New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278...

32
ICD journaal www.stin.nl Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal Orde in de chaos deel 2: Kamerritmestoornissen Hartfalenzorg in ziekenhuizen kan patiëntgerichter ICD-dragers en overlijden

Transcript of New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278...

Page 1: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

ICDICDICDICDICDICDICDICDjournaal

www.stin.nl

Editie 2008 16 april 2008

ISSN 1572-5278

2

ICD-implantaties in UMCG Groningen

Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

Orde in de chaos deel 2: Kamerritmestoornissen

Hartfalenzorg in ziekenhuizen kan patiëntgerichter

ICD-dragers en overlijden

Page 2: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

ICDjournaal

Orde in de chaos 4Inaugurele rede prof. dr. I.C. van Gelder,

deel 2: Kamerritmestoornissen

ICD-dragers aan het woord: Pim Verlaan 8Een droom werd werkelijkheid: terug in het eerste elftal

ICD-implantaties in het Universitair Medisch Centrum Groningen 12UMCG staat voor kwaliteit en klantvriendelijkheid

Hartfalenzorg in ziekenhuizen kan patiëntgerichter 18Hartezorg inventariseert kwaliteit hartfalenzorg

in Nederland

Onze sponsors stellen zich voor 23Medtronic

ICD-dragers en overlijden 26Ook een ICD-drager komt een keer te overlijden

Fotografie

Eric Taal, prof. dr. I.C. van Gelder,

Medtronic, Peter Zaadstra

Foto voorpagina

Pim Verlaan

Foto achterpagina

UMCG Groningen

Cartoons

Hendrikus Zwarteveen

Bijdragen voor het volgende nummeruiterlijk 15 mei 2008

toezenden aan het redactieadres

Louis Armstrongerf 24,

4614 XS Bergen op Zoom

@: [email protected]

Voorwoord 3

In elke kerk een AED 7

Medisch begeleid zelfdoseren van antistollingsmedicatie via Internet 14

We moeten veel meer de schouders onder preventie zetten 17

Afscheid zonder angst (column) 21

Groot en klein vaarbewijs 25

Achter het stuur 28

ICD-nieuws 29

en verder

ICD-Journaal 2008, nummer 2

4

12

8

23

Page 3: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

3

ICD’s en dradenJaarlijks hebben in Nederland honderden ICD-dragers hun leven te danken aan het feit dat hun ICD terecht therapie heeft afgegeven. Het spreekt voor zich dat zij op die momenten de cardioloog die de ICD heeft geïm-planteerd en de fabrikant die hem heeft geleverd daar-voor dankbaar zijn.

Anders ligt het wanneer de ICD een onterechte shock afgeeft. Dan is de ICD-drager veelal teleurgesteld in zijn ICD omdat deze onterechte shock onder meer betekent dat er twee maanden geen auto mag worden gereden. Toch zal elke ICD-drager de stelling onderschrijven dat je beter een onterechte shock kunt krijgen dan geen terech-te shock wanneer dat echt nodig mocht blijken te zijn.

Jammer genoeg is het algemeen bekend dat onterechte shocks niet volledig zijn uit te sluiten al is het voorkomen ervan bij de ICD-fabrikanten prioriteit nummer één. Zij streven er uiteraard naar een zo perfect mogelijke ICD te vervaardigen maar als we het hebben over ICD’s en dra-den, moeten we ons realiseren dat we praten over ver-nuftige technische hoogstandjes en - hoe verschrikkelijk het ook mag klinken voor degene die ermee te maken krijgt - in elk elektronisch of technisch product kunnen storingen optreden. We moeten dan ook constateren dat alle fabrikanten hiermee te maken hebben gehad.

Medtronic Sprint fi delis® dradenICD-dragers bij wie Medtronic Sprint fi delis® draden zijn geïmplanteerd, hebben o.a. van hun behandelend cardio-loog te horen gekregen dat dit type draden problemen kan veroorzaken Sommige van hen begrijpen echter niet dat zij onmiddellijk contact moeten opnemen met hun im-plantatiecentrum wanneer hun ICD een signaal (pieptoon of trilling) afgeeft. Ik wil dat nogmaals benadrukken.

VoorwoordRinus Splitvoorzitter

Naar aanleiding van de problemen met deze draden be-reiken ons steeds meer vragen in hoeverre ICD-dragers die hiermee te maken krijgen of hebben gekregen, aan-spraak kunnen maken op een eventuele schadevergoe-ding. In het verleden is hierover tussen de STIN en de fi rma Medtronic contact geweest. Hebt u aantoonbare fi nanciële schade geleden, dan adviseren wij u daarom contact op te nemen met deze fi rma.

Belgische patiëntenorganisatie in oprichting

Ik ben van mening dat belangenbehartiging van ICD-dragers uiteindelijk in Europees verband geregeld dient te worden. Meteen na de oprichting van de STIN zijn wij daarom begonnen met het zoeken naar het bestaan en het leggen van contacten met ICD- patiëntenorganisa-ties in de ons omringende landen. Zonder iemand tekort te doen wil ik toch één man noemen die ons hierbij op voortreffelijke wijze behulpzaam is, te weten de heer D. Joostens, Business Manager CRM België en Tachy Mana-ger Benelux van de fi rma Biotronik.

Dankzij zijn initiatief hebben enkele Belgische cardiolo-gen actie ondernomen om te bezien of er ook in België een patiëntenorganisatie voor ICD-dragers zou kunnen worden opgericht. Het eerste resultaat is geweest dat er in oktober 2007 in Brussel een oriënterende bijeenkomst heeft plaats gevonden. De uitkomst is positief gebleken want op 15 maart zijn wij opnieuw in Brussel aanwezig geweest bij gesprekken over het oprichten van een Bel-gische patiëntenorganisatie voor ICD-dragers. Er waren ongeveer 90 belangstellenden (30 Waalse en 60 Vlaamse ICD-dragers) voor deze oprichtingsvergadering. Het is de bedoeling dat er na een evaluatie van deze dag over enkele maanden opnieuw een bijeenkomst zal plaats vinden die hopelijk zal leiden tot de defi nitieve oprichting van een Belgische ICD- patiëntenorganisatie.

3

Ter kennismaking ontvangt u als donateur of zakelijke relatie gelijk met dit ICD-Journaal een exemplaar van de brochure: Jord en zijn ICD. Het uitbrengen van deze brochure heeft alleen maar zin als iedereen die met “Jord” te maken krijgt, op de hoogte is van het bestaan ervan. U kunt ons daarbij helpen door ouders, onderwijzend en ver-plegend personeel te wijzen op het bestaan van de brochure die ze gratis kunnen bestellen bij de STIN. “Jord” dankt u er bij voorbaat hartelijk voor.

Zegt het voort

Page 4: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

ICDjournaal4

KamerritmestoornisenKamerritmestoornissen krijgen te-recht veel aandacht, omdat ze soms direct levensbedreigend zijn doordat de elektrische chaos die zij veroor-zaken, plaatsvindt in de vitale delen van het hart, de hartkamers. Deze kamerritmestoornissen moeten tijdig worden behandeld met een defi brilla-tie waarbij de elektrische en daardoor

Opmerking redactie: Op 2 okto-ber 2007 aanvaardde prof. dr. I.C. van Gelder het hoog-leraarschap aan de Rijksuni-versiteit Groningen met het uitspreken van haar inaugu-rele rede. Wij zijn van oordeel dat de inhoud te belangrijk is om hem aan onze lezers te onthouden. Daarom publiceren wij haar oratie in enigszins aangepaste vorm. In ICD-Jour-naal 2008, nummer 1 verscheen het eerste deel met als onder-werp: Boezemfi brilleren. In deze afl evering ten slotte deel 2: Kamerritmestoornissen.

Orde in de chaos

mechanische orde in de contracties van het hart hersteld worden.

Elke week worden 300 Nederlanders buiten het ziekenhuis getroffen door een hartstilstand. Op dit moment herstelt maar 5 tot 10 procent van hen. Dat percentage is veel te laag. Snelle en doeltreffende hulp is dus van levensbelang. Betere scholing in reanimatie en het gebruik van een automatische externe defi brillator zal dit percentage kunnen doen toene-men.

Soms kan bij de patiënten die over-leven de kans op opnieuw een hart-stilstand voorkomen worden. Vaak echter blijft het risico op een herhaling aanwezig, ondanks een toename aan medicamenteuze, chirurgische en per-cutane (= via de huid) interventie aan het hart, ’de Dotter’ mogelijkheden. Wel kan tegenwoordig veel ellende voorkomen worden dankzij een gewel-dige vooruitgang van de techniek: de implanteerbare defi brillator, de ICD.

Eind tachtiger jaren kwam deze ICD op de markt. Dat apparaat heeft ons leven fl ink veranderd. Een ICD, eerst groot en eenvoudig en in de buik ge-implanteerd, tegenwoordig van de omvang van een I-Pod en uitgerust met zo mogelijk nog modernere soft-ware, waarbij het herstellen van de orde slechts één van de mogelijke functies is. Zoals veel mensen dage-lijks hun I-Pod gebruiken om controle over en orde in hun leven te houden, zo houdt de defi brillator letterlijk con-trole over het leven van de bezitter. Het heeft geleid tot 30% afname van sterfte bij patiënten met een eerdere hartstilstand en bij hen met een ver-hoogd risico daarop, veelal patiënten met een verminderde pompfunctie. De komende jaren zal het aantal ICD-implantaties in Nederland verder explosief stijgen. In 2000 waren dit er slechts 600, in 2006 ruim 3500. Ik verwacht dat dit aantal voor het jaar 2010 verdubbeld zal zijn. In het UMCG hebben wij in 2007 meer dan 325 ICD’s geïmplanteerd. Geweldig!

prof. dr. Isabelle C. van Geldercardioloog, Thoraxcen-trum Universitair Medisch Centrum Groningen

Meerdere shocks leiden weliswaar tot orde in het hartrit-me, maar ook tot chaos in de psyche.

Page 5: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

5

ICD’s geven shocks, daar zijn ze voor. Alleen iemand die het risico loopt op een levensbedreigende ritmestoor-nis krijgt er één aangeboden. In onze eigen populatie bleek dat binnen 2 jaar al één derde van de patiënten een shock had gehad, conform de gegevens uit de literatuur. Patiënten kunnen veel shocks krijgen door de onderliggende hartziekte, maar ook door technische problemen. Dit kan gevolgen hebben voor de psyche van de patiënt.

Eerst iets over dit laatste, het om-gaan met shocks. Eenmaal een shock wordt vaak goed verdragen. Meerde-re shocks leiden weliswaar tot orde in het hartritme, maar ook tot chaos in de psyche. Angst, niets meer durven doen, je lichaam niet meer vertrou-wen. Belangrijk is voorlichting tevo-ren en adequate opvang erna, liefst binnen een multidisciplinair hartre-validatieteam. Ik prijs me gelukkig met onze afdeling hartrevalidatie te Beatrixoord. Daar wordt gepoogd pa-tiënten met chaos in de psyche weer op orde te brengen. Bovendien wordt hen daar de waarde van een gezon-dere levensstijl onder ogen gebracht.

Natuurlijk moet het aantal shocks zoveel mogelijk beperkt worden, een belangrijk doel van onze behande-ling en ons onderzoek. Anti-aritmi-sche medicatie speelt daarbij een rol. Daarom die noodzaak tot het ontwik-kelen van nieuwe medicamenten.

Ableren van kamerritmestoornissen is een andere mogelijkheid. Genezing met deze techniek is voorbehouden aan patiënten zonder onderliggende hartziekten. In aanwezigheid van een hartziekte is het succes van ablatie nog niet optimaal. Een verdere ont-wikkeling van deze techniek is ab-soluut noodzakelijk. Goed instellen van een ICD is ook essentieel waarbij gebruikt gemaakt kan worden van diverse functies. Soms kan juist een snellere ritmestoornis ontstaan, zo-als in dit voorbeeld kamerfi brilleren (afbeelding 5), doordat de eerste cardioversie-shock te weinig energie afgeeft. Het kamerfi brilleren op de af-beelding kon vervolgens wel gestopt worden door een defi brillatie-shock.

Nieuw is de dagelijkse monitoring van het hartritme, de functie van de ICD en de elektrodes die in het hart lig-gen, en de ernst van hartfalen terwijl

de patiënt thuis is. Zo kunnen een toename van kamerritmestoornissen, dreigende ICD- of elektrodeproble-men, boezemfi brilleren maar ook een verergering van hartfalen tijdig her-kend worden. Ik verwacht dat dit de kwaliteit van zorg en de kwaliteit van leven voor de patiënt zal vergroten. Het vraagt wel een aanpassing van onze logistiek. Wij hopen deze tech-niek spoedig te implementeren. Het ultieme doel is natuurlijk een gun-stige beïnvloeding van de hartziekte waardoor de kans op ritmestoornis-sen vermindert of zelfs volledig voor-komen wordt. Herstel van orde.Dit is tegenwoordig mogelijk voor een deel der patiënten met hartfalen. Wij geven hen een ICD met een twee-ka-mer pacemaker, waarbij niet alleen

de rechter- maar ook de linkerkamer gestimuleerd wordt door een extra linkerkamerelektrode. Behandeling van hartfalen, dat is toch geen werk voor een ritmedokter? Klopt, maar deze behandeling wordt toegepast bij patiënten met niet alleen een falende hartspier maar juist ook falende elek-trische geleiding, waar ik mee bedoel dat beide hartkamers niet gelijktijdig geactiveerd worden. Dat wordt met 2-kamer pacen hersteld. Veertig pro-cent van onze ICD-patiënten krijgt momenteel ook zo’n linkerkamer-elektrode, (zie afbeelding 6). Dit per-centage zal de komende jaren sterk stijgen.

U begrijpt dat de plaats waar gesti-muleerd wordt, essentieel is om suc-

kamerfi brilleren

linkerkamerelektrode

Page 6: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

ICDjournaal6

ces te hebben. Van binnenuit, via de ader, is dat niet altijd mogelijk. Dit draagt bij aan het falen van deze behandeling, een wereldwijd pro-bleem bij 20-30% van de patiënten. Samen proberen we het succes te verbeteren door de elektrode chi-rurgisch daar te plaatsen waar het herstel van gelijktijdige activatie van beide kamers de hoogste kans van slagen heeft! Ook bij deze in-greep gebeurt dit via snedes aan de zijkant van de borstkas en niet met een openhartoperatie. De behande-ling van deze patiënten is complex. U zult het misschien met mij eens zijn dat dit het best kan gebeuren in expertisecentra.

De patiëntenzorgPatiënten moeten tegenwoordig be-handeld worden volgens de erkende richtlijnen. Dit zou kunnen inhou-den dat tenminste een deel van de behandeling ook goed door andere disciplines kan gebeuren, natuurlijk onder directe supervisie van de cardi-oloog. Immers gespecialiseerde ver-pleegkundigen kunnen gestandaar-diseerde zorg leveren. Wel dienen zij overleg te voeren met de cardioloog bij complexe patiënten en bij pro-blemen. Multidisciplinaire aanpak is vaak laagdrempeliger, waardoor het de contacten met de verwijzers kan vergemakkelijken. Deze multidiscipli-naire aanpak hoop ik de komende ja-ren te verwezenlijken voor patiënten met boezemfi brilleren.

Ik noemde het al, een gestructu-reerde polikliniek zal bijdragen aan een eenvoudiger doorverwijzing van huisarts naar cardioloog. Eenmalige doorverwijzing naar de cardioloog van elke patiënt met ritmestoornis-sen kan mijns inziens bijdragen aan een optimale behandeling. Dit vereist uiteraard een verbeterde logistiek. Op de achterpagina van de NRC stond hierover onlangs nog een anekdote: ’vandaag bij de specialist, onderzoek over 6 weken, en weer 6 weken la-ter de uitslag’. Dat is inderdaad niet goed en past niet bij deze tijd. Wij moeten hiervoor waken, het heft in eigen handen nemen en ons niet, in de binnenbocht, laten passeren door die nieuwe privé klinieken, waar in één dag een volledige cardiologische screening inclusief uitslagen en star-ten van behandeling – “de one stop shop” – wordt aangeboden. Wij moe-ten orde houden!

Continue thuisbewaking, homemoni-toring, ik besprak het zojuist, zal tot een andere belangrijke verbetering van zorg kunnen leiden en meer orde in de chaos brengen. Polikliniekbe-zoeken kunnen worden verminderd. Onze ICD-technici verrichten jaarlijks meer dan 6000 controles op hun poli-kliniek. Met homemonitoring kan een deel van de controles thuis gebeu-ren. Patiënten worden alleen fysiek opgeroepen indien er op afstand iets abnormaals gezien wordt. Dit zal de patiënt veel voordelen bieden: tijd-winst, geen reiskosten, minder erger-nis en minder afhankelijk van familie voor vervoer. Bovendien is het goed voor het milieu. Ook wij kunnen bij-dragen aan de fi lebestrijding.

De wetenschapClinici kijken altijd met enige jaloezie naar experimentele wetenschappers. Voor ons is de tijd die beschikbaar is voor onderzoek meestal de tijd die overblijft nadat patiëntenzorg, on-derwijs en managementtaken zijn vervuld. ’Protected research time’ of-tewel beschermde tijd om onderzoek te doen is vaak niet geregeld. Ik ben er een voorstander van dat collegae die wezenlijk en kwalitatief goed on-derzoek doen ’protected research time’ krijgen. ’Tijd zonder pieper’, al-leen dan kan hoogstaand onderzoek worden verricht. Dit zal de kwaliteit van het onderzoek ten goede ko-men.

Want inderdaad moet het weten-schappelijk onderzoek in Nederland, in ICIN-verband (Interuniversitair Cardiologisch Instituut Nederland) bijvoorbeeld, en ook in het UMCG naar een hoger plan, willen we kun-nen concurreren. Dit betekent dat er een omgeving geschapen moet worden die onderzoekers verleidt tot optimale prestaties, ook hier in Gro-ningen. Nu worden briljante weten-schappers weggekocht door top-uni-versiteiten in het buitenland en in ’ver’ Groningen moeten wij ook nog eens concurreren met de rest van Neder-land. Minister Plasterk heeft hiertoe

een belangrijk initiatief genomen. Hij wil veelbelovende onderzoekers meer kansen geven. Daartoe zal een over-heveling van 100 miljoen Euro plaats-vinden van de eerste geldstroom, de universiteiten, naar de tweede geld-stroom, onder andere NWO, de Ne-derlandse Organisatie voor Weten-schappelijk Onderzoek. Hierdoor kan de onderzoeker zelf bepalen hoe het geld wordt ingezet. Een hele goede zaak maar dit betekent dat er zorg-vuldig moet worden omgegaan met deze onderzoekers.

Klinische onderzoekers willen naast wetenschapper ook medisch specia-list worden. Daartoe dienen zij, veelal na hun promotie, een full-time oplei-ding gedurende 6 jaar te volgen. Dit maakt goed onderzoek tijdens die periode onmogelijk! Zo kunnen zij in hun meest productieve jaren, juist gepromoveerd, slecht concurreren met de zojuist gepromoveerde expe-rimentele wetenschappers.

Er is een MD-PhD traject voor stu-denten, een innovatief en succesvol initiatief van deze universiteit, waar-bij een student in 8 jaar èn arts (MD) wordt èn promoveert (Ph-D). Een dergelijk traject zou een mogelijk-heid kunnen zijn voor klinische on-derzoekers tijdens hun specialisatie. Zo zouden zij tijdens hun opleiding tot specialist met meer succes hun wetenschappelijke carrière kunnen uitbouwen. Alleen zo zullen we verze-kerd blijven van hoogstaand klinisch onderzoek.

Terug naar de titel van mijn rede: ORDE IN DE CHAOS

Ritmestoornissen leiden tot chaos, op vele gebieden. Ik hoop dat ik U dit heb duidelijk gemaakt. Gelukkig is ons vak sterk in beweging. Ik ben er van overtuigd dat nieuwe ontwikke-lingen zullen leiden tot betere behan-delingsmogelijkheden en preventie en dat dit zal bijdragen aan orde in de chaos. ■

Page 7: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

7

„Ik heb het zelf al twee keer meege-maakt. De eerste keer was het een kerstdienst in 1979. Ik was ouderling van dienst en zag een vrouw weg-glijden in een kerkbank. Ik ging er meteen op af, droeg haar in de rau-tekgreep met behulp van een andere kerkganger de kerkzaal uit en startte de reanimatie. Al snel kwam de am-bulance. Met een defibrillator kreeg het ambulancepersoneel haar hart weer aan de gang. In de loop van de middag kwam zij weer bij. Zij was toen 72 jaar en overleed uiteindelijk twintig jaar later. Vijftien jaar later overkwam me het nog eens onder een dienst. De man, 76, redde het ook. Hij werd daarna twee keer ge-dotterd en kreeg vijf omleidingen.”

Tot een paar jaar geleden was als eerste hulp reanimeren met hartmas-sage de enige optie. Pas als er een ambulance arriveerde kon er ook ge-defibrilleerd worden. Maar sinds een jaar of drie zijn er ook kleine, relatief goedkope, apparaten in de handel: de Automatische Externe Defibrilla-tor (AED). „Het begon met een paar kroegbazen in Maastricht. Die wilden niet afhankelijk zijn van de ambu-lance als een klant een hartaanval kreeg. Ze schaften zich een AED aan.” Inmiddels zijn er al een paar fa-brikanten van AED’s. Het mooie van die apparaten is dat zij eigenlijk de leiding overnemen, dus eenvoudig te gebruiken zijn. Ze maken steeds een ECG, een Electro Cardiogram.

Toepassing van de AED kan beslist niet zonder basisreanimatie. Daar blijf je als hulpverlener mee door-gaan tot het apparaat aangeeft dat

Theo Klein

Bij een hartaanval telt elke seconde

In elke kerk een defibrillator

je hiermee kunt stoppen. Je mag een AED overigens alleen gebruiken als je een bevoegdheid hebt van de Neder-landse Reanimatieraad. Maar die be-voegdheid kun je in een cursus van drie à vier uur halen. Boender geeft zelf ook deze, en nog een aantal an-dere eerste hulp cursussen.

Volgens Boender verhoogt een AED de kans op overleven fors. Bij een hartaanval telt elke seconde. Reden genoeg om zoveel als hij kan ’re-clame’ te maken voor het apparaat. Zijn eigen kerk, een PKN-gemeente te Zwolle overweegt al de aanschaf. Soms stopt de bloedcirculatie om an-dere redenen dan dat de hartspier niet meer samentrekt maar fibrilleert, zeg maar fladdert.

Groter risico Maar van 15.000 hartinfarcten per jaar is in 80 procent van de geval-len een hartritmestoornis de oorzaak. Met een AED neemt de kans op her-stel met 50 tot 70 procent toe. Ze-ker voor kerken die moeilijk voor een

ambulance te bereiken zijn is het het overwegen waard. „Hoe sneller de hulp er is hoe beter. Als hulp langer dan zes minuten uitblijft is de kans tot overleven niet alleen minder, ook is er een groter risico bij overleven op restschade. Na zes minuten sterven er per minuut zo’n tien procent van de hersencellen af en verzuren de spiercellen van het hart. Het is toch mooi als je dan een werktuig in Gods hand mag zijn en een slachtoffer door reanimatie kunt redden? Maar het is en blijft: aan Gods Zegen is alles ge-legen.” Helaas overkwam het Boender ook wel eens dat reanimatie niet baatte. „Als iemand een ernstige hersen-bloeding heeft, stopt de bloedcircula-tie ook. Maar reanimeren helpt dan niet. Het gebruik van een AED kan in die gevallen overigens geen kwaad.” „Doe je niets dan overlijdt de getrof-fene ook.”

De kosten vallen mee, vindt Boender. „Een goed AED apparaat kost een kleine 2500 euro. Daar komen dan nog eventuele kosten voor een oplei-ding bij. Maar als je met zo’n investe-ring een leven weet te redden? Laat je overigens wel goed voorlichten. Er zijn vele AED’s op de markt, maar niet allen zijn gebruiksvriendelijk.” ■

Wie meer informatie wil over AED en reanimatie kan zich wenden tot Sjaak Boender: [email protected]

(Met toestemming overgenomen uit Centraal Weekblad)

Het kan zomaar gebeuren: een kerkganger krijgt onder de dienst een hartaanval. Hoe sneller de reanimatie plaats-vindt, hoe meer overlevingskans de patiënt heeft. Vandaar dat Sjaak Boender (65) vindt dat elke kerk een Automati-sche Externe Defibrillator (AED) in huis moet hebben.

Page 8: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

ICDjournaal8

Ik zal van vooraf aan beginnen want ik heb een lange weg bewandeld voordat ik uiteindelijk mijn titaniumvriendje kreeg. Ik voetbalde al vanaf mijn 5e en tot mijn 8e jaar heb ik nergens last van gehad.

Ik vergeet de dag nooit meer. We waren kampioen ge-worden en moesten na de wedstrijd op de foto. Tijdens het nemen daarvan werd ik ineens helemaal niet lekker. Ik zag een zwarte vlek en kon bijna niet meer op mijn benen staan. Ik begon ook heel erg te zweten, werd mis-selijk en moest overgeven. Mijn ouders dachten dat ik gewoon ziek was geworden, dus lieten ze het voor wat het was. Totdat het een week of wat later weer gebeurde. Toen hebben ze de huisarts ingeschakeld. Die kon tegen de tijd dat ik bij hem terecht kon – zo’n 2,5 à 3 uur later – niets onregelmatigs meer ontdekken. Het lag aan mijn eetgedrag. Ik had te weinig suikers en moest voor de wedstrijd maar eens proberen bananen te eten en dex-trotabletten innemen. Het hielp allemaal geen ene moer! Daarna was het mijn maag die van streek raakte tijdens inspanningen waardoor ik misselijk werd. Ik kreeg tablet-ten maar dat hielp ook niet. Zo heb ik 5 jaar met dezelfde klachten rondgelopen zonder dat de huisarts de oorzaak kon vinden.

Tijdens een toernooi met Hemelvaart kwam mijn vader kijken. Het was mooi weer en redelijk warm. Bij de laat-ste wedstrijd kon ik niet meer. Ik kreeg weer een aanval zoals we dat zelf noemden en zei tegen pa dat ik wilde stoppen met voetballen. Zo had ik er echt geen zin meer in. Mijn vader schrok zich rot, zo vertelde hij me later, want ik trok niet wit weg maar werd helemaal asgrauw. Omdat hij toen net zijn cursus BHV (Bedrijfshulpverle-ner) had gedaan dacht hij meteen dat er iets niet goed was met mijn hart. We zijn opnieuw naar de huisarts ge-gaan en hebben gevraagd om een verwijskaart voor het ziekenhuis. Die kregen we zonder enig probleem en een paar dagen later zat ik bij de kinderarts. Die stelde voor om een hartfilmpje te laten maken. Zo gezegd zo gedaan. Uit het filmpje bleek al heel gauw dat er iets mis was met mijn hartslag en daarom werd ik meteen doorverwezen naar het Sophia Kinderziekenhuis. Daar onderwierp men mij aan een 24-uurs Holtertest. Toevallig had ik diezelfde avond nog een oefenwedstrijd die ik ook gespeeld heb.

Op de uitslag hoefden we niet lang te wachten want na 2 dagen werden we al gebeld met de mededeling dat ik me vanaf dat moment niet meer mocht inspannen. De Holtertest toonde namelijk aan dat ik bij inspanning, een half uur tot 45 minuten lang, last had van ritmestoor-nissen met een hartslag van ruim 240 slagen. Normaal gesproken is dit niet echt gezond en het kan zelfs le-vensbedreigend zijn. En dan te bedenken dat zich dit gewoon 3 tot 4 keer per week had voorgedaan. Ik heb echt enorm veel geluk gehad dat ik toentertijd altijd ben blijven sporten en op een onverklaarbare manier goed naar mijn lichaam heb geluisterd. Voor een klein ventje van dertien jaar dat ik toen was, is dat eigenlijk best knap geweest.

Naar aanleiding van de uitslag heeft men vervolgens anderhalf jaar onderzoeken gedaan in het Sophia maar zonder resultaat. Op mijn 15e werd toen besloten om te gaan ableren. De eerste keer lukte dat niet helemaal. Omdat de artsen nu wisten waar ze moesten zijn, beslo-ten ze om de ablatie 2 dagen later over te doen. Deze keer slaagde de ingreep wel en was het zelfs zover dat ik na een paar maanden weer mocht gaan sporten. Maar dat zou van korte duur lijken! Tijdens mijn verblijf in het ziekenhuis ontmoette ik voor het eerst verpleegster Agnes met wie ik in de loop der jaren toch wel een leuke band heb opgebouwd.

Omdat de ritmestoornissen wel minder heftig werden maar niet verdwenen, ben ik op mijn 17e opnieuw ge-ableerd. Pas na die 3e ablatie ben ik weer voor 100% gaan sporten. Tot mijn 20e heb ik gewoon gevoetbald met weinig tot geen klachten. Toch wilden de artsen me voor alle zekerheid even helemaal nakijken. Dat bleek niet voor niets te zijn want nu kwam eindelijk aan het licht dat ik een hartziekte heb met de naam ARVD (Arit-mogene Rechter Ventrikel Dysplasie). Deze ziekte zit in je genen en brengt ernstige ritmestoornissen met zich mee. Het vervelende van ARVD is dat die ritmestoornis-sen niet te voorspellen zijn. Ze kunnen ineens zomaar ontstaan zonder dat je normaal gesproken ergens last van hebt en dat kan juist fataal zijn. Gelukkig is dit bij mij niet het geval geweest en ik ben blij dat ik mijn er-varingen met u mag delen.

Een droom werd werkelijkheid: Terug in het eerste elftal

ICD-dragers aan het woord:

Pim Verlaan

Hallo ICD-dragers en/of familie van. Ik ben Pim Verlaan, ben 22 jaar en woon in Waddinxveen. Sinds 8 augustus 2006 ben ik de (trotse) bezitter van een ICD-kastje. Graag wil ik jullie mijn levensverhaal vertellen in de hoop dat ik misschien nuttige informatie doorgeef aan nieuwe en vooral aan jonge ICD-dragers.

Page 9: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

9

De beslissing: wel of geen ICDIk was op vakantie in Frankrijk toen ik bericht van thuis kreeg dat de artsen zeker wisten dat ik een ICD zou moeten/kunnen laten implanteren. Dat is heel snel ge-gaan want nog geen 2 weken later was ik ICD-drager.

Toch heb ik niet meteen ja gezegd. Ik heb er heel goed over nagedacht en geluisterd naar mijn ouders, mijn vriendin, mijn trainer en mijn vrienden. Maar ook Ag-nes heeft me een behoorlijke duw in de rug gegeven. Zij heeft me over veel dingen goed geïnformeerd en is daardoor een belangrijke vertrouwenspersoon voor mij geworden. Ik denk dat het belangrijk is voor een ICD-drager om zo iemand te hebben.

Ze heeft me ook geadviseerd om een ICD te nemen om-dat er eigenlijk alleen maar voordelen aan een ICD zitten als je er een nodig hebt. Maar toch twijfelde ik. Je bent tenslotte pas 20 en er wordt wel wat in je lichaam gezet waar je nooit meer buiten kunt. Bovendien voelde ik me verder goed en had ik geen klachten. Hartproblemen zijn toch eigenlijk voor opa’s en niet voor een jongen van 20. Ik had heel erg het gevoel dat ik beperkt zou worden in mijn doen en laten. Ik dacht dat voetbal er voor mij misschien niet meer in zou zitten en ik hoorde dat ik niet meer alleen mocht gaan vissen. Maar daar had ik binnen 5 minuten een oplossing op. Vissen is namelijk een grote

passie van mij net als voetbal. “En met een zwemvest dan?” riep ik ineens terwijl mijn familie, mijn vriendin en mijn trainer aandachtig naar de uitleg van Agnes zaten te luisteren. Iedereen barstte in lachen uit. Maar ik kreeg wel toestemming om dan eventueel alleen te gaan vis-sen met zwemvest. Ook sporten met een ICD zou geen probleem zijn en ik zou ook gewoon een biertje kunnen drinken en lekker uit kunnen gaan.

Nadat ik voor mezelf alle informatie goed op een rijtje had gezet, heb ik – tot grote vreugde van alle dierbare mensen om me heen – de beslissing genomen om de ICD te laten implanteren. Degenen die voor de keuze staan, of die naast iemand staan die de keuze moet ma-ken, zou ik willen meegeven: Laat de persoon in kwestie ook echt zelf de keuze maken. Want alleen als je er zelf voor 100% achter staat, zul je er het meeste voordeel uit halen en alles positiever benaderen zodat je ook met een ICD in je leven van alles kunt bereiken.

De operatieHet is maandag 7 augustus en ik kom aan in het Eras-mus Medisch Centrum in Rotterdam. Ik word goed op-gevangen en krijg de laatste informatie. Men laat mij zelfs een ICD zien zoals die ook bij mij geïmplanteerd zal worden. Dit geeft me een heel goed gevoel omdat ik nu precies weet wat er in mijn lichaam zal komen. De

Hartproblemen zijn toch eigenlijk voor opa’s en niet voor een jongen van 20

foto Eric Taal

Page 10: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

ICDjournaal10

zusters die mij verzorgen zijn erg aardig en gezellig. Ze hebben tenslotte niet iedere dag een jongen van 20 op de hartafdeling.

De volgende dag was het zover. Aan het begin van de middag zou ik een kersverse drager zijn van een ICD. Ik had de zuster verteld dat ik na de verplichte 6 uur rust eerst een rondje zou gaan lopen. De zuster moest hard lachen en zei dat ik niet zoveel praatjes moest hebben. Maar de volgende dag liep ik na 6 uur met mijn ICD inderdaad een rondje over de afdeling. Zoals men mij verteld had, was de operatie geen grote ingreep. Na de plaatselijke verdoving voelde ik er niets meer van en heb ik grappen gemaakt met de doktoren. Ach ja, ik ben ook wel een beetje gek!

Het herstelNa de operatie geldt een herstelperiode van minimaal 6 weken. Maar na 3 weken stond ik alweer te popelen om mijn voetbalschoenen aan te trekken. En dat zwemvest was ook al weer bijna versleten. Na 6 weken was het dan eindelijk zover. Ik zou voor mezelf een paar rondjes gaan lopen tijdens de training van mijn teamgenoten. Na 10 minuten vond ik het wel mooi geweest. Maar toen ik die gasten zag voetballen, kon ik het ook niet laten. Ik pakte een bal en begon tegen een muurtje lekker een balletje te trappen. Ik schoot de bal over het muurtje en terwijl ik eromheen liep en vlak bij de bal was, voelde ik ineens een klap op mijn borst en zag ik een flits in mijn ogen. Waar ik zo bang voor was, was gebeurd. Ik had gelijk bij de eerste training al een shock te pakken. De volgende dag wisten ze in het ziekenhuis te vertellen dat mijn hartslag in 1 keer van 150 naar 235 was gegaan.

Omdat men de maximumhartslag had ingesteld op 220 slagen, had ik dus een shock gekregen. Nadat de instellingen waren veranderd, ging ik een week later vol goede moed opnieuw het veld op. Ik had geen zin in rondjes lopen en daarom trainde ik rustig met de jongens van het 2e mee. Tijdens het laatste partijtje, 5 minuten voor het einde van de training, kreeg ik na een sprintje weer een shock. Ik herkende het gevoel meteen en wist eigenlijk niet of ik nu moest stoppen met trainen of gewoon doorgaan. Want ik voelde me immers hart-stikke goed en had na die shock nergens last van Toch besloot ik om te stoppen.

De volgende dag in het ziekenhuis vond ik minder leuk. Wat ik vreesde werd bewaarheid. De dokter adviseerde me heel nadrukkelijk te stoppen met sporten omdat ik alleen daarbij een shock kreeg. Ook schreef hij bètablok-kers voor. Ik besloot om voorlopig maar even te stoppen met sporten en af te wachten hoe de medicijnen zouden aanslaan. De dosering was echter te hoog. Ik werd er al-leen maar hondsmoe van en raakte in een soort dipje. Ik deed mijn dagelijkse dingen zoals stage, school en werk. Maar echt gezellig was ik zeker niet.

De draad weer opgepaktBij de eerste controle na mijn 2e shock en een paar weken medicijngebruik bleek al gauw dat mijn hartslag in rust veel te laag was. Dat was ook de reden van de vermoeidheid en het niet lekker in mijn vel zitten. De cardioloog besloot om de dosering te halveren en het weer een periode aan te kijken. Nu merkte ik dat ik me langzamerhand steeds beter ging voelen en weer meer plezier kreeg in dingen. Tijdens het uitgaan met mijn vrienden was ik steeds vaker op de dansvloer te vin-den om lekker los te gaan. Want ook uitgaan en een biertje drinken met mijn vrienden doe ik graag. Geluk-kig ondervind ik daarbij totaal geen problemen met mijn ICD-kastje! Nog nergens ben ik geweigerd of hebben ze moeilijk gedaan over de beveiligingspoortjes waar ik met mijn ICD niet doorheen mag.

Soms moet ik wel lachen. Als ik ga stappen, vergeet ik namelijk mijn ICD-pasje nogal eens. Als het beveili-gingspersoneel me niet gelooft (wat vaak gebeurt) laat ik gewoon zien waar de ICD onder mijn huid zit. Je moet ze soms zien kijken, die stoere kerels van 2 bij 2. Hele-maal verbaasd. Ik vind hun reactie wel leuk en schaam me helemaal niet voor mijn ICD.

Maar terug naar mijn positieve reactie op de halvering van de medicijnen. Na een paar weken had ik al zoiets van: ik ga weer proberen te trainen. Zo gezegd zo ge-daan. Mijn ouders en mijn trainer hadden er geen be-zwaar tegen zolang ik maar goed naar mijn lichaam zou luisteren. Met die gedachte ben ik weer het veld op ge-stapt en ben ik begonnen met 10 minuten meetrainen. Stap voor stap heb ik dit opgebouwd tot ruim 40 à 50 minuten.

Ik ben een gelukkige jonge knul die veel plezier maakt in het leven en geniet van het sporten!

Page 11: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

11

Op een gegeven moment zat het 2e elftal krap met zijn spelers. Daarom vroeg men of ik misschien wilde probe-ren een helft mee te spelen. Dat klonk mij als muziek in de oren. Dezelfde avond heb ik het thuis voorgelegd en de volgende dag het ziekenhuis gebeld om te vragen of het verantwoord was. Mijn cardioloog antwoordde dat het geen enkel probleem was, mits ik me goed voelde en tij-dens het trainen nergens last van had. “Je bent tenslotte beveiligd!”, zei hij.

Die zondag heb ik inderdaad een helft gespeeld zonder een shock te krijgen! Dit was een geweldige ervaring en het smaakte naar meer. Stiekem hoopte ik mijn rentree te ma-ken in het 1e elftal! De weersomstandigheden waren me gunstig gezind in die zin dat er, door het slechte weer, vier weken achter elkaar geen wedstrijd gespeeld kon worden, waardoor ik lekker kon doortrainen. Mijn kans kwam toen een aantal spelers van het 1e op wintersport was en ik werd gevraagd om mee te gaan om op de bank te zitten. Dat heb ik gedaan en de laatste 10 minuten heb ik zelfs meegespeeld. Ik was weer een stap dichterbij mijn doel!

Twee weken later was het dan echt zover. Vanwege mijn inzet bij de training werd ik uitgenodigd voor het eer-ste. De 2e helft heb ik helemaal uitgespeeld en ik pikte ook nog een doelpuntje mee. Omdat de wedstrijd verliep zonder dat ik een shock had gekregen, lag de weg voor het voetbal weer volledig open. Iets waarvan ik een paar maanden eerder niet had durven dromen. Maar het was toch allemaal te danken aan mijn eigen inzet en het ge-loof dat het moest lukken.

De tijd van glorieMet voetbal had ik de laatste jaren weinig gewonnen. Maar na mijn terugkeer leken de kansen gekeerd. Het 1e had nu een mooie plek bij de bovenste 7 en we maakten kans op een periodetitel. Tijdens de laatste 7 competitie-wedstrijden die ik mee kon spelen kwamen we daarvoor helaas net 1 punt te kort. Zelf wist ik 5 goals te maken, een mooi persoonlijk succes. Dit was het begin van een goede periode. Met mijn team wonnen we zelfs het bedrij-ventoernooi dat mijn club (Floreant uit Boskoop) elk jaar organiseert. Ik werd bovendien topscoorder van het toer-

nooi en wist in de finale binnen 20 minuten te scoren. Mijn droom kwam uit: Ik mocht de beker vasthouden, opnieuw genieten van het voetballen en vooral van het overwin-nen. Het kan allemaal weer, dankzij mijn ICD-kastje en de medicijnen. Ik hoef nergens bang voor te zijn.

Hoe het nu isAfgelopen zomer heb ik mijn studie werktuigbouwkunde afgerond en werk ik samen met mijn vader als klussenier. Dit is een fulltime baan en het is hard werken maar ik kan het goed volhouden ook in combinatie met het voet-ballen. Want ja, ik speel nog steeds in het 1e van Flore-ant en ben momenteel topscoorder met 12 goals in 10 wedstrijden. Dit was ook de redactie van de regiokrant van het AD niet ontgaan en daarom heeft er in december 2007 een interview met mij ingestaan waarin ik vooral het verhaal van mijn ICD heb verteld. Er werd gesproken over een wonder op 2 benen en ik ben blij dat ik dat zelf heb kunnen lezen. Want zonder al deze moderne tech-niek is het ook nog maar de vraag of ik dit verhaal voor het ICD-Journaal wel had kunnen schrijven!

Tot slotIk kan u vertellen dat het op mij wel allemaal indruk heeft gemaakt, maar dat ik het altijd een beetje over me heen heb laten komen. Ik heb geen normale jeugd ge-had, maar wie wel? Iedereen heeft wel eens wat, toch? Daarbij heb ik enorm veel steun gehad van mijn ouders. Niet dat ze me verwenden of enorm bezorgd deden om mij maar omdat ze lieten merken dat ze me vertrouwden en geloofden dat ik zelf kon beslissen over wat wel en niet goed voor me was. Ze hebben me nooit wat verbo-den alleen maar gevraagd of het slim was en of ik het aankon. Dat is de beste steun die een tiener zich maar kan wensen mits hij of zij zelf ook zijn verantwoording draagt want je hebt maar 1 leven en 1 hart dus doe daar voorzichtig mee!

Graag wil ik mijn ouders en mijn vrienden bedanken die altijd voor me klaar hebben gestaan. Want zonder hen was ik nu niet wie ik ben en waar ik ben.Iedereen bedankt! Jullie zijn TOP! ■

Mijn droom kwam uit: Ik mocht de beker vasthouden

Centraal registratiesysteem voor ICD’s en pacemakers operationeelIn ICD-Journaal 2007-4 hebben wij aandacht besteed aan de opzet van een nieuw landelijk systeem voor de registratie van implantaties van ICD’s en pacemakers onder de naam DIPR (Dutch ICD & Pacemaker Registry).

Onlangs ontvingen wij van de NVVC bericht dat het systeem vanaf 10 maart 2008 online is. Om dit te realiseren is in de maanden daarvoor onnoemelijk

veel werk verzet. Onder andere zijn de data van meer dan 45.000 pacema-kerpatiënten ingebracht die tot nu toe werden beheerd door de SPRN (Stich-ting Pacemakerregistratie Nederland). Daarnaast zijn reeds 2000 nieuwe pa-tiënten ingevoerd.

Het grote voordeel van het nieuw regi-stratiesysteem is dat beter kan worden ingespeeld op allerlei complicaties die

kunnen optreden na implantatie van een pacemaker of inwendige defibril-lator (ICD). Op dit moment is niet be-kend hoeveel complicaties er optreden. Behalve informatie over de gevolgde procedures worden door DIPR ook technische gegevens over de gebruikte materialen geregistreerd. Daardoor kunnen bij een eventuele recall de be-trokken patiënten snel worden opge-spoord en op de hoogte gesteld.

Page 12: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

ICDjournaal1212

Wie is wie?Op de voorzijde van de vorige editie van ons blad prijkte prof. dr. I.C. van Gelder, cardioloog en hoogleraar elek-trofysiologie. U leest het tweede deel van haar inaugu-rele rede elders in dit blad. Zij was niet bij dit interview aanwezig. Cardioloog-elektrofysioloog dr. A.C.P. Wiesfeld promoveerde in 1996 op ventriculaire ritmestoornissen en zal bij veel ICD-dragers uit het UMCG bekend zijn doordat zij lange tijd de informatiebijeenkomsten geor-ganiseerd heeft. Die taak ligt voortaan in de handen van dr. A.H. Maass, eveneens cardioloog-elektrofysioloog. Hij is als hoofd van de pacemakerkamer verantwoordelijk voor implantaties, inclusief de nazorg. Dr. B.A. Schoon-derwoerd is als cardioloog betrokken bij de implantatie van ICD’s en CRT-D’s. Hij volgt een opleiding als fellow elektrofysiologie. Daarnaast is dr. W. Nieuwland, cardi-oloog, betrokken bij de implantaties en nazorg, evenals dr. R.A. Anthonio, cardioloog. Henk Mulder is als car-dio-technicus bij het controleren en programmeren van o.a. defibrillatoren betrokken. Maar hij en zijn collega’s hebben niet alleen oog voor de technische aspecten. Ze luisteren ook naar wat mensen niet zeggen. Door die extra aandacht voor de mens werken zij zo mee aan de Groningse patiëntvriendelijkheid.

Voor- en nazorgZoals veel centra heeft het UMCG een eigen voorlichtings-brochure die aan de (toekomstige) ICD-drager wordt uit-gereikt; het is de bedoeling om de informatie uit de eigen brochure ook op een eigen website te gaan aanbieden. Daarnaast wordt de ICD-brochure van de Nederlandse Hartstichting gebruikt. Een dag voor de ingreep komt de

implanterende cardioloog langs voor een gesprek waarin ruimte is om alle vragen te stellen en beantwoord te krij-gen. Daarin komt expliciet het onderwerp ’autorijden en rijbewijs’ ter sprake. Ook op voorlichtingsbijeenkomsten staat dat elke keer op de agenda. Iemand van het CBR in Assen is enkele malen aanwezig geweest en heeft zo kunnen horen waar ICD-dragers tegenaan lopen.Iedereen die bij een cardioloog van het UMCG onder controle blijft, krijgt iemand van het Bureau Nazorg aan het bed met het aanbod om gebruik te maken van het verpleegkundig spreekuur (zie kader) waar besproken wordt hoe het thuis gaat en welke ervaringen, klach-ten of vragen er zijn. Patiënten uit andere ziekenhuizen die alleen voor de implantatie naar Groningen verwezen werden, zullen voor die nazorg in hun eigen ziekenhuis moeten zijn.De dag ná implantatie worden enkele metingen gedaan, daarna volgt meestal ontslag. Het UMCG kan vervolgens een revalidatieprogramma in het eigen Beatrixoord aan-bieden, een centrum dat met een multidisciplinaire aan-pak oog heeft voor zowel de fysieke als de psychosociale aspecten van het leven als revaliderende ICD-drager.

ShocksHet krijgen van een shock kan daarbij een erg vervelen-de en belastende ervaring zijn. Er gebeurt van alles met je en dat kan tot heel wat angst bij jezelf of de partner leiden. Ook in het UMCG probeert men de ICD zo in te stellen dat je zo min mogelijk shocks krijgt en vaak is dat met goed ingestelde medicijnen (met name bètablok-kers) te bereiken. Tegelijk moet er maximale zekerheid zijn dat de ICD ingrijpt als dat nodig is. Beter een keer

UMCG staat voor kwaliteit en patiëntvriendelijkheid

Er gaat niets boven Groningen

Frans Mol, Peter Zaadstra (redactie), Dineke van Slooten en Egbert Oosterloo

De stad Groningen herbergt het meest noordelijke van de zestien Ne-derlandse implantatiecentra: het Universitair Medisch Centrum Gronin-gen. Meer dan 1700 noorderlingen kregen hier tot nu toe een ICD en dat aantal zal met minimaal 350 implantaties per jaar flink blijven stij-gen. Vijf cardiologen, zes technici en twintig gespecialiseerde verpleeg-kundigen zijn daarbij betrokken. Verder biedt het UMCG de hulp aan van het Bureau Nazorg Thoraxcentrum, een hartfalenpoli en het eigen revalidatiecentrum Beatrixoord in Haren. De redactie van het ICD-Jour-naal en de regiovertegenwoordigers Friesland en Groningen spraken met de cardiologen dr. Ans Wiesfeld, dr. Alexander Maass en dr. Bas Schoonderwoerd, cardio-technicus Henk Mulder en Ellen Havinga, ver-pleegkundig consulent van het Bureau Nazorg. Een kennismaking.

Van links naar rechts Henk Mulder, Alexander Maass, Ans Wiesfeld, Bas Schoonderwoerd; zittend Ellen Havinga

Ook luisteren naar wat mensen niet zeggen

Page 13: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

13

een onterechte shock dan onterecht geen shock! Maar wat doe je na een shock, die terecht was of het gevolg van technische problemen? Wat doe je als de angst niet weggaat? Soms krijg je dan het advies om (opnieuw) te gaan revalideren, waarbij ook de partner wordt uitge-nodigd.

OntwikkelingenVroeger kreeg men alleen na een hartstilstand een ICD. Nu worden er steeds meer uit voorzorg (profylactisch) geplaatst, want medicijnen blijven inferieur aan de ICD ter voorkoming van plotselinge dood. Een tweede ont-wikkeling: Bij ongeveer een derde van de Groningse ICD’s gaat het om biventriculaire modellen: dit zijn de CRT-D’s. Er ligt dan een zgn. derde draad bij de linker hartkamer.

IndicatieNaar aanleiding van een aantal grote studies uit de laat-ste jaren zijn de richtlijnen voor indicatie uitgebreid met een flinke stijging van het aantal implantaties tot gevolg. Velen zetten vraagtekens bij de kosten van de gezond-heidszorg en de groeiende macht van verzekeraars. Kan dat eindeloos doorgaan? Bijvoorbeeld bij de inmiddels opgeloste ’Plavix-affaire’ was er heel wat overleg nodig voor artsen tevreden en patiënten gerust gesteld waren. Het UMCG-team maakt zich op dit punt niet zoveel zor-gen. Belangrijk is om de medische richtlijnen te volgen. Een juiste indicatiestelling voor het krijgen van een ICD zal nooit betwist worden. Hierbij dient dan wel de juiste ICD voor de juiste patiënt gekozen te worden. Elke pa-tiënt zal de allernieuwste ICD geïmplanteerd krijgen die voor hem of haar het beste geschikt is. Waarschijnlijk zal aan de indicatiestelling niet veel meer veranderen. Er komen wel meer mensen voor een ICD in aanmerking, omdat erfelijk onderzoek en het ontdekken van aange-boren afwijkingen hen zichtbaar maakt als kandidaten.

Jong en oudZo krijgen ook steeds meer jonge mensen, kinderen soms, een ICD. Dit levert nieuwe uitdagingen op om-

dat het systeem van ICD met leads bij jonge en actieve mensen meer belast wordt dan bij ouderen. De groei van het lichaam en bewegingen bij het sporten kunnen span-ning op de draad/draden tot gevolg hebben. De ICD zelf kan tegen een stootje, maar de leads zijn fragieler. Dr. Wiesfeld droomt daarom van een draadloze ICD waar-mee dit soort problemen kan worden teruggedrongen.

Niets boven GroningenTot nu toe is het UMCG het enige implantatiecentrum van de drie noordelijke provincies. Leeuwarden staat op de nominatie om ook defibrillatoren te gaan plaatsen. Maar dan nog moeten ICD-dragers van bijvoorbeeld een van de Waddeneilanden uren reizen voor een controle van hun device. Zeker in het noorden van het land is telecardiologie of homemonitoring dan ook bijna onmis-

baar. Er lopen daarnaar studies, in samenwerking met Biotronik en Medtronic. Elders in dit blad leest u over de SPRN die in het UMCG haar zetel had. Haar taken op het gebied van ICD- en pacemakerregistratie zijn overgeno-men door DIPR. Ook het UMCG werkt daar natuurlijk aan mee. Als het systeem helemaal operationeel is, hebben ICD-dragers daar ook baat bij. Zij kunnen dan in de ide-ale situatie meteen met een ICD-pasje naar huis gaan in plaats van daar kort of lang op te wachten.

Tot slotOok in het UMCG is er volop onderzoek op het gebied van atriumfibrilleren (dat vaak tot onterechte shocks leidt), de telecardiologie en het verder optimaliseren van de implantatie en instelling van biventriculaire systemen, zeker als het gaat om het leveren van inspanning. Een kleine indruk krijgt u in de reeds genoemde bijdrage van prof. van Gelder. ■

De redactie bedankt het team van het Universitair Me-disch Centrum Groningen voor dit plezierige gesprek en hoopt in het volgende ICD-Journaal een ander implanta-tiecentrum aan u voor te stellen.

Medicijnen blijven inferieur aan de ICD ter voorkoming van plotselinge dood

Bureau NazorgDe zorg van een ziekenhuis houdt niet op bij het medisch handelen. Daarom ken-nen sommige ziekenhuizen een ICD-verpleegkundige. Het UMCG heeft die niet. In plaats daarvan kan iedereen die in het UMCG opgenomen is (geweest) in verband met een hart- en vaatziekte een beroep doen op het Bureau Nazorg Thoraxcen-trum.

Vijf verpleegkundig consulenten en een nurse practitioner hebben zich gespeciali-seerd op het gebied van hart- en vaatziekten, waaronder hartfalen, HTX, post-in-farct en CABG zorg. Ze bieden een verpleegkundig spreekuur aan om te helpen bij het verwerken van alle aangeboden informatie en om antwoord te geven op vragen die in het ziekenhuis of thuis opkomen. Zowel tijdens de opname als daarna kan een afspraak worden gemaakt. Het bureau houdt ook telefonisch spreekuur.

Drie verpleegkundig consulenten, van links naar rechts Hendyke Gerds, Ellen Havinga en Astrid Koops

Page 14: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

ICDjournaal14

InleidingDe mens bezit een ingenieus en com-plex systeem voor bloedstolling. Dit is erop gericht de balans tussen bloe-ding en stolling te handhaven. Ernsti-ge bloedingen en het ongewenst ont-staan van stolsels worden door het bloedstollingssysteem voorkomen. Vanuit het verleden is het systeem erop gericht om juist in gevaarlijke en stressvolle situaties verscherpt te re-ageren en de balans meer door te la-ten slaan naar meer stollingsneiging om bloedingen snel te verhelpen. Te-genwoordig bestaan de risicofactoren voor het verkrijgen van stollingsnei-ging uit externe factoren zoals een operatie, pilgebruik, immobiliteit, zwangerschap of bepaalde aandoe-ningen. Hiernaast kunnen ook erfe-lijke factoren een grote rol spelen bij een verhoogde stollingsneiging. Deze stollingsneiging kan ervoor zorgen dat complicaties kunnen ontstaan zo-als een trombosebeen, longembolie, herseninfarct of een hartinfarct. Meer dan de helft van de doodsoorzaken in Nederland heeft te maken met trom-bose. Om de kans op het verkrijgen van deze complicaties te verkleinen, kunnen bepaalde groepen patiënten worden behandeld met antistollings-medicatie zoals acenocoumarol (Sin-trom) of Marcoumar.

Trombosediensten in Nederland

Van oudsher wordt in Nederland de dosering van antistollingsmedicatie geregeld door een van de zestig regu-liere trombosediensten. Deze behan-delen gezamenlijk meer dan 300.000

J.L.P. Brouwer, stollingsarts / cardioloog i.o.

Medisch begeleid zelfdoseren van antistollingsmedicatie via Internet

patiënten. Elk jaar komen daar onge-veer 10.000 nieuwe patiënten bij. De trombosedienst controleert de anti-stolling aan de hand van het meten van de INR (International Normalised Ratio) door het afnemen van bloed via een punctie in een ader (vena-punctie). Hiertoe dienen patiënten zich gemiddeld elke twee weken te melden bij een trombosedienst dan wel thuis te worden geprikt door een assistent daarvan. Afhankelijk van de INR wordt dan de dosering van de an-tistollingsmedicatie bepaald, waarvan de patiënt vervolgens een dag later een schema per post thuis ontvangt.

Zelf meten met de Coagu-chek XS Home Monitor

Sinds een aantal jaren is er een mo-biel meetapparaat beschikbaar dat de patiënt in staat stelt om zelf de INR thuis te meten door middel van een vingerprik. Dit apparaat wordt de Co-aguchek Home Monitor genoemd. Dit

apparaat lijkt het meeste op een glu-cosemeter die patiënten met diabetes gebruiken om het glucose gehalte te meten met behulp van een vingerprik en het gebruik van de Coaguchek is daarmee te vergelijken. Ook nu dient via een vingerprik een druppel bloed te worden verkregen. Die wordt op een teststrookje opgevangen, dat vervolgens in het apparaat wordt ge-stopt. Binnen enkele minuten volgt de uitslag van de INR.

Deze procedure wordt als veel minder pijnlijk ervaren dan een venapunctie, zoals traditioneel wordt verricht. De meting is echter net zo accuraat als bij de venapunctie, wat betekent dat deze volledig kan worden vervangen door een vingerprik (literatuur 1 en 2). De apparaten zijn tegenwoordig behoorlijk klein en werken zowel op een batterij als op netstroom, wat er-voor zorgt dat het toestel erg mobiel is en locatie geen rol meer speelt bij de bepaling van een INR. Dit geeft de gebruiker veel vrijheid, want voor een meting hoeft geen contact te worden gezocht met een priklaboratorium. Een vakantie in het buitenland hoeft zo dan ook totaal geen belemmering voor de antistollingstherapie meer te vormen.

ZelfdoserenSinds de introductie van zelfmeet-apparatuur heeft zich ook het dose-ren van antistollingsmedicatie door patiënten zelf ontwikkeld. Dit heeft vooral in landen zonder georgani-seerde trombosediensten, zoals de Verenigde Staten, Duitsland en Enge-

De Coaguchek XS. Een zeer gebruiks-vriendelijk meetapparaat om de INR-waarde via een vingerprik te meten.

Page 15: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

15

land, geleid tot een zeer betrouwbare manier om controle over antistol-lingstherapie te verkrijgen.

In deze landen werd de antistollings-therapie voornamelijk geregeld door specialisten en huisartsen wat voor minder regelmaat zorgde. Gelijktijdig met de introductie van zelfmeetappa-ratuur werden patiënten geïnstrueerd in het zelf doseren aan de hand van een vast protocol nadat ze zelf thuis een INR-bepaling hadden verricht met een vingerprik. Het zelf doseren heeft in deze landen vooral geleid tot meer vrijheid voor de patiënt en een hogere kwaliteit van de antistollings-therapie.

Een aantal studies toont aan dat pa-tiënten die zelf doseren zelfs gedu-rende een langere periode een betere INR hebben dan de patiënten die af-hankelijk zijn van de trombosedienst (literatuur 3 en 4). De resultaten van deze studies hebben ertoe geleid dat de vraag naar zelf meten en zelf do-seren ook in Nederland is toegeno-men. Een voorwaarde is wel dat er een goede gebruikerstraining aan ten grondslag ligt. Dit heeft geresulteerd in het ontstaan van de Nationale Trombosedienst die speciaal tege-moet komt aan deze behoefte.

De Nationale Trombose-dienst, een trombose-dienst op het internet

Veel van de diensten van de Nationale Trombosedienst worden aangeboden via het internet. Dit heeft een groot aantal voordelen voor de gebruikers. Zo is er bijvoorbeeld inderdaad een gebruikerstraining beschikbaar (zie verder), waardoor er geen wacht-tijden zijn voor het beginnen en af-

ronden van de training. Ook kan de patiënt bij twijfel naar eigen behoefte opnieuw gebruik maken van ieder on-derdeel van de training. Een ander voordeel van contact via het internet is dat het niet uitmaakt waar de patiënt zich bevindt, zolang hij maar de beschikking heeft over een computer met internet. Overal ter wereld kan de antistollingsbehan-deling zelf worden verzorgd. Het in-voeren van gegevens die als gevolg van een zelfmeting zijn verkregen, kan 24 uur per dag en 7 dagen in de week op de website van de Nationale Trombosedienst. Deze gegevens wor-den ordelijk bijgehouden en veilig be-waard in het elektronisch patiënten-dossier, dat overigens door de patiënt te allen tijde kan worden opgevraagd. Dat heeft ook weer het voordeel dat tijdens vakanties alle gegevens direct via een persoonlijke webpagina bij de hand zijn.

E-learningVoordat er kan worden begonnen met zelfzorgen (dat wil zeggen het zelf meten van de INR en het zelf doseren van de antistollingsmedicatie) vindt er begeleiding plaats via een duidelijk stap-voor-stap-trainingsprogramma dat kan worden gevolgd via het in-ternet. Dit wordt wel e-learning ge-noemd. Dit programma is uitstekend te doen en vereist geen kennis van de werking van het internet. In het programma wordt de patiënt geleerd hoe hij zelf de INR kan meten en hoe de zelfdosering dient te worden ver-richt. Deze e-learning kan op een zelf te bepalen tijd en in een eigen tempo worden doorlopen.

Het programma bestaat uit de on-derdelen “zelf meten” en “zelf do-

seren” en deze zijn opgebouwd uit hoofdstukken. Aan het einde van ieder hoofdstuk volgt een korte test bestaande uit meerkeuzevragen. Aan het einde van het onderdeel “zelf me-ten” volgt de eindtest om het “Certi-fi caat Zelfmeten” te behalen. Binnen drie maanden nadat dit certifi caat is behaald, dient ook het “Certifi caat Zelfdoseren” te worden behaald. Het doel van het programma is volledige zelfzorg bij antistollingsbehandeling, maar wanneer de patiënt niet zelf wenst te doseren is het ook mogelijk om alleen zelf te meten en het “Cer-tifi caat Zelfdoseren” niet te behalen. Dit betekent dat de doseerarts dose-ringen verricht en ook de termijnen voor hermetingen bepaalt. De patiënt hoeft in dit geval alleen een INR zelf te verrichten. Zodra het programma volledig is doorlopen, kan het des-gewenst te allen tijde weer worden geraadpleegd, mocht de patiënt daar behoefte aan hebben. Hierbij kan het hoofdstuk dat nodig is, worden ge-raadpleegd zonder dat het hele pro-gramma opnieuw moet worden door-genomen.

Eigen elektronisch patiëntendossier

Alle gegevens over de medische voorgeschiedenis en medicatie van een patiënt worden bijgehouden in een goed beveiligd dossier. Dit is be-veiligd volgens de laatste standaar-den van beveiliging op het internet. Het betreft een elektronisch dossier waarin kan worden ingelogd met een eigen gebruikersnaam en wacht-woord. Dit medisch dossier bevat naast de meest relevante medische gegevens tevens een overzicht van de medicatie van de patiënt. Dit van-wege de mogelijke interacties tussen

Homepage van de Nationale Trombosedienst. De homepage is alleen toegankelijk met een eigen inlognaam en wachtwoord.

Invoeren doseringen. Het scherm waarin de doseringen kun-nen worden ingevoerd. Tevens worden een aantal voorstellen gedaan, welke zijn berekend door de computer.

Page 16: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

Gehackte ICD’s?Vorige maand verschenen in de pers berichten met een hoog broodje-aap-gehalte: ICD’s zouden gehackt kunnen wor-den. Van bevoegde zijde is ons meegedeeld dat ICD-dragers zich naar aanleiding van deze tendentieuze berichtgeving geen zorgen hoeven te maken. Toch zullen we in het volgende ICD-Journaal uitgebreider op de zaak terugkomen.

ICDjournaal16

de verschillende medicijnen en anti-stollingstherapie en de voorkoming van bijwerkingen. Een mogelijke bij-werking kan daardoor eerder worden ondervangen. De behandelend speci-alist krijgt een e-mail met uitslagen voor het echte papieren medisch dos-sier in het ziekenhuis, waarvan hij de beheerder blijft.

SpecialistenDe Nationale Trombosedienst streeft naar de hoogste kwaliteit van profes-sionaliteit en daarom wordt gewerkt onder toezicht van medisch specia-listen die ook de opleidings- en cer-tifi ceringseisen voor zelfzorg hebben samengesteld. Daardoor voldoet de Nationale Trombosedienst aan de ei-sen en normen die aan gezondheids-zelfmanagement worden gesteld.

Het team is als volgt samengesteld: 1. De stollingsarts: deze houdt het

medische gedeelte van het zelf-zorgprogramma zorgvuldig in de gaten en grijpt in bij uitzonderin-gen en calamiteiten.

2. De stollingsassistent: deze helpt met de start van zelfzorg en zal gedurende de zelfzorg de patiënt voorzien van medisch advies. De stollingassistent van de Nationale Trombosedienst komt bij de pa-tiënt thuis. Hij neemt de hele pro-cedure van het zelf meten met de patiënt door en geeft indien nodig aanwijzingen voor het meten. Tij-dens dit bezoek wordt ook het zelf-meetapparaat uitgereikt. Om voor zo’n apparaat in aanmerking te ko-

men, hoeft de patiënt niet op een wachtlijst te staan. Het apparaat is direct beschikbaar is. Nadat de stollingsassistent een huisbezoek heeft afgelegd, kan de behande-ling direct worden gestart. Dit kan al binnen twee werkdagen na ont-slag uit het ziekenhuis.

3. De Medische helpdesk

Medische helpdeskNaast de mogelijkheid tot contact met de Nationale Trombosedienst via het internet kan contact opgenomen wor-den met de medische helpdesk, die telefonisch bereikbaar is gedurende 24 uur per dag en 7 dagen per week. Hier kunnen vragen worden gesteld die meer medische spoed vereisen. Dit betreffen dan voornamelijk vragen of mededelingen omtrent extra medi-catie, bloedingen, nieuwe klachten of het doorverwijzen naar een specialist.

Vergoeding door de zorg-verzekeraar

Het zelfzorgprogramma van de Nati-onale Trombosedienst, inclusief me-dische behandeling, wordt volledig vergoed door de zorgverzekeraars in Nederland. De Nationale Trombose-dienst schrijft voor hoe vaak de INR moet worden gecontroleerd en ver-strekt alle benodigdheden voor het zelfzorgprogramma.

AanmeldingDe aanmelding voor het zelfzorgpro-gramma kan plaatsvinden door zowel patiënten zelf als door hun behande-lend specialist via de website http://

www.denationaletrombosedienst.nl.Via e-mail wordt dan een gebruikers-naam en wachtwoord verzonden, waarna direct kan worden gestart met de e-learning. Hierna wordt een afspraak gemaakt met de stollings-assistent voor het uitreiken van de meetapparatuur en kan het zelf me-ten en zelf doseren beginnen. Het adres van de Nationale Trombose-dienst is Amersfoortseweg 10, 3705 GJ te Zeist, bereikbaar onder tele-foonnummer 0900 – 2 123456. ■

Literatuur: 1. Jonsson M, Hillarp A, Svensson P.: Com-

parison between CoaguChek S- and

Owren-type prothrombin time assay

for monitoring anticoagulant therapy.

Thromb Res. 2004;114(2):83-9.

2. Attermann J, Kynde K, Hasenkam JM. et

al: Precision of patients’ measurements

of the international normalized ratio

(INR) using a patient operated whole

blood home coagulometer. Thromb Res.

1998;92(6):287-91.

3. Cromheecke ME, Levi M, Colly LP,

et al: Oral anticoagulation self-ma-

nagement and management by a

specialist anticoagulation clinic: a

randomised cross-over comparison.

The Lancet 2000; 356(9224):97-102.

4. Körtke H, Körfer R.: International

normalized ratio self-management

after mechanical heart valve replace-

ment is an early start advantageous?

Ann Thorac Surg. 2001;72(1):44-8.

Elektronisch patiëntendossier. Een overzicht van de laatste me-tingen en de laatste doseringen.

Page 17: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

17

Het hart is een belangrijk orgaan, ook gevoelsmatig, zegt Crijns. “Je moet patiënten met hartproblemen daarom de situatie duidelijk uitleggen en een helder perspectief schetsen. Met een goede begeleiding kunnen patiënten beter omgaan met hun ziekte. Die één-op-één-contacten liggen mij. Het is essentieel hartpatiënten langdurig te volgen. Je kunt meer levens redden door hartpatiënten goed te monitoren en tijdig preventieve maatregelen te nemen, dan door in te grijpen op een acuut moment, zoals bij een infarct of ritmestoornis. We moeten veel meer de schouders onder preventie zetten. Daarom is preventie een speerpunt in Maastricht.”

Crijns werd onlangs benoemd tot voorzitter van de Nederlandse Ver-eniging voor Cardiologie. Als het aan hem ligt, gaat er heel wat veranderen binnen de cardiologie. Hij wil onder meer een stichting voor een nationaal cardiovasculair dataregister (NCDR) oprichten. “Met een NCDR kan de beroepsgroep onafhankelijke cardio-vasculaire prestatie-indicatoren ont-wikkelen waarmee je de kwaliteit van de zorg objectief kunt meten. Ons plan is om onafhankelijke partijen in het bestuur van de NCDR-stichting op te nemen, zoals zorgverzekeraars en patiëntenverenigingen.” Ook wil Crijns de cardiologieopleiding lan-delijk herstructureren. “Cardiologen in opleiding moeten de mogelijkheid krijgen tot superspecialisatie, zodat je naast algemene ook gedifferenti-eerde cardiologen krijgt. Bijvoorbeeld ’beeldvormingscardiologen’ of ’car-diogenetica-cardiologen’.”

Crijns voorziet meer concurrentie in de gezondheidszorg. “Inmiddels

zijn verscheidene cardiologische ingrepen ’vrijgegeven’ (ze mogen zonder vergunning door elk zie-kenhuis worden uitgevoerd, red.). Dat is prima zolang de kwaliteit gewaarborgd blijft. Daarvoor kan een NCDR zorgen. Het zou ideaal zijn wanneer we in Nederland 20 tot 25 cardiologische centra heb-ben, met een sterke uitwisseling en samenwerking tussen de peri-fere ziekenhuizen en de gespecia-

liseerde (academische) centra. Dat komt ook tegemoet aan de wensen van de patiënt. Die wil een soepele, levensloopbestendige behandeling. Niet een behandeling die in stukjes is opgeknipt.” ■

(Bron: Summum, magazine voor het azM

en de UM-faculteit Health, Medicine and

Life Science. Jaargang 3, nummer 2, no-

vember 2007)

prof. dr. Harry Crijns

Hoofd Cardiologie academisch ziekenhuis Maastricht / hoogleraar Cardiologie aan de Uni-

versiteit Maastricht

“Tijdens mijn studie sprong de cardiologie eruit”, aldus prof. dr. Harry Crijns. “De cardiologie heeft, naast beschouwende aspecten, ook veel exacte. Dat sprak mij aan. Mijn hart ligt bij atriumfibrilleren ofwel boezemfibrilleren. En dan vooral het ontwikkelen van nieuwe diagnostiek en preventiemethoden.”

“We moeten veel meer de schouders onder preventie zetten”

Page 18: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

ICDjournaal18

Naar schatting zijn er momenteel zo’n 200.000 men-sen met hartfalen in Nederland. Het RIVM (Rijksinsti-tuut voor Volksgezondheid en Milieu) voorspelt een forse groei in het aantal mensen met hartfalen ten gevolge van de vergrijzing en de belangrijkste risicofactoren: coronaire hartziekten, verhoogde bloeddruk, diabetes, COPD (chronische bronchitis en longemfyseem), roken en ernstig overgewicht. Chronisch hartfalen heeft als kernsymptoom een verminderde inspanningstolerantie door dyspnoe of moeheid en vaak is er oedeem. Tevens zijn er objectieve aanwijzingen voor een verminderde pompfunctie van het hart. In de meeste gevallen is her-stel niet mogelijk en is de behandeling erop gericht de verschijnselen van hartfalen zoveel mogelijk te bestrij-den. Hierbij staat het optimaliseren van de kwaliteit van leven voorop.

Hartezorg, vereniging van hartpatiënten, heeft kwali-teitscriteria opgesteld waaraan de hartfalenzorg in alle Nederlandse ziekenhuizen, vanuit het perspectief van de patiënt, zou moeten voldoen en in samenwerking met Stichting Hoofd Hart en Vaten (SHHV) en Hart in Bewe-ging (HIB) onderzocht in hoeverre de ziekenhuizen in werkelijkheid aan deze kwaliteitscriteria voldoen

De patiëntenorganisaties hopen met dit onderzoek verdere verbetering van de hartfalenzorg te stimule-ren, zodat iedere hartfalenpatiënt van zijn ziekenhuis patiëntgerichte, verantwoorde hartfalenzorg kan ver-wachten.

Uit dit onderzoek, dat een respons van maar liefst 72% had en waaraan overwegend werd meegewerkt door cardiologen en hartfalenverpleegkundigen, blijkt dat er inmiddels in alle (deelnemende) ziekenhuizen naast het spreekuur met de cardioloog ook een spreekuur met de hartfalenverpleegkundige is. De beschikbaarheid van de hartfalenverpleegkundige is echter nog niet in alle zie-kenhuizen optimaal. Met het oog op de continuïteit wordt ziekenhuizen aanbevolen minimaal twee in hartfalen

Kwaliteitscriteria volgens Hartezorg

• Minimaal 2 hartfalenverpleegkundigen werkzaam• Spreekuur met hartfalenverpleegkundige• 5 dagen in de week hartfalenverpleegkundige beschik-

baar• Minimaal 1, bij voorkeur 2 cardiologen met aandachts-

gebied hartfalen• Iedere hartfalenpatiënt die voldoet aan criteria wordt

begeleiding door hartfalenverpleegkundige geboden• Binnen 1 maand na ontslag poliklinische vervolgaf-

spraak• Mogelijkheid van thuisbezoek voor hartfalenpatiënt

met slechte conditie• Mogelijkheid tot deelname aan hartfalen-revalidatie-

programma• Psychosociale begeleiding, ook aandacht voor lotgen-

otencontact• Goede afstemming tussen interne disciplines• Samenwerkingsafspraken met externe disciplines• Mondeling en schriftelijk informeren over ziektebeeld,

medicijngebruik, vocht- en zoutbeperking, leefregels, verschijnselen van verslechtering, met wie contact

• Mondeling en schriftelijk informeren over patiënten-organisaties Hartezorg, Hart in Beweging en Sticht-ing ICD-dragers Nederland als de patiënt tevens ICD-drager is.

gespecialiseerde verpleegkundigen in te zetten en de be-schikbaarheid voor spreekuur en telefonisch advies over 5 dagen in de week te verspreiden.

Verder blijkt uit het onderzoek dat niet alle hartfalen-patiënten die hiervoor in aanmerking komen, begelei-ding door een hartfalenverpleegkundige wordt geboden. De voorkeur van de behandelend cardioloog is hierop nog regelmatig van invloed. Aanbevolen wordt in in-terne richtlijnen/protocollen bij gediagnosticeerd hart-

Op 10 januari 2008 ontvingen alle Nederlandse ziekenhuizen het rap-port ’Hartfalenzorg in ziekenhuizen uw zorg, onze zorg!’. Hartezorg, vereniging van hartpatiënten, heeft de hartfalenzorg in Nederland aan de hand van door haar geformuleerde kwaliteitscriteria in kaart gebracht. De hartfalenzorg is patiëntgericht, maar kan op een aantal punten zeker nog beter. De resultaten van de inventarisatie bieden goede aanknopingspunten voor verbetering van de hartfalenzorg voor alle marktpartijen in de zorg: patiëntenorganisaties, zorgaanbieders en zorgverzekeraars.

Hartfalenzorg in ziekenhuizen kan patiëntgerichter

Hartezorg inventariseert kwaliteit hartfalenzorg in Nederland

Frans Mol

Page 19: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

19

falen standaard doorverwijzing naar het spreekuur van de hartfalenverpleegkundige op te nemen, mits voldaan wordt aan de instroomcriteria.

In bijna twintig procent van de ziekenhuizen is er bin-nen de maatschap Cardiologie geen cardioloog die zich meer specifiek richt op hartfalen. Om te bewaken dat de maatschap Cardiologie op de hoogte blijft van de meest recente ontwikkelingen in het vakgebied van de hartfa-lenzorg is het zeer wenselijk dat minimaal één cardioloog per ziekenhuis (bij voorkeur twee) zich richt op alle as-pecten rondom hartfalen.

Uit het onderzoek blijkt, tot grote instemming van Har-tezorg, dat over het algemeen hartfalenpatiënten die zijn aangemeld bij de hartfalenverpleegkundige binnen 1 maand na ontslag, vaak al binnen 2 weken, op het poliklinisch spreekuur worden gezien.

Een groot deel van de ziekenhuizen biedt, al dan niet in samenwerking met de thuiszorg of huisarts, de moge-lijkheid van thuisbezoek indien de hartfalenpatiënt con-ditioneel niet in staat is naar het ziekenhuis te komen. Aandachtspunt hierbij is dat het thuisbezoek wordt uit-gevoerd door een in hartfalen gespecialiseerde verpleeg-kundige. Hartezorg geeft, met het oog op continuïteit van

zorg, bij deze incidentele thuisbezoeken de voorkeur aan bezoek door de hartfalenverpleegkundige van het zieken-huis in plaats van een andere thuiszorgverpleegkundige.

Een aantal ziekenhuizen heeft thuisbezoek en/of thuis-behandeling (telemonitoring) zelfs standaard in het behandelaanbod opgenomen. Hartezorg ziet graag uit-breiding van het aanbod op het vlak van telemonitoring en wil ziekenhuizen, thuiszorg en verzekeraars hiertoe stimuleren.

Nog niet alle ziekenhuizen bieden patiënten de moge-lijkheid deel te nemen aan een speciaal voor hartfalen-patiënten ontwikkeld revalidatieprogramma op eigen locatie dan wel elders. De ziekenhuizen die hierin ach-terblijven, wordt aanbevolen een dergelijk revalidatie-programma te ontwikkelen of hiervoor duidelijke samen-werkingsafspraken te maken met een ander ziekenhuis of revalidatie-instelling. Hartezorg doet een beroep op de zorgverzekeraars om (verdere) ontwikkeling van hartfa-lenrevalidatieprogramma’s financieel te stimuleren.

De afstemming tussen bij hartfalen betrokken discipli-nes in het ziekenhuis is zeker voor verbetering vatbaar. Meer dan de helft van de ziekenhuizen heeft (nog) geen reguliere multidisciplinaire patiëntbespreking, eveneens meer dan de helft van de ziekenhuizen maakt voor hart-falen nog geen gebruik van een Elektronisch Patiënten dossier( EPD).

Een deel van de ziekenhuizen is goed op weg in het ma-ken van ketenzorgafspraken; deze ziekenhuizen kunnen als voorbeeld dienen voor de ziekenhuizen die op dit vlak minder ver zijn. Zorgverzekeraars en de overheid kun-nen ketenzorgafspraken aanmoedigen door de financie-ring op (keten)zorgprogramma’s af te stemmen.

De informatievoorziening van ziekenhuizen over en de samenwerking met de patiëntenorganisaties kan duide-lijk worden verbeterd. Hierin spelen de patiëntenorga-nisaties zelf ook een belangrijke rol. Lotgenotencontact dient breder te worden aangeboden.

De door Hartezorg opgestelde kwaliteitscriteria en de uitkomsten van dit onderzoek leveren concrete aan-knopingspunten voor de te ontwikkelen Zorgstandaard Hartfalen, het project ’Toolbox Hartfalen’ (ontwikkeling van een website waarop voor professionals en patiënten steeds actuele en betrouwbare informatie over hartfalen en hartfalenzorg beschikbaar is) en de nog te ontwikke-len CQ-index voor hartfalen. (Consumer Quality Index is een gestandaardiseerde systematiek voor meten, analy-seren en rapporteren van klantervaringen in de zorg.)

De patiëntenorganisaties zullen, gekoppeld aan de resul-taten van dit onderzoek in 2008, een actieplan opstellen waarin het verhogen van de bekendheid met het aanbod van de patiëntenorganisaties en intensivering van de samenwerking tussen patiëntenorganisaties en zorgaan-bieders hoog op de agenda staat.

Hartezorg heeft het conceptrapport voorgelegd aan het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC). “Het rapport biedt uitgangspunten die ons al-

Page 20: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

ICDjournaal20

len kunnen helpen de hartfalenzorg nog verder te ver-beteren, een uitdaging die wij graag mét alle betrok-kenen aan willen gaan”, aldus de positieve reactie van de NVVC. In 2009 inventariseert Hartezorg vanuit het patiëntenperspectief opnieuw de hartfalenzorg in de zie-kenhuizen.

Belangrijke tips voor u als hartfalenpa-tiënt/tevens ICD-drager:

Hartfalenverpleegkundige: Uit het onderzoek van Hartezorg blijkt dat in alle ziekenhuizen hartfalenver-pleegkundigen werken. Toch krijgen patiënten niet altijd begeleiding van zo’n verpleegkundige aangeboden. Als bij u hartfalen is geconstateerd, vraag dan gerust naar de mogelijkheid van begeleiding door een hartfalenver-pleegkundige. U kunt als hartfalenpatiënt hier veel baat bij hebben.

Vervolgafspraak: Vergeet niet bij uw ontslag een ver-volgafspraak te maken. Tot grote instemming van Har-tezorg blijkt dat de meeste patiënten binnen 1 maand na ontslag, vaak al binnen 2 weken, op het poliklinisch spreekuur worden gezien.

Thuisbezoek: Bent u conditioneel niet in staat zelf naar het ziekenhuis te komen? Vraag dan of het mogelijk is een thuisbezoek te regelen. Een aantal ziekenhuizen

heeft thuisbezoek en/of thuisbehandeling (telemoni-toring) standaard in het behandelaanbod opgenomen. Hartezorg ziet graag uitbreiding van het aanbod op het vlak van telemonitoring en gaat ziekenhuizen, thuiszorg-organisaties en zorgverzekeraars hiertoe stimuleren.

Revalidatieprogramma: Nog niet alle ziekenhuizen bieden u als patiënt de mogelijkheid deel te nemen aan een speciaal hartfalen revalidatieprogramma. Wij raden u aan naar revalidatiemogelijkheden te vragen. Tegelij-kertijd maakt Hartezorg zich sterk voor hartfalenrevali-datie in alle ziekenhuizen. Hartezorg doet een beroep op de zorgverzekeraars om de ontwikkeling van hartfalen-revalidatieprogramma’ s financieel te stimuleren.

Informatievoorziening en lotgenotencontact: Vraag bij uw hartfalenverpleegkundige of cardioloog naar de vele brochures en folders over hartfalen of naar de mogelijkheden voor informatiebijeenkomsten of lot-genotencontact. U kunt ook rechtstreeks contact opne-men met Hartezorg, telefoonnummer : 030 – 659 46 54 of [email protected].

Opmerking: De inhoud van dit artikel is gebaseerd op het rapport ’Hartfalenzorg in ziekenhuizen uw zorg, onze zorg!’, opgesteld door Hartezorg, vereniging van hartpatiënten,verschenen 10 januari 2008. Het volledige rapport kunt u vinden op: www.hartezorg.nl

Bronvermelding ontbreektIn ICD-journaal 2008, nummer 1, ontbreekt bij het artikel: Stamboom van een ritmestoornis op pagina 12 de vermelding dat het artikel is overgenomen uit AMC Magazine, september 2007, nummer 7.

2500e donateur heeft zich gemeld.

Eind januari 2008 mochten we de 2500e donateur van de Stichting ICD dragers Nederland inschrijven: een ICD-draagster bij wie in het Catharina Ziekenhuis Eindhoven een ICD is geïmplanteerd.

De STIN werd opgericht op 25 mei 2000. Op 31 mei 2007 werd de grens van tweeduizend donateurs over-

schreden. In nog geen acht maanden is dat aantal met een kwart toegenomen.

Het bestuur is blij met deze nieuwe donateur en kan door de groei van het donateursbestand namens een steeds grotere groep ICD-dragers (én partners) spreken. Dat is van groot belang voor alle ICD-dragers in Nederland.

Sterke groei aantal donateurs houdt aan!

Page 21: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

2121

Als voormalig ICD-drager denk ik af en toe nog wel eens terug aan mijn ICD-periode die zo’n zes jaar geduurd heeft. Een periode die ik in tweeën kan delen; de eerste vier jaar dat mijn ICD me nauwelijks parten speel-de en de laatste twee jaar waarin de vele shocks bij volle bewustzijn me een radeloze angst bezorgden.Angst. Doodsangst. Angst die je bij de keel greep. Angst die je geen moment meer losliet. Ja, ik weet sindsdien wat angst is. Zodanig dat je niet meer kon functioneren. Dat je tweehonderd meter van huis nog geen brief meer durfde te gaan posten. In zo’n geval – en de weinigen die dit treft, zullen dit beamen omdat veelvuldige shocks immers een uitzondering zijn - kun je je met partner en gezin hopeloos en wanhopig alleen voelen.Wat was ik destijds blij dat er in het ziekenhuis waar ik onder behande-ling was, door prof. dr. Kuijpers een programma was opgesteld voor pa-tiënten met frequente ICD-shocks. Tijdens mijn enkele weken durende opname werd ik daar in het azM in Maastricht flink onderhanden geno-men om van de angst af te komen.

Gesprekken met psycholoog en psy-chiater, ontspanningsoefeningen, een medicijn tegen de angst en een pro-gramma waarbij je langzaam maar zeker weer de wijde wereld in moest en tenslotte ook vele psychologische tests, die ik overigens buitengewoon interessant vond. We (mijn partner en ik) voelden ons niet meer alleen met ons niet meer te hanteren probleem. Eindelijk kregen we het gevoel dat we serieus werden genomen.

Aandacht op het juiste moment in de gezondheidszorg is al een deel van de

oplossing. De manier waarop artsen en verpleegkundigen patiënten te-gemoet treden is bepalend voor het oordeel dat deze zich over hen vor-men. Gelukkig zijn er vele werkers in de gezondheidszorg die dit maar al te goed begrijpen en er ook naar handelen. Zo ervoer ik dat daar in Maastricht. We zullen in de gezond-heidszorg meer moeten begrijpen dat het niet enkel gaat om de kwaal maar ook om de mens achter die kwaal. Binnen enkele weken was ik van mijn grote angst af en reisde ik weer met de trein door Nederland. Een niet te geloven ommezwaai.

Onlangs kreeg ik een mail van een partner van een ICD-patiënte. Deze laatste was na voortdurende ICD-shocks in een psychiatrische afde-ling opgenomen, enkel om tot rust te komen. Uit pure wanhoop, omdat er in het betrokken ziekenhuis dat sinds kort ICD’s mocht implanteren, nie-mand weet had van een adequaat be-geleidingsprogramma. Angst maakte het leven ondraaglijk. De betrokken partner was daarna wanhopig op zoek naar een plek waar zijn echtge-note geholpen zou kunnen worden en kwam zodoende bij mij terecht. Naast verbazing gaf het mij ook een gevoel van bittere teleurstelling. Na zoveel jaar is men er in ziekenhuizen blijk-baar nog niet op bedacht dat ICD-patiënten in de problemen kunnen komen. Nu steeds meer ziekenhuizen de bevoegdheid krijgen om ICD’s te implanteren en uit te lezen, zal aan dit aspect meer aandacht moeten worden geschonken.

’Je hoeft niet bang te zijn, je hebt toch een ICD’, ’je hebt wel veel ple-zier gehad van je ICD’, ’het apparaat doet wat het moet doen, namelijk iemand in leven houden. Daarover

moet je niet in paniek raken’, ’je blijft gewoon dezelfde die je vroeger was’, zijn goedbedoelde opmerkingen waar iemand in nood niks mee kan. Zo een-voudig is de werkelijkheid niet. Voor-lichting is dringend nodig. De mens is meer dan een kloppend hart.

Die voorlichting komt overigens niet van ICD-producenten wanneer die in een ziekenhuis hun waar komen aanprijzen. Toen ik een tijdje geleden een vertegenwoordiger van een grote ICD-producent over dit aspect aan-sprak, zei die me glashard: ons enige belang is dat een specialist er nóg

een ICD induwt. Zoiets treft mij in mijn ziel. Waar het grote geld in het geding is, wordt veel ondergeschikt, zelfs de mens, blijkt dan weer.

Ligt hier misschien een grotere taak voor de Stichting ICD dragers Neder-land? Voor mij mag men patiënten met angst niet in de kou laten staan tot het probleem niet meer te hante-ren valt. Iedere ICD-drager moet we-ten dat er hulp voor hem is, mocht hij echt in de problemen komen! Goede hulp, die meer moet zijn dan een ge-sprekje met een cardioloog of een verpleegkundige.

Ik ga er nu mee stoppen. Met mijn columns in dit blad dan. Voorgoed. Ik hoop dat u er zich in de loop der jaren door gesteund wist, er iets in herkende, u aan het denken zette of er reden in vond u te ergeren. Ove-rigens niet teveel, want dat schijnt slecht voor het hart te zijn. Na drie jaar heb ik mijn zegje wel gedaan. Een hier besproken onderwerp moet immers in relatie staan met de strek-king van het blad: hart- ICD - ge-zondheid – gezondheidszorg. Als de onderwerpen voor jezelf op raken,

Afscheid zonder angst

Ad van Gool

Column

Het gaat niet enkel om de kwaal maar

vooral ook om de mens achter die kwaal

Een mens is meer dan een kloppend hart

Page 22: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

22 ICDjournaal

dan moet je kritisch genoeg zijn om ermee te stoppen. Anders val je in herhaling. Ik krijg dat thuis ook wel eens te horen. Ja pap, dat weten we onderhand wel, dat heb je al twee

keer verteld. Dan weet je dat je tijd gekomen is.

Ik hoop dat het u allen verder goed gaat, zonder angst. En de al dan

niet trouwe lezer van deze rubriek: bedankt, ik deed het voor u. ■

Voor reacties: [email protected]

Nederlandse website Boston Scientifi cSinds de fi rma Guidant is overgeno-men door de fi rma Boston Scienti-fi c ontbreekt de Nederlandse versie van de website. Bovendien is op de Engelse site de informatie over rei-zen rechtstreeks moeilijk te vinden. Daarom hebben wij andermaal de di-rectie van Boston Nederland de vraag voorgelegd, hoe lang het nog duurt eer opnieuw in een Nederlandse be-werking is voorzien. Wij kregen het volgende antwoord:

“In het verleden hadden wij als fi rma een website waarop veel informatie voor patiënten aanwezig was en wel in het Nederlands. Helaas bestaat

deze website niet meer en dat heeft alles te maken met het feit dat wij inmiddels Boston Scientifi c zijn. Hier-door was veel van het materiaal niet meer bruikbaar. Intussen hebben wij niet stil gezeten. Er wordt namelijk druk gewerkt aan het operationeel krijgen van een ver-nieuwde website voor patiënten. U kunt zich echter voorstellen dat zo-iets wat tijd kost: de teksten moeten geschreven en gecontroleerd worden, er moeten zaken vertaald worden en het gaat hier om vele landen. Kort-om, tot op heden is de nieuwe web-site nog niet in de lucht.

Wij zouden u willen vragen om tot zo-lang de volgende website te gebrui-ken: http://www.lifebeatonline.com. Hierop vindt u een ruim overzicht van verschillende zaken die patiënten aangaan: van reizen met uw device tot achtergrondinformatie over hart-ziekten en een grote hoeveelheid vragen met antwoorden. Deze web-site is bedoeld voor de Amerikaanse markt en derhalve vooralsnog enkel in het Engels beschikbaar en met en-kel specifi ek Amerikaanse informatie. Zodra onze inspanningen voor een Nederlandstalige website resultaat opleveren, zullen wij u hierover infor-meren.

AD, BEDANKT!!We zullen hem missen Ad, je markante kop met die breedgerande uitbundige hoed erop; symbool voor je zwierige Brabantse levensstijl. Ruim 2 jaar lang vormde hij de vertrouwde blikvanger voor jouw column in het ICD-Jour-naal.

We leerden elkaar kennen op het mo-ment dat je je ICD had ingeruild voor een nieuw hart en je eerste boek (Hartzeer) uitkwam. Voor jou ging daarmee een nieuwe wereld open want je gezondheid was in de maanden daar-voor steeds meer achteruitgegaan. “Ik wil weer autorijden, weer fi etsen, wandelen, ik wil op vakantie naar mijn dochter, naar mijn zoon gaan kijken op het voetbalveld, een glas wijn kunnen drinken, mijn vrouw bevrijden van de voortdurende angst”, schreef je in je verhaal over die periode (ICD-Journaal 2005, nummer 1 of www.stin.nl/ pa-gina Aan het woord/Dragers). Dankzij jouw nieuwe “motor” kan dat nu ge-lukkig allemaal weer.

Het bleef niet bij die ene bijdrage. Snel werden we vrienden en we spraken af dat je voor elk volgend nummer een column zou schrijven. Uiteindelijk zijn het er 12 geworden.

Recht voor zijn raap, zo kan men je columns het beste typeren, want nooit nam je een blad voor de mond. Maar als je kritiek leverde op de on-volkomenheden in de huidige gezond-heidszorg dan gebeurde dat steeds vanuit een ondertoon van bezorgd-heid om de patiënt die daar de gevol-gen van ondervindt. Je pijlen waren voornamelijk gericht op het systeem en zeker niet op die duizenden medici en verpleegkundigen die dag-in-dag-uit klaar staan en zich tot het uiter-ste inzetten. Verder werden je lez-ers altijd wel aan het denken gezet, zoals ook in deze laatste bijdrage of kregen ze wat “geestelijke bagage” mee. Vaak hield die verband met jouw optimistische levensvisie die ondanks alle tegenslagen niet stuk te krijgen is.

In een persoonlijke brief aan de redac-tie en ook in deze laatste column merk je op dat er nog veel verbeterd kan worden aan de psycho-sociale opvang van ICD-dragers die vaak geconfron-teerd worden met shocktherapie. ”Daar is nog veel eenzaamheid”, schr-ijf je en als “ervaringsdeskundige” kun je daarover mee praten. Je vraagt ons daarom, aan dit onderwerp in de toe-komst nog meer aandacht te schenken. Je kunt ervan op aan AD dat we jouw wens zullen proberen te vervullen.

Rest ons geen beter afscheid dan een herhaling van de quote uit jouw aller-eerste bijdrage, tevens motto van je boek Hartzeer.

• Een optimist ziet in elke moeilijkheid een mogelijkheid

• Een pessimist ziet in elke mogelijk-heid een moeilijkheid.

Namens de redactie van het ICD-Journaal,Frans Mol, eindredacteur.

Page 23: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

23

Medtronic in een notendopMedtronic is wereldwijd marktleider op het gebied van de medische technologie en helpt miljoenen mensen over de hele wereld bij het verlichten van hun pijn, het herstel van hun gezondheid en het verlengen van hun leven. Dankzij een rijke ervaring in de behandeling van hart-ziekten ontwikkelt en produceert Medtronic een grote verscheidenheid aan producten en therapieën die bijdra-gen aan een compleet zorgaanbod met betrekking tot het vaststellen, voorkomen en bewaken van chronische aandoeningen.

Een rijke historieMedtronic werd op 29 april 1949 opgericht in Minnea-polis, Minnesota (VS), door Earl Bakken en Palmer Her-mundslie. De oprichter Earl Bakken leeft nog en hij is nog altijd begaan met het reilen en zeilen van Medtro-nic. De missie die Earl Bakken 50 jaar geleden heeft opgesteld (http://www.medtronic.com/NL/about/mis-sion.html), dient nog steeds als de basis van het bedrijf. Zij fungeert als kompas bij belangrijke besluitvormingen en geeft werknemers dagelijkse motivatie en advies bij hun werk om patiënten over de hele wereld beter van dienst te zijn.

Sinds de ontwikkeling van de eerste draagbare, externe pacemaker op batterijen in 1957 heeft Medtronic een vooraanstaande positie binnen de pacing-technologie in-genomen. Geleidelijk heeft de fi rma zich ontwikkeld van een onderneming met één enkel product tot een van de grootste bedrijven op het gebied van de medische tech-nologie.

Een ruim product- en dienstenaanbodDe divisie die therapieën ontwikkelt ter behandeling van hartritmestoornissen, plotselinge hartstilstand, hartfalen en onverklaarbaar fl auwvallen (Cardiac Rhythm Di-sease Management), levert producten voor het hele spectrum aan hartritmestoornissen die bijdragen aan het verbeteren van de patiëntenzorg op lange termijn. De door Medtronic ontwikkelde producten en therapieën bieden artsen de mogelijkheid hun patiënten levens-lang te monitoren en te behandelen zodra er verande-ringen optreden in de hartaandoening van de patiënt. Tot deze ontwikkelingen behoren o.a. pacemakers voor het behandelen van patiënten met bradycardie (te traag hartritme), implanteerbare defi brillatoren (ICD’s) om

patiënten met tachyaritmieën (te snel hartritme) te helpen, en vernieuwende, diagnos-tische monitoringsystemen (Reveal) die kunnen helpen bij het vaststellen van hart-gerelateerde syncope (on-verklaarbaar fl auwvallen). Wereldwijd levert Medtronic meer dan de helft van alle pacemakers en ICD’s.

HomemonitoringSinds augustus 2007 levert deze divisie ook draadloze Medtronic CareLink-monitoringsystemen waarmee pa-tiënten met een ICD op afstand kunnen worden gecon-troleerd. Met dit systeem staat de patiënt 24 uur per dag (thuis) onder controle, en bij een – mogelijk levensbe-dreigende – verandering in het ziekteverloop stuurt het systeem de patiënt- en ICD-gegevens automatisch en rechtstreeks naar de arts. Die kan dan onmiddellijk in-grijpen en een mogelijke ziekenhuisopname voorkomen. Het systeem betekent voor de patiënt ook minder reis- en ziekenhuiswachttijd, omdat de arts via het systeem over de gegevens kan beschikken en controlebezoeken veel minder vaak nodig zijn. In Nederland zijn inmid-dels al meer dan 450 patiënten van Medtronic op dit sy-steem aangesloten! In 2008 hopen wij alle ziekenhuizen in Nederland aan te sluiten op het Medtronic CareLink-systeem. In een volgend nummer van het ICD-journaal komen wij op dit systeem terug.

Divisie NeuromodulatieDe neurologische divisie (Neuromodulation) van Medtro-nic biedt technisch nieuwe therapieën voor de behande-ling van chronische pijn, bewegingsstoornissen, spastici-teit, functiestoornissen van de blaas en/of darmen (zoals urine- en/of fecale incontinentie), prostaatvergroting en

Elke vijf seconden redt een product of therapie van Medtronic ergens ter wereld iemands leven of verbeteren ze iemands levenskwaliteit.

Onze sponsors stellen zich voor: Medtronic

Marc Van Aperen PR & Communications Manager, Medtronic Benelux

Implanteerbare Cardio-verter Defi brilator (ICD)

Medtronic CareLink-patiëntenmonitor met antenne

Page 24: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

24 ICDjournaal

gastroparese (vertraagde maaglediging). Medtronic is vanaf het begin betrokken geweest bij de ontwikkeling van neuromodulatie en het neemt dan ook een vooraan-staande rol in op het gebied van het nauwkeurig en ge-reguleerd afgeven van elektrische pulsen en/of genees-middelen op specifieke plaatsen in het zenuwstelstel.

Divisie Spinal & BiologicsDe divisie die producten ontwikkelt ter behandeling van uiteenlopende aandoeningen van de schedel en de wer-velkolom (Spinal & Biologics), biedt o.a. oplossingen voor patiënten met traumatische aandoeningen, misvor-mingen en tumoren. Deze divisie levert ook beeldgeleide chirurgische navigatiesystemen en is een van de groot-ste leveranciers van minder-invasieve (voor de patiënt minder belastende) chirurgische producten en techno-logieën. Een van de belangrijkste producten van deze divisie is INFUSE® Bone graft, een genetische variant van een natuurlijke eiwitstof die in staat is botgroei in bepaalde delen van de wervelkolom of in het scheenbeen te stimuleren.

Divise Hart- en VaatchirurgieDe divisie die zich bezighoudt met de ontwikkeling van producten voor de hart- en vaatchirurgie (CardioVascu-lar), heeft een productaanbod voor ingrepen binnen het gehele vaatstelsel en bij bypass-chirurgie op zowel een stilstaand als een kloppend hart. Deze divisie heeft het grootste aanbod aan hartklepproducten voor vervang- en herstel-ingrepen in de sector, alsook apparatuur voor autotransfusie, wegwerphulpstukken voor de behande-ling en controle van bloed tijdens grote operaties, en cardiale ablatieapparatuur ter behandeling van uiteenlo-pende hartaandoeningen.

Verder levert deze divisie ook producten en therapieën voor de behandeling van een groot aantal vasculaire ziekten en aandoeningen. Deze producten omvatten spi-raalvormige metalen gaasjes (stents) voor het openhou-den van diverse soorten vaten in het lichaam, en kunst-matige prothesesystemen voor ziekten en aandoeningen van de aorta, waaronder aneurysma’s (verwijding in een deel van het vaatstelsel).

Diabetes divisieDe Diabetes-divisie biedt insulinepomptherapie, syste-men voor continue glucosemonitoring, bijbehorende producten voor eenmalig gebruik en diabetes-manage-mentsoftware voor patiënten met type 1 diabetes en sommige mensen met type 2 diabetes.

De keel-, neus- en oor (KNO)-divisieDeze divisie (Ear, Nose & Throat ENT) ontwikkelt en produceert minimaal-invasieve producten en technolo-gieën voor de behandeling van een groot aantal keel-, neus- en oor (KNO)-aandoeningen. Deze divisie brengt naast motorisch aangedreven weefselverwijderingssy-stemen, talloze instrumenten voor het uitvoeren van kijkoperaties, zenuwmonitoring-systemen, eenmalig te gebruiken drainagesystemen ter behandeling van een waterhoofd (hydrocefalus), chirurgische beeldvormings-apparatuur en pulsgeneratoren voor de behandeling van de ziekte van Ménière op de markt.

Physio-ControlDit bedrijf dat door Medtronic is overgenomen ontwikkelt externe defibrillatoren/ monitoren/ pacemakerproducten voor gebruik binnen en buiten het ziekenhuis. Deze vol-ledige dochteronderneming biedt een groot scala aan producten en services, waaronder LIFEPAK®-defibril-latoren voor gebruik in het ziekenhuis, door ambulan-cepersoneel en door mensen die een reanimatietraining hebben gevolgd en die getraind zijn in het gebruik van een automatische, externe defibrillator. ■

Globale aanwezigheidMedtronic is actief in meer dan 120 landen. Het centrale hoofdkantoor van Medtronic is gevestigd in Minneapolis, Minnesota (VS). Het Europese hoofdkantoor bevindt zich in Tolochenaz, Zwitserland. In Nederland heeft Medtronic vestigingen in Heerlen, Kerkrade, Maastricht en Arnhem (zie:http://www.medtronic.com/NL/about/medtronic_in_netherlands.html).

1300 medewerkers in NederlandMedtronic heeft wereldwijd ongeveer 37.000 medewer-kers in dienst, waarvan zo’n 1300 alleen al in Neder-land.

Breng ook eens een bezoekje aan onze websites:www.medtronic.nlwww.medtronic-diabetes.nl www.blaascontrole.nlwww.darmcontrole.nl

Systeem voor diepe hersen-stimulatie ter behandeling van de ziekte van Parkinson

Insulinepomp met continue glucosemonitoring

Page 25: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

25

Bij de zeevaart en ook op de binnen-vaart waarvoor het Groot vaarbewijs of Rijnpatent is vereist, is het dragen van een ICD een reden voor blijvende afkeuring.

Een iets soepelere regeling geldt voor het Klein vaarbewijs dat nodig is voor de pleziervaart en specifieke kleine beroepsvaart. Deze zijn voor een ICD-drager toegestaan vanaf 6 maanden na de implantatie, op voor-waarde dat er niet vaker dan 1 keer in de 2 jaar een shock wordt afgegeven en het duidelijk is dat het apparaat niet kan worden beïnvloed door elek-tromagnetische straling. ICD-dragers met NYHA klasse III zijn blijvend on-geschikt.

Aan pacemakerdragers kan onder be-paalde voorwaarden wel een Groot of Klein vaarbewijs worden uitgereikt. Voor goedkeuring is een specialistisch rapport vereist, waaruit blijkt dat be-trokkene bij uitval van de pacemaker beschikt over een voldoende escape-ritme en dat de pacemaker niet kan worden beïnvloed door elektromag-netische straling.

Het Klein vaarbewijs kunt u aan-vragen bij de ANWB, (070 – 314 79 33). Het is aan u de keuze of u het gebruikt voor de pleziervaart of de kleine beroepsvaart. Bij de aan-vraag moet duidelijk zijn dat u vol-doet aan de keuringseisen. U moet daarom samen met de aanvraag een “eigen verklaring” opsturen. Deze is verkrijgbaar bij de ANWB of kunt u downloaden. Ze mag niet langer dan zes maanden geleden door u zijn ingevuld en ondertekend. Als op de eigen verklaring een of meer vragen met “JA” zijn beantwoord, zal de me-dische adviseur vaarbewijzen van het CBR beoordelen of u voldoet aan de

keuringseisen voor de binnenvaart. Het kan zijn dat er aanvullend onder-zoek wordt gevraagd of dat informa-tie van uw eigen huisarts of specialist nodig is. De Geneeskundige Verklaring Bin-nenvaart krijgt u na (goed)keuring door een van de door de Inspectie van Verkeer en Waterstaat (IVW) aangewezen keuringsartsen als u voldoet aan de keuringseisen voor de binnenvaart. ■

Zie voor meer informatie: www.ivw.nl/water/binnenvaart/me-dische zaken/keuringen of:

Inspectie van Verkeer en Waterstaat, divisie ScheepvaartBezoekadres: ‘s Gravenweg 665, 3065 SC, RotterdamPostadres: Postbus 8634, 3009 AP Rotterdam

Tel: 088- 4890000 (Informatiecentrum Inspectie Verkeer en Waterstaat)

(Met dank aan mw. M. Biekart, me-disch adviseur scheepvaart IVW)

Opmerking : Als STIN vinden wij de voorwaarden waaronder momenteel aan ICD-dra-gers een Klein vaarbewijs wordt af-gegeven wel heel erg veel afwijken van die voor autorijden met een ICD. Wij zullen daarom ijveren voor het tot stand komen van een regeling die in grote lijnen overeenkomt met die voor autorijden door ICD-dragers en die onder andere de wachttijd terug-brengt tot twee maanden.

Frans MolRinus Split

Vaarbewijs (Groot en klein)

Page 26: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

ICDjournaal26

Als redactie hebben we even geaarzeld om op dit voor vele lezers toch wellicht wat gevoelige onder-werp in te gaan, maar na overleg met onze me-disch adviseur drs. R. Derksen hebben we toch besloten samen met hem in een artikel aandacht aan het onderwerp te besteden. Wilt u op zijn ar-tikel reageren dan kunt u tot uiterlijk 10 mei as. gebruik maken van het e-mailadres: [email protected]. In ons volgende nummer zal de heer Derksen in een algemeen artikel ingaan op uw reacties.

Het behandeld worden met een inwendige cardio-verter-defi brillator (ICD) heeft alles te maken met overleven... met langer leven... en met een goede kwaliteit van leven. Een ICD-drager realiseert dit zich maar al te goed. Een patiënt merkte recent op: ik ben zo dankbaar en realiseer me, je leeft maar twee keer (voor en na de ICD-implantatie, RD).

Maar ondanks het feit dat een ICD een veilig gevoel kan geven, brengt het dragen ook nadelen met zich mee. Immers, het apparaat moet worden geïmplanteerd en gecontroleerd. Het doet pijn om een shock van het apparaat te krijgen. Daarnaast is er de ’innerlijke pijn’ met de vele vragen: Wat gebeurt er bij een ritmestoornis? Val ik fl auw? Hoe vaak krijg ik een shock? Doet het apparaat het wel als het nodig is? Juist die ’innerlijke pijn’ doet ons beseffen dat overleven en langer leven alles te maken heeft met het afhouden van de dood. En wie heeft de dood niet beter in de ogen gekeken dan

de patiënt die ten gevolge van een levensbedrei-gende ritmestoornis moest worden gereanimeerd en deze episode heeft overleefd?

De redactie van het ICD-Journaal twijfelde eraan of je over een zo gevoelig onderwerp als de dood moet schrijven. En ik begrijp hun twijfel wel. Al-leen denk ik dat je wel degelijk over de dood kunt schrijven en ik zal uitleggen waarom ik dat vind.

Nadenken over de eigen dood speelt in ieders leven een rol. Iedereen zal daar zo zijn eigen ge-dachten over hebben. Sommigen zijn bang, ander-en berusten of vinden steun in het geloof. Hoe het ook zij, spreken en denken over de dood hoort bij het leven. Zo ook over hoe het moet gaan als we dood zijn. De begrafenis of de crematie, de nalat-enschap, diegenen die achter blijven. We hebben ook zorg over hoe we dood zullen gaan, de mani-er waarop, plotseling, rustig in de slaap of helaas op een andere manier? Juist bij een ICD-drager komen meer specifi eke vragen naar voren, vragen die met de ICD hebben te maken. Stel dat ik dood ga, wat gaat de ICD dan doen? Shocks geven? Gaat mijn hart dan niet dood? Als ik dood ben, moet de ICD dan verwijderd worden? Wie krijgt de ICD of anders gezegd van wie is de ICD dan? Over de ant-woorden op deze gevoelige vragen gaat dit korte artikel.

Drager van een ICD zijn houdt niet in dat men niet dood kan gaan. Om dit uit te leggen moet ik eerst een technische uitleg geven over hoe een ICD werkt.

Een ICD-drager schreef ons onlangs: “Ik ben sinds twee jaar ICD-drager en hoop er nog lang te zullen zijn. Maar iedereen gaat tenslotte een keer dood, dus ook een ICD-drager. Ik vraag me af hoe de ICD daar op dat moment op reageert. Bestaat bij-voorbeeld de kans dat de ICD voor, tijdens of na het overlijden therapie gaat afgeven. Ik hoop dat u kans ziet deze problema-tiek een keer in het ICD-Journaal aan de orde te stellen.”

ICD-dragers en overlijden

drs. R. Derksen

Cardioloog-elekrofysi-oloog, Ziekenhuis Rijn-state (Alysis zorggroep) te Arnhem

Page 27: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

27

Een ICD kan voornamelijk twee dingen: (1) werken als een pacemaker wanneer de hartslag te laag wordt en zorgen dat deze hartslag hoger wordt en (2) een hele hoge hartslag (bijvoorbeeld kamerfibrilleren) beëindi-gen met onder andere een elektrische shock. Maar wan-neer de conditie van het hart heel slecht wordt kan het zijn, dat de ICD de ritmestoornis niet meer kan stoppen. Technisch kan hij wel een shock geven, maar deze zal de ritmestoornis niet beëindigen. Gemiddeld (afhankelijk van de fabrikant) zal een ICD 6 tot 7 keer opnieuw een poging doen om alsnog de ritmestoornis te beëindigen. Daarna stopt hij met het geven van shocks. De drager van de ICD zal dan overlijden. Waarom is de ICD zo af-gesteld? Is het niet beter dat de ICD eindeloos doorgaat met het proberen te stoppen van de ritmestoornis? Je weet maar nooit.

Een ICD kan heel goed een einde maken aan een rit-mestoornis. Meestal is er slechts één shock nodig om het normale hartritme te herstellen. Het is uitzonderlijk dat de ICD daarvoor twee shocks nodig heeft. En nog uitzonderlijker is het moeten afgeven van drie shocks. Wanneer er een omstandigheid is waardoor de patiënt zo ziek is dat de ICD met 8 shocks (de eerste shock en aan-vullend 7 extra shocks) de ritmestoornis niet kan stop-pen, zal dit hoogstwaarschijnlijk ook niet gebeuren na nog meer shocks. Daarom is de ICD zo geprogrammeerd dat hij na 8 shocks stopt met het afgeven daarvan. Dat wil niet zeggen dat een ICD in totaal slechts 8 shocks kan afgeven. Wanneer een ICD na de eerste shock wél de ritmestoornis stopt, zet deze daarna steeds een in-wendige teller op nul. Telkens na een succesvolle shock is de ICD weer gereed om een nieuwe ritmestoornis met een shock te stoppen en zo nodig weer met 8 opeenvol-gende shocks binnen één episode.

Gaat iemand dood door een andere oorzaak dan een hartziekte, bijvoorbeeld door een ernstige bloeding, dan zal uiteindelijk het hart ook doodgaan en reageren met een trage hartslag, een echte hartstilstand of met een snelle ritmestoornis van de hartkamer. De ICD zal hierop een behandeling starten. Immers, de ICD is een computer die alleen datgene doet wat hem wordt opgedragen. De ICD kan niet nadenken over een onderliggende ziekte.

Wanneer deze situaties zich plotseling voordoen, zijn ze natuurlijk niet te voorkomen. Maar wanneer men ver-wacht dat iemand gaat overlijden kan de ICD van te-voren uitgezet worden, om te voorkomen dat hij shocks afgeeft op het moment van overlijden. Wanneer iemand in het ziekenhuis is opgenomen kan dit uitzetten daar gebeuren. Maar de ICD kan op verzoek ook thuis worden uitgezet door de firma die de ICD heeft geleverd. Dit laatste is alleen mogelijk na goed overleg tussen cardi-oloog, huisarts en familie.

Er wordt geadviseerd om de ICD te laten verwijderen wanneer iemand is overleden. Voorheen werd dit alleen

aangeraden wanneer de overledene gecremeerd werd. Dit laatste in verband met ontploffingsgevaar tijdens de daadwerkelijke crematie. Tegenwoordig is de wens om zo veel mogelijk pacemakers en ICD’s na overlijden te verwijderen mede om de vervuiling van het milieu tegen te gaan. Toch is een en ander niet officieel geregeld en eerder genoemde wensen zijn dan ook niet opgenomen in de ’Wet op de Lijkbezorging’ die dateert uit 1991.

Een andere vraag kan zijn: wie moet de ICD verwijder-en? Niet iedere mortuariumbeheerder mag dit zo maar doen. Daarom wordt er soms een beroep gedaan op de behandelend arts of huisarts. Om onduidelijkheid te voorkomen in de toch al emotionele tijd waarin een dier-bare komt te overlijden, denk ik dat het wenselijk is dat de explantatie goed bij de wet geregeld wordt.

Tot slot nog het volgende: De ICD is eigendom van de patiënt. Wanneer deze is overleden, komen zijn bezittin-gen krachtens de wet toe aan de erfgenamen. Die kun-nen dus formeel ook de ICD opeisen. Maar eigenlijk is dat een vreemd verhaal want wat moet je als erfgenaam met zo’n “tweedehands” ICD. Je maakt toch ook geen aanspraak op de kunstheup van een overledene. Wat de ICD betreft zou je je hoogstens kunnen voorstellen dat de weduwe of weduwnaar of een van de kinderen of kleinkinderen de ICD wil bewaren als aandenken, wan-neer deze uit milieuoogpunt toch verwijderd wordt. ■

LiteratuurDr. C. van der Meer, internist: Geneeskundige confrontatie met

de dood. Inaugurele rede tot gewoon hoogleraar

Peter Nadas: De eigen dood. Van Gennep uitgevers 2004. Over

de ervaring van een hartinfarct en een bijna-doodervaring

Wet op de lijkbezorging van 7 maart 1991 (huidige tekst 21

januari 2008)

ICD-dragers en overlijden

Een ICD-drager leeft maar twee keer: voor en na de implantatie!

Page 28: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

ICDjournaal28

1. Gebruik Groot rijbewijs buiten de openbare weg

Een paar ICD-dragers die werkzaam zijn als “rangeerder” van vliegtuigen, waarvoor een groot rijbewijs nodig is, vroegen ons of zij hun werk kunnen blijven uitoefenen.

Overleg met onze medisch adviseur bij het CBR levert het volgende antwoord op: Het ja of nee is afhankelijk van de vraag of het terrein van het vliegveld wordt be-schouwd als openbare weg. Is dat niet het geval, dan mogen zij gewoon hun functie blijven uitoefenen, maar wel op voorwaarde dat werkgever ermee akkoord gaat dat ze niet meer beschikken over een geldig groot rijbe-wijs. Het is trouwens te allen tijde aan te raden over-leg te plegen met werkgever en verzekeraar voordat de werkzaamheden hervat worden.

2. Wat je als rij-instructeur met een ICD nog wel mag

Een rij-instructeur die door zijn cardioloog was aangeraden een ICD te laten implanteren, legde ons een aantal vragen voor om te weten welk deel van zijn werkzaamheden hij ook met een ICD nog mag verrichten met het doel te beoordelen of hij moet uitzien naar een andere functie of niet. We hebben zijn vragen eveneens voorgelegd aan onze medisch adviseur bij het CBR en de antwoorden komen hierop neer:

Code 101 verbiedt o.a. het “doen besturen van...”. Deze regel is bedoeld ter bescherming van derden, evenals het verbod op personenvervoer (taxi). De geest van de wet is dus dat alle situaties verboden zijn, waarin de ICD-drager de verantwoordelijke/ juridische bestuurder is. De maatregel is bedoeld om te voorkomen dat er geen verantwoordelijke rijbewijsbezitter meer aanwezig is op het moment dat de ICD-drager onwel wordt. Geven van rijlessen is dus uitgesloten, ook niet aan iemand die al in het bezit is van rijbewijs B en die dat wil aanvullen met E. Immers, op het moment dat de ICD-drager onwel zou worden is er geen verantwoordelijk/ juridisch bestuurder meer aanwezig die in het bezit is van B+E.

Werkzaamheden die deze man nog wel zou mogen ver-richten zijn:• Lesgeven aan faalangstigen met rijbewijs, maar wel op

voorwaarde dat zij in bezit zijn van een geldig rijbewijs voor het voertuig waarin de begeleiding wordt gegeven.

• Begeleiden van aankomend instructeurs bij de oplei-ding voor deel 1 (de rijtest)) en deel 2 (praktijkles) en applicatiecursussen onder dezelfde voorwaarde.

3. HerkeuringenOp de Muurkant lezen wij dat ICD-dragers soms prob-lemen ondervinden bij het zoeken van een hartritme-cardioloog die of een implantatiecentrum dat bereid is een herkeuring te verrichten voor het aanvragen van een nieuw rijbewijs voor ICD-dragers. Wij adviseren u in dit geval uw probleem niet kenbaar te maken via de Mu-urkrant, maar u rechtstreeks tot het bestuur te wenden via [email protected]. Dit zal dan voor u bemiddelen.

4. zelfstandig ondernemer en werkgeversverklaring

Bij de bescheiden die u moet opsturen naar het CBR in Rijswijk voor het aanvragen van een rijbewijs met code 101( beperkt beroepsmatig gebruik) dient zich o.a. een werkgeversverklaring te bevinden. Bent u Zelfstandig ondernemer en in feite uw eigen werkgever, dan mag u de verklaring zelf invullen.

5. Ondertekening keuringsrapport In het artikel ” Richtlijnen voor het aanvragen van een rijbe-wijs door ICD-dragers” komt u de volgende passage tegen:

Ad 2: Het Keuringsrapport van uw cardioloog Op grond van de nieuwe eisen bent u als ICD-drager ver-plicht u te laten keuren door een cardioloog. Omdat het hierbij gaat om zeer specifieke kennis over de ICD neemt het CBR genoegen met een rapport van de cardioloog die u behandelt. In de meeste gevallen is dat een car-dioloog van een implantatiecentrum, maar het kan ook de cardioloog zijn van het ziekenhuis, op wiens indicatie bij u een ICD is geïmplanteerd en bij wie u verder onder behandeling bent gebleven.

In tegenstelling tot andere geluiden die ons bereikten, kunnen wij u meedelen dat deze regeling nog steeds van kracht is. Vaak zal het wel zo zijn dat de ondertekening van het keuringsrapport door een behandelend cardi-oloog die niet werkzaam is in het ICD-implantatiecen-trum waar uw ICD is geïmplanteerd, wat meer tijd in beslag neemt omdat hij voor zijn informatie afhankelijk is van de behandelend hartritmecardioloog in dat cen-trum.

Het merendeel van de vragen dat ons bereikt, heeft betrekking op autorijden. Meestal gaat het over individuele aangelegenheden, maar soms zijn de antwoorden van dien aard dat ook andere ICD-dragers er hun voordeel mee kun-nen doen. In dat geval publiceren wij ze voor-taan in deze nieuwe rubriek. Vanzelfsprekend kunnen ook andere onderwerpen over autori-jden aan de orde komen. ”Achter het stuur” wordt verzorgd in samenwerking met de Afde-ling Medische Zaken van het CBR.

Vragen kunt u richten aan [email protected]. Uit de antwoorden maakt de redactie een se-lectie voor publicatie.

Achter het stuurFrans MolRinus Split

Page 29: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

2929

NVVC geen voorstander van parallelimport pacemakers en ICD’s

De laatste tijd is er steeds meer sprake van parallelle pace-maker- en ICD-import uit het buitenland. De Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) schrijft in een brief aan cardiologen en raden van bestuur van ziekenhuizen in Nederland dat zij daar geen voorstander van is.

Bij goede zorg hoort immers goede technische onder-steuning zoals de Nederlandse ICD-leveranciers die momenteel bieden. Parallel-import veronachtzaamt het belang daarvan. Ook opleiding, bijscholing, backup bij problemen en traceerbaarheid van patiënten bij een re-call lopen gevaar. De vereniging wijst cardiologen en zie-kenhuizen tot slot op hun verantwoordelijkheid voor een betrouwbare ondersteuning en calamiteitenopvang ten aanzien van patiënten met een pacemaker of ICD.

Opmerking redactie: onder parallelimport verstaat men het invoeren van producten die ook in ons land bij een bepaalde firma verkrijgbaar zijn, maar die door aankoop bij de vestiging van die firma in het buitenland (nog) goedkoper zijn.

Ziekenhuizen missen deadline patiëntveiligheid

Niet één ziekenhuis is erin geslaagd om per 1 januari 2008 een nieuw systeem in te voeren dat medische missers moet voorkomen. Dat schrijft het tijdschrift Medisch Contact op basis van een eigen onderzoek dat onlangs is verschenen.

Kosten Eerder dit jaar bleek dat in Nederland 1700 patiënten per jaar onnodig in ziekenhuizen overlijden door fouten bij operaties en behandeling. Daarbij houden vele duizen-den patiënten blijvende schade over aan wat medische missers worden genoemd. De fouten kosten ook nog eens 167 miljoen euro.

Geen man overboord Volgens een woordvoerder van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) is er geen man overboord. De ziekenhuizen zullen de systemen volgens hem in de loop van 2008 doorvoeren. In 2004 was al afgesproken dat ziekenhuizen systemen moesten ontwikkelen om fouten te voorkomen. Die veiligheidsaanpak moest per 1 januari 2008 klaar zijn. (Bron: ANP, Auteur: Redactie Nursing)

Zorg voor ouderen met meerdere kwalen moet beter.

Veel ouderen lijden aan meerdere aandoeningen tegelijk. En wie gelijktijdig hulp ontvangt van verschillende me-

disch specialisten en andere zorgverleners loopt het ri-sico onsamenhangende zorg te krijgen, en soms zelfs een verkeerde behandeling. Als verschillende geneesmiddelen worden gebruikt, kan dit ook gevaar opleveren. Daarom is betere afstemming nodig tussen zorgverleners, een betere informatie-uitwisseling, maar ook meer scholing. Dit schrijven de Gezondheidsraad en de Raad voor Ge-zondheidsonderzoek in hun gezamenlijk advies dat op 22 januari 2008 is aangeboden aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Afschaffing vergunningenstelsel per 1 januari 2009

Donderdag 13 december 2007 heeft de Vaste Kamercom-missie voor Volksgezondheid de plannen van minister Klink besproken om het vergunningenstelsel voor de im-plantatie van ICD’s en dotterbehandelingen af te schaffen. In het algemeen overleg tussen de minister en de aan-wezige kamerleden is overeengekomen dat er in het jaar 2008 niets verandert. Daarna vindt een evaluatie plaats. Is eenmaal een centrale landelijke registratie ingevoerd, dan worden in 2009 de ICD-implantaties en de dotterbe-handelingen uit de Wet Bijzondere Medische Verrichtin-gen (WBMV) gelicht. Dit zal niet alleen gevolgen hebben voor de nieuwe centra maar ook voor de bestaande.

Wet op het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD)

Nog dit jaar zal de Tweede Kamer zich buigen over de Wet op het EPD. In deze wet staat bijvoorbeeld dat er een lan-delijk schakelpunt is en dat zorgverleners verplicht wor-den om medische gegevens landelijk uit te wisselen. Ook de rechten van de patiënt staan er duidelijk in, zoals het recht op inzage en het recht om bezwaar te kunnen ma-ken tegen uitwisseling. Er is bovendien vastgelegd dat de patiënt kan nagaan wie zijn gegevens heeft opgevraagd. Marcel Heldoorn: ’Voorlopig kunnen burgers dit opvra-gen via hun arts of via een centraal Informatiepunt dat in oprichting is. Hier kunnen burgers, zorgverleners en softwareleveranciers ook terecht met andere vragen en tevens met klachten over het landelijke EPD .’

In de wet zijn veel punten geregeld waarvoor patiënten-organisaties zich jarenlang hard hebben gemaakt. ’We zijn blij met het wetsvoorstel. Het laat alleen nog ruimte om in de regio via oude, onveilige systemen informatie over patiënten te blijven uitwisselen. Wat ons betreft re-kent deze wet ook daarmee af, zodat de patiënt kan re-kenen op een veilige en zorgvuldige uitwisseling via één elektronisch patiëntendossier.’ (bron: nieuwsbrief Nederlandse Patiënten en Consumen-ten Federatie, januari 2008)

Redactie

ICD-nieuws

Page 30: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

ICDjournaal3030

Ascal niet veiliger dan aspirientje

De aloude pijnstiller ascal is niet veiliger voor de maag dan aspirine. Tot nu toe werd dat voetstoots aangeno-men. Het slikken van ascal met de werkzame stof ’car-basalaat calcium’, zou tot minder maagproblemen, zoals maagzweren, leiden. Maar uit nieuw Nederlands weten-schappelijk onderzoek blijkt dat er geen enkel verschil is met het aspirientje (acetylsalicylzuur).

Dat hebben onderzoekers van het Universitair Medisch Centrum Sint Radboud (UMC) in Nijmegen en het Eras-mus Medisch Centrum in Rotterdam bekend gemaakt. Hartpatiënten krijgen een dagelijkse kleine dosis aspi-rine voorgeschreven om een hartinfarct te voorkomen. Een deel van hen krijgt echter last van bijwerkingen, zo-als bijvoorbeeld een opgeblazen gevoel, maagpijn of een maagzweer. Tot nu toe kreeg deze groep ascal in plaats van aspirine. Onderzoek op basis van een databank met 500 000 patiënten van huisartsen toont aan dat dit niet zinvol is.

De onderzoekers vergeleken de gegevens van 8.000 as-cal gebruikers met die van 12.000 aspirine gebruikers. Daaronder trof men 115 patienten met een maagzweer. De kans op een maagzweer bleek in beide groepen ge-lijk. Als ontstaansmechanisme wordt niet de aloude maagvliesontsteking genoemd, maar een stoornis in de aanmaak van maagslijmvlies door deze middelen.

(Met dank aan drs. R. Derksen en de Stichting Hartpa-tiënten Nederland.)

Posities van de elleboog boven de schouder

Een ICD-drager vroeg ons wat dr. F. Bracke nu precies bedoelt met “boven de schouders” als hij schrijft: “som-mige sporten of activiteiten met herhaalde krachtige arm-bewegingen boven de schouders kunnen leadproblemen veroorzaken” (zie artikel: Dr. F.A.L.E. Bracke: Leads: de achilleshiel van de ICD-therapie, in ICD-journaal 2008, nummer 1).

De man schrijft: “Ik doe aan fi tnesstraining. Dus geen wegwerpbewegingen of iets dergelijks, maar rustige be-wegingen maar wel met verzwaarde hefbomen om de spieren en gewrichten aan te spreken. Bij enkele appara-ten komt de elleboog boven de schouders en met de rek- en strekoefeningen rek ik me geheel uit met de armen geheel gestrekt boven het hoofd. Het is mij niet geheel duidelijk welke posities minder gewenst zijn.”

Het antwoord van dr. Bracke luidt: Gewoon sporten en fi tnessen is geen probleem. Het gaat meestal om mensen die op competitieniveau zeer intensief aan sport doen, en vaak ook om jonge mensen gezien het feit dat die meer kracht gebruiken.

Mammografi eVan Eefje Postelmans, ICD-verpleegkundige in het Amp-hia Ziekenhuis te Breda ontvingen wij de volgende reactie op het artikel: Bevolkingsonderzoek borstkanker bij ICD-draagsters in ICD-Journaal 2007, nummer 4.

Bij het plaatsen van een ICD maken we een opening ter hoogte van een groeve waar twee spieren samen lopen. Precies in die groeve ligt vaak een goed bloedvat waar we de lead(s) in kunnen leggen.Ergens in die groeve prikken we aan en laten we de leads “verdwijnen” in het bloedvat. Op die manier liggen de leads dus beschermd, vaak ergens onder het sleutelbeen. Een klein deel van de leads ligt er echter boven, want er moet een verbinding zijn met de ICD zelf.

Uit ervaring weet ik dat de leads altijd goed gefi xeerd worden en dat de leads nog eens zodanig worden inge-hecht dat ze niet aan de oppervlakte kunnen komen. Het resterende eindje wordt verstopt onder de ICD in de poc-ket. Het lijkt me om die reden volstrekt veilig om een mammografi e te maken zonder dat er een dislocatie (ver-plaatsing) optreedt bij één van de leads.

Een dislocatie kan natuurlijk altijd optreden. Ook los van de mammografi e. Maar een ICD-draagster loopt niet meer risico dan een ICD-drager die géén mammografi e hoeft te ondergaan.

Page 31: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

31

AanmeldingsformulierJa, ik meld mij aan als donateur

Naam: M/V

Adres:

Postcode:

Woonplaats:

Telefoon:

Geboortedatum:

Alleen als dat van toepassing is:

Implantatiecentrum:

ICD-drager sinds:

Merk van ICD:

Ik zeg een minimale donatie van € 9,— per kalenderjaartoe. Voor de betaling van dit bedrag ontvang ik jaarlijks een acceptgirokaart.

Datum:

Handtekening:

Dit aanmeldingsformulier opsturen (postzegel niet nodig) naar:DonateursadministratieStichting ICD dragers NederlandAntwoordnummer 540583620 WB Breukelen

2008-2

ICD-Journaal verschijnt 4 keer per jaar en is het contactblad van de Stichting ICD dragers Nederland. De Stichting stelt zich ten doel de belangen van ICD-dragers, hun partners en omgeving te behartigen in de ruimste zin van het woord. Ze denkt daarbij aan:• Overleg met zorgverzekeraars, zorgaanbieders en overheid.• Organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten.• Bemiddeling bij het leggen van lotgenotencontact.• Voorlichting over aangelegenheden die specifiek van belang zijn

voor ICD-dragers.

BestuurF.A.C.G. Mol, lid: 0164-237029H.A.G. Somberg, penningmeester: 0320–236100M.W. Split, voorzitter: 075-6176489P.H. Zaadstra, secretaris: 0346-241282

Medisch adviseursDr. F.A.L.E. Bracke - Catharina Ziekenhuis, EindhovenDrs. R.A. Bredewoud - Hoofd afdeling Medische Zaken CBR RijswijkDrs. R. Derksen - Ziekenhuis Rijnstate, ArnhemProf. dr. L. Jordaens - Erasmus Medisch Centrum, RotterdamDr. A.R. Ramdat Misier - Isala Klinieken, ZwolleProf. dr. M.J. Schalij - Leids Universitair Medisch Centrum, LeidenProf. dr. J.L.R.M. Smeets - Universitair Medisch Centrum St Radboud, Nijmegen

Juridisch adviseur Mr. B.P. Marijnen, Middelie

Redactie F.A.C.G. Mol, P.H. ZaadstraMedewerkers: G.H.M. Sterks, H. Nieuwenhuis, mevr. R. Verberne

Redactieadres Louis Armstrongerf 24, 4614 XS Bergen op Zoomtelefoon: 0164–237029

Secretariaat / Donateursadministratie Postbus 48, 3620 AA Breukelen @: [email protected] (ook voor adreswijzigingen)

DonatieDe minimale bijdrage is € 9,— per jaar. Hiernaast vindt u een aanmeldingsformulier. Besluit u om donateur te worden, dan ver-zoeken wij u dit ingevuld en ondertekend aan ons toe te zenden. Voor de betaling van uw donatie ontvangt u jaarlijks een acceptgirokaart.

AuteursrechtenOvername van artikelen is toegestaan mits met schriftelijke toestemming en bronvermelding.

OpmerkingOveral waar in het ICD-Journaal sprake is van ICD-dragers, kan ook ICD-draagsters worden gelezen.

DisclaimerDe redactie van het ICD-Journaal verricht haar taak onder ver-antwoordelijkheid van het bestuur van de Stichting ICD dragers Nederland (STIN). Aan voorlichting, adviezen en dergelijke, al dan niet gepubliceerd, wordt steeds de grootst mogelijke aandacht be-steed. De ervaring heeft echter geleerd dat desondanks fouten niet geheel uit te sluiten zijn. Daarom kan generlei verantwoordeli-jkheid worden aanvaard voor eventuele onvoorziene gevolgen.

Colofon

Behoefte aan lotgenotencontact of een persoonlijk gesprek?

Onze vrijwilligers staan voor u klaar.

Jongeren tot 30 jaar Robert Hartemink tel. 06-50283154Regio Noord Dineke van Slooten tel. 050-3095254 Egbert Oosterloo tel. 0515-574172Regio Oost Jannie Appelo tel. 0527-246133 Eghard Kolste tel. 074-2430361 Evelyne Rekswinkel tel. 026-3252553 Adrie Langeler tel. 0573-253386 Gerrit Matser tel. 0318-419458Regio Midden Berend van der Vegt tel. 0527-616820 Michel Ronczai tel. 06-51433215 Robert Smits tel. 06-50234790Regio Noord-Holland Dick Marsman tel. 0226-315243 Rinus Split tel. 075-6176489Regio Zuid-Holland Ton Borghart tel. 070-3909114 Stephan Tuinenburg tel. 010-2136046 Arie Susan tel. 079-3315459Regio Zuid Rob Wijdeveld tel. 040-2419998Regio Zuid-West Marianne Kuijpers tel. 0499-496811 Claudia Witters tel. 013-5112901 Henk Nieuwenhuis tel. 0166-603347 Gijs Sterks tel. 073-5514324Meer informatie vindt u op www.stin.nl onder STIN

Page 32: New 2 ICD journaal - STIN · 2016. 11. 3. · ICDjournaal Editie 2008 16 april 2008 ISSN 1572-5278 2 ICD-implantaties in UMCG Groningen Pim Verlaan: Mét ICD terug in het eerste elftal

noventev o r m g e v e r s

Vormgeving en realisatie:

Novente vormgevers, Barneveld

Sponsors

Vormgeving en hosting website: