Nieuwsbrief Brussel nr 4

24
De recente rellen in Londen en enkele andere Britse steden herinneren ons eraan dat een preventie- en veiligheidsbeleid in onze Brusselse gemeenten meer dan ooit noodzakelijk is. Het lange wachten op een federale regering brengt de voortzetting van een dergelijk beleid echter in het gedrang. Enkele weken geleden, bij de brand in een industriële bakkerij in Sint- Jans-Molenbeek, werden de politie- en brandweerwagens ter plaatse op een stenenoorlog onthaald. Ook al mogen we het incident niet opblazen, toch toont het de spanningen die in bepaalde wijken schering en inslag zijn. Daden van vandalisme, het lastigvallen van mensen en in het bijzonder de orde- en veiligheidsdiensten zijn onaanvaardbaar en moeten resoluut bestraft worden. Een repressief beleid zal echter nooit volstaan om sociale onrust te voorkomen. Een degelijk preventiebeleid is noodzakelijk. En in Brussel bestaat dat. Het is gekoppeld aan een reeks maatregelen, zoals wijkcontracten, scholen met positieve discriminatie, initiatieven voor socioprofessionele herinschakeling, … Zijn die maatregelen wel altijd even doeltreffend? Ze zouden grondig geëvalueerd moeten worden en zo nodig bijgestuurd. De werkloosheid bij de jongeren is zeer hoog … te hoog in Brussel. De jeugd uit onze wijken moet opnieuw een toekomst krijgen. Federale regering, Gemeenschappen, Gewest en gemeenten moeten daar nauw voor samenwerken. Preventie- en veiligheidsbeleid Ver. Uitg. MarcThoulen - Nr 7317 EDITO Nr 2011/ 04 - augustus / september 2011 Marc Cools Voorzitter van de VSGB INHOUD Charles Picqué : interview .....................................2 Wegenwerken: wie draagt de kosten ? ............................ 7 Wetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Europese Week van de Lokale Democratie 2011 : het programma . . . . .16 Het diversiteitsplan van Jette . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18 OCMW : impact van de institutionele en sociale hervormingen . . . . . . .21 Voor u gelezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23 De Vereniging steunt :

description

Tijdschrift van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Transcript of Nieuwsbrief Brussel nr 4

Page 1: Nieuwsbrief Brussel nr 4

De recente rellen in Londen en enkele andere Britsesteden herinneren ons eraan dat een preventie- enveiligheidsbeleid in onze Brusselse gemeenten meerdan ooit noodzakelijk is.

Het lange wachten op een federale regering brengt devoortzetting van een dergelijk beleid echter in het gedrang.

Enkele weken geleden, bij de brand in een industriële bakkerij in Sint-Jans-Molenbeek, werden de politie- en brandweerwagens ter plaatse op eenstenenoorlog onthaald. Ook al mogen we het incident niet opblazen, tochtoont het de spanningen die in bepaalde wijken schering en inslag zijn.Daden van vandalisme, het lastigvallen van mensen en in het bijzonder deorde- en veiligheidsdiensten zijn onaanvaardbaar en moeten resoluutbestraft worden.

Een repressief beleid zal echter nooit volstaan om sociale onrust tevoorkomen. Een degelijk preventiebeleid is noodzakelijk. En in Brusselbestaat dat. Het is gekoppeld aan een reeks maatregelen, zoalswijkcontracten, scholen met positieve discriminatie, initiatieven voorsocioprofessionele herinschakeling, … Zijn die maatregelen wel altijd evendoeltreffend? Ze zouden grondig geëvalueerd moeten worden en zo nodigbijgestuurd.

De werkloosheid bij de jongeren is zeer hoog … te hoog in Brussel. De jeugduit onze wijken moet opnieuw een toekomst krijgen.

Federale regering, Gemeenschappen, Gewest en gemeenten moeten daarnauw voor samenwerken.

Preventie- en veiligheidsbeleid

Ver.

Uitg.

Mar

cTho

ulen

-Nr7

317

ED

ITO

Nr 2011/04 - augustus / september 2011

Marc CoolsVoorzitter van de VSGB

INHOUD

Charles Picqué : interview . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2Wegenwerken: wie draagt de kosten ? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7Wetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12Europese Week van de Lokale Democratie 2011 : het programma . . . . .16Het diversiteitsplan van Jette . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18OCMW : impact van de institutionele en sociale hervormingen . . . . . . .21Voor u gelezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23

De Vereniging steunt :

Page 2: Nieuwsbrief Brussel nr 4

2 N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4

1. Nieuwsbrief : De resultaten van de vergelijkendestudie van Vlaamse, Waalse en Brusselse gemeentenvanuit institutioneel en financieel oogpunt zijngepubliceerd. Welke politieke conclusies haalt ueruit ?

Context :Deze studie bevestigt dat de Brusselse gemeenten samen eenlagere uitgavenquote per inwoner hebben, maar ook minderinkomsten die verhoudingsgewijs duidelijk meer gerichtzijn op hun eigen fiscaliteit.

Magali Verdonck, “Etude comparative de communes fla-mandes, wallonnes et bruxelloises d’un point de vueinstitutionnel et financier” - CERB Saint-Louis – 3/2009

Zie ook “Zijn de Brusselse gemeenten spilziek ? Eenvergelijkende analyse van de gemeentebegrotingen van degrootste stedelijke clusters van België”, nr 49, 9 mei 2011,Brussels Studies, beschikbaar op www.brusselsstudies.be

Charles Picqué : “Deze studie moest absoluut uitgevoerdworden, enerzijds in ons eigen belang om de prestatiegraadvan de gemeenten te meten rekening houdend met hunfinanciële middelen, en anderzijds om af te rekenen methet dure beheerproces waarvan de Brusselse gemeentensoms beschuldigd worden.

Dankzij de studie konden we de vergelijkingen objectiefbeschouwen en zo de beschuldigingen van slecht beheer vanweerwoord dienen. De conclusies van de studie verrassenme trouwens niet echt, aangezien het Brussels Gewest -meer dan de twee andere gewesten - een duidelijk zichtheeft op de financiële evolutie van de gemeenten, vooral diemet een saneringsplan, maar ook via onze verschillendeconvenanten - waaronder de 30 miljoen euro financiëlesteun ter sanering van de gemeentelijke thesaurie - diegekoppeld zijn aan het administratief en financieeltoezicht.

Ten slotte stellen we vast dat alleen dedotaties aan de OCMW’s en aan depolitiezones de Brusselse gemeentenonderscheiden van de andere stedenwegens de grotere armoede in dehoofdstad en de hoge veiligheids-kosten. Die vaststellingen zijn ken-merkend voor steden en zijn ook terugte vinden in de grote Vlaamse en Waalse steden, maarvallen het meest op in Brussel.

We mogen niet voorbijgaan aan het volgende element, datslechts zelden aangehaald wordt: de taken van de Brusselsegemeenten hebben in de eerste plaats betrekking op eengroeiende bevolkingsgroep die soms sociale begeleidingnodig heeft en meer administratief werk vraagt omwillevan hun specifieke sociologische profiel. Maar een anderelement waar te weinig over gesproken wordt, is het groterewerkvolume en de hogere uitgaven die niet toe te schrijvenzijn aan de inwoners maar wel aan de gebruikers van destad. Tot deze gebruikers behoren de pendelaars, die eengroot aandeel hebben in het gebruik en de kosten vanbuurtdiensten, zoals scholen en crèches. Bij het specifiekesociologische gewicht van Brussel moet dus nog dat van detalrijke stadsgebruikers gevoegd worden.

Met een zekere tevredenheid zien we dus dat de Brusselsegemeenten het goede voorbeeld geven, maar anderzijdsmogen we niet uit het oog verliezen dat de studievoorbeelden van onderinvestering aan het licht brengt, wat tot uiting komt in het buitengewone budget(infrastructuur, openbare werken, …). Bovendienondervinden vele gemeenten moeilijkheden op het gebiedvan personeel en werving, die de dienstverlening aan debevolking uiteindelijk in het gedrang kunnen brengen.

Kortom, de gemeenten zijn redelijk in hun uitgaven maardoor haar eigenheid heeft de hoofdstad misschien meerinvesteringen in personeel en infrastructuur nodig, watniet mogelijk is door de beperkte financiële bewegings-ruimte, ook al is die anders voor elke gemeente.”

2. Nieuwsbrief : Wat de hogere dotaties per inwoneraan de OCMW’s betreft, krijgen de Brusselsebegunstigden minder dan in de andere gewesten.Hetzelfde fenomeen zien we voor onderwijs.Hebben we hier niet te maken met een probleem vanbillijkheid en zelfs met een democratisch probleemten aanzien van basisbehoeften (gezondheid enwelzijn, onderwijs, …) ?

NIEUWS VAN HET GEWEST

INTERVIEW MET MINISTER-PRESIDENTCHARLES PICQUÉ

Begin juli had Nieuwsbrief een lang interview met Charles Picqué, minister-president van het BrusselsHoofdstedelijk Gewest. In dit nummer publiceren we het eerste deel, dat vooral over financiëleaangelegenheden ging.

“Bij het specifiekesociologischegewicht van Brusselmoet ook nog datvan de talrijkestadsgebruikersgevoegd worden.”

>

>

Page 3: Nieuwsbrief Brussel nr 4

N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4 33

Charles Picqué : “Ten eerste zou ik zeggen dat de situatievan de uitkeringsgerechtigden en de dotatie aan deOCMW's verschilt van gemeente tot gemeente en dat hetdiensten- en steunaanbod afhankelijk is van dedoor de entiteit bepaalde beleidsopties.

De aandacht moet wel gevestigd worden op hetfeit dat kwetsbare bevolkingsgroepen, meer danin de middelgrote steden, heel veeladministratie en sociale begeleiding vragen.Daardoor gaat tegenwoordig een groot deel vande middelen van de OCMW’s naar debehandeling van dossiers, niet alleen omwille van het groteaantal dossiers maar ook de ingewikkelde sociale situatieswaarmee we te maken krijgen.

De hogere kosten per gebruiker worden deels beïnvloeddoor de grote personeelsuitgaven als gevolg van decomplexiteit van de dossiers. In de Brusselse OCMW’s zienwe dat de sociaal assistenten vaak overstelpt zijn door werken zwaar onder druk staan doordat zij geconfronteerdworden met nieuwkomers, laaggeschoolden of analfabeten,die in grote steden chronische armoede creëren en veelenergie vragen inzake begeleiding en administratieveverwerking van de dossiers.

Uiteindelijk worden de uitkeringsgerechtigden die eenleefloon en vele andere vormen van bijstand krijgen inBrussel naar mijn mening niet slechter behandeld dan deuitkeringsgerechtigden in een ander Gewest.”

3. Nieuwsbrief : Stemmen de bedragen voor deherfinanciering van Brussel, waarvan begin julisprake was, overeen met de behoeften van hetBrussels Gewest ? Waarvoor zullen deze extramiddelen in de eerste plaats aangewend worden ?

Charles Picqué : “Zodra de politieke en institutioneleoorlogsverklaringen en controverses, die vaak het gevolgzijn van welbepaalde omstandigheden, weggewerkt zijn,

kan niemand tegenspreken dat ons verzoek totherfinanciering van Brussel gegrond is. Het deedpijn om te horen dat we zogezegd te veel geld hebbenen dat we een blanco cheque vragen.

Ten eerste is bewezen - en we hebben het er hierreeds over gehad naar aanleiding van uw eerstevraag - dat Brussel niet ‘te veel’ geld heeft: dat blijktimmers duidelijk uit de vergelijkende studies over de

uitgaven van grote Belgische en buitenlandse steden.

Ten tweede hebben we nooit een blanco cheque gevraagdvoor de herfinanciering van Brussel. We hebben altijduitgelegd dat het geld dat we vragen, in de eerste plaatsgeïnvesteerd zal worden in mobiliteitsinfrastructuur en inhet openbare vervoer, die beide de begroting zwaarbelasten. Als we geld voor Brussel vragen, willen we in deeerste plaats de nationale rol van Brussel dienen en deverkeersdruk verminderen door het openbaar vervoerefficiënter te maken. In dat kader hebben wij demetroverbinding Noord-Zuid als prioriteit gesteld.

Door het effect van de communicerende vaten zouden weop dat moment bijkomende ruimte kunnen vrijmakenvoor andere beleidsdomeinen.

Er moet namelijk ook vermeden worden dat de situatie inde hoofdstad met haar achtergrond van armoede en socialeuitsluiting niet verder achteruitgaat. Dat zou immersnefast zijn voor de nationale en internationale roeping vanBrussel.

Andere beleidsterreinen die versterkt moeten worden, zijntewerkstelling en opleiding. De grootste uitdaging voorBrussel is uiteraard opleiding. We bevinden ons immers ineen Gewest met veel werkgelegenheid, maar ook met veelwerkloosheid. Dit gezegd zijnde, is het nog interessanter alswe kijken naar het profiel van de werklozen en wevaststellen dat zij ondanks hun scholing vaak geen baanvinden in de huidige stedelijke economie.

Het spreekt ook voor zich dat zodra we over meer financiëlemiddelen beschikken, we misschien tegelijk een gewestelijken gemeentelijk investeringsbeleid kunnen stimuleren. Indat opzicht denk ik dat de gemeenten een zeer belangrijkerol vervullen in de uitdaging van de demografische groei,die bijkomende capaciteiten zal vergen op het vlak vankinderopvang, scholen, huisvesting en andere collectievevoorzieningen. Ik zie dus een verband tussen deherfinanciering van Brussel en de manier waarop degemeenten de gevolgen van de demografische groei zoudenkunnen aanpakken.

NIEUWS VAN HET GEWEST

Context : de herfinanciering van Brussel.Vlak voor ons interview maakte formateur Elio Di Rupozijn basisnota 'Een efficiëntere federale staat en meerautonomie voor de deelstaten' bekend, waarin sprake is vaneen bijkomende financiering van 461 miljoen euro voorBrussel tegen 2015, aan de hand van:- correctiemechanismen met betrekking tot de pendelaars

(= horizontaal mechanisme tussen de Gewesten) en deaanwezigheid van ambtenaren van de internationaleinstellingen

- de uitbreiding van de dodehand- een dotatie ivm mobiliteit- een aanvullend krediet voor veiligheid en preventie- bijkomende middelen om rekening te houden met de

behoeften van de Franse Gemeenschapscommissie envan de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor bevoegd-heden zoals kinderopvang, opleiding en onderwijs

- de tenlasteneming door de federale overheid van definanciering van een deel van de taalpremies.

“Niemand kantegensprekendat onsverzoek totherfinancieringvan Brusselgegrond is.”

>

Page 4: Nieuwsbrief Brussel nr 4

4 N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4

Hierbij moeten we er rekening mee houden dat we degemeenten waarschijnlijk zullen moeten steunen enaanmoedigen bij de modernisering van hun personeels-management. Sinds ik gemeentemandataris ben, heb ik deeisen die aan het gemeentepersoneel gesteld worden,aanzienlijk zien toenemen. Zo eisen de wetten op deoverheidsopdrachten nu zeer gespecialiseerd personeel,waarvoor de gemeenten met elkaar wedijveren. Die eisenhouden verband met de complexe regelgeving en de intredevan nieuwe technologieën, maar ook met de aard zelf vande dienstverlening aan de bevolking op basis van haarsociaal-economische profiel. Ik spreek dus niet per se overeen kwantitatieve toename van het personeel maar over eenherziening van bepaalde functies die als prioritairbeschouwd worden.

Ik denk dat het Gewest al grote inspanningen geleverdheeft. Dat neemt niet weg dat we naar nieuwemogelijkheden voor de herziening van het overheidsambtzelf kunnen zoeken. Dat is belangrijk om degelijkpersoneel, dat beantwoordt aan de vereisten van modernmanagement, aan te trekken en te behouden. Dat is insommige gemeenten nog een probleem, niet zozeer wegenseen gebrek aan motivatie van de medewerkers maar omdatzij geen gepaste opleiding krijgen. Dat was de doelstellingvan het plaatselijk-bestuursplan maar het probleem wordtniet opgelost door enkel op het kwalitatieve te focussen. Definanciële gevolgen van een modernisering van hetgemeentelijke beheersapparaat zullen op termijn nietomzeild kunnen worden.

4. Nieuwsbrief : Uit de studie van het Gewest over degemeentefinanciën blijkt dat het verschil tussen degemeenten groter wordt.

Charles Picqué : “Er zijn volgens mij drie groepen vangemeenten.

Ten eerste zijn er de gemeenten die zich in een structureelonstabiele situatie bevinden omdat hun inkomsten deuitgaven niet kunnen dekken, ondanks de steun van hetGewest. In deze groep vinden we gemeenten die al langetijd te maken hebben met positieve discriminatie enbijstand.

De tweede categorie omvat de gemeenten waarvan wedachten dat ze zich in een financieel stabiele situatiebevonden, maar die nu in de ‘grijze zone’ zitten. Dat is het

geval voor enkele gemeenten in het noordwesten vanBrussel. Zij vertonen tekenen van een sterke financiëlekwetsbaarheid, die overigens overeenstemt met hunsociologische evolutie.

In de derde categorie vinden we ten slotte de gemeenten diezich volgens mij niet in een erg onstabiele situatiebevinden. In deze groep vinden we nog twee of driegemeenten die echt gespaard blijven van afwijkingendankzij een goede inkomstenstructuur in verhouding toteen niet al te zware uitgavenstructuur, naast gemeenten diemisschien minder bevoordeeld zijn dan je zou denken. Erzijn dus schijnbaar rijke en schijnbaar arme gemeenten.De schijnbaar arme gemeenten geven veel uit door hogesociale lasten, maar hebben een goede inkomstenstructuur.

Kortom, de eerste groep van gemeenten zal altijd kwetsbaarblijven door hun uitgavenstructuur, de tweede verschoofvan een vrij geruststellende naar een vrij verontrustendesituatie, en de derde lijkt geen moeilijkheden teondervinden maar verhult enkele gemeenten waarvan dewelvaart niet is wat je zou denken.

Maar hoewel de geconsolideerde staat van de Brusselsegemeenten minder verontrustend is dan die van hunVlaamse en Waalse collega’s, beperkt de vastgestelde trendtoch de mogelijkheden tot extra inkomsten. Verontrustendblijft vooral de evolutie van de personenbelasting, terwijlde uitgaven nog zullen stijgen, vooral door de sociale lasten,wat trouwens het lot is van alle grote steden die veel armenmoeten opvangen.

Wat een wijziging van de financieringswet ook magteweegbrengen, ik weet dat het fiscale aspect van depersonenbelasting een doorslaggevende parameter zal zijn.Ik ben immers niet zeker dat de aanwezigheid van de velebedrijven op ons grondgebied ons zal redden maar wehebben ze zeker nodig, zowel om bij te dragen tot detoegevoegde waarde van het land als om tewerkstelling tecreëren. Als de personenbelasting achteruitgaat, verliezenwe niet alleen inkomsten maar worden we ook hetslachtoffer van andere dotatiemechanismen die op diebelasting gebaseerd zijn.

Wel integendeel, dit vergt een beleid dat op lokaal niveausynoniem staat voor aantrekkelijkheid in sommige wijken,wat de gemeenten juist kunnen bieden doordat ze nauwsamenwerken met de burger. Het is hun taak om devoorwaarden voor sociale cohesie en residentiëleaantrekkingskracht te creëren.

Er moet dus een beleid gevoerd worden dat niet alleengericht is op kansengroepen, maar ook op anderebevolkingsgroepen die kapitaalkrachtiger zijn en erggevoelig zijn voor die aantrekkingskracht.

NIEUWS VAN HET GEWEST

>

“DegrootsteuitdagingvoorBrussel isuiteraardopleiding.”

Context :Op 5 mei heeft Charles Picqué deze studie aan de persvoorgesteld.

De studie wordt samen met de elektronische versie van ditartikel gepubliceerd op www.vsgb.be.

Page 5: Nieuwsbrief Brussel nr 4

5N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4

Vandaar ook het belang om te kunnen rekenen op degemeenten en hun dynamiek om een belangrijk doel vanonze strategie veilig te stellen en tegelijk een zeer solidairbeleid te blijven voeren ten aanzien van kansarmen.”

5. Nieuwsbrief : Kan het Gewest zijn inspanningen tengunste van de gemeentelijke thesaurie voortzetten ofmisschien zelfs versterken de komende jaren ?

Context :Dankzij de gewestelijke inbreng van 30 miljoen euro perjaar kunnen de gemeenten een financieel evenwichtvrijwaren.

Zonder deze steun zouden 18 van de 19 gemeenten in hetrood gaan.

Charles Picqué : “Het Gewest heeft een tekort van ietsmeer dan 300 miljoen euro per jaar. Aangezien er op kortetermijn geen herfinanciering komt, kunnen wij niet andersdan snoeien in onze uitgaven.

Maar tegelijkertijd moeten de gemeenten beschermdworden, want zij zorgen voor wat ik net vermeldde : dedagelijkse leefbaarheid en nabijheid. Als die aangetastworden, zou uiteindelijk de geloofwaardigheid van het heleGewest achteruitgaan.

Het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling, datmomenteel opgesteld wordt, zal de nadruk leggen op enkeleprioriteiten, ook voor de gemeenten.

We hebben niet veel bewegingsruimte meer, zonder aanessentiële beleidsterreinen te raken. Verwacht van mij dusniet dat ik zal zeggen dat er op die of die post bespaardmoet worden. Er zal een grote inspanning geleverd moetenworden, zonder dat dit de aantrekkelijkheid voor deinwoners en de investeerders schendt. Dat is geengemakkelijke opgave.”

6. Nieuwsbrief : Wat als de investeringen van degemeenten afgeremd moeten worden ? Zullen er danpubliek-private samenwerkingsvormen (PPS) aan-gegaan worden ? Zullen die gesubsidieerd worden ?

Charles Picqué : “De publiek-private samenwerking kanbijdragen tot het investeringsbeleid van de gemeenten.Gemeentelijke PPS'en kunnen onrechtstreeks gesubsidieerdworden via het gewestelijk beleid voor steun aan degemeentelijke investeringen (wijkcontract, crèche, …).

In België heerst nog niet die echte samenwerkingscultuurdie we bijvoorbeeld in Frankrijk terugvinden. Om eenechte win-win situatie te creëren moet een publiek-privatesamenwerking gebaseerd zijn op een technische competentie

op basis waarvan er met de privésector onder-handeld kan worden.

Vandaar mijn idee om in ons bestuur een soort vanadvies- en bijstandsstructuur te creëren voor degemeentelijke mandatarissen die PPS’en moetenuitwerken. Met deze begeleiding zouden we definanciële constructie kunnen evalueren om degrenzen van de openbare betrokkenheid en watmen van de actie verwacht, af te bakenen om tevermijden dat de actie alleen de belangen van deprivésector dient. De bedoeling is om een evenwicht tevinden. In elk geval moet de overheid de coherentie van eenproject, van het algemeen belang waarborgen ; daarnamoeten partners gezocht worden.

In deze omstandigheden zal de publiek-privatesamenwerking zich misschien in sommige gevallen kunnenontplooien, wetende dat vele projecten niet opoverheidsfinanciën alleen kunnen overleven.”

7. Nieuwsbrief : De toepassing van de boekhoud-kundige normen ESR95, gekoppeld aan deongewijzigde evenwichtsvereisten in hun moda-liteiten, kan begrotingsinspanningen meebrengenvoor de lokale overheden. Hoe kan er een nieuwbegrotingsevenwicht geformuleerd worden datrekening houdt met de eigenheid van de hoofdstad ?

Context :ESR95 zijn boekhoudnormen die de Europese Unie(Eurostat) oplegt aan de lidstaten in het kader van deberekening van de begrotingstekorten die aangepast moetenworden naar aanleiding van het Stabiliteitspact.

Het probleem is dat de normen niet aangepast zijn aan detraditionele gemeentelijke boekhoudmethodes en nietlanger de mogelijkheid bieden om een investering opmeerdere jaren af te schrijven.

Erger nog, ze penaliseren gemeenten met weinig schuldenten opzichte van gemeenten met een zware schuldenlast.

Charles Picqué : “Deze nieuwe normen vlakken hetverschil tussen het gewone en het buitengewone saldo af.Het saldo ESR95 wordt verkregen door het verschil tussende totale opbrengsten na aftrek van de leningontvangstenen de totale uitgaven na aftrek van de terugbetaling vangeleend kapitaal.

De contradictie is duidelijk : gemeenten met een hoogbedrag aan terugbetaling van geleend kapitaal bereiken hetevenwicht gemakkelijker dan gemeenten met een lagereschuld.

NIEUWS VAN HET GEWEST

>

>

“We zullen degemeentenwaarschijnlijkmoetensteunen enaanmoedigenbij demoderniseringvan hunpersoneels-management.”

>

Page 6: Nieuwsbrief Brussel nr 4

6 N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4

Zo komen we tot de paradoxale situatie dat de Brusselsegemeenten, in vergelijking met de Waalse en Vlaamse,minder kapitaal zullen terugbetalen dan ze zullen moetenlenen, als gevolg van een lager schuldenniveau dan deandere grote steden.

Het Gewest zal dan ook extra aandacht moeten schenkenaan de modaliteiten voor de bepaling van een eventuelebegrotingsinspanning van de lokale overheden in het kadervan het Stabiliteitspact.”

8. Nieuwsbrief : De evolutie van de GemeentelijkeHolding 1 blijft verontrustend voor de gemeentelijkethesaurieën. Overweegt het Gewest een tegemoet-koming voor de gemeenten ? Is het garantie-percentage voor de 450 miljoen euro (eerst 3,8 %maar uiteindelijk 2,94 %) niet te hoog ?

Context :De gemeenten zijn aandeelhouders van de Holding, die 14 %van Dexia bezit.

Dexia zit al enige tijd in moeilijkheden en de Holding deeltmee in de klappen.

Gezien de evolutie van het Dexia-dossier en de laatstemaatregelen die binnen de Groep getroffen werden, mogenwe verwachten dat de Groep zijn aandeelhouders geendividenden zal uitbetalen voor 2013 of 2014.Onrechtstreeks betekent dit voor de gemeenten eenafschaffing van dividend tot 2014 of 2015.

Charles Picqué : “Op gewestelijk niveau heb ik begin julinog de ordonnantie laten goedkeuren die ons machtigt om

de Holding een waarborg te verlenen. De financiëlemoeilijkheden van de Holding zijn het gevolg van definanciële crisis van 2008 en diens bijdrage van 500miljoen euro in de kapitaalsverhoging van Dexia. Deoverheid en de referentieaandeelhouders van Dexia(waaronder de Holding) zijn toen tussenbeidegekomen op verzoek van de federale overheid, nietalleen omdat dit gevolgen riskeerde te hebben voor debanksector maar ook om puur verlies te vermijden,wat de ondergang van Dexia en het faillissement vande Holding zou betekenen.

Vanaf 2008 heeft de overheid de leningen van deHolding gewaarborgd om de financiële stabiliteit teverzekeren.

Mettertijd kwamen er verzoeken om dewaarborg te verlengen. Die werd in juliopnieuw gegeven, maar het blijftnatuurlijk noodzakelijk om een goedbegrip te hebben van de toekomstigestrategie van de Holding. Na hetzomerreces zal een consultant ons eenverslag over deze perspectieven bezorgen. 2

Bovendien wilde het Gewest eencommissaris met individueel vetorecht inde raad van bestuur van de Holding.

Ten slotte hebben we een vergoeding van2,94 % gevraagd op de garanties die eind juni verleendwerden. Het rendement zal dus 933.000 euro per jaarbedragen voor het Brusselse aandeel, een bedrag dat wijaan de gemeenten zullen doorgeven om de impact van hetverlies aan dividend in 2011 te beperken.

Tegelijkertijd heeft het toezicht hun verlies aan dividendvan de Holding geneutraliseerd in de analyse van deconvenanten die ondertekend werden voor de sanerings-plannen. Aangezien men kan beschouwen dat het om eengeval van overmacht gaat, zullen de gemeenten die deconvenanten nageleefd hebben, uiteraard na aftrek van dedividenden, hun deel van de 30 miljoen euro krijgen voorde verbetering van hun thesaurieën.

Voor de rest zullen de geconsolideerde tekorten van denegentien gemeenten ongetwijfeld lichtjes toenemen, maarhier hebben we nog een beetje marge.

Sommige gemeenten wilden uiteraard dat wij hundividendenverlies zouden compenseren. Dat debat kanalleen gevoerd worden in het licht van de uitwerking vande gewestelijke begroting 2012, maar ook van de eventueleherfinanciering van ons Gewest. Maar gezien de huidigesituatie blijf ik liever uiterst voorzichtig.”

1 Het interview, en dus de formulering van deze vraag, vond plaats voordat de Holding in augustus aankondigde dat de regeringen van de drie Gewestenverzocht zouden worden om de 120 miljoen aan thesauriebewijzen, die toen bijna vervielen, te verlengen. Door de koersval van Dexia, waarvan de Holdingde tweede grootste aandeelhouder is, kan de Holding zijn leningen niet langer dekken [Belga, geciteerd in L’Echo en La Libre Belgique, 10 en 11 aug. 2011].

2 Nvdr : Bij het afsluiten van dit nummer eind augustus hadden we nog geen nieuws over dit verslag.

NIEUWS VAN HET GEWEST

>

(Wordt vervolgd)Interview door Philippe Delvaux, Robert Petit,

Hildegard Schmidt en Marc Thoulen

“Wat eenwijziging van definancieringswetook magteweegbrengen,ik weet dat hetfiscale aspect van de personen-belasting eendoorslag-gevendeparameter zalzijn.”

“Vandaar mijn idee om in ons bestuureen soort vanadvies- enbijstands-structuur tecreëren voor degemeentelijkemandatarissendie publiek-privatesamenwerkings-vormen moetenuitwerken.”

Page 7: Nieuwsbrief Brussel nr 4

7N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4

ONDER DE LOEP

1. Het fiscale aspectPunt 17 van artikel 255 van de Nieuwe Gemeentewetmet betrekking tot de begroting bepaalt het volgende :“De gemeenteraad is verplicht elk jaar op de begrotingvan uitgaven te brengen alle uitgaven die door de wettenaan de gemeente zijn opgelegd, en inzonderheid devolgende: (…)

de uitgaven voor de gemeentewegen en de buurtwegen, desloten, de waterleidingen en de bruggen, die krachtens dewet ten laste van de gemeente zijn.”

Werkzaamheden op de gemeentewegen zijn voorrekening van de lokale overheid. De gemeentefinanciert deze werkzaamheden voornamelijk metsubsidies en belastingen, zoals verhaalbelastingen. Degemeente is in principe vrij, weliswaar onder toezichtvan de toezichthoudende overheid en van de algemeneprincipes uit het fiscaal recht, om het bedrag van dezebelasting 1 te bepalen. De opbrengst is bestemd is omhet geheel van de kosten van de gemeente te dekken,zonder toegewezen te worden aan een specifiek typevan uitgaven 2.

Het gebeurt dus dat de burgers ook de kosten vanwerken - althans een deel ervan - dragen. Hiernabespreken we de nuances die op dit gebied aangebrachtmoeten worden, en de vragen die rijzen als gevolg vanhet bestaan van verhaalbelastingen naast de geweste-lijke subsidies.

1. De verhaalbelastingen

De verhaalbelasting 3 is een verplichte heffing diede overheid verricht op de geldmiddelen van eenpersoon als vergoeding voor een dienst (aanleg vande openbare wegen, grondwerk). In tegenstellingtot de retributie 4 heeft de belastingplichtige nietvrij ingestemd met deze dienst. Deze dienst werdniet verleend in het directe en exclusieve belang van

de belastingplichtige, maar vaak voor alle burgersdie geacht worden voordeel te halen uit de verrichteprestaties 5.

Uit het voorgaande blijkt dat de verhaalbelastingwel degelijk een belasting 6 en geen retributie is.Bovendien gaat het om een ‘directe’ belasting.

Wat zijn directe en indirecte gemeentebelastingenprecies?

Een belasting die niet als grondslag opzichzelfstaandeof kortstondige feiten, verricht door de belasting-plichtige heeft, maar een blijvende toestand, is eendirecte belasting. Het ontstaansfeit van de belasting isgekend in de tijd en kan nog vastgesteld worden na deinwerkingtreding van een belasting-reglement zonderhet beginsel van de niet-retroactiviteit van de belastingte schenden 7.

Indirecte belastingen zijn belastingen waarvan hetontstaansfeit niet gekend is in de tijd. De belasting-plichtige verricht een specifieke, opzichzelfstaandehandeling die onderworpen is aan de belasting.Bijgevolg kunnen alleen handelingen die verrichtworden na de inwerkingtreding van het reglement,belast worden 8.

In een arrest van 22 oktober 1934 bevestigde hetHof van Cassatie dat dit voortvloeit uit het feit dat(belastingen) niet geïnd worden op basis van eentoevallig feit maar op basis van een voortdurende enpermanente toestand die resulteert uit de belendingvan de gronden en de openbare weg waarop bepaaldewerkzaamheden uitgevoerd werden 9. In hetzelfdearrest benadrukt het Hof dat de mogelijkheid waar-over de belastingplichtige beschikt om zich van debelasting te kwijten door het bedrag te betalen datovereenstemt met de waarde van de verschuldigdeannuïteiten, niets afdoet aan het ‘directe’ karaktervan de belasting.

1 RvS, 9 maart 2009, nr. 191.206.2 RvS, 18 april 2008, nr. 182.145.3 Ook omslagbelasting, recuperatiebelasting of remuneratoire belasting genoemd.4 De retributie bestaat in de onmiddellijke en proportionele tegenprestatie voor een dienst die speciaal verleend werd aan een welbepaalde

belastingplichtige die er vrijwillig gebruik van maakt. Zie ook: RvS, 7 november 2001, nr. 100.555, G.H., 22 november 2006, nr. 172/2006; Cass., 10mei 2002, F.J.F., 2002/243, E.WILLEMART, “Gemeentetaksen en -retributies: de grondwettelijke grenzen”, Nieuwsbrief, nr. 4, 2003, p. 4.

5 M. DE JONCKHEERE, “Lokale en regionale belastingen”, Die Keure, 1998, p. 15.6 Zie hierover noot van E. VAN BRUSTEM onder Rb. Bergen, 27 mars 2003, R.G.C.F., 2004/38, p. 101: De verhaalbelasting is wel degelijk een belasting

wegens haar dwingende karakter, hoewel zij zich ervan onderscheidt wegens haar zeer bijzondere bestemming: de kosten voor de opening van nieuwestraten of de uitrusting van de gemeentelijke wegen geheel of gedeeltelijk vergoed krijgen via een verdeelsysteem voor rekening van de eigenaars van deonroerende goederen langs de openbare weg waar de werkzaamheden uitgevoerd worden.

7 Cass., 26 september 2002, Inforum nr. 208286. 8 Cass., 10 november 1994, T.Gem., 1995, p. 101, Inforum nr. 84323.9 Cass., 22 oktober 1934, Pas., 1935, I, p. 21. Dezelfde redenering wordt toegepast in een arrest van het Hof van Cassatie van 19 februari 1959

(Pas., 1959, p. 623) betreffende de belastingen op de bestrating en de aanleg van rioleringen die wegens hun aard, nl. de voortdurende toestand die debelending van de gronden waarvan de belastingplichtige eigenaar is, en de openbare weg vormt, directe belastingen zijn. Zie ook: Cass., 19 februari 1959, Pas., 1959, p. 623.

In dit artikel bespreken we de financieringsmiddelen voor werkzaamheden op de openbareweg, in de eerste plaats vanuit fiscaal en vervolgens vanuit stedenbouwkundig oogpunt. We wijzen onder meer op de bijzondere kenmerken van de verhaal- en urbanisatie-belastingen als instrumenten waarover de lokale overheid beschikt, zonder de subsidiërings-mogelijkheden te vergeten waarop ook gemeenten aanspraak kunnen maken. De kosten voorde aanleg en herstelling van voetpaden kunnen ook overgeheveld worden naar deomwonende eigenaars door middel van stedenbouwkundige verordeningen en lasten.

WEGENWERKEN : WIE BETAALT ?

Page 8: Nieuwsbrief Brussel nr 4

88 N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4

ONDER DE LOEP

LexiconBelastingplichtigen : de eigenaars, op 1 januari vanhet belastingjaar, van de woningen aan de openbareweg waarop de werkzaamheden uitgevoerd worden (deweg aanleggen, verbreden, herstellen, doortrekken ofvoorzien van infrastructuur, ...).

Vrijstellingen : personen die genieten van eenvrijstelling op grond van een wet, een verordening ofde administratieve rechtspraak, de eigenaars vangronden waarop niet gebouwd mag worden. Wat debelastingen voor de aansluiting op het rioleringsnetbetreft, zijn de eigenaars van gebouwen die technischniet op het net aangesloten kunnen worden, vrijgesteld 10.

Formule voor de berekening van de belasting : dekosten van de werkzaamheden moeten verdeeld wordenover de omwonende eigenaars in verhouding tot delengte van hun voorgevel. In een arrest van 26 april1983 benadrukt de Raad van State het belang van eenduidelijke en redelijke verhouding tussen de belasting ende werkzaamheden, vooral tussen de uitgaven die dezewerken meebrengen, en het voordeel dat ze bieden 11.

VoorbeeldenVerhaalbelasting op de verwerving van de wegbeddingvan de openbare wegen, belasting op de aanleg vantrottoirs, op de wegenuitrusting (grondwerken,wegbedekking, trottoirboorden), op de aansluiting enhet onderhoud van het rioleringsnet, ... 12.

2. De urbanisatiebelastingen

Ook de urbanisatiebelasting is een directe belasting.Deze forfaitaire en jaarlijkse belasting houdt geenverband met de werkeli jke kosten van de werkzaamheden die de gemeente uitgevoerd heeft opde openbare weg.

In een omzendbrief van 25 juli 1979 van deminister van Binnenlandse Zaken wordt de belasting gedefinieerd als een bijdrage van deeigenaars tot de uitgaven die in de toekomst door degemeente verricht zullen worden in het kader

van wegwerkzaamheden. Dezewerkzaamheden bieden eenmeerwaarde voor de omwonendeeigenaars. Het is gerechtvaardigddat de eigenaars die reeds voordeelhalen uit uitrustingen, bijdragentot de urbanisatie van de

gemeente, net als de eigenaars die uit de toekomstigewerkzaamheden voordeel zullen halen en eveneensonderworpen zullen worden aan de belasting. Dejaarlijkse inning aan een gematigd tarief, maarzonder beperking in de tijd, zal door debelastingplichtigen minder hard ervaren worden dande verhaalbelastingen en biedt de gemeenten demogelijkheid om de werkzaam-heden en definanciering ervan beter te plannen.13

Zo kan de urbanisatiebelasting betrekking hebbenop toekomstige of nog niet helemaal vastgelegdewerkzaamheden, zodat de gemeenten ze beterkunnen financieren 14.

LexiconBelastingplichtigen : elke eigenaar, op 1 januari van hetbelastingjaar, van een gebouwd of ongebouwdonroerend goed dat gelegen is aan de openbare weg dieop 1 januari van het belastingjaar voorzien is van één ofmeerdere uitrustingen die door deze belasting gedektkunnen worden 15. De belasting is verschuldigd doordatde uitrusting bestaat, ongeacht het ogenblik waarop deuitrusting verwezenlijkt wordt.

Vrijstellingen : Vrijgesteld zijn de eigenaars vangronden waarop het verboden of onmogelijk is om tebouwen, de goederen van het openbaar of privédomeindie bestemd zijn voor een openbare dienst 16, deeigenaars die in de aankoopprijs van hun goed degemaakte uitrustingskosten betaald hebben 17, en deeigenaars die een verhaalbelasting betaald hebben op deaanleg van de openbare weg, rioleringen of voetpaden 18.

Een verlaagd tarief kan toegepast worden voor het deeldat een bepaalde lengte overschrijdt, bijvoorbeeld 10meter wanneer het om een eengezinswoning gaat.Volgens de plaatselijke geplogenheden (bv. het bestaanvan grote landbouwkundige of industriële gebouwen)kan er een absoluut maximum per belastbare eigendomvastgelegd worden 19.

Formule voor de berekening van de belasting : inprincipe wordt de belasting berekend per strekkendemeter lengte van de eigendom aan de openbare weg,waarbij elke fractie van een meter voor één eenheid telt.

VoorbeeldenBelastingen op de wegenuitrusting, op de wegverhar-ding, op de opening en verlenging van straten, op deaansluiting op het rioleringsnet, het grondwerk en debestrating, op de aanleg van voetpaden of riolen.20

10 Voor meer informatie over de vrijstellingen, zie Losbl., “La fiscalité d’urbanisme – le régime des plus-values d’urbanisme”, ed. 1996, nr. 414, p. 470.11 RvS, 26 april 1983, Arr.RvS, 1983, p. 900.12 Voor meer informatie zie Losbl., op.cit., p. 469.13 Omz., 25 juli 1979, Inforum nr. 256469.14 J.-M. LEBOUTTE, “La taxe communale d’urbanisation”, De Gem., 1980, p. 5.15 Losbl., op.cit., p. 466.16 Cass., 14 juni 1960, Pas., 1960, I, p. 1184.17 De vrijstelling is beperkt tot 20 jaar vanaf de eerste ingebruikname.18 We kunnen de vrijstellingen motiveren door het feit dat het op het gebied van verhaalbelastingen altijd mogelijk is om de resterende annuïteiten vooruit te

betalen. De belastingplichtigen die de belasting betaald hebben voor de inwerkingtreding van het nieuwe urbanisatiebelastingreglement, zullen vrijgesteldworden voor een periode van 10 jaar die begint op 1 januari van het jaar dat volgt op de vervaldag van de laatste betaling (in jaarlijkse schijven) van deverhaalbelasting. Deze vrijstelling zou enkel toegepast kunnen worden voor een belasting van dezelfde aard.

19 Omz., op.cit., Inforum nr. 256469.20 De omzendbrief van 25 juli 1979 stelt er de voetgangerszones mee gelijk.

Page 9: Nieuwsbrief Brussel nr 4

9N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4

ONDER DE LOEP

3. Kunnen de verhaalbelasting en de urbanisatie-belasting naast elkaar bestaan ?

Hierover bepaalt de omzendbrief van 25 juli 1979het volgende :“De urbanisatiebelasting vervangt niet noodzakelijk-erwijs de verhaalbelasting. De gemeenten mogendesgewenst het oude systeem verder toepassen. Deurbanisatiebelasting is niet van toepassing op deverwerving van de wegbedding van de openbarewegen, waarvan de kosten, zoals vroeger, vergoedkunnen worden door de ad hoc verhaalbelasting.Sommige gemeenten die momenteel een jaarlijkseforfaitaire belasting innen op de gebouwen dieaangesloten (kunnen) zijn op het rioleringsnet, mogendit verder doen maar dit systeem mag nietgecombineerd worden met de urbanisatiebelasting. Deurbanisatiebelasting mag uiteraard niet gevoegdworden bij de verhaalbelasting.”

Kortom, de forfaitaire jaarlijkse urbanisatie-belasting mag dus niet gecombineerd worden metde verhaalbelasting (die de werkelijke kosten van dewerkzaamheden vertegenwoordigt). De gemeente isvrij om te kiezen tussen :- de verhaalbelasting met beperking in de tijd

maar waarvan het bedrag groter kan zijn dan datvan de urbanisatiebelasting

of- de urbanisatiebelasting zonder beperking in de

tijd maar waarvan het bedrag lager zal zijn.

In deze situatie geldt één uitzondering : deurbanisatiebelasting kan naast de belasting op deoriginele verwerving van de wegbedding van deopenbare wegen bestaan 21. In alle andere gevallendient het verhaalbelastingreglement eerst opgehevente worden als de gemeente besluit om eenurbanisatiebelasting in te voeren. Bovendien zal deopheffing gepaard gaan met de terugbetaling prorata van de resterende annuïteiten aan wie deverhaalbelasting in kapitaal betaald heeft .22

4. De combinatie van gewestelijke subsidies en debelasting – een kwestie van gelijkheid ?

Hoewel de gemeente in principe de kosten van dewerkzaamheden op openbare wegen draagt, moetdeze bewering, zoals Philippe Bouillard doetopmerken, genuanceerd worden enerzijds door definanciële bijdrage die van de omwonende eigenaarsgeëist wordt via de wegbelastingen die we netbespraken, maar ook door staatstoelagen 23 of dooreen rechtspersoon die staatstoelagen en niet-terugvorderbare subsidies (gesubsidieerde werkzaam-heden) krijgt 24.

Een gemeente kan subsidies krijgen en tegelijkertijdeen verhaalbelasting heffen. De belasting zougemotiveerd kunnen worden door de meerwaardewaarvan het goed van de omwonende eigenaar naaraanleiding van de werkzaamheden geniet. Het zoudus denkbaar zijn dat de lokale overheid een heffingverricht op de geldmiddelen van de personen (deomwonende eigenaars) die op haar grondgebiedleven of die er belangen hebben (de meerwaarde dieaan hun goed geleverd wordt). Dit alles heeftbetrekking op diensten van algemeen nut.

Blijft de vraag wat de burger nu echt moet betalen.Stemt de zo betaalde belasting overeen met hettotaalbedrag van de werkzaamheden na aftrek vande gewestelijke subsidie of met de kosten van dewerkzaamheden zonder rekening te houden met desubsidie ?

Er zijn verschillende visies :

• Volgens sommigen zou de bijdrage van de burgerovereenkomen met het saldo na aftrek van desubsidie. De gewestelijke subsidies zijn in principebedoeld om de gemeenten de middelen te geven omwerkzaamheden van algemeen nut uit te voeren 25.Met andere woorden, hoewel het de gemeente vrijstaat om het percentage van de bijdrage van deomwonende in de uitvoering van dewerkzaamheden en de aflossingsperiode te bepalen,zou deze bijdrage niet meer mogen bedragen dan denettokosten van de werkzaamheden 26.

• Volgens anderen kunnen de subsidies gecombineerdworden met de belasting. Een andere oplossing zoukunnen leiden tot een ongelijke situatie tussen degemeenten die subsidies krijgen, en anderegemeenten die er geen krijgen 27.

• In een interpellatie in de Brusselse Raad lezen wedat de gemeente niet verplicht is om van deeigenaars de totale kosten van de werkzaamheden teeisen. Ze zijn vrij om slechts een beperkt percentagete vragen. Dit percentage moet echter toegepastworden op de eigenaars van woningen aan allegemeentelijke wegen. Met andere woorden, hoewelde subsidies in principe niet afgetrokken kunnenworden van de kosten, staat het de gemeente vrijom een zeker percentage van de kosten van dewerken op zich te nemen en slechts het saldo aan deomwonenden te vragen 28.

De gemeentelijke overheid mag dus vrij beslissenover de eventuele combinatie van de verhaal-belasting en de subsidie.

21 Omz., op.cit.22 J.-M. LEBOUTTE, op.cit., p. 4.23 In dit geval van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.24 P. BOUILLARD, “Aperçu du régime juridique des trottoirs”, A.T.D.F., 1983, nr. 13, p. 16.25 H.GEENS, Ch. GOYENS, A. PIJCKE, M. POPULER (onder leiding van M.-L. ROGGEMANS), “De voetpaden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest”,

Uitgeverij Koning Boudewijnstichting, 1998, p. 9.26 M. BOVERIE, “La voirie communale”, De Gem., 1994, nr. 6-7, p. 333, Inforum nr. 74847.27 Omz., 13 september 196; M. LEVIS, “Les impôts communaux en général” in Les impôts communaux, 2008, p. 31.28 Brusselse Hoofdstedelijke Raad, 25 januari 1991, V.A.V., 1990-1991, nr. 3547, p.180.

Page 10: Nieuwsbrief Brussel nr 4

10 N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4

5. Een moeilijk evenwicht tussen gemeentelijke auto-nomie en gelijkheid op het vlak van belastingen

Het Hof van Cassatie heeft een uitspraak moetendoen over de wettelijkheid van een belasting-reglement dat de kosten van de aanleg vanrecreatiezones volledig aanrekende aan deomwonenden 29. Het Hof van Cassatie besloot datde gemeente dit niet had mogen doen aangeziendeze zones ook benut worden door en tot voordeelzijn van alle inwoners van de gemeente. Volgens hethet hoogste rechtscollege mocht de reden van debelasting niet de meerwaarde zijn die aan denaburige woningen geleverd werd, maar dealgemene plicht van de gemeente om een goedepolitie en beveiliging van de openbare wegen tegaranderen 30. Het Hof van Cassatie was vanmening dat het niet onwettig was om de verhaal-belasting te laten dragen door één categorie vanpersonen.

Het hoogste rechtscollege benadrukte echter dat ervoorwaarden verbonden zijn aan deze maatregel :

- Elk onderscheid moet objectief en redelijkgerechtvaardigd kunnen worden.

- De rechtvaardiging moet beoordeeld wordenrekening houdend met het doel en de gevolgenvan de belasting.

- Er moet een aannemelijke evenredigheid bestaantussen de gebruikte middelen en het beoogdedoel 31.

Ten slotte heeft de Rechtbank van eerste aanleg vanBergen in haar vonnis van 23 maart 2003 beslotendat een gemeente het gelijkheidsprincipe ver-loochent als zij alle omwonenden op identieke wijzebelast voor wegenwerken die bedoeld zijn om deinplanting van een supermarkt te faciliteren 32. Eengemeente had immers besloten om een toegang aante leggen voor voertuigen die voornamelijk zoudenleveren aan een supermarkt. De gemeenteraadbesliste dat de omwonende eigenaars 100 % van dekosten van de werkzaamheden zouden dragenaangezien het ging om uitgaven van algemeen nutdie een meerwaarde gaven aan de handelswaardevan de gebouwen in de aan te leggen straat. Deomwonenden reageerden hierop dat de straat alleenaangelegd zou worden om de bevoorrading van dewinkel gemakkelijker te laten verlopen. Kortom, derechtbank oordeelde dat het voordeel voor deomwonenden (die bijna de helft van de kostendroegen die voor rekening van de supermarktwaren) zeer beperkt was terwijl de supermarkt er eenzeer groot en bijna permanent voordeel uit haalde watde organisatie van de winkel betrof. De rechtbank

wees erop dat de belastingplichtigen die een heelander voordeel uit de werkzaamheden haalden, nietop dezelfde manier belast konden worden. Debelastingheffing werd geannuleerd omdat hetvoordeel dat de heffing voor de eisende partij inhield,overschat en in die mate fictief was. De belasting-heffing was niet gebaseerd op bewezen feiten.

Deze uitspraken vestigen de aandacht op deautonomie van de gemeente in de keuze van debelastingbetalers en van het tarief dat henaangerekend wordt. Maar deze vrijheid heeftgrenzen. Het gelijkheidsprincipe op het gebied vanbelastingen impliceert dat iedereen in eenzelfdesituatie op dezelfde manier behandeld moet worden 33.Bovendien moet het onderscheid tussen de be-lastingplichtigen gebaseerd zijn op objectieve enredelijke criteria. De rechtvaardiging wordt beoor-deeld rekening houdend met het doel en degevolgen van de belasting en in een evenredigeverhouding tot de aangewende middelen en hetbeoogde doel.

2. StedenbouwrechtDe gemeenten kunnen particulieren eveneens deaanleg, de heraanleg of de herstelling van voetpadenaanrekenen via de bijzondere politie inzake steden-bouw. Hieronder geven we een overzicht van destedenbouwkundige verordeningen en lasten.

Deze grondlasten vormen “erfdienstbaarheden vanopenbaar nut” in de zin van artikel 649 en 650 van hetBurgerlijk Wetboek. Die worden immers opgelegd vooreen eigendom ten behoeve van het openbaar domein,

ONDER DE LOEP

29 Cass., 3 oktober 1996, F. 95.0086.F/1, Inforum nr. 114022.30 Luik, 7 juni 1995, 2e Kamer, Inforum nr. 113842. Dezelfde redenering werd eerder toegepast door het Hof van Cassatie (Cass., 2 februari 1977, Pas., 1977, I, p. 601).31 Voor een grondige analyse van deze rechtspraak, zie E. VAN BRUSTEM, op.cit., p. 103.32 Rb. Bergen, 27 maart 2003, R.G.C.F., 2004, nr. 3, 2004/38, p. 99.33 Artikel 172 van de Grondwet bepaalt het volgende: “Inzake belastingen kunnen geen voorrechten worden ingevoerd. Geen vrijstelling of vermindering van belasting kan

worden ingevoerd dan door een wet.”34 RvS, 15 juni 2009, nr. 194.193, U.P.S.I. et crts.

De geldende verhaalbelastingreglementen in BrusselNiet alle Brusselse gemeenten hebben een reglement ter-zake goedgekeurd. Tot de meest voorkomende bestaandebelastingen behoren de belastingen op de verwerving van debedding van de openbare wegen, de aanleg van voetpaden, debestrating en de aansluiting op het rioleringsnet.

De belasting is hetzij jaarlijks zonder beperking in de tijd, hetzijbeperkt tot een periode van 20 jaar, hetzij nog eenmalig enverschuldigd op het einde van de werkzaamheden.

De belasting is voor rekening van de eigenaar of elke anderehouder van een zakelijk recht op het gebouw. Vaak is er eenhoofdelijkheid tussen de belastingplichtigen ingevoerd.

Goederen van het openbaar domein, eigenaars van percelenwaarop er niet gebouwd kan worden, en eigenaars die minderdan 10 jaar geleden hun voetpad hersteld hebben, zijndoorgaans vrijgesteld.

De meeste belastingreglementen voorzien in de mogelijkheidom het totaalbedrag van de verschuldigde kapitaalgedeeltenvooruit te betalen.

Page 11: Nieuwsbrief Brussel nr 4

1111N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4

ONDER DE LOEP

in uitvoering van een wet of reglement. De steden-bouwkundige lasten in geld worden beschouwd alsretributies in de zin van artikel 170 van de Grondwet 34.

De stedenbouwkundige verordeningen

Verschillende gemeenten beschikken over eenreglement op voetpaden of een reglement op gebouwendat bepaalt dat de omwonende eigenaars verplicht zijnom de aanleg, heraanleg, wijziging of herstelling uit tevoeren, zelfs als zij niet de eigenaars van de beddingvan het voetpad zijn 35. In de praktijk gaat hetbijvoorbeeld om de aanleg van de voetpaden langsnieuwe gebouwen, het regelmatige herstel vanbeschadiging of de door de omwonenden gewenstewijzigingen (bv. de aanleg van berijdbare opritten).Anders laat de gemeente de werkzaamhedenambtshalve uitvoeren op kosten van de omwonenden.

Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen deplicht om werkzaamheden uit te voeren, en deonderhoudsplichten (sneeuwopruiming, reiniging, …)van de omwonenden op grond van een algemeenpolitiereglement 36.

De specifieke bepalingen voor de aanleg van voetpadenzijn meestal opgenomen in een reglement met eenbreder voorwerp, zoals voorschriften met betrekkingtot de openbare wegen of bouwwerken in het algemeen 37.

Deze vrij oude stedenbouwkundige verordeningen 38

dateren van de tijd toen een voetpad nog beschouwdwerd als een verlengstuk van de aangrenzendeeigendommen en dus aangelegd werd ten behoeve vande omwonende eigenaars 39.

Ze werden goedgekeurd krachtens de wet van 1februari 1844 op de wegenpolitie of de organieke wetvan 29 maart 1962 betreffende de ruimtelijke ordeningen de stedenbouw. Het gaat om opgeheven wetten enhet Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening(BWRO) geeft de gemeenten niet meer expliciet demachtiging om dergelijke algemene verplichtingen opte leggen 40. Toch hebben de reglementen op de voet-paden of op de bestaande gebouwen hun verplichtekarakter behouden.

Artikel 207 van de ordonnantie houdende deorganisatie van de planning en de stedenbouw van 29augustus 1992 (OOPS), dat artikel 329, §1, eerste lidvan het BWRO werd, handhaaft de verordeningen diegoedgekeurd werden in toepassing van de wet van 29maart 1961.

De situatie is minder duidelijk voor de verordeningendie goedgekeurd werden op basis van de wet van 1februari 1844 op de wegenpolitie. Hoewel de wet van29 maart 1962 een overgangsbepaling bevatte die lijktop die van de OOPS, werd deze simpelweg opgehevensamen met de rest van de wet. Uit de voorbereidendewerken volgt echter niet dat de Brusselse wetgever deverordeningen op de gebouwen en op de openbare wegenter uitvoering van de wet van 1 februari 1844 wildeopheffen, terwijl uit de vaste praktijk blijkt dat degemeenten deze verordeningen blijven toepassen, waarvanhet niet uitgesloten is dat zij een voldoende wettelijkebasis vinden in de wet van 29 maart 1962 en het BrusselsWetboek van Ruimtelijke Ordening die op dit gebied dewet van 1 februari 1844 vervangen hebben 41.

Volgens de vaste rechtspraak betekent de opheffing vaneen wet, die als juridische basis diende voor een nietformeel opgeheven besluit of reglement niet, dat ditbesluit of dit reglement niet meer geldig is, opvoorwaarde dat het besluit of het reglement voldoendegrond vindt in de wetgeving die erop volgde 42.

De stedenbouwkundige lasten

Artikel 100 en 112 van het BWRO geven het collegevan burgemeester en schepenen de machtiging om deuitgifte van stedenbouwkundige vergunningen enverkavelingsvergunningen te doen afhangen van lasten,die met name de gratis uitvoering, verbouwing ofrenovatie van de openbare wegen omvatten 43. Voorverkavelingsvergunningen kan de bevoegde overheidbovendien eisen dat de aanvrager van de vergunningzich ertoe verbindt om het eigendom van de openbarewegen gratis aan de gemeente over te dragen.

3. Het VoetgangersplanDit artikel bespreekt de middelen waarover degemeenten beschikken om de aanleg, heraanleg enherstelling van voetpaden aan te rekenen aan deomwonenden. Het artikel past in de ruimere contextvan een juridische studie over voetpaden die door deVereniging opgesteld werd op initiatief van de regeringvan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en diegepubliceerd zal worden in het kader van hetVoetgangersplan. Dit plan moet het voetgangersbeleidop lange termijn uitstippelen. Het doel ervan is hetopenbaar vervoer en verplaatsingen per fiets en te voette bevorderen.

35 Zie hierover: V. GENOT, De la voirie publique par terre. Grande et petite voirie. Permissions et concessions sur la voirie, 3e editie van het boek van G. MARCOTTY, Brussel, Bruylant, 1964, pp. 399-400, nr. 32.

36 Zie het model van algemeen politiereglement met commentaar, beschikbaar op onze website.37 Zoals artikel 95 van het BWRO echter bepaalt, worden deze laatste impliciet opgeheven wanneer ze niet conform blijken te zijn met bepalingen van een

hoger niveau, in dit geval de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV). Het principe van de hiërarchie der bepalingen wordt toegepast. Voor meer uitleg over dit principe, zie: RvS, 24 november 2003, nr. 125.643, Renard ; RvS, 10 september 1998, nr. 75.710, vzw Front commun desgroupements de défense de la nature.

38 De verordeningen op de gebouwen en op de voetpaden zijn gelijkgesteld met stedenbouwkundige verordeningen. Ze kunnen uitsluitend gewijzigd wordenmet inachtneming van de procedure, zoals voorgeschreven door het BWRO (artikel 97 en 329, § 3).

39 De voetpaden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, op.cit., p. 8.40 Zie artikel 88 en 91 van het BWRO.41 J. VAN YPERSELE, B. LOUVEAUX, Le droit de l’urbanisme en Belgique et dans ses trois régions, 2e ed., Brussel, Larcier, 2006, pp. 300-302, nr. 252.42 Cass., 15 oktober 1973, F-19731015-11; RvS, 26 mei 2009, nr. 193.512, vzw Radio Salam; RvS, 9 juli 2002, nr. 108.981, Santini et Santini-Radici.43 Zie hierover: Th. MERCKEN, Stedenbouwkundige lasten: praktijk en vooruitzichten, beschikbaar op www.vsgb.be.

Olivier Evrard & Boryana Ruslanova Nikolova

Page 12: Nieuwsbrief Brussel nr 4

12 N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4

inzonderheid door middel van een passendinformaticasysteem B.S.,11.08.2011 – 258858

Bericht - Arrest nr.128/2011 van 14.07.2011van het Grondwettelijk hof - De beroepen totvernietiging van hoofdstuk 2, of van verschillendebepalingen ervan, en van art. 53 van de wet10.01.2010 wijz. wetgeving inzake kansspelenB.S.,12.08.2011 – 258913

BURGERLIJKE STAND/BEVOLKING

Bericht betr. het specifieke geval van eenterugkeervisum afgeleverd tijdens de zomer-vakantieperiode van 2011 aan de vreemdelingendie naar België terugkeren om hun procedure voorgezinshereniging die ingesteld werd op grond vanart. 10, 10bis, 40bis of 40ter van de wet15.12.1980 betreffende de toegang tot hetgrondgebied, het verblijf, de vestiging en deverwijdering van vreemdelingen, voort te zetten B.S.,08.07.2011 – 101689

21.06.2011 KB houdende het beheer van decentrale registers van testamenten en huwelijks-overeenkomstenB.S.,01.08.2011 – 258532

bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 13.06.2011 t/m 14.08.2011

ADMINISTRATIEVE POLITIE

10.06.2011 Omz. betr. de bevoegdheden van deburgemeester in het kader van de verwijdering vaneen vreemdelingB.S.,16.06.2011 – 257257

24.05.2011 KB houdende beëindiging van deuitwerking van sommige koninklijke besluitengenomen in uitvoering van de wet 16.10.2009 diemachtigingen verleent aan de Koning in geval vaneen griepepidemie of -pandemie B.S.,07.07.2011 – 257821

01.06.2011 Wet tot instelling van een verbod ophet dragen van kleding die het gezicht volledigdan wel grotendeels verbergt B.S.,13.07.2011 – 257957

01.07.2011 Wet betr. de beveiliging en debescherming van de kritieke infrastructuren B.S.,15.07.2011 – 257998

21.06.2011 KB betr. de vorm van de aanvullendevergunning en de wijze waarop de aanvragen vooreen aanvullende vergunning moeten wordeningediend en onderzocht inzake kansspelenB.S.,15.07.2011 – 258013

21.06.2011 KB betr. de kwaliteitsvoorwaarden diedoor de aanvrager van een aanvullende vergunningdienen te worden vervuld inzake kansspelenB.S.,15.07.2011 – 258019

21.06.2011 KB wijz. KB 15.12.2004 betr. de wijzewaarop de toegang tot de kansspelinrichtingenklasse I en II wordt verboden of ontzegd B.S.,15.07.2011 – 258029

29.07.2011 Bericht inzake de bijlage C bij deMinisteriële Richtlijn MFO-2 van 02.08.2005betr. het solidariteitsmechanisme tussen depolitiezones inzake versterkingen voor opdrachtenvan bestuurlijke politie B.S.,29.07.2011 – 230769

27.07.2011 KB wijz. KB 03.12.2006 betr. dewerkingsregels en de nadere regels inzake deboekhouding en de controle van de kansspelenwaarvan de exploitatie is toegestaan in dekansspelinrichtingen klasse I B.S.,11.08.2011 – 258851

27.07.2011 KB wijz. KB 23.05.2003 betr. deregels van toezicht op en de controle van dekansspelen in de kansspelinrichtingen klasse I,

WETGEVING

Page 13: Nieuwsbrief Brussel nr 4

13N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4

26.05.2011 BBHR wijz. BBHR 06.05.2004 betr.de promotie van groene elektriciteit en vankwaliteitswarmtekrachtkoppelingB.S., 20.06.2011 – 257300

07.04.2011 BBHR Ô zie Subsidies

MANDATARISSEN/ORGANEN

24.05.2011 K.B. wijz. K.B. van 07.07.1997betreffende de publicatie van de arresten en debeschikkingen van niet-toelaatbaarheid van deRaad van StateB.S.,15.06.2011 – 257223

24.05.2011 K.B. wijz. diverse besluiten betr. deprocedure voor de afdeling bestuursrechtspraakvan de Raad van State betreffende de ver-trouwelijke stukkenB.S., 15.06.2011 – 257225

24.05.2011 KB wijz. art. 4 van het besluit van deRegent van 23.08.1948 tot regeling van derechtspleging voor de afdeling bestuurs-rechtspraak van de Raad van StateB.S., 15.06.2011 – 257227

PERSONEEL

11.06.2011 Wet wijz. arbeidswet 16.03.1971 inverband met de bescherming tegen ontslag in gevalvan omzetting van moederschapsverlof invaderschapsverlofB.S.,20.07.2011 – 258192

11.06.2011 Wet wijz. van de wetgeving wat debescherming van het vaderschapsverlof betreft B.S.,20.07.2011 – 258194

08.07.2011 KB tot uitvoering van art. 10, par. 1,lid 3, van de wet van 06.08.1993 betr. depensioenen van het benoemd personeel van deplaatselijke besturen voor de jaren 2008 en 2009 B.S.,25.07.2011 – 242627

19.07.2011 KB wijz. KB 16.05.2003 houdende deuitvoering van hoofdstuk XI van de programmawet08.04.2003 betr. de verzameling van gegevens overde woon-werkverplaatsingen van werknemersB.S.,28.07.2011 – 258449

20.07.2011 MB wijz. MB 29.10.2004 houdendevaststelling van de voorwaarden tot het bekomenvan inlichtingen vanwege de databank inzakewoon-werkverkeerB.S.,28.07.2011 – 258456

POLITIE

11.05.2011 Omz. CP4 betr. het genegotieerdbeheer van de publieke ruimte voor degeïntegreerde politie, gestructureerd op tweeniveausB.S.,14.06.2011 – 257170

14.07.2011 Wet wijz. de wet 07.07.2002houdende een regeling voor de bescherming vanbedreigde getuigen en andere bepalingen B.S.,01.08.2011 – 258530

ECONOMIE/TEWERKSTELLING

09.06.2011 Ord houdende instemming met hetavenant van 30.04.2010 aan het Samen-werkingsakkoord van 30.05.2005 gesloten tussende federale Staat, het Vlaams, het Waals en hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest en de DuitstaligeGemeenschap betreffende de meerwaarden-economieB.S.,21.06.2011 – 227433

14.07.2011 0rdonnantie betr. het gemengdbeheer van de arbeidsmarkt in het BrusselsHoofdstedelijk Gewest B.S.,10.08.2011 – 258791

FINANCIËN/BELASTINGEN

Bericht - Arrest nr. 05/2011 van 05.05.2011 vanhet Grondwettelijk hof - Prejudiciële vraag betr.art. 1385undecies Ger.W. (vóór de inwer-kingtreding van art. 53bis van hetzelfde Wetboek) B.S.,05.08.2011 – 258660

20.07.2011 Ordonnantie wijz. ordonnantie19.07.2001 betr. de organisatie van deelektriciteitsmarkt in het Brussels HoofdstedelijkGewest en van de ordonnantie van 12.12.1991houdende oprichting van begrotingsfondsen B.S.,10.08.2011 – 258797

20.07.2011 Ordonnantie wijz. ordonnantie01.04.2004 betr. de organisatie van de gasmarkt inhet Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffendewegenisretributies inzake gas en elektriciteit enhoudende wijz. ordonnantie 19.07.2001 betr. deorganisatie van de elektriciteitsmarkt in hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest B.S.,10.08.2011 – 258799

Omz. Opmaak van de gemeentelijke begrotingenvoor het dienstjaar 2012 B.S.,19.08.2011 – 178614

GEMEENTEBEHEER

14.06.2011 MB betr. de overdracht vanbevoegdheid inzake de gunning en de uitvoeringvan overheidsopdrachten voor aanneming vanwerken, leveringen en diensten, inzake uitvoeringvan de begroting en inzake begrotingsboekhoudingen algemene boekhouding B.S.,01.07.2011 – 257647

15.07.2011 KB plaatsing overheidsopdrachtenklassieke sectoren B.S.,09.08.2011 – 256447

Bericht - Arrest nr. 85/2011 van 18.05.2011 vanhet Grondwettelijk hof - De prejudiciële vragenover de art. 2 en 3 van de wet 29.07.1991 betr. deuitdrukkelijke motivering van de bestuurs-handelingenB.S.,09.08.2011 – 258749

Bericht - Arrest nr. 105/2011 van 16.06.2011van het Grondwettelijk hof - Het beroep totvernietiging van art. 7 van de wet 23.12.2009 totinvoeging van een nieuw boek betr. de motivering,de informatie en de rechtsmiddelen in de wet24.12.1993 betr. de overheidsopdrachten ensommige opdrachten voor aanneming van werken,leveringen en diensten B.S.,10.08.2011 – 258772

12.08.2011 Publicatie in uitvoering van art. 7,par. 3, en van art. 8 van de bijzondere en de gewonewet 26.06.2004 tot uitvoering en aanvulling van debijzondere en de gewone wet 02.05.1995 betr. deverplichting om een lijst van mandaten, ambten enberoepen, alsmede een vermogensaangifte in tedienen B.S.,12.08.2011 – 203294

16.08.2011 Bericht. Overheidsopdrachten.Rentevoet van de verwijlintresten. Art. 15, par. 4,van de algemene aannemingsvoorwaarden (Over-heidsopdrachten gepubliceerd na 01.05.1997)B.S.,16.08.2011 – 2408

[Franse Gemeenschap] 19.07.2011 Dec.houdende instemming met het AanvullendProtocol bij het Europees Handvest inzake lokaleautonomie betreffende het recht op participatie inde aangelegenheden van lokale autoriteiten,ondertekend te Utrecht op 16.11.2009B.S.,16.08.2011 – 258953

HANDEL

26.05.2011 KB wijz. KB 14.11.2003 betr.autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid inde voedselketenB.S.,21.06.2011 – 257318

HUISVESTING

20.07.2011 Ordonnantie wijz. ordonnantie17.07.2003 houdende de Brusselse Huis-vestingscode en teneinde het sociale huis-vestingsbeleid te omschrijven B.S.,10.08.2011 – 258784

LEEFMILIEU

09.06.2011 BBHR betr. de exploitatievoor-waarden voor de opslag van LPGB.S., 23.06.2011 – 257383

WETGEVING

Page 14: Nieuwsbrief Brussel nr 4

14 N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4

WETGEVING

mededelingen bedoeld bij de art. 49, 50 en 51 vande wet 03.07.1978 betr. de arbeidsovereenkomsten(art. 5, 6, 7 en 8) - Afroming van de reserves van dePWA's - Wijziging van de art. 102 en 103 van deprogrammawet van 23.12.2009 (art. 14-15)B.S.,19.07.2011 – 257153 , 257158

Bericht - Arrest nr.71/2011 van12.05.2011 vanhet Grondwettelijk hof - De beroepen totvernietiging van de art. 102, 103 en 104 van deprogrammawet van 23.12.2009 (Afroming van dereserves van de plaatselijke werkgelegenheids-agentschappen)B.S.,08.08.2011 – 258711

19.07.2011 KB wijz. KB 19.12.2001 totbevordering van de tewerkstelling van langdurigwerkzoekenden met het oog op het bevorderenvan de tewerkstelling van werkzoekenden met eenverminderde arbeidsgeschiktheid B.S.,10.08.2011 – 258806

19.07.2011 KB wijz. KB 19.12.2001 totbevordering van de tewerkstelling van langdurigwerkzoekenden, ter bestrijding van misbruiken B.S.,10.08.2011 – 258809

Sociale tarieven

07.07.2011 KB tot vaststelling van de bedragenvoor 2011 van de fondsen die bestemd zijn voor definanciering van de werkelijke kostprijs ingevolgede toepassing van maximumprijzen voor delevering van elektriciteit en aardgas aanbeschermde residentiële afnemers B.S.,11.08.2011 – 199691

Derde leeftijd

21.06.2011 KB tot verhoging van het bedragbedoeld in art. 6, par. 1, van de wet 22.03.2001 totinstelling van een inkomensgarantie voor ouderen B.S.,08.07.2011 – 195609

13.07.2011 KB houdende diverse wijzigingen metbetrekking tot de tegemoetkomingen aanpersonen met een handicapB.S.,29.07.2011 – 258524

STEDENBOUW/LEEFOMGEVING

07.04.2011 BBHR wijz. het besluit 13.11.2008tot bepaling van de handelingen en werken dievrijgesteld zijn van een stedenbouwkundigevergunning, van het advies van de gemachtigdeambtenaar, van de gemeente of van de KoninklijkeCommissie voor Monumenten en Landschappenof van de medewerking van een architectB.S., 20.06.2011, err. – 256066

Bericht - Arrest nr.100/2011 van 31.05.2011van het Grondwettelijk hof – De prejudiciëlevraag over art. 18 van de wet 21.12.1998 betr. deveiligheid bij voetbalwedstrijden, zoals gewijzigdbij de wet 25.04.2007 B.S.,08.08.2011 – 258708

POLITIEPERSONEEL

11.06.2011 KB wijz. KB 29.04.2009 houdendevaststelling van het vakantiegeld van het personeelvan de politiedienstenB.S.,17.06.2011 – 257269

Bericht - Arrest nr.79/2011 van 18.05.2011 vanhet Grondwettelijk hof – De prejudiciële vraagover art. 71 van de wet 26.04.2002 houdende deessentiële elementen van het statuut van depersoneelsleden van de politiediensten enhoudende diverse andere bepalingen met betr. totde politiediensten B.S.,09.08.2011 – 258747

RICHTLIJN DIENSTEN

09.06.2011 Ordonnantie tot gedeeltelijkeomzetting van de Richtlijn 2006/123/EG van hetEuropees Parlement en de Raad van 12.12.2006betr. de diensten, wat de bevoegdheden van deGemeenschappelijke GemeenschapscommissieaangaatB.S.,21.06.2011 – 257045

SOCIALE ZAKEN

01.07.2011 KB tot uitvoering van de art. 16, 13°,17, 20, 63, 70 en 88 Soc.Strafw. en tot bepalingvan de datum van inwerkingtreding van de wet02.06.2010 houdende bepalingen van het sociaalstrafrecht B.S.,06.07.2011 – 257786

11.07.2011 Wet wijz. de art. 216bis en 216terW.Strafv. en art. 7 van de wet 06.06.2010 totinvoering van het Sociaal StrafwetboekB.S.,01.08.2011 – 258528

18.07.2011 Officieel bericht - Het spilindexcijfer114,97 (basis 2004 = 100) wordt in de maand april2011 bereikt. Rekening houdend met de wet van02.08.1971, waarbij de sociale uitkeringen aan hetindexcijfer van de consumptieprijzen wordengekoppeld, en met andere wettelijke enreglementaire bepalingen worden met ingang van01.05.2011 de sociale uitkeringen op de volgendebedragen vastgesteld B.S.,18.07.2011 – 13335

Kinderbijslag

05.08.2011 Omz. van RKW - Jonge school-verlater ingeschreven als werkzoekende - KB

17.08.2007 wijz. KB 12.08.1985 tot uitvoeringvan art. 62, par. 5, KBW

258958

OCMW

14.07.2011 Omz. houdende het opmaken van debegroting voor het dienstjaar 2012 van deOpenbare Centra voor maatschappelijk welzijn vanhet Brussels Hoofdstedelijk Gewest B.S.,08.08.2011 – 258725

Vreemdelingen

29.06.2011 Omz. over de EU-burger. Analysevan het verband tussen het verblijfsrecht en hetopenen van het recht op maatschappelijke steunof het leefloon en van de eventuele gevolgen van detoevlucht tot OCMW-steun voor het verblifsrecht

257827

04.07.2011 Omz. van Fedasil - Informatieve notabetr. de opvang van families met minderjarigekinderen op basis KB 24.06.2004 [+ bijlagen]

258760

Energielevering

14.07.2011 BBHR wijz. BBHR 28.02.2008houdende het deel van de inkomsten afkomstig vande tarifering van water voorbehouden voormaatschappelijke doeleinden B.S.,03.08.2011 – 258602

20.07.2011 Ordonnantie Ô zie Financiën

Ziekenhuizen

28.06.2011 KB wijz. KB 17.06.2004 betr. deverklaring bij opname in een ziekenhuisB.S.,18.08.2011 – 259047

Rust- en verzorgingstehuizen

06.07.2011 KB tot uitvoering van art. 54 van dewet 19.12.2008 houdende diverse bepalingeninzake gezondheidszorg, betreffende deterugvordering van een vakbondspremieB.S.,27.07.2011 – 258395

06.07.2011 KB wijz. KB 26.03.2003 totuitvoering van art. 59ter van de programmawet02.01.2001 wat de tegemoetkoming in devakbondspremie betreft B.S.,27.07.2011 – 258399

MB van 13.07.2011 Ô zie Subsidies

Tewerkstelling

04.07.2011 Programmawet (I) - WERK -Veralgemening van de elektronische aangifte van de

[Vervangt besluit 07.04.2011 bekendgemaakt inB.S. 11.05.2011]

Page 15: Nieuwsbrief Brussel nr 4

15N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4

WETGEVING

31.05.2011 KB wijz. KB 10.12.2009 wijz. KB07.03.2007 betr. de kennisgeving van elektro-nische-communicatiediensten en –netwerkenB.S.,21.06.2011 – 257314

VERKEERSVEILIGHEID

11.06.2011 MB wijz. MB 11.10.1976 waarbij deminimumafmetingen en de bijzondere plaatsings-voorwaarden van de verkeerstekens wordenbepaaldB.S.,20.06.2011 – 257295

11.06.2011 KB ter bevordering van de veiligheiden de mobiliteit van motorrijdersB.S.,20.06.2011 – 257293

15.07.2011 KB wijz. KB 04.05.2007 betr. hetrijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing vanbestuurders van voertuigen van de categorieën C,C+E, D, D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1,D1+E B.S.,08.08.2011 – 258696

SUBSIDIES

18.03.2011 BVR tot regeling van de alternatieveinvesteringssubsidies, verstrekt door het VlaamsInfrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aan-gelegenhedenB.S.,16.06.2011 – 257255

07.04.2011 BBHR wijz. het BBHR 01.10.2009betreffende de erkenning en de subsidiëring van deverenigingen en de projecten ter verbetering vanhet stadsmilieu en het leefklimaat in het BrusselsHoofdstedelijk Gewest B.S.,08.07.2011 – 257842

15.07.2011 BVR wijz. BVR 23.02.2001houdende de voorwaarden inzake erkenning ensubsidiëring van kinderdagverblijven en dienstenvoor onthaalouders en wijz. BVR 30.04.2009houdende regeling van inkomensgerelateerdeopvang bij zelfstandige opvangvoorzieningen B.S.,09.08.2011 – 258735

13.07.2011 MB tot bepaling van dereferentierentevoet voor de vaststelling van het

maximumbedrag van de gebruikssubsidie voor derusthuizen van de Gemeenschappelijke Gemeen-schapscommissie B.S.,08.08.2011 – 250972

01.04.2011 MB tot vaststelling van de formulierendie bij de dossiers gevoegd moeten worden voor deaanvragen om principiële instemming voor detoekenning van subsidie, de aanvragen omtoekenning van subsidie en de eindafrekening vande werken bedoeld in art. 17, 4°, van deordonnantie 16.07.1998 betr. de toekenning vansubsidies om investeringen van openbaar nut aante moedigen B.S.,09.08.2011 – 258739

TELECOMMUNICATIE

31.05.2011 Wet houdende diverse bepalingeninzake telecommunicatieB.S.,21.06.2011 – 257310

09.02.2011 KB tot vaststelling van de EthischeCode voor de telecommunicatieB.S.,21.06.2011 – 257312

Page 16: Nieuwsbrief Brussel nr 4

1616 N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4

EUROPESE WEEK VAN DE LOKALEDEMOCRATIE 2011:

HET PROGRAMMA IN EEN NOTENDOP

NIEUW

Mensenrechten

Zoals iedereen inmiddels weet, werd voor de editie 2011 hetthema mensenrechten gekozen. Dat kwam overigens ookreeds aan bod in het vorige nummer van dit tijdschrift methet interview van de directeur van Amnesty International.“Het gemeenschappelijke project rond het thema 'mijn rechten,hier, met mijn gemeente' kende heel wat bijval bij dedeelnemers, stelt Barbara Decupere. Iedere gemeente heeft erminstens één specifieke actie aan gewijd en alle acties werdengebundeld in een synthese voor het publiek. Van een film overde Braziliaanse gemeenschap in Anderlecht of een conferentieover nieuwe mogelijkheden voor samenwerking in Sint-Pieters-Woluwe, over een tentoonstelling van werkjes van kinderen inde opvang te Koekelberg rond het thema Europa. Voorts zijn erverhalen en verslagen van jongeren die opgetekend werd door de19 diensten voor jeugdhulp in een open omgeving van Brussel,rond verschillende thema's zoals engagement, tewerkstelling enopleiding in Oudergem of informatiesalons voor senioren inGanshoren en Etterbeek die het dienstenaanbod voor seniorenvoorstellen. Door het uitgebreide gamma aan acties vindtiedereen zijn gading naar gelang van zijn interesses.”

De OCMW's voelen zich aangesproken door het thema enbelichten elk een recht in het bijzonder. “Brussel en Etterbeekgaan in op de menselijke waardigheid, Elsene op het recht opcultuur, Sint-Jans-Molenbeek op huisvesting, Sint-Gillis richtzich tot de kinderen en Sint-Lambrechts-Woluwe focust op hetrecht op gezondheid. De debatten zijn echter voorbehoudenvoor professionals en studenten van de sociale hogescholen.

Daarnaast bieden de gemeenten en OCMW's een ruime waaieraan acties aan waarin de lokale democratie op verschillendemanieren benaderd wordt.”

De grote klassiekers komen steeds terug

Naar traditie gaat de Week van start met de academischezitting, die dit jaar georganiseerd wordt door de gemeenteVorst, op maandag 10 oktober in haar gemeentehuis. Ditevenement is toegankelijk voor iedereen en zal de spotsrichten op de deelname van de jongeren, die er overigens hethuis van de lokale democratie zullen opbouwen. Na depolitieke toespraken zal een rondetafel gewijd worden aande lokale democratie en de mensenrechten.“Etterbeek organiseert het Europees colloquium in samen-werking met het verbindingsbureau Brussel-Europa en deVereniging, rond het thema 'het stemrecht en de verkiesbaarheidvoor Europeanen bij gemeenteverkiezingen'. Schaarbeek stelt deEuropese Unie ook centraal: het informatiebureau van hetEuropees Parlement in België zal er namelijk een infostandplaatsen met animatie voor de burgers. Dankzij dezeinitiatieven kan de Brusselse campagne het label '12 sterren'van de Raad van Europa behouden.

Enkele succesvolle acties zullen er opnieuw zijn, zoals deintergenerationele ontmoetingen in Elsene of de seniorensalonsin Ganshoren en Etterbeek.”

Er zullen ook klassiekere evenementen plaatsvinden:verwelkoming van nieuwe inwoners, bezoek aan hetgemeentehuis, infosessies, informatiestands, … Die zijn nietecht nieuw, maar hun relevantie staat buiten kijf. Dezecontactmomenten hebben reeds hun nut bewezen enversterken de band tussen de burger en de instellingen. Zijmaken ze concreet en begrijpelijk en verschaffen inzicht inde werking en de uitdagingen.

1 Dit artikel werd begin augustus geschreven, toen het programma nog niet volledig was.

Reeds

85 acties !

Voor het vierde jaar op rij zal de Europese Week van de Lokale Democratie te zien zijn in de 19 Brusselsegemeenten en in niet minder dan 6 OCMW's. Wij lichten een tipje van de sluier op, in het gezelschap vaneen van de coördinatrices van de operatie, Barbara Decupere. 1

Page 17: Nieuwsbrief Brussel nr 4

N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4 17

NIEUW

De jeugd, een specifieke doelgroep

Dit jaar zullen er nog meer acties tot de jeugd gerichtworden. De Week sluit immers sinds enkele jaren aan bij hetinitiatief 'Place aux Enfants'.

“Zo zal de kinderrechtenbus allerhande animaties bieden inSchaarbeek, Sint-Jans-Molenbeek, Vorst en Sint-Lambrechts-Woluwe. In Sint-Joost-ten-Node creëren jongeren kunstwerkenin verband met mensenrechten en multiculturaliteit. Dieworden door de gemeente tentoongesteld. Sint-Jans-Molenbeekorganiseert een schrijfworkshop voor tieners rond thema's dieverband houden met lokale democratie en in Jette wordt eenopstelwedstrijd voor de lagere scholen uitgeschreven. Insamenwerking met de dienst onderwijs van de gemeente Vorstwordt een initiatie tot verantwoord en actief burgerschap op hetgetouw gezet.

Sint-Agatha-Berchem maakt van de gelegenheid gebruik om deschijnwerpers te richten op het werk van hun pas opgerichtekindergemeenteraad. Een openbare en tweetalige zitting van deraad zal de antwoorden van het college en het gemeentebestuurvoorstellen op de projecten die uitgekozen werden door de tiendeelnemende basisscholen.”

Rechten doorheen geschiedenis en cultuur

“Anderlecht en Sint-Jans-Molenbeek werken net zoals vorigjaar samen en brengen interactief toneel door de groep 'Collectif1984'. Na de voorstelling wordt een gesprek aangegaan met hetpubliek over het samenleven met anderen, tolerantie, deaanvaarding van anderen, … Sint-Agatha-Berchem blijft nietachter en brengt een toneelstuk van Mohamed Allouchi enRachid Hirchi: 'La vie, c'est comme un arbre'.

In Elsene kan je de begraafplaats bezoeken, een prachtige plekwaar heel wat bekende personen begraven liggen die voor dedemocratie gestreden hebben. Sint-Agatha-Berchem herhaalthet 'herinneringenparcours' dat initiatieven van burgers in deloop van de geschiedenis belicht op acht verschillende plaatsen.

In Sint-Jans-Molenbeek schetst de expo 'Afrikaanse vrouwen' deplaats van de vrouw in de samenleving, haar rechten en haarvele initiatieven. Zij zijn nog te vaak miskend, maar toch zijnze met heel veel dingen bezig om naar verbetering te streven ophet vlak van onderwijs, gezondheid, leefmilieu, gelijkheid, …Sint-Agatha-Berchem pikt in op de politieke actualiteit met eenconferentie-debat over de Arabische lente : waarom, waaromnu en welke rol kan Europa erin spelen ?

Elsene gaat ook in op genderkwesties en neemt initiatieven rondde rechten van de mens en van de vrouw om op een ludieke enhumoristische manier de vele vooroordelen te bestrijden, terwijleen conferentie-debat in Sint-Gillis gewijd wordt aan adoptiedoor homokoppels.”Twee gemeenten stappen toe op de immigranten van deeerste generatie en belichten meer bepaald hun geleidelijken te vaak moeilijk parcours. “Evere biedt een geleid bezoekaan de Senaat en de stad Brussel en een conferentie overimmigratie en participatie.”

Naast de sociale aspecten komen ook milieubescherming enduurzame ontwikkeling aan bod. “Zo organiseert Ukkelinteractieve workshops in verband met energiebesparing enhernieuwbare energieën. Elsene plant een dag rond fairtrade eneen conferentie over vervuiling.”

2011, jaar van de vrijwilliger

We mogen niet vergeten dat 2011 het jaar van de vrijwilligeris en dat verschillende gemeenten en OCMW's aan de handvan allerlei activiteiten de acties van heel wat vrijwilligers ineen aantal gemeentelijke organisaties in de bloemetjes willenzetten.

Acties die aanzetten tot nadenken en die het belang van derol van de lokale gemeenschap onderstrepen, dat voorspelteen boeiende en gevarieerde Europese Week van de LokaleDemocratie.

Info

Alle acties en praktische informatie over de EWLD : ophttp://brussel.ewld.be

Een van de acties in 2010 : bezoek aan pedagogische serreste Schaarbeek

Page 18: Nieuwsbrief Brussel nr 4

18 N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4

EEN DIVERSITEITSPLAN VOOR JETTE

IN ONZE GEMEENTEN

Hoe werk je een Diversiteitsplan uit ?

Claire Vandevivere : Aan het begin van deze gemeentelijkelegislatuur werd er beslist een schepen aan te stellen voorGelijke Kansen. Maar in het begin beschikte ditschepenambt over zeer weinig middelen of medewerkers.Op basis van deze initiële politieke wil moesten we dustegelijkertijd het werk, het budget en het nodige personeelorganiseren. Beetje bij beetje is het allemaal in ordegekomen. Sinds drie jaar werkt Laurence Berger aanprojecten rond Gelijke Kansen waardoor de politieke wilconcrete vorm kreeg.

We konden dus steeds meer acties op touw zetten.Aanvankelijk ontbrak echter nog een structurerend kader,dat er gekomen is met de goedkeuring van de ordonnantiebetreffende de Gelijke Kansen van 2008. Maar dieordonnantie werd nog niet aangevuld met ministeriëleuitvoeringsbesluiten. Niemand was dus verplicht debepalingen ervan na te leven, maar toch heeft Jette beslotenalvast een plan op te stellen. We wilden als gemeenteduidelijk een voortrekkersrol opnemen.

De eerste fase bestond in de uitvoering van een audit,waarvoor een beroep gedaan werd op Randstad, dat ons oponze sterke en zwakke punten wees. Hun verslag was klaarin november 2009 en op basis daarvan hebben wij met desteun van een cel van het Gewest het plan opgesteld. Datvestigde de aandacht op een reeks acties die reeds op touwgezet waren en die pasten in het kader van wat het planeiste. Maar dankzij de audit konden we enkele hoofdlijnenvastleggen en bijkomende acties ondernemen die in het planopgenomen werden. Dat bracht het eindtotaal van het planop 38 acties. Die acties waren niet alleen het werk van dedienst van de schepen van Gelijke Kansen. Hoewel wij hetplan coördineren, spreekt het voor zich dat detransversaliteit van de materie regelmatige samenwerking

met andere diensten vergt. Bij voorbeeld met de dienst vooronderwijs of cultuur, als we interactief theater voor descholen willen organiseren, met de vormingsdienst als hetstuk gericht is tot onze ambtenaren of met de dienst voorhandel en animatie om de Jetse jaarmarkt toegankelijker temaken voor mindervaliden (bv. de toegangen voorzien vanlichte, tijdelijke infrastructuren).

De sleutelwoorden zijn dus samenwerking en coördinatie.En die mag ook niet beperkt blijven tot de interne diensten.We moeten samenwerken met de verenigingen in degemeente, de sociale actoren, … We mogen zeker niet ineen ivoren toren blijven zitten.

Wat zijn de belangrijkste conclusies van de auditvan Randstad ?

Laurence Berger : Enkele van onze sterke punten zijn onzeopenheid ten aanzien van externe medewerkers en hetevenwicht tussen mannen en vrouwen.

Een van onze zwakke punten is een gebrekkigecommunicatie, zowel ten aanzien van de bevolking alsintern voor onze ambtenaren en zelfs onze mandatarissen.Randstad wees er ons meer bepaald op dat onze globaleinterne strategie voor verbetering vatbaar is. We zouden ookeen inspanning moeten leveren op het vlak van deaanwerving van mindervaliden en allochtonen.

Over welk budget beschikten jullie ?

Laurence Berger : Naast het budget dat vrijgemaakt werdbinnen de eigen middelen van de gemeente, kregen we ookfinanciële steun van het Gewest. Zo konden we in het begingebruik maken van middelen uit projectoproepen voorGelijke Kansen.

Op 20 juni heeft de gemeente Jette haar Diversiteitsplan 2009-2011 overhandigd aan Staatssecretaris vanGelijke Kansen Bruno De Lille. Zo is Jette de eerste Brusselse gemeente die over dit instrument beschikt. We hadden er een gesprek over met Claire Vandevivere en Laurence Berger, respectievelijk schepen enambtenaar bevoegd voor Gelijke Kansen.

Wat is een Diversiteitsplan ?Een Diversiteitsplan is een managementinstrument dat een beproefd kader biedt om structuur aan tebrengen en acties uit te werken die afgestemd zijn op een onderneming of bestuur in de strijd tegendiscriminatie op grond van leeftijd, geslacht, herkomst of handicap. Het plan biedt tevens de kans omgratis een beroep te doen op gespecialiseerde consulenten. Bij een positieve evaluatie krijgt men hetdiversiteitslabel. Een Diversiteitsplan duurt twee jaar. Een gemeentelijk Diversiteitsplan bestaat uit eenanalyse van de 'realiteit van het bestuur’ en een reeks concrete maatregelen om het concept erin teintegreren op basis van enkele hoofdlijnen: positionering van het bestuur, sensibilisering encommunicatie zowel met de bevolking als met het personeel, aanwerving en personeelsbeleid.

www.diversiteit.irisnet.be

Page 19: Nieuwsbrief Brussel nr 4

19N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4

IN ONZE GEMEENTEN

En elders

Terwijl Jette zijn Diversiteitsplan uitwerkte, zaten ookandere gemeentes niet stil op dat vlak. We gaan nu niet indetail treden, maar vermelden ter informatie dat - wat hetaspect ‘geslacht’ inzake diversiteit betreft - zes Brusselsegemeenten het Charter van de REGR voor de gelijkheidvan man en vrouw in het lokale leven ondertekendhebben, namelijk Anderlecht, Brussel, Etterbeek, Evere,Sint-Joost-ten-Node en Sint-Pieters-Woluwe.

In december 2009 heeft de Vereniging samen met deBelgische afdeling van de REGR een infosessie over hetcharter georganiseerd en een verbindingsgroep opgerichtom te helpen bij de uitwerking van actieplannen. Hetcharter is beschikbaar op www.ccre.org.

Van 10 tot 25 november 2011 organiseert het BrusselsHoofdstedelijk Gewest voor de tweede keer eenVeertiendaagse van de Gelijke Kansen en de Diversiteit.Het thema van deze editie is ‘De kracht van jongeren endiversiteit’. Meer info vindt u binnenkort opwww.gelijkekansenbrussel.irisnet.be.

Om terug te komen op de eigenlijke Diversiteitsplannenheeft ook Oudergem een plan uitgewerkt en is Sint-Agatha-Berchem er volop mee bezig, samen met de steunvan de cel Gelijke Kansen van het Territoriaal Pact voor deWerkgelegenheid.

Claire Vandevivere : Aan het begin van de bestuursperiodegebruikte de gemeente haar gelijkekansenbudget vooralvoor initiatieven ten behoeve van mindervaliden. Daarnakeurde de gemeenteraad een budget voor gelijke kansen inde ruime zin van het woord goed, naast het budget voormindervaliden en voor de twee adviesraden voor gelijkekansen en voor personen met een handicap. Op jaarbasisbedraagt ons budget ongeveer 11.000 euro. Gelukkigkunnen we ook rekenen op de jaarlijkse subsidies die hetGewest toekent aan specifieke projecten. Een van devoorbije jaren beschikten we over niet minder dan 20.000euro subsidies, maar dat was uitzonderlijk. Aanvankelijkkregen we namelijk ook subsidies in het kader van deinterculturaliteit.

U vindt de subsidies en toelagen voor de Brusselse lokalebesturen op www.vsgb.be in de rubriek “Subsidies”.

Laurence Berger : We hebben de rekening gemaakt van watwe tot nu toe benut hebben voor de acties in het kader vanhet Diversiteitsplan en kwamen op 67.000 euro.

Wat waren de grootste moeilijkheden ofuitdagingen die jullie moesten overwinnen ?

Claire Vandevivere : De grootste uitdaging was hetopstarten van het beleid. Zoals ik al zei, moest alles in depraktijk nog gedaan worden hoewel er wel al eenschepenambt voor Gelijke Kansen gecreëerd was. Er was dusheel wat overtuigingskracht nodig om de dynamiekwerkelijk op gang te brengen.

Doordat we weinig verplichtingen hadden, konden we aanons eigen ritme werken. We zouden minstens twee jaarnodig hebben om een volgend plan uit te werken. GelijkeKansen is een breed concept dat de traditionelebevoegdheden van een gemeente overstijgt en waarbij velediensten betrokken zijn, voor verschillende aspecten(geslacht, handicap, culturele diversiteit, initiatieven die

verschillende generaties samenbrengen, ...). De uit-werkingsperiode heeft dus vrij lang geduurd, vooral voor deeerste versie. Op dat vlak moet je in een gemeente vannagenoeg nul starten: de structurering van het werk (hetbudget en het personeel vinden) maar ook de instrumenten.Zo was het soms moeilijk om de gegevens te verkrijgen diehet Gewest vroeg. Het vraagt tijd om de nodigeinstrumenten te creëren, ook al kan je daarna de verzameldegegevens hergebruiken. Zo moesten we bepalen wie wezouden onderbrengen in de categorie 'allochtoon' en'personen met een handicap' of moesten we de '50-plussers'of de 'jonger dan 25-jarigen' manueel uit de gegevens van depersoneelsdienst halen. Enkele van de andere instrumentendie momenteel nog gecreëerd worden, zijn de processenvoor de validering van competentie die ons moeten helpenom de functies en dus de wervingsprocedures zondervooroordelen en objectief te beschouwen.

Het vraagt dus heel wat inspanning op het gebied vanconceptualisering om een zo objectief mogelijke stand vanzaken op te maken op basis van een wetenschappelijkebenadering.

De hoofdlijnen van de ordonnantie overschrijden soms hetstrikte kader van Gelijke Kansen en hebben betrekking oppersoneelsbeheer in het algemeen. Daarom is het belangrijkdat vele andere diensten en schepenen samenwerken. Viaeen begeleidingscomité worden de mandatarissen enambtenaren betrokken bij het initiatief, maar om efficiënterte kunnen werken moeten wij het werk in gespecialiseerde

“We herkennen de waarde van een samenleving aan de manierwaarop zij omgaat met verschillen en met de zwaksten.Daarom willen we in Jette dat iedereen met hetzelfde respect endezelfde waardigheid behandeld wordt en beschouwd wordt alseen persoon voor wie hij is, met zijn eigen vaardigheden, zonderdie persoon een etiket op te plakken. Vanuit datzelfde oogpuntwillen we binnen het personeel van het bestuur eenvertegenwoordiging van de diversiteit van de Brusselsesamenleving garanderen, zonder onderscheid naar leeftijd,geslacht, seksuele voorkeur, afkomst, religie of handicap.

Allemaal hebben we vooroordelen, we leven allemaal metstereotypen en dat is normaal. Het feit dat ‘de ander’ anders is,kan ook angst inboezemen en aanleiding geven tot een gevoelvan verwerping die ‘de ander’ isoleert. Er zich bewust van zijnen erover praten is een goed begin, maar het is nog beter om deogen te openen en in actie te komen.”

[Claire Vandevivere, 20 juni 2011]

Page 20: Nieuwsbrief Brussel nr 4

20 N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4

IN ONZE GEMEENTEN

Interview door Philippe Delvaux

subgroepen verdelen afhankelijk van de vele projecten dieuitgevoerd moeten worden.

En aangezien de gemeentefinanciën altijd vrij krap zijn,moeten we jongleren met strikt afgebakende budgetten,waardoor we sowieso verplicht zijn om een maximaleefficiëntie na te streven.

Wat zijn de volgende stappen ?

Claire Vandevivere : Het Diversiteitsplan 2009-2011omvat een reeks acties waarvan sommige al twee jaargeleden ondernomen werden, maar het werd pas afgelopenjuni goedgekeurd. Het plan voor 2012-2014 begint alstilaan vorm te krijgen. Zonder vooruit te lopen op wat erinopgenomen zal worden, denk ik dat wij ons zullen focussenop de opvang van nieuwkomers, de aanwerving vangehandicapten en het beheer van de vaardighedenafhankelijk van de voortgang van het Columbus-project.

Na de uitwerking van een 'waardencharter' zullen we ookonze waarden kunnen bepalen en bevestigen om vooralbeter te communiceren, zowel met de burgers als met onzeambtenaren. Zo kunnen we enkele zwakke punten uit deaudit aanpakken. In dat opzicht kunnen we nu al genietenvan het werk dat een van onze ambtenaren verrichte in hetkader van een master in personeelsbeheer die betrekkinghad op het 'mission statement' van de gemeente Jette. Opbasis daarvan zullen we het project beter kunnen afbakenen,wat zeker nog een jaar zal duren en uiteraard goedgekeurdmoet worden door het schepencollege.

Wat de bevolking betreft, zullen we onze sensibi-liseringsactiviteiten voortzetten, vooral voor het jongepubliek van de kinderdagverblijven en scholen die deburgers van morgen opvoeden en die van meet af aan dusgesensibiliseerd moeten worden. Dat zal gepaard gaan meteen opleiding van de kinderverzorgsters, kleuterleidsters enleraren aan de hand van workshops. Daarnaast blijven wevoortwerken aan de aanschaf van niet-gendergeladen enniet-discriminerende boeken voor de jeugdafdeling vanonze bibliotheek. Op gewestelijk niveau wordt momenteeltrouwens een handboek opgesteld om bibliotheken op datvlak te helpen door objectieve criteria aan te reiken zodat deboeken voor de lezers zo goed mogelijk geselecteerd kunnenworden. Te veel jeugdboeken zijn immers gebaseerd opstereotypen en confronteren de ouders met zeer traditionelerollen voor mannen en vrouwen. Voor dat handboek zal eenberoep gedaan worden op onze ervaring en die van Sint-Joost-ten-Node, waar de bibliotheek al enkele honderdenboeken bevat die zodanig gekozen werden dat stereotypenen discriminatie vermeden worden.

Momenteel werken we aan “Je leven in eigen handennemen”, een brochure van een dertigtal pagina’s omnieuwkomers in Jette op te vangen. De inhoud en dehoofdlijnen ervan zijn al vrij vergevorderd, maar de tekstenmoeten nog naar het Arabisch, het Roemeens en het Poolsvertaald worden om de grootste groepen allochtonenvolgens de bevolkingsregisters te bereiken. Voor de anderenbeschikken we ook over een Engelse versie en uiteraard ookover een Nederlandse en een Franse versie. Dit instrumentfinancieren we met eigen middelen en zal om en bij de10.000 euro kosten. Om de kosten zoveel mogelijk tedrukken doen we een beroep op een vertaaldienst die valtonder de CIRE en die voor de overheidssector werkt maardie, helaas voor ons, soms moeite ondervindt om vertalers tevinden voor het Arabisch. De Franse Gemeenschaps-commissie werkt momenteel aan een gelijkaardige brochuredie de gemeenschapsdiensten uiteraard beter zal voorstellen. 1

1 Deze brochure geeft een antwoord op de voornaamste vragen van nieuwkomers en wordt gefinancierd door de COCOF, de Communauté Wallonie-Bruxelles (Ministerie van Gelijke Kansen) en het Waals Gewest (Ministerie van Volksgezondheid en Sociale Actie). De samenstelling van de brochure wordtgecoördineerd door Agence Alter. De brochure wordt momenteel opgesteld en zal waarschijnlijk in de loop van 2012 verspreid worden.Tegelijkertijd werken CIRE en “Lire et Ecrire” pedagogisch materiaal uit voor degenen die de workshops voor nieuwkomers geven.

Info

- Claire Vandevivere, Schepen van Gelijke Kansen –tel. 02 423 12 11 (alg. nr.)

- Laurence Berger, Dienst Gelijke Kansen – tel. 02 422 31 26 - [email protected]

Wie doet wat ?In Brussel coördineren twee regionale cellen de Gelijke Kansen :

De cel Gelijke Kansen van het Territoriaal Pact voor deWerkgelegenheid : coördineert de Diversiteitsplannen van degemeenten en bedrijven. De cel heeft geholpen met deuitwerking van het plan van Jette, bereidt zich voor omhetzelfde te doen in Koekelberg en steunt specifieke acties,zoals de samenkomsten omtrent gelijkheid voor werkgeversdie Evere organiseert. Momenteel werkt de cel mee aan hetproefproject rond het anonimiseren van cv’s, dat Actiris opzetin Sint-Gillis, Jette en Oudergem.

www.pactbru.irisnet.be

Over de Diversiteitsplannen : www.diversiteit.irisnet.be

De cel Gelijke Kansen van het Ministerie van het BrusselsHoofdstedelijk Gewest : coördineert de diversiteit binnen hetgewestbestuur en subsidieert bepaalde acties van vereni-gingen. Deze cel organiseert de Veertiendaagse van deGelijke Kansen.

Tel. 02 800 36 75 – [email protected] -www.gelijkekansenbrussel.irisnet.be

Page 21: Nieuwsbrief Brussel nr 4

21N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4

NIEUW

IMPACT VAN DE INSTITUTIONELE EN SOCIALEHERVORMINGEN

De drie federaties van OCMW's onderstrepen nogmaals hun eisenAls er dit najaar eindelijk een volwaardige regering komt, zullen de hervormingen wellicht een impacthebben op de OCMW's. Daarom hebben de federaties van OCMW's, waaronder de Brusselse, nogmaalshun eisenpakket gestuurd naar formateur Di Rupo en de voorzitters van de democratische partijen. De kerndaarvan is de weigering van nieuwe delegaties van bevoegdheden als er onvoldoende financiële middelenaan gekoppeld worden.

Armoede dijt uit

We stellen vast dat de situatie op sociaal vlak niet verbetert.Alle armoede-indicatoren zijn alarmerend :

• Meer dan 15 % van de bevolking van ons land leeftonder de Europese armoedegrens (1.650.000personen).

• Voeg daar nog het groeiend aantal personen offamilies bij die onder schulden gebukt gaan en voorwie collectieve schuldenregeling ingezet is.

• Door de verzadiging van het opvangnetwerk wordenasielzoekers sinds twee jaar doorverwezen naar hetOCMW.

• Tot slot kloppen ook nog nieuwe groepen aan bijonze instellingen: uitkeringstrekkers, personen meteen te laag loon om de kosten van het dagelijks levente kunnen betalen, zonder uiteraard de door-geschoven groepen te vergeten, zoals werk-zoekenden die geen aanspraak kunnen maken op eenwerkloosheidsuitkering.

We zien dus een constante stijging van het aantalbegunstigden van sociale bijstand.

De OCMW's reageren in 6 punten

Via hun federaties hebben de Belgische OCMW's 6 thema'svoorgesteld in hun federaal memorandum :

1. Actieve deelname aan de samenleving

Dat betekent ondermeer de op-trekking van de laagste inkomens,zodat iedereen een hoger inkomengeniet dan de Europese grens van dearmoedebestrijding, maar ook deherziening van de individualiseringvan de rechten via de analyse van deproblematiek van het samenwonen en de bedragen van desociale uitkeringen.

2. Tewerkstelling creëren voor wie het moeilijkheeft op de arbeidsmarkt

Er moet voldoende verschil gemaakt worden tussen eenvervangingsinkomen en een inkomen uit arbeid, omwerkloosheidsvallen te vermijden. Daarnaast moeten deplannen voor de begeleiding van werklozen en ook desancties herzien worden, om te voorkomen dat die mensenbij het OCMW terecht komen.

3. Degelijke opvang voor asielzoekers

Het feuilleton van de verzadiging van het opvangnet blijftpolemieken creëren. Het huidige asielbeleid is proble-matisch en het is hoog tijd dat de federale overheidstructurele maatregelen neemt om de opvangcrisis tebestrijden.

Rekening houdend met de opvangwet van 2007 en de keuzevoor materiële bijstand is het niet aanvaardbaar dat deOCMW's steeds meer ingeroepen worden om deze mensenfinancieel te ondersteunen, naast de organisatie van lokaleopvanginitiatieven.

Als het moet om de verzadiging van het opvangnetwerk hethoofd te bieden, pleit de Brusselse Afdeling OCMW (en datzullen we blijven herhalen) voor een correct spreidingsplanover het hele land, maar zonder daarbij te vergeten deOCMW's het nodige personeel en financiële middelen terbeschikking te stellen om de administratieve enwerkingskosten te dekken.

4. Gezonde en betaalbare woningen

Een toenemend aantal personen vindt moeilijk onderdakwegens hoge huurprijzen, terwijl betaalbare woningen vaakin erbarmelijke staat verkeren.

De OCMW's krijgen steeds vaker aanvragen met het oog opde tegemoetkoming in de huurwaarborg of hulp bij debetaling van achterstallige huur en energiefacturen.

Page 22: Nieuwsbrief Brussel nr 4

22 N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4

NIEUW

Daar moet iets aan gedaan worden. Dat kan via eenobjectivering van de huurprijzen maar ook een centraalfonds voor huurwaarborg.

5. Degelijke gezondheidszorg voor kansarmen ensenioren

De dienstverlening aan ouderen moet verruimd wordenzodat zij zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Datis een uitdaging voor een samenleving die zorg draagt voorhaar bejaarden.

6. Een betere erkenning van de belangrijke rol vande OCMW's in de strijd tegen armoede en socialeuitsluiting

De OCMW's zijn partners van de federale overheid in dearmoedebestrijding. Als we die samenwerking willenvoortzetten, moeten bepaalde voorwaarden vervuld zijn.

Wij dringen erop aan dat de sociale bijstand net als hetleefloon voor 90 % terugbetaald zou worden, zodat definanciële last niet meer op de lokale gemeenschapafgewenteld wordt.

Bovendien zou de tenlasteneming van de personeelskostenin het kader van het leefloon opgetrokken moeten wordenen zou het uitgebreid moeten worden tot het equivalentleefloon. Zo kunnen de OCMW's zich nog beter toeleggenop de begeleiding en het sociaal werk voor hun doelgroepen.Het personeel in de OCMW's versterken en de dossierlastper sociaal assistent zo verlagen, zijn maatregelen die opkorte termijn genomen moeten worden.

Voorstellen

Voor elk van deze thema's werden er voorstellen en eisengeformuleerd. Daarin wordt aan kansarmen een centraleplaats toegekend in het debat en worden voor de OCMW'smateriële en financiële middelen en personeel gevraagd omhun taken zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren. Die zijnuiteindelijk heel ruim, te meer daar rekening gehoudenmoet worden met de bevoegdheidsoverdrachten die reedsdoorgevoerd zijn of aangekondigd zijn in het kader van deregionalisering van bepaalde materies.

Verruimd takenpakket en onvoldoendemiddelen

Moeten we nog herhalen dat de algemene opdracht van hetOCMW niet beperkt is tot de toekenning van financiëlebijstand ? Een menswaardig leven leiden houdt in dat deOCMW's iedereen de mogelijkheid bieden gepaste socialebegeleiding te krijgen om moeilijkheden te helpenoverwinnen. Aangezien armoede multidimensioneel is,ageren onze OCMW's op verschillende niveaus: voeding,huisvesting, verwarming, gas, elektriciteit en water,medische en farmaceutische verzorging, begeleiding in hetkader van socioprofessionele inschakeling, steun bijschuldenoverlast of om zijn recht op sociale uitkeringen tedoen gelden.

Uiteraard beschikken de OCMW's reeds over middelen omaan bepaalde behoeften tegemoet te komen, maar in dehuidige sociaaleconomische context zijn die ontoereikendgeworden. Zonder de weerslag te vergeten van de kosten opde gemeentefinanciën en op de stijging van degemeentedotatie aan de OCWM's.

Wij hopen dat de voorstellen en eisen uit het bijgewerktememorandum gehoor vinden bij onze politici.

Maar wij zijn er niet gerust in, want terwijl voor bepaaldemateries de regionalisering een voordeel kan zijn, zullen erongelijkheden voortkomen uit de regionalisering van deactivering van het leefloon (artikel 60 en 61) in het kadervan de socioprofessionele inschakeling (waarvoor deOCMW's doeltreffende operatoren zijn) en die vanwetgevingen die een coherent geheel vormden enbetrekking hebben op fondsen en subsidies zoals het gas- enelektriciteitsfonds, het sociaal stookoliefonds, de subsidiesvoor sociale en culturele ontplooiing, de subsidies terbestrijding van de digitale kloof.

Voor onze federaties van OCMW's moeten deze materiesop één niveau behouden blijven. Met ander woorden, zemoeten federaal blijven!

Christine Dekoninck

Info

Het federaal memorandum 2010 van de OCMW's isbeschikbaar op www.vsgb.be > Afdeling OCMW >Documenten > Augustus 2011

Page 23: Nieuwsbrief Brussel nr 4

Directie : Marc Thoulen

Coördinatie : Philippe Delvaux

Redactie : Barbara Decupere, Christine Dekoninck, Philippe Delvaux, Olivier Evrard, Céline Lecocq, Boryana Nikolova, Marc Thoulen

Vertaling : Liesbeth Vankelecom, Annelies Verbiest

Secretariaat : Céline Lecocq, Chantal Matthys

Abonnementen : Patricia De Kinne : 02 238 51 49 • [email protected]

Publiciteit : Agentschap Publiest - 02 245 47 74 - [email protected]

Nieuwsbrief wordt gedrukt op 100 % gerecycleerd papier

Cette revue existe aussi en français.Si vous souhaitez recevoir le Trait d'Union,

contactez notre secrétariat : [email protected]

Sinds 2002 is Nieuwsbrief-Brussel integraal beschikbaar op www.vsgb.be

Vereniging van de Stad en de Gemeentenvan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw

Aarlenstraat 53 bus 4-1040 Brussel Tel 02 238 51 40-Fax 02 280 60 90

[email protected]

Redactie : [email protected]

Nieuwsbrief

Nr 2011-04augustus/september 2011

Gepubliceerd met de steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dexia en Ethias

N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4 23

VOOR U GELEZEN

Grondwettelijk recht gevatDe structuur van dit boek leunt nauw aan bij die van deGrondwet zelf, wat de gebruiksvriendelijkheid tengoede komt.

De fundamentele grondwettelijke principes worden ergrondig in uitgelegd. Daarnaast worden belangrijke thema’s behandeld,zoals de openbare financiën en begroting, de gewapende macht, deorganisatie, de bevoegdheden en de werking van de gewesten engemeenschappen, belangen- en bevoegdheidsconflicten en hunbeslechtingregeling.

Verder worden de verschillende mechanismen tussen de federale staat en dedeelentiteiten aan een nader onderzoek onderworpen : van samenwerking(informatieplicht, overeenkomstig advies, interministeriële conferentie,samenwerkingsakkoord, …) tot de rechtsmiddelen bij de oplossing vanconflicten. Die laatste worden afzonderlijk uitgediept, in niet minder dan 5 hoofdstukken.

Het boek sluit af met de regels in verband met het afsluiten van verdragenen internationale akkoorden.

Dit werk is een aanrader voor ieder jurist die regelmatig geconfronteerdwordt met de staatsrechtelijke principes en werking.

De auteurs zijn Didier Batselé, raadsheer bij het Hof van Cassatie, Tony Mortier, inspecteur van Financiën, en Martine Scarcez, rechter in derechtbank van Eerste aanleg te Namen.

Didier Batselé, Tony Mortier & Martine Scarcez, "Grondwettelijk recht gevat", uitg. Bruylant, 2009, 586 p., ISBN 978 2802727025 – www.bruylant.be

Les subventionsHet thema ‘subsidies’ wordt zelden als een apart themabehandeld in de rechtsliteratuur. Het werk, dat onderleiding van David Renders tot stand kwam, is dan ookeen zeldzaam werkstuk. Het is een bundeling vanbijdragen van tal van juristen die werkzaam zijn inverschillende domeinen (advocaten, hoogleraren,adviseur bij de Raad van State, Waalse besturen, …)

Dat er nood is aan een dergelijk overzicht van deze even complexe alsdisparate materie lijdt geen twijfel. Voor de professioneel, die regelmatiggeconfronteerd wordt met de problematiek van de subsidiëring, is het danook een onmisbaar werkinstrument.

Subsidies doen in het recht verschillende vragen rijzen, waarvan we er hierbij wijze van voorbeeld enkele opsommen: Wat behelst het begrip“subsidie”? Aan welke voorwaarden kan een subsidie onderworpenworden? In welk kader en volgens welke procedures kan een subsidietoegekend dan wel geweigerd worden? In welk geval kan een subsidie, inEuropese context, beschouwd worden als onregelmatige staatssteun? Welkezijn de juridische, administratieve en financiële controlemechanismen ?

Op al deze vragen en nog vele andere tracht dit werk een antwoord tebieden. Een aanrader dus.

Renders, D., “ Les subventions”, uitg. Larcier, 2011, 856 p., ISBN 978-2-8044-4771-7, www.larcier.com

Page 24: Nieuwsbrief Brussel nr 4

24 N i e u w s b r i e f 2 0 1 1 / 0 4