DISCRIMINATIE - cmo.nl · natie verboden. Om te kunnen begrijpen wat er verboden is, zullen we...

32
DISCRIMINATIE Een informatiepakket voor een werkstuk of spreekbeurt

Transcript of DISCRIMINATIE - cmo.nl · natie verboden. Om te kunnen begrijpen wat er verboden is, zullen we...

DISCRIMINATIE

Een informatiepakket voor een werkstuk of spreekbeurt

COLOFON Tekst: Olav Jansen Illustraties: CMO en zijn licentiegevers, Flickr, Schoolbieb, De Canon van Nederland, Europees Parlement, ANC, Amnesty International, Art.1

II

De Scriptieservice Nieuwe Stijl is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Kerk en Wereld en door een solidariteitsbijdrage van de gezamenlijke religieuzen in Nederland via de commissie PIN. © Centrum voor Mondiaal Onderwijs, Nijmegen, 2009

Centrum voor Mondiaal Onderwijs Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail: [email protected] http://www.cmo.nl

De inhoud is met zorg samengesteld. Mocht u van mening zijn dat inbreuk is gedaan op uw auteursrechten of beeldrechten, dan verzoeken wij u vriendelijk contact met ons op te nemen via [email protected].

III

INHOUD Inleiding pag. 1 Vooroordelenladder pag. 2 Geschiedenis pag. 4 Slavernij pag. 4 Apartheid pag. 6 Hitler-Duitsland pag. 7 Kristallnacht pag. 9 Vluchtelingen pag. 9 De Tweede Wereldoorlog pag. 10 Nederlanders pag. 12 Slachtoffers pag. 13 Gehandicapten pag. 13 Joden pag. 14 Zigeuners pag. 17 Dissidenten en mensenrechtenverdedigers pag. 19 Homoseksuelen pag. 19 Vrouwen pag. 21 Zwarten pag. 23 Wat kan je zelf doen? pag. 24 Aantekeningen pag. 25 Meer op internet pag. 27

IV

1

INLEIDING

Discrimineren betekent mensen achterstellen op grond van niet ter zake doende ken-merken.

Mensen kunnen wegens allerlei verschillende kenmerken gediscrimineerd worden, zo-als: afkomst, ras, geboorteland, geloof, politieke of religieuze overtuigingen, sociale gewoonten, sekse, seksuele geaardheid, taal, handicap, leeftijd enzovoort. Het kan in het openbaar, mondeling of schriftelijk gebeuren.

Discriminatie is in Nederland bij wet verboden. Artikel 1 van de Nederlandse grondwet luidt: ‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behan-deld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan’.

Toch bestaat discriminatie nog steeds. Er bestaan Anti Discriminatie Bureaus voor het melden van voorvallen van discriminatie. Deze bureaus zijn een onderdeel van Art.1, een vereniging die zich landelijk bezighoudt met de voorkoming en bestrijding van dis-criminatie. Wat ook mogelijk is, is een oordeel te laten vellen door de Commissie Gelij-ke Behandeling. Deze commissie houdt zich bezig met het naleven van de ‘gelijkebehandelingswetgeving’. Deze wetgeving is eigenlijk het artikel 1 van de grondwet in de praktijk. Er veranderen in de loop van de tijd dingen aan die wetge-ving, die dan weer door de commissie worden meegenomen. De commissie ziet ook toe op de naleving van haar uitspraken, en doet ook zelfstandig onderzoek naar discri-minatie.

Je hebt natuurlijk altijd gewoon de mogelijkheid om aangifte te doen van discriminatie bij de politie.

2

Discriminatie bestaat niet alleen in Nederland, maar ook in Europa, en in de rest van de wereld. Er is een groeiende moslimhaat, meer jodenhaat of antisemitisme, en de homoseksuelen en zigeuners zijn nog steeds niet overal geaccepteerd. De positie van de vrouw is nog altijd niet altijd gelijk aan die van de man. Gehandicapten komen nog wel eens in het gedrang, en kunnen te maken hebben met discriminatie. In de geschiedenis is discriminatie ruimschoots voorgekomen, vooral in de vormen van racisme en antisemitisme. Racisme is discriminatie op basis van ras, bijvoorbeeld de slavernij van zwarten (pag. 4), of het apartheidsbewind (pag. 6). Antisemitisme is het discrimineren van joden in het algemeen, of hun geloof in het bijzonder. Discriminatie begint met een vooroordeel. Een vooroordeel is een mening over iemand of een groep mensen die niet op feiten is gebaseerd. ‘Een Belg is dom’, is een voor-oordeel. Als het vooroordeel niet weggenomen wordt, dan kan het discrimineren door-gaan tot aan het doden van gediscrimineerde mensen. Dit gebeurt natuurlijk niet on-middellijk, maar gaat in stappen. Aan de hand van de vooroordelenladder kun je zien hoe het discrimineren van kwaad tot erger wordt.

Vooroordelenladder Vooroordeel Bijvoorbeeld Belgenmoppen. Er zijn mensen die beweren dat je negatiever denkt over mensen waar je grapjes over maakt dan over andere mensen. Dit is zeer de vraag. Voor Nederlanders zijn Belgen helemaal niet zo’n onaardig volk. Over bijna alle volken in Europa denken de Nederlanders negatiever dan over de Belgen.

3

Ontwijken en uit de weg gaan Dit is de volgende stap op de vooroordelenladder. Het kan het gevolg zijn van het doorvoeren van een bepaald vooroordeel. Een vorm van ontwijken is het verschijnsel dat veel oorspronkelijke Nederlandse ouders hun kinderen niet naar een school laten gaan waar veel leerlingen zijn die van buitenlandse afkomst zijn. De reden hoeft na-tuurlijk helemaal niet te zijn dat zij geloven dat er iets mis is met deze leerlingen, maar dat hun eigen kinderen minder goed zullen presteren op zo’n school. Treiteren en pesten Hier blijft het niet bij één grapje, maar men valt in herhaling. Het vooroordeel wordt als een vaststaand feit gezien. Ook al is het vooroordeel niet waar, het wekt grote er-gernis en frustratie op bij het slachtoffer of de slachtoffers. Lichamelijk geweld en aanslagen Over de hele wereld komt het voor dat mensen aanslagen plegen op mensen die zij als hun vijand zien. Hier neemt het treiteren en pesten een gewelddadige vorm aan.

Lynchen en pogroms; massamoorden en volkerenmoord Lynchen en pogroms zijn uitbarstingen van geweld tegen een groep. In Amerika ge-beurt het vooral na de afschaffing van de slavernij regelmatig dat zwarte Amerikanen door volksmenigten worden opgehangen. Het doel van het lynchen van zwarten is de hele zwarte bevolking onder de duim te houden. Pogroms zijn geweldsuitbarstingen tegen joden. In Rusland en Polen is het in elkaar slaan van joden gedurende de hele negentiende eeuw volksvermaak. Pogroms en lynchpartijen worden oogluikend door de overheid toegestaan. Massa-moorden en volkerenmoord worden juist geleid door de overheid. Het doel hiervan is niet een bepaalde bevolkingsgroep angst aan te jagen, maar die mensen van de aard-bodem te laten verdwijnen. Het is de vraag of iedereen die meewerkt aan de laatste trede van de vooroordelen-ladder ook de andere treden heeft genomen. De praktijk wijst uit dat er wel eens wat treden worden overgeslagen, of zelfs allemaal.

4

GESCHIEDENIS

Slavernij Slavernij bestaat al minstens zolang als de ge-schiedschrijving. Het is een vorm van discrimina-tie. Slavernij is een machtsverhouding, waarbij de ene persoon het eigendom is van een andere per-soon. Het Oude Egypte, het Oude Griekenland, de Romeinen, zij maken veelvuldig gebruik van sla-ven. Ook later, in de Arabische cultuur komt sla-vernij nog voor. Het komt in meerdere culturen voor; in de Chinese, de Indische, Afrikaanse en Indiaanse culturen. Er zijn verschillende redenen waarom mensen slaaf werden en soms nog steeds worden. Veel mensen waren horigen. Dat woord komt van het werkwoord ‘horen bij’. Een horige hoorde bij een stuk land van een rijker iemand. Daarom had hij of zij bepaalde verplichtingen tegenover de ei-genaar van de grond. Zo was je gewoon vanaf je geboorte slaaf. Daarnaast werden veel mensen slaaf omdat ze ge-vangengenomen waren in een oorlog: ze zijn oor-logsbuit. Hun overwinnaars konden vervolgens met hen doen wat ze willen. Vaak werden mensen dan gedwongen te werken. Dit noemen we dwang-arbeid. Er werden ook veel overvallen gepleegd en ont-voeringen op touw gezet, puur en alleen om men-sen gevangen te nemen en tot slaaf te maken. Een andere oorzaak voor het tot slaaf maken van iemand was het hebben van schulden. Iemand die geld schuldig was aan een ander, kon het eigen-dom worden van die ander. Hij of zij moest dan net zo lang werken tot de schuld was afbetaald. Als dat niet lukte dan ging de schuld gewoon over op de kinderen, en dan misschien ook weer op de kinderen van die kinderen. Ook als iemand een misdaad had begaan, kon die-gene als straf zijn rechten kwijt raken en slaaf worden.

In de loop van de geschiedenis is er veel gediscrimineerd, en tegenwoordig is discrimi-natie verboden. Om te kunnen begrijpen wat er verboden is, zullen we voorbeelden uit het verleden geven.

Keten van/voor slaven

Geketende slaven

5

Slavernij in de loop der tijd De slaven van de Grieken en de Romeinen zijn vooral mensen die zijn buitgemaakt in een oorlog. Er zijn speciale markten waar de slaven verkocht worden. Zij staan daar op een podium met een kaartje om hun nek waarop alle gegevens zijn genoteerd: wat ze kunnen, welke nationaliteit ze hebben en welke eigenschappen en gebreken. Een koper en verkoper onderhandelen dan over de prijs. De dure slaven worden in specia-le, luxe winkels verkocht. Veel slaven zijn slaaf van geboorte. Als je vader of moeder slaaf is, ben je het zelf au-tomatisch ook. Het is soms mogelijk om jezelf vrij te kopen als slaaf. In ruil voor wat extra inspanningen kunnen sommige slaven wat geld krijgen. Dat sparen ze om de som geld bij elkaar te krijgen die hun meester heeft vastgesteld voor hun vrijlating. Als ze die som betalen, zijn ze een libertus geworden; dat is Latijn voor vrijgelatene. De kinderen van een libertus zijn ook vrij. Na de val van het Romeinse Rijk wordt de slavernij langzamerhand vervangen door iets anders: door horigheid of lijfeigenschap. Een horige of lijfeigene zit als het ware vast aan de grond van zijn meester of heer. Hij moet voor hem werken en een deel van de opbrengst aan zijn heer geven. Het lot van de horige is iets beter dan die van de slaven.

Aan het eind van de Middeleeuwen, met de ontdekking van de Nieuwe Wereld, ofwel Amerika, komt de slavenhandel weer op gang. Het begint bij de Portugezen en Span-jaarden, die in die tijd onder invloed staan van de Arabische wereld, waar slavernij heel gewoon is. Zij hebben goedkope arbeidskrachten nodig voor het ontginnen van het land dat zij ontdekt hebben, en nemen mensen uit West-Afrika mee over de Atlan-tische Oceaan. De transatlantische slavenhandel is begonnen. Nederland gaat mee-doen aan die handel. De West-Indische Compagnie wordt in 1621 opgericht, en heeft het alleenrecht om met Afrika en Amerika handel te drijven. In de loop van de 19e eeuw wordt de slavenhandel en slavernij door de verschillende landen die er aan meedoen afgeschaft. De slaven zijn vrij, en niemand wil meer voor de blanke Europese bazen werken. Als alternatief worden er goedkope arbeidskrach-ten uit Azië gehaald, die voor een laag loon zich laten contracteren voor een periode van vijf jaren.

Zwarte Afrikanen door de blanken meegevoerd als slaven

6

Ondanks de afschaffing van de slavernij bestaat er in de Verenigde Staten nog lang een traditie van rassenscheiding. In die tijd moeten zwarten gebruik maken van apar-te restaurants, openbare toiletten en scholen. Er wordt hier wel tegen geprotesteerd. Rosa Parks weigert in 1955 haar plaats in een bus af te staan aan een blanke medepassagier. Volgens de wet van Alabama zou ze op moeten staan en achter in de bus plaats nemen. Ze wordt door de politie bekeurd met een boete van $10. Deze bekeuring weigert ze te betalen, en ze wordt gearresteerd. Dominee Martin Luther King hoort van de zaak en begint een geweldloze busboycot, waardoor de busmaatschappij bijna failliet gaat. Intussen gaat de zaak van Rosa Parks in hoger beroep bij het Amerikaanse Hooggerechtshof, en ze wordt in het gelijk ge-steld. Martin Luther King krijgt dankzij deze zaak al snel nationale bekendheid, mede door zijn bijzondere uitstraling en moed. Hij treedt op als spreker, waarbij hij discrimi-natie van de zwarte bevolking van de Verenigde Staten aan de kaak stelt. In 1964 wordt uiteindelijk de wetgeving aangenomen die de rassenscheiding onmogelijk maakt. In ditzelfde jaar krijgt Martin Luther King de Nobelprijs voor de Vrede toege-kend. Een jaar later krijgt de zwarte bevolking van de Verenigde Staten stemrecht en mogen zij zich verkiesbaar stellen. Toch heeft Martin Luther King nog tegenstanders, want hij wordt in 1968 doodgeschoten op een balkon van een motel.

Apartheid Rassenscheiding heeft ook bestaan in Zuid-Afrika. De wetgeving rondom deze rassen-scheiding heeft pas na de Tweede Wereldoorlog zijn intrede gedaan. Het beleid heet met een woord uit het Afrikaans: apartheid. Het systeem houdt in dat zwarten aparte woongebieden hebben; thuislanden. Er zijn publieke gebouwen, stranden, parkbanken speciaal voor blanken. Zwarten moeten een andere ingang gebruiken bij bankgebouwen en winkels. Huwelijken en omgang tussen blank en zwart zijn verboden. Het einde van apartheid wordt ingeluid met de vrijlating van Nelson Mandela in 1990, en het opheffen van het verbod op het ANC, de partij van Mandela. Vier jaar later wor-den de eerste democratische verkiezingen gehouden, en het ANC wordt de grote win-naar. Nelson Mandela wordt de eerste zwarte president van Zuid-Afrika. Er wordt een nieuwe grondwet ingesteld, een grondwet die de rechten van alle inwo-ners van het land waarborgt. De thuislanden komen in de nieuwe grondwet niet meer voor. Publieke gebouwen, stranden, parkbanken, bankgebouwen en winkels zijn voor iedereen op dezelfde manier toegankelijk. De scholen zijn gemengd. Er wordt gewerkt aan de achterstand op het gebied van huisvesting. Kortom, er is veel veranderd.

Rosa Parks Martin Luther King Nelson Mandela

7

HITLER-DUITSLAND

Na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) heerst er in Duitsland grote verslagenheid. In het begin vervallen velen in armoede als gevolg van de economische crisis. Daarnaast is de regering zwak. In deze omstandigheden weet Adolf Hitler met zijn Nationaal-Socialistische Duitse Arbeiders Partij veel aanhang te verwerven. Hij kan als geen an-der met zijn heftige betogen luisteraars aan zich binden. Door hem beginnen veel Duitsers weer in een beter leven te geloven. Hij overtuigt ze ervan dat Duitsland weer groot en sterk zal zijn.

Van een kleine partij met 3% van de stemmen verandert de NSDAP in 1932 in de grootste par-tij met 33% van de stemmen. Hitler wordt in januari 1933 rijkskanselier, het hoofd van de Duitse regering. Hitler regeert het land met dictatoriale hand. Hij roept de noodtoestand uit en maakt een einde aan de vrijheid van drukpers en van vereniging. Een hulppolitiemacht, de SA, gaat in bruine overhemden en met hoge laarzen de straat op. Zij slaan tegenstanders in elkaar of doden ze. Uit angst voor de terreur van de SA durft al snel niemand meer iets tegen het bewind van Hitler te zeggen. De SS is een andere groep die door middel van terreur het Duitse volk monddood maakt. De SS heeft zwarte overhemden. Zij zijn eerst een hulppolitie en later vormen zij de elitetroepen van het Duitse leger en bewaken zij concentra-tiekampen. Het hoofd van de SS, Heinrich Himmler, richt ook een geheime politie, de Gestapo, op. Met de meest wrede methoden spoort de Gestapo poli-tieke tegenstanders op. Zij arresteren socialis-ten, communisten, vakbondsleiders en anderen. Halverwege 1933 is er geen echte tegenstand meer tegen de nazi’s (afkorting voor nationaal-socialisten). In honderden lege pakhuizen en fabrieken zetten de SS en SA kampen op. Daar houden zij politieke tegenstanders gevangen. De gevangenen krijgen een uitermate wrede be-handeling. Eén van deze kampen ligt bij Dachau in de buurt van München in het zuiden van Duitsland. Dit wordt het modelkamp voor alle latere concen-tratiekampen.

Adolf Hitler

Heinrich Himmler naast Adolf Hitler

8

Hitler gelooft in het belang van het onderscheid in rassen en in het belang van de zogenaamde ‘raszuiverheid’. Een zuiver ras is mogelijk en ook wenselijk. Dit houdt in dat hij gelooft dat er een Germaans ras van Ariërs bestaat dat beter is dan andere rassen. De ideale Ariër is blond, blauwo-gig en groot van gestalte. Deze gedachte wordt de leidraad van de Duitse regering. Duitse ge-leerden doen onderzoek naar het verbeteren van rassen. Dit soort onderzoek heet eugenetica. Vanaf 1933 voeren Duitse artsen gedwongen sterilisaties uit. Zigeuners en gehandicapten worden hier het slachtoffer van. Ook ongeveer 500 kinderen die geboren zijn uit de relaties van zwarte Franse soldaten met Duitse vrouwen, worden gesteriliseerd. De soldaten kwamen naar Duitsland als bezettingsmacht nadat Duitsland de Eerste Wereldoorlog verloren heeft. Hitler beschouwt de joden niet als een godsdien-stige groepering maar als een verderfelijk ras dat parasiteert op andere rassen. Op 1 april 1933 roepen de nazi’s op tot een boycot van joodse ondernemingen. De boycot is geen groot succes, maar vanaf dit moment zijn de joodse Duitsers keer op keer het slachtoffer van acties van de Duitse overheid. Een week later mogen er alleen nog Ariërs in overheidsdienst werken. Alle joden in overheidsdienst, ook onderwijzend personeel, worden ontslagen. In de nacht van 10 mei 1933 halen de nazi’s alle boeken uit biblio-theken en boekhandels die zij niet geschikt vin-den voor het Duitse volk. Alle boeken geschre-ven door joden worden verbrand, ook bijvoor-beeld de boeken van Helen Keller die zowel doof als blind is. In 1935 bepalen de nazi’s op de partijbijeen-komst in Neurenberg dat joden geen stemrecht meer hebben. Ook mogen ze geen seksuele ver-houdingen hebben met of trouwen met Duitsers. Volgens deze Neurenberger wetten is iedereen jood die drie of vier joodse grootouders heeft. Het maakt volgens die wetten niet uit of iemand tot de joodse godsdienst behoort of niet. Ook zij die zich tot het christendom hebben bekeerd maar joodse grootouders hebben, worden be-schouwd als jood. In 1937 en 1938 moeten jo-den hun bedrijven overdoen aan Duitsers. Jood-se werknemers en directeuren krijgen ontslag. Joodse advocaten mogen hun werk niet meer doen en joodse artsen mogen alleen nog joden behandelen.

Adolf Hitler en het Arische ras

Boekverbrandingen

Partijbijeenkomst Neurenberg 1935

9

Op het identiteitsbewijs van joden komt een stempel met een rode J. Joodse mannen en joodse vrouwen krijgen een extra voornaam. Voor vrouwen is dat Sara en voor mannen Israël. Zo kan de politie joden makkelijk herkennen. Blijkbaar hebben joden toch niet zo’n herkenbaar uiterlijk als de nazi’s beweren. In 1939 houdt de Duitse regering een volkstel-ling. Van iedereen wordt ras, leeftijd, woon-plaats, geslacht, beroep, godsdienst en burgerlij-ke status genoteerd. Tot welk ras je behoort is afhankelijk van het ras van je ouders en groot-ouders. Met behulp van deze gegevens kan Adolf Eichmann een overzicht opstellen met informatie over alle joden in Duitsland. Behalve van de Duitse joden staan ook de joden in Oostenrijk en het bezette Sudetenland (in het westen van Tsjechië) in het register. Kristallnacht In de nacht van 9 november 1938 breekt er overal in Duitsland geweld uit tegen joden. Als aanleiding nemen de nazi’s de moord op een Duitse ambtenaar door een joodse jongen. Goebbels, de minister van propaganda, organi-seert deze pogroms zo dat ze spontaan lijken. In twee dagen branden duizend synagogen, de joodse tempels, en 7000 joodse winkels af. Mensenmassa’s plunderen joodse woningen, scholen en ziekenhuizen. Politie en brandweer kijken alleen maar toe of doen zelfs mee. Deze nacht staat bekend als de Kristallnacht, vanwege de glassplinters waar de volgende dag de straten mee bezaaid liggen. De daaropvolgende dag worden 30.000 joden gearresteerd vanwege hun misdaden. Deze misdaad is dat ze jood zijn. Zij gaan naar een concentratiekamp. Voor de ande-re joden komt een avondklok. Joodse kinderen moeten de openbare scholen verlaten. Net als hun ouders worden joodse kinderen van de rest van de samenleving geïsoleerd. Gezinnen probe-ren Duitsland te verlaten. Velen plegen zelf-moord. Vluchtelingen Duitsland streeft naar een ‘judenrein’ Duitsland. Een Duitsland dat helemaal vrij is van joden. In 1938 zijn al 150.000 joden Duitsland ontvlucht. Maar het wordt steeds moeilijker een visum te krijgen om naar het buitenland te gaan. Amerika zit midden in een crisis en velen zijn bang dat de joden een bedreiging vormen voor hun baan.

Adolf Eichmann

Kristallnacht

10

In de zomer van 1938 komen afgevaardigden uit 32 landen bij elkaar in de Franse badplaats Evian om te vergaderen over het vluchtelingenpro-bleem. Iedereen spreekt zijn sympathie uit voor de vluchtelingen. Niemand wil ze opnemen. Ame-rika en Engeland beweren dat ze niet nog meer mensen kunnen opvangen. De Duitse regering laat weten dat het verbijste-rend is dat iedereen zo veel kritiek heeft op Duitsland, maar dat niemand de vluchtelingen wil hebben. De Tweede Wereldoorlog Op 1 september 1939 valt Duitsland Polen bin-nen. De Tweede Wereldoorlog is begonnen. Bin-nen enkele dagen is het Poolse leger verslagen. Meteen daarna beginnen de Duitsers aan de on-derwerping van de Polen. Volgens de nazi’s zijn de Polen minder dan menselijk. Alleen geschikt om de Duitsers als slaven te dienen. Kunstschil-ders, professoren, leraren, schrijvers, priesters en andere vooraanstaande Polen worden geëxe-cuteerd. Na het vierde schooljaar mogen Poolse kinderen niet meer naar school. De lessen heb-ben als doel de kinderen gehoorzaamheid aan de Duitsers te leren. Grote groepen Polen worden verwijderd om ruimte voor Duitse gezinnen te scheppen. 50.000 Poolse kinderen die de juiste raskenmerken hebben worden geselecteerd om door Duitse gezinnen te worden geadopteerd. Aan het begin van de oorlog beginnen de Duit-sers met de uitroeiing van geestelijk en lichame-lijk gehandicapten. Artsen bepalen wie er hier-voor in aanmerking komen. Onder toezicht van artsen worden zij vergast. De lichamen van de slachtoffers worden in grote ovens, crematoria, verbrand. Tussen 1940 en 1945 vermoordden de nazi’s 200.000 gehandicapten. De uitroeiing van de gehandicapten vormt het model voor de mas-samoord op joden, zigeuners en anderen in con-centratiekampen. Zo oefenden de SS-ers hoe ze een vernietigingskamp moesten leiden. Halverwege 1940 heeft Duitsland een groot deel van Europa bezet. Overal waar de nazi’s aan de macht zijn moeten joden een zespuntige david-ster dragen. Duitse joden die naar België, Neder-land en Frankrijk zijn gevlucht komen opnieuw in handen van de nazi’s. Een enkeling weet via Spanje naar Portugal te vluchten en vandaar de oceaan over te steken. De meesten worden afge-voerd naar vernietigingskampen als Auschwitz.

Duitse tank

Duits oorlogsvliegtuig

Poort van een concentratiekamp

Zespuntige Davidster

11

Na de bezetting van Polen komen twee miljoen joden in handen van de Duitsers. Na de inval in Rusland komen daar nog enige miljoenen bij. De joden in Rusland worden door mobiele moordbri-gades vermoord. Vaak krijgen ze hulp van de lo-kale bevolking. De joden in Polen worden eerst in getto’s samengebracht. Getto’s zijn verplichte verblijfplaatsen in de stad. In totaal stichten de Duitsers vierhonderd getto’s. In heel West-Europa transporteren de nazi’s joden naar de getto’s. Om de getto’s heen worden vaak hekken gezet. De bewoners krijgen geen kans het getto te verlaten. In de getto’s sterven mensen aan de lopende band als gevolg van honger, ziekte en kou. Op 20 januari 1942 komen vijftien hooggeplaatste nazi’s bijeen aan de Wannsee, een meer bij Ber-lijn, om een definitieve oplossing van het joodse probleem te vinden: de ‘Endlösung’. Hierna begin-nen de Duitsers met het deporteren van joden naar zes vernietigingskampen in Polen: Chelmo, Treblinka, Sobibór, Belzec, Auschwitz-Birkenau en Majdanek-Lublin. De kampen liggen in een lande-lijke omgeving dicht bij een spoorlijn. De meeste joden worden meteen na aankomst in de kampen vergast. Vanaf 1942 halen de nazi’s de getto’s leeg. Er komen treinen met joden uit Nederland, België, Noord-Afrika, Frankrijk, Italië en Grieken-land. Overal krijgen de Duitsers voldoende hulp om de joden op te sporen en af te voeren. In totaal zijn er zes miljoen joden omgebracht. Anne Frank is ook gedeporteerd naar een kamp. Zij leeft met zeven andere joodse onderduikers, waaronder haar familie, in het achterhuis van het bedrijf Opekta aan de Prinsengracht te Amster-dam. Anne houdt een dagboek bij. Na meer dan twee jaar ondergedoken te hebben gezeten, wordt hun schuiladres ontdekt. De acht worden gearresteerd, en via kamp Westerbork naar het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau afgevoerd. Een maand later worden Anne en haar zus Margot overgebracht naar het kamp Bergen-Belsen in Duitsland. Otto Frank, de vader van Anne, is na de oorlog de enige overlevende van de acht. Hij ontvangt van Miep Gies, een van de medewerkers van Opekta, het dagboek van Anne. Hij besluit het onder zijn redactie uit te geven. ‘Het Achterhuis’ wordt nog steeds over de hele wereld gelezen. Anne is na haar zus gestorven aan oververmoeidheid en de ziekte vlektyfus.

Getto in Polen

Getto in Polen

Huis van de Wannsee-bijeenkomst

Anne Frank

12

Nederlanders Tijdens de Tweede Wereldoorlog komen niet alleen joden en zigeuners in concentratiekam-pen terecht. De Japanse bondgenoten van de Duitsers stoppen in Nederlands-Indië, het huidi-ge Indonesië, naast joodse Nederlanders ook andere Nederlanders in concentratiekampen. Anne-Ruth Wertheim vertelt over haar ervarin-gen in het jappenkamp voor vrouwen: ‘Twee keer per dag moesten we aantreden op het gro-te appèlveld midden in het kamp. We moesten ons opstellen in blokken van vijf rijen van tien. We hadden ieder ons eigen nummertje opge-speld en zo moest je gaan staan. Vaak duurde het eindeloos voor de Japanse kampcomman-dant kwam om te inspecteren of er niemand zoek was; gevlucht dus. Hij kwam samen met het Hollandse kamphoofd, dat alleen maar zo heette. In werkelijkheid had zij niets te vertel-len en de Japanners alles. Als ze langs je kwamen moest je op een be-paalde manier buigen. Ze begonnen dan op een militaire toon te schreeuwen: ‘Kiotské, kéré, naoré, jasmé, baccaré. Het buigen was een eer-betoon aan de Japanners. Moet je nagaan een eerbetoon aan degenen die je gevangen hielden en honger lieten lijden. En toch deed je het, ie-dere dag weer. Zo werd je langzamerhand, als je niet uitkeek, het nummertje dat je droeg.’ Later moet ze samen met haar moeder en broertje en zusje naar het kamp voor de joden. ‘De oosterse joden waren een geval apart. Ze woonden allemaal bij elkaar en wij speelden nooit met ze. We roddelen over ze: dat ze rare gewoonten hadden en gapten. Als iemand ook maar even iets kwijt was, kregen zij al de schuld. En we scholden op ze en zij op ons. Als ik eerlijk ben, moet ik toegeven dat wij discri-mineerden. Gek is dat, wij werden zelf gediscri-mineerd en toch deden we het weer bij ande-ren. Of is dat juist logisch? In elk geval maakten de Japanners het nog er-ger dan het al was. Als er eten werd uitgedeeld begonnen ze daarmee bij de niet-joodse afde-ling, daarna waren wij aan de beurt en dan de oosterse joden. Zo maakten ze ons jaloers op de niet-joden, want soms was er te weinig voor iedereen. En als ze straf uitdeelden ging het precies andersom: dan begonnen ze bij de oos-terse joden, dan wij en dan de niet-joden.’

Pauze voor de geïnterneerden

Buigen voor de Japanse bezetter

Corvee in het kamp

Mannenslaapzaal in het kamp

13

SLACHTOFFERS

In onze tijd is discriminatie verboden. Dit wil niet zeggen dat er niet wordt gediscrimi-neerd. Discriminatie komt nog steeds voor. Gehandicapten, joden, zigeuners, zwarten, ze worden nog steeds wel eens geconfronteerd met discriminatie. Ook mensen met een andere godsdienst, zoals moslims, en mensen met een andere politieke voorkeur kunnen worden gediscrimineerd. Vrouwen en homoseksuelen worden ook nog steeds wel eens slachtoffer van discriminatie.

Gehandicapten Mensen met een handicap zijn mensen met een functiebeperking (= iets niet kunnen). Mensen met een handicap worden ook wel min-der valide, of invalide genoemd. Er wordt onder-scheid gemaakt tussen lichamelijke (te maken hebbende met het lichaam) en verstandelijke (te maken hebbende met de geest) handicaps. In beide gevallen brengt men het er niet zo goed van af in de tijden van de Grieken en Romeinen. In deze tijd worden kinderen geboren met een afwijking gewoonweg vermoord. Ze worden als onvolwaardig gezien. Later komt het in gebruik de kinderen te vondeling te leggen. Ze belanden in de bedelarij en slavernij. Dan ontwikkelt zich de meer christelijke visie; er wordt geprobeerd de gehandicapte kinderen in leven te houden. Er is een verschil tussen een aangeboren en een verworven handicap. Bij de geboorte van het kind met een handicap, begint de acceptatie bij de ouders en later pas dringt het door tot het kind. Bij het oplopen van een handicap geduren-de het leven, zal deze eerst geaccepteerd moe-ten worden door de gehandicapte zelf, en daarna pas door zijn of haar omgeving. Tegenwoordig verblijven veel gehandicapten midden in de maatschappij, in plaats van in een tehuis buiten op het land. Je ziet parkeerplaat-sen voor gehandicapten, speciale toiletten, lage drempels bij voetgangersoversteekplaatsen, en speciaal vervoer bij de spoorwegen. Een gehandicapte kan allerlei problemen tegen komen met het leven in de maatschappij. Hope-lijk maakt de maatschappij het hem niet al te moeilijk anders is er sprake van discriminatie. Gelukkig is de hulpverlening in ons land op een goed peil. De gezondheidszorg in Nederland staat hoog aangeschreven.

14

Joden Discriminatie van joden wordt antisemitisme ge-noemd. 2000 Jaar geleden verdrijven de Romeinen de joden uit het gebied dat nu Israël heet. Zij ver-spreiden zich over een groot deel van de wereld. De bevolking in Europa verwelkomt de joden niet met open armen. De belangrijkste reden is dat de joden Jezus niet als zoon van God erkennen. Bovendien geven veel christenen de joden de schuld van de dood van Christus. In de meeste landen stelt de overheid beperkingen in op de mogelijkheden voor joden om geld te ver-dienen. Zo mogen joden geen land bezitten en mo-gen ze geen lid worden van beroepsverenigingen, de gilden. De kerk verbiedt de gelovigen geld uit te lenen tegen rente. Het lenen van geld is al snel het domein van de joden. Dit maakt ze niet populair bij de christelijke bevolking. Regelmatig krijgen joden de schuld van rampen die de bevolking treffen. In de vijftiende eeuw moeten de joden in Spanje en Portugal zich tot het christendom bekeren of weg-trekken. Velen trekken weg. Een grote groep komt in Nederland terecht. In de negentiende eeuw worden joden in Rusland en Polen vaak afgeranseld en vermoord. Hun bezit-tingen worden hun vaak afgenomen. Er is niemand, ook geen politie, die ze beschermt. In dezelfde tijd krijgen de joden in West-Europa meer rechten. Na de Franse Revolutie raken meer mensen gewend aan het idee dat alle mensen gelijk zijn. Tegelijker-tijd ontstaan rassentheorieën. Europese staten kun-nen door hun technologische voorsprong de hele wereld beheersen en doen dit dus ook. Maar zij kunnen dit alleen rechtvaardigen door te beweren dat andere rassen minder waard zijn. Vooral in En-geland zijn velen ervan overtuigd dat het Engelse ras voorbestemd is de zware taak op zich te nemen de rest van de wereld te leiden. Ook meent nu een aantal mensen dat er ook een joods ras bestaat: de Semieten. Echter er is geen joods ras. De taal van de joden is Hebreeuws, een Semitische taal net als het Arabisch. Er bestaat wel een joods geloof. Daar behoren niet alleen mensen bij die voorouders hebben die joods zijn, maar ook mensen die zich tot het joodse geloof hebben be-keerd. Er bestaat ook geen Engels ras. Voor zover je van rassen kunt spreken, behoren beide groepen tot het blanke ras. Praten over een joods ras is net zoiets als praten over een katholiek ras. Het gevolg van de rassentheorie is dat joden niet alleen als een ras worden gezien, maar ook als een minderwaar-dig ras.

Lege joodse wijk in Sevilla Spanje

Straatnaambordje joodse wijk Lissabon Portugal

Pogrom

Orthodoxe jood

15

Karl Lueger is een bekende Oostenrijkse politi-cus rond 1900. Hij geeft in bijna iedere toe-spraak de joden de schuld van van alles en nog wat. De jonge Adolf Hitler ziet hem als een voorbeeld. In 1933 komt in Duitsland Adolf Hit-ler met zijn Nationaal-Socialistische Duitse Ar-beiders Partij –de nazi’s– aan de macht. Deze partij heeft als centrale gedachte dat het Ger-maanse ras beter is dan andere rassen. De ge-volgen hiervan zijn bekend (pag. 7). Al in de 19e eeuw ontstaat er een streven naar het stichten van een nationale joodse staat. De Russische journalist Theodor Herzl richt deze zionistische beweging op. Dit maakt hij bekend op het eerste zionistische wereldcongres in 1897. Het gebied waar deze staat zal moeten liggen, toen nog Palestina geheten, is dan nog in Turkse handen. Na de Eerste Wereldoorlog valt Palestina onder Brits bestuur. Bijna alle grond is nog Arabisch eigendom. De zionisti-sche beweging begint zoveel mogelijk grond aan te kopen. Daartegen rijst verzet bij de Ara-bieren, en het komt door de jaren heen regel-matig tot stakingen en bloedige opstanden. De Britten beperken in reactie daarop de immigra-tie van joden. Als de nazi’s aan de macht komen in Duitsland, vluchten vele joden. Ze mogen niet allemaal Palestina binnen, velen worden geweerd. Na de Tweede Wereldoorlog is de toestroom naar Pa-lestina groot onder de joden die de Holocaust overleefd hebben. In Palestina rijst verzet tegen de Britten. De Verenigde Naties delen Palestina op 29 no-vember 1947 in drie delen. Een Israëlisch, een Arabisch en een internationaal bestuurd gebied. De Palestijnse leiding accepteert de indeling niet en een burgeroorlog breekt uit tussen Jo-den en Arabieren. De joden verdedigen het hun toebedeelde gebied met man en macht. Op 15 mei 1948 loopt het Britse mandaat voor Palestina af. De joden roepen een dag eerder op 14 mei de staat Israël uit. De Amerikanen erkennen Israël al binnen een half uur. Ook de Sovjet-Unie en andere landen erkennen Israël direct. Direct na beëindiging van het Britse mandaat vallen vele soldaten uit vijf Arabische landen (Egypte, Jordanië, Irak, Syrië en Liba-non) de nieuwe staat aan. De Arabisch-Israëlische Oorlog of Israëlische Onafhankelijk-heidsoorlog is een feit.

Karl Lueger

Theodor Herzl

Jonge jood biddend bij de westmuur

16

Israël zet een even grote troepenmacht in, maar heeft een tekort aan zware wapens. De oorlog bestaat uit verschillende periodes van strijd, onderbroken door periodes van staakt-het-vuren bevolen door de VN. Israël wint de oorlog. In 1949 worden wapen-stilstanden afgesloten tussen enerzijds Israël en anderzijds de Arabische landen (uitgezonderd Irak, dat formeel nog in oorlog is met Israël). Vrede sluiten wordt door de Arabieren als verraad gezien. Staatshoofden die dit later deden of probeerden –koning Abdullah van Jordanië en Anwar Sadat van Egypte– wer-den daarom vermoord.

Israël heeft aan het eind van de oorlog een gebied dat groter is dan wat er oorspron-kelijk aan de Joodse staat is toegekend. De Arabieren zijn dan ook al grotendeels ver-dreven en weggetrokken of gevlucht. Zij hebben zich gevestigd op de Westelijke Jor-daanoever, in de Gazastrook en in Libanon. Uit veel landen in het Midden-Oosten ko-men joden naar Israël om zich daar te vestigen, onder druk uitgeoefend in die landen en ook Israël zelf dringt er op aan dat joden zich weer vestigen in eigen de joodse staat. De Verenigde Naties verlenen aan Israël op 11 mei 1949 het lidmaatschap van de VN. Tussen 1948 en 1950 wordt Israël door een groot aantal niet-moslimlanden erkend. Turkije erkent Israël in maart 1949. Israël heeft tot op heden nog veel strijd moeten leveren voor het behoud van wat zij als hun grondgebied beschouwen.

Gezicht op de westmuur en de tempelberg

17

Zigeuners De term zigeuners wordt als discriminerend beschouwd door Roma, de eigenlijke naam van zigeuners. Rom betekent ‘mens’. Roma is het meervoud van Rom. Verwar Roma niet met woonwagenbewoners, want dit is onte-recht. Woonwagenbewoners zijn van Neder-landse oorsprong. Roma komen oorspronke-lijk uit Noord-India. Hun zwervende bestaan komt voort uit het feit dat moslims vaak Noord-India aanvielen en mensen ontvoerden om tot slaaf te maken. Als ze rond 1200 vrij-komen, is er voor hen geen plaats meer. De groepen trekken naar het westen en verdie-nen hun geld met handel, diverse ambachten en vermaak met muziek en dans. In de Europese Unie wonen 7 tot 9 miljoen Roma; in Nederland zijn dat er zo’n 6000. In heel Europa, maar met name in Oost-Europa komt er van oudsher veel discriminatie van Roma voor. De landen in Oost-Europa die lid willen worden van de Europese Unie, moes-ten beloven dat ze discriminatie van Roma zullen tegengaan. Dat hebben ze beloofd. Maar in praktijk komt discriminatie nog veel voor, bijvoorbeeld in het onderwijs. Veel Romakinderen gaan om allerlei redenen niet naar school of maar af en toe. In Kroatië gaat het zelfs om eenderde van de kinderen. Als ze wel naar school gaan, verwachten de onderwijzers niet veel van hen. De Romakin-deren zitten in eigen klassen, een enkele school heeft zelfs een eigen ingang. Het les-programma voor hen heeft een lager niveau dan dat van de andere kinderen. Vaak ook worden ze beoordeeld als ‘achtergebleven’ en verwezen naar het speci-aal onderwijs, soms met het argument dat dat goed voor hen is. De onderwijzers, de andere leerlingen en hun ouders maken racis-tische en discriminerende opmerkingen over hen. Het komt voor dat ouders komen pro-testeren als een school Romakinderen ge-woon in de klas opneemt. In sommige leer-boeken staan negatieve opmerkingen over Roma. In hun school leren ze niets over hun eigen achtergrond, maar ze leren bijvoor-beeld wel over volkshelden die in de Tweede Wereldoorlog verantwoordelijk waren voor de moord op tienduizenden Roma.

Romakind

Romakinderen op school

Romakinderen op straat

18

De woonomstandigheden in de Romagezin-nen zijn vaak slecht. Een deel van hen woont in eigen ‘nederzettingen’, zonder sa-nitaire voorzieningen, zonder stromend wa-ter, en soms zelfs zonder elektriciteit. Ook wordt er geen vuilnis opgehaald. Soms moeten kinderen thuisblijven om voor hun jongere broertjes en zusjes te zorgen. Zo-dra ze niet meer leerplichtig zijn, haken de meeste kinderen alsnog af, meisjes gaan vaak al eerder van school. Geld voor de ex-tra dingen van school is er vaak niet. De werkloosheid onder Roma is hoog. Een onderzoek van de Europese Commissaris voor de Mensenrechten geeft daar een aan-tal redenen voor: Roma zijn niet voldoende opgeleid, worden gediscrimineerd, en wor-den niet gezien als een groep voor wie ex-tra zorg nodig is. Vanuit de overheid worden er wel maatre-gelen genomen om het naar school gaan te stimuleren en de achterstelling van de Ro-makinderen op school tegen te gaan. Ou-ders worden verplicht hun kinderen naar school te sturen en wie dat niet doet, wordt gekort op z’n uitkering. Maar dat pakt het wezenlijke probleem niet aan: de kinderen krijgen dan nog steeds slechter onderwijs, en worden gediscrimineerd. Er zijn te wei-nig hulpverleners om de Romagezinnen te begeleiden. Een aantal landen heeft zich verbonden in the Decade of Roma Inclusion (Decennium=periode van 10 jaar voor de integratie van Roma). Deze landen nemen maatregelen om de schoolsituatie van de kinderen te verbeteren en te werken aan vertrouwen tussen Roma en niet-Roma, door vooroordelen te bestrijden. Speciale lesprogramma’s moeten voorkomen dat achterstanden blijven bestaan. De Europese Unie probeert op allerlei ma-nieren de discriminatie van Roma aan te pakken. Op 16 september 2008 werd de allereerste Europese Roma-top gehouden, met vertegenwoordigers van de Europese Unie, de regeringen van de betrokken lan-den en vertegenwoordigers van de Roma zelf.

Roma met woonwagen op weg

Romakinderen op school

19

Dissidenten en mensenrechtenverdedigers Mensen of groepen die zich verzetten tegen de heersende politieke of religieuze opvattingen zijn dissidenten. Zij zijn het niet eens met het vaak totalitaire of dictatoriale bewind van hun land waarin alles ondergeschikt wordt gemaakt aan de alles controlerende staat. Tegenwoordig wor-den dissidenten ook wel als mensenrechtenver-dedigers beschouwd. Zij zetten zich op vreedza-me wijze in voor het bevorderen van de rechten van de mens. Zij stellen rapportages op over rechten van de mens en documenteren schen-dingen van die rechten; zij geven hier ook publi-citeit aan. Zij spreken regeringen aan op hun verantwoordelijkheid. Zij assisteren slachtoffers in rechtszaken. Zij steunen overlevenden om de gevolgen van schendingen van de mensenrech-ten te overwinnen. Zij voeren campagnes om structurele verbetering te krijgen in het optreden van de overheid, de wetgeving en het beleid. Dissidenten krijgen vaak te maken met langduri-ge straffen, verbanning of opname in een psychi-atrische inrichting. Mensenrechtenverdedigers kunnen ook de rechten van de dissident verdedi-gen. Ook in democratische landen komen men-senrechtenverdedigers voor. Zij richten zich in eigen land op de rechten van bijvoorbeeld ge-vangenen, asielzoekers en illegalen. De Verenigde Naties aanvaarden in 1998 de Ver-klaring aangaande mensenrechtenverdedigers, opgesteld door de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties. Dit omdat geconstateerd werd dat mensenrechtenverdedigers te maken kunnen krijgen met ernstige of grootschalige onderdruk-king. Ook kennen de Verenigde Naties een speci-ale rapporteur voor mensenrechtenverdedigers. Er zijn prijzen voor mensenrechtenverdedigers, de Sacharovprijs van de EU, en de Mensenrech-tentulp, een prijs van de Nederlandse regering om personen te eren die onder grote risico’s de mensenrechten verdedigen. Homoseksuelen Mensen van hetzelfde geslacht die van elkaar houden, zo kan je het woord homoseksuelen wel omschrijven. Een vrouw die van vrouwen houdt wordt ook wel lesbisch genoemd. Van iemand van het andere geslacht houden wordt hetero-seksualiteit genoemd. Homoseksualiteit is nog lang niet overal en door iedereen geaccepteerd.

Inval in internetcafé China

Mensenrechtentulp

Twee homoseksuelen

20

Vaak wordt homoseksualiteit als zondig afgedaan door verschillende religieuze stromingen. Zo wordt het door verschillende landen en culturen als misdaad beschouwd. Dit tot grote ontstelte-nis van veel westerse landen die menen dat er mensenrechten geschonden worden. Op homo-seksualiteit staat de doodstraf in Iran, Jemen, Mauritanië, Saoedi-Arabië, Soedan en de Vere-nigde Arabische Emiraten. Levenslang geldt in Bangladesh, Bhutan, Guyana, India, de Maldi-ven, Nepal, Singapore en Oeganda. Het christendom staat vanouds vijandig tegen-over homoseksualiteit. Dit vindt zijn oorsprong in de Bijbel. Immers, God heeft de mens als man en vrouw geschapen en alleen man en vrouw mogen binnen het huwelijk seks hebben. In het joodse wetboek Leviticus vind je in hoofdstuk 18 tot 22, verboden op het gebied van homoseksua-liteit. De ondergang van Sodom en Gomorra zo-als staat beschreven in het boek Genesis, hoofd-stuk 18 en 19, zou te wijten zijn geweest aan de homoseksuele activiteiten van de inwoners. In de geschiedenis staat vaak de doodstraf op ho-moseksuele handelingen. Tijdens Hitler’s Nazi-Duitsland worden homoseksuelen ook vervolgd en opgesloten in concentratiekampen. Zij dienen een roze driehoek te dragen, wat de reden van hun gevangenschap verklaart. De vervolging is niet zo systematisch als voor joden en zigeuners, en voor vrouwen (lesbiennes) geldt die helemaal niet, want Hitler ziet vrouwen als seksueel pas-sief. Tegenwoordig wordt er in kerken verschillend gedacht over homoseksualiteit. Men is het er over eens dat mensen met een homoseksuele geaardheid met respect dienen te worden behan-deld, maar is het in kerken oneens over de vraag of homoseksuelen mogen praktiseren. In de islam wordt homoseksualiteit als een keuze beschouwd. Het schijnt dat Mohammed mannen die zich vrouwelijk gedragen vervloekt zou heb-ben, en vrouwen die zich mannelijk gedragen ook. Vaak wordt er een onderscheid gemaakt tussen de verschillende rollen in het homoseksu-ele verkeer. De ‘gevende, actieve’ rol, wordt ge-zien als hetero, als er maar gewoon een gezin gesticht wordt; en de ‘ontvangende, passieve’ rol, wordt gezien als vrouw. Dit brengt dus een vooroordeel met zich mee, en maakt het rollen-spel in de islamitische homoseksuele wereld wat moeizamer.

21

In de Koran staan verschillende stukken die homoseksualiteit verwerpen, maar er zijn ook stukken die homoseksualiteit aan de orde la-ten komen als praktijk die zich in het paradijs afspeelt. Dit geeft echter volgens velen in de islam nog geen vrijbrief om deze praktijk op aarde uit te voeren. Homoseksualiteit wordt meer en meer geac-cepteerd. Sinds 1990 staat homoseksualiteit niet meer geregistreerd als geestesziekte bij de Wereldgezondheidsorganisatie. Veel wes-terse landen hebben homoseksualiteit gelega-liseerd. Sinds 1 april 2001 bestaat er in Ne-derland het homohuwelijk. Ook België, Span-je, Canada, Zuid-Afrika, Noorwegen en Zwe-den hebben een homohuwelijk Steeds meer landen staan een geregistreerd partnerschap toe, maar een echt huwelijk laat nog even op zich wachten. Vrouwen In de Bijbel komt het al voor; vrouwendiscri-minatie. Eva, de eerste vrouw wordt gemaakt uit een rib, een stuk been, van Adam, de eer-ste man. Later in de tuin van Eden verleidt Eva Adam tot het eten van de vrucht van de boom van de kennis van goed en kwaad. Adam eet van deze vrucht, en ze worden daarom verbannen uit het paradijs. Dit komt uit het boek Genesis, hoofdstuk 2 en 3. Eva wordt uit iets ondergeschikts van de man, die er eerder is, gemaakt; en vervolgens krijgt ze er ook nog de schuld van dat ze niet meer in het paradijs mogen zijn. Heksenvervolging is een voorbeeld van discri-minatie van de vrouw. Heksenvervolging be-staat lange tijd, tussen 1300 en 1720. Een periode van Middeleeuwen en Renaissance. De heksen, niet allemaal vrouw maar wel zo’n 80%, worden ervan verdacht een pact met de duivel te hebben gesloten. Hekserij wordt ge-zien als het op bovennatuurlijke wijze kwaad doen aan anderen. De verdachten van hekse-rij, worden in eerste instantie bedreigd met marteling om ze een bekentenis af te dwin-gen. Meestal volgt marteling om een volledige bekentenis van alle beschuldigingen te ver-krijgen. Velen sterven al tijdens de marteling. Als ze de marteling overleven en zich na de bekentenis nog bekeren, worden ze eerst ge-wurgd alvorens te worden verbrand. Heksenverbranding

Adam en Eva

22

Er is ook nog de waterproef. De waterproef be-staat er uit dat de beschuldigde, gebonden, in water wordt gelaten. Blijft ze drijven, is ze schul-dig. Zinkt ze naar de bodem, dan wordt ze uit het water gehesen en mag ze weer naar huis. Schul-digen worden meteen gemarteld en verbrand. Het verbranden is nodig om de ziel van de duivel te bevrijden, zodat ze toch nog naar de hemel kunnen gaan. Later ontwikkelt zich een ander wereldbeeld. Kerk en staat worden gescheiden. Er is geen plaats meer voor heksenvervolging, marteling en verbranding. Tot aan het eind van de 19e eeuw mogen vrou-wen geen universitaire opleiding volgen, en tot aan het begin van de 20e eeuw bestaat er geen kiesrecht voor vrouwen. Wilhelmina Drucker is in die tijd een feministe van het eerste uur. Later, in de jaren zestig van de 20e eeuw tijdens de Tweede Feministische Golf wordt er gestreden voor gelijkwaardige opleidingsmogelijkheden en salaris, en voor het recht op abortus. Dolle Mina, een naam die verwijst naar Wilhelmina Drucker, is een actiegroep uit die tijd. In de jaren negentig van de vorige eeuw is er een Derde Feministische Golf. Er wordt gestreden voor gelijke beloning voor gelijk werk. Powerfe-minisme en girlpower, verzet tegen de vermeen-de slachtofferhouding van vrouwen laten van zich horen. Feministische bewegingen onder migran-tenvrouwen komen op en strijden tegen hun ach-terstelling vanuit culturele/religieuze achter-grond. Stemmen gaan op mannen meer te be-trekken bij het ouderschap. De keuzemogelijkhe-den voor vrouwen moeten worden vergroot, en niet alleen hun inzet op de arbeidsmarkt. Veel resultaten zijn al behaald, zoals het kies-recht, het recht op toegang tot het hoger onder-wijs, het recht op gelijke beloning voor gelijk werk, meer deelname aan maatschappelijke or-ganisaties als politieke partijen en kerken, het recht op abortus en ouderschapsverlof, maar ook dingen als: het verbod op verkrachting binnen het huwelijk, afschaffing van vrouwelijke uit-gangsvormen van namen van beroepen; direc-teur in plaats van directrice, geen kunstenares maar kunstenaar. Desondanks bestaan er nog achterstanden. De reclame voor schoonmaakmid-delen en cosmetica richt zich uitsluitend nog op vrouwen. De studiekeuze van vrouwen is vaak nog te traditioneel, vrouwen zouden meer voor exacte studies mogen kiezen.

Waterproef

Wilhelmina Drucker geportretteerd door Truus Claes

23

Zwarten De term ‘zwarten’ wordt door de bedoelde groep als beledigend ervaren. Het heeft een negatieve en racistische bijklank. ‘Kleurling’ is ook een term voor mensen die niet blank zijn. In Zuid-Afrika bedoelen ze hier andere mensen mee dan zwarten, maar in het Ame-rikaans omvat het woord ‘coloured’ zowel zwarten als kleurlingen. In Nederland hanteren we de begrippen al-lochtoon en autochtoon. Allochtoon betekent dat iemand ergens anders vandaan komt. Au-tochtoon betekent dat iemand komt van de plaats waar hij verblijft, een oorspronkelijke bewoner. Deze woorden brengen dus een tweedeling aan onder de inwoners van Ne-derland. Onder de allochtonen bestaan verschillende groepen. Ze zijn van een bepaalde etniciteit. Ze worden ook wel aangegeven met het bij-voegelijk naamwoord etnisch, samen met het woord groeperingen. Etnische groeperingen zijn (kleinere) groepen mensen afkomstig van een bepaalde bevolking. Het Griekse woord etnos betekent namelijk ‘volk’. Met dit taalgebruik sluipt het gevaar erin dat we de populatie in gaan delen in rassen, en dan komt racisme al snel weer om de hoek kijken. Het menselijk ras kent verschillende soorten, maar het is niet aan ons om te oor-delen of er bepaalde soorten beter zijn of ho-ger staan aangeschreven dan andere. Onder allochtonen vinden we aanhangers van niet-christelijke religies. Discriminatie wegens geloofsovertuiging is verboden. Toch is de regering overgegaan op een verbod op het dragen van gezichtbedekkende kleding, iets dat wel een gebruik kan zijn bij sommige moslimvrouwen. Het is nu bij wet verboden gezichtsbedekkende kleding te dragen op scholen en in het openbaar vervoer, vanwege de veiligheid. Het is bij wet niet mogelijk dit verbod te laten gelden in de gehele openbare ruimte. Dit zou in strijd zijn met de vrijheid van godsdienst. Als een moslima een hoofd-doek draagt, wordt haar niets in de weg ge-legd.

24

WAT KAN JE ZELF DOEN?

Een tijd lang kon een school zich nadrukkelijk uitspreken tegen racisme. ‘School Zon-der Racisme’ staat er dan op een bordje bij de ingang van de school. Om dit bordje te krijgen moet 70% van alle leerlingen en werknemers hun handtekening zetten. Nu is er een initiatief van Art.1, het bureau voor de voorkoming en de bestrijding van discriminatie. Het is een scholenproject en heet: [ÉÉN] , en het heeft als onderschrift: ‘Gelijke behandeling voor iedereen’. De School Zonder Racisme is hier in opgegaan. Scholen die wensen een school te zijn waar iedereen zich welkom en veilig voelt, on-geacht de aanwezige verschillen tussen mensen, daar richt [ÉÉN] zich op. Scholen ne-men met dit project openlijk stelling vóór gelijke behandeling en tégen discriminatie en intolerantie. [ÉÉN] is een verwijzing naar het eerste artikel van de Nederlandse Grondwet, waarin het recht op gelijke behandeling en het verbod op discriminatie zijn vastgelegd (pag. 1). Daarnaast wil het wijzen op het samen één zijn in de strijd tegen pesten en discriminatie.

Wil jij met je school meedoen? Dan moet je de school zo ver krijgen dat ze een ver-klaring ondertekenen. De verklaring houdt in dat de school zich inzet voor het maken van een veilige, prettige sfeer, waarin verschillen gerespecteerd worden; en dat de school optreedt tegen ongewenst gedrag, zoals pesten of uitsluiting. Naast de verkla-ring komt er ook een bordje te hangen bij de ingang van de school, en wordt er jaar-lijks een schoolbrede activiteit georganiseerd. De kosten zijn €40,- en daarvoor krijg je het bordje, de informatieklapper, en de toezending van alle klapperupdates.

Foto van een bordje van [ÉÉN] is nog niet beschikbaar; dit is een bordje in Uithoorn

25

AANTEKENINGEN

26

MEER OP INTERNET Op de website van het Centrum voor Mondiaal Onderwijs vind je nog meer informatie die je kan helpen bij je werkstuk of spreekbeurt. Je vindt daar tips over hoe je het beste een werkstuk kunt opzetten of hoe je het beste je spreekbeurt kunt inkleden. Ga naar www.cmo.nl of www.maak-een-werkstuk.nl.

27

SCRIPTIESERVICE De Scriptieservice Mondiaal Onderwijs richt zich op leerlingen vanaf 10 jaar. In de reeks zijn meer dan 85 onderwerpen opgenomen over Derde Wereld, Vrede, Milieu en Mensenrechten. Elk pakket bestaat uit 24 pagina's tekst, foto's, tekeningen, strips en/of cartoons. Op de website van het CMO staat een handleiding voor het maken van een scriptie/werkstuk.

De versie op papier is te bestellen bij: Centrum voor Mondiaal Onderwijs Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail: [email protected] http://www.cmo.nl