1

Nieuwe wet- en regelgeving Door: Arie den Breejen

Publicatieblad van de Europese Unie PbEU 2013, L 347/924 Besluit nr. 1313/2013/EU van 17 december 2013 betref-fende een Uniemechanisme voor civiele be-scherming. Inwerkingtreding: 1 januari 2014 Toelichting Dit besluit heeft de samenwerking op het ge-bied van de civiele bescherming tot doel. Deze samenwerking gaat onder meer over de pre-ventie van en acties voor het verlenen van bijstand bij rampen. PbEU 2013, L 348/1 Verordening nr. 1315/2013 van 11 december 2013 betreffen-de richtsnoeren van de Unie voor de ontwik-keling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU. Inwerkingtreding: 21 december 2013 Toelichting De infrastructuur vormt een belangrijke voor-ziening voor een goed functioneren van de interne markt en voor de versterking van de sociale, economische en territoriale samen-hang binnen de EU. Met de verordening wordt voorzien in een regeling voor de belangrijkste infrastructuur binnen de EU, het zogenaamde trans-Europees vervoersnetwerk. Het gaat om de in de verordening aangewezen (water- en spoor)wegen, havens en luchthavens waartoe onder meer Schiphol, de Rotterdamse haven, de Betuweroute behoren. In het kader van de ontwikkeling van dit netwerk moet op allerlei wijzen ook aandacht worden besteed aan de veiligheid.

Besluit nr. 1/2013 van het Comité vervoer over land Gemeenschap/Zwitserland van 6

december 2013 tot wijziging van bijlage 1 van de overeenkomst tussen de Europese Ge-meenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake het goederen- en personenvervoer per spoor en over de weg. Inwerkingtreding: 1 januari 2014 Toelichting Zwitserland maakt geen deel uit van de Euro-pese Unie noch van de Europese Economische Ruimte. In de EER-landen gelden tal van voor-schriften van de Europese Unie. Om het ver-voer naar en Zwitserland toch te vereenvoudigen is bovengenoemde overeen-komst tot stand gekomen. De overeenkomst is onder andere van toepas-sing op het bilaterale goederenvervoer over de weg tussen de EU en Zwitserland en het transitovervoer over het grondgebied van de EU en Zwitserland, het internationale goede-renvervoer per spoor en op het vervoer dat wordt verzorgd door wegvervoerders of spoorwegondernemingen die zijn gevestigd in de EU of Zwitserland. Op grond van de overeenkomst rust op Zwit-serland de plicht om regelingen vast te stellen die gelijkwaardig zijn aan de in de bijlage bij de overeenkomst aangeduide technische voorwaarden van de EU. Het gaat onder meer om richtlijn 95/50/EG van de Raad van 6 okto-ber 1995 betreffende uniforme procedures voor de controle op het vervoer van gevaarlij-ke goederen over de weg en richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land. Verordening (EU) nr. 1253/2013 van de Com-missie van 21 oktober 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1089/2010 ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG betreffende de inter-operabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens en van diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens. Inwerkingtreding: 30 december 2013

2

Toelichting Richtlijn 2007/2/EG (INSPIRE) stelt algemene regels vast voor de oprichting van de infra-structuur voor ruimtelijke informatie in de Europese Gemeenschap. Binnen deze infra-structuur moeten de lidstaten gegevensver-zamelingen beschikbaar stellen. Eisen zijn gesteld aan deze gegevensverzamelingen. Aangegeven is onder meer welke gegevens moeten worden verzameld en hoe ze moeten worden aangeduid. Het gaat onder meer om gegevens over ‘coverage gevaar’ of te wel externe veiligheid. PbEU 2013, L 304 Richtlijn 2013/52/EG van de Commissie van 30 oktober 2013 tot wijziging van Richtlijn 96/98/EG van de Raad inzake uitrusting van zeeschepen. Inwerkingtreding: 24 november 2013 PbEU 2013, L 293/1 Besluit nr. 1082/2013/EU van het Europees parlement en de Raad van 22 oktober 2013 over ernstige grensover-schrijdende bedreigingen van de gezondheid en houdende intrekking van Beschikking nr. 2119/98/EG. Inwerkingtreding: 6 november 2013 Toelichting Dit besluit gaat onder meer over de tijdige alarmering bij ernstige grensoverschrijdende bedreigingen voor de gezondheid, zoals die met een chemische oorsprong. Met dit besluit moet de samenwerking en coördinatie tussen de lidstaten worden versterkt.

Tractatenblad Trb. 2013, nr. 249 Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee, 1974; (met Bijlage), Londen, 1 november 1974. Inwerkingtreding: 1 januari 2015 Toelichting

Met de resolutie MSC.350(92) heeft de Mari-tieme Veiligheidscommissie van de Internati-onale Maritieme Organisatie op 21 juni 2013 in overeenstemming met artikel VIII(b)(iv) van het Verdrag wijzigingen aangenomen. De wijziging heeft onder meer betrekking op informatie over het vervoer van gevaarlijke stoffen in verpakte vorm en het stuwplan dat daarvoor gemaakt moet worden. Trb. 2013, nr. 240 Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (Cotif); (met Protocol en Aanhangsels). Het gaat on-der meer om wijziging van de bijlage bij Aan-hangel C, Regulation concerning the International Carriage of Dangerous Goods by Rail (RID) van COTIF.

Staatsblad Stb. 2013, nr. 590 Wet van 18 december 2013 tot wijziging van de Scheepvaartverkeerswet ter verhoging van de boetecategorie voor overtredingen van internationale scheepvaart-routes en ter uitbreiding van loodsplichtig vaarwater in verband met de ingebruikneming van Maasvlakte 2. Inwerkingtreding: 1 januari 2014 (zie Stb. 2013, nr. 591). Stb. 2013, nr. 546 Besluit van 9 december 2013, houdende vast-stelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 28 maart 2013 tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet veilig-heidsregio’s in verband met het beheer van het openbaar register met gegevens over de externe veiligheid, regels inzake buisleidingen en de departementale herindeling (Stb. 2013, 128) en houdende het vervallen van artikel 2, derde lid, van het besluit van 26 november 2007, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 22 november 2006, houdende wijziging van de Wet milieubeheer en enige andere daarmee verband houdende wetten (modernisering van

3

de algemene milieuregels voor inrichtingen) (Stb. 2006, 606) en van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Stb. 2007, 415), (Stb. 2007, 472). Toelichting In dit Koninklijk Besluit wordt voorzien in de inwerkingtreding per 1 januari 2014 van de wet van 28 maart 2013 tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet veiligheidsre-gio’s in verband met het beheer van het openbaar register met gegevens over de ex-terne veiligheid, regels inzake buisleidingen en de departementale herindeling. Ingevolge deze wet is het RIVM niet langer de beheerder van het risicoregister en wijst de Minister van Infrastructuur & Milieu een nieuwe beheerder aan. Stb. 2013, nr. 521 Besluit van 29 november 2013, houdende vaststelling van het tijdstip waarop artikel 1.2a van het Activiteitenbesluit milieubeheer en enkele artikelen van het Be-sluit omgevingsrecht (vvgb) vervallen. Inwerkingtreding: 1 januari 2014 Toelichting Met dit besluit worden burgemeester en wet-houders voor een aantal afvalstofinrichtingen in plaats van gedeputeerde staten bevoegd gezag. Verder komt de verklaring van geen bedenkingen te vervallen voor het milieudeel van de omgevingsvergunning. Een verklaring van geen bedenkingen moest door gedepu-teerde staten worden afgegeven voor inrich-tingen die in het verleden onder de bevoegdheid van gedeputeerde staten vielen. Het vervallen van deze regeling houdt verband met de totstandkoming van een landsdekkend netwerk van omgevingsdiensten. Stb. 2013, nr. 492 Besluit van 25 november 2013, houdende wijziging van het Registratie-besluit externe veiligheid, het Besluit externe veiligheid inrichtingen en het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 in verband met aan-

passing aan het Besluit externe veiligheid buis-leidingen en wijzigingen van wetgevingstech-nische of anderszins ondergeschikte aard. Inwerkingtreding: op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Toelichting Met het onderhavige besluit zijn wijzigingen in het Registratiebesluit aangebracht die nood-zakelijk zijn in verband met de inwerkingtre-ding van het Besluit externe veiligheid buisleidingen. Tevens voorziet dit wijzigings-besluit in enkele wijzigingen van wetgevings-technische of anderszins ondergeschikte aard van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (Brzo 1999). Stb. 2013, nr. 479 Besluit van 25 november 2013, houdende regels inzake de in het kader van de Kernenergiewet in rekening te brengen kosten (Besluit vergoedingen Kernenergie-wet). Inwerkingtreding: 1 januari 2014 Toelichting In dit besluit is onder meer de vergoeding aangegeven verschuldigd voor de verlening van een vergunning voor het vervoer van splijtstoffen. Stb. 2013, 475 Besluit van 25 november 2013 tot vaststelling van het tijdstip van inwerking-treding van de Wet van 16 oktober 2013 tot wijziging van enige wetten in verband met de handhaving van voorschriften in de Engelse taal. Op grond van dit besluit treedt voor-noemde wet in werking op 1 januari 2014. Stb. 2013, nr. 465 Besluit van 11 november 2013, houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid in verband met het vervoer van gevaarlijke stoffen over transportroutes (Besluit externe veiligheid transportroutes). Inwerkingtreding: op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Volgens TK 2013-2014,

4

30373 nr. 50 Vervoer gevaarlijke stoffen; Brief regering; Aanbieding Besluit externe veiligheid in verband met het vervoer van gevaarlijke stoffen over transportroutes, zal het besluit waarschijnlijk met ingang van 1 juli 2014 in werking treden. Toelichting Aanleiding voor dit besluit is de invoering van het zogeheten basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. De Wet basisnet regelt de vervoerskant van het basisnet. Het voorziet onder meer in de aanwijzing van wegen, spoorwegen en binnenwateren waar spanning bestaat of kan ontstaan tussen het vervoer van gevaarlijke stoffen, ruimtelijke ontwikke-lingen en externe veiligheid (zogeheten basis-netroutes). Aan elke basisnetroute wordt een risicoruimte gegund voor het vervoer. Deze risicoruimte houdt, ruimtelijk vertaald, een zone in waar-binnen beperkingen gelden voor nieuwe ruim-telijke ontwikkelingen. Dit besluit bevat de uitwerking van de ruimtelijke component van het basisnet. Doel van dit besluit is het waar-borgen van een basisbeschermingsniveau door te voorkomen dat bij ruimtelijke ontwik-kelingen mensen worden blootgesteld aan een hoger risico vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen dan maatschappelijk aan-vaardbaar wordt geacht. Verder bevat het besluit onder andere regels die strekken tot het inzichtelijk maken van de kans op een ramp met veel slachtoffers en het op een transparante wijze wegen van het risico ten opzichte van toe te laten ruimtelijke ontwikke-lingen. Stb. 2013, 459 Wet van 6 november 2013 tot wijziging van de Wet gewasbeschermingsmid-delen en biociden ter uitvoering van Verorde-ning (EU) Nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betref-fende het op de markt aanbieden en het ge-bruik van biociden.

Inwerkingtreding: deze wet treedt in werking op 21 november en werkt terug tot en met 1 september 2013.

Staatscourant Stcrt. 2014, nr. 6 SZW-lijst van kankerverwek-kende, mutagene, en voor de voortplanting giftige stoffen Toelichting Dit betreft de volgende tweejaarlijkse versie van de lijst met kankerverwekkende stoffen en processen als bedoeld in artikel 4.11 van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Op deze lijst staan kankerverwekkende processen, kankerverwekkenden stoffen, mutagene stof-fen, en voor de voortplanting giftige stoffen, en is opgesteld door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Twee maal per jaar wordt de meest recente versie van de lijst gepubliceerd in de Staatscourant. Deze lijst bestaat uit stoffen en processen die: - door de EU ingedeeld zijn als zodanig en opgenomen in bijlage VI van Verordening EC 1272/2008 en bijlage 1 bij Richtlijn 2004/37/EG, en/of - door de Commissie Werkgroep van Deskun-digen van de Gezondheidsraad zijn geclassifi-ceerd als kankerverwekkend (stoffen behandeld tot en met december 2012). Stcrt. 2014, 1851 Multilaterale overeenkomst ADR M268 Toelichting De Multilaterale Overeenkomst M268 betreft het vervoer van afgedankte verpakkingen, leeg, ongereinigd (UN 3509). Deze overeen-komst is op 19 december jl. door Nederland ondertekend en op 24 januari officieel in het Nederlands gepubliceerd. Andere lidstaten die de overeenkomst ondertekend hebben, zijn Frankrijk (de initiatiefnemende lidstaat), Bel-gië en Spanje.

5

Stcrt. 2013, nr. 35120 Regeling van de Staats-secretaris van Infrastructuur en Milieu van 12 december 2013, nr. IENM/BSK-2013/294307, tot wijziging van de Aanwij-zingsregeling willekeurige afschrijving en in-vesteringsaftrek milieu-investeringen 2009 (vervanging van de lijst met bedrijfsmiddelen). Inwerkingtreding: 1 januari 2014 Toelichting Deze regeling strekt tot vervanging van de bijlage behorende bij de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009. In die bijlage zijn ter uitvoering van de Wet inkomstenbelasting 2001 categorieën bedrijfsmiddelen aangewe-zen die voor milieu-investeringsaftrek of wille-keurige afschrijving milieu-bedrijfsmiddelen (hierna: Vamil) in aanmerking komen. Met het instrument Vamil worden investeringen in bedrijfsmiddelen die in het belang zijn van de bescherming van het Nederlandse milieu fis-caal gestimuleerd. In aanmerking voor de af-trek komen onder meer laad- en losapparatuur in verband met de omschake-ling van het vervoer over de weg of het spoor naar de binnenvaart met het oog op de be-perking van de risico’s van het vervoer van gevaarlijke stoffen en aanvaringsbestendige binnenvaarttankers voor het vervoer van ge-vaarlijke stoffen. Stcrt. 2013, nr. 36035 Regeling tarieven Dienst Wegverkeer 2014. Het gaat onder meer om de tarieven voor het keuren van ADR-voertuigen. Inwerkingtreding: 1 januari 2014 Stcrt. 2013, nr. 34587 Regeling van de Staats-secretaris van Infrastructuur en Milieu, van 18 december 2013, nr. IENM/BSK-2013/274028, tot wijziging van de Regeling tarieven Spoorwegwet 2012 en enkele andere regelingen voor het jaar 2014 in verband met indexering alsmede wijziging van de Regeling indienststelling spoorvoertuigen en de Rege-

ling tarieven Spoorwegwet 2012 in verband met de verlening van certificaten voor een uitbestede onderhoudsfunctie. Met deze re-geling wordt onder meer de tariefregeling vervoer gevaarlijke stoffen gewijzigd. Inwerkingtreding: 1 januari 2014 Stcrt. 2013, nr. 34593 Regeling van de Staats-secretaris van Infrastructuur en Milieu, van 18 december 2013, nr. IENM/BSK-2013/273453, tot wijziging van de Regeling tarieven luchtvaart 2008 voor het jaar 2014. Inwerkingtreding: 1 januari 2014 Stcrt. 2013, nr. 34556 Bekendmaking en be-sluit tot inwerkingtreding van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 17 december 2013, nr. IENM/BSK-2013/272353, van inter-nationale besluiten met betrekking tot de veiligheid van zeeschepen. Toelichting Met dit besluit wordt een aantal internationa-le besluiten met betrekking tot de veiligheid van zeeschepen bekendgemaakt. Het gaat onder meer om de bekendmaking van een door de Maritieme Veiligheidscommissie (MSC) van de Internationale Maritieme Orga-nisatie (IMO) aangenomen wijziging van de Internationale Maritieme Code voor het ver-voer van vaste lading in bulk (International Maritime Solid Bulk Cargoes Code; IMSBC-Code). Middels deze bekendmaking werken de wijzigingen door in de Regeling vervoer ge-vaarlijke stoffen met zeeschepen (Rvgz) en de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlij-ke stoffen. Stcrt. 2013, nr. 34602 Regeling van de Minis-ter van Infrastructuur en Milieu, van 12 de-cember 2013, nr. IENM/BSK-2013/274022, tot wijziging van diverse tariefregelingen van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu voor het jaar 2014 en Stcrt. 2013, nr. 34599 Rege-ling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 12 december 2013, nr. IENM/BSK-

6

2013/274025, tot wijziging van de Regeling Nederlandse tarieven Schepenwet voor het jaar 2014. Inwerkingtreding: 1 januari 2014 Toelichting De eerste regeling is mede gebaseerd op arti-kel 49 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. Op grond daarvan is een vergoeding verschul-digd voor de vaststelling van een aantal be-schikkingen. In deze regeling gaat het onder meer om een vergoeding voor de autorisatie van de classificatiecode ten behoeve van het vervoer over land, de binnenwateren en het spoor van vuurwerk.

Stcrt. 2013, nr. Nr. 32742 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 21 november 2013, nr. IENM/BSK-2013/268260 houdende wijziging van de Re-geling aanpassing voertuigen in verband met de afschaffing van de erkenning snelheidsbe-grenzers en diverse andere wijzigingen. Inwerkingtreding: met ingang van 1 januari 2014, met uitzondering van een aantal onder-delen die met ingang van 1 januari 2015 in werking treden.

Toelichting Voertuigen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen moeten op grond van richtlijn 2004/11/EG vaak zijn voorzien van een snel-heidsbegrenzer. Deze maatregel levert onge-twijfeld een redelijke bijdrage aan het verhogen van de veiligheid voor omwonen-den.

Stcrt. 2013, nr. 36343 Beleidsregel van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 1 december 2013, inzake de toepassing van regels van Verordening (EG) 1071/2009, de Wet personenvervoer 2000 en het Besluit personenvervoer 2000, houdende bepalingen in verband met de toetsing van evenredigheid van de sanctie van het verlies van betrouw-

baarheid van de vervoerder en de vervoers-manager in het busvervoer (Beleidsregel toet-sing evenredigheid verlies betrouwbaarheid busvervoer). Inwerkingtreding: 31 december 2013 Toelichting Verordening 1071/2009/EG beoogt gelijke mededingingsvoorwaarden en het creëren van een hoger niveau van vakbekwaamheid, een rationalisering van de markt, een betere kwaliteit van de geleverde diensten en ver-keersveiligheid. Deze doelstellingen worden onder andere nagestreefd door de aanscher-ping van de eisen voor toegang tot het beroep van wegvervoerondernemer. Eén van die aan-gescherpte eisen is de betrouwbaarheidseis. Ingevolge artikel 6, eerste lid, onder b, van verordening 1071/2009/EG, mag de vervoer-der of de vervoersmanager geen onherroepe-lijke veroordeling of onherroepelijke sanctie in Nederland of een andere lidstaat opgelegd hebben gekregen vanwege een zeer ernstige inbreuk op de communautaire wetgeving (hierna: zeer ernstige overtreding). Daartoe behoren onder meer een aantal overtredingen van de regelgeving voor het vervoer van ge-vaarlijke stoffen. Hoewel de meeste (rechts)personen met een communautaire vergunning voor busvervoer geen gevaarlijke stoffen of (andere) goederen zullen vervoe-ren, is het mogelijk dat dit voorkomt, hetzij tijdens het verrichten van personenvervoer met een bus, hetzij als nevenactiviteit met een vrachtwagen; in voorkomende gevallen wordt het niet onlogisch of onredelijk geacht om de betrouwbaarheid van deze vervoerders (ook) af te meten aan de naleving van de desbetref-fende regels. Stcr. 2013, nr. 35004 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 10 december 2013, nr. WJZ/13203601, tot wijziging van de

Regeling indicatieve vaststelling reikwijdte Dienstenwet. Inwerkingtreding: 1 januari 2014

7

Toelichting In het Verdrag betreffende de Europese Unie is de vrijheid van vestiging van dienstverleners en het recht op het verrichten van diensten binnen de EU neergelegd.1 Met het oog daar-op is de, overigens niet geheel onomstreden, Dienstenrichtlijn tot stand gekomen.2 Deze is omgezet in de Dienstenwet en de daarop ge-ente regels. In de regeling indicatie vaststel-ling reikwijdte Dienstenwet (RivrD) zijn door de minister van Economische Zaken de ver-gunningstelsels en eisen aangegeven die in ieder geval onder de DW vallen. Het gaat om stelsels en eisen van onder meer het Rijk, de provincies, en de gemeenten. Vermeld is on-der andere de berekening van het plaatsge-vonden en groepsrisico met de rekenmethodiek Bevi (artikel 7 Regeling ex-terne veiligheid inrichtingen). Stcrt. 2013, Nr. 34551 Besluit van de Staatsse-cretaris van Infrastructuur en Milieu, van 30 november 2013, nr. IENM/BSK-2013/270820, houdende aanwijzing van de instantie die belast is met het beheer van het openbaar register, bedoeld in artikel 12.12, eerste lid, van de Wet milieubeheer (Aanwij-zingsbesluit beheersinstantie risicoregister). Inwerkingtreding: 1 januari 2014 Stcrt. 2013, nr. 34416 Besluit van de Minister van Economische Zaken van 29 november 2013, nr. WJZ / 13192135, houdende instelling van de adviescommissie Stralingsbescherming. Inwerkingtreding: 1 januari 2014

1 Zie hoofdstukken 2 (recht van vestiging) en 3

(diensten) van titel IV van het Verdrag. 2 De dienstenrichtlijn zou een van de belangrijke

verklaringen zijn voor de omslag in populariteit van

de Europese samenwerking in de afgelopen jaren.

Stcrt. 2013, nr. 33683 Regeling van de Minis-ter van Infrastructuur en Milieu, van 5 december 2013, nr. IENM/BSK-2013/264452, houdende wijzigingen van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 en de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens in verband met enkele repara-ties en andere kleine wijzigingen. Inwerkingtreding: 7 december 2013 Toelichting Op grond van artikel 29, eerste lid, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) moeten motorvoertuigen in gebruik bij politie, brandweer of ambulance-diensten bij de uitoefening van een dringende taak gebruik maken van een geluidhoorn en zwaailicht. Dit geldt ook voor motorvoertuigen van andere aangewezen hulpverleningsdien-sten. In deze regeling wordt de dienst be-drijfsbeveiliging van TATA Steel IJmuiden B.V. (voormalige Hoogovens) aangewezen. Stcrt. 2013, 30503 Bijlage 4, 5 en 6 behorende bij de Regeling van de Minister van Binnen-landse Zaken en Koninkrijksrelaties van 3 juli 2013, nr. 2013-0000329597, tot wijziging van de Regeling informatieverstrekking sisa in verband met de vaststelling van de bijlagen inzake verantwoording over specifieke uitke-ringen en tot intrekking van de Regeling ver-antwoordingsinformatie specifieke uitkeringen. Stcrt. 2013, nr. 33986 Besluit van de Staatsse-cretaris van Veiligheid en Justitie van 26 november 2013, nr. BOACAT2013/076, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de divisie Haven-meester van het Havenbedrijf Rotterdam N.V. Inwerkingtreding: met ingang van 1 januari 2014; dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2019.

8

Stcrt. 2013, nr. 29903 Regeling van de Staats-secretaris van Infrastructuur en Milieu, van 24 oktober 2013, nr. IENM/BSK-2013/242974, houdende implementatie van artikel 47, tweede lid, van richtlijn 2013/29/EU inzake het op de markt aanbieden van pyrotechni-sche producten, met inbegrip van wijziging van de Regeling overige pyrotechnische artike-len (Tijdelijke regeling implementatie artikel 47, tweede lid, Richtlijn 2013/29/EU inzake het op de markt aanbieden van pyrotechni-sche artikelen). Inwerkingtreding: met ingang van 6 december 2013. De regeling werkt terug tot en met 4 juli 2013. Toelichting Met deze regeling wordt vooruitgelopen op de implementatie van Richtlijn 2013/29/EU inza-ke het op de markt aanbieden van pyrotechni-sche artikelen (PbEU 2013, L 178). Richtlijn 2013/29/EU betreft een omvangrijke herzie-ning van de tot nog toe op dit terrein van kracht zijnde richtlijn, te weten richtlijn nr. 2007/23/EG betreffende het in de handel brengen van pyrotechnische artikelen (PbEU 2007, L 154). Met deze regeling wordt het hergebruik van bepaalde pyrotechnische artikelen in de au-tomobielindustrie (airbags en gordelspanners) mogelijk gemaakt. Stcrt. 2013, nr. 33825 Regeling van de Staats-secretaris van Infrastructuur en Milieu, van 3 december 2013, nr. IENM/BSK-2013/271781, tot wijziging van de Regeling externe veiligheid buisleidingen (tijdelijke uitzondering voor buisleidingen voor aard-olieproducten). Inwerkingtreding: 1 januari 2014. Toelichting Voor buisleidingen voor het vervoer van aard-olieproducten wordt een uitzondering ge-maakt van artikel 6, eerste lid, van het Besluit externe veiligheid buisleidingen. In dat artikel

is aangegeven wat de norm voor het plaats-gebonden risico is: 10-6 per jaar. Deze norm is niet van toepassing op een buisleiding voor aardolieproducten waarvan het plaatsgebon-den risico op 1 januari 2011 hoger was dan die norm. De uitzondering zal blijven gelden tot het tijd-stip waarop dit artikel door de minister zal worden ingetrokken. Er wordt naar gestreefd om deze wijzigingsregeling uiterlijk 1 juli 2014 in werking te laten treden. Stcrt. 2013, nr. 33375 Regeling van de Minis-ter van Infrastructuur en Milieu, van 27 no-vember 2013, nr. IENM/BSK-2013/265369, houdende wijziging van de Regeling standaar-den voor de ruimtelijke ordening 2012 (wijzi-ging SVBP 2012). Toelichting Sinds 1 januari 2010 geldt ingevolge de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) de ver-plichting dat ruimtelijke instrumenten zoals bestemmingsplannen en structuurvisies, elek-tronisch worden vastgesteld en bekendge-maakt. De ruimtelijke instrumenten zijn vervolgens door een ieder digitaal te raadple-gen op de landelijke website ruimtelijkeplan-nen.nl. De Wro en het Bro bepalen dat de feitelijke digitale werkwijze op het niveau van een mi-nisteriële regeling kan worden geregeld. De onderhavige Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012 met de daarbij behorende ruimtelijke ordeningsstandaarden (hierna: RO standaarden) geeft hieraan uitvoering. Ge-standaardiseerd zijn onder meer risicorelevan-te ruimtelijke gegevens zoals over het vervoer van gevaarlijke stoffen. Stcrt. 2013, nr. 6832 Wijziging Besluit man-daat certificering binnenvaartschepen. Inwerkingtreding: 30 november 2013. Dit besluit werkt terug tot en met 15 april 2011. Toelichting

9

Ingevolge artikel 9 van de Binnenvaartwet verstrekt de minister van Infrastructuur en Milieu, onderscheidenlijk een door hem aan-gewezen bevoegde autoriteit, het certificaat van onderzoek voor een binnenvaartschip. Op grond van artikel 14 Binnenvaartwet wordt het technisch onderzoek aan binnenschepen verricht door de minister of door een klassen-bureau als bedoeld in artikel 10 van de richt-lijn nr. 2006/87/EG (technische eisen aan binnenschepen). Met het mandaatbesluit van 20 april 2011 (Stcrt. 2011, 6832) heeft de overdracht van de bevoegdheid tot afgifte van certificaten van onderzoek en de overdracht van de onderzoekstaak plaatsgevonden aan een aantal organisaties. Deze bevoegdheden hebben ook betrekking op keuringen op grond van het ADN. Met bovengenoemde wijziging wordt een drietal keuringsinstanties eveneens gemandateerd om certificaten af te geven. Stcrt. 2013, nr. 32887 Regeling van de Staats-secretaris van Infrastructuur en Milieu, van 22 november 2013, nr. IENM/BSK-2013/62923, tot wijziging van de Activiteiten-regeling milieubeheer in verband met de ac-tualisatie van de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS 15, 25, 28 en 30). Inwerkingtreding: 1 december 2013 Toelichting De onderhavige wijziging van de Activiteiten-regeling milieubeheer is ingegeven door de actualisatie van een viertal PGS-richtlijnen, namelijk de PGS-richtlijnen 15, 25, 28 en 30. Stcrt. 2013, 33141 Regeling tarieven Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen 2014. Inwerkingtreding: 1 januari 2014. Toelichting De regeling bevat de tarieven voor het ver-strekken van allerlei vakbekwaamheidsdocu-menten op grond van het ADR en ADN.

Stcrt. 2013, nr. 32749 Regeling van de Minis-ter van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 november 2013, 2013-0000148327, tot wijziging van de Aanwijzingsregeling toezicht-houdende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW-wetgeving en het Besluit instelling crimi-nele inlichtingen eenheid SIOD in verband met het aanwijzen van ambtenaren van de Inspec-tie Leefomgeving en Transport als toezicht-houders op de naleving van de Arbeidsomstandighedenwet en enige andere wijzigingen. Inwerkingtreding: 27 november 2013 Toelichting Een van de wijzigingen van de Aanwijzingsre-geling toezichthoudende ambtenaren ziet erop toe om naast de ambtenaren van de Inspectie SZW de ambtenaren van de Inspec-tie Leefomgeving en Transport te belasten met het toezicht op de naleving van het ge-stelde bij of krachtens de Arbeidsomstandig-hedenwet op binnenvaartschepen. Ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport verrichten reeds controles op binnenvaartschepen, maar waren vooralsnog niet aangewezen om tevens toezicht te hou-den op de naleving van de Arbeidsomstandig-hedenwet. Stcrt. 2013, nr. 32710 Beleidsregel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegen-heid van 31 oktober 2013 , 2013-0000152033, tot wijziging van Beleidsregel arbocatalogi 2010 in verband met de toevoeging van deelarbocatalogi. Inwerkingtreding: deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 26 november 2013 en werkt per arbocatalogus terug tot en met de in artikel I vermelde datum van de brief met de uitkomsten van de marginale toetsing van de Inspectie SZW van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Toelichting

10

Met deze catalogi zijn de maatregelen of voorzieningen aangegeven waarmee kan wor-den voldaan aan de bij of krachtens de Ar-beidsomstandighedenwet gestelde doelvoorschriften. De catalogi hebben onder meer betrekking op de omgang met gevaarlij-ke stoffen in allerlei sectoren of branches. Stcrt. 2013, nr. 32748 Regeling van de Minis-ter van Infrastructuur en Milieu, van 18 november 2013, nr. IENM/BSK-2013/259688, tot wijziging van verschillende regelingen op het terrein van infrastructuur en milieu ter aanpassing aan de Wet basisregi-stratie personen. Inwerkingtreding: op het tijdstip waarop de Wet basisregistratie personen in werking treedt. Toelichting De Wet basisregistratie personen bevat regels voor de registratie van de in ons land woon-achtige personen. Deze registratie, aangeduid als gemeentelijke basisadministratie per-soonsgegevens, is van essentieel belang voor het functioneren van de overheid. Ten behoeve van de berekening van het groepsrisico mag in verband met de vaststel-ling van de bevolkingsdichtheid uitsluitend gebruik worden gemaakt van gegevens die zijn opgenomen in voornoemde administratie (artikel 8, tweede lid, onder d, van de Regeling externe veiligheid inrichtingen). Stcrt. 2013, nr. 32591 Besluit opleidingseisen nautisch medewerkers Centraal Nautisch Be-heer Noordzeekanaalgebied en gemeente Amsterdam als gevolg van de overgang van Nautische Functies naar Nautische Leerlijnen. Inwerkingtreding: dit besluit treedt in werking nadat het is bekend gemaakt (21 november 2013). Stcrt. 2013, 32478 Regeling van de Minister van Economische Zaken, de Minister van Soci-ale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 oktober 2013, nr. WJZ/12066857, tot vast-stelling van de uitvoeringsregeling voor stra-lingsbescherming van de Minister van Economische Zaken (Uitvoeringsregeling stra-lingsbescherming EZ). Inwerkingtreding: 1 januari 2014 Toelichting In een recente wijziging van het Besluit stra-lingsbescherming (Stb. 2013, 33) is de basis gelegd om verschillende uitvoeringsregels en technische bijlagen, die voorheen in het Be-sluit stralingsbescherming waren opgenomen verder te vereenvoudigen en op het niveau van een ministeriële regeling vast te stellen. De onderhavige regeling is hiervan het resul-taat en bundelt de volgende reeds bestaande regelingen: de Regeling gebruiksartikelen stra-lingsbescherming, de Regeling radionucliden bevattende aanwijsinstrumenten, de Regeling goedgekeurde ionisatie-rookmelders 2004, de Regeling analyse gevolgen ioniserende straling voor het milieu, de Regeling natuurlijke bron-nen van ioniserende straling 2008, de Regeling administratieve en organisatorische maatre-gelen stralingsbescherming, de Regeling hoogactieve bronnen, de Regeling beveiliging radioactieve stoffen en de Regeling inzake de aanwijzing van inrichtingen voor het storten van gevaarlijke afvalstoffen als instelling voor de ontvangst van radioactieve afvalstoffen. Bij de opzet van deze regeling is ervoor gekozen om de voorheen separate regelingen zoveel mogelijk intact over te nemen in afzonderlijke hoofdstukken.

Gemeenteblad Gemeenteblad Dordrecht 2013, nr. 4015 Legesverordening 2014 - Nr. 1092306 Inwerkingtreding: 1 januari 2014 Toelichting Zoals bekend kan een gemeente wegen aan-wijzen waarover het vervoer van gevaarlijke

11

stoffen bij uitsluiting heeft plaats te vinden. Van dit verbod kan ontheffing worden ver-leend, indien dit nodig is voor het laden en lossen. Voor de verlening van zo’n ontheffing brengt de gemeente Dordrecht een bepaald bedrag in rekening.

Officiële publicaties

Europese Unie PbEU 2013, L354/171 Besluit nr. 1386/2013/EU van het Europees parlement en de Raad van 20 november 2013 inzake een nieuw algemeen milieuactieprogramma voor de Europese Unie voor de periode tot en met 2020 „Goed leven, binnen de grenzen van onze planeet”.

Toelichting Enige acties worden ook aangekondigd ten aanzien van gevaarlijke stoffen. Zo zouden uiterlijk in 2020 alle betrokken zeer zorgwek-kende stoffen, inclusief stoffen met hormoon-ontregelende eigenschappen op de kandidatenlijst van Reach moeten worden geplaatst.

Chemicals at work: A new labelling system. Een gids om ondernemers en werknemers te helpen om te gaan met het nieuwe systeem voor classificatie, verpakking en etikettering. PbEU 2013, L 317/38 Besluit van de toezicht-houdende autoriteit van de EVA, nr. 258A/13/COL van 25 juni 2013 tot inwilliging van een verzoek om een afwijking van artikel 6, lid 2, onder a), van het in punt 13c van hoofdstuk I van bijlage XIII bij de Overeen-komst betreffende de Europese Economische Ruimte bedoelde besluit (Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land) om het vervoer van gevaarlijk afval, bedoeld in artikel

12 van het Noorse reglement inzake binnen-lands vervoer van gevaarlijke goederen nr. 384 van 1 april 2009 (Forskrift om landtrans-port av farlig gods, hierna „het Noorse regle-ment” genoemd), toe te staan, voor zover de vervoersonderneming een ADR- veiligheidsad-viseur heeft, en voor zover degenen die ge-vaarlijk afval behandelen en vervoeren een bijzondere opleiding volgen voordat zij daar-voor toestemming krijgen. Toelichting De Europese Vrijhandelsassociatie (EVA of EFTA) is een samenwerkingsverband tussen Liechtenstein, Noorwegen, IJsland en Zwitser-land. Deze samenwerking betreft een vrijhan-delszone. Met uitzondering van Zwitserland maken de EVA-landen tezamen met die van de Europese Unie deel uit de zogenaamde Euro-pese Economische Ruimte (EER). In de EER-landen gelden tal van voorschriften van de Europese Unie. PbEU 2013, C 348/1 Mededeling van de Com-missie in het kader van de uitvoering van Ver-ordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008, Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008, Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009. PBEU 2013/C 348/5 Mededeling van de Com-missie in het kader van de uitvoering van Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parle-ment en de Raad van 17 mei 2006 betreffende machines en tot wijziging van Richtlijn 95/16/EG. PbEU 2013, C 348/63 Mededeling van de Commissie in het kader van de uitvoering van Richtlijn 2006/95/EG van het Europees Parle-ment en de Raad van 12 december 2006 be-treffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen.

12

PBEU 2013, C 345/3 Mededeling van de Com-missie in het kader van de uitvoering van Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parle-ment en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsys-teem in de Gemeenschap (herschikking). Toelichting Productregulering, bijvoorbeeld ten aanzien van vervoermiddelen, machines of elektrisch materieel, is een hoofdzakelijk Europese aan-gelegenheid. De structuur voor de talloze Eu-ropese regelingen voor het op de Europese markt brengen van producten is uiteengezet in Besluit nr. 768/2008/EG. Producten moeten voldoen aan de zogenaamde essentiële eisen. Deze gaan bijvoorbeeld over veiligheidsaspec-ten. Deze essentiële eisen zijn uitgewerkt in private normen, zoals CEN-normen. Teneinde de naleving van de betreffende ei-sen te verzekeren geldt een uitgebreid stelsel van maatregelen, de overeenstemmingsbe-oordeling. Deze beoordeling vindt plaats door aangewezen instanties. Teneinde te worden aangewezen, moeten die instanties aan aller-lei eisen voldoen. Dit wordt in ons land beoor-deeld door de Stichting Raad voor Accreditatie. Verordening (EG) nr. 765/2008 gaat over de eisen aan deze accreditatie. De normen van de machinerichtlijn hebben onder meer betrekking op de evaluatie van de emissie van gevaarlijke stoffen bij het gebruik van allerlei machines. De normen voor elek-trisch materieel op grond van richtlijn 2006/95/EG gaan onder meer over het voor-komen van brand. Verordening (EG) 1221/2009 inzake de vrijwil-lige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuaudit-systeem (EMAS) gaat niet over producten, maar over organisaties. Desalniettemin geldt in het kader van EMAS een met productenre-gulering vergelijkbaar systeem. De bedrijven die zich verbinden tot naleving van EMAS moeten zich laten registreren. In het kader van die registratie moet een milieuanalyse

worden gedaan waarbij onder meer aandacht moet worden besteed aan vervoerskwesties en de risico’s van milieuongevallen. De geregi-streerde ondernemingen mogen een zoge-naamd EMAS-logo voeren dat gebruikt mag worden als communicatie- en marketingin-strument. In Nederland is SCCM als ‘compe-tent body’ voor de EMAS aangewezen. Richtlijn 2008/57/EG heeft weer een andere invalshoek. De richtlijn gaat over het ‘spoor-wegsysteem’ in de Gemeenschap. Dit moet interoperabel worden. Een systeem is inter-operabel wanneer een ononderbroken en veilig treinverkeer binnen de EU mogelijk is. Dit moet onder meer tot stand worden ge-bracht door het wegnemen van verschillen in technische eisen aan het spoormaterieel en het gebruik daarvan tussen de lidstaten. De gestelde essentiële eisen gaan onder meer over de bescherming van het milieu. De nor-men in de mededeling hebben onder meer betrekking op allerlei voor de veiligheid rele-vante aspecten. De mededeling van de Commissie bevat een omschrijving van CEN-normen die als gehar-moniseerde normen mogen worden toegepast op onderdelen van voornoemde Europese regelingen. PbEU 2013/C 322/08 Lijst van vaste contact-punten openbare orde. PbEU 2013, C 327/122 Advies van het Euro-pees Economisch en Sociaal Comité over het „4 e spoorwegpakket”, dat de volgende zeven documenten omvat: Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's betref-fende "Het vierde spoorwegpakket – voltooi-ing van de Europese spoorwegruimte ter bevordering van het concurrentievermogen en de groei in Europa": COM(2013) 26 final — 2013/0013 (COD) Voor-stel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Spoor-

13

wegbureau van de Europese Unie en tot in-trekking van Verordening (EG) nr. 881/2004 COM(2013) 29 final — 2013/0029 (COD) Voor-stel voor een richtlijn van het Europees Parle-ment en de Raad betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Europese Unie (Herschikking) COM(2013) 30 final — 2013/0015 (COD) Voor-stel voor een richtlijn van het Europees Parle-ment en de Raad inzake spoorwegveiligheid (Herschikking)

PbEU 2013, C 327/108 Advies van het Euro-pees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een verordening van het Euro-pees Parlement en de Raad over meerjarenfi-nanciering voor acties van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid op het gebied van de bestrijding van door schepen veroorzaakte verontreiniging en door olie- en gasinstallaties veroorzaakte mariene veront-reiniging.

Tractatenblad

Trb. 2013, nr. oktober Maandbericht oktober 2013, Vermeldingen bedoeld in artikel 17, onder b, c en d, en gegevens bedoeld in artikel 18, onder c, d en e, van de Rijkswet goedkeu-ring en bekendmaking verdragen.

Kamerstukken TK 2013-2014, 29427 nr. 97 ILO-verdragen. Toelichting In dit kamerstuk wordt aangegeven dat de regering een aantal verdragen zal ratificeren. Deze hebben onder meer betrekking op ‘be-roepskanker’ en het ‘veilig gebruik van chemi-sche stoffen bij de arbeid’. TK 2013-2014, 33830 nr. 1 Brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu met bijlage ‘Besluit van 25 november 2013, houdende wijziging van het Registratiebesluit

externe veiligheid, het Besluit externe veilig-heid inrichtingen en het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 in verband met aanpassing aan het Besluit externe veiligheid buisleidin-gen en wijzigingen van wetgevingstechnische of anderszins ondergeschikte aard. TK 2013-2014, 29383, nr. 214 Meerjarenpro-gramma herijking van de VROM-regelgeving; Brief regering; Evaluatie Activiteitenbesluit milieubeheer met bijlage ‘Evaluatie Activitei-tenbesluit 2008 – 2012’ en bijlage ‘verbeter-punten’. Toelichting In dit evaluatierapport wordt geconcludeerd dat het Activiteitenbesluit het milieu doeltref-fender beschermd, in de praktijk goed werkt en heeft geleid tot minder administratieve lasten voor het bedrijfsleven. TK 2013-2014, 32404, nr. 70 Programma hoogfrequent spoorvervoer met bijlage ‘Mili-eueffectrapportage Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Goederenroute Oost-Nederland. Aanvulling op het MER 1e fase’. TK 2013-2014, 26956 nr. 185 Beleidsnota Rampenbestrijding; Motie; Motie van het lid Van Tongeren over bedrijven zelf zorg laten dragen voor saneringskosten. TK 2013-2014, 26956 nr. 188 Beleidsnota Rampenbestrijding; Motie; Motie van het lid Van Tongeren over voorlopig geen nieuwe interventiebevoegdheden voor het Rijk. TK 2013-2014, 26956, nr. 187 Beleidsnota Rampenbestrijding; Motie; Motie van het lid Van Tongeren over meer fysieke inspecties bij Brzo-bedrijven die herhaaldelijk in de fout gaan. TK 2013-2014, 26956 nr. 186 Beleidsnota Rampenbestrijding; Motie; Motie van het lid

14

Van Tongeren over een protocol voor infor-matie aan de ILT. TK 2013-2014, 26956 nr. 189 Beleidsnota Rampenbestrijding; Motie; Motie van de le-den Remco Dijkstra en Van Tongeren over geen nieuwe interventiebevoegdheden vóór evaluatie van de RUD's. TK 2013-2014, 26956 nr. 191 Beleidsnota Rampenbestrijding; Motie; Motie van de le-den Cegerek en Remco Dijkstra over openbaar maken van inspectie- en handhavingsrappor-ten van Brzo-bedrijven. TK 2013-2014, 26956 nr. 190 Beleidsnota Rampenbestrijding; Motie; Motie van het lid Van Gerven over aanleg van de VEZA-boog. Toelichting Deze motie heeft tot doel het vervoer van gevaarlijke stoffen op de lijn Dordrecht-Vlissingen te ontlasten. TK 2012-2013, 32127 nr. 173 Regels met be-trekking tot versnelde ontwikkeling en verwe-zenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten (Crisis- en herstelwet); Brief rege-ring; Ontwerpbesluit tot wijziging van het achtste tranche Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet. TK 2013-2014, 32862 nr. 54 Wijziging van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en enige andere wetten in verband met de totstand-koming van een basisnet (Wet basisnet); Brief regering; Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen met bijlage ‘Overzicht van gedelegeerde re-gelgeving die nodig is voor invoering van het Basisnet, alsmede van de stand van zaken van deze regelgeving’. TK 2013-2014, 22112 nr. 1743 Nieuwe Com-missievoorstellen en initiatieven van de lidsta-ten van de Europese Unie; Brief regering; Fiche: Mededelingen gezonde en resultaatge-

richte regelgeving (REFIT) en verbetering eva-luaties.

Toelichting In de afgelopen jaren wordt door de Commis-sie steeds meer aandacht besteed aan het probleem van regeldruk en de vereenvoudi-ging en uitvoerbaarheid van regelgeving. Een aanpak is onder meer ontwikkeld voor Reach. Verder zijn nieuwe beleidsvoornemens ge-formuleerd. Een zogenaamde ‘gezondheidstest’ zal onder meer worden uitgevoerd voor de niet-Reach regelgeving voor chemische stoffen. TK 2013-2014, 33750-XII, nr. 58 met bijlage ‘MIA en Vamil jaarverslag 2012’. Toelichting Dit kamerstuk geeft een overzicht van met fiscale voordelen gestimuleerde nieuwe tech-nieken, ook op het gebied van externe veilig-heid. TK 2013-2014, 33660 nr. 6 Wijziging van de Wet aansprakelijkheid kernongevallen in ver-band met de toepassing van artikel 1, onder-deel b, van het Verdrag van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van kernenergie; Brief regering; Aanbieding van de nota naar aanleiding van het verslag en een nota van wijziging en aanbieding van de reac-tie op een consultatie van de Europese Com-missie over het onderwerp nucleaire aansprakelijkheid; nr. 7 Nota naar aanleiding van het verslag; nr. 8 Nota van wijziging met bijlage ‘Nuclear Liability’. TK 2013-2014, 33118 nr. 10 Omgevingsrecht; Brief regering; Aanpak van knelpunten omge-vingsrecht ten behoeve van de bouwpraktijk. TK 2013-2014, 21501-33 nr. 452 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie; Brief regering; Wegen van containers voor zee-

15

schepen en subsidies voor het Transeuropese Vervoersnetwerk (TEN-T). Toelichting In de brief gaat de minister onder meer in op de vraag hoe het overboord slaan van zeecon-tainers kan worden voorkomen. TK 2013-2014, 32862 nr. K Wijziging van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en enige an-dere wetten in verband met de totstandko-ming van een basisnet (Wet basisnet); Verslag van een schriftelijk overleg inzake nadere in-formatie bij de Wet basisnet. TK 2013-2014, 29517 nr. 76 Veiligheidsregio's; Brief regering; Kabinetsreactie op advies Eva-luatiecommissie Hoekstra en onderliggende rapporten met bijlage ‘Reactie Veiligheidsbe-raad op het rapport van de commissie Hoekstra’. TK 2013-2014, 33802 nr. 2 Regels omtrent de overheidszorg op het gebied van meteorologie en seismologie (Wet taken meteorologie en seismologie); Voorstel van wet; Voorstel van wet en 3 memorie van toelichting. Toelichting Met deze wet en een wijziging van de Wet luchtvaart wordt de overheidszorg op het gebied van meteorologie geregeld. Op dit gebied zal het KNMI een voorname rol (blij-ven) spelen. De door dit instituut verzamelde gegevens kunnen ook voor externe veiligheid relevant zijn. Dit geldt voor zowel meteorolo-gische (bijvoorbeeld heersende windrichting) als seismologische (bijvoorbeeld aardbevingen in het noorden van het land) gegevens. TK 2013-2014, 33750-XII nr. 18 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2014 en de reactie op het amendement door de minister: TK 2013-2014, 33750-XII nr. 59

‘Reactie op amendementen op de ontwerp-begroting 2014 van IenM’. Toelichting Met dit amendement van het kamerlid Van Veldhoven wordt verzocht om extra geld voor de ILT in verband met onder andere het ver-voer van gevaarlijke stoffen en de chemische industrie. TK 2013-2014, 33692 nr. 51 Wijziging van de Wet op de dierproeven in verband met im-plementatie van richtlijn 2010/63/EU; Brief regering; Reactie op enkele amendementen m.b.t. Wijziging van de Wet op de dierproeven en toelichting op de ruimte die richtlijn 2010/63/EU laat voor nationaal beleid. TK 2013-2014, 32336 nr. 25 Dierproeven; Brief regering; Registratie van dierproeven. TK 2013-2014, 32336, nr. 19 Wijziging van de Wet op de dierproeven in verband met im-plementatie van richtlijn 2010/63/EU; Amen-dement; Amendement van het lid Ouwehand over het aanpassen van de systematiek om-trent de ontheffingsmogelijkheid, nr. 34 Wijzi-ging van de Wet op de dierproeven in verband met implementatie van richtlijn 2010/63/EU; Motie; Motie van de leden Heerema en Ou-wehand over een inventarisatie van belemme-rende wet- en regelgeving en nr. 37 Wijziging van de Wet op de dierproeven in verband met implementatie van richtlijn 2010/63/EU; Mo-tie; Motie van het lid Ouwehand over uitfase-ring van LD50/LC50-testmethoden. Toelichting Met de LD50- en LC50-testmethoden wordt de toxiciteit van stoffen vastgesteld. Het gebruik van deze testmethoden is per 29 november 1996 in ons land verboden. Van dit verbod kan de minister van VWS vrijstelling verlening. Deze vrijstelling is verleend via de vrijstellings-regeling LD50/LC50-dierproeven. Deze vrijstel-ling houdt verband met Europese regelgeving

16

voor onderzoek naar chemicaliën en de test-richtlijnen van de OESO. TK 2013-2014, 33748 nr. 6 Wijziging van de Scheepvaartverkeerswet ter verhoging van de boetecategorie voor overtredingen van inter-nationale scheepvaartroutes en ter uitbreiding van loodsplichtig vaarwater in verband met de ingebruikneming van Maasvlakte 2; Verslag (nader, tweede nader etc.); Verslag. TK 2013-2014, 33748 nr. 5 Wijziging van de Scheepvaartverkeerswet ter verhoging van de boetecategorie voor overtredingen van inter-nationale scheepvaartroutes en ter uitbreiding van loodsplichtig vaarwater in verband met de ingebruikneming van Maasvlakte 2; Nota n.a.v. het (nader, tweede nader, enz.) verslag; Nota naar aanleiding van het verslag. TK 2013-2014, 32127, nr. AH Regels met be-trekking tot versnelde ontwikkeling en verwe-zenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten (Crisis- en herstelwet); Brief inzake ontwerpbesluit tot wijziging diverse amvb's in verband met permanent maken Crisis- en herstelwet; voorhang met bijlage ‘ontwerpbesluit bij 32127 ek-AH’. Toelichting Dit besluit bevat een aantal wijzigingen van het Besluit omgevingsrecht, het Besluit alge-mene regels ruimtelijke ordening, het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb), het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het Besluit milieueffectrapportage, het Besluit ruimtelijke ordening, het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet en het Bouwbesluit 2012. Het gaat wat betreft het Bevb en het Bevi alleen om wetgevingstechnische wijzigingen. TK 2013-2014, 33750-A nr. 25 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuur-fonds voor het jaar 2014; Brief regering; Uit-komsten bestuurlijke overleggen MIRT met bijlagen ‘Afsprakenlijst bestuurlijk overleg

MIRT 2013’, ‘Afsprakenlijst bestuurlijk overleg MIRT 2013 - deel 2’, ‘Kaart met belangrijkste bereikbaarheidsopgaven t/m 2028’, ‘Uitkomsten update NMCA’, ‘Voortgang pro-gramma Beter Benutten’, ‘Spoor’. TK 2013-2014, 22112 nr. 1737 Nieuwe Com-missievoorstellen en initiatieven van de lidsta-ten van de Europese Unie; Brief regering; Antwoord van het kabinet op de consultatie van de Europese Commissie inzake de effec-ten en het functioneren van de Europese Richtlijn Vakbekwaamheid Beroepschauffeurs (2003/59 EG) met bijlage ‘Antwoord van het kabinet op de consultatie van de Commissie’. Toelichting Deze richtlijn zal samenhang kennen met de regels voor vakbekwaamheid op grond van het ADR en richtlijn 2008/68/EG betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land. TK 2013-2014, 33750-IX, nr. 9 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Na-tionale Schuld (IXA) voor het jaar 2014; Brief regering; Kabinetsbrief bij de algemene MKBA Leidraad met bijlage ‘Algemene leidraad voor maatschappelijke kosten-batenanalyse’. Toelichting Een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) brengt de kosten en baten van een beleidsvoornemen in beeld. Daarbij speelt ook externe veiligheid een rol. Zo kan de aanwij-zing tot een route voor het vervoer van ge-vaarlijke stoffen tot meer onveiligheid leiden. De kosten van dit soort vormen van ‘veront-reiniging’ worden vaak uitgedrukt in de be-reidheid van burgers om voor iets, zoals een woning, te betalen. MKBA’s worden al sinds jaar en dag gebruikt bij de voorbereiding van besluitvorming voor infrastructuur en ruimtelijke economie.

17

De bijlage bevat een leidraad opgesteld door het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbu-reau voor de leefomgeving (PBL). De leidraad bevat de eisen waaraan een MKBA in deze tijd moet voldoen. TK 2013-2014, 32366 nr. 21 Regels voor het verlenen van vergunning voor de onrechtma-tige bewoning van recreatiewoningen (Wet vergunning onrechtmatige bewoning recrea-tiewoningen); Verslag van een algemeen over-leg, gehouden op 16 oktober 2013, over Ruimtelijke Ordening. Toelichting De problematiek van illegaal bewoonde recre-atiewoningen blijft de gemoederen bezighou-den. Om deze uit de wereld te helpen kwam het kabinet een aantal jaren terug met boven-genoemd wetsvoorstel. Het wetsvoorstel stuitte echter op zodanige bezwaren in de Eerste Kamer dat dit voor het kabinet aanlei-ding was het wetsvoorstel in te trekken. Deze intrekking hield ook verband met een voorstel van de Vereniging van Nederlandse Gemeen-ten voor beleidsregels en het rijksbeleid voor de ruimtelijke ordening. Legalisatie van de illegale situatie is problema-tisch. Ook de problemen van externe veilig-heid kunnen hierbij een rol spelen. Daarom is het op dit moment alleen mogelijk een omge-vingsvergunning tot afwijking van het be-stemmingsplan te verlenen voor het gebruik van een recreatiewoning voor (permanente) bewoning, wanneer die bewoning niet in strijd is met onder meer de Wet milieubeheer (Acti-viteitenbesluit).3 Met het wetsvoorstel zou ook worden voor-zien in een regeling voor (toekomstige) risico-

3 Op grond van artikel 4, tiende lid, van bijlage II

van het Besluit omgevingsrecht.

veroorzakende activiteiten, zoals in inrichtin-gen, in de nabijheid van de betreffende recre-atiewoningen. Op grond van die regeling zou de toepassing van enig wettelijk voorschrift voor die activiteiten in relatie tot die recrea-tiewoningen buiten toepassing worden gela-ten, tenzij dit in strijd zou zijn met enig Europeesrechtelijke of internationaalrechtelij-ke verplichting. Een gelegaliseerde recreatie-woning zou aan zo’n voorschrift dus geen bescherming ontlenen. Daarmee zou worden voorkomen dat legalisatie van recreatiewo-ningen kon leiden tot ongerechtvaardigde beperkingen voor de bedrijvigheid. Door de intrekking van het wetsvoorstel moet op an-dere wijze in dit probleem worden voorzien. TK 2013-2014, 22112 nr. 1728 Nieuwe Com-missievoorstellen en initiatieven van de lidsta-ten van de Europese Unie; Brief regering; Fiche: Richtlijn technische eisen binnenvaart-schepen. TK 2013-2014 , 33750-XII nr. 26 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2014; Motie; Motie van de leden De Boer en Hoogland over het verleggen van het vervoer van gevaarlijke stoffen naar buizenstelsels. Handelingen TK 2012-2013, vergaderingnummer 107, 4 Beperkte daling chemische bedrijven onder verscherpt toezicht. TK 2013-2014, Vergaderingnummer 108, 15 Stemmingen moties Beperkte daling chemi-sche bedrijven onder verscherpt toezicht. TK 2012-2013, vergaderingnummer 108, 14 Stemming motie Veiligheid in de chemie, in het bijzonder bij Odfjell. Toelichting

18

Een aantal moties is aangenomen. Volgens de eerste aangenomen motie zou het toezicht op de Brzo-bedrijven integraal moeten zijn. Ver-der wordt de regering in die motie verzocht een permanente en uniforme overlegstruc-tuur tussen de Brzo-RUD’s en de Veiligheids-regio’s in het leven te roepen. In de tweede aangenomen motie wordt verzocht dat onder-zoeken van de ILT zo concreet en duidelijk mogelijk moeten zijn. Volgens de indiener mist het onderzoek naleving Brzo (26 956, nr. 137) de nodige diepgang en detaillering. In de laatste aangenomen motie wordt de regering verzocht de regelgeving zodanig aan te passen dat notoire overtreders kunnen worden be-straft en dat bij de toerekening van de inspec-tiekosten aan bedrijven de goeden niet onder de kwaden zullen lijden. TK 2013-2014, vergaderingnummer 4 Aan de orde zijn de stemmingen over het wetsvoor-stel Wijziging van enige wetten in verband met de handhaving van voorschriften in de Engelse taal (33427). Dit wetsvoorstel is aan-genomen door het gehele parlement met uitzondering van de fractie van de PVV. Voorpublicaties Stcrt. 2013, nr. 31425 Voorpublicatie Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende vaststelling van de ligging van de risicoplafonds langs transportroutes en regels voor ruimtelijke ontwikkeling langs transportroutes in verband met externe vei-ligheid (Regeling basisnet). Toelichting Het basisnet beoogt een duurzaam evenwicht te creëren tussen de belangen van het vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, hoofdspoorwegen en binnenwateren, de be-bouwde omgeving langs die wegen, hoofdspoorwegen en binnenwateren en de veiligheid van omwonenden. Ingevolge artikel 13 van de Wvgs omvat het basisnet alle we-

gen, hoofdspoorwegen en binnenwateren die voor het doorgaande vervoer van gevaarlijke stoffen van belang worden geacht. Deze door-gaande vervoersverbindingen worden aange-wezen in artikel 2, eerste lid, van de onderhavige regeling door middel van verwij-zing naar de tabellen die zijn opgenomen in de bijlagen bij deze regeling. In de tabellen zijn tevens de risicoplafonds zoals die zullen gel-den voor alle tot het basisnet behorende we-gen, hoofdspoorwegen en binnenwateren, opgenomen. De paragrafen 4 tot en met 7 van de onderha-vige regeling geven uitwerking aan het Besluit externe veiligheid transportroutes, dat be-trekking heeft op ruimtelijke besluiten die voorzien in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van zowel basisnetroutes als andere transportroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Deze paragrafen regelen de doorwerking van basisnetafstanden bij ruimtelijke besluiten die betrekking hebben op de omgeving van wegen, hoofdspoorwe-gen en binnenwateren die tezamen het basis-net vormen. De basisnetafstanden, die in de bijlagen I tot en met III zijn opgenomen, zijn de ruimtelijke vertaling van het voor elke ba-sisnetroute of onderdeel daarvan vastgestelde risicoplafond. Overig

Stcrt. 2013, nr. 33320 Bekendmaking normen explosie veilig materieel.

Stcrt. 2013, nr. 31709 Nieuwe normen NEN. De normen gaan onder meer over het ont-werp en de constructie van metalen druktanks voor het vervoer van gevaarlijke goederen.