New Straks houdt de boer het nog voor gezien - Foodlog · 2011. 8. 22. · nisaties moeten door hun...

1
Straks houdt de boer het nog voor gezien Boeren zijn geen partij meer voor supermarkten en verwerkers van hun producten. Straks stoppen ze en zijn we overgeleverd aan enkele grote investeerders, zegt Dick Veerman. Z es inkooporganisaties van supermarkten bepalen voor 70 procent wat ons land thuis eet. 75 duizend boeren, ongeveer 6.000 verwerkers en 1.500 handelsorga- nisaties moeten door hun fuik om etenswaar te kunnen verkopen aan 16,5 miljoen mensen in Neder- land. In andere ontwikkelde lan- den is het niet anders. Dat heeft consequenties. Een handjevol inkopers kan kie- zen uit duizenden boeren die alle- maal dezelfde tomaten, varkens, aardbeien, aardappelen en kom- kommers verkopen. Onze open markten maken hun keuze nog ruimer. Dus als paprikas, kom- kommers en tomaten uit het Spaanse Almeria goedkoper zijn, dan laten ze die uit ons eigen West- land liggen. Van daarginds zijn ze vaak goedkoper, ondanks een reis- je van 2.000 kilometer en vracht- wagens die 1 liter diesel op iedere 3 van die kilometers verstoken. Dit voorjaar klaagden aardbei- entelers over de waterige en zure Spaanse aardbeien die onze supers verkochten voordat hun Holland- se daar lagen. Hebben Spanjaar- den dan alleen van die waterige zure? Welnee, maar die kwaliteit vonden de inkopers goed genoeg. De consument wil een aardbei, dus hij moet niet zeuren. Verwerkers maken van boeren- producten als rogge, aardbeien, kippen, varkens, melk, groenten en fruit de kant-en-klare produc- ten die we thuis eten. Uit hun fa- brieken komen brood, boter, jam, gebraden kippen, kazen, vlees- waar, gesneden groenten, kom- kommersalade, chips, beschuiten, snelklaar aardappelpartjes, crac- kers, vruchtensappen, limonades en nog veel meer. Behalve het handjevol wereldwijd opererende eetfabrieken voor lang houdbare spullen als Unilever, Procter & Gamble, Nestlé, Sara Lee en Dano- ne, zitten de verwerkers in hetzelf- de schuitje als de boeren. Omdat ze altijd meer dan genoeg concur- renten hebben die hetzelfde kun- nen maken als zij, spelen inkopers hen tegen elkaar uit. Zelfs met de grootste A-merken lukt hun dat. Afgelopen jaar ruzie- den de Belgische super Delhaize met Unilever en onze eigen Albert Heijn met Vrumona (Heineken) over hun inkoopprijzen. Hoe dit soort gevechten is opgelost, wordt nooit bekendgemaakt, al weet ie- dere supermarktkenner dat ze in het nadeel van de merkfabrikant uitvallen. Over Vrumona wordt ge- fluisterd dat het 20 procent van zijn omzet zou verliezen als het niet bij AH op het schap was terug- gekeerd. Daarom wint de super. Hij heeft de winkels en de klanten en weet dat consumenten trouwer zijn aan een winkel dan aan het merk van een leverancier. Als hij maar voldoende vertrouwde spul- len op het schap houdt, kan hij om de beurt zelfs de allergrootste leve- ranciers de duimschroeven aan- draaien. Je zou denken dat eten er steeds goedkoper van wordt. Een hele ge- braden kip in de aanbieding kost minder dan een zak kattengrit. Gratis in de natuur getapt mine- raalwater kost meer dan een pak melk. Maar kijk even verder, want je blijkt duur uit als je weet hoe de prijs is opgebouwd. Voor een kilo uien krijgt een boer nauwelijks 2 cent. Ook al is dat het gevolg van overaanbod, bij de super liggen ze nog steeds voor 89 cent. Met netje erom, dat wel. Een kilo varken le- vert de boer 1,45 euro op. Het tot worst gedraaide restvlees van zeg maar 70 cent kost bij de super zo- maar 14,50 euro per kilo. Die koopt het in voor minder dan 3 euro in onsjes gesneden, verpakt en ge- stickerd. Daar doet de slager dus al het werk voor wat we waardetoe- voegingnoemen. Na de slager ge- beurt er niets meer met die pakjes worst. Niettemin betaal je er in de super fors meer voor. Aan een ki- lootje trostomaten hoeft alleen maar een bakje te worden toege- voegd. Die kilo verlaat de kas op dit moment voor 15 cent. Bij de super betaal je een euro of 3. Daar zit een factor 20 tussen. Een koker Pring- les van 165 gram kost 1,99 euro. De aardappelpulp waarvan ze van ge- maakt zijn, kost een cent of 2. Zit daar een waardetoevoeging tus- sen van een factor 100? Boeren verkopen onder hun kostprijs. Hun verwerkers worden kort gehouden. De supers bepalen het spel. Dat is het onbedoelde, maar logische effect van drie facto- ren: het voedselbeleid dat westerse overheden na de Tweede Wereld- oorlog hebben gevoerd. de manier waarop supermark- ten hun winkels runnen. het ontstaan van multinationa- le giganten als gevolg van de sinds decennia uiterst competitieve markt voor etenswaren. Om de economie aan te jagen, moest eten goedkoop worden, zo- dat mensen geld overhielden om te besteden aan kleren, autos en al dat andere waar we inmiddels aan gewend zijn. Met subsidies en be- schermingsmaatregelen kwam een beleid tot stand dat ervoor zorgde dat te veel boeren te veel van hetzelfde produceerden. De subsidies worden inmiddels afgebouwd, maar de boeren en hun niet-multinationale verwer- kers zitten met de gebakken pe- ren. Het probleem is dat hun eind- afnemers oneindig veel groter zijn geworden dan zijzelf en ze elkaar moeten beconcurreren. Om mee te kunnen, moeten ze van hun banken groter en dus goedkoper worden dan hun collegas. De su- pers zal het een zorg zijn, want ze weten dat er altijd duizenden boe- ren zullen blijven. In Europa zul- len de ruim tachtig inkooporgani- saties van supers fuseren of sa- menwerken om hun inkoop- macht verder te vergroten en hun leveranciers verder op achter- stand te zetten. Supers denken niet in marge per product, maar in marge op je kas- sabon. Hun assortiment bestaat uit lokkers, basisspullen en marge- makers. Bier, koffie, wc-papier en waspoeder en ander houdbaar met een merk erop worden in de reclame vaak onder de kostprijs verkocht. Dat verlies wordt terug- gehaald op andere delen van het assortiment, met name op groen- ten en fruit, brood, kaas en vlees- waar. Precies de producten dus die het dichtst staan bij de boer en diens kleinere verwerkers. De winst die de boereneconomie toe- komt, bloedt weg naar andere ca- tegorieën. Daar zit het drama. Net als in elektronica en autos zijn er in voeding een paar grote mondiale producenten komen bo- vendrijven. Ze maken hun etens- waren in één fabriek voor de hele wereld, waardoor de kosten zo laag zijn dat ze zelfs opwegen tegen de kostbare logistiek die dat met zich meebrengt. Maar ook zij hebben last van de lage en zelfs negatieve marge die de supers op hun pro- ducten maken. Daarom moeten ze kosten besparen of winstmakers ontwikkelen die niets kosten, zoals Pringles. Het is niet zo gek dat we steeds dikker worden, want recla- memakers moeten ervoor zorgen dat we van zulke producten flink dooreten. Desnoods voorzien ze die van de claim dat ze gezonder zijn dan hun ongezondere varian- ten, zoals Vrumona deed met zn Vitaminwater, een gesuikerde vari- ant van Sourcy mineraalwater. Wie nog niet begrepen had waarom producten tegenwoordig gezond- heidsclaims hebben, begrijpt het nu. Moeten we het nu gaan hebben over die zielige boer, de ons belaze- rende voedingsindustrie en die kwaaie super? Nee. Zo heeft het spel zich nou eenmaal ontwikkeld. We moeten nadenken over de ge- volgen van het feit dat onze boeren geen partij meer zijn voor hun eindafnemers. Ook niet als ze con- solideren en tien of zelfs vijftig maal zo groot worden als nu. De vraag moet gesteld worden hoe lang boeren nog doorgaan met boeren als ze doorkrijgen dat ze de gewenste goedkoopte niet meer kunnen bijbenen en er heel ande- re ontwikkelingen gaande zijn. Toen afgelopen winter naar bui- ten kwam dat Daewoo Logistics letterlijk de helft van Madagaskar wilde overnemen voor landbouw- doeleinden, werd tevens bekend dat in korte tijd 8 miljoen hectare landbouwgrond in Afrika, Zuid- Amerika, de Oekraïne, Rusland en Australië is opgekocht door enkele Arabische, Chinese en Zuid-Kore- aanse investeerders. Dat is een ge- bied dat 2,3 maal zo groot is als Ne- derland en 4,2 keer zo groot als ons landbouwareaal. Het is waar- schijnlijk dat het om nog aanmer- kelijk meer gaat. Dat is nog eens consolideren! Dergelijke inves- teerders kunnen zorgen voor on- gehoorde volumes in gewassen en dieren voor vleesproductie waar de boer zoals wij die kennen niet meer tegenop kan. Het kan ertoe leiden dat onze boeren ophouden met produceren, zoals ook de scheepsbouw en zware metaalin- dustrie uit ons land verdwenen. Is dat erg? Ja, want als we zijn wat we eten en weten hoe dat ren- dabel wordt gemaakt, dan kunnen we maar beter niet alles in handen van een paar investeerders leggen. Daar moeten we het over hebben voor het per ongeluk al zover is. Dick Veerman is oprichter van Foodlog.nl. Met 120 duizend runderen is Monfort Beef in Californië vermoedelijk het grootste rundveebedrijf ter wereld. Foto Getty Images FOODLOG.NL ....................................... Komende week start de 7-delige debatserie De toekomst van de landbouw en ons voedsel, geor- ganiseerd door Biologica en het Centrum voor Landbouw en Mili- eu. Het eerste debat vindt plaats op 22 september in de Rode Hoed in Amsterdam onder leiding van Felix Rottenberg. Volkskrant-le- zers kunnen voor 40 euro een pas- se-partout aanvragen voor alle ze- ven debatten, inclusief hapjes. Foodlog.nl verslaat de discussie met de inleiders online. VK 19-09-09 katern 1 pagina 08

Transcript of New Straks houdt de boer het nog voor gezien - Foodlog · 2011. 8. 22. · nisaties moeten door hun...

Page 1: New Straks houdt de boer het nog voor gezien - Foodlog · 2011. 8. 22. · nisaties moeten door hun fuik om etenswaar te kunnen verkopen aan 16,5 miljoen mensen in Neder-land. In

Straks houdt de boer het nog voor gezienBoeren zijn geen partijmeer voor supermarktenen verwerkers van hunproducten. Straksstoppen ze en zijn weovergeleverd aan enkelegrote investeerders, zegtDick Veerman.

Zes inkooporganisaties vansupermarkten bepalenvoor 70 procent wat onsland thuis eet. 75 duizendboeren, ongeveer 6.000

verwerkers en 1.500 handelsorga-nisaties moeten door hun fuik ometenswaar te kunnen verkopenaan 16,5 miljoen mensen in Neder-land. In andere ontwikkelde lan-den is het niet anders. Dat heeftconsequenties.

Een handjevol inkopers kan kie-zen uit duizenden boeren die alle-maal dezelfde tomaten, varkens,aardbeien, aardappelen en kom-kommers verkopen. Onze openmarkten maken hun keuze nogruimer. Dus als paprika’s, kom-kommers en tomaten uit hetSpaanse Almeria goedkoper zijn,dan laten ze die uit ons eigen West-land liggen. Van daarginds zijn zevaak goedkoper, ondanks een reis-je van 2.000 kilometer en vracht-wagens die 1 liter diesel op iedere 3van die kilometers verstoken.

Dit voorjaar klaagden aardbei-entelers over de waterige en zureSpaanse aardbeien die onze supersverkochten voordat hun Holland-se daar lagen. Hebben Spanjaar-den dan alleen van die waterigezure? Welnee, maar die kwaliteitvonden de inkopers goed genoeg.De consument wil een aardbei, dushij moet niet zeuren.

Verwerkers maken van boeren-producten als rogge, aardbeien,kippen, varkens, melk, groentenen fruit de kant-en-klare produc-ten die we thuis eten. Uit hun fa-brieken komen brood, boter, jam,gebraden kippen, kazen, vlees-waar, gesneden groenten, kom-kommersalade, chips, beschuiten,snelklaar aardappelpartjes, crac-kers, vruchtensappen, limonadesen nog veel meer. Behalve hethandjevol wereldwijd opererendeeetfabrieken voor lang houdbarespullen als Unilever, Procter &Gamble, Nestlé, Sara Lee en Dano-ne, zitten de verwerkers in hetzelf-de schuitje als de boeren. Omdatze altijd meer dan genoeg concur-renten hebben die hetzelfde kun-nen maken als zij, spelen inkopershen tegen elkaar uit.

Zelfs met de grootste A-merkenlukt hun dat. Afgelopen jaar ruzie-den de Belgische super Delhaizemet Unilever en onze eigen AlbertHeijn met Vrumona (Heineken)over hun inkoopprijzen. Hoe ditsoort gevechten is opgelost, wordtnooit bekendgemaakt, al weet ie-dere supermarktkenner dat ze inhet nadeel van de merkfabrikantuitvallen. Over Vrumona wordt ge-fluisterd dat het 20 procent vanzijn omzet zou verliezen als hetniet bij AH op het schap was terug-gekeerd. Daarom wint de super.Hij heeft de winkels en de klantenen weet dat consumenten trouwerzijn aan een winkel dan aan hetmerk van een leverancier. Als hijmaar voldoende vertrouwde spul-len op het schap houdt, kan hij omde beurt zelfs de allergrootste leve-

ranciers de duimschroeven aan-draaien.

Je zou denken dat eten er steedsgoedkoper van wordt. Een hele ge-braden kip in de aanbieding kostminder dan een zak kattengrit.Gratis in de natuur getapt mine-raalwater kost meer dan een pakmelk.

Maar kijk even verder, want jeblijkt duur uit als je weet hoe deprijs is opgebouwd. Voor een kilouien krijgt een boer nauwelijks2 cent. Ook al is dat het gevolg vanoveraanbod, bij de super liggen zenog steeds voor 89 cent. Met netjeerom, dat wel. Een kilo varken le-vert de boer 1,45 euro op. Het totworst gedraaide restvlees van zegmaar 70 cent kost bij de super zo-maar 14,50 euro per kilo. Die koopthet in voor minder dan 3 euro – inonsjes gesneden, verpakt en ge-stickerd. Daar doet de slager dus alhet werk voor wat we ‘waardetoe -voeging’ noemen. Na de slager ge-beurt er niets meer met die pakjesworst. Niettemin betaal je er in desuper fors meer voor. Aan een ki-lootje trostomaten hoeft alleenmaar een bakje te worden toege-voegd. Die kilo verlaat de kas op ditmoment voor 15 cent. Bij de superbetaal je een euro of 3. Daar zit een

factor 20 tussen. Een koker Pring-les van 165 gram kost 1,99 euro. Deaardappelpulp waarvan ze van ge-maakt zijn, kost een cent of 2. Zitdaar een waardetoevoeging tus-sen van een factor 100?

Boeren verkopen onder hunkostprijs. Hun verwerkers wordenkort gehouden. De supers bepalenhet spel. Dat is het onbedoelde,maar logische effect van drie facto-ren:n het voedselbeleid dat westerseoverheden na de Tweede Wereld-oorlog hebben gevoerd.n de manier waarop supermark-ten hun winkels runnen.n het ontstaan van multinationa-le giganten als gevolg van de sindsdecennia uiterst competitievemarkt voor etenswaren.

Om de economie aan te jagen,moest eten goedkoop worden, zo-dat mensen geld overhielden omte besteden aan kleren, auto’s en aldat andere waar we inmiddels aangewend zijn. Met subsidies en be-schermingsmaatregelen kwameen beleid tot stand dat ervoorzorgde dat te veel boeren te veelvan hetzelfde produceerden.

De subsidies worden inmiddelsafgebouwd, maar de boeren enhun niet-multinationale verwer-

kers zitten met de gebakken pe-ren. Het probleem is dat hun eind-afnemers oneindig veel groter zijngeworden dan zijzelf en ze elkaarmoeten beconcurreren. Om meete kunnen, moeten ze van hunbanken groter en dus goedkoperworden dan hun collega’s. De su-pers zal het een zorg zijn, want zeweten dat er altijd duizenden boe-ren zullen blijven. In Europa zul-len de ruim tachtig inkooporgani-saties van supers fuseren of sa -menwerken om hun inkoop-macht verder te vergroten en hunleveranciers verder op achter-stand te zetten.

Supers denken niet in marge perproduct, maar in marge op je kas-sabon. Hun assortiment bestaatuit lokkers, basisspullen en marge-makers. Bier, koffie, wc-papier enwaspoeder en ander houdbaarmet een merk erop worden in dereclame vaak onder de kostprijsverkocht. Dat verlies wordt terug-gehaald op andere delen van hetassortiment, met name op groen-ten en fruit, brood, kaas en vlees-waar. Precies de producten dus diehet dichtst staan bij de boer endiens kleinere verwerkers. Dewinst die de boereneconomie toe-komt, bloedt weg naar andere ca-

tegorieën. Daar zit het drama.Net als in elektronica en auto’s

zijn er in voeding een paar grotemondiale producenten komen bo-vendrijven. Ze maken hun etens-waren in één fabriek voor de helewereld, waardoor de kosten zo laagzijn dat ze zelfs opwegen tegen dekostbare logistiek die dat met zichmeebrengt. Maar ook zij hebbenlast van de lage en zelfs negatievemarge die de supers op hun pro-ducten maken. Daarom moeten zekosten besparen of winstmakers

ontwikkelen die niets kosten, zoalsPringles. Het is niet zo gek dat westeeds dikker worden, want recla-memakers moeten ervoor zorgendat we van zulke producten flinkdooreten. Desnoods voorzien zedie van de claim dat ze gezonderzijn dan hun ongezondere varian-ten, zoals Vrumona deed met z’nVitaminwater, een gesuikerde vari-ant van Sourcy mineraalwater. Wienog niet begrepen had waaromproducten tegenwoordig gezond-heidsclaims hebben, begrijpt hetnu.

Moeten we het nu gaan hebbenover die zielige boer, de ons belaze-rende voedingsindustrie en diekwaaie super? Nee. Zo heeft hetspel zich nou eenmaal ontwikkeld.We moeten nadenken over de ge-volgen van het feit dat onze boerengeen partij meer zijn voor huneindafnemers. Ook niet als ze con-solideren en tien of zelfs vijftigmaal zo groot worden als nu. Devraag moet gesteld worden hoelang boeren nog doorgaan metboeren als ze doorkrijgen dat ze degewenste goedkoopte niet meerkunnen bijbenen en er heel ande-re ontwikkelingen gaande zijn.

Toen afgelopen winter naar bui-ten kwam dat Daewoo Logistics

letterlijk de helft van Madagaskarwilde overnemen voor landbouw-doeleinden, werd tevens bekenddat in korte tijd 8 miljoen hectarelandbouwgrond in Afrika, Zuid-Amerika, de Oekraïne, Rusland enAustralië is opgekocht door enkeleArabische, Chinese en Zuid-Kore-aanse investeerders. Dat is een ge-bied dat 2,3 maal zo groot is als Ne-derland en 4,2 keer zo groot als onslandbouwareaal. Het is waar-schijnlijk dat het om nog aanmer-kelijk meer gaat. Dat is nog eensconsolideren! Dergelijke inves-teerders kunnen zorgen voor on-gehoorde volumes in gewassen endieren voor vleesproductie waarde boer zoals wij die kennen nietmeer tegenop kan. Het kan ertoeleiden dat onze boeren ophoudenmet produceren, zoals ook descheepsbouw en zware metaalin-dustrie uit ons land verdwenen.

Is dat erg? Ja, want als we zijnwat we eten en weten hoe dat ren-dabel wordt gemaakt, dan kunnenwe maar beter niet alles in handenvan een paar investeerders leggen.Daar moeten we het over hebbenvoor het per ongeluk al zover is.

Dick Veerman is oprichter vanFo o d l o g. n l .

Met 120 duizend runderen is Monfort Beef in Californië vermoedelijk het grootste rundveebedrijf ter wereld. Foto Getty Images

F O O D L O G. N L. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Komende week start de 7-deligedebatserie ‘De toekomst van delandbouw en ons voedsel’, geor-ganiseerd door Biologica en hetCentrum voor Landbouw en Mili-eu. Het eerste debat vindt plaatsop 22 september in de Rode Hoedin Amsterdam onder leiding vanFelix Rottenberg. Volkskrant-le-zers kunnen voor 40 euro een pas-se-partout aanvragen voor alle ze-ven debatten, inclusief hapjes.Foodlog.nl verslaat de discussiemet de inleiders o n l i n e.

VK

19-09-09 katern 1 pagina 08