na bijvoorbeeld een
spanningsuitval – de verkeerde datum en tijd aangeeft. Aan de rechter zijkant
zitten drie gaatjes waar je met een uitgevouwen paperclip in kunt ‘peuren’ tot
je de juiste datum en tijd weer hebt ingesteld.
• De FT-1000 defecte driver transistoren en defecte PA transistoren heeft gehad
en hierdoor flink door Wil Brinkman PA0WBS onder handen is genomen.
• De dipool die op de Skanti is aangesloten weer vrij hangt van de
verlichtingslijn en er dus weer naar hartenlust met de Skanti kan worden
gewerkt.
• Bij op de korte tafel (bij de FT-1000 dus) een handleiding ligt met
uitgebreide informatie over het antennepark en de transceivers. Het is een
aanrader om deze handleiding eens goed te bestuderen. Dat zal de goede
werking van de apparatuur vast ten goede komen. Zie plaatje hieronder.
• Er een extra 2 meter set is aangebracht boven de IC-271E. Het is een
Kenwood TK-470 en is aangesloten op de bakboord vertical. Kanaal 1 is
ingesteld op de PI3RTD repeater van Rotterdam (145,675 MHz) met de juiste
shift.
25
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
• De IC-765 is aangesloten op de GPA50 vertical tijdens de reparatie van de FT-
1000. Zie onderstaande afbeelding met een coax over de golfpijp naar de IC-765.
• De 12 Volt en 24 Volt voedingen in de voormalige radarkast zitten en dat deze
kunnen worden aangezet (en bij vertrek weer moeten worden uitgezet) met
schakelaars aan de zijkant van de radarkast:
26
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
FT-8 de nieuwe digitale mode In het logboek staan al verscheidene QSO’s die met de FT-8 mode zijn gemaakt.
Coert Stroomenbergh PA7WP stuurde me enige informatie op over deze mode die
voor de andere leden wellicht ook interessant is. De informatie is aangevuld met
gegevens van de website van PD3RFR.
De gebruikte programma’s die FT-8 mogelijk maken zijn:
• wsjtx-1.9.1
• JTAlert_2.12.3
• d4time531
Deze zijn geïnstalleerd op de FT-897 transceiver die dus de longwire antenne heeft.
wsjtx-1.9.1
FT8 is een nieuwe digitale mode, geïntroduceerd in juli 2017 en is ontwikkeld door
K9AN (Steven Franke) en KJ1ANT (Joe Taylor). FT8 staat voor "Franke en Taylor, 8-
FSK modulatie". Het is vergelijkbaar met JT65, met één groot verschil. De doorgangen
zijn slechts 15 seconden in plaats van de 60 seconden bij JT65. Deze mode is speciaal
ontwikkeld voor frequenties waarbij een grote fluctuatie is in signalen door
bijvoorbeeld QSB. Een nadeel is dat de gevoeligheid 10 dB minder is dan bij JT65.
FT8 decodeert signalen tot -20dB.
Net als met alle andere digitale modes (JT65, PSK31, SSTV etc.), moet je een audio-
interface hebben tussen de zendontvanger en de geluidskaart van de computer.
Uiteraard heb je de software nodig die deze mode ondersteunt, in dit geval is dat
WSJT-X vanaf versie 1.80. Deze software kan de zendontvanger ook besturen en
draait op veel versies van Windows (inclusief Windows 10), maar is ook verkrijgbaar
voor andere platformen.
27
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
JTAlert_2.12.3
Het maken van een QSO
Klik een keer in de balk die groen is waar de CQ wordt gegeven in het programma
JTAlert (het onderste programma); de rest gaat vanzelf. En bij einde QSO bevestig je
dan de pop-up met OK.
Het loggen van QSO's wordt automatisch gedaan door het programma
JTAlert_2.12.3 in het HRDLOG.net zodat de QSO’s ook zichtbaar zijn in het online
logboek van PI4HAL.
d4time531
Heel belangrijk is wel dat de klok van je computersysteem tot op de honderdste
seconde gelijk loopt bij jouw en je tegenstation, anders mis je een stukje van de
overdracht. Data blokken moeten binnen de lijnen zitten.
pskreporter.de
Handig is om de online tool PSK Reporter te gebruiken zodat je kan zien waar je FT8
signaal ontvangen wordt. Zie onderstaande afbeelding.
28
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
International Police Association (IPA) op PI4HAL
(herinnering) PC6IPA is a temporary special call sign during the International
Police Association World Congress 2018 in Rotterdam, The
Netherlands.
Members of the International Police Association Radio Club,
Dutch section (IPARC-PA) will activate this call sign in 3 periods:
- from September 1 till 28, 2018 (from 19 t/m 23 September in PI4HAL shack)
- from October 27 till November 23, 2018
- from December 22 2018 till January 18, 2019
We'll activate at least two special QTHs. One comes from the shack of PI4HAL
aboard of the "s.s. Rotterdam". And one of the military barracks of the Royal
Marechaussee.
For information about the IPA-WC 2018 see: IPA-WC 2018. See also our QRZ.com
page of PI4IPA and the Dutch home pace IPARC-PA.
29
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
Interview Harry en Jennifer Wester Van shiphost Ryan Derks werd het interview ontvangen met Harry en Jennifer
Wester; de bazen van WestCord hotels. Hier kan het worden gelezen:
https://www.hospitality-management.nl/interview-harry-en-jennifer-wester-wij-
spelen-onze-eigen-wedstrijd
Safety alert – LED Lighting interference VHF frequencies Let us enlighten you about LED lighting! Potential interference of VHF-FM Radio and
AIS Reception.
The U.S. Coast Guard has received reports from crews, ship owners, inspectors and
other mariners regarding poor reception on VHF frequencies used for radiotelephone,
digital selective calling (DSC) and automatic identfication systems (AIS) when in the
vicinity of light emitting diode (LED) lighting on-board ships (e.g., navigation lights,
searchlights and floodlights, interior and exterior lights, adornment).
Radio frequency interference caused by these LED lamps were found to create
potential safety hazards. For example, the maritime rescue coordination center in one
port was unable to contact a ship involved in a traffic separation scheme incident by
VHF radio. That ship also experienced very poor AIS reception. Other ships in
different ports have experienced degradation of the VHF receivers, including AIS,
caused by their LED navigation lights. LED lighting installed near VHF antennas has
also shown to compound the reception. Strong radio interference from LED sources
may not be immediately evident to maritime radio users. Nonetheless, it may be
possible to test for the presence of LED interference by using the following
procedures:
• Turn off LED light(s).
• Tune the VHF radio to a quiet channel (e.g. Ch. 13).
• Adjust the VHF radio's squelch control until the radio outputs audio noise.
• Re-adjust the VHF radio's squelch control until the audio noise is quiet, only
slightly above the noise threshold.
• Turn on the LED light(s).
* If the radio now outputs audio noise, then the LED lights have raised the noise floor.
(Noise floor is generally the amount of interfering signals / static received beyond the
specific signal or channel being monitored.)
If the radio does not output audio noise, then the LED lights have not raised the noise
floor.
If the noise floor is found to have been raised, then it is likely that both shipboard
VHF marine radio and AIS reception are being degraded by LED lighting.
Ontvangen van Peter van Baarle PA3FQH
30
NIEUWSBRIEF
Jaargang 2018, nr. 9
Colofon:
De nieuwsbrief is bedoeld voor leden van de Vereniging radiozendamateurs stoomschip Rotterdam en
andere geïnteresseerden. De nieuwsbrieven zijn terug te vinden op www.pi4hal.nl onder de rubriek
Nieuws.
De nieuwsbrieven mogen naar eigen inzicht worden verspreid.
Deze nieuwsbrief kwam tot stand met medewerking van:
• Wikipedia
• PDRH
• Oud Roest
• v/d Steng Marine termen
• Peter van Baarle PA3FQH
• Wil Brinkman PA0WBS
• Piet Verburg PE0TPD
• Coert Stroomenbergh
• Ryan Derks
(eind)redactie: Bert Trumpie PC4Y