Nationale OnderwijsKrant, maart 2011

12
NATIONALE ONDERWIJSKRANT Oud-onderwijsminister Jo Ritzen: LAAT PROVINCIE MEEBETALEN AAN HET ONDERWIJS Maart 2011 Nr. 11 Een gesprek met Jo Ritzen is als een wandeling in een weldadige wind van energie. Hij is sinds kort voorzitter van het college van bestuur van de univer- siteit van Maastricht af, maar lijkt druk- ker en energieker aan het werk dan ooit tevoren. We praten met Ritzen natuurlijk over het onderwijs, over de kwaliteit, over de rol van de overheid. Hij heeft een grote bestuurlijke erva- ring, was drie keer minister waarvan twee keer op het departement van Onderwijs. “De laatste tijd wordt er veel gesproken over de uitkomsten van het PISA-onderzoek. Nederland is eigenlijk een interessant land, want we deden het goed, maar er was eigenlijk weinig reactie. Eigenlijk werd die uit- slag nooit zo belangrijk gevonden. Nu begint dat beter te worden. Ik vind dat je je er eigenlijk wel iets van aan moet trekken.” Maar Ritzen begrijpt wel dat het voor scholen ook niet zo eenvoudig is om met bijvoorbeeld de uitkomsten van een inspectieonderzoek iets te doen. “Als het beter moet, is het vaak de vraag ‘wat moeten we dan anders doen’? Dat is best vaak een ontbrekend stuk in die nieuwe transparantie. Ik vind dat daar nog veel te weinig aandacht Wat Jo Ritzen, oud-minister van onderwijs betreft, moet er meer geld naar het onderwijs in Nederland. Hij staat achter het streven van het kabinet om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen. Maar het onderwijsbudget moet wel omhoog. Ritzen vindt wel dat we bereid moeten zijn naar andere financieringsstromen te kijken. Wat hem betreft, kunnen regionale middelen, gelden die bijvoorbeeld nu bij provincies worden opgepot, de middelen van de landelijke overheid aanvullen. Lees verder op pagina 2 Natuurlijk gaat het in de Nationale OnderwijsWeek, die plaatsvindt van 1-8 oktober 2011, opnieuw in belangrijke mate over de rol van leraren en docen- ten. Leraren en docenten staan in de eerste lijn en scheppen de voorwaarden voor het leren, de ontwikkeling van jonge mensen. Als het om de kwaliteit van het onderwijs gaat, zijn zij een factor van groot belang. Er is een brede consensus over de nadruk op het versterken van de professionaliteit van leraren en docenten. Er is een maat- schappijbrede instemming met het streven naar een algemene verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Maar het motto van de Nationale OnderwijsWeek daagt ook uit om breder te kijken naar het leren van jonge men- sen. Onderwijs heeft een groot maat- schappelijk belang, niet alleen voor de persoonlijke ontwikkeling van mensen, maar het bepaalt mee de ontwikkeling van de samenleving. De samenleving kan dus niet alleen toeschouwer zijn, toekijken, maar heeft alle belang bij onderwijs dat aansluit bij de samenle- ving en bij de rol van burgers in die samenleving. In die zin is het ook aan partijen in de samenleving om mee na te denken over ‘kennis maken’ in de onderwijsinstellingen die de overheid mee in standhoudt. Meedoen krijgt gewicht en heeft betekenis, als er een brede bekendheid is met actuele vormen van onderwijs, de vormgeving en inrich- ting van het leren in de school. Het onderwijs is van ons allemaal. Naar de mate waarin die brede verantwoorde- lijkheid gestalte en gewicht krijgt, groeit de voortreffelijkheid van ons onderwijs, ook in internationaal opzicht. Kijk voor meer informatie op de ver- nieuwde website van de week: www.nationaleonderwijsweek.nl Motto Nationale OnderwijsWeek 2011 ‘KENNIS MAKEN’ Het motto Kennis Maken van de Nationale OnderwijsWeek 2011 legt het accent op al diegenen die betrokken zijn bij ‘kennis’, bij het ‘maken van kennis’, tot leren aanzetten. Maar het motto verwijst ook naar de kennismaking met het onderwijs en met de wijze waarop onderwijsinstellingen hun bijdragen leveren aan de ontwikkeling van kennis. Inhoudsopgave: Programma NOW 2011 pag. 3 PO-Raad wil excellent onderwijsteam pag. 4 Steven de Jong, LAKS pag. 5 MBO pagina pag. 6 Leraar van het Jaar MBO pag. 7 Leraar van het Jaar PO pag. 8 Balans award pag. 9 Geert ten Dam, Onderwijsraad pag. 10 VO-raad, kijkje in de keuken pag. 11 Jo Ritzen foto: Wiep van Apeldoorn

description

Nationale OnderwijsKrant

Transcript of Nationale OnderwijsKrant, maart 2011

Page 1: Nationale OnderwijsKrant, maart 2011

NATIONALEONDERWIJSKRANT

Oud-onderwijsminister Jo Ritzen:

LAAT PROVINCIE MEEBETALEN AAN HET ONDERWIJS

Maart 2011 Nr. 11

Een gesprek met Jo Ritzen is als een

wandeling in een weldadige wind van

energie. Hij is sinds kort voorzitter van

het college van bestuur van de univer-

siteit van Maastricht af, maar lijkt druk-

ker en energieker aan het werk dan

ooit tevoren. We praten met Ritzen

natuurlijk over het onderwijs, over de

kwaliteit, over de rol van de overheid.

Hij heeft een grote bestuurlijke erva-

ring, was drie keer minister waarvan

twee keer op het departement van

Onderwijs. “De laatste tijd wordt er

veel gesproken over de uitkomsten

van het PISA-onderzoek. Nederland is

eigenlijk een interessant land, want we

deden het goed, maar er was eigenlijk

weinig reactie. Eigenlijk werd die uit-

slag nooit zo belangrijk gevonden. Nu

begint dat beter te worden. Ik vind dat

je je er eigenlijk wel iets van aan moet

trekken.” Maar Ritzen begrijpt wel dat

het voor scholen ook niet zo eenvoudig

is om met bijvoorbeeld de uitkomsten

van een inspectieonderzoek iets te

doen. “Als het beter moet, is het vaak

de vraag ‘wat moeten we dan anders

doen’? Dat is best vaak een ontbrekend

stuk in die nieuwe transparantie. Ik vind

dat daar nog veel te weinig aandacht

Wat Jo Ritzen, oud-minister van onderwijs betreft, moet er meer geld naar het onderwijs in Nederland.Hij staat achter het streven van het kabinet om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen. Maarhet onderwijsbudget moet wel omhoog. Ritzen vindt wel dat we bereid moeten zijn naar anderefinancieringsstromen te kijken. Wat hem betreft, kunnen regionale middelen, gelden die bijvoorbeeldnu bij provincies worden opgepot, de middelen van de landelijke overheid aanvullen.

Lees verder op pagina 2

Natuurlijk gaat het in de Nationale

OnderwijsWeek, die plaatsvindt van 1-8

oktober 2011, opnieuw in belangrijke

mate over de rol van leraren en docen-

ten. Leraren en docenten staan in de

eerste lijn en scheppen de voorwaarden

voor het leren, de ontwikkeling van

jonge mensen. Als het om de kwaliteit

van het onderwijs gaat, zijn zij een

factor van groot belang. Er is een brede

consensus over de nadruk op het

versterken van de professionaliteit van

leraren en docenten. Er is een maat-

schappijbrede instemming met het

streven naar een algemene verbetering

van de kwaliteit van het onderwijs.

Maar het motto van de Nationale

OnderwijsWeek daagt ook uit om breder

te kijken naar het leren van jonge men-

sen. Onderwijs heeft een groot maat-

schappelijk belang, niet alleen voor de

persoonlijke ontwikkeling van mensen,

maar het bepaalt mee de ontwikkeling

van de samenleving. De samenleving

kan dus niet alleen toeschouwer zijn,

toekijken, maar heeft alle belang bij

onderwijs dat aansluit bij de samenle-

ving en bij de rol van burgers in die

samenleving. In die zin is het ook aan

partijen in de samenleving om mee na

te denken over ‘kennis maken’ in de

onderwijsinstellingen die de overheid

mee in standhoudt. Meedoen krijgt

gewicht en heeft betekenis, als er een

brede bekendheid is met actuele vormen

van onderwijs, de vormgeving en inrich-

ting van het leren in de school. Het

onderwijs is van ons allemaal. Naar de

mate waarin die brede verantwoorde-

lijkheid gestalte en gewicht krijgt,

groeit de voortreffelijkheid van ons

onderwijs, ook in internationaal opzicht.

Kijk voor meer informatie op de ver-

nieuwde website van de week:

www.nationaleonderwijsweek.nl

Motto Nationale OnderwijsWeek 2011

‘KENNIS MAKEN’

Het motto Kennis Maken van de Nationale OnderwijsWeek 2011legt het accent op al diegenen die betrokken zijn bij ‘kennis’, bij het ‘maken van kennis’, tot leren aanzetten. Maar het mottoverwijst ook naar de kennismaking met het onderwijs en metde wijze waarop onderwijsinstellingen hun bijdragen leverenaan de ontwikkeling van kennis.

Inhoudsopgave:

Programma NOW 2011 pag. 3

PO-Raad wil excellent onderwijsteam pag. 4

Steven de Jong, LAKS pag. 5

MBO pagina pag. 6

Leraar van het Jaar MBO pag. 7

Leraar van het Jaar PO pag. 8

Balans award pag. 9

Geert ten Dam, Onderwijsraad pag. 10

VO-raad, kijkje in de keuken pag. 11

Jo Ritzen

foto

: Wiep

van A

peld

oo

rn

Page 2: Nationale OnderwijsKrant, maart 2011

Didaktief inspireert

Onderwijsvakblad Didaktief brengt onderzoek en praktijk met elkaar in contact. U ontdekt hoe de ideeën en oplossingen die de wetenschap aandraagt zich houden in de klas, u krijgt meer inzicht in gedrag en interesses van uw leerlingen en doet talloze nieuwe ideeën op.

Voorproefje? Surf naar:

www.didaktief.nl

Cito wenst alle deelnemers aan de Nationale Onderwijsprijs veel succes!www.cito.nl

Cito | Corporate

Nationale O

| CorporateCito

Cito wenst anderwijsprijs veel succe

e

alle deelnemers aan des!

Je brein groeit op het speelplein!

Doe de scan

op Speelbrein.nl

en win een

sport- en speeldag

met Jochem

van Gelder!

Het Speelbrein van kinderen is de verzamelnaam voor vijf belangrijke competenties die kinderen spelenderwijs ontwikkelen: fysiek, sociaal, cognitief, emotioneel en creatief. Het Speelbrein is ook een nieuwe visie op de inrichting van speelpleinen. Op www.speelbrein.nl vindt u alles over dit concept, de competenties én de manier waarop u ze op uw eigen plein kunt verwerken.

Maak van uw plein een Speelbrein-plein, we denken graag met u mee!KOMPAN / KOMPAN Play Institute | Schimminck 13, 5301 KR Zaltbommel | Tel. 0418 - 681468 | Fax 0418 - 681499 | E-mail [email protected]

o

mgadleel

n lnnl.nieeirbllbeel

n acsedeoD

e

epSp

InsPlay ANKOMPPA/ANKOMPPAMaak van uw plein een Spe

einamednéseitnetepmocedpSteH.feitaercneleenoitomeineredniknavnierbleepSteH

ZaltbKR530113, Schimminck|stituteein-plein, we denken graag meeelbrre

nuknielpnegiewupoezuporaawreedpoeisivewueinneekoosinierbleepjirgnalebfjivroovmaanlemazrevedsi

0418Fax|681468-0418el.TTe|bommelet u mee!

.nekrewrevtnwwwpO.nenielpleepsnavgnithcirniednelepsnerednikeidseitnetepmocek

speelbrein@kompE-mail|681499-8

noctidrevosellautdnivln.nierrebleeps.wgoc,laaicos,keisyffy:nelekkiwtnosjiwre

pan.nl

, tpecn,feiting

De spannendste schoolreisjes gaan naar het grootste science center van Nederland. Kruip in de huid van een chemicus in NEMO’s Wonderlab, ontdek wat er gebeurt als je zoent in de tentoonstelling Teen Facts en ga mee op zoektocht naar de mysteries van het leven in Zoeken naar leven.

Speciaal schooltariefPrimair Onderwijs € 5,50 p.p. / Voortgezet Onderwijs € 6,50 p.p.

Download onze gratis lespakketten (onderbouw + bovenbouw)

Ontdek het zélf www.e-NEMO.nlscience center NEMO, Oosterdok 2 (vlakbij CS), 1011 VX Amsterdam, 020-531 31 18 De cursus voor leescoördinatoren wordt mede mogelijk gemaakt met steun van Kunst van Lezen,

leescoordinator.nl is een initiatief van Stichting Lezen i.s.m. uitgeverij Zwijsen, de cursus Open Boek is ontwikkeld door Jos Walta van Kinderboekwinkel De Boekenberg.

Enthousiaste juffen en meesters die lezen op school belangrijk vindenleren in de cursus Open Boek hoe ze van leerlingen lezers maken. In vier bijeenkomsten van drie uur

komen onderwerpen aan bod als: Wat is de taak van de leescoördinator? Welke leesactiviteiten kun je

organiseren? Hoe verhoudt leesbevordering zich tot de taal- en lesmethodes op school? Daarnaast duik

je in de geschiedenis van de jeugdliteratuur, behandel je boeken en genres en krijg je werkvormen voor

fictie en non-fictie aangereikt. Leesbevordering begint bij de schoolbibliotheek. Aan de opzet, organisatie

en het beheer van een goede schoolbibliotheek wordt dan ook ruimschoots aandacht geschonken. Dus

enthousiaste juffen en meesters die staan te trappelen om het lezen op school beter en leuker te maken

melden zich nu meteen aan voor de inspirerende cursus Open Boek op

leescoordinator.nl

Page 3: Nationale OnderwijsKrant, maart 2011

Oud-onderwijsminister Jo Ritzen:

LAAT PROVINCIE MEEBETALEN AAN HET ONDERWIJSVervolg van pagina 1

3NATIONALEONDERWIJSKRANT

Programma Nationale OnderwijsWeek 2011 in de steigers

Op dit moment wordt er hard gewerkt aan het pro-

gramma voor de Nationale OnderwijsWeek 2011. Dat

is altijd een programma dat groeit. Soms leidt dat tot

regionale activiteiten, activiteiten per school en soms

leidt het tot landelijke activiteiten. Het Programma -

beraad, waarin alle onderwijspartijen deelnemen

(sectorraden, onderwijsvakorganisaties, ouderorganisa-

ties, leerlingenverenigingen en studentenorganisaties)

komt met enige regelmaat bijeen, om na te denken

over de wijze waarop sectoren en het onderwijs als

geheel zich in de Week van het Onderwijs laten zien.

Het Programmaberaad overlegt hoe activiteiten van

sectoren in het onderwijs verbonden kunnen worden

met de Nationale OnderwijsWeek en overlegt over

afstemming in communicatie en berichtgeving.

Iedereen mag meedoen en meedenken. Het program-

ma dat voorligt, is een ontwerpprogramma, het mag

groeien. De samenwerkende partijen willen een brui-

sende OnderwijsWeek die opnieuw laat zien, hoe

vitaal het onderwijs in Nederland is en hoezeer dat

onderwijs in beweging is. Alle goede ideeën die het

oogmerk hebben om grote groepen nauwer bij het

onderwijs te betrekken, zijn welkom.

ProgrammaPlanning:

zaterdag 1 oktober 2011

• Opening NOW / verkiezing Leraar van het Jaar,

OnderwijsTopTalentprijs, Jos van Kemenade Award

dinsdag 4 oktober 2011

• Avond van het Onderwijs, uitzending door de NTR

woensdag 5 oktober 2011

• Dag van de Leraar

woensdag 5 oktober 2011

• Nationale Onderwijs Quiz

donderdag 6 oktober 2011

• Open dag/Gastlessen / uitreiking Balans Award

vrijdag 7 oktober 2011

• Nationale prijs voor de Onderwijsjournalistiek

/Onderwijscafé

zaterdag 8 oktober 2011

• Onderwijs Speed Date; leerlingen en studenten

speeddaten bestuurders, beleidsmakers en

leerkrachten om over het onderwijs te praten.

voor bestaat. Mijn hoofdpunt is, dat die

transparantie ontzettend belangrijk is.

Dat werkt immers heel erg sturend ten

aanzien van prestatieverbetering.”

Meer taal, minder sociale vaardigheden

Ritzen vindt het een goede zaak dat

vakken als lezen, schrijven en rekenen

centraal staan in de meting van uitkom-

sten. Hij acht de voorrang voor die

vaardigheden en een wat minder zware

rol voor de sociale vaardigheden verde-

digbaar. In debatten met de ouders van

scholen in Polen en Spanje (waar Ritzen

kwalitatief onderzoek verrichtte voor

PISA) die voorstander waren voor een

zwaardere rol voor sociale vaardighe-

den, spitste het gesprek zich toe op de

kansen van die kinderen op de arbeids-

markt. De ouders van die kinderen

erkenden wel dat studie en beroeps-

keuze beïnvloed kunnen worden door

wat mindere prestaties op de basisvak-

ken, maar dat het er toch uiteindelijk

omging hoe kinderen zich ‘voelen’.

Ritzen is van mening dat het toch

belangrijk is dat ouders zich terdege

afvragen hoe kinderen zich voelen als

ze op de arbeidsmarkt niet echt aan de

slag kunnen. “De marge is groot, echt

groot. Je kunt met het onderwijs echt

heel veel doen. Kinderen met eenzelfde

achtergrond, met eenzelfde opleiding

van de ouders presteren op sommige

scholen aanzienlijk veel beter dan op

andere scholen.”

Jo Ritzen is veelzijdig; hij voltooide

een ingenieursopleiding (technische

natuurkunde) en promoveerde op

een dissertatie over onderwijs,

economische groei en inkomensver-

deling. Hij rekent goed en rekent

graag. Zeer recent verscheen er een

nu al veel geprezen boekwerk over

de financiering van het universitair

onderwijs in internationaal perspec-

tief. Binnenkort komt het uit in het

Duits, Russisch en Koreaans.

Met de richting die het onderwijsbeleid

is ingeslagen door zich iets aan te trek-

ken van de PISA-cijfers, te streven naar

verbetering van de onderwijskwaliteit,

is Ritzen het eens. Het advies van de

Onderwijsraad om leraren verplicht

binnen 5 jaar een masteropleiding te

laten halen, vindt hij weliswaar ‘kort

door de bocht’, maar de richting acht

hij juist. “Strategisch is dat gewoon de

goede benadering. Ik zou haast zeggen

‘het is een metafoor die je niet hele-

maal zo letterlijk moet nemen’.” Jo

Ritzen is voorstander van een over-

heidsbeleid dat meer ruimte biedt voor

onderwijs en het is niet de eerste keer

dat hij daarvoor pleit. Hij herinnert zich

zijn ministerschap. “Onder de douche

stond ik me al voor te bereiden op het

debat tegen 15 andere ministers. Ik deed

dat door maar bij voortduring te oefe-

nen in het ‘nee; zeggen. Dat hield ik vol

tot aan de koffiepauze en als iedereen

dan gezellig met elkaar koffie stond te

drinken, liepen ze weg als ik eraan

kwam. Het heeft er natuurlijk alles mee

te maken, dat jij 40% vertegenwoordigt

van het variabele deel van de begroting.

Als er dus ergens een financieel pro-

bleem is, dan moet ‘onder wijs’ dat maar

oplossen. In dat opzicht zit onderwijs in

onze samenleving wel heel ongelukkig.

Uiteindelijk is het een kwestie van

bereidheid om te willen be talen voor

iets waarvan je weet, dat het een uit-

zonderlijk hoog rendement heeft.”

Financiering

Ritzen heeft zich verdiept in andere

vormen financiering van het onderwijs

en heeft de overtuiging dat andere par-

tijen dan de landelijke overheid daar

een rol in moeten en kunnen spelen. Hij

is gecharmeerd van vormen van een

funding council, een raad met een

grote onderwijsdeskundigheid, die de

middelen over het onderwijs verdeelt.

Hij verwijst naar voorbeelden van der-

gelijke tussenkoepelorganisaties in

Engeland. De mogelijkheden voor het

hoger en universitair onderwijs zijn wat

dat betreft groter en voor het funde-

rend onderwijs geringer. Toch vraagt

Ritzen zich af of het niet mogelijk is om

juist ook voor het funderend onderwijs

meer regionale middelen in te zetten.

“Ook het basis- en voortgezet onder-

wijs zijn ondergefinancierd in

Nederland. Dat heeft er ook mee te

maken dat de omvang van die financie-

ring per leerling in de afgelopen jaren

is afgenomen.” Jo Ritzen denkt dat

regionaal bijvoorbeeld de onroerend

goedbelasting of onderdelen van de

wegenbelasting daarvoor aangewend

zouden kunnen worden. Zeker in een

tijd dat de rijksoverheid steeds minder

goed in staat is de benodigde middelen

te genereren.

PISA is een internationaal peiling-

onderzoek naar de kennis en

vaardigheden van 15-jarigen. Sinds

2000 wordt elke drie jaar in een

groeiend aantal landen een repre-

sentatieve steekproef van leerlingen

gedaan. Deze leerlingen maken

toetsen voor leesvaardigheid,

wiskundige geletterdheid en natuur-

wetenschappelijke geletterdheid.

Woensdag 30 maart is door minister Marja van

Bijsterveldt de Nationale Onderwijsprijs uitgereikt. Het

sluitstuk van een spannende wedstrijd waaraan honder-

den scholen in Nederland hebben meegedaan, met bij-

zondere en inspirerende projecten die het beste laten

zien van wat de scholen en leerlingen te bieden heb-

ben. De 24 provinciale winnaars worden in een presen-

tatie van het Nationaal Onderwijsmuseum in Rotterdam

nog eens extra in het zonnetje gezet. Want het onderwijs

van vandaag is de geschiedenis van de toekomst. Het

Nationaal Onderwijsmuseum heeft de grootste onderwijs-

historische collectie ter wereld, en laat voor een groot

publiek de geschiedenis van ons onderwijs zien. Het

museum geeft ook ruim baan aan het onderwijs van van-

daag. Met de Nationale Onderwijsprijs zet het onderwijs

haar beste beentje voor en dat mag gezien worden.

De presentatie is in de maanden mei en juni in het

Nationaal Onderwijsmuseum in Rotterdam te zien.

Het Nationaal Onderwijsmuseum presenteert de Nationale Onderwijsprijs

Page 4: Nationale OnderwijsKrant, maart 2011

De kwaliteit van het onderwijs wordt

grotendeels bepaald door de kwaliteit

van het team en dit is sterk afhankelijk

van de vraag of leraren in teamverband

kijken naar hun onderwijs. Natuurlijk is

daarbij ook de kwaliteit van de individu-

ele leerkracht van groot belang en het

is daarom terecht dat de minister van

onderwijs ook aandacht heeft voor de

vergroting van excellentie van leerkrach-

ten. Begin dit schooljaar legde toenmalig

staatssecretaris Van Bijsterveldt deze

vraag neer bij de Onder wijsraad. De

Onderwijsraad kwam daarop begin

maart met het advies om prestatie -

beloning in te voeren. Dit advies komt de

minister en staatssecretaris goed van pas,

aangezien prestatiebeloning al in het

regeerakkoord is vastgelegd.

De PO-Raad is er niet op voorhand

tegen om goed presterende leerkrach-

ten extra te kunnen belonen, maar ziet

niets in het advies van de Onderwijs -

raad. De plannen van de Onderwijsraad

zijn tot in detail uitgewerkt en worden

als blauwdruk op het onderwijs gelegd.

Zo wordt de excellente leerkracht voor

één dag in de week vrijgesteld van les-

gevende taken, om een project te gaan

begeleiden. Het is helemaal niet gezegd

dat een goede leerkracht dit wil en/of

kan en ook niet of de school hier

behoefte aan heeft. De werkgever of

schoolleider wordt in het plan gepas-

seerd; de plannen zijn al uitgewerkt.

Bovendien is prestatiebeloning helemaal

niet noodzakelijk om een goed preste-

rende leerkracht extra te betalen. Om

de kwaliteit van de leerkracht te verho-

gen, is door het vorige kabinet het

convenant LeerKracht opgesteld, waarin

o.a. de functiemix geïntroduceerd is.

Hierdoor kunnen leerkrachten met

zwaardere of specialistische taken voor

een hogere functie in aanmerking

komen. De invoering van de functiemix

is gestart op 1 augustus 2010. De

minister komt dus wel erg snel met een

nieuw plan, grotendeels gericht op het

behalen van hetzelfde effect, zonder

enige samenhang met het reeds

gevoerde personeelsbeleid.

Voor de invoering van prestatiebeloning

is 250 miljoen beschikbaar. Dit bedrag is

bijna even groot als wat er wordt bezui-

nigd op Passend onderwijs. Deze bezui-

nigingen leveren immense problemen

op: het gaat ten koste van de kwaliteit

van het onderwijs, er komen duizenden

mensen op straat te staan, klassen in

het speciaal onderwijs en in het regulie-

re onderwijs worden groter, het werk

van de leerkracht – ook die in het regu-

liere onderwijs - wordt veel zwaarder,

kortom: niemand wordt gelukkig van

deze bezuiniging. Bovendien komen

deze bezuinigingen bovenop vele ande-

re bezuinigingen waar het onderwijs-

veld de laatste jaren al mee geconfron-

teerd is en de al jaren ontoereikende

vergoeding voor bijvoorbeeld gebouw-

beheer en andere vaste lasten. Hierdoor

komt het primair onderwijs in een

onmogelijke situatie om haar ambities

waar te maken. Als het aan de PO-Raad

ligt, laat de minster daarom haar plan om

prestatiebeloning in te voeren, varen en

wordt dit geld besteed aan de kwaliteit

van het onderwijs in z’n geheel.

4 NATIONALEONDERWIJSKRANT

PO-Raad wil excellent onderwijsteam voor elke leerling

OSGPostbus 3186800 AH ARNHEM

T (026) 323 88 11E [email protected] www.osg.nl

Inspirerende en vakkundige leerkrachten zijn onmisbaar als het gaat om kwalitatief hoogwaardig onderwijs. Vanzelfsprekend is betrouwbare vervanging bij ziekte en verlof net zo onmisbaar.

OSG zoekt per direct

INVALLEERKRACHTEN VOOR ONZE INVALPOOLS

Vind jij afwisseling uitdagend, ben je fl exibel, breed inzetbaar en heb je een les bevoegdheid voor het basisonderwijs? Schrijf je dan snel in op www.osg.nl/vacatures.

OSG Personeel biedt advies en ondersteuning op het gebied van:• Detachering • Payrolling • Werving & Selectie • Vervangingsplanner

OSG is de grootste onderwijsdienstverlener in Nederland en beschikt over een uitgebreid netwerk van contacten met besturen en scholen.

Inbinden vriendje!!Geef zélf een persoonlijke tint aan uw werkstuk of dictaten.

En inspireer ook deze jongen omtrent zijn scriptie!!

Leverancier van inbindsystemen, lamineerapparaten, papiersnijders en papierversnipperaars, naambadges,geldkistjes, sleutelkastjes, telescoopladders en méér.

www.officeknallers.nl

Kijk en vergelijk onze prijzen! OfficeKnallers is OK!

Leerlingen verdienen het beste onderwijs. Iedereen binnen het onderwijs zet zich in voor de kwaliteit van het onderwijs enwerkt daar waar mogelijk aan kwaliteitsverbetering. De PO-Raadsteunt dit proces. Zo initieert zij taal- en rekenverbetertrajecten,ondersteunt scholen die zwak of zeer zwak scoren en verzet zich tegen aantasting van de kwaliteit, bijvoorbeeld door debezuinigingen op Passend onderwijs.

Page 5: Nationale OnderwijsKrant, maart 2011

5NATIONALEONDERWIJSKRANT

Interview met Steven de Jong, voorzitter LAKS

Scholieren zijn de ervaringsdeskundigen

Wat vind jij de kracht, en wat

de zwakte van het Nederlandse

voortgezet onderwijs?

“In Nederland zijn er heel veel moge-

lijkheden. We hebben breed onderwijs.

De uitval is steeds lager. Het onderwijs

is arbeidsgericht en er is een redelijke

vrijheid. Er wordt geprobeerd in

Nederland om iedereen in de boot te

houden. Dat is heel goed, maar dat is

tegelijkertijd ook een zwakte. De kracht

is, denk ik, samen te vatten in: iedereen

hier krijgt de kans zichzelf te ontwikke-

len. De zwakte van het Nederlandse

onderwijs zit hem in de leerkrachten.

We hebben echt een enorm lerarente-

kort en er staan ontzettend veel onbe-

voegden voor de klas. En we weten

allemaal dat die leraar het belangrijkste

is. Een goede leraar betekent ook goed

onderwijs. Om meer docenten aan te

trekken en de huidige te behouden,

moet je hun werk beter belonen, niet

alleen qua salaris, maar ook qua eisen

die je aan ze stelt. Want als je iets van

ze eist, dan geef je daarmee ook aan:

‘jouw vak betekent iets’.”

“Wij willen er naar streven dat een

leraar echt bevoegd moet zijn. Dat kan

niet onmiddellijk, maar je kunt nu wel

zeggen dat scholen er voor moeten zor-

gen dat alle docenten binnen 2 à 3 jaar

hun bevoegdheid hebben. Dat vraagt

ook om een wat flexibelere houding

van de opleidingen, de opleiding moet

makkelijker gecombineerd kunnen wor-

den met het werk. Het vraagt nogal

wat, dat realiseren we ons, maar het is

wel hartstikke belangrijk. Ik vind gewoon

dat je een diploma moet hebben als je

mensen opleidt voor een diploma.”

Jullie doen mee aan de protesten

rond Passend Onderwijs, waarom?

“Passend Onderwijs loopt natuurlijk

redelijk de spuigaten uit en er zijn te

veel kinderen met een labeltje. Daar

moet ook iets aan gebeuren. Er moet

echt kritisch gekeken worden naar het

systeem. Maar met de voorstellen die

nu voorliggen, dat er in een klap 300

miljoen – uit een soort van ‘we hadden

geldtekort’ – uit Passend Onderwijs

wordt weggehaald, iets dat leerlingen

en leraren ook direct gaan merken, is

gewoon dom. Er wordt nu bezuinigd

op de kwaliteit van de zorg. Ik vind het

echt schokkend dat VVD, CDA en de

minister eigenlijk hetzelfde zeggen als

ik, en dan deze bezuinigen aandragen

om te zeggen ‘daar gaan we dus wat

aan doen’. Terwijl ze nog zoveel meer

doen, wat iedere leerling – en dus ook

de leerling die het nodig heeft – echt

keihard gaat raken. Daarom ben ik zo

tegen deze plannen.”

Een ander hot issue van het LAKS is

de ophokuren, wat is daar mis mee?

“Scholieren willen als ze op school

zitten gewoon onderwijs. En die ophok -

uren zijn om twee redenen slecht.

Aan de ene kant demotiveren ze, je

wilt namelijk niet niets doen. En aan de

andere kant vind ik dat, als we allemaal

zeggen de 1000-urennorm is er en daar

gaan we voor, dat leerlingen dan ook

recht hebben op die 1000 uur les. De

minister wil nu een aantal basisvoor-

waarden stellen waaraan het onderwijs

moet voldoen, het moet onder andere

inspirerend en uitdagend zijn. Een

ophokuur kan daar onmogelijk aan

voldoen, want dat is geen uitdagend

en inspirerend onderwijs.”

Als ze jou morgen minister van

onderwijs zouden maken, wat zou je

dan doen?

“Het eerste dat ik zou doen, is keihard

inzetten op het aantal leraren en het

aantal bevoegde leraren. Dat zou mijn

grootste prioriteit hebben. Nog iets is

dat de studiekeuze veel beter moet.

Middelbare scholen moeten echt veel

meer verantwoordelijkheid nemen

daarvoor. Scholen hebben toch nog

vaak het idee, mijn slagingspercentage

is goed, want de leerling is geslaagd,

prima. En de leerling is straks weg en

wat die leerling daarna gaat doen, is

zijn verantwoordelijkheid. Maar ik vind

dat een middelbare school de verant-

woordelijkheid draagt dat hun leerling

ook ergens goed terecht komt. Dus mis-

schien moet je scholen ook wel een

beetje afstraffen, op hoe die leerlingen

het in het vervolgonderwijs doen.”

“En wat ik heel irritant vind, en dat vin-

den heel veel leerlingen, dat we zo erg

denken in systemen en slagingspercen-

tages, en dat we zoveel regeltjes heb-

ben gemaakt, maar zijn vergeten te kij-

ken naar de scholier zelf, naar wat dat

voor iemand is, hoe hij leert, wat zijn

capaciteiten zijn, waar hij naar toe wil.

Misschien is het soms beter voor een

havist om naar het mbo te gaan, maar

dat wordt nu als slecht gezien. Je moet

dat volgens mij veel meer open breken

en veel meer naar leerlingen zelf kij-

ken, want dan haal je ieders talent er

uit. En nog een laatste dingetje, wat ik

zou doen als minister, is het afschaffen

van de maatschappelijke stage.”

Steven zit in 6 vwo, zijn eindexamen-

jaar, wij vragen wat zijn persoonlijke

ambitie is.

“Ik denk dat ik eerst een tussenjaar ga

nemen, omdat ik het echt nog niet

weet en ook omdat me dat gewoon

heel lekker lijkt. De afgelopen twee

jaar waren soms best heel zwaar, wei-

nig slaap en heel hard werken aan twee

fronten, school en LAKS. Dat houdt me

ook 24 uur per dag bezig, en ik vind

dat heel leuk. Maar ik ben er nu ook

wel aan toe om even een jaar te reizen

en weer tot rust te komen. Daarna wil

ik gewoon studeren, misschien wel

twee studies. En wellicht dat ik nog

ergens een jaar in een bestuur beland.

Er zijn een heleboel dingen die ik wil,

maar ik ga eerst een jaartje ‘herbronne-

ren’, net als het CDA gaat doen”, zegt

Steven lachend.

“Scholieren zijn de ervaringsdeskundigen, ze hebben een stem en willen graag inspraak over huneigen onderwijs”, zegt Steven de Jong, voorzitter van het LAKS (Landelijk Actie Komite Scholieren).Daarom vragen we hem wat leerlingen dan vinden en willen.

Durf een goed mens

te zijn!(036) 548 94 05

www.kanjertraining.nlDe Kanjertraining is officieel erkend door het N.J.I.

Steven de Jong

Page 6: Nationale OnderwijsKrant, maart 2011

6 NATIONALEONDERWIJSKRANT

Alles wat ik de kinderen gaf, kwam in duizendvoud terug

“Sport is een krachtig middel om men-

sen samen te brengen. Tijdens sportles-

sen aan kinderen kun je dat goed zien.

Ik mix bewust jongens met meisjes, ook

al zien zij dat eerst niet zitten.

Uiteindelijk hebben ze het heel gezellig

met elkaar en voelen: wij zijn allemaal

gelijk. De stages tijdens mijn CIOS-oplei-

ding deed ik in Suriname en Ghana.

Samen met een vriend ging ik naar

Suriname om sportles te geven aan

kinderen in de stad en bij primitieve

volkeren in het binnenland. En op

eigen houtje vertrok ik naar Ghana. Ik

promootte sport aan kinderen van een

weeshuis, een government school en

een privéschool. Maar ik wilde meer

en dacht: ‘hoe kan ik als sportleraar de

mensen het beste bereiken?’ Zo heb ik

een sportwinkel opgezet, gesponsord

door een kringloopwinkel uit Castricum.

Ik onderhandelde met Ghanese leveran-

ciers om lage prijzen te creëren, zodat

ook de allerarmsten goed materiaal

konden aanschaffen. Dat werkte, ik zag

de kinderen later in mijn voetbalschoe-

nen lopen.”

“Het weeshuis bood me een slaapplek,

maar ik wilde bij een gastgezin logeren,

zodat ik de bevolking goed kon leren

kennen. Drie maanden verbleef ik bij

een complete Afrikaanse familie. Elke

ochtend haalde ik water uit de put om

te kunnen baden. Wat me in beide lan-

den raakte, was het enthousiasme van

de kinderen. Die gaven zoveel liefde

en energie! Zij zijn niet beïnvloed door

media als een Playstation, ze genieten al

van je aanwezigheid. Alles wat ik gaf,

kreeg ik in duizendvoud terug. Van hun

foto’s en brieven heb ik een collage ge -

maakt die nu boven mijn bureau hangt.”

“Ik kan me goed aanpassen in verschil-

lende situaties. Dat heb ik op het Nova

College verder kunnen ontwikkelen.

Vanaf dag één werd ons geleerd je

kwetsbaar op te stellen voor een groep.

‘Fouten maakt iedereen, leer ervan!’ Als

MBO-ambassadeur wil ik studenten

laten zien dat de stap naar het buiten-

land zo gemaakt is. Ik wil ze op het

hart drukken: ik ben niet anders, jij

kunt dit ook. Dus doe het, pak die kans,

verbreed je horizon. In de toekomst wil

ik nog een studie doen. Maar eerst ga

ik terug naar Ghana. Ik wil daar CIOS-

studenten inzetten bij verschillende

projecten en mijn sportwinkel uitbrei-

den. De afgelopen maanden heb ik

sportartikelen verzameld, die nu in een

container liggen te wachten om naar

Ghana te gaan. Zo probeer ik overal

waar ik kom, wat te betekenen voor

anderen.”

Tekst: Somajeh Ghaeminia

Dit interview is eerder verschenen

in Back Stage, opinieblad over

beroepsonderwijs en educatie:

www.mboraad.nl/backstage

Juan Hofland (20) wil via sport de wereld verbeteren. De oud-stu-dent van de CIOS-opleiding ‘Sport- en bewegingscoördinator’ vanhet ROC Nova College in Haarlem zegt het niet alleen, hij doethet ook. Daarom is hij tijdens de 6-Daagse Beroepsonderwijs2010 gekozen tot de nieuwe Landelijk Ambassadeur.

DIT IS MBO!

Bezoekers van de website kunnen de projecten op

de site beoordelen. Om zoveel mogelijk stemmen

te genereren, kunnen de deelnemers hun project

verspreiden via social media. Docenten en studenten

laten hiermee zien aan wat voor projecten zij werken

tijdens hun opleiding. Zij zijn de ambassadeurs van

het mbo. Zo geven ze een positief tegengeluid aan

het negatieve imago, waarmee mbo’ers geconfron-

teerd worden. De projecten tonen wat het mbo bete-

kent voor de samenleving, en stralen trots en veelzij-

digheid uit. Het project met de meeste stemmen uit

elke categorie ontvangt een mooie prijs. De portal

wordt de komende tijd ontwikkeld.

Gedurende het jaar wordt een serie activiteiten

gehouden. Denk hierbij aan landelijke, maar ook aan

lokale initiatieven van individuele- of groepen van

mbo-instellingen. Deze activiteiten dragen het label

‘Dit is mbo’. De kickoff is in september tijdens het

Marshalldiner. Genodigden voor dit diner-evenement

zijn politici, mbo-Uitblinkers, het Skills Netherlands

team, bestuursleden van de mbo-scholen en mbo-

Marshals (ambassadeurs).

Ook in de eerste week van oktober, tijdens de

Nationale OnderwijsWeek, zijn er verschillende evene-

menten en initiatieven die het label ‘Dit is mbo’ dragen:

• 3 oktober: CompetentCity

Voor de 5e maal op rij opent CompetentCity zijn

deuren voor mensen met een hart voor het mbo.

Professionals uit het beroepsonderwijs wisselen

tijdens deze dag kennis en ervaring met elkaar uit.

• 4 oktober: Dag van de Stage

Dé dag voor alle 210.000 leerbedrijven in

Nederland om hun stagiair in het zonnetje te zet-

ten. Daarnaast organiseert Colo ook dit jaar het

Grote Stagedebat in Nieuwspoort in Den Haag.

• 5 oktober: Dag van de Leraar

Een dag waarop nu niet eens de student, maar

de leraar centraal staat.

• 6 oktober: Uitblinkersverkiezing

Tijdens een spannende verkiezing wordt de

nieuwe Landelijk Ambassadeur van het

Beroepsonderwijs gekozen uit alle mbo-

Uitblinkers. Uitblinkers zijn mbo-studenten die

zich op school, tijdens hun stage in het 3e of

laatste jaar op een andere manier hebben onder-

scheiden. Alle deelnemende onderwijsinstellin-

gen kiezen jaarlijks hun eigen Uitblinker die zij

nomineren voor de landelijke verkiezing.

Onder de naam ‘Dit is mbo’ werkt het mbo komend studiejaar hard verder aan verbetering van het imago. Centraal in de campagne staat een portal waar mbo-studenten en hun docenten projecten met een maatschappelijk, cultureel of ondernemend karakter, presenteren via filmpjes en foto´s.

In januari 2012 vindt de ‘mbo open dag-campag-

ne’ plaats, waarbij zoveel mogelijk mbo-scholen

gedurende een korte periode hun open dag hou-

den. Vmbo-studenten krijgen zo de kans om in

korte tijd, op verschillende scholen in de buurt

een open dag te bezoeken.

Page 7: Nationale OnderwijsKrant, maart 2011

7NATIONALEONDERWIJSKRANT

Niet alleen met je hoofd voor de klas te staan,maar laat je intuïtie spreken.

Wat maakt jou Leraar van het Jaar?

“Ik ben genomineerd door onze plaza-

manager Noor van Velthoven, omdat ik

bezig ben met de ontwikkeling van een

Studieloopbaan Begeleidingsprogramma.

In dat Studieloopbaan Begeleidings -

programma gaat het, naast het vak

inhoudelijke (IQ), vooral om de ontwik-

keling van het EQ en het SQ, het emotio-

nele en het spirituele. In het programma

spreken we de leerlingen aan op talen-

ten op verschillende terreinen. Het

bedrijfsleven wil goedopgeleide mensen,

met creatieve en sociale vaardigheden,

en daar besteden we dus heel veel

aandacht aan. Het treft me steeds weer,

hoeveel die jonge mensen over zichzelf

durven vertellen, ze hebben zo’n ver-

trouwen in mij en in de groep. Ik pro-

beer heel intuïtief met ze te werken,

blijf heel dicht bij hun belevingswereld.

Mijn verkiezing zie ik als de kroon op

mijn werk, mijn inzet voor jonge men-

sen, mijn omgaan met de leerlingen.”

Als Leraar van het Jaar ben je ambassa-

deur van het onderwijs, hoe geef je

daar invulling aan?

“Die invulling is heel breed, ik word

veel gevraagd voor interviews; ik maak

deel uit van de Lerarenkamer van het

SBL, waarin leraren en ex-leraren zitting

hebben, die betrokken willen blijven bij

de professionele ontwikkeling van de

beroepsgroep en het gesprek daarover

met iedereen willen aangaan. Ik geef ik

in het hele land workshops om het

onderwijs te promoten; binnenkort ga

ik lunchen met de minister van onder-

wijs, ik zit bij het algemeen overleg van

de Tweede Kamer en er komt ook nog

een lunch met prins Willem Alexander

en prinses Maxima. Er wordt naar me

geluisterd, mijn mening telt, ik voeg

met mijn ideeën iets toe.”

Hoe ontwikkel je je tot een goede

leraar? En hoe blijf je dat?

“Naast het vakinhoudelijke, moet je de

ontwikkelingen in de samenleving bij-

houden, dat is heel belangrijk. Bezig

zijn met de toekomst. Dat wil ik ook

aan de pabo’s en de lerarenopleidingen

meegeven: aandacht voor het nieuwe

denken. Dat heeft de samenleving, het

bedrijfsleven nodig. Lateraal denken,

kennis en creativiteit. Het is belangrijk

om niet alleen met je hoofd voor de

klas te staan, maar laat je intuïtie spre-

ken, je hebt als docent zo´n belangrijke

rol in de vorming van jonge mensen.

Ik zie een gevaar in het eenzijdige

opbrengstgerichte werken, al die

aandacht voor kennis. Het een kan

niet zonder het ander, het behoort een

eenheid te zijn. We moeten ons niet

gek laten maken door meetbare eisen

aan het onderwijs. Betrokkenheid bij

kinderen, daar gaat het om.”

Wat is jouw wens voor het onderwijs

in Nederland?

“Ik ben niet blij met de bezuinigingen en

ik pleit dan ook voor genoeg financiële

ruimte om het niveau van het onderwijs

in stand te houden. Niet alleen voor de

leerlingen, maar ook voor de leraren.

De werkdruk is heel hoog, ik maak me

daar zorgen om. Jonge docenten heb-

ben zo´n passie voor hun werk, zijn zo

bevlogen, maar kunnen de werkdruk

niet of nauwelijks aan. Daar moet iets

aan worden gedaan. Dat is ook een

taak voor de beroepsvereniging MBO,

we willen de status van het docent-

schep meer invulling geven. Dat plan

voor de excellente leraren vind ik posi-

tief, dat er een podium, tijd en ruimte,

wordt geboden om de ontwikkeling

van talenten in het onderwijs mogelijk

te maken. De ´excellentie´ straalt af op

het hele team, het gaat om het door -

geven van verworven kwaliteit.”

José Jansen-Gulen, 55 jaar, geeft les aan de opleiding totSecretarieel/Juridisch medewerker op het ROC Nijmegen. Zij werdin 2010 in de categorie MBO verkozen tot Leraar van het Jaar.

José Jansen-Gulen

Uitreiking Nationale Onderwijsprijs in NEMO

Alle provinciebesturen verlenen hun medewerking

aan de Nationale Onderwijsprijs. Voorafgaande aan

de landelijke finale heeft elke provincie een eigen

onderwijsprijs uitgereikt, één in het primair onderwijs,

één in het voortgezet onderwijs. Alle 24 provinciale

prijswinnaars maken hun opwachting in het NEMO.

De Nationale Onderwijsprijs beleeft dit jaar een jubi-

leum. Voor de tiende keer gaan de twee trofeeën,

bronzen olifanten van meer dan 20 kg, over in de

handen van de winnende scholen. De Nationale

Onderwijsprijs is een instituut geworden, in de beste

zin van het woord. De stroom projecten die scholen

elke keer weer inzenden, gaat onverminderd door.

Ook ditmaal zijn er meer dan 350 aanmeldingen. De

Nationale Onderwijsprijs heeft in haar bestaan naar

schatting zo’n 2500 schoolprojecten opgeleverd.

Elk van die projecten is het tastbare bewijs van de

ongelooflijke creativiteit en inventiviteit van het

onderwijs in Nederland. Voor meer informatie,

kijk op www.onderwijsprijs.nl.

Er is ook nog een extra prijs uitgereikt op 30 maart:

de Speelbrein-Award. Speelbrein is de verzamelnaam

voor vijf belangrijke competenties die kinderen spelen-

derwijs ontwikkelen, en een nieuwe visie op de inrich-

ting van speelpleinen. Alle Speelbrein-gecertificeerde

scholen beschikken over een buitenruimte die de

kinderen ondersteunt in hun creatieve, emotionele,

fysieke, sociale en cognitieve ontwikkeling. Uit alle

gecertificeerde scholen zijn er drie genomineerd door

het KOMPAN Play Institute. Een onafhankelijke jury

kiest vervolgens de winnaar (www.speelbrein.nl).

De presentatie is dit jaar in handen van Jochem van

Gelder samen met Valerie Oosterwijk, Nationale

Voorlees-kampioen 2010.

Het Nationaal Onderwijsmuseum zorgt dit jaar voor

een bijzonder slotakkoord. Alle 24 genomineerde

scholen vormen samen een expositie die in de maanden

april en mei te zien zal zijn in het museum.

De genomineerde scholen zijn:

Primair Onderwijs:

• Amsterdam, Talentenschool Laterna Magica: Toon je

organisatietalent!

• Bergen op Zoom, De Grebbe: Onderwijstijdverlenging

• Den Andel, OBS de Holm: Expositie d’Holm

• Emmeloord, CBS De Lichtboei; Structuurgroep

• Emmeloord, Zuyderzee College: Inburgeringcursus

• Harkema, OBS ’t Holdersnest: Kids en Company

• Hengelo, Ds J.L. Pierson: Technogym

• Noordwijk, De Noordwijkse School: Het

kindermuseum voor Beeldende Kunst

• Reutum, Mariaschool: Meesterlijk leren met

creatieve technologie

• Stein, Don Bosco school: Kletstheater

• Utrecht, Montessorischool Buiten Wittevrouwen/ De

Meern, Daltonschool Apollo 11: Zinspelen

• Vledderveen, OBS De Heidehoek:

H-boeken

• Vlissingen, Zomerschool Vlissingen: Levensecht leren

Voortgezet Onderwijs:

• Aalten, Chr. College Schaersvoorde: Beperking geen

probleem

• Emmen, Hondsrug College: Jij de baas

• Hoorn, Sg Tabor: De nieuwe apartheid

• Hulst, Reynaert College: Beeld van een school

• Lisse, Fioretticollege: Zwolle 2040

• Maastricht,Sint-Maartenscollege: Klassieke retorica

• Tilburg, VMBO De Vakschool, Afd. Creatieve

Technieken: Televisieprogramma

• Utrecht, Praktijkschool Pouwer: Ontmoetingsplek

in en voor de wijk

• Winsum, AOC Terra: het Groene Lyceum

• Zwolle, Thorbecke Scholengemeenschap: Leerlijn

Moderne Media

Minister Marja van Bijsterveldt heeft op 30 maart jl. de Nationale Onderwijsprijs 2009-2011 uitgereikt in Science Center NEMO te Amsterdam. Deze tweejaarlijkse prijs, de ‘Oscar van het Nederlands onderwijs’, is in het leven geroepen om de positieve en creatieve kanten van het Nederlands onderwijs voor het voetlicht te brengen. Als bescheiden tegenwicht tegen het eeuwige geweeklaag over de kwaliteit van ‘ons onderwijs’. Organisator is het Instituut voor Nationale Onderwijs Promotie (INOP).

Page 8: Nationale OnderwijsKrant, maart 2011

Wat maakt jou Leraar van het Jaar?

“Er zijn een heleboel leraren van het jaar in Nederland.

Maar waarom ik naar voren ben gehaald, is denk ik,

omdat ik een eigen geluid laat horen. In het juryrapport

stond dat ik positief kritisch ben. Ik heb een visie over

onderwijs. De kinderen staan voorop. Zijn zaken in hun

belang en zie ik het nut er van in, dan ga ik daar heel

ver in. Maar als ik inschat dat dat niet zo is, dan zul je

me eerst moeten overtuigen, anders doe ik het niet.”

Als Leraar van het Jaar ben je ambassadeur van het

onderwijs, hoe geef je daar invulling aan?

“Ik probeer mijn stem te laten horen. Ik geef aan wat

er binnen het vak anders kan, er beter kan. Hoe we het

leuker en makkelijker kunnen maken. Weet je waar ik

mij druk over maak? Kinderen doen het echt wel goed

genoeg, het is helemaal niet nodig voor ieder kind de

havo te halen. Maar de maatschappij verwacht dat wel,

dan zeggen ze van leerlingen dat ze onder de norm zit-

ten. Maar er bestaan al sinds mensenheugenis mensen

die groep 8 niveau niet halen, vroeger werden die men-

sen toch succesvol omdat ze een vak heel goed konden

uitoefenen, nu worden scholen en kinderen er op

afgerekend. En die kinderen kunnen er niks aan doen.

We moeten het VMBO veel meer ophemelen. Ze

moeten er trots op zijn als ze timmerman zijn. Als

ik een groep heb vol met kinderen die timmerman

willen worden, is mijn doel ze te helpen de beste tim-

mermannen te worden. Ik wil het uiterst uit iedereen

halen. Er is echt meer dan lezen, taal en rekenen in

de wereld. Daarom heb ik ook als eerste de petitie

Red het basisonderwijs ondertekend. We kijken in

Nederland alleen nog maar naar problemen, niet naar

kansen. Laten we alsjeblieft meer vieren wat er goed

gaat.” Mathijs stoort zich ook aan de negatieve uitla-

tingen over leerkrachten. “Dan wordt er geroepen,

kort de leerkrachten want ze maken er niks van. Dat

is zo’n verkeerd beeld van het vak. We doen het in

Nederland heel goed met de beperkte financiële

middelen. Het kan niet heel veel beter.”

Hoe ontwikkel je je tot een goede leraar, wat is dat

eigenlijk en hoe blijf je dat?

“Een goede leraar is er voor de kinderen. Je bent

er om een leerling zo ver mogelijk te helpen. Het

leerproces doe je samen met een leerling. Een mooie

uitspraak is: Je stopt niet iets in een leerling, maar je

haalt er iets uit. Je moet kinderen triggeren om te

willen leren. Als leraar moet je scherp blijven, veel

praten met collega’s en niet op een slachtofferstoel

gaan zitten. Niet zeggen, ja maar die leerling is wel

dyslectisch dus logisch dat het niet lukt. Blijf zoeken

naar oplossingen. Onderwijs doe je ook als team, je

moet elkaar coachen, bij elkaar op klassebezoek gaan,

elkaar scherp houden.”

Wat is jouw wens voor het onderwijs in Nederland?

“Dat we als onderwijs wat meer vertrouwen krijgen.

Dat we de kans krijgen om bezig te gaan met kwalitei-

ten in plaats van om te gaan met wat er niet goed

gaat. Dat er een einde komt aan de afrekencultuur.

Dat we wat meer trots zijn op onze kinderen.”

Mathijs ter Bork, 28 jaar, geeft les op jenaplanschool ’t Broekhoes in Balinge, Drenthe.In 2010 werd Mathijs verkozen tot Leraar van het Jaar in het primair onderwijs.

Je stopt niet iets in een leerling, maar je haalt er iets uit.

8 NATIONALEONDERWIJSKRANT

Meld je favoriete leraar aan!

Ook dit jaar vindt de verkiezing Leraar

van het Jaar plaats. Iedereen - leerlin-

gen, collega's en ouders -kan een favo-

riete leraar aanmelden. Doelstelling van

de verkiezing Leraar van het Jaar is om

kwaliteiten van leraren in het primair,

voortgezet en middelbaar beroepson-

derwijs op een positieve manier in

beeld te brengen. De verkiezing richt

zich daarom op die leraren die in staat

zijn hun omgeving te overtuigen van

hun kwaliteiten, die hierover in gesprek

durven en kunnen gaan en die weten

te inspireren. Je kunt jouw kandidaat

voor de titel Leraar van het Jaar 2011

aanmelden via www.dagvandeleraar.nl

Tijdens de aanmeldperiode staat er op

de site een vragenformulier waarmee

de leraar genomineerd kan worden. Via

vragen proberen we er achter te komen

wat jouw favoriete leraar precies doet,

waardoor hij of zij zo goed is.

In de jury zitten leraren, de winnaars

van vorig jaar, leerlingen uit het

primair-, voortgezet- en middelbaar

beroepsonderwijs samen met vertegen-

woordigers vanuit de vakbonden,

vakinhoudelijke en wetenschappelijke

organisaties. De winnaars worden

bekendgemaakt op zaterdag 1 oktober

2011 tijdens het landelijke evenement

rondom de Dag van de Leraar.

www.dagvandeleraar.kennisnet.nl/

verkiezing

“Het is zowel intern als extern van

belang dat de school een duidelijk

profiel, gezicht en karakter heeft”,

vertelt Ronald Dulmers van Scholen

met Succes. “Als de neuzen binnen een

team dezelfde kant op staan, ze de visie

van de school delen en ze vanuit die

gezamenlijke visie de doelen bereiken

die ze willen, geeft dat houvast in het

omgaan met alle vragen vanuit de

maatschappij en de overheid. Naar

de buitenkant, naar ouders toe is het

goed om een duidelijk smoel te heb-

ben, zodat ouders makkelijker voor

jouw school kunnen kiezen.”

“Scholen kiezen bij de profilering voor

een thema waar ze extra waarde aan

hechten. Je bekent als school kleur.

Het doel is dat ouders gaan fungeren

als ambassadeurs van de school, zij

moeten een eenduidig verhaal kunnen

vertellen over de school. Bij veel tegen-

strijdige verhalen over een school

ontstaat immers een diffuus beeld.

Het is als school niet voldoende om

tevreden ouders te hebben, ze moeten

ook trots worden op de school en

vervolgens die trots omzetten in

tamtam, er over vertellen. Aanbeveling

is een zeer belangrijke factor bij de

schoolkeuze.

Zowel management als leerkrachten

kunnen zelf aan de slag met de ontwik-

keling van een duidelijk profiel aan de

hand van het boek. “Waar je wel altijd

bij op moet passen bij het opstellen van

een profiel is, dat het past bij de omge-

ving”, zegt Dulmers nog. “Het is net als

een autoband, het profiel moet passen

bij het wegdek anders slip je.”

Boek:

Schoolprofilering ‘…de bedoeling

moet blijken uit wat we doen…’

van Marianne Schuurmans,

Uitgeverij Scholen met Succes,

ISBN: 978-90-815900-1-3.

Bij het boek hoort een webside:

www.schoolprofiel.com.

Scholen met Succes helpt scholen, al meer dan 25 jaar, bij het creëren van marktsucces door middel van onderzoek,profilering en effectieve in- en externe communicatie. In september gaf dit bureau een boek uit over schoolprofilering.In het boek wijst auteur Marianne Schuurmans op het belangom je als school te onderscheiden van concurrenten en aan toekomstige klanten te tonen waarom de school aantrekkelijk voor hen is.

GEEF JE SCHOOL PROFIEL

Mathijs ter Bork

Page 9: Nationale OnderwijsKrant, maart 2011

9NATIONALEONDERWIJSKRANT

Een nieuwe visie vanuitmeerdere wiskundige

invalshoekenhet gamma is

compleet met de nieuwe

TI-Nspire™ CX kleurenmachine!!

bel 0800 48422737 voor de

lerarenaanbiedingNU MET

KLEURENSCHERM, EIGEN

PLAATJES DOWNLOADEN

EN OPLAADBARE

BATTERIJ

www.education.ti.com/nederland

Ondanks de onzekerheden, vanwege

het gure beleidsklimaat van dit kabinet

op het gebied van onderwijs, blijft

oudervereniging Balans vertrouwen

houden in de winst van een goede

samenwerking tussen school en ouders.

Het zal nu meer dan ooit nodig zijn om

de handen ineen te slaan, als een kind

extra zorg nodig heeft om van het

onderwijs te kunnen profiteren. In 2011

zal Balans daarom in de Nationale

OnderwijsWeek de achtste Balans

Award uitreiken aan het voorbeeld van

goede samenwerking tussen ouders en

onderwijs.

Oudervereniging Balans reikt deze

Award met name uit om goede voor-

beelden voor het voetlicht te brengen

en anderen te stimuleren deze voor-

beelden te volgen. Aan de Balans

Award is, behalve publiciteit en een

interessante activiteit voor uw school,

ook een geldprijs verbonden. De voor-

gaande Awards hebben mooie voor-

beelden van een goede samenwerking

opgeleverd. Zoals in 2010 de winnaar

het Christelijk college de Noordgouw in

Heerde. De ouders van een 15 jarige

leerling met een autisme spectrum

(ASS) uit HAVO 4, nomineerde het zorg-

team van de school omdat “ze geen

middel onbeproefd lieten om de zelf-

standigheid van hun zoon te stimule-

ren” en “omdat ze niet de minder-

waardigheid van een ontwikkelings-

stoornis benadrukken, maar de leerlin-

gen die een speciale benadering nodig

hebben, juist optillen tot meerder-

waardigheid”.

De uitreiking van de Award vond plaats

op de winnende school en werd gevierd

met een door Balans georganiseerd jon-

geren debat en de improvisatietheater-

groep Impro4U. Een aankomend jonge

politicus ontfutselde de honderden jon-

geren hun mening over een aantal

prikkelende stellingen, waarop de

theatergroep vervolgens reageerde

met vrolijke en hilarische intermezzo’s.

Natuurlijk werden het beeldje en de

geldprijs, uitgereikt door juryvoorzitter

Pia Dijkstra, ook met plezier ontvangen,

maar de enthousiaste sfeer bepaalde

toch zeker het succes van de middag.

www.balansdigitaal.nl

Balans Award voor productieve samenwerking school en ouders

Page 10: Nationale OnderwijsKrant, maart 2011

De Dag van de Leraar is de Nederlandse variant van

de internationale World Teachers’ Day. Op deze dag

wordt wereldwijd stilgestaan bij het belang van

onderwijs. Onderwijs is, naast een mensenrecht op zich,

een middel om andere mensenrechten te realiseren.

Het stelt economisch en sociaal kansarme volwassenen

en kinderen in staat zichzelf uit de armoede te halen

en een toekomst op te bouwen.

De Dag van de Leraar is bedoeld als een feestdag

voor alle leraren in Nederland. Het SBL roept leerlingen,

ouders, managers en andere betrokkenen op om

leraren in het zonnetje te zetten en ze te bedanken

voor hun inzet. Een greep uit de acties van 2010:

• Dubbele pauze met koffiekoeken voor de leraren,

terwijl ouders op de speelplaats staan.

• De lerarenkamer is omgetoverd tot een luxe resort,

waar leraren, na een heerlijk ontbijt, verwend

zullen worden door leerlingen van de schoonheids -

instituutopleiding.

• Om 14:00 uur stoppen de lessen en worden alle

collega's ontvangen in de Stayokay naast de school.

Daar wordt in een caféachtige setting Murphy's Quiz

gespeeld (de kennis van de leraren wordt op een

ludieke manier getoetst) en de middag wordt

afgesloten met een Italiaans buffet.

Het kan ook simpeler:

• Geef een verrassingscadeau (bijvoorbeeld boekenbon,

theaterbon).

• Organiseer een eigen Leraar van het Jaar verkiezing.

• Speld een rozet op met ‘Onze nummer 1'.

• Maak speciale posters.

Op de zaterdag voorafgaand aan 5 oktober, dus op

1 oktober 2011, wordt een landelijk evenement rond

de Dag van de Leraar georganiseerd. Op deze dag

krijgen leraren gratis toegang tot een museum (afge-

lopen jaar het Instituut voor Beeld en Geluid, de twee

jaren daarvoor het Openluchtmuseum) en kunnen ze

er voor kiezen aan een aanbod van workshops of

activiteiten, speciaal voor leraren, deel te nemen.

Meer informatie: www.dagvandeleraar.nl

10 NATIONALEONDERWIJSKRANT

De Dag van de Leraar: 5 oktober 2011

Voorzitter Onderwijsraad

EINDE AAN GELIJKHEIDSCULTUUR IN ONDERWIJS

“Nederland heeft een goed onderwijssysteem met

goede kwaliteit. Als je wat preciezer kijkt dan zie je

dat wij het met leerlingen aan de ‘onderkant’ heel

goed doen. In Nederland weten wij in vergelijking tot

andere landen veel te bewerkstelligen met zwak

presterende leerlingen of met leerlingen met relatief

geringere cognitieve vaardigheden. Met leerlingen

aan ‘de bovenkant’ - het gaat dan om circa 15 tot 20

% van de leerlingen - doen we het minder goed. Het

betekent in feite dat die leerlingen minder goed

presteren dan zij zouden kunnen.” Aan het woord is

Geert ten Dam de kersverse voorzitter van de

Onderwijsraad. Ten Dam heeft recent het roer overge-

nomen van Fons van Wieringen en presenteerde

onlangs twee nieuwe adviezen van de Raad: Naar

hogere leerprestaties in het voortgezet onderwijs en

Excellente leraren als inspirerend voorbeeld.

Masteropleiding

We openen het gesprek over het eerstgenoemde

rapport waarin de raad op verzoek van Minister

Van Bijsterveldt aanbevelingen doet om te komen tot

betere leerprestaties in het voortgezet onderwijs. In

het advies wordt daarom flink ingezet op professiona-

lisering en het verhogen van het opleidingsniveau van

leraren. Bij- en nascholing wordt voor alle leraren en

schoolleiders verplicht, en nieuwe leraren met een

bacheloropleiding krijgen een startkwalificatie om les

te geven in de onderbouw van het voortgezet onder-

wijs. Binnen vijf jaar dient deze groep een opleiding

op masterniveau te hebben voltooid anders komt hun

lesbevoegdheid te vervallen. “In een eerder advies

(Presteren naar vermogen, 2007) hebben wij er al eens

op gewezen dat ca 10% van de leerlingen het beter

zou kunnen doen. Met name bij hoogbegaafden, leer-

lingen met laagopgeleide ouders en Turkse leerlingen

is er sprake van onderpresteren. Het laat zien dat je

ernaar moet streven niet alleen de leerlingen aan de

bovenkant beter te laten presteren maar moet probe-

ren over de hele linie een stapje hoger te komen.”

Ten Dam legt uit dat de Onderwijsraad met het advies

een norm heeft willen stellen voor het opleidingsniveau

van leraren. Zelf benoemt ze het als ‘een stip aan de

horizon’. “Hier moeten wij met zijn allen naar toe,

ook al realiseren we het niet van vandaag op morgen.

In het advies hebben wij aangegeven hoe je naar de

norm kunt toewerken. Het geldt in de eerste plaats

voor nieuwe leraren: zij moeten binnen vijf jaar toe-

werken naar het masterniveau . We hebben daarnaast

geadviseerd dat alle leraren hun professionaliteit

onderhouden door verplichte bij- en nascholing.

Dit hebben wij gekoppeld aan het lerarenregister.

Zonder opname in het lerarenregister verliest een

leraar zijn bevoegdheid.”

Excellente leraren

In het tweede advies van de Onderwijsraad wordt

aanbevolen om op iedere school 5% beste leerkrachten

aan te wijzen. Deze ‘excellente leraren’, die voorge-

dragen worden door collega's en directie, kunnen dan

een dag in de week aan het werk met uiteenlopende

innovatieve of begeleidende taken. Voor professionali-

sering of projecten om het onderwijs te verbeteren zou

elke excellente leraar jaarlijks 10.000 euro moeten

krijgen. De Raad beveelt ook aan deze leraren zelf

een toelage op hun salaris te geven. Het is de vraag

of dit voorstel van de Onderwijsraad wel past in de

cultuur van het onderwijs. “Wij geven in het advies

aan”, reageert Ten Dam, “dat het zichtbaar maken en

waarderen van kwaliteitsverschillen in het onderwijs

niet vanzelfsprekend is. De gelijkheidscultuur in het

onderwijsin het onderwijs is een hobbel. Maar wat wij

hebben gemerkt in de gesprekken die wij gevoerd

hebben in de voorbereiding van het advies, is dat er

op heel veel scholen gezocht wordt naar manieren

om dat te doorbreken. Het advies geeft daar concrete

handvatten voor. ”

De voorzitter van de Onderwijsraad benadrukt nog

maar eens, dat excellente leraren toch vooral moeten

blijven lesgeven. Het gaat om de bijdrage die ze leveren

aan de ontwikkeling en leerprestaties van leerlingen.

Daarom ook moeten excellente leraren door het team

en door de directie zelf worden aangewezen. Om te

garanderen dat de benoeming objectief tot stand

komt, pleit de Onderwijsraad wel voor een externe

validering, zodat wat in Zeeland geldt ook voor

Groningen kan gelden. “Je zult de schijn moeten

vermijden van vriendjespolitiek. ”

“Die gelijkheidscultuur is aan het afbrokkelen en dat is goed”, zegt de nieuwe voorzitterGeert ten Dam van de Onderwijsraad naar aanleiding van het recent verschenen adviesExcellente leraren als inspirerend voorbeeld. De Onderwijsraad doet daarin de aanbe-veling om 5% van de leraren aan te wijzen als excellente leraren. Deze leraren kunnenfungeren als rolmodel, en krijgen een taak geven bij het ontwikkelen en verbeterenvan het onderwijs. Het erkennen en waarderen van bijzondere kwaliteiten is in hetonderwijs nog niet heel gebruikelijk. “Maar wat wij in de gesprekken die we gevoerdhebben in de voorbereiding van het advies wel hebben gemerkt, is dat er op heel veelscholen gezocht wordt naar manieren om dat te doorbreken.”

Geert ten Dam

foto

: Bart V

ersteeg

Page 11: Nationale OnderwijsKrant, maart 2011

11NATIONALEONDERWIJSKRANT

Een eenduidig kijkje in de keuken van het voortgezet onderwijs

Op www.schoolvo.nl laten scholen voortaan zien

hoe ze presteren op twintig onderdelen, zoals exa-

mens, zittenblijven, lesuitval, personeel, veiligheid en

tevredenheid. De gegevens worden vergeleken met

een landelijk gemiddelde (benchmark). Deze nieuwe

website is het resultaat van het project Vensters voor

Verantwoording van de VO-raad, waarbij alle cijfer-

matige informatie over scholen voor voortgezet

onderwijs wordt verzameld in één systeem. De infor-

matie is afkomstig van de Dienst Uitvoering Onderwijs

(DUO, voorheen Cfi), de Onderwijsinspectie en van

de scholen zelf.

Omdat het voor de scholen mogelijk is de gepubli -

ce erde informatie van toelichtingen te voorzien, ont-

staat een genuanceerd en eerlijk beeld op meerdere

terreinen. Voor bijvoorbeeld ouders wordt het door

de website eenvoudiger om scholen te vergelijken.

Scholen hebben meer regie over de beeldvorming,

als ze zelf het initiatief nemen. Dit project is dan ook

een initiatief van de scholen. Er is geen 'beste school

van Nederland', wat in diverse media werd gesteld.

Er is een uniforme basisset van 20 indicatoren en

scholen kunnen niet naar eigen behoefte indicatoren,

detailinformatie en benchmarks selecteren en toevoe-

gen. Ze kunnen wel naar eigen behoefte toelichtingen

schrijven. Dat stimuleren we ook, omdat daarmee

de gegevens uitgelegd worden.

Maar wat als de resultaten van jouw school niet zo

goed zijn, wil je dan wel dat die resultaten zo open

op straat liggen? Op de website lezen we op die

vraag het volgende antwoord: “In het verleden is al

vaak gebleken dat de enig juiste koers bij problemen

is: het geven van openheid van zaken. Juist dan houd

je zelf de regie en kun je de nadruk leggen op de

aanpak en zorg, die je voor het probleem hebt.

Informatie ligt op straat en niets werkt slechter

voor een organisatie dan achterklap en roddel. De

gegevens op Vensters voor Verantwoording worden

weergegeven over een langere periode en worden

afgezet tegen een landelijke benchmark. Dat geeft

een grote nuance in de vergelijkingen.”

Scholen nemen op vrijwillige basis deel aan Vensters

voor Verantwoording. Inmiddels heeft 90 procent van

de scholen zich bij het project aangesloten, waarvan

49 procent alle gegevens heeft gepubliceerd. Van

de scholen die (nog) niet deelnemen of nog niet

alle gegevens gepubliceerd hebben, is de helft van

de resultaten te zien. Het gaat daarbij om de gege-

vens die via DUO en de Inspectie zijn verkregen. De

VO-raad is blij met de website en noemt het een

belangrijke stap voorwaarts op het gebied van trans-

parantie door scholen in het voortgezet onderwijs en

een belangrijk instrument voor de kwaliteitsbewaking

van de scholen zelf.

Politiek, media, mensen op straat. Vrijwel iedereen heeft een mening over onderwijs.Gevolg: vaak ongenuanceerde en onvolledige verhalen. Scholen hebben daar last van.Daarom lanceerde de VO-raad begin februari de website www.schoolvo.nl met deprestaties van alle scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland. Omdat alle scholenlaten zien hoe ze presteren op een eenduidige manier, kan er voortaan een gesprekgevoerd worden ‘op basis van feiten’, in plaats van ‘reageren op basis van vermoedens’.

Mark de Hiep, sales en marketing

manager Benelux: “We werken onder-

wijsgericht en proberen technologie

zoveel mogelijk samen met het onder-

wijs te ontwikkelen. Ons nieuwste

model, de TI-nspireTM, past in de

ICT-infrastructuur van een school.

Aangemaakte bestanden kunnen wor-

den bewaard, binnen een document

zitten verschillende schermen met

bijvoorbeeld teksten, grafieken en

spreadsheets. Op die manier kun je

stof uit wiskundeboeken levend maken,

doordat de voorbeelden ook in de

machine gezet kunnen worden.

Lesgeven wordt interactief en zorgt

er voor dat de organisatie van de les

eenvoudiger wordt. Een docent kan nu

vooraf één bestand maken dat hij vanaf

zijn pc naar de machine van de leerlin-

gen kan sturen, waarmee zij vervolgens

aan de slag kunnen. Dat kan heel

eenvoudig met een USB-kabel, maar

het kan ook via een docking station,

waar tot veertig leerlingen hun machine

op kunnen inpluggen.”

De toekomst van de rekenmachine

“Voorlopig zijn we nog ver weg van

een applicatie op een andere drager,

bijvoorbeeld op een smartphone. Met

name voor gebruik op het Centraal

Eindexamen. Want een ander apparaat

dan een rekenmachine is nog niet

betrouwbaar, omdat er altijd contact

met de buitenwereld mogelijk is en het

geheugen met allerlei zaken kan worden

gevuld”, aldus De Hiep.

Het verband tussen de rekenmachine

en de teruglopende rekenvaardigheden

in het voortgezet onderwijs, wijst hij

resoluut van de hand: “De (grafische)

rekenmachine is nooit meer dan een

hulpmiddel geweest waarmee je vooral

tijdwinst kunt behalen en je antwoor-

den kunt controleren. Die tijdwinst kun

je dan weer gebruiken om dingen te

herhalen, in de stof te verbreden of

te gaan verdiepen. Waar het om gaat,

is dat leerlingen tijdens de middelbare

schoolperiode getest blijven worden

op hun vaardigheden. Dat de docent

die dat begeleidt, dus ook met de

mogelijkheden van de rekenmachine

om weet te gaan. Wat ons betreft

zouden de lerarenopleidingen dat in

hun programma op moeten nemen,

dat gebeurt nu (te) incidenteel. De

rekenmachine verbieden zou de voor-

uitgang tegenhouden betekenen.”

Redactieadres:

AT Consult

Postbus 543

4100 AM Culemborg

T 0345 - 51 01 61

E [email protected]

I www.atconsult.nl

Hoofdredactie:

Aat Sliedrecht

Eindredactie:

Anneke Sliedrecht

COLOFONDe Nationale Onderwijskrant is een uitgave van de stichting Nationale OnderwijsWeek

NATIONALEONDERWIJSKRANT

Redactie:

Cocky de Valk

INOP, PO Raad, VO-raad, MBO-Raad

Acquisitie:

Recent BV, Amsterdam

Vormgeving en drukwerkbegeleiding:

Franssen & Van Iersel

Grafische Producties b.v.

’s-Hertogenbosch

De interactieve klasTexas Instruments is een van de grootste spelers op het gebiedvan educatieve technologie. Ze maken vanaf het begin van dejaren zeventig rekenmachines, van eenvoudige tot geavanceerdemachines die in het hoger onderwijs worden gebruikt. Hoe staathet er voor met de rekenmachinemarkt?

Page 12: Nationale OnderwijsKrant, maart 2011

Wat is…?

zoek | maak | deel leermateriaal

www.wikiwijs.nl