Naam: …………………………………………………. 3de ......2020/05/03 · Er komen...
Transcript of Naam: …………………………………………………. 3de ......2020/05/03 · Er komen...
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
1
Rekenbundel
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
2
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
3
Een breuk nemen van een getal (week 5)
Doelen: - Ik kan een breuk nemen van een hoeveelheid (herhaling) - Ik kan een breuk nemen van een getal.
Een breuk nemen van een getal.
1. Neem de breuk van de hoeveelheid. a) Vul de breukvragen in.
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
4
b) Overloop de breukvragen in jouw hoofd. Noteer de bewerking. Kleur of teken wat gevraagd wordt.
____ van . = .
____ van . = .
____ van . = .
____ van . = .
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
5
2. Overloop de breukvragen in jouw hoofd. Teken de splitsing en los de bewerking op.
2 van 16 = 8 4
3 van 15 = . 5
3 van 18 = . 6
16
÷ ÷ ÷ ÷ 4 4 4 4
15
÷ ÷ ÷ ÷ ÷ 3 3 3 3 3
18
2 van 30 = . 3
3 van 12 = . 4
2 van 21 = . 3
30
12
21
2 van 36 = . 4
4 van 20 = . 5
1 van 16 = . 2
36
20
16
3. Neem de breuk van het getal en vul de uitkomst in.
1 van 12 = . 2 2 van 27 = . 3 2 van 32 = . 4 3 van 25 = . 5
2 van 18 = . 6 4 van 21 = . 7 3 van 32 = . 8 2 van van 18 = . 9
8 van 50 = . 10 3 van 40 = . 4 1 van 42 = . 6 4 van 65 = . 8
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
6
Cijferen X tot 1000 met één keer onthouden (week 5)
Doelen: - Ik kan het product schatten. - Ik kan cijferend vermenigvuldigen met een product kleiner dan of gelijk aan 1000.
Cijferen X met één keer onthouden
Los eerst de schatting op en daarna de vermenigvuldiging. Ik schat: ______________
Ik schat: ______________
Ik schat: ______________
D H T E 1 6 3 x 2
D H T E 3 2 4 x 3
D H T E 2 4 6 x 2
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
7
Ik schat: ______________
Ik schat: ______________
Ik schat: ______________
D H T E 2 3 2 x 4
D H T E 1 4 1 x 5
D H T E 1 1 5 x 6
Ik schat: ______________
Ik schat: ______________
Ik schat: ______________
D H T E 1 3 1 x 8
D H T E 3 7 4 x 2
D H T E 2 7 2 x 3
Ik schat: ______________
Ik schat: ______________
Ik schat: ______________
D H T E 2 1 9 x 4
D H T E 2 0 0 x 5
D H T E 1 1 4 x 6
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
8
Herhaling: loodrechte, evenwijdige en snijdende rechten, lijnstukken en punten (week 5)
Doelen:
- Ik kan een rechte, een lijnstuk en een punt tekenen. - Ik kan rechten en lijnstukken evenwijdig, loodrecht en snijdend tekenen. - Ik kan de correcte benaming geven aan rechten, lijnstukken en punten. - Ik kan de symbolen voor evenwijdig, snijdend en loodrecht lezen en noteren.
Een punt, een rechte en een lijnstuk:
Evenwijdig, snijdend en loodrecht:
1. Verbind met de juiste benaming/symbool.
een rechte
* * A
evenwijdig
* * ^
loodrecht
* * ½AB½
een lijnstuk
* * a
een punt
* * //
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
9
2. Teken:
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
10
3. Verbind.
4. Zoek en noteer.
5. Teken:
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
11
Tot op 5 minuten nauwkeurig (week 5) Hoe laat is het?
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
12
Functies van getallen (week 6)
Doelen: - Ik kan uitleggen of een getal de functie heeft van een hoeveelheid, een rangorde,
een maatgetal of een code.
hoeveelheid rangorde maatgetal code - 6 kleurpotloden - 4 appelen - 10 groepjes - 3 paar kousen - ...
- De tweede in de rij. - De 1e van de klas. - Het derde leerjaar - ...
- euro, € - kilogram, kg - liter, l - meter, m - ...
- een nummerplaat: 1-ABC-123 - een pincode: 1234 - een postcode: 1070, 9000 - een telefoonnummer: 0486 15 73 90 - ...
1. Vul in. Kies uit: hoeveelheid, rangorde, maatgetal, code Na 10 minuten wachten kwam de ziekenwagen. ________________________ Ik eindigde achtste op de zwemwedstrijd. ________________________ Tram 3b rijdt tot aan de speeltuin. ________________________ We betaalden 2 euro voor de tramrit. ________________________
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
13
2. Vul in. Kies uit: hoeveelheid, rangorde, maatgetal, code Er komen vier vrienden naar mijn verjaardagsfeestje. ________________________ Dit is mijn eerste reis met het vliegtuig. ________________________ Matilda heeft net twee grappen verteld. ________________________ Wat heb ik een honger! Ik lust wel 5 kg pasta. ________________________`
3. Verbind elke code met de juiste betekenis. 9000 * * datum 26/05/2020 * * telefoonnummer 0485 40 08 47 * * postcode
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
14
Cijferen X tot 1000 met twee keer onthouden (week 6)
Doelen: - Ik kan het product schatten. - Ik kan cijferend vermenigvuldigen met een product kleiner dan of gelijk aan 1000.
Cijferen X met één keer onthouden
Los eerst de schatting op en daarna de vermenigvuldiging. Ik schat: ______________
Ik schat: ______________
Ik schat: ______________
D H T E 4 6 3 x 2
D H T E 2 6 4 x 3
D H T E 2 5 6 x 2
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
15
Ik schat: ______________
Ik schat: ______________
Ik schat: ______________
D H T E 2 3 3 x 4
D H T E 1 4 9 x 5
D H T E 1 2 5 x 6
Ik schat: ______________
Ik schat: ______________
Ik schat: ______________
D H T E 1 7 8 x 5
D H T E 3 7 7 x 2
D H T E 2 7 4 x 3
Ik schat: ______________
Ik schat: ______________
Ik schat: ______________
D H T E 2 3 9 x 4
D H T E 1 3 4 x 7
D H T E 1 5 9 x 4
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
16
Geld: gepast betalen (week 6)
Doelen: - Ik kan de biljetten en munten opsommen. - Ik kan gepast betalen.
Munten en biljetten
Het woord “euro” schrijf je na het getal. Het symbool € schrijf je voor het getal.
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
17
Betalen Een bedrag betaal je het best van groot naar klein. Eerst de biljeten, daarna de munten.
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
18
1. Betaal gepast en teken de munten en biljetten.
2. Kleur wat samen 1 euro is. Er zijn verschillende mogelijkheden.
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
19
3. Betaal gepast.
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
20
Scherpe, rechte en stompe hoeken (week 6)
Doelen: - Ik kan scherpe, rechte en stompe hoeken vergelijken en juist benoemen.
Welke hoeken zijn dit? Noteer ze in het schema op de volgende pagina.
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
21
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
22
Tot op 5 minuten nauwkeurig (week 6) Hoe laat is het?
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
23
Driehoeken (week 7)
Doelen: - Ik kan de verschillende soorten driehoeken benoemen op basis van de hoeken:
scherphoekige, rechthoekige en stomphoekige driehoeken. - Ik kan de verschillende soorten driehoeken benoemen op basis van de zijden: een
ongelijkzijdige driehoek, een gelijkbenige driehoek en een gelijkzijdige driehoek.
Op basis van de hoeken: scherphoekige, rechthoekige en stomphoekige driehoeken.
Op basis van de zijden: gelijkzijdige driehoek, gelijkbenige drihoek, ongelijkzijdige driehoek.
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
24
STAP 1: meet de zijden en noteer of de driehoek gelijkzijdig, gelijkbenig of ongelijkzijdig is. STAP 2: meet de hoeken. Zet een boogje in de scherpe hoeken, dit zal jou helpen. Noteer of de driehoek scherphoekig, rechthoekig of stomphoekis is.
Naam: …………………………………………………. 3de leerjaar
25
Tot op 5 minuten nauwkeurig (week 7) Hoe laat is het?