Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

32
Nederlands op maat Deel 2 niveau 2F/B1 MBO sector Zorg en Welzijn niveau 1-2

description

Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Transcript of Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Page 1: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Nederlandsop maat Deel 2

niveau 2F/B1

MBO sector Zorg en Welzijn niveau 1-2

Page 2: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Nederlands op maatDe methode Nederlands op maat is speciaal

ontwikkeld voor de korte opleidingen (niveau 1-2)

van de sector Zorg en Welzijn van het MBO.

Nederlands op maat bestaat uit twee combinatieboeken waarin de

theorie en de opdrachten zijn samengebracht, een deel voor het eerste leer-

jaar, het tweede deel voor het tweede leerjaar. De theorie is beknopt gehouden.

De opdrachten zijn niet al te omvangrijk, overzichtelijk en gemakkelijk na te kijken.

De methode bestaat uit tien korte, heldere taaltrainingen die op elk gewenst mo-

ment ingezet kunnen worden binnen de opleiding. Zodra een van de vaardigheden

nodig is bij projecten, het werken aan thema’s of BPV-opdrachten, dan kan de

docent (of de deelnemer) de gewenste training inzetten. Elke training kan binnen

drie blokuren (lesweken) afgerond worden.

De opdrachten in Nederlands op maat zijn beroepsgericht. Ook de teksten en de

oefenzinnen bij spelling of stijl zijn gerelateerd aan vakinhouden. Zij hebben alle

een zorg- of welzijnsonderwerp. Gestreefd is naar een grote variatie in

werkvormen.

D.C. Kooreman

ISBN: 978-9006771077

9 789006 771077

Page 3: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Nederlands op Maat · deel 2

Nederlands / Communicatie

MBO Zorg & Welzijn Niveau 1+2

D.C. Kooreman

Page 4: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Auteur

D.C. Kooreman

Redactie

Editekst, Een

Vormgeving

En/of ontwerpers, Utrecht

Opmaak

Studio Imago, Amersfoort

Illustraties

iStockphoto p.62, 92

Karin Ligthart p.70

Gaby de Boer p.105, 141, 151

Alamy p.110

Studio Imago p.12, 33, 34, 37, 79, 100,

101, 124

Ineke Koene p.20, 30, 55, 74, 111

ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair

Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en

Volwasseneneducatie en Hoger Beroepsonderwijs

Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht

van onze leermiddelen: www.thiememeulenhoff.nl of via

onze klantenservice (088) 800 20 16

ISBN 978 90 06 771077 075803

Eerste druk, tweede oplage, 2011

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2010

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag

worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomati-

seerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige

vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch,

door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder

voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is

toegestaan op grond van artikel 16 Auteurswet j° het

Besluit van 23 augustus 1985, Stbl., dient men de daarvoor

wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan

Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie

(PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp

(www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van

gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en

andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient

men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie

over het gebruik van muziek, film en het maken van kopie-

en in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te

regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die

desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden,

kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Deze uitgave is voorzien van het FSC-keurmerk . Dit betekent

dat de bosbouw voor het gebruikte papier op een verantwoorde

manier heeft plaatsgevonden.

Page 5: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

WOORD VOORAFDe methode Nederlands op Maat is speciaal ontwikkeld voor de korte opleidingen van

de sector Zorg & Welzijn van het MBO. De lesstof is gebaseerd op het Referentiekader

Taal (2009) fundamentele niveau 1F & 2F en het overzicht van de taaltaken. Kijk voor een

overzicht van het Referentiekader Taal niveau 1F & 2F op: http://www.minocw.nl/taal-

enrekenen/1484/Referentiekader.html

Nederlands op Maat bestaat uit een combinatieboek waarin de theorie en de opdrach-

ten per leerjaar in een deel zijn samengebracht. De theorie is beknopt gehouden. De

opdrachten zijn niet al te omvangrijk en overzichtelijk.

De methode bestaat uit twee delen. De trainingen op 1F-niveau uit het eerste deel zijn

bedoeld voor het eerste leerjaar. Het tweede deel bevat trainingen op 2F-niveau bedoeld

voor het tweede jaar. In beide delen is de trainingsopbouw gelijk. In deel 1 worden de

basisvaardigheden geoefend. In het tweede deel staan complexere verdiepingsopdrach-

ten. Alle onderdelen komen dus tweemaal aan de orde gedurende de beide leerjaren.

De methode bestaat uit tien korte, heldere taaltrainingen die op elk gewenst moment

ingezet kunnen worden binnen de opleiding. Zodra een van de vaardigheden nodig is bij

projecten, het werken aan thema’s of BPV-opdrachten kan de docent (of de deelnemer)

deze training inzetten. Elke training kan binnen drie blokuren (lesweken) afgerond wor-

den. De docent kan de volgorde van de trainingen zoals die in het boek staat naar eigen

inzicht veranderen. Tijdens de lessen Nederlands kan er klassikaal gewerkt worden. De

meeste trainingen zijn ook zelfstandig te maken.

De opdrachten in Nederlands op maat zijn beroepsgericht. Ook de keuze van de teksten

en de oefenzinnen bij spelling of stijl zijn gerelateerd aan vakinhouden. Zij hebben alle

een zorg- of welzijnsonderwerp. Gestreefd is naar een grote variatie in werkvormen. De

opdrachten worden soms individueel gemaakt, soms in tweetallen of in groepjes van

drie of vier deelnemers. Ook zijn er diverse rollenspelen en opdrachten die buiten het

klaslokaal uitgevoerd moeten worden.

De docentenhandleiding is online beschikbaar via www.thiememeulenhoff.nl. In de

docentenhandleiding staan alle antwoorden, uitwerkingen, suggesties voor het gebruik,

toetsen en extra opdrachten.

Een woord van dank aan mijn collega’s Monique Terlien en Annemieke de Haan. Van

hun adviezen heb ik dankbaar gebruik gemaakt.

D.C. Kooreman

Koog aan de Zaan, maart 2010

Page 6: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

INHOUDTraining 1 Teksten lezen 6

1.1 Inleiding 6

1.2 Globaal lezen 6

1.3 Intensief lezen 9

1.4 Figuurlijk taalgebruik 16

1.5 Lezen van een zorgdossier 17

1.6 Lezen van een brief met voorwaarden 20

1.7 Lezen van een gebruiksaanwijzing 22

1.8 Lezen van een nieuwsbrief 23

1.9 Lezen van een stageovereenkomst 25

Training 2 Schrijven 30

2.1 Inleiding 30

2.2 Informatie geven 30

2.3 Begrijpelijk schrijven: Vage afspraken 31

2.4 Instructie opschrijven 32

2.5 Beeldtaal 33

2.6 Lijstje maken 34

2.7 Een voorleesverhaaltje voor kinderen 35

2.8 Flyer maken 36

2.9 Logboek schrijven 37

2.10 Het reflectieverslag 41

2.11 Werkplanning 42

Training 3 Mondelinge communicatie 46

3.1 Inleiding 46

3.2 Intensief luisteren 46

3.3 Het tweegesprek 47

3.4 Interviewen 50

3.5 Luisteren naar de cliënt 55

3.6 Voorlichting begrijpen 56

3.7 Informatie presenteren 59

3.8 Het motiveringsgesprek 60

3.9 Coachgesprek en feedback 61

3.10 Leerdoel uitleggen 66

Training 4 Werkbespreking en vergadering 68

4.1 Inleiding 68

4.2 De werkbespreking 69

4.3 De vergadering 70

Page 7: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 5 Zakelijke brieven 79

5.1 Inleiding 79

5.2 Voorbereiding 80

5.3 De vorm 81

5.4 Verzoeken om en verstrekken van informatie 83

5.5 Uitnodigen en bestellen 88

5.6 Klagen 89

Training 6 Formulieren helpende Zorg & Welzijn 93

6.1 Inleiding 93

6.2 Intakeformulier invullen 93

6.3 Onkostendeclaratieformulier invullen 96

7.4 Overzicht ADL-activiteiten maken 98

6.5 Loonstrookje lezen 99

6.6 Bestelformulier invullen 101

6.7 Ongevallenregistratie 102

6.8 Tevredenheidsonderzoek 104

Training 7 Observeren en rapporteren 107

7.1 Inleiding 107

7.2 Observeren en beschrijven 107

7.3 Observeren en interpreteren: de foutjes 117

Training 8 Taalverzorging: Spelling werkwoorden 122

8.1 Inleiding 122

8.2 Werkwoorden: wat zijn dat? 122

8.3 De persoonsvorm 123

8.4 Het voltooid deelwoord 127

8.5 Bijvoeglijke en bijwoordelijke bepalingen 128

Training 9 Taalkwesties deel 3 135

Taalkwestie 17 - Lastige spelling 135

Taalkwestie 18 - Enkelvoud of meervoud 135

Taalkwestie 19 - Dubbel gezegd is 1x teveel 137

Taalkwestie 20 - Twee betekenissen in één! 138

Taalkwestie 21 - Hoofdletters en punten 138

Taalkwestie 22 - Met of zonder? 140

Taalkwestie 23 - Moeilijke woorden deel 2 142

Training 10 Taalkwesties deel 4 146

Taalkwestie 24 - Gebruik van het woordenboek 146

Taalkwestie 25 - Foute woorden 149

Taalkwestie 26 - Spreektaal schrijven 150

Taalkwestie 27 - Afkortingen 152

Taalkwestie 28 - Nog meer woordenschat 153

Page 8: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen6

Training 1 Teksten lezen

1.1 Inleiding

Je gaat in je werk en tijdens je opleiding allerlei tekstsoorten tegenkomen;

vakliteratuur, instructies, handleidingen en voorschriften, naslagwerken,

brieven en contracten.

Je kunt teksten op drie manieren lezen. De zorgvuldigheid waarmee je

leest loopt op van oriënterend naar globaal tot intensief. Je kunt niet elke

tekst die je tegenkomt intensief lezen. Je zult moeten kiezen uit de teksten.

Kiezen doe je door de teksten oppervlakkig door te nemen (oriënteren).

Daarna lees je de teksten die je kunt gebruiken globaal door. Alleen de

tekst die je echt nodig hebt, lees je intensief. Soms lees je de tekst helemaal

intensief. Meestal lees je alleen delen van een tekst intensief.

1.2 Globaal lezen

1 Opdracht Kinderopvangartikel lezen

Lees de onderstaande tekst globaal door en beantwoord de vragen.

Kinderopvang holt achteruit

De kwaliteit van de kinderopvang is de laatste jaren fl ink achteruit gegaan. Bij veertig

procent van vijftig onderzochte crèches is de opvang onder de maat. Dat blijkt uit

een onderzoeksrapport dat vandaag is verschenen.

………….

De onderzoekers zien veel ‘zorgwekkende’ gebreken. De vijftig centra zijn onder meer

vies en gevaarlijk. Stopcontacten zijn niet goed afgeschermd, klimrekken niet veilig,

handdoek en zeep in het toilet ontbreken. Ook is er onvoldoende spelmateriaal (klei,

muziekinstrumenten, blokken) en in een aantal gevallen hebben de kinderen geen eigen

slaapplek.

Tien jaar geleden werd alle opvang als voldoende beoordeeld, vier jaar geleden had zes

procent te weinig kwaliteit.

………….

1 1 1 1

Page 9: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen 7

1

N

ED

ER

LA

ND

S O

P M

AAT

Er is niet onderzocht waardoor crèches minder van kwaliteit worden. Men vermoedt wel dat

de enorme groei één van de oorzaken is. Nederland telt inmiddels 2800 crèches. Verder is er

een tekort aan goed opgeleid personeel en er is een hoge werkdruk.

Boink, een belangengroep van ouders, noemt de uitkomsten ‘dramatisch’. De oorzaken

zijn voor de BOINK-voorzitter wél duidelijk. ‘Politiek en ondernemers kijken te veel naar de

concurrentiepositie en het geld en niet naar de kwaliteit.’

………….

De voorzitter denkt dat de dagverblijven niet in staat zijn zichzelf te controleren. ‘Ze hebben

zelf een certificering (= een kwaliteitskeurmerk) bedacht. Daarmee willen ze de GGD als

controleur buiten de deur houden. Maar uit het onderzoek blijkt dat de dagverblijven mét

een certificaat net zo slecht presteren als de andere.’

………….

Boink wil daarom dat de GGD’s scherper toezicht houden. Verder vragen de ouders om

meer personeel. ‘Zet op de groepen ook mensen die zich alleen bezig houden met het ver-

schonen van de kinderen. De leidsters kunnen zich dan bezig houden met de opvoeding

van de kinderen.’ Eén van de aanbevelingen van de onderzoekers is ook om daarvoor

groepsassistenten aan te stellen.

De minister wil ook beter toezicht. Hij praat binnenkort met de gemeenten, de GGD’s en

met vertegenwoordigers van de kinderdagverblijven.

Vragen

1 De tekst bestaat uit vijf stukjes. Die hebben elk een titel. De titels staan

hieronder genoemd. Waar hoort welke titel te staan (globaal lezen)?

A Oorzaken

B Aanbevelingen

C Controle

D Zorgwekkend

2 Onderstreep in de tekst de belangrijkste informatie (globaal lezen).

3 Schrijf in een paar zinnen wat het belangrijkste is van de tekst.

4 Beantwoord de volgende vragen (intensief lezen):

a Hoeveel procent van de kdv’s doet het goed?

b Welke twee klachten zijn het belangrijkst?

c ‘De dagverblijven kunnen zichzelf niet controleren.’ zegt de Boink-

voorzitter. Hij noemt ook een bewijs voor deze uitspraak. Welk

bewijs noemt hij?

Page 10: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen8

d Welke drie oorzaken voor de verslechtering worden genoemd?

e Welke oplossingen en aanbevelingen worden genoemd?

2 Opdracht Krantenartikel lezen

Lees het volgende krantenartikel globaal. Beantwoord daarna de vragen.

Bijna één op de vijf kinderen heeft grote problemen met de Nederlandse taal. Je kunt

bijna niet met deze kinderen praten. Ze spreken in zinnen van maximaal twee woorden.

Ze begrijpen geen gecombineerde opdrachten, zoals ‘Kom binnen en trek je jas uit’.

De kinderen uit groep één en twee van het basisonderwijs, zijn meestal niet eerder op

school geweest. Ze hebben vaak geen contact met Nederlands sprekende kinderen. Ook

blijkt dat thuis nauwelijks of geen Nederlands met de kinderen wordt gesproken.

Afkomst

Het grootste deel van de kinderen met taalachterstand is in Nederland geboren en van

Marokkaanse of Turkse afkomst. Veel kleuters spreken in zinnen van hooguit twee woor-

den en zitten daarmee op het niveau van een 2-jarige. De taalachterstand remt kinderen

ook in hun ontwikkeling op andere gebieden. Ze hebben moeite om allerlei situaties in

het dagelijks leven te herkennen Ook blijven ze achter op sociaal-emotioneel vlak en

motorische ontwikkeling. Ze hebben ook een beperkte woordenschat en moeite met de

tijdsvolgorde (voordat, nadat) en oorzaak en gevolg (doordat).

Taal leren

Kinderen leren hun moedertaal aan in een gevoelige periode. Als ze 7 jaar zijn, is het

nog wel mogelijk om woorden te leren. Maar de taalregels en vaardigheden zoals een

gesprekje voeren en goed luisteren, zijn bijna niet meer goed aan te leren. De taalontwik-

keling speelt een heel belangrijke rol in de totale ontwikkeling van een kind. Er kunnen

allerlei misverstanden tussen ouders en kinderen door ontstaan Die kunnen dan weer

leiden tot opvoedingsproblemen.

Vragen

1 Waardoor kun je haast niet met sommige kinderen praten?

2 Welke oorzaken worden er genoemd voor de taalachterstand?

3 Heeft de taalachterstand nog meer gevolgen?

4 Wat kun je bijna niet meer leren na je 7e jaar?

5 Schrijf boven de tekst een passende titel.

2 2 2 2

Page 11: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen 9

1

N

ED

ER

LA

ND

S O

P M

AAT

1.3 Intensief lezen

Intensief lezen is begrijpend lezen. Intensief lezen doe je als er van je

verwacht wordt dat je alles van een bepaalde tekst begrijpt Bijvoorbeeld als

je er een toets over krijgt of als je tijdens een presentatie iets heel precies

moet uitleggen. Hierna volgen opdrachten waarbij je intensief moet lezen

om ze goed te kunnen doen.

3 Opdracht Voorschriften lezen

Op elk kvd zijn er voorschriften voor de leidsters over de hygiëne. Het is

belangrijk dat je goed weet wat er in die voorschriften staat. Natuurlijk

ga je dan ook volgens deze voorschriften werken.

Elke werknemer behoort ook volgens ergonomische normen te werken.

Dat wil zeggen dat ze werken op een manier die niet schadelijk is voor

de gezondheid.

Lees de onderstaande voorschriften en normen door. Lees daarna welke

handelingen de werknemers verrichten. Bepaal of ze volgens de voor-

schriften/normen hebben gewerkt.

Hygiëne betreffende verschonen

1 Verschonen gebeurt in de badkamer op een verschoontafel op een verschoonkussen en

in de nabijheid van een wasgelegenheid.

2 Het water moet warm zijn (37 graden) om eventuele ontlasting goed van het lichaam

te kunnen wassen.

3 Luiers moeten na gebruik direct in een gesloten afval-/luieremmer worden gegooid.

Deze emmer dient na ieder dagdeel te worden geleegd en wekelijks te worden schoon-

gemaakt.

4 De leidster wast na het verschonen altijd de handen.

Toiletgebruik

1 Zolang kinderen nog niet zelfstandig naar het toilet gaan, moet er altijd een leidster

mee om het kind te helpen.

2 Het is belangrijk dat ieder kind wordt geleerd handen te wassen na het toiletgebruik

en dat op naleving hiervan wordt toegezien.

3 3 3 3

Page 12: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen10

3 Voor verdere richtlijnen met betrekking tot mondhygiëne, desinfecteren, hoe om te

gaan met bloed, ventileren enzovoort wordt verwezen naar het handboek Gezondheid &

Veiligheid van de GGD.

Ergonomische normen

1 Gedurende de zwangerschap en de eerste drie maanden na de bevalling mogen

vrouwen niet worden verplicht meer dan eenmaal per uur meer dan 5 kg te tillen of te

dragen.

Voor incidentele activiteiten geldt dat vrouwen niet kunnen worden verplicht meer dan

10 kg te tillen of te dragen.

2 Werken met een gebogen rug mag gedurende een aaneengesloten periode van maxi-

maal vier minuten.

3 Activiteiten van volwassenen met kinderen die langer duren dan vier minuten aaneen-

gesloten, vinden plaats op volwassenenhoogte.

4 Elementen in de sanitaire ruimte die door kinderen zelfstandig gebruikt worden zoals

toilet en handenwasgelegenheid moeten zodanig afgewerkt en geplaatst zijn dat

kinderen ze eenvoudig en zelfstandig kunnen gebruiken.

5 Om kinderen te helpen op en rond het toilet is aan één zijde van het toilet (voor- of

zijkant) een vrije ruimte van 100 cm nodig.

Bepaal nu bij elke handeling of die volgens de voorschriften wordt uitge-

voerd.

Handelingen van diverse medewerkers (Sandra, Kim, Miranda, Hella,

Karlijn)

1 Sandra heeft een luier verwisseld. Kleine Mehmet wil meteen

terug naar z’n kameraadjes in de speelzaal. Sandra laat hem direct

teruggaan en werpt de luier in de afvalemmer.

Sandra doet dit wel / niet goed.

Uitleg: ……….

2 Kim is zwanger. Ze heeft aan haar leidinggevende gezegd dat ze

geen kinderen meer wil tillen.

Kim doet dit wel / niet goed.

Uitleg: ……….

Page 13: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen 11

1

N

ED

ER

LA

ND

S O

P M

AAT

3 ‘Zelf doen, zelf doen’, roept Kevin. Hij wil naar de wc. ‘Hij moet het

toch een keertje leren’, zegt Sandra en ze laat hem zelf naar het

kindertoiletje gaan.

Sandra doet dit wel / niet goed.

Uitleg: ……….

4 ‘Hij zat helemaal onder de poep!’ moppert Miranda. ‘Ik ben zeker 10

minuten bezig geweest om hem schoon te krijgen. Gelukkig hebben

we genoeg vrije ruimte op het toilet, maar je voelt het wel in je rug.’

Miranda doet dit wel / niet goed.

Uitleg: ……….

5 Aan het einde van de dag leegt Hella de luieremmer. ‘Moet je zien,

helemaal vol na één dag!’ roept ze.

Hella doet dit wel / niet goed.

Uitleg: ……….

6 Fiona heeft een volle luier en wordt door Karlijn naar de toiletruimte

gebracht. Opeens een fl inke gil vanuit de toiletten! Lachend komt

Karlijn met de kleine Fiona binnen. ‘Ze schrok van het koude

washandje! Ik zei nog: sorry!’

Karlijn doet dit wel / niet goed.

Uitleg: ……….

4 Opdracht Tarieven lezen

Op de website van een peuterspeelzaal staan de tarieven vermeld. Je

krijgt een ouder op bezoek en die wil weten wat de opvang voor haar

twee kinderen kost.

De moeder is parttime verkoopster en heeft een inkomen van 5.000 euro

per jaar. Haar echtgenoot werkt als elektromonteur en verdient per jaar

16.800 euro. Ze wil haar beide kinderen aanmelden. Het ene kind komt

vier dagdelen (maandag en dinsdag de hele dag). Het andere kind komt

donderdag en vrijdag de hele dag.

Om haar te helpen, surf je naar de website van de peuterspeelzaal:

http://www.psz-pinokkio.nl/

4 4 4 4

Page 14: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen12

Lees de informatie van de website goed door. Hoeveel moet er maande-

lijks worden overgemaakt aan de peuterspeelzaal?

Bron: www.psz-pinokkio.nl

5 Opdracht Voedingtabel lezen

Hieronder staat een voedingtabel. Om de vragen die eronder staan te

beantwoorden, moet je deze tabel goed doorlezen.

Vragen

1 Je geeft een cliënt van 69 jaar 200 gr groente, 100 gr vleeswaren en

250 gr aardappelen. Doe je dat goed?

2 Merthe van 3 krijgt drie broodjes en een kwart liter melk. Doe je dat

goed?

3 Mevrouw De Jong van 76 krijgt een halve liter melk, twee

opscheplepels rijst en 200 gr groente. Worden deze hoeveelheden

aanbevolen?

4 Meneer Dijkstra van 55 jaar krijgt een halve liter melk,

3 opscheplepels groente en twee broodjes met elk twee plakken

kaas. Mag dat?

5 5 5 5

Page 15: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen 13

1

N

ED

ER

LA

ND

S O

P M

AAT

Ba

sisv

oe

din

g: G

em

idd

eld

aa

nb

evo

len

ho

eve

elh

ed

en

pe

r d

ag

1-3

jaa

r4

-8 j

aa

r9

-13

jaa

r14

-18

ja

ar

19-5

0 j

aa

r51

-70

ja

ar

70 j

aa

r e

.o.

Gro

en

te50

-10

0 g

1-2

op

sch

eple

pel

s

100

-150

g

2-3

op

sch

eple

pel

s

150

-20

0 g

3-4

op

sch

eple

pel

s

200

g

4

op

sch

eple

pel

s

200

g

4

op

sch

eple

pel

s

200

g

4

op

sch

eple

pel

s

150

g

3 o

psc

hep

lep

els

Fru

it15

0 g

1 1 ⁄ 2

stu

k

150

g

1 1 ⁄ 2

stu

k

200

g

2 st

uk

s

200

g

2 st

uk

s

200

g

2 st

uk

s

200

g

2 st

uk

s

200

g

2 st

uk

s

Bro

od

70-1

05

g

2-3

snee

tjes

105-

140

g

3-4

sn

eetj

es

140

-175

g

4-5

sn

eetj

es

210

-24

5 g

6-7

sn

eetj

es

210

-24

5 g

6-7

sn

eetj

es

175-

210

g

5-6

sn

eetj

es

140

-175

g

4-5

sn

eetj

es

Aa

rda

pp

ele

n, r

ijst

,

pa

sta

, pe

ulv

ruch

-

ten

50-1

00

g

1-2

aa

rda

pp

elen

/

op

- sc

hep

lep

els

100

-150

g

2-3

aa

rda

pp

elen

/

op

-sch

eple

pel

s

150

-20

0 g

3-4

aa

rda

pp

elen

/

op

-sch

eple

pel

s

200

-250

g

4-5

aa

rda

pp

elen

/

op

-sch

eple

pel

s

200

-250

g

4-5

aa

rda

pp

elen

/

op

-sch

eple

pel

s

150

-20

0 g

3-4

aa

rda

pp

elen

/

op

-sch

eple

pel

s

125-

175

g

2-4

aa

rda

pp

elen

/

op

-sch

eple

pel

s

Me

lk(p

rod

uct

en

)30

0 m

l4

00

ml

60

0 m

l6

00

ml

450

ml

500

ml

650

ml

Ka

as

1 ⁄ 2 p

lak

(10

g)

1 ⁄ 2 p

lak

(10

g)

1 p

lak

(20

g)

1 p

lak

(20

g)

1 1 ⁄ 2

pla

k

(30

g)

1 1 ⁄ 2

pla

k

(30

g)

1 p

lak

(20

g)

Vle

es(

wa

ren

), v

is,

kip

, eie

ren

, vle

es-

ve

rva

ng

ers

60

g6

0-8

0 g

80

-10

0 g

100

-125

g10

0-1

25 g

100

-125

g10

0-1

25 g

Ma

rga

rin

e m

et

min

ima

al

40

% v

et

10-1

5 g

5 g

/sn

eetj

e

15-2

0 g

5 g

/sn

eetj

e

20-2

5 g

5 g

/sn

eetj

e

30-3

5 g

5 g

/sn

eetj

e

30-3

5 g

5 g

/sn

eetj

e

25-3

0 g

5 g

/sn

eetj

e

20-2

5 g

5 g

/sn

eetj

e

Ba

k-,

bra

ad

- e

n

frit

uu

rpro

du

cte

n,

oli

e

15 g

1 ee

tlep

el

15 g

1 ee

tlep

el

15 g

1 ee

tlep

el

15 g

1 ee

tlep

el

15 g

1 ee

tlep

el

15 g

1 ee

tlep

el

15 g

1 ee

tlep

el

Dra

nk

en

(in

clu

sie

f

me

lk)

3 ⁄ 4 l

iter

1 li

ter

1-1

1 ⁄ 2 l

iter

1-1

1 ⁄ 2 l

iter

1 1 ⁄ 2

-2 l

iter

1 1 ⁄ 2

-2 l

iter

1 1 ⁄ 2

-2 li

ter

© V

oed

ing

scen

tru

m -

eer

lijk

ov

er e

ten

Page 16: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen14

5 In welke leeftijdsgroepen worden de meeste melkproducten

aanbevolen? Kun je verklaren waarom het juist deze

leeftijdsgroepen zijn?

6 In welke leeftijdcategorie wordt er (in grammen) het meeste

gegeten? En in welke leeftijdscategorie het minst?

6 Opdracht Kwaliteitsnormen lezen en vergelijken

Hieronder zie je het schema van een werkdag op een BSO die volgens

een duidelijke kwaliteitsnorm werkt en een BSO die niet volgens de

regels werkt.

Lees de tekst van de opdracht goed door.

a In de linkerkolom staan de tijden in de juiste volgorde, maar de han-

delingen niet. Kies de juiste tijdsvolgorde (van 11.30 tot 12.45 uur)

waarin de handelingen zich afspelen (van 1 t/m 5).

b Kies bij elke verkeerde manier van werken uit de linkerkolom de

juiste manier van werken uit de rechterkolom (A t/m E in de rechter-

kolom).

Vul het schema in dat onder de opdracht staat.

We nemen het begin van de werkdag van een leidster in de buitenschoolse

opvang als voorbeeld: het is woensdag, de werkdag begint om 11.30 uur

want de kinderen komen vanaf 12.00 uur binnen.

Zonder kwaliteitssysteem Met kwaliteitssysteem

11.30 uur (1) Je kijkt in de

keuken: geen brood of melk

te zien: je collega had de

boodschappen zullen doen

11.30 uur Je hebt regelmatig teamvergaderingen

waarin je bespreekt hoe er met de kinderen wordt

omgegaan, elk jaar wordt aan de hand van dit soort

situaties gepland welke bijscholing nodig is. Ook heb

je pas nog een functioneringsgesprek gehad waarin

het onderwerp werkdruk besproken is. Weliswaar is

er nu eenmaal niet veel personeel, maar maatregelen

als het mogen inschakelen van de bakker en weten

waar je aan toe bent doordat je goed geïnformeerd

wordt, schelen een hoop stress. (A)

6 6 6 6

Page 17: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen 15

1

N

ED

ER

LA

ND

S O

P M

AAT

Zonder kwaliteitssysteem Met kwaliteitssysteem

11.35 uur (2) Intussen komen

de eerste kinderen binnen en

je bent nog steeds alleen. De

kinderen stoeien en rennen:

zeker storm op komst

11.35 uur Er is een contract met de schoonmaak-

dienst: in het logboek schrijf je je klacht op, volgende

maand heeft je manager een gesprek met het bedrijf

waarin het schoonmaken geëvalueerd wordt. Het

bedrijf zal beter controleren of er inderdaad schoon-

gemaakt wordt, als er binnen een maand geen

verbetering is hoeft er niet betaald te worden. (B)

11.40 uur (3) De stagiaire komt

binnen, veel te laat maar je

stuurt haar erop uit om brood

te halen. Haar begeleidingsge-

sprek moet maar even worden

uitgesteld. Je maakt met de

kinderen maar vast limonade

tot de stagiaire terug is.

11.40 uur Je ziet onmiddellijk bij binnenkomst een

briefje van het centrale bureau dat je collega ziek is en

dat de invalkracht is opgeroepen. Helaas kan het wel

even duren voordat die aanwezig is maar je weet waar

je aan toe bent. De manager heeft al contact met de

zieke collega om ervoor te zorgen dat ze zo snel moge-

lijk weer aan de slag kan (ziekteverzuimbeleid). (C)

11.55 uur (4) Eenmaal binnen

zie je dat er nog geen collega

te zien is terwijl je zelf ook al

niet zo vlot was vandaag, ze

zal toch niet ziek zijn?

11.55 uur Er is een praktijkopleider voor alle

vestigingen die je ontlast bij het geven van stage-

begeleiding. Door dat er goede begeleiding is kan de

stagetijd eerder haar vruchten afwerpen: de stagiaire

kan steeds meer deeltaken aan en ontlast daarmee

de groepsleiding. De stagiaire blijft gemotiveerd om

in de organisatie te werken. (D)

12.45 uur(5) Je loopt het

gebouw binnen, de lucht van

de wc’s komt je tegemoet

en het zand knerpt onder je

voeten op het gladde zeil van

de gang. Bah, denk je, de

schoonmaker is zeker weer

niet geweest.

12.45 uur Je belt de bakker om de hoek waar afspra-

ken mee gemaakt zijn, want dit is niet de eerste keer

dat je er alleen voor staat. In dit soort noodgevallen

brengen ze brood en melk langs. In de meerkosten is

voorzien. Na een half jaar blijkt in de evaluatie van

het invalbeleid dat deze situatie erg vaak voorkomt:

het management regelt dat voeding in het vervolg

aan de deur bezorgd wordt, de leveringsvoorwaarden

worden met de bakker afgesproken. (E)

Page 18: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen16

Tijd Gebeurtenis Zoals het zou moeten

11.30 u 5 Je loopt het gebouw binnen… (enz) B Er is een contract met de schoon-

maakdienst … (enz)

11.35 u

11.40 u

11.55 u

12.45 u

1.4 Figuurlijk taalgebruik

In een tekst komt letterlijk en fi guurlijk taalgebruik voor. Letterlijk taalge-

bruik houdt in dat de informatie die er staat ook echt zo bedoeld is.

Bijvoorbeeld: Mevrouw De Jong was tijdens het breien opeens haar draad

kwijt. Dat betekent dat ze de breidraad waarmee ze bezig was, opeens niet

meer kon vinden.

Bij fi guurlijk taalgebruik gebruikt de schrijver een beeld, een vergelijking

of een spreekwoord om iets duidelijk te maken.

Bijvoorbeeld: Mevrouw De Jong was tijdens haar verhaal opeens de draad

kwijt. Dat betekent: Mevrouw De Jong wist opeens niet meer wat ze aan

het vertellen was.

7 Opdracht Lezen en begrijpen

Wat betekenen de fi guurlijk gebruikte woorden (schuin gedrukt)? Welke

zinnen kun je ook heel gemakkelijk letterlijk opvatten?

1 Ik werd van het kastje naar de muur gestuurd bij de belastingdienst.

2 ‘Als we er allemaal een schepje bovenop doen, kunnen we

gemakkelijk 50 gasten tegelijk bedienen’, zei de kok tot het

keukenpersoneel.

3 Toen ik mijn werk afhad, hield ik het wel voor gezien.

4 Deze instelling geeft zorg van de bovenste plank.

5 Door al die nieuwe regels en voorschriften zag ik door de bomen het

bos niet meer.

6 Tijdens mijn stagegesprek kreeg ik een spiegel voorgehouden.

7 Ik deed haar uit de doeken hoe je een baby moest verschonen.

7 7 7 7

Page 19: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen 17

1

N

ED

ER

LA

ND

S O

P M

AAT

8 Toen meneer Tafalik na zijn val weer opstond, deed hij alsof zijn neus

bloedde.

9 Het arme gezin bleek in een kast van een huis te wonen.

1.5 Lezen van een zorgdossier

Iedere zorgvrager heeft een eigen (elektronisch) zorgdossier. In het zorgdos-

sier is onder andere het zorgplan opgenomen. Ook de opmerkingen/rap-

portages van bijvoorbeeld de zorghulp of de fysiotherapeut zitten erin. Het

zorgdossier is van de cliënt en die kan zelf bepalen wanneer hij/zij het wil

inzien en wie toegang heeft tot het zorgdossier.

Met de informatie van het zorgdossier kan de instelling de verschillende

vormen van zorg goed op elkaar afstemmen. Duidelijk is dat zij kan zien

wie wat op welk moment doet en wat afspraken zijn. De zorgmanager is de

eindverantwoordelijke voor de inhoud van het zorgdossier.

Het zorgdossier is belangrijk in de zorg die wordt gegeven. In het zorgdos-

sier vind je:

– algemene informatie;

– persoonlijke patiëntgegevens en beschrijving van de persoonlijke situ-

atie;

– de afspraken die over de zorg zijn gemaakt;

– de indicatie van het CIZ (het CIZ (het Centrum indicatiestelling zorg)

beoordeelt of de cliënt recht heeft op zorg via de AWBZ (Algemene Wet

Bijzondere Ziektekosten).

Elke verzorgende of verpleegkundige die bij een cliënt komt, gebruikt het

zorgdossier om:

– terug te zien wat bij eerdere bezoeken is gebeurd;

– te zien of er aanvullende afspraken over de zorg gemaakt zijn;

– te zien of er bijzonderheden zijn, bijvoorbeeld dat de cliënt zich niet lek-

ker voelt of tijdelijk extra ondersteuning nodig heeft;

– bijzonderheden van het bezoek en de verzorging te noteren.

Het zorgdossier wordt bij de cliënt op de kamer of thuis bewaard.

Page 20: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen18

8 Opdracht Zorgdossier lezen

Lees de opmerkingen van de zorghulp in het zorgdossier en beantwoord

de vragen.

1 Ik ben vanmiddag bij cliënt X geweest. Ze zat buiten op het terras en was afgelopen

week al een aantal malen een rondje om geweest. Ze zei dat ze graag naar buiten

wilde. Ook vanmiddag heb ik haar meegenomen voor een rondje. Even bootjes gekeken.

Ze had vanmiddag een lentemaaltijd gehad, gepureerd en een lekker ijsje als toetje.

2 Ik ben vandaag bij mevrouw Y geweest. Ze vond het erg gezellig en ze wist gelijk wie

ik was. Ze vindt het heerlijk om met een rolstoel naar buiten te gaan. Dus zo gezegd

zo gedaan. We hebben gewandeld langs het water en de mooie herfstkleuren bekeken.

Omdat ze binnen wel eens onrustig is, is zo’n uitje wel heerlijk. Het is me opgevallen

dat er in haar koelkast geen pakjes drinken meer liggen voor sbezoek.

3 Vandaag bij de heer Z geweest. Hij was nog niet klaar met de pap en die heb ik maar

gegeven. Cliënt was af en toe fl ink aan het hoesten, de dokter heeft gezegd dat het in

de luchtweg zit en niet in de longen. Cliënt hoort ook weer heel slecht en krijgt weer

neusdruppels om alles open te houden.

4 Mevrouw was aanspreekbaar en redelijk opgewekt. Misschien dat mevrouw wat extra

voedingssupplementen kan krijgen, omdat het rusten haar goed doet. Ze kan nu best

wat extra voeding gebruiken. Ze zou er wel weer van opknappen.

Mevrouw is binnenkort jarig en ze wil graag een fi ets. Ze wil met het mooie weer eens

een rondje gaan rijden. Ze begrijpt zelf niet dat dat niet zal gaan.

Vragen

1 In welk fragment staat iets over de gezondheidstoestand van de

zorgvrager?

2 In welk fragment geeft de zorghulp een advies?

3 In welk fragment heeft de zorghulp iets opgemerkt over de

verstandelijke vermogens van de cliënt?

4 In welk fragment heeft de zorghulp een opmerking over wat er aan

levensmiddelen in huis is?

9 Opdracht Kinderziektes: lezen en beslissen

Lees de beschrijvingen van een paar kinderziektes door. Een van de

kinderen in je groep heeft een aantal verschijnselen. De vraag is nu:

welke van de beschreven ziektes zou het kind kunnen hebben?

8 8 8 8

9 9 9 9

Page 21: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen 19

1

N

ED

ER

LA

ND

S O

P M

AAT

1 Elsje heeft wat koorts. Omdat ze steeds zo’n een droge mond heeft,

wil ze vaak drinken, maar geen sinaasappelsap. Ook een snoepje wil

ze opeens niet meer, terwijl het zo’n zoetekou is.

2 ’s Ochtends komt Mehmet met rode oogjes op het kdv. Hij is ook

wat verkouden en je hebt ‘m getemperatuurd en hij blijkt een lichte

verhoging te hebben. Hij klaagt ook nog over wat pijn bij het slikken.

Maar hij hoest gelukkig niet. Hij ziet wat rood in z’n gezicht.

3 Een paar dagen later is Melani wat koortsig. Je hebt haar moeder al

gebeld dat ze haar kind moet komen ophalen, maar deze zegt dat

het niet goed uitkomt vandaag. Melani wil graag drinken omdat

ze wat pijn in haar keel heeft. Als ze eenmaal in bed ligt voor de

middagrust, zie je dat ze zich steeds krabt.

4 Snipverkouden was Samira, echt heel zielig om te zien. Een schande

natuurlijk dat je zo’n kind naar het kdv laat gaan. De hele ochtend

heeft ze heel naar lopen hoesten. Toen je na de middagrust koorts

opnam schrok je: 40.6, meteen naar huis gebeld. Gewoon een griepje

of toch iets anders?

A Rodehond

Als lichte koorts, rode uitslag op het gezicht en opgezette lymfeklieren achter het oor zich

samen voordoen, is er sprake van rodehond. Dit is een infectie die wordt veroorzaakt door

het rubellavirus. Keelpijn en ontstoken ogen komen ook voor. De lichtrode uitslag kan zich

verspreiden richting borst, buik, armen en benen.

B Zesde ziekte

Deze ziekte lijkt wat betreft de symptomen op rodehond, maar de rode vlekjes doen zich

pas in een later stadium voor. Ze verschijnen nadat de koorts, die meestal drie dagen

aanhoudt, is gezakt. Soms doet zich drie tot vijf dagen lang een hoge koorts voor, wat

een enkele keer kan leiden tot koortsstuipen. Het kind lijkt soms ook verkouden en moet

overgeven of heeft last van diarree.

C Bof

Wie de bof heeft, ziet er uit als een hamster. De speekselklieren kunnen gedurende een hele

week zodanig opgezwollen zijn, dat de wangen eruit zien als rijkgevulde zakjes. De speek-

selklieren werken niet op volle toeren, en dat kan een droge mond veroorzaken. Kauwen

kan pijnlijk zijn en zure drankjes prikkelen de klieren zodanig dat dat een naar gevoel kan

geven. Koorts is een bijkomend verschijnsel.

Page 22: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen20

D Mazelen

De mazelen is de meest besmettelijke kinderziekte. Het lijkt een flinke kou te zijn met

rode ontstoken ogen, een loopneus, een zware hoest en hoge koorts. Schijn bedriegt, want

in zo’n geval kan er sprake zijn van de mazelen, wat pas echt wordt opgemerkt wanneer

de rode uitslag op het lichaam. De mazelen is te herkennen, wanneer aan de binnenkant

van de wangen kleine witte vlekjes worden geconstateerd die bekend staan onder de

naam ‘vlekjes van Koplik’.

E Waterpokken

De symptomen van waterpokken zijn koorts, keelpijn en jeukende blaasjes op de huid.

De blaasjes zijn gevuld met vocht, die na verloop van tijd uitdrogen en korstjes vormen.

De blaasjes komen niet allemaal tegelijk op, waardoor nieuwe blaasjes de oude korstjes

opvolgen. Meestal zitten deze blaasjes op de buik, armen en benen. Behalve koorts zijn er

verder niet veel complicaties, behalve dat de blaasjes zo kunnen jeuken dat het kind ze

openkrabt met het risico op infectie, en ook op een blijvend littekentje.

Bij blijvend hoge koorts (hoger dan 39°C), langer dan vier dagen, is het raadzaam de

dokter te waarschuwen.

1.6 Lezen van een brief met voorwaarden

Soms komt het voor dat je een brief van een ouder krijgt waarin klachten

staan over bijvoorbeeld de regels van het dagverblijf of over de inschrijving

of de tarieven. Het is belangrijk dat je dan beide goed leest: de brief en de

voorwaarden.

Page 23: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen 21

1

N

ED

ER

LA

ND

S O

P M

AAT

10 Opdracht Brief met voorwaarden lezen

Lees de brief en de voorwaarden van het kdv. Wat is het juiste antwoord

op de vraag van de briefschrijver? Ergens in de voorwaarden kun je het

antwoord vinden.

Geachte dames en heren van het dagverblijf,

Mijn twee kinderen, Tijmen en Marije zijn al een fl inke tijd bij u op het kdv en ze hebben het

altijd goed naar hun zin gehad. Ook ik ben altijd heel tevreden geweest over uw kdv. Maar

nu is er iets gebeurd waarover ik een vraag wil stellen.

Zoals u weet is Tijmen jarig geweest en gaat hij binnenkort naar de basisschool, dat

heb ik al een tijdje geleden tegen u gezegd. Ik heb toen ook gevraagd of hij naar de

buitenschoolse opvang kon en dat was natuurlijk geen probleem. Maar nu hoorde ik dat

de groep vol zit en dat er voor hem geen plaats is. Dat vind ik heel gek, want hij is al 2

jaar bij u en dan kan hij toch vanzelf in de BSO komen?

Ik hoop dat u mij snel een reactie geeft,

Met vriendelijke groet,

Fam H. B.

Voorwaarden

Artikel 1 Opzeggen

Voor opzeggen is een formulier bij de balie van het Centraal Bureau en op iedere locatie

verkrijgbaar. U kunt per de 1e of 15e van de maand opzeggen. Voor alle soorten plaatsten

geldt een opzegtermijn van één maand.

Artikel 2 Einddatum

Een kind dat vier jaar wordt, blijft tot de eerste van de maand volgend op die van de

verjaardag, tenzij ouders of bedrijf anders aangeven. Wanneer een kind binnen zes

weken voor de zomervakantie vier jaar wordt, kan het tot aan de schoolvakantie op het

kinderdagverblijf blijven. Een kind dat in de zomervakantie vier jaar wordt, kan tot het

begin van het nieuwe schooljaar blijven. Indien u na het kinderdagverblijf gebruik wilt

maken van de buitenschoolse opvang dient u uw kind daarvoor tijdig aan te melden. De

Blokkentoren plaatst uw kind niet automatisch door naar de BSO.

10101010 Opdracht

Page 24: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen22

1.7 Lezen van een gebruiksaanwijzing

Een gebruiksaanwijzing bestaat uit een beschrijving van het gebruik van

een apparaat. Meestal staan er ook instructies in. Een instructie is de be-

schrijving van een handeling. Als je de instructies opvolgt, dan kun je een

apparaat bedienen of bijvoorbeeld een storing verhelpen.

Bij het lezen van een gebruiksaanwijzing, moet je er vooral op letten dat je

eerst die eerst helemaal doorneemt/leest, voordat je aan de gang gaat.

11 Opdracht Stofzuiger

Op je stageplek krijg je vast weleens te maken met het schoonmaken

van een ruimte. Stofzuigen hoort daar ook bij. Lees het fragment van

een gebruiksaanwijzing van een stofzuiger. Lees daarna hoe iemand

handelt en bepaal of die persoon het goed doet.

Storingen verhelpen

Controleer bij onvoldoende zuigcapaciteit:

Storing Oorzaak Oplossing

Stofzuiger kan niet

worden ingescha-

keld.

Zekering van het aansluit-

stopcontact is geactiveerd.

Controleer de stroom-

toevoer.

Stofzuiger in automatische

stand.

Zet de functieschakelaar

op handbediening (M).

Zuigcapaciteit is

verminderd.

Filterpatroon vuil. Reinig het fi lterpatroon

of vervang deze.

Stofzuiger niet goed gemon-

teerd.

Breng het bovenstuk van

de zuiger aan en maak

de sluitingen helemaal

dicht.

Zuigsysteem verstopt. Reinig de zuigslang en

de zuigbuis.

Papieren stofzak vol. Vervang de papieren

stofzak.

Geen zuigcapaciteit

bij nat zuigen.

Reservoir vol. Vlotter ver-

stopt de zuigopening.

Maak het reservoir leeg.

11111111 Opdracht

Page 25: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen 23

1

N

ED

ER

LA

ND

S O

P M

AAT

1 De stofzuiger doet het niet, terwijl de stekker in het stopcontact zit!

Je gaat eerst maar eens kijken of de slang misschien verstopt is.

2 De stofzuiger laat allerlei klein vuil liggen, hoe vaak je er ook

overheen gaat. Het lijkt wel of de stofzak vol zit. Je kijkt in de kast of

er nog eentje ligt en daarna haal je de zak eruit, maar die is eigenlijk

maar halfvol. Toch maar vervangen, want dat scheelt toch in

zuigkracht.

3 Je wilt wat water opzuigen dat je gemorst hebt tijdens het

schoonmaken. Jammergenoeg blijft het grotendeels liggen. Je ziet

dat er een fl inke pluk stof onderaan de zuigmond zit en je reinigt de

zuigslang.

4 De kruimels van het broodeten krijg je niet opgezogen. De stofzak en

het fi lter zijn net vervangen, dus daar kan het niet aan liggen en ook

de slang is schoon. Dan maar de stofzuigerslang nog eens goed op de

stofzuiger bevestigen.

1.8 Lezen van een nieuwsbrief

Om de communicatie tussen personeel, cliënten, ouders te bevorderen,

maken veel instellingen gebruik van een nieuwsbrief. Daarin staan allerlei

nieuwsberichten die voor iedereen van belang kunnen zijn.

12 Opdracht Nieuwsbrief lezen

Hieronder staat een deel van een nieuwsbrief. Lees dit fragment door en

beantwoord de vragen.

STEK – NIEUWSBRIEF OUDERS Nr. 7 juni 2010

Stichting eigentijdse kinderopvang Amsterdam

Beste ouders,

Voor u ligt de zevende nieuwsbrief voor ouders. Als u vragen of opmerkingen heeft kunt

u die richten aan het Centraal Bureau van STEK, ter attentie van Redactie Nieuwsbrief

ouders, Sarphatistraat 104, 1018 GV Amsterdam

12121212 Opdracht

Page 26: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen24

1 Algemene voorwaarden

Onlangs heeft u vernieuwde algemene voorwaarden van ons ontvangen. Wij geven u

hierbij nog enige uitleg over de voorwaarden. De algemene voorwaarden zijn standaard-

voorwaarden die de MO-groep en Boink samen hebben opgesteld. STEK moet de voor-

waarden verplicht gebruiken. Uiteraard blijft de werkwijze van STEK hetzelfde. We vinden

het contact met onze klanten belangrijk. We willen blijven overleggen bij problemen met

bijvoorbeeld betalingen of plaatsing.

Als u de voorwaarden nog niet heeft getekend, zou u dit alsnog zo snel mogelijk willen

doen? Het formulier kan ingeleverd worden bij het vestigingshoofd.

2 Oproep deskundigheid ouders

We willen alle ouders vragen of zij, vanuit hun beroep, een bijdrage willen leveren bij

bepaalde projecten. Denkt u aan aan het invullen van thema’s op de dagverblijven, een

boekje voorlezen tijdens de Kinderboekenweek, of het meehelpen met organiseren van

feesten.

Als u ideeën heeft, kunt u dit aan het vestigingshoofd aangeven. Alvast bedankt!

3 Wisselen van dagen?

Wellicht heeft u al gemerkt dat STEK hier en daar wat ruimte op de groepen heeft. Er is

vooral veel vraag naar plaatsingen op de dinsdag en de donderdag. STEK wil iedereen

oproepen om na te denken of die dinsdag of donderdag wellicht geruild kan worden voor

een andere dag. Als een aantal ouders een dag kan wisselen, heeft STEK weer ruimte om

meer kinderen van de wachtlijst te plaatsen. Dat is gunstig voor de organisatie, maar

ook voor uw kind! Meer plaatsingen betekent immers meer inkomsten en daarmee meer

mogelijkheden in investeringen ten behoeve van de kinderen.

4 Biologische voeding of niet?

STEK Amsterdam kiest om de volgende redenen niet voor biologische voeding en wel

niet om de volgende redenen: We hebben sonderzocht wat de prijs is van biologische

voeding ten opzichte van niet biologische voeding. Voor een kist met ‘gewone’ appelen of

sinaasappelen kun je vier biologische appels of sinaasappels kopen. Dit geldt ook voor

groenten, enzovoort.

Aangezien niet duidelijk is of biologisch eten gezonder is en de prijs vele malen hoger is

dan die van ‘gewone’ groenten, kiest STEK Amsterdam ervoor om haar geld aan andere

dingen te besteden, zoals nieuw speelgoed, opleiding van leidsters enzovoort.

Page 27: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen 25

1

N

ED

ER

LA

ND

S O

P M

AAT

Vragen

1 Er zijn nieuwe algemene voorwaarden. In het eerste stukje wordt

daar iets over verteld. Welke twee punten in dit stukje tekst zijn voor

de ouders het belangrijkst?

2 STEK wil graag de deskundigheid van ouders gebruiken. Op welke

manier denken ze ouders te kunnen inzetten?

3 Waarom wil de leiding dat ouders de dinsdag of de donderdag gaan

ruilen voor een andere dag?

4 STEK kiest niet voor biologische voeding. Waarom niet?

1.9 Lezen van een stageovereenkomst

Voordat je gaat werken op je stageplaats, onderteken je je stageovereen-

komst. In een stageovereenkomst staat precies beschreven hoe de begelei-

ding is geregeld, hoe je beoordeeld wordt, of je verzekerd bent, enzovoorts.

Het is belangrijk dat je goed weet wat je precies ondertekent. Je moet de

overeenkomst eerst lezen voordat je tekent. De taal van de overeenkomst

is meestal wel moeilijk: er staan moeilijke woorden in en de zinnen zijn

langer dan je gewend bent. In de volgende oefeningen leer je de moeilijke

taal van de overeenkomst te begrijpen.

13 Opdracht Lees je stageovereenkomst

De volgende stukjes tekst komen uit een stageovereenkomst. Lees de

uitspraken die eronder staan en bepaal welke juist en welke onjuist zijn.

1 De onderwijsinstelling sluit ten behoeve van de deelnemer (die niet de status van

werknemer heeft) een verzekering af tegen het fi nanciële risico van wettelijke aanspra-

kelijkheid van schade aan de praktijkbiedende.

A Een stagiair is geen werknemer.

B De praktijkbiedende sluit een verzekering af voor de stagiair.

C Als de stagiair schade veroorzaakt in het stagebedrijf, dan moet de

stagiair die schade betalen.

D De school sluit een WA-verzekering af voor de stagiair.

13131313 Opdracht

Page 28: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen26

2 De praktijkbiedende organisatie aanvaardt geen aansprakelijkheid voor letsel of

schade die de deelnemer mocht lijden tijdens of in verband met zijn/haar aanwezig-

heid binnen de praktijkbiedende organisatie.

A Als je als stagiair op je stageplek een ongelukje krijgt en je moet naar

de eerste hulppost van het ziekenhuis, dan moet je dat zelf betalen.

B Je hebt je eigen videocamera uit je handen laten vallen op het kdv. Je

was de kinderen aan het fi lmen voor schoolopdracht. Gelukkig is het

kdv daarvoor altijd verzekerd.

C Als er iets van je gestolen wordt tijdens je werk op het stage bedrijf,

kun je het stagebedrijf daarvoor aansprakelijk stellen.

3 Bij problemen of confl icten tijdens de beroepspraktijkvorming richt de deelnemer zich

in eerste instantie tot de praktijkbegeleider. Wordt daarin voor de deelnemer daarin

geen oplossing bereikt dan wordt deze problematiek voorgelegd aan de praktijkdocent.

A Je hebt ruzie gekregen met een van de ouders van de kinderen. Je

belt meteen naar je stagedocent.

B Als er een confl ict is op de stageplek, dan moet de stagiair altijd eerst

contact opnemen met de praktijkbegeleider.

14 Opdracht Intensief lezen

Lees de teksten en beantwoord de vragen.

1 Iemand van zijn fi ets aftrekken: dat kan plagen zijn. Maar ook pesten. Het is plagen

als de kinderen aan elkaar gewaagd zijn: de ene keer doet de een iets onaardigs, een

volgende keer is het de ander. Het is een spelletje, niet altijd leuk, maar nooit echt

bedreigend. Door elkaar te plagen leren kinderen om met confl icten om te gaan. Het

hoort bij het groot worden.

Welke bewering over deze tekst is juist?

A Als kinderen ongeveer elkaars gelijken zijn, dan kunnen ze door

elkaar te plagen, leren om te gaan met confl icten.

B Als kinderen ongeveer elkaars gelijken zijn, dan kunnen ze door

elkaar te pesten, leren om te gaan met confl icten.

14141414 Opdracht

Page 29: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen 27

1

N

ED

ER

LA

ND

S O

P M

AAT

C Het is niet duidelijk wanneer iets plagen is en wanneer iets

pesten is.

2 Pesten is wel bedreigend. En het gebeurt niet zomaar een keer, maar iedere dag weer,

soms een jaar of langer achter elkaar.

Bij pesten wordt een slachtoffer uitgezocht om de baas over te spelen op een heel

bedreigende manier. De pestkop misbruikt zijn macht: het slachtoffer wordt geslagen,

uitgescholden, vernederd, gekleineerd.

Vaak is er een groepje kinderen dat meedoet met de pestkop, dit zijn de meelopers.

Naast deze openlijke vormen van pesten komen ook vormen van pesten voor die niet

zichtbaar zijn. Bijvoorbeeld als een kind altijd wordt buitengesloten, nooit ergens aan

mee mag doen, op geen enkel feestje wordt uitgenodigd.

Welke bewering over de tekst is juist?

A Er zijn twee vormen van pesten en meestal zijn er twee partijen.

B Er zijn twee vormen van pesten; bij het pesten zijn er meestal drie

partijen

C Er is altijd een groepje kinderen bij dat meedoet; dat zijn de

meelopers.

3 Een peuter denkt dikwijls dat hij een superman is die alles kan. Uiteraard kan een

peuter nog niet alles wat hij zou willen. Als hij in iets niet lukt, en dat gebeurt onge-

veer 350 keer per dag, zal een peuter met karakter zich daar niet zomaar bij neerleg-

gen. Je peuter ervaart allerlei nieuwe gevoelens. Agressie is daar een heel belangrijke

van. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een peuter van deze nieuwe gevoelens van

slag raakt. Zeker als hij nog niet goed kan praten, kan krabben, bijten en stompen

een fantastische uitlaatklep zijn. Het is belangrijk dat ouders weten dat dit zo werkt.

Welke bewering over deze tekst is juist?

A Het is belangrijk dat ouders weten dat een agressieve peuter niet

alles kan wat hij wil.

B Het is belangrijk dat ouders weten dat agressief gedrag van een

peuter veroorzaakt wordt doordat hij zich niet in woorden kan uiten.

C Het is belangrijk dat peuters agressief kunnen zijn, waardoor ze zich

verbaal beter kunnen uiten.

Page 30: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen28

4 Een ouder is ook maar een mens en kan soms erg primair reageren op het gedrag

van zijn of haar peuter. Toch is het niet verstandig agressie met agressie te beant-

woorden. Je kunt je beter beheersen in de wetenschap dat ook deze fase weer overgaat.

Wees duidelijk dat je zijn gedrag niet accepteert en dat hij een ander heeft pijn

gedaan. Stuur hem eventueel een tijdje de kamer uit, en geef geen aandacht. Maar

maak het achteraf weer goed. Toon je kind dat je zijn boze gevoel begrijpt, maar dat

bijten of slaan echt niet mag.

Welke bewering over de tekst is juist?

A Het belangrijkste van deze tekst is dat je niet mag bijten en slaan.

B Het belangrijkste van deze tekst is dat je de peuter weg kunt sturen

uit de kamer en dat je hem geen aandacht geeft.

C Het belangrijkste van deze tekst is dat je agressie niet met agressie

mag beantwoorden.

5 Een pasgeboren baby communiceert door lichaamstaal, oogcontact en lachen. De

baby wordt geboren met het vermogen om stemgeluid te herkennen, maar ook met de

behoefte om met andere mensen te communiceren. Hij herkent de stem van de moeder

al vanuit de baarmoeder en beweegt op het ritme van haar spraak. Een baby communi-

ceert vanaf de eerste week na de geboorte, de ouder stimuleert deze communicatie door

contact met het kind tijdens alledaagse handelingen. Het kind kijkt naar het gezicht

van de ouder, maakt oogcontact en imiteert al sommige bewegingen van de mond. De

ouder heeft plezier, speelt en praat met het kind tijdens het voeden, het verzorgen en

het verschonen van luiers. Die wederzijdse communicatie noemen we ook wel interac-

tie.

Welke bewering over de tekst is juist?

A De behoefte om te communiceren is aangeboren. Ook de

spraakherkenning is aangeboren.

B De baby is in het begin vooral gericht op de bewegingen van de

moeder.

C De dagelijkse handelingen tijdens het voeden en de bewegingen

noemen we interactie.

Page 31: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2

Training 1 Teksten lezen 29

1

N

ED

ER

LA

ND

S O

P M

AAT

6 Voorlezen aan kinderen is belangrijk. Het prikkelt de fantasie, ontwikkelt het taal-

gevoel, vergroot de woordenschat en ze leren samen een activiteit te doen. Maar het

belangrijkste: ze beleven er veel plezier aan! Zo worden kleintjes grote lezers. Van alle

dingen die je met je kindje doet, is voorlezen iets waarvan hij het meeste leert. Juist

omdat hij dat zo leuk vindt. Want bij kinderen, hoe jong dan ook, geldt dat ze open

staan voor nieuwe ervaringen als ze iets leuk vinden. En van die nieuwe ervaringen

leren ze.

Welke bewering over deze tekst is juist?

A De tekst gaat over het leuke van nieuwe ervaringen.

B De tekst gaat over het open staan voor leuke nieuwe dingen.

C De tekst gaat over het belang van voorlezen.

D De tekst gaat over hoe je het beste kunt voorlezen.

7 Kinderen willen de hele wereld ontdekken. Daardoor zijn ze vaak tegelijkertijd met

allerlei dingen bezig. Boekjes lezen is één van de dingen die echt concentratie vereist.

Als je baby iets ouder is en korte verhaaltjes leuk begint te vinden, kun je de baby op

een speelse manier ‘trainen’ in het concentreren. Je zult merken dat dit vanzelf gaat.

Als je baby het boekje leuk vindt, zal hij er helemaal in opgaan. De plaatjes samen met

de tekst zullen hem meenemen in het verhaal.

Welke bewering over deze tekst is juist?

A Het belangrijkste woord van deze tekst is verhaal.

B Het belangrijkste woord van deze tekst is concentratie.

C Het belangrijkste woord van deze tekst is voorlezen.

D Het belangrijkste woord van deze tekst is ontdekken.

Page 32: Nederlands op maat deel 2, niveau 1-2