New Provinciaal Omgevingsplan Limburg · 2016. 10. 18. · Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22...
Transcript of New Provinciaal Omgevingsplan Limburg · 2016. 10. 18. · Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22...
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006,
Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08),
Actualisatie 2010 op basis van POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-‘09), Klavertje 4 (01-04-‘09), Holtum
Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09) en PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
Provinciaal Omgevingsplan Limburg
Plan en kaarten
Vastgesteld door Provinciale Staten van Limburg op 22 september 2006
Actualisatie januari 2008 van enkele pagina’s en ka arten op basis van:
o POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld Mook ( PS: 28-9-2007)
o Provinciale Milieuverordening tiende tranche (PS: 1 4-12-2007)
Actualisatie januari 2009 van enkele pagina’s en ka arten op basis van:
o POL-aanvulling Bedrijfslocatie De Meer (Roermond) ( PS: 4-7-2008)
o POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (PS: 18-12-2008).
Actualisatie januari 2010 van pagina’s en kaarten o p basis van:
• POL-aanvulling Beëindiging Kalksteenwinning St.Piet ersberg (PS: 6-3-2009)
• POL-aanvulling Gebiedsontwikkeling Klavertje 4 (PS: -1-4-2009)
• POL-aanvulling Bedrijventerrein Holtum Noord III (P S: 10-7-2009)
• Provinciale Milieuverordening elfde tranche en wijz iging par. 5.10 van POL (PS: 10-7-2009)
• POL-aanvulling Waterplan Limburg 2010-2015 (PS: 20- 11-2009)
• POL-aanvulling Verstedelijking, gebiedsontwikkeling en kwaliteitsverbetering (PS: 18-12-09)
Actualisatie oktober 2010 van pagina’s en kaarten o p basis van:
• Intrekking POL-aanvulling Bedrijfslocatie De Meer ( PS: 26 maart 2010)
• Partiële herziening POL-aanvulling Grensmaas (PS: 8 oktober 2010)
• Partiële herziening POL-aanvulling Zandmaas (PS: 8 oktober 2010)
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006,
Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van POL-aanvullingen Bedrijfslocatie De Meer (04-07-’08) en Nieuwe Wet Ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum
Noord III (10-07-’09), waterplan Limburg (20-11-’09), Veratedelijking etc. (18-12-’09), en PMV 11de tranche + par.5.10 POL (10-07-’09).
Colofon
Uitgave:
Provincie Limburg
Postbus 5700
6202 MA Maastricht
Tel.: +31 (0)43 389 99 99
Fax: +31 (0)43 361 80 99
E-mail: [email protected]
Internet: www.limburg.nl
Limburglaan 10
6229 GA Maastricht
Tekst :
Provincie Limburg
Grafische vormgeving en druk :
Provincie Limburg
Schrijen, Lippertz Huntjens
Roto Smeets
Fotografie :
Provincie Limburg
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006,
Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08),
Actualisatie 2010 op basis van POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-‘09), Klavertje 4 (01-04-‘09), Holtum
Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09) en PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
Inhoud (versie 22 sept.2006, actualisatie oktober 2010) 0. Voorwoord
1. Kwaliteitsregio Limburg ............................ ........................................................................ 1–1 1.1. AMBITIE ............................................................................................................................ 1.1–1 1.2. ONTWIKKELINGEN EN UITDAGINGEN ......................................................................... 1.2–1
2. Limburg in ruimer verband .......................... ..................................................................... 2–1 2.1. POSITIE VAN LIMBURG .................................................................................................. 2.1–1 2.2. RELATIE MET HET RIJKSBELEID .................................................................................. 2.2–1 2.3. GRENSOVERSCHRIJDENDE AMBITIES........................................................................ 2.3–1
3. Variatie in kwaliteit .............................. ............................................................................... 3–1 3.1. INLEIDING ........................................................................................................................ 3.1–1 3.2. STEDELIJK EN LANDELIJK GEBIED .............................................................................. 3.2–1
3.2.1. Landelijk gebied ...................................................................................................... 3.2–4 3.2.2. Stedelijke gebieden ................................................................................................. 3.2-8 3.2.3. Stedelijk netwerken ................................................................................................ 3.2-10
3.3. PERSPECTIEVEN ............................................................................................................ 3.3–1 3.3.1. Algemeen ................................................................................................................ 3.3–1 3.3.2. Negen perspectieven .............................................................................................. 3.3–3
3.4. VISIE OP DE BELEIDSREGIO’S...................................................................................... 3.4–1 3.5. PROVINCIALE HOOFDSTRUCTUUR ............................................................................. 3.5–1
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006,
Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van POL-aanvullingen Bedrijfslocatie De Meer (04-07-’08) en Nieuwe Wet Ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum
Noord III (10-07-’09), waterplan Limburg (20-11-’09), Veratedelijking etc. (18-12-’09), en PMV 11de tranche + par.5.10 POL (10-07-’09).
4. Natuurlijke waarden: robuust en veerkrachtig...... ......................................................... 4–1 4.1. INLEIDING ........................................................................................................................ 4.1–1 4.2. MILIEU .............................................................................................................................. 4.2–1
4.2.1. Hoofdlijnen .............................................................................................................. 4.2–1 4.2.2. Lucht........................................................................................................................ 4.2–4 4.2.3. Geluid ...................................................................................................................... 4.2–8 4.2.4. Geur ...................................................................................................................... 4.2–10 4.2.5. Externe veiligheid.................................................................................................. 4.2–12 4.2.6. Bodem................................................................................................................... 4.2–14
4.3. NATUUR ........................................................................................................................... 4.3–1 4.3.1. Hoofdlijnen .............................................................................................................. 4.3–1 4.3.2. Een robuuste ecologische structuur van EHS en POG .......................................... 4.3–3 4.3.3. Groene kwaliteit in het platteland buiten EHS en POG ........................................ 4.3–10
4.4. WATER ............................................................................................................................. 4.4–1 4.4.1. Hoofdlijnen .............................................................................................................. 4.4–1 4.4.2. Herstel sponswerking.............................................................................................. 4.4–7 4.4.3. Herstel van de natte natuur................................................................................... 4.4–12 4.4.4. Schoon water ........................................................................................................ 4.4–16 4.4.5. Duurzame watervoorziening ................................................................................. 4.4–21 4.4.6. Een veilige Maas................................................................................................... 4.4–29
4.5. AARDKUNDE, CULTUURHISTORIE EN LANDSCHAP (DE BRONZEN WAARDEN) ... 4.5–1 4.5.1. Hoofdlijnen .............................................................................................................. 4.5–1 4.5.2. Aardkunde............................................................................................................... 4.5–2 4.5.3. Cultuurhistorie: archeologie, historische bouwkunst en historische geografie ....... 4.5–4 4.5.4. Landschap............................................................................................................... 4.5–8
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006,
Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08),
Actualisatie 2010 op basis van POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-‘09), Klavertje 4 (01-04-‘09), Holtum
Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09) en PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
5. Economie en mobiliteit ............................. ......................................................................... 5–1 5.1. INLEIDING ........................................................................................................................ 5.1–1 5.2. EEN INNOVATIEVE ECONOMIE..................................................................................... 5.2–1 5.3. WERKLOCATIES.............................................................................................................. 5.3–1
5.3.1. Zorgen voor voldoende werklocaties van de juiste kwaliteit ................................... 5.3–1 5.3.2. Het juiste bedrijf op de juiste plaats ...................................................................... 5.3–13
5.3.3. Duurzaam ondernemen ........................................................................................ 5.3–18 5.3.4. Militaire voorzieningen .......................................................................................... 5.3–22
5.4. MOBILITEIT: BETROUWBAAR, VLOT, VEILIG EN DUURZAAM ................................... 5.4–1 5.5. INFRASTRUCTUUR ......................................................................................................... 5.5–1
5.5.1. (Inter)nationale infrastructuur .................................................................................. 5.5–1 5.5.2. Het regionaal verbindend wegennet ....................................................................... 5.5–4 5.5.3. Regionale en kleine luchthavens ............................................................................ 5.5–8 5.5.4. Technische infrastructuur...................................................................................... 5.5–10
5.6. GOEDERENVERVOER .................................................................................................... 5.6–1 5.7. VRIJETIJDSECONOMIE EN TOERISME ........................................................................ 5.7–1 5.8. LANDBOUW...................................................................................................................... 5.8–1 5.9. GRONDSTOFFEN EN ONTGRONDINGEN .................................................................... 5.9–1 5.10. ENERGIE ........................................................................................................................ 5.10–1
6. Leefomgeving ....................................... .............................................................................. 6–1 6.1. INLEIDING ........................................................................................................................ 6.1–1 6.2. MILIEU IN DE LEEFOMGEVING...................................................................................... 6.2–1 6.3. WONEN............................................................................................................................. 6.3–1 6.4. SOCIALE KWALITEIT VAN DE LEEFOMGEVING .......................................................... 6.4–1 6.5. CULTURELE VOORZIENINGEN...................................................................................... 6.5–1 6.6. GROEN EN WATER IN EN OM DE GEBOUWDE OMGEVING ...................................... 6.6–1 6.7. REGIONAAL OPENBAAR VERVOER ............................................................................. 6.7–1 6.8. VERKEERSVEILIGHEID .................................................................................................. 6.8–1 6.9. AFVAL ............................................................................................................................... 6.9–1
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006,
Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van POL-aanvullingen Bedrijfslocatie De Meer (04-07-’08) en Nieuwe Wet Ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum
Noord III (10-07-’09), waterplan Limburg (20-11-’09), Veratedelijking etc. (18-12-’09), en PMV 11de tranche + par.5.10 POL (10-07-’09).
7. Een dynamisch POL-Stelsel.......................... .................................................................... 7–1 7.1. VAN POL2001, NAAR POL2006 ...................................................................................... 7.1–1 7.2. HET POL-STELSEL.......................................................................................................... 7.2–1 7.3. HET POL-STELSEL IN RUIMER VERBAND ................................................................... 7.3–1
8. Lijst van afkortingen (versie 22 sept. 2006 / 3 pagina’s)
Begrippenlijst (versie 22 sept. 2006 / 8 pagina’s)
9. Kaarten POL2006 (actualisatie 2008, 2009, 2010)
10. Toelichting bij de kaarten POL2006
11. Verantwoording en toelichting bij POL2006
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006 1 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvullingen Bedrijfslocatie De Meer (04-07-’09) en Nieuw Wet ruimtelijke ordening (18-12-’09)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum
Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09).
Voorwoord
Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg, versie 22 september 2006 (POL2006), dat nu voor u ligt is de
opvolger van het POL uit 2001, en, net als het eerste POL, een integraal plan.
Status
Het POL2006 is een streekplan, het provinciaal waterhuishoudingplan, het provinciaal milieubeleidsplan
en bevat de hoofdlijnen van het provinciaal verkeers- en vervoersplan. Tevens vormt POL2006 een
economisch beleidskader op hoofdlijnen, voorzover het de fysieke elementen daarvan betreft. En een
welzijnsplan op hoofdlijnen, voorzover het de fysieke aspecten van zorg, cultuur en sociale ontwikkeling
betreft.
POL2006 zelf kan ook al beschouwd worden als de structuurvisie die op grond van de wetsvoorstellen
voor nieuwe ruimtelijke wetgeving (en mogelijk ook op grond van nieuwe milieu en waterwetgeving) in de
toekomst door provincies opgesteld moet worden.
Proces
Na een korte voorbereidingperiode, waarin gebruik is gemaakt van de vele lopende werkprocessen, en
diverse vooroverleggen is het ontwerp-POL2006 op 7 februari 2006 door Gedeputeerde Staten
vastgesteld en vrijgegeven voor inspraak. In de periode 1 maart tot en met 11 april 2006 kon eenieder
reageren op het ontwerp-POL2006. In mei hebben Gedeputeerde Staten een bestuurlijk standpunt
ingenomen ten aanzien van de binnengekomen zienswijzen en adviezen. Het ontwerp-POL2006 is mét
deze voorgestelde wijzigingen aan Provinciale Staten toegezonden. Op 23 mei 2006 heeft de
Statencommissie Ruimte en Groen (SCRG) een hoorzitting georganiseerd. Vervolgens is in drie
bijeenkomsten van de SCRG discussie gevoerd over POL2006. Een en ander heeft geleid tot aanvullende
wijzigingsvoorstellen. Op basis van alle binnengekomen informatie heeft Provinciale Staten op 22
september 2006, met inbegrip van de wijzigingsvoorstellen en aangenomen amendementen, het
POL2006 vastgesteld.
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 2 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum
Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
Het plan
De tekst van het plan is waar nodig geactualiseerd, de hoofdlijnen van alle tussentijds verschenen
aanvullingen en herzieningen zijn opgenomen en in de kaartbeelden verwerkt en er wordt invulling
gegeven aan opdrachten die vanuit rijksbeleid (o.a. Nota Ruimte, Nota Mobiliteit) bij de Provincie zijn
neergelegd. Er zijn geen (voornemens tot) nieuwe beleidsinitiatieven opgenomen die aanleiding vormen
voor het opstellen van een strategische milieubeoordeling en/of een beoordeling van mogelijke negatieve
effecten op beschermde gebieden volgens de Natuurbeschermingswet. Voorzover er voor dergelijke
beleidsinitiatieven aanleiding is op grond van nieuwe inzichten of maatschappelijke ontwikkelingen worden
daartoe aparte planprocedures in gang gebracht. Met POL2006 beoogt de Provincie Limburg een eerste
Plan op Hoofdlijnen te presenteren. Alle vigerende POL-aanvullingen blijven gehandhaafd. In hoofdstuk 7
wordt dit nader uiteengezet. Op enkele onderdelen is het beleid vernieuwd, zoals de introductie van de
Provinciale Hoofdstructuur (par. 3.5). Op grond van de ervaringen en beleidsontwikkelingen in de
afgelopen 5 jaar zijn de omschrijvingen van de POL-perspectieven en de POL-beleidsregio’s aangepast.
Hierbij worden geen nieuwe beperkingen of concrete voorgestane ontwikkelingen opgenomen. POL2006
bevat geen nieuwe juridisch direct bindende besluiten.
In de Toelichting en verantwoording worden de veranderingen ten opzichte van POL, 2001 én de
sindsdien verschenen POL-aanvullingen langs gelopen.
Bij POL2006 behoren een 30-tal kaarten . Kaart 1 (Perspectieven) en kaart 2 (Provinciale hoofdstructuur)
hebben de status van Plankaart. De overige kaarten zijn themakaarten, die deels zijn afgeleid van
plankaarten behorende bij eerder vastgestelde POL-aanvullingen of kaarten behorende bij een
verordening zoals de Provinciale Milieuverordening. Dit wordt in de tekst van POL2006 steeds
aangegeven.
POL2006 markeert tevens de start van een nieuwe benadering van planvorming. Het is namelijk een
eerste plan op hoofdlijnen. Het bevat de provinciale visie op de ontwikkeling van de kwaliteitsregio
Limburg en beschrijft voor die onderwerpen waar de Provincie een duidelijke rol heeft de ambities
(uitdagingen, lange termijn doelstellingen), de context (ontwikkelingen, Europees en nationaal beleid en
regelgeving) en de hoofdlijnen van de aanpak.
Waar nodig vindt verdere detaillering plaats in uitwerkingen en beleidsnota’s.
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006 3 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvullingen Bedrijfslocatie De Meer (04-07-’09) en Nieuw Wet ruimtelijke ordening (18-12-’09)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum
Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09).
De grootste dynamiek zit in de programmering en het in gang zetten van projecten of initiatieven daartoe,
ondermeer aangestuurd vanuit coalitieakkoord en jaarlijkse programmabegrotingen. Waar een meer
juridische doorwerking nodig is, wordt dit vastgelegd in verordeningen, regels en besluiten.
Samen met al deze uitwerkingen, programma’s, beleidsregels en besluiten vormt POL2006 een flexibel,
modulair samengesteld geheel: het POL-stelsel.
Hét motief voor deze scheiding is het bereiken van goede randvoorwaarden voor een aansturing op
hoofdlijnen en binnen die hoofdlijnen het bereiken van flexibiliteit in de concrete uitvoeringssituatie.
Zo kunnen we optimaal inspelen op impulsen vanuit coalitieakkoorden, voorjaarsdebatten of anderszins
uit de strategisch alerte werkwijze, verankerd in de provinciale planning- en controlecyclus.
Besluitvorming over concrete projecten en/of de inzet van financiële middelen wordt dus losgekoppeld van
POL2006. Om die reden is er geen financiële paragraaf aan de orde.
We zullen het POL aanpassen als daar een goede reden voor bestaat. Als het moet elk jaar. We
verwachten echter dat enkele dergelijk hoge aanpassingsfrequenties niet nodig zal zijn, juist omdat het
een plan op hoofdlijnen is. Indien er in een kalenderjaar aanpassingen aan de orde zijn geweest wordt dit
in het volgende voorjaar ook fysiek geactualiseerd door van het losbladige POL2006 voor de
desbetreffende pagina’s of kaarten vervangende exemplaren aan te bieden.
Via Poldigitaal wordt op de provinciale website steeds de actuele versie van POL én de actuele
samenstelling van het Spoelstelsel weergegeven.
Beroep
POL2006 is een afgewogen en integraal plan op hoofdlijnen. Het komt voort uit bestaande en in stand
blijvende Polaanvullingen en het POL uit 2001, maar is ontdaan van gedetailleerde regelingen. POL2006
bevat geen nieuwe onderdelen met rechtsgevolg, dat wil zeggen er zijn geen nieuwe planonderdelen die
in het kader van POL2006 volledig zijn afgewogen en bovendien voldoende concreet en hard zijn.
Er zijn zodoende geen onderdelen in POL2006 die in aanmerking komen voor beroep.
De vigerende Polaanvullingen en de daarin vastgelegde onderdelen met rechtsgevolgen blijven in stand
en zijn niet in heroverweging genomen bij het opstellen en de procedure van POL2006.
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 4 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum
Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
Naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State d.d. 19 oktober 2007 is op 8 november 2007
via een publicatie in de media melding gemaakt van deze uitspraak en is gewezen op de mogelijkheid
beroep aan te tekenen tegen POL2006 met betrekking tot de daarin opgesomde en in juridische zin
opnieuw vastgestelde concrete beleidsbeslissingen uit eerder vastgestelde POL-aanvullingen.
Leeswijzer
In hoofdstuk 1 wordt aangegeven welke ambitie we hebben en hoe we onze rol zien bij de duurzame
ontwikkeling van de kwaliteitsregio Limburg en worden een aantal ontwikkelingen en uitdagingen
beschreven.
In hoofdstuk 2 wordt uiteengezet dat wij gebruik willen maken van onze positie in Europa en de Europese
Unie en grensoverschrijdend willen samenwerken aan een aantal uitdagingen.
In hoofdstuk 3 concentreren we ons meer op de wijze waarop (hoe en waar) binnen Limburg duurzaam en
efficiënt kan worden ingespeeld op ontwikkelingen van de verschillende ruimtegebruikende functies. Dat
doen we in de vorm van een visie op de voorgestane ontwikkeling en kwaliteiten van stad en landelijk
gebied, de verschillende stadsregio’s en landelijk gebied regio’s en op het niveau van de POL-
Perspectieven. Dit mondt uit in een Perspectievenkaart.
Er zijn een aantal specifieke gebieden of zones waar de provincie voor zichzelf of als vertegenwoordiger
van de rijksoverheid extra aandacht en/of middelen wil inzetten om de maatschappelijk gewenste
ontwikkeling(en) vanwege hun bovenregionale belang of complexiteit te ondersteunen. Deze gebieden
vormen tezamen de provinciale hoofdstructuur.
In de hoofdstukken 4 t/m 6 wordt voor onderwerpen waar wij een specifieke ambitie en rol hebben
aangegeven wat daarbij de lange termijndoelstellingen, de context en de aanpak is.
Hoofdstuk 7 geeft een overzicht van POL2006 in relatie tot het dynamisch POL-stelsel.
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1–1 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),
Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
1. Kwaliteitsregio Limburg
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.1–1 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),
Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
1.1. AMBITIE
Wij willen actief bijdragen aan de duurzame ontwikk eling van de kwaliteitsregio Limburg.
Kwaliteitsregio
Onder de kwaliteitsregio Limburg verstaan wij een regio waar het goed en gezond leven, wonen, leren,
werken en recreëren is. Een regio die zich bewust is van de unieke kwaliteit van de leefomgeving en de
eigen identiteit. En een regio die stevig is ingebed in internationaal verband. Het besef van sociale
verbanden, natuur, landschap, rijke historie en eigen cultuur schept verplichtingen voor onszelf en de
generaties na ons. De kwaliteitsregio vraagt dus om goed rentmeesterschap en sociale cohesie. Tegelijk
is de kwaliteitsregio zich bewust van zijn gunstige ligging midden tussen belangrijke economische
kerngebieden van Europa. Die ligging schept kansen voor een voorspoedige economische groei en
culturele vernieuwing. De kwaliteitsregio vraagt dus ook om goed ondernemerschap. Uiteindelijk gaat het
er om rentmeesterschap, sociale cohesie en ondernemerschap te verenigen en, uitgaand van de eigen
kracht, Limburg een sterke positie te laten verwerven in het ‘Europa van de Regio’s’.
Duurzame ontwikkeling
Ten behoeve van de kwaliteitsregio Limburg zetten wij in op duurzame ontwikkeling. Dat is een
ontwikkeling die tegemoetkomt aan de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden van
toekomstige generaties in gevaar te brengen om ook in hún behoeften te voorzien. Wij sluiten hiermee
aan bij mondiale en Europese strategieën voor duurzame ontwikkeling. Met name willen wij duiden op de
Lissabon en Göteborg strategie, die moeten leiden tot aanhoudende economische vooruitgang die
samengaat met verbetering van milieu en natuur, en een sociaal beleid dat de economische prestaties
ondersteunt.
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.1–2 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum
Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
Bij duurzame ontwikkeling gaat het dus om het vinden van een evenwichtige samenhang tussen de
sociaal-culturele -, natuurlijke - en economische ‘voorraden’ in de samenleving (oftewel: people, planet,
profit), resulterend in meerwaarde en kwaliteitsverbetering. Dit is symbolisch weergegeven in de
navolgende figuur met de POL-driehoek. Wij onderscheiden in elk domein 6 voorraden, die een
dynamisch karakter hebben en elkaar beïnvloeden, in positieve of negatieve zin. Bij duurzame
ontwikkeling hoort creativiteit en inspelen op respectievelijk het benutten van nieuwe mogelijkheden.
Immers, de eisen die de samenleving stelt aan deze voorraden veranderen: wat vroeger acceptabel was,
kan in de toekomst als een probleem worden ervaren. De prioriteiten in onze aanpak van duurzame
ontwikkeling hebben we aangegeven in het Programma Duurzaam Limburg. Dit programma richt zich op
projecten inzake ruimtelijke ontwikkeling, mobiliteit en infrastructuur, energie en technologische innovatie,
landbouw, waterbeheer en educatie en communicatie.
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.1–3 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),
Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
Dit omgevingsplan richt zich vooral op de ontwikkeling van fysieke en ruimtelijke kenmerken van deze
voorraden. Vanwege de interactie en samenhang besteden we waar nodig ook aandacht aan de niet
fysieke aspecten. Immers, veranderingen in de sociale structuur, bevolkingsopbouw of de economie zijn
mede bepalend voor de wijze waarop bijvoorbeeld toekomstige woonwijken, de woningvoorraad of
bedrijventerreinen vorm gegeven moeten worden.
Het POL-driehoeksmodel met de sociaal-culturele -, natuurlijke - en economische voorraden.
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.1–4 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum
Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
Rolopvatting
Maatschappelijke vraagstukken kenmerken zich door een steeds wisselend en meervoudig karakter. Voor
een effectieve aanpak is samenwerking nodig tussen de verschillende beleidsvelden (inhoud) en de
diverse spelers daarop (proces). Voor de Provincie kunnen daar verschillende rollen uit voortvloeien. Van
een stimulerende en selectieve rol ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen en borgen van de kwaliteit van
de leefomgeving, tot richting geven, toezicht houden en ondersteunen. De Provincie is meer en meer
begeleider en partner, gericht op kwaliteit door ontwikkeling en nodigt ook andere overheden en partijen
uit hiertoe kansen op te pakken. Behalve deregulering en subsidiariteit is daarbij van belang, dat partijen,
(bedrijven, instellingen, gemeenten, burgers) in verschillende vormen van samenwerking zelf hun
strategische agenda ontwikkelen en onderhouden en prioriteiten stellen. Op basis daarvan kan in (steeds
wisselende) strategische allianties de uitvoering ter hand worden genomen, waarbij dan ook de Provincie
bereid is te participeren met kennis, menskracht, faciliteiten en geld. De provinciale strategische agenda
wordt afgeleid van vastgestelde beleidsdocumenten, zoals POL2006, en coalitieakkoord en
programmabegrotingen. Daarbij zijn de volgende aandachtspunten van belang.
Ontwikkelingsgericht
Ontwikkeling is een basale drijfveer van mensen. Dit geldt voor zowel de economische. sociaal-culturele
en natuurlijke aspecten van de maatschappij. Dit vraagt van de Provincie een flexibele, innovatieve en
samenhangende aanpak. Via coalitieakkoorden en programmabegrotingen onderhouden we de
provinciale agenda, stemmen af met de partners en sturen in de gewenste richtingen. Bijzondere
aandacht schenken wij hierbij aan de Provinciale Hoofdstructuur (zie hoofdstuk 3). Om onze doelen te
bereiken werken wij samen met relevante partijen en sluiten allianties met onze partners over concrete
initiatieven. Ook zetten we ons instrumentarium klantgericht in en snijden het toe op het kunnen
stimuleren en waarmaken van onze ontwikkelingsgerichte rol. Hierbij gaat het ondermeer om grondbeleid,
ontwikkelingsplanologie, een actieve regierol in het kader van de inrichting van het landelijk gebied
(WILG) en de stadsvernieuwing (ISV).
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.1–5 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),
Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
Resultaatgericht
We benaderen de zich aandienende ontwikkelingen vanuit een gebiedsgerichte toekomstvisie. We
anticiperen daarbij op de verschillen in kwaliteiten en potenties van gebieden. We hechten belang aan het
probleemgericht coördineren en programmeren van projecten, teneinde tot optimale resultaten te kunnen
komen en meerdere doelen te bereiken. Een programmatische aanpak gericht op uitvoering en oplossen
van het probleem staan centraal, evenals draagvlak en intentie bij de partners. Dat betekent dat we
steeds wisselende strategische allianties kunnen vormen. Het betekent ook dat onze betrokkenheid van
gebied tot gebied kan verschillen. Voor de stedelijke gebieden is onze rol anders dan voor bepaalde
gebieden in het landelijk gebied.
Meerwaarde
Iedere overheidslaag heeft zijn verantwoordelijkheden. De verdeling van taken en bevoegdheden tussen
de verschillende lagen is op gezette tijden onderwerp van discussie. Dit leidt geleidelijk tot verschuivingen,
ondermeer door de verdere ontwikkeling van de Europese regelgeving, decentralisatie van Rijkstaken en
de vorming van grotere en/of samenwerkende gemeenten. De Provincie manifesteert zich meer en meer
op euregionaal niveau en daarnaast als bovenregionaal regisseur van uitvoeringsprogramma’s op het
gebied van infrastructuur, openbaar vervoer, inrichting landelijk gebied, milieu, water, natuur, (jeugd)zorg
en verstedelijking.
We willen ons met dié zaken en gebieden bezig houden waar dit meerwaarde heeft. Daar hoort bij dat ook
de inzet van middelen en de gehanteerde provinciale ambities periodiek worden herijkt. Daar waar partijen
zelf aan de slag kunnen, zal de Provincie zo veel mogelijk terugtreden.
(Inter)nationaal
Onze insteek van samenwerken zullen wij ook toepassen in grensoverschrijdend verband. Naast de
internationalisering van de economie en toename van de mobiliteit, is ook de realisatie van doelen op het
gebied van natuur, milieu en water niet meer los te zien van de (inter)nationale context. De opgaven waar
we in Limburg mee te maken hebben kunnen in veel gevallen enkel adequaat worden aangepakt indien
wij ook met onze buitenlandse partners samenwerken en leren van hun ervaringen. Om onze
samenwerkingsmogelijkheden te verruimen lobbyen we niet alleen actief in Brussel en Den Haag, maar
leggen we contacten met relevante (buitenlandse) partijen om onze ambities en mogelijkheden waar te
maken. Het is voor Limburg van cruciaal belang om het samen te werken met omliggende regio’s.
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.1–6 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum
Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
Koersvast
Partners moeten weten, waar ze met de provincie aan toe zijn. Uitgangspunt is “afspraak is afspraak”. Dat
laat onverlet, dat we strategisch alert zullen blijven op ontwikkelingen in de samenleving, die aanleiding
voor beleidswijzigingen kunnen zijn.
Ten aanzien van sociaal-culturele ontwikkelingen en natuur en milieu wordt van oudsher verwacht dat de
overheid zich daar sterk voor maakt. Dit rentmeesterschap blijft een belangrijk onderdeel van het
provinciaal handelen. Tegen die achtergrond zal de Provincie duidelijke kaders stellen waarmee de
natuurlijke omgevingskwaliteiten en de leefomgeving worden versterkt en zo nodig beschermd. Ook in de
verinnerlijking van zulke kaders in de samenleving, onder meer via voorlichting, educatie en als sluitstuk
handhaving, investeren wij. De basishouding bij dit alles is, dat we problemen niet moeten afwentelen
naar andere sectoren of naar de toekomst of naar andere -gebieden.
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–1 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),
Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
1.2. ONTWIKKELINGEN EN UITDAGINGEN
Monitoringrapportages en opiniepeilingen geven ons periodiek een beeld van hoe de kwaliteit van
Limburg er voor staat. Om te bepalen waar voor ons de beleidsuitdagingen liggen, kijken we niet alleen
naar de problemen en kansen van vandaag. We willen ook weten wat er in de toekomst op ons af komt.
Regeren is immers vooruitzien. Dit kijken naar de toekomst en de kansen die daar liggen doen we
continu. Het maakt deel uit van onze strategische alertheid. We laten ons daarbij inspireren door
toekomstverkenningen (trendstudies, prognoses, scenariostudies) van nationale planbureaus,
maatschappelijke organisaties, bedrijven en onafhankelijke trendwatchers. Om ons een beeld te vormen
van wat de gevolgen kunnen zijn als diverse - met elkaar samenhangende - ontwikkelingen een bepaalde
kant opgaan, hebben wij een doorvertaling naar de Limburgse situatie gemaakt van de vier lange termijn
toekomstscenario’s (zie onderstaand schema) die zijn opgesteld door de gezamenlijke nationale
planbureaus (CPB, MNP, SCP, RPB).
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–2 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum
Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
Mondialisering
Efficiëntie Solidariteit
Regionalisering
Schets op hoofdlijnen van de vier lange termijn toekomstscenario’s.
We zien in de ontwikkelingen een aantal drijvende krachten die op veel terreinen doorwerken. Het gaat
met name om bevolkingsontwikkeling, veranderingen in lifestyle, economische ontwikkeling en
klimaatverandering. Hieronder geven we de belangrijkste ontwikkelingen en (mogelijke) gevolgen voor
Limburg aan en formuleren daarbij beleidsvragen waarop we in de navolgende hoofdstukken terugkomen.
Mondiale Markt Wereldmarkt: EU en VS als hoofdrolspelers Individualistische maatschappij Grote welvaartsverschillen (ook binnen regio’s) Prestatiemaatschappij Hoge economische en technologie ontwikkeling Weinig aandacht voor milieu en natuur
Mondiale Solidariteit Bestuur en beleid richten zich op duurzaamheid Overheidsbeleid gericht op sociale zekerheid Verdeling van welvaart op alle niveaus Het gaat om wie je bent, niet om wat je hebt Vrije overdracht van kennis en technologie Veel aandacht voor milieu en natuur
Veilige Regio Handelsblokken: EU en VS versus rest van de
wereld Streven naar zelfvoorziening Trots op eigen cultuur – Wel grote
cultuurverschillen (autochtoon – allochtoon) Hoge economische en technologie ontwikkeling Eigen leefomgeving is belangrijk (mondiale
problemen niet)
Zorgzame Regio Overheid is verantwoordelijk voor sociale cohesie,
milieu, normen en waarden Economisch protectionistisch beleid gericht op
zelfvoorziening Weinig mobiliteit van mensen, kapitaal en kennis;
regionale verschillen in ontwikkeling Lage economische ontwikkeling Natuur in eigen regio is van groot belang
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–3 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),
Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
0
200.000
400.000
600.000
800.000
1.000.000
1.200.000
2005 2010 2020 2030 2040 2050
aant
al in
won
ers
Mondiale Markt
Mondiale Solidariteit
Veilige Regio
Zorgzame Regio
Bevolkingsontwikkeling
Sinds 2002 daalt het aantal inwoners in Limburg. Deze daling zal de komende decennia doorzetten.
Limburg loopt daarmee duidelijk vóór op de andere provincies in Nederland en kan in dit opzicht een echt
Europese provincie worden genoemd. Immers, de omliggende regio’s in het buitenland hebben net als wij
met een krimpende bevolkingsomvang te maken.
Regionaal zijn de verschillen groot. De bevolkingsontwikkeling in Noord Limburg lijkt nog het meest op die
in de rest van Nederland. We verwachten dat de bevolkingsomvang dáár nog geruime tijd op hetzelfde
niveau blijft. In Zuid Limburg is de bevolkingsdaling al in 1997 ingezet, in Midden Limburg gebeurt dat
rond 2005.
In 2035 zal Limburg naar verwachting onder de 1 miljoen inwoners tellen. Dan is het aantal inwoners weer
op het niveau van 1970. Meest onzekere factor in deze voorspelling is de toevloed van buitenlandse
arbeidskrachten. In het verleden is de (netto) migratie altijd heel beperkt geweest en zonder gewijzigde
bevolkingspolitiek is er geen aanleiding om een andere trend te verwachten.
Bevolkingsontwikkeling in Limburg volgens de 4 scenario’s.
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–4 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum
Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
Limburg zal over dertig jaar niet alleen minder inwoners hebben, zij zullen gemiddeld ook ouder zijn
(vergrijzing). Was in 1995 24% van de Limburgers 55 jaar of ouder; in 2035 behoort 42% van onze
inwoners tot de categorie van de senioren. In dat jaar zal tegenover iedere twee personen uit de
potentiële beroepsbevolking één gepensioneerde staan. In onze provincie zullen in 2035 circa 275.000
ouderen van 55-74 jaar wonen, van wie de overgrote meerderheid naar verwachting geen of slechts lichte
lichamelijke beperkingen zal hebben. Daarnaast telt Limburg dan circa 135.000 hoogbejaarden van 75
jaar en ouder van wie mogelijk ruim de helft min of meer serieuze lichamelijke beperkingen zal hebben.
Het aandeel jongeren (t/m 14 jaar) neemt gestaag af (ontgroening). In 1970 maakte deze groep 28% uit
van de Limburgse bevolking, in 2005 nog maar 17%. En dit aandeel zal verder dalen.
Ondanks dat het aantal inwoners afneemt in Limburg, zal het aantal huishoudens tot 2015 niet dalen.
Door de gezinsverdunning (eerder en langer zelfstandig wonen van jongeren resp. ouderen, meer
gescheiden mensen) zal vooral het aantal 1-persoonshuishoudens toenemen. Deze ontwikkeling wordt
ingehaald door de bevolkingsafname, waardoor de vraag naar woningen na 2015 afneemt. Een
ontwikkeling die nu al wel speelt is de veranderende vraag naar het type woningen. Zowel door vergrijzing
als ontgroening neemt de vraag naar kleinere woningen met comfort toe. Bij de herstructurering van het
woningenbestand moeten daarom naast kwantitatieve ook kwalitatieve aspecten in ogenschouw worden
genomen. De herstructurering biedt tevens kansen om slim om te gaan met mobiliteit (aansluiting op
openbaar vervoer), met energiebesparing in de gebouwde omgeving, bereikbaarheid van
(zorg)voorzieningen etc.
Een heel ander aspect is de relatie met de economie. Limburg moet zich klaarmaken voor de
veranderingen in de economische structuur. De omslag naar een kenniseconomie is de grootste uitdaging
voor het behoud van welvaart en werkgelegenheid in Limburg. Dit mede in relatie tot de vergrijzing en de
gevolgen voor de beroepsbevolking. Het maken van verbindingen tussen ondernemers, onderzoek,
onderwijs en overheid is een absolute voorwaarde. Uiteindelijk zal het Limburgse bedrijfsleven
innovatiever moeten zijn in brede zin en meer marktgericht moeten gaan opereren (ondernemerschap) om
de internationale concurrentieslag het hoofd te bieden. De demografische ontwikkeling versterkt de
noodzaak van een economische transitie naar een hoogwaardige innovatieve economie.
Als gevolg van ontgroening en vergrijzing zal de potentiële beroepsbevolking in dertig jaar tijd met meer
dan 200.000 personen afnemen. Aan het personeel zullen hogere eisen gesteld worden.
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–5 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),
Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
Dit betekent dat voor de arbeidsmarkt de nodige maatregelen zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin
genomen moeten worden.
Er zijn nog meer voordelen van de vergrijzing, mits we ze weten te benutten. Zo ontstaat er behoefte aan
nieuwe producten en diensten voor senioren op tal van gebieden (zorg, wonen, welzijn, vervoer, toerisme
en recreatie). Als vraag en aanbod zich houden aan normale economische spelregels ontstaat vanzelf
een nieuwe markt en werkgelegenheid. Kortom kansen voor de Limburgse economie. Hierbij zou ook
gebruik gemaakt moeten worden van de enorme schat aan kennis en ervaring van de senioren. Enerzijds
kunnen ouderen met kennisoverdracht jongeren van dienst zijn bij hun aantreden op de arbeidsmarkt,
anderzijds dragen ontmoetingen tussen jong en oud bij aan een versterking van de sociale cohesie. Het
zou zonde zijn om dit onbenut te laten.
De consequenties van de verwachte bevolkingsontwikkeling worden met name in de hoofdstukken 5 en 6
verder uitgewerkt.
Veranderingen in lifestyle
Door het wegvallen van de zuilen, door individualisering en democratisering van de samenleving hebben
individuele normen en waarden als basis voor het handelen van mensen aan betekenis gewonnen. Ook is
in de afgelopen decennia het welvaarts- en opleidingsniveau aanzienlijk gestegen. Mensen zijn door al
deze ontwikkelingen veel vrijer en onafhankelijker geworden in het bepalen van de wijze waarop zij willen
leven.
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–6 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum
Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
Mede door vergrijzing en ontgroening, en de schaalvergroting van de voorzieningen loopt de sociale
cohesie gevaar. Het culturele – en verenigingsleven in Limburg is in vergelijking met de andere provincies
nog goed en daar zijn we terecht trots op. De trend van individualisering kan hier afbreuk aan doen en er
zijn inspanningen vereist om deze waarden zo goed ontwikkeld te houden.
Aandacht moet er ook zijn voor de leefbaarheid in dorpen. Een aantal toekomstscenario’s (m.n. ‘Mondiale
Markt’ en ‘Mondiale Solidariteit’) voorziet een trek naar de steden. Van de ene kant is dit gunstig voor
ontwikkelingen voor ruimte en natuur omdat door concentratie van woonfuncties minder ruimtedruk in het
landelijk gebied ontstaat. Van de andere kant kan dit een risico betekenen voor de leefbaarheid in de
dorpen. Kan in verband hiermee op de middellange termijn worden vastgehouden aan het huidige
bundelingsbeleid (verdeling tussen stad en platteland)? In paragraaf 3.2 en in hoofdstuk 6 wordt hier op
ingegaan.
Ofschoon de scenario’s een wisselend beeld laten zien, verwachten wij niet dat het ritme van de
dagindeling in de toekomst sterk zal veranderen. Een echte 24-uurs economie zit er dus niet in. Toch zal
de hoeveelheid vrije tijd in de toekomst wat kleiner worden: deze tijd wordt wel veel intensiever gebruikt
en beleefd. Er wordt ook meer geld uitgegeven aan vrijetijdsbesteding. De vrijetijdsmarkt ontwikkelt zich
snel en commercialiseert. Ook de ouderen dragen hier aan bij. De leefwijze van ouderen in 2030 zal meer
dan nu in het teken staan van de wens om eigen keuzes te maken en om actief, gezond, krachtig en
beweeglijk in het leven te staan.
De autoverkeerprestatie van de Limburgse bevolking zal, ondanks de afnemende bevolkingsomvang,
tussen 2003 en 2015 nog met zo’n 14% groeien. Dit wordt o.a. veroorzaakt door een stijgende
maatschappelijke participatie. Daarna zal de autoverkeerprestatie langzaam dalen. Gebruik van openbaar
vervoer krijgt vooral groeikansen in de op solidariteit gerichte scenario’s.
Door de individualisering en de ontwikkelingen op het gebied van ICT veranderen traditionele
organisatiestructuren in netwerken. Persoonlijke kenmerken, belangen en interesses worden bepalend
voor het lidmaatschap, niet achtergrond of geboorte. Limburg zal zich ontwikkelen naar een meer
heterogene samenleving, met nieuwe bindingen tussen culturen en leeftijden.
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–7 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),
Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
De betekenis van de veranderende lifestyle voor de beleidsopgave op tal van terreinen komt vooral in
hoofdstuk 6 aan bod.
Economische ontwikkeling
Aan het begin van de 21ste eeuw staat de vitaliteit van de economie onder grote druk. Door de
globalisering van de economie hebben Limburgse bedrijven, veel meer dan in het verleden, met een
wereldmarkt te maken. Vooral de concurrentie uit lage lonen landen leidt ertoe dat veel bedrijven uit de
maakindustrie hun activiteiten verplaatsen naar Oost Europa of Azië, of soms zelfs hun bedrijf definitief
moeten sluiten. Dit heeft ook voor de grote groep toeleveranciers directe consequenties. Vooral bedrijven
die een hoge loonkostencomponent in de kostprijs kennen, hebben het moeilijk.
Dit leidt er toe dat de economische structuur in Limburg verandert en dit zal in alle lange termijn scenario’s
in meer of mindere mate doorgaan. De toegevoegde waarde in de industrie neemt weliswaar toe (per
arbeidsplaats wordt straks een hogere toegevoegde waarde gegenereerd), maar de handel- en
dienstensectoren groeien relatief harder. De werkgelegenheid in de industrie neemt snel af. Perspectiefrijk
zijn vooral sectoren die veel investeren, nieuwe producten en diensten ontwikkelen en exporteren. Voor
Limburg worden de kansen van de voeding- en genotmiddelenindustrie, de sector energie en chemie
hoog ingeschat, in iets mindere mate ook de metaalproducten- en machine-industrie,
transportmiddelenindustrie en metaalelectro industrie.
De dienstensectoren (denk vooral aan de logistieke sector, de zorg, zakelijke dienstverlening en toerisme
en recreatie) maken het verlies aan banen in de industrie goed. De sector toerisme en recreatie ontwikkelt
zich tot een volwaardige vrijetijdseconomie. Binnen deze economie ontstaat een grote dynamiek waarbij
ondernemers snel op marktkansen zullen inspelen. Daarbij gaat het zowel om stedelijke vormen van
vrijetijdsbesteding als om recreatie op het platteland. Er worden nieuwe allianties gesloten, o.a. tussen
toerisme en landbouw en toerisme en zorgsectoren. Hiervoor zal een deel van de traditionele toeristische
ondernemers moeten vernieuwen en een kwaliteitsslag moeten maken om zich binnen de dynamiek van
de vrijetijdseconomie te kunnen handhaven.
Afhankelijk van het toekomstig EU-landbouwbeleid, de wereldmarkt, technologische ontwikkeling en de
aandacht voor duurzame productie en agrarisch natuurbeheer, laten de sectoren uit de land- en tuinbouw
heel verschillende ontwikkelingen zien.
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–8 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum
Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
Mondiale Solidariteit
0
10000
20000
30000
40000
50000
60000
2000 2010 2020 2030 2040milj
oen
euro
(pr
ijspe
il 20
00)
Zorgzame Regio
0
10000
20000
30000
40000
50000
60000
2000 2010 2020 2030 2040milj
oen
euro
(pr
ijspe
il 20
00)
Mondiale Markt
0
10000
20000
30000
40000
50000
60000
2000 2010 2020 2030 2040milj
oen
euro
(pr
ijspe
il 20
00)
Veilige Regio
0
10000
20000
30000
40000
50000
60000
2000 2010 2020 2030 2040milj
oen
euro
(pr
ijspe
il 20
00)
De totale productie- en toegevoegde waarde van de landbouw blijft in de meeste scenario’s op hetzelfde
niveau; het scenario dat uitgaat van sterke schaalvergroting en industrialisatie van de landbouw laat
echter juist een forse stijging zien. In alle scenario’s neemt de werkgelegenheid in en de ruimteclaim door
de landbouw af.
█ overheid █ bouw █ industrie
█ handel en diensten █ openbaar nut █ landbouw
Economische structuur en toegevoegde waarde per sector; volgens de 4 scenario’s.
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–9 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),
Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
De toegevoegde waarde van de dienstensector laat een verdere stijging zien. Vervoer, communicatie en
handel groeien fors, vooral in de marktgerichte scenario’s. Ook de zorgsector zal een sterke groei
doormaken, mede door de toenemende vergrijzing van de bevolking. Tot 2030 zal de werkgelegenheid in
de zgn. quartaire sector tussen de 20 en 65% groeien.
Het karakter van de werkgelegenheid verandert ook. Er komen meer hooggekwalificeerde banen, in de
sfeer van technologie en ICT, maar ook banen in de communicatieve, sociale en creatieve sfeer. Aan de
onderkant van de arbeidsmarkt zal de vraag naar persoonlijke dienstverlening door relatief
laaggeschoolden sterk toenemen. De uitstoot van werkgelegenheid uit de industrie (een traditioneel sterk
vertegenwoordigde sector in Limburg) zal substantieel hoger zijn dan gemiddeld in Nederland. Er wordt
een groeiende mobiliteit van het arbeidsaanbod tussen werkgevers en functies verwacht. De flexibiliteit op
de arbeidsmarkt neemt toe.
Of al deze ontwikkelingen per saldo leiden tot een toe- of afname van de totale werkgelegenheid is niet te
voorspellen. Belangrijk is in elk geval wel dat in alle scenario’s de vraag naar arbeid groter wordt dan het
aanbod (dat daalt door ontgroening en vergrijzing). Op de middellange termijn vraagt dit om een
ommezwaai in het beleid: in plaats van werkloosheid te bestrijden dient met beleidstrategieën het
arbeidsaanbod te worden verruimd. Een primaire oplossing is het verhogen van de arbeidsparticipatie
(thans in Limburg nog lager dan landelijk gemiddeld), waarbij scholing en opleiding extra aandacht
behoeven, alsmede het blijven betrekken van ouderen in het arbeidsproces en flexibilisering van de
economie. Een tweede oplossing is het blijven inzetten op hightech systemen en stimulering van
automatisering en innovatie met het oog op het verhogen van de arbeidsproductiviteit. Een derde
oplossing is meer arbeidskrachten naar Limburg trekken. Hiervoor is mede van belang het bevorderen
van een aantrekkelijk woon- en leefklimaat, goede scholingsfaciliteiten en een hoog voorzieningenniveau.
De veranderende economie heeft ook gevolgen voor de behoefte aan bedrijventerreinen. Aan het begin
van de 21e eeuw is het areaal bedrijventerreinen jaarlijks met zo’n 65 ha uitgebreid. Aan deze
voortdurende groei komt een eind. Drie van de vier lange termijn scenario’s laten van 2010 naar 2020 nog
een lichte groei van de bedrijventerreinenbehoefte zien, daarna daalt de behoefte aan areaal. Kwaliteit
blijft van belang. De nieuwe kennisintensieve bedrijvigheid vraagt minder ruimte, maar wel van hoge
kwaliteit. Voor belangrijke sectoren als de logistiek blijft ruimte wel wezenlijk.
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–10 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum
Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
0
5
10
15
20
2000 2010 2020 2030 2040
Mto
n C
O2
Mondiale Markt
Mondiale Solidariteit
Veilige Regio
Zorgzame Regio
Doel 2010 (t.o.v. 1990)
De milieubelasting neemt op veel fronten verder af. De marktgerichte scenario’s laten een kleinere
afname zien dan de meer op solidariteit gerichte scenario’s. Voor sommige stoffen (m.n. zwaveldioxide en
ammoniak) kan zelfs een toename van de milieubelasting optreden. In de marktgerichte scenario’s is er
ook een toename van het energieverbruik. De emissie van kooldioxide (CO2) wordt beperkt door de inzet
van instrumenten die energiebesparing en duurzame energieopwekking bevorderen. In de meer op
solidariteit gerichte scenario’s nemen energieverbruik en CO2-uitstoot wel af, vooral omdat hiertoe een
beleidsintensivering plaatsvindt vanwege de sterke aandacht voor het beperken van het klimaatprobleem.
Ontwikkeling van de CO2-emissie in de 4 scenario’s.
Door de mondiale verschuiving van grootschalige productie zullen de goederenstromen verder toenemen.
Europa is een interessante afzetmarkt voor producten die in lagelonenlanden in grote series worden
geproduceerd. In de nabijheid van de grote afzetgebieden worden de producten bewerkt, klantspecifiek
gemaakt en gedistribueerd. De Nota Mobiliteit voorziet tot 2020 een groei van het goederenvervoer van
15 tot 80% (dit laatste percentage bij hoge economische groei in het Mondiale Markt scenario). Zeker het
transitoverkeer via het hoofdwegennet door Limburg zal hierdoor stevig groeien.
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–11 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),
Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
In combinatie met de ontwikkeling van het personenautobezit en –gebruik (zie hiervoor), resulteert dit in
een totale groei van de mobiliteit tussen 2003 en 2020 van 35 tot 55%. Mede vanwege de effecten op
ruimtegebruik, milieu en leefomgeving, vraagt het accommoderen van de mobiliteit om duurzame
oplossingen.
De ontwikkelingen rond economie en mobiliteit staan centraal in hoofdstuk 5.
Klimaatverandering
In de loop van de 20ste eeuw is de wereldgemiddelde temperatuur met 0,6°C toegenomen. Dat is een
gevolg van natuurlijke oorzaken zoals vulkaanuitbarstingen en zonneactiviteit, en van het door de mens
versterkte broeikaseffect als gevolg van de uitstoot van broeikasgassen. De prognose voor de
temperatuurstijging in de 21ste eeuw varieert van 1,4°C tot 5,8°C, ook voor Nederland. Deze variatie h eeft
te maken met onzekerheden in de werking van het klimaatsysteem en de ontwikkelingen van emissies.
De ambitie van de Europese Unie is om de temperatuurstijging tot 2°C te beperken. Aangenomen wordt
dat dan het proces van klimaatverandering nog beïnvloedbaar is. Om dit te realiseren is een
verdergaande beperking van de uitstoot van broeikasgassen nodig. We zouden dus veel minder energie
moeten gebruiken en de energie die we gebruiken moeten we duurzaam opwekken. Met name in de
marktgerichte toekomstscenario’s is deze ambitie roeien tegen de stroom in. Zelfs als we erin slagen de
uitstoot van de broeikasgassen de komende decennia ver terug te dringen (met minstens 50%), dan nog
treden allerlei gevolgen op. Onontkoombaar is dat we ons hieraan moeten aanpassen.
De temperatuurstijging heeft grote gevolgen voor de waterkringloop. De bedekking van de aarde met
sneeuw en ijs zal afnemen. Minder direct voor Limburg van belang, maar wel voor Nederland, is de
zeespiegelstijging (zo’n 2 cm per 10 jaar) waardoor de kustverdediging versterkt moet worden. Op de
langere termijn (na 2100) zou de zeespiegel tot 88 cm hoger kunnen worden.
Het zal in Nederland meer en extremer (meer regen in korte periodes) gaan regenen met wateroverlast in
de winter. Om deze wateroverlast tegen te gaan zou de ontwerpafvoer voor de Maas en zijrivieren
verhoogd moeten worden met 10% per graad temperatuurstijging. Hierbij moet bedacht worden welk
risico op overstromingen we willen lopen, welke ruimte we voor de rivier en beken zullen moeten
reserveren en hoe we deze ruimte nuttig voor diverse functies kunnen gebruiken.
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–12 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum
Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
Ook zal ons rioleringsstelsel op piekneerslag moeten worden aangepast. De verandering in neerslag heeft
dus gevolgen voor bouwen en landgebruik.
Er zal vaker zomerdroogte optreden. Dit heeft weer gevolgen voor de natuur en de landbouw.
De effecten van klimaatverandering op de natuur zijn reeds merkbaar: het groeiseizoen wordt steeds
langer en soorten uit zuidelijker streken breiden zich uit over heel Nederland. Andere soorten verdwijnen
juist. Of soorten zich tijdig kunnen aanpassen aan de veranderende leefomstandigheden hangt af van de
snelheid van de klimaatverandering en beperkende factoren zoals versnippering van natuurgebieden. Dit
stelt eisen aan ligging van de ecologische structuur.
Doordat het groeiseizoen langer wordt, neemt ook de plantengroei toe, waardoor meer CO2 uit de
atmosfeer wordt vastgelegd (dit remt het broeikaseffect). Enerzijds biedt de klimaatverandering dus een
toename van de productiviteit (langer groeiseizoen) en kansen voor nieuwe gewassen, anderzijds zal de
water- en droogteschade toenemen. Ook het risico van plagen en ziektes wordt groter, vooral in de
biologische landbouw. We moeten ons afvragen of we kunnen doorgaan met beregenen en
grondwateronttrekking of dat we op de lange termijn zouden moeten overgaan naar andere teelten.
Klimaatverandering beïnvloedt ook de volksgezondheid. Hogere temperaturen in combinatie met een
slechte luchtkwaliteit hebben tot gevolg dat meer zieke en oudere mensen eerder kunnen overlijden. Ook
de verandering in soort en verspreiding van insecten, parasieten en infectieziekten brengt gevaren voor
de volksgezondheid met zich mee.
Met name hoofdstuk 4 gaat verder in op de betekenis van mogelijke klimaatverandering voor Limburg,
bijvoorbeeld voor het waterbeleid.
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 2–1 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),
Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
2. Limburg in ruimer verband
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 2.1–1 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),
Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
2.1. POSITIE VAN LIMBURG
Limburg als onderdeel van de Europese Unie
Kansen en uitdagingen voor Limburg liggen meer dan ooit in Europa. De Europese Unie biedt de
mogelijkheden om onze belangrijkste potenties te ontwikkelen. Wij willen daar actief op inspelen en gaan
daarbij allianties aan met alle relevante regio’s en partners. Daarnaast werken we met Belgische en
Duitse partners aan gezamenlijke uitdagingen op Euregionale schaal. Dit doen we via de Euregio’s Maas-
Rijn, Rijnmaas-noord, Benelux Middengebied en Rijn-Waal. Zie hiervoor kaart 2a Limburg binnen
euregio’s. Ook werken we samen met Noordrijn-Westfalen, Vlaanderen en Wallonië, al dan niet samen
met andere provincies.
Samenwerking met andere Europese en Nederlandse regio’s maakt het bovendien mogelijk om in een
vroeg stadium invloed uit te oefenen op rijks- en EU niveau. De Provincie Limburg participeert daartoe
ondermeer in het Comité van de regio’s, één van de adviesorganen van de Europese Commissie en in
diverse lobbystructuren, zoals het Huis der Nederlandse Provincies (HNP) en de Raad van Europese
Gemeenten en Regio’s (CEMR).
De regelgeving van de EU heeft grote invloed op Limburg. Enerzijds in de vorm van richtlijnen en
verordeningen (wetgeving) en anderzijds door middel van subsidiestromen. Op diverse terreinen werken
de EU-lidstaten toe naar een gemeenschappelijk beleid, met name voor regionale economie, landbouw,
transport, milieu en water. Voorbeelden zijn het loslaten van handelsbelemmeringen, het afbouwen
exportsubsidies, hogere kwaliteitseisen aan productieprocessen, vrij verkeer van personen en de
ontwikkeling van Trans-Europese netwerken. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid heeft belangrijke
gevolgen voor de positie van Nederlandse (en dus ook Limburgse) agrariërs. De subsidiëring en
handelsbescherming van de landbouwsector wordt afgebouwd.
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 2.1–2 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum
Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
Vanuit de EU worden impulsen gegeven om de sector naar een nieuwe zelfstandige marktpositie te
helpen, uitgaande van een hoogwaardige, duurzame en kennisintensieve bedrijfsvoering.
De strategische EU-agenda’s “Lissabon” (EU mondiaal sterkste kenniseconomie) en “Göteborg”
(duurzaamheid en energie) hebben ook voor Limburg belangrijke gevolgen.
Het oppakken van grensoverschrijdende ambities is tevens een vertaling van wat het Rijk van de provincie
verwacht, op grond van onder meer de Nota Ruimte, de nota Pieken in de delta en de Nota Mobiliteit.
Limburg: strategisch in het hart van Noordwest-Euro pa
Limburg ligt in het hart van het belangrijkste metropolitane gebied in Europa. Dit gebied concurreert met
andere kerngebieden in de EU en op wereldschaal. Kenmerkend voor dit gebied is de aanwezigheid van
dicht bij elkaar gelegen sterk verstedelijkte regio’s, zoals Londen, Parijs, Randstad, Vlaamse Ruit, het
Duitse Rijn/Ruhrgebied en Frankfort. Hier ligt een groot economisch, sociaal, cultureel en
kennispotentieel. Limburg maakt deel uit van een “tussengebied” tussen deze verstedelijkte regio’s. Er is
een dicht en intensief (ten dele door Limburg lopend) infrastructuurnetwerk dat de mainports Schiphol,
Rotterdam en Antwerpen verbindt met het Europese achterland.
Als gevolg van de dynamiek en verstedelijking heeft noordwest Europa te maken met een hoge
milieubelasting. Het noordwest Europese kerngebied omvat ook belangrijke en hoogwaardige kwaliteit op
het gebied van natuur en landschap.
Bekijken we het tussengebied wat nader dan zijn daar ook stedelijke gebieden van nationale betekenis te
vinden. Zuid-Limburg maakt daarbij deel uit van het in de Nota Ruimte aangegeven grensoverschrijdende
stedelijk netwerk Maastricht-Aken-Hasselt-Heerlen-Luik (MAHHL), dat op zich zelf ook een duidelijk eigen
marktgebied vormt. Buiten het MAHHL-gebied is er het zich ontwikkelende netwerk Brabantstad – Venlo –
Rijn/Ruhrgebied, eveneens aangegeven in de Nota Ruimte. Dit verschaft Limburg een strategisch sterke
positie. Zuid-Oost Nederland is door het Rijk aangemerkt als de kennisregio bij uitstek van Nederland, een
Technologische Top Regio met daarin gelegen de brainport Eindhoven. De grote stedelijke concentraties
op relatief korte afstand vormen een belangrijk “afzetgebied” voor innovatieve, logistieke en
agrotechnische functies. De gunstige ligging biedt Limburg bovendien mogelijkheden te profiteren van
grootstedelijke voorzieningen. Tegelijkertijd kunnen de voordelen worden benut van een relatief rustig en
ten dele nog open gebied met grensoverschrijdende omgevingskwaliteiten (natuur, landschap, recreatie
en toerisme) en een aantrekkelijk woon en werkklimaat. Zie kaart 2b Limburg in Noordwest-Europa.
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 2.1–3 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),
Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
Relaties met Noord-Brabant en Gelderland
Grensoverschrijdende relaties zijn er met name met Noord-Brabant en Gelderland. Samenwerking vindt
bijvoorbeeld plaats ten aanzien van de realisering ecologische structuren, de aanpak van de problematiek
van de Maas, economie en infrastructuur. Hiervoor is reeds gewezen op de betekenis van het netwerk -
Brabantstad – Venlo – Rijn/Ruhrgebied. De noordelijke punt van Limburg ligt in de invloedssfeer van het
stedelijke knooppunt Arnhem-Nijmegen (KAN).
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 2.1–4 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum
Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 2.2–1 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),
Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas
2.2. RELATIE MET HET RIJKSBELEID
Het voor POL relevante rijksbeleid is in de inleidende paragrafen voor de diverse beleidsonderdelen (H4
t/m 6) en waar nodig in de subparagrafen aangegeven.
Voor het provinciale ruimtelijk-economische beleid behoeft de afstemming met en doorwerking van het
rijksbeleid in Limburg een nadere toelichting. Het rijksbeleid hiervoor is verwoord in de Nota Ruimte met
uitwerkingen in ondermeer de Nota Mobiliteit en de Nota Gebiedsgerichte economische perspectieven.
Nota Ruimte
In de Nota Ruimte wordt beschreven hoe het rijk aankijkt tegen de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland.
Ruimte scheppen voor verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak van ons land is
daarbij aangegeven als hoofddoel. Specifiek richt het rijk zich daarbij op: versterking van de internationale
concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en
ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden en borging van de veiligheid. De visie van
het rijk komt in het bijzonder tot uitdrukking in de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur. Kaart 2d geeft een
overzicht van de belangrijkste elementen uit de Nota Ruimte. Deze elementen zullen samen met onder
meer provincies en gemeenten gerealiseerd worden en worden als zodanig ook in dit POL2006 opgepakt.
De belangrijkste voor Limburg relevante elementen (met de status van Planologische kernbeslissing) zijn:
■ de robuuste (ook grensoverschrijdende) ecologische verbindingen; ■ het Nationaal Landschap Zuid-Limburg; ■ de rijksbufferzones tussen Maastricht en Sittard-Geleen en tussen Parkstad Limburg en Sittard-
Geleen;
■ het nationaal stedelijk netwerk Zuid-Limburg (onderdeel van het grensoverschrijdende stedelijk netwerk MAHHL);
-
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 2.2–2 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)
Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)
Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum
Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),
Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van