Nederlandse economie in zicht Economisch Bureau · cijfers van het Centraal Bureau voor de...
Transcript of Nederlandse economie in zicht Economisch Bureau · cijfers van het Centraal Bureau voor de...
Nederlandse economie in zichtWoningmarkthervormingen
Economisch Bureau
11 juli 2013
Krimp economie lijkt ten einde te lopen; toch ramingen verlaagd
Bron: Vereniging Eigen Huis
Conjunctuur: Ramingen economische groei zijn verlaagd (p.5)
In het eerste kwartaal was de groei lager dan eerder gemeld. Omdat bovendien de beschikbare
indicatoren voor het tweede kwartaal nog geen verbetering laten zien, hebben we onze raming
voor de economische groei in 2013 verlaagd naar ca. -1%. In het tweede halfjaar zien we de
economie echter herstellen dankzij de uitvoer, die naar verwachting profiteert van de aan-
trekkende wereldhandel. In 2014 kan daarom weer een positief groeicijfer worden opgetekend.
Maar omdat hoogstwaarschijnlijk volgend jaar extra wordt bezuinigd, wordt het groeiherstel flink
afgeremd. We hebben daarom ook de BBP-raming voor 2014 verlaagd - naar krap ½%.
Thema: Verdere hervorming woningmarkt (p.2)
Het aantal transacties is verder gedaald. De dreiging van restschuld vormt een belemmering om
te verhuizen. Ook gaapt een gat tussen de prijs die verkopers verlangen en de prijs die kopers
bereid zijn te betalen. Toch komt het moment dat de prijsontwikkeling het kantelpunt bereikt
naderbij. Gunstig is dat de impasse in de discussie over de inrichting van de woningmarkt
eindelijk is doorbroken. De voorstellen tot vereenvoudiging van het belastingstelsel van de
Commissie Van Dijkhuizen vormen een voorbode van verdere aanpassingen. Ondanks dat de
hypotheektarieven hoger liggen dan in de omringende landen, is de meerderheid van de
gezinshuishoudens goed in staat de betalingsverplichtingen na te komen.
Sectoren: Woningbouw voorlopig nog onder druk; wel aanwijzingen voor herstel (p.7)
De gestagneerde woningmarkt heeft grote invloed op de woningbouw. Op korte termijn is de
woningbouwproductie afhankelijk van de economische ontwikkelingen en het woningmarkt-
beleid van de overheid. Op lange termijn zijn aanwijzingen voor herstel van de productie van
woningen te zien in het woningtekort en de demografische ontwikkelingen.
60
75
90
105
120
-6
-3
0
3
6
91 93 95 97 99 01 03 05 07 09 11 13
BBP (% j-o-j; l.a.) Economisch-sentimentindicator (r.a.)
2 Nederlandse economie in zicht - Woningmarkthervormingen - 11 juli 2013
Suggesties voor verdere hervorming woningmarktPhilip Bokeloh – 020 383 2657
De woningmarkt beleeft als gevolg van structurele aanpassingen een turbulent jaar. Het aantal transacties is de eerste vijf
maanden verder gedaald. De dreiging van restschuld vormt een grote belemmering om de verhuiswens door te zetten. Er
gaapt bovendien nog een flink gat tussen de prijs die verkopers verlangen en de prijs die kopers bereid zijn te betalen. Toch
komt het moment dat de prijsontwikkeling het kantelpunt bereikt naderbij. Onder andere de slechts bescheiden uitbreiding
van de woningvoorraad legt een bodem onder de prijsontwikkeling. Gunstig is dat de impasse in de discussie over de
inrichting van de woningmarkt eindelijk is doorbroken met het in februari gesloten Woonakkoord. De voorstellen tot
vereenvoudiging van het belastingstelsel van de commissie onder leiding van Kees van Dijkhuizen vormen een voorbode van
verdere aanpassingen. De commissie beveelt onder andere aan om het eigenwoningbezit minder fiscaal te stimuleren. Andere
commissies adviseren dat kopers meer geld dienen in te brengen wanneer zij een woning verwerven. Met oog op het risico
van verdere prijsdalingen is enige terughoudendheid op dit punt op zijn plaats. Tegenover het risico van een afwaardering
staat dat een lager hypotheekmaximum bijdraagt aan de stabiliteit van de financiële sector. Ondanks dat de hypotheek-
tarieven in Nederland beduidend hoger liggen dan in de omringende landen, is de meerderheid van de gezinshuishoudens
goed in staat de betalingsverplichtingen na te komen. De afschrijvingen op hypotheekleningen behoren met minder dan 0,1%
van de hypotheekportefeuille nog altijd tot de laagste van de Europese Unie.
Daling van het aantal transacties
De woningmarkt beleeft als gevolg van de structurele
aanpassingen een turbulent jaar. Het aantal transacties is de
eerste vijf maanden verder gedaald. Er vonden volgens de
cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek en het
Kadaster ruim 38.000 transacties plaats, 10% minder dan in
dezelfde periode van 2012. Huiseigenaren besluiten steeds
vaker hun verhuiswens uit te stellen. Liefst 2.150.000
huishoudens geven aan binnen twee jaar te willen verhuizen
(huur en koop), 264.000 meer dan drie jaar terug. Het aantal
dat actief op zoek is, is echter met 50.000 gekrompen naar
1.060.000 huishoudens. De neiging om de verhuiswens uit te
stellen is vooral sterk onder eigenwoningbezitters.
De dreiging van restschuld vormt een grote belemmering om
de verhuiswens door te zetten. De groep met een potentiële
restschuld groeit. De precieze omvang van deze groep is nog
altijd onduidelijk. Het CBS kwam onlangs uit op 1.000.000
huishoudens. Op basis van de enquêteresultaten van het
‘Woononderzoek Nederland 2012’ ligt het aantal met 570.000
huishoudens beduidend lager. Hoeveel het er ook zijn, het is
tegen deze achtergrond onwaarschijnlijk dat het aantal
transacties weer snel terugkeert naar het niveau van vóór de
crisis. Er is niettemin een sterke latente verhuiswens. Het
transactievolume zal toenemen zodra de indruk ontstaat dat
de huizenprijzen de bodem hebben bereikt.
Het moment dat de prijsontwikkeling het kantelpunt bereikt,
komt naderbij. Onder andere de bescheiden uitbreiding van de
woningvoorraad legt een bodem onder de prijsontwikkeling.
De daling van het aantal afgegeven nieuwbouwvergunningen
loopt vooruit op een verdere terugval van de woningproductie
in de komende jaren, vooral van koopwoningen. De
woningschaarste neemt dus eerder toe dan af (zie ook het
artikel verderop ‘Woningbouw: tekort bepaalt de toekomst’). Er
zijn de laatste tijd bovendien wel degelijk lichtpuntjes te
melden. Zo vertoont de marktindicator van Vereniging Eigen
Huis de laatste maanden een aanmerkelijke verbetering. Dit
herstel mag gezien de verbeterde betaalbaarheid geen
verbazing wekken. De combinatie van prijsdaling, lage rente
en huurstijging maakt de aanschaf van een koopwoning lang-
zamerhand weer het overwegen waard.
Marktindicator Vereniging Eigen Huis veert op
Index; 100 = neutrale stemming
Bron: Vereniging Eigen Huis
Toch gaapt er nog een flink gat tussen de prijs die verkopers
verlangen en de prijs die kopers bereid zijn te betalen.
Bovendien vergt het bij het huidige lage transactievolume nog
veel tijd voordat de huidige voorraad te koop staande
woningen is weggewerkt. Kopers kunnen scherp op de prijs
onderhandelen zo lang het aanbod ruim is. Het herstel van de
woningmarkt zal zich in eerste instantie in het aantal
transacties manifesteren, daarna pas in de prijzen. Een
belangrijke kwalificatie is echter op zijn plaats. Wil de
woningmarkt opleven, dan moet het economisch herstel wel
doorzetten. Weinig mensen durven het aan een huis te kopen
wanneer hun werk en hun inkomen op de tocht staat. De
woningmarkt zal nog langer in de put blijven zitten wanneer de
arbeidsmarkt verder verzwakt.
50
60
70
80
90
100
04 06 08 10 12
VEH Marktindicator
3 Nederlandse economie in zicht - Woningmarkthervormingen - 11 juli 2013
Suggesties voor verdere hervormingen
Gunstig is dat de impasse in de discussie over de inrichting
van de woningmarkt eindelijk is doorbroken met het in februari
gesloten Woonakkoord. Maar het blijft de vraag of hiermee de
onzekerheid over de fiscale behandeling van de eigen woning
is weggenomen. Ofschoon de politieke concessies indruk-
wekkend zijn, is het onwaarschijnlijk dat de hervorming van de
huizenmarkt met het Woonakkoord is voltooid.
Een voorbode van verdere aanpassingen vormen de voor-
stellen tot vereenvoudiging van het belastingstelsel van de
commissie onder leiding van Kees van Dijkhuizen. Deze
commissie beveelt onder andere aan om het eigenwoningbezit
minder fiscaal te stimuleren. De mogelijkheid om via de eigen
woning belastingvrij vermogen op te bouwen dient te worden
afgeschaft. Ook dient de renteaftrek gedurende de looptijd te
worden teruggebracht volgens een dertigjarig annuïtair
aflossingsschema, zowel voor bestaande als voor nieuwe
gevallen. De geleidelijke vermindering van de fiscale
subsidiëring zal woningeigenaren prikkelen om hypotheek-
schuld af te lossen. Zij zijn hier echter niet toe verplicht. De
commissie acht het voldoende als de aflossing beperkt blijft tot
de helft van de woningwaarde.
De commissie meldt met klem dat bezuinigen niet de inzet is
van de aanpassingen. De beperking van de aftrek wordt
gecompenseerd via een verlaging van de inkomstenbelasting-
tarieven en een afschaffing van de transactiebelasting. Dit
betekent ons inziens niet dat er geen prijseffecten zijn. De
kans is groot dat de bestedingsvoorkeuren verschuiven
wanneer de relatieve prijs van wonen door de verminderde
renteaftrek en de toename van de huur stijgt ten opzichte van
andere consumptieve bestedingen. Een waarschijnlijk minder
sterke vraag naar wonen zal het prijspeil naar beneden duwen.
De commissie heeft oog voor de groep huishoudens waarvan
de waarde van de woning onder de hypotheekschuld ligt. De
rente over de restschuld die na verkoop ontstaat, zal wat
betreft de commissie gedurende een periode van twaalf jaar
fiscaal aftrekbaar zijn. In combinatie met een via een beperkte
opslag op de hypotheekrente gefinancierde garantieregeling,
die de schroom bij banken moet wegnemen om een hypotheek
te verstrekken, helpt dit de doorstroming op de woningmarkt te
verbeteren.
De commissie acht het omwille van de eenvoud en de
consequente systematiek beter om de eigen woning en de
hypotheekschuld op termijn over te hevelen naar box 3.1
Hoewel de eigen woning voor veel huishoudens de
1 Nederland kent een belastingstelsel met drie boxen. In box 1 vallen de belastingen en premies voor volksverzekeringen over werk en inkomen . In box 2 valt de belasting op inkomen uit aanmerkelijk belang, oftewel inkomsten uit NV of BV waar men voor meer dan 5% belang in heeft. In box 3 valt de belasting over vermogen (spaar-tegoeden en beleggingen).
belangrijkste vermogenscomponent vormt, vallen zowel de
eigen woning als de hypotheekschuld nu in box 1. Met het oog
op de fragiele situatie op de huizenmarkt is de tijd pas rijp voor
een overgang wanneer het transactievolume weer op peil is en
de huizenprijzen in de lift zitten. Daarnaast adviseert de
commissie de tijd te nemen voor de overgang, ten minste
twintig jaar. Dan krijgen huishoudens alle gelegenheid om hun
financiën aan de nieuwe situatie aan te passen.
Discussie over hoogte maximale hypotheek
Behalve de commissie Van Dijkhuizen hebben ook de SER, de
parlementaire Commissie Huizenprijzen en de banken-
commissie Wijffels zich recent uitgelaten over de woningmarkt.
Een aanbeveling die telkens terugkeert, is dat kopers zelf geld
horen in te brengen wanneer zij een woning verwerven. De
komende jaren wordt volgens de huidige plannen de maximale
hypotheek al met 6%-punt verlaagd naar 100% van de
woningwaarde. Maar dat is volgens diverse commissies te
bescheiden. Herhaaldelijk is gesuggereerd de maximale
hypotheek te verlagen tot het internationaal gangbare niveau
van 80%.
Advies om maximum hypotheek te verlagen
Gem. hypotheeksom als pct gemiddelde koopsom nieuwe hypotheken2
Bron: Kadaster
Er is echter enige terughoudendheid op zijn plaats wanneer
het gaat om verlaging van het maximale hypotheekbedrag. De
gemiddelde transactieprijs van een bestaande woning lag
vorig jaar op EUR 225.000. Indien kopers 20% van de
woningwaarde zelf dienen in te leggen, hebben zij een
spaarpot nodig van EUR 45.000. Aangezien het jaren kan
duren voordat zij dit bedrag bijeen hebben gebracht, zullen
potentiële kopers hun aankoop moeten uitstellen. De
prijsontwikkeling van woningen zal naar alle waarschijnlijkheid
verder onder druk komen wanneer een omvangrijke groep
geïnteresseerden zich pas later kan melden op de markt voor
koopwoningen.
2 De kadastrale hypotheeksom is doorgaans hoger dan het daadwerkelijk verstrekte kredietbedrag. Dit om de toekomstige administratieve lasten te drukken, bijvoorbeeld bij een verhoging van het kredietbedrag voor een verbouwing.
105
110
115
120
125
05 07 09 11 13
Loan to Value
4 Nederlandse economie in zicht - Woningmarkthervormingen - 11 juli 2013
Volgens het IMF wijzen empirische studies uit dat een
verlaging van de maximale hypotheek met 10%-punt van de
woningwaarde gepaard gaat met prijsdalingen van 8 tot 13%.
Het wekt tegen deze achtergrond geen verbazing dat de
commissie Wijffels de verlaging pas wil invoeren wanneer het
transactievolume weer is hersteld en de huizenprijzen weer in
de lift zitten. Bovendien adviseert de commissie een dergelijke
aanpassing uit te smeren over een lange periode van
tenminste twintig jaar en te combineren met de mogelijkheid
om fiscaal gunstig vermogen op te bouwen voor de verwerving
van een eigen woning (bouwsparen).
Stabiliteit financiële sector
Tegenover het risico van een afwaardering staat dat een lager
hypotheekmaximum bijdraagt aan de stabiliteit van de
financiële sector. In de haussejaren van de huizenmarkt heeft
de groei van bancaire deposito’s geen gelijke tred gehouden
met de hypotheekverstrekking. In de aanloop naar de
kredietcrisis steeg de leningenportefeuille afgezet tegen de
ingelegde deposito’s bij Nederlandse banken tot een ratio
hoger dan 200%. Sindsdien is de ratio met 20%-punt gedaald.
Een verdere daling van de ratio leningen versus deposito’s ligt
op de lange termijn in het verschiet wanneer de fiscale
stimulans voor schuldvorming vermindert en de maximale
hypotheekomvang inderdaad daalt. Voor de korte en middel-
lange termijn blijven Nederlandse banken evenwel afhankelijk
van externe financieringsbronnen. Nu de toegang tot markt-
financiering vanwege de economische crisis enigszins
moeizaam is, rekenen banken met hogere risico-opslagen
voor hypotheken. De hypotheektarieven zijn in Nederland
minder gedaald dan in de omringende landen.
Hypotheekrente daalt minder hard dan in het buitenland
Gemiddelde hypotheekrente > 5 jaar
Bron: ECB
Ondanks de relatief hoge hypotheeklasten is de meerderheid
van de gezinshuishoudens goed in staat de betalings-
verplichtingen na te komen. Het aantal huishoudens met een
betalingsachterstand op de hypotheek is volgens Bureau
Kredietregistratie (BKR) het afgelopen jaar weliswaar met een
kwart toegenomen tot 82.000, maar de problemen zijn
vooralsnog overzichtelijk. Van het totaal aantal huiseigenaren
heeft slechts 1,6% een betalingsachterstand. Het aantal
onvrijwillige verkopen is in het jaar lopend tot mei 2013
gedaald tot 2.200 veilingen, 400 minder dan in dezelfde
maand een jaar eerder. Hier staat wel tegenover dat banken er
beter in slagen om veiling te vermijden en huizen onderhands
te verkopen.
De afschrijvingen op hypotheekleningen behoren met minder
dan 0,1% van de hypotheekportefeuille nog altijd tot de laagste
van de Europese Unie. Beleggers blijven door de geringe
verliezen geïnteresseerd in Nederlandse hypotheken. Een
blijvende goede toegang tot goedkope financiering is echter
niet gewaarborgd. Verdere verbetering van de transparantie is
noodzakelijk. Een probleem is bijvoorbeeld dat de door de
overheid geborgde Nationale Hypotheek Garantie (NHG) niet
altijd wordt begrepen door internationale beleggers. Zo loopt
het verzekerde bedrag annuïtair af voor de bank. Ook kan de
schadeclaim worden afgewezen als de bank bij de krediet-
aanvraag een vergissing heeft gemaakt. Het feit dat de NHG-
verzekering onvolledig is en niet altijd uitkeert, maakt
beleggers onzeker.
Plannen voor Nationale Hypotheekbank
Dit euvel is te verhelpen. Er liggen nu voorstellen op tafel
waarbij banken hun NHG-leningen onderbrengen bij een
Nationale Hypotheekbank, die gestandaardiseerde, staats-
gegarandeerde obligaties uitgeeft. Deze staatsgarantie maakt
dat de obligaties een aantrekkelijke belegging vormen voor
verzekeraars en pensioenfondsen. De oprichting van een
Nationale Hypotheekbank zal de afhankelijkheid van markt-
financiering verminderen voor banken. Hoe groot het
financieringsvoordeel als gevolg van een Nationale
Hypotheekbank uitvalt, is vooralsnog onduidelijk. Een daling
van de risico-opslag voor hypotheken is allicht gunstig voor de
huizenmarkt.
Niet alleen de huizenmarkt zal profiteren van een verbeterde
werking van de hypotheekmarkt, ook de economie. Het
huidige prijspeil staat een vijfde onder de piek van augustus
2008, wat een fors vermogensverlies van de huidige huizen-
bezitters impliceert. Hun verlies is bij benadering EUR 180 mld
groot. Stel dat dit verlies over dertig jaar wordt afgeschreven,
dan wordt de jaarlijkse consumptie langdurig gehinderd. Hier
staat tegenover dat de toekomstige kopers minder diep in de
buidel hoeven te tasten. Omdat deze groep meer te besteden
krijgt, is het haast onvermijdelijk dat de consumptie op termijn
weer terugveert. Maar voorlopig zet de achterblijvende
consumptie een rem op de economie en houden economie en
huizenmarkt elkaar dus vast in een beklemmende greep.
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
07 08 09 10 11 12 13
België Duitsland Nederland
5 Nederlandse economie in zicht - Woningmarkthervormingen - 11 juli 2013
Nederlandse conjunctuur Nico Klene – 020 628 4204
De economie is in het eerste kwartaal meer gekrompen dan
eerder door het CBS gemeld. Volgens herziene cijfers nam het
BBP met 0,4% k-o-k af in plaats van met 0,1%. Voor het
tweede halfjaar voorzien we enig herstel. Niettemin zal de
krimp dit jaar forser uitvallen dan we eerder dachten.
Krimp eerste kwartaal sterker dan eerder gemeld
In het eerste kwartaal daalde het BBP met bijna 0,4% ten
opzichte van het voorgaande kwartaal. Dat is weliswaar
minder krimp dan in de twee voorgaande kwartalen (respec-
tievelijk -0,9% en -0,6% k-o-k), maar al met al toch een flinke
tegenvaller. Vrijwel alle bestedingscomponenten vielen lager
uit dan volgens de eerste publicatie van het CBS. Wel is bij de
uitvoer en de particuliere consumptie nog steeds sprake van
een (minieme) toename ten opzichte van het voorgaande
kwartaal. Het cijfer voor de consumptie is echter geflatteerd
door het fors hogere energieverbruik als gevolg van het koude
weer. Als we daarvoor corrigeren, resulteert een duidelijke
afname van de consumptie.
Verder springt de forse daling van de investeringen in het oog
- met 7½% k-o-k. Met name de investeringen van bedrijven
(excl. woningbouw) maakten een klap met bijna -10%. Dit
komt onder meer door de daling van bijna 30% van de
investeringen in transportmiddelen. In verband met de
naderende verhoging van de aanschafbelasting hebben
bedrijven de aanschaf van personenauto’s naar voren
gehaald. In reactie daarop vielen de verkopen van auto’s in het
eerste kwartaal heel sterk terug.
Waarschijnlijk nog geen groei in tweede kwartaal
Veel ‘harde’ informatie over het tweede kwartaal is nog niet
beschikbaar. De consumptie zat in april nog steeds in de min
(j-o-j), evenals de indicator voor de bedrijfsinvesteringen,
terwijl (ook) het cijfer voor de uitvoer tegenviel. En de
industriële productie bleef in april-mei gemiddeld op het niveau
van het eerste kwartaal liggen.
Ook de economische barometers deden het nog niet geweldig.
Het CBS-cijfer van het vertrouwen in de industrie lag in het
tweede kwartaal gemiddeld op hetzelfde niveau als in het
eerste kwartaal. Wel liet het cijfer in mei en juni enig herstel
zien na de terugval in maart-april. Dat geldt ook min of meer
voor de inkoopmanagersindex voor de industrie: in de loop van
het voorbije kwartaal liep de PMI een beetje op ten opzichte
van het dal in april. Maar nog steeds ligt de index (48,75 in
juni) onder de 50, het cijfer dat de omslag markeert tussen
krimp en groei. De Economisch-sentimentindicator is
eveneens drie maanden op rij gestegen, maar ligt met 89,5
nog ruim onder het langetermijngemiddelde van 100.
Toch forsere krimp BBP in eerste kwartaal
%
Bron: Thomson Reuters Datastream
Langdurige krimp van de economie
BBP in EUR mld, constante prijzen
Bron: Thomson Reuters Datastream
Barometers economie gaan weer iets omhoog
Indices
Bron: Thomson Reuters Datastream, CBS
-6
-4
-2
0
2
4
6
-2,5
-1,5
-0,5
0,5
1,5
2,5
06 07 08 09 10 11 12 13
% k-o-k (l.a.) % j-o-j (r.a.)
134
136
138
140
10 11 12 13
Kwartaalcijfer Jaargemiddelde
60
68
76
84
92
100
108
116
-25
-20
-15
-10
-5
0
5
10
06 07 08 09 10 11 12 13
Producentenvertrouwen industrie (l.a.)
Economisch-sentimentindicator (r.a.)
6 Nederlandse economie in zicht - Woningmarkthervormingen - 11 juli 2013
Kortom, deze indicatoren liggen nog op lage niveaus en doen
vermoeden dat de economie in het tweede kwartaal opnieuw
is gekrompen. Ook speelt een rol dat de hiervoor genoemde
stevige positieve impuls voor de groei in het eerste kwartaal
als gevolg van de extra gasproductie (en gasverbruik) is
weggevallen. Dat drukt de kwartaal-op-kwartaal BBP-groei.
Overigens was ook het tweede kwartaal duidelijk kouder dan
normaal. Dat zwakt mogelijk het negatieve ‘terugbetaaleffect’
iets af.
Licht herstel economie verwacht dankzij uitvoer
Positief punt is dat de ‘barometers’ de laatste maanden wat
zijn verbeterd. Dat geldt ook voor vergelijkbare indicatoren in
het buitenland. Dat is een aanwijzing dat voor de economie
van de eurozone bescheiden herstel in aantocht is. Een
belangrijke verklaring voor deze verbeterende vooruitzichten is
de forse verlaging van het bezuinigingstempo in een aantal
landen, waardoor de groei minder zal worden afgeremd dan
we eerder aannamen. Verder verwachten wij dat de export zal
profiteren van de aantrekkende wereldeconomie.3 Dat laatste
verwachten we ook voor de Nederlandse uitvoer. De
concurrentiepositie van ons land is volgens diverse ranglijsten
goed en de uitvoer moet dan ook kunnen profiteren van het
herstel van de wereldhandel. De deelindex van de export-
orders-PMI wijst weer in de goede richting: na een eerdere
terugval is deze in mei en juni weer opgelopen (juni: 52,1).
De vanaf het tweede halfjaar voorziene voorzichtige opleving
zien we pas terug in het jaarcijfer van 2014. Dit jaar zal de
economie opnieuw krimpen. En door het tegenvallende eerste
kwartaal zal die krimp nog wat forser uitvallen dan we hadden
gedacht: we hebben onze groeiraming voor dit jaar verlaagd
van -¾% naar iets meer dan -1%.
Raming groei 2014 verlaagd vanwege extra ombuigingen
In 2014 komt de groei weer in de plus, maar nog onvoldoende
om het tekort van de overheid te laten dalen naar 3% van het
BBP (of minder). In het kader van afspraken met Brussel moet
dat wél gebeuren. Om dit te kunnen realiseren, is het kabinet
van plan EUR 6 miljard extra om te buigen. Het lijkt heel waar-
schijnlijk dat zo’n pakket er gaat komen. In dat geval zal de
groei volgend jaar duidelijk lager uitvallen dan onze (oude)
raming van 1%. We hebben onze ramingen voor de groei van
de binnenlandse bestedingen en van het BBP verlaagd. De
prognose voor de BBP-groei is nu 0,4% (was 1,0%).
De stijging van de werkloosheid is afgezwakt: in april en mei
kwamen er beduidend minder werklozen bij dan in het eerste
kwartaal. Maar aan de stijging komt nog geen eind. Onder
invloed van de magere economische groei zal de werkloosheid
voorlopig nog oplopen en pas pieken in de zomer van 2014.
3 Voor onze visie op de mondiale economie zie onze kwartaalpublicatie Macro Visievan 3 juli 2013 op www.abnamro.nl/economischbureau
Indicator exportorders industrie verbetert weer
% j-o-j PMI >50 - groei; <50 - krimp
Bron: Thomson Reuters Datastream, CBS
Stijging werkloosheid iets afgevlakt
x1000
Bron: Thomson Reuters Datastream
Kerncijfers Nederlandse economie
2011 2012 2013 2014
% mutaties
BBP 1,0 -1,3 -1,1 0,4
Particuliere consumptie -1,1 -1,6 -1,2 -0,4
Overheidsconsumptie 0,2 -0,7 -0,5 -0,3
Investeringen 6,1 -4,0 -7,5 0,0
Uitvoer 4,1 3,2 2,6 5,1
Invoer 4,2 3,3 0,9 4,7
Consumentenprijzen (CPI) 2,3 2,5 2,4 1,7
Lonen 1,4 1,6 1,5 1,5
Niveaus
Werkloosheid (% beroepsbevolking) 5,4 6,4 8,5 9,2
Idem internationale definitie 4,4 5,3 6,8 7,3
Lopende rekening (% BBP) 9,7 10,1 10,3 10,1
Saldo overheid (% BBP) -4,5 -4,1 -3,5 -3,0
Verondersteld is dat inderdaad in 2014 voor EUR 6 mld (1% BBP) extra wordt bezuinigd.Herziene cijfers zijn gecursiveerd.
Ramingen: ABN AMRO Economisch Bureau
-20
-10
0
10
20
05 06 07 08 09 10 11 12 1330
40
50
60
70
PMI exportorders (index; r.a.)Uitvoer goederen (% j-o-j, 3-m v.g.; l.a.)
275
375
475
575
675
03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13
7 Nederlandse economie in zicht - Woningmarkthervormingen - 11 juli 2013
Woningbouw: tekort bepaalt de toekomstMadeline Buijs – 020 383 8201
Zoals bekend stagneert de woningmarkt. Dit heeft ook grote
invloed op de woningbouw. Het aantal nieuw gebouwde
woningen is in 2012 gedaald naar circa 52.000, terwijl er op
het hoogtepunt in 2009 nog bijna 93.000 woningen werden
gebouwd. De woningbouwproductie daalde in 2012 met ruim
9%.
Woningbouw is afhankelijk van overheidsbeleid en
economische ontwikkelingen …
Op korte termijn is de ontwikkeling van de woningbouw
afhankelijk van het overheidsbeleid met betrekking tot de
woningmarkt en de economische ontwikkelingen. Zoals in
onderstaande grafiek te zien is, reageert de woningbouw met
grotere uitschieters op de economische ontwikkelingen, zowel
in positieve als negatieve zin. De woningbouwproductie wordt
daarnaast in sterke mate beïnvloed door het woningmarkt-
beleid van de overheid waardoor het bij economische groei
langer kan duren voordat de woningbouw zich kan herstellen.
Ontwikkeling BBP en productie woningbouw
% j-o-j
Bron: CBS
De verwachting is dat de woningbouwproductie in ieder geval
in 2013 en 2014 nog zal dalen, ondanks de prognose dat de
economische groei in 2014 weer licht zal aantrekken. De
woningbouw zal op zijn vroegst in 2015 uit het dal kunnen
klimmen, maar dit is wel afhankelijk van nieuwe bezuinigings-
maatregelen en ander overheidsbeleid dat de woningmarkt
kan raken.
… maar op lange termijn blijft een woningtekort bestaan…
Gaan we op zoek naar aanwijzingen voor herstel van de
woningbouw, dan zien we ten eerste dat er tot en met 2040
een woningtekort blijft bestaan. Uit de grafiek hiernaast blijkt
dat het aantal huishoudens groter is dan de woningvoorraad.
Per provincie is wat variatie te zien. In Friesland en Zeeland is
er gedurende de gehele periode sprake van een woning-
overschot. In Flevoland en Limburg gaat het woningtekort
gedurende de periode over in een woningoverschot. Er zal
daarom in de toekomst geen sprake zijn van een bouwstop
van woningen.
Woningtekort in Nederland
Aantallen
Bron: Cijfers over Wonen en Bouwen 2013
… en worden demografische ontwikkelingen van belang
Daarnaast zijn er op de lange termijn twee demografische
trends die de woningbouw verder in de kaart kunnen spelen en
kunnen bijdragen aan het herstel van de woningbouw.
Allereerst neemt het aantal eenpersoonshuishoudens de
komende jaren sterk toe. Tot en met 2040 zal het aantal
eenpersoonshuishoudens in Nederland met 30% stijgen,
terwijl het aantal meerpersoonshuishoudens met slechts 1,3%
stijgt. Door de grote stijging van het aantal eenpersoons-
huishoudens stijgt het totale aantal huishoudens met bijna
12%. Regionaal zijn de verschillen groot. In de drie noordelijke
provincies, Zeeland en Limburg neemt het aantal huishoudens
nog wel toe, maar minder hard dan in de rest van Nederland.
Ten tweede wordt de vergrijzing van steeds groter belang voor
de woningbouw. Het aantal 65+-huishoudens stijgt in de
periode tot en met 2040 met ruim 70%, terwijl het totale aantal
huishoudens met 12% stijgt. De vergrijzing slaat relatief harder
toe in de drie noordelijke provincies, Zeeland en Limburg dan
in de rest van Nederland. Dit heeft deels te maken met het feit
dat de bevolking daar minder hard groeit of zelfs krimpt.
Huidige woningvoorraad past niet bij trends bevolkings-
samenstelling…
De onderstaande grafiek laat zien dat de huidige woning-
voorraad primair ingericht is op gezinnen met kinderen. In
2012 had bijna 40% van de woningen vijf kamers of meer.
Ruim 32% van de woningen had vier kamers. Afgezien van
een aantal uitzonderingen zullen weinig eenpersoons-
huishoudens en ouderen voor langere tijd in dergelijke grote
-15
-10
-5
0
5
10
95 97 99 01 03 05 07 09 11
BBP Productie woningbouw
7.000.000
7.250.000
7.500.000
7.750.000
8.000.000
8.250.000
8.500.000
2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040
Huishoudens Woningvoorraad
8 Nederlandse economie in zicht - Woningmarkthervormingen - 11 juli 2013
woningen willen wonen. De huidige woningvoorraad sluit
daarom niet aan bij de toekomstige bevolkingssamenstelling.
Woningvoorraad naar aantal kamers
%
Bron: Cijfers over Wonen en Bouwen 2013
… wat een positief effect op de woningbouw kan hebben
Op de lange termijn kunnen deze demografische
ontwikkelingen, het feit dat de huidige woningvoorraad hier
niet op aansluit en het blijvende woningtekort een positief
effect hebben op de woningbouw. Er zullen namelijk of
woningen gebouwd moeten worden die geschikt zijn voor
eenpersoonshuishoudens en ouderen of de huidige woning-
voorraad dient zodanig aangepast te worden dat de huidige
woningen voor deze groepen toereikend worden. Hier liggen
kansen voor woningbouwers, maar zij zullen zelf ook op deze
veranderingen moeten inspelen. Te vaak worden nog
woningen gebouwd die niet aansluiten bij de wensen van de
bevolking.
Kanttekening is dat de demografische ontwikkeling op lange
termijn niet alleen maar positieve effecten heeft. Uit onderzoek
van het Planbureau voor de Leefomgeving is gebleken dat
vergrijzing de doorstroom van de woningmarkt belemmert.
Ouderen wonen vaak in koopwoningen en verhuizen weinig.
Daardoor houden ze nu nog relatief veel koopwoningen
‘bezet’. Door de toenemende vergrijzing komen er op langere
termijn relatief veel koopwoningen op de markt doordat
ouderen uiteindelijk naar seniorenwoningen verhuizen. Dit kan
in bepaalde gebieden waar de vergrijzing hoog is, leiden tot
een overschot aan woningen op de markt wat in deze
gebieden een negatief prijseffect kan hebben.
0%
20%
40%
60%
80%
100%
1985 1990 1995 2000 2005 2010 2012
1 of 2 kamers 3 kamers 4 kamers 5 kamers of meer
9 Nederlandse economie in zicht - Woningmarkthervormingen - 11 juli 2013
APPENDIX 1. TABEL MACRO-INDICATOREN
Kerncijfers Nederlandse economie
2010 2011 2012 2012 2013 2013r 2014r
Kwartaal 3 Kwartaal 4 Kwartaal 1 Kwartaal 2
% mutaties k-o-k k-o-k k-o-k k-o-k
BBP 1,5 1,0 -1,3 -0,9 -0,6 -0,4 -1,1 0,4
Particuliere consumptie 0,3 -1,1 -1,6 -0,1 -1,1 0,1 -1,2 -0,4
Overheidsconsumptie 0,5 0,2 -0,7 0,0 - 0,1 -0,7 -0,5 -0,3
Investeringen -7,5 6,1 -4,0 -2,8 -0,8 -7,4 -7,5 0,0
Uitvoer 11,6 4,0 3,2 -2,3 1,4 0,1 3,2 5,1
Invoer 10,3 4,2 3,3 -1,3 0,6 -1,8 2,0 4,7
Consumentenprijzen (CPI - % j-o-j) 1,3 2,3 2,5 2,3 2,8 3,0 2,7 2,4 1,7
Lonen (part. sector, % j-o-j) 1,0 1,4 1,6 1,7 1,7 1,8 1,5 1,5 1,5
Niveaus
Werkloosheid (% beroepsbevolking) 5,4 5,4 6,4 6,5 7,0 7,8 8,3 (mei) 8,5 9,2
Idem internationale definitie 4,5 4,4 5,3 5,3 5,6 6,2 6,6 (mei) 6,8 7,3
Producentenvertrouwen (ultimo) 2,6 -1,3 -5,6 -6,6 -5,6 -4,8 -4,1
Consumentenvertrouwen (ultimo) -14 -37 -39 -29 -39 -41 -36
Ramingen: ABN AMRO Economisch Bureau | Macro Research
Kerncijfers internationale economie
2010 2011 2012 2012 2013 2013r 2014r
Kwartaal 3 Kwartaal 4 Kwartaal 1 Kwartaal 2
% mutaties
k-o-k k-o-k k-o-k k-o-k
BBP eurozone 2,0 1,5 -0,5 -0,1 -0,6 -0,2 -0,5 1,3
BBP Duitsland 4,2 3,1 0,9 0,2 -0,7 0,1 0,5 2,0
BBP Verenigde Staten 2,4 1,8 2,2 0,8 0,1 0,6 1,8 3,2
Niveaus
USD per EUR (ultimo) 1,34 1,29 1,32 1,29 1,32 1,28 1,30 1,20 1,10
Korte rente eurozone (%, 3m-euribor, ultimo) 1,0 1,4 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,4
Lange rente, 10jr Bund (%, Duitsland, ultimo) 3,0 1,8 1,3 1,4 1,3 1,3 1,7 1,8 2,6
Lange rente, Nederland (%,10jr staats, ultimo) 3,1 2,2 1,5 1,7 1,5 1,7 2,1 2,1 2,8
Olieprijs Brent (USD/barrel, gemiddelde) 79,6 111,4 111,7 109,7 110,1 112,5 102,6 105 100
Ramingen: ABN AMRO Economisch Bureau | Macro Research
10 Nederlandse economie in zicht - Woningmarkthervormingen - 11 juli 2013
APPENDIX 2. TABEL MESO-INDICATOREN
Kerncijfers Nederlandse economie naar sector
2010 2011 2012 2012 2013 2013r 2014r
Kwartaal 3 Kwartaal 4 Kwartaal 1 Kwartaal 2
Algemeen
PMI (ultimo,index > 50 = groei) 57,5 46,2 49,6 50,7 49,6 48,0 48,8
Bedrijfsfaillissementen (totaal uitgesproken) 7.211 7.140 8.616 2.092 2.167 2.524 2.459
Index Wereldhandel, ultimo 124,3 127,3 128,5 127,8 127,4 128,5 130,3 (apr)
Agrifood
Omzet voedings- en genotmiddelenind. (% j-o-j) 1,1 9,9 -1,3 -2,4 1,9 5,5 7,7 (apr)
Productie voedings- en genotmidd.ind. (% j-o-j) 1,8 1,6 -2,4 -4,1 -2,5 0,2 3,7 (apr)
Export voedings- en genotmiddelen (% j-o-j) 11,8 7,5 4,0 4,9 6,8 8,6 11,5 (apr)
Producentenprijzen voedingsmidd. (% j-o-j; ult) 5,4 10,1 4,8 5,1 4,8 3,0 2,7 (apr)
Bouw en onroerend goed
Omzet bouw excl. projectontw. (% j-o-j) -8,8 4,3 -6,9 -4,3 -8,3 -9,3 -7,0 (apr) -4,5 -0,5
Verleende nieuwbouwvergunningen (€ mld) 13,0 12,1 8,6 2,1 2,2 1,3 0,5 (apr)
Bouwproductie (volumes, % j-o-j) -8,9 4,3 -8,4 -7,1 -8,4 -11,6 -8,0 (apr) -5,0 0
Aantal maanden productie in portefeuille 5,9 6,2 5,6 5,4 5,3 5,0 4,9
Aantal woningtransacties 126.127 120.739 117.261 22.978 35.704 23.090 14.887 (t/m mei)
Prijs koopwoningen (% j-o-j) -2,0 -2,4 -6,3 -8,4 -7,4 -8,3 -7,9 (t/m mei)
Detailhandel
Retail verkopen (waarde, % j-o-j) -0,1 0,7 -1,2 -1,3 -2,1 -3,4 -0,4 (apr) -2,0 -1,5
Retailprijs (% j-o-j) 0,9 2,1 2,0 1,6 2,5 2,6 2,1 (apr) 1,5
Omzet supermarkten (% j-o-j) 1,8 2,1 3,0 2,1 3,3 3,9 2,0 (apr) 2,5
Autoverkopen (x1000) 483,2 555,8 502,4 95,9 75,2 115,5 96 390 450
Industrie
Dagproductie (% j-o-j) 7,0 3,3 -0,7 -0,5 -0,4 -2,7 -1,5 (t/m mei)
Bezettingsgraad (%) 80,6 79,6 76,6 78,8 (jul) 77,9 (okt) 78,6 (jan) 75,6 (apr)
Oordeel orderpositie, ultimo* -11,1 -13,6 -20,8 -18,2 -20,8 -19,6 -19,6 -
Oordeel voorraden, ultimo* 2,0 2,3 4,70 5.0 4,7 1,0 2,7
Technologie, Media & Technologie
Omzet telecommunicatie (% j-o-j) 0,6 -0,7 -1,9 -4,2 -2,7 -3,9
Omzet reclamebureaus (% j-o-j) -1,7 -4,5 -5,8 -6,5 -9,1 -6,5
Omzet IT dienstverlening (% j-o-j) -0,6 3,2 -3,2 -3,0 -8,1 -5,6
Transport & Logistiek
Omzet Transport & Logistiek (% j-o-j) 2,6 4,5 2,8 3,1 2,1 0,4
Baltic Dry Index (ultimo) 2.758 1.738 699 766 699 910 1.171
Goederenvervoer Schiphol (tonnen x1000) 1.512 1.523 1.483 1103(t/m sep) 1483(t/m dec) 366 (t/m mrt) 612(t/m mei)
Sentiment transport (ultimo) 1,8 -28,9 -12,8 9,2 -12,8 -2,3 -1,6 (mei)
Zakelijke dienstverlening
Oordeel omzet 3-mnds, ultimo* -10,0 -14,4 13,1 -14,4 12,5 -3,9
Omzet uitzendbranche (% j-o-j) -2,6 8,4 -1,0 -0,2 -3 (dec) -0,1 (per.3) -4 (per.5) -0,5
Eurozone Services PMI (ultimo) 54,2 48,8 47,8 46,2 47,8 46,4 48,3
JP Morgan Global Services PMI (ultimo) 56,9 53,3 54,8 53,8 54,8 53,4 51,3
Ramingen: ABN AMRO Economisch Bureau Nederland* saldo positieve en negatieve antwoorden (%)
11 Nederlandse economie in zicht - Woningmarkthervormingen - 11 juli 2013
Overige publicaties van ABN AMRO | Economisch Bureau:
De ‘Nederlandse Economie in zicht’ verschijnt elke maand en gaat in op macro- en meso-economische ontwikkelingen. Overige periodieke publicaties van het Economisch
Bureau zijn onder meer:
•Macro Weekly Wekelijkse publicatie over actuele mondiale ontwikkelingen op het terrein van macro-economie en financiële markten. De
publicatie komt uit in het Nederlands en het Engels.
•Visie op rente en euro Maandelijkse update over renteontwikkelingen in de eurozone en Nederland en de koers van de euro.
•Macro Visie Kwartaalpublicatie over conjuncturele ontwikkeling in industrielanden en opkomende markten. Tevens worden prognoses
gegeven van onder meer BBP-groei, inflatie, werkloosheid en begrotingstekort. (Oók Engelstalig.) De meest recente
uitgave verscheen 3 juli.
•EM Visie Kwartaalpublicatie over opkomende economieën. (Oók Engelstalig.) De meest recente uitgave verscheen 3 juli.
•Sector Monitoren Rapport met sector specifieke economische ontwikkelingen. Op dit moment zijn er zeven Sector Monitoren: Agrifood,
Bouw, Industrie, Retail, TMT (Technologie, Media & Telecommunicatie), Transport & Logistiek en Zakelijke dienstverlening.
•Visie op Sectoren Jaarlijkse sectorupdate waarin Sector & Commodity Research zijn visie geeft op brancheontwikkelingen en omzet-
verwachtingen. In de VoS 2013 worden 8 sectoren en 66 branches besproken in factsheets van twee pagina’s. In mei is de
VoS 2013 gepubliceerd.•Quarterly Commodity Outlook Kwartaalrapport dat de prijsvooruitzichten voor grondstoffen weergeeft voor zowel de korte (drie maanden) als de lange
termijn (tot en met 2015). Ingegaan wordt op prijzen van energie, metalen en agrarische grondstoffen. De nieuwe uitgave
verschijnt eind juli. Een samenvatting verschijnt ook in het Nederlands (‘Prijsvooruitzichten grondstoffen’)
Dit document is samengesteld door ABN AMRO. Het heeft uitsluitend als doel om financiële en algemene informatie te verstrekken over de economie en sectoren. ABN AMRO behoudt zich alle rechten voor met betrekking tot de informatie in het document en het document wordt uitsluitend aan u verstrekt voor uw informatie. Het is niet toegestaan dit document (geheel of deels) te kopiëren, distribueren, door te geven aan een derde of om het voor enig ander doel te gebruiken dan hier boven bedoeld. Dit document is informatief bedoeld en vormt geen aanbieding van effecten aan het publiek, of een uitnodiging om een aanbod te doen.
U mag niet om welke reden dan ook vertrouwen op de informatie, meningen, beramingen, en aannames in dit document noch dat het compleet, accuraat of juist is. Er wordt geen garantie gegeven, uitdrukkelijk of stilzwijgend, door of uit naam van ABN AMRO, haar directeuren, functionarissen, vertegenwoordigers, gelieerde partijen, groepsmaatschappijen of werknemers met betrekking tot de juistheid of volledigheid van de informatie in dit document, en geen enkele aansprakelijkheid wordt geaccepteerd voor enig verlies als direct of indirect gevolg van het gebruik van deze informatie. De opvattingen en meningen opgenomen hierin kunnen op enig moment aan verandering onderhevig zijn en ABN AMRO heeft geen enkele verplichting om de informatie in dit document na de datum hiervan te herzien.
Voordat u in enig product van ABN AMRO investeert, dient u zich te informeren over de verschillende financiële en andere risico’s, alsmede mogelijke beperkingen voor u en uw investeringen als gevolg van toepasselijke wetgeving en regels. Indien u, na lezing van dit document, overweegt een investering te doen in een product, raadt ABN AMRO aan om een dergelijke investering met uw relatiemanager of persoonlijke adviseur te bespreken om nader te bezien of het relevante product – met inachtneming van alle mogelijke risico’s – past bij uw investeringen. De waarde van beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garanties voor de toekomst. ABN AMRO behoudt zich het recht voor wijzigingen in dit materiaal aan te brengen.
Alle rechten voorbehouden.
Altijd op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de economie en in uw sector: download de Markets Insights app via
abnamro.nl/marketinsights of direct in de App Store.
Lees meer over het Economisch Bureau op: abnamro.nl/economischbureau
abnamro.nl/sectoren