NEET-jongeren in Antwerpen Kwantificering€¦ · of een opleiding of training3. 1 Eigenlijk is de...

18
NEET-jongeren in Antwerpen Kwantificering Beleidsgericht cijferrapport In opdracht van Stad Antwerpen en VDAB in Antwerpen Johan Desseyn & Kathleen Hoefnagels Juni 2015

Transcript of NEET-jongeren in Antwerpen Kwantificering€¦ · of een opleiding of training3. 1 Eigenlijk is de...

Page 1: NEET-jongeren in Antwerpen Kwantificering€¦ · of een opleiding of training3. 1 Eigenlijk is de letterlijke formulering: ‘Neither in employment nor in any education nor training’.

NEET-jongeren in Antwerpen

Kwantificering

Beleidsgericht cijferrapport In opdracht van Stad Antwerpen en VDAB in Antwerpen

Johan Desseyn & Kathleen Hoefnagels

Juni 2015

Page 2: NEET-jongeren in Antwerpen Kwantificering€¦ · of een opleiding of training3. 1 Eigenlijk is de letterlijke formulering: ‘Neither in employment nor in any education nor training’.

P A G I N A 1

NEET-jongeren in Antwerpen

Inhoudstafel

1. Inleiding 2 2. Ongeveer 7100 NEET’s in Antwerpen 5 3. Eén derde volledig van de radar 7 4. Verhouding man/vrouw verschilt naar soort NEET 9 5. Er zijn (bijna) geen minderjarige NEET’s, maar ze zijn wel vaak allochtoon 10 6. Geen NEET’s, maar toch … 12 7. Conclusies en aanbevelingen 14

Page 3: NEET-jongeren in Antwerpen Kwantificering€¦ · of een opleiding of training3. 1 Eigenlijk is de letterlijke formulering: ‘Neither in employment nor in any education nor training’.

P A G I N A 2

1. Inleiding

1.1. Het concept NEET–jongeren

Jongeren die niet werken, geen onderwijs volgen, en evenmin deelnemen aan training

of opleiding — Het concept NEET-jongeren verwijst naar de arbeidsmarktpositie van

bepaalde jongeren van 15 tot 24 jaar. NEET staat voor ‘Not in Employment, Education or

Training’1. NEET-jongeren zijn dus personen vanaf 15 tot 24 jaar, die niet werken, geen

onderwijs volgen, en evenmin deelnemen aan training of opleiding. Hun voorkomen wordt

meestal uitgedrukt als een breuk (de zogenaamde NEET-indicator) in relatie tot het totale

aantal jongeren. Om de NEET-indicator te bepalen, wordt gebruik gemaakt van de Labour

Force Survey, in België bekend als de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK)2.

Jeugdwerkloosheidscijfers aanvullen — Het NEET-concept vormt een aanvulling op

jeugdwerkloosheid. In tegenstelling tot jeugdwerkloosheid telt het ook jongeren die officieel

niet op de arbeidsmarkt zijn (en dus niet ingeschreven zijn als niet-werkende werkzoekende

bij VDAB) en bakent het beter de meest kwetsbare groep van niet-werkenden af door enkel

te tellen wie zijn of haar afstand tot de arbeidsmarkt niet aan het verkorten is via onderwijs,

of een opleiding of training3.

1 Eigenlijk is de letterlijke formulering: ‘Neither in employment nor in any education nor

training’. European Commission, Youth neither in employment nor education and training

(NEET). Presentation of data for the 27 Member States, EMCO Contribution. 2 Als criterium voor niet-werken geldt het niet voldoen aan de ILO definitie voor het hebben

van een betrekking (minstens 1 uur betaald werk tijdens referentieweek). Als criterium voor het

volgen van onderwijs of training gelden als referentieperiode de vier voorgaande weken.

European Foundation for the improvement of living and working conditions; NEETs Young

people net in employment, education or training: characteristics, costs and policy responses in

Europe. Dublin; p. 22. 3 In tegenstelling tot Europese rapportages over werkloosheid (Eurostat, gebaseerd op LFS)

rekent VDAB niet-werkende werkzoekenden in opleiding niet mee bij de bepaling van het

Jeugdwerkloosheid in Vlaanderen en Antwerpen

De jeugdwerkloosheidsgraad in Vlaanderen bedroeg eind mei 2015 13,6%. In Antwerpen liep deze zelfs op tot 22,7%. Beide cijfers illustreren zowel de kwetsbare positie van jongeren – de totale werkloosheidsgraad in Vlaanderen was slechts 7,4% - als de specifieke problematiek van de grootstad.

Bron: Arvastat; www.arvastat.be; situatie mei ’15 (meest recente cijfers)

Page 4: NEET-jongeren in Antwerpen Kwantificering€¦ · of een opleiding of training3. 1 Eigenlijk is de letterlijke formulering: ‘Neither in employment nor in any education nor training’.

P A G I N A 3

Detailleren van een kwetsbare groep — In het beter bepalen van het aantal jongeren in

een kwetsbare arbeidsmarktpositie zit de belangrijkste relevantie van het NEET-concept.

Jeugdwerkloosheidscijfers, en met name de jeugdwerkloosheidsgraad, illustreren weliswaar

de kwetsbare positie van jongeren op de arbeidsmarkt (zie kader); maar met het oog op

beleid (oa. welzijn, armoedebestrijding, activering…) is het belangrijk voorbij de grenzen van

de officiële arbeidsmarkt te kijken4 en in te zoomen op zij die zich niet voorbereiden op

werk via onderwijs, opleiding of training.

Geen info over Antwerpse NEET’s — NEET-jongeren worden tot op vandaag in Vlaanderen

enkel in kaart gebracht via de EAK. Uit de meest recente publicatie van de survey-resultaten

blijkt 10,5 procent van de Vlaamse jongeren5 en 12,1 procent van de jongeren in de

provincie Antwerpen NEET te zijn6. Behalve een uitsplitsing naar geslacht, is er geen extra

informatie over de samenstelling van deze laatste groep. Evenmin laten de survey-data toe

in te zoomen op de specifieke situatie in Antwerpen of inzicht te krijgen in het profiel van

de Antwerpse NEET-jongeren.

werkloosheidscijfer of de werkloosheidsgraad. De Vlaamse werkloosheidscijfers slagen er in die

zin dus al beter in dan de Europese cijfers te focussen op de groep die zijn afstand tot de

arbeidsmarkt niet aan het verkorten is. Echter, personen die officieel niet op de arbeidsmarkt

zijn, blijven ook in de VDAB-cijfers buiten beeld. 4 Het belang om voorbij de grenzen van de officiële arbeidsmarkt te kijken wordt voor

Vlaanderen naar de toekomst toe wellicht sowieso nog groter. Met de op til zijnde verstrenging

van de voorwaarden om een inschakelingsuitkering te ontvangen, dreigen ongekwalificeerde

schoolverlaters, zelfs als ze willen werken, zich niet meer bij VDAB als werkzoekende in te

schrijven. De cijfers over wie officieel op de arbeidsmarkt is, dreigen daarmee een minder goede

afspiegeling van de reële arbeidsmarkt te worden dan vandaag het geval is. 5 Steunpunt WSE, Cijfer 2013 6 http://appsso.eurostat.ec.europa.eu/nui/submitViewTableAction.do

NEET-indicator (%) voor provincie Antwerpen (2009-2013 - geslacht)

2009 2010 2011 2012 2013

M 6,0 9,0 11,6 9,6 12,8

V 6,5 7,6 10,6 9,6 11,4

T 6,3 8,4 11,1 9,6 12,1

Bron: Eurostat (NUTS-2)

Page 5: NEET-jongeren in Antwerpen Kwantificering€¦ · of een opleiding of training3. 1 Eigenlijk is de letterlijke formulering: ‘Neither in employment nor in any education nor training’.

P A G I N A 4

1.2. Doelstelling van het onderzoek

Antwerpse NEET’s in kaart brengen — De voorliggende studie, in opdracht van de Stad

Antwerpen en de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) in

Antwerpen, wil een antwoord bieden aan de informatie-armoede over NEET-jongeren in

Antwerpen en wil vanuit een analyse van de data adviseren hoe versterkende

(arbeidsmarktgerichte) beleidsinitiatieven er het best kunnen uitzien. Dit reflecteert in drie

onderzoeksluiken:

Kwantitatieve foto: Het eerste luik wil een zo scherp mogelijk beeld schetsen van de

NEET-populatie op basis van administratieve databronnen. Dit behelst enerzijds het

becijferen van de omvang van de totale groep NEET-jongeren, en anderzijds het

detailleren van de groep aan de hand van demografische achtergrondkenmerken.

Kwalitatieve foto: Het tweede luik beschrijft op basis van een uitgebreide set

kwalitatieve interviews met voornamelijk NEET’s wie de NEET’s zijn, waarom ze in die

positie terecht kwamen, en welke hefbomen voorhanden zijn om NEET’s opnieuw

duurzaam op weg naar, of aan het werk te krijgen.

Beleidsaanbevelingen: het sluitstuk van de studie doet op basis van zowel de

kwantitatieve als de kwalitatieve bevindingen aanbevelingen richting beleid om de

NEET problematiek te voorkomen en waar nodig te remediëren.

Kwantificering krijgt beslag in beleidsgericht cijferrapport — Voorliggend rapport vat de

resultaten van de kwantificering samen. Het start met een totaalcijfer voor het aantal NEET’s

in Antwerpen, zoals dat op basis van administratieve data direct of indirect afleidbaar is.

Daarna zet het dit cijfer in perspectief en splitst het op in verschillende deelgroepen

naargelang hun positie en historiek op de arbeidsmarkt. In derde instantie detailleert het

rapport de Antwerpse NEET’s naar geslacht, leeftijd en origine. Het beschrijvende deel sluit

af met de aandacht te vestigen op een groep jongeren die volgens de gehanteerde definitie

geen NEET’s zijn, maar waarvan de mate waarin ze deelnemen aan onderwijs, opleiding of

training ter discussie gesteld kan worden. Het laatste luik van dit rapport vertaalt de

bevindingen in beleidsadvies.

Page 6: NEET-jongeren in Antwerpen Kwantificering€¦ · of een opleiding of training3. 1 Eigenlijk is de letterlijke formulering: ‘Neither in employment nor in any education nor training’.

P A G I N A 5

2. Ongeveer 7100 NEET’s in Antwerpen

7123 NEET’s als meest betrouwbare uitkomst — Op basis van administratieve data kan

afgeleid worden dat eind 2012 – dit is de meest recente datum waarvoor alle nodige cijfers

beschikbaar zijn - Antwerpen 7123 NEET-jongeren telde. Dit cijfer wordt bekomen door van

alle personen van 15 tot 24 jaar met woonplaats Antwerpen alle jongeren af te trekken die

zeker geen NEET zijn. Bij deze kwantificering wordt behalve op administratieve data

weliswaar ook beroep gedaan op een beperkte set veronderstellingen, maar niettemin lijkt

dit resultaat betrouwbaar. Immers, dit cijfer is consistent met de ondergrens van 6958

NEET’s waartoe een andere methode en andere administratieve data leiden. Dit tweede cijfer

resulteert namelijk uit de som van alle personen die als NEET in administratieve databanken

traceerbaar zijn. Omdat sommige NEET’s echter onmogelijk als dusdanig traceerbaar zijn –

met name zij die zich nooit bij VDAB of OCMW aanmeldden, geldt dit echter slechts als een

ondergrens, en zijn de 7123 NEET’s die via de eerste methode bekomen werden een meer

betrouwbare uitkomst.

NEET-indicator van 12,1 procent — De 7123 NEET’s op een totale populatie van 58.930

15-tot 24 jarigen in Antwerpen stemt overeen met een NEET-indicator van 12,1 procent. Op

hetzelfde meetmoment beliep de NEET-indicator volgens de EAK 9,2 procent voor gans

Vlaanderen en 9,6 procent voor de Provincie Antwerpen. De kwantificering op basis van

administratieve data en gefocust op Antwerpen bevestigt daarmee de verwachte

concentratie van NEET’s in de grootstad. Het verschil van bijna 3 procentpunt ten aanzien

van het Vlaamse cijfer betekent immers dat het aandeel NEET’s in Antwerpen meer dan 30

procent hoger ligt dan in de rest van Vlaanderen.

Iets meer NEET’s dan jeugdwerklozen — Volgens VDAB telde Antwerpen eind 2012 6490

niet-werkende werkzoekenden onder de 25 jaar. Daarmee ligt het jeugdwerkloosheidscijfer

iets onder het aantal NEET’s op hetzelfde moment. Dat er meer NEET’s zijn dan

jeugdwerklozen verbaast niet echt: de jeugdwerkloosheid telt immers niet de NEET’s die

officieel niet op de arbeidsmarkt zijn – zij die niet ingeschreven zijn als werkzoekende bij

VDAB —, terwijl, met uitzondering van diegenen die in een begeleidingstraject richting werk

Kwantificering NEET-jongeren: bovengrens, ondergrens en jeugdwerkloosheid als referentie (eind 2012)

7123 6958

6490

0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

8000

Meer details over de berekeningsmethode en de gemaakte veronderstellingen – en simulaties met alternatieve aannames - zijn gebundeld in een apart technisch, methodologisch rapport.

Page 7: NEET-jongeren in Antwerpen Kwantificering€¦ · of een opleiding of training3. 1 Eigenlijk is de letterlijke formulering: ‘Neither in employment nor in any education nor training’.

P A G I N A 6

zitten, alle jeugdwerklozen wel aan het NEET-profiel voldoen. Dit en het feit dat de aantallen

voor jeugdwerkloosheid en NEET’s niet heel ver uit elkaar liggen, wil echter niet zeggen dat

beide termen en de personen die erachter schuil gaan, ongeveer overlappen. Zoals verderop

zal blijken verschillen NEET’s zowel qua demografisch profiel als qua aanspreekbaarheid en

afstand tot werk nogal van het gemiddelde profiel van een jeugdwerkloze.

Page 8: NEET-jongeren in Antwerpen Kwantificering€¦ · of een opleiding of training3. 1 Eigenlijk is de letterlijke formulering: ‘Neither in employment nor in any education nor training’.

P A G I N A 7

3. Eén derde volledig van de radar

Eén derde van de NEET’s is officieel niet op de arbeidsmarkt en volgde nooit een traject

bij VDAB of OCMW — 2315 jongeren, of 32,5 procent van de Antwerpse NEET’s is niet

ingeschreven als werkzoekende bij VDAB, en volgde evenmin ooit een traject bij VDAB of

OCMW richting werk. Een gedeelte schreef zich zelfs nooit in als werkzoekende, en betrad

officieel dus nooit de arbeidsmarkt, een ander deel stapte – althans officieel - terug uit de

arbeidsmarkt, nog voor ooit een traject werd opgestart. Ten aanzien van deze NEET’s heeft

zowel VDAB als OCMW dus geen of zeer weinig aanknopingspunten; ze zijn als het ware

volledig van de radar. Daarmee komen we op een knelpunt dat een belangrijk deel van de

NEET-populatie onderscheidt van de doorsnee jongere in werkloosheid. In tegenstelling tot

deze laatste, die officieel op de arbeidsmarkt is, zijn NEET-jongeren moeilijker of zelfs niet

bereik- of aanspreekbaar voor arbeidsmarkt- of trajectbemiddelaars.

Bij iets meer dan 10 procent van de NEET’s zijn sporen van transmissie — Van 876

NEET’s, goed voor 12,3 procent van alle Antwerpse NEET’s vinden we in hun VDAB dossier

‘sporen van transmissie’. Dat betekent dat het gaat om jongeren die zich weliswaar ooit

inschreven als werkzoekende, maar niet voldeden aan de verplichtingen die samenhangen

met hun inschrijving als werkzoekende of als deelnemer aan een begeleidings- of

opleidingstraject. Het is dus een groep NEET’s die zich onderscheidt door signalen van

afhaken in hun historiek als werkzoekende. Sommigen van hen bevinden zich officieel nog

steeds op de arbeidsmarkt – ze hebben dus nog een actief dossier bij VDAB-, bij anderen is

dat niet meer het geval.

Goed een kwart van de NEET’s volgde netjes een traject — Het volgen van een traject bij

VDAB of OCMW is geen garantie om te ontsnappen aan het NEET-statuut. 1945 jongeren

namen deel aan een opleidings- of begeleidingstraject richting werk bij VDAB of OCMW,

volgden dat zoals bedoeld, maar bleven nadien zonder job. Ze vertegenwoordigen 27,3

procent van de NEET-populatie. Een deel van hen is nog steeds ingeschreven als

werkzoekende, een deel van hen heeft officieel de arbeidsmarkt verlaten.

Page 9: NEET-jongeren in Antwerpen Kwantificering€¦ · of een opleiding of training3. 1 Eigenlijk is de letterlijke formulering: ‘Neither in employment nor in any education nor training’.

P A G I N A 8

Meer dan een kwart van de NEET’s is ingeschreven als werkzoekende, maar nam nog

niet deel aan een traject richting werk — 1987 jongeren of 27,9 procent Antwerpse NEET’s

zijn ingeschreven als werkzoekende, en dus officieel op de arbeidsmarkt, maar verkeren in

het NEET statuut omdat ze sinds hun uitstroom uit onderwijs of werk nog geen traject van

VDAB of OCMW richting werk startten. In hun VDAB dossier komen echter evenmin sporen

van transmissie voor. Het gaat dus goeddeels over schoolverlaters en jongeren die recent

werkzoekend zijn geworden. Er kan dus afgeleid worden dat deze NEET’s wellicht de minst

problematische subpopulatie NEET’s zijn.

Minder dan 6 op 10 is officieel op zoek naar werk — 4016 jongeren of 56,4 procent van

de NEET’s zijn officieel op zoek naar werk en dus op de arbeidsmarkt. Daartegenover staan

echter ook 3107 NEET’s die – althans officieel — niet op zoek zijn naar werk. In het

internationaal jargon worden deze jongeren als ‘NLFET’ aangeduid – ‘neither in the labour

force nor in education or training’. Het is duidelijk dat de gemiddelde afstand tot werk voor

deze NEET’s groot is. Het gaat om in concreto over absoluut verzuimers, personen die zich

nooit inschreven bij VDAB, over een deel van de personen met een passief dossier bij VDAB

en over OCMW klanten die (tijdelijk) vrijgesteld zijn van activering. De afbakening van NLFET

benadrukt misschien nog het meest de relevantie van het in kaart brengen van NEET’s. Geen

van deze NLFET’s zit immers in de jeugdwerkloosheidscijfers.

56,4%Officieel op zoek

naar werk

43,6%Officieel niet op zoek naar werk

(NLFET)

Samenstelling van de Antwerpse NEET-populatie (N= 7123; eind 2012)

Page 10: NEET-jongeren in Antwerpen Kwantificering€¦ · of een opleiding of training3. 1 Eigenlijk is de letterlijke formulering: ‘Neither in employment nor in any education nor training’.

P A G I N A 9

4. Verhouding man/vrouw verschilt naar soort NEET

Globaal genomen ongeveer evenveel mannen als vrouwen — Met 50,8 procent mannen

en 49,2 procent vrouwen zijn beide geslachten ongeveer gelijk vertegenwoordigd in de

NEET populatie. Uitgedrukt in de kans om NEET te zijn als man, respectievelijk als vrouw –

de NEET-indicator dus - is er eveneens slechts een klein verschil: voor mannen is de NEET-

indicator 12,2 procent, voor vrouwen 11,9 procent. Deze min of meer evenwichtige

man/vrouw verhouding met betrekking tot NEET’s staat in contrast met de sterke

oververtegenwoordiging van mannen in de Antwerpse jeugdwerkloosheid waar ze een

aandeel van 56,9 procent uitmaken (Arvastat; situatie december 2012). Tussen de

verschillende deelgroepen NEET’s zijn er dan ook wél aanzienlijke verschillen in de

man/vrouw verhouding.

Mannen sterk oververtegenwoordigd bij NEET’s met netjes gevolgd traject en bij

afhakers — 55,7 procent van de jongeren die ondanks een goed gevolgd traject nog NEET

zijn, is een man. Binnen de groep NEET’s die in hun historiek als werkzoekende reeds sporen

van transmissie lieten optekenen, is het overwicht van mannen nog groter: daarvan is maar

liefst 66,0 procent een man.

Vrouwen ruim in de meerderheid bij NEET’s die officieel niet op de arbeidsmarkt zijn —

In de deelgroep NEET’s die officieel niet op de arbeidsmarkt zijn, zijn vrouwen met een

aandeel van 55,5 procent sterk oververtegenwoordigd. Bij hen die daarenboven nooit in een

VDAB of OCMW-traject richting werk participeerden, is het onevenwicht tussen mannen en

vrouwen zelfs nog groter: in deze deelgroep is bijna 6 op de 10 vrouw (59,1%).

NEET’s in Antwerpen naar geslacht (eind 2012)

AANTAL PROCENT NEET-INDICATOR

M 3618 50,8% 12,2

V 3505 49,2% 11,9

T 7123 100,0% 12,1

Page 11: NEET-jongeren in Antwerpen Kwantificering€¦ · of een opleiding of training3. 1 Eigenlijk is de letterlijke formulering: ‘Neither in employment nor in any education nor training’.

P A G I N A 1 0

5. Er zijn (bijna) geen minderjarige NEET’s, maar ze zijn wel

vaak allochtoon

Slechts enkele tientallen minderjarige NEET’s — Hoewel jongeren vanaf 15 jaar in

aanmerking komen om NEET te zijn, telt Antwerpen uiteindelijk nauwelijks minderjarige

NEET’s. Op 52 ‘absoluut verzuimers’ en enkele minderjarige OCMW-klanten na, zijn alle

NEET’s 18 plus. Uiteindelijk hoeft dit niet te verbazen: dankzij de leerplicht volgen 15 tot 17

jarigen in de regel onderwijs en kunnen ze dus onmogelijk NEET zijn.

Ook relatief weinig NEET’s bij 18-19 jarigen — 18 en 19 jarigen maken 19,9 procent van

de Antwerpse NEET populatie uit. Ze zijn daarmee ongeveer evenredig vertegenwoordigd in

de NEET-populatie in vergelijking met hun proportie in de totale leeftijdsgroep van 15-24

jarigen in Antwerpen (18,4%). Aangezien 15-17 jarigen quasi geheel afwezig zijn, is dat

aandeel verrassend laag. Het illustreert dat het risico om NEET te zijn toch nog verder

toeneemt eens men 20 jaar of ouder is. Bij 18-19 jarigen blijkt die kans 13/100; bij 20-24

jarigen loopt de kans op tot 17/100.

Overtuigende aanwijzingen voor zeer grote oververtegenwoordiging van allochtonen —

Op basis van de verzamelde data is het moeilijk sluitende antwoorden te geven met

betrekking tot de samenstelling van de NEET-populatie naar nationaliteit of origine7.

Niettemin zijn er overtuigende aanwijzingen voor een sterke oververtegenwoordiging van

allochtonen in de NEET-populatie: van de totale Antwerpse populatie van 15-24 jarigen

heeft 14 procent een niet-EU nationaliteit. Bij de groep die niet werkt en noch onderwijs

volgt (secundair of hoger) — deze groep bestaat uit 13.089 personen en voor ruim de helft

uit NEET’s — is het aandeel met een niet-EU nationaliteit echter 29 procent. Het contrast

van dit aandeel met de 17 procent met een niet-EU-nationaliteit in de Antwerpse

7 De gegevens over nationaliteit van cursisten volwassenenonderwijs lijken zeer

onwaarschijnlijk (geen enkele cursist met niet-EU-nationaleit) en vanwege VDAB werden

gegevens op basis van huidige en vroegere nationaliteit verzameld wat problemen stelt naar

vergelijkbaarheid.

De kans om NEET te zijn in Antwerpen (eind 2012)

17%

13%

0%

0% 5% 10% 15% 20%

20-24 jarigen

18-19 jarigen

15-17 jarigen

Page 12: NEET-jongeren in Antwerpen Kwantificering€¦ · of een opleiding of training3. 1 Eigenlijk is de letterlijke formulering: ‘Neither in employment nor in any education nor training’.

P A G I N A 1 1

jeugdwerkloosheidscijfers, maakt de indicatie alleen maar dwingender. Het benadrukt

bovendien hoe NEET’s ook qua demografisch profiel gemiddeld in een minder gunstige

arbeidsmarktpositie zitten dan de jeugdwerkloze.

Page 13: NEET-jongeren in Antwerpen Kwantificering€¦ · of een opleiding of training3. 1 Eigenlijk is de letterlijke formulering: ‘Neither in employment nor in any education nor training’.

P A G I N A 1 2

6. Geen NEET’s, maar toch …

Een heterogene groep — De kwantificering bracht de Antwerpse NEET’s in beeld op basis

van administratieve data. Bij deze oefening kwamen echter ook andere categorieën jongeren

in beeld die formeel geen NEET’s zijn, maar waarvoor wel argumenten te vinden zijn om ze

niettemin als dusdanig te beschouwen, of om ze minstens te overwegen bij het vormgeven

van het (lokale) beleid ten aanzien van NEET’s. Het gaat om een heterogene groep

jongeren.

Problematische spijbelaars of leerlingen in leertijd, maar zonder leerovereenkomst:

deze groep bestaat uit 1781 leerlingen. Onder problematisch spijbelen wordt

begrepen ‘meer dan 30 halve dag ongewettigd afwezig. Het gaat om leerlingen die

formeel wel ingeschreven zijn onderwijs (en dus geen NEET zijn), maar de facto niet

op regelmatige manier onderwijs volgen, waardoor ze (of minstens een deel ervan)

in de praktijk misschien evengoed als NEET beschouwd zou kunnen worden.

Studenten die in de loop van het academiejaar geen studiepunten verwierven: deze

groep telt 940 studenten. Het gaat om studenten met een actieve inschrijving in het

hoger onderwijs maar die in de loop van het academiejaar geen enkel extra

studiepunten behaald hebben. Dit betekent dat ze geen leervooruitgang geboekt

hebben, en dus kan de vraag gesteld worden of ze de facto wel als studerend

beschouwd kunnen worden.

Cursisten volwassenenonderwijs die niet financierbaar zijn: Het volwassenenonderwijs

telt 1163 cursisten die niet financierbaar zijn. Aangezien de financierbaarheid,

behalve aan het voldoen aan de inschrijvings- en toelatingsvoorwaarden voor de

inschrijving, voornamelijk gekoppeld aan het voldoende aanwezig zijn (bij minstens

2/3 van de lestijden) mag aangenomen worden dat deze cursisten niet op

regelmatige manier deelnemen aan de opleiding(en) waarvoor ze ingeschreven zijn.

Ook hier kan dus twijfel zijn of deze personen niet beter aan de NEET-criteria

voldoen dan hun formele inschrijving in onderwijs laat uitschijnen.

Werkzoekenden in begeleidingstraject: De databanken van OCMW en VDAB tellen

1781 werkzoekenden en klanten die weliswaar in een traject richting werk zitten,

Geen NEETs, maar toch ….

Problematische spijbelaars 1781

Studenten zonder extra studiepunten 940

Niet-financierbare cursisten VWO 1163

+ Werkzoekenden in begeleiding 1781

- Overlap tussen wz in bgl. en VWO 89

TOTAAL 5576

Bij het optellen wordt aangenomen dat 5 procent van de werkzoekenden in begeleiding cursist is in het volwassenenonderwijs. Via deze aanname wordt vermeden dat dezelfde personen twee maal geteld worden.

Page 14: NEET-jongeren in Antwerpen Kwantificering€¦ · of een opleiding of training3. 1 Eigenlijk is de letterlijke formulering: ‘Neither in employment nor in any education nor training’.

P A G I N A 1 3

maar waarbij dat traject louter bestaat uit interne of externe arbeidsbegeleiding

(voor wat betreft OCMW-klanten) of waarbij het traject niet ingevuld wordt door

een finaliteitsopleiding of IBO (voor wat betreft VDAB-trajecten), zodat de mate

waarin ze ‘opleiding volgen’ betwist kan worden.

9,5 procent van alle Antwerpse 15-24 jarigen, één derde minderjarig — Samen

vormen deze categorieën jongeren een omvangrijke groep van 5576 personen. Dit komt

overeen met 9,5 procent van alle Antwerpse jongeren in de leeftijdsgroep 15-24 jaar.

Anders dan de NEET-populatie is deze overwegend mannelijk (58,2%) en bestaat hij tot

bijna een derde uit minderjarigen (32,2%).

Page 15: NEET-jongeren in Antwerpen Kwantificering€¦ · of een opleiding of training3. 1 Eigenlijk is de letterlijke formulering: ‘Neither in employment nor in any education nor training’.

P A G I N A 1 4

7. Conclusies en aanbevelingen

Kwantificering van NEET’s op basis van administratieve data is mogelijk — Voorliggend

rapport getuigt dat het in kaart brengen van NEET’s op basis van administratieve data een

haalbare oefening is. Het laat toe de situatie in een specifieke gemeente of stad te

becijferen, en verschaft inzichten in het profiel van de NEET’s naargelang enkele

demografische kenmerken en hun historiek op de arbeidsmarkt. Daarnaast vestigt de

methode ook de aandacht op categorieën jongeren die geen NEET zijn, maar waarvoor wel

argumenten te vinden zijn om ze niettemin als dusdanig te beschouwen. Tegelijk blijkt dat

met de huidig beschikbare data de kwantificering meer dan twee jaar achterloopt op de

actualiteit, dat ze niet zonder een beperkte set aannames kan en dat een verdere

detaillering van de cijfers wenselijk is.

Aan te bevelen verbeteringen in de administratieve registratie en ontsluiting — De

drieledige problematiek met betrekking tot de kwantificering van NEET’s – namelijk

actualiteit, betrouwbaarheid en relevantie – kan in de eerste plaats aangepakt worden door

verbeteringen door te voeren in de bijhouding en ontsluitbaarheid van persoonsgegevens in

administratieve databanken.

Het sneller beschikbaar maken van het aantal werkenden via de Kruispuntbank

Sociale Zekerheid. de KSZ-gegevens over de werkenden zijn de data waarop de

grootste vertraging zit. Mochten deze sneller beschikbaar zijn, zou de actualiteit van

de NEET-kwantificering gevoelig verhoogd kunnen worden. Bovendien zou dat ook

de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de kwantificering ten goede komen,

omdat de algemene teneur is dat de performantie van het databeheer bij de

dataleveranciers met de jaren toeneemt – bvb. onderwijs en ocmw hebben steeds

meer en nauwkeurigere informatie over hun populatie.

Het koppelen van de gegevens van KSZ met informatie over de schoollopende

populatie, ook in volwassenenonderwijs. Via een dergelijke koppeling zou een

overlap tussen cijfers over werkenden en zij die onderwijs volgen, vermeden kunnen

worden. Om dat soort dubbeltellingen te counteren, werd nu het overlappercentage

Page 16: NEET-jongeren in Antwerpen Kwantificering€¦ · of een opleiding of training3. 1 Eigenlijk is de letterlijke formulering: ‘Neither in employment nor in any education nor training’.

P A G I N A 1 5

tussen beide categorieën zoals gemeten in de EAK 4/2012 -1/2013 voor het

grootstedelijk gebied Brussel gebruikt. Met de koppeling van KSZ-gegevens met de

diplomadatabank (Leer- en Ervaringsbewijzendatabank LED) worden intussen

stappen gezet in de richting van een dergelijke koppeling.

De uitbreiding van de automatische update van actieve VDAB-dossiers aan de hand

van Dimona-data, naar passieve VDAB-dossiers. Sommige personen met een passief

dossier zijn niet van de arbeidsmarkt verdwenen zoals hun passief dossier

suggereert. Een update van de status van die dossiers op basis van Dimona zoals nu

reeds gebeurt met actieve dossiers, zou een extrapolatie van het aandeel OCMW

klanten dat gehercategoriseerd werd van niet op de arbeidsmarkt naar werkend

overbodig maken en de betrouwbaarheid van de kwantificering ten goede komen.

Een koppeling van VDAB-dossiers met gegevens vanwege onderwijs over wie

schoolloopt zou eveneens tot een betrouwbaardere kwantificering kunnen leiden.

Alle ongewenste overlap tussen personen met een VDAB-dossier en personen die

ingeschreven zijn in een Vlaamse onderwijsinstelling zou dan vermeden kunnen

worden. Nu werd bij de kwantificering aangenomen dat 5 procent van de

werkzoekenden in opleiding en begeleiding ook vervat zit in de onderwijscijfers.

Hoewel de impact van deze aanname op het globale cijfer klein is (van de orde van

120 eenheden per 5% aangenomen overlap) zou een koppeling die deze arbitraire

inschatting overbodig maakt, een stap vooruit zijn.

Het op een makkelijk ontsluitbare manier bijhouden van hoe iemand is opgenomen

in de bevolkingsregisters. NEET-cijfers op basis van de EAK hebben normaal enkel

betrekking op personen ingeschreven in het bevolkings – of vreemdelingenregister.

Personen in het wachtregister of zonder wettige verblijfplaats worden buiten

beschouwing gelaten. Bij de verwerking van de administratieve data kon deze

selectie niet steeds gemaakt worden en was het afhankelijk van de dataleverancier

soms mogelijk dat personen uit het wachtregister (bvb. VDAB) of zelfs zonder

wettige verblijfplaats (onderwijs) in de cijfers inbegrepen zaten.

Betere registratie van nationaliteit en origine. De gegevens over nationaliteit van

Antwerpse jongeren in VWO leken hoogst onwaarschijnlijk (niemand met niet-EU-

nationaliteit) en duiden er op dat er vermoedelijk sprake is van een niet-

Page 17: NEET-jongeren in Antwerpen Kwantificering€¦ · of een opleiding of training3. 1 Eigenlijk is de letterlijke formulering: ‘Neither in employment nor in any education nor training’.

P A G I N A 1 6

consequente bijhouding van nationaliteit in de databanken. Verder verdient het

aanbeveling in alle databanken de variabele ‘origine’ op te nemen zoals VDAB die

definieert op basis van huidige en vorige nationaliteit. in functie van de

arbeidsmarktbeleid lijkt dit kenmerk immers relevanter dan nationaliteit.

Aan te bevelen verfijningen en uitbreidingen van de kwantificering zelf — De cijfers

kunnen gevoelig aan relevantie winnen, mochten de huidige gegevens naar de toekomst

toe aangevuld worden:

Duur van het ‘NEET-statuut’: De huidige kwantificering laat niet toe het onderscheid

te maken tussen personen die pas afgestudeerd zijn en zij die sinds jaar en dag

inactief zijn. Een detaillering van de duur van het NEET-statuut zou hier reliëf in

aanbrengen en zo een betere indicatie geven van de kwetsbaarheid en afstand tot

werk van de verschillende NEET-jongeren. Andere kenmerken die het beeld in die

zin verder zouden verscherpen zijn de verlopen tijd sinds het laatst gevolgde traject,

of sinds het verlaten van de arbeidsmarkt.

Andere indicaties van kwetsbaarheid: In de huidige studie werd het kenmerk

nationaliteit niet op sluitende manier verzameld, hier is zeker ruimte voor

verbetering. Kenmerken die bijkomend misschien ook in kaart gebracht kunnen

worden en de relevantie van de cijfers zouden verhogen, zijn onderwijsniveau en

invaliditeit (Riziv).

Een historische reeks: Het zou goed zijn als de huidige meting niet op zichzelf blijft

staan, maar het startpunt vormt van een tijdsreeks die jaar na jaar het aantal NEET’s

meet. Op die manier de impact van beleid ook opgevolgd worden. Mochten meer

meetpunten per jaar geintroduceerd worden, moet men zich bewustzijn van de

seizoensgebonden variaties in het aantal NEET’s.

Ordening van onderwijs-, opleidings- en begeleidingstrajecten: Met betrekking tot

de personen die formeel geen NEET zijn, zou een verdere detaillering van hun

onderwijs of opleidings- of begeleidingstraject naar intensiteit, en mate waarin het

de afstand tot de arbeidsmarkt verkleint (bvb. op basis van doorstroompercentage)

wenselijk zijn. Hierbij zal het belangrijk zijn dat de gehanteerde criteria naar

Page 18: NEET-jongeren in Antwerpen Kwantificering€¦ · of een opleiding of training3. 1 Eigenlijk is de letterlijke formulering: ‘Neither in employment nor in any education nor training’.

P A G I N A 1 7

opleidings- en begeleidingstrajecten zowel toepasbaar zijn op OCMW- als op VDAB

trajecten. Wat betreft spijbelaars, zal Discimus vanaf schooljaar ’13-14 toelaten ook

spijbelgedrag meer genuanceerd te vertalen in termen van probleemgedrag.

Beleidsaanbevelingen die rechtstreeks voortvloeien uit de huidige becijfering — Los van

het kwalitatieve luik suggereert de kwantificering alvast de volgende adviezen:

Specifieke aanpak van NEET’s in Antwerpen: De cijfers tonen duidelijk aan dat het

aandeel NEET’s in Antwerpen een derde hoger ligt dan het Vlaams gemiddelde. Het

lijkt dan ook aangewezen deze specifieke situatie met een aangepast beleid te

beantwoorden.

Beperk aanpak niet tot toeleiden van officiële werkzoekenden: De NEET populatie

bevindt zich voor meer dan 40 procent niet op de officiële arbeidsmarkt. Wie de

NEET-populatie wil doen afnemen focust de inspanningen dus best niet alleen op

wie officieel op zoek is naar werk.

Wees voorbereid op groep met andere demografische kenmerken dan doorsnee

jeugdwerkloze: De kwantificering illustreert dat NEET’s vaker vrouw zijn dan een

gemiddelde jeugdwerkloze, en dat ze vaker allochtoon zijn. In zoverre NEET’s een

persoonlijke aanpak vergen, kan het beleid zich hier maar beter op afstemmen.

Neem ook niet-NEET’s in overweging bij beleidskeuzes in functie van NEET-beleid:

Zelfs de administratieve data die meestal juist een binair denken in de hand werken,

suggereren het bestaan van een omvangrijke groep jongeren in een grijze zone.

Officieel zijn ze geen NEET, maar zelfs hun administratief record, suggereert om ze

aandacht te geven bij het voorkomen of remediëren van de NEET-problematiek. Het

is vooral de omvang van deze groep – met zoveel minder dan de NEET-populatie

zijn ze niet — die alarmerend is.