MAGMOW

Linkerscheldeoever erfgoed in kaart

Laatste huzarenstukje in Lummen

Masterplan Kustveiligheid van start

Door het glazen plafond Panelgesprek over multitasken, mannenbastions en Margaret

Nieuws uit het ministerie mow • Verschijnt driemaandelijks • # 20 • 31 januari 2012

MOWmag brengt informatie over actuele thema’s en activiteiten van het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken. Ons adres: MOWmag Koning Albert II-laan 20 bus 2, 1000 Brussel. Redactiecontacten: Jenny Leemans – Agentschap Wegen en Verkeer – jenny.leemans@mow.vlaanderen.be – 02 553 75 57 ° Laura Vanderwegen – Departement Mobiliteit en Openbare Werken – laura.vanderwegen@mow.vlaanderen.be – 02 553 71 32 ° Tom Moortgat – Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust – tom.moortgat@mow.vlaanderen.be – 02 553 77 12. Ideeën en suggesties kunt u ook mailen naar info@mow.vlaanderen.be. Coördinatie: Nancy De Ceuleneer – Departement Mobiliteit en Openbare Werken – nancy.deceuleneer@mow.vlaanderen.be – 02 553 71 53. MOWmag verschijnt driemaandelijks. Redactie en realisatie: Jansen & Janssen, www.jaja.be. Verantwoordelijke uitgever: ir. Fernand Desmyter, secretaris-generaal van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, Koning Albert II-laan 20 bus 2, 1000 Brussel. © 2007 MOWmag

Bestecollega’s

Colofon

MAGMOW2

e eindejaarsfeesten zijn al een tijdje achter de rug en iedereen gaat er weer flink tegenaan. Dat blijkt alvast uit dit eerste MOWmag-nummer

van 2012. In de kijker onder meer: de topografische opmetingen die de cel Fotogrammetrie-Topografie voor nv De Scheepvaart uitvoert, de verlenging van de zeepromenade in Zeebrugge en de infomarkt rond de heraanleg van de N8.

2012 wordt ook het eerste jaar dat de onveilige verkeerswisselaar in Lummen volledig verleden tijd is. In het Allerheiligenweekend in november werden de laatste bruggen op hun plaats gebracht en is de wisselaar definitief omge-vormd tot een veel veiligere verkeersturbine waar geen enkele verkeersstroom nog met de andere in conflict komt. De kroon op een werk van lange adem, dat ook op veel publieke belangstelling kon rekenen: niet minder dan 2500 nieuwsgierigen volgden de laatste werken op de voet!

Een werk van even grote omvang wordt het Masterplan Kustveiligheid, dat de steden van onze kust beter moet beschermen tegen overstromingen. En ook op de Linkerscheldeoever werkt MOW aan de toekomst, in dit geval van de Antwerpse haven. Om het waardevolle erfgoed in die regio zoveel mogelijk te vrijwaren of een andere bestemming te geven, wordt daar momenteel een erfgoedstudie uitgevoerd.

Dat alles is het werk van vele verdienstelijke collega’s: veel mannen, maar ook veel vrouwen. Want voor de buitenwereld heeft MOW misschien de naam een mannenbastion te zijn, maar met vier vrouwelijke afdelingshoofden in de direc-tieraad scoort ons beleidsdomein op diversiteitsgebied helemaal niet slecht. Dat wilden we toch eens in het zonnetje zetten. Op p. 6 van dit nummer vindt u een boeiend panelgesprek over evenwichten en multitasken, uitdagingen en verantwoordelijkheden, maar vooral: de energie en voldoening die werken bij MOW kan geven. Dat vinden alvast de deelnemers aan het panelgesprek, en we hopen van u hetzelfde!

Veel leesgenot

de redactie

D

06‘Soms moet je kansen gewoon grijpen’MOW heeft soms nog de naam een man-nenbastion te zijn, maar niets is minder waar. Drie vrouwelijke afdelingshoofden in een panelgesprek over diversiteit, or-ganisatie en de uitdagingen van het werk.

10Een middeleeuws schip in de klasSinds 2010 onderzoekt een team van het Agentschap Onroerend Erfgoed een mid-deleeuws handelsschip uit de 14de eeuw: een kogge.

14Erfgoed in kaartHet polderlandschap op de Linkerschel-deoever zal de komende jaren ingrijpend wijzigen. De Vlaamse overheid voert op grote schaal een grondig erfgoedonder-zoek uit.

16Laatste huzarenstukje in LummenHet Agentschap Wegen en Verkeer plaatste tijdens het Allerheiligenweekend van 2011 de laatste grote puzzelstukken van de vernieuwde verkeerswisselaar in Lummen.

In dit nummer

Laatste huzarenstukje in Lummen 2216

14

09 Topografische metingen voor nv De Scheepvaart

12 Zeepromenade verlengd21 Nieuwe portaalsite wateroverlast23 Schaalvergroting in

de containervaart

En verder…

3

Erfgoed in kaart10‘Soms moet je kansen gewoon grijpen’ 06

Masterplan Kustveiligheid van start

Een middeleeuws schip in de klas

MAGMOW4

BREEDBEELD

Eerste spadesteek voor ’s werelds grootste sluis

e bouw van de sluis is een samen-werkingsverband tussen de afdeling

Maritieme Toegang van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, en het Ge-meentelijk Havenbedrijf Antwerpen. Het nieuwe bouwwerk is de komende jaren een van de grootste infrastructuurprojecten van Vlaanderen. Om en bij de 255 mensen zullen dagelijks werken aan de realisatie. In 2016 zal de sluis, met een prijskaartje van ongeveer 340 miljoen euro, in gebruik worden genomen.

Vlaams sleutelprojectDe bouw van de tweede sluis in de Waas-landhaven is een van de sleutelprojecten van de Vlaamse Regering en past in de doelstellingen van het Pact 2020. Dankzij

Meer info: www.tweedesluiswaaslandhaven.be www.flanderslogistics.be

De eerste officiële spadesteek van de grootste sluis ter wereld is een feit! Vlaams minister Hilde Crevits aan het stuur van de graafkraan.

Met een forse kraanhap heeft Vlaams minister Hilde Crevits op maandag 21 november 2011 de eerste spadesteek gezet voor de bouw van de grootste sluis ter wereld (zie ook de vorige MOWmag). De eerste schepen zullen in 2016 door de nieuwe sluis kunnen varen.

een tweede sluis en de eind vorig jaar af-geronde Scheldeverdieping biedt de Ant-werpse haven een passend antwoord op de schaalvergroting in het scheepvaartverkeer en behoudt de haven haar positie als de nummer twee van Europa.

De Europese Investeringsbank werd bereid gevonden om de helft van de con-structie te prefinancieren. Voor Europa past het project in de verwezenlijking van het Trans-Europese netwerk voor trans-port en de ontwikkeling van de duurzame transportmodi.

D

MAGMOW4

5

Op donderdag 3 november werd in Oostende het nieuwe douaneschip de Zeewolf gedoopt. Bijgestaan door een jongen van het Koninklijk Werk Ibis en geruggensteund door gezagvoerder Roland Schottey en zijn beman-ning wenste de meter, mevrouw Myriam Wellens, de bemanning en het schip een behouden vaart en brak de champagne.

Zoals gebruikelijk heeft de DAB Vloot gezorgd voor een ecovriendelijk vaartuig met zwavelarme brandstof, biocidevrije antifouling op de romp en warmterecupera-tie van de motoren om de accommodatie te verwarmen.

‘ De Wetenschap van de zee’Hoeveel moet een containerschip betalen om het Suezkanaal door te varen? En wat heeft een sta-len zeeschip met een bruistablet gemeen? Op deze en andere vragen geeft het boek De Weten-schap van de zee een antwoord.

De Wetenschap van de zee is een publicatie van het VIaams Instituut voor de Zee. Het onder-

steunt wetenschapsleerkrach-ten uit het secundair onderwijs. Haven- en Waterbeleid heeft vanuit Flanders Port Area mee-geholpen aan het hoofdstuk Zee-havens en maritiem transport. Door zijn aantrekkelijke, vlotte en speelse stijl is De Wetenschap van de zee ook buiten het onderwijs een ideaal cadeau!

Meer info: www.zeewetenschappen.be

Vietnam op bezoekOp 6 december ontving minister Crevits de Vietnamese minister van Transport Dinh La Thang in het Errerahuis. Vlaanderen en Vietnam wisselen al jarenlang ervaring uit in de maritieme en binnenscheepvaart-sector. Sinds 1995 steunt het Departement Mobiliteit en Openbare Werken elk jaar een aantal projecten om kennis te delen. Sinds 1995 investeerde MOW ongeveer 275.000 euro in de opleiding van experts en 860.000 euro voor de uitbouw van de haven- en binnenvaartactiviteiten in Vietnam.

Zeewolf gedoopt

Meer info: www.welkombijvloot.be

Trefdag DijkinspectieOp 30 november vond in Kruibeke de vierde Trefdag Dijkinspectie en -onderhoud plaats. De trefdag wil bijdragen tot doelmatiger in-specties en een gerichter onder-houd van de Vlaamse dijken.

De rode draad van de trefdag waren de raakvlakken tussen ontwerp, inspectie, onderhoud en toetsing van onze dijken. Die verschillende disciplines

zijn gebaat met (vuist)regels en (meet)instrumenten. Ze hel-pen bij de beeldvorming van de dijkopbouw, om de sterkte van de dijk(bekleding) in te schatten en om de ernst van schade in te schatten. Primeur: de vierde trefdag stond ook open voor bedrijven. Ook daar is immers zeer gespecialiseerde kennis voorhanden.

CaDeau

tip

Op de foto, van links naar rechts: pham thanh tung,

Director General of International Cooperation, Louis Van Schel, Managing Director FITA,

Fernand Desmyter, secretaris-generaal Departement MOW,

Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken,

Dinh La tang, minister of Transport of Vietnam, Filip Boelaert,

kabinetschef kabinet minister Crevits, Freddy Wens,

Director FlandersHydraulics.

GEFLITST

MAGMOW66

DIVERSITEIT

O

6MAG

MOW

m het eerst toch maar eens over de streefcijfers te hebben: het doel is

om tegen 2015 33 % vrouwen op het niveau van afdelingshoofd te krijgen. ‘Nu zitten we aan 25 % vrouwen in de MOW-directieraad, dus dat moet lukken’, zegt Hilde Pattijn.

Toch wordt al dat gecijfer bij het panel niet onmiddellijk op gejuich onthaald. ‘Ik voel me daar een beetje ongemakkelijk bij’, zegt Ilse Hoet. ‘Ik was me er niet van bewust dat ik per se een voorbeeld functie moet hebben als ‘vrouwelijke leiding-gevende. Mocht ik vermoeden dat ik onder meer aan het hoofd van mijn afdeling ben gekomen omdat ik vrouw ben, het zou wringen.’

Kiezen voor de besteGelukkig is daar geen gevaar voor. Hilde was bij haar selectie de enige kandidaat die voor de selectieprocedure geslaagd was. Ilse was, intussen 6 jaar geleden, de enige kandidaat voor de functie. ‘De andere celhoofden voelden zich om diverse rede-nen niet geroepen. Zelf vond ik het eigenlijk

Sinds enige tijd hanteert de Vlaamse overheid streefcijfers om de diversiteit van de medewerkers te bevorderen. Wat het aantal vrouwen aan de top betreft, gaat het bij het Departement MOW alvast de goede richting uit: 4 van de 16 afdelingshoofden zijn vrouwen. We interviewden drie van hen tijdens een panelgesprek over diversiteit, en over kansen grijpen als ze zich aandienen.

‘Soms moet je kansen

Drie leidinggevende vrouwen over multitasking, mannenbastions en Margaret

gewoon

7

ook nog wat te vroeg, maar zo gaat dat: als je wacht tot je er volledig klaar voor bent, is de opportuniteit voorbij. Soms moet je kansen gewoon grijpen.’

Dat vindt ook Kathy Vandenmeers-schaut. ‘Acht jaar geleden heb ik deel-genomen aan het assessment voor afde-lingshoofd. Algemeen werd verwacht dat het afdelingshoofd ad interim zou worden benoemd tot volwaardig afdelingshoofd. Hij heeft uiteindelijk voor een andere af-deling gekozen, en ik werd aangesteld als afdelingshoofd. Nu zijn we dus collega’s. Ik ben nog steeds heel tevreden met de kans die ik toen gekregen heb.’

Met andere woorden: streefcijfers heb-ben bij geen van de drie panelleden mee-gespeeld. En maar goed ook, vinden ze alle drie. ‘Als HR-afdeling kun je gerust pogingen doen om kansengroepen aan te trekken, bijvoorbeeld door in te zetten op specifieke wervingskanalen of door groe-pen te stimuleren om aan de examens mee te doen. Maar daarna kies je gewoon voor de beste kandidaat.’

Glazen plafondMOW staat bekend als een mannenbasti-on. Hebben de panelleden nooit last gehad van onwennigheid, als relatieve pioniers? Ilse: ‘Integendeel, het zijn vaak juist de mannen die zich onwennig voelen. Als een vergadering fifty-fifty is, dan zijn er toch altijd een paar mannen die zeggen wow, wat is dat hier?’

‘MOW is ook een departement met veel technisch geschoolde personeelsleden’, zegt Kathy. ‘Er kiezen dan ook meer man-nen dan vrouwen voor een technische op-leiding. Maar dat overwicht is er zeker niet overal. In sommige afdelingen zijn er heel wat vrouwelijke ingenieurs aan de slag.’ Ilse: ‘Mijn afdeling is een typische beleids-afdeling, en daar zit – louter toevallig – maar één man in het directieteam, naast vier vrouwen’.

Het kan ook snel schuiven, zegt Hilde. ‘In mijn afdeling zijn de vrouwen nu al overver-tegenwoordigd, en die trend zet zich voort bij de jonge instromers. Ik zoek voor het ogenblik een dossierbehandelaar voor de

‘Soms moet je kansen

Drie leidinggevende vrouwen over multitasking, mannenbastions en Margaret

personeelsadministratie, en op 30 sollici-taties zijn er 8 mannen. Het zou toch goed zijn als minstens één daarvan het haalt. Een vrouwenbastion is even slecht als een mannenbastion. Evenwicht, dat is het be-langrijkste.’

andere kwaliteiten?‘Ik vind trouwens niet dat dat in de praktijk zoveel verschil maakt, het aantal vrouwen in de directieraad’, zegt Hilde. ‘De theorie is dat er dan een andere leiderschapsstijl binnen-komt, maar dat is veel te zwart-wit. Margaret Thatcher stond niet bepaald bekend om haar softe aanpak. En anderzijds zijn er ook man-nen die veel empathie hebben.’

‘Een goede mix van beide, sturen vanuit empathie, dat is misschien een winnende combinatie’, vindt Kathy. ‘Ik hecht veel be-lang aan collegialiteit, communicatie tus-

grijpen’

MAGMOW88

MAGMOW8

sen de medewerkers en het bereiken van een consensus als team.’

‘Dat is toch eerder karakterafhankelijk’, zegt Ilse. ‘Elk heeft zijn waarden en over-tuiging en dat vertaalt zich in je manier van leidinggeven, of je nu een vrouw of een man bent maakt hier niet uit. Ik heb ook al vast-gesteld dat de perceptie van buiten af niet altijd overeenstemt met hoe je echt bent.’

BalansEen bekende oorzaak van het gebrek aan vrouwen in leidinggevende functies is de aandacht die veel vrouwen hebben voor de balans werk-gezin. ‘Sommige vrouwen kie-zen er bewust voor om niet door te groeien, hoewel ze daar wel de capaciteiten voor hebben’, zegt Kathy. ‘Hopelijk kunnen we met onze persoonlijke verhalen enkele van onze getalenteerde vrouwelijke medewer-kers motiveren om de stap te wagen.’

‘Zeker het eerste jaar als afdelingshoofd is de balans soms ver te zoeken’, beaamt Hilde. ‘Alles is nieuw, dus je bent druk bezig. Maar als je het wilt volhouden, moet er na dat eerste jaar wel een evenwicht komen. Je kunt niet elke dag tot ’s avonds laat en in de weekends bezig zijn. Al zal je regelmatig ook moeten overwerken, dat spreekt.’

Wie is wie?We spraken met drie vrouwelijke afdelingshoofden bij MOW. Erika Verstrepen (hoofd van de afdeling Luchthavenbeleid) kon er door omstandigheden helaas niet bij zijn. Van linksboven naar beneden, met de klok mee:• ilse Hoet is hoofd van de afdeling Haven- en Waterbeleid.• Kathy Vandenmeersschaut is hoofd van de afdeling

Algemene Technische Ondersteuning.• Hilde pattijn is hoofd van de afdeling Personeel & Logistiek.

Opofferingen‘Weet je wat ik dé grote uitdaging vind? Niet zozeer de taak als afdelingshoofd op zich, maar het multitasken’, zegt Ilse. ‘Mijn le-ven voelt soms als een puzzel die nét past. Maar als ik bijvoorbeeld een kind zou heb-ben dat extra zorgen nodig heeft, zou de puzzel niet langer passen. Als vrouw moet je echt voortdurend aan twintig dingen te-gelijk denken.’

Kathy: ‘Het hangt ook af van je omgeving, maar het is inderdaad niet altijd even een-voudig. Het vraagt de nodige organisatie en je moet over een sociaal netwerk beschikken.’

‘We doen het onszelf ook aan’, vindt Hil-de. ‘Het zal wel aan mezelf liggen, maar ik voel me nog altijd meer verantwoordelijk voor mijn huishouden dan mijn man. Als hij allang vindt dat het huis op orde ligt, vind ik nog altijd van niet.’

Voldoening‘De kunst bestaat erin het juiste evenwicht te vinden’, zegt Kathy. ‘Je kan niet in al-les perfect zijn. Maar ik haal enorm veel energie uit deze job. Zeker als ik zie hoe sommige medewerkers zich met de jaren ontplooien. Dat geeft mij een enorme vol-doening.’

‘Het is maar hoe je jezelf organiseert’, vindt Ilse. ‘Gemiddeld vier dagen op vijf ga ik voor 17 uur naar huis omdat ik mijn kinderen zelf wil ophalen. Maar ik ben wel op kantoor om 7.30 u. ’s morgens en ik vind het ook geen probleem om ’s avonds nog wat te werken zodra de kids in bed liggen. Het komt erop aan om je dag in te delen, zodat die past bij je gezin en je aanpak. Daar krijgen we ook de ruimte voor, als het werk maar af geraakt.’

‘Je merkt trouwens dat ook meer en meer mannen belang hechten aan een goede balans werk-privé. Zeker voor de jongere generatie is werk niet meer de hoofdbezorgdheid. Jonge mensen willen wel 14 dagen keihard werken, maar daarna moet je ze ook 14 dagen met rust laten. Er is steeds meer flexibiliteit. Alleen is het sta-tuut van de Vlaamse overheid daar nog niet aan aangepast.’

Toch heeft de Vlaamse overheid alvast op dat gebied een concurrentievoordeel te-genover veel privébedrijven, vindt Hilde. ‘We zetten sterk in op de balans werk-privé met onder andere heel wat verlofstelsels. In de war for talent is dat bij de huidige generatie zeker een pluspunt. Anderzijds is het door de afwezigheden die dat meebrengt niet evident om je dienst te organiseren.’

9

Sinds 2009 voert de cel Fotogrammetrie-Topografie van de afdeling Algemene Technische Ondersteuning (ATO) continu topografische metingen uit voor nv De Scheepvaart. Daarvoor is een samenwerkingsovereenkomst opgesteld. Ook in 2011 zijn binnen die overeenkomst heel wat projecten uitgevoerd.

v De Scheepvaart en de cel Foto-grammetrie–Topografie van de

afdeling ATO werken continu aan het op-timaliseren van hun samenwerking. De cel Fotogrammetrie–Topografie zet een vaste topograaf in per samenwerkingsovereen-komst. Nv De Scheepvaart voorziet per project in een vast aanspreekpunt. Beide partijen hebben door de continue samen-werking een goed inzicht opgebouwd in de wederzijdse professionele verwachtingen.

BrugverhogingenIn 2011 voerde de afdeling ATO de verschil-lende topografische opmetingen uit voor nv De Scheepvaart: de onderbouw van de brug in de E34 over het Albertkanaal in Oelegem,

de sluis nr. 2 aan de Blauwe Kei in Mol, de brug Meerhout-Veedijk over het Albertka-naal in Meerhout, het sluizencomplex en omgeving aan het Albertkanaal in Wijne-gem, de brug Deurne-Bal in Antwerpen en de bocht van het Albertkanaal ter hoogte van de Antwerpse Ring in Merksem.

Een groot deel van de opmetingen past binnen het project om de vrije doorvaart-hoogte onder de bruggen over het Albert-kanaal te verhogen tot 9,10 meter, zodat vierlaagse containervaart mogelijk wordt. Daarvoor moet een groot aantal bruggen worden herbouwd of opgevijzeld. Ook wordt het Albertkanaal in het vak Wijnegem–Ant-werpen verbreed om het geschikt te maken voor vierbaksduwvaart. Een ander deel van

voor nv De Scheepvaart

N de projecten heeft betrekking op het ver-nieuwen van sluizen, zodat de capaciteit van de sluizen kan worden verhoogd.

Vrachtverkeer terugdringenDe topografische metingen van de afde-ling ATO en de daaruit voortvloeiende ter-reinmodellen geven de ingenieurs van nv De Scheepvaart een basis om de nodige ontwerpen aan te maken. Het uiteinde-lijke doel is om het vrachtverkeer op de (snel) wegen terug te dringen door zoveel mogelijk goederen via de binnenscheep-vaart te vervoeren. Daar draagt de afdeling ATO graag een steentje toe bij!

Opmetingen voor brugverhogingen albertkanaal

Meer info: www.flandersportarea.be

topografische metingen

MAGMOW10

en kogge is een scheepstype dat een bijzonder belangrijke rol heeft gespeeld in de middeleeuw-

se handel. In de late middeleeuwen was het huidige Vlaamse Gewest een belangrijk economisch en cultu-reel gebied in Europa. De havens van Brugge en Ant-werpen waren cruciale handelsknooppunten binnen de Hanze, een samenwerkingsverband van handelaren en steden in het gebied rond de Noord- en Oostzee.

Allerlei schepen zorgden voor de logistieke sterkte van de handelssteden, maar de kogge werd het meest gebruikt als robuust schip dat grote ladingen kon ver-voeren en bovendien vrij bedrijfszeker was.

unieke vondst‘Tot enkele decennia geleden kenden de historici het schip alleen uit afbeeldingen’, zegt Tom Lenaerts, projectleider van het Kogge-onderzoek. ‘Sinds de jaren 60 werden er in het buitenland ook materiële resten van koggen gevonden, meestal fragmenta-risch. De kogge die we in 2000 in Doel vonden, is uit-

MOW

10

E

Sinds 2010 onderzoekt een team van het Agentschap Onroerend Erfgoed een middeleeuws handelsschip uit de 14de eeuw: een kogge. Die kogge heeft een eigen blog, twitter- en facebookaccount én een leuk educatief project voor middelbareschoolkinderen.

zonderlijk goed bewaard en daarom een ontdekking van Europees belang.’

De Kogge werd in 2000 ontdekt tijdens graafwerken aan het Deurganckdok in Doel. Het gevaarte is gemaakt van eikenhout, en is ongeveer 22 meter lang en 7 meter breed. Toen het in de vaart was, moet het netto zo’n 100 ton gewogen hebben. In 2002 werden de resten gevon-den van een tweede, fragmentair bewaarde kogge met een lengte van ongeveer 14 meter.

‘De kogge van Doel is een van de best bewaarde laat-middeleeuwse schepen in Europa’, zegt Tom Lenaerts. ‘Ze wordt momenteel grondig onderzocht door experts in de scheepsbouwkunde, pollenonderzoek, dendro-chronologie en conservatie. Dat moet een beter inzicht geven in de middeleeuwse maritieme geschiedenis en de evolutie van de scheepsbouw.’

Voor het onderzoek is een internationaal en mul-tidisciplinair wetenschappelijk comité opgericht, dat het wetenschappelijk onderzoek en het Kog-geproject ook de nodige internationale uitstraling zal geven.

interactief projectBijzonder aan het onderzoek: het is live te volgen via een blog, facebook en twitter. Onroerend Erfgoed heeft nu ook een interactief project ontwikkeld waaraan ge-schiedenisleerkrachten uit het derde middelbaar ASO/TSO kunnen deelnemen met hun klas. Samen met De Kogge reizen de leerlingen terug in de tijd, terwijl ze

een middeleeuws schip in de klasEducatief e-project over De Kogge

MAGMOW10

11

MOW

aanwijzingen zoeken over zijn identiteit, vindplaats, reisweg, lading en vergaan.

Onderweg steken de leerlingen iets op over verschil-lende aspecten van de middeleeuwse samenleving: over de scheepvaart en de Hanze, maar ook over de groei van steden, het ontstaan van internationale han-del en over het belang van jaarmarkten.

Virtueel bezoekHet mysterie van De Kogge bestaat uit een kant-en-klaar informatiepakket met opdrachten rond historische do-cumenten, afbeeldingen en kaarten, gevolgd door een virtueel bezoek aan het Koggelaboratorium. Tijdens die live verbinding maken de leerlingen rechtstreeks contact met het laboratorium waar het schip op de on-derzoekstafel ligt en quizzen ze zich een weg tot in het hart van het onderzoek.

Het project biedt leerlingen de kans om kennis te maken met een heel specifieke expertise, op een plek die voor de school anders moeilijk bereikbaar is. De didactische meerwaarde schuilt in de interactie. Leer-lingen kunnen rechtstreeks vragen stellen aan een erf-goedexpert. Tegelijk communiceren ze met leeftijds-genoten over het onderwerp.

Meer info: www.kogge.be www.facebook.com/dekogge www.twitter.com/dekogge www.faronet.be/expert-inde-klas

even voorstellenZo stelt De Kogge zichzelf voor aan de leerlingen:“Opgegraven worden is heel verwarrend. Eerst be-vind je je honderden jaren in een zwart niets. Op-eens wordt die zalige droomslaap verstoord door een stekende pijn. Het gekraak van planken. Licht. Veel mensen. Lawaai. Mijn hoofd duizelt er nog van. Al weet ik niet of ik een hoofd heb? Ik ben een kogge. Dat zeggen ze me althans. Allemaal goed en wel. Maar ik heb geen idee wat die term precies inhoudt. Kogge. Kogge. Wat een raar woord. Zeker als je het een paar keer achter elkaar uitspreekt. Kogge. Kogge. Kogge.”

Interessante inspiratiedag Flanders Port Area

Op 11 oktober organiseerde Flanders Port Area (FPA) een inspiratiedag rond het thema Havens en omwonenden – samen werkt beter. Ongeveer 120 deelnemers uit havenkringen en beleidsorganen kwamen daarvoor samen in het schitterende kader van de Nationale Plantentuin in Meise.

e deelnemers aan de inspiratiedag dachten sa-men met dagvoorzitter Lieve Verfaillie, bemid-

delaar Grootschalige Vlaamse Infrastructuurprojecten, na over manieren om burgers beter te betrekken bij belangrijke projecten in de havens.

In de voormiddag vonden drie lezingen plaats rond de beleefbaarheid van een stad in een havencontext op Europees niveau, het stakeholdersmanagement in een havenomgeving en het versnellen van procedures bij infrastructuurprojecten.

In de namiddag werd met een aantal goede prak-tijken en inspirerende voorbeelden aangetoond op welke manier de maatschappelijke betrokkenheid kan leiden tot een beter proces. Onder kundige leiding van moderator Johnny Vansevenant vond tot slot een boei-end panelgesprek plaats met onder meer gouverneur Cathy Berx. Minister Hilde Crevits sloot de geslaagde inspiratiedag af.

Meer info: De powerpointpresentaties, het programma en de sfeerbeelden zijn te vinden op www.flandersportarea.be.

D

Samen werkt beter!

een middeleeuws schip in de klas

MAGMOW12

XXX

12

Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits en burgemeester Patrick Moenaert van Brugge hebben op 25 oktober het startschot gegeven voor de verlenging van de Saint-George’s Day-wandeling. Dat is een nieuw stuk promenade in Zeebrugge, met een lengte van 500 meter.

oor de verlenging van de wandelweg in Zeebrugge wordt de zee weer een

stuk dichter bij de wandelaar gebracht. Die krijgt ook een beter zicht op de haven van Zeebrugge en alle activiteiten daar. Als al-les meezit, is de vernieuwde wandeling te-gen de volgende zomervakantie klaar.

Lange voorgeschiedenisDe nieuwe promenade heeft een lange voor-geschiedenis. Bij de bouw van de nieuwe havendammen in de haven van Zeebrugge in de jaren 80 werd een brede wandelweg aangelegd op de eerste 500 meter van de westelijke havendam. Die wandelweg was een compensatie voor de weg op de oude havendam, die door de werkzaamheden ontoegankelijk werd.

Ongeveer 10 jaar later ijverde de stad Brugge voor een verlenging van de wan-delweg omdat de aanzanding tegen de westelijke dam toenam en het directe contact met de zee verdwenen was. Maar dat bleek een technisch erg ingewikkeld

project. Bovendien was er tijdens de jaren 90 bij hoogwater nog altijd rechtstreekse golfaanval mogelijk op de havendam, wat een vrij zware constructie noodzakelijk maakte. In die periode bleek de verlenging van de wandeling niet haalbaar.

Toch verdween het plan niet van de te-kentafel. Bij de opmaak van het Strategisch Plan voor de haven van Zeebrugge in 2004 werd de verlenging opnieuw opgenomen. Dat gebeurde vanuit de idee om de havens dichter bij de bevolking te brengen, om te streven naar een leefbare haven voor ie-dereen. De stad Brugge liet, met Europese subsidies, een haalbaarheidsstudie uitvoe-ren. Die toonde aan dat een oplossing nu wel technisch haalbaar is.

Hoogstaand ontwerpHet studiebureau SBE en de afdeling Ma-ritieme Toegang van de Vlaamse Overheid hebben werk gemaakt van een hoogstaand ontwerp. Geen gemakkelijke opdracht: ze moesten met heel wat factoren rekening

DBy George!De naam van de wandeling in Zeebrugge herinnert aan Saint George’s Day, de zee-slag van 22 en 23 april 1918. In de hoofdrol: de Britse vice-admiraal Keyes, die het bevel voerde over 168 schepen en kleine vaartui-gen en een troepenmacht van 1.800 man.

De aanval op Zeebrugge begon met een afleidingsmanoeuvre: drie kruisers, waaron-der de Vindictive, bestormden de havendam om het Duitse zware geschut uit te schake-len. Ondertussen probeerden drie kruisers gevuld met cement om de haveningang voor de zeesluis te bereiken en ze daar tot zinken te brengen, zodat het voor de U-boten on-mogelijk zou worden nog uit te varen.

De aanval was een succes: de Engelsen slaagden erin twee van de drie kruisers net voor de sluisdeur tot zinken te bren-gen. De slag om Zeebrugge wordt nog elk jaar herdacht.

Zeepromenade verlengd

13

Infomarkt MeR N8De N8, de verbinding tussen Veurne en Ieper, staat geboekstaafd als een missing link in Vlaanderen. De Vlaamse overheid wil de doorstroming, verkeersveiligheid en leefbaarheid op en rond de N8 verbeteren.

n opdracht van AWV voert studiebureau Tritel momenteel een vervolgstudie uit voor het project-MER. Dat rapport onderzoekt

de effecten op mens en milieu van een project, in dit geval de her-aanleg van de N8. Tegelijk wordt gekeken hoe negatieve gevolgen kunnen worden vermeden, gemilderd of gecompenseerd.

Nieuwe formuleZo’n project-MER-procedure is geen makkelijke materie voor de meeste bewoners. Daarom organiseerde Wegen en Verkeer West-Vlaanderen in november twee infomomenten om de bewoners wegwijs te maken in het MER: op 21 november in Alveringem en op 24 november in Ieper.

Meestal wordt een dergelijk project-MER uiteengezet op een infoavond, met een deel presentatie en een deel waar bewoners vragen kunnen stellen. Helaas komen dan vaak alleen de meest mondige mensen aan het woord, of de grootste tegenstanders. Daarom koos Wegen en Verkeer West-Vlaanderen bewust voor de formule van een infomarkt.

Face-to-faceIn de infomarkt werd de algemene informatie over het dossier gegeven via panelen met tekst en illustraties. Bezoekers konden ook een korte powerpointpresentatie bijwonen met meer uitleg over de MER-procedure en welke rol de burger daarin kan spelen. Ten slotte konden de bezoekers plaatsnemen aan verschillende tafels waarop plannen ter inzage lagen per deelgebied. Dat gaf ook minder mondige mensen de gelegenheid om face-to-face vragen te stellen of opmerkingen te geven aan de medewerkers van AWV en studiebureau Tritel.

In totaal kwamen zo’n 300 geïnteresseerden de infomarkten be-zoeken. De reacties van de bewoners zullen waarschijnlijk tegen eind januari worden bekendgemaakt op de website van de dienst MER: www.mervlaanderen.be.

houden. Er was ten eerste de opbouw en stevigheid van de strekdam zelf, maar de verlenging moet op lange termijn natuurlijk ook bestand zijn tegen het ruwe zeeklimaat van onze kust.

Uiteindelijk is gekozen voor een lichte maar stevige metalen constructie die op de bestaande blokken wordt gemonteerd. Aan de zeezijde komt een leuning en aan de havenzijde een hekwerk dat het zicht op de haven mogelijk maakt.

Het nieuwe wandelpad zal vier meter breed zijn. Het gedeelte dat boven de be-staande kruinblokken komt, zal een geslo-ten vloerstructuur hebben zodat het voor iedereen goed toegankelijk is. Er zijn ook open vloerroosters, zodat water en zand erdoor kunnen vallen en zodat het contact met het bestaande strand en de zee zo groot mogelijk is.

Zomer 2012Op twee plaatsen, halfweg en op het einde van de nieuwe wandeling, worden halfronde uitzichtplatformen gebouwd waar de wan-deling tot 10 meter breed wordt. Die zul-len voorzien zijn van stijlvolle zitbanken. De nieuwe wandeling zal op de bestaande wandeling aansluiten met een toegangs-helling die ook rolstoelgebruikers en kin-derwagens eenvoudig toegang zal geven tot de nieuwe wandeling.

Als alles volgens plan verloopt, kuieren de eerste wandelaars tegen de zomerva-kantie van 2012 op de nieuwe promenade.

Zeepromenade verlengdI

MAGMOW1414

et de studie Ruraal erfgoed Lin-kerscheldeoever wil de Vlaamse

overheid de kennis van het rurale erfgoed en zijn geschiedenis nauwkeurig inventa-riseren, documenteren en bewaren. Het is nadrukkelijk de bedoeling om de weten-schappelijke documentatie van het erfgoed te verzekeren en de ontwikkeling van de Waaslandhaven te vergezellen van een his-torische en archeologische getuigenis. Het behoud van het aanwezige erfgoed zal in de meeste gevallen immers niet mogelijk zijn.

Van databank tot adviesDe erfgoedstudie is gestart op 4 oktober 2011 en zal ongeveer een jaar duren.De erfgoedstudie bestaat uit 3 fasen. Een eerste wetenschappelijke fase moet lei-den tot een databank die gegevens in kaart brengt over archeologie, bouwkundig erf-

M goed, cultuurhistorische landschapswaar-den en andere historische gegevens.

In een tweede fase maakt het studie-bureau een waarderingskader op. De be-vindingen uit de eerste fase worden weten-schappelijk vergeleken met gelijkaardig erfgoed in de omgeving.

In de derde fase zullen de deskundi-gen van het studiebureau aanbevelingen formuleren over hoe om te gaan met het onroerend erfgoed bij de verdere ontwik-keling van de Waaslandhaven. In die fase gebeurt de evenwichtsoefening tussen de vastgelegde erfgoedwaarden in het waar-deringskader en de geplande projecten in het ontwikkelingsgebied.

Wie doet wat?De erfgoedstudie kost 230.000 euro en wordt gefinancierd door het Departement

erfgoed in kaartUnieke studie over landbouwerfgoed op de Linkerscheldeoever

Het polderlandschap op de Linkerscheldeoever zal de komende jaren ingrijpend wijzigen door de ontwikkeling van de Waaslandhaven. Veel van het bestaande erfgoed zal daarbij verloren gaan. Daarom voert de Vlaamse overheid in het gebied op grote schaal een grondig erfgoedonderzoek uit.

Mobiliteit en Openbare Werken, het Ge-meentelijk Havenbedrijf Antwerpen en de Maatschappij Linkerscheldeoever. De af-deling Maritieme Toegang leidt het project.

De studie is gegund aan het studiebureau Tritel uit Antwerpen. Delen van de studie worden in onderaanneming uitgevoerd door de Universiteit Antwerpen onder leiding van Prof. Tim Soens, en door GATE die het boor-onderzoek en de archeologische advisering verzorgen.

Aansturing en opvolging van de studie gebeurt door een begeleidingsgroep van 15 instanties. Naast de financierende partners hebben ook het Agentschap Onroerend Erf-goed van de Vlaamse overheid, de erfgoed-cel van Interwaas, de gemeentebesturen van Beveren en Sint-Gillis-Waas en de ini-tiatiefnemers voor de verschillende project-gebieden zitting in de begeleidingsgroep.

15

Monumenten in Doel dorpIn Doel centrum bevinden zich 3 beschermde monumenten: het Hooghuis, de Schelde-molen (molen van Doel) en het orgel uit de Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk. Het studiebureau Tritel heeft in opdracht van de afdeling Maritieme Toegang onderzocht wat de verplaatsingsmogelijkheden en -voor-waarden zijn van het bij wet beschermde erfgoed in het dorp Doel.•DeverplaatsingvanhetHooghuisisveruit

het meest complex, vanwege de slechte staat waarin het gebouw zich bevindt, en vanwege het type erfgoed. Als oudste woning van Doel dankt het Hooghuis een groot deel van zijn betekenis immers aan de specifieke locatie binnen de polder (naast de kerk).

•Omdatmolensbehalvegebouwenook werk tuigen zijn, bestaan er tal van voorbeelden van molenverplaatsingen die voor de Scheldemolen als inspiratie kunnen dienen.

•Hetorgelverplaatsenistechnischhet eenvoudigst. Er moet echter over worden gewaakt dat het orgel zijn rol als muziekinstrument ook in de toekomst kan vervullen.

Monumenten en hun contextInternationale erfgoedcharters stellen duidelijk dat een monument pas betekenis heeft in zijn context. Het origineel ter plaat-se bewaren en onderhouden is dus altijd de beste oplossing. (Delen van) bouwkundig erfgoed verplaatsen en reconstrueren op een andere plaats is een ingreep die alleen als laatste redmiddel mag worden ingezet omdat het in alle gevallen leidt tot het ver-lies van erfgoedwaarden.

Over de zin van het behoud ter plaatse kunnen natuurlijk wel vragen rijzen als de context van een monument drastisch wij-zigt, of als het monument zelf in zijn voort-bestaan wordt bedreigd. Zeker het eerste is in het Antwerpse havengebied al decennia lang het geval.

Als een bepaalde erfgoedwaarde door de geplande havenuitbreidingen niet be-houden kan blijven, kan een verplaatsing worden overwogen. Die moet dan gebeuren binnen de richtlijnen van de internationale charters. Primordiaal daarbij zijn de keuze

van de verplaatsingswijze, de vraag of er een vergelijkbare en betekenisvolle nieuwe context kan komen met een duurzaam toe-komstgericht gebruik, en het behoud van materiële kenmerken.

Vroegere verplaatsingenHoe is de overheid bij eerdere havenuit-breidingen omgegaan met beschermde erfgoedwaarden?• De kerktoren van Wilmarsdonk is ter

plaatse bewaard. De sterk gewijzigde context heeft er hier voor gezorgd dat de oorspronkelijke waarde en beteke-nis grotendeels verdwenen zijn. Meer nog: door het gebrek aan functie is de kerktoren van Wilmarsdonk momenteel ernstig vervallen.• Na aankoop van de Eenhoorn

(witte molen) in Lillo liet de stad Antwer-pen de molen omwille van de havenuit-breiding afbreken en verplaatsen naar zijn huidige standplaats aan de Scheldelaan.

MAGMOW1616

Het Agentschap Wegen en Verkeer plaatste tijdens het Allerheiligenweekend van 2011 de laatste grote puzzelstukken van de vernieuwde verkeerswisselaar in Lummen. Op vier dagen tijd maakten vier bruggen plaats voor twee nieuwe bruggen die de aannemer op voorhand langs de E313 had gebouwd en werd een nieuwe wegenis aangelegd boven en onder de nieuwe bruggen.

O

Laatste huzarenstukje in Lummen

m het verkeer van de E313 op te vangen, werden 2 tijdelijke wegen parallel met de snelweg aangelegd

zodat de weggebruikers niet moesten omrijden. Alleen wie van Leuven naar Antwerpen en van Genk naar Hasselt wilde, moest omrijden via het eerstvolgende complex.

1. Vier bruggen verwijderdZodra de nodige signalisatie was aangebracht, startte de aannemer met de afbraak van de twee bestaande en twee tijdelijke bruggen. De tijdelijke brugdekken wer-den met een kraan opgehesen en onmiddellijk afge-voerd. Vervolgens werden de damplanken verwijderd. Tegelijkertijd begon de afbraak van de 2 oude bruggen in de E313.

2. twee nieuwe bruggenNa het verwijderen en opruimen van de 4 bestaande

1.

2. 3. 3.

17

Laatste huzarenstukje in Lummen

KijkevenementTijdens de werkzaamheden organiseerde AWV Limburg een kijkevenement met een Halloweensfeer, wat aansloot bij de eerder gevoerde advertentiecampagne in een aantal dagbladen. De locatie bood een zicht op de wisselaar. In de tent konden de bezoekers de werken live volgen en de beelden van de voorbije werkzaamheden bekijken op een aantal grote plasmaschermen. Als extra or-ganiseerde de afdeling voor de snelle inschrijvers een aantal rondleidingen op de werf. Het evenement was een voltreffer: er kwamen niet minder dan 2500 tevreden bezoekers op af.

bruggen en het uitvoeren van de nodige grondwerken, begon het inschuiven van de twee nieuwe bruggen die in de voorgaande maanden langs de E313 werden ge-bouwd. Elke brug woog 10.000 ton en werd door zes vijzels over een betonnen glijplaat tot op de definitieve locatie geduwd. Na de schuifwerken werd de glijplaat afgebroken om de aansluiting met de bestaande wege-nis aan te leggen.

3. asfalt en markeringenTot slot legde de aannemer de nodige wegenis boven en onder de nieuwe bruggen aan om vervolgens de mar-keringen aan te brengen. Tijdens de nacht van dinsdag 1 november op woensdag 2 november werd om 2.10 uur de richting Antwerpen-Hasselt als eerste geopend. Om 4.50 uur was de richting Genk-Hasselt als laatste aan de beurt.

3.

MAGMOW18

MAGMOW18

uit de startblokken

Met de voorziene oplevering in april 2012 van de module eDelta Contractuitvoe-ring start de vervanging van Delta, de be-drijfstoepassing waarmee MOW gedurende twee decennia haar overheidsopdrachten Werken heeft beheerd.

Sinds 2011 kan eDelta worden gebruikt voor het ontwerp van nieuwe bestekken en het plaatsen van opdrachten. Naast het opmaken van de meetstaat biedt eDelta de mogelijkheid om de bestekbepalingen op te stellen op basis van het standaardbestek.

Met eDelta wil MOW het beheer en de op-volging van haar overheidsopdrachten beter ondersteunen en digitaliseren. Daarbij ne-

men alle betrokken actoren – dossierbeheer-der, projectingenieur, leidend ambtenaar, werftoezichter, delegatiehouder – hun rol in de applicatie actief op.

De integratie met het financiële systeem wordt herwerkt. Facturen zullen in de toe-komst door de centrale boekhoudafdeling worden ontvangen en alleen in het financiële systeem worden verwerkt.

ATO organiseert de opleidingen voor trai-ners. De aandacht gaat in eerste instantie naar de opstart van de overheidsopdrachten Werken. Vanaf 1 januari 2013 zullen ook de overheidsopdrachten Leveringen en Dien-sten in eDelta worden opgenomen.

Stiller in de dagrandFlanders Logistics testte met het Piek-pilootproject of het goederenvervoer naar en van supermarkten efficiënter en duur-zamer kan verlopen door het laden en lossen van goederen ook toe te laten tij-dens de dagrand. Aan het project werkten, naast de Vlaamse overheid, het Steunpunt Goederenstromen en een extern onder-zoeksbureau, negen steden en gemeen-ten, en de distributeurs Colruyt en Delhaize mee. De Vereniging voor Vlaamse Steden

KORT

eDelta

19

Stiller in de dagrand

In 2005 werd beslist dat laboratoria die proeven voor AWV wensten uit te voeren, een Beltest–accreditatie (nu Belac) moes-ten hebben. Om zelf niet achter te blijven, werd toen ook beslist dat ook het laborato-rium van Wegenbouwkunde, met name de sectie Materialen, een geaccrediteerd labo moest worden.

Het accreditatietraject is niet van de poes. Naast de gebruikelijke documen-

en Gemeenten en Comeos speelden een faciliterende rol. Ook de vakbonden en omwonenden werden via informatieses-sies en buurtvergaderingen betrokken.

Minister Crevits stelde op 23 januari de resultaten van het pilootproject voor. En die zijn uitermate positief. Leveringen met stil materiaal in de dagrand hebben een aan-tal duidelijke voordelen voor de betrokken distributeurs: dalend brandstofverbruik, hogere gemiddelde snelheid waardoor

tatie moesten ook alle toestellen worden gekalibreerd. Om de vertrouwelijkheid van gegevens te bewaren werden biosloten ge-installeerd die de identiteit controleren via vingerafdrukken.

Sinds 6 september 2011 is de afde-ling Wegenbouw geaccrediteerd om de indringing en verweking van bitu-men, de relatieve dichtheid en de holle ruimte van asfalt en de druksterkte en

wateropslorping van beton te bepalen. Daarnaast is Wegenbouwkunde ook geaccrediteerd om monsters te nemen van vers asfalt en voor de monstername door kernboringen.

Daarmee hebben we de kwaliteit van ons onderzoek op verschillende wegenismaterialen stevig verzekerd. Proficiat aan iedereen die daaraan mee-geholpen heeft!

Laboratorium Wegenbouwkunde geaccrediteerd

minder manuren nodig zijn voor dezelfde activiteiten, organisatorische baten en een positief effect op het imago. Ook voor de sa-menleving zijn er een aantal baten: minder uitstoot, een betere bereikbaarheid van de stad, minder ongelukken en geen bijkomen-de overlast voor de omwonenden.

Gezien deze positieve resultaten, kon-digde minister Crevits aan dat er op korte termijn een PIEK2-vervolgtraject zal wor-den opgestart.

MAGMOW20

MAGMOW20

De fietskoeriers geven zelf aan dat bedrij-ven hen nog te weinig kennen. Minister Crevits organiseerde daarom op 24 oktober een persmoment om de fietskoeriers een steuntje in de rug te geven. Ze start een sa-menwerkingstraject met de bedrijfswereld en gaat na hoe fietskoeriers binnen de eigen Vlaamse diensten kunnen worden ingezet. Er zal ook worden samengewerkt met de VVSG om het gebruik van fietskoeriers bin-nen de steden en gemeenten te promoten.

In het Eén-programma Volt kroop wiel-renner Nick Nuyens alvast in de huid van een fietskoerier. Zo toonde hij aan dat trajecten in de stad sneller kunnen worden afgelegd met de fiets dan met de bestelwagen.

Fietskoeriers zijn een slimme en duurza-me oplossing voor stedelijke distributie, vooral voor het vervoer van kleine lichte documenten en pakketten. Dat heeft een onderzoek van het Steunpunt Goederen-stromen aangetoond.

Fietskoeriers duiken al langer op in Londen, Parijs of Amsterdam. In Vlaan-deren komen de centrumsteden Aalst, Antwerpen, Brugge, Genk, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout als markt duidelijk in aanmerking. Omdat het aantal spelers nog beperkt is en de markt groot, liggen er nog kansen voor het grijpen.

Vlaanderen zet in op

fietskoeriers

Nieuw!www.poortoost.be

Er staan heel wat ontwikkelingen op sta-pel rond de stad Antwerpen die belangrijk zijn voor de mobilteit en bedrijvigheid in de regio. Van spoor- en tramverbindingen tot autosnelwegen en nieuwe bedrijventerrei-nen: telkens gaat het om projecten waar een heel planningsproces aan voorafgaat.

Om een goed overzicht te geven van al die ontwikkelingen is nu de website www.poortoost.be opgericht. De website geeft

een overzicht van de grote projecten aan de oostelijke (toegangs)poort van de stad Antwerpen. Voor een aantal van de projec-ten worden momenteel de milieueffecten onderzocht. Gebruikers kunnen tijdens de publieke consultatieronde inzage krijgen in wat onderzocht wordt, en adviezen of sug-gesties geven.

De portaalsite is een initiatief van het Agentschap Wegen en Verkeer en Infrabel.

21

publiek deelDe publieke portaalsite zal een kaart van Vlaanderen omvatten met alle meetpun-ten op de waterlopen en de daar gemeten en/of voorspelde overstromingsstatus. De meetpunten krijgen elk een kleurencode mee op basis van 4 fasen: normaal, pre-waak, waak en alarm. De bezoeker zal onder andere de mogelijkheid hebben om gericht te zoeken op zijn gemeente, wa-terloop of adres.

Het publieke gedeelte zal tegen medio 2012 gerealiseerd worden. Wie op een meetpunt klikt voor meer informatie, zal

Nieuwe portaalsite

Op initiatief van de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) wordt een nieuwe publieke portaalsite voor crisissituaties bij wateroverlast ontwikkeld. Voor die site zijn verschillende overheidsinstanties rond de tafel gezet om één platform te creëren die alle waarnemingen en voorspellingen over kwantitatief waterbeheer bundelt.

wateroverlast

in een eerste fase voorlopig nog worden doorgelinkt naar de onderliggende web-sites: ofwel www.waterstanden.be, ofwel www.overstromingsvoorspeller.be.

professioneel deelOp een (afgeschermd) professioneel ge-deelte vinden onder meer waterbeheer-ders, hulpdiensten, gemeenten, provincies en de federale overheid gespecialiseerde informatie op maat. Het afgeschermde deel zal alle huidige webtoepassingen inzake waterkwantiteit integreren in één Content Management Systeem. Voor de ge-

bruikers maakt het immers niet uit welke overheid de cijfers geeft: als ze maar juist en volledig zijn, en eenvoudig te raadple-gen. Het professionele gedeelte zal tegen eind 2012, begin 2013 in de lucht gaan.

De overheidinstanties die momenteel betrokken zijn bij het project zijn het Depar-tement MOW (Waterbouwkundig Laborato-rium–Hydrologisch Informatiecentrum), de afdeling Kust, Waterwegen en Zeekanaal nv, nv De Scheepvaart , VMM (afdeling Opera-tioneel Waterbeheer), de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en de Vereniging van Vlaamse Provincies.

Vlaanderen zet in op

fietskoeriers

MAGMOW2222

et Masterplan Kustveiligheid is op 10 juni 2011 door de Vlaamse Regering

bekrachtigd en de voorgestelde bescher-mingsmaatregelen zijn goedgekeurd. De hele opzet van het plan is om de Vlaamse kust tegen 2015 te beschermen tegen zeer zware stormen. De opmaak van het detail-ontwerp en de systematische uitvoering van deelprojecten wordt besproken met de lo-kale besturen. In sommige kustgemeenten is in opdracht van de MDK-afdeling Kust ondertussen al met de uitvoering van de werken gestart.

H

Masterplan Kustveiligheid van start

Op maandag 3 oktober gaf minister Crevits in Koksijde officieel het startsein voor de eerste werken van het Masterplan Kustveiligheid. De werken moeten de kust beter beveiligen tegen stormen.

Strand verhoogdIn de twaalfde eeuw bouwden de monniken van de Duinenabdij in Koksijde dijken rond hun schorrengebieden om ze te bescher-men tegen de zee. Het waren meteen de eerste zeeweringswerken in Vlaanderen. Op 3 oktober 2011, ruim 9 eeuwen later, zijn nu de eerste werken van start gegaan voor de beveiliging van de hele Vlaamse kust tegen de zee – ook in Koksijde.

Koksijde is een van de plaatsen langs de Vlaamse kust waar volgens het Masterplan Kustveiligheid zonder uitstel actie nodig is

om ze te beveiligen tegen zware stormen en overstroming. Het gaat vooral om zwakke duingebieden en badplaatsen in een ver-stedelijkte omgeving.

Om Koksijde beter te beschermen, moet er op het strand over 1.500 meter zowat 248.000 kubieke meter zand bijkomen. Zo ontstaat er een hoog strand tot op het ni-veau van de zeedijk in de zone tussen Sint-Idesbald en Koksijde-Ster der Zee. Die werken zijn nu gestart. In een eerste fase is op het strand met buizen van 18 meter een stalen zinkerleiding geconstrueerd. Die onderwaterleiding is daarna in zee gelegd.

SpektakelHet eigenlijke opspuiten van zand werd uitgevoerd vanaf de sleephopperzuiger Artevelde, die ruim 20 kilometer ver in de Noordzee het zand ging halen. Het schip begaf zich daarna naar een koppelpunt op zee en sloot aan op de drijvende lei-ding. Vermengd met water werd het zand uit het schip op het strand gespoten. Als afwerking duwden bulldozers het zand in het juiste profiel. Dat alles zorgde voor heel

23

apiteinTony Hylebos is voorzitter van de Antwerpse Scheepvaart-

vereniging en Manager Operations van Maersk Benelux. ‘De evolutie in de containertvaart in de laatste jaren is gigantisch’, zegt hij. ‘De capaciteit van de schepen is vertienvoudigd en de lengte verdubbeld.’ De reden van die ontwikkeling ligt in de ‘triple E’s’: economies of scale, energy efficient en environmentally improved.

DrukContainertarieven staan onder steeds grotere druk. Als een reder de prijs-zetting niet meer kan controleren, kan hij zijn opbrengst alleen nog ver-hogen door in de kosten te snoeien. Hoe groter het schip, hoe lager de kost per eenheid. De sterke stijging van de bunkerkosten in de laatste ja-ren heeft die evolutie nog versterkt. Tony Hylebos: ‘In 2009 betaalden we voor onze bunkers 350 dollar per ton. Nu is de prijs gestegen tot bijna 655 dollar per ton.’

Daarenboven zijn de nieuwe moto-ren veel milieuvriendelijker. ‘De nieu-we motoren van de triple E-klasse leveren een snelheid van 23 knopen op, tegenover 25 knopen voor de E-klasse (Emma Maersk). Maar ze zijn ook geschikt voor super slow stea-ming (15 knopen) waardoor de kos-ten nog sterker kunnen dalen indien nodig.’ De nieuwe motoren zijn dus veel energie-efficiënter, de energie-

recuperatie is groter én de prijs ligt exponentieel lager.

WatervaleffectDe gevolgen voor de verdere evolutie van de containervaart zijn verstrek-kend. ‘Het lijkt erop dat de nieuwe norm voor de Europe/Far East trade een scheepstype van 12.000 – 18.000 TEU zal worden. Reders gaan dan de kleinere schepen die nu nog op de oost-westroute varen, inzetten op noord-zuidroutes. Daardoor krijg je een watervaleffect en zal de schaal-vergroting dus ook voor die vaarge-bieden verdergaan.’

Schaalvergroting in de containervaartEr lijkt maar geen einde te komen aan de schaal-vergroting in de scheepvaart, en dan vooral de containervaart. Begin dit jaar kondigde het Deense Maersk aan dat het tien schepen met een capaciteit van 18.000 TEU aan haar vloot wenste toe te voegen, met een optie voor 20 zusterschepen van hetzelfde type. Een eerste optie voor 10 werd intussen gelicht.

K

Masterplan Kustveiligheid van start

Een verhaal zonder einde?

wat spektakel bij omwonenden, passanten en toeristen.

De afdeling Kust heeft op de zeedijk haar alombekende baken uitgezet met ge-degen communicatie rond dit ingrijpende project. In het Stranddienstencentrum in Sint-Idesbald is voorts een informatiestand opgebouwd die men tijdens de weekends kon bekijken. De stand lichtte naast de uitvoering van de werken ook het volledige Masterplan Kustveiligheid toe.

eerste faseDe strandvoeding die op 3 oktober in gang is gezet, is de eerste fase van de werken. Met de suppletie van 140.000 kubieke meter zand, zou het strand ongeveer twintig meter ver-breden. Dat brede strand moet tijdens een storm een buffer vormen tegen de erosie.

Daarna volgen nog werken aan de duin-overgang ter hoogte van de Scottlaan. Ook daar ligt onvoldoende zand op het strand om zware stormgolven op te vangen. Als bescherming wordt een duinsuppletie uit-gevoerd om de voet van de duinengordel te versterken.

SCHENK AL WIE JE LIEF IS EEN CURSUS DEFENSIEF MOTORRIJDEN

WWW.READYTORIDE.BE

Ready to Ride is een dagopleiding voor motorrijders. Want motorrijders zijn veel te vaak het slachtoffer van ongevallen. Daarom wordt in deze rijvaardigheidstraining extra aandacht besteed aan de mogelijke gevaren op de weg. Naast een betere beheersing van de motorfi ets ligt de focus op defensief rijgedrag, zodat de motorrijder gevaarlijke situaties beter kan inschatten. Een hele geruststelling voor al wie hem liefheeft. Doe je motorrijder én jezelf dus een plezier en schenk hem die training via www.readytoride.be

Ready_to_ride_ads.indd 1 10/01/12 10:54