Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31...

54
Nljs l 4 -/ ALGEMEENE NEDERLANDSCHE CHRISTELIJKE AMBTENAARSBOND .... nedergeworpen, doch niet verdorven. VERSLAG OVER HET BONDSLEVEN IN DE PERIOD.E 1 JANUARI 1941 TOT 31 MEI 1946

description

Brochure van de Algemeene Nederlandsche Christelijke Ambtenaarsbond, 1946. Collectie IISG, Bro N 758/14. Zie ook www.vakbewegingindeoorlog.nl.

Transcript of Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31...

Page 1: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

Nljsl4-/

ALGEMEENE NEDERLANDSCHECHRISTELIJKE AMBTENAARSBOND

.... nedergeworpen,doch niet verdorven.

VERSLAGOVER HET BONDSLEVEN IN DE PERIOD.E

1 J A N U A R I 1941 TOT 31 MEI 1946

Page 2: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

l

Page 3: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

ALGEMEENE N E D E R L A N D S C H ECHRISTELIJKE AMBTENAARSBOND

nedergeworpen,

doen niet verdorven.

VERSLAGO V E R HET B O N D S L E V E N IN DE P E R I O D E

1 J A N U A R I 1941 TOT 31 MEI 1946

Page 4: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

de noodzakelijkheid van de „vrije, onafhankelijke Christelijkevakbeweging" uiteengezet. Het zaad van het verzet werd gestrooid.Het viel in goede aarde en het heeft zijn vruchten gegeven. Waarwij ook kwamen, uit de besprekingen bleek, dat onze leden eenmaatregel, als voor de moderne vakbeweging was getroffen, ,,nietzouden nemen". Daarbij blonk het geloofsvertrouwen als een lichtin duisteren nacht ; het geloof, d'at God op Zijn tijd ons land weerzou verlossen en de Christelijke vakbeweging haar zegenrijk werkweer zou hervatten. Maar ook het materieele werd niet vergeten.Naar aller meening zou onze bond moeten blijven voortbestaan ;de band zou behouden moeten blijven.

Onze algemeene vergadering, op 28 Mei 1941 te Utrechtgehouden, heeft op de deelnemers een onuitwischbaren indrukachtergelaten. Het was geen feestelijke bijeenkomst als in 1940.Een ernstige stemming, doch geen wanhoopsstemming. Integendeel,het Schriftwoord, dat de bondsvoorzitter als motief van zijnopeningsrede had gekozen : „Ik vermag alle dingen door Christus,Die mij kracht geeft", was een weerklank uit aller hart. Hetonwrikbaar vertrouwen en het onverwoestbaar geloof, dat dedonkere kloof waarin wij ons bevonden, met Gods hulp zou wordendoorschreden en aan het einde daarvan het zonnelicht van Godsgenadige verlossing ons weder zou verlichten, kwam in die ver-gadering tot uiting. Gesterkt en bemoedigd gingen wij huiswaarts.

Zoo naderde 25 Juli 1941. Reeds enkele weken te vorenbereikten ons berichten, dat de Duitsche bezettingsautoriteitenmaatregelen voor de gelijkschakeling van de Christelijke enRoomsch-Katholieke vakbeweging voorbereidden. De geruchtenwaren wel van ernstigen aard, doch veroorzaakten geen vrees bijde leiders onzer beweging. Ook geen wanhoopsstemming. Hetgebed vermag veel. Wij waren voorbereid op het ergste, maar hetstond onverzettelijk yast, dat, „neen" zou worden gezegd. Lieveralles prijs geven, dan een daad te doen, welke in flagranten strijdzou zijn met de door ons beleden beginselen.

Op 24 Juli 1941 werden de voorzitters van de bij 't ChristelijkNationaal Vakverbond aangesloten bonden namens de Duitscheautoriteiten opgeroepen voor een bijeenkomst ten kantore van onsVakverbond, te houden op 25 Juli 1941. In den voormiddag vandien dag had reeds een bijeenkomst plaats gehad op dat kantoor.Wij meenen goed te doen, het protocol van die bijeenkomst,hetwelk eenige dagen later werd opgesteld, over te nemen. Menmist daarin de namen van A. Stapelkamp en H. Amelink, voorzitteren secretaris van ons Christelijk Nationaal Vakverbond. De oor-zaak daarvan is, dat beide vrienden eind Juni 1941 door de Duit-schers gevangen waren genomen en als gijzelaars in een concen-tratiekamp waren opgesloten.

Het protocol luidt aldus :

„Op 25 Juli 1941 verschenen ten kantore van het C.N.V.Stadhouderslaan 43-45 te Utrecht Dr. Hellwig (Duitscher), Haas(Duitscher) en H. J. Woudenberg.

Page 5: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

Dr. Hellwig las een brief voor van den Rijkscommissaris, die,vertaald, als volgt luidde :

„Krachtens par. l, alinea 2 en als bedoeld in par. 4, alinea 2,zin 2, van mijn verordening No. 3/40, heb ik met ingang vanheden den Heer H. J. Woudenberg tot commissaris voor hetChristelijk Nationaal Vakverbond in Nederland benoemd.In deze eigenschap is de commissaris bevoegd de zaken vanhet Christelijk Nationaal Vakverbond in Nederland tebehartigen. Het bestuur moet zich van elke werkzaamheidonthouden. Voorzoover de commissaris dat voor afzonderlijkewerkzaamheden bepaalt, zijn de bestuursleden verplicht zijnaanwijzingen met betrekking tot hun werkzaamheid op tevolgen, hem of den door hem daartoe aangewezene op verzoekde bewijzen, ledenlijsten en andere stukken voor te leggen enalle noodzakelijke inlichtingen te verstrekken.Aan de beschikkingen van den Heer H. J. Woudenberg staannoch de Statuten van het Christelijk Nationaal Vakverbond inNederland, noch eventueele overeenkomsten tusschen hetVerbond en derden in den weg. In geval van geschil vindtpar. l van mijn verordening 230/40 toepassing".Na het voorlezen van deze verklaring zei Dr. Hellwig onge-

veer het volgende :Deze beschikking van den Rijkscommissaris is getroffen omdat

deze noodzakelijk is geworden. Wij zijn nu ruim een jaar bezig ommeer eenheid tot stand te brengen. Het bestuur van het C.N.V.heeft steeds geweigerd tot die eenheid vrijwillig mede te werken.Daarom zijn de thans getroffen maatregelen noodig. De bedoelingis niet het C.N.V. direct op te heffen, maar een gelijkgerichtesociaal-economische politiek te volgen.

De bestuurders worden verplicht hun medewerking te ver-leenen en zich van alle tegenwerking te onthouden. Handelingen instrijd met deze beslissing zullen als sabotage worden beschouwd.

Het is niet de bedoeling te dreigen, maar op een oogenblik,dat de Duitscher zijn bloed en zijn leven geeft in den strijd tegenhet Bolsjewisme en vóór Europa, moet ook hier aan de versterkingder eenheid worden medegewerkt.

Tegen de bestuurders zullen geen persoonlijke maatregelenworden genomen, zooals bijvoorbeeld ze met verlof te zenden,maar er wordt dan ook verwacht, dat ze zullen medewerken.

Na deze toespraak werd de vraag gesteld of wij wellicht eenverklaring hadden af te leggen.

Fuykschot spreekt over dezen maatregel zijn verwondering uit.Wij hebben een jaar lang getoond, dat wij bereid zijn met deDuitsche autoriteiten tot een goeden gang van zaken mede tewerken. Klachten daarover hebben wij nooit vernomen. De moti-veering van het besluit van den Rijkscommissaris is ons dan ookvolkomen onverklaarbaar.

De voorwaarde voor medewerking is echter altijd geweest :de zelfstandigheid der Christelijke Vakbeweging. Wij hebben een

Page 6: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

eigen opvatting over den gang van het maatschappelijk leven. Dezeopvatting is gegrond op den Bijbel. Deze Bijbelsche grondslag ishet richtsnoer voor ons handelen in het maatschappelijk leven.Door dit besluit wordt een anderen grondslag gelegd en wordt hetmaatschappelijk leven in een andere richting geleid, dan wij opgrond van Gods Woord voorstaan. Daaraan kunnen wij niet mede-werken, omdat zulks zou ingaan tegen de beginselen die wijbelijden. Dat kunnen wij niet en dat mogen wij niet.

Daarom moeten wij ontheffing uit onze functie verzoeken

Vriend De Jong, zich aansluitende aan het door vriend Fuyk-schot in de Duitsche taal geleverde betoog, zet, gebruik makendevan de Nederlandsche taal, uiteen, dat de ons thans medegedeeldebeslissing van de Duitsche bezettingsoverheid ons zeer teleurstelt,daar wij van gevoelen zijn deze niet te hebben verdiend, getuigeonze houding en ons optreden gedurende de nu afgesloten periodevan ruim één jaar dat onze arbeid onder toezicht van en in voort-durend contact met de vertegenwoordigers van de bezettingsover-heid heeft plaats gevonden.

Onzerzijds is van Juli 1940 af in redelijkheid alles gedaan ommet behoud van eigen zelfstandigheid ons in onzen arbeid rakendehet bedrijfsleven en de belangenbehartiging der Nederlandschearbeiders zooveel mogelijk te voegen naar de verlangens der bezet-tingsoverheid. Het is U uit onze destijds bij U ingediende voor-stellen bekend, dat wij bereid waren tot grootere eenheid te komenop bedrij f sorganisatorischen grondslag. Alleen hebben wij daarbijsteeds vastgehouden aan de van meetaf gestelde voorwaarde metbetrekking tot de handhaving van onze zelfstandigheid als Christe-lijke vakbeweging.

Wij konden ook niet anders, daar onze Godsdienstige over-tuiging ons verplicht, ook in onzen arbeid op het terrein van devakbeweging te leven en te handelen naar de in Gods Woordbesloten liggende levensbeginselen. Naar deze beginselen is hetvoor den Christen roeping om Christelijk georganiseerd te zijn.Het Christelijk beginsel was voor onze Christelijke vakbewegingmaar geen etiket doch, zij het met gebrek en tekort, de eigenlijkedrijfkracht voor heel haar optreden.

Daarom zullen wij ook niet met organisaties op anderengrondslag kunnen samensmelten. W^ij zijn Christelijke vakbewegingof wij zijn het niet.

Spreker dringt er met nadruk op aan, dit van de zijde derbezettingsoverheid wel te willen verstaan, teneinde onze houdingvan niet te kunnen medewerken aan de door dit besluit van debezettingsoverheid omgevormde organisatie, waarin de Christe-

beginselen niet uitsluitend richtsnoer meer zijn, niet toe teijven aan verkeerde oogmerken, doch alleen aan het feit, datop grond van de door ons beleden beginselen niet vermogeners te handelen.In antwoord op een interruptie van den heer Woudenberg tons niets zal worden gevraagd in strijd met ons geweten doch

Page 7: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

slechts handelingen van zakelijken aard, merkt spreker nog op,dat het verschil in beginselen ons in de practijk telkens met elkaarin conflict zou doen komen en dat het daarom redelijk moet wordengeacht ons van het verrichten van allen bestuurdersarbeid te ont-heffen. Dat wil niet zeggen, aldus spreker, dat wij terugdeinzenvoor het aanvaarden van de consekwenties van de beleving onzerbeginselen •— wij zullen indien dit onvermijdelijk is daarvoor willenlijden, doch wij zoeken dit niet. Wij willen met nuchterheid erken-nen, dat wij hebben te bukken voor de macht.van de bezettings-overheid en beperken ons daarom dan ook tot het verklaren vanons beginselstandpunt en tot de logisch daaruit voortvloeiendevraag om ontheffing van de opdracht tot voortzetting van onzenarbeid als bestuurders.

Daarna zeide Schipper :Mij aansluitende bij hetgeen mijn collega's Fuykschot en De

Jong hebben gezegd, meen ik goed te doen nog het volgende tezeggen.

Onze vakbeweging -was een beweging met een principieelengrondslag. Wij hebben in al die jaren er naar gestreefd bij densociaal-economische opbouw de beginselen van Gods Woord toete passen. Naar Christus gebod hebben wij dit werk gedaan en ditwerk verkrijgt door het besluit van' den Rijkscommissaris eenanderen grondslag. Wij niogen niet medewerken aan het leggenvan dien anderen grondslag, dat zou in strijd zijn met ons beginselen onze taak die wij hebben aanvaard toen wij in dienst tradenbij de christelijke vakbeweging. Naar het woord van de HeiligeSohrift kan geen anderen grondslag gelegd worden dan dieChristus zelf heeft gelegd. Wij kunnen dus niet medewerken enU kunt dit ook niet van ons verlangen. Tot medewerking bij deoverdracht van ons werk zijn wij bereid.

Maar onze medewerking op anderen grondslag dan die gelegdis kunt U niet verlangen, waarom ik U verzoek mij daarvan teontheffen.

Dr. Hellwig antwoordt, dat hij niet had verwacht, dat wij metgeestdrift de nieuwe situatie zouden begroeten. De zaak is zoo,dat de Rijkscommissaris de bestuurders verplicht hun werkzaam-heden voort te zetten. Wanneer U dus na afloop van deze bespre-king het kantoor zoudt verlaten en alle medewerking weigeren,dan zou dat ernstige gevolgen hebben.

Na deze verklaringen, die door Woudenberg zoogenaamdwerden vertaald, met te zeggen, dat ze vrijwel hetzelfde behelsden,als de verklaring van Fuykschot, werden nog eenige woordengewisseld, waarin dezerzijds werd opgemerkt, dat door ons devoorkeur wordt gegeven aan het zenden met onbepaald verlof.

Hierop werd niet ingegaan.

Dr. Hellwig verliet de kamer met Woudenberg. De heerSchleinitz was tegenwoordig geweest. Binnen kwam Molenaar,terwijl de heer Schleinitz bleef.

Page 8: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

Molenaar stelde zich voor. Er werden geen handen gegeven.Hij hield een toespraakje, dat hierop neer kwam, dat hij eenprettige samenwerking verwachtte. „Alles loopt gewoon door".

Wij deelden hem daarop mede, dat wij er Dr. Hellwig van inkennis hadden gesteld, dat van samenwerking geen sprake konzijn en dat wij ons alleen tot afwikkeling van de loopende zakenhadden bereid verklaard.

Hij keek daar vreemd van op, begon een betoog, dat hij Gere-formeerd was en dat hij meende, dat samenwerking zeer goedmogelijk was.

Wij hebben hern toen kort gezegd, hoe wij de zaken zagen,waarop hij eieren voor zijn geld koos en voorstelde Zaterdag dezaken van den penningmeester over te nemen en de T/olge.nde weekvan de secretarissen".

De voorzitters van de vakbonden konden nog ingelicht wordenvoordat zij naar de bijeenkomst gingen. Ook van deze bijeenkomstis een protocol opgesteld. In het verslag van den NederlandschenBond van Christelijke fabrieks- en transportarbeiders is dit protocolopgenomen en ook dit is van belang om het in ons verslag op tenemen.

Het luidt aldus :„Door Hellwig werd aan de voorzitters van de organisaties de

verordening van Seyss Inquart voorgelezen, waarin Woudenbergtot commissaris van het C.N.V. werd benoemd. Daarbij werd alsargument aangevoerd, dat de Duitschers in hun strijd tegen hetbolsjewisme de eenheid van het Nederlandsche volk beoogden endat nu de tijd gekomen was om de geheele Nederlandsche vakbe-weging onder één commissaris te stellen, temeer waar ook depolitieke partijen waren verdwenen. Daarbij stelden deze nazi'szich op het standpunt, dat dit besluit niet in strijd was met destatuten van het vakverbond. Een beroep werd gedaan op devoorzitters, dat zij zich zouden schikken in de omstandigheden endat zij de werkelijke belangen van de arbeiders zouden willen zienen zouden willen medewerken om deze belangen te dienen.Natuurlijk bleef de dreiging, de intimitatie niet achterwege. Tegen-werking zou als sabotage worden aangemerkt.

Onze vriend Hofman, voorzitter van den Ned. Chr. Grafi-schen Bond en 2e voorzitter van het C.N.V., nam het woord endeelde mede, dat de Christelijke vakbeweging haar arbeid grondtop de beginselen van Gods Woord en dat, nu aan haar diengrondslag werd ontnomen, er geen sprake kon zijn van eenigemedewerking. Hij vroeg dan ook, of hij ontheffing uit zijn functiekon krijgen.

Onze bondsvoorzitter (Strijbis) sprak op deze bijeenkomst devolgende woorden :

„Ik heb geen behoefte om een vraag te stellen, maar wil toch welgraag eenige opmerkingen maken. Allereerst spreek ik mijn leed-wezen uit over het feit, dat de gewichtige beslissingen, die wijhier hebben gehoord, reeds in de dagbladpers zijn medegedeeld en

8

Page 9: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

dus bekend zijn, voordat wij dit wisten. Dergelijke belangrijkezaken op deze manier te behandelen zijn wij in ons land nietgewoon en betreuren wij ten zeerste.

Voorts wil ik uitdrukkelijk uitspreken, dat onze Christelijkevakbeweging een behandeling, als is genomen, niet heeft verdiend.Jarenlang heeft onze beweging gestreden voor de doorwerking vande Christelijke beginselen op het terrein van ihet sociaal-economischleven naar eisch van Gods woord en den strijd aangebonden tegende beginselen van het Marxisme en Communisme. Er moet dusvoor de bezettende macht, die zegt te strijden tegen het commu-nisme, geen reden zijn tegen onze beweging op te treden. De .heerWoudenberg, die, als ik mij niet vergis, uit IJinuiden komt, heefthet optreden van onze organisatie van zeer nabij kunnen gade-slaan, kan daarover oordeelen. (Woudenberg interrumpeert: „Toe-nadering"). Ja, (zegt Strijbis) van „Toenadering", zoodat wij vanoordeel zijn, dat ons onrecht geschiedt.

Zes en twintig en een half jaar heb ik de Christelijke vak-beweging gediend. Principieel is het mij niet mogelijk de nieuweorganisatie te dienen, omdat het Christelijk beginsel is weggenomenen een ander daarvoor in de plaats is getreden, zoodat ik nu reedsverzoek mij ontheffing uit mijn functie te verleenen,

Na Hofman en Strijbis deelden de andere aanwezige voor-zitters mede, dat zij zich bij de vorige sprekers aansloten.

De beslissing was gevallen !"

Aan de voorzitters der vakbonden werden een drietal brieventer hand gesteld, bestemd voor de hoofdbesturen. Die aan onzenbondsvoorzitter afgegeven brieven luiden aldus :

Der Reichskommissar für die besetztenniederlandischen Gebiete.

ZI. 1911/41 S-PDen Haag, 25 Juli 1941.

An den Vorstand des Allgemeene Nederl.Christelijke Ambtenaarsbondes.

Den Haag, Prins Hendrikstraat 18.Auf Grund des § l, Absatz 2 und im Sinne des § 4, Absatz 2,

Satz 2 meiner Verordnung Nr. 3/40 habe ich mit Wirkung vomheutigen Tage Herrn H. J. Woudenberg bevollmachtigt, alleMasznahmen organisatorischer, personeller und finanzieller Art zutreffen, die er im Interesse der Verbandmitglieder für notwendighalt.

Der Vorstand des Fachverbandes „Allgemeene NederlandscheChristelijke Ambtenaarsbond" ist verpflichtet, den Anordnungendes Kommissars in Bezug auf seine Tatigkeit Folge zu leisten, ihmoder dem von ihm Beauftragten auf Anordnung die Unterlagendes Verbandes, Mitgliederlisten und andere Belege vorzulegensowie alle erforderlichen Auskünfte zu erteilen.

Der Vorstand hat jeden seiper Entschlüsse Herrn H. J.

Page 10: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

Woudenberg zur Genehmigung vorzulegen Der Beschlusz trittnicht in Kraft, wenn Herr H. J. Woudenberg es so bestiinmt.

Allfalligen Verfügungen des Herrn H. J. Woudenberg stehenweder die Satzungen des Fachverbandes noch die des ,,ChristelijkNationaal Vakverbond in Nederland" sowie etwaige Vertragezwischen den Verband und Dritten entgegen. In Streitfallen findet§ l meiner Verordnung 230/40 Anwendung.

(get.) Seyss Inquart.•

Deze brief luidt in de Nederlandsche vertaling als volgt:Op grond van § l, sub 2 en in den zin van § 4. sub 2, tweede

alinea, mijner verordening No. 3/40 heb ik met ingang van hedenden heer H. J. Woudenberg volmacht gegeven, alle maatregelenvan organisatorischen, personeelen en financieelen aard te treffen,die hij in het belang van de bondsleden voor noodzakelijk houdt.

Het bestuur van den vakbond „Algemeene NederlandscheChristelijke Ambtenaarsbond" is verplicht aan de beschikkingenvan den Commissaris met betrekking tot zijn werkzaamheid gevolgte geven, hem of den door hem gemachtigde desgevraagd deonderdeelen van den bond, ledenlijsten en andere bescheiden voorte leggen, alsmede alle gevraagde inlichtingen te verstrekken.

Het bestuur heeft elk van zijn besluiten den heer H. J, Wou-denberg ter goedkeuring voor te leggen. Het besluit treedt nietin werking als de heer H. J. Woudenberg het zoo bepaalt.

Alle beschikkingen van den heer H. J. Woudenberg wordennoch beperkt door de bepalingen der statuten van den bond nochdoor die van het „Christelijk Nationaal Vakverbond in Nederland"of welke overeenkomsten ook tusschen den bond en derden. Ingevallen van twijfel vindt § l van mijn verordening 230/40 toe-passing.

H. J. Woudenberg.Amsterdam, 25 Juli 1941

P. C. Hooftstraat 178—180

Aan het Hoofdbestuur van denAlgemeenen Nederlandschen Christelijken

Ambtenaarsbond,Prins Hendrikstraat 18's-GRAVENHAGE.

Mijne Heeren,Onder verwijzing naar de beschikking van den Rijkscommis-

saris voor de bezette Nederlandsche gebieden van den 25en Juli1941, waarbij ik werd benoemd tot Commissaris van het ChristelijkNationaal Vakverbond en de daarvan deel uitmakende vakorgani-saties, bepaal ik :1°. de loopende werkzaamheden worden voortgezet ;2°. de functionarissen zijn verplicht hun taak voort te zetten,

tenzij over hun tewerkstelling anders wordt beslist;

10

Page 11: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

3°. loopende betalingen, uitkeeringen aan leden, betaling vansalarissen, bureaukosten en alle andere normale huishoudelijkeuitgaven, kunnen als voorheen plaats vinden ;

4°. bijzondere uitgaven, in het bijzonder zulke, waardoor ver-schuiving of verandering van vermogensbestanddeelen plaatsvinden, behoeven mijne voorafgaande goedkeuring.

Tot mijn vertegenwoordiger heb ik benoemd den heerJ. Blom,

Radioweg 16b, Amsterdam-O.Overeenkomstig dezen brief gelieve U alle aanwijzingen van

mijn vertegenwoordiger, zoowel op organisatorisch, financieel enpersoneel gebied, op te volgen.

Hoogachtend,(get.) H. J. Woudenberg.

H. J. Woudenberg.Amsterdam, 25 Juli 1941P. C. Hooftstraat 178/180

Aan de Redactie van„De Christelijke Ambtenaar"

Alg. Ned. Christ. AmbtenaarsbondPr. Hendrikstraat 18,

DEN HAAG.Mijne Heeren,

Onder verwijzing naar de beschikking van den Rijkscommis-saris voor de bezette Nederlandsche gebieden van 25 Juli 1941,waarbij ik werd benoemd tot Commissaris van het ChristelijkNationaal Vakverbond en de daarbij aangesloten vakorganisaties,bericht ik U, den heer

C. F. Roosenschoon,Heerenweg 11B ak k u m

belast te hebben met de zorg voor den inhoud van Uw vakblad.Overeenkomstig dezen brief gelieve U alle aanwijzingen van

den heer C. F. Roosenschoon op te volgen.Hoogachtend,

(get.) H. J. Woudenberg.

De tweede brief maakte op ons een pijnlijken indruk. De heerBlom was gesalarieerd bestuurder van den modernen Nederland-schen Bond van personeel in overheidsdienst. Meermalen haddenwij met hem vergaderingen van commissies van overleg bijgewoond.Dat hij de benoeming had aanvaard, gaf ons een schok. Wijhadden enkele dagen tevoren vernomen, dat een aantal gesala-rieerde bestuurders bezwaar had gemaakt tegen een aanwijzingvan commissaris voor een der Christelijke of Roomsch-Katholiekevakbonden. De heer Blom bleek niet tot dat aantal te behooren.

11

Page 12: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

Al mogen wij zeggen, dat de heer Blom het ons niet lastig heeftgemaakt en slechts enkele dagen zijn functie vervulde, het moettoch van ons hart, dat hij zich leende om de confessioneele bondengelijk te schakelen.

De voorzitters der Christelijke vakbonden begaven zich, nade bovenbedoelde bijeenkomst, naar het gebouw van de NieuweUtrechtsche Courant, Drift 13 te Utrecht, waar een aantal anderegesalarieerde bestuurders onzer vakbeweging zich verzameld had.Men besloot de afdeelingsbesturen bekendheid te geven vande door de Duitschers genomen maatregelen. Als gevolg daarvanwerd aan onze afdeelingsbesturen het volgend schrijven verzonden:

Algemeene NederlandscheChristelijke Ambtenaarsbond. 's-Gravenhage 25 Juli 1941.Hoofdbestuur.

Aan de Afdeelingsbesturen.

MEDEDEELING VOOR ALLE LEDEN.Wij moeten U tot ons leedwezen mededeelen, dat de Christe-

lijke vakbeweging, dus ook onze Algemeene NederlandscheChristelijke Ambtenaarsbond, niet langer in staat is te blijvenfunctioneeren.

Het is derhalve de laatste mededeeling, die U van ons kuntverwachten.

Met vriendschappelijke groet,Namens het Hoofdbestuur,(get.) L. Vermeulen, secretaris.

Op Zaterdag 26 April 1941 kwam te Haarlem bijeen onsdagelijksoh bestuur (van Driel, Vermeulen, Guyt en Goote) metde leden van het hoofdbestuur van Dam, van Erk en Straub,alsmede de leden der commissie voor het ondersteuningsfonds vander Sluijs en van Egmond. De hoofdbestuursleden Kingma, Riet-berg, van Wering en Haverhoek konden deze overhaast uitge-schreven vergadering niet bijwonen. Zij werden schriftelijk inge-licht over den gang van zaken.

Door van Driel en Vermeulen werd verslag uitgebracht vanhetgeen een dag te voren had plaats gehad, alsmede van hetschrijven aan de afdeelingsbesturen.

De aanwezige hoofdbestuurders verklaarden zich ten volleaccoord te gaan met hetgeen door den bondsvoorzitter en denbondssecretaris was gedaan.

Men besloot ontheffing te vragen uit zijn functie als lid vanhet hoofdbestuur en te bedanken als lid van den bond.

Verder werden verschillende kwesties besproken, verbandhoudende met de beslissing van den Rijkscommissaris en richtlijnengetrokken. Vermeulen en Goote zouden trachten zooveel mogelijkde afdeelingsbesturen te bezoeken om inlichtingen te verstrekken.Daarbij zouden zij beproeven regelingen te treffen om het contactmet de afdeelingen te onderhouden en de leden te bewegen een

12

Page 13: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

deel van de contributie te blijven bijdragen, om de financieeleverplichtingen tegenover de gesalarieerde bestuurders na te komen.

Op Maandag 28 Juli 1941 had een onderhoud plaats met denvertegenwoordiger van H. J. Woudenberg, den heer Blom, waarbijmede aanwezig waren : van Driel, Vermeulen, Guijt, Goote, vander Sluijs en van Egmond.

De heer Blom deelde mede, dat alle hoofdbestuurders, de ledender commissie van het ondersteuningsfonds en alle afdeelings-bestuurders in huni functie moesten blijven tot nadere beslissingvan Woudenberg.

Alle aanwezigen deelden daarop mede, dat zij reeds bed-anktenals lid van den bond en ontheven wenschten te worden van hunfunctie. Zij stelden zich bereid om zakelijke inlichtingen te ver-strekken, doch geen bestuursarbeid meer te zullen verrichten.

De heer Blom deed de toezegging daarvan verslag uit tebrengen aan Woudenberg. Ten opzichte van de gesalarieerdebestuurders zou nader worden beslist hoe gehandeld zou wordenbetreffende hun rechtspositie. Het personeel moest eveneens indienst blijven. Ten aanzien van dit laatste deelde Vermeulen mede,dat onze typiste, mej. G. Smidt, eveneens ontslag vroeg tegen lSeptember 1941.

Ten slotte overhandigde de heer Blom een artikel, dat in ,,DeChristelijke Ambtenaar" moest worden opgenomen. Hierop werdhem medegedeeld, dat de medewerkers aan het bondsblad dit vrij-willig deden of tegen een kleine vergoeding. Aangezien van Dambedankte als lid en ontheffing vroeg uit zijn functie als redacteur,zou de heer Roosenschoon moeten zorgen voor den inhoud van hetbondsblad.

Naar aanleiding van deze bespreking werd door van Driel,Guijt, Goote en Vermeulen op 29 Juli 1941 een schrijven aan denheer Blom gezonden. Deze brieven hadden vrijwel dezelfderedactie. Die, welke door Vermeulen werd verzonden, luidde alsvolgt:

's-Gravenhage, 29 Juli 1941.

Aan den heer J. Blom,Radioweg 16 B,

AMSTERDAM-Oost.Geachte heer Blom,

Hiermede bericht ik U, dat ik kennis nam van het besluit vanden Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, dr.A. Seyss Inquart, dat met ingang van 25 Juli 1941 als commissarisvoor het Chr. Nat. Vakverbond en de bij dat verbond aangeslotenorganisaties optreedt de heer H. J. Woudenberg, met bepaling,dat vanaf dien datum uitsluitend in zijn handen berust'de leidingin alle zaken den Alg. Ned. Chr, Ambtenaarsbond betreffende,voor zoover noodig met terzijde stelling van de geldende statuten,reglementen en besluiten van den bond.

Hierdoor is weggenomen of buiten werking gesteld de voor

13

Page 14: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

den Alg. Ned. Chr. Ambtenaarsbond zelfstandig vastgesteldeprincipieelen grondslag, namelijk het voor en bij allen bondsarbeidaanvaarden en tot gelding brengen van de aan Gods woord, deBijbel, ontleende christelijke beginselen.

Op grond van mijn persoonlijke belijdenis, dat God in Christus,overeenkomstig Zijn woord, de Bijbel, gediend moet worden opelk terrein van het leven en alzoo ook in al mijn persoonlijkenarbeid voor en ten behoeve van de leden, vereenigd in den Alg.Ned. Chr. Ambtenaarsbond, ben ik niet langer in staat eenigenbestuursarbeid voor meergenoemden bond te verrichten.

Ik verzoek U te bevorderen, dat mij, met toekenning vanverlof, van eiken arbeid voor meergenoemden bond ontheffingwordt verleend, waarbij ik mij bereid verklaar, voor zoover mijngezondheidstoestand dat toelaat, tot het verleenen van alle zake-lijke inlichtingen, verband houdende met de door mij vervuldefunctie van secretaris van den Algemeenen Nederlandschen•Ghristelijken Ambtenaarsbond.

Met vriendelijke groet,(onderteekening)

Op dienzelfden dag deelde de heer Blom telefonisch mede,dat het door hem overhandigde artikel ,,De nieuwe toestand",blijkbaar opgesteld door Roosenschoon) niet in ons orgaan mochtworden opgenomen. Wij verwezen hem naar de drukkerij, maardeelden hem tevens mede, dat wij dit betreurden, omdat het artikelieder der lezers zou hebben overtuigd, dat zij terecht bedankten alslid of onmiddellijk hun lidmaatschap zouden opzeggen.

Want het was wonderlijk in onze oogen. Reeds Zaterdag 26Juli 1941, één dag nadat in de dagbladpers het bericht verscheenvan het plaatsen onzer Christelijke vakbeweging onder derinationaal-socialist Woudenberg, bracht de post ons een flinkaantal brieven van leden, die hun lidmaatschap opzegden. Ditwaren even zooveel droppelen olie op onze brandende smart.

Op 4 Augustus 1941 was het aantal opzeggingen tot ruim1200 gestegen.

Enkele dagen daarna, op 6 Augustus 1941, vervoegde zicheen Nederlandsch sprekende persoon op ons bondsbureau, dieeen brief als introductie bij zich had. Deze brief luidde :

H. J. Woudenberg. . Amsterdam, 4 Augustus 1941.P. C. Hooftstraat 178 — 180.

Aan het Hoofdbestuur van denAlgemeenen Nederlandschen Christelijke'.!

A)mbtenaarsbond,P. H.straat 18,'s-GRAVENHAGE.

Mijne Heeren,Met mijn brief van 25 Juli 1941 heb ik U bericht, dat ik tot

mijn vertegenwoordiger in Uw Bond had benoemd den heer j .Blom, Radioweg 16b, Amsterdam.

14

Page 15: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

Nadien heb ik besloten in plaats van den heer J. Blom eenanderen vertegenwoordiger in Uw Bond te benoemen en ik deelU daarom mede, dat ik met ingang van heden als mijn vertegen-woordiger heb benoemd den heer G, J. A. Garthoff, Da Costa-straat 23 hs., Amsterdam-W.

De verdere inhoud van mijn brief van 25 Juli 1941 blijft var.kracht.

Hoogachtend,(get.) H. J. Woudenberg.

De brenger van dezen brief stelde zich voor als Garthoff endeelde mede, dat hij op het bondsbureau zou blijven. Wij merktenop, dat wij geen bestuursarbeid meer verrichtten, maar alleen deloopende zaken afwikkelden. Dit zou over enkele dagen zijn afge-loopen, waarom wij aandrongen, dat zoowel de leden van hethoofdbestuur, de beide vrijgestelden inbegrepen, spoedig ontheffinguit hun functie zouden krijgen, Garthoff verwees naar Wouden-berg en vroeg hoeveel leden bedankten voor het lidmaatschap,waarop door ons geantwoord werd, dat het aantal opzeggingenruim 2000 bedroeg, doch dat bij de afdeelingssecretarissen ver-moedelijk nog een even groot aantal was ingezonden. Het trium-fantelijk gelaat van Garthoff betrok bij deze mededeeling. Hijvroeg een sleutel van het bondsbureau, omdat hij zijn arbeid zouaanvangen. Bij het overhandigen van de sleutel konden wij desnijdende opmerking niet tusschen onze tanden houden, dat hijmet hulp van de Duitsche bezetting bezit had kunnen nemen vanons bondsbureau en dat het wel door hem begrepen zou v/orden,dat wij niet langer op het bondsbureau zouden kunnen werken.Voor zakelijke inlichtingen te verstrekken, stelden wij ons slechtsbeschikbaar.

Wij kunnen tot ons genoegen mededeelen, dat het verstrekkenvan zakelijke inlichtingen bestonden in het antwoord geven op deherhaaldelijk door Garthoff gestelde vraag, of hij kasgeld konkrijgen. Eerst op 12 Augustus 1941 werd hem door Guijt de finan-cieele administratie van den bond en op 19 Augustus 1941 doorvan der Sluijs de administratie van het Ondersteuningsfonds over-gedragen.

Van beide overdrachten werd een schriftelijke verklaring vandecharge door of namens Garthoff geteekend.

Deze verklaringen luidden :

VERKLARING VAN DECHARGE.

Ondergeteekende G. J. A. Garthoff, gevolmachtigd vertegen-woordiger van den door den Rijkscommissaris voor het bezetteNederlandsche gebied aangewezen commissaris voor den Alge-meenen Nederlandschen Christelijken Ambtenaarsbond verklaarthiermede :van den penningmeester van voornoemden Bond het navolgendein bezit te hebben genomen :

15

Page 16: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

1. het eigendomsbewijs van het heerenhuis met erf en tuin te's-Gravenhage aan de Prins Hendrikstraat 18, kadaster Gem.'s-Gravenhage, Sectie Z No. 1071, groot l Are 84 centiare ;

2. brandpolis No. 2157788 afgegeven door de Assurantie Maat-schappij „De Nederlanden van 1845" (verzekering huis) ;

3. brandpolis No. 2171979 afgegeven door ,,De Nederlandenvan 1845' (verzekering inventaris) ;

4. glaspolis No. 51818 afgegeven door de N.V. „De VereenigdeGlasverzekering Maatschappij" te 's-Gravenhage ;

5. de navolgende effecten :5 aandeelen ad f 1000. — Edecea te Hoorn, waarop 20 pCt.gestort met dividendbewijzen vanaf No. 21 ;3 aandeelen ad f 1000. — in het fonds tot exploitatie vanVacantiehuizen ten behoeve van de leden der ChristelijkeVakbeweging ;2 obligaties ad f 1000.— 3 pCt. 's-Hertogenbosch 1938 metcoupons vanaf No. 7 ;1 obligatie ad f 1000.— 3/3H pCt. Nederland 1938 metcoupons vanaf No. 7 ;2 obligaties ad f 1000.— 3 pCt. Nederlandsen Indië 1937Amet coupons vanaf No. 8 ;2 recepissen ad f 500. — en l recepis ad f 1000. — 4 pCt.Nederland 1941 ;

6. Spaarbankboekje No. 19243 van de Rijkspostspaarbank ver-meldende een saldo van f 2.028.79 ;

7. Spaarbankboekje No. 206499 van de Nutsspaarbank te's-Gravenhage vermeldende een saldo van f 2.220.84 ;

8. een saldobiljet van de N.V. Haagsche Boazbank, vermeldendeeen saldo ten gunste van den Bond'ad f214.38 ;

9. een bedrag aan kasgeld ad f 1059.22 ;10. een saldo van de kleine kas ad f 0.11 ;1 1 . aan postzegels een waarde van f 5.99 ;12. een afrekening van den Postcheque- en girodienst van 11

Augustus 1941, vermeldende een saldo ten gunste van denBond ad f 763.50 ;

13. de inventaris van het gebouw Prins Hendrikstraat 18, gespe-cificeerd vermeld op den hieraan gehechten staat.Een en ander is hem gebleken in overeenstemming te zijn met

de hem mede overlegde boeken en bescheiden.Aan den penningmeester van den Algemeenen Nederland-

schen Christelijken Aimbtenaarsbond wordt hiervoor door hemdécharge verleend.

's-Gravenhage, 12 Augustus 1941.

De gevolmachtigde voornoemd,i.o. van G. J. A. Garthoff,

(get.) P. H. Oldemans.

16

Page 17: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

ONDERSTEUNINGSFONDSvan den

Alg. Ned. Chr. Ambtenaarsbond.Haarlem, 19 Augustus 1941.

VERKLARING VAN DECHARGE.Ondergeteekende G. J. A. Garthoff, gevolmachtigde vertegen-

woordiger van den door den rijkscommissaris voor het bezetteNederlandsche gebied aangewezen commissaris voor den Alge-meenen Nederlandschen Christelijken Ambtenaarsbond, verklaarthiermede :

van den penningmeester van het ondersteuningsfonds vanvoornoemden bond in bezit te hebben genomen :1. 4 obligaties a f 1000.— 3l/2 pCt. Rotterdam 1937 VI met

coupons vanaf No. 8 ;l obligatie a f 1000.— 3 pCt. Nederland 1938 met couponsvanaf No. 7 ;5 obligaties a f 1000.— 3 pCt. 's-Bosoh 1938 met couponsvanaf No. 7 ;l obligatie a f 1000.— 4 pCt. Nederland 1940 I met couponsvanaf No. 3 ;5 obligaties a f 1000.— 3 pCt. Ned.-Indië 1937a met couponsvanaf No. 8 ;

2. a. Een schuldbekentenis groot f 600.— ten laste van A. vanMameren te Utrecht wegens aan dezen verstrekte leening.

b. Polis No. 32935 L van N.V. Levensverz. Mij. de Neder-landen van 1845 op het leven, van genoemden A. vanMameren, strekkende tot zekerheid van voormelde Leening.

3. Een polis van de Levensverz. Mij. „Ons Belang" op het levenvan J. Lok, strekkende tot zekerheid van het aan dezen ver-leende voorschot groot f 500.—.

4. 132 schuldbekentenissen ten laste van de in het boek „aflos-singen" voorkomende debiteuren.

5. Een bedrag aan kasgeld ad f31.23.6. Een afrekening van den Postcheque- en girodienst van 18

Augustus 1941, vermeldende een saldo ten gunste van voor-noemd fonds ad f 860.76.

Een en ander is hem gebleken in overeenstemming te zijn metde hem mede overlegde boeken en bescheiden.

Aan den penningmeester van het ondersteuningsfonds van denAlgemeenen Nederlandschen Christelijken Ambtenaarsbond wordthiervoor door hem décharge verleend.

Haarlem, 19 Augustus 1941.De gevolmachtigde voornoemd,

(get.) Garthoff.

De roof en plundering was tot stand gekomen. Ons in 1939gekochte bondsgebouw met de kantoorinventaris, waaronder defraaie bestuurskamer, was in handen van de N.S.B.-ers overgegaan.

17

Page 18: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

Het was voor ons een diepe smart, maar aardsche bezittingenverloren haar waarde tegen de ons heilige beginselen, die wij nietwilden verzaken. In onze ziel waren wij overtuigd, dat God op Zijntijd ons weder verlossen zou uit den nood, ons land weer vrij zouzijn en de Christelijke vakbeweging zou herrijzen. Wij konden ditook niet verzwijgen en met nadruk voegden wij Garthoff toe: ,,Gehebt van dit alles bezit genomen, maar wees er zuinig op, wantDuitschland verliest dezen oorlog en dan zal het van jouw handworden geëischt !"

Inmiddels maakten wij ons bezorgd voor de leden, die voorhet lidmaatschap bedankten en daarvan schriftelijk aan het bonds-bureau hadden kennis gegeven. Volgens 't huishoudelijk reglementhadden zij echter van hun bedanken kennis moeten geven aan denafdeelings-secretaris. Bovendien stond voor ons niet vast, of deafdeelingsbesturen wisten wie er al of niet bedankten voor het lid-maatschap.

Wij gaven Garthoff in overweging alle brieven naar de resp.afdeelings-secretarissen te zenden, met verzoek een lijst van deleden die bedankten hem te doen toekomen. Hij was zeer dankbaarvoor dien raad en verzocht ons een brief te concipieeren. Hieraangaven wij gaarne gehoor, met gevolg dat het volgend schrijven aande afdeelingsbesturen werd verzonden :

Algemeene Nederlandsche Christelijke Ambtenaarsbond.Doss. 23 No. 2.

's-Gravenhage, 12 Augustus 1941.

Aan de Afdeelingsbesturen.Mijne Heeren,

In verband met de bij ons ingekomen brieven waarin ledenvan onze bond mededeelden te bedanken als lid, meen ik goed tedoen, U de brieven van leden Uwer afdeeling toe te zenden. Dezebrieven behooren in Uw archief.

Ik verzoek U mij een lijst, bevattende de namen en register-nummers van de leden, die bedanken als lid, mij toe te zenden.

Indien er nog meer dergelijke brieven komen, zal ik ook dieaan U toezenden, waarvan U mij weder een lijst als bovenbedoeld,toezendt. Op deze wijze weet U welke leden bedankten, terwijlik van U de verzamelstaat ontvang.

Hoogachtend,G. J. A. Garthoff,

Vertegenwoordiger in denAlg. Ned. Chr. Ambtenaarsbond.

De stapels brieven verdwenen van ons bondsbureau enkwamen in het bezit onzer afdeelings-secretarissen. Zij hebbendaarvan uitstekend gebruik weten te maken. Degenen, die nogniet al lid bedankten, werden nagegaan. Het gevolg van een én

18

Page 19: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

ander was, dat in het begin van September 1941 kon wordengeconstateerd, dat ruim 90 pCt. van de leden bedankt hadden voorhet lidmaatschap, welk percentage aan het eind van die maandtot circa 95 pCt. was gestegen, trots de maatregelen door Garthoffen Molenaar, die herhaaldelijk circulaires a'an de bondsleden zon-den, waarin met nadruk werd verklaard, dat men niet als lid be-danken mocht; trots ook 't schrijven, d.d. 15 Aug, 1941, van Roos,die door Woudenberg was benoemd tot voorzitter van den Cen-tralen Nederlandschen Ambtenaarsbond (voortaan „Ambtenaars-bond" geheeten) gericht aan onze afdeelingsbesturen, waarin hijo.a. mededeelde, dat de fusie van Ambtenaarsbond met onzen bonden nog enkele andere Christelijke en Roomsch-Katholieke ambte-naarsbonden spoedig zou plaats hebben.

Deze fusie werd op 25 Juli 1941 tot stand gebracht, zooalsbleek uit een brief, die aan onze leden werd toegezonden. Wijachten het wel van belang dezen brief in dit verslag op te nemen,omdat uit den inhoud blijkt het hopelooze onverstand in de menta-liteit der leden van onzen bond.

De commissaris van hetChristelijk Nationaal Vakverbond

Utrecht.Utrecht, 29 Augustus 1941Stadhouderslaan 43—45.

Waarde Makker,Op grond van de beschikking van den Rijkscommissaris voor

de bezette Nederlandsche gebieden van 25 Juli 1941, deel ik Uin mijn hoedanigheid van Commissaris van het Christelijk Na-tionaal Vakverbond mede, dat Uw lidmaatschap van de AlgemeeneNederlandsche Christelijke Ambtenaarsbond door fusie is over-gegaan in de Centrale Nederlandsche Ambtenaarsbond, LaanGopes van Cattenburch 10, Den Haag. De rechten, welke aanUw lidmaatschap van de Algemeene Nederlandsche ChristelijkeAmbtenaarsbond waren verbonden, blijven volledig voor U gehand-haafd.

Ik moge er Uw aandacht op vestigen, dat U door te bedankenals lid van Uw vroegeren bond, alle rechten prijs geeft welke indie organisatie voor Ü bestonden en dat U verder de hulp en densteun van elke organisatie in de toekomst mist, terwijl aan te nemenis, dat U vooral in de naaste toekomst een organisatie zult noodighebben.

Met het oog op de bepalingen voor de werkloozenkassen, dieverband houden met het lidmaatschap van een vakbond, .is hetvan het hoogste belang, dat Uw lidmaatschap van een vakbondononderbroken blijft. Blijkens van secretarissen of penningmeestersontvangen brieven, zouden geheele afdeelingen gezamenlijk hebbenbedankt. De hierbij betrokken leden worden door mij in hun eigenbelang echter beschouwd, als te zijn overgegaan met de fusie,

19

Page 20: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

tenzij zij door een persoonlijken brief alsnog mededeelen,' dat zijop het lidmaatschap geen prijs stellen.

Hoogachtend,Commissaris van het Christelijk Nationaal Vakverbond:

H. J. Woudenberg. •

Ons dagelijksch bestuur kwam in de maanden Augustus enSeptember 1941 herhaaldelijk bijeen. De plannen voor het illegaalvoortbestaan van onzen bond werden gesmeed. In het begin vanSeptember kon reeds worden medegedeeld, dat ruim 50 afdeelingenwaren bezocht en de instructies waren gegeven. De overige afdee-lingen werden in den loop van September bezocht. Onze bondbleef voortbestaan !

Hoewel er reeds veel brieven in dit verslag zijn opgenomen,meenen wij goed te doen ten slotte nog een tweetal aan de vergetel-heid te moeten ontrukken. De eerste werd op zorgvuldige wijzein handen gespeeld van de afdeelingsbesturen. Deze luidde :

L. VermeulenTuinf luiterlaan 19

Den Haag.'s-Gravenhage, 21/22 Augustus 1941.

\Vaarde vriend,Hoewel ik sedert 12 Augustus j.l. niet meer op ons voormalig

bondsbureau werkzaam ben, is het te begrijpen, dat ik belang-stellend blijf naar onze vrienden in den lande. Na een arbeid vanruim 22 jaar valt het werkloos toeschouwen niet mee. Ik zal hetzeer op prijs stellen van U op geregelde tijden een levensteekente ontvangen en ik beloof U dan daarop antwoord te geven. Opdie wijze blijft de band bestaan, hetgeen, indien God wil, voorlater van groote beteekenis zal zijn.

Thans vraag ik U mij mede te deelen hoeveel leden Uwerafdeeling bedankten als lid en hoeveel dit nalieten. Het is Ubekend, dat alle hoofdbestuurders, inclusief vriend Goote en ik,bedankten als lid en ontheffing vroegen uit hun functies. Ditlaatste is nog niet verleend, maar het zal wellicht spoediggeschieden.

Voor de goede orde bericht ik U het adres van onzenex-bondspenningmeester vriend C. Guyt, Galileïstraat 28 's-Gra-venhage, giro no. 92266.

Gaarne Uw bericht tegemoet ziende, waarvoor ik U bij voor-baat erkentelijk ben, verblijf ik

met vriendschappelijke groet,ook aan alle vrienden en bekenden,

L. Vermeulen.

De volgende brief werd per post aan geadresseerden gezonden.Het dagelijks bestuur gevoelde zich gedrongen een afscheidswoordte richten aan de leiding gevende vrienden van onzen bond. Het

20

Page 21: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

was overtuigd, dat zulks op prijs zou worden gesteld, temeer, omdatallerlei geruchten de ronde deden, o.a. dat de leden van onsdagelijks bestuur gevangen waren genomen.

Dit was een reden te meer om het volgende schrijven te ver-zenden :

's-Gravenhage, 8 September 194 L

Aan de oud-bestuursleden der afdeelingen,-leden der commissie voor het Ondersteuningsfondsen -medewerkers aan ,,De Christelijke Ambtenaar".

Waarde vrienden,•De gebeurtenissen van den laatsten tijd ten opzichte van de

christelijke vakbeweging hebben zich snel ontwikkeld. Nauwelijkseen maand na de overneming der bestuursbevoegdheden door debezettingsautoriteiten is het C.N.V. met alle daarbij aangeslotenorganisaties onder de hoede van het N.V.V. gesteld en verdwijntook zelfs den naam van christelijke vakbeweging uit ons land. Denog overgebleven leden worden als lid overgeschreven naar ofkunnen zich aanmelden bij de eenheidsvakbeweging in het N.V.V.

Het is ons een behoefte na de vele jaren, die wij met U opeen prettige wijze in een sfeer van onderling vertrouwen hebbenmogen samenwerken, U onze persoonlijke dank daarvoor te betui-gen. Wij zijn God dankbaar, dat Hij ons in staat stelde te arbeidenin dienst van Zijn koninkrijk en voor de zegen, die wij van Hemmochten ontvangen. De door dien arbeid gelegde vriendschaps-banden zullen, ook al zal verder contact gemist moeten worden,blijven bestaan. God geve U en ons de kracht ora op onze verderenlevensweg blijmoedig en geloovig voorwaarts te gaan, wetende,dat de arbeid in Zijn naam verricht, niat tevergeefsch is geweest.

Met vriendelijke groet,A. van Driel, Schotersingel 125* HaarlemL. Vermeulen, Tuinfluiterlaan 19, Den HaagC. Guyt, Galileïstraat 28, Den HaagJ. Goote, Thorbeckelaan 429, Den Haag.

Vermelding verdient, hoe de plunderaars handelden met denaleving der arbeidscontracten van de gesalarieerde bestuurders.In die contracten was o.m. bepaald, dat bij ontslag een wachtgeldzou worden toegekend van één maand vol salaris voor elk dienst-jaar. De millioenen-zwendelaars meenden echter reeds royaal tezijn, door een wachtgeld van ten hoogste 6 maanden te verleenen.Inplaats dat J. Goote, die 10 jaar dienst had, tien maanden wacht-geld kreeg, werd hem 6 maanden salaris gegeven, Ondergetee-kende, die 22 jaar den bond had gediend, zou eveneens een halfjaar wachtgeld krijgen, doch de goedwilligheid van de handlangersder Duitsche bezetting kende waarlijk geen grenzen. Zij haddenvoor de gesalarieerde bestuurders, die den leeftijd van 55 jaarhadden bereikt, besloten een ruimer standpunt in te nemen. Gevolg

21

Page 22: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

daarvan was, dat aan ondergeteekende een wachtgeld van 22maanden, a circa 80 pCt., werd uitgekeerd. Hiervan werd doorons aan de afdeelingsbesturen kennis gegeven. Dit heeft niet ten-gevolge gehad, dat de offervaardigheid onzer leden verminderde.De vrijwillige bijdragen bleven vloeien.

Hier past een woord van hartelijken dank aan onze leden voorhun trouw en medeleven. In de eerste plaats, dat zij voor het lid-maatschap bedankten. Op het oogenblik, dat zij zulks deden,hebben zij wellicht niet beseft welke grootsche daad van geweldigebeteekenis zij verrichtten.

Het was het eerste daadwerkelijk en massaal verzet tegen deDuitsche machthebbers. Niet een lijdelijk verzet, hetwelk in dejaren der bezetting met steeds toenemende intensiviteit bedrevenwerd, doch een openbaar verzet, dat bewondering verwekte, ookbij onze regeering in Engeland. Andere kringen in ons volk hebbendaardoor steun gekregen. Het mag, bij alle herdenking van hetillegaal verzet, waarvoor wij ook groote waardeering hebben, nietworden vergeten, dat op 25 Juli 1941 het overgroote deel derChristelijke en Roomsch-Katholieke vakbeweging geen gevolggaf aan het bevel van de Duitsche machthebbers en zich daar-tegen verzette door te bedanken als lid en daardoor de vrije,onafhankelijke Christelijke of Roomsch-Katholieke vakbewegingmet eigen handen afbraken.

In de tweede plaats een woord van dank aan onze leden voorhun finantieële steun. Zij stelden ons daardoor in staat het contactte onderhouden en den bond illegaal te laten voortbestaan. Voortswaren wij daardoor in de gelegenheid een aantal leden van onzenbond te helpen, die in moeilijkheden geraakten en een beroepmoesten doen op een scheidsgerecht, een ambtenarengerecht of dencentralen raad van beroep. Ook een aantal onderduikers moesteenigen tijd gesteund worden. Ten slotte konden wij aan hetChristelijk Nationaal Vakverbond een bedrag van f 5000.<— afdra-gen. Dit alles kon geschieden door de offervaardigheid onzer leden.

Alvorens verder wordt gegaan met het memoreeren van het-geen in ons bondsleven in de periode Juli 1941—-Mei 1945geschiedde, dienen onze gevallen leden te worden herdacht, ,name-lijk onze leden die gefusilleerd werden, lafhartig werden neerge-schoten of door uitputting in een concentratiekamp stierven. Hetzijn onze vrienden :

H. C. J. van Ginhoven, Amsterdam ;K. Koelstra, Sneek ;S. R. Beinema, Dordrecht ;H. Kroles, Leeuwarden ;W. Boonstra, Medemblik ;J. Jonk, Leiden ;C. van Strien, Nijmegen ;G. van der Oever, Kampen ;J. Oosterwijk, Veenhuizen ;D. Kromhout, Goes ;

22

Page 23: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

A. M. van Putten, Bennebroek ; ,A. J. Rozeman, Hoogeveen ;B. Slettenaar, Almelo ;T. van der Graaf, Rotterdam ;G. Welle, Apeldoorn.

Het is niet mogelijk in dit verslag alle overleden vrienden tegedenken. Voor een vijftal willen wij een uitzondering maken, om-dat zij een vooraanstaande plaats in ons bondsleven innamen. Zijstierven een natuurlijken dood. God narn hen weg. Zij mochten devrijmaking van ons land niet beleven. God had hun een beter lotbereid. Het zijn de vrienden :

D. Horst, secretaris van den groepsraad Tucht- en Opvoe-dingswezen ;

G. Burger, voorzitter van den groepsraad „Niet doceerendonderwijspersoneel ;

G. Hogenbirk, secretaris der afdeeling 's-Gravenhage ;J. Appel, voorzitter der afdeeling Avereest ;F. L. de Graaf, penningmeester der afdeeling Assen.Al deze vrienden herdenken wij met de bede, dat hun nage-

laten betrekkingen de vertroostingen Gods steeds mogen ervaren.

Gedurende de periode September 1941-—September 1944werden de afdeelingen door ondergeteekende vrij geregeld bezocht.Ongeveer elk kwartaal was er een bijeenkomst van enkele afdee-lingsbestuurders en leden, waarin een en ander werd medegedeeldbetreffende ons bondsleven en de verzamelde contributies werdenafgedragen. Zoo zijn er een 600-tal bijeenkomsten gehouden. Opdie wijze bleven onze leden op de hoogte van hetgeen door deleiding der Christelijke vakbeweging was verricht. Want reeds inAugustus 1941 hadden de leiders onzer vakbeweging beslotengeregeld samen te komen. Vrijwel iedere maand werd een bijeen-komst gehouden, waarin verschillende vraagstukken werdenbesproken. Het moge vreemd klinken, maar terwijl de Duitschewehrmacht onoverwinnelijk scheen en half Europa had bezetbenevens een deel van Afrika, spraken de leiders der Christelijkevakbeweging over maatregelen, welke moesten worden getroffenom „straks" de beweging weer op te bouwen. Een rotsvast ver-trouwen op God, Die op Zijn tijd na het bittere leed ons weerin staat zou stellen den arbeid ten dienste der Christelijke vak-beweging te mogen voortzetten.

Zoo ontstonden de ,,Richtlijnen voor de Bedrijfsorganisatie",waarin de plannen voor een publiekrechtelijke organisatie van hetbedrijfsleven zijn uitgestippeld. Ook buiten de kring der Christelijkevakbeweging trokken de Richtlijnen de aandacht. Vooraanstaandepersonen uit kerkelijke en politieke kringen hebben tijdens debezetting met den voorzitter van ons Chr. Nat. Vakverbond, vriendA. Stapelkamp, ten huize van den heer van Schuppen te Veenen-daal, langdurige besprekingen gehouden. Het aantal exemplarenvan de gestencilde Richtlijnen werd angstig groot. Het gevaar,

23

Page 24: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

dat de Duitschers of hun Nederlandsch sprekende satellieten dezein handen kregen, was niet denkbeeldig.

Voorts werden ook besprekingen gehouden over de inwendigeorganisatie der Christelijke vakbeweging. Voor de Christelijkebonden van Overheidspersoneel beteekende dit een concentratie,het opheffen van die bonden om gezamelijk een nieuwen bond opte richten. -

In verband daarmede kwam het Permanent Comité vanChristelijke organisaties van personeel in publieken dienst in actie.Het mag als bekend worden verondersteld, dat dit comité in 1917in het leven werd geroepen om den arbeid der vier bonden, voorzoover het de algemeene belangen van het Overheidspersoneelbetreft, te verrichten. In 1941 waren bij het comité aangesloten :de Algemeene Nederlandsche Christelijke Ambtenaarsbond ;de Nederlandsche Christelijke Bond van personeel in publieken

dienst ;de Nederlandsche Bond van Protestantsch-Christelijk P.T.T.-

personeel ;de Christelijke Bond van Belastingambtenaren ;de Christelijke Bond van Politieambtenaren.

De besprekingen hebben er toe geleid, dat in Maart 1943 over-eenstemming werd verkregen over de concentratie. Daarna werdeen concept-statuten behandeld en een begin gemaakt met debehandeling van een concept-huishoudelijk reglement.

Besloten werd, dat, zoodra ons land weer vrij zou zijn, debonden weder moesten herrijzen om de rechtspositie te herstellen,ter verkrijging van de gestolen eigendommen, om daarna de alge-meene vergaderingen te houden teneinde een besluit te nemeninzake de opheffing der bonden en het oprichten van den Neder-landschen Christelijken Bond van personeel in Overheidsdienst.

Daarop wordt nader in dit verslag terug gekomen.Alvorens het overzicht over de bezettingsperiode te besluiten,

gevoelt ondergeteekende behoefte zijn hartelijken dank te betuigenvoor de vele blijken van sympathie op l Juni 1944, toen hij her-denken mocht, dat hij 25 jaar geleden tot gesalarieerd bestuurdervan onzen bond werd benoemd. Uit de vele brieven, die hij ontving,kwam de warme vriendschap tot uiting, als ook waardeering voorden arbeid door hem in die 25 jaar verricht. Voor die blijken vanmedeleven en sympathie is ondergeteekende zeer erkentelijk. Innormalen tijd zou het anders zijn gegaan, zooals door velen werdopgemerkt. Doch juist in den zwaren tijd, die wij in 1944 moestendoormaken, gaven de 'vele blijken van medeleven krachtigen steun.Het hoofdbestuur kwam dien dag bijeen. Een bloemstuk en eenblijvend geschenk werden aangeboden.

Wat het ondergrondsch verzet betreft, heeft ook een aantalleden van onzen bond daaraan deelgenomen. Daarvan hebben ookeenige de ellende van gevangenis en concentratiekamp onder-vonden. Het lid van ons hoofdbestuur, vriend T. Kingma, brachtgeruimen tijd door in Vught. Hij werd ontslagen wegens ernstige

24 '

Page 25: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

ziekte, die hem aan den rand van het graf bracht. Gode zij dankherstelde hij . Onze vriend Kruithof, destijds te 'Kampen, was eender eerste ambtenaren, die -het bevolkingsregister in het ongereedebracht. Hij dook onder in Hengelo, maar viel ten slotte in handenvan de Gestapo en werd in Arnhem gevangen gezet. Hij werdechter door de illegale beweging verlost en bleet daardoor voorexcecutie gespaard. Ook onze vriend J. Niewold te Groningenwerd gegrepen en naar een concentratiekamp in Zuid-Duitschlandovergebracht. Na de bevrijding van ons land kwam hij in uitge-putten toestand in Groningen terug. Een langdurige vacantie heeftmede geholpen hem te herstellen van de gevolgen der interneering.De vrienden C, Brink, A. J. Kuperus, H. W. Tilanus en I, Rad-stake verbleven geruimen tijd als gijzelaar in Sint Michelsgestel.

Het is niet mogelijk alle leden van onzen bond, die aan hetverzet daadwerkelijk deelnamen, met name te noemen. Niet alleenambtenaren van de gemeente-secretariën, die valsche persoons-bewijzen of distributie-stamkaarten afgaven, maar ook gevangen-bewaarders, die politieke gevangenen hielpen ontsnappen, ambte-naren van de Arbeidsbureaux, die de uitzending van arbeiders naarDuitschland saboteerden en, om niet te vergeten, verpleegsters, diemet de bekende „zachte handen", patiënten hielpen ontvluchten,die door de Gestapo of Groene Politie zouden worden opgesloten.Zij allen en nog meer anderen hebben gevaren getrotseerd enverricht hetgeen zij als een plicht voor het vaderland beschouwden.Voor zoover ons bekend heeft geen onzer leden, die in Juli 1941bedankten als lid van onzen bond, een „open oog" gehad voor de„nieuwe orde". Zij bleken niet te koop door een belooning in denvorm van promotie. Zij werden menigmaal gepasseerd voor eenbevordering, maar hadden dat over voor de goede zaak, namelijkhet verzet tegen den gehaten onderdrukker. Die allen brengen wijhulde voor hun werk en hun houding.

De oorlogshandelingen in September 1944 leidden er toe, dathet zuidelijk deel van ons land het eerst van het Duitsche jukwerd bevrijd. Als gevolg daarvan herrees aldaar onze Christelijkevakbeweging. Onze afdeelingen Middelburg, Bergen op Zoom,Eindhoven en Woensel traden weer te voorschijn. Onze tweedebondsvoorzitter G. Haverhoek, trad als vertegenwoordiger vanonzen bond op. Hij woonde een aantal besprekingen te Eindhovenbij, georganiseerd door den voorzitter van den Chr. Landarbeiders-bond, vriend M. Ruppert, die uit Utrecht een geslaagde pogingdeed in Noord-Brabant te komen. Hij stichtte het Chr. Nat. Vak-verbond in het vrij gemaakte Zuiden van ons land. In Roosendaalwerd een algemeene vergadering gehouden, waar ruim 100 ledenvan verschillende afdeelingen der Christelijke vakbonden aanwezigwaren.

Met onze regeering werd contact verkregen en een college vanvertegenwoordigers der moderne, Roomsch-Katholieke en Christe-lijke vakbeweging kreeg gelegenheid met enkele ministers bespre-kingen te houden.

25

Page 26: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

Het contact tusschen het gedeelte van ons land beneden degroote rivieren en het overige deel, dat nog onder de Duitschebezetting zuchtte, bestond uit radio-berichten van den zender inEindhoven. Onze vrienden in het Zuiden konden echter van onzekant niets vernemen,

Zoo naderde 5 Mei 1945. De Duitsche wehrmacht capitu-leerde ; Nederland was verlost van de meedoogenlooze bezetting.

De moeilijkheden waren echter nog niet ten einde. Wel werdaan Hare Majesteit de Koningin en aan de Ministers medegedeeld,dat onze bond, in 1941 verdwenen, weer in het openbaar te voor-schijn was getreden, maar het ontredderde spoorwegverkeer wasoorzaak, dat de afdeelingen niet onmiddellijk konden wordenbezocht. Het contact geschiedde aanvankelijk schriftelijk. Het wasoorzaak van groote blijdschap en dankbaarheid te vernemen, datonze afdeelingsbesturen het werk hadden hervat en de afdeelingenin vergadering bijeen kwamen.

Niet alleen het spoorwegverkeer was ontredderd, maar ookonze bond. Ons bondsgebouw was door het N.A.F, verkocht aaneen particulier. Een drietal gezinnen waren er ingetrokken. Deenorme afbraak van huizen, op last van de Duitsche wehrmachtvoor de bouw van de Atlantic-wal en het bombardement in Maart1945 door de geallieerde bommenwerpers, waardoor een grootaantal huizen verdween, maakte het onmogelijk die drie gezinneneen andere woning te laten betrekken. Kantoormeubilair haddenwe niet. Slechts één .schrijfmachine stond ter onze beschikking.Wij stonden er belangrijk slechter voor dan de moderne Ambte-naarsbond, wiens bondsgebouw onmiddellijk voor gebruik gereedwas en waarin vrijwel alle kantoormeubelen, schrijfmachines encyclostile aanwezig waren. Onze bondsadministratie was ver-.nietigd ; de bibliotheek verdwenen, evenals de groote collectieambtenarenreglementen. Wij moesten alles van den grond afopbouwen.

Onze bondspenningmeester stelde een kamer van zijn huisbeschikbaar met eenig kantoormeubilair. Een woord van dank voordie bereidwilligheid en medewerking mag in dit verslag niet ont-breken. Ook thans nog is ons bondsbureau te zijnen huize gevestigden wij hebben thans twee kamers tot onze beschikking, waarin degesalarieëerde bestuurders met drie typistes hun werk kunnenverrichten. Het is behelpen, maar wij zijn dankbaar, dat onzevriend Guyt, als ook zijn vrouw, een deel van hun huis beschikbaarstelden.

Doordat de vroegere ledenkaarten vernietigd waren, moesteen nieuw ledenregister en kaartstelsel worden vervaardigd. Alleleden, ook die in 1941 bedankten, moesten een aanmeldings-formulier invullen.

Na 5 Mei 1945 stroomden de formulieren binnen. In Junikon reeds worden geconstateerd, dat een aantal afdeelingen meerleden had dan in 1941. In September had onze bond het aantalleden van 1941 vrijwel bereikt en op 31 December 1945 bleek,dat 6283 leden waren ingeschreven.

26

Page 27: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

In de hieronder opgenomen staat is aangegeven het aantalleden der afdeelingen op l Januari 1941 en dat der afdeelingenen corréspondentschappen op l Januari 1945. Daaruit blijkt, datniet alleen het aantal leden vermeerderd, doch ook dat der afdee-lingen.

Afdeelingenen

correspondentschappen

/Mme >oAlphen a/d Rijn

AmsterdamApeldoornArnhemAssenAvereest

Bellen

BeverwijkDe BiltBreda

DelftDeventerDoetinchemDen Dolder ..DordrechtDuin en BoschEde

EnkhuizenEnschedeErmelo IËnnelo IIFranekerGoeree en OverflakkeeGoesGorinchemGoudas-GravenhageGroningenGrootegastHaarlemHarderwijkHattemHeerlenDen HelderHengelo's~HertogenboschHilversum

Transporteeren

iM.

27201639

8403459233412

41261067

3510222192360121617

2950

14

11

14311105

13612

. 48

41

2271

anuari 1

V.

g3

1437g2

256

1

86

145

341

_1

10

4

4

18028

11

5

4

421

341

Totaal

36231639

9834168253412

66321077

3511028193765461717

3060

18

15

15391133

14712

53

45

269?

1 J

M.

26554551

5136659583012138

54921011g

3088262646

1158

2217141896772324162118*

410141

13135

12182

286

1436

2608

anuari 1 9

V.

218

109

12279

35

12

H5276

2

5168

203271

65157

14

IQ

413390

13

2

33

4

961

46

Totaal

47635560

63573689330131519

10616810135

3093423466

1471523171418

1612343724352122

543231

1314812202

31g

1440

3569

27

Page 28: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

Afdeelingenen

correspondentschappen

Hoofddorp

HuizenKampenLeeuwarden ... .LeidenLoosduinenMaassluisMedemblikMeppelMiddelburgNieuwer-AmstelNieuwersluis ... .NoordwijkNijmegenOssRekkenRhedenRotterdamSantpoort

StadskanaalSteenwijkUtrecht . .ValkenheideVeenhuizenVinkeveenVlaardingenVlissingen\VageningenWinschotenWoensel"WoerdenWolfhezeIJmuiden . .ZaandamZeistZierikzee *ZuidlarenZutphenZwolleVerspreide leden

Totaal\

iM.

2271

6256

23197279148

20115813

26

7456

1530878

2051244

11312518391116133087

5339

107

3851

anuari 1

V.

421

2

9192

36

5

1085116

271

1118

1

131

754

712

941

Totaal

2692

8256

23198198168

20146413

31

75646646878

2321344

1 132261947H17134397

6044

111

4563

1 I

M.

2608

1020101654

128119243

454

787

3224353

564

50918551092

18823

1176

211729142410552341126

93634327

4695

anuari 19

V.

961

1

2

61 22

336

91

441

562

12

1983617

172

1223

13

23

812

841454

1588

16

Totaal

356

1120121660

150152303

545

1228

3280373

684

70754721092

20525

1176

22193117-3710782349138

177774831

6283

Na l Januari 1946 werd te Bunschoten, Spakenburg en teLeerdam een afdeeling opgericht, terwijl de afdeeling Nieuwersluis.wegens verplaatsing van het Bewaringskamp een groot ledenverliesleed.

28

Page 29: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

Voorts blijkt uit den staat, dat 'enkele afdeelingen nog nietop het peil van 1941 kwamen. De evacuatie speelde daarbij een rol.Verwacht mag worden, dat het verlies spoedig zal worden inge-haald.

Trouwens de leden-aanwas bleef in de eerste 5 maanden van1946 toenemen. Op 31 Mei 1946 telde onze bond 6754 leden.Het aantal afdeelingen en correspondentschappen bedroeg 89, ter-wijl onder de verspreide leden nog een aantal is, dat in ééngemeente woont.

Dankbaar, maar niet tevreden ! Dankbaar voor de ijverige pro-pagandisten, die medewerkten om ons ledental op te voeren. Eenwoord van hulde en dank is hier voorzeker op zijn plaats. Tevredenmogen wij niet zijn, al treft dit niet de propagandisten. In veleplaatsen van ons land zijn nog ambtenaren, die, als zij hun belij-denis beleven, bij onzen bond aangesloten moeten zijn. Zij blevenongeorganiseerd of zijn lid van een neutrale organisatie. Inplaatszich bij ons te voegen, teneinde onzen bond te versterken, waar-door hij nog meer invloed zal kunnen uitoefenen, bleven zij afzijdigstaan. Mogen zij inzien, dat zij hun plicht verzuimen. Hun plicht,om op sociaal terrein mede te werken de Christelijke beginselenvan recht en gerechtigheid tot gelding te brengen.

Het was vóór 1941 de gewoonte in de jaarverslagen ook eenoverzicht te geven van de groepsgewijze- samenstelling van onzenbond. Deze gewoonte ook thans volgende, ontstaat dit overzicht :

Rijk :

RijksarbHdsbureauRijksbelastingen

Rijksverzekeringsbank . . . .Raden van ArbeidRijkspostspaarbankArtillerie-Inrichtingen . . . .RijkswerfDepartementen van Alg. BestuurRechterlijke machtGevangeniswezen, enzTucht- en opvoedingswezen .Loodswezen, betonning

en verlichtingHooger onderwijs

Overige rijksambtenaren . . .

Totaal

1 Jan. 1941

15568

14525630

575142

18627

218290

126

1336

1 Jan. 1946

2111434971

384197

234030

30829

752

156541

2070

29

Page 30: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

Provinciën :

Bestuursambtenaren 1Technische ambtenaren . . . . SOverige ambtenaren jVerplegenden ' .

1 Jan. 1941

157

102

1 Jan. 1946

642178

151

Totaal 259 314

Gemeenten :

Bestuursambtenaren . }Technische ambtenaren . >Overige ambtenaren . . . . . jVerplegenden

Totaal

2248

295

2543

439259509

1219

2386

Waterschappen, polderschappen, enz. :

Bestuursambtenaren . . . .Technische ambtenarenOverige ambtenaren . . . . .

Totaal . . .

14

14

13135

31

Gesubsidieerde inrichtingen :

Opvoedingsgestichten, Psycho-pathenasyls

Overig personeelVerplegenden

Totaal

Totaal generaal .

140271

425

4577

93355

1034

1482

6283

Uit dit overzicht blijkt, dat een klein aantal groepen nog nietop het peil van 1941 kwam, tegenover andere, die belangrijk bovendat peil stegen. Men bedenke voorts, dat de cijfers betrekkinghebben op l Januari 1946 en gedurende de periode l Januari tot.31 Mei 1946 in gunstigen zin gewijzigd zijn.

30

Page 31: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

Niettemin is er aanleiding om de zwakke plekken onderK deloupe te nemen, met andere woorden : onze afdeelingsbesturenzullen hun kracht eens moeten beproeven om de ambtenaren diergroepen, welke krachtens hun levensovertuiging bij ons behooren,tot onzen bond te brengen.

Wat de groepsraden betreft, een aantal kwam na de bevrij-ding in vergadering bijeen. Bovendien werden twee nieuwe groepeningesteld, namelijk de groep : Rijksarbeidsbureau, en de groep:Personeel Christelijke verplegingsinrichtingeii.

Ten aanzien van de laatstgenoemde groep mogen wij de ver-blijdende mededeeling doen, dat het contact, dat kort voor hetuitbreken van den oorlog was ontstaan tusschen het Centraalbestuur der Vereeniging tot Christelijke verzorging van geestes-en zenuwzieken en het Chr. Nat. Vakverbond, in bezettingstijdwerd onderhouden, In den loop van het voorjaar 1946 heeftdit geleid tot het invoeren van het georganiseerd overleg. Eenreglement van een commissie van overleg en voor dienstcommissiesbij elk der stichtingen werd vastgesteld. Wij mogen vertrouwen,dat de samenwerking zal zijn in het belang der stichtingen en hetpersoneel.

Het aantal verplegenden in onzen bond is tot ruim 1800gestegen.

Ernstig te betreuren is, dat een groep Christelijke verplegendenheeft gemeend een nieuwen Christelijken Bond van verplegendente moeten oprichten. Er is blijkbaar op het terrein der verplegingnog geen verdeeldheid genoeg. Men heeft vergeten, dat 25 jaargeleden de toen bestaande Christelijke Bond van verplegendengenoodzaakt was zich in onzen bond op te lossen, omdat debelangen der Christelijke verplegenden dit vereischten.

In een circulaire hebben/wij zoowel onze leden als diegenen,die daarvoor in aanmerking komen, uitvoerig onze bezwaren tegende oprichting van den nieuwen bond in kennis gesteld.

Algemeene vergadering.

Op 29 November 1945 kwam onze bond in algemeene verga-dering bijeen. Het was de eerste na 1941. De verkeersmoeilijk-heden ten spijt waren van 68 afdeelingen de afgevaardigden aan-wezig. Slechts 13 afdeelingen waren absent.

De algemeene vergadering moest enkele zeer belangrijkebeslissingen nemen. In de eerste plaats een voorstel van het hoofd-bestuur om op een door hem te bepalen datum onzen bond op teheffen en tegelijkertijd een nieuwen bond op te richten, namelijkde Nederlandsen Christelijke Bond van Overheidspersoneel, Ditvoorstel hield verband met de tot stand gekomen overeen-stemming tusschen de vier Christelijke bonden van overheids-personeel. Bij de bespreking bleek wel duidelijk, dat de ver-gadering de concentratie noodzakelijk achtte, doch dat hetook noodzakelijk was de speciale belangen der groepen niet uithet oog te verliezen. Uit het antwoord van het hoofdbestuur kwam

31

Page 32: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

echter voldoende uit, dat de groepen in den nieuwen bond zoudenblijven bestaan en de concentratie derhalve een voortzetting zouzijn van onzen bond. De concentratie moest worden bezien in hetlicht van de jarenlang door ons gewenschte eenheid van het geor-ganiseerde Christelijk Overheidspersoneel. Met op één na alge-meene stemmen werd het voorstel aangenomen.

Een tweede voorstel betrof een wijziging der contributie-regeling. Dit was een gevolg van een in bezettingstijd verkregenovereenstemming tusschen de drie vakcentralen, het ChristelijkNationaal Vakverbond, het Nederlandsch Verbond van Vak-vereenigingen en het Roomsch-Katholieke Werkliedenverbond.

De wijziging beteekende een verhooging der maximum con-tributie van f 1.50 per maand tot f3'.— per maand, inclusief debijdragen van het Ondersteuningsfonds en het T.B.C.-fonds„Draagt Elkanders Lasten".

Na uitvoerige besprekingen werd dit voorstel aangenomen met72 tegen 39 stemmen.

Een derde voorstel hield verband met het afloopen van deKoninklijke goedkeuring op onze statuten. Het hoofdbestuur zagdit voorstel met algemeene stemmen aangenomen evenals het voor-stel om op de gewijzigde statuten de Koninklijke goedkeuring aante vragen.

Voorts werd met algemeene stemmen besloten het hoofd-bestuur, dat zijn mandaat ter beschikking stelde, in zijn geheelzitting te laten houden tot de concentratie. Een uitzondering daaropwas, dat J. Goote, die ontslag had genomen als gesalarieerdbestuurder, op grond daarvan geen deel ineer uitmaakte van hethoofdbestuur.

Ten slotte was er een voorstel tot benoeming van P. Tjeerds-ma tot gesalarieerd bestuurder van onzen bond. Ook dit voorstelwerd met algemeene stemmen aangenomen.

Deze algemeene vergadering zou, als de concentratie tot standkomt, de laatste zijn. Dit werd door verschillende sprekers ook zoogevoeld, hetgeen ook begrijpelijk is. Onze bond bestaat 31 jaar.Er zijn vriendschapsbanden gesmeed.

Weliswaar zal de nieuwe bond een voortzetting zijn vanonzen bond en is de verandering niet zoo diep ingrijpend, maarniettemin verdwijnt de organisatie, die den oorlog overleefde, deDuitsche bezetting ten spijt. Een bond, die getoond heeft debelangen der leden te kunnen behartigen.

De bondsvoorzitter meende, dat deze algemeene vergaderingde laatste niet mocht zijn, maar dat er gelegenheid zou zijn nogeenmaal bijeen te komen, een mededeeling welke de bijval dervergadering had. ïn verband daarmede zal, voor de oprichting vanden nieuwen bond door samensmelting van vier bonden, nog eenalgemeene vergadering van onzen bond gehouden worden.

De bezoldiging van het overheidspersoneel vroeg onze aan-dacht onmiddellijk na de bevrijding. Door de radio-Eindhovenwaren wij reeds in de eerste maanden van 1945 in kennis gesteld

32

Page 33: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

van de maatregelen door onze regeering getroffen. Het bleek, datde regeering een tijdelijken toeslag van 15 pCt. en van 5 pCt. hadtoegekend op de salarissen van 1940, welk laatste percentage ver-hoogd werd tot 10 pCt, voor de salarissen tot f 3.000.— voorgehuwden en tot f 2.200.— voor ongehuwden. Daarbij werd echterde kindertoelage verlaagd van f200.— tot f150.—• per kind perjaar, terwijl alle toelagen in de periode 1940—1944 verstrekt,zouden vervallen.

Afgezien, dat wij ons afvroegen waarom de regeering een zooingewikkelde regeling trof, waardoor een omvangrijke berekeningvan het salaris van elk ambtenaar zou moeten plaats hebben en hetmaanden zou duren alvorens deze berekeningen tot een eindekonden worden gebracht, achtten wij de toelagen te gering. Hetpeil van de kosten voor het levensonderhoud was enorm gestegen,terwijl er een groote achterstand in de gezinnen was ontstaan tenopzichte van kleeding, linnengoed en huisraad. De nieuwe regelingder toelagen bracht voor velen geen enkele vermeerdering vaninkomen. In zeer veel gevallen veroorzaakte de verlaging van denkinderbijslag een verlaging van het inkomen, welke moest wordenopgevangen door de garantiebepaling, dat niemand in inkomenmocht achteruitgaan.

Na de bevrijding kwamen de vertegenwoordigers der drieCentralen van Overheidspersoneel (de moderne, de R.-K. en deChristelijke) bijeen om deze aangelegenheid te bespreken. Naaraanleiding daarvan werd een bespreking gehouden met den voor-zitter der Centrale Commissie van georganiseerd overleg in amb-tenarenzaken waarbij niet klem werd aangedrongen, dat de regee-ring een meer doeltreffende salarisverhooging zou bevorderen.Voorts werd medegedeeld, dat de drie Centralen geen prijs steldenop een vergadering der Centrale Commissie zoolang daarin nogdrie neutrale Centralen zitting zouden hebben.

Deze bespreking is door enkele andere gevolgd, totdat deregeering in Augustus 1945 een Salariscommissie benoemde, waarinnaast een aantal door de regeering aangewezen personen ookzitting kregen vertegenwoordigers der drie samenwerkende Cen-trales, namelijk twee voor elke Centrale.' Bovendien had de regee-ring nog een vertegenwoordiger van elk der twee weder in 't levengeroepen neutrale centralen benoemd.

Deze salariscommissie kreeg de opdracht op korten termijn deregeering van advies te dienen inzake een tegemoetkoming aanhet rijkspersoneel. De commissie was reeds in September gereedmet haar advies, bestaande uit een voorstel inzake een overbrug-gingstoelage van f 20.— per maand voor gehuwden en ongehuwdeeenigste kostwinners en van f 10.— per maand voor de overigeongehuwden. Voorts het toekennen van een minimum-salaris vanf 1800.— per jaar voor gehuwden en f 1400.— voor ongehuwden,gerekend naar een gemeente der eerste klasse. Ten slotre werdvoorgesteld den kinderbijslag te herstellen op f 200.— voor dekinderen, die de ambtenaren in 1944 hadden en daarvoor een toe-slag ontvingen.

33

\

Page 34: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

Het duurde echter tot Januari 1946 alvorens de regeeringgevolg gaf aan de voorstellen der salariscommissie. De overbrug-gingstoelage werd met terugwerkende kracht tot l September 1945toegekend.

Intusschen hadden de samenwerkende Centralen van over-heidspersoneel aangedrongen het invasie-voorschot niet terug tevorderen en aan hen. die dit niet ontvingen, het voorschot alsnoguit te keeren. De regeering ging ook daarmede accoord.

De minister van binnenlandsche zaken deed van de getroffenregelingen mededeeling aan de lagere bestuursorganen en drongdaarbij aan eenzelfde regeling te treffen voor het personeel indienst dezer organen.

Het gevolg van een en ander is geweest, dat de lagerebestuursorganen de rijksregeling volgden en de toekenning van detoelagen en het voorschot zelfs eerder toekenden dan verschil-lende departementen van algemeen bestuur. De omslachtige bere-kening zooals hierboven reeds vermeld, was oorzaak, dat in Mei1946 nog zeer groote groepen rijksambtenaren verstoken blevenvan de verhooging der salarissen.

De vorm van een overbruggingstoelage was gekozen, omdatde regeering (waarop trouwens de drie Samenwerkende Centralenhadden aangedrongen) besloot het Bezoldigingsbesluit van Burger-lijke Rijksambtenaren te herzien en de Salariscommissie daarvooreen opdracht gaf. Met deze herziening heeft de commissie eenaanvang gemaakt. Dit omvangrijke werk zal geruimen tijdvorderen, doch een herziening is noodzakelijk, omdat het een vrij-wel onmogelijke taak voor een ambtenaar is zijn salaris te bere-kenen. Het Bezoldigingsbesluit 1934 is door de verschillende rege-lingen van aftrek en toelagen niet meer hanteerbaar. Een over-zichtelijk Bezoldigingsbesluit is daarom zeer noodzakelijk.

Wat het georganiseerd overleg betreft, heeft de regeeringmedegedeeld, dat zij een reorganisatie tot stand zal brengen endaarover met de Salariscommissie overleg plegen. Intusschen heeftzij ook medegedeeld, dat ten aanzien van de bijzondere commissiesvan overleg bij diverse rijksdiensten en -bedrijven, alsmede bij deprovinciën en gemeenten voorloopig de vroegere samenstellingmoet gehandhaafd blijven in afwachting van bovenbedoelde reor-ganisatie. De samenwerkende Centralen van overheidspersoneelhebben daartegen hun bezwaren kenbaar gemaakt en aangedrongenvoorloopig informeel overleg toe te passen, omdat zij bezwarenhebben tegen het zitting hebben van vertegenwoordigers van deneutrale centralen.

In verband met bovenstaande dient een beknopte mededeelingte worden gedaan van het ontstaan der samenwerkende Centralenvan overheidspersoneel.

In bezettingstijd waren de drie vakcentralen (het C.N.V., hetR.K.W.V. en het N.V.V.) tot. overeenstemming gekomen overeen permanente en gereglementeerde samenwerking in een Raadvan Vakcentralen.

34

Page 35: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

Deze samenwerking zou ook tot stand moeten komen tusschende bonden, bij de Vakcentralén aangesloten. Deze samenwerkingzou de vorm hebben van Bedrij f sunies. Ook de afdeelingen derbonden zouden plaatselijk moeten samenwerken.

Voorts was door de drie Vakcentralén contact verkregen metde werkgevers-verbonden. Dit leidde tot de Stichting van denArbeid, welke in Mei 1945 in het leven werd geroepen.

Een en ander heeft er toe geleid, dat er een Unie van Amb-tenaarsbonden en een Unie van Overheidspersoneel werd opge-richt, terwijl bovendien nog een Unie van de drie samenwerkendeCentralen van Overheidspersoneel ontstond.

De concentratie van de vier Christelijke bonden van over-heidspersoneel en de te verwachten concentratie bij de modernebonden van overheidspersoneel, zal er toe leiden, dat de drie Unieszullen samensmelten.' Voorloopig moeten deze echter nog blijvenvoortbestaan, omdat in de kringen van het Roomsch-Katholiekeoverheidspersoneel een concentratie nog niet te verwachten is.

Overigens is reeds gebleken, dat de samenwerking goederesultaten heeft afgeworpen. De concurrentie is verdwenen. Zijkan weer ontstaan als de neutrale, categorale centrales een plaatskrijgen in het georganiseerd overleg. In de jaren vóór 1941 is meer-malen door de categorale centralen het georganiseerd overleg alspropaganda-middel misbruikt. Mede daarom dringen de driesamenwerkende Centralen aan, om het georganiseerd overleg tebeperken tot de drie richtingen in de vakbeweging.

Ons orgaan „De Christelijke Ambtenaar".

Niet weinigen in ons land zijn teleurgesteld in hun verwach-tingen. Gedurende den bezettingstijd hadden zij zich voorstellingengemaakt van hetgeen na de bevrijding zou geschieden. Ongetwij-feld zullen vele dier verwachtingen te hoog zijn gesteld, en moestendientengevolge wel teleurstellingen volgen. Degenen echter, diemeer nuchter en zakelijk zich hadden voorgesteld, dat zij na debevrijding het werk zouden kunnen voortzetten, dat in 1941 uithun handen was geslagen, doch met het besef van de moeilijk-heden, waarin ons land verkeerde, ook hun zijn de teleurstellingenniet bespaard.

Na de bevrijding werd het duidelijk, hoezeer ons land en volkdoor de bezetting van den Duitschen vijand geteisterd was. Fa-brieken waren vernield of ontdaan van de machines. Voorradenwaren weggesleept. Zoo ook de papier-verwerkende fabrieken. Erwas een enorm tekort aan papier. Als gevolg daarvan moesten decouranten en tijdschriften beperkt worden. Elkeen, die daarvanovertuigd was, kon begrijpen, dat de toestand van vóór 1941 nietwas teruggekeerd en een rantsoeneering van papier thans nood-zakelijk was. Ons weekblad mocht maar eenmaal per maand ver-schijnen in kleiner formaat. Eerst in Juli 1945 kon het eerste num-mer verschijnen. Al spoedig bemerkten wij, dat de rantsoeneeringop een eigenaardige wijze werd toegepast. Men zag elke week

35

Page 36: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

nieuwe tijdschriften verschijnen in een formaat, welke bewonderingof ergernis afdwong. Ons verzoek om meer papier ter beschikkingte krijgen teneinde tweemaal per maand met 8 pagina's ons orgaanuit te geven, werd telkens afgewezen.

Wat ons het meest ergerde was, dat de perszuivering ook opde vakbladen van de Christelijke vakbeweging werd toegepast.Men was blijkbaar de houding dezer beweging .vergeten, of, watook mogelijk kan zijn, men betrok de vakbladen bij de zuiveringom daardoor meer werk te hebben en het zuiveringsapparaat langerin stand te houden. Hoe het ook zij, ook ons orgaan moestgezuiverd worden. Het is niet te hopen, dat de zuiveraars ook nogeens gezuiverd moeten worden. Een der aanklachten zou kunnenzijn, dat de zuiveraars eerst na 25 Juli 1941 voor zuiver kondendoorgaan, omdat zij blijkbaar niets wisten van het moedig verzetder Christelijke vakbeweging op dien datum en kort daarna. Dieonwetendheid had aanleiding moeten geven die zuiveraars alsongeschikt te beschouwen.

Onze vakbeweging was in 1941 zuiver, hetgeen zonneklaarbleek. Ook na Mei 1945 bleef zij zuiver, getuige haar besluit omgeen personen als lid in te schrijven, die lid van het Ned. Arbeids-front waren geweest. Wij weten niet of andere lichamen datstandpunt ook innamen.

De uitgever van de Haagsche Post heeft blijkbaar dezelfdeervaringen gehad. In het eerste nummer na de bevrijding, dat opl Mei 1946 mocht verschijnen (één jaar na de bevrijding) schreefhi j :

,,Na de bevrijding wilde ik de H.P. terstond weder uitgeven.Maar dat ging niet zonder verlof van het Militair gezag, enM.G. had tijd noodig. Toen de vergunning schijnbaar spoedigzou los komen, gingen vijf of zes andere „instanties" .—Binnenl. Zaken, O. K. en W., Perszuivering, Persraad, enz.— voetbal spelen met de krantenwereld. De instanties haddenhet zeer volhandig met het „zuiveren" van ruim 1000 couran-ten en ongeveer 10.000 journalisten ; en onder de bedrijvendoor was het H.P.-dossier zeer corpulent geworden.Doch op 6 April j.l. werden het blad en ik volkomen zuiververklaard, na grondig onderzoek. Toewijzing van papiervolgde automatisch".

Is het wonder, dat er verbittering is ontstaan ? Als er eentekort aan papier is, basta ! Maar dan de voorraad billijk verdeelden geen nieuwe kranten of tijdschriften in groot formaat latenverschijnen en zeker niet ten koste van de vakbladen onzerChristelijke vakbonden.

Wij hopen, dat het leed spoedig tot het verleden zal behooren.Na de concentratie met de drie andere Christelijke bonden vanoverheidspersoneel en de oprichting van den nieuwen bond, zalons orgaan (wellicht onder anderen naam) meer dan voorheen hetvakblad van het Christelijk georganiseerd overheidspersoneel zijn,waarin leiding gevende artikelen, ook op vaktechnisch gebied,

36

Page 37: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

zullen verschijnen. Voor alle groepen moeten artikelen wordenopgenomen. Meer dan ooit, zal ons orgaan het bindmiddel zijntusschen bond en leden.

Zuivering en rechtsherstel.

Onder de wettelijke regelingen, uitgevaardigd met het oogop de bevrijding van Nederland, door onze regeering in Londenuitgevaardigd gedurende de periode September 1943 tot en metDecember 1944, welke regelingen zijn opgenomen in een boek-werk van ruim 600 bladzijden, samengesteld door het MilitairGezag, bevinden zich een tweetal wetten, welke voor het over-heidspersoneel van groot belang zijn. Dit zijn het Zuiverings-besluit van 13 Januari 1944, E 14, en het Rechtsherstel ontslagenambtenaren van 7 September 1944, E 94.

Eerstgenoemde wet gaat uit van de overweging „dat hetnoodzakelijk is de Hooge Colleges van Staat, de NederlandscheAdministratie, de Rechterlijke Macht en andere organen, dienstenen instellingen zoo spoedig mogelijk te zuiveren van personen,door den bezetter in het belang van den vijand, van zijn oorlog-voering en ter bevordering van de aan den Nederlandschen zinvoor recht en vrijheid vreemde opvattingen aangewezen voor hetbekleeden van ambten of het uitoefenen van functies, alsmede vanandere verraderlijke en ontrouwe elementen".

Het begrip „zoo spoedig mogelijk" is na de bevrijding van onsland in ruime mate toegepast. De indruk werd gevestigd, dat alleambtenaren in Nederland, die in hun functie bleven tijdens debezetting, als verraderlijke en ontrouwe elementen werdenbeschouwd en dat niet meer werd gedacht aan de door onzeregeering in 1937 aan verschillende hoofdambtenaren ter handgestelde „Aanwijzingen "betreffende de houding, aan te nemendoor de bestuursorganen van het Rijk, de Provinciën, Gemeenten,Waterschappen, Veenschappen en Veenpolders, alsmede door hetdaarbij in dienst zijnde personeel en door het personeel in dienstbij de spoor- en tram'wegen in geval van een vijandelijken aanval".Daarin is o.m. het volgende vermeld :

Zij (d.w.z. de personen, deel uitmakende van de openbarebestuursorganen) zullen in het belang der bevolking er naarstreven, dat het bestuur ook onder de gewijzigde omstan-digheden zoo goed mogelijk haar taak blijft vervullen".„Aangezien de vijand in het algemeen onbekend is met deNederlandsche wetgeving, is naleving van genoemd volken-rechterlijk voorschrift (namelijk dat de landswetten geëer-biedigd moeten worden) voor hem onmogelijk zonder demedewerking van de Nederlandsche bestuursorganen. Indiendeze zich aan de medewerking zouden onttrekken, dan zaldaarvan het gevolg zijn, dat de vijand enkele volstrekt nood-zakelijke aangelegenheden geheel naar eigen inzicht regelten daarvoor eigen ambtenaren aanstelt doch zich overigensvan het maatschappelijk leven der bevolking slechts

37

Page 38: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

zooveel aantrekt als noodig is om zijn eigen belangen tenaanzien van de oorlogsvoering veilig te stellen. Het lot derbevolking wordt daardoor zeer veel zwaarder".

Deze „Aanwijzingen'' in 1937 opgesteld, werden door denMinister-President Prof. Mr. P. Gerbrandy in Mei 1943 doormiddel van Radio-Oranje nog eens in herinnering gebracht.

Bij de zuivering werd echter klaarblijkelijk geen verschilgemaakt tusschen „medewerking" en „medewerking", namelijkmedewerking in den zin der aanwijzingen en medewerking tenbate van den vijand. Het is begrijpelijk, dat zóó spoe.dig mogelijkmoest worden ingegrepen om de landverraderlijke en ontrouweelementen uit den dienst te ontzetten. Dit was noodzakelijk. Docheven noodzakelijk was zoo spoedig mogelijk te onderzoeken ofbetrokkenen ten onrechte verwijderd waren. En even noodzakelijkwas, zoo spoedig mogelijk de ten onrechte verwij derden wederin eere te herstellen. Of een periode van 8 maanden tot één jaargerangschikt moet worden onder het begrip „zoo spoedig mogelijk"mag betwijfeld worden.

Zuivering was noodig. Helaas hebben vele ambtenaren eenverkeerde houding aangenomen. Er is echter veel onnoodig leedveroorzaakt aan hen, die maandenlang geschuwd werden en aan-gezien voor een landverraderlijk en ontrouw element.

De tweede, hierboven genoemde wet gaat uit van de over-weging „dat het noodzakelijk is bij de bevrijding van het Koninkrijkin Europa maatregelen te nemen teneinde het onrecht, dat tijdensde bezetting den ons getrouwen personen in overheidsdienst doorontslag of andere maatregelen is aangedaan, zooveel mogelijkongedaan te maken".

Deze wet moet nog ten uitvoer worden gebracht. Ruim eenjaar na de bevrijding wachten de ontslag'en ambtenaren, die wederin dienst zijn gesteld, als ook de onderduikers, op schadeloos-stelling. Ons hoofdbestuur had het standpunt ingenomen, datbetrokkenen ten volle moesten worden schadeloos gesteld, zoowel wathet niet genoten salaris betreft als de door hen betaalde pensioen-premies voor weduwen- en weezenpensioen. De regeering wildeaanvankelijk slechts 70 pCt. vergoeden. Zij was van meening, datbetrokkenen wel op andere wijze een inkomen tijdens hun ontslagof onderduiken hadden ontvangen. Daartegen werd zoowel doorde bonden van overheidspersoneel als door de Tweede Kamer derStaten-Generaal bezwaar gemaakt. Laatstgenoemd college wildedaarvan door een motie uitdrukking geven. De minister van binnen-landsche zaken zegde daarop een gunstiger regeling toe. Volgensverkregen inlichtingen zou 100 pCt. worden vergoed echter ver-minderd met hetgeen betrokkenen van anderen hadden genoten.Deze regeling zal, als zij in dien zin tot stand komt, tegemoetkomen aan het rechtsgevoel. Het vertrouwen, dat betrokkenen huninkomen tijdens hun verwijdering door ontslag of onderduikengenoten, naar waarheid zullen opgeven, zooals een goed ambtenaarbetaamt, zal niet beschaamd worden.

38

Page 39: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

Christelijk Nationaal Vakverbond.

In bezettingstijd hadden de leiding gevende personen onzervakbeweging een reorganisatie van het C.N.V. voorbereid. In deeerste algemeene vergadering na de bevrijding kwam deze reor-ganisatie tot stand. Het dagelijksch bestuur, dat vóór den oorlogbestond uit de gesalarieerde bestuurders van het C.N.V. en eenviertal door de algemeene vergadering gekozen leden van hoofd-bestuur der aangesloten bonden, werd daardoor beperkt tot degenoemde gesalieëerde bestuurders. Het algemeen bestuur, bestaan-de uit door de aangesloten bonden aangewezen personen, met dienverstande, dat van elk der bonden tenminste één lid van het alge--meen bestuur zitting had, benevens het dagelijksch bestuur, werdgewijzigd in het bestuur van het C.N.V. waarin zitting hebben hetdagelijksch bestuur met de voorzitters (of hun plaatsvervangers)van de aangesloten bonden. Dit bestuur vergadert om de tweeweken. Als gevolg daarvan maakt ondergeteekende geen deel meeruit van het dagelijksch bestuur, waarin hij ongeveer 23 jaar zittinghad. Onze bondsvoorzitter maakt deel uit van het bestuur van hetC.N.V. Als zijn plaatsvervanger treedt op vriend P. Tjeerdsma.

Permanent Comité.

In het Permanent Comité van Christelijke organisaties vanpersoneel in publieken dienst bleven voor onzen bond zittinghouden onzen bondsvoorzitter en ondergeteekende. Laatstgenoemdebleef secretaris van het comité.

G-eorganiseeril overleg.

In de Centrale Commissie voor georganiseerd overleg in amb-tenarenzaken werd door het Permanent Comité ondergeteekendeals lid weder aangewezen. Aangezien deze commissie op non-activiteit is gesteld in afwachting van de reorganisatie en de regee-ring een salariscommissie instelde, welke de taak der Centralecommssie vervult, werd ondergeteekende door het PermanentComité als lid der salariscommissie aangewezen.

Voorts werd ondergeteekende. door het Permanent Comitéopnieuw aangewezen tot lid van het georganiseerd overleg voorde Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten. Tot zijn plaats-vervanger werd vriend P. Tjeerdsma aangewezen.

Internationale Federatie.Het contact met den secretaris onzer Internationale Federatie

van Christelijk overheidspersoneel bleef tijdens de bezettingbestaan, al kon het slechts in den vorm van correspondentie plaatshebben.

Na de vrijmaking van ons land werd ook contact verkregenmet den voorzitter in Zwitserland. De secretaris der Federatie hadinmiddels ook verbinding verkregen met de Fransche organisaties.

39

Page 40: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

De eerste vergadering van het dagelijksch bestuur, waarvanondergeteekende deel uitmaakt als penningmeester, kon in de eersteweek van Maart 1946 te Parijs gehouden worden, van welke gele-genheid gebruik werd gemaakt de drie voor aansluiting bij deFederatie in aanmerking komende bonden besprekingen te houden.

Met de Oostenrijksche organisatie werd ook verbinding ver- •kregen. Er zal echter nog een nadere beslissing moeten wordengenomen of deze organisatie in zijn huidigen vorm bij onze Fede-ratie kan zijn aangesloten.

Hoofdbestuur.

Het hoofdbestuur van onzen bond bestaat uit : A. van Driel,voorzitter ; G. Haverhoek, 2e voorzitter ; L, Vermeulen, secretaris ;P. Tjeerdsma, 2e secretaris ; C. Guyt, penningmeester ; J. H.Straub, 2e penningmeester ; C. J. van Dam, redacteur ; T. Kingma,S. P. C. van Erk, H. N. Rietberg en J, H. van Wering.

Zooals reeds vermeld, nam collega J. Goote na de bevrijdingvan ons land ontslag als gesalarieerd bestuurder. Voor hetgeen hijvoor onzen bond deed, zijn wij hem dank verschuldigd.

Het hoofdbestuur had ter algemeene vergadering medegedeeld,dat spoedig zou moeten worden overgegaan tot het aanstellen vaneen derden gesalarieerden bestuurder. Het ging daartoe over enbenoemde C. de Bruijn te 's-Gravenhage, eerste verpleger aldaar,met ingang van 7 September 1946.

Besluit.

Er dient een slot te komen aan dit verslag, hetwelk zeer waar-schijnlijk het laatste verslag over de werkzaamheden van onzenbond zal zijp. Het zou ons tot weemoed kunnen stemmen, warehet niet, dat onze bond blijft voortbestaan -na de concentratie, zijhet onder anderen naam. Het doel en de taak blijven evenwel onge-wijzigd. Na een bestaan van één en dertig jaar verdwijnt de Alge-meene Nederlandsche Christelijke Ambtenaarsbond om plaats temaken voor een nieuwen bond. Wat evenwel niet verdwijnt isonze bondsidee, namelijk een vrije, onafhankelijke vakorganisatieop den grondslag der Christelijke beginselen, zooals die in Godswoord zijn vervat, welke er naar streeft de economische belangenharer leden te behartigen en mede te werken aan de doorvoeringder Christelijke beginselen van recht en gerechtigheid in het socialeleven.

Hetgeen onze bond reeds onmiddellijk na de oprichting alseen noodzakelijkheid zag, de samensmelting van alle bonden vanChristelijk overheidspersoneel in één algemeenen bond, staat wer-kelijkheid te worden. Daarvoor moeten wij dankbaar zijn. De tijdder bezetting heeft mede gewerkt om die gedachte, dat ideaal'naderbij- te brengen.

De nieuwe bond, welke ruim 18.000 leden zal tellen, zal eenvoortzetting zijn van onzen bond, die ons lief is en wier opheffing

40

Page 41: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

A. VAN DRIELIe Voorzitter

G. HAVERHOEK2e Voorzitter

L. VERMEULENIe Secretaris

P. TJEERDSMA2c Secretaris

C. GUIJTIe Penningmeester

J. H. STRAUB2e Penningmeester

Page 42: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

C. J. VAN DAMRedacteur

S. P. C. VAN ERKLid Hoofdbestuur

TJ. KINGMALid Hoofdbestuur

H. W. RIETBERG

Lid Hoofdbestuur

J. H. VAN WERINGLid Hoofdbestuur

Page 43: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

ons daarom kan treffen. Doch het zal ons minder pijnlijk zijn, alsde afbraak van onzen bond in 1941.

Het Bijbelwoord, dat wij als motto kozen voor ons verslag,een woord van den dichter en profeet Jesaja, geeft op aangrijpendewijze onze gedachten weer, die ons bestormden op 5 Mei 1945.Toen Jesaja deze woorden sprak, verkeerde hij met zijn volk inverdrukking. Ook toen was er een vervolging, zuchtten velen inde gevangenis, waren velen ondergedoken. Jesaja zag echter, doorGods geest bezield, de vrijheid, die God in den tijd van Zijn wel-behagen weer zou hergeven.

En als die vrijheid kwam, dan zou hetgeen vernield was weerhersteld worden. Een tijd van afbraak een tijd van opbouw.Het herstellen en opbouwen is een gunst van onzen God. Die gunstzijn wij slechts waardig, als wij bereid zijn te herstellen en tebouwen. Niet in eigen kracht, maar door de kracht Gods aan onsgeschonken. Uit vrije gunst alleen !

Op wagens, paarden en op helden,Zij onze vijand stout ;

Wij zullen d'eer en grootheid meldenVan God, Die ons behoudt.

Zij zijn gekromd, ter neer gestooten,Van moed beroofd en krachten ;

Maar wij, wij hebben 't heil genoten,Waarop ons God deed wachten.

(Psalm 20 : 4)

L. VERMEULEN.Bondssecretaris.

41

Page 44: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

Balans per 31

Vlottende middelen,KasGirodienstBoaz BankGelden onder den penningmeester .

Geblokkeerde gelden

Vorderingen.Contributies afdeelingen . . . .Contributies verspreide leden . . . .

ƒ 407.61190.04

, 1.337.85„ 8.243.70

ƒ 7.551.7920.15

ƒ 10.179.20600.—

„ 7.571.94

ƒ 18.351.14

Rekening van Lasten en Baten

Salarissen, sociale lasten, enz. . . . . .Druk- en stencilwerkBureaukosten en portiReis- en verblijfkosten .Lectuur . .Bijzondere kosten afdeelingenKosten vergaderingenContributie andere organisatiesKosten aanstelling 2e vrijgestelde . . . .Kosten orgaanBatig saldo

ƒ

"

"

1

4,192.06479.54

1.282.45421.10

7.90427.78

1.726.834.890.25

269.661.308.856.194.20

21.200.62— — =s

van

42

Page 45: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

;r 31December 1945.

9.20nu.—*

'1.94

51.14

~^^~~~

Kapitaal.

Crediteuren.Ondersteuningsfonds . . . . . . .T.B.C -fonds D.E.L

SalarissenDrukwerkKosten afdeelingen

Kosten vergaderingen . . . . . . . .Contributies andere organisaties . . .

Expl. huis Prins Hendrikstraat 18 . . . .

oatig sBtdo . . . . . . . . . . . .

ƒ 707.-53.80

126.97756.7980.-

348.33216.41972.25

2.650.25

ƒ 6.153.48

, 5.911.8091.66

/: 1Q4 70

ƒ 18.351.15

Baten

12.0679.5452.4521.107.90

27.7826.8390.2569.6608.8594.20

00.62

van 1945 (Mei t/m December).

Contributies afdeelingen .Contributies verspreide leden

f 21.069.37131.25

ƒ 21.200.62

De Bondspenningmeester,C. GUIJT.

43

Page 46: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

Overzicht van tijdens de bezetting geïnde contributies.

Alkmaar . . . ƒAlmeloAlphen a/d RijnAmersfoort

ApeldoornArnhem ,,Assen . . . . , ,AvereestBaarn . , . . " , ,Bennebroek . . ,,Bergen op Zoom ,,BeverwijkDe BiltBloemendaal-Santp. „Breda . . . . „Brielle . . . . , ,BussumDelft . . .DeventerDoetinchemDen Dolder . . „Dordrecht . . . ,,Duin en Bosch .EdeEindhoven . . ,,Enschede ,,Ermelo IFranekerGoesGouda . . , . „'s-Gravenhage . ,,

Haarlem „Harderwijk . . „Harlingen . . ,,Den HelderHellevoetsluis . ,,T T --1rtHengelo . . . ,,'s-Hertogenbosch ,,

438.70210.2499.25

525.602.904.11

35.65826.10247.52122.50 '162.—422.55309. —194.60176.80393.80

17.5015.50

425.—493.95203.90179 40334.73660.-264.60139.—152.20241.35464.70110.40208.50174.29

2.317.05990 50

2.293.15143.—

6.60678 60

3.—•j-I 7CJTt./D

46.—

HilversumHoofddorpHoogeveen .Hoorn . . . .Huizen . . . .KampenLeeuwarden .Leiden . . . .LoosduinenMaassluis .Medemblik . .Meppel 1) . . .Middelburg . .Nieuwer- AmstelNijmegen .RhedenRotterdamSchiedam .Sneek .Stadskanaal .UtrechtValkenheide .VeenhuizenVlaardingen ,VlissingenWageningen .Winschoten .Woensel\Voerden .Wolfheze .IJmuiden .Zaandam .Zeist . . . .Zierikzee .Zuidlaren .Zutphen . . .Zwolle . . . .Diversen .

Totaal . .

ƒ 428.15127.6560.6511.60

„ 607.10„ 173.20„ 840.-„ 504.30

73.3012.50

411.35., 191.50„ 493.35„• 208.85

161.—37.—

„ 2.928.05„ 466.45

97.85„ 113.75„ 1.312.14

43.—„ 213.25„ 213.20„ 214.10„ 211.75

105.—173.9097.5084.15

177.85„ 415.10

62.0549.20

„ 172.—„ 456.35

182.—18.—

ƒ 29.814.23

L. VERMEULEN.

1) Van de af deeling Meppel werd nog een bedrag ad f39.50ontvangen na het opmaken van het verslag.

Page 47: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

TOELICHTING JAARREKENINGEN 1945.

Bij de publieke hervatting der Bondswerkzaamheden in Mei,1945 waren aan financieele middelen beschikbaar het verschil tus-schen de in den bezettingstijd vrijwillig gegeven bijdragen en deuitgaven, in den vorm van salarissen en onkosten gedaan. Ditverschil bedroeg ultimo 1945 f4.247.80. Door afdracht van nage-komen posten groeide het aan tot f6.153.48, welk bedrag op debalans onder „Kapitaal" is opgenomen. De salarissen zijn eerstvan Juni 1945 af ten laste der nieuw opgezette rekening gebracht.

Aan contributies van afdeelingen werd over 1945 ontvangen :I n 1945 . . . . . . . . ƒ 13.517.58In 1946 tot 31 Mei , 7.551.79

ƒ 21.069.37

Gespecificeerd naar de afdeelingen bestaat deze contributiepost uit:• Afd. Almelo ƒ 326.72

Alphen a/d Rijn . . „ 237.30Amersfoort , 256.15Amsterdam ,, 1.577.18Apeldoorn 225.99Arnhem ,, 238.66Aissen , 293.01Avereest 146.43Baarn 60.24Beilen . . . 48.86Bennebroek 204.91Bergen op Zoom 498.30Beverwijk 61.95de Bilt 72.31Bloemendaal 80.85Bussum „ 150.84Delft 346.71Deventer , 210.53Doetinchem 117.90den Dolder 280.88Dordrecht . 536.72Duin en Bosch . „ 47.62Ede .• ,. 60.38Enschede 74.30Ermelo I . . . ' . „ 620.~Ermelo II 418.13Franeker , 257.25Goeree en Overflakkee , 77.26

Transporteeren ƒ 7.497.38

45

Page 48: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

Transport ƒ 7.497.38

Goes 90.20Gorinchem 32.04Gouda 121.74's-Gravenhage . . . . . . . ' . . , , 2.279.77Groningen 1.029.36Haarlem , 788.70Harderwijk 50.53Hattem 80.38den Helder 148.73's-Hertogenbosch 82.29Hilversum , 216.22Hoofddorp 58.20Hoogeveen 100.95Huizen 108.15Kampen 78.31Leeuwarden . . . . , , 635.65Leiden 548.84Loosduinen 108.84Medemblik , 298.66Middelburg 482.11Nieuwer Amstel ,Nieuwersluis ., 269.91Noordwijk „ 64.05Nijmegen „ 212.95Oss . . . 5.05Rekken . . . . 51.45Rheden „ 11.77Rotterdam 1.821.15Schiedam ,, 381.25Sneek . . 62;40Utrecht 558.91Valkenheide 99.01Veenhuizen ,, 376.87VlaardingenVlissihgenWageningenWinschoten' . ' . ' . ' . ' . . . . . . ,, 80.68Woensel 270.02Woerden . „ 40.80Wolfheze ' . . . . . . 146.08IJmuiden 88.27Zaandam 311.83Zuidlaren 484.50Zutphen . ' . ' „ 343.13Zwolle 243.47

Totaal ƒ 21.069.37

46

Page 49: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

Aan contributie van verspreide leden werd over 1945 ontvangen-

In 1945 ƒ 111-10In 1946 tot 31 Mei • •• 20.15

ƒ 131.25

De post „salarissen en sociale lasten" omvat :Salaris L. Vermeulen 7 mnd. . ƒ 2548.—Overbruggingstoelage 4 mnd. . ƒ 80.-- J 2.628.Toelage J. Goote . : 672.16Honorarium penningmeester 7 mnd ••Salaris kantoorpersoneel •Sociale lasten _»_ 91.9C

f 4.192.06

In den post „kosten vergaderingen" is begrepen ƒ 1.286.17 wegenskosten der op 29 November 1945 gehouden algemeene vergadering.Ter zake van „Contributie aan andere organisaties" werd betaaldaan :

het Chr. Nat. Vakverbond ƒ 4.640.-het Permanent Comité ,het N.I.M.T 116.—de Intern. Federatie van Chr. organisaties van

Personeel in Publieken dienst

ƒ 4.890.25

Bij de daartoe aangewezen instanties zijn onze bezittingeno.m. het Bondsgebouw Pr. Hendrikstraat 18, de effecten en deninventaris, gereclameerd. Behoudens wat kantoormeubilair moch-ten wij tot heden deze activa niet terug ontvangen. Alleenontvangen wij sinds l Januari 1946 de huur van ons gebouw. Deeerste betaling over Januari ad ƒ 91.66. welke nog in December1945 aan ons werd overgemaakt, is in de balans opgenomen.

.Bij de beoordeeling van het batig saldo ad ƒ 6194.20 lettemen er op, dat in 1945 slechts betaling geschiedde aan één gesala-rieerd bestuurder, en dat sinds l September één typiste en sinds15 Dec. 1945 twee typisten in dienst waren. Ook moest de Bondzich met een bescheiden ruimte ten huize van den penningmeesterbehelpen. De exploitatie was derhalve niet normaal. Het t.z.t. over1946 uit te brengen aanslag zal een meer volledig beeld der batenen lasten kunnen bieden.

De Bondspenningmeester,C. GUIJT

47

Page 50: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

ADRESLIJST AFDEELINGEN

AFDEELINGEN

AlkmaarAlmeloAlphen a. d. RijnAmersfoortAmsterdamApeldoornArnhemAssenAvereestBaarnBellenBeileroordBergen op ZoomBennebroekBeverwijkDe BiltBredaBussumDelftDeventerDoetinchemDen DolderDordrechtDuin en BoschEdeEindhovenEnkhuizenEnschedeErmelo IErmelo IIFranekerGoeree en Overflakkee

GoesGorinchemGoudas-Gravenhage

GroningenGrootegastHaarlemHarderwijkHattemHeerlenDen HelderHengelo's-HertogenboschHilversumHoofddorpHoogeveen

Huizen N.-H.KampenLeeuwardenLeidenLoosduinen (dorp)

NAMEN

J. van \VijkH. WassinkM. RijnsburgerS. W. v. SchooneveldA. C. GoldschmedingW. v. BeekH. Gon Jr.H. DorenbosW. v. d. BultH. A. v. MarieA. WeertsH. BoelenC. PossenH. HoogendoornJ. BlokA. M. SchoutenP. de KorteD. van HartskampW. E. . van DoorneS. VellemaH. J. SomsenH. BroerseP. J. WetselaarTh. JanssenD. J. HillenA. H. DekkerJ. BoogaardA. HuizerH. de BeerT. v. d. SteltJ. GooijengaC. v. d. Wal

J. DirksJ. GoedbloedJ. BloklandR. van SpronsenK. S. TjemmesM. W. WieringaW. MeilofT. ResoortK. Mulder Kzn.M. ClausH. J. KramerW. F. ButkerJ. BeenA. TissinkJ. C. TanisA. OttenC. GroenewegenK. WoudaJ. VisscherG. BijlengaC. J. van CittertF. Boersma

ADRESSEN

Schemerweg 24Rietstraat 58Stationsstraat 42Rubensstraat 53Da Costakade 44 IIWagenstraat 9Vosmaerstraat 9Middenstraat 22Ommerweg I 323 BalkbrugLaanstraat 1Molenstraat 1Brinstinge BeilenMoerstraatschebaan 310Schoollaan 46Lijsterbeslaan 29Hesseweg 1Vondelstraat 56Jac. Bellamylaan 15Palemedesstraat 24Tjonerstraat 5IJzevoorde 50 BPleineslaan 76Krispijnscheweg 105Gestichtsterrein 15 BakkumMaanderweg 15Kreefstraat 3Mealsonweg 10Min Loudonlaan 51Engweg 55Azalealaan 8Burg. Okmastraat 12L. Bouwmeesterpl. C. 164

MiddelharnisWilhelminastraat 25Vischersdijk 70Cronjéstraat 17Soestdijkschekade 938Prof. Rankestraat 15Stationsstr. 12 GrijpskerkVrederijkstraat 5Wilhelminalaan 19Kruisstraat A. 295aLooierstraat 18Violenstraat 39Jac. Catsstraat 48Simon Pelgrimstraat 13Jac. Catsstraat 80Kruisweg 971Julianastraat 7Hooft 1De Ruijterstraat 48v. d. Mijlestraat 6Gijsb. Japicxstraat 7Hooge Rijndijk 159Oranjewoudstraat 18

Page 51: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946

AFDEELINGEN

Loosduinen

MaassluisMedemblikMeppelMiddelburgNieuwer AmstelNieuwersluis

Nieuwerkerk a. d. IJsselNoordwijkNijmegenOssOverbergRekkenRhedenRotterdamSantpoortSchiedamSneek

SpakenburgStadskanaalSteenwijkUtrechtValkenheideVeenhuizenVinkeveenVlaardingenVlissingenWageningenWinschotenWoensel\VoerdenWolfhezenIJmuidenZaandamZeistZierikzeeZuidlarenZutphenZwolleLeerdamWagenborgen

• NAMEN

W. Diepenveen

L. C. KleijwegtW. SchilstraD. Frummel]. C. WattelC. v. d. WoerdtS. H. N. Hoft

A. KotMej. J. M. v. HoepenC. NautaE. E. HekmanA. VerkerkP. StapJ. L. BosmanA. v. d. WildeJ. v. d. MeerJ. Poort&. ]. Deesker

N. BouwmanW. TrenningW. HeinenJ. GodschalkP. CnossenE. AbbringJ. van VlietJ. PostR. SchroeversJ. C. de RoosL. de GrootM. v. ZwedenG. de BoerB. van MenkveldJoh. SmitD. T. MayA. G. SpeijersS. VliegerM. MennenW. BeermanS. JonkerH. de VosW. G. Hoeksema

ADRESSEN

Verpleger BloemendaalErmelo-Veldwijk

G. Wijnkade 8Gr. Floreslaan 17Pelikaanstraat 6Seisweg 129Ouderkerker!. 48 A'veenOud Over B. 123

L. v. d. Vegt's-Gravenweg 24Dr. W. v. d. BerghstichtingEilbrachtstraat 2Anjelierstraat 13Overberg Post VeenendaalNeedschew. E. 13 EibergenEnkweg 17Essenburgsingel 63 BBrederoodscheweg 5West Frankenlandsche-

straat 50 aParallelweg 42 xVeenestr. 23 BunschotenHooftkade 58Noordersingel 1 1Hugo de Grootstraat 2 bisAmbtenaar MaarsbergenMeidoornlaan 104Z o

. OOrelioplantsoen 18'Eedestraat 15Prins Hendrikweg 6Noorderstraat 49H. de Vriesstraat 22v. d. Valk Boumanlaan 16Heelsumscheweg 36Sluis Eiland 42Texelstraat 65De La Reijlaan 44Meelstraat 65Zeegserweg 4Leestenschew. 25 Warnsv.v. Nagellstraat 9 soust.Schaikscheweg 72„Rehoboth"

Page 52: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946
Page 53: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946
Page 54: Nedergeworpen doch niet verdorven : verslag over het bondsleven in de periode 1 Januari 1941 tot 31 Mei 1946