Nieuw zorgmodel voor ouderen op spoed URGENT-project ...innovage.be/sites/default/files/Pages URGENT...
Transcript of Nieuw zorgmodel voor ouderen op spoed URGENT-project ...innovage.be/sites/default/files/Pages URGENT...
Opvallend: één op de drie
70-plussers die naar huis
terugkeert na opname op de
spoedgevallendienst, wordt
daar binnen de drie maanden
heropgenomen. Om de zorg
en het traject voor ouderen
op spoed te optimaliseren en
zo het aantal ongeplande her-
opnames en het risico erop te
verminderen, werd het project
URGENT gelanceerd. Het is
een samenwerking tussen de
dienst geriatrie, de spoedgeval-
lendienst en de eerstelijnszorg.
Elk jaar belanden meer dan 10 000
patiënten van 70 jaar of ouder op
spoed, goed voor 21 procent van
alle spoedopnames. 30 procent van
die ouderen wordt niet opgenomen
in het ziekenhuis, maar mag meteen
naar huis, omdat een opname
medisch gezien niet nodig is of vermeden kan worden door ambu-
lante opvolging. Spijtig genoeg komt één op de drie binnen korte tijd
terug naar spoed.
“Verschillende factoren kunnen dat mee veroorzaken: een nieuw
probleem, een niet volledig behandelde aandoening, een onaange-
paste ontslagplanning, hiaten binnen de opvolging in de thuiszorg …”,
vertellen Els Devriendt en Pieter Heeren, studiecoördinatoren van
URGENT.
I KWETSBARE GROEPTot voor kort ondersteunde het geriatrisch support team (GST) van UZ
Leuven oudere risicopatiënten vooral als ze effectief werden opgenomen
in het ziekenhuis op een niet-geriatrische dienst. Op spoed kwam het
team zelden over de vloer. “We werden vaak pas na een aantal dagen
bij de patiënt geroepen. Ouderen die na een spoedopname terugkeer-
den naar huis, konden we dus zelden opvolgen”, vult Els Devriendt aan.
“Onder meer daarom hebben we sinds september een geriatrisch zorg-
model uitgerold op de spoedgevallendienst, uniek in ons land.”
Concreet is er nu elke dag een geriatrisch verpleegkundige aanwezig op
spoed. Drie verpleegkundigen – twee van de spoedgevallenequipe en
één van het GST – wisselen er elkaar af. Nadja Himschoot is één van
hen. Nadja: “Niet elke 70-plusser is een risicopatiënt en daarom wordt hij
bij aankomst op spoed eerst gescreend. Is er wel degelijk sprake van een
geriatrisch risicoprofiel, dan ga ik langs om met een evaluatie de patiënt
volledig in kaart te brengen: op verpleegkundig, medisch, functioneel,
mentaal én sociaal vlak. De evaluatie gebeurt altijd in overleg met de
betrokken zorgverleners op spoed.”
I OMKADERING Op basis van de medische beoordeling van de arts en de adviezen voor
opvolging van de geriatrische verpleegkundige, wordt in overleg met
alle zorgverleners de beste oriëntatie voor de patiënt bepaald. Nadja:
“Volgt er een ziekenhuisopname, dan is het belangrijk om de patiënt te
oriënteren naar de voor hem meest geschikte afdeling. In het verleden
werden ouderen al eens doorgestuurd naar de dienst geriatrie, louter
op basis van hun leeftijd. Maar bijvoorbeeld een oudere patiënt met een
ontregelde diabetes heeft meer baat bij een opname op endocrinologie
en omkadering door het GST ter plaatse.”
“Als er geen medische opnamereden is, evalueer ik de haalbaarheid van
een ontslag naar huis. Vooral de mentale toestand en het functioneren
van de patiënt zijn daarbij belangrijke factoren”, legt Nadja uit. “Kan een
alleenwonende patiënt bijvoorbeeld niet zelfstandig in en uit bed of is
hij niet in staat tot een zelfstandig toiletbezoek, dan is terugkeren naar
huis praktisch niet haalbaar. Zelfs niet met thuishulp. In dat geval zoeken
we samen met sociaal werk naar alternatieven voor een vervolgtraject,
binnen of buiten de ziekenhuismuren.”
Kan een risicopatiënt wel naar huis, dan wordt een beroep gedaan op
een ‘casemanager’ uit de eerstelijnszorg. Die gaat binnen de drie dagen
Nieuw zorgmodel voor ouderen op spoed URGENT-project speelt in op vergrijzing
6
Het URGENT-team, v.l.n.r.: Nadja Himschoot, geriatrisch verpleegkundige; Els Devriendt en Pieter Heeren, projectcoördi-natoren; Griet Leen en Laure Sallaerts, spoedverpleegkundigen
na de spoedopname op huisbezoek bij de patiënt: hij verduidelijkt er
de adviezen van de spoedgevallendienst en bespreekt opvolgafspra-
ken. Ook neemt hij samen met de patiënt en zijn mantelzorgers de
thuissituatie onder de loep. Als dat nodig is, worden er nieuwe hulp-
middelen of diensten ingeschakeld. Dat alles gebeurt in overleg met de
huisarts en de betrokken zorgverleners van de patiënt. Pieter Heeren:
“We hopen dat de patiënt op die manier zo lang en zo zelfstandig
mogelijk in zijn vertrouwde omgeving kan functioneren en dat her-
opnames in het ziekenhuis kunnen vermeden worden. Dringt een
heropname zich toch op, dan wordt in overleg met de huisarts beslist
of spoedopname vermijdbaar is via het geriatrisch dagziekenhuis.”
I TOEGANGSPOORTHet URGENT-project staat onder leiding van prof. dr. Johan Flamaing
(dienst geriatrie), prof. dr. Koen Milisen (AccentVV) en prof. dr. Marc
Sabbe (spoedgevallendienst) en is een samenwerking met CM Leuven,
Wit-Gele Kruis Vlaams-Brabant, Pyxima en de KU Leuven. Het project
loopt nog tot en met september volgend jaar. Els en Pieter: “We zeggen
niet dat dit al hét perfecte zorgmodel is. Er is volop ruimte voor evalu-
atie en ontwikkeling. Het zou vooral mooi zijn dat het project ook na
afloop onder een bepaalde vorm aanwezig blijft op de spoedgeval-
lendienst. En dat we het eventueel ook kunnen uitrollen naar andere
ziekenhuizen.”
Nadja besluit: “Ik ben blij dat we, door een goede samenwerking met
alle betrokken zorgverleners, ouderen nu proactief kunnen adviseren
en oriënteren van aan de ‘voordeur’. Spoed is immers de grote toe-
gangspoort van het ziekenhuis. De dienst geriatrie kampt vaak met lange
wachtlijsten, ouderen komen almaar vaker op andere diensten terecht.
Elke zorgverlener zal dus op termijn geriatrische expertise moeten
hebben, daar ben ik van overtuigd. We kunnen niet meer om de ver-
grijzing heen, het is aan ons om daar samen op in te spelen.”
Infu
UZ
NO
VE
MB
ER
201
57
Het functioneren en de zelfredzaamheid van de patiënt worden getest.
Elke patiënt met een geriatrisch risicoprofiel wordt grondig geëvalueerd.
Goede voornemens 2016
De voorbije jaren waren hectisch door de
grote veranderingen in de genetische labo-
ratoria. In 2016 komen we in iets rustiger
vaarwater: het is tijd om mijn medewerkers
en mezelf wat meer ruimte te geven voor
zelfontplooiing. Elk jaar neem ik me voor om mijn
onderzoek af te bakenen en zo meer tijd te creëren
voor mijn persoonlijke leven, om banden met familie
en vrienden aan te halen en ruimte te maken voor
nieuwe ontmoetingen. Maar helaas blijkt mijn nieuws-
gierigheid en enthousiasme voor nieuwe technologie
te groot en moeten de goede voornemens het telkens
weer ontgelden. Misschien lukt het deze keer door die
voornemens publiek te maken?
Prof. dr. Joris Vermeesch, CME
ˮ
ˮ
Goede voornemens 20162016 wordt een druk jaar voor de kraam-afdeling, met onder meer de audit van ‘babyvriendelijk ziekenhuis’ in april, de JCI-audit in juni en het aankomende korter verblijf voor nieuwe moeders. Dat zal voor een groot stuk mijn agenda bepalen. Hopelijk verloopt het allemaal goed. Ik wil er alvast volledig voor gaan. De traditionele jaarlijkse voornemens – zoals gezonder eten en meer sporten en dat dan toch niet doen – heb ik afgezworen. Het is oké zoals het nu is: mijn leven is in evenwicht. Ik wens voor 2016 dat het zo mag blijven bollen, dan zal me heel gelukkig stemmen.
Siska Van Damme, hoofdverpleegkundige kraamafdeling
ˮ
ˮ