NA Belangrijke feiten en cijfers - cmo.nl · PDF file12/13/2007 · Hoeveel mensen...

84
Belangrijke feiten en cijfers over Europa en de Europeanen Europese Unie

Transcript of NA Belangrijke feiten en cijfers - cmo.nl · PDF file12/13/2007 · Hoeveel mensen...

Belangrijke feiten en cijfersover Europa en de Europeanen

Europese Unie

NL

NA

-76-06-481-NL-C

Belangrijke feiten en cijfersover Europa en de Europeanen

Met 27 lidstaten en een bevolking van bijna een half miljardinwoners omvat de Europese Unie een groot deel van Europa.Sinds haar oprichting streeft zij ernaar haar burgers vooruitgangen stabiliteit te brengen. Haar beleid en maatregelen zijn zoweldirect als indirect op ieder van ons van invloed.

De Europese Unie wil een eerlijke en zorgzame samenleving totstand brengen, die zich inzet voor economische vooruitgang enhet creëren van banen door de concurrentiepositie van onder-nemingen te verbeteren en werknemers nieuwe vaardighedenaan te leren.

De EU werkt er samen met haar buren aan om vooruitgang,democratische processen, de rechtsstaat en mensenrechtenook buiten haar grenzen te verspreiden. De Europese Unie is degrootste handelsmogendheid ter wereld en een belangrijke ver-strekker van financiële en technische hulp aan armere landen.

Met behulp van tabellen, grafieken en amusante illustraties wor-den in deze brochure de belangrijkste feiten en cijfers over deEuropese Unie en haar lidstaten weergegeven.

ISBN 92-79-03618-1

9 789279 036187

VERTEGENWOORDIGINGEN VAN DE EUROPESECOMMISSIE

Vertegenwoordiging in BelgiëArchimedesstraat 73, B-1000 BrusselTel. (32-2) 295 38 44Fax: (32-2) 295 01 66Internet:www.ec.europa.eu/belgium/welcome/index_nl.htmE-mail: [email protected]

Vertegenwoordiging in NederlandKorte Vijverberg 5, 2513 AB Den HaagNederlandTel. (31-70) 313 53 00Fax: (31-70) 364 66 19Internet: www.eu.nlE-mail: [email protected]

BUREAUS VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Bureau in BelgiëWiertzstraat 60, B-1047 BrusselTel. (32-2) 284 20 05Fax: (32-2) 230 75 55Internet: www.europarl.europa.eu/brussels/E-mail: [email protected]

Bureau in NederlandKorte Vijverberg 6, 2513 AB Den HaagNederlandTel. (31-70) 362 49 41Fax: (31-70) 364 70 01Internet: www.europeesparlement.nlE-mail: [email protected]

Er zijn vertegenwoordigingen of bureaus van de Europese Commissie en van het Europees Parlement in alle lidstaten van de Europese Unie. De Europese Commissie heeft delegaties in andere landenvan de wereld.

Overige informatie over de Europese Unie

Ga onlineInformatie in alle officiële talen van de Europese Unie vindt u op de Europawebsite: europa.eu

Kom eens langsEr zijn in heel Europa honderden plaatselijke EU informatiecentra. Het adres van het dichtstbijzijnde centrum vindt u op deze website:europedirect.europa.eu

Bel of schrijf onsEurope Direct beantwoordt al uw vragen over de Europese Unie. U kunt ons bereiken op het gratis telefoonnummer 00 800 6 7 8 9 10 11(of tegen betaling uit een land buiten de EU op het nummer (32-2) 299 96 96), of door een e-mail te sturen naar europedirect.europa.eu

Lectuur over EuropaPublicaties over de EU vindt u op de website van EU Bookshop: bookshop.europa.eu

Informatie en publicaties over de Europese Unie in het Nederlands zijn ook verkrijgbaar bij:

AÁores

Madeira

Guadeloupe

Martinique

Reunion

Guyane

Canarias

HR

RURU

AT Oostenrijk

PL Polen

PT Portugal

RO Roemenië

SI Slovenië

SK Slowakije

FI Finland

SE Zweden

UK Verenigd Koninkrijk

Kandidaat-lidstatenHR Kroatië

MK Voormalige

Joegoslavische

republiek Macedonië (1)

TR Turkije

Andere landenCN China

IN India

JP Japan

RU Rusland

US Verenigde Staten

MK

EU-lidstatenEU-27 staat voor de huidige lidstaten van de Europese Unie

EU-25 staat voor de EU zoals tot stand gekomen in 2004

EU-15 staat voor de EU vóór de toetredingen van 2004 en later

BE België

BG Bulgarije

CZ Tsjechië

DK Denemarken

DE Duitsland

EE Estland

IE Ierland

EL Griekenland

ES Spanje

FR Frankrijk

IT Italië

CY Cyprus

LV Letland

LT Litouwen

LU Luxemburg

HU Hongarije

MT Malta

NL Nederland

Afkortingenlijst

De bibliografische gegevens bevinden zich aan het einde van deze publicatie.

(1) Voorlopige code die geen invloed op de definitieve naam van het land heeft, die aan het einde van de lopendeonderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties zal worden vastgesteld.

Belangrijke feiten en cijfersover Europa en de Europeanen

Inhoud

De Europese Unie — Een succesverhaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3

De Europese Unie — Een familie die zich uitbreidt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

Omvang en bevolking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5Hoe groot is de EU?Hoeveel mensen wonen in de EU?Europeanen worden steeds ouderBevolkingsgroei

Levenskwaliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16Hoe welvarend zijn Europeanen?Hoe gezond zijn Europeanen?Een eerlijke en zorgzame samenleving

Onderwijs, onderzoek en de informatiemaatschappij . . . . . . . . . . . . . . 25Onderwijs: investeren in mensenDe opleidingen die Europeanen volgenBeter onderwijs betekent meer kans op een baanInformatietechnologie: een essentieel instrumentOnderzoek: van groot belang voor de toekomst

Europeanen aan het werk. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36Wat voor werk doen mensen?Hoeveel mensen in de EU hebben een baan?De genderkloofGelijke kansen voor iedereen?

Economische activiteiten en handel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45Hoeveel produceert de EU?Mensen waar voor hun geld biedenEen belangrijke handelsmachtDe EU bestrijdt de armoede in de wereld

Vervoer, energie en milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54Vervoer over land, over zee en door de luchtBetrouwbare energievoorzieningMilieubescherming

Samenleven in Europa . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64Gelukkige Europeanen met gedeelde zorgenPraten met de burenSamen studerenVoorstanders of sceptici?Van de voordelen profiteren

De kandidaat-lidstaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75Grootte en bevolkingHoe welvarend zijn ze?Mensen aan het werk

Een goed nabuurschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79

De Europese Unie heeft geen introductie nodig. In een halve eeuwheeft zij haar burgers politieke stabiliteit en economische voorspoedgebracht. Binnen de EU werd een interne markt zonder binnengren-zen gecreëerd en een gemeenschappelijke munt, de euro, ingevoerd.Een verdeeld continent is weer samengebracht. De Europese Unie iseen belangrijke economische macht en loopt in vergelijking met derest van de wereld voorop bij het verlenen van ontwikkelingshulp aanarmere landen. Het aantal lidstaten is gestegen van zes tot zevenen-twintig, waardoor de EU momenteel bijna een half miljard inwonerstelt.

Niet alle Europese landen zijn EU-lidstaten of willen dat zijn, maar deUnie moedigt elk democratisch Europees land aan een aanvraag totlidmaatschap in te dienen. De EU onderhoudt nauwe en vriendschap-pelijke betrekkingen met al haar buren, zowel in Europa als aan deoostelijke en zuidelijke oever van de Middellandse Zee.

Hoewel ze onderling heel verschillend zijn, zetten de EU-lidstaten zichgezamenlijk in voor vrede, democratie, de rechtsstaat en eerbiedigingvan de mensenrechten. Ze streven ernaar deze waarden in Europaen elders te handhaven, welvaart te creëren en te delen en collectiefinvloed uit te oefenen door op het wereldtoneel gezamenlijk op te tre-den.

Aan de hand van diverse tabellen en grafieken verstrekt deze bro-chure basisinformatie en cijfers over de Europese Unie en haar lidsta-ten, waarbij deze lidstaten soms worden vergeleken met andere groteeconomieën. De landen die het EU-lidmaatschap hebben aangevraagd,zijn in een afzonderlijk onderdeel opgenomen.

Ter vereenvoudiging zijn sommige cijfers naar boven afgerond. Deafkortingen die voor de landen worden gebruikt, worden uitgelegd opde binnenkant van de voorpagina. De sluitingstermijn voor de gege-vens in deze uitgave was mei 2007.

Via het EU-internetportaal (europa.eu) zijn online veel meer gegevensbeschikbaar over de Europese Unie, wat haar taken zijn en wat zij vooru betekent. U kunt voor statistische gegevens direct naar de websitevan Eurostat, het Bureau voor de statistiek van de EU (epp.eurostat.ec.europa.eu). Hier kunt u duizenden gegevens gratis raadplegen.

De Europese Unie — Een succesverhaal

3

De EU werd in de jaren vijftig onder de naam Europese EconomischeGemeenschap opgericht door zes landen: België, Duitsland, Frankrijk,Italië, Luxemburg en Nederland. Zij ontwikkelden een nieuwe manierom bijeen te komen en hun gemeenschappelijke belangen te behe-ren, die in wezen gebaseerd was op economische integratie. In 1973traden Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk toe, in 1981volgde Griekenland en in 1986 werden Portugal en Spanje lid. Doorde Duitse eenwording in 1990 werden ook de Oost-Duitse deelstatenopgenomen.

In 1992 werd een nieuw verdrag gesloten, waardoor de instellingenvan de Gemeenschap nieuwe verantwoordelijkheden kregen en nieu-we vormen van samenwerking tussen de regeringen van de lidstatenontstonden: de Europese Unie was geboren. De EU werd in 1995 uit-gebreid met Finland, Oostenrijk en Zweden.

In 2004 werden Cyprus, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta,Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië lid van de EU, in 2007 gevolgddoor Bulgarije en Roemenië. Verder hebben nog drie landen, Kroatië,Turkije en de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië, hetEU-lidmaatschap aangevraagd.

Europa heeft altijd onderdak geboden aan veel verschillende volkerenen culturen. In iedere lidstaat wonen mensen die afkomstig zijn uitandere landen en die doorgaans nauwe historische banden met hetgastland hebben. De EU beschouwt etnische en culturele diversiteitals een voordeel en werkt tolerantie, respect en een goede verstand-houding in de hand.

De Europese Unie — Een familie die zich uitbreidt

2007

EU-lidstaten

Kandidaat-lidstaten

4

Omvang en bevolkingDe Europese Unie beslaat minder dan de helft van deVerenigde Staten, maar heeft 50 % meer inwoners. De bevol-king van de EU is na die van China en India de grootste terwereld.

De geboortecijfers in de EU dalen en de Europeanen levensteeds langer. Deze ontwikkelingen hebben belangrijkegevolgen voor de toekomst.

5

6

1000

800

600

400

200

0

357,0

130,7111,0 93,0

506,0544,0

295,1

82,591,9

304,5312,7

410,3

243,8230,0

EU-27 FR ES SE DE PL FI IT UK RO EL BG HU PT AT

4 215,1

Hoe groot is de EU?De Europese Unie heeft een oppervlakte van meer dan 4 miljoen km2. Op de wereldkaart is de EU niet erg groot, maar zij omvat wel 27 landen.De oppervlaktes lopen erg uiteen, met Frankrijk als grootste en Malta als kleinste lidstaat.

Totale oppervlakte, x 1 000 km²

In het cijfer voor Frankrijk zijn de overzeese departementen niet meegerekend.Bron: Eurostat.

1 000 km2

30,343,168,4

2,633,8

CZ IE LT LV SK EE DK NL BE SI CY LU MT

77,3 62,7 62,3 49,0 43,420,1 9,3 0,3

7

10

8

6

4

2

0

4,2

3,3

17,1 9,6 9,6

0,4

Bronnen: Eurostat, Wereldbank.

Totale oppervlakte, x 1 000 000 km²Miljoen km2

8

493,0 295,7 143,41 306,3 127,41 080,3100

80

60

40

20

0

De cijfers voor de EU-27 dateren van 1 januari 2006, die voor de andere landen van medio 2005.Bronnen: Eurostat, Wereldbank, www.census.gov.

Hoeveel mensen wonen in de EU?De Europese Unie telt 493 miljoen inwoners — na dat van China en van India het hoogste bevolkingscijfer terwereld.

Ten opzichte van de wereldbevolking loopt het percentage van de bevolking van de ontwikkelde landen terug— van 30 % in 1960 tot 16 % in 2005. Momenteel wonen vier van de vijf bewoners van deze planeet in ont-wikkelingslanden. Om de armere landen te ondersteunen zet de EU zich actief in voor wereldwijde ontwikke-ling. De EU is de grootste verstrekker van ontwikkelingshulp ter wereld.

Bevolking in 2005, x 1 miljoenMiljoen

9

10,5 10,3 10,1

82,4

11,1

43,838,2

62,958,8

16,310,6

60,4

100

80

60

40

20

0

21,6

493,0

EU-27 DE FR UK IT ES PL RO NL EL PT BE CZ HU SE

9,0

De 493 miljoen inwoners van de EU zijn niet gelijkmatig over het continent verspreid: bepaaldelanden (en bepaalde regio’s) zijn dichter bevolkt dan andere. Een lidstaat met een grote oppervlakteheeft niet noodzakelijkerwijs ook een groot bevolkingsaantal.

Bevolking van de EU op 1 januari 2006

Bron: Eurostat.

Miljoen

10

AT BG DK SK FI IE LT LV SI EE CY LU MT

4,20,4

8,3 7,7 5,4 5,4 5,3 2,33,4 2,0 1,3 0,8 0,5

Bron: Eurostat.

11

60 65 70 75 80 85

1962

1972

1982

1992

2002

67,2

68,6

70,3

72,2

74,8

75,6

72,9

75,0

77,2

79,1

81,72004

81,1

Bron: Eurostat.

Europeanen worden steeds ouderDe levensverwachting wordt in de Europese Unie steeds hoger. Wie in 1960 werd geboren had een levensver-wachting van ongeveer 67 jaar (mannen) en 73 jaar (vrouwen). Voor baby’s die in 2004 werden geboren is delevensverwachting bijna 76 jaar voor mannen en bijna 82 voor vrouwen.

Ter vergelijking: uit cijfers van de Verenigde Naties blijkt dat baby’s die tussen 2000 en 2005 werden geborenin Somalië, een van de armste landen ter wereld, een levensverwachting hebben van slechts 46 jaar (mannen)en 49 jaar (vrouwen).

Levensverwachting bij de geboorte voor mannen en vrouwen in de EU-25 (1962-2004)

12

In 1960 kregen de meeste vrouwen in de EU twee of meer kinderen. Statistisch gezien kreeg een vrouw gemid-deld meer dan 2,5 kinderen. In 2004 was het totale vruchtbaarheidscijfer gedaald naar ongeveer 1,5 kind pervrouw. Frankrijk en Ierland hebben het hoogste vruchtbaarheidscijfer met iets minder dan twee kinderen pervrouw. Het laagste cijfer (minder dan 1,25) hebben Tsjechië, Letland, Polen en Slowakije.

Doordat er in de EU minder jongeren zijn, neemt het arbeidspotentieel af. Steeds minder werknemers moetensteeds meer gepensioneerden onderhouden, zoals uit deze grafiek blijkt. Er wordt voorspeld dat tegen 20256,3 % van de bevolking ouder dan 80 zal zijn.

Om het werkende deel van de bevolking te vergroten is het nodig dat in Europa meer mensen in de werkendeleeftijd een baan aannemen en later met pensioen gaan, dat meer vrouwen aan het werk gaan, dat werknemersnieuwe vaardigheden leren door middel van programma‘s voor een leven lang leren, en dat gerichte immigratiewordt gestimuleerd. Meer baby’s zouden natuurlijk ook uitkomst bieden!

1964 1969 1974 1979 1984 1989 1994 1999 2004

1,6

2,02,2

3,1

3,5 3,4

4,0

5

4

3

2

1

0

1,8

2,6

Percentage van de bevolking van de EU-25 dat 80 jaar is of ouder (1964-2004)

Bron: Eurostat.

%

13

Totale bevolkingsgroei (blauwe lijn) en nettomigratie (rode lijn) in de EU-25,per 1 000 inwoners (1992-2004)

1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004

5

4

3

2

1

0

4,0

2,4

1,8

1,3 1,4

1,0

1,5

1,2

2,1 1,5

3,0

4,04,4

5,1

4,1

2,8

2,32,1

2,01,7 1,7

2,6

4,6

2,3

3,6

4,8

BevolkingsgroeiHet bevolkingscijfer van Europa stijgt door de combinatie van natuurlijke groei (d.w.z. er worden meer men-sen geboren dan er sterven) en nettomigratie (d.w.z. in de EU komen meer mensen wonen dan er weggaan).

Tegenwoordig is de totale groei van de bevolking van de EU vooral toe te schrijven aan nettomigratie. Zonderimmigratie zou het bevolkingscijfer van Duitsland, Griekenland en Italië de laatste jaren zeker zijn gedaald. Deimmigratie levert de EU broodnodige jonge arbeidskrachten op.

Bron: Eurostat.

14

1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005

800

700

600

500

400

300

200

100

0

397

226

Europa heeft een lange traditie van gastvrijheid en bescherming voor mensen die moeten vluchtenvoor oorlog of vervolging in probleemgebieden overal ter wereld. Het aantal asielzoekers neemttoe in tijden van oorlog, zoals tijdens de Balkanconflicten in het begin van de jaren negentig. Hetaantal asielaanvragen in de EU is sindsdien afgenomen en het stond in 2005 op het laagste puntsinds 1990.

Asielaanvragen in de EU, x 1 000 (1990-2005)

De cijfers voor 1990-1994 zijn voor de EU-15.Bron: Eurostat. 15

LevenskwaliteitEen goede levenskwaliteit hangt van een aantal factoren af,onder andere van het beschikken over voldoende geld en eengoede gezondheid. Hoe welvarend en gezond zijn Europeanen?Het antwoord verschilt van land tot land.

Om een algemeen beeld te krijgen van de materiële levens-standaard in een bepaald land kunnen we meten wat de tota-le waarde is van alles wat dit land in een gegeven kalender-jaar produceert (het bruto binnenlands product of bbp) en datvervolgens delen door het aantal inwoners.

Maar wat je voor dezelfde hoeveelheid geld kunt kopen, vari-eert van land tot land. Om de levensstandaard van verschillen-de landen te kunnen vergelijken, moeten we rekening houdenmet dit verschil in koopkracht. We kunnen dit doen door deprijs van een vergelijkbaar en representatief pakket goederenen diensten in elk land te berekenen en door deze prijs niet inde plaatselijke munteenheid of euro uit te drukken, maar ineen gemeenschappelijke denkbeeldige valuta die wij de koop-krachtstandaard (kks) noemen.

Door de kks te hanteren wordt het verschil in prijsniveaus tus-sen de landen opgeheven, zodat het vergelijken van het bbpper inwoner uitgedrukt in kks een eerlijk beeld geeft van delevensstandaard in de verschillende EU-lidstaten.

16

Hoe welvarend zijn Europeanen?De levensstandaard in Europa is het laatste decennium aanzienlijk gestegen.Uitgedrukt in kks, waardoor de vergelijking tussen verschillende landen mogelijkwordt, behoort de levensstandaard van de EU tot de hoogste ter wereld.

40 000

35 000

30 000

25 000

20 000

15 000

10 000

5 000

0

25 800

22 600

9 300

6 100

35 200

US JP EU-27 RU CN

Bbp per inwoner in kks (2005)

Bronnen: IMF, Eurostat.

17

De levensstandaard binnen de EU varieert. Het bbp per inwoner (kks) is het hoogst in Luxemburg en het laagst in Bulgarije. De EU streefternaar de kloof tussen de arme en rijke lidstaten te verkleinen, de structuur en het concurrentievermogen van de Europese economie teversterken en meer banen te scheppen, zodat wij allen een betere levenskwaliteit kunnen genieten. Het bbp stijgt op dit moment sneller inde armere lidstaten die sinds 2004 tot de EU zijn toegetreden, dan in de andere lidstaten.

Bbp per inwoner van de EU-27 in kks (2005)

60 000

55 000

50 000

45 000

40 000

35 000

30 000

25 000

20 000

15 000

10 000

5 000

0

58 900

32 600

28 900 28 60027 60027 700 26 900 25 900 25 40025 800

23 600 23 000

29 500

LU IE NL AT DK BE UK SE FI DE FR IT ES EU-27 CY

22 600 20 900

Bron: Eurostat.

18

19 700 19 20017 300 16 800 16 800

14 700 14 000 13 400 12 200 11 700 11 4008 000 7 900

EL SI CZ PT MT HU EE SK LT PL LV RO BG

19

Guyane (FR)

Guadeloupe Martinique Réunion

Canarias (ES)

Açores (PT)

Madeira

De levensstandaard kan ook binnen een lidstaat zelf van regio tot regio verschillen. In bepaalde regio’svan de EU bedraagt het bbp per inwoner (in kks), zoals uit de kaart blijkt, minder dan 50 % van hetgemiddelde van de EU-27. In de meest welvarende regio’s ligt dat cijfer 25 % hoger dan het gemiddeldevan de EU-27.

De EU heeft zogenaamde structuurfondsen in het leven geroepen, die ertoe bijdragen deze verschillen uitte vlakken door de levensstandaard in de armere gebieden te verbeteren. Ruim 35 % van de EU-begrotingwordt gebruikt om de economie van deze regio’s te stimuleren en zo de EU als geheel te versterken.

Bbp per inwoner (in kks),in procenten van het gemiddelde voor de EU-27 (2004)

Bron: Europese Commissie.

Minder dan 50 %

50-75%

75-90%

90-100%

100-125%

125 % of meer

Geen gegevens

20

300

250

200

150

100

50

0

286,6286,6

212,0

157,0

137,3

Kanker Ischemische hartziekten

Hoe gezond zijn Europeanen?Hoewel Europeanen langer en gezonder leven, kunnen zij meer doen om zichzelf te beschermen tegen de tweebelangrijkste doodsoorzaken: hartziekten en kanker. Het helpt om er een gezonde en actieve levensstijl op na tehouden. Roken, onevenwichtige voeding en onvoldoende beweging zijn factoren die het risico op ischemische hart-ziekten verhogen, waarbij door verstopte of beschadigde slagaders te weinig bloed naar het hart wordt gevoerd.

In de EU sterven meer mannen dan vrouwen aan deze ziekten en het deel van de bevolking dat erdoor wordt getrof-fen, verschilt sterk van land tot land. In 2004 had Hongarije het hoogste sterftecijfer voor kanker zowel voor vrou-wen als voor mannen. Frankrijk had voor beide geslachten het laagste sterftecijfer voor ischemische hartziekten.

Sterfgevallen door kanker (kwaadaardige gezwellen) en ischemische hartziekten in de EU-25per 100 000 inwoners (2004)

Bron: Eurostat.

21

Lichamelijke oefening is goed voor de gezondheid. Uit een in november 2006 gepubliceerde Eurobarometerenquête blijkt dat in een normale week 64 %van de inwoners van de EU aan lichaamsbeweging doet. Bovenaan de lijst stond Finland, waar 83 % van de ondervraagden verklaarde aan lichaamsbewe-ging te doen in de vorm van recreatie, sport of vrije tijd. Na de Finnen kwamen de Nederlanders met 79 % en de Litouwers met 78 %.

Het minst actief waren de Portugezen, gevolgd door de Roemenen en de Maltezen.

Percentage van ondervraagden in de EU-27 die niet regelmatig aan lichamelijke oefening doen (2006)

5450 49

43 42 41 41 41 39 39 38 37 37

52

70

60

50

40

30

20

10

0

PT RO MT EL FR HU EE CY PL UK ES IT BE CZ

Bron: Eurobarometer.

%

22

Over het algemeen doen meer mannen dan vrouwen aan sport, en hoe jonger je bent hoe groter de kansdat je fysiek actief bent.

Hieronder is het percentage mensen uit elke EU-lidstaat aangegeven dat zegt in een normale week nietaan lichaamsbeweging te doen.

37 36 36

30 29 27 27 2724 24 22 21

17

DK BG SK LU SE LV SI IE AT DE LT NL FI

23

Een eerlijke en zorgzame samenlevingAan het Europees sociaal model wordt in verschillende landen anders vorm gegeven, maar alle EU-landenstreven ernaar een eerlijke en zorgzame samenleving te zijn. De opbrengst van de belastingen gaat vooreen deel naar socialezekerheidsstelsels (zoals pensioen-, gezondheidszorg- en werkloosheidsregelingen) dieontwikkeld werden om kwetsbare bevolkingsgroepen te beschermen. Het bedrag dat aan elke inwonerwordt besteed, varieert van land tot land.Naarmate de bevolking vergrijst, moeten de werkenden een steeds groter aantal bejaarde burgers onder-houden. Om te kunnen inspelen op deze trend en de kosten van de verzorgingsstaat binnen de perken tehouden, passen de EU-landen hun socialezekerheidsstelsels aan. Het Europees sociaal model moet wordengemoderniseerd, zodat ook toekomstige generaties er nog van kunnen profiteren.

Bron: Eurostat.

3 000

2 500

2 000

1 500

1 000

500

0

Ouderdom Ziekte/gezondheidszorg Handicap Werkloosheid

2 462,2

1 682,2

479,6 387,6

Besteding aan vier soorten sociale zekerheid per inwoner in kks, EU-25 (2004)

24

Onderwijs,onderzoek en deinformatiemaatschappijDe EU heeft de ambitie de meest dynamische kenniseconomieter wereld te worden. Dit betekent dat bijzondere aandachtmoet worden besteed aan onderzoek (de bron van nieuwe ken-nis) en aan onderwijs en opleiding, waardoor de bevolking dezenieuwe kennis kan verwerven.

Het is van groot belang dat de beroepsbevolking IT-vaardighedenaanleert en dat scholen, ondernemingen en privépersonengemakkelijker en sneller toegang tot het internet krijgen.

Een bloeiende economie heeft mensen nodig die langer blijvenwerken en hun hele arbeidsleven lang nieuwe vaardigheden aan-leren. „Een leven lang leren” is het parool. Het aantal volwasse-nen dat in de EU aan leeractiviteiten deelneemt, is gestegen — tot9,6 % van de mensen tussen 25 en 64 jaar in 2006.

In haar streven naar economisch succes op de wereldmarkt moetde Europese Unie het opnemen tegen „traditionele” rivalen alsJapan en de Verenigde Staten en nieuwe rivalen als China enIndia.

25

7,47 7,366,51

6,065,48

10

9

8

7

6

5

4

3

2

1

0

%

8,28

6,02 5,94 5,915,615,67 5,62 5,38 5,32

Onderwijs: investeren in mensenOnderwijs is de sleutel tot succes — voor individuele personen en voor de EU in haar geheel. Hoeveelbesteedt elke EU-lidstaat aan onderwijs?

Totale overheidsuitgaven aan onderwijs in procenten van het bbp (2003)

DK: postsecundair niet-tertiair onderwijs buiten beschouwing gelaten.FR: de Franse overzeese departementen buiten beschouwing gelaten.PT: bestedingen van lokale overheden buiten beschouwing gelaten.

Bron: Eurostat.

% bbp

26

5,18 5,175,07

4,84 4,74 4,71 4,55 4,38 4,24 4,063,44

4,40 4,244,29

NL: met inbegrip van overheidsuitgaven voor door de overheid gefinancierde privé-instellingen.LU: tertiair onderwijs buiten beschouwing gelaten.

27

Bron: Eurostat, arbeidskrachtenenquête.

100

80

60

40

20

0

91,8 91,2 91,1 90,5 87,5 87,5 85,9 85,8 84,1 83,4 83,4 82,6 82,6 81,8

SK CZ PL SI SE LT AT IE EL HU FI FR EE BE

Onderwijs na de leerplichtige leeftijd — vooral op universitair niveau — is voor velen de sleutel tot een bevredigende loopbaan en voor Europaonontbeerlijk om over goed opgeleide arbeidskrachten te beschikken. Tegenwoordig heeft de overgrote meerderheid van de jongeren in de EUonderwijs op middelbareschoolniveau of hoger genoten.

Percentage 20- tot 24-jarigen dat ten minste de middelbare school heeft afgemaakt (2005)%

28

80,4 79,9 78,2 77,4 77,1 76,5 76,0 75,6 73,6 71,5 71,1

61,8

53,749,0

CY LV UK EU-27 DK BG RO NL IT DE LU ES MT PT

29

114 525 255 962 329 439 101 815

100

90

80

70

60

50

40

30

20

10

0

Menswetenschappen Rechten Wetenschappen, Ingenieurswetenschappen

en letteren wiskunde en informatica en bouwkunde

73 383

110 756 207 509 137 034

De opleidingen die Europeanen volgenDe vrouwen, die een generatie geleden een lager opleidingsniveau hadden dan de mannen, hebben hun achterstand inge-lopen. In 2004 was in de EU bijna 55 % van de jongeren die in het hoger onderwijs afstudeerden vrouwelijk.

De opleidingskeuze van de Europeanen verschilt vaak volgens het geslacht: meer mannen kiezen voor wetenschappen,informatica en ingenieurswetenschappen, terwijl meer vrouwen kiezen voor letteren, menswetenschappen en rechten.

Europa heeft goed opgeleide mensen in alle sectoren nodig. Het heeft vooral meer vrouwen met een beroepsloopbaannodig, en meer wetenschappers (zowel mannen als vrouwen) om essentieel onderzoek te verrichten.

Afgestudeerden in het hoger onderwijs naar geslacht en studierichting, EU-25 (2004)

Bron: Eurostat.

1 000

30

10

8

6

4

2

0

Niveau 0-2 Niveau 3-4 Niveau 5-6

10,3

7,3

4,1

Beter onderwijs betekent meer kans op een baanIn het algemeen is het werkloosheidsrisico groter naarmate iemand lager geschoold is. Voor wie tertiair onder-wijs (bijv. een universitaire studie) heeft afgerond is dat risico minder dan half zo groot als voor iemand diealleen maar lager onderwijs of lager middelbaar onderwijs heeft genoten.

Werkloosheidscijfer naar onderwijsniveau voor 25- tot 64-jarigen, EU-27 (2006)

Bron: Eurostat, arbeidskrachtenenquête.

Niveau 0-2: lager middelbaar onderwijsNiveau 3-4: hoger middelbaar onderwijsNiveau 5-6: tertiair onderwijs

%

31

80 79 7770 67 65 63

54 5354 52 5046

100

80

60

40

20

0

42

NL DK SE LU DE FI UK BE SI MT AT IE EE LV

Informatietechnologie: een essentieel instrumentIn de hele EU hebben steeds meer ondernemingen en huishoudens een internetaansluiting en wordt steeds vaker online gehandeld, wat de efficiëntiebevordert. In 2006 had meer dan 90 % van de ondernemingen en 49 % van de huishoudens in de EU-27 internettoegang.

Dit cijfer vertoont per lidstaat echter grote verschillen. Bijvoorbeeld had in 2006 in Nederland 80 % van de huishoudens toegang tot internet terwijl ditcijfer in Roemenië slechts 14 % was. Een van de prioriteiten van de EU is ervoor te zorgen dat haar burgers over een snelle, betrouwbare internettoegangbeschikken en over de vaardigheden om informatietechnologie te hanteren. De „digitale kloof“ tussen de mensen in de verschillende landen en regio’smoet worden verkleind.

Bron: Eurostat, enquête over IT-gebruik.

Percentage huishoudens met internettoegang (2006)%

32

41

FR IT ES CY PL PT LT HU CZ SK EL BG RO

40 39 37 36 35 35 32 29 2723

1714

33

3,48

2,51 2,44 2,43

1,42

5

4

3

2

1

0

3,86

2,131,89 1,78

1,45

1,771,56

1,25 1,12

SE FI DE DK AT FR BE NL UK LU SI CZ IE ES

Onderzoek: van groot belang voor de toekomstOnderzoek en ontwikkeling (O&O), vooral op het gebied van nieuwe technologieën, is van groot belang voor het concurrentievermogen en de werkgele-genheid in de toekomst. Een van de doelstellingen van de EU is om meer in onderzoek te investeren en zo de O&O-uitgaven op gelijke hoogte met die vande Verenigde Staten en Japan te brengen. In 2004 besteedde Japan 3,15 % van zijn bruto binnenlands product (bbp) aan O&O en de VS 2,59 %, terwijl ditvoor de EU gemiddeld 1,92 % was.Het cijfer voor de EU laat echter niet zien dat er tussen de lidstaten aanzienlijke verschillen zijn. De cijfers voor 2005 tonen aan dat Zweden en Finland almeer uitgeven dan Japan, terwijl andere EU-lidstaten minder dan 1 % uitgeven.

Voor België, Italië, Malta, Nederland, Roemenië, Slovenië en het Verenigd Koninkrijk zijn de cijfers voor 2004.Voor Griekenland zijn de cijfers voor 2003.Bron: Eurostat.

Totale O&O-uitgaven in procenten van het bbp (2005)%

34

1,100,94 0,81 0,63 0,63 0,57 0,51 0,39

0,940,76

0,570,400,50

IT HU EE PT LT MT EL LV PL SK BG CY RO

35

Europeanen aan het werkWerkgelegenheid en het creëren van meer en beterebanen voor haar burgers zijn topprioriteiten van deEU. De Unie moet ook gelijke kansen zien te creëren,zodat iedereen die dat wil ook kan werken. Het doelis om tegen 2010 het aantal mensen in de werkendeleeftijd met een baan te verhogen tot 70 % van debevolking in de werkende leeftijd.

36

Wat voor werk doen mensen?In de jaren vijftig van de vorige eeuw werkte meer dan 20 % van de mensen in de EU in delandbouw en ongeveer 40 % in de industrie. Sindsdien is de werkgelegenheid in de land-bouw en in de industrie afgenomen, terwijl het aantal banen in de dienstensector explosief isgestegen. In 2004 zorgde de dienstensector voor meer dan twee derde van het aantal banenin de EU-25. Het cijfer voor de landbouw was 5,0 % en voor de industrie 27,9 %.

Recente cijfers tonen aan dat, terwijl de werkgelegenheid in de dienstensector blijft stijgenen in de landbouw blijft dalen, het aantal banen in de industrie relatief stabiel blijft.

Percentage arbeidskrachten werkzaam in de landbouw,de industrie en de dienstensector, EU-27 (1998 en 2006)

1998 20061998 20061998 2006

6,47,8

27,5 25,0

64,768,6

100

80

60

40

20

0

Bronnen: Eurostat, nationale rekeningen, jaargemiddelde.

Diensten

Industrie

Landbouw

%

37

100

80

60

40

20

0

77,4 74,3 73,1 71,569,6 69,3 68,6 68,1 67,9 67,2 66,6 66,3 65,3

DK NL SE UK AT CY FI IE EE PT DE SI LV CZ

70,2

Bron: Eurostat, arbeidskrachtenenquête.

Hoeveel mensen in de EU hebben een baan?In 2006 had 64,3 % van de mensen in de werkende leeftijd in de EU-27 een baan. Dit percentage was inDenemarken het hoogst en in Polen het laagst. Er zijn ook verschillen tussen mannen en vrouwen wat arbeids-participatie betreft.

Arbeidsparticipatiegraad voor 15- tot 64-jarigen (2006)%

38

64,8 64,3 63,6 63,6 63,0 61,0 61,0 59,4 58,8 58,4 57,3 54,8 54,558,6

ES EU-27 LU LT FR BE EL SK RO BG IT HU MT PL

39

15

10

5

0

13,8 13,4

9,09,48,9 8,5 8,4

7,7 7,5 7,38,2

7,77,3 7,1

PL SK FR BG EL ES DE BE FI PT HU MT RO CZ

Het is voor de EU van wezenlijk belang de werkloosheid aan te pakken. De werkloosheidscijfers variëren per landen per regio. In 2006 was in Nederland en Denemarken de werkloosheid het laagst en in Polen het hoogst.

Over het geheel genomen, was in 2006 7,9 % van de arbeidskrachten van de EU werkloos, tegenover 4,6 % inde Verenigde Staten.

Werkloosheidspercentage (2006)

Bron: Eurostat.

%

40

SE IT LV SI EE LT UK AT LU CY IE NL DK

7,0 6,86,0 5,9 5,6 5,3

4,8 4,7 4,7 4,43,9 3,9

6,8

41

De genderkloofIn alle EU-lidstaten verdienen vrouwen (gemiddeld) minder dan mannen. Dit loonverschil tussen mannen en vrouwen is het grootst in Estland en Cyprus,waar vrouwen in 2005 25 % minder verdienden dan mannen. Dit verschil is het kleinst (6 %) in Malta. Als de EU haar beroepsbevolking wil vergroten, zijnhogere lonen en betere arbeidsvoorwaarden nodig om meer vrouwen aan te trekken op de arbeidsmarkt. Het gemiddelde loonverschil in de EU is tussen1998 en 2005 verkleind van 17 % naar 15 %.De EU moet er ook voor zorgen dat zowel mannen als vrouwen langer blijven werken. Zij zet alle zeilen bij om mensen van alle leeftijden te helpen eenbaan te vinden en die te houden. Dat doet de EU onder meer door deeltijdwerk te stimuleren en obstakels voor het combineren van werk en privéleven uitde weg te ruimen.

Bron: Eurostat.

30

25

20

15

10

5

0

25 25 2422

20 20 1918 18 18

17 16 1615

CY EE SK DE UK FI CZ NL AT DK LV SE BG LT

Loonverschil tussen mannen en vrouwen (2005)%

42

14 13 1312

1110 9 9 9 9

87

4

LU ES RO FR HU PL IE PT IT EL SI BE MT

43

39,339,3

85,985,9

33,233,2

70,070,0

52,652,6

34,834,8

15–24 25–54 55–64

100

80

60

40

20

0

Gelijke kansen voor iedereen?In de EU hebben in elke leeftijdscategorie meer mannen dan vrouwen een baan. Soms is dit te wij-ten aan discriminatie op het werk, soms is het toe te schrijven aan persoonlijke keuzes of cultureletradities.

Bron: Eurostat, arbeidskrachtenenquête, jaargemiddelde.

Arbeidsparticipatie per leeftijdsgroep en naar geslacht, EU-27 (2006)%

44

Economische activiteitenen handelEen van de belangrijkste doelen van de EU is econo-mische vooruitgang. Er is de afgelopen vijftig jaar, envooral sinds de jaren tachtig, veel werk verzet om degrenzen tussen de nationale economieën van de EUop te heffen en een interne markt tot stand te bren-gen met vrij verkeer van goederen, personen, kapitaalen diensten. De handel tussen de EU-landen is sterktoegenomen en tegelijkertijd is de EU een belangrijkehandelsmacht in de wereld geworden.

45

2 000000000

1 500500500

1 000000000

500500500

00

10 957,9 10 011,9 3 663,5

1 787,31 787,3

610,6610,6

Bronnen: IMF, Eurostat.

Hoeveel produceert de EU?Het bruto binnenlands product (bbp) van de EU — d.w.z. de totale productie van goederen en diensten— groeit gestaag. Sinds de toetreding van de nieuwe lidstaten in 2004 is het bbp van de EU groter dandat van de Verenigde Staten.

Bbp, x 1 miljard euro (2005)miljard euro

46

In alle EU-lidstaten wordt meer dan 60 % van het bbp gegenereerd door de dienstensector (die ondermeer het bankwezen, toerisme, vervoer en verzekeringen omvat). De industrie en de landbouw zijn nogbelangrijke sectoren, maar hebben de laatste jaren aan economische betekenis ingeboet.

Hoewel het bbp van de Unie nog steeds stijgt, is de stijging minder snel dan die van de VerenigdeStaten in de afgelopen jaren, maar wel sneller dan die van Japan.

Bbp-groei (percentage verandering ten opzichte van het voorgaande jaar)

Bron: Eurostat.

47

1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006

2,7

4,5

1,6 2,2

3,3

3,0

5

4

3

2

1

0

-1

-2

Mensen waar voor hun geld biedenDe interne markt is een van de belangrijkste wapenfeiten van de EU. Zij heeft gezorgd voor meer concurrentie en het wegvallen van de economischegrenzen in Europa, wat weer heeft geleid tot kwaliteitsverbetering en prijsverlaging van zowel producten als diensten. In een aantal sectoren zijn deprijsverlagingen vrij dramatisch geweest, zoals bij vliegreizen en telecommunicatie. Neem bijvoorbeeld een telefoongesprek van tien minuten naar deVerenigde Staten. De prijs hiervoor is in Nederland tussen 1997 en 2005 met 90 % gedaald. Bellers uit Letland hebben minder geluk gehad.

15

10

5

0

BE BG CZ DK DE EE IE EL ES FR IT CY LV LT

7,50

1,98 1,97

6,72

3,092,38

7,41

1,23

10,26

2,56

4,61

1,91

6,93

2,93

6,17

1,55

6,78

2,27

7,26

2,12

3,82

0,66

5,94 5,95

11,96

4,07

De kosten in euro‘s voor een telefoongesprek van tien minuten naar de VS:standaardtarief voor werkdagen, inclusief belastingen (1997, 2005)

De cijfers in de linkerkolom voor de landen die sinds 2004 tot de EU zijn toegetreden, zijn voor 2000 of 2001.Bronnen: Eurostat, Teligen.

48

LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK

7,37

1,37

3,36

12,70

4,87

1,78

8,48

0,85

9,21

1,86

10,85

3,83

8,25

3,11 2,98

1,40

8,76

2,97

8,31

4,90 4,86

1,06

3,50

2,08

49

100

80

60

40

20

0

89,485,4 84,2

79,8 79,277,9 77,2

76,476,4 76,3 71,8 71,769,370,5

LU SK CZ PT NL EE PL BE LV HU ES CY DK AT

Een belangrijke handelsmachtHoewel de EU slechts 7 % van de wereldbevolking uitmaakt, neemt haar handel met de rest van de wereldongeveer een vijfde van de wereldinvoer en -uitvoer voor zijn rekening.

Uitvoer naar andere EU-lidstaten in procenten van de totale uitvoer van elk land (2005)

Bron: Eurostat.

%

50

Het handelsverkeer tussen de EU-lidstaten onderling maakt twee derde van de EU-handel uit,hoewel dat tussen de lidstaten varieert. Door de interne markt verloopt de onderlinge handel veelgemakkelijker als gevolg van het vrije verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen overde nationale grenzen.

De onderstaande grafiek toont hoeveel de EU-lidstaten in 2005 naar elkaar hebben geëxpor-teerd, uitgedrukt in het aandeel van hun totale uitvoer. Luxemburg staat bovenaan, gevolgd doorSlowakije en Tsjechië.

66,7

EU-25 SI LT IE DE FR IT SE UK FI EL MT

66,4 65,3 63,4 63,4 62,658,6 58,4 56,9 56,0 52,9 51,6

51

1 400

1 200

1 000

800

600

400

200

0

– 200

– 400

– 600

– 800

599,5

1 071,9

443,0

709,1

470,7

1 183,8

399,6

1 363,3

128,8

– 111,9

43,4

– 654,2

De EU is de belangrijkste exporteur ter wereld en de op een na grootste importeur. De Verenigde Staten zijn debelangrijkste handelspartner van de EU, gevolgd door China. In 2005 nam de EU 18,1 % van de werelduitvoer voorhaar rekening en 18,9 % van de wereldinvoer.

De Europese Unie is ook een belangrijke handelspartner voor minder ontwikkelde landen, die voor de uitvoer naarde EU geen of weinig accijnzen hoeven te betalen. Deze bevoorrechte toegang tot de EU-markt heeft tot doel deeconomische groei van de armere landen van de wereld te stimuleren.

Internationaal goederenverkeer, x 1 miljard euro (2005)

Bronnen: Eurostat, IWF.

Uitvoer Invoer Handelsbalans

Miljard €

52

Andere

52,4

25,6

12,9 9,1

80

60

40

20

0

Officiële ontwikkelingshulp als percentage van de totale hulp die door de belangrijksteOESO-landen werd verstrekt (2005)

De EU bestrijdt de armoede in de wereldOndanks de vooruitgang in de afgelopen decennia is armoede nog steeds een wereldwijd probleem. Over dehele wereld leeft meer dan een miljard mensen, waarvan een derde in Afrika bezuiden de Sahara, van minderdan één dollar per dag.

De EU helpt als belangrijke economische mogendheid mee om wereldarmoede te bestrijden en mon-diale ontwikkeling te stimuleren door handel te drijven en hulp te verlenen. Zij wendt haar invloed bij deWereldhandelsorganisatie aan om eerlijke regels in de wereldhandel te garanderen en ervoor te zorgen datglobalisering alle landen, ook de armste, voordeel brengt. Zij is ook ’s werelds grootste verstrekker van officiëleontwikkelingshulp.

Het cijfer voor de EU-15 omvat hulp die door de EU-instellingen wordt beheerd.Bron: OECD.

%

53

Vervoer,energie en milieuVervoer en energie zijn van levensbelang voor de eco-nomie van de Europese Unie. In Europa worden men-sen en de producten die zij in steeds grotere hoeveel-heden en soorten kopen, over het hele continent metallerlei vervoermiddelen, maar vooral over de wegvervoerd.

Naarmate de economie groeit, neemt ook de vraagnaar vervoer en energie toe. Maar hierdoor ontstaansteeds meer verkeersopstoppingen en wordt alsmaarmeer brandstof verbruikt, wat weer tot meer vervui-ling leidt. Deze problemen spelen in heel Europa envragen dan ook om oplossingen die gelden voor heelEuropa en waarover op EU-niveau beslist wordt.

De EU geeft topprioriteit aan duurzame ontwikkelingen houdt in al haar beleidsbeslissingen rekening methet milieu.

54

% 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

2000

2010

2030

2000

2010

2030

2000

2010

2030

2000

2010

2030

77,8

76,6

74,7

8,9

8,7

7,3

7,3

7,8

7,7

5,4

6,3

9,7

Vervoer over land, over zee en door de luchtSpoorwegen en binnenwateren (d.w.z. rivieren en kanalen), ooit zo belangrijk voor het vervoer van goederen enpersonen in Europa, nemen nu nog maar een klein percentage van het totale vervoer voor hun rekening. Driekwartvan het vrachtvervoer van de Europese Unie gebeurt nu over de weg, terwijl ruim driekwart van de reizigers in deEU zich over de weg verplaatst.Volgens de voorspellingen zal het wegvervoer verreweg het belangrijkste personenvervoermiddel blijven en zal desterke groei van het luchtverkeer doorzetten.Om de overvolle wegen te ontlasten en het milieu te verbeteren, moedigt de EU de mensen aan het openbaar ver-voer te nemen en spoort ze transportbedrijven aan hun vracht via het spoor, over de binnenwateren of over zee te vervoeren.Om de congestie op de Europese luchthavens aan te pakken, wil de EU één enkel luchtverkeersleidingssysteem voor heel Europa (het „gemeenschappelijk Europeesluchtruim”) tot stand brengen.

Gebruik van vier soorten personenvervoer in de EU-25 in procenten van het totale personenvervoer,uitgedrukt in reizigerkilometers (2000, 2010 en 2030)

Bron: Europese Commissie.

Openbaar wegvervoer

Eigen auto

Spoor

Lucht

55

EU-27 BE BG CZ DK* DE EE IE EL ES FR IT CY** LVLVL

100100

5050

00

–– 5050

52,352,3

78,3

47,1

27,427,4

– 51,6

61,661,6

25,825,8

68,568,5

81,281,2

51,651,6

89,584,584,5

100,7

56,056,0

Betrouwbare energievoorzieningDe EU-lidstaten zijn voor meer dan de helft van hun energieverbruik afhankelijk van invoer. De mate van invoerafhankelijkheid verschilt echter enorm.Zo zijn Cyprus, Luxemburg en Malta vrijwel totaal afhankelijk van invoer, terwijl Denemarken zelfs meer energie uitvoert dan het invoert, en Polen en hetVerenigd Koninkrijk relatief weinig van invoer afhankelijk zijn.

* Het negatieve percentage van Denemarken geeft aan dat het meer energie exporteerde dan importeerde.** Cyprus importeerde dat jaar meer energie dan het nodig had. Het overschot werd opgeslagen.Bron: Eurostat.

Netto afhankelijkheid van energie-invoer in procenten van het totale verbruik, EU-27 (2005)

%

56

De algehele afhankelijkheid van geïmporteerde energie in de EU was in 2005 52,3 % en er wordtvoorspeld dat dit zal toenemen naarmate de eigen energiebronnen afnemen. De EU importeertmomenteel ongeveer 50 % van haar gas uit slechts drie landen: Rusland, Noorwegen en Algerije.

De EU doet hard haar best om de groeiende importafhankelijkheid aan te pakken door energieefficiënter te verbruiken, hernieuwbare energiebronnen te ontwikkelen en meer energieleveran-ciers te zoeken.

LTLTL LU HU MT NL ATATA PL PT RO SI SK FI SE UK

58,4

98,098,0

62,962,9

100,0

37,8

71,871,8

18,0

88,288,2

52,252,2

64,664,6

54,754,7

37,237,2

13,913,9

27,427,4

57

57,954,3

48,4

35,8

28,2 26,924,2

16,5 16,0 15,0 14,111,8 11,3

14,0

AT SE LV RO DK FI SI SK PT ES IT EU-27 BG FR

70

60

50

40

30

20

10

0

Bron: Eurostat.

Efficiënter energieverbruik en omschakeling naar minder vervuilende hernieuwbare energiebronnen zijn ook doelstellingen die passen in deEU-strategie om de opwarming van de aarde ten gevolge van het verbranden van fossiele brandstoffen, met name kolen en olie, tegen tegaan. Bij het verbranden van fossiele brandstoffen komt kooldioxide vrij in de atmosfeer, wat bijdraagt aan de opwarming van de aarde. DeEU heeft als doel gesteld om tegen 2010 21 % van haar elektriciteit op te wekken uit hernieuwbare energiebronnen, zoals wind- en zonne-energie, waterkrachtcentrales en geothermische en biomassa-energie.

Percentage van de elektriciteit die uit hernieuwbare energiebronnen is opgewekt, EU-27 (2005)%

58

10,5 10,07,5

4,5 4,3 3,9 3,2 2,9 2,8 1,10,0 0,0

4,7

DE EL NL IE HU CZ UK LT LU PL BE EE CY MT

6,8

59

EU-27 IE CY DK LU AT NL MT DE ES UK FR IT SE

518

740 739 737705*

630* 624611 601* 597* 584*

543 542*

482

800

600

400

200

0

MilieubeschermingNaarmate de Europeanen steeds welvarender worden, krijgen zij steeds meer verantwoordelijkheid om minder afval te produceren en dit efficiënter tebeheren. Iedere burger in de EU-27 produceert momenteel gemiddeld iets meer dan een halve ton stedelijk afval per jaar. Dit afval moet gerecycleerd,gestort of verbrand worden.

* geschatte of voorlopige cijfers.Bron: Eurostat.

Jaarlijkse hoeveelheid stedelijk afval in kg per persoon, EU-27 (2005)kg per persoon

60

In de meeste EU-lidstaten is de hoeveelheid stedelijk afval in de afgelopen jaren gelijk gebleven ofaan het dalen, maar in sommige lidstaten neemt zij nog toe. In Ierland is de hoeveelheid afval perhoofd het hoogst en in Polen het laagst.

FI BE BG HU PT EL EE SI RO LT LV SK CZ PL

468 464* 463 459 446 438 436* 423382* 378

310289 289

245

61

Tot de belangrijkste oorzaken van de opwarming van de aarde behoren de zogenaamde broeikasgassen die door elektriciteitscentrales, boerderijen, devervoersector en huishoudens worden geproduceerd. Deze gassen zijn onder andere kooldioxide, voornamelijk door verbranding van fossiele brandstoffen(kolen, olie en gas) en methaan.

De EU-15 moet overeenkomstig het Kyotoprotocol haar emissies van broeikasgassen tegen 2008-2012 met 8 % hebben verlaagd (tegenover het niveauvan 1990, dat als basisjaar geldt). Om dit doel te bereiken, hebben de landen van de EU-15 een lastenverdelingsovereenkomst gesloten in het kader waar-van de uitstoot in economisch minder ontwikkelde landen mag toenemen, terwijl deze in de overige landen moet afnemen. De nationale streefcijfers vande lidstaten staan in de tabel vermeld.

Emissies van broeikasgassen in 2004 in procenten van het niveau in het basisjaar

Sommige EU-lidstaten hebben een ander referentiejaar dan 1990 gekozen; hun emissiereducties werden op grond daarvan berekend.Bronnen: Europees Milieuagentschap, Europees Thematisch Centrum voor lucht en klimaatverandering.

150

100

50

0

92,5 92,0

79,0 79,0

125,0

100,0115,0 113,0

93,592,7 92,099,1 100,7

74,9

98,2

82,592,0

50,0

92,0

51,0

123,9

147,9

99,2

122,7

112,1

EU-25 EU-15 BE BG CZ DK DE EE EL ES FR IE IT

,

%

62

Tien landen die sinds 2004 tot de EU zijn toegetreden, hebben afzonderlijke streefcijfers voor deterugdringing van emissies. Cyprus en Malta hebben geen streefcijfer.

Japan heeft zich er krachtens het Kyotoprotocol toe verbonden zijn emissies met 6 % te verminde-ren. De Verenigde Staten hebben het Protocol van Kyoto niet geratificeerd.

92,0 92,0

72,0

94,0 94,087,0

94,0

127,0

92,0 92,092,0100,0

41,5 39,9

100,3

68,0

145,9148,2

101,6

115,7

68,4

141,0

99,2

59,069,7

114,5

96,4104,0

85,9 87,5

CY LV LT LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK

2004

2008-2012

63

Samenleven in EuropaDe burgers van de Europese Unie leren elkaar steedsbeter kennen en hebben meer en meer het gevoel datzij als Europeanen bij elkaar horen, maar niet ieder-een is enthousiast over de EU. Veel Europeanen bren-gen hun vakantie door in een ander Europees land endankzij het vrije verkeer in de EU gaan steeds meermensen in het buitenland studeren of werken. TalrijkeEuropese scholieren leren ten minste één Europesetaal naast hun eigen taal.

64

Percentage burgers uit de EU-25 die zeer tevreden, vrij tevreden,niet erg tevreden of helemaal niet tevreden zijn met hun leven (2006)

Gelukkige Europeanen met gedeelde zorgenUit een Eurobarometerenquête die in het voorjaar van 2006 werd gehouden, blijkt dat bijna achtvan de tien EU-burgers vrij of zeer tevreden zijn met hun leven en dat de meeste een optimistischekijk op de toekomst hebben. Het percentage „zeer tevreden” burgers bedroeg 21 %, tegenover23 % bij de voorjaarsenquête van 2005.

Het aantal personen dat verklaart helemaal niet tevreden te zijn, is in de afgelopen decennia metongeveer 4 % relatief klein gebleven.

60

21

15

4

Zeer tevreden Niet erg tevreden Helemaal niet tevredenVrij tevreden

60

40

20

0

Bron: Eurobarometer.

%

65

Hoewel de Europeanen doorgaans tevreden zijn met hun leven, zijn zij niet zonder zorgen.Werkloosheid blijft voor veel mensen in de EU de belangrijkste reden tot bezorgdheid. In eenenquête uit 2006 vond slechts 10 % van de ondervraagden dat terrorisme een van de tweevoornaamste kwesties was waarmee hun land werd geconfronteerd.

Hoewel de resultaten verschillen, in verband met de diversiteit van culturen en opvattingen inde EU, blijkt uit de enquête dat de burgers van de EU heel wat gedeelde zorgen hebben.

Percentage burgers van de EU-25 dat het genoemde vraagstuk in het voorjaar van 2006 als een van de tweebelangrijkste kwesties beschouwde waarmee hun land werd geconfronteerd

49

24 23

18

14 13 10 10

77

50

40

30

20

10

0

Werkloosheid

Criminaliteit

Economische situatie

Gezondheidszorg

Immigratie

Stijgende prijzen/inflatie

Terrorisme

Pensioenen

Belastingen

Onderwijsstelsel

Bron: Eurobarometer.

%

66

Praten met de burenHet is voor allerlei zaken nuttig om een vreemde taal te kunnen spreken — studeren in het buitenland, reizen,zakelijke contacten en internationale vriendschap — en het biedt ook meer mogelijkheden op de arbeidsmarkt.Daarom moedigt de EU haar burgers aan om naast hun moedertaal nog twee talen te leren.

Een overtuigende meerderheid van de Europeanen (56 %) beweert een gesprek in een vreemde taal te kunnenvoeren. Sommigen van hen kunnen twee of zelfs drie vreemde talen spreken. 44 % van de Europeanen kanechter alleen in zijn moedertaal spreken.

Percentage mensen dat in een andere taal dan zijn moedertaal een gesprek kan voeren (2005)

56

28

11

44

60

50

40

30

20

10

0

Ten minste één taal

Ten minste twee talen

Ten minste drie talen

Geen enkeleandere taal

Bron: Eurobarometer.

%

67

De talen die het meest worden gebruikt door mensen die een andere moedertaal hebben, zijn Engels, Fransen Duits. Het Russisch wordt vaak gesproken in de lidstaten van Midden- en Oost-Europa die sinds 2004 zijntoegetreden tot de EU.

Percentage leerlingen in het algemeen onderwijs op hoger middelbaar niveau dat Engels,Frans of Duits als vreemde taal leert (2005)

Bron: Gegevensverzameling Unesco/OESO/Eurostat.

94,4

47,8

28,4

98,1

22,4

72,2

96,4

21,9

30,0

69,3

83,1

15,4

40,3

93,8 92,6

44,1

61,7

19,1

94,5

8,6

2,4

95,399,4

26,8

85,1

18,1

6,5

89,1

34,5

3,4

93,7

3,6

38,8

100

80

60

40

20

0

BE BG CZ DK DE EE IE EL ES FR IT CY LV

: : :6,1

28,0

1,3

%

68

LT LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK

: :

80,2

5,9

28,4

73,0

6,0

51,4

65,6

6,6

69,5

86,2

1,7

96,7 96,7 96,7100 96,9

12,1

49,9

72,5

19,1

2,5

98,8 97,3

75,2

99,7

19,3

37,9

100

24,2

34,5

6,12,5

14,4

54,1

10,9

78,2

94,2

84,2

11,9

96,3

Engels

Frans

Duits

69

Samen studerenSteeds meer jongeren volgen een opleiding in een ander Europees land. Erasmus is een belangrijk door de EU gesubsidieerd programma datstudenten en leraren op universitair niveau de gelegenheid geeft een jaar in een andere EU-lidstaat door te brengen. Sinds de start van hetprogramma in 1987 hebben meer dan een miljoen studenten eraan deelgenomen. Deze regeling is wereldomvattend geworden nadat in 2004Erasmus Mundus werd gelanceerd.

Studenten uit een EU-lidstaat die in een andere studeren, per gastland (x 1 000), EU-27 (2004)

26,1

7,3

0,6

12,0 10,9

46,4

4,8

16,6

0,5 0,7

6,2

8,9

EU-27 BE BG CZ DK DE EE IE EL ES FR IT CY LV

50

40

30

20

10

0

446,4 125,4

Bron: Eurostat.

70

Los van het Erasmusprogramma studeren steeds bijna een half miljoen studenten in een andere EU-lidstaat.De cijfers staan in de tabel.

0,3

8,2

0,1

12,3

25,7

2,2 2,71,9 0,7 0,8

2,9

18,7

103,6

LT LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK

:

71

Voorstanders of sceptici?De meerderheid van de burgers in de EU is van mening dat het lidmaatschap goed is voor hun land. De ondersteuning verschilt van land tot land envarieert ook in de tijd. Uit een Eurobarometerenquête van 2006 bleek dat sommige oudere lidstaten (Ierland en de Beneluxlanden) nog steeds de grootstevoorstanders van lidmaatschap zijn, hoewel sindsdien het aantal voorstanders in de landen die sinds 2004 zijn toegetreden, is toegenomen, met uitzon-dering van Hongarije.

69

10 9

51

10

55

61

14 14

5856

8

78

7

57

12

62

9

50

19

52

14

47

13 11

100

80

60

40

20

0

43

BE BG CZ DK DE EE IE EL ES FR IT CY LV

Ondersteuning voor het EU-lidmaatschap, in procenten van het aantal ondervraagden, EU-27 (najaar 2006)

„Weet niet” en „geen mening” buiten beschouwing gelaten.Bron: Eurobarometer.

%

72

Hongarije behoort tot die landen met het laagste aantal voorstanders van EU-lidmaatschap, net als Finland,Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk, dat onderaan de lijst staat. In dit land is het verschil tussen het aantalvoorstanders en sceptici het kleinst.

LT LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK

62

10 9

39

19

74

45

15 12

72

36

23

62

6

50

18

62

7

5761

39

49

2326

6 6

3134

Goede zaak

Slechte zaak

73

Van de voordelen profiterenVolgens dezelfde enquête is de meerderheid van de Europese burgers (54 %) van mening dat hun landdaadwerkelijk profijt heeft gehad van het EU-lidmaatschap. De meeste aanhangers van deze stelling zijn tevinden in Ierland (87 %), gevolgd door nieuwkomer Litouwen (77 %), en dan Denemarken en Griekenland(allebei 74 %). De grootste sceptici zijn te vinden in Hongarije, Zweden en het Verenigd Koninkrijk, waar slechts39-41 % van de ondervraagden van mening was dat hun land profijt heeft gehad van de EU.

De volgende grafiek laat zien dat het verschil tussen het percentage mensen met een positieve houding en hetpercentage met een negatieve houding eind 2006 20 % bedroeg, terwijl dit tien jaar eerder nog maar 6 % was.

Percentage EU-burgers dat van mening is dat hun land al dan niet van het EU-lidmaatschap heeft geprofiteerd,tussen het najaar van 1996 en het najaar van 2006

1996 1998 2000 2002 2004 2006

42

36

4947

3231

50

28

53

34

54

34

60

50

40

30

20

10

0

Bron: Eurobarometer.

Geprofiteerd

Niet geprofiteerd

%

74

De kandidaat-lidstatenAls een land zich kandidaat heeft gesteld om toe te tre-den tot de Europese Unie en de aanvraag officieel isaanvaard, dan wordt het een „kandidaat-lidstaat”. Op ditmoment zijn er drie kandidaat-lidstaten: Turkije, Kroatiëen de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië.

Voordat een kandidaat-lidstaat kan toetreden tot de EUmoet het land beschikken over een stabiel, democra-tisch bestel en over instellingen die ervoor zorgen dat derechtsstaat en de mensenrechten geëerbiedigd worden.De kandidaat moet ook een functionerende markteco-nomie hebben en een overheid die de EU-wetgeving enhet EU-beleid kan uitvoeren. De specifieke voorwaardenvoor toetreding voor elke kandidaat-lidstaat wordentijdens onderhandelingen met de Europese Commissievastgesteld.

Over het algemeen duurt het enkele jaren voordat dezeonderhandelingen zijn afgerond.

75

1000

800

600

400

200

0

769,6

56,625,7

TR HR MK

Grootte en bevolkingDe kandidaat-lidstaten verschillen in grootte, waarbij Turkije veruit de grootste is. Zijn inwonertal is groter dandat van alle huidige EU-lidstaten, behalve Duitsland. De drie kandidaat-lidstaten zouden het totale inwonertalvan de EU met 16 % doen toenemen.

Totale oppervlakte, x 1 000 km² Bevolking op 1 januari 2005

Bron: Europese Commissie.

72,5

2,04,4

100

80

60

40

20

0

TR HR MK

Bron: Eurostat.

1 000 km2 miljoen

76

HR TR MK

50,0

28,8 27,0

100

80

60

40

20

0

Hoe welvarend zijn ze?Wanneer we het bbp (in kks) per inwoner vergelijken, zijn de kandidaat-lidstaten aanzienlijk minder welva-rend dan het EU-gemiddelde. Kroatië heeft echter een hoger bbp per hoofd van de bevolking dan Bulgarije ofRoemenië, die in 2007 lid werden van de EU.

Bron: Eurostat.

Bbp per inwoner (in kks), in procenten van het gemiddelde voor de EU-27 (2005)%

77

HR MK TR

15,9

30,1

54,1

10,1

35,6

54,2

34,0

23,0

43,0

60

50

40

30

20

10

0

Mensen aan het werkDe economische hervormingen van de laatste jaren hebben grote veranderingen in de kandidaat-lidstatenteweeggebracht, waardoor nieuwe banen werden gecreëerd. De arbeidsparticipatie onder mensen in de wer-kende leeftijd ligt echter in de kandidaat-lidstaten lager dan het EU-gemiddelde.Net als in de EU vormen de diensten (met inbegrip van het toerisme) in de kandidaat-lidstaten een belangrijkeeconomische sector. In de kandidaat-lidstaten is net als in de landen die sinds 2004 tot de EU zijn toegetreden,een groter deel van de bevolking in de landbouw werkzaam dan in de EU-15.

Arbeidsparticipatiegraad voor15- tot 64-jarigen (2005)

Werkgelegenheid per sector (2004)Land- enbosbouw

Industrie

Diensten

EU-27 HR TR MK

63,4

55,0

46,0

33,8

100

80

60

40

20

0

Bronnen: Voor de EU-27 en HR: Eurostat, arbeidskrachtenenquête,jaargemiddelde. Voor MK en TR: nationale gegevens.

Bron: Europese Commissie.

%

%

78

Een goed nabuurschapDoor de recente uitbreidingen van de Europese Unie is een continent dat vroe-ger verdeeld was, verenigd en ontstaat er in Europa een uitgestrekt gebied vanwelvaart en stabiliteit. Hoewel sindsdien nog maar weinig tijd is verlopen, pro-fiteren de burgers van de lidstaten die sinds 2004 van de EU lid zijn gewordener nu al van. Dat blijkt vooral uit de economische groei, grotere persoonlijkemobiliteit en de modernisering van hun voorheen zo verwaarloosde infrastruc-turen.

De EU streeft ernaar met haar buurlanden in harmonie te leven en hun initia-tieven voor democratie, stabiliteit en vooruitgang te steunen. De buitengrenzenvan de EU mogen geen nieuwe scheidslijn worden in Europa tussen de Unie enhaar buren: ten oosten Rusland, Wit-Rusland, Oekraïne, Moldavië en de lan-den van de Kaukasus en de Balkan, en ten zuiden de landen van het oostelijkeMiddellandse-Zeegebied en noordelijk Afrika.

Het doel is nauwere betrekkingen met deze landen aan te gaan op basis vanhandel, economische en politieke samenwerking, gezamenlijke initiatieven ophet gebied van O&O, milieubescherming, wetenschap en cultuur en technischebijstand. De EU heeft met de Balkanlanden speciale associatieovereenkomstengesloten als eerste stap naar toetreding tot de EU. De eerste van deze over-eenkomsten heeft de EU met Kroatië en de voormalige Joegoslavische repu-bliek Macedonië ondertekend, en deze landen hebben nu officieel de status vankandidaat-lidstaat.

79

Europese Commissie

Belangrijke feiten en cijfers over Europa en de Europeanen

Luxemburg: Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen

2007 — 79 blz. — 22,4 x 16,2 cm

ISBN 92-79-03618-1

Catalogusnummer: NA-76-06-481-NL-C

Deze brochure en andere beknopte en duidelijke uiteenzettingen over de EU zijn ook te vinden op de website:ec.europa.eu/publications

Europese CommissieDirectoraat-generaal CommunicatiePublicatiesB-1049 Brussel

Manuscript voltooid in mei 2007

Illustraties: Zack

© Europese Gemeenschappen, 2007Reproductie is toegestaan

Printed in Luxembourg

GEDRUKT OP WIT CHLOORVRIJ GEBLEEKT PAPIER

VERTEGENWOORDIGINGEN VAN DE EUROPESECOMMISSIE

Vertegenwoordiging in BelgiëArchimedesstraat 73, B-1000 BrusselTel. (32-2) 295 38 44Fax: (32-2) 295 01 66Internet:www.ec.europa.eu/belgium/welcome/index_nl.htmE-mail: [email protected]

Vertegenwoordiging in NederlandKorte Vijverberg 5, 2513 AB Den HaagNederlandTel. (31-70) 313 53 00Fax: (31-70) 364 66 19Internet: www.eu.nlE-mail: [email protected]

BUREAUS VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Bureau in BelgiëWiertzstraat 60, B-1047 BrusselTel. (32-2) 284 20 05Fax: (32-2) 230 75 55Internet: www.europarl.europa.eu/brussels/E-mail: [email protected]

Bureau in NederlandKorte Vijverberg 6, 2513 AB Den HaagNederlandTel. (31-70) 362 49 41Fax: (31-70) 364 70 01Internet: www.europeesparlement.nlE-mail: [email protected]

Er zijn vertegenwoordigingen of bureaus van de Europese Commissie en van het Europees Parlement in alle lidstaten van de Europese Unie. De Europese Commissie heeft delegaties in andere landenvan de wereld.

Overige informatie over de Europese Unie

Ga onlineInformatie in alle officiële talen van de Europese Unie vindt u op de Europawebsite: europa.eu

Kom eens langsEr zijn in heel Europa honderden plaatselijke EU informatiecentra. Het adres van het dichtstbijzijnde centrum vindt u op deze website:europedirect.europa.eu

Bel of schrijf onsEurope Direct beantwoordt al uw vragen over de Europese Unie. U kunt ons bereiken op het gratis telefoonnummer 00 800 6 7 8 9 10 11(of tegen betaling uit een land buiten de EU op het nummer (32-2) 299 96 96), of door een e-mail te sturen naar europedirect.europa.eu

Lectuur over EuropaPublicaties over de EU vindt u op de website van EU Bookshop: bookshop.europa.eu

Informatie en publicaties over de Europese Unie in het Nederlands zijn ook verkrijgbaar bij:

AÁores

Madeira

Guadeloupe

Martinique

Reunion

Guyane

Canarias

HR

RURU

AT Oostenrijk

PL Polen

PT Portugal

RO Roemenië

SI Slovenië

SK Slowakije

FI Finland

SE Zweden

UK Verenigd Koninkrijk

Kandidaat-lidstatenHR Kroatië

MK Voormalige

Joegoslavische

republiek Macedonië (1)

TR Turkije

Andere landenCN China

IN India

JP Japan

RU Rusland

US Verenigde Staten

MK

EU-lidstatenEU-27 staat voor de huidige lidstaten van de Europese Unie

EU-25 staat voor de EU zoals tot stand gekomen in 2004

EU-15 staat voor de EU vóór de toetredingen van 2004 en later

BE België

BG Bulgarije

CZ Tsjechië

DK Denemarken

DE Duitsland

EE Estland

IE Ierland

EL Griekenland

ES Spanje

FR Frankrijk

IT Italië

CY Cyprus

LV Letland

LT Litouwen

LU Luxemburg

HU Hongarije

MT Malta

NL Nederland

Afkortingenlijst

De bibliografische gegevens bevinden zich aan het einde van deze publicatie.

(1) Voorlopige code die geen invloed op de definitieve naam van het land heeft, die aan het einde van de lopendeonderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties zal worden vastgesteld.

Belangrijke feiten en cijfersover Europa en de Europeanen

Europese Unie

NL

NA

-76-06-481-NL-C

Belangrijke feiten en cijfersover Europa en de Europeanen

Met 27 lidstaten en een bevolking van bijna een half miljardinwoners omvat de Europese Unie een groot deel van Europa.Sinds haar oprichting streeft zij ernaar haar burgers vooruitgangen stabiliteit te brengen. Haar beleid en maatregelen zijn zoweldirect als indirect op ieder van ons van invloed.

De Europese Unie wil een eerlijke en zorgzame samenleving totstand brengen, die zich inzet voor economische vooruitgang enhet creëren van banen door de concurrentiepositie van onder-nemingen te verbeteren en werknemers nieuwe vaardighedenaan te leren.

De EU werkt er samen met haar buren aan om vooruitgang,democratische processen, de rechtsstaat en mensenrechtenook buiten haar grenzen te verspreiden. De Europese Unie is degrootste handelsmogendheid ter wereld en een belangrijke ver-strekker van financiële en technische hulp aan armere landen.

Met behulp van tabellen, grafieken en amusante illustraties wor-den in deze brochure de belangrijkste feiten en cijfers over deEuropese Unie en haar lidstaten weergegeven.

ISBN 92-79-03618-1

9 789279 036187