NieuwNAT 11

44
Editie: voorjaar 2011 Prijs: € 4,95 nieuwnat.nl NieuwNAT 11 | Jong in Aalsmeer Merel Meijdam Maar hier ben ik beroemd! Patrick Verkerk 100% concentratie, 0% zenuwen JONG! YANNICK DUPORT DE ENE HANGJONGERE IS DE ANDERE NIET

description

een bonte verzameling ‘mensen’ en stof genoeg voor een leuk magazine over ‘Jong in Aalsmeer’. Dat is het thema van dit lentenummer, waarmee we online alweer ons derde jaar ingaan. We zijn vooral op zoek gegaan naar de ambities van jongeren tussen grofweg 15 en 35 jaar. Op de volgende tientallen pagina’s laten ze zichzelf horen, soms op hoogst persoonlijke wijze en met onversneden lef. Lees maar.

Transcript of NieuwNAT 11

  • Editie: voorjaar 2011

    Prijs: 4,95

    nieuwnat.nl

    NieuwNAT 11 | Jong in Aalsmeer

    Merel MeijdamMaar hier ben ik beroemd! Patrick Verkerk100% concentratie, 0% zenuwen

    JONG!

    YANNick DuPOrT DE ENE hANGJONGErE

    is DE ANDErE NiET

  • 2

    In deze editieBregje de Boer uggs en BlackBerries 3Anton de Boer uggs en BlackBerries 3Erik van itterzon Wegwezen! 15Jochem van Leeuwen Feesten in Aalsmeer 20Auke ham Jongensdroom 22Pierre Tuning Jongeren, pas op! 24cees Tas jr Mijn De Binding 27Merel Meijdam Beroemd in Aalsmeer 28Joop kok Weteringplantsoen 30Amber Bartels Zeepbel Tel Aviv 32

    interviewsYannick Duport hangjongeren 4Ansje Weima rookie of the year 8han carpay Discotheek Bon Ami 12Adri Markus kerkganger is vrij 16Leni Paul Muziek als hobby 34han carpay De beeldende kunst in 36

    columnPeter Maarsen @NieuwNAT #Jong 11

    GedichtMarcel harting Voor het slapen gaan 18

    FotosAnke Zekveld (portretten genterviewden), Monic Persoon (Aalsmeerse jongeren, incl. voorpagina)

    Plus een mailwisseling tussen de jonge gemeenteraadsleden robbert-Jan van Duijn en robert van rijn over hun politieke Ambities 38

    Jong in Aalsmeer

    De hangjongere: ik ben geen engel. De zomer-kampleider: Gewoon een potje verliefd worden, een vreselijk blauwtje lopen, of toch die ene zoen. De popzangeres: Een band met wat meer stampende soul en funk lijkt me ook te gek. De twitteraar: het wordt nooit iets met NieuwNat als we niet vandaag de account @NieuwNAT openen op Twitter. De barkeeper: Ze komen naar de disco voor het ons-kent-ons-gevoel. De luxe-automonteur: Ze vragen altijd eerst hoe hard ik rijd. De gelovige danseres: ik merk gewoon heel sterk dat God hier achter staat. De kunstenaar in spe: het is een rauw, grillig plaatje geworden, er zit een bepaalde intensiteit in.

    Deze ene alinea alleen al bewijst hoe veelzijdig de Aalsmeerse jongeren van vandaag zijn! Of zijn het listig bijeengeraapte citaten, die flink uit hun verband gerukt zijn? Laat ik, om de nieuwsgierig-heid te voeden, eerst enkele andere schrijvers en genterviewden nog noemen: een feestvarken, een onderzoeker in den vreemde, een hippie, een woningzoekende, een schaatsploegbegeleider, een gemeenteraadslid, een klassieke gitarist en een uggs-liefhebber. Ze liepen gewoon rond in ons dorp en lieten zich graag strikken voor een bijdrage.

    Al met al een bonte verzameling mensen en stof genoeg voor een leuk magazine over Jong in Aalsmeer. Dat is het thema van dit lentenummer, waarmee we online alweer ons derde jaar ingaan. We zijn vooral op zoek gegaan naar de ambities van jongeren tussen grofweg 15 en 35 jaar. Op de volgende tientallen paginas laten ze zichzelf horen, soms op hoogst persoonlijke wijze en met onversneden lef. Lees maar.

    het vorige nummer is zowaar grif van de hand gegaan. We hebben meer dan vijfhonderd exemplaren kunnen verkopen, iets wat we bij lange na niet verwacht hadden. Doordat het zo lekker liep, kunnen we ook dit nummer in een gedrukte versie uitbrengen. Dat doen we met veel plezier, gestimuleerd door uw bijzonder positieve reacties op Markantici. het nieuwe magazine zal verkrijgbaar zijn vanaf begin april. kijk voor de verkooppunten op onze website www.nieuwnat.nl.

    Ons volgende nummer heeft als thema ik gun Aalsmeer Zoals altijd zijn bijdragen en ideen daarvoor van harte welkom.

    han carpay, redactie NieuwNAT

    cOLOFONredactie: han carpay, Yannick Duport, hlne homan, Erik van itterzon, Ton Offerman, Ansje Weima

    Aan dit nummer werkten verder mee: Amber Bartels, Anton de Boer, Bregje de Boer, robbert-Jan van Duijn, Auke ham, Marcel harting, Joop kok, Jochem van Leeuwen, Peter Maarsen, Adri Markus, Merel Meijdam, Leni Paul, Monic Persoon, robert van rijn, cees Tas jr, Pierre Tuning, Anke Zekveld

    Vormgeving/webdesign: Youre On! ( Joran van Liempt)

    Verschijningsdatum: 21 maart 2010

    E-mail: [email protected]: kamperfoeliestraat 31, 1431rL AalsmeerTelefoon: 06 55760915 (han carpay), 0297 329468 (Ton Offerman)reageren? [email protected] Financile steun? rekeningnummer 7650738 t.n.v. Erik van itterzon inz. st. de Droom o.v.v. steun NieuwNAT.

    NieuwNAT verschijnt driemaandelijks; eerstvolgende nummer: 21 juni 2011

    Overname van artikelen is toegestaan, met bronvermelding.

  • 3

    Op mijn school in Amstelveen hebben heel veel mensen

    uggs en BlackBerries. De uggs laarzen zijn sinds vorige

    winter een rage en BlackBerries sinds vorig jaar. Bijna

    iedereen heeft ze en je kan al bijna niet meer zonder.

    ikzelf heb ze niet, maar het is niet zo dat ik ze niet wil, of

    dat ik niet meeloop met de hype. ik kan me voorstellen

    dat veel mensen het onzin vinden, dat de jeugd zo

    achter elkaar aanloopt, maar daar ben ik het niet

    mee eens. het hoort bij onze leeftijd en BlackBerries

    bijvoorbeeld zijn echt handig. Je kan ermee pingen,

    een soort gratis smsen van BlackBerry naar

    BlackBerry. Ook ben je bijna overal bereikbaar

    en je kan op veel plaatsen op internet.

    Veel meiden en ook wat jongens

    hebben uggs. ik weet niet of,

    als niemand ze zou hebben, je

    ze cht mooi zou vinden, maar

    veel mensen gaan ze vanzelf

    wel willen. Waaronder ikzelf.

    Deze rages zijn natuurlijk wel

    een luxe en het kost ook best

    wat geld. Toch vind ik dat het bij

    de leeftijd hoort, ook al weet ik

    dat veel mensen er anders over

    denken. Echter bij sommige mensen

    wordt het een heel plaatje: uggs (een paar of 4),

    een BlackBerry, een bontjas, een scooter en een

    handtas. Je moet wel jezelf kunnen blijven...

    Maar wie weet hoe wij er over vijf jaar uitzien.

    Bregje de Boer (dochter, 14 jaar)

    Bij de scholen is het s ochtends een drukte van

    belang. Niet zozeer kinderfietsen maar vooral autos

    zijn hier de oorzaak van. Deze autos leveren de

    prinsjes en prinsesjes af voor hun dagelijkse portie

    onderwijs. En omdat het verkeer niet zonder risicos

    is voor kinderen op de fiets, worden ze gebracht.

    intussen weten deze kinderen niet meer hoe het voelt

    om tegenwind te hebben of in de zon te fietsen.

    De welvaart is nog nooit zo groot geweest als nu, crisis

    of geen crisis. Op zich is dat natuurlijk best mooi. soms

    lijkt het echter wel of in onze omgeving welvaart een

    doel op zich aan het worden is. het lijkt meer te gaan

    om de extase van het verzamelen van allerlei zaken

    en daaraan verbonden kortstondige voldoening. Dit

    gaat in rages. kinderen lijken dit gedrag van hun ouders

    over te nemen. De meest flagrante voorbeelden

    van dit moment zijn de ugg en de BlackBerry.

    De ugg is een van oorsprong Australische laars

    gemaakt van schaap. het is een oerlelijk vormeloos

    ding. Deze laars verwisselt van eigenaar voor ongeveer

    180, de productiekosten zijn ongeveer 30, het

    verschil is gebakken lucht die wordt betaald door

    de ouders van de prinsjes en prinsesjes. hetzelfde

    geldt voor de BlackBerry. Dit is een telefoon

    die door basisschoolkinderen wordt gebruikt en

    wordt aangeschaft voor een tarief dat gelijk is aan

    het jaarinkomen van een gezin in Bangladesh.

    Deze hang naar materile hypes van zowel ouders

    als kinderen lijkt het denken over immaterile en

    meer filosofische zaken te drogeren. Dit denken

    lijkt uit onze cultuur te verdwijnen. herrie en

    eenvoudige redenaties worden meer de norm.

    Een beschaving aan het einde van zijn cyclus;

    brood en spelen of anders worden we boos.

    De situatie in de westerse cultuur

    heeft alle kenmerken van de

    remmende voorsprong. We

    zullen snel ingehaald worden

    door groeiende beschavingen die

    zich aan het ontwikkelen zijn in

    Azi en Zuid-Amerika. kinderen

    uit deze omgevingen weten nog

    wel wat het is om tegenwind te

    hebben. En hoe het is om in de zon

    te fietsen. En dat is veel leuker.

    Anton de Boer (vader, 54 jaar)

    uGGs EN BLAckBErriEs

    2.

    1.

  • 4

    Als we vragen waar we naartoe moeten, geven ze geen antwoord, stelt Robin Maarse hoofdschuddend vast vanaf de bank in zijn ouderlijk huis, en als er dan wel een keer een antwoord komt, zeggen ze dat we maar bij een vereniging moeten gaan. Hij leunt achterover en lacht, alsof de suggestie zich te mengen in het Aalsmeerse verenigingsleven een goede grap is. Jongens van een jaar of negentien, twintig, zoals als ik, legt hij uit met diepe stem die geheel niet past bij het standaardbeeld van een hangjongere, die hebben geen zin om gezellig bij de zangclub te gaan. Hij schudt nogmaals zijn hoofd, de afkeuring over de suggestie druipt van hem af.

    Robin Maarse, 19 jaar uit Kudelstaart, is hangjongere.

    Eigenlijk is hij automonteur, maar het was in het kader

    van zijn vrijetijdsbesteding dat hij onlangs een brief

    schreef naar de Nieuwe Meerbode. Opmerkelijk,

    aangezien hangjongeren over het algemeen weinig

    van zich laten horen wanneer ze niet op straat

    rondhangen. In de brief gaf Robin aan zich niet serieus

    genomen te voelen en het idee te hebben dat de

    gemeente zich vooral bezighoudt met symptoom-

    bestrijding wat betreft jeugdzaken. Ze willen niet

    met ons praten, ze zijn alleen maar genteresseerd

    in ons weg sturen als men last van ons heeft.

    Hoog bezoek

    In het kader van een nieuw samenscholingsverbod

    bij het winkelcentrum van Kudelstaart kwam

    burgemeester Litjens langs voor een gesprek. Hij

    kwam toelichting geven, verbetert Robin zichzelf,

    bij zijn verhaal. Ik dacht eerst dat hij kwam voor

    een gesprek, maar het was niet de bedoeling dat

    ik terugpraatte, verklaart hij verontwaardigd. De

    burgemeester ging de meest notoire hangjongeren

    van Kudelstaart af, dus kwam hij ook bij huize Maarse

    langs. Robin is volgens de gemeente, getuige de brief

    die zowel hij als zijn ouders apart van elkaar ontvingen,

    een van de leiders van een groep Kudelstaartse

    hangjongeren die overlast veroorzaakt. Ik ben geen

    engel, erkent hij ruiterlijk, terwijl hij tekst en uitleg

    geeft over zijn status als hooggeplaatste hangjongere.

    De status van leidinggevende, die de gemeente hem

    toedicht, zit hem dwars. We zijn gewoon een groep

    vrienden, je kent dat wel. Niemand is de baas. Ik heb

    wel een grote bek, dat is waar. Dat hij die grote

    bek niet alleen bij zijn vrienden bezigt, blijkt ook uit

    zijn verhaal. Robin heeft de wijkagent uitgenodigd

    te praten, kreeg de burgemeester op bezoek en

    stuurde toen de opstelling van de burgemeester

    hem niet beviel een brief naar de lokale krant. Ik

    dacht dat de burgemeester kwam om te praten. Dat

    stond ook in de uitnodiging: hij zou komen praten.

    In plaats daarvan kwam hij gewoon uitleg geven over

    het samenscholingsverbod en de nieuwe regels. Als

    ik probeerde in discussie te gaan, kapte hij me af.

    DE ENE hANGJONGErE is DE ANDErE NiET

  • 5

    Uitgezocht

    Als Aalsmeerse jongere voelt Robin Maarse zich

    gemarginaliseerd, niet serieus genomen. De politie

    is, volgens hem, vooral gebrand op het achterna

    zitten van hem en zijn vrienden. Ze roepen

    me met naam en toenaam en dan vragen ze me

    om mijn identiteitsbewijs, vertelt hij hoorbaar

    gefrustreerd. Zelfs als ik overdag een pakje

    sigaretten ga halen. Als ik s avonds op straat sta,

    dan kan ik er nog wel begrip voor opbrengen.

    Bij de brief die de gemeente tweemaal naar huize

    Maarse stuurde, hoorde een lijstje met de nieuwe

    regels die gelden rond het Kudelstaartse winkelcen-

    trum waar hij en zijn vijf tot vijfentwintig vrienden

    graag hangen. Het aantal wisselt iedere avond, het

    ligt er maar net aan wie naar buiten komt. Volgens

    Robin leeft de politie zelf de regels niet na, hij noemt

    meerdere momenten waarop vrienden of kennissen

    van hem direct een boete kregen opgelegd, in

    plaats van de in de regels beloofde waarschuwing.

    Wat vooral uit zijn verhalen naar boven komt, is

    wantrouwen richting het gemeentelijk politiekorps.

    Ze hebben mij in een hokje neergezet: het hokje

    irritante jongere, verzucht Robin, terwijl hij naar

    de brief van de gemeente kijkt. Niet geheel ten

    onrechte, erkent hij. Ik ben geen lieve jongen,

    ik heb echt wel wat dingetjes geflikt. Voor een

    van die dingetjes heeft hij nog een taakstraf te

    volbrengen. Bovendien heeft zijn plaats in het

    hokje irritante jongere gevolgen voor de manier

    waarop politie zijn gedrag interpreteert.

    Tijdens zijn visite heeft de burgemeester volgens Robin

    Maarse en zijn ouders verteld dat de politie vermoedt,

    volledig ten onrechte, dat hij drugs dealt. Wat ze zien,

    is dat ik in mijn auto zit en dat er wat vrienden naar

    me toekomen om even met me te ouwehoeren. De

    verklaring die ze dan hebben, is dat ik drugsdealer ben,

    natuurlijk. Dat laat wel zien hoe ze over me denken.

    Hangen

    Over waar hij zijn avonden doorbrengt is hij bijzonder

    bondig. Er is hier in Kudelstaart een jeugdhonk, dat

    is twee avonden per week open. Die twee avonden

    zit iedereen daar. De rest van de week gaan we waar

    het licht aan is en je droog staat: het winkelcentrum.

    Dat ze daar nu niet meer mogen staan omdat ze

    overlast veroorzaken voor omwonenden, kan

    Robin begrijpen. Toch, claimt hij, is het probleem

    niet opgelost met een samenscholingsverbod. Het

    probleem is, we kunnen nergens naartoe. Heel

    Kudelstaart is volgebouwd en zelfs op de plaatsen

    waar niemand in de buurt woont, zoals bij RKDES, is

    de politie er als de kippen bij om ons weg te sturen.

    Dat de politie en hangjeugd elkaar zo vaak moeten

    treffen, steekt hem. De problemen met hangjeugd

    in Aalsmeer en Kudelstaart kent hij maar al te goed.

    Ondanks die kennis vindt Robin dat de buurtbewoners

    wel heel snel de politie bellen. Dan hebben mensen

    last van ons, komen ze niet naar buiten om er wat

    van te zeggen, maar dan is het 112 overlast!

    Het feit dat ze vaak in bewoond gebied hun bijeen-

    komsten hebben is volgens hem een logisch gevolg

    van de situatie in de buurt. De zeecontainer, er een

    tijd geleden geplaatst in een poging de jeugd tegemoet

    te komen, wordt vandaag de dag bevolkt door Polen,

    waar hij niet tussen wil zitten. Het jeugdhonk is slechts

    twee avonden per week open, en verder is er niets.

    Niet zonder frustratie in zijn stem legt hij uit wat hij

    ook aan de burgemeester probeerde te vertellen.

    Het probleem is, er is gewoon helemaal niks.

    Kudelstaart was vroeger een boerendorp, letterlijk.

    Het was allemaal gras en groen, en ze zijn de laatste

    tien jaar gaan bouwen. Alleen maar woningen,

    woningen, woningen. Leuk, dat mensen nu een

    huis hebben, maar waar moeten wij nu heen?

  • 6

    Jeugdhonk

    De voor de hand liggende oplossing voor het

    hangjeugdprobleem van Kudelstaart is volgens

    Robin Maarse het vijf dagen per week openhouden

    van het jeugdhonk. Als het jeugdhonk open is, zit

    iedereen daar. Niemand gaat buiten lopen kloten

    als we ergens binnen kunnen zitten met elkaar,

    want daar sta je dan buiten, gezellig in je eentje.

    De problemen die een vaker en langer open

    jeugdhonk met zich meebrengt, vooral financieel,

    kent hij ook. De details van het Aalsmeerse

    jongerenbudget, dat gehalveerd gaat worden, kent

    hij. Aan de andere kant, bij al die meldingen van

    overlast moet de politie komen, soms met meerdere

    autos, dat kost ook allemaal geld. Dan lijkt het mij

    handiger te zorgen dat we niet op straat hangen.

    Ook de ouders van de hangjongeren zijn zich bewust

    van de beperkte mogelijkheden van de gemeente.

    Zo heeft een aantal zich bereid getoond als vrijwillig

    begeleider het honk te bemannen. Maar daar wordt

    niks mee gedaan. Er gebeurt helemaal niks.

    Een ander idee dat hij vanaf de bank oppert, is dat

    de hangjongeren zelf hun honk bouwen, ergens waar

    men geen last van ze heeft. Ik ben dan wel monteur,

    maar we hebben timmermannen, elektrotechnici,

    loodgieters, alles. Die jongens willen wel wat doen,

    maar dat mag gewoon niet. Veel nodig zou zon

    honk overigens niet hebben, de beschrijving die

    Robin van zijn onderkomen geeft, is niet meer dan

    een betonnen muur en een afdak. Dat jeugdhonk,

    dat is een oude peuterspeelzaal, dat gebouw is

    verrot. Maar dat kan ons niks schelen, het staat

    er, legt hij uit. We zijn allang blij met een plek.

    Toekomst

    Dat de buurt waar hij woont het zwaar heeft gehad,

    mede door toedoen van hemzelf en jongens die

    hij kent, weet Robin al te goed. Het beeld dat

    mensen van ons hebben, is dat we iedereen die in

    de buurt komt neersteken en beroven, dat we alles

    kapot maken wat los en vast zit. Dat denken ze.

    De angst voor de groep is iets waar hij wel enige

    moeite mee heeft. Bij alles wat hij vertelt, blijft

    hij erop hameren dat hij en zijn vrienden er niet

    op uit zijn anderen te irriteren. Ze luisteren

    naar hun muziek, die soms te hard staat, toch is

    de politie bellen als dat gebeurt niet nodig. Ik

    weet ook wel dat die muziek harder gaat dan de

    bedoeling is, maar bel dan niet meteen de politie.

    Vraag gewoon of het een tikkie zachter kan.

    De reacties die in de Nieuwe Meerbode kwamen

    op de brief van Robin Maarse, waren allebei nega-

    tief. En van de briefschrijvers, Remco, had hem

    ook al een mail gestuurd. Beide brieven maken

    hetzelfde punt: Robin en zijn groepje hangende

    vrienden zijn luidruchtig, blowen, drinken in het

    openbaar en veroorzaken daarmee overlast.

    Dat hij en zijn vrienden van de buurt op weinig sympa-

    thie mogen rekenen, is voor Robin geen verrassing.

    Toch is het volgens hem belangrijk dat de gemeente

    zich juist nu bezig houdt met het voorzien van een

    plaats waar jongeren s avonds naartoe kunnen gaan.

    Ze hebben hier de afgelopen jaren vijf nieuwe

    woonwijken neergezet, en er is geen enkele plek

    waar jongeren heen kunnen, behalve dat jeugdhonk

    en die smerige zeecontainer, legt hij vanaf de bank

    in zijn ouderlijk huis uit wanneer ons gesprek op zijn

    einde loopt. Want al die kinderen in die nieuwe

    wijken? Nu zijn dat nog allemaal jonge kindjes, jaar

    of vijf, zes, gaan naar de basisschool. Over tien

    jaar? Gaan die ook allemaal scooter rijden en met

    vrienden op straat staan. Over twaalf jaar hebben

    ze ook allemaal een auto, met geluidsinstallatie. Die

    gaan dan ook zuipen, blowen en herrie maken.

    Het probleem met hangjeugd in Kudelstaart en

    Aalsmeer zal niet zo een, twee, drie verdwijnen.

    Er zal nu eenmaal altijd een aantal jongeren de

    voorkeur geven aan met elkaar op straat te

    hangen boven het verenigingsleven of de bank in

    het ouderlijk huis. De hangjeugd van vandaag een

    plek geven is, volgens Robin Maarse, problemen

    met de hangjeugd van morgen voorkomen.

    Yannick Duport

  • 7

    Foto: Monic Persoon

  • 8

    Foto: Anke Zekveld.

  • 9

    Eigenlijk wist ik tijdens de citotoets al wat ik

    wilde, ik hoefde niet zo hoog te scoren, want ik

    ging in de autos. Aan het woord is de 21-jarige

    Patrick Verkerk, trotse mede-eigenaar van Race

    for Fun, een bedrijf gespecialiseerd in het onder-

    houd en raceklaar maken van Porsches.

    Als ik de garage gevonden heb op een nieuw bedrij-

    venterrein langs de Aalsmeerderweg is het meteen

    duidelijk dat er hier veel te doen is. Buiten staat een

    mooi beschilderde race-Porsche klaar en binnen hangen

    twee exemplaren waar aan gesleuteld wordt. Elders

    in een andere ruimte liggen ontmantelde motoren te

    wachten tot Patrick tijd heeft om deze weer zo in elkaar

    te zetten dat er op het circuit eer mee te behalen valt.

    Vanaf heel jong was ik eigenlijk altijd bezig met dingen

    uit elkaar halen en weer in elkaar zetten. Toen ik

    zes was heb ik de skelter al uit elkaar getrokken en

    weer in elkaar gezet. ik ben ook zo opgevoed, alle

    technische klusjes moesten we van jongs af aan zelf

    doen. Papa je band laten plakken? Daar was bij ons

    geen sprake van, ik ben met techniek opgegroeid!

    Wat diezelfde vader wel deed was de liefde aan zijn

    zoon doorgeven voor het sleutelen aan en racen met

    autos. in het derde jaar van de middelbare school koos

    Patrick dan ook bewust voor autotechniek en kreeg

    hij een stageplaats bij een klassieke Porsche-garage.

    Gelukkig toevalOp zijn zestiende kan hij door een gelukkig toeval

    een Porsche bemachtigen en gaat hij daarmee aan

    de slag. Zelf last hij er een kooiconstructie in en een

    jaar later doet hij voor het eerst mee met de Porsche

    944 Basics races. Zowel hij als de auto doen het goed,

    en aan het einde van het seizoen is er een derde

    plaats voor hem n de titel Rookie of the Year 2007

    (hoogste nieuwe binnenkomer). Meerdere successen

    volgen, zowel vader als zoon Verkerk behalen met

    hun Porsches vaak een eerste of een tweede plaats.

    De snelheid van hun autos is iets wat andere coureurs

    niet ontgaat. Patrick: Ze kwamen naar ons toe, dat

    we toch wel snelle autos maakten en of we hun autos

    ook niet wilden onderhouden. Dat was voor ons geen

    probleem, maar het was in het begin nog allemaal

    hobbymatig. Voor onszelf was het tenslotte ook een

    hobby. Wanneer tenslotte het hele erf dagelijks vol

    staat met allemaal Porsches trekt zijn moeder aan de

    bel. Misschien is het tijd om eens naar een eigen pand

    om te kijken? En zo wordt de hobby een heus bedrijf in

    een eigen pand, de basis voor race for Fun is gelegd.

    Kampioen 2010in 2010 is Patrick Verkerk kampioen geworden in de

    Porsche 944 Basics en hij vertelt dat er geraced wordt

    op de circuits van Zandvoort, Assen, Zolder, spa

    Francorchamps, Oschersleben en de Nrnburgring.

    het betreft hier sprintraces van maximaal 12 rondes

    zonder pitstops. hij doet mee aan 7 9 races per

    jaar en op n zon racedag doe je dan een training,

    een kwalificatie en twee races van 12 rondes.

    ik kan het natuurlijk niet nalaten om te vragen hoe hard

    hij gaat: A: mijn teller doet het niet, en B: ik heb geen

    tijd om te kijken! Ze vragen dat eerst altijd, gaan dan zelf

    een rondje rijden en dan zeggen ze dat ze 200 kilometer

    per uur gereden hebben. Dan zeg ik dat ze nooit zullen

    winnen, want als jij tijd hebt om op je teller te kunnen

    kijken, dan heb je niet je aandacht voor 100% bij je auto

    en haal je nooit de top. ik heb ook echt geen idee hoe

    hard ik rij, nee, er staat alleen een hele grote rode lamp

    binnen mijn gezichtsveld, voor als er iets mis is met

    mijn auto. Och, het zal op het rechte eind wel tegen

    rOOkiE OF ThE YEAr

  • 10

    de 200 zijn, maar uiteindelijk is het vrij onbelangrijk hoe

    hard je rijdt, als je maar voor blijft. Zo hard mogelijk

    van bocht tot bocht en het bochtenwerk zelf zo goed

    mogelijk uitvoeren, dat is ook het lastigste om te leren.

    Nog een notoire vraag van mijn kant: hoe voelt dat

    nou in zon racewagen, wel eens bang? Nee, nooit

    geweest ook. Wel als je op de start staat, dan zie je

    al die wildhazen om je heen, die mannen die ook

    echt eerste willen worden, net als jij. Dan voel je de

    zenuwen opkomen. Tot het moment dat je het contact

    omdraait en wegrolt met de auto. Dan is er direct

    100% concentratie en 0% zenuwen, helemaal niets

    meer. soms kan ik wel eens boos worden, dan krijg

    je zon adrenalinestoot als iemand iets stoms doet. Ja,

    n als het me niet lukt, dan ben ik er even helemaal

    klaar mee en zou ik wel met mn helm willen gooien.

    Kleine kusjesDe sfeer onderling op de racebaan is goed, vertelt

    Patrick, het gaat om de eer en de lol. Er zijn vriend-

    schappen met medecoureurs en velen van hen zijn

    ook klant. Van de 25 autos die meedoen, is ongeveer

    de helft bij hem in onderhoud. De Porsche 944 Basics

    is een niet-commercile vriendencup, er zijn geen

    geldprijzen verbonden aan deze races en het is dus best

    een dure hobby. Daardoor is sponsoring een belangrijk

    aspect en, zoals hij zelf zegt, is Patrick daar niet zo goed

    in: hij is dus nog op zoek naar een enthousiaste sponsor.

    Mijn achterdochtige kant komt boven en ik vraag

    hem of hij nooit de neiging heeft om zijn eigen

    wagens sneller te maken dan die van zijn klanten? Ze

    moeten wel heel veel vertrouwen in je hebben!

    Ja, ik zou wel wat kunnen doen natuurlijk, maar

    uiteindelijk snij ik mijzelf in de vingers. stel je voor dat

    ik iets rommel en dat ik bewijsbaar veel harder ga, dan

    wordt alles natuurlijk helemaal nagekeken. Daarbij, vind

    ik het dan nog leuk? ik moet er cht moeite voor gedaan

    hebben om iets te winnen, ik wil de concurrentie hoog

    houden. Eigenlijk is het het leukste als die mannen op

    je bumper zitten en ik weer bij degene voor me. Dan

    kom je na afloop met een verhit hoofd de auto uit en

    dan geef je elkaar een dikke hand. Misschien heb je

    elkaar dan even een tik gegeven, een klein kusje zoals

    wij zeggen, maar het is dan wel n van de beste races.

    Maar men is hier voorzichtig mee, het gaat om autos

    die allemaal met liefde gehouden worden, het wordt

    de gentlemencup genoemd. Je probeert zo weinig

    mogelijk schade te rijden, want de reparaties zijn duur.

    AfwisselingMet zijn 21 jaar heeft Patrick Patrick al heel veel

    voor elkaar gekregen, hij is daar zelf ook best

    trots op. Maar een heel leven ligt nog voor hem,

    hoe ziet hij zijn toekomst? hij steekt meteen van

    wal met zijn nieuwe plannen, n daarvan is trai-

    ningen gaan geven aan aankomend coureurs.

    Dat komt eigenlijk doordat hij een leuke vriendin

    heeft ontmoet die ook wil gaan racen. het lag voor

    de hand dat hij haar ging trainen en heeft ontdekt

    dat hij dat ontzettend leuk werk vindt. Maar er is nog

    veel meer. het werk dat hij nog steeds doet voor

    de garage met de klassieke Porsches uit de zestiger

    jaren, daar wil hij beslist niet mee stoppen, hij vindt

    het fantastisch om die klassiekers te restaureren. race

    for Fun zelf is al enigszins uit zijn voegen gegroeid, er

    zal uitgebreid moeten worden waarbij hij denkt aan

    plaats en tijd voor innovatie, zelf nieuwe dingen ontwik-

    kelen en exclusieve onderdelen maken, misschien ook

    ruimte maken voor andere merken dan Porsche.

    ik vind het allemaal even leuk, maar ik hou van

    afwisseling. ik wil geen vijf dagen in de week hetzelfde

    doen. uiteindelijk zal dat misschien niet helemaal

    gaan lukken, maar ik ga het wel probreren.

    Klant staat vooropEn het racen? Dat blijft mijn hobby en het werk

    rondom de races blijft natuurlijk een belangrijke pijler

    voor race for Fun. Naast de verhuur van autos voor

    het racen en het onderhoud van andere Porsches

    moet er ook onderhoud gedaan worden vlak voor

    en tijdens de races. En n ding staat bij ons vooraan,

    rst de klanten en dan pas jezelf. Als er iemand op het

    laatste moment met problemen komt gaat dat voor,

    dan zetten we alles op alles om het op te lossen.

    Patrick Verkerk, jong in Aalsmeer op een wel zeer

    ondernemende manier, veelbelovend ook met al zijn

    plannen. Tot slot wil hij nog graag aan mij kwijt dat hij

    bijzonder blij is dat zijn vriendin gaat racen. Dat is niet

    alleen gewoon heel leuk, maar heeft ook het grote

    voordeel dat het iets exclusiefs heeft waar veel media

    aandacht aan zullen schenken. En als de vrouwelijke

    coureur genterviewd wordt, staat de auto altijd op

    de achtergrond... is Patrick een zakenman of niet!

    Ansje Weima

  • 11

    @NIEUWNAT #JONGSinds ik begin dit jaar gestopt ben met roken zit

    op lege momentjes in plaats van een sigaret mijn

    smartphone aan mijn hand geplakt. Vooral om

    te twitteren. Stuk minder duur en ongezond,

    stimulerend tot creativiteit en verjongend. Twitter

    heeft alles wat iets tot een succes moet maken:

    de naam, de lay-out, de verslavende werking

    en inmiddels zelfs een revolutie op het conto.

    Even voor wie het cht nog niet kent. Twitter is n

    grote vergaarbak van meningen, feitjes, nieuwtjes,

    grappen, dagelijkse wetenswaardigheden, onzin,

    serieuze zaken, nieuws en dat allemaal in maximaal

    140 tekens. Je stelt daarbinnen je eigen menu samen

    van mensen of gebeurtenissen die je wilt volgen,

    haalt erin en gooit eruit, roept eens wat, bedenkt

    eens wat, laat eens een boer of een scheet, brengt

    eens serieus journalistennieuws en dat dus allemaal

    in verhaaltjes in niet meer dan die 140 tekens, de

    zogeheten tweets. Die beperking tot 140 tekens is

    precies n van de krachten van Twitter; voordat

    mensen heel dom en vervelend kunnen worden

    zijn hun tekens op. Bovendien: vervelende twit-

    teraars kun je blokken, nooit meer last van.

    Nog n klein dingetje uitleggen. Een # is een

    hashtag, een labeltje dat je aan een woord of

    zinsnede kunt hangen in je tweet. Dat kun je doen

    bij wijze van grap, om iets te benadrukken of om

    een bepaalde bak te creren waar alle tweets

    met dezelfde #verwijzing in terecht komen.

    Nu zou Twitter vooral jong zijn. En om nu eens

    #zekernietrepresentatief te onderzoeken hoe het met

    twitterend Aalsmeer zit begon ik met #jonginaalsmeer.

    Was nog nooit gebruikt. Vervolgens heb ik

    getweet: #aalsmeer ben je #jonginaalsmeer

    meld je bij mij voor filmpje over jouw buurt en

    belevenissen. Wat gaat goed wat moet er anders?

    Tweet voort. Niets op gehoord. Eerste conclusie

    van onderzoek: jongeren in Aalsmeer twit-

    teren niet of volgen geen ouwe lullen van 46.

    Maar #aalsmeer wordt wl gebruikt. A3 de Rooij

    bijvoorbeeld komt thuis in #aalsmeer. #Aalsmeer

    ruimt eigen zwerfafval op, meldt AalsmeerCitytweet.

    In de auto van Dennis Roos is ingebroken: #Aalsmeer

    spookt! Lading glas in en buiten auto. Dag zijruitje en

    dat voor een mappie met cds. Melanie vraagt wie

    morgen ook 1ste tot 6de heeft #kajmunk #aalsmeer.

    Soms kun je aan bijgaande foto zien hoe oud iemand

    is, soms is er geen foto en soms is de foto nep.

    En nu wordt het #tijdomeindelijkeenstothepoint-

    tekomen. Het wordt nooit iets met NieuwNat als

    we niet vandaag de account @NieuwNAT openen

    op Twitter. Alle tweets die we over NieuwNAT

    gaan verzenden moeten we onmiddellijk voorzien

    van #nieuwnat! We zijn de boot aan het missen, we

    moeten onszelf verjongen#paniekindetent!

    Peter Maarsen

    twitter: @peterRTVNH

  • 12

    in de discobranche merk je dat het stappatroon

    van jongeren is veranderd. Ze gaan nu vaak n

    avondje stappen. Niet meer het hele weekend.

    Dan is het te hopen dat ze dat bij jou doen! Overal

    zijn tegenwoordig grote feesten waar ze heengaan.

    Die kosten heel wat geld en je drinkt ook nog wat.

    De twee, drie weken daarna sla je dan de disco

    waar je normaal naar toe gaat, maar over.

    Dat zegt Marco den haan, uitbater van Discotheek

    club Bon Ami. Voor ons was 2009 een heel goed

    jaar. Elke zaterdag zaten we tot de nok vol. Vanaf begin

    2010 ging je merken dat het stappatroon van de jeugd

    veranderde. Niet alleen bij ons. het is op dit moment

    een lastige tijd voor de discobranche. Dat is een

    landelijke tendens. Een hoop discos krijgen het moeilijk.

    Waarom? De jongeren hebben een mobiel, scooter,

    kleren; alles wordt duurder. Werk ligt niet voor het

    oprapen en hun ouders houden de knip dicht. Als die

    jongeren eind van de week in hun portemonnee kijken,

    ja Dan gebeurt het dat de jongen die gewoonlijk

    iets stevigers drinkt, bij de bar om een biertje vraagt.

    Een biertje? is de reactie. Ja, het is even crisis.

    Volle bakDe zaterdag vr het interview met Marco den

    haan (41) en barkeeper Dennis Groen (21) was het

    weer volle bak. Den haan: 475 man. Dan besef je:

    h, ze weten je tent nog te vinden! Twintig jaar is

    Bon Ami al een begrip in Aalsmeer en omstreken.

    Volgens beiden is er van tevoren geen peil meer op

    te trekken hoeveel gasten ze op een uitgaansavond

    krijgen. Vroeger was dat beter in te schatten.

    We zitten in een overgangsperiode, legt Den haan

    uit. het komt je niet meer aanwaaien. Zo van: ze

    MARCO DEN HAAN VAN DISCOTHEEK BON AMI:

    JONGEREN MOETEN ZICH HIER WELKOM VOELEN

    Foto: Anke Zekveld.

  • 13

    komen toch wel. Nee dus! Je moet er wat voor doen

    om jongeren te trekken. Je moet wat organiseren, je

    service moet verder omhoog, je medewerkers moeten

    enthousiast zijn en hun gasten nog meer aandacht

    geven. Dat begint bij de deur en is de rode draad door

    het hele bedrijf. Ze moeten zich welkom voelen.

    Extra aandacht is belangrijk, stelt Dennis Groen. Een

    voorbeeld. Als je ziet dat een jongen steeds naar je

    bar terugkomt, geef je hem een keer een drankje en

    maak je een babbeltje. Je merkt dat hij het leuk vindt

    om wat te ouwehoeren en geeft hem een hand als hij

    weggaat. Zeker de jongsten, de zestienjarigen, vinden

    zoiets leuk. De volgende keer komen ze terug omdat

    ze weten dat het gezellig is, zegt de barkeeper.

    Ze komen voor het ons-kent-ons-gevoel. Dat zeg

    ik ook uit eigen ervaring. Als je hier uitgaat, weet je

    dat je toch wel kennissen tegenkomt met wie je het

    gezellig hebt. En als je je omdraait, zie je wel weer

    iemand die je kent. Marco den haan beaamt dat.

    Onze kracht is ook dat we geen entree heffen. Bij

    99% van de discos is dat wel geval. Als je weinig

    geld hebt, kun je toch een leuke avond hebben.

    Concullegashoe kijken ze tegen de andere lokale uitgaansge-

    legenheden aan? Den haan wil niet spreken van

    concurrenten. We zijn concullegas, de zalen bijten

    elkaar niet. De Praam, Joppe en de Blitzz richten zich

    ieder op een bepaalde doelgroep. Jongerencentrum

    N201 heeft helemaal zijn eigen programmering

    en functioneert meer als een poppodium.

    De jongeren die op de zaterdagavond (Dn moeten

    we het verdienen) op Bon Ami afkomen, zijn

    minimaal zestien jaar. De oudsten, in de minder-

    heid, zijn begin twintig, op uitzonderingen na,

    die ouder zijn. Je moet je verplicht legitimeren,

    zegt Den haan. Gasten vanaf 18 jaar krijgen een

    leeftijdbandje, want tot die leeftijd mag je alleen

    licht-alcoholische drank drinken. Barmedewerkers

    kunnen zo goed zien welke gast wat mag drinken.

    Groen vult aan: Je hebt het als barman gauw door

    als een jongen van achttien twee bacos komt halen.

    Dan zeg ik op een vriendelijke manier: ik wil ze best

    geven, maar ik hou je in de gaten. Je moet ze het

    idee geven dat je er op zit. Wie de drankregels

    overtreedt, komt er een tijdje niet in. En als je

    ziet dat iemand te veel gedronken heeft, geef je

    niet meer. Dat weten ze meteen bij alle bars.

    Wij zijn ondernemers die met hun hart werken,

    vindt Den haan. Als bijvoorbeeld een meisje te

    veel gedronken heeft, zorg je dat iemand met haar

    meefietst. Want je hebt als discotheek ook met de

    ouders te maken. Als je dan van ouders hoort dat

    het bij ons goed is, is dat prettig om te horen.

    Streng deurbeleidMarco den haan zelf staat altijd bij de deur. 99

    van de 100 keer, meldt hij. hij kent dan ook bijna

    iedere gast. ik zit niet te wachten op jongeren uit

    Amsterdam, utrecht of Den haag. Als ze komen,

    zeg ik vaak dat we daarvoor te klein zijn en straks

    vaste gasten zouden moeten weigeren.

    het deurbeleid is volgens hem streng. Zestien jaar is

    zestien jaar en geen vijftien en wat drugs betreft geldt

    er een nultolerantie. Daar hou je de beste sfeer mee.

    ik vraag onbekende bezoekers altijd waar ze vandaan

    komen. het is een inschatting. het gaat niet om kleur

    of afkomst. Wel om hun houding en hoe ze reageren

    op die vraag. in de loop van de jaren wordt het steeds

    lastiger een strak beleid te hanteren. het kost veel

    energie. Je hebt met drugsgebruik te maken en met

    korte lontjes. Jongeren worden steeds mondiger en

    agressiever en lopen tegenwoordig eerder naar de

    politie toe als er iets is waar ze het niet mee eens zijn.

    Wat is de kunst van het runnen van een discotheek als

    Bon Ami? We hebben jong publiek, daar moet je mee

    kunnen praten, zegt barman Dennis Groen. Jongeren

    van zestien, zeventien jaar hebben andere interesses dan

    jij. Je moet voor ze openstaan, een goed gesprek met ze

    kunnen aangaan. Dat moet je in je hebben. Marco den

    haan zegt daarover: ik moet me elke keer opnieuw

    kunnen verplaatsen in de jongeren. Dat is mijn vak.

  • 14

    TWEEDE THUIS VOOR

    HANGJONGEREN

    Bon Ami is vooral bekend als discotheek. Maar

    er is mr, zegt eigenaar Marco den haan. We

    zijn een partycentrum, alles is mogelijk. Behalve

    op zaterdagen, dan is er disco. school- en

    bedrijfsfeesten, bedrijfspresentaties, vergaderingen,

    jubileumvieringen, verjaardagen, thema-avonden,

    het kan er allemaal. De locatie in het hornmeerpark

    bij de sportvelden is volgens hem een pluspunt.

    het is een ideale plek, nergens is er overlast.

    Een bijzondere plaats nemen de zogenoemde jeugd-

    openstellingen in, op woensdag- en donderdagavond.

    Laagdrempelig jongerenwerk, noemt Den haan het.

    Bedoeld voor jongeren die op straat rondhangen en

    geregeld voor overlast zorgen. hij stapte zelf ruim twee

    jaar terug op de gemeente af om erop te wijzen dat er

    te weinig voor de jeugd te doen was. Behalve met

    de gemeente sprak hij ook met jongerenwelzijnsorga-

    nisatie Cardanus. De uitkomst was dat hij, financieel

    gesteund door de gemeente, jongerenavonden kon

    organiseren. uniek in Nederland, zegt hij over de

    opzet waarbij ook een commercile partij in het spel is.

    het is vaak jeugd met een rugzak die hier komt.

    Ze hebben gescheiden ouders, staan onder voogdij

    of zijn vroegtijdig met justitie in aanraking gekomen.

    het is een mengsel van jongeren uit kudelstaart,

    Oost en de hornmeer, vertelt Den haan. Van

    begin af aan is het een succes. Per keer zijn er

    ongeveer twintig jongeren. En ze blijven komen.

    Wat is zijn geheim? Wederzijds respect. Ze zien me

    niet als politieagent of welzijnswerker. Ze zien me als

    Marco, die interesse in ze heeft. Dat merken ze. Ze

    geven Den haan een hand als ze binnenkomen en

    ook als ze weer weggaan. Ze doen aan tafelvoetbal,

    biljarten, darts en pokeren en hij pingpongt met ze

    mee. Ze zien het als een huiskamer, een tweede

    thuis. het is een warme plek waar ze zich veilig voelen

    en aandacht krijgen. En die aandacht krijgen ze.

    han carpay

  • 15

    WEGWEZEN!Begin een gesprek waar de woorden jong en Aalsmeer

    in voorkomen, kun je er de klok op gelijk zetten dat

    er iemand begint over huisvesting. Jongerenhuisvesting.

    het gebrek aan huisvesting voor jongeren. De

    uitzichtloze situatie voor de Aalsmeerse jongere die

    het huis uit wil, maar geen idee heeft waarheen!

    het is natuurlijk niet zo gek dat er in Aalsmeer weinig

    mogelijkheden voor jongeren zijn om te wonen.

    het is niet gelukt om een universiteit van Aalsmeer

    te stichten en iedereen weet dat universiteiten en

    kamerverhuurbedrijven altijd dicht bij elkaar zitten.

    En in Aalsmeer wordt hoogstens gedacht over

    voortgezet onderwijs, daar creer je geen markt

    voor jongerenhuisvesting mee. Zo is de situatie in

    Aalsmeer en zo is dat al jaren. is de Aalsmeerse jeugd

    daarmee beklagenswaardig? Dat is nog maar de vraag.

    stel je bent jong in Aalsmeer. Je hangt wat rond in

    kudelstaart, of je wordt lid van de jongerenafdeling

    van het cDA. Als je een jaar of 20 bent wil je een

    eigen plek om te wonen. Jongerenhuisvesting is in

    ruime mate voorhanden, je huurt een kamer met eigen

    keuken in Oost. Lekker dichtbij je ouders, makkelijk

    voor de was. Je flirt wat met dat leuke meisje van

    de JOVD en na een paar jaar kopen jullie een leuk

    huis in alweer een nieuwe wijk in kudelstaart.

    Ja, zo kom je Aalsmeer dus nooit uit! Ga je nog denken

    dat bloemenzegels heel normaal zijn. Dat het heel

    gewoon is om in een winkelstraat fietsers en voetgan-

    gers de strijd met elkaar aan te laten gaan. Of dat het

    heel normaal is om elke twee jaar te bespreken of je

    het zwembad of de bibliotheek op wil heffen. Dat het

    normaal is dat er in Aalsmeer een prachtig theater

    is, met mooie rode stoelen, maar dat niemand daar

    gebruik van maakt. Of je ziet dat de ark van Noach aan

    het surfeiland ligt en je denkt: Leuk, de ark van Noach.

    Terwijl de enige begrijpelijke reactie zou zijn: De ark

    van Noach in Aalsmeer? Wegwezen nu het nog kan!

    Dat zou jong Aalsmeer moeten doen, wegwezen

    nu het nog kan. Ga s effe lekker weg. Ga studeren.

    Ga in utrecht wonen, of in Maastricht. Ga eens een

    poosje in itali wonen om de taal te leren. Zoek

    verkering in Japan en ga daar eens rondkijken. Een

    tuincentrum beginnen kan zelfs in Amerika. Ook in

    Brazili hebben ze bloemsierkunstenaars nodig. En als

    je minder avontuurlijk en reislustig bent, doe dan net als

    ik in 1978 deed, ga een poosje in Veenendaal wonen.

    Terugkomen naar Aalsmeer, dat kan altijd nog. Of niet.

    Dus wees maar blij dat we in Aalsmeer niet aan

    jongerenhuisvesting doen. Dat is dus voor je eigen

    bestwil. Niet meer over zeuren dus. En nu: wegwezen!

    Erik van itterzon

  • 16

    ALS KERKGANGER BEN JE JUIST VRIJ

    Ze is net achttien, geboren en getogen in Aalsmeer-

    Oost, heeft de basisschool De Brug aan de Machineweg

    gevolgd, in uithoorn het Alkwin college doorlopen

    en is momenteel dagelijks onderweg van of naar

    haarlem, waar zij een dansopleiding doet. Met haar

    ouders en broer komt zij van kindsbeen af in de kerk.

    Dat is de Levend Evangelie Gemeente even buiten

    Aalsmeer, aan de kruisweg in de haarlemmermeer.

    Lotte Borgman volgt een vierjarige dansopleiding en

    zit midden in het eerste jaar. Gezellig op de bank in

    de woonkamer vertelt ze levendig over haar passie.

    haar benen heeft ze onder zich gevouwen, maar

    regelmatig verandert ze van houding. Anke Zekveld

    maakt gedurende het gesprek portretfotos. Lotte

    is zich voor een moment bewust van de camera op

    haar gezicht, maar zit desondanks niet om woorden

    verlegen. Wij zijn in haar ouderlijk huis en de vragen

    die ik stel, richten zich op haar keuze voor een

    dansloopbaan, nst haar kiezen voor Jezus.

    Dansen en God aanbiddenkan dat wel: dansen en naar de kerk gaan? Voor Lotte

    is dat totaal geen vraag. Ze ziet dansen als een vorm

    van God aanbidden en dat is wat zij wil. Maar ze kent

    de bezwaren wel. Als iemand hoort dat zij kerkganger

    is, wordt al snel gevraagd of zij wel een leven heeft?

    Men denkt meestal aan wat je allemaal niet mag. haar

    antwoord is dan: ik mag niet stelen, geen mensen

    doodsteken, maar ik denk dat jij dat ook niet mag!

    Andere vragen gaan over seks voor het huwelijk en

    of je wel of niet mag uitgaan. Lotte is hier helder

    over: ik zeg altijd maar dat het niet zo in de Bijbel

    staat. Je moet dingen met mate doen. Als je gelovig

    bent krijg je vanzelf principes, je voelt aan je geweten

    wat je wel en niet kunt doen. Maar ik mag uitgaan,

    een wijntje drinken... Als kerkganger geen leven? Als

    kerkganger ben je juist vrij! Ze onderkent wel de

    moeilijkheden die haar beroepskeuze meebrengen.

    Wanneer ze ietsje verder in de opleiding gebodypaint

    moet dansen, halfnaakt samen met een man vreemde

    bewegingen moet doen, wil ze dat niet. Dat is duidelijk.

    Lichaam als instrumentBehalve dat het psychisch veel energie kost, bijvoor-

    beeld door concurrentie onder de aankomende

    dansers, is de opleiding fysiek ook pittig. Ze moet

    zichzelf goed in acht nemen. Een blessure krijgen

    zou niet best zijn en hoewel ze in het weekend

    graag uitgaat ze gaat het liefst dansen met

    vriendinnen is voorzichtigheid geboden. Ze wil

    verstandig zijn. Je lichaam is je instrument.

    Ze krijgt momenteel les in jazzdance (op muziek

    van de Top-40), werelddans en flamenco, maar ook

    moderne dans n klassiek ballet; al danst zij in het

    eerste jaar nog niet op spitzen. Naast de uren die ze

    traint op school (ze volgt ook theorielessen, onder

    andere in lesgeven), leidt zij elke week een groepje

    dansmeiden van de kerk. Verder danst ze bij DOc

    crew (DOc staat voor Dancers of christ), wat

    afgezien van de optredens tweeneenhalf uur training

    per week eist. Ze staat in die genoemde formatie in

    augustus op het hoofdpodium van het Flevo Festival

    in Bussloo bij Apeldoorn. Eerder danste ze met deze

  • 17

    groep op een Pinksterconferentie van Opwekking.

    Lotte Borgman gaat al met al behoorlijk elastisch

    door het leven. Ze noemt het zwaar, maar heel

    erg leuk. Ze praat met grote vaart en dat bete-

    kent dat je haar tijdens het gesprek maar amper

    bij kunt houden. Ze lacht wanneer ik haar hier op

    attendeer, past zich even aan, om vrijwel direct

    weer in haar eigen tempo te vervallen. Je kunt ook

    moeilijk anders verwachten van een danseres!

    Liefst in een groep dansenWat wil ze gaan doen? het liefst zou ze in een groep

    dansen. Ook choreografeerde ze voor het kerstfeest

    in de kerk een vier minuten durende voorstelling,

    genspireerd op de song The more i seek You van

    kari Jobe, al gebruikte ze een andere versie. Veelal

    gaat het bij dansen louter om de beweging. Dt

    werd een dans met een verhaal. Een groep mensen

    drukdrukdruk in beweging. Terwijl de muziek steeds

    heftiger klinkt, komt er meer expressie op hun

    gezichten. Dan vallen ze met een klap op de grond

    ik heb inspiratie gehaald uit het dagelijkse leven

    van veel mensen. iedereen gaat maar door en

    door. Ze raken meer en meer gestresst. het leven

    van zoveel mensen gaat zo moeilijk, is zo pijnlijk.

    Als in de muziek de klap komt, is dat het moment

    dat een mens het eigenlijk simpelweg niet meer

    aankan Dan komt de rustige muziek op. hiermee

    wilde ik laten zien dat Jezus degene is die wij nodig

    hebben, en als je dicht bij hem bent hij jou ook wil

    helpen. Met hem kan je zoveel meer aan, en kan

    je zoveel beter het leven leven dat je wilt leven.

    Springen, bewegen, swingenZe draaide een tijdje mee in het begeleidingsteam

    van Baan 7, maar dat werd allemaal wat te druk. Al

    blijft ze enthousiast over de zondagavonddiensten,

    die onder deze benaming georganiseerd worden.

    iedere eerste zondagavond van de maand kan wie

    ook, ouder dan twaalf jaar (dt wel), bij Baan 7

    terecht. het is een jeugddienst. Zo een die in alles

    afwijkt van de zondagmorgendiensten, al is er ook een

    spreker. Om te beginnen staan er geen stoelen in de

    zaal, zijn de lichten gedimd, hangt er een feestsfeer

    door de kleurige spots, is de muziek van nu en krijgt

    wie dat wil ruimte genoeg om zich helemaal uit te

    leven. Gebeurt dat ook? Ja hoor, springen, bewegen,

    swingenhet is geen statische boel, aldus Lotte.

    Toch, als zijzelf in aanbidding danst, doet zij dat het

    liefst thuis op haar kamer. Daar kan ze zich echt

    laten gaan. Als er mensen bij zijn en je wilt oprecht

    aanbiddend dansen, denk je toch wel: kan ik deze

    beweging wel maken, kan dit wel, kan dat wel

    Denk je dat God het leuk vindt? Lotte reageert

    direct: Ja daar ben ik van overtuigd, anders had hij

    dit niet zo in mij gelegd. ik merk gewoon heel sterk

    dat God hier achter staat en ik weet zeker dat hij

    mij dit talent gegeven heeft. Ze straalt, al die tijd al

    trouwens en voegt nog toe: het voelt zo goed!

    Adri Markus

    Foto: Anke Zekveld.

  • 18

    h Danil, het is laat, moet jij

    Niet allang naar bed toe?

    Nee pappa, weet je

    ik ben nog lang niet moe.

    Vooruit, n verhaaltje,

    Maar dan is het voor vanavond klaar.

    Vertel nog eens het verhaal van rickie,

    Je weet wel, die jonge tekenaar.

    Er was eens in 2011 een Aalsmeerder,

    ik weet niet of je hem kent.

    Een heel jonge tekenaar,

    Met zeer veel talent.

    Dat klopt, zo goed als een rembrandt,

    En anders wel een Vincent van Gogh.

    Beroemd had hij moeten worden,

    En ook heel bekend, toch?

    Als hij een tekening liet zien,

    Was er vrolijkheid bij iedereen.

    Wat is er met hem gebeurd,

    Waar ging hij uiteindelijk heen?

    Aalsmeer bezuinigde op budget voor jeugd,

    had in onze gemeente geen mogelijkheden.

    Dan was hij vast erg boos,

    heeft hij er erg onder geleden?

    hij ging teleurgesteld door met tekenen,

    Maar nu graffitis op dure panden.

    Wat moest er met zijn toekomst gebeuren,

    Waar zou hij belanden?

    in een rondhangplek of zo,

    Die hij het liefst wilde gaan slopen.

    Begeleid door wat jongerenwerkers,

    Die op verbetering bleven hopen.

    Waar is hij nu dan?

    Waar is de kunstenaar gebleven?

    Verhuisd naar een gemeente met meer kansen,

    hopelijk nog in leven.

    Nooit meer iets van hem vernomen,

    Waarschijnlijk hier ver vandaan.

    Weet je Danil, het is nu

    hoog tijd voor slapen gaan.

    h Danil, wakker worden,

    Of ben je nog in diepe slaap?

    Waar ben ik beland?

    Volgens mij in Dromenland, Gaap!

    ik ben die jongen uit het verhaal,

    Geloof mij alsjeblieft; ik

    Was die jonge kunstenaar,

    Mijn naam is rick.

    Jij was toch boos vertrokken?

    Jij bent hier toch ver vandaan?

    ik heb nog een kans gekregen,

    Bezuinigingen zijn niet doorgegaan.

    ik ben te zien op de kunstroute,

    En mag in Oude raadhuis exposeren.

    Mijn hobby is nu mijn werk,

    ik mag kinderen tekenen leren.

    Marcel harting, dorpsdichter

    AALSMEER 2025, VERHAALTJE VOOR HET SLAPEN GAAN

    NB. Dit is een lichte bewerking van Marcel harting van een gedicht dat hij voordroeg op de kcA-verkiezingsavond op 24 februari 2010 over cultuur.

  • 19

    Foto: Monic Persoon

  • 20

    Voorafgaand aan een feest wordt er vergaderd.

    Enerzijds om alles tot in de puntjes te regelen, maar

    eigenlijk het meest voor de gezelligheid en de schik, die

    ons energie geven om weer aan de slag te gaan voor

    onze vrienden. Vrienden, want zo zou ik zon tweehon-

    derdvijftig vaste gasten namelijk graag omschrijven.

    De afkorting FiA staat voor Feesten in Aalsmeer. Een

    vijfkoppig dagelijks bestuur met daaromheen een kring

    van leden, een team van inmiddels veertien Aalsmeerse

    jongens. Ongeveer negen jaar geleden is het allemaal

    begonnen. Van een onschuldig verjaardagsfeestje

    in de schuur bij de kwekerij tot een lekker, gezellig,

    zomers eilandfeestje op de Westeinder. steeds

    met dezelfde hechte vriendengroep als gasten.

    Steeds dezelfde jongensVrijwel elke keer waren het dezelfde jongens die er

    lol in zagen om te helpen het feestje op te bouwen,

    er volop van te genieten en de rommel vervolgens

    na een zware nacht, onder de nodige vaderlijke

    dwang weer op te ruimen. Na het gepuber en

    gexperimenteer werden de zaken voor mijn gevoel

    anders. in plaats van een feest voor de jarige job

    werd er zomaar een oud&nieuw-party georganiseerd.

    Het feit dat we het fijn vonden als vriendengroep

    bij elkaar te zijn, speelde een voorname rol.

    We vonden dat het niet alleen om een gezellige

    avond moest gaan, maar ook dat onze gasten zich

    veilig voelden bij ons. Dat er zon goede sfeer hing

    dat zelfs nadat de muziek uit moest van vader Van

    Tol, we nog lang bij elkaar bleven zitten voor de

    betere gesprekken. u kent ze wel, die gesprekken.

    Uitkijken naar volgend feestJaren gingen voorbij en we keken uit naar elk volgend

    feest. We hebben zeer geslaagde 80s- en 90s-feesten

    georganiseerd. Voor de mensen zonder boot bouwden

    we een groot ponton om de Pramenrace vanaf het

    water te kunnen meebeleven. Elk volgend feest wilden

    we nog unieker en mooier maken dan het vorige.

    Een aantal van ons was inmiddels aan het werk. soms

    bij een baas die niet te beroerd was om materiaal

    ter beschikking te stellen. Zo wisten we in 2007 de

    eerste summer Beach Party te realiseren, met een

    immens, drijvend pontoneiland met zand, beachbar,

    palmbomen en een heerlijk zomers muziekje.

    Midden op de Grote Poel, tijdens de verlichte

    botenshow. Een onvergetelijke gebeurtenis.

    DE IDEEN ACHTER FEESTEN IN AALSMEER

  • 21

    Toegankelijk voor iedereenWe vinden het belangrijk dat onze feesten voor

    iedereen toegankelijk zijn. We berekenen de

    kosten scherp en nauwkeurig, door alle vrijwil-

    lige inzet en hier en daar wat sponsoring, lukt het

    ons om de prijs onder de 20 euro te houden. We

    maken geen winst, hooguit een kleine reserve

    voor de risicos van een volgend feest.

    Vandaag de dag vraagt de organisatie van een

    evenement of feest om een andere aanpak. De FiA

    Pramenrace XXL bijvoorbeeld. De illegale aanpak van

    de kleine jongens van toen lijkt nu meer op oneerlijke

    concurrentie met de plaatselijke horeca en is dan ook

    door de gemeente een halt toegeroepen. Een nieuwe

    uitdaging dus. Een die ons eigenlijk heel goed bevallen is.

    het begon met een vergunningaanvraag. We hebben

    de gemeente verteld op deze zelfde sociale en vrijwillige

    manier iets te willen organiseren voor de jongeren die

    normaal gesproken op de kant naar de Pramenrace

    staan te kijken. Ook hebben we de stichting sPiE

    gevraagd of we misschien deel uit konden maken van

    de race door middel van het bouwen van een opdracht.

    De mannen van sPiE reageerden ontzettend enthou-

    siast en boden gelijk hulp aan met het aanvragen van

    de benodigde vergunningen. het feest was een groot

    DE IDEEN ACHTER FEESTEN IN AALSMEER

    succes en had met gecertificeerde beveiligers en gedi-

    plomeerde reddingszwemmers een professioneel tintje.

    Obstakels zijn uitdagingenAls organisatie blijven we onszelf op deze manier

    ontwikkelen en is ieder obstakel eerder een uitda-

    ging dan een probleem. het is duidelijk dat we, als

    we onze krachten bundelen, tot grote prestaties

    in staat zijn. Bijvoorbeeld zon evenement als de

    Pramenrace XXL: met veertien man ruim drie

    weken bouwen om alles voor elkaar te krijgen!

    Als eerbetoon aan alle ouders die vertrouwen

    hadden in wat we deden, zijn we bezig met de

    voorbereidingen van een nieuwere en grotere

    versie van de 80s- en 90s-party. Ons doel is om

    van dit unieke concept een echt Aalsmeers begrip te

    maken. Een feest waar iedere vader straks met zijn

    zoon aan de bar staat en waar iedere dochter haar

    moeder mee naar toe neemt om lekker te dansen

    op muziek van toen en nu! Een jaarlijks terugkerend

    feest. De precieze datum is nog niet bekend, maar

    het zal ergens aan het eind van mei plaatsvinden.

    kom de sfeer en gezelligheid maar eens ervaren!

    Jochem van Leeuwen

  • 22

    het eerste moeilijke woord dat ik op mijn derde

    goed uitsprak, was fysiotherapeut. Mijn moeder keek

    verwonderd om en vond het vooral heel slim. Van jongs

    af aan ging ik met haar mee naar de fysiotherapeut,

    dus eigenlijk niet zo vreemd. Jaren verstreken en na

    het VWO moest er een studie gekozen worden.

    Advocaat wilde ik worden. rechten aan de universiteit

    van Amsterdam, maar na een half jaar was dat van

    de baan. saai en niets voor mij, stilzitten en theorie

    stampen interesseerde mij maar tot op zekere

    hoogte. Er moest ook iets met de handen worden

    gedaan, want van werken was nog nooit iemand

    doodgegaan, zei mijn opa. het werd fysiotherapie.

    De studie rondde ik in drieneenhalf jaar af, maar

    werk lag niet voor het oprapen. Na een jaar belde

    het Aalsmeerse paramedisch centrum PAcA. ik zat

    boordevol ideen, wilde van alles en bij deze werkgever

    leek ook alles te kunnen. Na een aantal korte cursussen

    werd gevraagd of ik een opleiding sportfysiotherapie

    wilde doen. Deze kans heb ik met beide handen

    aangegrepen en ik ging direct de masteropleiding doen.

    Blijven lerenNa drie jaar studie en inmiddels een fulltime baan,

    volgde ik een aantal cursussen met vernieuwende

    ideen. Blijven leren is in ons vakgebied extreem

    belangrijk. Een van de drie directeuren, Nico hofman,

    werkte voor de DsB-schaatsploeg en hierdoor

    kwamen er veel schaatsers naar de praktijk toe.

    Langzaam maar zeker begon ik deze sporters ook te

    behandelen. Zelfs zo dat Nico vorig jaar vroeg of ik

    een aantal fysiotherapeutische taken van hem over

    wilde nemen bij die schaatsploeg. Dit is natuurlijk een

    jongensdroom die uitkomt. De contracten moesten

    nog worden getekend, maar alles zou goedkomen.

    Maar de schrik sloeg mij om het hart ten tijde van het

    faillissement van de DsB-bank. ik zag alles snel in rook

    opgaan. Maar ik wist ook dat trainer en coach Jac Orie

    niet voor n gat te vangen was. Wat was ik opgelucht

    toen control de sponsoring overnam. Een bedrijf

    overigens, met banden in het Aalsmeerse. Nico kwam

    met het verlossende nieuws dat alles alsnog doorging.

    Ander sociaal levenhoe gaat het eraan toe binnen de ploeg? Wat doe je als

    je op trainingskamp bent? Dat zijn vragen die me vaak

    gesteld worden. uiteraard lees je in de pers van alles

    over het reilen en zeilen van de sporters en de ploeg.

    Wat je niet leest, is dat die sporters tweehonderd dagen

    JONGENSDROOM WORDT WERKELIJKHEID

  • 23

    per jaar, of meer, van huis zijn. Wij verdelen de tijd

    over drie fysiotherapeuten, de schaatsers zijn continu

    met hun sport bezig. Veel mensen beseffen niet dat

    familie en vrienden achterblijven. De ploeg wordt voor

    hen een groot deel van hun sociale leven. Natuurlijk

    samen eten, in het hotel of uit eten. Maar tijdens een

    trainingskamp of wedstrijden is het ook vaak samen een

    bakkie doen, of een film of serie kijken op de kamer.

    Daarnaast wordt er binnen het team nog veel

    gestudeerd, want net als bij ons op de praktijk

    wordt dat gestimuleerd. Wetenschap is de basis

    van de successen van de ploeg. iets waar tijd voor

    wordt gemaakt. De rustmomenten s middags en

    s avonds worden hier ook voor benut. Een omgeving

    kortom, waar ik mij uitstekend in kan vinden.

    in de rustmomenten overigens ben ik het hardst aan

    het werk. schaatsers komen langs met allerlei kleine

    klachten. Vaak kortdurende overbelastingsklachten

    of ongemakken die de mobiliteit betreffen. Vaak is

    het behandelen opdat training mogelijk blijft zonder

    te veel ongemakken. Al met al wel afwisselende en

    rare werktijden. soms een hele rustige dag, langs de

    baan staan en wat filmen. Soms om half twaalf uit bed

    geroepen worden vanwege ziekte of voor een pil. Erg

    afwisselend en de kennis over medicatie, pathologie

    maar ook wondverzorging bijspijkeren is noodzakelijk.

    Ook hier worden innovatieve producten gebruikt.

    Meer begeleider dan therapeutTijdens wedstrijddagen ben je meer begeleider dan

    fysiotherapeut. Je gaat mee naar de baan, helpt de

    schaatsers het ijs op en noteert tijden, zowel van hen

    als de overige schaatsers. Wel moet je klaar staan als er

    een valpartij is; dit is de minder leuke kant van het vak.

    Gelukkig zijn er mr leuke momenten. Overwinningen

    of iemand snel van een beperkende klacht afhelpen, zijn

    altijd hoogtepunten. Maar ook de gezamelijke barbeque

    in Heerenveen, met het Nederlands elftal dat de finale

    haalt. Met zelfgemaakte pasta pesto, de tenen knoflook

    zijn voor sommigen nooit genoeg. Lekker is het wel.

    Alles bij elkaar een geweldige en afwisselende

    baan. Mede mogelijk gemaakt door enthousi-

    asme, studie, hard werken, netwerken, PAcA en

    control. Een jongensdroom die uit is gekomen.

    Auke ham

  • 24

    het valt niet te ontkennen: ik ben ook jong geweest.

    Een paar herinneringen. ik was een jaar of tien. Op mooie

    zomerdagen hoefden wij niet tijdens de ochtendpauze op

    het schoolplein van de columbiaschool te blijven, maar

    mochten wij oversteken, over een bruggetje naar het

    grasveld aan de overkant. het schoolhoofd Woudstra was

    afwezig, en in zijn plaats blies onze klasonderwijzer op

    zijn fluitje om de leerlingen naar school terug te roepen.

    Echter, de jongens hadden afgesproken om gewoon te

    doen alsof ze doof waren en zij bleven zitten. ik was de

    enige die de groepsdruk negeerde en naar binnen ging.

    IedereenDe eerste fotos van naakte vrouwen liet tante ko mij

    zien. Zij stonden te kleumen voor een grafkuil waar zij

    weldra zelf in zouden liggen. in het concentratiekamp.

    ik las over de opkomst van nazi-Duitsland. hoe

    bijna iedereen achter de grote leider aanliep en hoe

    moeilijk het was om je tegen hitler te verzetten.

    ik was gewaarschuwd. Pas op voor emoties in de poli-

    tiek. Pas op voor wat iedereen doet. Pas op voor wat

    iedereen vindt. Pas op voor leiders die gelijk hebben.

    Jongerencultuurik hield van jazz. ik was toen al een buitenbeentje in

    wat later genoemd zou worden de jongerencultuur.

    De meerderheid van mijn hBs-klas hield van Bill haley,

    Fats Domino, de Everly Brothers. Dat waren de platen

    die op een feestje (een fuif ) werden gedraaid.

    Degene die de platenspeler moest bedienen, was

    degene die geen meisje had meegenomen. het zou nog

    lange tijd duren voordat hij dj zou worden genoemd.

    Mijn eerste jazzconcerten bezocht ik in 1958.

    Duke Ellington en de Jazz Messengers in

    het concertgebouw. ik was vijftien.

    ik las de Beatnikschrijver Jack kerouac die net zo

    snel en improviserend schreef als de jazzmuzikanten

    speelden: On The Road en The Subterraneans. ik

    schreef een van mijn eerste gedichten en dat

    werd in de schoolkrant van het casimir Lyceum

    afgedrukt: Onderaards (zie pagina 26).

    Tophitsik las Aldus sprak Zarathoestra van Nietzsche: het leven

    is een bron van vreugde, doch daar waar het gepeupel

    meedrinkt, zijn alle bronnen vergiftigd. Niet bepaald

    een aansporing om je te ontwikkelen tot massamens.

    Net als het boek van Eric hoffer, De ware

    gelovige, beschouwingen over het wezen van

    massabewegingen (1952). Van dit laatste kocht

    ik een stapeltje voor een gulden per stuk bij De

    JONGErEN, PAs OP!

  • 25

    slegte om ze weg te geven op verjaardagen.

    ik was verbaasd toen Vrij Nederland begon met

    het publiceren van bestsellerslijsten van boeken.

    ik dacht: wat iedereen leest, dat kan nooit wat

    wezen Later verschenen de tophitlijsten op de

    ruit van de grammofoonplatenwinkel van Otto

    in de Zijdstraat. Dat bevestigde voor mij eens te

    meer de wansmaak van het grote publiek.

    Succesik was een kind van mijn tijd, en ik ben

    een kind van mijn tijd gebleven.

    ik heb mijn keuze gemaakt uit de waarden die in

    mijn tijd opgeld deden. De belangrijkste was dat

    ontwikkeling op het gebied van kunst en cultuur een

    verrijking is waar je je hele leven wat aan hebt en

    waar je je hele leven mee bezig kunt blijven.

    Tegenwoordig zijn kunst en (massa)cultuur verworden

    tot middelen om je letterlijk mee te verrijken, dat

    wil zeggen veel geld te verdienen. De norm voor

    kwaliteit is succes geworden. Bestsellers en hitlijsten

    geven de toon aan. Met zijn allen naar het stadion,

    voor popmuziek of voetbal of een huwelijksfeest

    of een uitvaart! kijkcijfers. Jullie mogen het zeggen!

    Je hoeft nergens verstand van te hebben om je

    mening te uiten. Alles is idols geworden. The

    Voice of holland, Popstars, Op zoek naar Zorro,

    stand.nl, ranking the news, de lijst is eindeloos.

    Om van de nieuwe media maar te zwijgen

    KortetermijnbevredigingDe jongeren van nu worden gebombardeerd met alles

    wat succes heeft dat wil zeggen, met alles wat door

    iedereen wordt gekocht, geconsumeerd en gewaar-

    deerd. De leiders en het leiderschap zijn weer in

    opkomst. Dat kan niet zonder steeds grotere groepen

    min of meer gemakzuchtige en verblinde volgelingen.

    Als je jong bent, ben je ontzettend dat

    woord gebruik ik opzettelijk ontvankelijk voor

    hapklare kortetermijnbevrediging. En daarvoor

    is steeds meer te krijgen in deze commercile

    op hol geslagen wereld. Legaal of illegaal!

    ik weet niet of ik in deze tijd nog de kracht zou

    kunnen opbrengen om, net als in de jaren vijftig en

    zestig, mij aan de massacultuur te onttrekken.

    Jongeren, pas op!

    Pierre Tuning

  • 26

    voor Jack kerouac (1962)

    gloeiendhete bopvoelen armendonkerbruin en transpirerendin rokerige duisternis

    alkoholringen stoffige drank en vulkaanas alles weten wij heldere klanken ongeaksentueerd

    heet gloeiendheettraag praten met vochtige lippengrijze geplaagdehersenen in nood

    struikelende zeelui van de bop met waanzinnig oogluikende vaalgeworden treurtruien dansend tegen elkaar geklemd

    nooit zullen wij eeuwig zijn wij stervende hanepoten met tenorsax op gebroken zandsteen barensnood in ballads

    melancholie van kringelende rook in de woestijn van Nevada bereikbaar per telefoon: eenmaal roken vulkaanas

    zinspelend de piano dansend als sluipmoordenaars grootse frases dodend bier op ronde tafelbladen

    witte tanden omhulde zweetdruppelende transpiraties stottert Thelonious potisch gejaagd gezweepte bas dong dong krimpende drums

    benen zijn mooi vanavondgeven wat prettig stervenvaarwel mijn liefsteernstigkleed je en wandel naarhet trieste park met de somber verlichte venstersen neem met je mee mijn verbrokkeld eenleven

    verzameld in een simpel boek

    Pierre Tuning

    ONDErAArDs

  • 27

    MiJN DE BiNDiNGDeze editie van NieuwNAT gaat over jong in Aalsmeer

    en mij is gevraagd om iets te schrijven over stichting

    De Binding, jeugd en jongerenwerk Aalsmeer. Dan

    is mijn eerste vraag, ben ik nog wel jong? Laat ik die

    vraag toch maar omzeilen en zeggen dat ik me jong

    voel en dat hoe ouder je wordt, het lijkt alsof er

    steeds meer jongeren zijn. kortom, het is belangrijker

    om te weten wat er speelt bij jong Aalsmeer.

    En ja, dan moet ik eerlijk toegeven dat ik inmiddels

    steeds minder bij De Binding betrokken ben. Voorheen

    zat ik in het clubje dat allerlei activiteiten organiseerde,

    maakte ik mij druk om het jaarlijkse kerstspel en ging

    ik na al mijn zomerkampen zelf als kampleiding mee.

    En dat is wat me nu nog steeds aan De Binding bindt,

    als leiding op zomerkamp. Maar waarom doe ik dat?

    Eigenlijk is het te vergelijken met de meest fanatieke

    ontgroeners tijdens een introductieweek. hetgeen hen

    is aangedaan zullen zij ook zelf uitvoeren, maar dan in

    positieve zin. ik heb de Bindingkampen altijd ontzet-

    tend leuk gevonden als deelnemer. het paste me en

    naarmate we ouder werden, ontstond er steeds meer

    een hechte vriendenclub. De kampen hebben een

    sociaal karakter. Er is een maatschappelijk thema dat

    tijdens de week op allerlei manieren naar voren komt

    en het is met name belangrijk hoe de kampgroep zich

    vormt en dat je met een ontzettend leuk wij-gevoel

    thuis komt. Je praat over dingen waar je anders niet

    bij nadenkt en wordt echt als volwassene gezien.

    NaefBest naef om te denken dat dat de belangrijkste

    reden was dat ik als deelnemer meeging. Wanneer

    ga je nu een hele week met tien of vijftien meiden

    op stap. heel tof wat de leiding voor programmas

    verzint, maar een lange dagtocht lopen is niet leuk,

    of toch ineens wel? Discussiren over een of ander

    derdewereldland interesseert je als puber niet, maar

    als zij ook haar best doet ineens wel. De spanning die

    er is tijdens zon kampweek ontstaat, is, denk ik, net

    zo belangrijk voor jongeren en het sociale karakter is

    daar een hele goede kapstok voor. Gewoon een potje

    verliefd worden, een vreselijk blauwtje lopen, of toch

    die ene zoen of mooi stuk in je kampboekje achteraf.

    Natuurlijk ga ik nu als leiding mee omdat ik achter het

    sociale karakter van de Binding sta. Omdat het, denk

    ik, belangrijk is om in onze individualistische maat-

    schappij te proberen jongeren bij te brengen dat we

    deel uitmaken van een grotere groep en dat we soms

    bewust een stap terug moeten doen voor een ander. ik

    kan alleen maar hopen dat daar wat van blijft hangen.

    Die ene kapstokMaar het blijft die ene kapstok om die goede

    voorwaarde scheppende sfeer te creren. En is

    die niet goed, dan haken jongeren toch af. komt

    de groep niet op n lijn, dan lukt het ook niet.

    Gelukkig gaat het meestal goed en ik vraag me dan

    ook wel eens af hoeveel Bindingstelletjes er op

    deze manier al ontstaan zijn. De Binding als een

    grote love generator in Aalsmeer en omstreken.

    ik denk wel dat wat ik hierboven geschetst heb, vooral

    voor de zomerkampen geldt en dan met name de

    jongerenkampen. De Binding organiseert natuurlijk

    veel meer activiteiten, al voor kinderen vanaf 6

    jaar. Van inloopmiddagen tot een kookcursus. Met

    name bij kinderen zullen de activiteiten zelf nog de

    grootste drijfveer zijn om te komen, schat ik zo in.

    Ook zit De Binding niet meer alleen in de

    Zijdstraat, maar is er ook een dependance

    in kudelstaart en Aalsmeer-Oost. kijk eens

    op de site het is echt een leuke club.

    cees Tas jr

  • 28

    het was zomer 1999 als ik me niet vergis, en ik

    was, zoals inmiddels een jaarlijkse traditie was

    geworden, mee op zomerkamp vanuit de Binding.

    De Taunus was het deze keer, ik was een jaar of

    15 met beugel en de nodige puberale hormonen.

    chris was mee met zijn gitaar en dat klikte wel.

    in de avonden begonnen we muziek te maken.

    Eerst de kampbundel, daarna de muziek-

    boeken van chris met Polly wants a cracker

    van Nirvana. heel voorzichtig begon daar het

    tweede deel van mijn muzikale opvoeding.

    het eerste deel stamt uit een voor mij verder

    verleden. De zondagochtenden thuis waren

    voor klassiek, de vrijdagavond voor de jazz en de

    momenten voor het avondeten voor de Beatles.

    Al vroeg nam mijn vader me mee naar Bacchus om

    jazzconcerten te bezoeken. Daar begon mijn liefde

    voor de jazz, de muziek en ook voor Bacchus.

    het tweede deel breidde zich al snel uit naar een ware

    tienerband. Een deel van de kantine van het bedrijf

    Florema werd omgetoverd tot oefenruimte, en ineens

    waren daar ook een drummer, een bassist en een

    tweede gitarist. We speelden rockmuziek en coverden

    in het begin veel van Anouk, Nirvana en Greenday, maar

    onze wens was toch eigen nummers te gaan spelen.

    We begonnen dan ook met schrijven en zo werd

    Superficial geboren. De muziek leeft in Aalsmeer

    en omgeving en dat bleek ook uit alle poprondes

    waaraan we konden meedoen. We eindigden

    vaak hoog en hadden een tijdlang veel optre-

    dens in onder andere Aalsmeer en Amstelveen.

    Totdat we elk ons eigen weg gingen en allemaal

    wegtrokken uit Aalsmeer om elders te studeren.

    Vanaf dat moment hebben de meesten de muziek

    helemaal naast zich neergelegd. ik woonde in

    Leiden en miste het optreden regelmatig. Omdat

    het in Leiden moeilijk was om muzikaal aansluiting

    te vinden en in Aalsmeer de muzikale wereld zo

    groot is, greep ik regelmatig terug naar Aalsmeer.

    Verschillende projecten deden zich voor en met

    verschillende muzikanten speelde ik op diverse plekken.

    Ook ontmoette ik Lennert, die naast mijn vaste

    gitaarmaatje ook mijn toenmalige vriendje werd. samen

    speelden we wat easy listening. Meestal voor bekenden,

    maar af en toe was er ook wel eens een optreden bij.

    Dat ging voorbij en net als daarvoor bleef ik op zoek

    naar muzikanten om mee het podium te beklimmen.

    Zo ontmoette ik Lisa kaaijk. Zij speelt piano,

    ik zing en wij hebben samen Les Deux

    Framboises opgezet, waarmee we cabareteske

    en authentieke popliedjes vertolken.

    Doordat ik inmiddels als lerares was begonnen op

    samenEen, ontmoette ik daarnaast ook John van de

    Polder. John is de vader van Lynn, en Lynn zat bij mij

    in de klas. Voor de grap hebben we besloten samen

    op te treden bij de openatelierroute in Aalsmeer. Dit

    beviel zo goed dat we daarna samen zijn doorgegaan.

    Vele boekingen volgden en nog steeds groeit het.

    We staan samen binnen en buiten Aalsmeer op

    gekke plaatsen en maken veel leuke situaties mee.

    Onze favoriete stek is nog steeds het oude vertrouwde

    Bacchus, dat voelt als een heerlijke knusse huiskamer.

    Bacchus is een belangrijke plek voor muzikaal Aalsmeer.

    Je ontmoet elkaar, ontdekt nieuwe talenten en raakt

    in gesprek. Aalsmeer is muzikaal gezien schatrijk,

    gelukkig wordt dat steeds meer gezien en gehoord.

    Mijn ambities liggen daarentegen buiten Aalsmeer.

    hoe meer optredens hoe beter. Ook hopen John

    en ik het schrijven van eigen liedjes uit te breiden en

    zou ik het leuk vinden om meer met mijn ukelele te

    spelen. Maar een band met wat meer stampende soul

    en funk lijkt me ook te gek. Een hoop te dromen!

    Een ding is echter zeker, zonder Aalsmeer was ik

    nooit waar ik nu ben en als mensen me in andere

    plaatsten vragen: hoe komt het dat jij nog niet

    bekend bent? voel ik me vereerd en zeg ik:

    Maar in Aalsmeer, daar ben ik beroemd!

    Merel Meijdam

    MAAR IN AALSMEER, DAAR BEN IK BEROEMD

  • 29

  • 30

    Als ik naar buiten kijk zie ik ze staan: bomen,

    dubbeldik. Vanaf het voorjaar tot de herfst is het een

    palet aan groentinten. ik woon dan aan de rand van

    een bos, alleen, geen andere woning te bekennen.

    Mijn bos grenst aan een plein, een koninklijk plein.

    Vraag het aan Truus van het Witte Weekblad.

    Ooit hielden we er jaarlijks met een man of vijftig,

    aangeschoven aan een lange tafel, een barbecue.

    De uren durende jeudebouleswedstrijd die eraan

    vooraf ging, hielden we in het bos. Dat kan niet

    meer. Zonder dat iemand het doorhad, waren

    er ineens rozenbakken gemetseld met daarom-

    heen straatklinkers. Weg prachtige ruimte.

    Geen jeu de boules meer, geen ruimte voor het

    bouwen van een feestje zoals we dat ooit deden toen

    de dochter van Bert en Angelique jarig was. We hadden

    de bomen in slingers gezet, tafeltje met stoelen, wat

    drank en we hadden feest. Met die lompe bakken

    ziet het er naargeestig uit, heeft het iets van een

    massagraf. Waarom kon het niet blijven zoals het was?

    PrachtoplossingJaarlijks een paar vrachten grof zand en je waande je

    in Frankrijk. in tijden van bezuinigingen is het weghalen

    van die bakken en bestrating een prachtoplossing.

    helaas niet voor Wim van Groei en Bloei, die wil

    juist die bakken meer de ruimte geven, hij wil er zelfs

    9 van de 24 platanen voor kappen. Gelukkig hebben

    we nog henk, ook van Groei en Bloei, die schreef

    recent in de Nieuwe Meerbode dat je platanen

    niet moet willen kappen, zeker niet in de buurt van

    schiphol. Met die tweespalt binnen Groei en Bloei

    zal het wel loslopen met de wens tot kappen.

    Anders ligt dat bij het burgerinitiatief van Evelyn, die

    wil op het Weteringplantsoen een kinderspeelplaats.

    Ze heeft veel handtekeningen. Maar ja, zeg maar

    eens nee tegen een lieftallige dame met schattige

    kindjes, zeg maar eens nee als er gezegd wordt dat

    er anders misschien wel een parkeerruimte komt,

    zeg maar eens nee als je niet eens weet dat het over

    het Weteringplantsoen gaat, zeg maar eens nee

    als je in een andere straat, buurt, of dorp woont.

    Zelfs wethouder ulla lijkt een zwak te hebben.

    Tijdens de inloopavond, waar meer tegen- dan

    voorstemmers waren, ging ze de discussie uit de

    weg door bij ieder argument dat we aanhaalden,

    te zeggen dat het niet inhoudelijk was.

    Op stap met UllaGraag zou ik eens een middagje met haar op stap

    gaan. ik zou haar de speelplaatsen in plan Blom en

    de hornmeer laten zien. haar meenemen naar het

    Weteringplantsoen en vragen zich hier een van

    die speelplaatsen voor te stellen. Opgekrulde en

    door mos bedekte rubberen tegels, schreeuwerige,

    detonerende, zogenaamd kindvriendelijke kleuren,

    de eeuwig terugkerende blauwe afvalbak, wat is er

    dan nog over van het plein? ik zal er een tafel met

    stoelen neerzetten en haar uitnodigen op de thee.

    hoe voelt ze zich zo, bekeken door de automobi-

    listen, onbeschermd zo midden in de open ruimte?

    hoe zou ze zich voelen als er een kind zou spelen,

    angstig met al dat verkeer? Ze zal me zeggen dat er

    zeker een hekwerk moet komen, misschien zelfs wel

    struiken. ik zal haar vragen te kijken naar het resultaat

    van haar woorden. Zal ze zien dat ons koninklijk

    plein een metamorfose heeft ondergaan? Dat het

    een van de vele Vinex-speelplekken is geworden?

    En wat als de nacht valt? Als door hormonen en

    alcohol geplaagde jongeren het plein bezetten? Vraag

    het aan robert uit de rietgorsstraat. Die schreef dat

    bij hem op het speelplaatsje in de zomermaanden

    jongeren tot diep in de nacht voor overlast zorgen.

    Maar daar wijken we toch niet voor, Joop, zal ze

    antwoorden. Maar hoe dacht je dat te voorkomen,

    zal ik terugvragen. heb jij kunnen voorkomen dat

    opgeschoten jongens via een vuilcontainer en gymnas-

    tische toeren onze ondergrondse parkeerplaats wisten

    WAAr OOiT EEN kONiNkLiJk PLEiN WAs

  • 31

    te bereiken? heb jij het brandstichten en motoren

    platleggen kunnen voorkomen? is gebeurd. kun je

    nagaan wat er op die speelplaats staat te gebeuren.

    Afstand van niksMaar kom, op naar het speelplaatsje bij school

    samenEen. Let op de tijd. Binnen nog geen twee

    minuten lopen vinden we speelkippen, klimobjecten,

    glijbaantjes, een voetbalkooi en zelfs een pingpongtafel.

    Wat is hier mis mee? in de eindrapportage Aalsmeer

    investeren, vernieuwen & renderen wordt op bladzijde

    24 gesteld dat de afstandscriteria voor speelplaatsen

    omhoog kunnen worden bijgesteld en het onderhouds-

    niveau omlaag. Twee minuten is een afstand van niks.

    Niet netjes genoeg? het college wil toch de gebruikers

    en bewoners meer bij het onderhoud betrekken?

    Nee, bij mij wil het er echt niet in dat in een tijd dat er

    volop bezuinigd moet worden, de uitgaven voor deze

    speelplaats te verantwoorden zijn. Tenzij de gedachte

    heerst dat een burgerinitiatief sowieso gehonoreerd

    moet worden. Maar dan heb ik er ook een.

    Op naar het stokkeland. Achter het keramiekatelier

    staan stevige houten speelobjecten. Midden in het

    gras, geen rubberen tegel te bekennen. Onder de

    ringen wat weggesleten grond. Dit is een sfeer die

    ik ken van toen ik kind was. ik heb nooit op kinder-

    speelplaatsjes hoeven spelen, ik klom in bomen op

    het voetbalveld, groef kanalen in de tuin, slingerde

    aan touwen in de werkplaats, klom langs regenpijpen

    van de school, liep over de nok van een woning in

    aanbouw en vloog als het sneeuwde op een oude

    motorkap van de dijk af. Alles was speelplaats.

    De enige plek die dat avontuurlijke element oproept, is

    het stokkeland. Te ver omlopen via het raadhuisplein?

    Een goede reden om die veelbesproken brug nu einde-

    lijk eens aan te brengen. ik weet zeker dat er 25 mensen

    te vinden zijn voor het indienen van een burgerinitiatief.

    Joop kok

  • 32

    Mijn naam is Amber Bartels. Geboren en getogen in

    Aalsmeer. Normaal gesproken studerend aan de Vrije

    universiteit in Amsterdam, ben ik nu sinds 10 januari

    2011 voor een masteronderzoek in Tel Aviv, isral.

    Dit onderzoek is onderdeel van de master sociale

    en culturele Antropologie aan de Vu. Voorheen

    heette deze studie simpelweg volkenkunde, maar

    tegenwoordig vindt men de culturele en sociale

    leer van de mens beter passen. Want dat is wat

    antropologie betekent: leer van de mens. sociale

    en culturele Antropologie betekent dat de mens

    in zijn sociale en culturele verband bestudeerd

    wordt, niet als individu. ieder mens organiseert

    zichzelf sociaal en cultureel; in groepen. De groep

    die ik bestudeer zijn niet-religieuze, maar toch Joodse

    jongvolwassenen in het centrum van Tel Aviv.

    Een van de eerste vragen die men vaak stelt wanneer

    ik vertel over mijn onderzoek is: Waarom isral?

    En: is het niet gevaarlijk? Voel je je niet onveilig? het

    antwoord op de eerste vraag is misschien teleurstel-

    lend simpel. in de zomer van 2010 vertrokken een

    vriendin en ik voor drieneenhalve week richting isral,

    om het land rond te reizen. Gewoon omdat ons dat

    leuk leek, niet vanuit religieuze motieven. ik denk dat ik

    voor ons beiden mag spreken wanneer ik zeg dat dit ons

    erg goed bevallen is. Eenmaal teruggekomen uit isral

    wist ik: ik wil mijn masteronderzoek in dit land doen.

    ik begon na te denken over een onderwerp, en wilde

    niet het meest voor de hand liggende doen: onderzoek

    naar het conflict of relaties tussen Palestijnen/Arabieren

    en Joden. in plaats daarvan begon ik na te denken over

    Tel Aviv, de tweede grote stad van isral die door

    velen the bubble (de zeepbel) wordt genoemd.

    Hedonistische stadDe isralis hebben verschillende redenen om Tel

    Aviv zo te noemen. Ten eerste omdat de stad

    geografisch gezien ver van alle conflictgebieden de

    grens met Libanon, de Gazastrook en de Westelijke

    Jordaanoever af ligt, als een veilige zeepbel in

    isral. Ook is Tel Aviv een seculiere/niet-religieuze

    zeepbel, omdat er veel niet-religieuze Joden wonen

    en willen wonen. Dan wordt Tel Aviv ook een

    zeepbel genoemd omdat het als de meest moderne

    en hedonistische stad van isral wordt beschouwd.

    in Jerusalem we pray, in Tel Aviv we play, zo hoorde

    ik een feestvierende vrouw in een YouTube-filmpje

    zeggen. De laatste, meest omstreden beschrijving van

    Tel Aviv als een zeepbel, heeft betrekking op het feit

    dat vooral isralis die niet in Tel Aviv wonen, vinden

    dat de Tel Avivis individualistisch en egostisch zijn. Tel

    Avivis zouden zich in hun zeepbel verschuilen en de

    ogen sluiten voor alle problemen in isral. in de eerste

    week van mijn onderzoek zei Matanya, een jongen die

    in het hostel werkte waar ik toen verbleef, hierover:

    sommige mensen verlaten the bubble nooit. Zij

    komen nooit ergens anders. Zo ben ik niet. ik zat in

    de special forces in het leger, ik weet wat er aan de

    hand is in de rest van het land. Maar anderen niet.

    Niet gevaarlijkin deze karakterisering van Tel Aviv ligt voor mij dan

    ook het antwoord op de vraag of het niet gevaarlijk

    is om hier te zijn en of ik me niet onveilig voel. het

    antwoord is nee. Hoewel Isral in een conflict verwik-

    keld is, is het niet in staat van oorlog. En hoewel

    men nooit zeker is wat de toekomst brengt, is Tel

    Aviv vanwege zijn geografische ligging in principe een

    veilige stad. Een van mijn informanten zei hierover:

    Toen in 2006 de oorlog met Libanon woedde,

    was daar in Tel Aviv niets van te bemerken. het

    leven hier gaat gewoon door. Daarbij is Tel Aviv

    an sich een veilige, moderne, liberale stad waar je s

    nachts gerust alleen over straat kunt. De atmosfeer

    is prettig en de stad kent weinig criminaliteit.

    OP ONDErZOEk iN DE ZEEPBEL, TEL AViV

  • 33

    Een andere vraag die mij vaak gesteld wordt is: Wat

    doe je nou eigenlijk precies? Zeker de isralische

    jongeren waar ik hier mee omga vragen bijvoorbeeld:

    Okee, nu zitten we hier gewoon humus te eten

    in king George street. En nu ben je ons aan het

    onderzoeken? Of vanavond, als we uit gaan, dan ga

    je ons observeren? ik moet dan altijd lachen, en

    zeg dat het inderdaad min of meer zo in elkaar zit.

    ik kan het ze niet kwalijk nemen dat dit ze misschien

    een beetje vreemd voorkomt. Wanneer ik heb

    verteld dat ik onderzoek doe naar het imago van

    Tel Aviv en de identiteitsvorming van jonge, niet-

    religieuze, Joodse Tel Avivis kost het ze natuurlijk

    niet veel tijd om te concluderen: Dat zijn wij dus!

    Je doet eigenlijk gewoon onderzoek naar ons!

    Fun stuffDat is waar, en ik vind het geweldig! Door te

    participeren in de levens van mijn informanten,

    door hen te observeren, vragen te stellen en te

    interviewen probeer ik een beeld te schetsen van

    hun leven hier in het centrum van Tel Aviv. Dat is

    echt fun stuff ! zegt shauli, de kamergenoot van