NieuwNAT 11
-
Upload
joran-van-liempt -
Category
Documents
-
view
216 -
download
3
description
Transcript of NieuwNAT 11
-
Editie: voorjaar 2011
Prijs: 4,95
nieuwnat.nl
NieuwNAT 11 | Jong in Aalsmeer
Merel MeijdamMaar hier ben ik beroemd! Patrick Verkerk100% concentratie, 0% zenuwen
JONG!
YANNick DuPOrT DE ENE hANGJONGErE
is DE ANDErE NiET
-
2
In deze editieBregje de Boer uggs en BlackBerries 3Anton de Boer uggs en BlackBerries 3Erik van itterzon Wegwezen! 15Jochem van Leeuwen Feesten in Aalsmeer 20Auke ham Jongensdroom 22Pierre Tuning Jongeren, pas op! 24cees Tas jr Mijn De Binding 27Merel Meijdam Beroemd in Aalsmeer 28Joop kok Weteringplantsoen 30Amber Bartels Zeepbel Tel Aviv 32
interviewsYannick Duport hangjongeren 4Ansje Weima rookie of the year 8han carpay Discotheek Bon Ami 12Adri Markus kerkganger is vrij 16Leni Paul Muziek als hobby 34han carpay De beeldende kunst in 36
columnPeter Maarsen @NieuwNAT #Jong 11
GedichtMarcel harting Voor het slapen gaan 18
FotosAnke Zekveld (portretten genterviewden), Monic Persoon (Aalsmeerse jongeren, incl. voorpagina)
Plus een mailwisseling tussen de jonge gemeenteraadsleden robbert-Jan van Duijn en robert van rijn over hun politieke Ambities 38
Jong in Aalsmeer
De hangjongere: ik ben geen engel. De zomer-kampleider: Gewoon een potje verliefd worden, een vreselijk blauwtje lopen, of toch die ene zoen. De popzangeres: Een band met wat meer stampende soul en funk lijkt me ook te gek. De twitteraar: het wordt nooit iets met NieuwNat als we niet vandaag de account @NieuwNAT openen op Twitter. De barkeeper: Ze komen naar de disco voor het ons-kent-ons-gevoel. De luxe-automonteur: Ze vragen altijd eerst hoe hard ik rijd. De gelovige danseres: ik merk gewoon heel sterk dat God hier achter staat. De kunstenaar in spe: het is een rauw, grillig plaatje geworden, er zit een bepaalde intensiteit in.
Deze ene alinea alleen al bewijst hoe veelzijdig de Aalsmeerse jongeren van vandaag zijn! Of zijn het listig bijeengeraapte citaten, die flink uit hun verband gerukt zijn? Laat ik, om de nieuwsgierig-heid te voeden, eerst enkele andere schrijvers en genterviewden nog noemen: een feestvarken, een onderzoeker in den vreemde, een hippie, een woningzoekende, een schaatsploegbegeleider, een gemeenteraadslid, een klassieke gitarist en een uggs-liefhebber. Ze liepen gewoon rond in ons dorp en lieten zich graag strikken voor een bijdrage.
Al met al een bonte verzameling mensen en stof genoeg voor een leuk magazine over Jong in Aalsmeer. Dat is het thema van dit lentenummer, waarmee we online alweer ons derde jaar ingaan. We zijn vooral op zoek gegaan naar de ambities van jongeren tussen grofweg 15 en 35 jaar. Op de volgende tientallen paginas laten ze zichzelf horen, soms op hoogst persoonlijke wijze en met onversneden lef. Lees maar.
het vorige nummer is zowaar grif van de hand gegaan. We hebben meer dan vijfhonderd exemplaren kunnen verkopen, iets wat we bij lange na niet verwacht hadden. Doordat het zo lekker liep, kunnen we ook dit nummer in een gedrukte versie uitbrengen. Dat doen we met veel plezier, gestimuleerd door uw bijzonder positieve reacties op Markantici. het nieuwe magazine zal verkrijgbaar zijn vanaf begin april. kijk voor de verkooppunten op onze website www.nieuwnat.nl.
Ons volgende nummer heeft als thema ik gun Aalsmeer Zoals altijd zijn bijdragen en ideen daarvoor van harte welkom.
han carpay, redactie NieuwNAT
cOLOFONredactie: han carpay, Yannick Duport, hlne homan, Erik van itterzon, Ton Offerman, Ansje Weima
Aan dit nummer werkten verder mee: Amber Bartels, Anton de Boer, Bregje de Boer, robbert-Jan van Duijn, Auke ham, Marcel harting, Joop kok, Jochem van Leeuwen, Peter Maarsen, Adri Markus, Merel Meijdam, Leni Paul, Monic Persoon, robert van rijn, cees Tas jr, Pierre Tuning, Anke Zekveld
Vormgeving/webdesign: Youre On! ( Joran van Liempt)
Verschijningsdatum: 21 maart 2010
E-mail: [email protected]: kamperfoeliestraat 31, 1431rL AalsmeerTelefoon: 06 55760915 (han carpay), 0297 329468 (Ton Offerman)reageren? [email protected] Financile steun? rekeningnummer 7650738 t.n.v. Erik van itterzon inz. st. de Droom o.v.v. steun NieuwNAT.
NieuwNAT verschijnt driemaandelijks; eerstvolgende nummer: 21 juni 2011
Overname van artikelen is toegestaan, met bronvermelding.
-
3
Op mijn school in Amstelveen hebben heel veel mensen
uggs en BlackBerries. De uggs laarzen zijn sinds vorige
winter een rage en BlackBerries sinds vorig jaar. Bijna
iedereen heeft ze en je kan al bijna niet meer zonder.
ikzelf heb ze niet, maar het is niet zo dat ik ze niet wil, of
dat ik niet meeloop met de hype. ik kan me voorstellen
dat veel mensen het onzin vinden, dat de jeugd zo
achter elkaar aanloopt, maar daar ben ik het niet
mee eens. het hoort bij onze leeftijd en BlackBerries
bijvoorbeeld zijn echt handig. Je kan ermee pingen,
een soort gratis smsen van BlackBerry naar
BlackBerry. Ook ben je bijna overal bereikbaar
en je kan op veel plaatsen op internet.
Veel meiden en ook wat jongens
hebben uggs. ik weet niet of,
als niemand ze zou hebben, je
ze cht mooi zou vinden, maar
veel mensen gaan ze vanzelf
wel willen. Waaronder ikzelf.
Deze rages zijn natuurlijk wel
een luxe en het kost ook best
wat geld. Toch vind ik dat het bij
de leeftijd hoort, ook al weet ik
dat veel mensen er anders over
denken. Echter bij sommige mensen
wordt het een heel plaatje: uggs (een paar of 4),
een BlackBerry, een bontjas, een scooter en een
handtas. Je moet wel jezelf kunnen blijven...
Maar wie weet hoe wij er over vijf jaar uitzien.
Bregje de Boer (dochter, 14 jaar)
Bij de scholen is het s ochtends een drukte van
belang. Niet zozeer kinderfietsen maar vooral autos
zijn hier de oorzaak van. Deze autos leveren de
prinsjes en prinsesjes af voor hun dagelijkse portie
onderwijs. En omdat het verkeer niet zonder risicos
is voor kinderen op de fiets, worden ze gebracht.
intussen weten deze kinderen niet meer hoe het voelt
om tegenwind te hebben of in de zon te fietsen.
De welvaart is nog nooit zo groot geweest als nu, crisis
of geen crisis. Op zich is dat natuurlijk best mooi. soms
lijkt het echter wel of in onze omgeving welvaart een
doel op zich aan het worden is. het lijkt meer te gaan
om de extase van het verzamelen van allerlei zaken
en daaraan verbonden kortstondige voldoening. Dit
gaat in rages. kinderen lijken dit gedrag van hun ouders
over te nemen. De meest flagrante voorbeelden
van dit moment zijn de ugg en de BlackBerry.
De ugg is een van oorsprong Australische laars
gemaakt van schaap. het is een oerlelijk vormeloos
ding. Deze laars verwisselt van eigenaar voor ongeveer
180, de productiekosten zijn ongeveer 30, het
verschil is gebakken lucht die wordt betaald door
de ouders van de prinsjes en prinsesjes. hetzelfde
geldt voor de BlackBerry. Dit is een telefoon
die door basisschoolkinderen wordt gebruikt en
wordt aangeschaft voor een tarief dat gelijk is aan
het jaarinkomen van een gezin in Bangladesh.
Deze hang naar materile hypes van zowel ouders
als kinderen lijkt het denken over immaterile en
meer filosofische zaken te drogeren. Dit denken
lijkt uit onze cultuur te verdwijnen. herrie en
eenvoudige redenaties worden meer de norm.
Een beschaving aan het einde van zijn cyclus;
brood en spelen of anders worden we boos.
De situatie in de westerse cultuur
heeft alle kenmerken van de
remmende voorsprong. We
zullen snel ingehaald worden
door groeiende beschavingen die
zich aan het ontwikkelen zijn in
Azi en Zuid-Amerika. kinderen
uit deze omgevingen weten nog
wel wat het is om tegenwind te
hebben. En hoe het is om in de zon
te fietsen. En dat is veel leuker.
Anton de Boer (vader, 54 jaar)
uGGs EN BLAckBErriEs
2.
1.
-
4
Als we vragen waar we naartoe moeten, geven ze geen antwoord, stelt Robin Maarse hoofdschuddend vast vanaf de bank in zijn ouderlijk huis, en als er dan wel een keer een antwoord komt, zeggen ze dat we maar bij een vereniging moeten gaan. Hij leunt achterover en lacht, alsof de suggestie zich te mengen in het Aalsmeerse verenigingsleven een goede grap is. Jongens van een jaar of negentien, twintig, zoals als ik, legt hij uit met diepe stem die geheel niet past bij het standaardbeeld van een hangjongere, die hebben geen zin om gezellig bij de zangclub te gaan. Hij schudt nogmaals zijn hoofd, de afkeuring over de suggestie druipt van hem af.
Robin Maarse, 19 jaar uit Kudelstaart, is hangjongere.
Eigenlijk is hij automonteur, maar het was in het kader
van zijn vrijetijdsbesteding dat hij onlangs een brief
schreef naar de Nieuwe Meerbode. Opmerkelijk,
aangezien hangjongeren over het algemeen weinig
van zich laten horen wanneer ze niet op straat
rondhangen. In de brief gaf Robin aan zich niet serieus
genomen te voelen en het idee te hebben dat de
gemeente zich vooral bezighoudt met symptoom-
bestrijding wat betreft jeugdzaken. Ze willen niet
met ons praten, ze zijn alleen maar genteresseerd
in ons weg sturen als men last van ons heeft.
Hoog bezoek
In het kader van een nieuw samenscholingsverbod
bij het winkelcentrum van Kudelstaart kwam
burgemeester Litjens langs voor een gesprek. Hij
kwam toelichting geven, verbetert Robin zichzelf,
bij zijn verhaal. Ik dacht eerst dat hij kwam voor
een gesprek, maar het was niet de bedoeling dat
ik terugpraatte, verklaart hij verontwaardigd. De
burgemeester ging de meest notoire hangjongeren
van Kudelstaart af, dus kwam hij ook bij huize Maarse
langs. Robin is volgens de gemeente, getuige de brief
die zowel hij als zijn ouders apart van elkaar ontvingen,
een van de leiders van een groep Kudelstaartse
hangjongeren die overlast veroorzaakt. Ik ben geen
engel, erkent hij ruiterlijk, terwijl hij tekst en uitleg
geeft over zijn status als hooggeplaatste hangjongere.
De status van leidinggevende, die de gemeente hem
toedicht, zit hem dwars. We zijn gewoon een groep
vrienden, je kent dat wel. Niemand is de baas. Ik heb
wel een grote bek, dat is waar. Dat hij die grote
bek niet alleen bij zijn vrienden bezigt, blijkt ook uit
zijn verhaal. Robin heeft de wijkagent uitgenodigd
te praten, kreeg de burgemeester op bezoek en
stuurde toen de opstelling van de burgemeester
hem niet beviel een brief naar de lokale krant. Ik
dacht dat de burgemeester kwam om te praten. Dat
stond ook in de uitnodiging: hij zou komen praten.
In plaats daarvan kwam hij gewoon uitleg geven over
het samenscholingsverbod en de nieuwe regels. Als
ik probeerde in discussie te gaan, kapte hij me af.
DE ENE hANGJONGErE is DE ANDErE NiET
-
5
Uitgezocht
Als Aalsmeerse jongere voelt Robin Maarse zich
gemarginaliseerd, niet serieus genomen. De politie
is, volgens hem, vooral gebrand op het achterna
zitten van hem en zijn vrienden. Ze roepen
me met naam en toenaam en dan vragen ze me
om mijn identiteitsbewijs, vertelt hij hoorbaar
gefrustreerd. Zelfs als ik overdag een pakje
sigaretten ga halen. Als ik s avonds op straat sta,
dan kan ik er nog wel begrip voor opbrengen.
Bij de brief die de gemeente tweemaal naar huize
Maarse stuurde, hoorde een lijstje met de nieuwe
regels die gelden rond het Kudelstaartse winkelcen-
trum waar hij en zijn vijf tot vijfentwintig vrienden
graag hangen. Het aantal wisselt iedere avond, het
ligt er maar net aan wie naar buiten komt. Volgens
Robin leeft de politie zelf de regels niet na, hij noemt
meerdere momenten waarop vrienden of kennissen
van hem direct een boete kregen opgelegd, in
plaats van de in de regels beloofde waarschuwing.
Wat vooral uit zijn verhalen naar boven komt, is
wantrouwen richting het gemeentelijk politiekorps.
Ze hebben mij in een hokje neergezet: het hokje
irritante jongere, verzucht Robin, terwijl hij naar
de brief van de gemeente kijkt. Niet geheel ten
onrechte, erkent hij. Ik ben geen lieve jongen,
ik heb echt wel wat dingetjes geflikt. Voor een
van die dingetjes heeft hij nog een taakstraf te
volbrengen. Bovendien heeft zijn plaats in het
hokje irritante jongere gevolgen voor de manier
waarop politie zijn gedrag interpreteert.
Tijdens zijn visite heeft de burgemeester volgens Robin
Maarse en zijn ouders verteld dat de politie vermoedt,
volledig ten onrechte, dat hij drugs dealt. Wat ze zien,
is dat ik in mijn auto zit en dat er wat vrienden naar
me toekomen om even met me te ouwehoeren. De
verklaring die ze dan hebben, is dat ik drugsdealer ben,
natuurlijk. Dat laat wel zien hoe ze over me denken.
Hangen
Over waar hij zijn avonden doorbrengt is hij bijzonder
bondig. Er is hier in Kudelstaart een jeugdhonk, dat
is twee avonden per week open. Die twee avonden
zit iedereen daar. De rest van de week gaan we waar
het licht aan is en je droog staat: het winkelcentrum.
Dat ze daar nu niet meer mogen staan omdat ze
overlast veroorzaken voor omwonenden, kan
Robin begrijpen. Toch, claimt hij, is het probleem
niet opgelost met een samenscholingsverbod. Het
probleem is, we kunnen nergens naartoe. Heel
Kudelstaart is volgebouwd en zelfs op de plaatsen
waar niemand in de buurt woont, zoals bij RKDES, is
de politie er als de kippen bij om ons weg te sturen.
Dat de politie en hangjeugd elkaar zo vaak moeten
treffen, steekt hem. De problemen met hangjeugd
in Aalsmeer en Kudelstaart kent hij maar al te goed.
Ondanks die kennis vindt Robin dat de buurtbewoners
wel heel snel de politie bellen. Dan hebben mensen
last van ons, komen ze niet naar buiten om er wat
van te zeggen, maar dan is het 112 overlast!
Het feit dat ze vaak in bewoond gebied hun bijeen-
komsten hebben is volgens hem een logisch gevolg
van de situatie in de buurt. De zeecontainer, er een
tijd geleden geplaatst in een poging de jeugd tegemoet
te komen, wordt vandaag de dag bevolkt door Polen,
waar hij niet tussen wil zitten. Het jeugdhonk is slechts
twee avonden per week open, en verder is er niets.
Niet zonder frustratie in zijn stem legt hij uit wat hij
ook aan de burgemeester probeerde te vertellen.
Het probleem is, er is gewoon helemaal niks.
Kudelstaart was vroeger een boerendorp, letterlijk.
Het was allemaal gras en groen, en ze zijn de laatste
tien jaar gaan bouwen. Alleen maar woningen,
woningen, woningen. Leuk, dat mensen nu een
huis hebben, maar waar moeten wij nu heen?
-
6
Jeugdhonk
De voor de hand liggende oplossing voor het
hangjeugdprobleem van Kudelstaart is volgens
Robin Maarse het vijf dagen per week openhouden
van het jeugdhonk. Als het jeugdhonk open is, zit
iedereen daar. Niemand gaat buiten lopen kloten
als we ergens binnen kunnen zitten met elkaar,
want daar sta je dan buiten, gezellig in je eentje.
De problemen die een vaker en langer open
jeugdhonk met zich meebrengt, vooral financieel,
kent hij ook. De details van het Aalsmeerse
jongerenbudget, dat gehalveerd gaat worden, kent
hij. Aan de andere kant, bij al die meldingen van
overlast moet de politie komen, soms met meerdere
autos, dat kost ook allemaal geld. Dan lijkt het mij
handiger te zorgen dat we niet op straat hangen.
Ook de ouders van de hangjongeren zijn zich bewust
van de beperkte mogelijkheden van de gemeente.
Zo heeft een aantal zich bereid getoond als vrijwillig
begeleider het honk te bemannen. Maar daar wordt
niks mee gedaan. Er gebeurt helemaal niks.
Een ander idee dat hij vanaf de bank oppert, is dat
de hangjongeren zelf hun honk bouwen, ergens waar
men geen last van ze heeft. Ik ben dan wel monteur,
maar we hebben timmermannen, elektrotechnici,
loodgieters, alles. Die jongens willen wel wat doen,
maar dat mag gewoon niet. Veel nodig zou zon
honk overigens niet hebben, de beschrijving die
Robin van zijn onderkomen geeft, is niet meer dan
een betonnen muur en een afdak. Dat jeugdhonk,
dat is een oude peuterspeelzaal, dat gebouw is
verrot. Maar dat kan ons niks schelen, het staat
er, legt hij uit. We zijn allang blij met een plek.
Toekomst
Dat de buurt waar hij woont het zwaar heeft gehad,
mede door toedoen van hemzelf en jongens die
hij kent, weet Robin al te goed. Het beeld dat
mensen van ons hebben, is dat we iedereen die in
de buurt komt neersteken en beroven, dat we alles
kapot maken wat los en vast zit. Dat denken ze.
De angst voor de groep is iets waar hij wel enige
moeite mee heeft. Bij alles wat hij vertelt, blijft
hij erop hameren dat hij en zijn vrienden er niet
op uit zijn anderen te irriteren. Ze luisteren
naar hun muziek, die soms te hard staat, toch is
de politie bellen als dat gebeurt niet nodig. Ik
weet ook wel dat die muziek harder gaat dan de
bedoeling is, maar bel dan niet meteen de politie.
Vraag gewoon of het een tikkie zachter kan.
De reacties die in de Nieuwe Meerbode kwamen
op de brief van Robin Maarse, waren allebei nega-
tief. En van de briefschrijvers, Remco, had hem
ook al een mail gestuurd. Beide brieven maken
hetzelfde punt: Robin en zijn groepje hangende
vrienden zijn luidruchtig, blowen, drinken in het
openbaar en veroorzaken daarmee overlast.
Dat hij en zijn vrienden van de buurt op weinig sympa-
thie mogen rekenen, is voor Robin geen verrassing.
Toch is het volgens hem belangrijk dat de gemeente
zich juist nu bezig houdt met het voorzien van een
plaats waar jongeren s avonds naartoe kunnen gaan.
Ze hebben hier de afgelopen jaren vijf nieuwe
woonwijken neergezet, en er is geen enkele plek
waar jongeren heen kunnen, behalve dat jeugdhonk
en die smerige zeecontainer, legt hij vanaf de bank
in zijn ouderlijk huis uit wanneer ons gesprek op zijn
einde loopt. Want al die kinderen in die nieuwe
wijken? Nu zijn dat nog allemaal jonge kindjes, jaar
of vijf, zes, gaan naar de basisschool. Over tien
jaar? Gaan die ook allemaal scooter rijden en met
vrienden op straat staan. Over twaalf jaar hebben
ze ook allemaal een auto, met geluidsinstallatie. Die
gaan dan ook zuipen, blowen en herrie maken.
Het probleem met hangjeugd in Kudelstaart en
Aalsmeer zal niet zo een, twee, drie verdwijnen.
Er zal nu eenmaal altijd een aantal jongeren de
voorkeur geven aan met elkaar op straat te
hangen boven het verenigingsleven of de bank in
het ouderlijk huis. De hangjeugd van vandaag een
plek geven is, volgens Robin Maarse, problemen
met de hangjeugd van morgen voorkomen.
Yannick Duport
-
7
Foto: Monic Persoon
-
8
Foto: Anke Zekveld.
-
9
Eigenlijk wist ik tijdens de citotoets al wat ik
wilde, ik hoefde niet zo hoog te scoren, want ik
ging in de autos. Aan het woord is de 21-jarige
Patrick Verkerk, trotse mede-eigenaar van Race
for Fun, een bedrijf gespecialiseerd in het onder-
houd en raceklaar maken van Porsches.
Als ik de garage gevonden heb op een nieuw bedrij-
venterrein langs de Aalsmeerderweg is het meteen
duidelijk dat er hier veel te doen is. Buiten staat een
mooi beschilderde race-Porsche klaar en binnen hangen
twee exemplaren waar aan gesleuteld wordt. Elders
in een andere ruimte liggen ontmantelde motoren te
wachten tot Patrick tijd heeft om deze weer zo in elkaar
te zetten dat er op het circuit eer mee te behalen valt.
Vanaf heel jong was ik eigenlijk altijd bezig met dingen
uit elkaar halen en weer in elkaar zetten. Toen ik
zes was heb ik de skelter al uit elkaar getrokken en
weer in elkaar gezet. ik ben ook zo opgevoed, alle
technische klusjes moesten we van jongs af aan zelf
doen. Papa je band laten plakken? Daar was bij ons
geen sprake van, ik ben met techniek opgegroeid!
Wat diezelfde vader wel deed was de liefde aan zijn
zoon doorgeven voor het sleutelen aan en racen met
autos. in het derde jaar van de middelbare school koos
Patrick dan ook bewust voor autotechniek en kreeg
hij een stageplaats bij een klassieke Porsche-garage.
Gelukkig toevalOp zijn zestiende kan hij door een gelukkig toeval
een Porsche bemachtigen en gaat hij daarmee aan
de slag. Zelf last hij er een kooiconstructie in en een
jaar later doet hij voor het eerst mee met de Porsche
944 Basics races. Zowel hij als de auto doen het goed,
en aan het einde van het seizoen is er een derde
plaats voor hem n de titel Rookie of the Year 2007
(hoogste nieuwe binnenkomer). Meerdere successen
volgen, zowel vader als zoon Verkerk behalen met
hun Porsches vaak een eerste of een tweede plaats.
De snelheid van hun autos is iets wat andere coureurs
niet ontgaat. Patrick: Ze kwamen naar ons toe, dat
we toch wel snelle autos maakten en of we hun autos
ook niet wilden onderhouden. Dat was voor ons geen
probleem, maar het was in het begin nog allemaal
hobbymatig. Voor onszelf was het tenslotte ook een
hobby. Wanneer tenslotte het hele erf dagelijks vol
staat met allemaal Porsches trekt zijn moeder aan de
bel. Misschien is het tijd om eens naar een eigen pand
om te kijken? En zo wordt de hobby een heus bedrijf in
een eigen pand, de basis voor race for Fun is gelegd.
Kampioen 2010in 2010 is Patrick Verkerk kampioen geworden in de
Porsche 944 Basics en hij vertelt dat er geraced wordt
op de circuits van Zandvoort, Assen, Zolder, spa
Francorchamps, Oschersleben en de Nrnburgring.
het betreft hier sprintraces van maximaal 12 rondes
zonder pitstops. hij doet mee aan 7 9 races per
jaar en op n zon racedag doe je dan een training,
een kwalificatie en twee races van 12 rondes.
ik kan het natuurlijk niet nalaten om te vragen hoe hard
hij gaat: A: mijn teller doet het niet, en B: ik heb geen
tijd om te kijken! Ze vragen dat eerst altijd, gaan dan zelf
een rondje rijden en dan zeggen ze dat ze 200 kilometer
per uur gereden hebben. Dan zeg ik dat ze nooit zullen
winnen, want als jij tijd hebt om op je teller te kunnen
kijken, dan heb je niet je aandacht voor 100% bij je auto
en haal je nooit de top. ik heb ook echt geen idee hoe
hard ik rij, nee, er staat alleen een hele grote rode lamp
binnen mijn gezichtsveld, voor als er iets mis is met
mijn auto. Och, het zal op het rechte eind wel tegen
rOOkiE OF ThE YEAr
-
10
de 200 zijn, maar uiteindelijk is het vrij onbelangrijk hoe
hard je rijdt, als je maar voor blijft. Zo hard mogelijk
van bocht tot bocht en het bochtenwerk zelf zo goed
mogelijk uitvoeren, dat is ook het lastigste om te leren.
Nog een notoire vraag van mijn kant: hoe voelt dat
nou in zon racewagen, wel eens bang? Nee, nooit
geweest ook. Wel als je op de start staat, dan zie je
al die wildhazen om je heen, die mannen die ook
echt eerste willen worden, net als jij. Dan voel je de
zenuwen opkomen. Tot het moment dat je het contact
omdraait en wegrolt met de auto. Dan is er direct
100% concentratie en 0% zenuwen, helemaal niets
meer. soms kan ik wel eens boos worden, dan krijg
je zon adrenalinestoot als iemand iets stoms doet. Ja,
n als het me niet lukt, dan ben ik er even helemaal
klaar mee en zou ik wel met mn helm willen gooien.
Kleine kusjesDe sfeer onderling op de racebaan is goed, vertelt
Patrick, het gaat om de eer en de lol. Er zijn vriend-
schappen met medecoureurs en velen van hen zijn
ook klant. Van de 25 autos die meedoen, is ongeveer
de helft bij hem in onderhoud. De Porsche 944 Basics
is een niet-commercile vriendencup, er zijn geen
geldprijzen verbonden aan deze races en het is dus best
een dure hobby. Daardoor is sponsoring een belangrijk
aspect en, zoals hij zelf zegt, is Patrick daar niet zo goed
in: hij is dus nog op zoek naar een enthousiaste sponsor.
Mijn achterdochtige kant komt boven en ik vraag
hem of hij nooit de neiging heeft om zijn eigen
wagens sneller te maken dan die van zijn klanten? Ze
moeten wel heel veel vertrouwen in je hebben!
Ja, ik zou wel wat kunnen doen natuurlijk, maar
uiteindelijk snij ik mijzelf in de vingers. stel je voor dat
ik iets rommel en dat ik bewijsbaar veel harder ga, dan
wordt alles natuurlijk helemaal nagekeken. Daarbij, vind
ik het dan nog leuk? ik moet er cht moeite voor gedaan
hebben om iets te winnen, ik wil de concurrentie hoog
houden. Eigenlijk is het het leukste als die mannen op
je bumper zitten en ik weer bij degene voor me. Dan
kom je na afloop met een verhit hoofd de auto uit en
dan geef je elkaar een dikke hand. Misschien heb je
elkaar dan even een tik gegeven, een klein kusje zoals
wij zeggen, maar het is dan wel n van de beste races.
Maar men is hier voorzichtig mee, het gaat om autos
die allemaal met liefde gehouden worden, het wordt
de gentlemencup genoemd. Je probeert zo weinig
mogelijk schade te rijden, want de reparaties zijn duur.
AfwisselingMet zijn 21 jaar heeft Patrick Patrick al heel veel
voor elkaar gekregen, hij is daar zelf ook best
trots op. Maar een heel leven ligt nog voor hem,
hoe ziet hij zijn toekomst? hij steekt meteen van
wal met zijn nieuwe plannen, n daarvan is trai-
ningen gaan geven aan aankomend coureurs.
Dat komt eigenlijk doordat hij een leuke vriendin
heeft ontmoet die ook wil gaan racen. het lag voor
de hand dat hij haar ging trainen en heeft ontdekt
dat hij dat ontzettend leuk werk vindt. Maar er is nog
veel meer. het werk dat hij nog steeds doet voor
de garage met de klassieke Porsches uit de zestiger
jaren, daar wil hij beslist niet mee stoppen, hij vindt
het fantastisch om die klassiekers te restaureren. race
for Fun zelf is al enigszins uit zijn voegen gegroeid, er
zal uitgebreid moeten worden waarbij hij denkt aan
plaats en tijd voor innovatie, zelf nieuwe dingen ontwik-
kelen en exclusieve onderdelen maken, misschien ook
ruimte maken voor andere merken dan Porsche.
ik vind het allemaal even leuk, maar ik hou van
afwisseling. ik wil geen vijf dagen in de week hetzelfde
doen. uiteindelijk zal dat misschien niet helemaal
gaan lukken, maar ik ga het wel probreren.
Klant staat vooropEn het racen? Dat blijft mijn hobby en het werk
rondom de races blijft natuurlijk een belangrijke pijler
voor race for Fun. Naast de verhuur van autos voor
het racen en het onderhoud van andere Porsches
moet er ook onderhoud gedaan worden vlak voor
en tijdens de races. En n ding staat bij ons vooraan,
rst de klanten en dan pas jezelf. Als er iemand op het
laatste moment met problemen komt gaat dat voor,
dan zetten we alles op alles om het op te lossen.
Patrick Verkerk, jong in Aalsmeer op een wel zeer
ondernemende manier, veelbelovend ook met al zijn
plannen. Tot slot wil hij nog graag aan mij kwijt dat hij
bijzonder blij is dat zijn vriendin gaat racen. Dat is niet
alleen gewoon heel leuk, maar heeft ook het grote
voordeel dat het iets exclusiefs heeft waar veel media
aandacht aan zullen schenken. En als de vrouwelijke
coureur genterviewd wordt, staat de auto altijd op
de achtergrond... is Patrick een zakenman of niet!
Ansje Weima
-
11
@NIEUWNAT #JONGSinds ik begin dit jaar gestopt ben met roken zit
op lege momentjes in plaats van een sigaret mijn
smartphone aan mijn hand geplakt. Vooral om
te twitteren. Stuk minder duur en ongezond,
stimulerend tot creativiteit en verjongend. Twitter
heeft alles wat iets tot een succes moet maken:
de naam, de lay-out, de verslavende werking
en inmiddels zelfs een revolutie op het conto.
Even voor wie het cht nog niet kent. Twitter is n
grote vergaarbak van meningen, feitjes, nieuwtjes,
grappen, dagelijkse wetenswaardigheden, onzin,
serieuze zaken, nieuws en dat allemaal in maximaal
140 tekens. Je stelt daarbinnen je eigen menu samen
van mensen of gebeurtenissen die je wilt volgen,
haalt erin en gooit eruit, roept eens wat, bedenkt
eens wat, laat eens een boer of een scheet, brengt
eens serieus journalistennieuws en dat dus allemaal
in verhaaltjes in niet meer dan die 140 tekens, de
zogeheten tweets. Die beperking tot 140 tekens is
precies n van de krachten van Twitter; voordat
mensen heel dom en vervelend kunnen worden
zijn hun tekens op. Bovendien: vervelende twit-
teraars kun je blokken, nooit meer last van.
Nog n klein dingetje uitleggen. Een # is een
hashtag, een labeltje dat je aan een woord of
zinsnede kunt hangen in je tweet. Dat kun je doen
bij wijze van grap, om iets te benadrukken of om
een bepaalde bak te creren waar alle tweets
met dezelfde #verwijzing in terecht komen.
Nu zou Twitter vooral jong zijn. En om nu eens
#zekernietrepresentatief te onderzoeken hoe het met
twitterend Aalsmeer zit begon ik met #jonginaalsmeer.
Was nog nooit gebruikt. Vervolgens heb ik
getweet: #aalsmeer ben je #jonginaalsmeer
meld je bij mij voor filmpje over jouw buurt en
belevenissen. Wat gaat goed wat moet er anders?
Tweet voort. Niets op gehoord. Eerste conclusie
van onderzoek: jongeren in Aalsmeer twit-
teren niet of volgen geen ouwe lullen van 46.
Maar #aalsmeer wordt wl gebruikt. A3 de Rooij
bijvoorbeeld komt thuis in #aalsmeer. #Aalsmeer
ruimt eigen zwerfafval op, meldt AalsmeerCitytweet.
In de auto van Dennis Roos is ingebroken: #Aalsmeer
spookt! Lading glas in en buiten auto. Dag zijruitje en
dat voor een mappie met cds. Melanie vraagt wie
morgen ook 1ste tot 6de heeft #kajmunk #aalsmeer.
Soms kun je aan bijgaande foto zien hoe oud iemand
is, soms is er geen foto en soms is de foto nep.
En nu wordt het #tijdomeindelijkeenstothepoint-
tekomen. Het wordt nooit iets met NieuwNat als
we niet vandaag de account @NieuwNAT openen
op Twitter. Alle tweets die we over NieuwNAT
gaan verzenden moeten we onmiddellijk voorzien
van #nieuwnat! We zijn de boot aan het missen, we
moeten onszelf verjongen#paniekindetent!
Peter Maarsen
twitter: @peterRTVNH
-
12
in de discobranche merk je dat het stappatroon
van jongeren is veranderd. Ze gaan nu vaak n
avondje stappen. Niet meer het hele weekend.
Dan is het te hopen dat ze dat bij jou doen! Overal
zijn tegenwoordig grote feesten waar ze heengaan.
Die kosten heel wat geld en je drinkt ook nog wat.
De twee, drie weken daarna sla je dan de disco
waar je normaal naar toe gaat, maar over.
Dat zegt Marco den haan, uitbater van Discotheek
club Bon Ami. Voor ons was 2009 een heel goed
jaar. Elke zaterdag zaten we tot de nok vol. Vanaf begin
2010 ging je merken dat het stappatroon van de jeugd
veranderde. Niet alleen bij ons. het is op dit moment
een lastige tijd voor de discobranche. Dat is een
landelijke tendens. Een hoop discos krijgen het moeilijk.
Waarom? De jongeren hebben een mobiel, scooter,
kleren; alles wordt duurder. Werk ligt niet voor het
oprapen en hun ouders houden de knip dicht. Als die
jongeren eind van de week in hun portemonnee kijken,
ja Dan gebeurt het dat de jongen die gewoonlijk
iets stevigers drinkt, bij de bar om een biertje vraagt.
Een biertje? is de reactie. Ja, het is even crisis.
Volle bakDe zaterdag vr het interview met Marco den
haan (41) en barkeeper Dennis Groen (21) was het
weer volle bak. Den haan: 475 man. Dan besef je:
h, ze weten je tent nog te vinden! Twintig jaar is
Bon Ami al een begrip in Aalsmeer en omstreken.
Volgens beiden is er van tevoren geen peil meer op
te trekken hoeveel gasten ze op een uitgaansavond
krijgen. Vroeger was dat beter in te schatten.
We zitten in een overgangsperiode, legt Den haan
uit. het komt je niet meer aanwaaien. Zo van: ze
MARCO DEN HAAN VAN DISCOTHEEK BON AMI:
JONGEREN MOETEN ZICH HIER WELKOM VOELEN
Foto: Anke Zekveld.
-
13
komen toch wel. Nee dus! Je moet er wat voor doen
om jongeren te trekken. Je moet wat organiseren, je
service moet verder omhoog, je medewerkers moeten
enthousiast zijn en hun gasten nog meer aandacht
geven. Dat begint bij de deur en is de rode draad door
het hele bedrijf. Ze moeten zich welkom voelen.
Extra aandacht is belangrijk, stelt Dennis Groen. Een
voorbeeld. Als je ziet dat een jongen steeds naar je
bar terugkomt, geef je hem een keer een drankje en
maak je een babbeltje. Je merkt dat hij het leuk vindt
om wat te ouwehoeren en geeft hem een hand als hij
weggaat. Zeker de jongsten, de zestienjarigen, vinden
zoiets leuk. De volgende keer komen ze terug omdat
ze weten dat het gezellig is, zegt de barkeeper.
Ze komen voor het ons-kent-ons-gevoel. Dat zeg
ik ook uit eigen ervaring. Als je hier uitgaat, weet je
dat je toch wel kennissen tegenkomt met wie je het
gezellig hebt. En als je je omdraait, zie je wel weer
iemand die je kent. Marco den haan beaamt dat.
Onze kracht is ook dat we geen entree heffen. Bij
99% van de discos is dat wel geval. Als je weinig
geld hebt, kun je toch een leuke avond hebben.
Concullegashoe kijken ze tegen de andere lokale uitgaansge-
legenheden aan? Den haan wil niet spreken van
concurrenten. We zijn concullegas, de zalen bijten
elkaar niet. De Praam, Joppe en de Blitzz richten zich
ieder op een bepaalde doelgroep. Jongerencentrum
N201 heeft helemaal zijn eigen programmering
en functioneert meer als een poppodium.
De jongeren die op de zaterdagavond (Dn moeten
we het verdienen) op Bon Ami afkomen, zijn
minimaal zestien jaar. De oudsten, in de minder-
heid, zijn begin twintig, op uitzonderingen na,
die ouder zijn. Je moet je verplicht legitimeren,
zegt Den haan. Gasten vanaf 18 jaar krijgen een
leeftijdbandje, want tot die leeftijd mag je alleen
licht-alcoholische drank drinken. Barmedewerkers
kunnen zo goed zien welke gast wat mag drinken.
Groen vult aan: Je hebt het als barman gauw door
als een jongen van achttien twee bacos komt halen.
Dan zeg ik op een vriendelijke manier: ik wil ze best
geven, maar ik hou je in de gaten. Je moet ze het
idee geven dat je er op zit. Wie de drankregels
overtreedt, komt er een tijdje niet in. En als je
ziet dat iemand te veel gedronken heeft, geef je
niet meer. Dat weten ze meteen bij alle bars.
Wij zijn ondernemers die met hun hart werken,
vindt Den haan. Als bijvoorbeeld een meisje te
veel gedronken heeft, zorg je dat iemand met haar
meefietst. Want je hebt als discotheek ook met de
ouders te maken. Als je dan van ouders hoort dat
het bij ons goed is, is dat prettig om te horen.
Streng deurbeleidMarco den haan zelf staat altijd bij de deur. 99
van de 100 keer, meldt hij. hij kent dan ook bijna
iedere gast. ik zit niet te wachten op jongeren uit
Amsterdam, utrecht of Den haag. Als ze komen,
zeg ik vaak dat we daarvoor te klein zijn en straks
vaste gasten zouden moeten weigeren.
het deurbeleid is volgens hem streng. Zestien jaar is
zestien jaar en geen vijftien en wat drugs betreft geldt
er een nultolerantie. Daar hou je de beste sfeer mee.
ik vraag onbekende bezoekers altijd waar ze vandaan
komen. het is een inschatting. het gaat niet om kleur
of afkomst. Wel om hun houding en hoe ze reageren
op die vraag. in de loop van de jaren wordt het steeds
lastiger een strak beleid te hanteren. het kost veel
energie. Je hebt met drugsgebruik te maken en met
korte lontjes. Jongeren worden steeds mondiger en
agressiever en lopen tegenwoordig eerder naar de
politie toe als er iets is waar ze het niet mee eens zijn.
Wat is de kunst van het runnen van een discotheek als
Bon Ami? We hebben jong publiek, daar moet je mee
kunnen praten, zegt barman Dennis Groen. Jongeren
van zestien, zeventien jaar hebben andere interesses dan
jij. Je moet voor ze openstaan, een goed gesprek met ze
kunnen aangaan. Dat moet je in je hebben. Marco den
haan zegt daarover: ik moet me elke keer opnieuw
kunnen verplaatsen in de jongeren. Dat is mijn vak.
-
14
TWEEDE THUIS VOOR
HANGJONGEREN
Bon Ami is vooral bekend als discotheek. Maar
er is mr, zegt eigenaar Marco den haan. We
zijn een partycentrum, alles is mogelijk. Behalve
op zaterdagen, dan is er disco. school- en
bedrijfsfeesten, bedrijfspresentaties, vergaderingen,
jubileumvieringen, verjaardagen, thema-avonden,
het kan er allemaal. De locatie in het hornmeerpark
bij de sportvelden is volgens hem een pluspunt.
het is een ideale plek, nergens is er overlast.
Een bijzondere plaats nemen de zogenoemde jeugd-
openstellingen in, op woensdag- en donderdagavond.
Laagdrempelig jongerenwerk, noemt Den haan het.
Bedoeld voor jongeren die op straat rondhangen en
geregeld voor overlast zorgen. hij stapte zelf ruim twee
jaar terug op de gemeente af om erop te wijzen dat er
te weinig voor de jeugd te doen was. Behalve met
de gemeente sprak hij ook met jongerenwelzijnsorga-
nisatie Cardanus. De uitkomst was dat hij, financieel
gesteund door de gemeente, jongerenavonden kon
organiseren. uniek in Nederland, zegt hij over de
opzet waarbij ook een commercile partij in het spel is.
het is vaak jeugd met een rugzak die hier komt.
Ze hebben gescheiden ouders, staan onder voogdij
of zijn vroegtijdig met justitie in aanraking gekomen.
het is een mengsel van jongeren uit kudelstaart,
Oost en de hornmeer, vertelt Den haan. Van
begin af aan is het een succes. Per keer zijn er
ongeveer twintig jongeren. En ze blijven komen.
Wat is zijn geheim? Wederzijds respect. Ze zien me
niet als politieagent of welzijnswerker. Ze zien me als
Marco, die interesse in ze heeft. Dat merken ze. Ze
geven Den haan een hand als ze binnenkomen en
ook als ze weer weggaan. Ze doen aan tafelvoetbal,
biljarten, darts en pokeren en hij pingpongt met ze
mee. Ze zien het als een huiskamer, een tweede
thuis. het is een warme plek waar ze zich veilig voelen
en aandacht krijgen. En die aandacht krijgen ze.
han carpay
-
15
WEGWEZEN!Begin een gesprek waar de woorden jong en Aalsmeer
in voorkomen, kun je er de klok op gelijk zetten dat
er iemand begint over huisvesting. Jongerenhuisvesting.
het gebrek aan huisvesting voor jongeren. De
uitzichtloze situatie voor de Aalsmeerse jongere die
het huis uit wil, maar geen idee heeft waarheen!
het is natuurlijk niet zo gek dat er in Aalsmeer weinig
mogelijkheden voor jongeren zijn om te wonen.
het is niet gelukt om een universiteit van Aalsmeer
te stichten en iedereen weet dat universiteiten en
kamerverhuurbedrijven altijd dicht bij elkaar zitten.
En in Aalsmeer wordt hoogstens gedacht over
voortgezet onderwijs, daar creer je geen markt
voor jongerenhuisvesting mee. Zo is de situatie in
Aalsmeer en zo is dat al jaren. is de Aalsmeerse jeugd
daarmee beklagenswaardig? Dat is nog maar de vraag.
stel je bent jong in Aalsmeer. Je hangt wat rond in
kudelstaart, of je wordt lid van de jongerenafdeling
van het cDA. Als je een jaar of 20 bent wil je een
eigen plek om te wonen. Jongerenhuisvesting is in
ruime mate voorhanden, je huurt een kamer met eigen
keuken in Oost. Lekker dichtbij je ouders, makkelijk
voor de was. Je flirt wat met dat leuke meisje van
de JOVD en na een paar jaar kopen jullie een leuk
huis in alweer een nieuwe wijk in kudelstaart.
Ja, zo kom je Aalsmeer dus nooit uit! Ga je nog denken
dat bloemenzegels heel normaal zijn. Dat het heel
gewoon is om in een winkelstraat fietsers en voetgan-
gers de strijd met elkaar aan te laten gaan. Of dat het
heel normaal is om elke twee jaar te bespreken of je
het zwembad of de bibliotheek op wil heffen. Dat het
normaal is dat er in Aalsmeer een prachtig theater
is, met mooie rode stoelen, maar dat niemand daar
gebruik van maakt. Of je ziet dat de ark van Noach aan
het surfeiland ligt en je denkt: Leuk, de ark van Noach.
Terwijl de enige begrijpelijke reactie zou zijn: De ark
van Noach in Aalsmeer? Wegwezen nu het nog kan!
Dat zou jong Aalsmeer moeten doen, wegwezen
nu het nog kan. Ga s effe lekker weg. Ga studeren.
Ga in utrecht wonen, of in Maastricht. Ga eens een
poosje in itali wonen om de taal te leren. Zoek
verkering in Japan en ga daar eens rondkijken. Een
tuincentrum beginnen kan zelfs in Amerika. Ook in
Brazili hebben ze bloemsierkunstenaars nodig. En als
je minder avontuurlijk en reislustig bent, doe dan net als
ik in 1978 deed, ga een poosje in Veenendaal wonen.
Terugkomen naar Aalsmeer, dat kan altijd nog. Of niet.
Dus wees maar blij dat we in Aalsmeer niet aan
jongerenhuisvesting doen. Dat is dus voor je eigen
bestwil. Niet meer over zeuren dus. En nu: wegwezen!
Erik van itterzon
-
16
ALS KERKGANGER BEN JE JUIST VRIJ
Ze is net achttien, geboren en getogen in Aalsmeer-
Oost, heeft de basisschool De Brug aan de Machineweg
gevolgd, in uithoorn het Alkwin college doorlopen
en is momenteel dagelijks onderweg van of naar
haarlem, waar zij een dansopleiding doet. Met haar
ouders en broer komt zij van kindsbeen af in de kerk.
Dat is de Levend Evangelie Gemeente even buiten
Aalsmeer, aan de kruisweg in de haarlemmermeer.
Lotte Borgman volgt een vierjarige dansopleiding en
zit midden in het eerste jaar. Gezellig op de bank in
de woonkamer vertelt ze levendig over haar passie.
haar benen heeft ze onder zich gevouwen, maar
regelmatig verandert ze van houding. Anke Zekveld
maakt gedurende het gesprek portretfotos. Lotte
is zich voor een moment bewust van de camera op
haar gezicht, maar zit desondanks niet om woorden
verlegen. Wij zijn in haar ouderlijk huis en de vragen
die ik stel, richten zich op haar keuze voor een
dansloopbaan, nst haar kiezen voor Jezus.
Dansen en God aanbiddenkan dat wel: dansen en naar de kerk gaan? Voor Lotte
is dat totaal geen vraag. Ze ziet dansen als een vorm
van God aanbidden en dat is wat zij wil. Maar ze kent
de bezwaren wel. Als iemand hoort dat zij kerkganger
is, wordt al snel gevraagd of zij wel een leven heeft?
Men denkt meestal aan wat je allemaal niet mag. haar
antwoord is dan: ik mag niet stelen, geen mensen
doodsteken, maar ik denk dat jij dat ook niet mag!
Andere vragen gaan over seks voor het huwelijk en
of je wel of niet mag uitgaan. Lotte is hier helder
over: ik zeg altijd maar dat het niet zo in de Bijbel
staat. Je moet dingen met mate doen. Als je gelovig
bent krijg je vanzelf principes, je voelt aan je geweten
wat je wel en niet kunt doen. Maar ik mag uitgaan,
een wijntje drinken... Als kerkganger geen leven? Als
kerkganger ben je juist vrij! Ze onderkent wel de
moeilijkheden die haar beroepskeuze meebrengen.
Wanneer ze ietsje verder in de opleiding gebodypaint
moet dansen, halfnaakt samen met een man vreemde
bewegingen moet doen, wil ze dat niet. Dat is duidelijk.
Lichaam als instrumentBehalve dat het psychisch veel energie kost, bijvoor-
beeld door concurrentie onder de aankomende
dansers, is de opleiding fysiek ook pittig. Ze moet
zichzelf goed in acht nemen. Een blessure krijgen
zou niet best zijn en hoewel ze in het weekend
graag uitgaat ze gaat het liefst dansen met
vriendinnen is voorzichtigheid geboden. Ze wil
verstandig zijn. Je lichaam is je instrument.
Ze krijgt momenteel les in jazzdance (op muziek
van de Top-40), werelddans en flamenco, maar ook
moderne dans n klassiek ballet; al danst zij in het
eerste jaar nog niet op spitzen. Naast de uren die ze
traint op school (ze volgt ook theorielessen, onder
andere in lesgeven), leidt zij elke week een groepje
dansmeiden van de kerk. Verder danst ze bij DOc
crew (DOc staat voor Dancers of christ), wat
afgezien van de optredens tweeneenhalf uur training
per week eist. Ze staat in die genoemde formatie in
augustus op het hoofdpodium van het Flevo Festival
in Bussloo bij Apeldoorn. Eerder danste ze met deze
-
17
groep op een Pinksterconferentie van Opwekking.
Lotte Borgman gaat al met al behoorlijk elastisch
door het leven. Ze noemt het zwaar, maar heel
erg leuk. Ze praat met grote vaart en dat bete-
kent dat je haar tijdens het gesprek maar amper
bij kunt houden. Ze lacht wanneer ik haar hier op
attendeer, past zich even aan, om vrijwel direct
weer in haar eigen tempo te vervallen. Je kunt ook
moeilijk anders verwachten van een danseres!
Liefst in een groep dansenWat wil ze gaan doen? het liefst zou ze in een groep
dansen. Ook choreografeerde ze voor het kerstfeest
in de kerk een vier minuten durende voorstelling,
genspireerd op de song The more i seek You van
kari Jobe, al gebruikte ze een andere versie. Veelal
gaat het bij dansen louter om de beweging. Dt
werd een dans met een verhaal. Een groep mensen
drukdrukdruk in beweging. Terwijl de muziek steeds
heftiger klinkt, komt er meer expressie op hun
gezichten. Dan vallen ze met een klap op de grond
ik heb inspiratie gehaald uit het dagelijkse leven
van veel mensen. iedereen gaat maar door en
door. Ze raken meer en meer gestresst. het leven
van zoveel mensen gaat zo moeilijk, is zo pijnlijk.
Als in de muziek de klap komt, is dat het moment
dat een mens het eigenlijk simpelweg niet meer
aankan Dan komt de rustige muziek op. hiermee
wilde ik laten zien dat Jezus degene is die wij nodig
hebben, en als je dicht bij hem bent hij jou ook wil
helpen. Met hem kan je zoveel meer aan, en kan
je zoveel beter het leven leven dat je wilt leven.
Springen, bewegen, swingenZe draaide een tijdje mee in het begeleidingsteam
van Baan 7, maar dat werd allemaal wat te druk. Al
blijft ze enthousiast over de zondagavonddiensten,
die onder deze benaming georganiseerd worden.
iedere eerste zondagavond van de maand kan wie
ook, ouder dan twaalf jaar (dt wel), bij Baan 7
terecht. het is een jeugddienst. Zo een die in alles
afwijkt van de zondagmorgendiensten, al is er ook een
spreker. Om te beginnen staan er geen stoelen in de
zaal, zijn de lichten gedimd, hangt er een feestsfeer
door de kleurige spots, is de muziek van nu en krijgt
wie dat wil ruimte genoeg om zich helemaal uit te
leven. Gebeurt dat ook? Ja hoor, springen, bewegen,
swingenhet is geen statische boel, aldus Lotte.
Toch, als zijzelf in aanbidding danst, doet zij dat het
liefst thuis op haar kamer. Daar kan ze zich echt
laten gaan. Als er mensen bij zijn en je wilt oprecht
aanbiddend dansen, denk je toch wel: kan ik deze
beweging wel maken, kan dit wel, kan dat wel
Denk je dat God het leuk vindt? Lotte reageert
direct: Ja daar ben ik van overtuigd, anders had hij
dit niet zo in mij gelegd. ik merk gewoon heel sterk
dat God hier achter staat en ik weet zeker dat hij
mij dit talent gegeven heeft. Ze straalt, al die tijd al
trouwens en voegt nog toe: het voelt zo goed!
Adri Markus
Foto: Anke Zekveld.
-
18
h Danil, het is laat, moet jij
Niet allang naar bed toe?
Nee pappa, weet je
ik ben nog lang niet moe.
Vooruit, n verhaaltje,
Maar dan is het voor vanavond klaar.
Vertel nog eens het verhaal van rickie,
Je weet wel, die jonge tekenaar.
Er was eens in 2011 een Aalsmeerder,
ik weet niet of je hem kent.
Een heel jonge tekenaar,
Met zeer veel talent.
Dat klopt, zo goed als een rembrandt,
En anders wel een Vincent van Gogh.
Beroemd had hij moeten worden,
En ook heel bekend, toch?
Als hij een tekening liet zien,
Was er vrolijkheid bij iedereen.
Wat is er met hem gebeurd,
Waar ging hij uiteindelijk heen?
Aalsmeer bezuinigde op budget voor jeugd,
had in onze gemeente geen mogelijkheden.
Dan was hij vast erg boos,
heeft hij er erg onder geleden?
hij ging teleurgesteld door met tekenen,
Maar nu graffitis op dure panden.
Wat moest er met zijn toekomst gebeuren,
Waar zou hij belanden?
in een rondhangplek of zo,
Die hij het liefst wilde gaan slopen.
Begeleid door wat jongerenwerkers,
Die op verbetering bleven hopen.
Waar is hij nu dan?
Waar is de kunstenaar gebleven?
Verhuisd naar een gemeente met meer kansen,
hopelijk nog in leven.
Nooit meer iets van hem vernomen,
Waarschijnlijk hier ver vandaan.
Weet je Danil, het is nu
hoog tijd voor slapen gaan.
h Danil, wakker worden,
Of ben je nog in diepe slaap?
Waar ben ik beland?
Volgens mij in Dromenland, Gaap!
ik ben die jongen uit het verhaal,
Geloof mij alsjeblieft; ik
Was die jonge kunstenaar,
Mijn naam is rick.
Jij was toch boos vertrokken?
Jij bent hier toch ver vandaan?
ik heb nog een kans gekregen,
Bezuinigingen zijn niet doorgegaan.
ik ben te zien op de kunstroute,
En mag in Oude raadhuis exposeren.
Mijn hobby is nu mijn werk,
ik mag kinderen tekenen leren.
Marcel harting, dorpsdichter
AALSMEER 2025, VERHAALTJE VOOR HET SLAPEN GAAN
NB. Dit is een lichte bewerking van Marcel harting van een gedicht dat hij voordroeg op de kcA-verkiezingsavond op 24 februari 2010 over cultuur.
-
19
Foto: Monic Persoon
-
20
Voorafgaand aan een feest wordt er vergaderd.
Enerzijds om alles tot in de puntjes te regelen, maar
eigenlijk het meest voor de gezelligheid en de schik, die
ons energie geven om weer aan de slag te gaan voor
onze vrienden. Vrienden, want zo zou ik zon tweehon-
derdvijftig vaste gasten namelijk graag omschrijven.
De afkorting FiA staat voor Feesten in Aalsmeer. Een
vijfkoppig dagelijks bestuur met daaromheen een kring
van leden, een team van inmiddels veertien Aalsmeerse
jongens. Ongeveer negen jaar geleden is het allemaal
begonnen. Van een onschuldig verjaardagsfeestje
in de schuur bij de kwekerij tot een lekker, gezellig,
zomers eilandfeestje op de Westeinder. steeds
met dezelfde hechte vriendengroep als gasten.
Steeds dezelfde jongensVrijwel elke keer waren het dezelfde jongens die er
lol in zagen om te helpen het feestje op te bouwen,
er volop van te genieten en de rommel vervolgens
na een zware nacht, onder de nodige vaderlijke
dwang weer op te ruimen. Na het gepuber en
gexperimenteer werden de zaken voor mijn gevoel
anders. in plaats van een feest voor de jarige job
werd er zomaar een oud&nieuw-party georganiseerd.
Het feit dat we het fijn vonden als vriendengroep
bij elkaar te zijn, speelde een voorname rol.
We vonden dat het niet alleen om een gezellige
avond moest gaan, maar ook dat onze gasten zich
veilig voelden bij ons. Dat er zon goede sfeer hing
dat zelfs nadat de muziek uit moest van vader Van
Tol, we nog lang bij elkaar bleven zitten voor de
betere gesprekken. u kent ze wel, die gesprekken.
Uitkijken naar volgend feestJaren gingen voorbij en we keken uit naar elk volgend
feest. We hebben zeer geslaagde 80s- en 90s-feesten
georganiseerd. Voor de mensen zonder boot bouwden
we een groot ponton om de Pramenrace vanaf het
water te kunnen meebeleven. Elk volgend feest wilden
we nog unieker en mooier maken dan het vorige.
Een aantal van ons was inmiddels aan het werk. soms
bij een baas die niet te beroerd was om materiaal
ter beschikking te stellen. Zo wisten we in 2007 de
eerste summer Beach Party te realiseren, met een
immens, drijvend pontoneiland met zand, beachbar,
palmbomen en een heerlijk zomers muziekje.
Midden op de Grote Poel, tijdens de verlichte
botenshow. Een onvergetelijke gebeurtenis.
DE IDEEN ACHTER FEESTEN IN AALSMEER
-
21
Toegankelijk voor iedereenWe vinden het belangrijk dat onze feesten voor
iedereen toegankelijk zijn. We berekenen de
kosten scherp en nauwkeurig, door alle vrijwil-
lige inzet en hier en daar wat sponsoring, lukt het
ons om de prijs onder de 20 euro te houden. We
maken geen winst, hooguit een kleine reserve
voor de risicos van een volgend feest.
Vandaag de dag vraagt de organisatie van een
evenement of feest om een andere aanpak. De FiA
Pramenrace XXL bijvoorbeeld. De illegale aanpak van
de kleine jongens van toen lijkt nu meer op oneerlijke
concurrentie met de plaatselijke horeca en is dan ook
door de gemeente een halt toegeroepen. Een nieuwe
uitdaging dus. Een die ons eigenlijk heel goed bevallen is.
het begon met een vergunningaanvraag. We hebben
de gemeente verteld op deze zelfde sociale en vrijwillige
manier iets te willen organiseren voor de jongeren die
normaal gesproken op de kant naar de Pramenrace
staan te kijken. Ook hebben we de stichting sPiE
gevraagd of we misschien deel uit konden maken van
de race door middel van het bouwen van een opdracht.
De mannen van sPiE reageerden ontzettend enthou-
siast en boden gelijk hulp aan met het aanvragen van
de benodigde vergunningen. het feest was een groot
DE IDEEN ACHTER FEESTEN IN AALSMEER
succes en had met gecertificeerde beveiligers en gedi-
plomeerde reddingszwemmers een professioneel tintje.
Obstakels zijn uitdagingenAls organisatie blijven we onszelf op deze manier
ontwikkelen en is ieder obstakel eerder een uitda-
ging dan een probleem. het is duidelijk dat we, als
we onze krachten bundelen, tot grote prestaties
in staat zijn. Bijvoorbeeld zon evenement als de
Pramenrace XXL: met veertien man ruim drie
weken bouwen om alles voor elkaar te krijgen!
Als eerbetoon aan alle ouders die vertrouwen
hadden in wat we deden, zijn we bezig met de
voorbereidingen van een nieuwere en grotere
versie van de 80s- en 90s-party. Ons doel is om
van dit unieke concept een echt Aalsmeers begrip te
maken. Een feest waar iedere vader straks met zijn
zoon aan de bar staat en waar iedere dochter haar
moeder mee naar toe neemt om lekker te dansen
op muziek van toen en nu! Een jaarlijks terugkerend
feest. De precieze datum is nog niet bekend, maar
het zal ergens aan het eind van mei plaatsvinden.
kom de sfeer en gezelligheid maar eens ervaren!
Jochem van Leeuwen
-
22
het eerste moeilijke woord dat ik op mijn derde
goed uitsprak, was fysiotherapeut. Mijn moeder keek
verwonderd om en vond het vooral heel slim. Van jongs
af aan ging ik met haar mee naar de fysiotherapeut,
dus eigenlijk niet zo vreemd. Jaren verstreken en na
het VWO moest er een studie gekozen worden.
Advocaat wilde ik worden. rechten aan de universiteit
van Amsterdam, maar na een half jaar was dat van
de baan. saai en niets voor mij, stilzitten en theorie
stampen interesseerde mij maar tot op zekere
hoogte. Er moest ook iets met de handen worden
gedaan, want van werken was nog nooit iemand
doodgegaan, zei mijn opa. het werd fysiotherapie.
De studie rondde ik in drieneenhalf jaar af, maar
werk lag niet voor het oprapen. Na een jaar belde
het Aalsmeerse paramedisch centrum PAcA. ik zat
boordevol ideen, wilde van alles en bij deze werkgever
leek ook alles te kunnen. Na een aantal korte cursussen
werd gevraagd of ik een opleiding sportfysiotherapie
wilde doen. Deze kans heb ik met beide handen
aangegrepen en ik ging direct de masteropleiding doen.
Blijven lerenNa drie jaar studie en inmiddels een fulltime baan,
volgde ik een aantal cursussen met vernieuwende
ideen. Blijven leren is in ons vakgebied extreem
belangrijk. Een van de drie directeuren, Nico hofman,
werkte voor de DsB-schaatsploeg en hierdoor
kwamen er veel schaatsers naar de praktijk toe.
Langzaam maar zeker begon ik deze sporters ook te
behandelen. Zelfs zo dat Nico vorig jaar vroeg of ik
een aantal fysiotherapeutische taken van hem over
wilde nemen bij die schaatsploeg. Dit is natuurlijk een
jongensdroom die uitkomt. De contracten moesten
nog worden getekend, maar alles zou goedkomen.
Maar de schrik sloeg mij om het hart ten tijde van het
faillissement van de DsB-bank. ik zag alles snel in rook
opgaan. Maar ik wist ook dat trainer en coach Jac Orie
niet voor n gat te vangen was. Wat was ik opgelucht
toen control de sponsoring overnam. Een bedrijf
overigens, met banden in het Aalsmeerse. Nico kwam
met het verlossende nieuws dat alles alsnog doorging.
Ander sociaal levenhoe gaat het eraan toe binnen de ploeg? Wat doe je als
je op trainingskamp bent? Dat zijn vragen die me vaak
gesteld worden. uiteraard lees je in de pers van alles
over het reilen en zeilen van de sporters en de ploeg.
Wat je niet leest, is dat die sporters tweehonderd dagen
JONGENSDROOM WORDT WERKELIJKHEID
-
23
per jaar, of meer, van huis zijn. Wij verdelen de tijd
over drie fysiotherapeuten, de schaatsers zijn continu
met hun sport bezig. Veel mensen beseffen niet dat
familie en vrienden achterblijven. De ploeg wordt voor
hen een groot deel van hun sociale leven. Natuurlijk
samen eten, in het hotel of uit eten. Maar tijdens een
trainingskamp of wedstrijden is het ook vaak samen een
bakkie doen, of een film of serie kijken op de kamer.
Daarnaast wordt er binnen het team nog veel
gestudeerd, want net als bij ons op de praktijk
wordt dat gestimuleerd. Wetenschap is de basis
van de successen van de ploeg. iets waar tijd voor
wordt gemaakt. De rustmomenten s middags en
s avonds worden hier ook voor benut. Een omgeving
kortom, waar ik mij uitstekend in kan vinden.
in de rustmomenten overigens ben ik het hardst aan
het werk. schaatsers komen langs met allerlei kleine
klachten. Vaak kortdurende overbelastingsklachten
of ongemakken die de mobiliteit betreffen. Vaak is
het behandelen opdat training mogelijk blijft zonder
te veel ongemakken. Al met al wel afwisselende en
rare werktijden. soms een hele rustige dag, langs de
baan staan en wat filmen. Soms om half twaalf uit bed
geroepen worden vanwege ziekte of voor een pil. Erg
afwisselend en de kennis over medicatie, pathologie
maar ook wondverzorging bijspijkeren is noodzakelijk.
Ook hier worden innovatieve producten gebruikt.
Meer begeleider dan therapeutTijdens wedstrijddagen ben je meer begeleider dan
fysiotherapeut. Je gaat mee naar de baan, helpt de
schaatsers het ijs op en noteert tijden, zowel van hen
als de overige schaatsers. Wel moet je klaar staan als er
een valpartij is; dit is de minder leuke kant van het vak.
Gelukkig zijn er mr leuke momenten. Overwinningen
of iemand snel van een beperkende klacht afhelpen, zijn
altijd hoogtepunten. Maar ook de gezamelijke barbeque
in Heerenveen, met het Nederlands elftal dat de finale
haalt. Met zelfgemaakte pasta pesto, de tenen knoflook
zijn voor sommigen nooit genoeg. Lekker is het wel.
Alles bij elkaar een geweldige en afwisselende
baan. Mede mogelijk gemaakt door enthousi-
asme, studie, hard werken, netwerken, PAcA en
control. Een jongensdroom die uit is gekomen.
Auke ham
-
24
het valt niet te ontkennen: ik ben ook jong geweest.
Een paar herinneringen. ik was een jaar of tien. Op mooie
zomerdagen hoefden wij niet tijdens de ochtendpauze op
het schoolplein van de columbiaschool te blijven, maar
mochten wij oversteken, over een bruggetje naar het
grasveld aan de overkant. het schoolhoofd Woudstra was
afwezig, en in zijn plaats blies onze klasonderwijzer op
zijn fluitje om de leerlingen naar school terug te roepen.
Echter, de jongens hadden afgesproken om gewoon te
doen alsof ze doof waren en zij bleven zitten. ik was de
enige die de groepsdruk negeerde en naar binnen ging.
IedereenDe eerste fotos van naakte vrouwen liet tante ko mij
zien. Zij stonden te kleumen voor een grafkuil waar zij
weldra zelf in zouden liggen. in het concentratiekamp.
ik las over de opkomst van nazi-Duitsland. hoe
bijna iedereen achter de grote leider aanliep en hoe
moeilijk het was om je tegen hitler te verzetten.
ik was gewaarschuwd. Pas op voor emoties in de poli-
tiek. Pas op voor wat iedereen doet. Pas op voor wat
iedereen vindt. Pas op voor leiders die gelijk hebben.
Jongerencultuurik hield van jazz. ik was toen al een buitenbeentje in
wat later genoemd zou worden de jongerencultuur.
De meerderheid van mijn hBs-klas hield van Bill haley,
Fats Domino, de Everly Brothers. Dat waren de platen
die op een feestje (een fuif ) werden gedraaid.
Degene die de platenspeler moest bedienen, was
degene die geen meisje had meegenomen. het zou nog
lange tijd duren voordat hij dj zou worden genoemd.
Mijn eerste jazzconcerten bezocht ik in 1958.
Duke Ellington en de Jazz Messengers in
het concertgebouw. ik was vijftien.
ik las de Beatnikschrijver Jack kerouac die net zo
snel en improviserend schreef als de jazzmuzikanten
speelden: On The Road en The Subterraneans. ik
schreef een van mijn eerste gedichten en dat
werd in de schoolkrant van het casimir Lyceum
afgedrukt: Onderaards (zie pagina 26).
Tophitsik las Aldus sprak Zarathoestra van Nietzsche: het leven
is een bron van vreugde, doch daar waar het gepeupel
meedrinkt, zijn alle bronnen vergiftigd. Niet bepaald
een aansporing om je te ontwikkelen tot massamens.
Net als het boek van Eric hoffer, De ware
gelovige, beschouwingen over het wezen van
massabewegingen (1952). Van dit laatste kocht
ik een stapeltje voor een gulden per stuk bij De
JONGErEN, PAs OP!
-
25
slegte om ze weg te geven op verjaardagen.
ik was verbaasd toen Vrij Nederland begon met
het publiceren van bestsellerslijsten van boeken.
ik dacht: wat iedereen leest, dat kan nooit wat
wezen Later verschenen de tophitlijsten op de
ruit van de grammofoonplatenwinkel van Otto
in de Zijdstraat. Dat bevestigde voor mij eens te
meer de wansmaak van het grote publiek.
Succesik was een kind van mijn tijd, en ik ben
een kind van mijn tijd gebleven.
ik heb mijn keuze gemaakt uit de waarden die in
mijn tijd opgeld deden. De belangrijkste was dat
ontwikkeling op het gebied van kunst en cultuur een
verrijking is waar je je hele leven wat aan hebt en
waar je je hele leven mee bezig kunt blijven.
Tegenwoordig zijn kunst en (massa)cultuur verworden
tot middelen om je letterlijk mee te verrijken, dat
wil zeggen veel geld te verdienen. De norm voor
kwaliteit is succes geworden. Bestsellers en hitlijsten
geven de toon aan. Met zijn allen naar het stadion,
voor popmuziek of voetbal of een huwelijksfeest
of een uitvaart! kijkcijfers. Jullie mogen het zeggen!
Je hoeft nergens verstand van te hebben om je
mening te uiten. Alles is idols geworden. The
Voice of holland, Popstars, Op zoek naar Zorro,
stand.nl, ranking the news, de lijst is eindeloos.
Om van de nieuwe media maar te zwijgen
KortetermijnbevredigingDe jongeren van nu worden gebombardeerd met alles
wat succes heeft dat wil zeggen, met alles wat door
iedereen wordt gekocht, geconsumeerd en gewaar-
deerd. De leiders en het leiderschap zijn weer in
opkomst. Dat kan niet zonder steeds grotere groepen
min of meer gemakzuchtige en verblinde volgelingen.
Als je jong bent, ben je ontzettend dat
woord gebruik ik opzettelijk ontvankelijk voor
hapklare kortetermijnbevrediging. En daarvoor
is steeds meer te krijgen in deze commercile
op hol geslagen wereld. Legaal of illegaal!
ik weet niet of ik in deze tijd nog de kracht zou
kunnen opbrengen om, net als in de jaren vijftig en
zestig, mij aan de massacultuur te onttrekken.
Jongeren, pas op!
Pierre Tuning
-
26
voor Jack kerouac (1962)
gloeiendhete bopvoelen armendonkerbruin en transpirerendin rokerige duisternis
alkoholringen stoffige drank en vulkaanas alles weten wij heldere klanken ongeaksentueerd
heet gloeiendheettraag praten met vochtige lippengrijze geplaagdehersenen in nood
struikelende zeelui van de bop met waanzinnig oogluikende vaalgeworden treurtruien dansend tegen elkaar geklemd
nooit zullen wij eeuwig zijn wij stervende hanepoten met tenorsax op gebroken zandsteen barensnood in ballads
melancholie van kringelende rook in de woestijn van Nevada bereikbaar per telefoon: eenmaal roken vulkaanas
zinspelend de piano dansend als sluipmoordenaars grootse frases dodend bier op ronde tafelbladen
witte tanden omhulde zweetdruppelende transpiraties stottert Thelonious potisch gejaagd gezweepte bas dong dong krimpende drums
benen zijn mooi vanavondgeven wat prettig stervenvaarwel mijn liefsteernstigkleed je en wandel naarhet trieste park met de somber verlichte venstersen neem met je mee mijn verbrokkeld eenleven
verzameld in een simpel boek
Pierre Tuning
ONDErAArDs
-
27
MiJN DE BiNDiNGDeze editie van NieuwNAT gaat over jong in Aalsmeer
en mij is gevraagd om iets te schrijven over stichting
De Binding, jeugd en jongerenwerk Aalsmeer. Dan
is mijn eerste vraag, ben ik nog wel jong? Laat ik die
vraag toch maar omzeilen en zeggen dat ik me jong
voel en dat hoe ouder je wordt, het lijkt alsof er
steeds meer jongeren zijn. kortom, het is belangrijker
om te weten wat er speelt bij jong Aalsmeer.
En ja, dan moet ik eerlijk toegeven dat ik inmiddels
steeds minder bij De Binding betrokken ben. Voorheen
zat ik in het clubje dat allerlei activiteiten organiseerde,
maakte ik mij druk om het jaarlijkse kerstspel en ging
ik na al mijn zomerkampen zelf als kampleiding mee.
En dat is wat me nu nog steeds aan De Binding bindt,
als leiding op zomerkamp. Maar waarom doe ik dat?
Eigenlijk is het te vergelijken met de meest fanatieke
ontgroeners tijdens een introductieweek. hetgeen hen
is aangedaan zullen zij ook zelf uitvoeren, maar dan in
positieve zin. ik heb de Bindingkampen altijd ontzet-
tend leuk gevonden als deelnemer. het paste me en
naarmate we ouder werden, ontstond er steeds meer
een hechte vriendenclub. De kampen hebben een
sociaal karakter. Er is een maatschappelijk thema dat
tijdens de week op allerlei manieren naar voren komt
en het is met name belangrijk hoe de kampgroep zich
vormt en dat je met een ontzettend leuk wij-gevoel
thuis komt. Je praat over dingen waar je anders niet
bij nadenkt en wordt echt als volwassene gezien.
NaefBest naef om te denken dat dat de belangrijkste
reden was dat ik als deelnemer meeging. Wanneer
ga je nu een hele week met tien of vijftien meiden
op stap. heel tof wat de leiding voor programmas
verzint, maar een lange dagtocht lopen is niet leuk,
of toch ineens wel? Discussiren over een of ander
derdewereldland interesseert je als puber niet, maar
als zij ook haar best doet ineens wel. De spanning die
er is tijdens zon kampweek ontstaat, is, denk ik, net
zo belangrijk voor jongeren en het sociale karakter is
daar een hele goede kapstok voor. Gewoon een potje
verliefd worden, een vreselijk blauwtje lopen, of toch
die ene zoen of mooi stuk in je kampboekje achteraf.
Natuurlijk ga ik nu als leiding mee omdat ik achter het
sociale karakter van de Binding sta. Omdat het, denk
ik, belangrijk is om in onze individualistische maat-
schappij te proberen jongeren bij te brengen dat we
deel uitmaken van een grotere groep en dat we soms
bewust een stap terug moeten doen voor een ander. ik
kan alleen maar hopen dat daar wat van blijft hangen.
Die ene kapstokMaar het blijft die ene kapstok om die goede
voorwaarde scheppende sfeer te creren. En is
die niet goed, dan haken jongeren toch af. komt
de groep niet op n lijn, dan lukt het ook niet.
Gelukkig gaat het meestal goed en ik vraag me dan
ook wel eens af hoeveel Bindingstelletjes er op
deze manier al ontstaan zijn. De Binding als een
grote love generator in Aalsmeer en omstreken.
ik denk wel dat wat ik hierboven geschetst heb, vooral
voor de zomerkampen geldt en dan met name de
jongerenkampen. De Binding organiseert natuurlijk
veel meer activiteiten, al voor kinderen vanaf 6
jaar. Van inloopmiddagen tot een kookcursus. Met
name bij kinderen zullen de activiteiten zelf nog de
grootste drijfveer zijn om te komen, schat ik zo in.
Ook zit De Binding niet meer alleen in de
Zijdstraat, maar is er ook een dependance
in kudelstaart en Aalsmeer-Oost. kijk eens
op de site het is echt een leuke club.
cees Tas jr
-
28
het was zomer 1999 als ik me niet vergis, en ik
was, zoals inmiddels een jaarlijkse traditie was
geworden, mee op zomerkamp vanuit de Binding.
De Taunus was het deze keer, ik was een jaar of
15 met beugel en de nodige puberale hormonen.
chris was mee met zijn gitaar en dat klikte wel.
in de avonden begonnen we muziek te maken.
Eerst de kampbundel, daarna de muziek-
boeken van chris met Polly wants a cracker
van Nirvana. heel voorzichtig begon daar het
tweede deel van mijn muzikale opvoeding.
het eerste deel stamt uit een voor mij verder
verleden. De zondagochtenden thuis waren
voor klassiek, de vrijdagavond voor de jazz en de
momenten voor het avondeten voor de Beatles.
Al vroeg nam mijn vader me mee naar Bacchus om
jazzconcerten te bezoeken. Daar begon mijn liefde
voor de jazz, de muziek en ook voor Bacchus.
het tweede deel breidde zich al snel uit naar een ware
tienerband. Een deel van de kantine van het bedrijf
Florema werd omgetoverd tot oefenruimte, en ineens
waren daar ook een drummer, een bassist en een
tweede gitarist. We speelden rockmuziek en coverden
in het begin veel van Anouk, Nirvana en Greenday, maar
onze wens was toch eigen nummers te gaan spelen.
We begonnen dan ook met schrijven en zo werd
Superficial geboren. De muziek leeft in Aalsmeer
en omgeving en dat bleek ook uit alle poprondes
waaraan we konden meedoen. We eindigden
vaak hoog en hadden een tijdlang veel optre-
dens in onder andere Aalsmeer en Amstelveen.
Totdat we elk ons eigen weg gingen en allemaal
wegtrokken uit Aalsmeer om elders te studeren.
Vanaf dat moment hebben de meesten de muziek
helemaal naast zich neergelegd. ik woonde in
Leiden en miste het optreden regelmatig. Omdat
het in Leiden moeilijk was om muzikaal aansluiting
te vinden en in Aalsmeer de muzikale wereld zo
groot is, greep ik regelmatig terug naar Aalsmeer.
Verschillende projecten deden zich voor en met
verschillende muzikanten speelde ik op diverse plekken.
Ook ontmoette ik Lennert, die naast mijn vaste
gitaarmaatje ook mijn toenmalige vriendje werd. samen
speelden we wat easy listening. Meestal voor bekenden,
maar af en toe was er ook wel eens een optreden bij.
Dat ging voorbij en net als daarvoor bleef ik op zoek
naar muzikanten om mee het podium te beklimmen.
Zo ontmoette ik Lisa kaaijk. Zij speelt piano,
ik zing en wij hebben samen Les Deux
Framboises opgezet, waarmee we cabareteske
en authentieke popliedjes vertolken.
Doordat ik inmiddels als lerares was begonnen op
samenEen, ontmoette ik daarnaast ook John van de
Polder. John is de vader van Lynn, en Lynn zat bij mij
in de klas. Voor de grap hebben we besloten samen
op te treden bij de openatelierroute in Aalsmeer. Dit
beviel zo goed dat we daarna samen zijn doorgegaan.
Vele boekingen volgden en nog steeds groeit het.
We staan samen binnen en buiten Aalsmeer op
gekke plaatsen en maken veel leuke situaties mee.
Onze favoriete stek is nog steeds het oude vertrouwde
Bacchus, dat voelt als een heerlijke knusse huiskamer.
Bacchus is een belangrijke plek voor muzikaal Aalsmeer.
Je ontmoet elkaar, ontdekt nieuwe talenten en raakt
in gesprek. Aalsmeer is muzikaal gezien schatrijk,
gelukkig wordt dat steeds meer gezien en gehoord.
Mijn ambities liggen daarentegen buiten Aalsmeer.
hoe meer optredens hoe beter. Ook hopen John
en ik het schrijven van eigen liedjes uit te breiden en
zou ik het leuk vinden om meer met mijn ukelele te
spelen. Maar een band met wat meer stampende soul
en funk lijkt me ook te gek. Een hoop te dromen!
Een ding is echter zeker, zonder Aalsmeer was ik
nooit waar ik nu ben en als mensen me in andere
plaatsten vragen: hoe komt het dat jij nog niet
bekend bent? voel ik me vereerd en zeg ik:
Maar in Aalsmeer, daar ben ik beroemd!
Merel Meijdam
MAAR IN AALSMEER, DAAR BEN IK BEROEMD
-
29
-
30
Als ik naar buiten kijk zie ik ze staan: bomen,
dubbeldik. Vanaf het voorjaar tot de herfst is het een
palet aan groentinten. ik woon dan aan de rand van
een bos, alleen, geen andere woning te bekennen.
Mijn bos grenst aan een plein, een koninklijk plein.
Vraag het aan Truus van het Witte Weekblad.
Ooit hielden we er jaarlijks met een man of vijftig,
aangeschoven aan een lange tafel, een barbecue.
De uren durende jeudebouleswedstrijd die eraan
vooraf ging, hielden we in het bos. Dat kan niet
meer. Zonder dat iemand het doorhad, waren
er ineens rozenbakken gemetseld met daarom-
heen straatklinkers. Weg prachtige ruimte.
Geen jeu de boules meer, geen ruimte voor het
bouwen van een feestje zoals we dat ooit deden toen
de dochter van Bert en Angelique jarig was. We hadden
de bomen in slingers gezet, tafeltje met stoelen, wat
drank en we hadden feest. Met die lompe bakken
ziet het er naargeestig uit, heeft het iets van een
massagraf. Waarom kon het niet blijven zoals het was?
PrachtoplossingJaarlijks een paar vrachten grof zand en je waande je
in Frankrijk. in tijden van bezuinigingen is het weghalen
van die bakken en bestrating een prachtoplossing.
helaas niet voor Wim van Groei en Bloei, die wil
juist die bakken meer de ruimte geven, hij wil er zelfs
9 van de 24 platanen voor kappen. Gelukkig hebben
we nog henk, ook van Groei en Bloei, die schreef
recent in de Nieuwe Meerbode dat je platanen
niet moet willen kappen, zeker niet in de buurt van
schiphol. Met die tweespalt binnen Groei en Bloei
zal het wel loslopen met de wens tot kappen.
Anders ligt dat bij het burgerinitiatief van Evelyn, die
wil op het Weteringplantsoen een kinderspeelplaats.
Ze heeft veel handtekeningen. Maar ja, zeg maar
eens nee tegen een lieftallige dame met schattige
kindjes, zeg maar eens nee als er gezegd wordt dat
er anders misschien wel een parkeerruimte komt,
zeg maar eens nee als je niet eens weet dat het over
het Weteringplantsoen gaat, zeg maar eens nee
als je in een andere straat, buurt, of dorp woont.
Zelfs wethouder ulla lijkt een zwak te hebben.
Tijdens de inloopavond, waar meer tegen- dan
voorstemmers waren, ging ze de discussie uit de
weg door bij ieder argument dat we aanhaalden,
te zeggen dat het niet inhoudelijk was.
Op stap met UllaGraag zou ik eens een middagje met haar op stap
gaan. ik zou haar de speelplaatsen in plan Blom en
de hornmeer laten zien. haar meenemen naar het
Weteringplantsoen en vragen zich hier een van
die speelplaatsen voor te stellen. Opgekrulde en
door mos bedekte rubberen tegels, schreeuwerige,
detonerende, zogenaamd kindvriendelijke kleuren,
de eeuwig terugkerende blauwe afvalbak, wat is er
dan nog over van het plein? ik zal er een tafel met
stoelen neerzetten en haar uitnodigen op de thee.
hoe voelt ze zich zo, bekeken door de automobi-
listen, onbeschermd zo midden in de open ruimte?
hoe zou ze zich voelen als er een kind zou spelen,
angstig met al dat verkeer? Ze zal me zeggen dat er
zeker een hekwerk moet komen, misschien zelfs wel
struiken. ik zal haar vragen te kijken naar het resultaat
van haar woorden. Zal ze zien dat ons koninklijk
plein een metamorfose heeft ondergaan? Dat het
een van de vele Vinex-speelplekken is geworden?
En wat als de nacht valt? Als door hormonen en
alcohol geplaagde jongeren het plein bezetten? Vraag
het aan robert uit de rietgorsstraat. Die schreef dat
bij hem op het speelplaatsje in de zomermaanden
jongeren tot diep in de nacht voor overlast zorgen.
Maar daar wijken we toch niet voor, Joop, zal ze
antwoorden. Maar hoe dacht je dat te voorkomen,
zal ik terugvragen. heb jij kunnen voorkomen dat
opgeschoten jongens via een vuilcontainer en gymnas-
tische toeren onze ondergrondse parkeerplaats wisten
WAAr OOiT EEN kONiNkLiJk PLEiN WAs
-
31
te bereiken? heb jij het brandstichten en motoren
platleggen kunnen voorkomen? is gebeurd. kun je
nagaan wat er op die speelplaats staat te gebeuren.
Afstand van niksMaar kom, op naar het speelplaatsje bij school
samenEen. Let op de tijd. Binnen nog geen twee
minuten lopen vinden we speelkippen, klimobjecten,
glijbaantjes, een voetbalkooi en zelfs een pingpongtafel.
Wat is hier mis mee? in de eindrapportage Aalsmeer
investeren, vernieuwen & renderen wordt op bladzijde
24 gesteld dat de afstandscriteria voor speelplaatsen
omhoog kunnen worden bijgesteld en het onderhouds-
niveau omlaag. Twee minuten is een afstand van niks.
Niet netjes genoeg? het college wil toch de gebruikers
en bewoners meer bij het onderhoud betrekken?
Nee, bij mij wil het er echt niet in dat in een tijd dat er
volop bezuinigd moet worden, de uitgaven voor deze
speelplaats te verantwoorden zijn. Tenzij de gedachte
heerst dat een burgerinitiatief sowieso gehonoreerd
moet worden. Maar dan heb ik er ook een.
Op naar het stokkeland. Achter het keramiekatelier
staan stevige houten speelobjecten. Midden in het
gras, geen rubberen tegel te bekennen. Onder de
ringen wat weggesleten grond. Dit is een sfeer die
ik ken van toen ik kind was. ik heb nooit op kinder-
speelplaatsjes hoeven spelen, ik klom in bomen op
het voetbalveld, groef kanalen in de tuin, slingerde
aan touwen in de werkplaats, klom langs regenpijpen
van de school, liep over de nok van een woning in
aanbouw en vloog als het sneeuwde op een oude
motorkap van de dijk af. Alles was speelplaats.
De enige plek die dat avontuurlijke element oproept, is
het stokkeland. Te ver omlopen via het raadhuisplein?
Een goede reden om die veelbesproken brug nu einde-
lijk eens aan te brengen. ik weet zeker dat er 25 mensen
te vinden zijn voor het indienen van een burgerinitiatief.
Joop kok
-
32
Mijn naam is Amber Bartels. Geboren en getogen in
Aalsmeer. Normaal gesproken studerend aan de Vrije
universiteit in Amsterdam, ben ik nu sinds 10 januari
2011 voor een masteronderzoek in Tel Aviv, isral.
Dit onderzoek is onderdeel van de master sociale
en culturele Antropologie aan de Vu. Voorheen
heette deze studie simpelweg volkenkunde, maar
tegenwoordig vindt men de culturele en sociale
leer van de mens beter passen. Want dat is wat
antropologie betekent: leer van de mens. sociale
en culturele Antropologie betekent dat de mens
in zijn sociale en culturele verband bestudeerd
wordt, niet als individu. ieder mens organiseert
zichzelf sociaal en cultureel; in groepen. De groep
die ik bestudeer zijn niet-religieuze, maar toch Joodse
jongvolwassenen in het centrum van Tel Aviv.
Een van de eerste vragen die men vaak stelt wanneer
ik vertel over mijn onderzoek is: Waarom isral?
En: is het niet gevaarlijk? Voel je je niet onveilig? het
antwoord op de eerste vraag is misschien teleurstel-
lend simpel. in de zomer van 2010 vertrokken een
vriendin en ik voor drieneenhalve week richting isral,
om het land rond te reizen. Gewoon omdat ons dat
leuk leek, niet vanuit religieuze motieven. ik denk dat ik
voor ons beiden mag spreken wanneer ik zeg dat dit ons
erg goed bevallen is. Eenmaal teruggekomen uit isral
wist ik: ik wil mijn masteronderzoek in dit land doen.
ik begon na te denken over een onderwerp, en wilde
niet het meest voor de hand liggende doen: onderzoek
naar het conflict of relaties tussen Palestijnen/Arabieren
en Joden. in plaats daarvan begon ik na te denken over
Tel Aviv, de tweede grote stad van isral die door
velen the bubble (de zeepbel) wordt genoemd.
Hedonistische stadDe isralis hebben verschillende redenen om Tel
Aviv zo te noemen. Ten eerste omdat de stad
geografisch gezien ver van alle conflictgebieden de
grens met Libanon, de Gazastrook en de Westelijke
Jordaanoever af ligt, als een veilige zeepbel in
isral. Ook is Tel Aviv een seculiere/niet-religieuze
zeepbel, omdat er veel niet-religieuze Joden wonen
en willen wonen. Dan wordt Tel Aviv ook een
zeepbel genoemd omdat het als de meest moderne
en hedonistische stad van isral wordt beschouwd.
in Jerusalem we pray, in Tel Aviv we play, zo hoorde
ik een feestvierende vrouw in een YouTube-filmpje
zeggen. De laatste, meest omstreden beschrijving van
Tel Aviv als een zeepbel, heeft betrekking op het feit
dat vooral isralis die niet in Tel Aviv wonen, vinden
dat de Tel Avivis individualistisch en egostisch zijn. Tel
Avivis zouden zich in hun zeepbel verschuilen en de
ogen sluiten voor alle problemen in isral. in de eerste
week van mijn onderzoek zei Matanya, een jongen die
in het hostel werkte waar ik toen verbleef, hierover:
sommige mensen verlaten the bubble nooit. Zij
komen nooit ergens anders. Zo ben ik niet. ik zat in
de special forces in het leger, ik weet wat er aan de
hand is in de rest van het land. Maar anderen niet.
Niet gevaarlijkin deze karakterisering van Tel Aviv ligt voor mij dan
ook het antwoord op de vraag of het niet gevaarlijk
is om hier te zijn en of ik me niet onveilig voel. het
antwoord is nee. Hoewel Isral in een conflict verwik-
keld is, is het niet in staat van oorlog. En hoewel
men nooit zeker is wat de toekomst brengt, is Tel
Aviv vanwege zijn geografische ligging in principe een
veilige stad. Een van mijn informanten zei hierover:
Toen in 2006 de oorlog met Libanon woedde,
was daar in Tel Aviv niets van te bemerken. het
leven hier gaat gewoon door. Daarbij is Tel Aviv
an sich een veilige, moderne, liberale stad waar je s
nachts gerust alleen over straat kunt. De atmosfeer
is prettig en de stad kent weinig criminaliteit.
OP ONDErZOEk iN DE ZEEPBEL, TEL AViV
-
33
Een andere vraag die mij vaak gesteld wordt is: Wat
doe je nou eigenlijk precies? Zeker de isralische
jongeren waar ik hier mee omga vragen bijvoorbeeld:
Okee, nu zitten we hier gewoon humus te eten
in king George street. En nu ben je ons aan het
onderzoeken? Of vanavond, als we uit gaan, dan ga
je ons observeren? ik moet dan altijd lachen, en
zeg dat het inderdaad min of meer zo in elkaar zit.
ik kan het ze niet kwalijk nemen dat dit ze misschien
een beetje vreemd voorkomt. Wanneer ik heb
verteld dat ik onderzoek doe naar het imago van
Tel Aviv en de identiteitsvorming van jonge, niet-
religieuze, Joodse Tel Avivis kost het ze natuurlijk
niet veel tijd om te concluderen: Dat zijn wij dus!
Je doet eigenlijk gewoon onderzoek naar ons!
Fun stuffDat is waar, en ik vind het geweldig! Door te
participeren in de levens van mijn informanten,
door hen te observeren, vragen te stellen en te
interviewen probeer ik een beeld te schetsen van
hun leven hier in het centrum van Tel Aviv. Dat is
echt fun stuff ! zegt shauli, de kamergenoot van