Nieuwsbrief 26 Weetjes over implantologie

4
Nieuwsbrief 26 05/03/2011 10 weetjes over implantologie Door Luc Vrielinck, [email protected] Afdeling Mond-,Kaak en Aangezichtsheelkunde, Schiepse bos 6 B3600 Genk. Welk type implantaat wordt meest gebruikt om verloren gegane tanden te vervangen? 1. Endostale implantaten: bladimplantaten, schroefvormige- of cilindrische implantaten worden thv het alveolaire bot van de maxilla of mandibula geïmplanteerd. Deze implantaten ondersteunen een dentale prothese. 2. Subperiostale implantaten: een framewerk uit metaal wordt bovenop het bot van de maxilla of mandibula aangebracht en er ook vaak aan vastgeschroefd. Verticale abutments die vastzitten aan het framewerk komen doorheen de weke delen en geven steun aan de prothese. Wat is een osseogeïntegreerd implantaat? Een osseogeïntegreerd implantaat is een cilinder of een schroef die vervaardigd wordt in een compatibel materiaal en die aangebracht wordt in het bot van de bovenkaak of de onderkaak. Na verloop van tijd realiseert het bot een nauw contact met het implantaat . Op histologische schaal groeien botcellen tot in nauw contact met het implantaat, zonder een membraneuse interface (in tegenstelling tot de natuurlijke wortel-bot interface).

description

Weetjes ver implantologie

Transcript of Nieuwsbrief 26 Weetjes over implantologie

Nieuwsbrief 26 05/03/2011

10 weetjes over implantologie

Door Luc Vrielinck, [email protected]

Afdeling Mond-,Kaak en Aangezichtsheelkunde, Schiepse bos 6 B3600 Genk.

Welk type implantaat wordt meest gebruikt om verloren gegane

tanden te vervangen? 1. Endostale implantaten: bladimplantaten, schroefvormige- of cilindrische implantaten worden

thv het alveolaire bot van de maxilla of mandibula geïmplanteerd. Deze implantaten

ondersteunen een dentale prothese.

2. Subperiostale implantaten: een framewerk uit metaal wordt bovenop het bot van de maxilla

of mandibula aangebracht en er ook vaak aan vastgeschroefd. Verticale abutments die

vastzitten aan het framewerk komen doorheen de weke delen en geven steun aan de

prothese.

Wat is een osseogeïntegreerd implantaat? Een osseogeïntegreerd implantaat is een cilinder of een schroef die vervaardigd wordt in een

compatibel materiaal en die aangebracht wordt in het bot van de bovenkaak of de onderkaak. Na

verloop van tijd realiseert het bot een nauw contact met het implantaat. Op histologische schaal

groeien botcellen tot in nauw contact met het implantaat, zonder een membraneuse interface (in

tegenstelling tot de natuurlijke wortel-bot interface).

Beschrijf de componenten van een implantaat en de klinische

procedures die bij elk worden gebruikt. De techniek en het onderzoek naar biocompatibele materialen werd ontwikkeld door Per-Ingvar

Brånemark, een orthopedisch chirurg, meer dan 50 jaar geleden. Brånemark heeft de verdienste het

biocompatibele materiaal Titanium te hebben geïdentificeerd en hij maakte eveneens een

beschrijving van de volgende componenten:

1. Fixture: het anker dat in de edentate kaakwal wordt ingebracht. Het is vervaardigd uit

Titanium en het oppervlak kan eveneens bedekt worden met een biocompatibel, bot-

regenererend materiaal zoals hydroxylapatiet. De fixture wordt volgens het klassieke

Brånemark protocol ingebed nadat er vooraf openingen in het bot werden geboord. Hierna

wordt het implantaat tussen 3 en 6 maand onbelast gelaten.

2. Abutment: het tussenstuk die de fixture verbindt met de prothese. Normalerwijze wordt het

abutment op het implantaat geplaatst na een tweede heelkundige ingreep.

3. Dentale prothese: De dentale prothese wordt vastgemaakt op het abutment. Dit gebeurt

meestal een paar weken na abutment connectie.

Wat zijn de succeskansen van een osseogeïntegreerde prothese? Vele verschillende factoren hebben een invloed op de overleving van een implantaat gedragen

prothese. Talrijke studies hebben echter aangetoond dat de lange termijnsoverleving van een

implantaatgedragen prothese meer dan 90% bedraagt.

Welke factoren hebben een invloed op de slagingskans van een

implantaat? 1. Zorgvuldige patiëntenselectie

2. Een geïntegreerde behandelingsplanning

3. Grondige diagnostische oppuntstelling

4. Preciese klinische procedures (chirurgisch en prothetisch).

Wat zijn de belangrijke factoren bij patiëntenselectie? 1. Algemene gezondheidstoestand van de patiënt (medische bevindingen, medicaties,

psychiatrische aandoeningen)

2. Intraorale factoren

a. Botweefsel thv de implantatieplaats is vrij van aandoeningen (osteïtis, cystes etc.)

b. Implantatieplaats is vrij van ingesloten tanden, wortelresten of andere vreemd

materiaal

c. Geen open verbinding tussen bot en orale caviteit

d. Gezonde mucosa

e. Anatomische factoren.

Deze link verwijst naar een zeer lezenswaard evidence-based artikel over dit onderwerp.

Welk type bot is belangrijk voor osseointegratie? Een goed type bot bestaat uit een dikke laag corticaal bot, met centraal een kern trabeculair bot met

voldoende stevigheid. Een slecht type van bot bestaat uit een dunne laag corticaal bot, die een kern

van trabeculair bot van lage stevigheid bevat. Zie deze link voor meer informatie.

Welke anatomische factoren zijn belangrijk wanneer men denkt aan

een implantaatbehandeling? 1. Transversale vorm van het kaaksbot

2. Graad van resorptie van het bot

3. Maxilla: locatie van de sinussen, de nasale caviteit en het incisaal kanaal

4. Mandibula: locatie van het foramen mentale, de nervus alveolaris inferior en de bloedvaten.

Hoe wordt de intraorale situatie beoordeeld? Naast het klinisch onderzoek is er een belangrijke rol weggelegd voor radiografische

onderzoektechnieken.

1. Apicale radiografieën van de voorgestelde zone

2. Overzichtsopname, zoals een orthopantomogram die eventuele pathologische processen kan

aantonen

3. Laterale cephalometrische opnames: om de relaties tussen de kaken te documenteren

4. Cone-beam scan onderzoek verschaft waardevolle informatie met betrekking tot de breedte

en de beschikbare hoogte van het dentoalveolaire bot.

Hoe wordt de juiste behandelingsmodaliteit bepaald? Het plannen van het verloop van de behandeling is essentieel om een goed resultaat te bereiken.

Vooraleer de heelkunde wordt gestart, dient een evaluatie te worden gemaakt van het uiteindelijke

prothetische resultaat. Deze evaluatie resulteert in het volgende:

1. Type van de prothetische voorziening

2. Aantal implantaten en soort implantaten

3. Spreiding van de implantaten

4. Gipsmodellen van de patient opgesteld in articulator, indien noodzakelijk. Een diagnostische

opstelling van de tanden helpt het type prothese te bepalen en helpt de behandelende

chirurg om zich de geplande prothese voor te stellen. De chirurg kan eveneens gebruik

maken van een chirurgische boormal om deze overdracht nog nauwkeuriger uit te voeren.

Een zeer boeiend artikel over dit onderwerp vindt U hier.

Wat zijn radiografische en chirurgische stents? Radiografische stent kunnen zeer eenvoudig zijn zoals bvb een stent met gecalibreerde metalen

markers thv de geplande implantatie locaties. Ze kunnen ook veel complexer zijn en de informatie

van de diagnostische opstelling in zich dragen, dit laatste type wordt vooral gebruikt bij conebeam of

CT gebaseerde planningsmodaliteiten.

Chirugische stents zijn richtplaten die rechtstreeks of onrechtstreeks vervaardigd worden met behulp

van de diagnostische modellen. Hun doel is om de chirurg te helpen bij de selectie van de

implantatieplaatsen. Naargelang de technische uitvoering van de boormallen kunnen de implantaten

in mindere of meerdere mate door de chirurgische boormal worden geleid.

Een mooi You-tube filmpje over het vervaardigen van een boormal voor een solitair implantaat vind

je hier.