Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

32
Winternummer 2013

description

http://www.werkgroepisis.be/images/uploads/Natuur%20en%20Milieu%202013%20winter.pdf

Transcript of Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Page 1: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Winternummer 2013

Page 2: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Natuur & Milieu Natuur & Milieu is het tijdschrift van Werkgroep Isis en verschijnt driemaandelijks op 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december.

Zetel en administratie Werkgroep Isis vzw (secretariaat) Dorpsstraat 8 bus 1 3990 Peer tel. 011/63.37.05 [email protected] www.werkgroepisis.be

Erkenning Werkgroep Isis vzw is een regionale natuur- en milieuvereniging erkend door de Vlaamse Over-heid en aangesloten bij de Bond Beter Leefmili-eu Vlaanderen en de Limburgse Milieukoepel. Werkgroep Isis is werkzaam in Noord-Limburg in de gemeenten Peer, Hechtel-Eksel, Bree, Meeu-wen-Gruitrode, Kinrooi, Neerpelt, Overpelt, Ha-mont-Achel, Lommel en Bocholt en is actief op het vlak van natuurbeheer, natuurbehoud en natuureducatie.

Milieu-informatie NME—Centrum Dorpsstraat 8 bus 1 3990 Peer (Grote-Brogel) maandag tot vrijdag: 08.00u -12.00u In de namiddag: op afspraak

Standpunten en meningen met naamvermelding in dit nummer, zijn niet noodzakelijk die van Werkgroep Isis vzw. Gehele of gedeeltelijke overname van artikels uit dit tijdschrift is toegelaten mits bronvermelding.

2

Lidmaatschap en giften

Alleen door het uitbouwen van een voldoende brede basis zijn we bij machte de strijd tegen de continue achteruitgang van ons leefmilieu verder te zetten. Wij rekenen daarom op u, en danken u van harte voor uw trouwe steun. Lidmaatschap wordt verkregen door storting van een vrije bijdrage (minimaal 3 € per lid) op rekening BE40 4542 0739 5163 ten name van Werkgroep Isis vzw. Giften vanaf 40 € zijn fiscaal aftrekbaar. Een fiscaal attest wordt u in het begin van 2014 toegestuurd. De storting van de giften en van het lidmaat-schap mogen tezamen gebeuren, mits vermel-ding op het overschrijvingsbewijs. Leden die bovendien het tijdschrift van Orchis en Limburgs Landschap wensen te ontvangen, betalen 25 € lidgeld. Foto voorpagina : Dopheide

© Theo Van Vlierden

www.theovanvlierden.be

Page 3: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Inhoudsopgave

Colofon

Inhoud

Editoriaal

Water wordt weer water

Documentatiecentrum

Opening Week van het Bos

Kindernatuuratelier

Educatie

Tentoonstelling : De eik, een allemansvriend

Educatief aanbod Kempen-Broek

Lodewijk de rijke Eik

Vogels voeren in de winter

Activiteitenkalender

Vogelsnackbar

Aanbod voor groepen

02

03

04

05

15

16

17

18

17

30

3

Page 4: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Editoriaal

Onmacht en onwil kenmerken op dit ogenblik het politieke bedrijf. Onmacht, omdat men on-danks het besef dat men grote processen niet meer onder controle krijgt, toch de indruk wil wekken iets zinvols en effectiefs te hebben gedaan. Onwil, omdat men eerder het eigen be-lang of het belang van een kleine groep vooropstelt. Een voorbeeld van onmacht in het politieke bedrijf, is dat van onze minister van Financiën Koen Geens, die de banken oplegt om hun speculatieve activiteiten onder te brengen in filialen in plaats van in aparte banken… Een voorbeeld van onwil in het politieke bedrijf, is dat van de Duitse bondskanselier Angela Merkel, die strengere uitstootnormen voor wagens afremt ten gunste van autofabrikanten die haar partij financieren. En wat te denken van de banken en van de multinationals, die de rekening van de economi-sche crisis doorschuiven naar de gezinnen? In al deze gevallen wordt de burger bedot. Maar de politici komen hier ook nog mee weg in-dien er onvoldoende transparantie is en de doorsnee-burger deze mechanismen dus niet kan herkennen. We hopen dat we de tijd van het gelobby in de achterkamers van de politiek zo snel mogelijk achter ons kunnen laten en dat er controlemechanismen komen om de transparantie te verho-gen. Indien onze politici niet voortdurend met kritische vragen worden geconfronteerd, ont-staan er misbruiken. En systemen met een hiërarchische structuur zijn het meest onderhevig daaraan, omdat de top elke kritische vraag vanuit de basis meteen als een directe aanval be-schouwt, in plaats van als een impuls tot verbetering en dus tot instandhouding van het sys-teem. Klokkenluiders zoals Chelsea Manning en Edward Snowdon en publiceerders zoals Da-vid Miranda en Julian Assenge zouden dus eerder op een voetstuk moeten worden gezet, in plaats van dat ze publiekelijk worden afgestraft om alle overige burgers te waarschuwen en te intimideren. “Big brother is watching you”: het roept een repressieve sfeer op, die dikwijls tot rancune leidt. En die rancune leidt dan op zijn beurt dikwijls tot extreem stemgedrag, voor de extreem rechtse of de extreem linkse zijde. Maar dat zijn partijen met een typisch hiërarchi-sche inslag en zeker niet de kampioenen in grotere transparantie, wel integendeel. De jaren ’30 hebben voldoende aangetoond hoe we daardoor van de regen in de drup geraken… Maar hoewel de wereld helaas zo nog niet in elkaar zit, wensen wij u toe dat er in de toekomst meer transparantie zal zijn en dat we steeds meer verantwoordelijke en integere politieke be-stuurders zullen krijgen. Dat dit ook bestuurders mogen zijn die het bredere algemene belang willen dienen en die zich niet willen beperken tot schijnmaatregelen. Het toekennen van meer bevoegdheden aan het Europese Parlement, zou daartoe een belangrijke stap in de goede richting kunnen zijn. Laat dat dan ook onze wens aan u zijn voor 2014, naast onze wensen voor een goede ge-zondheid en een natuurlijke en menselijke omgeving.

4

J.-P. Sleurs

Page 5: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Water wordt weer water !

U, van nature alerte lezer van N.&M., zal ongetwijfeld vermoeden dat bovenstaande, enigszins metafori-sche titel aangeeft dat het hier over waterzuivering gaat.

Het is inderdaad de slagzin die je aantreft bij de ingang van elke rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) of zuiveringsstation (ZS) van Aquafin. Aldus wil deze bijdrage het vervolg zijn op het artikel :” Rioolwater + Aquafin aquaclean “, verschenen in het herfstnummer van dit tijd-schrift. Het water wordt na gebruik - verbruiken kan je water nauwelijks - herleid, gedegradeerd tot een transportmedium voor te evacueren afvalstoffen, de vuilvracht genaamd !

De aarde is altijd erg vindingrijk en efficiënt geweest - en maar goed ook - in het recycleren van dode materie en bij uitbreiding van organische stoffen die door levende wezens uitgescheiden worden. Het waterig midden geeft blijk van een onverwoestbare vitaliteit, een aangepaste biodiversiteit en een verbazende flexibiliteit. De natuur leert dat er altijd een weg terug is. Henri Lavoisier, de Franse chemicus en grondlegger van de moderne chemie, leerde het ons al in 1789. Hij vatte zijn basiswet - de wet van het massabehoud - samen in de ondertussen gevleugelde woorden: “ Rien ne se crée, rien ne se perd, tout se transforme. “ (Niets wordt er gemaakt, niets gaat er verloren, alles wordt omgevormd.) In gewone woorden gezegd: wat voor de een afval is, is voor de ander grondstof of ‘de een zijn dood is de ander zijn brood'. Tegenwoordig noemen topeconomen met lange-termijn-visie het “ de cradle to cradle-gedachte”. In dit artikel willen we het mechanisme behandelen dat het water als een Fenix uit zijn as, het rioolwater, doet herrijzen.

1. De vuilvracht nader bekeken. ° Het begrip inwonerequivalent Vermits ons leidingwatergebruik rond de 120 l/pers./dag ligt, is het logisch dat die hoeveelheid zo goed als geheel via de riolering de RWZI of het ZS bereikt; te vermeerderen met de hoeveelheid afvalwater afkomstig van KMO’s ( scholen, ziekenhuizen, administratieve- en culturele centra e.d.). Aldus wordt het volume huishoudelijk afvalwater per inwoner en per dag gedefinieerd op :

5

150 l/d= 1 IE ( inwonerequivalent) droogweeraanvoer

Page 6: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Water wordt weer water !

Per liter bevat afvalwater ± 2g vuilvracht. Afvalwater is dus voor 99,8 % water, toch spreken we in deze samenstelling van geconcentreerd afvalwater. Het water dat een RWZI bereikt bestaat feitelijk uit drie fracties: afvalwater, hemelwater en ‘parasitair’ water. Afvalwater kan sterk verdund worden: enerzijds door hemelwater dat afstroomt van ‘verdichte’ opper-vlakten en zich bij het afvalwater in de riolering voegt. Dergelijk rioleringssysteem is het zgn. ‘gemengd systeem’ en anderzijds door grondwater dat in de - onvolkomen afgedichte - riolering sijpelt, het zgn. ‘parasitair’ water. Opm. De grote bevolkingsdichtheid en de ‘bijzondere’ ruimtelijke ordening in Vlaanderen hebben er toe geleid dat ons Gewest een ongelooflijk hoge ‘afdichtingsgraad’ kent. Om en nabij de 19 % van de totale opper-vlakte is verhard en ingenomen door bebouwing, daken, opritten, wegen, stoepen, tuinpaden, pleinen e.d. ° Wat zit er in rioolwater ? De omvang van de ‘standaard-vuilvracht’ wordt d.m.v. 5 parameters omschreven. De waarden van die parameters, zowel die van het inkomende water in een RWZI, het influent; als die van het gezuiverde water, de uitstroom of het effluent, staan in onderstaande tabel weergegeven.

6

Page 7: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Water wordt weer water !

. ZS = zwevende bestanddelen (slibrestanten, bacteriën, leem- kleideeltjes)

. BZV (Biologische zuurstofvraag) : hoeveelheid zuurstof die micro-organismen (bacteriën) nodig heb-ben om de organische stoffen aanwezig in 1 l afvalwater af te breken in 5 dagen bij 20°C in het donker! . CZV (Chemische zuurstofvraag): hoeveelheid zuurstof nodig om de organische stoffen in 1 l verontrei-nigd water volledig af te breken via een chemische reactie; dit in ± 3 uur. Opm. BZV en CZV zijn geen effectief in de vuilvracht aanwezige massa’s, maar eerder maatstaven voor de verontreiniging; meer bepaald voor de hoeveelheid zuurstof gevraagd om afbreekbaar organisch ma-teriaal te oxideren. Om een vergelijking te gebruiken; we zouden de vuilheidsgraad van een vloer kunnen uitdrukken in de hoeveelheid zeep die vereist is om een eenheid van vloeroppervlakte zuiver te schrobben. . N(tot) = totale stikstof . P(tot) = totale fosfor

2. Het zuiveringsproces: kort maar krachtig ! We schetsen hoe de verblijftijd of de doortocht van het rioolwater door de verschillende afdelingen van de RWZI of het ZS en, samengaand daarmee, het zuiveringsproces stapsgewijs verloopt. ° De opname

Het biologisch zo goed als dode, zuurstofloze afvalwater komt via de ambulance van de riool-collector binnen in de RWZI, waar met man en macht zal gewerkt worden om van deze dood-zieke patiënt binnen de 24 uur opnieuw een vi-taal element te maken, dat in staat is zijn plaats en functie terug in te nemen in het gezonde wa-terecosysteem. Er zijn weinig of geen medische behandelingen, die binnen het tijdsbestek van één dag, een zwaar zieke patiënt weer zover kunnen opknappen.

Eenmaal dat het rioolwater vanuit de collectorriool in het ZS opgevijzeld is, kan men het station structureel vergelijken met een overlopende emmer onder een lopende kraan. Hieruit volgt dat het water in het station zijn weg gravitair ver-volgt en ook dat er zoveel water uitstroomt als er binnenkomt. Influent = effluent.

7

Binnenstromend influent Eksel

Influentvijzels Eksel

Page 8: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Water wordt weer water !

° Mechanische voorzuivering.

Het water passeert eerst door een fijnrooster, hierop blijven kleine deeltjes (papierresten, stukjes plastiek, ….) hangen. Door de trage doorstroming wordt daarna ook het meegevoerde zand door bezinking in de zandvanger verwijderd. Een zandvanger vind je dan ook in alle Kempense RWZI’s. In streken met veel horecazaken hebben de stations ook een vetvanger. Zo is er in één straat van het (dubbele) Lommelse station een vetvanger aanwe-zig omdat ze ook zuiveren voor de bedrijven Farm Frites en Limpack.

° De Selectortank : een zeer voorname tussenstap ! Alvorens naar het beluchtingsbekken gevoerd te worden wordt het influent in de zgn. selectortank gebracht, hierin wordt het gemengd met actief slib dat teruggevijzeld wordt vanuit de nabezinkingstank. Actief slib is niets anders dan een waterige cultuur van bacteriën en eencellige wimper- en geseldier-tjes, allen even bedreven in het verwerken van ‘afval’. Het zijn zgn. afvaleters of detritivoren.

8

Afgevangen zand Lommel

Selectortank Lozen

Wimper– en geseldiertjes

Page 9: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Water wordt weer water !

°Het beluchtingsbekken: de biozuiveringsreactor ! Essentieel voor een goed werkend beluchtingsbekken is de homogenisering van het mengsel afvalwater – actief slib. Water en slib worden met het oog op een goede menging voortdurend in beweging gehou-den door propellers. In de meeste RWZI’s legt het mengsel een carrouselvormig parcours af.

De luchtinbreng zorgt ook voor extra beweging van het vlokkig mengsel. Aldus worden de ideale omstandigheden gecreëerd voor de bacteriële werking. Voor hun stofwisse-ling,energie, groei en vermenigvuldiging verslinden diverse soorten bacteriën het biologisch afbreekbaar materiaal ( BZV – genaamd) en zetten het om in water, koolstofdioxide en stikstof. Biologisch materiaal afbreken is voor de bacteriën en co. een koud kunstje. Maar er is meer aan de hand! Tijdens het afbraakproces worden door de zuurstofminnende (aerobe) bacteriën de ingekomen stikstofverbindingen (eiwitten, urine e.d.) in nitraten omgezet. Deze nitraten moeten te allen prijze verwij-derd worden, voordat het water als effluent de RWZI verlaat.

De nitraatverwijdering gebeurt door een ander soort bacteriën, de anaerobe bacteriën. Deze halen hun ademhalingszuurstof bij de nitraten. Daardoor worden de nitraten omgezet in gewo-ne luchtstikstof, die je als kleine gasbelletjes uit de niet beluchte zones van het bekken kan zien ontsnappen. Om zowel de afbraakwerking van de BZV als de nitraatverwijdering te realiseren moeten er in het beluchtingsbekken zowel zuurstofrijke als zuur-stofarme omstandigheden voor komen. De afwisseling van zuurstofrijk- en zuurstofarm water bekomt men door: ofwel het bekken periodiek te beluchten, ofwel het water door be-luchte en niet beluchte gedeelten (zones) van de carrousel te sturen, zonale beluchting.

9

Beluchtingsbekken Eksel

Beluchte zone :

zuurstofrijk

Niet beluchte zone :

zuurstofarm

Detail vlokstructuur beluchtingsbekken

Page 10: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Water wordt weer water !

De ingebouwde zuurstofmeters laten inderdaad spectaculaire verschillen zien in de zuurstofconcentratie. Waar er belucht wordt zit er veel, in de onbeluchte zone zit er haast geen zuurstof in het water. Het beluchtingsbekken is eigenlijk een geweldige kweekvijver voor bacteriën. Rekening houdend met het feit dat bacteriën zich in de juiste omstandigheden om de 20 min. zullen de-len. In een dergelijk midden zijn er weldra te veel bacteriën, of zoals u wil, te weinig voedsel(vuil)aanvoer. Het evenwicht tussen voedselaanbod (BZV) en het aantal eters (bacteriën) dreigt verstoord te worden. ° De nabezinkingstank

Na voldoende tijd verbleven (voldoende rondjes afgelegd) te hebben in het beluchtingsbekken wordt het, ondertussen van zijn vuilvracht ontda-ne, water samen met het slib afgevoerd naar een of meerdere nabezinkingstanks. Hierin wordt het al gezuiverde water gescheiden van de zwaardere slibvlokken door het zodanig te vertragen dat de zwaardere slibvlokken door de zwaartekracht bezinken en afgevoerd worden in een centrale afvoerpijp op de bodem van het gewoonlijk conische bekken. Om het bezinkingsproces niet te verstoren is er een zeer traag draaiende brug met centrale aandrijving die het, tegen de conische wand afgezette, slib afschraapt en naar een centrale bezinkingsput afvoert. Van hieruit vloeit het slib naar de slibbuffer of de slibopvangtank. Een groot deel van dit actief slib wordt via de slibretourvijzels terug in het zuiveringscircuit gepompt en in de selectortank bij nieuw influent gevoegd. Alleen het sliboverschot komt terecht in het slib-verwerkingscircuit. Aan de afschraapbrug beweegt zich aan de wa-teroppervlakte een reusachtige schuimspaan, die eventuele drijvende olieachtige of schuimachtige substanties via de zijkant afvoert.

Een nabezinktank is eigenlijk een reusachtig decantatiebekken, waarin het gezuiverde, kristalheldere effluentwater boven aan de rand overloopt en verder zijn weg vindt naar een nabije waterloop: de loos-beek of ontvangende waterloop.

10

Lege nabezinkingstank

Page 11: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Water wordt weer water !

Het over de rand afvloeiende water benadert de viswaterkwaliteit. Eenmaal in de waterloop geloosd on-dergaat het in de beek verder het natuurlijke reinigingsproces, het zelfreinigend vermogen van de beek genoemd. Om de beoogde verblijftijd van het rioolwater in de RWZI van één dag te bereiken, is de gezamenlijke inhoud van de verschillende bekkens berekend op ± 270 l per inwoner. Voor een station als dat van Eksel is dat dan 270 l x 9 900 (IE) ± 2700 m3. Deze dimensionering laat toe dat ook bij regenweer alle influent door de beluchting kan geleid worden.

3. Het heikele punt: nitraten- en fosforverwijdering !

Het verwijderen van de biologische afbreekbare stoffen, in het vakjargon BZV genaamd, is niet zo’n pro-bleem voor een goedwerkende RWZI. Meer diepgang is er vereist voor het verwijderen van stikstof en fosfor. Nitraten en fosfaten werken als kunstmest voor het beekwater. Samen noemen we deze verbindingen nutriënten. Overdosering van deze verbindingen leidt tot overvoeding (eutrofiëring). Dan groeien de beekplanten - ook de microscopisch kleine of het fytoplankton - veel te snel. Overdag doen planten aan fotosynthese en voegen ze veel zuurstof (O2) toe aan het water, maar door hun ademhaling ’s nachts verbruiken ze ook veel zuurstof, hetgeen tegen de ochtend kan leiden tot zuur-stofloosheid en vissterfte. ° Stikstofverwijdering Stikstof komt in het rioolwater enkel voor onder de vorm van ammonium (NH+

4 ) en organische stikstofver-bindingen (eiwitten en ureum). Omdat er in het rioolwater zo goed als geen zuurstof voorkomt is stikstof er nauwelijks aanwezig onder de vorm van nitraten. Als er toch nitraten in voorkomen dan wijst dat op insijpelen van ‘parasitair’ oppervlaktewater, te wijten aan een onvolkomen dichting van de rioleringsbuizen. Het is pas in het beluchtingsbekken dat de organische stikstofverbindingen o.i.v. zuurstofminnende (aerobe) bacteriën omgezet worden in nitrieten en verder tot nitraten.

11

Water is weer water ! Effluentlozing in de Dommel Peer

Page 12: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Water wordt weer water !

Dit proces heet nitrificatie en kost zeer veel zuurstof; vandaar de intensieve beluchting! ( 1 mg/l ammoni-um omzetten naar nitraat kost bijna 5 mg/l zuurstof !) Via beluchting wordt er ± 5g zuurstof / inw./ uur ingebracht voor het zuiveren (oxideren) van de normale vuilvracht, voor piekmomenten kan die oplopen tot 10g/inw./uur. Analyse van de zuiveringsresultaten van een RWZI wijzen uit dat er meer nitraat in het effluent zit dan in het influent; dit is een paradox ! Een RWZI hoort te zuiveren; hier schijnt ze daarentegen te vervuilen! De nitraten worden in de RWZI gevormd, hun aanwezigheid is een tussenstap in het totale stikstofverwij-deringsproces! Nitraten zijn zeer goed oplosbaar en zullen zich nooit bij het slib voegen. Het is uiteraard ook de bedoe-ling van een goed werkende RWZI, de nitraten tot een aanvaardbaar niveau te verwijderen vóór het efflu-ent geloosd wordt! In de niet beluchte zone van de beluchtingstank daalt de zuurstof spectaculair; hij werd helemaal opge-soupeerd door de bacteriën die instaan voor de nitrificatie. In de zuurstofarme zone treden een heel an-der soort bacteriën naar voren, het zijn de anaerobe vormen. Zij halen hun energie uit het omzetten van afval (BZV) die geoxideerd wordt door zuurstof afkomstig van nitraten. Deze soort bacteriën strippen a.h.w. de zuurstof af van de aanwezige, zuurstofrijke nitraten. Het resultaat is gewone stikstof (N2), die als gas naar de atmosfeer ontsnapt; dit proces heet denitrificatie. Een goede afwisseling tussen zuurstofrijk - en zuurstofarm milieu en voldoende BZV in de beluchting-stank zorgen er aldus voor dat het effluentwater geen te hoog nitraatgehalte bevat. ° Fosforverwijdering:

Aan het mengsel in het beluchtingsbekken wordt ijzertrichloride (FeCl3) toegevoegd. Het daardoor gevormde fosforzout slaat neer op het bioslib. Het komt uiteindelijk in de slibtank terecht. De fosfor-recuperatie kan gebeuren via de slibbehandeling.

4. Een gelukkig neveneffect ! Alhoewel de Noord-Limburgse RWZI’s, meer bepaald die van Lom-mel en Overpelt, geen specifieke zuivering hebben m.b.t. zware metalen, verwijderen ze toch aanzienlijke hoeveelheden van deze metalen uit de influenten. Zo recupereert het ZS- Lommel jaarlijks ongeveer 2 ton zink. Zonder tussenkomst van de RWZI’s zouden in het afvalwater van Lommel (voor Cadmium en Zink) en van Overpelt (voor Cadmium) de normen, geldend voor bedrijfslozingen in oppervlaktewater, overschreden worden. We mogen dus wel beweren dat de ZS’s er voor zorgen dat er heel wat minder zware metalen in onze beken terechtkomen. Opm. Ondanks de passage door de RWZI is het effluent van Over-pelt, wat het gehalte zink betreft, nog altijd hoger dan de lozings-norm voor bedrijfswater.

12

Chemicaliëntank

Page 13: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Water wordt weer water !

5. De slibverwerking.

De zuivering van het afvalwater van één persoon (1 IE of ± 150 l), brengt per dag ± 50 g slib (droge stof) met zich mee. Het sliboverschot dat in een RWZI gevormd wordt bevat zowat 99% water! Essentieel is dus het slib zoveel mogelijk te ont-wateren alvorens het een nuttige toepassing kan opleveren. Er bestaan diverse ontwateringstechnieken: slibindikking (Eksel), is er de gewoonste van. Het ingedikte slib wordt met vrachtwagens naar een slibverwerkingsinstallatie van een hogere orde gevoerd. In Houthalen bestaat er een drooginstallatie. Er zijn RWZI’s met een slibcentrifuge of met een slibpers (Lommel). De beste technieken ontwateren tot max. 25 % droge stof.

Toepassingen met slib - Vergisten tot biogas bruikbaar voor verwarming of elektriciteitsproductie. De twee grote ‘paaseieren’ langs de Antwerpse ring te Merksem zijn slibvergistingstanks. - Verbranding, de energetische waarde is vergelijkbaar met die van bruinkool.

13

Slibindikkingstank Eksel

Kamerfilterpers Lommel Uitgeperst slib (slibkoek) Lommel

Page 14: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Water wordt weer water !

6. De RWZI van 2030 – ‘Innovations that excite’ ! De RWZI van de toekomst, we denken dan vooral aan de grote stations zoals Aquiris Brussel-Noord (1 400 000 IE), zal een gediversifieerde fabriek zijn van: - Nutriënten – vooral de recuperatie van fosfor wordt een dwingende noodzaak; dit om tegemoet te komen aan de wereldwijd slinkende fosfaatvoorraden. De kunstmeststof-fenindustrie steunt voor het overgrote deel op fosfor uit slechts een paar gigantische fosfaatmijnen die de aarde rijk is. - Energie - afvalwater bevat 8x meer energie dan er nodig is om het te zuiveren! Energierecuperatie via warmtewis-selaars in de rioleringsbuizen is een optie. Verdere moge-lijkheden zijn er via slibvergisting of –verbranding. - Waterfabriek - vandaag is er de technologie aanwezig om gezuiverd rioolwater te conditioneren tot gelijk welke waterkwaliteit inclusief – het is misschien even slikken vóór het drinken - drinkwater! - De watersector zal zeker een voortrekkersrol gaan spe-len in het, voor het wereldeconomie onontkoombare, ‘cradle to cradle’ (C2C) concept. Wil er in de toekomst voldoende en kwaliteitsvol water

voorhanden zijn, dan zal dat moeten gaan via het geïntegreerd systeem van waterleveringen uit gezui-verd rioolwater, waarbij de watercyclus op sterke wijze kortgesloten wordt. - In Aquiris Brussel lopen pilootprojecten i.v.m. . biologische afbreekbaar plastiek, door slibbacteriën gegenereerde polymeren zijn geschikt voor het produceren van: balpennen, bankkaarten, e.d. Een wereldprimeur ! . technozand, grondstof, uit slib gewonnen, voor de beton- en tegelindustrie. . fosforrecuperatie en productie van kunstmest.

14

Bron : STOWA-nota

Jaak Weltens Gids Werkgroep Isis

Bronvermelding: . Alain Vandelannoote - hoofd milieu, regionaal milieucoördinator – Aquafin . Bezoeken aan RWZI te: Lommel, Eksel, Lozen, Peer, Houthalen . Analyserapporten RWZI’s: Lommel, Eksel, Lozen . Op weg naar de RWZI 2030 - Stichting toegepast onderzoek waterbeheer (Stowa) Nl . Behind the science – ‘Drugsriolen’ : National Geografic Channel i.s.m. Universiteit Antwerpen . Jaarrapporten Aquafin . Jaarrapporten VMM.

Page 15: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Documentatiecentrum

Invasieve exoten - Herkennen en bestrijden van nieuwe infectiebron-nen / Auteur en Uitg.: Vereniging Voor Openbaar Groen vzw - 48 p. De invloed van invasieve exoten op onze biodiversiteit is een sluipend gevaar dat erg onderschat wordt. In het verleden hebben we veel te weinig stilgestaan bij deze proble-matiek. Indien we de verdere uitbrei-ding van invasieve exoten willen stoppen zullen we snel moeten in-

grijpen. het herkennen van nieuwe infectiebronnen en het snel en adequaat ingrijpen kan veel onheil voorko-men en is op termijn kostenbesparend. In deze publi-catie reiken we beheerrichtlijnen aan ter bestrijding van deze kleine infectiebronnen.

Insectengids voor kids - Welk beestje zit er in mijn insectenkij-ker? / Auteurs: Antoine Brin, Lionel Valladares / Uitg. Hema Amsterdam - 63 p. Je gaat op stap in de natuur. Je drinkfles, pet en lunchpakket zitten al in je rugzak... dan heb je alleen deze handige natuurgids nog nodig. Dankzij de mooie

illustraties en onmisbare informatie vind je in dit boek alles wat je nodig hebt om de kriebeldiertjes die je pad kruisen te herkennen. In dit leuke boek worden allerlei soorten insecten aan je voorgesteld. Er staat in hoe de insecten leven, wat ze graag eten, waar je ze kunt vinden, en nog veel meer.

Spel in zicht - aktiviteitenboek 3 / Auteur en Uitg.: Centrum Informa-tieve Spelen, Heverlee - 192 p. Spelen doe je niet zo maar. Spel kan een plaats zijn waar je vanal-les uitprobeert. Je kunt er de ruim-te krijgen om te experimenteren met je gevoelens, je weten en je samenwerken. Tijdens elk spel gebeurt er vanalles met jezelf en met de groep. Een spel is plezierig

of lokt spanningen uit, is boeiend en geeft fantasie de vrije loop. Als je bewuster kiest voor je spel, kies je ook voor de manier waarop je met elkaar en de samenle-ving wil omgaan.

15

Vogelgids voor kids - Welke vogel vliegt daar? / Auteurs: Valérie Tracqui en Jean Gros-son / Uitg. Hema Amsterdam - 63 p. Je gaat op stap in de natuur. Je drinkfles, pet en lunchpakket zitten al in je rugzak... dan heb je alleen deze handige natuur-gids nog nodig. Dankzij de dui-

delijke illustraties en onmisbare informatie leer je in een handomdraai de belangrijkste vogels kennen. In dit leuke boek worden allerlei soorten vogels aan je voorgesteld. Er staat in wat ze graag eten, hoe ze broeden, waar je ze kunt vinden en nog veel meer

Eerste natuurgids voor kids - Alles wat je moet weten over de dieren, planten en bomen om je heen / AuteurSon Tyberg en Paul De Bec-ker / Uitg. Hema Amsterdam - 128 p. Mooi of slecht weer, warm of koud... in de natuur valt altijd wel wat te beleven. Neem deze handi-ge gids mee op je wandeling of

ontdekkingstocht en je komt een heleboel te weten over de wereld van de planten en de dieren. Maar je hoeft niet altijd ver te gaan: in dit boek vind je daarom ook een aantal leuke ideeën om de natuur in je eigen tuin te ontdekken.

Diersporen voor kids - Welk spoor zie ik daar? - Auteur: Anita van Saan - Uitg. Hema Amster-dam - 63 p. Je gaat op stap in de natuur. Je drinkfles, pet en lunchpakket zitten al in je rugzak. Dan heb je alleen deze handige natuurgids nog nodig. Dankzij de duidelijke illustraties en onmisbare infor-matie in dit boek leer je in een

handomdraai allerlei diersporen herkennen. Je komt te weten hoe je de pootafdruk van een eekhoorn herkent, hoe je het nest van een buizerd vindt, welke vraatsporen een everzwijn achterlaat, hoe kikkerdril er uitziet, en nog veel meer. Bovendien krijg je leuke speurtips en originele doe-ideetjes om zelf uit te pro-beren!

Recente aanwinsten De publicaties die hieronder worden besproken, kunnen worden uitgeleend of ter plaatse geraadpleegd.

Page 16: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Opening week v/h bos

'Supporter meer voor de natuur' onder dat motto heeft Werkgroep Isis de handen uit de mouwen gestoken om op zondag 13 oktober mee te wer-ken aan de openingsdag van de Week van het Bos. Naar jaarlijkse gewoonte organiseerde het Agentschap voor Natuur en Bos dit prachtige initiatief dat dit jaar doorging in het Heesakker-park in Overpelt. Er was voor elk wat wils: thea-ter, workshops, wandelingen, avontuurlijke spe-len en natuurlijk ook een hapje en een drankje. Werkgroep Isis organiseerde een workshop 'Vegers voor Vlinders'. Naar aloude traditie kon-den geïnteresseerden een veger of borstel ma-ken met de wortels van het pijpenstrootje, ook wel 'bunt, bent of bente' genoemd. Pijpenstrootje is een grassoort die een rol speelt bij de vergrassing van heidevelden. De plant bevat kiezelzuur, vandaar dat grote grazers het pijpenstrootje niet of nauwelijks aanraken. De wortels werden tot ongeveer 1950 aangewend voor het maken van bezems. De naam pijpen-strootje heeft te maken met het feit dat het vroe-ger veel gebruikt zou zijn voor het schoonmaken van de pijp. Vandaar dat pijpenstro ook wel pij-penvegers wordt genoemd.

Het pijpenstrootje wordt op de heide uitgestoken en de wortels worden afgeknipt. Na het wassen van de wortels kan er aan de borstel begonnen worden. Ondanks het barre herfstweer hebben onze vrij-willigers toch een aantal belangstellenden mo-gen assisteren in het maken van een borstel. 'Vegers voor Vlinders' is een educatief project dat tot stand is gekomen ter bescherming van de heivlinder. Het project wordt door Werkgroep Isis aangeboden aan scholen. De leerlingen van de 3e graad basisonderwijs kunnen zo kennisma-ken met het ontstaan en het beheer van de hei-de.

16

Verslag opening week van het bos. Zondag 13 oktober 2013.

Page 17: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Kindernatuuratelier

17

Begin bij : START en zoek de weg door het doolhof naar het EINDE.

Kleur jij deze kersttekening mooi in ?

Page 18: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Project voor basisschoolleerlingen van 5 t/m 12 jaar in het NME-centrum van Werkgroep Isis in Grote Brogel. Van januari tot en met maart 2014 Dit project kwam tot stand in samenwerking met IVN-Valkenswaard.

Educatie

Een wereld zonder bomen kunnen wij ons niet voorstellen. Zo’n wereld zou ook niet kunnen bestaan. Zonder bomen geen leven! Zij zijn onze zuurstofleveranciers, ze zorgen voor schone lucht, ze houden het vocht vast en zorgen door hun schaduw voor een aangenamere tempera-tuur in de zomer. In dit project hebben wij gekozen voor één boom in het bijzonder: de zomereik. Bekend bij en bewonderd door Jan en alleman om zijn vorm, zijn pracht, zijn vruchten, zijn scha-duw en alle leven op en om hem heen. Hij is dan ook terecht een allemansvriend! Het project bestaat uit vijf onderdelen.

1. Mens en eik In Europa groeiden tienduizenden jaren geleden zo’n 200 soorten eiken die hier allemaal van nature voorkwamen. Na de laatste ijstijd (ongeveer 10.000 jaar geleden) was ons land een boomloze toendra waarop langzaamaan weer bomen gingen groeien toen het klimaat warmer werd. Op den duur kwamen ook enkele soorten eiken terug vanuit Italië en Spanje: de zomereik en de wintereik. Tegenwoordig zijn er veel meer eikensoorten in ons land maar deze zijn aangeplant en niet op natuurlijke manier hier gekomen (d.w.z. verspreiding door dieren en mensen).

Mythologie Volwassen eiken zijn imposante bomen en heb-ben daarom altijd tot de verbeelding van mensen gesproken. Voor veel West-Europese volkeren was de eik een heilige boom, vereerd om zich-zelf of omdat de boom was toegewijd aan een godheid. Vaak was dit de dondergod omdat ei-ken meer dan gemiddeld door de bliksem wor-den getroffen. Daarnaast was bij de Germanen de eik aan Wodan gewijd (nu nog zijn er Wodan-seiken bij Wolfheze). De eik was een symbool van waardigheid, wijs-heid, en de band tussen hemel en aarde. Daar-om werd recht gesproken onder de eikenboom; men verwachtte dat op deze plaats juiste beslis-singen zouden worden genomen. Met de komst van het christendom was de vere-ring van de eik niet voorbij. De kerkelijke leiders probeerden dit in goede banen te leiden door de boom aan Maria te wijden. Op heel veel manieren hebben mensen met eiken te maken (gehad): vroeger werden de bomen ver-eerd; ze leverden brandstof, bouwhout voor hui-zen, schepen en meubels, voer voor varkens, hulpstoffen voor de leerlooierij. Ook in de tegenwoordige tijd gebruiken we nog veel (eiken)hout. Denk aan woningbouw, de meubelindustrie en de papierindustrie. Ga eens na hoeveel dingen je dagelijks ziet of gebruikt die van hout zijn of uit hout gemaakt zijn. Het hout dat als boom in het bos staat heeft een lange weg te gaan vóór het bij ons in huis is.

18

TIJDELIJKE TENTOONSTELLING:

De Eik, een allemansvriend

Page 19: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Educatie

Eerst worden de bomen in het bos omgezaagd en van takken ontdaan. De stam wordt op lengte gemaakt en naar een verzamelplaats gebracht. In dichte bos-sen gebeurt dit nog ouderwets met trekpaarden, en in bergachtige gebieden soms per helikopter. Op allerlei manieren gaan de stammen van het bos naar de houtzagerij: over de weg, per trein en soms via het water. In de houtzagerij worden de stammen verwerkt tot balken en planken die vervolgens hun weg vin-den naar o.a. de meubelindustrie. Bij kappen, zagen en verwerken ontstaat ook afvalhout. Dit wordt niet weggegooid. Het is grondstof voor de papierindustrie.

2. Hotel-restaurant De Eik

Allerlei soorten dieren vinden bij een eik onderdak en voedsel. O.a. galwespen, eikenbladrolkevers, eikelsnuitkevers en vele vogels wonen er. Bladlui-zen, bladmineerders, eekhoorns, gaaien enz. eten er van de sappen, het blad, de eikels en het hout. Gelukkig vindt niet ieder dier hetzelfde lekker en zo kunnen verschillende dieren op hetzelfde boom leven zonder concurrenten te zijn. Sapzuigers, zoals bladluizen kiezen voor het sap, dat ze met hun lange zuigsnuit uit het blad zuigen. Ze leven met duizenden samen aan de onderkant van de bladeren. Bladluizen zijn sna-velinsecten. Met hun lange zuigsnuit prikken ze in het blad precies op de plaats waar het suiker-houdende vocht loopt. De bladluis heeft vooral veel eiwit nodig. In het sap zit maar weinig eiwit. Om toch voldoende eiwit te krijgen moet de blad-luis heel veel sap zuigen, zoveel dat het overtol-lige sap door een speciaal ‘kanaaltje’ er bij het achterlijf weer uitstroomt. Dat noemen we ho-ningdauw. De boom en wat daar onder staat wordt daar vaak heel plakkerig van. Bladmoeseters eten het bladmoes dat tussen de bovenste en onderste opperhuid in het blad zit. Het rupsje van de bladmineerder, een vlindertje dat haar eitjes in het bladmoes legt, maakt al etende een gang door het bladmoes. Hoe dikker de larve wordt hoe breder de gang, Die zie je

dan als een kronkellijntje in het blad. Bladeters eten het blad. De meikever eet in het voorjaar de verse blaadjes van de eik. Ook de vruchten, de eikels, zijn belangrijk voed-sel. De gaai, ekster, houtduif en de grote bonte specht plukken de verse eikels van de boom.In de herfst zijn eekhoorns, wilde zwijnen reeën en muizen blij met de afgevallen eikels. Houteters, zoals de larven van de houtmieren en de larven van de boktor eten van het hout. De eik als hotel Wat zijn de verblijfsmogelijkheden? De galwesp legt met haar legboor een eitje in de onderkant van een blad, dikwijls in een nerf. Tegelijk met het eitje wordt er een stof afgegeven die de groei bevordert en reguleert (een soort hormonen en enzymen). Het blad reageert hierop. Het zwelt op rondom het eitje en vormt zo een gal. De larve die uit het eitje komt zit veilig opgeborgen en heeft in de gal genoeg voedsel om uit te groeien tot een nieuwe galwesp. Door een gaatje in de wand te maken komt de galwesp naar buiten gekropen. Niet alleen op het eikenblad, maar ook op de knop-pen, steeltjes, takken en eikels zie je gallen. Er zijn in Nederland ongeveer 1300 soorten gal-wespen. En als je bedenkt dat iedere soort wesp haar eigen model gal heeft (afhankelijk van het toegevoegde stofje) begrijp je hoeveel variëtei-ten er te vinden zijn. Op eiken heeft men 72 ver-schillende soorten gallen gevonden, waarvan de galappeltjes, lensgallen, ananasgallen, galnoten, knoopjesgallen en niergalletjes wel de meest bekende zijn. Geen wonder dat de eikenboom ook wel ‘gallenboom’ wordt genoemd. De eikenbladrolkever gebruikt het blad op een heel andere manier. Zij rolt haar eitjes in het blad. Vanaf de linker- en rechterkant van het blad snijdt zij een rechte lijn naar de hoofdnerf. De beide helften drogen in en klappen over el-

19

Page 20: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Educatie

kaar. Het kevertje klimt naar de punt van het blad en rolt dit dan dwars op. Regelmatig wordt er een eitje gelegd. De eikelsnuitkever boort met haar lange sterke snuit een tunneltje in de eikel en legt daar haar eitje in. Het binnenste van de eikel wordt door de larve opgegeten. Veel vogels maar ook andere dieren vinden tus-sen de bladeren en takken van de boom een goede plaats voor hun nest. O.a. de merel, vink en kraai huizen vaak in ‘n eik. Er is volop voed-sel voor hun jongen te vinden en ze hebben meteen een goede uitkijkpost en zangplaats. De bonte specht maakt geen nest van takjes en bladeren, maar hakt een hol in de stam. De torenvalk en de bosuil zijn vaak blij met een ‘tweedehands’ nest waar zij dan in gaan wonen. Op de stam, tussen de groeven en spleten van de schors, vinden veel dieren zoals spinnetjes, lieveheersbeestjes en vliegjes de ideale schuil- en overwinteringplaats. Tussen de wortels en afgevallen bladeren vin-den egeltjes, boommarters, konijntjes, wormen, slakken, mieren, maar ook pissebedden een prima onderkomen.

3. Oei, ik groei! De eik wordt wel de koning van het bos ge-noemd, en als je ooit de kans krijgt om deze statige boom te zien als hij uitgegroeid is, begrijp je wel waarom dat zo is. Zijn kruin bevindt zich 35 meter boven de grond; zijn stamomtrek is bijna 6 m. Dit is nog maar een eik van 400 jaar oud. En hij kan, als alles meezit, zelfs 1000 jaar oud worden! We hebben het hier over de zomer-eik. In het Latijn heet deze boom Quercus Ro-bur, wat stoere eik betekent. Onderzoek heeft uitgewezen dat de zomereik hier na de laatste ijstijd rond 8000 v.Chr. arriveerde vanuit Italië en Spanje. Ongeveer 98% van alle eiken in ons land zijn zomereiken. Andere eiken die hier voor-komen zijn de wintereik, Amerikaanse eik, moe-raseik en moseik.

Hoe verspreidt de eik zich? Een eikel valt gewoon op de grond. De wind speelt niet zo’n grote rol, omdat een eikel te zwaar is. Maar er zijn wel dieren die een ‘pootje’ helpen. De gaai bijvoorbeeld heeft er een handje van om veel eikels te verzamelen voor de winter. Hij stopt er een heleboel in de grond, en vervol-gens vergeet hij wel eens waar ze liggen. Zo’n eikel heeft dus een gespreid bedje. Voor de eek-hoorn gaat hetzelfde verhaal op. Er groeit niet uit elke eikel een boom. Dan zou Nederland vol staan met eiken. Slechts één op de miljoen (!) eikels groeit uit tot een grote eik. Om allerlei redenen gebeurt dat met de andere niet: ze worden vertrapt, opgegeten of rotten weg; of komen terecht op plaatsen waar ze geen wortel kunnen schieten. Jonge boompjes worden ook niet allemaal groot: ze staan elkaar soms in de weg, of groeien niet goed in slechte grond. Sommige worden ziek, andere worden wegge-haald door de mens of hebben te lijden van het weer (storm, hagel, blikseminslag). Tot slot wor-den de bomen aangevreten door allerlei dieren waaronder de eikenprocessierups.

20

Page 21: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Educatie

4.Opruiming: op = op

Dode eiken zijn nuttig in de natuur, er valt heel wat aan te beleven. Allerlei planten, dieren en schim-mels kunnen nog lang teren op de boom voordat hij echt ‘op’ is. Het aftakelingsproces van een boom duurt een hele tijd. In de periode van ziek zijn tot dood gaan biedt ze haar waren aan aan de natuur om zich heen. Pas als alles wat ze te bieden heeft op is en de boom weer opgegaan is in de bodem dan is de opruiming compleet. OP = OP. Hoe gaat dit nou in z’n werk? Schimmels en bacteriën, insecten en hun larven vermolmen het hout. Vogels komen om deze insecten te eten en de specht hakt ook nog ga-ten in de boom. Op de dode eik kan de biefstuk-zwam voorkomen. Het is een trillerige vlezige paddenstoel met veel rood sap erin. Net een mals biefstuklapje. De zwam kan wel 30 cm groot worden. Als een eik een wond heeft en wordt geïnfecteerd door de spore van een bief-stukzwam dan krijgt het hout een warme rode gloed. Een meubelmaker wil dit hout graag heb-ben. Met z’n allen zorgen schimmels en bacteriën, insecten en hun larven voor de afbraak van het hout en brengen zo veel bruikbare stoffen terug in de bodem.

5. De eik elk seizoen anders

Vier seizoenen lang is er van alles te beleven rond de eik. In de lente komt de sapstroom op gang. De knoppen gaan open en de blaadjes beginnen zich te ontvouwen. Ze hebben een zachtgroene lentekleur. De jonge takjes beginnen te groeien en ook de bloemen komen te-voorschijn. Uit één knop komen behalve de bladeren, zowel de mannelijke als de

vrouwelijke bloemen. De vrouwelijke bloemen worden bevrucht en hieruit gaan de eikels groei-en. Op een warme lentedag neemt een grote boom wel 1000 liter water op uit de grond. Tegen de zomer hebben de bladeren van de eik een diepgroene kleur. Wanneer er teveel blad verloren is gegaan door nachtvorst of vraat vormt zich het Sint Janslot. Dat is het nieuwe blad dat zich ontplooit uit de slapende knoppen. Dit gebeurt omstreeks 24 juni, de dag van St. Jan. Aan het einde van de zomer wordt een nieuwe knop gevormd net boven elke bladsteel. Het volgend jaar in de lente kan uit deze knop een nieuwe zijscheut groeien. Als een takje op-houdt met groeien vormt zich een nieuwe eind-knop. De knoppen groeien maar blijven gesloten tot na de winter. Wanneer in de herfst de koude tijd van het jaar aanbreekt, zijn de bomen niet meer in staat zoveel vocht uit de grond op te nemen. De temperatuur is te laag en de grond kan bevroren zijn. Zou de verdamping van water doorgaan, dan zouden de planten en bomen uitdrogen. Ook zou bij vorst het water in de dun-ne vaten van de bladeren bevriezen. Daarom laten onze loofbomen het blad in de herfst val-len. In de bladstelen groeit een laagje kurk. Dat sluit langzaam de vaten, die water naar het blad moeten brengen, af. Het bladgroen (chlorofyl) in de bladeren wordt afgebroken doordat er minder water en licht is. De andere kleurstoffen die in het blad zitten gaan nu overheersen en de kleur van de bladeren verandert in geel of rood en tenslotte bruin. Als het kurklaagje tenslotte de gehele steel afsluit, verdroogt het blad en maakt een klein beetje wind het blad al los. Ook de rijpe vruchten, de eikels, vallen in de herfst af. In de winter rust de boom. De knoppen worden beschermd door schubben. Deze kleven aan elkaar en laten geen vorst of regen door. In deze knoppen zitten de jonge bladeren en bloemen in eerste aanleg. Van wortel tot kroon Een boom is met wortels verankerd in de grond. De eik heeft een recht naar beneden groeiende penwortel, die diep in de grond dringt. Ook ont-wikkelt hij veel zij-wortels die iets verder dan de

21

Page 22: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Educatie

kroon reiken, zodat ze het regenwater gemakke-lijk op kunnen vangen. De wortels nemen behal-ve water ook mineralen op uit de bodem. Deze heeft de boom nodig om te kunnen groeien. Ze gaan opgelost in het water via de stam omhoog.

De stam bestaat van buiten naar binnen uit: de schors, bastvaten, cambium, houtvaten en kern-hout. De cellen van het cambium delen zich en vormen beurtelings aan de binnenkant houtvaten en aan de buitenkant bastvaten. Houtvaten zijn buizen waardoor water en mine-ralen in de stam naar boven worden vervoerd. Bastvaten vervoeren de glucose die door de bladeren is geproduceerd naar alle delen van de boom die moeten groeien. Deze glucose wordt ook gedeel-telijk in de wortels opgeslagen als reservevoedsel. De schors beschermt de boomstam aan de bui-tenkant tegen uitdroging en aantasting door in-secten en schimmels. Door het groeien in de dikte komen er spleten en groeven in de schors. Een boom groeit vooral in het voorjaar en in de zomer. In het voorjaar, als de stam veel water heeft te vervoeren, wordt het voorjaarshout met wijde houtvaten en weinig houtvezels gevormd. In de nazomer en in de herfst, als er geleidelijk minder water vervoerd hoeft te worden, gaat het cambium minder werken. Nu ontstaan de veel nauwere vaten van het herfsthout met veel hout-vezels ertussen. Wanneer men een boomstam doormidden zaagt, ziet men de jaarringen. De lichte ring is

het voorjaarshout en de donkere ring is het na-jaarshout. Deze twee ringen samen zijn het hout van één jaar. Aan de jaarringen kan men precies zien hoe oud een boom is. In het centrum van de stam zit het kernhout, dat bestaat uit afgestorven houtvaten. Dit hout is erg hard en geeft de boom zijn stevigheid. De bladeren staan door de bladsteel in verbin-ding met de tak. Midden over het blad loopt de hoofdnerf. Aan weerszijden van de hoofdnerf lopen zijnerven. Hoofdnerf en zijnerven zijn ka-nalen waardoor het water vervoerd wordt. Tus-sen de nerven zitten nog fijnere kanalen. Dat zijn de aderen. De bladeren van een boom produceren voedsel. Dit gebeurt als volgt: de bladeren nemen lucht op via kleine huidmondjes die aan de onderkant van het blad zitten. Het bladgroen (chlorofyl) in de bladeren maakt uit koolzuurgas (uit de lucht) en water, dat via de wortels wordt opgenomen, onder invloed van licht voedsel (glucose). Hierbij komt zuurstof vrij. Dit proces noemen we foto-synthese. Een boom draagt ook bloemen. De eik heeft mannelijke en vrouwelijke bloemen. De mannelij-ke bloemen zijn bleekgroene, afhangende, slap-pe katjes en de vrouwelijke bloemen staan als kleine, rode knopjes op stijve steeltjes. De vrou-welijke bloemen groeien na bestuiving uit tot vruchten, de eikels.

22

Page 23: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Educatie

Educatief aanbod basisonderwijs

- Belevingswandeling

- Ontdekkingstocht langs het kanaal

- Bijenbende

- Beestige Burenµ

- Biolabo

Belevingswandeling Tijdens deze fikse wandeling worden alle zintuigen op scherp gezet! Bereid je voor op een avontuurlijke tocht! Spelletjes en opdrachten wisselen elkaar af tijdens de belevingswandeling. De leerlingen ma-ken kennis met de bosmieren, de ijskelder en het kasteel. De rugzak bevat een heleboel attributen waar ze mee kunnen kijken, tekenen en spelen. Tijdens dit groot wandelavontuur halen de leerlingen verrekij-kers, blinddoeken en vogelprenten boven. Bij dit project horen geen werkboekjes.

Ontdekkingstocht langs het kanaal Dit is een natuureducatief project langs en over de Zuid-Willemsvaart in het grensoverschrijdend land-

schap Kempen~Broek. De werkfiches geven je een heleboel informatie over de geschiedenis, de func-

ties en de omgeving van de Zuid-Willemsvaart. Ook cultuurhistorische aspecten komen aan bod: enkele

streekgebonden anekdotes worden van onder het stof vandaan gehaald. Verder leren de leerlingen het

verschil tussen een rivier en een kanaal, bekijken zij de ligging van het kanaal t.o.v. de omgeving, heb-

ben zij oog voor planten en dieren rond het kanaal en staan zij stil bij de industrie langs het kanaal. Voor

dit project werden 5 verschillende routes uitgewerkt waaruit je kan kiezen

23

Educatief aanbod Kempen-Broek Op de grens van Belgisch en Nederlands Limburg en Noord-Brabant ligt Kempen-Broek,een Grens-Park dat in zijn omvang uniek is voor Vlaanderen en Nederland. Het strekt zich uit over de gemeenten Cranendonck, Weert, Bocholt, Bree, Kinrooi en Maaseik. Bezoekers kunnen heel wat beleven in Kempen~Broek. Wandelaars, fietsers, ruiters, menners en mountainbikers kunnen via bewegwijzerde routes op hun eigen tempo genieten van het landschap, de natuur, de cultuurelementen en de rust. In dit grensoverschrijdende landschap, gekend om zijn zeldzame planten en dieren, werkte het PNC en Werkgroep Isis enkele educatieve projecten uit. Vanaf dit schooljaar (2013-2014) heeft Werkgroep Isis deze projecten overgenomen van het PNC. Be-doeling is om in de toekomst deze projecten op meerder locaties te gaan aanbieden.

- Doelgroep: alle graden LO, maximum 2 groepen tegelijk - Duur: 2,5 à 3 uur - Prijs: 25 euro per groep - Periode: het hele schooljaar - Plaats: Luysmolen, Luysenweg 2, Bocholt - Meer info en reserveren via 011 63 37 05 of [email protected]

Page 24: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Educatie

Bijenbende De leerlingen zoemen rond als echte bijen in het hooiland van Vlasroterbeek. De Bijenbende leert de

leerlingen van de eerste graad waarom bloemrijke graslandjes belangrijk zijn. De leerlingen kruipen in de

huid van een bij en doen het bijendansje. Aan de hand van eenvoudige onderzoekjes leren ze verschil-

lende insecten en bloemen kennen.

Beestige Buren Ga mee op zoek naar een geschikte woonplaats voor de grauwe klauwier! In Beestige Buren onder-

zoeken de leerlingen verschillende boomsoorten en de biotoop van de grauwe klauwier. Ze maken ken-

nis met de voedselpiramide: ze kruipen zelf in de huid van een dier en moeten goed opletten: worden ze

gegeten of eten ze zelf hun medeleerlingen op?

Biolabo Help professor Pardoes en stel je eigen diersoort samen. De leerlingen doen allerhande proefjes in en

rond de poel. Ze onderzoeken waterdiertjes, gaan op zoek naar dierensporen, meten de pH,… Bij elke

proef die correct uitgevoerd wordt, verdienen ze een onderdeel van een dier. Wie stelt het sterkste dier

samen?

24

- Doelgroep: 3de graad LO, maximum 2 groepen tegelijk - Duur: ongeveer 3 uur (afhankelijk van de route) - Prijs: 25 euro - Periode: het hele schooljaar - Plaats: de Zuid-Willemsvaart (Neeroeteren, Opitter, Beek, Bocholt, Lozen) - Meer info en reserveren via 011 63 37 05 of [email protected]

- Doelgroep: 1ste graad LO, maximum 1 groep tegelijk - Duur: 2 uur - Prijs: 25 euro per groep - Periode: april tot oktober - Plaats: Vlasroterbeek, Houbornstraat, Bree - Meer info en reserveren via 011 63 37 05 of [email protected] - Downloads: voorbereiding voor in de klas en naverwerking voor in de klas

- Doelgroep: 2de graad LO, maximum 1 groep tegelijk - Duur: 3 uur - Prijs: 25 euro per groep - Periode: april tot oktober - Plaats: Vlasroterbeek, Houbornstraat, Bree - Meer info en reserveren via 011 63 37 05 of [email protected] - Downloads: voorbereiding voor in de klas en naverwerking voor in de klas

Page 25: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Educatie

Educatief aanbod PNC secundair onderwijs

- Belevingswandeling

- Ontdekkingstocht langs het kanaal

- Een vijver of beek, meer dan water alleen

- Een bos, meer dan bomen alleen

Belevingswandeling Tijdens deze fikse wandeling worden alle zintuigen op scherp gezet! Bereid je voor op een avontuurlijke tocht! Spelletjes en opdrachten wisselen elkaar af tijdens de belevingswandeling. De leerlingen ma-ken kennis met de bosmieren, de ijskelder en het kasteel. De rugzak bevat een heleboel attributen waar ze mee kunnen kijken, tekenen en spelen. Tijdens dit groot wandelavontuur halen de leerlingen verrekij-kers, blinddoeken en vogelprenten boven. Bij dit project horen geen werkboekjes.

Ontdekkingstocht langs het kanaal Dit is een natuureducatief project langs en over de Zuid-Willemsvaart in het grensoverschrijdend land-

schap Kempen~Broek. De werkfiches geven je een heleboel informatie over de geschiedenis, de func-

ties en de omgeving van de Zuid-Willemsvaart. Ook cultuurhistorische aspecten komen aan bod: enkele

streekgebonden anekdotes worden van onder het stof vandaan gehaald. Verder leren de leerlingen het

verschil tussen een rivier en een kanaal, bekijken zij de ligging van het kanaal t.o.v. de omgeving, heb-

ben zij oog voor planten en dieren rond het kanaal en staan zij stil bij de industrie langs het kanaal. Voor

dit project werden 5 verschillende routes uitgewerkt waaruit je kan kiezen.

25

- Doelgroep: 2de graad LO, maximum 1 groep tegelijk - Duur: 3 uur - Prijs: 25 euro per groep - Periode: april tot oktober - Plaats: Vlasroterbeek, Houbornstraat, Bree - Meer info en reserveren via 011 63 37 05 of [email protected] - Downloads: voorbereiding voor in de klas en naverwerking voor in de klas

- Doelgroep: alle graden LO, maximum 2 groepen tegelijk - Prijs: 25 euro - Duur: 2,5 à 3 uur - Prijs: 25 euro per groep. - Periode: het hele jaar - Plaats: Luysmolen, Luysenweg 2, Bocholt

- Meer info en reserveren via 011 63 37 05 of [email protected]

Page 26: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Educatie

Een beek, meer dan water alleen (beekbiotoopstudie) De leerlingen onderzoeken het leven in en rond de vijver en maken kennis met verschillende soorten

waterplanten en -dieren. Elk groepje leerlingen krijgt een schepnet, loepjes, petrischaaltjes en zoek-

kaarten ter beschikking. De bedoeling is dat zij waterplanten en -diertjes determineren, de waterkwaliteit

bepalen en een voedselweb tekenen. In het werkboekje staan ook een aantal verwerkingopdrachten voor

later in de klas.

Een bos, meer dan bomen alleen (bosbiotoopstudie) De leerlingen vergelijken twee bostypes. De bostypes tonen opmerkelijke verschillen, hoe is dit te verkla-

ren? De leerlingen onderzoeken het beheer, de begroeiing, de bodem en bodemdiertjes van de twee

bospercelen. Voor het onderzoek krijgen ze veldmateriaal zoals o.a. een gutsboor, een bodemvochtig-

heidsmeter, potloepjes en determinatiekaarten ter beschikking. Ook een grondig onderzoek van de weer-

gesteldheid en een oriëntatie-oefening maken deel uit van het programma.

26

- Doelgroep: 1ste graad SO, maximum 2 groepen tegelijk - Prijs: 25 euro - Duur: ongeveer 3 uur (afhankelijk van de route) - Periode: gans het jaar - Plaats: de Zuid-Willemsvaart (Neeroeteren, Opitter, Beek, Bocholt, Lozen) - Meer info en reserveren via 011 63 37 05 of [email protected]

- Doelgroep: 1ste en 2de graad SO, maximum 2 groepen tegelijk - Duur: 2,5 à 3 uur - Prijs: 50 euro - Periode: van april tot oktober - Plaats: Luymsolen, Luysenweg 2, Bocholt OF Vlasroterbeek, Houbornstraat, Bree - Meer info en reserveren via 011 63 37 05 of [email protected]

- Doelgroep: 1ste en 2de graad (A-stroom), maximum 2 groepen tegelijk - Duur: 3 uur - Prijs: 50 euro per groep - Periode: van april tot oktober - Plaats: Pollismolen, Molenstraat 56a, Opitter - Meer info en reserveren via 011 63 37 05 of [email protected]

Page 27: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Educatie : NIEUW project !

Een nieuw educatief project uitwerken is een werk van (hele) lange adem! Ik heb het aan den lijve mogen ondervinden. In het kader van mijn opleiding tot natuurgids had ik, in plaats van een traditionele wandeling, gekozen voor het uitwerken van een educatief project voor kleuters rond de eik. Ik wist op voorhand dat ik, met het aangaan van deze uitdaging, de lat voor mezelf heel hoog had gelegd. En omdat ik niet onder de lat door wilde maar echt wel erover wist ik ook dat het me bloed, zweet en tranen zou kosten om dit huza-renstukje tot een goed einde te brengen... Ik kan het bijna niet geloven maar het is me gelukt! Ik ben vertrokken, ergens in maart of april, met het schrijven van een verhaal. Het verhaal van Lodewijk, een boze en verdrietige Eik zonder vrienden. Bo, de uil, die op Lodewijk zijn takken zit besluit Lodewijk te gaan helpen naar het zoeken van diens vrienden. Bo de uil komt zo Pluis de eekhoorn, Joppe de egel, Knabbel de bosmuis, Stippel het lieveheersbeestje, Pico de specht en als laatste Tuur de vos tegen. In mijn achterhoofd groeide zo het idee om met knuffels te gaan werken die op verschillende plaatsen in het bos worden verstopt. De kinde-ren moeten dan, met behulp van wegwijzers de knuffels gaan zoeken. Op elke stopplaats wordt ook een opdracht uitgevoerd: verstoppen van een wintervoorraad, een seizoenenspel, maak een voedselketen,...

Het verhaal verscheen op papier en de volgende stap was het illustreren van het verhaal met 8 aqua-reltekeningen. Werkgroep Isis heeft dan besloten om een boek te laten maken van dit verhaal dat in de toekomst ook door andere gidsen mee op het terrein kan geno-men worden. Na maanden van hard werk was het dan eindelijk zover: de testklas. Op donderdag 10 oktober stonden de kleuters van juf Berty van de Basisschool Pieter Brueghel om 9 uur stipt op de plaats van afspraak: het bos aan de Vlasrootweg. Wat ze precies kwamen doen wisten ze niet maar ze waren er klaar voor. Na een korte inleiding nam ik de kinderen mee om kennis te ma-ken met Lodewijk (een Eik in het bos). Ik vertelde het eerste stukje van het verhaal en dan gingen we me z'n allen op zoek naar de vrienden van Lodewijk. Het werd een fantastische voormiddag in het bos. De kinderen hebben, ondanks de kou, genoten en daarom mag ik terecht zeggen: 'het was een ge-slaagde activiteit'! Ik wil, tot slot, ook nog even dankjewel zeggen te-gen een aantal mensen. Op de eerste plaats Frieda Pauwels, mijn mentor, voor haar kritische houding en voor haar input en vakkennis. Haar gedrevenheid in alles wat met de natuur te maken heeft werkt aan-stekelijk. Annemie Nouters, mijn collega, zonder haar was er geen knuffel van de grote bonte specht. Marina Van Hoef die van 10 oktober 2013 een klein feest heeft gemaakt. Bedankt allemaal ! Ann Baeten

27

Lodewijk de rijke Eik

Page 28: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Educatie

28

Vogels voeren in de winter

Vergeet ook onze gevederde vriendjes niet !

De winter is in aantocht en dan valt er geen insect of bes meer te bespeuren. Dan hebben onze kleine vriendjes, de vogels, onze hulp nodig. Gelukkig is dat geen nieuws meer. Zuiver biologisch gezien hoef je vogels niet bij te voeren. Toch zijn er een aantal redenen om, in barre tijden, de tuinvogels te voeren. De li-chaamstemperatuur van vogels bedraagt zo'n 40° C. Bij strenge vorst verteren vogels snel hun vetreserves om hun lichaamstemperatuur te kunnen behouden. Een winterkoninkje kan in een koude winternacht wel 10% van zijn li-chaamsgewicht verliezen! De dagen zijn ook kort waardoor er weinig tijd is om voedsel te zoeken. Vogels voeren is ook een ideale manier om de tuinvogels beter te kunnen bekijken. Een tuin die op een natuurlijke wijze is aange-legd en onderhouden is de beste voedertafel. In een natuurlijke tuin staan besdragende strui-ken, blijven uitgebloeide bloemen staan en liggen er bladeren op de grond tot in het voor-jaar. Daar valt voor een merel en het roodborst-je altijd wat te vinden! Variatie is het sleutelwoord als het om vogels voeren gaat: variatie in het voedsel dat je aan-biedt, maar ook de manier waarop je het ser-veert en de plek waar je het opdient. Zo voor-kom je dat één soort de voedertafel helemaal inpalmt en zo kan je verschillende vogelsoorten tegelijk bedienen. Je hebt vast wel eens meesjes en merels in de lente en de zomer bezig gezien: koolmeesjes hippen van tak naar tak en pikken daar bladlui-zen weg. Pimpelmeesjes hangen aan het uit-einde van een tak of twijg te bengelen, en de merel scharrelt voordurend op de grond. Met gedrag moet je, bij het aanbieden van voedsel, rekening houden. Hang voedersilo's in de bo-men, pindaslingers tussen de takken, strooi

voedsel op de grond en zet een voedertafel op het gazon. Neem wel altijd de veiligheid van de vogels in acht. Zet de voerdertafel op een open plek: vogels zien katten dan aankomen, en nabij een struik: ze kunnen dan snel schuilen. Het is belangrijk dat je de voedertafel regelma-tig schoonmaakt met heet water en een borstel. Dit voorkomt dat de vogels ziek worden van beschimmeld en rottend voedsel. Wat geef je ze nu precies, die vogels? Welke vogel wat eet kan je terugvinden in de tabel hierna van Vogelbescherming Vlaanderen. Op hun website (www.vogelbescherming.be) vind je onder het trefwoord 'Informatiecentrum' uit-gebreide informatie over het voeren van vo-gels.

Page 29: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Educatie

29

Vorig jaar, woensdag 16 januari 2013, organiseerde Werkgroep Isis een workshop onder het motto 'help de vogels de winter door'. Ook dit jaar laten wij de vogels niet in de steek. Op zaterdag 18 januari 2014 toveren wij het gebouw van Werkgroep Isis om tot een echte vogelsnackbar. In verschillende workshops gaan we aan de slag. Tevens is er de mogelijkheid om de tijdelijke tentoonstelling 'de eik' te bezoeken. Meer informatie hierover vind je terug achteraan in dit tijdschrift of op onze website www.werkgroepisis.be.

Namens alle tuinvogels alvast bedankt !

Page 30: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Activiteitenkalender

30

Welkom in onze

VOGELSNACKBAR

De winter is een periode waarin voor de vogels

weinig voedsel te vinden is. Hierbij kunnen wij de

vogels helpen door ze bij te voeren.

Wij gaan dit doen door allerhande

lekkernijen te bereiden zodat alle

vogels aan hun trekken komen.

Iedereen is welkom om samen met ons

de handen uit de mouwen te steken!

AAN TAFEL!

ZATERDAG 18 JANUARI 2014

doorlopend van 13.00 u tot 16.00 u

EENMALIG AANBOD voor het grote publiek

Bezoek onze tijdelijke tentoonstelling...

Een wereld zonder bomen kunnen wij ons niet voorstellen.

Zo’n wereld zou niet kunnen bestaan. Zonder bomen geen leven!

Elk jaar in de winter bezoeken een kleine duizend leerlingen onze

tijdelijke tentoonstelling.

Dit schooljaar wordt er gewerkt rond één boom in het bijzonder:

de zomereik.

NME centrum

Dorpsstraat 8 bus 1

3990 Grote-Brogel

011/633705

[email protected]

Page 31: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Activiteitenkalender

31

Activiteitenkalender

31

Activiteitenkalender

31

Activiteitenkalender

31

Aanbod voor groepen/verenigingen

Stiltebelevingswandeling

Vegers voor vlinders Dat vegers of borstels vlinders kunnen helpen, klinkt bizar, maar toch is het waar. Op de heide leven diverse vlindersoorten, aangepast aan dit biotoop. Helaas wordt de heide overwoekerd door grassen en bomen. Bij de activiteit ‘Vegers voor vlinders’ geeft een gids je meer uitleg over de heide van toen en van nu, over de heivlinder en diverse andere typische heidebewoners. Daarna steek je de handen uit de mouwen en het pijpenstrootje uit de grond. Met de wortels van het pijpenstrootje maakt iedere deelnemer een veger, net zoals de heideboeren het vroeger deden. Na afloop ben je een duurzame borstel rijker en is de heide een stukje gered

Cultuurhistorische landschapswandeling op het Hobos Het Hobos, gelegen te Lindelhoeven, tussen Overpelt en Eksel, is een uniek gebied van bijna 150 ha extensieve landbouwuitbating. Het is ontstaan in de 16de eeuw en werd uitgebouwd in de 18de en 19de eeuw. Misschien wel de bekendste bewoner van het Hobos was drossaard Clerx. Hij liet de laatste bok-kenrijders in Noord-Limburg opknopen in het laatste decennium van de 18de eeuw ten tijde van de Franse Revolutie. De gids neemt u gedurende 2,5 u mee doorheen het gebied en doorheen de tijd. Tijdens deze wan-deling toont hij aan hoe veranderende sociale en economische verhoudingen in de samenleving dit unieke landschap vorm hebben gegeven. Ook verkenning per fiets is mogelijk ! Prijs : 50 euro of het aanbrengen van 15 nieuwe leden (lidgeld = 3 euro pp)

Voor reservatie : telefonisch op 011/633.705 of via email [email protected]

Deze activiteit duurt een ganse dag en kan doorgaan in de periode juli tot en met oktober.

Prijs: 90 euro of het aanbrengen van 20 nieuwe leden (lidgeld = 3 euro pp)

Wat wordt er mogelijk als er stilte is?

Door de stilte te beleven kunnen we onze zintuigen intenser ervaren.

Verwondering en bewondering durven uiten.

Heerlijk ontspannen !

Deze wandeling duurt ongeveer 2 uur en gaat door op een af te spreken locatie. Prijs : 50 euro of het aanbrengen van 15 nieuwe leden (lidgeld = 3 euro pp)

Page 32: Natuur%20en%20milieu%202013%20winter

Socio-cultureel tijdschrift

Vzw Werkgroep Isis

Dorpsstraat 8 bus 1

3990 Peer

Meer info en contact

www.werkgroepisis.be

Verschijnt driemaandelijks

Jaargang 42 nummer 4

Datum van uitgifte: 31 december 2013

Toelatingsnummer: 5.2.0/1-38/837

Afgiftekantoor: 3990 Peer

V.u. J.-P. Sleurs, Oude weg 24, 3930 Hamont-Achel

5.2.0/1-38/837