Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog...

31
Pagina 1 Jaargang 9, no. 12 – december 2015 Jaargang 11, no. 7 – juli 2017 Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg

Transcript of Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog...

Page 1: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 1

Jaargang 9, no. 12 – december 2015

Jaargang 11, no. 7 – juli 2017

Nieuwsbrief

Geregeld in de Zorg

Page 2: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 2

Geregeld in de Zorg juli 2017

Voorwoord Als u had verwacht dat er in de zomermaanden niets gebeurt in de zorgsector, dan moeten wij u teleurstellen. Ondanks de vakantieperiode is een ware stortvloed van berichten verschenen. Wij hebben voor u weer een schifting gemaakt en de belangrijkste verzameld in deze uitgave van “Geregeld in de Zorg”. In de rubriek “Uitgelicht” informeren wij u over de beëindiging van de regeling Zorginfrastructuur en het feit dat bekostiging van zorginfrastructuur vanaf 2018 wordt gedecentraliseerd en afhankelijk wordt van het beleid van gemeenten. Ook doen we melding van het benchmarkrapport 2016 voor de sector verpleging, verzorging en thuiszorg dat Intrakoop en Verstegen accountants gezamenlijk hebben gepubliceerd. Het rapport bevat de sombere constatering dat de sector als geheel in 2016 verlies heeft gemaakt. De extra middelen die voor 2017 en 2018 voor de VVT-sector zijn toegezegd, zijn dan ook meer dan welkom. Tot slot van deze nieuwsbrief vindt u het bericht dat de Wet Normering Topinkomens (WNT) per 1 juli 2017 is aangepast. Ten Holter/Noordam advocaten heeft de veranderingen voor u samengevat.

In dit nummer: Voorwoord 2

Uitgelicht 3

Actuele ontwikkelingen in de zorg 5

Vastgoed en financiering 10

Bekostiging en beleidsregels V&V-sector en extramurale zorg 11

Bekostiging en beleidsregels GHZ-sector 20

Bekostiging en beleidsregels GGZ-sector 23

Arbeidsaangelegenheden 26

Diversen/Overige nieuwsfeiten 27

Juridische zaken 28

Vragen over of naar aanleiding van deze nieuwsbrief kunt u stellen via: [email protected]

Redactie: L.G.J. (Bert) Mostert RA [email protected] Drs. F. (Frans) van der Plaat RA [email protected] Ing. J.L. (John) Wisse RA [email protected]

Juridische bijdragen van: Ten Holter/Noordam advocaten [email protected]

Bij het samenstellen van deze uitgave is uiterste zorgvuldigheid in acht genomen. Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor mogelijk onjuiste of onvolledige informatie of voor schade die als gevolg hiervan ontstaat. Gezien het algemene karakter van de uitgave kunnen wij niet instaan voor toepassingsmogelijk-heden in specifieke situaties.

Alle rechten voorbehouden

Page 3: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 3

Geregeld in de Zorg juli 2017

Uitgelicht

1. Verhoging tarieven ZZP- en VPT-tarieven

De invoering van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg brengt extra kosten met zich mee. Eerder schreef de staatssecretaris dat op basis van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) tarieven nodig zijn “die dekking bieden voor de redelijkerwijs te maken kosten voor de verlening van zorg op grond van de Wlz”. De kosten die gepaard gaan met de invoering van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg maken hier onderdeel van uit. Om die reden werd een tariefsverhoging verwacht.

Onlangs heeft de NZa de aangepaste tarieven voor 2017 en 2018 bekend gemaakt. Voor de vereiste kwaliteitsverbeteringen is vanaf 2017 € 100 miljoen en vanaf 2018 € 335 miljoen extra in het budgettair kader Wlz opgenomen. Hierdoor stijgen de tarieven in de V&V-sector ten opzichte van het voorlopige prijspeil 2017 met 1,28% in 2017 en met 4,11% in 2018 (inclusief index).

Deze structurele extra middelen worden gezien als een eerste aanzet voor de implementatie van het kwaliteitskader. Voor de complete invoering is naar verwachting € 2,1 miljard nodig.

Hoewel de gelden gefaseerd worden toegekend, leggen de zorgkantoren in hun overeenkomsten met de zorgaanbieders reeds de eisen van het kwaliteitskader aan de gecontracteerde zorgaanbieders op. De praktijk leert dat de meeste zorgaanbieders in dit kader nog stappen moeten maken. De vraag is of, en zo ja, in welke mate de zorgkantoren daadwerkelijk zullen toezien op naleving van deze bepalingen. Eveneens is nog niet duidelijk of en op welke wijze de verantwoording over de besteding van de extra middelen zal moeten plaatsvinden.

Zolang er onzekerheid is over de verantwoording van de extra middelen, doen zorgaanbieders er goed aan de besteding te monitoren en rekening te houden met het risico dat aan de toekenning van de middelen voorwaarden kunnen worden verbonden.

2. Bekostiging zorginfrastructuur

Al enige tijd werd met belangstelling uitgekeken naar besluitvorming rondom de voortzetting of opvolging van de regeling Zorginfrastructuur. Inmiddels is de staatssecretaris tot de conclusie gekomen dat bekostiging van zorginfrastructuur het beste decentraal kan plaatsvinden. De verwachting is dat in september aanstaande duidelijkheid zal komen over een overgangsregeling per 2018, die in samenwerking tussen de staatssecretaris en de VNG tot stand zal worden gebracht.

De staatssecretaris is voornemens om in aanvulling op de overgangsregeling vanaf 2019 een bredere innovatieregeling in het leven te roepen waaruit innovatieve werkwijzen, inzet van technologieën en e-health oplossingen bekostigd kunnen worden.

Per saldo betekent bovenstaande dat onzekerheid bestaat voor de bekostiging van bestaande initiatieven voor zorginfrastructuur. Zorgaanbieders zijn vanaf 2018 aangewezen op de gemeente(n) die verschillend beleid kunnen bepalen rondom de bekostiging van Zorginfrastructuur.

Page 4: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 4

Geregeld in de Zorg juli 2017

3. Benchmarkrapportages jaarverslagen 2016 VVT-sector

In juli is het tweede benchmarkrapport op basis van de jaarverslagen 2016 gepubliceerd. Intrakoop en Verstegen hebben hiervoor de jaarrekeningen van bijna 400 aanbieders van verpleging, verzorging en thuiszorg onderzocht.

De belangrijkste constatering is dat de sector als geheel in 2016 een negatief exploitatieresultaat heeft gerealiseerd. Een belangrijke oorzaak hiervoor is de stijging van de personeelslasten door de nieuwe cao en de nabetaling van de onregelmatigheidstoeslag over verlofrechten over de afgelopen vijf jaar.

Daarnaast wordt ook de krapte op de arbeidsmarkt zichtbaar in het toenemend aantal moeilijk vervulbare vacatures. De stijging van de kosten van personeel niet in loondienst houdt hiermee verband.

Verder moet worden opgemerkt dat het investeringsniveau blijft dalen. In 2014 en 2015 daalden de investeringsuitgaven met respectievelijk ruim 16% en 7% procent. De trend van het scheiden van de wonen en zorg en de daarmee gepaard gaande afbouw van intramurale capaciteit met zo’n 6 tot 8% per jaar is ongetwijfeld van invloed op het investeringsniveau. In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Het volledige rapport jaarverslagen analyse 2016 VVT-sector vindt u hier.

Page 5: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 5

Geregeld in de Zorg juli 2017

Actuele ontwikkelingen in de zorg

ZZP- en VPT-tarieven 2017 en 2018 opgehoogd voor kwaliteit verpleeghuizen (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 25 juli 2017)

De NZa heeft vorige week de aangepaste ZZP en VPT-tarieven voor 2017 en 2018 gepubliceerd. In de nieuwe tarieven zijn de extra middelen voor de kwaliteit van verpleeghuizen verwerkt. Het gaat om structureel € 100 miljoen vanaf 2017 en nog eens structureel € 335 miljoen vanaf 2018.

De extra middelen zijn verwerkt in de ZZP- en VPT-tarieven van de prestaties VV04 t/m VV10. U vindt de nieuwe tarieven in de aangepaste beleidsregels. Deze aanpassing van de tarieven is conform het verzoek van de staatssecretaris uit de Voorlopige Kaderbrief 2018. In de aangepaste beleidsregels staan ook de tariefopslagen 2018 voor de plannen voor Waardigheid & Trots (W&T) voor zinvolle dagbesteding en deskundigheids-bevordering. Op verzoek van ActiZ heeft de NZa de verwerking van de extra middelen ook in percentages aangegeven.

2017

De € 100 miljoen (structureel) komt beschikbaar via een ophoging van het maximumtarief, naar wij hebben begrepen zonder additionele voorwaarden. Wij hebben de NZa gevraagd om snel met zorgaanbieders en zorgkantoren te overleggen over de praktische uitwerking: komen de middelen beschikbaar via de nacalculatie of op een andere manier?

2018 en verder

Ook de extra middelen voor 2018 (€ 100 + € 335 miljoen structureel) komen beschikbaar via ophoging van de tarieven. Er vindt nog bestuurlijk overleg plaats over de wijze waarop ook voor volgende tranches geborgd kan worden dat de extra middelen goed besteed worden, in lijn met de doelstellingen van het kwaliteitskader. ActiZ is van mening dat de extra middelen toegankelijk moeten komen voor alle zorgorganisaties die aan het kwaliteitskader moeten voldoen, dat zorgorganisaties ruimte moeten hebben om eigen keuzes te maken bij de inzet van deze middelen en dat er extra administratieve lasten moeten worden voorkomen. In hoeverre de uitkomsten van dit overleg mogelijk nog van invloed zullen zijn op het inkoopbeleid 2018 is nog niet bekend.

Aanpassing kortingspercentage 2018 door zorgkantoren?

ZN heeft in haar reactie op de bezwaren van ActiZ op het Wlz-inkoopbeleid 2018 aangegeven dat zorgkantoren een aanpassing op het gestelde tarief in overweging nemen wanneer landelijk definitief duidelijkheid komt over extra financiële middelen voor het voldoen aan het kwaliteitskader. Wij betrekken dat bij de overleggen met ZN. Zodra hier meer over bekend is volgt nadere informatie.

Marktonderzoek 2017 applicatielandschap VVT (Bron: ActiZ / Advisaris – onderzoeksrapport juni 2017)

In opdracht van de branchevereniging ActiZ heeft organisatieadviesbureau Advisaris in de periode november 2016 tot en met mei 2017 een onderzoek uitgevoerd naar het applicatielandschap in de sector Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT).

Page 6: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 6

Geregeld in de Zorg juli 2017

Het onderzoek richtte zich op de vraag welke pakketten de stichtingen in de VVT-sector in gebruik hebben.

De navraag naar applicaties is samengesteld en gebaseerd op de indeling van het Referentiemodel Care van Nictiz.

Met de start van het zorgbrede informatieberaad heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een aanzet gegeven tot de ontwikkeling van een nieuw zorginformatiestelsel. In dit landelijke overleg zijn alle brancheorganisaties uit de zorg vertegenwoordigd.

Vanuit het overheidsbeleid van het Ministerie lag en ligt de focus op: om met bewezen e-health technieken langer in goede gezondheid in de eigen omgeving te blijven wonen. Met het vervagen van de grenzen tussen ‘cure’ en ‘care’ wil de overheid dat mensen in staat worden gesteld om zo lang mogelijk actief te participeren in het arbeidsproces en zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Vanuit deze gedachte zijn tijdens het informatieberaad 3 ambities ontstaan:

1. Vanaf 1 januari 2018 hebben alle burgers in Nederland bij hun apothe(e)k(en) digitaal toegang tot hun medicatiegegevens, waarin in ieder geval de verstrekte medicatie is opgenomen.

2. Per 1 januari 2020 zorgen zorgorganisaties dat de gegevens die nodig zijn voor goede zorg en behandeling van een patiënt altijd digitaal, gestandaardiseerd en beveiligd worden overgedragen tussen de verschillende zorgverleners.

3. Vanaf 1 januari 2021 vormt het primair zorgproces de basis voor gegevensvastlegging in de zorg en worden vastgelegde gegevens eenmalig vastgelegd en hergebruikt voor declaratie, onderzoek, kwaliteitstransparantie en governance.

Deze ontwikkelingen moeten er voor zorgen dat de burger meer eigen regie voert met betrekking tot het zorgproces, vormgegeven in wat een Persoonlijke Gezondheid Omgeving wordt genoemd. Het moge duidelijk zijn dat de geschetste ontwikkelingen, targets en afspraken rond de invoering van standaarden/eenheid van taal de nodige consequenties zullen hebben voor de ECD-applicaties die in de sector VVT gebruikt worden.

Met het onderhavige rapport is het huidige applicatielandschap in beeld gebracht, zodat meer inzicht is verkregen in de informatiesystemen die worden gebruikt en in de stand van zaken rondom de digitale ondersteuning van de werkprocessen bij de leden van ActiZ.

Jeugdregio’s tekenen Convenant Woonplaatsbeginsel Jeugdwet (Bron: VNG - nieuwsbericht 21 juli 2017)

Gemeenten en jeugdhulpaanbieders ervaren in de praktijk veel problemen bij de uitvoering van het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet. Daarom hebben de jeugdregio’s in een convenant een aantal praktische afspraken gemaakt om - per direct - de grootste administratieve problemen te verminderen.

Het woonplaatsbeginsel regelt welke gemeente verantwoordelijk is voor de financiering en de levering van jeugdhulp. De huidige wetgeving leidt in de praktijk tot veel administratief gedoe. Het convenant regelt - binnen de huidige wetgeving - dat de continuïteit van de zorg en de betaling aan de jeugdhulpverleners voorrang krijgen en niet de administratieve regels.

Page 7: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 7

Geregeld in de Zorg juli 2017

Onwenselijke situatie

Gemeenten en aanbieders kampen met praktische problemen bij de uitvoering van het woonplaatsbeginsel. Bij ingewikkelde gezagsrelaties of als bijvoorbeeld de ouders vaak verhuizen, kan onduidelijk zijn welke gemeente verantwoordelijk is. De continuïteit van de zorg, of de betaling aan de jeugdhulpverlener kunnen dan in gevaar komen. Die situatie is onwenselijk.

Convenant Woonplaatsbeginsel

In de aanloop naar een wettelijke aanpassing hebben de jeugdregio’s in het Convenant Woonplaatsbeginsel een aantal praktische afspraken gemaakt om – per direct – de grootste administratieve problemen te verminderen. De afspraken zijn:

- Bij een verhuizing van een jeugdige / gezin neemt de nieuwe gemeente voor minimaal een jaar de jeugdhulp zonder nadere indicering over. De nieuwe gemeente neemt de betaling aan de jeugdhulpverlener over.

- Bij onduidelijkheid tussen twee gemeenten over een gezagskwestie zorgen beide gemeenten dat de jeugdhulp in elk geval doorloopt en de zorgaanbieder betaald wordt.

Eén knelpunt is helaas binnen de huidige wetgeving, en dus ook binnen het convenant, niet praktisch oplosbaar. Voor gemeenten met veel kinderen met instellingsvoogdij, of veel pleegkinderen leidt het woonplaatsbeginsel tot financiële risico’s voor de betreffende gemeente. Dit knelpunt wordt wel in de wetsaanpassing meegenomen.

Wetgeving in de maak

Voorzien is dat per 1 januari 2019 een wettelijke vereenvoudiging van het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet ingaat. De staatssecretaris van VWS heeft deze wetsaanpassing aan de Tweede Kamer toegezegd. VNG, Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland en VGN werken samen met het Rijk en de TAJ aan de wettelijke vereenvoudiging en de soepele invoering daarvan.

In een uitvoeringstoets zijn de gevolgen voor de uitvoeringspraktijk in beeld gebracht. De Jeugdwet wordt conform het advies van de uitvoeringstoets aangepast.

Daarnaast wordt nu, conform het advies, een ondersteuningsaanpak voor gemeenten ontwikkeld. Na de zomer wordt u hierover nader geïnformeerd.

Het Convenant Woonplaatsbeginsel en de aanpassing in de Jeugdwet liggen in elkaars verlengde. Als de wettelijke aanpassing ingaat, houdt de werking van het convenant op.

Ondertekening convenant

Het Convenant Woonplaatsbeginsel is besproken in het ambtelijk en bestuurlijk netwerk van de 42 jeugdregio’s en vervolgens vastgesteld in de VNG-subcommissie Jeugd.

Bijlage:

Kamerbrief over de voortgang jeugdhulp (VWS, juni 2017)

Uitvoeringstoets Woonplaatsbeginsel Jeugdwet

Verslag AO Jeugd

Page 8: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 8

Geregeld in de Zorg juli 2017

Aangepast beleid woonplaatsbeginsel en logeren voor de Wlz 2018 (Bron: VGN - nieuwsbericht 17 juli 2017)

ZN heeft op 14 juli een Nadere Nota van Inlichtingen gepubliceerd met daarin aangepast beleid over het woonplaatsbeginsel en logeren voor de Wlz 2018. Op beide onderdelen heeft ZN het beleid aangepast in de door de VGN gevraagde richting. Daarnaast heeft ZN gereageerd op een aantal andere onderwerpen uit het inkoopbeleid 2018.

Woonplaatsbeginsel

De VGN heeft er bij ZN en de zorgkantoren op aangedrongen om het woonplaatsbeginsel niet toe te passen in de inkoop 2018, maar onderling overhevelingen te verrekenen. Na overleg met VWS en de NZa hebben de zorgkantoren besloten het woonplaatsbeginsel nog niet toe te passen in de inkoop 2018. De VGN is blij met deze beslissing. De komende tijd wordt met alle betrokkenen, onder wie de VGN, overlegd over een zorgvuldige implementatie. Dit is aangegeven in de Nadere Nota van Inlichtingen en in de reactie van ZN op onze brief hierover (zie bijlage).

Logeren

In de Nadere Nota van Inlichtingen hebben de zorgkantoren ook hun aangepaste beleid voor logeren gepubliceerd. Zij volgen de NZa beleidsregels, waarmee zij toestaan dat zowel de dag van aankomst als de dag van vertrek kan worden gedeclareerd. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan ons bezwaar dat het tarief ontoereikend is. Daarnaast wordt voor de bepaling van het aantal etmalen per jaar (dat is vastgesteld op maximaal 156) gerekend met een gemiddeld aantal etmalen. Hiermee is eindelijk duidelijkheid ontstaan over hoe met de discrepantie tussen de financiering en de aanspraak wordt omgegaan.

Overige punten

In haar reactie op de brief van de VGN op het inkoopbeleid gaat ZN in op de tarieven, de geschilleninstantie en uniformering van het productieformulier. Wat betreft de tarieven geeft ZN aan dat uniforme tarieven niet noodzakelijk zijn in het kader van het kwaliteitskader. Voor de geschilleninstantie was in de Nota van Inlichtingen van 30 juni al aangegeven dat zij de geschilleninstantie niet geschikt vinden voor de precontractuele fase. In de brief van 13 juli geven zij aan dat zij dit graag met betrokken partijen verder uit willen zoeken en hierover afspraken maken in de Begeleidingscommissie van de Onafhankelijke Geschilleninstantie Zorgcontractering. Tot slot geeft ZN aan dat ze het voorstel om een uniform productieformulier te hanteren in overweging nemen.

Bijlage: Bijlage 1 - brief ZN.pdf

Advies positionering van behandeling in de Wlz (Bron: VGN - nieuwsbericht 17 juli 2017)

Het adviestraject over de positionering van behandeling in de Wlz van het Zorginstituut is eindelijk een stap verder. Een aangepast systeemadvies ligt momenteel voor bij de Raad van Bestuur van het Zorginstituut. De reikwijdte van dit advies is beperkt tot institutionele zorg en geclusterd VPT. Daarnaast is uiteindelijk toch gekozen voor het opnemen van farmaceutische zorg in het Wlz-pakket.

Page 9: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 9

Geregeld in de Zorg juli 2017

Naar een eenduidige zorg voor alle Wlz-cliënten

De afgelopen maanden heeft het zorginstituut naar aanleiding van de consultatieronde en een bespreking van het eerste concept-advies ‘Naar een eenduidige zorg voor alle Wlz-cliënten’ gewerkt aan een aangepast concept-advies. Het aangepaste advies verschilt met name op de reikwijdte van het advies en de omvang van het pakket. Het zorginstituut adviseert om behandeling en aanvullende zorgvormen integraal deel te laten uitmaken van het Wlz-pakket, waarbij één instelling verantwoordelijk is. Het Zorginstituut acht het gerechtvaardigd dat de keuzevrijheid voor een behandelaar wordt ingeperkt, omdat door integraliteit de kwaliteit beter wordt.

Alleen voor institutionele zorg en geclusterd VPT

Daarbij maakt zij de keuze om dit advies alleen van toepassing te laten zijn op institutionele zorg en de geclusterde VPTs. Voor thuiswonende cliënten (MPT, PGB en ongeclusterd VPT) geeft het Zorginstituut aan vanwege de aanwezigheid van mantelzorg, twijfel over haalbaarheid integrale zorg door 1 aanbieder en het VWS-traject rondom het Maatwerkprofiel geen uitspraak te kunnen doen over de positionering van behandeling voor deze groep.

Farmaceutische zorg

Daarnaast wordt in dit advies in tegenstelling tot het eerdere advies ook farmaceutische zorg (muv als onderdeel medisch specialistisch behandeling) integraal onderdeel van het Wlz-pakket. De beleidsregel dure medicijnen blijft als compensatiesysteem bestaan. Nieuw is dat ook vervoer voor individuele behandeling deel gaat uitmaken van de Wlz.

Financiële gevolgen

Het Zorginstituut geeft aan dat als gevolg van dit advies grofweg zo’n € 672 miljoen moet worden overgeheveld van de Zvw naar de Wlz en dat ook nog meer middelen nodig zijn door de verbreding van de aanspraak farmacie, tandheelkundige en paramedische zorg.

Vervolg traject

Het Zorginstituut heeft in de vergadering van haar adviescommissie Pakket op 30 juni 2017 het aangepaste concept-advies besproken en dit advies ligt nu voor bij de Raad van Bestuur van het Zorginstituut. Daarna zal het naar de staatssecretaris worden gestuurd. De staatssecretaris heeft toegezegd om de Tweede Kamer na de zomer te informeren.

De VGN heeft op de eerdere versie van het concept-advies gereageerd. In hoofdlijnen ondersteunen wij dat concept-advies. De beperking van het huidige advies tot de institutionele zorg betekent het voortduren van verschil in aanspraak tussen cliënten met een zelfde indicatie. Wij blijven pleiten voor een integraal pakket voor alle Wlz-cliënten, ongeacht de leveringsvorm. Wel kan door dit advies het ongewenste verschil tussen cliënten met verblijf met en zonder behandeling in hun pakket zo snel mogelijk worden opgelost. Het opnemen van farmaceutische zorg in het Wlz-pakket, waarbij de beleidsregel dure medicijnen beschikbaar blijft, komt tegemoet aan voorwaarden die we hadden gesteld aan het overhevelen van deze zorg naar de Zvw.

De VGN is gestart met een traject om samen met de beroepsverenigingen de werkwijzen van behandeling en ondersteuning over complexe, veelal meervoudige zorgproblematiek en bijbehorende expertise beter te beschrijven. Hiervoor is een uitvraag onder leden gehouden, met een analyse van beschikbare beschrijvingen.

Page 10: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 10

Geregeld in de Zorg juli 2017

Daarnaast wordt gewerkt aan een position paper over behandeling en een opzet voor de framing van behandeling. Hierover vindt eind september een bijeenkomst met leden van verschillende bestuurlijke adviescommissies plaats.

In de bijlage vindt u het advies dat nu voorligt bij de Raad van Bestuur van het Zorginstituut.

Bijlage: ACP+68+-+3+-+Pakketadvies+Wlz+behandelingen+aanvullende+zorgvormen+ (1).pdf

Vastgoed en financiering

Overgang Zorginfrastructuur na 2017 op lokaal niveau (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 25 juli 2017)

Het ministerie van VWS laat weten dat beslissingen over de bestaande infrastructuur na beëindiging van de huidige regeling Zorginfrastuctuur eind 2017, het beste op lokaal niveau genomen kunnen worden. Staatssecretaris Van Rijn wil over deze overgang afspraken maken met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Hij verwacht hierover in september meer duidelijkheid te kunnen geven.

Overgangsregeling

In december 2016 heeft de staatssecretaris aangegeven dat hij zich zou inspannen om te komen tot een overgangsregeling. Uitgangspunten daarbij zijn, samenwerking, efficiency en regionale betrokkenheid. Hierover zou, nadat het meerdere malen al was uitgesteld, rond 1 juli 2017 uitsluitsel komen, zoals ook is aangegeven in de directiemail op 22 juni 2017.

Na gesprekken met verschillende betrokkenen (wethouders, zorgaanbieders, zorg-kantoren) is de conclusie van de staatssecretaris dat beslissingen over de bestaande infrastructuur het beste op lokaal niveau genomen kunnen worden. Hij wil dan ook in overleg gaan met de VNG om bestuurlijke afspraken te maken over de lokale ondersteuning van de zorginfrastructuur vanaf 2018. De intentie is om financiële middelen over te hevelen om dit mogelijk te maken. Bij de keuze om de overgangsregeling op deze wijze vorm te geven, speelt ook een rol dat een ongewijzigde voortzetting van de huidige regeling juridisch niet mogelijk blijkt. Van Rijn verwacht in september meer duidelijkheid te kunnen geven over de afspraken met de VNG.

Brede innovatieregeling 2019

Voor de verdere toekomst wil de staatssecretaris, aanvullend op de overgangsregeling, komen tot een brede innovatieregeling vanaf 2019, waarbij een impuls wordt gegeven aan zorgaanbieders, die door inzet van innovatieve werkwijzen en inzet van technologie en e-health oplossingen zorg en ondersteuning verbeteren. Met betrokkenen gaat hij de komende maanden in overleg om te bezien op welke wijze deze nieuwe regeling kan worden vormgegeven.

Inzet ActiZ

ActiZ betreurt het dat het niet is gelukt om met een landelijke overgangsregeling te komen voor de bestaande initiatieven. Zorgorganisaties met initiatieven voor zorginfrastructuur zijn nu aangewezen op de inzet van de eigen gemeente.

Page 11: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 11

Geregeld in de Zorg juli 2017

Zorginfrastructuur (en innovatie) vraagt bestendig en duurzaam beleid, vindt ActiZ. Anders dreigt beëindiging van goede initiatieven die maatschappelijk van grote betekenis zijn. ActiZ dringt er bij het ministerie van VWS op aan zo spoedig mogelijk meer helderheid te geven over de bestuurlijke afspraken met de VNG en zal daar input voor leveren.

Achtergrond

Vanaf 2006 is er in de Langdurige zorg sprake van een regeling voor zorginfrastructuur. Zorginfrastructuur versterkt de aanwezigheid van zorg en ondersteuning in de wijk met steunpunten. Ook worden technische voorzieningen ingezet zoals alarmering, meldcentrales en deurontgrendeling, die bijdragen aan het veiligheidsgevoel en de nabijheid van ondersteuning voor mensen met een beperking die nog geen beroep doen op verblijfszorg. De huidige regeling wordt eind 2017 beëindigd.

Bekostiging en beleidsregels V&V-sector en extramurale zorg

Extra middelen voor toegewijde verpleegzorg via ophoging van NZa-tarieven (Bron: ActiZ - themabericht 11 juli 2017)

Staatssecretaris Van Rijn telt naast de al eerder toegezegde € 100 miljoen voor de verpleeghuizen in 2017, voor 2018 een structureel bedrag van € 335 miljoen extra beschikbaar voor de verbetering van de kwaliteit van zorg in de verpleeghuizen. De staatssecretaris vraagt de NZa deze extra middelen te verwerken via ophoging van de tarieven. Dat blijkt uit de Voorlopige kaderbrief 2018 die nu is gepubliceerd. Voor 2017 komt er ook een bedrag van € 176 miljoen extra beschikbaar en € 24 miljoen uit de herverdelingsmiddelen om in te spelen op de groeiende vraag in de Wlz.

Hogere tarieven voor verbeteren van de kwaliteit 2017 en 2018

De staatssecretaris had eind mei al bekend gemaakt dat voor de verpleeghuissector € 100 miljoen extra structureel beschikbaar zou komen, die middelen worden nu toegevoegd aan het budget 2017. Vanaf 2018 wordt een extra bedrag toegevoegd van € 335, zoals vorige week al in het nieuws naar buiten kwam. In totaal ligt daarmee nu € 435 miljoen in het vooruitzicht om toegewijde zorg in verpleeghuizen te kunnen bieden. De staatssecretaris verzoekt nu de NZa in de Voorlopige kaderbrief 2018 om de maximumtarieven van ZZP en VPT V&V 4 en hoger met deze extra middelen te verhogen en een deel in te zetten voor het experiment persoonsvolgende inkoop in Zuid-Limburg.

ActiZ is blij dat gehoor is gegeven aan het pleidooi om deze extra middelen voor de verpleeghuizen via de tarieven te verwerken. Zodra de beleidsregels van de NZa bekend zijn, naar verwachting medio juli, wordt duidelijk hoe de aanpassing eruit ziet en of er eventuele voorwaarden zijn. ActiZ pleit ervoor dat de middelen voor alle zorgorganisaties met de betreffende cliënten beschikbaar komen zonder extra administratieve lasten of voorwaarden. ActiZ informeert u zodra de beleidsregels bekend zijn.

ActiZ vindt de toegekende extra middelen voor verpleeghuizen een waardevolle opstap voor de implementatie van het kwaliteitskader waar in totaal € 2,1 miljard voor nodig is. Zorgkantoren gaan er echter in hun modelovereenkomst wel vanuit dat zorgaanbieders aan de eisen van het kwaliteitskader voldoen. ActiZ is hierover nog in beraad. We hopen u spoedig verder te informeren.

Page 12: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 12

Geregeld in de Zorg juli 2017

Contracteerruimte 2017

In de Voorlopige kaderbrief Wlz 2018 wordt ook ingegaan op het aangepaste Wlz-budget 2017. De NZa heeft in haar mei-advies aangegeven dat door het groeiend aantal indicaties voor een hoog zorgprofiel (vooral VG profielen) en de daarmee samenhangende kosten en door de uitbreiding van de aanspraken met huishoudelijke verzorging en dagbesteding de druk op de contracteerruimte blijft toenemen. Hiervoor is volgens de NZa voor 2017 € 200 miljoen extra nodig. De staatssecretaris voegt dit bedrag toe aan het budgettair kader, € 100 miljoen voor de contracteerruimte en € 100 miljoen voor PGB. Hiervoor gebruikt hij € 24 miljoen van de nog gereserveerde herverdelingsmiddelen 2017 en € 176 miljoen die in de voorjaarsnota 2017 al was toegezegd. Er resteert dan nog € 176 miljoen aan herverdelingsmiddelen. Op basis van een nieuw NZa advies in augustus wordt bepaald of dat alsnog beschikbaar komt voor 2017. In dat advies wordt ook de verdeling van de extra € 200 miljoen over de zorgkantoorregio’s opgenomen.

Ten opzichte van de definitieve kaderbrief 2017 is het volgende veranderd:

- Correctie van -€ 5 miljoen vanwege latere ingangsdatum overheveling huishoudelijke verzorging;

- Overheveling € 25 miljoen van pgb naar zorg in natura (zin);

- Overheveling -€ 5 miljoen van zin naar experimenteerruimte;

- Verhoging budgettair kader € 200 miljoen conform NZa advies;

- Verhoging budgettair kader € 100 miljoen i.v.m. kwaliteitskader verpleeghuiszorg;

- Het budgettair kader 2017 wordt hiermee € 19.565 miljoen, waarvan € 16.680 miljoen voor de contracteerruimte, € 2.225 voor het kader pgb en € 660 miljoen voor de experimenten persoonsvolgende inkoop.

Contracteerruimte 2018

Het budgettair kader 2018 is als volgt opgebouwd:

In € miljoen

Kader 2017 19.565

Groeiruimte 2018 470

Kwaliteitskader verpleeghuiszorg tranche 2018 335

NHC/NIC 270

Huishoudelijke hulp mpt 10

Trombosezorg en Medisch Specialistische Verpleging Thuis

5

Langer thuis 2017 -100

Afloop overgangsrecht Wlz-indiceerbaren -40

Totaal kader 2018 20.515

Page 13: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 13

Geregeld in de Zorg juli 2017

De groeiruimte is zo’n 2,4%. Zoals al aangegeven komt er voor de verpleeghuissector vanaf 2018 € 335 miljoen beschikbaar. De NHC en NIC maakt vanaf 2018 volledig deel uit van de contracteerruimte. Bij de bepaling van het benodigde bedrag is rekening gehouden met de herijking van de tarieven. Voor huishoudelijke verzorging wordt het kader opgehoogd omdat dit voor 2017 nog niet voor het hele jaar van toepassing was. De verhoging voor trombosezorg en Medisch Specialistische Verpleging Thuis (MSVT) hangt samen met de duiding van het Zorginstituut dat deze zorg onderdeel uitmaakt van de aanspraak Wlz. Over MSVT vanaf 2018 hopen we u zo spoedig mogelijk nader te informeren. Voor de afbouw van de lage ZZPs en de uitstroom van de Wlz-indiceerbaren worden middelen overgeheveld naar het sociaal domein en de Zorgverzekeringswet.

Het budgettair kader 2018 wordt hiermee € 20.515 miljoen. Hiervan komt in eerste instantie € 20.255 beschikbaar, waarvan € 17.165 miljoen voor de contracteerruimte, € 2.400 miljoen voor het pgb-kader en € 690 miljoen voor het experiment persoons-volgende inkoop.

Voor de contracteerruimte 2018 geldt dat deze onder voorbehoud van de politieke besluitvorming rond Prinsjesdag voorlopig wordt vastgesteld.

Nieuw verdeelmodel

De NZa heeft samen met de Wlz uitvoerders een nieuw verdeelmodel ontwikkeld voor de verdeling van de regionale budgetten. Deze nieuwe verdeling is objectiever en gebaseerd op recentere, onafhankelijke indicatiegegevens, waardoor de budgetten objectiever verdeeld worden. De staatssecretaris wil dat er in 2018 een eerste stap wordt gezet in deze objectievere verdeling en vraagt de NZa de herverdeeleffecten in kaart te brengen en met de Wlz-uitvoerders en andere belanghebbenden een ingroeipad af te spreken. Dit moet worden meegenomen in het advies over de contracteerruimte in augustus. ActiZ en leden zijn betrokken dit traject. ActiZ heeft de NZa verzocht eerst meer inzicht te geven in de gevolgen van het nieuwe verdeelmodel per regio.

Indicatiestelling GGZ-B cliënten in verpleeghuizen met woongarantie (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 13 juli 2017)

Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) gaat cliënten met een GGZ-B profiel in verpleeghuizen herindiceren, omdat hun overgangsrecht per 1 januari 2018 afloopt. Deze cliënten hebben wèl de garantie dat ze kunnen blijven wonen in het verpleeghuis. Cliënten en zorgorganisaties die deze cliënten in zorg hebben, ontvangen over het herindicatie-traject in de week van 17 juli een brief van het CIZ.

Geen gedwongen verhuizing

Met de komst van de Wet langdurige zorg (Wlz) hebben cliënten met een GGZ-B indicatie besluit die geldig is tot en met 31 december 2017. Tot die tijd hebben deze cliënten overgangsrecht gekregen om zorg/behandeling en verblijf in een verpleeghuis te blijven ontvangen, zie het bericht GGZ-B cliënten kunnen in verpleeghuizen blijven wonen. Het CIZ herindiceert nu deze cliënten.

Page 14: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 14

Geregeld in de Zorg juli 2017

ActiZ heeft er tezamen met onder meer GGZ-N er effectief voor gelobbyd dat de cliënten in verpleeghuizen (en gehandicaptenzorg) kunnen blijven wonen in het verpleeghuis ook als blijkt dat de cliënt in het herindicatietraject geen toegang tot de Wlz heeft. Landelijk gaat het om ca. 250 cliënten in verpleeghuizen. Daarvoor creëert het ministerie van VWS een overgangsrecht op wetsniveau. Voor het traject is het daarom van belang dat in lijn met de wet wordt gehandeld. Daarom zal het CIZ deze cliënten herindiceren. ActiZ heeft er bij het CIZ op aangedrongen dit traject soepel te laten verlopen.

Herindicatietraject GGZ-B cliënten in verpleeghuizen

GGZ-B cliënten in verpleeghuizen en de zorgaanbieders die deze cliënten in zorg hebben ontvangen in de week van 17 juli a.s. van het CIZ een brief over het herindicatietraject. ActiZ heeft met het CIZ kunnen afspreken dat de bestuurder/directie van de zorgorganisatie de brief twee dagen eerder krijgt dan de cliënt. Daarmee kan de zorgorganisatie mogelijk anticiperen op het feit dat de cliënt de brief gaat ontvangen.

Cliënten en zorgorganisaties worden gevraagd gegevens aan te leveren voor de herindicatie ervan uitgaande dat de cliënt bij de zorginstelling wil blijven wonen. Bij de aanvraag van de herindicatie is het van belang dat de behandelaar ook helder maakt dat de cliënt is aangewezen op de zorg in een verpleeghuis en niet op een GGZ-B instelling.

Het CIZ kijkt bij de herindicatie of de cliënt toegang heeft op de Wlz. Indien hier geen sprake van is, bijv. omdat de cliënt niet voldoet aan de grondslag somatiek of pg, valt de cliënt onder het overgangsrecht. Op basis van het overgangsrecht kijkt CIZ vervolgens welk V&V profiel het meest passend is voor de betreffende cliënt. Het CIZ geeft het nieuwe indicatiebesluit V&V af met een onbepaalde geldigheidsduur en gaat op 1 januari 2018 in.

Het CIZ wil de aanvraag herindicatie graag uiterlijk 18 augustus ontvangen. Het is helaas niet gelukt de datum later in het jaar te plannen, omdat het CIZ voldoende tijd moet hebben voor het gehele herindicatie incl. bezwaartermijnen. In de aankomende periode neemt het CIZ nog contact op met de zorgaanbieders over het traject.

GGZ-B cliënten in een beschermde woonsetting

Voor de aanvang van de Wlz woonden diverse cliënten met een GGZ-B in een locatie voor beschermd wonen. Het indicatiebesluit van deze cliënten is geldig tot en 31 december 2017. Voor deze groep zijn ketenafspraken gemaakt waarmee de financiering onder de Wlz was geborgd voor de duur van het indicatiebesluit.

Een indicatiebesluit GGZ-B is niet bedoeld voor zorg en verblijf op een locatie voor beschermd wonen. Daarom komt de GGZ-B indicatie van deze cliënten van rechtswege te vervallen. De zorg voor deze cliënten dient wel gecontinueerd te worden. Daarvoor zijn deze cliënten aangewezen op de zorg vanuit de gemeente. Daarvoor is een beschikking van de gemeente nodig.

Zorgkantoren informeren nu de betreffende zorgaanbieders, cliënten en de gemeente over de situatie per 1 januari 2018. Zorgaanbieders worden gevraagd de cliënten te onder-steunen bij het continueren van de zorg.

Zie voor meer informatie over het overgangsrecht van GGZ-B cliënten de site informatie langdurige zorg van het ministerie van VWS.

Page 15: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 15

Geregeld in de Zorg juli 2017

Zorgverzekeraars starten uniforme controles op samenloop Zvw en Wlz in 2017 (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 11 juli 2017)

Zorgverzekeraars Nederland heeft ons laten weten dat de zorgverzekeraars in de tweede helft van 2017 de rechtmatigheid toetsen van over het verzekeringsjaar 2017 ingediende declaraties. Het betreft samenloopcontroles inzake wijkverpleging, eerstelijnsverblijf, huisartsenzorg, mondzorg, farmaceutische zorg, eerstelijns diagnostiek en niet persoonsgebonden hulpmiddelenzorg. Er wordt getoetst op bij de zorgverzekeraar ingediende zorg die ten laste van de Wlz dient te komen.

ZN meldt ons het volgende: als blijkt dat een declaratie voor Zvw-zorg is ingediend die op grond van een gelijktijdige Wlz-indicatie (of declaratie) van de verzekerde onrechtmatig is, dan zal de zorgverzekeraar de ingediende Zvw declaratie afkeuren. De declaratie wordt dan teruggeven aan de indiener met retourcode ‘8983: Declaratie betreft geen Zvw-zorg’. Deze retourcode is dan het signaal dat er al een Wlz-indicatie is en de declaratie elders ingediend moet worden. Ten aanzien van reeds verstreken declaratiemaanden van 2017 wordt de uniforme controle achteraf uitgevoerd.

Samenloop Zvw en Wlz over 2015 en 2016

ActiZ ontvangt ook signalen dat zorgverzekeraars op basis van materiële controles betaalde wijkverpleging over 2015 en 2016 terugvorderen als (achteraf) blijkt dat er al een Wlz- indicatie is afgegeven. Het is voor zorgaanbieders niet inzichtelijk als de cliënt zijn Wlz-indicatie verzilvert bij een andere zorgorganisatie dan waarvan hij wijkverpleging ontvangt. Het is ook de vraag of de zorgorganisatie het had behoren te weten. En of een terugvordering ook tot 2015 terug mag gaan. ActiZ start een verkenning naar de juridische positie van de zorgorganisatie bij terugvordering. […] De juridische verkenning komt binnen enkele weken beschikbaar.

Achtergronden van de kant van ZN met betrekking tot de gekozen oplossing

De Wlz is voorliggend aan de Zvw; de zorgverzekeraars hebben de wettelijke plicht te controleren op samenloop van beide wetten. Tot nu toe konden zorgverzekeraars dit bij het indienen van een declaratie niet controleren, omdat zorgkantoren en zorgverzekeraars de relevante informatie niet digitaal konden uitwisselen. Dat verandert: voor het verzekeringsjaar 2017 gaan de zorgkantoren de zorgverzekeraars gedigitaliseerd informeren over verzekerden met een Wlz-indicatie, op basis van artikel 9.1.3 Wet langdurige zorg. Daardoor kunnen zorgverzekeraars voortaan hun verantwoordelijkheid voor het controleren op samenloop van Zvw en Wlz structureel goed invullen.

ActiZ heeft onder andere de wens ingebracht dat bij afgekeurde declaraties wordt aangegeven welke Wlz-zorgverlener betrokken is. Dat voorkomt een zoektocht naar de betreffende Wlz-zorgverlener. Deze wens blijkt niet in te willigen, omdat de huidige privacywet- en regelgeving dat op dit moment niet toestaat.

Deze week vindt er op bestuurlijk niveau overleg plaats tussen ActiZ en ZN. Het onderwerp staat geagendeerd. ActiZ zal er bij ZN op aandringen dat het van belang is dat er in gezamenlijkheid naar oplossingen wordt gezocht.

Page 16: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 16

Geregeld in de Zorg juli 2017

Kabinet maakt extra budget vrij voor regionale ‘aanmeldportalen’ ELV (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 10 juli 2017)

De minister heeft in de Voorjaarsnota 2017 laten weten, dat het kabinet voor 2017 in totaal € 55 miljoen extra heeft vrijgemaakt voor het versterken van het eerstelijns verblijf (ELV). Dit schept verwachtingen voor aanvullende zorginkoop door verzekeraars.

De middelen die in de Voorjaarsnota zijn toegevoegd zijn bedoeld voor uitbreiding van de capaciteit van ELV-bedden (€ 30 miljoen, zoals overeengekomen in bestuurlijk akkoord) en voor initiatieven op het gebied van regionale coördinatie, organisatie en infrastructuur (€ 25 miljoen).

Op 1 juni publiceerde de LHV de resultaten van een peiling, waaruit bleek dat huisartsen een tekort aan ELV-bedden constateren en dat de toeleiding naar ELV-bedden regionaal niet overal goed is georganiseerd. Hierdoor lopen verwijzingen spaak of worden patiënten onnodig opgenomen in het ziekenhuis.

ActiZ onderschrijft het belang van goede regionale coördinatieafspraken, waarvan een aanmeldportaal één van de oplossingen is. Als een patiënt tijdelijk moet worden opgenomen, moet een verwijzer snel kunnen zien waar deze patiënt terecht kan. Daarvoor is real-time inzicht in beschikbare bedden nodig. Ondersteunende middelen als Zorgspoor of Verwijshulp worden daarvoor in diverse regio’s al ingezet. Daarnaast zien we regionale successen waarbij een specialist ouderengeneeskunde en/of verpleegkundige 24/7 beschikbaar is voor verwijzers om via een aanmeldportaal een gezamenlijke triage uit te voeren. Dit draagt bij aan een goed passende plaatsing voor de patiënt en bovendien blijkt uit ervaring dat opnames soms ook voorkomen kunnen worden door wijkverpleging te organiseren in de thuissituatie.

Er ontstaan steeds meer regionale samenwerkingsinitiatieven ten behoeve van de toegang naar het ELV, maar de investeringen van aanbieders in deze initiatieven worden tot dusver nog vaak uit eigen zak betaald. Om de investeringen in regionale coördinatie te kunnen bekostigen, heeft de NZa in de beleidsregel de mogelijkheid geboden om max-max-tarieven te contracteren. Deze tarieven zouden het mogelijk moeten maken om aanvullend op reguliere professionele beroepsuitoefening initiatieven op het gebied van regionale coördinatie, organisatie en infrastructuur te kunnen bekostigen. Voor 2017 hebben onze leden echter geen max-max-tarieven kunnen contracteren.

ActiZ is blij met de extra gelden die het kabinet vrijmaakt voor het ELV. Het hangt echter af van het zorgcontractering of dit geld ook daadwerkelijk ingezet zal worden om het ELV te versterken. In haar brief van 20 juni over de voortgang van de aanpak in de acute zorg schrijft de minister dat verzekeraars ELV landelijk dekkend hebben ingekocht. De ELV zorgcontractering voor 2017 is echter door veel van onze leden als onevenwichtig ervaren. Op dit moment hebben veel organisaties te maken met overschreden productieplafonds en ontoereikende tarieven. Meerdere leden hebben inmiddels kenbaar gemaakt voor sommige verzekeraars geen patiënten meer op te nemen. Dit leidt tot verminderde keuzevrijheid voor patiënten. Soms moeten patiënten hierdoor onnodig ver van hun eigen woonplaats worden opgenomen.

De extra toekenning van € 55 miljoen aan het budgettair kader schept de verwachting dat verzekeraars dit jaar nog aanvullend zullen inkopen om dit budget effectief in te kunnen zetten. Dit is ook echt nodig voor het verhogen van productieplafonds en om max-max-tarieven te contracteren ten behoeve van de regionale aanmeldportalen en samen-werkingsafspraken.

Page 17: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 17

Geregeld in de Zorg juli 2017

Van zorgaanbieders mag niet verwacht worden dat zij het beschikbaar houden van lege bedden en het 24/7 inzetten van professionals uit eigen zak moeten betalen.

Inzet psychologen binnen het eerstelijns verblijf (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 4 juli 2017)

ActiZ en het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) hebben in de afgelopen maanden bij de NZa de onduidelijkheid over de positionering van de psycholoog binnen het eerstelijnsverblijf (ELV) gesignaleerd. In de NZa-prestatiebeschrijvingen van het ELV wordt de psycholoog niet genoemd. In de praktijk wordt de psycholoog echter wel veel ingezet voor met name diagnostiek in het ELV.

Zorginstituut Nederland (ZIN) heeft in 2016 een duiding geschreven over het eerstelijns verblijf. In deze duiding wordt de psycholoog niet genoemd. De NZa baseert prestatiebeschrijvingen op de beschrijvingen en afbakeningen van ZIN. De NZa constateert daarom dat in de ELV-prestatiebeschrijvingen de psycholoog niet is geïncludeerd.

ActiZ heeft ervoor gepleit om de psycholoog toe te voegen aan de ELV prestaties, gecombineerd met tariefverhogingen voor de integrale prestaties. De NZa geeft aan dat op dit moment niet te kunnen doen omdat het kostprijsonderzoek nog niet heeft plaatsgevonden. Dit kostenonderzoek vindt in de loop van 2017 plaats, ten behoeve van herijking tarieven en bekostigingsstructuur vanaf 2019.

Dit betekent dat inzet van de psycholoog binnen het ELV onderdeel moet zijn van de eerstelijns GGZ. ActiZ heeft aangegeven dat dit een zeer onwenselijke situatie is. De meeste activiteiten die binnen het ELV door psychologen worden uitgevoerd, zullen onder de Specialistische GGZ (SGGZ) vallen. Wij voorzien problemen die betrekking hebben op de verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar, de zorgcontractering, onderaannemer-schappen en administratieve lasten.

Samen met de NZa en het NIP is ActiZ op dit moment een alternatieve oplossing aan het onderzoeken.

Afspraken substitutie 2018 van tweede naar eerste lijn (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 3 juli 2017)

Zowel in het ‘Bestuurlijk Akkoord huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg 2018’ als in het ‘Onderhandelaarsresultaat medisch-specialistische zorg 2018’ zijn afspraken gemaakt over substitutie van de tweede naar de eerste lijn. In totaal is hier € 75 miljoen voor beschikbaar.

De afgelopen weken zijn er voor meerdere sectoren bestuurlijke afspraken gemaakt. Ook voor leden van ActiZ zijn de afspraken in het ‘Bestuurlijk Akkoord huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg 2018’ en in het ‘Onderhandelaarsresultaat medisch-specialistische zorg 2018’ van belang.

In beide akkoorden wordt onderkend dat mensen zo lang als mogelijk thuis moeten kunnen blijven wonen. Door de toename van kwetsbare ouderen is meer afstemming vereist tussen de verschillende disciplines in de ambulante setting zoals met de wijkverpleging, de paramedie, de specialist ouderengeneeskunde, alsmede met het sociaal domein en het ELV.

Page 18: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 18

Geregeld in de Zorg juli 2017

Daarbij wordt onderkend dat ‘zorg op de juiste plek’ moet worden geboden en onnodige ziekenhuisopnames voorkomen moeten worden.

Ten behoeve van substitutie van de tweede naar de eerste lijn is € 75 miljoen beschikbaar. Dit geld is beschikbaar wanneer zorgaanbieders een initiatief hebben waarin ziekenhuiszorg wordt verplaatst en zij hierover een afspraak hebben met een zorgverzekeraar. De zorgaanbieders in de eerste en tweede lijn worden opgeroepen om zo snel mogelijk met elkaar en met de zorgverzekeraar in gesprek te gaan om initiatieven te ontwikkelen. Hoe eerder dat gebeurt, hoe groter de kans dat er afspraken gemaakt worden die impact hebben op de besteding van de middelen in 2018. Als het totaal van de substitutieafspraken onder de € 75 miljoen blijft, blijven de resterende middelen in het budgettair kader van de tweede lijn.

Om zicht te krijgen op het totaal van de substitutie-afspraken in 2018, haalt de NZa eind november 2017 op voor welk bedrag er aan afspraken is gemaakt. Snelheid is dus geboden met het ontwikkelen van substitutie-initiatieven die in 2018 gaan lopen. Door de zorgverzekeraars vanaf het begin te betrekken, kunnen de afspraken in de driehoek (eerste lijn, tweede lijn, zorgverzekeraar) vastgelegd worden.

Bekostiging palliatieve zorg (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 14 juli 2017)

Het 'Rapport palliatieve zorg op maat’ van de NZa is uitgebracht als bijlage bij de VWS-kamerbrief over palliatieve zorg van 11 juli. Hierin was het vervangen van de indicatiestelling voor profiel VV10 een markant beleidspunt. Hierover verscheen eerder al een bericht op 12 juli.

Na een inventarisatieronde –waaraan ActiZ inhoudelijk en formeel heeft bijgedragen- heeft de NZa een groot aantal ervaren bekostigingsknelpunten opgepakt en geanalyseerd.

Zeven verbeterpunten

Het resultaat staat in het rapport ’Palliatieve zorg op maat’, en de analyse is samengevat in zeven verbeterpunten:

- Bekostiging vereenvoudigen: oog houden voor de grote variatie tussen patiënten, zonder dat dit tot detail in regelgeving leidt.

- Bekostiging per sector maakt het meer dan nu mogelijk om afspraken over palliatieve zorg te maken (kwaliteit/kosten/volume/uitkomsten) over de schotten heen.

- Doelmatigheid van palliatieve zorg bij voorkeur stimuleren en met bekostiging faciliteren.

- Regionale samenwerking stimuleren.

- Bekostiging meer laten aansluiten op de palliatieve zorg zoals beschreven in kwaliteitskader: niet alleen focus op palliatief terminale zorg, maar op de gehele palliatieve fase.

- Bekostiging biedt ruimte en mogelijkheden om ‘samen te beslissen’.

- Mogelijkheden scheppen om volume/kosten te monitoren.

Page 19: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 19

Geregeld in de Zorg juli 2017

De NZa gaat over deze verbeterpunten met betrokken partijen samenwerken, onder andere in ‘ronde tafel’-bijeenkomsten.

Tien knelpunten

Uit de signalen die de NZa kreeg zijn tien knelpunten (veel gestelde vragen) gehaald rond de bekostiging, waarbij betere informatievoorziening met name als oplossing wordt gezien. Hiertoe zijn deze samengevat in de informatiekaart ‘Samenwerking en betaalbaarheid palliatieve zorg op maat’. Voor onder andere de langdurige zorg wordt vaak verwezen naar (het aandragen van informatie voor) de tariefvorming. Op de informatiekaart komen de volgende onderdelen aan bod:

- Beperkte nazorg is onderdeel van de reguliere prestaties.

- Het declareren ‘na overlijden’ van nog rechtmatig geleverde zorg dient technisch opgelost te worden.

- Opbaren in de eigen kamer blijft buiten de verzekerde zorg; mutatiedagen (max. 13) gelden alleen bij werkelijke leegstand.

- Casemanagement (thuis) valt binnen de functionele aanspraak en prestaties verpleging en verzorging in de Zvw.

- Samenwerking, multidisciplinair overleg, valt als indirect-cliëntgebonden tijd binnen de tarieven, maar kan mogelijk specifiek geoormerkt worden binnen afspraken met de verzekeraar.

- Geestelijke verzorging thuis is alleen verzekerd als ‘bewezen effectieve interventies’ voor zover dit past binnen zorg zoals klinisch psychologen die plegen te bieden. De ‘vrijplaatsfunctie’ (waar de cliënt voor het dagelijks bestaan afhankelijk is van de zorginstelling) geldt binnen de Wlz alleen bij ZZP-verblijf en VPT. Daar moet de zorgaanbieder dan op (individueel) passende wijze in voorzien.

Palliatieve zorg: verklaring vervangt CIZ-indicatie (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 12 juli 2017)

De toegang tot de PTZ-prestatie VV-10 wordt versneld door de CIZ-indicatiestelling te vervangen door een verklaring van de behandelend arts; de criteria blijven gelijk, de toestemming en controle-vooraf wordt vervangen door controle-achteraf.

Om de (terminale) zorg zo direct mogelijk op de behoefte van de cliënt af te kunnen stellen zal deze Quick-Win per 1-1-2018 gerealiseerd worden. Dit kondigt de staatssecretaris aan in de brief van 11 juli over Palliatieve zorg aan de Tweede Kamer. “Zorgaanbieders kunnen zonder tussenkomst van het CIZ de prestatie (VV-10) declareren in plaats van het vigerende zorgprofiel als aan de bestaande huidige voorwaarden voldaan wordt. Dit geldt voor cliënten die verblijven in een instelling, of met een VPT. Ook voor Wlz-cliënten die thuis verblijven kunnen zorgaanbieders (dan) snel en zonder tussenkomst van het CIZ op basis van een terminaliteitsverklaring (door de behandelend arts) de benodigde Palliatief-TerminaleZorg (PTZ) inzetten. Controle vindt achteraf plaats door materiële controle en benchmarking.

Het duiden van voorstellen voor meer ingrijpende wijzigingen in de bekostiging worden aan het volgende kabinet gelaten.

Page 20: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 20

Geregeld in de Zorg juli 2017

De NZa zal de in hun ‘Rapport Palliatieve zorg op maat’ gesignaleerde knelpunten in de bekostiging meenemen. Het Praktijkteam Palliatieve zorg zal tot eind 2017 actief blijven om vragen op te vangen en steun te bieden bij de oplossing van problemen.

Wat betreft de ‘drie-maanden termijn’ voor de PTZ wordt verwezen naar de inhoudelijk ontwikkelingen binnen de Palliatieve Zorg (PZ), zoals ‘advance care planning’, ‘shared decision making’ en het goede gesprek dat zo snel mogelijk moet plaatsvinden.

Waar budgetplafonds knellen voor de 24-uurszorg (thuis) wordt gewezen naar afspraken in de contractering en de zorgplicht van de verzekeraars.

Ook wat betreft de effecten van de eigen bijdrage wordt verwezen naar de uitgangspunten dat mensen de juiste de zorg op de juiste plek moeten krijgen wanneer nodig.

De ‘begeleiding bij coping en zingeving vanuit levensbeschouwing’ blijft onverzekerde zorg. De beroepsgroep van geestelijk-verzorgers (VGVZ) draagt zelf de bewijslast voor de effectiviteit van deze interventie (ook in de 1eLijn). Ook dient aan de bekendheid van deze zorg gewerkt te worden.

Voor het vereenvoudigen van de administratieve vereisten en het beter zicht krijgen op de financiering van hospices is het (interne) plan van aanpak van ZN in concept gereed.

Plooien die ontstonden bij de recente verandering van de regeling palliatieve terminale zorg (inzet vrijwilligers) zijn of worden glad gestreken.

Bekostiging en beleidsregels GHZ-sector

Toeslag meerzorg bij ZZP VG8 te onbekend (Bron: VGN - nieuwsbericht 18 juli 2017)

Afgelopen week heeft de VGN de noodklok geluid voor cliënten met een ernstige meervoudige beperking (EMB). In een brandbrief aan VWS verzoekt de VGN voor de korte termijn om extra geld voor de inzet van meerzorg en na 2019 voor een ophoging van het ZZP VG8 tarief.

Verreweg de meeste cliënten met EMB hebben een ZZP VG8 indicatie. Uit gegevens van de branche blijkt dat tussen de 2% en 3% van alle cliënten met ZZP VG8 een meerzorgtoeslag heeft. Gezien de grote budgettaire problemen om de kwalitatief gewenste zorg aan deze doelgroep te kunnen leveren, is dat een laag percentage. Mede gezien de recente grote groei van het aantal cliënten met een ZZP VG8 indicatie, verwacht de VGN een stijging in de meerzorg voor deze cliënten.

Uit onderzoek naar de achtergrond van het huidige lage percentage meerzorgcliënten bij ZZP VG8 kwam naar voren dat dit deels komt door onbekendheid bij sommige zorginstellingen, behandelaren of zorgpersoneel met de mogelijkheid om voor ZZP VG8 cliënten een meerzorgtoeslag aan te vragen (uiteraard met in achtneming van de geldende regels). Ook speelt soms de (hoge) administratieve belasting een rol.

Het afgelopen jaar is hard gewerkt om de procedure en de verantwoording te vereenvoudigen om zo de administratieve drempel te verlagen. Een andere oorzaak van het lage percentage is het feit dat tot voor kort het totale landelijke meerzorgbudget begrensd was.

Page 21: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 21

Geregeld in de Zorg juli 2017

Het beschikbare budget ging al grotendeels op aan andere meerzorgaanvragen. Inmiddels is echter het meerzorgbudget onderdeel van de regionale contracteerruimte. Daardoor hebben zorgkantoren meer mogelijkheden. Zorgkantoren kunnen zonder advies van het CCE meerzorg toekennen bij ZZP VG8, omdat er (meestal) geen gedragsmatige behandel-doelen zijn te formuleren.

Met bovenstaande verbeteringen en ontwikkelingen en de vereiste kwaliteit van zorg verwacht de VGN een toenemend gebruik van de mogelijkheid van meerzorg voor EMB cliënten.

Stand van zaken herindicatie GGZ-behandeling met verblijf (Bron: VNG - nieuwsbericht 14 juli 2017)

Alle cliënten die op 31 december 2014 een geldige indicatie hadden voor GGZ-behandeling met verblijf ('GGZ-B') zijn op grond van het overgangsrecht automatisch in de Wlz terechtgekomen. Zij kregen van het CIZ een indicatie voor drie jaar.

Dit betekent dat de indicaties voor cliënten aflopen op 1 januari 2018.

Acties CIZ

Die cliënten die voortgezet verblijf met behandeling nodig hebben in een ggz-instelling, moeten een nieuwe Wlz-aanvraag doen. CIZ heeft behandelaars van deze groep benaderd met de vraag of hun cliënten opnieuw voor maximaal drie jaar een GGZ-B-indicatie nodig hebben. Het CIZ geeft een nieuwe indicatie af als de behandelaar vindt dat dit het geval is.

Vijf groepen

De volgende vijf groepen zijn te onderscheiden:

- cliënten die de GGZ-B-indicatie verzilveren binnen een GGZ-instelling;

- cliënten met een indicatie die op 31 december 2014 woonden in een instelling voor beschermd wonen;

- cliënten met een indicatie die zorg in extramurale functies krijgen en cliënten die de zorg in MPT, VPT of PGB ontvangen;

- cliënten met een indicatie die zorg ontvangen in een VV/GZ instelling;

- cliënten die hun indicatie niet meer verzilveren.

Meer informatie: In dit overzicht vindt u uitkomsten van de herindicatie per cliëntengroep:

Stand van zaken herindicaties GGZ-B door CIZ (pdf)

Page 22: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 22

Geregeld in de Zorg juli 2017

Update indicatiestelling Wlz (Bron: VGN - nieuwsbericht 11 juli 2017)

Er is een aantal ontwikkelingen rond de indicatiestelling Wlz. We brengen u hier graag van op de hoogte. Het gaat over de doorlooptijd van indicaties, de bekostiging van de IQ test en het afwegingskader.

Doorlooptijd indicaties

In de afgelopen maanden is het aantal aanvragen bij het CIZ toegenomen. Hierdoor zijn de doorlooptijden voor de afhandeling opgelopen. De toename komt onder andere door aanvragen voor de BOPZ en de BUK (besluit uitvoering kinderbijslag). Het CIZ kan niet langer garanderen dat aanvragers binnen de termijn van zes weken een indicatiebesluit ontvangen. Het CIZ onderneemt een aantal stappen om de doorlooptijd te verkorten. Cliënten die mogelijk geen besluit krijgen binnen de zes weken worden door het CIZ hierover geïnformeerd. Ze krijgen ook te horen hoeveel vertraging hun aanvraag oploopt. Wanneer blijkt dat de situatie zo urgent is dat er niet gewacht kan worden dan wordt de aanvraag alsnog opgepakt en behandeld. Daarnaast wordt er geïnvesteerd in extra medewerkers bij het CIZ.

Bekostiging IQ test

Om de toegang tot de Wlz te kunnen bepalen zijn diagnostische tests nodig. Eerder hebben we u geïnformeerd dat de staatssecretaris de bekostiging van deze tests zou uitzoeken. Het ministerie van VWS heeft het CIZ gevraagd om de bekostiging van IQ testen uit te voeren. Het CIZ gaat dit naar verwachting per 1 januari 2018 uitvoeren. Hoe dit gaat werken in de praktijk wordt nog nu verder concreet uitgewerkt.

Afwegingskader toegang Wlz

Een tijd geleden heeft het Zorginstituut Nederland een afwegingskader toegang Wlz ontwikkeld. Het CIZ heeft in de afgelopen periode gekeken naar de gevolgen als dit afwegingskader wordt ingevoerd. Het CIZ heeft de kern van het afwegingskader: het systematisch onderzoeken en vastleggen van de indicatiecriteria voor toegang tot de Wlz geïmplementeerd. Het CIZ blijft werken met de huidige vragenlijst, omdat na statistisch onderzoek blijkt dat dit een adequaat instrument is. Een aanbeveling vanuit het Zorginstituut was om de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid te verbeteren. Het CIZ investeert in een programma kwaliteit, waarmee zij zich wil verantwoorden naar de buitenwereld.

Voor de VGN is het essentieel dat de indicatiestelling eenduidig en onafhankelijk plaatsvindt. Een afwegingskader is hierin een belangrijk instrument. Ook het mee laten kijken van een andere beoordelaar is noodzakelijk om eenduidigheid indicaties te stellen.

Aanvraag nieuwe indicatie

Cliënten die in de AWBZ een ZZP hadden op 31 december 2014 hebben automatisch een indicatie gekregen voor onbepaalde tijd en hebben hun leven lang recht op Wlz-zorg. Wanneer de zorgvraag verandert en een cliënt een ander zorgprofiel aanvraagt, gaat het CIZ deze aanvraag beoordelen volgens de toegangscriteria van de Wlz. Als de cliënt voldoet aan deze criteria wordt er vervolgens het best passend zorgprofiel afgegeven. Het kan ook zo zijn dat de cliënt niet voldoet aan de toegangscriteria van de Wlz: een blijvende behoefte aan 24 uurs zorg in de nabijheid en/of permanent toezicht.

Page 23: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 23

Geregeld in de Zorg juli 2017

Wanneer deze situatie zich voordoet krijgt de cliënt een profiel toegewezen uit de lage zorgprofielen (bijvoorbeeld VG 1 of 2). Het is belangrijk om dit voor een aanvraag bij het CIZ goed te bekijken en na te gaan in hoeverre cliënt aan de toegangscriteria voldoet.

Bekostiging en beleidsregels GGZ-sector

Handreiking inspanningsgerichte bekostiging JGGZ: aanvulling (Bron: VNG - nieuwsbericht 21 juli 2017)

Vooral van softwareleveranciers krijgen VNG en GGZ Nederland veel vragen over de technische uitwerking van de 'Handreiking inspanningsgerichte bekostiging J-GGZ'. In dit bericht gaan we eerst in op de aanleiding en achtergrond van de vragen, en informeren u daarna over de oplossingen.

In de handreiking wordt anders omgegaan met de bepaling van de (in)direct cliëntgebonden tijd dan in de standaardartikelen staat beschreven. Ook is in een van de standaardartikelen afwijkend advies opgenomen over de omgang met groepscontacttijd. Deze werkwijze sluit aan op de bestaande werkwijze en registratiepraktijk van zorgprofessionals in de jeugd-ggz.

Cliëntgebonden tijd

De VNG heeft voor de landelijke raamovereenkomsten en de handreiking voor de regionale inkoop door gemeenten bewust gekozen voor deze bepaling van de cliëntgebonden tijd. GGZ Nederland steunt deze keuze. Met name voor aanbieders die ook werkzaam zijn in de Zorgverzekeringswet, en dat geldt voor bijna alle aanbieders die jeugd-ggz leveren, is deze bepaling van de cliëntgebonden tijd sterk ingebed in het werkproces en de bedrijfsvoering.

Het advies in de handreiking voor deze wijze van het bepalen van de cliëntgebonden tijd, is alleen bedoeld voor jeugd-ggz inspanningsgericht in de productcategorieën 54 (regionale afspraken) en 55 (landelijke afspraken).

Het zijn daarmee geen afwijkingen ten opzichte van de iJw-standaard, maar ze hebben wel consequenties voor de software. Dit is afgestemd met het programma i-Sociaal Domein. Deze werkwijze voor deze specifieke productcategorieën moet vanuit de ICT-systemen worden ondersteund. Er moet een andere rekenformule worden toegepast.

Advies

De VNG adviseert gemeenten om expliciete afspraken over de regels voor tijdschrijven te maken voor inspanningsgerichte producten in categorie 54 en hierin de handreiking te volgen. GGZ Nederland werkt op dit moment de tijdschrijfregels verder uit waarmee zorgaanbieders en gemeenten kunnen afstemmen over wie er wat schrijven, zodat er achteraf geen misverstanden ontstaan.

Page 24: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 24

Geregeld in de Zorg juli 2017

Aanvullingen

Er komt een addendum op de standaardartikelen, dat gebruikt kan worden om de afspraken te formaliseren. In het landelijke contract (categorie 55) wordt door de VNG via een vergelijkbaar addendum geregeld dat de tijdschrijfregels uit de handreiking van toepassing zijn.

Meer informatie:

Handreiking bekostiging J-GGZ Inspanningsgericht, Versie juni 2017

Standaardartikelen voor uitvoeringsvarianten

Welke impact heeft de overgang op uitvoeringsvarianten op het werkproces?

Nieuwsbrief GGZ Nederland

Stevige afspraken Schippers en sector tegen GGZ-wachtlijsten (Bron: VWS - nieuwsbericht 13 juli 2017)

Minister Edith Schippers (VWS) en GGZ-partijen hebben verregaande afspraken gemaakt om de wachtlijsten aan te pakken. Door een betere verdeling van de behandelcapaciteit komt er meer ruimte om op tijd psychische zorg aan patiënten met zware problematiek te verlenen. De inzet van e-health wordt stevig uitgebreid. De afstemming en samenwerking tussen de vele verschillende aanbieders en financiers van psychische zorg wordt beter. De ambulante zorg in de buurt wordt versneld opgebouwd. Partijen spreken af om zich volledig in te zetten om de wachttijden binnen een jaar binnen de eerder afgesproken ‘Treeknormen’ te krijgen. Schippers heeft de Tweede Kamer vandaag geïnformeerd over de afspraken.

De afspraken zijn gemaakt door VWS, GGZ-Nederland, Zorgverzekeraars Nederland, Nederlands Instituut van Psychologen, Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland, Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, Landelijke Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen en Psychotherapeuten, MIND, Federatie van psychologen, psycho-therapeuten en pedagogen en Platform Meer GGZ. Al deze partijen vinden het maatschappelijk niet acceptabel dat de wachttijden langer zijn dan de afgesproken ‘Treeknormen’ en delen de urgentie om de problemen op te lossen.

Het gaat om complexe problematiek met meerdere oorzaken. De beschikbaarheid van geld is overigens niet het probleem, de sector heeft een macro-onderschrijding van € 288 miljoen. Schippers heeft besloten dat dit bedrag beschikbaar blijft voor de sector om de afspraken te realiseren. De eerste resultaten moeten al voor Kerst 2017 zichtbaar zijn; binnen een jaar (vóór 1 juli 2018) moet de problematiek opgelost zijn.

Schippers is blij dat het gelukt is om met al deze partijen tot afspraken te komen: “De urgentie wordt door het maken van deze afspraken door iedereen onderschreven, te lange wachtlijsten moeten binnen een jaar tot het verleden behoren. Er is genoeg geld, we houden ieder jaar over. Het gaat vooral om samenwerking, en er met z'n allen prioriteit aan geven. Dat moet, deze zware patiënten mogen niet de dupe zijn van organisatorische problemen. Ik ben blij dat de sector heeft afgesproken hier z'n schouders onder te willen zetten”.

Page 25: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 25

Geregeld in de Zorg juli 2017

Acties:

• De capaciteit aan behandelaren wordt op effectieve wijze ingezet voor de meest

urgente doelgroepen, zowel binnen kantoortijden als tijdens avond, nacht en

weekend-uren. Zonder dat het ten koste gaat van de behandeling van andere

patiënten, krijgen patiënten met aandoeningen waarvoor nu de langste wachttijden

gelden (autisme, persoonlijkheidsstoornissen, trauma en licht verstandelijke

beperking in combinatie met GGZ-problematiek) prioriteit.

• Bovenop op het maximumadvies van het Capaciteitsorgaan, breidt Schippers de

opleidingscapaciteit van verpleegkundig specialist GGZ nog verder uit. De

verpleegkundig specialist GGZ heeft een steeds grotere rol in de behandeling vanwege

de taakherschikking van psychiater naar verpleegkundig specialist GGZ. Eerder had

Schippers al besloten om meer psychiaters op te laten leiden dan het

Capaciteitsorgaan haar had geadviseerd.

• De inzet van e-health wordt stevig uitgebreid en e-health wordt beter toegankelijk

gemaakt. Hierdoor kan worden voorkomen dat mensen medische hulp vragen, kunnen

patiënten (gedeeltelijk) met e-health worden behandeld en kunnen patiënten die op

een wachtlijst staan al tijdens deze periode worden begeleid. De ICT-infrastructuur van

de GGZ-sector wordt versterkt, zodat patiënten zelf hun gegevens kunnen inzien.

• Behandeltrajecten bij ‘lichtere’ patiënten worden waar mogelijk verkort. De

vrijgespeelde capaciteit wordt ingezet voor het wegwerken van wachtlijsten bij

‘zwaardere’ doelgroepen.

• De samenwerking tussen zorgaanbieders en de verschillende financiers (gemeenten

en zorgverzekeraars) wordt fors verbeterd. Specifieke aandacht is er voor de

continuïteit in behandeling voor de groep 18-/18+.

• De opbouw van ambulante zorg wordt versneld, zodat de patiënt zorg meer in eigen

omgeving kan ontvangen en kan participeren in de maatschappij.

• De kwaliteit, beschikbaarheid en samenwerking binnen de acute ggz wordt verbeterd.

De inkoop van beveiligde GGZ-zorg voor patiënten die agressief of gevaarlijk gedrag

vertonen wordt onmiddellijk verhoogd.

• Verzekeraars gaan de bekendheid van wachtlijstbemiddeling in de samenleving

vergroten. Zorgaanbieders zullen patiënten informeren over de mogelijkheid van

zorgbemiddeling en begeleiden patiënten die op hun wachtlijst staan, opdat als hun

situatie verslechtert zij tijdig kunnen ingrijpen.

De Nederlandse Zorgautoriteit gaat alle acties nauwgezet monitoren, waarbij zij ook haar eigen aanpak wachttijden betrekt. De NZa zal twee keer per jaar - de eerste keer eind 2017, de tweede keer voor de zomer van 2018 - bij de minister een voortgangsrapportage aanleveren.

Aanpak van wachttijden is niet mogelijk zonder gemeenten. Partijen zullen daarom op landelijk, bovenregionaal en lokaal niveau sluitende afspraken maken. Voor de GGZ-sector is alles bij elkaar in 2018 bijna € 4 miljard beschikbaar.

Page 26: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 26

Geregeld in de Zorg juli 2017

Opvolger Wet bopz komt eraan (Bron: VGN - nieuwsbericht 7 juli 2017)

De huidige Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet bopz) wordt vervangen door de Wet verplichte ggz (Wvggz). Die wet bepaalt onder welke voorwaarden iemand tegen zijn wil ggz kan worden opgelegd. De Wvggz levert een paar belangrijke nieuwe gemeentelijke taken op.

Volgens de Wvggz moet altijd beoordeling door een rechter plaatsvinden, maar de burgemeester heeft in het geval van een crisis de bevoegdheid om in te grijpen en een crisismaatregel op te leggen. De Wvggz ligt op dit moment in de Eerste Kamer ter goedkeuring. De behandeling wordt na de zomer verwacht, de nieuwe wet kan dan met ingang van 1 januari 2019 in werking treden.

Nieuwe taken

De Wvggz biedt iedereen de mogelijkheid om bij de gemeente zijn zorgen te melden over iemand van wie hij vermoedt dat die ggz nodig heeft. De gemeente zal de melding moeten onderzoeken en een traject naar verplichte zorg in gang moeten zetten. Verder moet er meer overlegd worden tussen de gemeente en diverse partners (zorgaanbieders, OM, gerechtelijke macht etc.).

Ketenbureau

Een goede informatie-uitwisseling is noodzakelijk bij de nieuwe taken. Daaraan werken alle partners samen in een ketenbureau dat is ingericht door het Rijk.

Arbeidsaangelegenheden

ActiZ ondertekent de Arbeidsmarktagenda 2023: ‘Aan het werk voor ouderen!’ (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 12 juli 2017)

Samen met CNV Welzijn & Zorg, FNV Zorg & Welzijn, BTN, Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, de MBO Raad en het ministerie van VWS heeft ActiZ op 12 juli 2017 de Arbeidsmarktagenda 2023 ondertekend. De afgelopen maanden hebben partijen gezamenlijk gewerkt aan het opstellen van deze integrale arbeidsmarktagenda om het arbeidsmarktvraagstuk in de ouderenzorg aan te pakken. Om te zorgen voor goede gezondheid en welzijn van ouderen.

De komende jaren zijn, naast het behoud van medewerkers in de zorg voor ouderen, 100.000 tot 125.000 extra medewerkers nodig. Met eigentijdse kennis én kunde, dus goed opgeleid. Door hoge werkdruk, kleine contracten, een krappe arbeidsmarkt en veel openstaande vacatures is het een grote uitdaging om aan de zorgvraag van nu en in de toekomst te voldoen.

Financiën

In de Arbeidsmarktagenda 2023 staat dat het ministerie van VWS een bedrag van ten minste € 72 miljoen beschikbaar stelt voor de gezamenlijke aanpak. Daarnaast staat in de Voorjaarsnota dat er voor de periode 2017-2021 een bedrag van in totaal € 145 miljoen beschikbaar is voor het opleiden en omscholen van extra mensen specifiek voor de verpleeghuiszorg. Deze bedragen wordt onder andere ingezet voor opleiding-/bij-/nascholing van (nieuw aan te trekken) personeel.

Page 27: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 27

Geregeld in de Zorg juli 2017

Inzet van ActiZ en aangesloten zorgorganisaties in de komende tijd

In samenhang met bestaande en te ontwikkelen regionale activiteiten van zorgorganisaties en hun stakeholders zet ActiZ zich in voor faciliteiten die de arbeidsmarktaanpak van de leden ondersteunen. Zoals landelijke belangenbehartiging en samenwerking op het gebied van opleidingen en financiering en imago. Ook zetten we in op kennisdeling van aansprekende voorbeelden en projecten die bovenregionale betekenis hebben. Ook eigentijdse arbeidsvoorwaarden dragen bij aan effectief arbeidsmarktbeleid en ook daarvoor blijft ActiZ zich aan de cao-tafel inspannen.

Bij veel onderwerpen van de arbeidsmarktagenda zoekt ActiZ intensieve afstemming en samenwerking met Regioplus, waarin de 14 regionale werkgeversorganisaties zijn verenigd. Ook hiervan is de bedoeling om elkaar te versterken.

Arbeidsmarktagenda 2023: ‘Aan het werk voor ouderen!

Persbericht gezamenlijke partners: ActiZ, CNV Welzijn & Zorg, FNV Zorg & Welzijn, BTN, Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, de MBO Raad en het ministerie van VWS

Kamerbrief over Arbeidsmarktagenda 2023

Diversen/Overige nieuwsfeiten

Verplicht aanstellen functionaris gegevensbescherming uitgesteld (Bron: VGN - nieuwsbericht 13 juli 2017)

Op 30 mei jl. heeft de Eerste Kamer besloten inbreng te leveren voor een nader schriftelijk overleg bij het Besluit elektronische gegevensverwerking door zorgaanbieders (het Besluit). Het Besluit zal nu naar verwachting op 1 januari 2018 in werking treden.

Functionaris voor de gegevensbescherming

Zorgaanbieders zijn tot de inwerkingtreding van het Besluit dus niet verplicht om een functionaris voor de gegevensbescherming aan te stellen. Overigens is het aanstellen van een functionaris voor de gegevensbescherming ook een verplichting die volgt uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming vanaf 25 mei 2018.

Wet cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens

Op 1 juli jl. is de Wet Cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens wél in werking getreden. Een aantal bepalingen uit dit wetsvoorstel treden pas na drie jaar in werking.

Page 28: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 28

Geregeld in de Zorg juli 2017

Juridische zaken

In het hoofdstuk Juridische Zaken informeert Ten Holter/Noordam advocaten u over de belangrijkste juridische ontwikkelingen voor de zorgsector.

Inwerkingtreding Evaluatiewet WNT: wat is er veranderd?

Op 1 juli 2017 is de Evaluatiewet WNT in werking getreden. Het doel van deze wet is de WNT op enkele onderdelen vereenvoudigen en verbeteren en het verminderen van de administratieve lasten voor WNT-instellingen. Ook scherpt de Evaluatiewet WNT de normering op twee onderdelen aan om wetsontwijking tegen te gaan.

Voor de bepalingen van de Evaluatiewet WNT geldt dat zij op verschillende momenten in werking treden, deels ook met terugwerkende kracht. Een deel van de wijzigingen is per 1 januari 2017 respectievelijk 1 juli 2017 in werking getreden. De overige wijzigingen worden per 1 januari 2018 van kracht. Alleen de in het zorgakkoord gemaakte afspraak dat de WNT niet van toepassing is op medisch specialisten is met terugwerkende kracht per 1 januari 2013 in wet in werking getreden. Dit artikel geeft in chronologische volgorde een overzicht van de wijzigingen op grond van de Evaluatiewet WNT. Conclusie is dat de WNT steeds meer wordt dichtgetimmerd en in feite geen ruimte meer biedt voor wetsontduiking.

Wijziging per 1 januari 2013: Eén bepaling op grond van de Evaluatiewet WNT is met terugwerkende kracht per 1 januari 2013 in werking getreden. Deze wijziging is belangrijk voor topfunctionarissen die tevens medisch specialist zijn.

Wijzigingen per 1 januari 2017: Vier bepalingen van de Evaluatiewet WNT zijn met terug-werkende kracht per 1 januari 2017, in werking getreden.

1. Vervallen algeheel verbod varia-bele beloning

Het verbod op het verstrekken van winstdelingen, bonussen of andere vormen van variabele beloningen aan topfunctionarissen is vervallen. Een variabele beloning is vanaf 1 januari 2017 toegestaan voor zover het maximum op grond van de WNT niet wordt overschreden.

2. Ontslaguitkeringen op grond van cao`s en andere collectieve regelingen

Niet alleen uitkeringen die rechtstreeks, dwingend en eenduidig voortvloeien uit een algemeen verbindend verklaarde cao of een wettelijk voorschrift zijn uitgezonderd van de normering van de ontslaguitkering, maar ook uitkeringen die voortvloeien uit niet algemeen verbindend verklaarde cao’s of andere collectieve regelingen.

1. Medisch specialisten en de toepasselijkheid van de WNT

De WNT is niet van toepassing op medisch specialisten. Als een medisch specialist tevens topfunctionaris is, is de WNT alleen van toepassing op de werkzaamheden als topfunctionaris.

Page 29: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 29

Geregeld in de Zorg juli 2017

Het moet daarbij gaan om regelingen met een collectief karakter waarop de individuele topfunctionaris geen invloed heeft.

3. Bezoldiging betaald gedurende een van-werk-naar-werk-traject

De regel dat bezoldiging betaald tijdens een van-werk-naar-werk-traject niet als uitkering wegens beëindiging van het dienstverband, maar als bezoldiging wordt aangemerkt, als dat traject rechtstreeks, dwingend en eenduidig voortvloeit uit een algemeen verbindend verklaarde cao of wettelijk voorschrift, is niet langer in de Beleidsregels WNT, maar bij wet geregeld.

4. Door het ministerie van buiten-landse zaken gesubsidieerde instellingen

Aan het criterium dat de WNT van toepassing is als de subsidie van het ministerie van Buitenlandse Zaken tezamen met andere subsidies van de rijksoverheid meer aan 50% van de jaarlijkse inkomsten bedraagt, is een ondergrens van € 500.000 subsidie per kalenderjaar toegevoegd.

Wijzigingen per 1 juli 2017: Eén bepaling van de Evaluatiewet WNT is per 1 juli 2017 in werking getreden. Deze wijziging heeft als doel dat onverschuldigde betalingen zo snel mogelijk worden terugbetaald.

1. Wettelijke rente In het geval van een onverschuldigde betaling aan een topfunctionaris is wettelijke rente verschuldigd indien deze niet is terugbetaald vóór 1 juli van het kalenderjaar volgend op het moment waarop de onverschuldigde betaling plaatsvond. De wettelijke rente is in dat geval verschuldigd vanaf 1 januari van het volgende jaar.

Wijzigingen per 1 januari 2018: Het merendeel van de wijzigingen op grond van de Evaluatiewet WNT treedt per 1 januari 2018 in werking.

1. Publicatieplicht bij ministeriële regeling

De openbaarmakingsverplichtingen zijn voortaan niet langer bij wet, maar in de Uitvoeringsregeling WNT geregeld en zijn op enkele onderdelen vereen-voudigd.

2. Dubbele verantwoording op grond van de WNT en het Burgerlijk Wetboek

Instellingen die onder de reikwijdte van de WNT vallen én tevens bezoldigingsgegevens van bestuurders en toezichthouders openbaar moeten maken op grond van artikelen 383, eerste lid en 383c van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW), kunnen er met ingang van de jaarrekening over kalenderjaar 2017 voor kiezen om de BW verantwoording van bezoldigingsgegevens achter-wege te laten.

Page 30: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 30

Geregeld in de Zorg juli 2017

3. De digitale melding van WNT-gegevens

De algemene digitale meldplicht vervalt. WNT-instellingen die zijn opgenomen in het WNT-register van het ministerie van BZK hoeven in 2017 niet meer digitaal te melden. Alleen WNT-instellingen die vallen onder de verantwoordelijkheid van een vakminister met een eigen digitale meldtool moeten de WNT-gegevens nog digitaal melden. Dit geldt in ieder geval voor zorg-, onderwijs-, cultuur- en media-instellingen en woningcorporaties.

4. Publicatieplicht WNT-gegevens op internet

Met ingang van 1 januari 2018 zijn WNT-instellingen verplicht de WNT-verantwoording openbaar toegankelijk op internet te publiceren voor een periode van tenminste zeven jaar, als onderdeel van de jaarrekening of desgewenst als apart document. De gegevens moeten vrij toegankelijk en eenvoudig te vinden zijn.

5. Aanscherping van de personele reikwijdte van de WNT

Een topfunctionaris die tenminste twaalf maanden een topfunctie heeft vervuld en vervolgens een niet-topfunctie gaat vervullen bij dezelfde instelling blijft nog vier jaar aangemerkt als topfunctionaris. Het begrip ‘gewezen topfunctionaris’ vervalt. WNT-instellingen vermelden gewezen topfunctionarissen voor het laatst in de WNT-verantwoording over kalenderjaar 2017.

6. Anticumulatiebepaling We WNT maximeert de totale bezoldiging uit functies als leidinggevende topfunctionaris bij verschillende WNT-instellingen tot het algemeen bezoldigingsmaximum (in 2017: € 181.000), tenzij voor de betreffende topfunctionaris een uitzondering geldt op grond van artikel 2.4 of 2.5 of een hoger sectoraal bezoldigingsmaximum op grond van paragraaf 3 van de WNT.

7. De toepasselijkheid van de WNT op gesubsidieerde instellingen

Voor toepasselijkheid van de WNT op gesubsidieerde instellingen wordt niet langer uitgegaan van de verleende subsidie, maar de feitelijk in het boekjaar ontvangen subsidie.

mr. Dymphy Schuurman

078-6331129

[email protected]

Page 31: Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg...2017/07/07  · In 2016 zijn de investeringsuitgaven met 10% nog verder gedaald. De afbouw van intramurale capaciteit bleef echter beperkt tot 3,8%

Pagina 31

Geregeld in de Zorg juli 2017

VERSTEGEN ACCOUNTANTS EN ADVISEURS

Contactgegevens Postadres

T. (078) 648 15 55 Verstegen accountants en adviseurs F. (078) 648 15 59 Postbus 574 [email protected] 3300 AN Dordrecht

Hoofdvestiging Vestiging Assen Vestiging Hoofddorp Bezoekadres Bezoekadres Bezoekadres

Noordendijk 207 Zwedenlaan 22 Siriusdreef 17-27 3311 RN Dordrecht 9403 DE Assen 2132 WT Hoofddorp