MUZIEKGEBOUW / BIMHUIS AMSTERDAM

190

Transcript of MUZIEKGEBOUW / BIMHUIS AMSTERDAM

© Auteursrechten voorbehouden

Technische Universiteit Eindhoven

Capaciteitsgroep Constructief Ontwerpen, sectie integratie

Eindhoven 2004

ISBN 90-6814-159-7

MUZIEKGEBOUW / BIMHUIS AMSTERDAM

Ir. Gerald Lindner & Mark van den Boorn Redactie, TU/e 2004

De afgelopen jaren hebben veel steden in Nederland een

nieuw theater of muziektempel laten bouwen. Veelal

noodzakelijk door het niet meer voldoen van de bestaande

accommodatie aan de eisen van deze tijd. Maar ook om het

culturele imago van de stad te versterken.

Een van deze nieuwe muziektempels is het MuziekGebouw

/ BIMhuis in Amsterdam.

Los van de persoonlijke betrokkenheid van ondergetekende

als Projectcoördinator voor de ontwerp- en realisatiefase van

dit project, heeft dit bijzondere gebouw zowel procesmatig

als bouwtechnisch zoveel interessante aspecten, dat het tot

onderwerp van het Projectencollege 2004 werd gekozen.

Het project omvat een bovenbouw met twee concertzalen

en een kantorenblok, die door een publieke hal met elkaar

verbonden worden. Deze bovenbouw is geplaatst op een

plint met facilitaire ruimten zoals repetitieruimten, kleedkamers

en een laad- en losplaats.

Onder het MuziekGebouw / BIMhuis ligt een ondergrondse

parkeergarage die zich uitstrekt over de hele Kop van de

Oostelijke Handelskade.

De architectenselectie vond plaats op basis van een prijsvraag

onder Nederlandse en buitenlandse architecten. Het

winnende ontwerp was van het Deense architectenbureau

3xNielsen uit Arhus, dat op basis hiervan een opdracht heeft

gekregen voor het maken van het architectonisch ontwerp.

Het project is prachtig gelegen op de Kop van de Oostelijke

Handelskade, en fungeert als landmark voor deze

gebiedsontwikkeling. Naast het Muziekgebouw / BIMhuis

komt een hotel, dat met zijn Oostgevel aansluit aan de

Passengers Terminal Amsterdam.

Het project bevat een aantal bijzondere ontwerpaspecten.

Stedenbouwkundig waren aan het ontwerp van het project

bijzondere eisen gesteld vanuit de situatie. De supervisor IJ-

oevers zag toe op de onderlinge samenhang van de

verschil lende gebouwontwerpen op een

gemeenschappelijke plint, en formuleerde randvoorwaarden

voor het exterieur van het ontwerp. Ook de inrichting van de

omgeving werd op plangebied niveau vastgesteld. Dit vereiste

een goede coördinatie tussen de verschillende ontwerpers

die in dit gebied actief waren.

Architectonisch interessant is de wijze waarop de publieke

hal de verschillende bouwvolumen met elkaar verbindt. De

twee concertzalen hebben hun eigen identiteit, zowel qua

interieur als exterieur, maar gaan met elkaar toch een dialoog

aan. De plint en de kap vormen een structurerend element in

de totale compositie. De materiaalkeuze is eerlijk en de

kleurstelling beheerst.

Vanuit de Milieudienst van de gemeente Amsterdam werden

hoge eisen gesteld aan de reductie van de milieubelasting.

Voor de koude en warmte voorziening van de gebouwen op

de Oostelijke Handelskade zijn koude- en warmtebronnen

aangebracht, waarop de lage temperatuur klimaatinstallaties

zijn aangesloten.

Afbouwtechnisch springt als eerste in het oog de bijzondere

glasgevel van de publieke hal. De programmatische ordening

van het gebouw en de structuur is door de ontworpen

glasgevel duidelijk afleesbaar. Het stoere karakter van de

VOORWOORD

art ist impressionart ist impressionart ist impressionart ist impressionart ist impression3xNielsen

schoonbeton wanden contrasteert op een subtiele wijze met

de strakke detaillering en de afwerking van vloeren, trappen

en bordessen.

Tot de constructieve uitdagingen behoort de doos-in-doos

constructie met hoge betonwanden van de concertzaal, de

bijna zwevende doosconstructie van het BIMhuis, en het

alzijdig uitkragende stalen dak.

Bouwfysisch interessant zijn de akoestische eisen gesteld

door de gebruikers van het gebouw (de Ijsbreker en het

BIMhuis). Met name de hoge eis ten aanzien van het maximale

achtergrondniveau van de installaties is uniek voor een

concertzaal: een waarde van 15 dB(A) mocht niet worden

overschreden. Maar ook de ligging langs het IJ en de

nabijheid van spoorwegen en verkeerswegen stelden hoge

eisen aan de geluidwerendheid van de gebouwschil. Dit

leidde tot doos-in-doos constructies voor verschillende

ruimten in het gebouw.

Bij een dergelijk muziekgebouw zijn het niet alleen de

gebouwinstallaties die van belang zijn, maar ook de

theatertechnische installaties. Bijzondere vermelding verdient

de beweegbare vloer in de grote concertzaal: hiermee kan

de zaal van een ‘klassieke’ concertzaal met 750 zitplaatsen

worden omgebouwd tot een muziekruimte met 1200

staanplaatsen. De nagalmtijd van de concertzaal kan

gewijzigd worden door een beweegbaar plafond.

Door de vorm en ligging van het gebouw (beperkt bouwterrein

aan het einde van de Oostelijke Handelskade) werden hoge

eisen gesteld aan de logistiek en veiligheid tijdens het

bouwproces. Daarnaast stelt de uitvoering van een

muziekgebouw, met zoveel partijen, bijzondere eisen aan de

organisatie van het bouwproces.

Het project vormt het dertiende projectencollege, een reeks

waarin tot nu toe het Imax gebouw en het gebouw voor

Nationale Nederlanden in Rotterdam, de uitbreiding van de

Tweede Kamer en het Stadhuis in Den Haag, de uitbreiding

van Schiphol, het hoofdkantoor van de Gasunie in Groningen,

de ArenA, New Metropolis en het hoofdkantoor van de ABN-

Amro bank in Amsterdam, het nieuwe gebouw voor de

faculteit Bouwkunde van de TU/e, het hoofdkantoor van de

ING bank in Amsterdam, en als laatste het Stadhuis Alphen

aan de Rijn zijn voorgegaan. Samen vormen zij een

interessant beeld van de manier waarop in deze tijd wordt

ontwikkeld, ontworpen, georganiseerd en gebouwd.

Bouwen is samenwerken, zowel in de ontwerp- als

uitvoeringsfase. Door de toenemende complexiteit van het

bouwproces en het gebouw zelf zijn diverse disciplines

ontstaan, met specialisten op een bepaald vakgebied:

architectuur, constructies, installaties, bouwfysica,

projectmanagement, uitvoering etc. Voor het tot stand komen

van een goed gebouw is een goede samenwerking van de

disciplines in een team noodzakelijk. Goede samenwerking

betekent: heldere, gemeenschappelijke doelstellingen

formuleren, (pro-)actief en flexibel zijn, wederzijds respect

tonen voor elkaar’s discipline, open en duideli jk

communiceren en een gezamenlijke verantwoordelijkheid

voelen voor het eindresultaat. Goede samenwerking leidt tot

integrale oplossingen en functioneel en kwalitatief goede

gebouwen.

Het Projectencollege laat aan de hand van een in aanbouw

zijnd project zien hoe het ontwerp en de uitvoering tot stand

is gekomen, hoe de samenwerking tussen de verschillende

disciplines is verlopen, hoe theorie en praktijk van elkaar

kunnen verschillen en hoe belangrijk de inbreng van alle

partijen is geweest op het uiteindelijke resultaat: het gebouw.

De kennis en ervaring opgedaan bij het Projectencollege

zullen voor de studenten in hun verdere loopbaan een

belangrijke basis vormen voor het werken in teamverband

aan de toekomstige gebouwde omgeving van Nederland.

De organisatie van het Projectencollege was dit jaar in

handen van Ir. Gerald Lindner. Met steun van student-assistant

Mark v.d. Boorn is hij erin geslaagd om van het

Projectencollege 2004 weer een succesvol project te maken.

Onontbeerlijk daarbij is de belangeloze medewerking van de

gastdocenten die op inspirerende wijze een bijdrage hebben

geleverd in woord en geschrift, en daarmee onze studenten

deelgenoot hebben gemaakt van hun ervaringen bij het

ontwerpen, organiseren, ontwikkelen en uitvoeren van een

project. Waarvoor onze dank.

Prof. Ir. Frans van Herwijnen

Voor meer informatie wordt verwezen naar de internetsite

http://www.bwk.tue.nl/projectencollege

INHOUDSOPGAVE

PROJECTCOÖRDINATIE 13ABT Projectmanagement, Arnheming. Frank Spaen

Inleiding 14Voorlopig Ontwerp 16Voorlopig Ontwerp plus (V.O.+) 18Definitief Ontwerp (D.O.) 20Bouwvoorbereidingsfase (BV) 21Slotopmerking 22Bijlagen 23

DIRECTIEVOERING 31ABT Bouwkunde directievoering, ArnhemIr. P.H.A. Klunder

Algemeen 32Wat is directievoering en toezicht 33Het proces 36De praktijk 41

ARCHITECTURE 473XNielsen A/S, Arhus, DenmarkKim Herforth Nielsen (partner in charge), Palle Holsting (project architect)Rasmus Holm, Torben Østergaard, Ole Østergaard, Uffe Bay-Schmidt, Flemming Christiansen & Eva Hard

Het Muziekgebouw/BIMhuis 48

INTERIEUR BIMHUIS 69De Vries Bouma architecten bv, Amsterdamir. Christian Bouma bnamedewerkers: Flavio Rocha Veras e Silva, Hélène van der Knaap

Interieur Bimhuis 70

CONSTRUCTIE 81ABT Bouwkunde constructie, DelftIr. H. Krijgsman

Inleiding 82Architectonisch ontwerp 84Functioneel ontwerp 84Concertzaal 86BIMhuis 90Kantoren 93De foyer en de gevel 95De luifel 96De parkeergarage 96Fundering 97Stabiliteit 101Brandveiligheid 102De uitvoering 104

THEATERTECHNIEK 109HWP Theateradvies bv, AmsterdamG. Borgdorff

De rol van de theateradviseur 110

INSTALLATIE ADVISEUR 119Royal Haskoning Nederland bv, Installatietechniek, Delfting. H. Besselink

Inleiding 120Installatie omvang 121Energievoorzieningen 121Klimaatregelinstallaties 124Sanitaire installatie 129Brandbeveiliging 130Electronische installaties 130Transportinstallaties 134

UITVOERING 139BAM nbm bouw, BAM Nelissen Van Egteren bv, AmsterdamJ.C.W. van Arnhem

Projectomschrijving 140Van calculatie tot contract 140Organisatie 143Uitvoeringsproces 146Maatvoering 149Uitvoering / Start werk 150Afbouw 158Slotwoord 161

INITIATIEF / GEBRUIKER 163Muziekcentrum de IJsbreker, AmsterdamJ. WolffInterview met Jan Wolff (24 min.) op DVD

BIJLAGEN 1671 locatie2 situatie3 noordgevel4 zuidgevel5 westgevel6 oostgevel7 kelder8 begane grond9 eerste verdieping10 tweede verdieping11 derde verdieping12 vierde verdieping13 vijfde verdieping14 dakplan15 langsdoorsnede16 langsdoorsnede17 doorsnede BIMhuis18 doorsnede BIMhuis19 dwarsdoorsnede20 dwarsdoorsnede21 doorsnede aansluiting BIMhuis22 facts sheet

13Projectcoördinatie

PROJECTCOÖRDINATIE

ABT Projectmanagement

Arnhem

ing. Frank Spaen

14

Het MuziekGebouw / BIMHUIS (MGBA) is een uniek project.

Dit op de eerste plaats door de locatie, maar ook de functie

van het gebouw en de architectuur spelen hierbij een rol.

Kortom een project waar je maar eens in je leven mee in

aanraking “mag” komen. Hier zit natuurlijk ook meteen de

uitdaging in voor een dergelijk project. De locatie, een

landmark aan het IJ, is zodanig belangrijk voor Amsterdam

dat er ook een bepaalde uitstraling van het project verwacht

mag worden. Deze uitstraling stelt eisen aan de keuze van

de architect, het belang dat het Gemeentebestuur eraan

geeft, de voorbeeld functie die van een dergelijk project

uitgaat en de complexiteit van de bestemming van het project.

Sinds 1998 is ABT als adviseur van de voormalig gedelegeerd

opdrachtgever AEF bij het MGBA betrokken. In 1999 kreeg

ABT van de huidig gedelegeerd opdrachtgever drs. J.H.

Gerson, directeur van het Gemeentelijk Havenbedrijf

Amsterdam de opdracht om de projectcoördinatie op zich te

nemen.

In dit stuk willen we niet nader ingaan op basisbegrippen ten

aanzien van projectcoördinatie en procesmanagement,

hierover is meer dan voldoende literatuur beschikbaar, maar

meer een opsomming geven van de opgedane ervaringen

binnen het project MGBA. Dit aan de hand van de

processtappen van het initiatief tot de uitvoering. De uitvoering

en directievoering is reeds door andere partijen toegelicht.

Initiatief

Het initiatief om te komen tot een dergelijk project is een

samenloop van omstandigheden geweest. Aan de ene kant

het gemotiveerde zoeken en enthousiasmeren van Jan Wolff

(directeur van De IJsbreker) naar een mogelijkheid om een

centrum voor moderne muziek te kunnen realiseren, de

noodzaak om nieuwe huisvesting te realiseren voor het

BIMHUIS in verband met geluidsoverlast naar de omgeving

op haar huidige locatie aan de Oude Schans en de

ontwikkeling van de Oostelijke Handelskade en specifiek de

kop ervan. Prominent gelegen aan het IJ. Een unieke plek

met een prachtig nautisch uitzicht.

Stedenbouwkundige uitgangspunten

Historisch overzicht

Het IJ-oevergebied ontleent zijn historische betekenis aan

de haven- en transportfuncties die in de loop van de eeuwen

zijn ontwikkeld

Het oudste deel van de Oostelijke Handelskade (deel van

het IJ-oevergebied) is ontstaan in 1828. Vanaf 1883 kwamen

de voornaamste havengebouwen tot stand, waaronder op

de kop het gemeentelijk Gebouw voor Algemene Dienst

(gesloopt in 1975) en verder oostwaarts de door particuliere

handelsondernemingen opgetrokken pakhuizen. De

Zouthaven is het restant van een lange binnenhaven.

Door de aanleg van het Noordzeekanaal en later de Afsluitdijk

zijn de havenfuncties, met uitzondering van de internationale

passagiersterminal (PTA) geleidelijk naar het westen

verschoven. Dit heeft geleid tot een langdurige en bijna

perifere situatie, een stedelijke leegte midden in de stad.

INLEIDING

15Projectcoördinatie

Heden

Wanneer in 1997 de Piet Heintunnel wordt geopend en

Amsterdam er aan de oostzijde een nieuwe stadsentree vanaf

de ringweg (A10) bij krijgt wordt de bereikbaarheid van dit

gebied vergroot. De ontwikkeling van het Oosteli jk

Havengebied tot een stedelijke woonwijk met circa 8.000

woningen vergroot de ontwikkelingskansen en de

ontwikkelingsnoodzaak van de Oostelijke Handelskade. Het

gebied is een schakel geworden tussen het centrum en een

binnenstedelijke woonwijk. Het voornaamste gebruik van de

IJ-haven is thans voor de binnenvaart, de cruisevaart en

eens in de vijf jaar Sail Amsterdam.

Daarnaast zijn op dit moment op de Oostelijke Handelskade

(OHK) al diverse gebouwen in gebruik; zoals pakhuis

Amsterdam, PTA en het kantoorgebouw van de bank

Labouchere direct naast de PTA.

Toekomst

De reeds ingezette stedelijke vernieuwing zal binnen drie tot

vier jaar afgerond zijn. Hiermee is een deel van de oude

pakhuizen verdwenen en de overige pakhuizen zijn ingepast

in de nieuwe stedelijke ontwikkeling.

De westzijde van de OHK, de kop, krijgt als onderdeel van de

oostelijke stadslob, een duidelijke oriëntatie naar de binnenstad

en leidt tot uitbreiding van de stedelijke functies. De kop

moet uitgroeien tot een locatie van (inter)nationale betekenis,

met culture functies en de PTA.

De bereikbaarheid van het gebied zal worden vergroot door

de aanleg van de IJ-tram en vervoersmogelijkheden over het

water.

11111 histor isch beeldhistor isch beeldhistor isch beeldhistor isch beeldhistor isch beeldABT

16

Programma van Eisen

Het eerste Programma van Eisen uit april 1997, opgesteld

door Twijnstra Gudde en adviesbureau Peutz omvatte de

volgende onderdelen;

a. Een globale omschrijving van de gebouwfuncties (15

blz.)

b. De stedenbouwkundige randvoorwaarden (2 blz.)

c. Ruimtelijke eisen (4 blz.) met als bijlage:

begrippen voor oppervlakteberekening (2 blz.)

relatieschema (1 blz., ter informatie als bijlage

toegevoegd)

ruimtebehoefteschema (4 blz)

Op basis van dit boekwerk (circa 30 pagina’s) heeft de

Europese selectie van architecten plaatsgevonden. Hetgeen

heeft geleid tot de keuze van het architectenbureau

3xNielsen uit Denemarken.

Het prijsvraag ontwerp (op basis van bovengenoemd

Programma van Eisen) is aan de hand van het beschikbare

budget vervolgens uitgewerkt tot een Voorlopig Ontwerp.

Een ontwerp dat vergeleken kan worden met het huidige

ontwerp, echter de zogenaamde cap was een bouwlaag

volledig ingericht met o.a. restaurant, kantoren en bibliotheek

en het kantorenblok aan de oostzijde van de cap was nog

niet aanwezig.

Aangezien het Voorlopig Ontwerp niet te realiseren bleek

binnen het beschikbare budget zijn er stringente maatregelen

genomen.

VOORLOPIG ONTWERP

Enkele van de maatregelen zijn;

het niet goedkeuren van het Voorlopig Ontwerp;

het aanstellen van een andere gedelegeerd

opdrachtgever (dhr. drs. J.H. Gerson);

het aanstellen van een projectcoördinator (ABT) welke

rechtstreeks rapporteert aan de gedelegeerd

opdrachtgever. Dit ten aanzien van de projectvoortgang,

de optimale invulling van het ruimtelijk en technisch P.v.E.

en het bewaken van de bouwkosten;

het opstellen van een volledig goedgekeurd programma

van eisen, gebaseerd op reeds aanwezige informatie en

aanvullende gegevens om een goede start van de

volgende fase te maken.

het checken van de bouwkosten aan de hand van het

P.v.E. en het vaststellen van het bouwkostenbudget

binnen de gegeven investeringsraming;

het reguleren van de inbreng van gebruikers, supervisoren

en gemeentelijke diensten;

het aanvullen van het budget t.b.v. de publieke hal.

17Projectcoördinatie

22222 maquette VOmaquette VOmaquette VOmaquette VOmaquette VO3xNielsen

33333 maquette kopmaquette kopmaquette kopmaquette kopmaquette kopO o s t e l i j k eO o s t e l i j k eO o s t e l i j k eO o s t e l i j k eO o s t e l i j k eH a n d e l s k a d eH a n d e l s k a d eH a n d e l s k a d eH a n d e l s k a d eH a n d e l s k a d eABT

18

Nadat de hierboven genoemde voorstellen door ondermeer

de Gemeenteraad waren goedgekeurd is op basis van het

goedgekeurde P.v.E. een start gemaakt met het aangepaste

Voorlopig Ontwerp, het zogenaamde V.O.+.

Hiertoe zijn de diverse contracten met architect en adviseurs

aangepast. Onderdeel van deze contracten waren het P.v.E.,

de planning (als bijlage toegevoegd) van de diverse

ontwerpfasen en het Project Structuur Schema (zie figuur 4).

De overlegstructuur in de ontwerpfase (tot en met het bestek)

kende in beginsel twee soorten vergaderingen:

a. Projectteamvergaderingen

Voorzitter Gedelegeerd Opdrachtgever of de

projectcoördinator.

Deelnemers Gedelegeerd Opdrachtgever,

projectcoördinator, gebruikers

architect, constructeur, adviseur

installaties, adviseur akoestiek,

theateradviseur,Stedenbouw-

kundige en ad hoc diverse overige

adviseurs.

Frequentie 1x per 4 weken.

Onderwerpen opdrachten en contracten,

gebruikerswensen, voortgang

ontwerp, kwaliteit (wijzigingen t.o.v.

P.v.E.) financiën, planning en diverse

zaken voortkomende uit de

omgeving Kop Oostelijke

Handelskade, politiek, vergunningen,

etc.

b. Ontwerpteamvergaderingen

Voorzitter Architect of diens Nederlandse

vertegenwoordiger.

Deelnemers architect, constructeur, adviseur

installaties, adviseur akoestiek,

theateradviseur en ad hoc diverse

overige adviseurs.

Frequentie 1x per 2 weken.

Onderwerpen afstemming van de diverse

ontwerpen (bouwkundig/

constructief, installaties en

theatertechniek, gebruikerswensen,

financiën, planning, vergunningen,

etc.

Naast de bovenstaande besprekingen zijn er nog diverse (ad

hoc) besprekingen geweest, te denken valt hierbij aan:

in het kader van de bouwvergunning, overleg met bouw-

en woning toezicht, brandweer en de supervisoren;

in het kader van de milieuvergunning, overleg met de

milieudienst. Daar er voldaan moest worden aan een

energiescenario welk van toepassing is op alle bouwdelen

van de Oosteli jke Handelskade was een goede

afstemming inzake de vertaling van het P.v.E. en het

energiescenario naar het ontwerp van belang;

coördinatieoverleg Kop Oostelijke Handelskade (OHK),

in deze besprekingen worden alle zaken die

projectoverschrijdend zijn besproken. Dit om de

bouwprojecten op elkaar af te stemmen ten aanzien van

planning, bouwplaats inrichting, veiligheid, etc. (later

overgegaan in het uitvoeringsoverleg Kop OHK), maar

VOORLOPIG ONTWERP PLUS (V.O.+)

19Projectcoördinatie

ook de reeds aanwezige gebruikers van het gebied

hebben hun eisen en wensen t.a.v. voorkomen

bouwhinder, bereikbaarheid en veiligheid. Zo is het van

belang rekening te houden met de aankomst van de

diverse cruiseschepen bij de PTA. Zware heiwerken en

de ligging van een cruiseschip er vlak naast vroeg om

een goede coördinatie. Rederijen hebben diverse malen

aangegeven niet meer naar Amsterdam te zullen komen

wanneer de heiwerkzaamheden om 7.00 zouden starten.

Hetgeen een belangrijke inkomstenderving voor de stad

Amsterdam zou betekenen (zie figuur 3);

het informeren van de politiek (bijvoorbeeld de betrokken

wethouders van Cultuur en IJ-oevers) ten aanzien van

de voortgang en ontwikkelingen van het project;

overleg om te komen tot een exploitant voor het Grand

Café.

44444 pro jec ts t ruc tuu rp ro jec ts t ruc tuu rp ro jec ts t ruc tuu rp ro jec ts t ruc tuu rp ro jec ts t ruc tuu rs c h e m as c h e m as c h e m as c h e m as c h e m aABT

20

In augustus 1999 is het Voorlopig Ontwerp + goedgekeurd,

waarna het Definitief Ontwerp kon worden opgestart. Hiertoe

is door de projectcoördinator een startdocument opgesteld.

Dit startdocument bevatte naast de opmerkingen gemaakt

door de gebruikers en de signalering van afwijkingen van het

P.v.E., stedenbouwkundige aandachtspunten, aanpassing

van de planning en het bouwkostenbudget.

Het Voorlopig Ontwerp + wordt tijdens de D.O. fase

uitgewerkt tot een niveau waarbij de plattegronden,

doorsneden en gevels ten aanzien van de layout en

hoofdmaatvoering worden vastgelegd, aangevuld met een

stuk materialisering en de belangrijkste principe details.

Milieuvergunning

De aanvraag van de vergunningen speelde in deze fase ook

een belangrijke rol. Zo moesten er in het kader van de

milieuvergunning een tweetal bijzondere opdrachten verstrekt

worden.

Aan is bureau CREM is een opdracht verstrekt voor het

opstellen van een rapportage over de wijze van inzameling,

opslag en verwijdering van afvalstoffen. Het afvalplan diende

rekening te houden met de wet- en regelgeving. Daarnaast

ging het plan in op preventie en hergebruik van afvalstoffen,

waarbij de volgende doelstelling werd gehanteerd;

Welke afvalstromen kunnen worden verwacht en op welke

manier worden deze zo optimaal mogelijk voorkomen

(preventie), (gescheiden) ingezameld, opgeslagen,

hergebruikt en verwijderd, rekening houdend met de wettelijke

eisen.

Conclusies uit de rapportage van CREM moesten door het

ontwerpteam worden geïmplementeerd in het D.O.

Daarnaast is er een opdracht in het kader van de

milieuvergunning verstrekt aan AVM. Dit bedrijf is verzocht

een vervoerplan op te stellen. Een vervoerplan voor een

organisatie geeft aan hoe het over een bepaalde periode

met vervoermanagement wordt omgegaan. Elementen die

van invloed zijn op het vervoerplan zijn, de omgeving, het

gebouw, de werknemers, de bezoekers en de goederen. Op

basis van deze elementen wordt er gezocht naar mogelijke

maatregelen om het vervoer van en naar het gebouw goed

te reguleren.

EU-aanbesteding

Het MGBA is een project dat door de overheid gefinancierd

wordt. Gezien de omvang van het gebouw (bouwkosten

hoger dan 6 mln euro) is een Europese aanbesteding

noodzakelijk.

In overleg met de gedelegeerd opdrachtgever is er gezocht

naar een mogelijkheid om in een zo vroeg mogelijk stadium

een duidelijk beeld te krijgen van de ontwikkeling van de

bouwkosten. Dit gezien het feit dat we in een periode van

hoogconjunctuur de bouw moesten aanbesteden en zoveel

mogelijk de controle over de ontwikkeling van de bouwkosten

wilden behouden.

Besloten is om op basis van een bestek gebaseerd op het

Definitief Ontwerp de aanbesteding te laten plaats vinden.

Hiertoe is de uitvoering van de werkzaamheden onderverdeeld

in drie percelen.

DEFINITIEF ONTWERP (D.O.)

21Projectcoördinatie

Te weten:

perceel 1: bouwkundige en constructieve

werkzaamheden incl. liften;

perceel 2: werktuigbouwkundige installaties

perceel 3: elektrotechnische installaties

Uit de aanbesteding kwamen als meest economische

aanbieders BAM NVE (perceel 1) en de ULC Groep

(combinatie percelen 2 en 3) naar voren.

Op 31 maart 2000 is het startdocument voor de

bouwvoorbereidingsfase aan de leden van het ontwerpteam

verstrekt. Dit uit 34 pagina’s bestaande document was

opgebouwd uit de volgende stukken;

antwoorden op de vragen en opmerkingen op het D.O.;

wijzigingen ten opzichte van het D.O.;

planning van de BV (als bijlage toegevoegd);

einddocumentenlijst t.b.v. de BV;

schrijven van De Ijsbreker;

schrijven van DSL Advies inzake het BIMHUIS;

schrijven van het BIMHUIS;

schrijven van de Milieudienst met een reactie daarop

van de projectcoördinator.

Demarcaties

Aangezien de aanbesteding van het werk was uitgeschreven

in een algemeen bestek (algemeen gedeelte) en er twee

deelbestekken waren voor de werkbeschrijvingen (de

aanbesteding is namelijk gecombineerd met de prijsvorming

van de parkeergarage onder het MGBA en onder het

naastgelegen hotel) moest er een duidelijke demarcatie

worden gemaakt voor wat betreft de opdrachtverstrekking

en het vervaardigen van de bouwvoorbereidingstukken, zoals

bestekken en tekeningen. Deze demarcatie is in dit stadium

gemaakt op het zogenaamde plintniveau voor wat betreft de

constructieve onderdelen. Dit om er voor te zorgen dat de

bouwkuip onder maaiveld als één geheel kon worden

uitgevoerd. Het heeft veel rekentijd gekost om de precieze

verdeling van de bouwkosten over beide projecten vast te

kunnen stellen.

BOUWVOORBEREIDINGSFASE (BV)

22

Daarnaast was er in het D.O. stadium al een goede

demarcatielijst opgesteld tussen de verschillende disciplines.

Zo was vooraf duidelijk wie welk onderdeel van het gebouw

in zijn bestek zou omschrijven. Hierdoor was te achterhalen

wat tot de theatertechniek of tot inrichting zou behoren

(bekostiging door de gebruiker), etc.

Deze duidelijke demarcatielijst heeft gedurende het hele

project zijn nut bewezen. Later bleek dat er enkele onderdelen

niet benoemd waren of in een later stadium zijn toegevoegd

(bijv. een bar op de foyerdeks) en deze gaven dan direct

aanleiding tot discussie.

Planning BV

De planning van de BV (zie bijlage) was opgebouwd uit twee

fasen. De eerst fase besloeg het vervaardigen van het

definitieve bestek met de bestektekeningen voor de

onderbouw (constructie tot plintniveau). Het geheel moest in

juni 2000 zijn afgerond, zodat aansluitend de uitvoering gestart

zou kunnen worden. Het tweede gedeelte de bouwkundige

afwerking van fase 1 en het gedeelte boven de plint moest in

november 2000 gereed zijn. Dit is uiteindelijk december 2000

geworden.

De uitvoering van het gehele werk is echter later gestart. De

aanneemsommen pasten niet binnen de bouwbudgetten.

Hierdoor zijn aanpassingen binnen het plan benodigd geweest

en is aanvullend krediet bij de gemeente Amsterdam

gevraagd. De goedkeuring hierop wordt gegeven door B&W,

na raadpleging van gemeentelijke commissies en de

Amsterdamse Gemeenteraad.

Uiteindelijk is de bouw van het MGBA gestart op 11 maart

2002.

Een bijzonder aspect is de samenwerking met een

buitenlandse architect. In het blad “Bouw” is van mijn hand

in januari 2003 hierover een artikel gepubliceerd. Dit artikel is

ter als bijlage toegevoegd en geeft enig inzicht in de

problematiek waarmee een project te maken kan krijgen.

SLOTOPMERKING

23Projectcoördinatie

Relatieschema uit eerste Programma van Eisen d.d. april 1997;

Planning MGBA d.d. 03-02-1999 als uitgangspunt bij de start van het V.O.+;

Planning bouwvoorbereidingsfase uit startdocument BV d.d. 31-03-2000;

Publicatie “Bouw” januari 2003, De buitenlandse architect in Nederland.

BIJLAGEN

24

11111 re l a t i eschemare la t i eschemare la t i eschemare la t i eschemare la t i eschema

25Projectcoördinatie

22222 planning MGBAplanning MGBAplanning MGBAplanning MGBAplanning MGBA

26

33333 p l a n n i n gp l a n n i n gp l a n n i n gp l a n n i n gp l a n n i n gbouwvoorbereidingsfasebouwvoorbereidingsfasebouwvoorbereidingsfasebouwvoorbereidingsfasebouwvoorbereidingsfase

27Projectcoördinatie

4 a4 a4 a4 a4 a p u b l i c a t i ep u b l i c a t i ep u b l i c a t i ep u b l i c a t i ep u b l i c a t i e‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina 11111

28

4 b4 b4 b4 b4 b p u b l i c a t i ep u b l i c a t i ep u b l i c a t i ep u b l i c a t i ep u b l i c a t i e‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina 22222

29Projectcoördinatie

4 c4 c4 c4 c4 c p u b l i c a t i ep u b l i c a t i ep u b l i c a t i ep u b l i c a t i ep u b l i c a t i e‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina‘Bouw’ pagina 33333

31Directievoering

DIRECTIEVOERING

ABT Bouwkunde directievoering

Arnhem

Ir. P.H.A. Klunder

32

Processen als die voor de totstandkoming van het

MuziekGebouw / BIMHUIS (in de verdere tekst aangegeven

als MGBA - de afgekorte term die tijdens de uitvoering is

gebruikt) zijn vaak langlopende processen. Vanaf de prijsvraag

in 1998 tot de oplevering, die met de huidige stand van het

project is gepland in december 2004, is het 6 jaar. Dat is dan

alleen nog maar de periode dat er bouwadviseurs, architecten

en bouwers bij zijn betrokken. Daarvóór echter is er natuurlijk

ook nog eenzelfde traject te benoemen van eerste idee van

de gebruikers tot het noodzakeli jke draagvlak, van

kostenramingen tot bestuurlijk goedgekeurde budgetten.

Wat maakt de processen van dit soort gebouwen zo

ingewikkeld?

Enerzijds komt dit doordat de "gebruikers" niet de directe

opdrachtgevers zijn. Weliswaar is het gebouw geheel

ontworpen en bedoeld voor de gebruikers maar de budgetten

komen vanuit de Gemeente Amsterdam en vanuit subsidies.

Het gebouw kent dus geen particuliere opdrachtgever met

eigen geld maar een publieke opdrachtgever: er wordt geld

uit algemene middelen aangewend (Cultuurbudgetten). Dit

houdt dus ook in dat de (lokale) politiek op de achtergrond

meekijkt en meebeslist!

Anderzijds is het geen doorsnee gebouw. Er zijn vele adviseurs

bij betrokken, van architect tot projectmanager tot akoestisch

adviseur. Ieder dient haar eigen aandachtsveld te bewaken,

maar toch binnen de context van het totaal. Het gevaar is

aanwezig dat bij dergelijke processen de grote lijn wel eens

uit het oog wordt verloren en er geen "teamprestatie" wordt

neergezet. Daarnaast verandert de grote lijn nog wel eens van

koers doordat het voortschrijdend inzicht na enige jaren zijn

invloed doet gelden.

Tot slot is het zo dat de specificaties voor het gebouw

hoogwaardig zijn:

de eisen t.a.v. de zaalakoestiek bijvoorbeeld zijn erg hoog

en divers. De mate van stilte in het gebouw versus de

directe omgeving met allerlei geluidsgevoelige bronnen

als cruiseschepen, treinen en vliegtuigen;

de toegankelijkheid van het gebouw met publieksfuncties

en specifieke gebruikersfuncties;

de situatie op een landtong aan het IJ met aansluitende

gebouwen die tezamen binnen een bepaald stedelijk

ontwerp met een tweede maaiveld moeten passen;

de gewenste uitstraling van het gebouw ("landmark") met

maar beperkte "Hollandse"budgetten wanneer dit althans

internationaal met soortgelijke muziektempels wordt

vergeleken.

ALGEMEEN

33Directievoering

Projectmanagement

Om duidelijk te kunnen maken wat directievoering precies

inhoudt, wordt eerst nader ingegaan op het onderwerp

projectmanagement. Dit wordt gedaan omdat directievoering

erg veel verwantschap heeft met projectmanagement en daar

eigenlijk een speciale variant van is.

Projectmanagement is een fenomeen waar, zo lijkt het,

niemand meer buiten kan. Elk project en elk proces kent

projectmanagers, of het nu om gebouwen gaat of om de

ontwikkeling van nieuwe software.

Voor de bouwbranche wordt onder projectmanagement

verstaan: het beheersen van het project op basis van de

verschillende aspecten kwaliteit, geld, tijd, organisatie en

informatie/communicatie.

Het goed en gedoseerd kunnen omgaan met deze

zogenaamde beheersfactoren "K,G,T,O,I/C" (door sommige

organisaties ook wel "G,O,T,I,K" genoemd) zijn bepalend voor

het welslagen van het project.

In figuur 1 is aangegeven hoe de beïnvloeding op een proces

zich verhoudt tot de gegenereerde geldstroom. Naarmate

het project vordert is de invloed op het proces steeds kleiner,

terwijl de geldstroom juist steeds groter wordt.

Figuur 2 laat zien dat in die afnemende invloed binnen de

projectvoortgang de 5 beheersfactoren uiteraard op elk

moment meespelen. Het goed kunnen beheersen van het

project betekent dat op elk moment de beheersfactoren in

evenwicht met elkaar moeten zijn ("standlijn recht").

Directievoering

Projectmanagement voor bouwprocessen beginnen - als het

goed is - vóóraan, bij de initiatieffase en lopen helemaal mee

tot het eind (figuur 3). Dat einde is meestal de afronding van

de oplevering maar kan eventueel ook doorlopen in de fase

van de exploitatie (dat is de fase van ingebruikname).

De directievoering is echter vrij afgebakend, nl. vanaf de

gunning van het werk aan de aannemers tot en met de

oplevering en nazorg. Directievoering is specifiek gericht op

het controleren of de uitvoerende partijen (de aannemers) hun

uitvoeringscontract naleven en hun taken en verplichtingen

nakomen. Dit naleven kunnen de uitvoerende partijen echter

alléén wanneer ook de andere projectteamleden (van architect,

adviseurs tot gebruikers) hun verplichtingen óók nakomen.

In de SR 1997,welke vaak wordt gebruikt voor het contract

van de directievoering met de opdrachtgever, wordt een goede

opsomming gegeven van de taken die t i jdens de

uitvoeringsfase verricht moeten worden (zie figuur 6 voor een

pagina uit de SR 1997).

In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan hoe de directievoering

voor dit project in zijn werk is geregeld.

Van belang is dat iedereen weet hoe de verantwoordelijkheden

liggen, immers er worden in de uitvoeringsfase verschillende

contracten afgesloten die alle op elkaar ingrijpen.

Figuur 4 en 5 laten zien hoe de verhouding tussen de

verschillende contractpartijen geregeld is gedurende de

uitvoering. Figuur 4 geeft de (juridische) contractrelaties aan,

figuur 5 de functionele verhoudingen tot elkaar. In hoofdstuk 4

zal blijken waarom het belangrijk is deze contractrelaties van

elkaar te kunnen onderscheiden.

WAT IS DIRECTIEVOERING EN TOEZICHT

11111 beïnvloeding vs.beïnvloeding vs.beïnvloeding vs.beïnvloeding vs.beïnvloeding vs.geldstroomgeldstroomgeldstroomgeldstroomgeldstroomABT

22222 invloed van de 5invloed van de 5invloed van de 5invloed van de 5invloed van de 5beheersfactorenbeheersfactorenbeheersfactorenbeheersfactorenbeheersfactorenABT

34

33333 projectmanagementprojectmanagementprojectmanagementprojectmanagementprojectmanagementvan initiatief totvan initiatief totvan initiatief totvan initiatief totvan initiatief totopleveringopleveringopleveringopleveringopleveringABT

44444 contractrelatiescontractrelatiescontractrelatiescontractrelatiescontractrelatiesABT

55555 functionele relatiesfunctionele relatiesfunctionele relatiesfunctionele relatiesfunctionele relatiesABT

35Directievoering

66666 pagina uit de SRpagina uit de SRpagina uit de SRpagina uit de SRpagina uit de SRABT

36

Taken en verantwoordelijkheden

Voor het project is ervoor gekozen om de directievoering apart

op te dragen, "rechtstreeks en namens de opdrachtgever",

zoals dat zo mooi heet. In het algemeen kan de directievoering

worden verzorgd door de architect op het werk, hij krijgt dan

een architectenopdracht inclusief de directievoering. In een

aantal gevallen is het echter wenselijk dat de directievoering

niet rechtstreeks vanuit de architect wordt verzorgd maar

separaat wordt opgedragen door de opdrachtgever.

Ook voor dit project is gekozen om de directievoering

rechtstreeks op te dragen. De belangrijkste redenen hiervoor

zijn:

a) dat de architect vanuit zijn eigen (buitenlandse) cultuur

wellicht teveel verstorende invloed zou geven als

aanvoerder van het Nederlandse bouwproces;

b) dat een slagvaardiger en onafhankelijke directie kan

worden gevoerd, omdat alle betrokken ontwerpende

adviseurs gelijke rechten en plichten hebben.

Voor het MuziekGebouw is een buitenlandse architect

gevraagd het gebouw te ontwerpen, nadat hij in een prijsvraag

als beste uit de selectie kwam. Contractueel is door de

opdrachtgever vastgelegd dat hij zich moet laten bijstaan door

een Nederlands bureau (meestal de co-architect genoemd).

De adviesgroep bouwkunde van ABT heeft de facilitaire

bouwkundige advisering verzorgd voor 3xN. Door deze

constructie is geborgd dat het gebouw vanuit de ontworpen

Deense invalshoek tóch op een Nederlandse leest kon worden

geschoeid qua regelgeving, overlegstructuur, er Nederlands

kan worden gesproken, de reguliere terugkoppeling met de

gemeentelijke diensten vlot kan plaatsvinden, etc.

In figuur 6 is reeds aangegeven hoe de functionele lijnen voor

HET PROCES

Toezicht

De directievoerder laat zich voor zijn controlerende taken

bijstaan door de toezichthouders (ook wel opzichters

genoemd). Deze personen zijn de ogen en oren van de

directievoerder "op het werk". De opzichters, bij dit project zijn

er meerdere) controleren en beoordelen het gemaakte werk.

Niet alleen wordt gecontroleerd of het werk wordt verricht

conform bestek en gemaakte afspraken maar ook of alle

technische kwaliteitsnormen en specificaties die van

toepassing zijn worden gehaald. De hoofdopzichter (die het

opzichterteam) aanvoert heeft een periodieke terugkoppeling

met de directievoerder.

37Directievoering

het project l iggen; voor dit specifieke project is het

organisatieschema weergegeven in figuur 7. Dit schema is in

de eerste bouwvergaderingen aan de orde geweest en

vastgelegd.

Het directievoerende en toezichthoudende team dat voor dit

project is gevormd bestaat uit resp. een hoofddirectievoerder

met een assistent-directievoerder en een drietal opzichters.

De hoofdopzichter verzorgt tevens een aantal directievoerende

taken. Voor het toezicht is naast de hoofdopzichter een

constructief opzichter (t i jdens de ruwbouw) en een

afbouwopzichter (tijdens de afbouw) betrokken.

Om aan iedereen duidelijk te maken wie men waarvoor moet

aanspreken, is een overzicht gemaakt met taken en

verantwoordelijkheden van de directie. Dit overzicht is

weergegeven in figuur 8. In de projectkwaliteitsplannen (PKP's)

behorende bij een projectorganisatie, is men gehouden deze

overzichten te verstrekken. Ook de aannemer kent zo'n PKP

met taken en verantwoordelijkheden voor haar eigen

organisatie.

Tot slot nog iets over de aansturing van de andere disciplines

(installaties, theatertechniek, etc).

Om te voorkomen dat er allerlei directievoerende partijen op

de bouw functioneren die het mogelijk oneens kunnen zijn

met elkaar, is afgesproken dat de technisch inhoudelijke

directievoering rechtstreeks vanuit de respectievelijke

adviseurs geschiedt (dus de installatieadviseur voert directie

over de W- en E-installaties, de theatertechnisch adviseur voert

directie over de theatertechnische werkzaamheden, etc.). De

algemene directievoering en de in elkaar gri jpende

procesmatige aspecten worden vanuit de bouwkundige

directievoering verzorgd. Figuur 7 laat dat duidelijk zien: de

lijnen lopen in principe via de bouwkundige directie.

Beheersaspecten

Om de directievoering in reguliere banen te leiden, wordt

gestuurd op de eerdergenoemde beheersaspecten K,G,T,O,I/

C.

Hierbij worden de beheersaspecten K,G en T vooral bepaald

door reeds afgesproken specificaties in de contracten

(bestekken). Immers het bestek is een prestatiecontract waarbij

een bepaalde kwaliteit geleverd moet worden voor een

afgesproken som geld en binnen een bepaalde tijd.

In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op de beheersaspecten

"tijd"(de uitvoeringsplanning) en "geld" (stelposten).

De 2 beheersaspecten O en I/C hebben vooral te maken met

hoe aan de andere 3 beheersaspecten wordt voldaan. Immers,

de organisatievorm (zie figuur 7) en de informatie- en

communicatiestroom bepalen in welke mate het kunnen

voldoen aan het contract ook daadwerkelijk soepel zal

verlopen.

Vergadercycli

Voor het project is gekozen voor verschil lende

overlegstructuren. Dat is ook nodig want men wil op

verschillende manieren kunnen communiceren met elkaar.

Onderstaand wat karakteristieken:

De stuurgroepvergadering (frequentie:1 keer per maand):

Vz: opdrachtgever (ambtelijk vertegenwoordiger of

vervanger)

Aanw: opdrachtgever, gebruikers, hoofddirectievoerder

77777 organisatieschemaorganisatieschemaorganisatieschemaorganisatieschemaorganisatieschemaABT

38

88888 taken entaken entaken entaken entaken enverantwoordelijkhedenverantwoordelijkhedenverantwoordelijkhedenverantwoordelijkhedenverantwoordelijkhedenABT

39Directievoering

Ad hoc: architect, overige adviseurs

Onderwerpen: opdrachten en contracten, terugkoppeling

vanuit de bouwvergadering, gebruikersvergadering,

beslispunten, stand planning en financiën, externe

invloeden (politiek, gemeentelijk, etc.).

De bouwvergadering (frequentie:1 keer per maand):

Vz: hoofddirectievoerder

Aanw: directievoering, hoofdopzichter, architect,

adviseurs, aannemers (B-, E-, W-, T-, etc.),

vertegenwoordiger opdrachtgever, vertegenwoordiger

gebruiker (als toehoorder)

Onderwerpen: correspondentie, goedkeuring verslagen,

planning en voortgang, gegevensverstrekking, financiën,

kwaliteit, V&G en Arbo, meldingen, etc.

De werkvergadering (frequentie:2 keer per maand):

Vz: bedrijfsleider B-aannemer

Aanw: projectleiders van de diverse adviseurs, architect

en aannemers, opzichter, werkvoorbereiding B-aannemer

Onderwerpen: idem als bouwvergadering waarbij accent

ligt op het technisch inhoudelijke vlak.

Het adviseursoverleg (frequentie:1 keer per maand):

Vz: hoofddirectievoerder

Aanw: directievoering, hoofdopzichter, architect en

adviseurs

Onderwerpen: engineering van diverse ontwerpitems

(zonder aanwezigheid van de uitvoerende partijen)

Het uitvoeringsoverleg (frequentie:2 a 4 keer per maand):

Vz: hoofduitvoerder cq. werkvoorbereiding B-aannemer

Aanw: uitvoerders van de aannemers, evt.

werkvoorbereiding ad hoc

Onderwerpen: wekeli jkse uitvoeringszaken,

uitvoeringsplanning korte termijn

Het gebruikersoverleg (frequentie:1 keer per maand):

Vz: vertegenwoordiger opdrachtgever

Aanw: vertegenwoordiging opdrachtgever, gebruikers,

architect en adviseurs

Onderwerpen: gebruikerszaken en wensen

Individuele "bilateraaltjes":

spreekt voor zich.

Een overzicht van de in elkaar grijpende cycli is weergegeven

in figuur 9. Het is van belang dat de vergadercycli in relatie

staan tot elkaar: de werkvergadering gaat aan de

bouwvergadering vooraf en de stuurgroepvergadering is juist

weer ná de bouwvergadering. Zo kunnen beslissingen, die in

een vergadering uitblijven en moeten worden overgeheveld

naar een opvolgende vergadering, zonder al teveel vertraging

worden genomen.

40

99999 vergadercyclivergadercyclivergadercyclivergadercyclivergadercycliABT

41Directievoering

Hoe gaat die directievoering nu dagelijks in zijn werk? Om dit

goed te illustreren wordt een drietal cases behandeld die zich

in dit project hebben voorgedaan; elk heeft een directe relatie

met één of meerdere beheersfactoren.

Case gegevensverstrekking

Hoe gaat een "project in voorbereiding" over naar een "project

in uitvoering"? Ofwel: wat gebeurt er precies in de fase nadat

de aanbesteding is afgerond en de gunning aan de

desbetreffende aannemers heeft plaatsgevonden.

Wie er een beetje bekend is met hoe projecten lopen, weet

dat de aanbestedingsfase het omslagmoment is tussen

ontwerp en uitvoering. Daarvóór is het gebouw er alleen op

papier, daarna moet het echt gebouwd worden. Wat eerst een

op papier gecoördineerd en afgestemd project is, moet

worden omgezet naar de werkelijkheid van de bouwers. Om

dit goed te laten plaatsvinden, zullen er bij de start van de

uitvoering goede werkbare stukken moeten liggen waarvan

ook echt gebouwd kan worden.

Voor de adviseurs betekent dit, dat er op de aanwezige

tekeningen informatie moet worden toegevoegd en afgehaald:

"esthetische" informatie eraf, maatvoering erbij, etc.

Gebruikelijk is het dat de architect de eerste informatiedrager

verzorgt, hij dient "zijn" bestektekening om te bouwen tot

onderlegger voor de andere adviseurs. Tegenwoordig wordt

deze tekening daarna digitaal aangeleverd aan alle partijen.

De constructeur moet van die architectenonderlegger een

"vormtekening" gaan maken. Op deze vormtekening, wordt

voor al het betonwerk middels gemaatvoerde plattegronden

en doorsneden aangegeven hoe de hoofdvorm van de

onderdelen (fundatie, vloeren en balken) zal worden. De

aannemer heeft deze informatie als eerste nodig om te kunnen

bepalen hoe bekistingen, wapeningen, etc. moeten worden

gevormd. Hij bouwt zijn betonwerk ook vanaf deze

constructieve vormtekeningen.

Niet alleen de bouwkundig aannemer heeft deze informatie

als eerste nodig, ook de installateurs gaan met die tekeningen

aan de slag om al hun engineering en benodigde sparingen

op aan te geven. Immers, wanneer het beton gestort wordt,

zal niet alleen de betonvorm bekend moeten zijn maar ook

het leidingverloop en doorvoeringen in dat beton. Figuur 10

laat het tekeningenstroomschema zien zoals dat voor het

MGBA is gebruikt: tussen vervaardiging van de eerste

onderlegger door de architect tot aan vrijgeven op de bouw is

de tekening 39 werkdagen onderweg!

Het bovenstaande proces voltrekt zich desondanks in korte

tijd. Tót de aanbesteding is vooral informatie nodig om een

goede prijs te kunnen bepalen voor het werk, wanneer echter

eenmaal de inkt van het contract droog is zullen de aannemers

direct vragen wanneer ze de uitvoeringstekeningen kunnen

meenemen.

Tot zover het reguliere procesverloop. Voor het MGBA is via

de Europese aanbesteding als bouwkundig aannemer BAM

NVE geselecteerd (inmiddels is BAM gefuseerd met HBG).

Echter de prijs voor het werk lag veel te hoog boven

directiebegroting en beschikbaar budget. In een periode van

ongeveer één jaar (!) is een traject ingezet om gezamenlijk

een taakstellende bezuiniging van bijna 10 miljoen gulden te

bereiken. Gedurende dat traject hebben BAM en adviseurs

veelvuldig bij elkaar gezeten om alternatieven door te nemen

DE PRAKTIJK

42

en af te prijzen maar ook om prijzen vanuit de markt te

verkrijgen die wat meer zekerheid konden geven aan diverse

"moeilijke" onderdelen.

In die periode ook is op een aantal cruciale plaatsen in het

ontwerp gesneden om een simpeler gebouw te verkrijgen. Zo

is bv. de kap ingekort en is de glazen Westgevel van de

Publieke Hal rechtop gezet (i.p.v. overhellend). In die periode

is het van belang dat wanneer er op een aantal plaatsen wordt

gewijzigd, dit weer integraal door te voeren op alle

informatiedragers van de verschillende adviseurs.

Helaas is er (te laat) na afronding van die periode

geconstateerd dat er binnen de bouwkundige, constructieve

en installatietechnische discipline de bereikte bezuinigingen

niet in gelijke mate werden doorgevoerd. Ziehier het ontstaan

van de eerste hobbel in het uitvoeringsproces. Zoals hierboven

reeds is toegelicht wordt de architectenonderlegger gebruikt

voor de constructieve vormtekeningen. Vanaf het begin van

de uitvoeringsfase werden verschillen geconstateerd die voor

onduidelijkheid zorgden en de vaart uit de bouwstart haalden.

Was dit proces bouwkundig-constructief met moeite nog wel

te herstellen, in de combinatie met installatietechniek zorgde

dit voor grote problemen. Als eerder aangegeven moeten in

de vormtekening ook allerhande installatie-sparingen worden

opgegeven; wanneer echter eerst het gehele leidingverloop,

schachtmaten, e.d. moeten worden afgestemd geeft dit een

enorme informatievertraging in de gegevensverstrekking.

De les die wij hieruit hebben geleerd is dat je áltijd je tijd moet

nemen om de verschillende informatiedragers op elkaar af te

stemmen, zeker wanneer er een intensieve wijzigingsperiode

aan vooraf is gegaan. De tijd die hiervoor benodigd is, zal

vrijwel altijd worden terugverdiend in de periode daarna.

Case planning

Een andere beheersfactor betreft de tijdsfactor. In het

uitvoeringscontract zal (bijna) altijd sprake zijn van een

bepaalde ti jd die genomen mag worden voor de

aannemersinspanning om het werk te realiseren. Vaak wordt

die tijd uitgedrukt in een vast aantal werkbare werkdagen, te

rekenen vanaf een vastgesteld moment. Het is dan zaak om

snel te bepalen in overleg met de aannemer hoeveel

kalenderdagen er dan werkelijk nodig zijn om een einddatum

te kunnen bepalen.

Het kan echter ook zijn dat er in het bestek een vaste

opleveringsdatum wordt bepaald; die datum zal echter altijd

een zekere samenhang hebben met werkbare werkdagen

omdat de bouwtijd wel realistisch moet zijn. De bouwkundig

aannemer zal, middels zijn contractverplichting om het

"algemeen tijdschema op te stellen" in overleg moeten treden

met de andere aannemers en mogelijke derden teneinde een

hoofdplanning op te kunnen stellen. In die planning dienen

alle betrokken disciplines te zijn opgenomen. Deze

hoofdplanning wordt vervolgens door alle parti jen

gecontroleerd (is iedereen voldoende ruimte gegeven zijn of

haar werkzaamheden te verrichten) en kan daarna worden

vastgesteld in een van de bouwvergaderingen. Zoals het werk

van grof naar fijn gaat, zo gaat het ook met een planning: in

de algemene planning zijn alle werkzaamheden in hoofdlijn

opgenomen, in diverse deelplanningen worden deze

werkzaamheden verder verfijnd. In een latere fase van de bouw

(afbouwfase) kunnen ook de verschillende afbouwstromen

gedetailleerd worden weergegeven.

1010101010 tekeningenstroomtekeningenstroomtekeningenstroomtekeningenstroomtekeningenstroomABT

43Directievoering

Een struikelblok dat bij het MGBA pas in een later stadium

aan het l icht kwam, betrof de werkzaamheden voor

theatertechniek. Als hierboven al genoemd, dient de aannemer

alle werkzaamheden van hemzelf, de nevenaannemers én de

aanwezige derden mee te plannen in het algemeen

tijdschema. Daarvan uitgaande is het tijdschema goedgekeurd

(figuur 11). Toen echter na circa één jaar uitvoering het vanwege

allerlei stagnaties nodig bleek dat er inloopplanningen

moesten worden gemaakt, kwam pas naar boven dat de

theatertechnische werkzaamheden door de bouwkundig

aannemer niet vóór de oplevering waren ingepland.

Juridisch betekent dit: niet ingepland. De bouwkundig

aannemer was er van uitgegaan dat deze theatertechnische

werkzaamheden zouden worden verricht door de

opdrachtgever (lees: andere derden dan in het bestek

genoemd) nadát hij zou zijn vertrokken. Een grote misvatting

die heeft geleid tot nieuwe bouwstagnatie. Het

uitvoeringsproces was al zover heen dat deze noodzakelijke

werkzaamheden niet meer alsnog konden worden ingepland

op een wijze dat de opleveringsdatum hierdoor niet zou

opschuiven.

Aangezien op moment van schrijven deze kwestie onder

arbiters ligt, kan nog niet worden vooruitgelopen op de

uitkomst. Wel staat reeds vast dat de oplevering hierdoor is

opgeschoven met enkele maanden en dat de hiermee gepaard

gaande stagnatiekosten meer dan 1 miljoen Euro bedragen!

Case stelpostinvulling Concertzaal

Tot slot zal in deze paragraaf worden ingegaan op de invulling

van een stelpost.

Allereerst: wat is een stelpost? Zoals de naam al doet

vermoeden gaat het hier om een post die ten tijde van het

afsluiten van het bestekscontract nog nader uitgewerkt moet

worden maar die wel wordt gelimiteerd aan een bepaald

budget, bepaalde tijd of activiteit. In het bestek worden de

stelposten van tevoren aangeduid.

Er kunnen uiteenlopende reden zijn om een stelpost op te

nemen in het bestek. Soms weet de opdrachtgever (of de

architect) nog niet precies hoe hij een bepaald onderdeel

uitgevoerd wil hebben. Soms ook denkt men dat op een later

moment er een betere prijs / kwaliteit verhouding verkregen

kan worden doordat die post in concurrentie wordt

aanbesteed. Veelal verdient het aanbeveling om voor de

uitwerking van een stelpost samen te werken met de

gecontracteerde aannemer en de adviseurs.

Voor de invulling van de stelpost "hang- en sluitwerk"

bijvoorbeeld, zal de opdrachtgever eerst een sluitplan dienen

te overleggen, de architect zal zijn esthetische wensen kenbaar

maken (soort garnituur) en vervolgens kunnen de bouwdirectie

en de bouwkundig aannemer (gezamenlijk of parallel) de markt

op om de beste prijs voor deze post te bedingen, binnen het

in het bestek vastgestelde budget.

Een vrij omvangrijke stelpost voor het MGBA was weggelegd

voor de invulling van de bouwkundige wandafwerking voor

de Concertzaal. Omdat in de besteksfase voor het project nog

niet precies was afgestemd hoe de afwerking van de zaal zou

worden (dit hing af van b.v. de gebruikerskeuze voor de

44

1111111111 tijdschematijdschematijdschematijdschematijdschemaABT

45Directievoering

interieurarchitect, de akoestische eisen gesteld aan de

wandafwerking, etc.), is besloten om de invulling globaal aan

te geven, te budgetteren en als stelpost in het bestek op te

nemen.

Nadat de interieurarchitectenselectie had plaatsgevonden en

de uitwerking was afgerond, in samenspraak met de

gebruikers en met akoestisch adviseur Peutz, kon op basis

van de beschikbare gegevens de stelpost worden aanbesteed.

In samenspraak met de bouwkundig aannemer werd een vijftal

onderaannemers geselecteerd om een prijs te maken en

tegelijk aan te geven hoe men dacht de logistieke invulling te

waarborgen ti jdens de uitvoering van alle andere

werkzaamheden in de zaal.

Een aantal criteria was van belang: de wandafwerking van de

houten esdoorn latjes, de achterconstructie van golvend

stucwerk, de inpassing van installatietechnische componenten

(indirecte verlichting, luchtuitblaasroosters, etc.), de

bevestiging van de gehele constructie volgens het box-in-box

principe aan de constructieve achterconstructie. Figuur 12

toont een aantal onderdelen van de wandafwerking met de

golvende achterconstructie.

Met de uiteindelijk geselecteerde onderaannemer is

afgesproken dat er een mock-up zou worden gemaakt op

schaal 1:1, die kon dienen voor de uitwerking van de

bevestigingsprincipes, maatvoering en voor de akoestische

test in het laboratorium bij Peutz. Zo is ook gebeurd. Alhoewel

hieruit geen volledige garanties kunnen worden verkregen voor

de uiteindelijke specificaties in de Concertzaal, kan uit de

mock-up en de tests wel informatie worden verkregen over de

stijfheid van het geheel, welke bevestigingsmiddelen moeten

worden toegepast, hoever de latjes van elkaar moeten worden

toegepast, etc.

Op moment van schrijven is de financiële invulling van de

stelpost afgerond, zijn de tests met positief resultaat bij Peutz

uitgevoerd en wordt de laatste hand gelegd aan het tekenwerk

van specifieke detailinvulling. Vóór de zomer zal de opbouw

plaatsvinden binnen de contouren van de Concertzaal.

1212121212 onderdelenonderdelenonderdelenonderdelenonderdelenwandafwerkingwandafwerkingwandafwerkingwandafwerkingwandafwerkingABT

47Architecture

ARCHITECTURE

3XNielsen A/S

Arhus, Denmark

Kim Herforth Nielsen (partner in charge)

Palle Holsting (project architect)

Rasmus Holm, Torben Østergaard, Ole Østergaard, Uffe Bay-Schmidt, Flemming Christiansen & Eva Hard

48

Amsterdam's new centre for modern music combines two

established institutions in Dutch musical life: IJsbreker (modern

classical and improvised music), and a well-known jazz club;

BIMhuis.

The centre will have an exposed location towards the IJ fjord

at the end of a pier close to the historic city centre. It will be

one of several so-called anchor points intended to generate

life and identity in new residential areas in accordance with a

master plan for the waterfront areas of Amsterdam. The pier

'Oostelijke Handelskade' has a cohesive public walking street

well elevated above the quay. It ends at the centre for modern

music in the form of a large stepped plinth that brings the

walking street down to the quay, where there will be a stop for

a water taxi.

The stepped base separates the public and backstage facilities

horizontally, so that the two concert halls can be serviced

unobtrusively. The jazz club has the shape of a 'floating' box

and faces land, and thus the old city, rather than water. The

concert hall has the appearance of a heavy, slightly sloping

volume that cuts through the stepped base, with the foyer

facing the water. The concert hall will be built as a double

shell in concrete cast in situ.

A large roof slab that gives the building gravity as a landmark

towards the fjord unifies the various elements. The centre for

modern music is conceived as an 'urban park' for large-scale

and varied public life - a place for everyone.

The timing for the competition was unusual. Invited firms had

only 14 days to create a 'vision' for the new music centre.

3xNielsen took their inspiration from motifs from several of

their earlier projects. For example, the angle of the roof and

stepped plinth are references from the Oceanarium, and the

pipe profile of the jazz club can be recognized from DGI

headquarters in Vingsted. Since the prize was awarded, the

project has undergone many changes and adaptations, in part

due to the complex variety of users, and thus complex project

financing. Construction did not start until 2001 and is slated

for completion in 2005.

HET MUZIEKGEBOUW/BIMHUIS

49Architecture

11111 locationlocationlocationlocationlocation3xNielsen

22222 situation insituation insituation insituation insituation inAmsterdamAmsterdamAmsterdamAmsterdamAmsterdam3xNielsen

50

51Architecture

33333 first sketchfirst sketchfirst sketchfirst sketchfirst sketch3xNielsen

52

4 + 54 + 54 + 54 + 54 + 5 first sketchesfirst sketchesfirst sketchesfirst sketchesfirst sketches3xNielsen

53Architecture

66666 exploded viewexploded viewexploded viewexploded viewexploded view3xNielsen

54

77777 sketch model 1997sketch model 1997sketch model 1997sketch model 1997sketch model 19973xNielsen

88888 sketch model 1997sketch model 1997sketch model 1997sketch model 1997sketch model 19973xNielsen

55Architecture

99999 sketch model 1999sketch model 1999sketch model 1999sketch model 1999sketch model 19993xNielsen

1010101010 sketch modelsketch modelsketch modelsketch modelsketch model3xNielsen

56

11 -1511 -1511 -1511 -1511 -15 model 2001model 2001model 2001model 2001model 20013xNielsen

57Architecture

1616161616 central hallcentral hallcentral hallcentral hallcentral hall3xNielsen

58

59Architecture

1717171717 final designfinal designfinal designfinal designfinal design3xNielsen

60

1818181818 model floor 0model floor 0model floor 0model floor 0model floor 03xNielsen

1919191919 model floor 1model floor 1model floor 1model floor 1model floor 13xNielsen

61Architecture

2020202020 model floor 2model floor 2model floor 2model floor 2model floor 23xNielsen

2121212121 model floor 3model floor 3model floor 3model floor 3model floor 33xNielsen

62

63Architecture

2222222222 final designfinal designfinal designfinal designfinal design3xNielsen

64

2323232323 floorplan level 0floorplan level 0floorplan level 0floorplan level 0floorplan level 03xNielsen

65Architecture

2424242424 floorplan level 3floorplan level 3floorplan level 3floorplan level 3floorplan level 33xNielsen

66

Het Muziekgebouw/BIMhuis (centre for modern music)

Address:Address:Address:Address:Address: Kop van Oostelijke Handelskade, Amsterdam, NL

Client:Client:Client:Client:Client: Gemeente Amsterdam, NL

YYYYYear of construction:ear of construction:ear of construction:ear of construction:ear of construction: April 2005 - work commenced 2001, 1. prize in international invited competition, 1997

Size:Size:Size:Size:Size: 18.000 m2

Construction sum:Construction sum:Construction sum:Construction sum:Construction sum: 230 mio. DKR

Architects:Architects:Architects:Architects:Architects: 3XNielsen A/S

Architect team:Architect team:Architect team:Architect team:Architect team: Kim Herforth Nielsen (partner in charge), Palle Holsting (project architect), Rasmus Holm, Torben Østergaard,

Ole Østergaard, Uffe Bay-Schmidt, Flemming Christiansen, Eva Hard

Engineer consultant:Engineer consultant:Engineer consultant:Engineer consultant:Engineer consultant: ABT BV, The Netherlands

2525252525 section Asection Asection Asection Asection A3xNielsen

2626262626 section Bsection Bsection Bsection Bsection B3xNielsen

69Interieur BIMhuis

INTERIEUR BIMHUIS

De Vries Bouma architecten bv

Amsterdam

ir. Christian Bouma bna

medewerkers: Flavio Rocha Veras e Silva, Hélène van der Knaap

3D visualisaties: CIIID Cees van Giessen, Amsterdam

70

Keuze interieurarchitect

In 2000 is er een selectie geweest voor de interieurarchitect

voor Het Muziekgebouw en Bimhuis. Voor het Muziekgebouw

is 3xN geselecteerd; voor het BIMhuis is De Vries Bouma

architecten geselecteerd. Reden voor deze selectie is onder

meer het onderscheid in vormgeving dat de gebruikers wilden

ten opzichte van het muziekgebouw.

De opdracht behelst in grote lijnen het vormgeven van de

oppervlakken van vloer, wand en plafond en

interieuronderdelen zoals bar, garderobe, kassa,

theaterstoelen, verlichting, los meubilair. Dit in samenspraak

met opdrachtgever, gebruikers, architect, projectleiding,

theatertechnisch adviseur, installatieadviseurs, akoestisch

adviseur….

Randvoorwaarden

Het gebouw zoals we dat van 3xN “aangeleverd” kregen.

Het programma van eisen en sfeertekening voor het

interieur van het BIMhuis. Uit de sfeertekening: “……mix

tussen concertzaal en club….. een Bimhuisbezoeker

komt misschien voor het concert, maar mogelijk ook alleen

om in het café mensen en/of muziekcollega’s te

ontmoeten om zich vervolgens te laten verleiden toch

van de muziek te genieten. …het zaalontwerp moet deze

“verleiding” ondersteunen…..”

De installaties en theatertechniek dienen in het ontwerp

geïntegreerd te worden.

Het (krappe) budget.

Onderscheidend van rest gebouw; “black box”.

Ontwerp van de ruimte

Bij de vormgeving van het interieur is het belangrijk de

ruimtelijkheid te ondersteunen. In dit geval is het dóórlopen

van de ruimte in de richting van de ‘tunnel’ een aspect waarop

de vormgeving gebaseerd is. Het belangrijkste onderdeel

waarin dat tot uiting komt is de scheiding tussen café en

concertzaal. Hier komen taatsdeuren, zodat er geen kozijnen

zijn. Als de deuren openstaan is er geen wand meer. Dit is

ook belangrijk in verband met de verleiding waarover in de

sfeertekening wordt gesproken.

Het plafondgrid bestaat uit dubbele verzinkte buizen, die in

de langsrichting lopen. Aan dit grid wordt de algemene

verlichting gemonteerd en kunnen waar nodig theaterlampen,

speakers etc. worden gehangen.

Ook de textuur van wand en vloer benadrukken de

lengterichting van de ruimte.

De zogenaamde servicebox – met keuken, bar, toiletten,

installaties, etc – staat los in de ruimte. Dit wordt benadrukt

door dit volume een eigen kleur te geven.

De theaterstoelen worden met pennen in de treden van de

zaal gestoken; de zittingen en leuningen apart, zodat het

mogelijk is om ook alleen de zittingen te gebruiken. Bovendien

is het hierdoor mogelijk om ruimte te sparen bij de opslag. In

de gaten in de vloer kunnen ook tafeltjes gestoken worden,

zodat de sfeer van een club ontstaat.

De uitwerking van het plafond is een hoofdstuk apart, omdat

hier veel aspecten bij elkaar komen.

INTERIEUR BIMHUIS11111 s c h e t ss c h e t ss c h e t ss c h e t ss c h e t ss e r v i c e b o xs e r v i c e b o xs e r v i c e b o xs e r v i c e b o xs e r v i c e b o xde Vries Bouma

71Interieur BIMhuis

22222 s fee r t eken ings fee r t eken ings fee r t eken ings fee r t eken ings fee r t eken ingca féca féca féca féca féde Vries Bouma

33333 s fee r t eken ings fee r t eken ings fee r t eken ings fee r t eken ings fee r t eken ingg a r d e r o b eg a r d e r o b eg a r d e r o b eg a r d e r o b eg a r d e r o b ede Vries Bouma

72

44444 s fee r t eken ings fee r t eken ings fee r t eken ings fee r t eken ings fee r t eken ingz a a lz a a lz a a lz a a lz a a lde Vries Bouma

55555 p r i n c i p e s c h e t sp r i n c i p e s c h e t sp r i n c i p e s c h e t sp r i n c i p e s c h e t sp r i n c i p e s c h e t sthea te rs toe lthea te rs toe lthea te rs toe lthea te rs toe lthea te rs toe lde Vries Bouma

66666 u i t w e r k i n gu i t w e r k i n gu i t w e r k i n gu i t w e r k i n gu i t w e r k i n gthea te rs toe lthea te rs toe lthea te rs toe lthea te rs toe lthea te rs toe lde Vries Bouma

73Interieur BIMhuis

77777 plattegrond caféplattegrond caféplattegrond caféplattegrond caféplattegrond café+ zaal+ zaal+ zaal+ zaal+ zaalde Vries Bouma

74

88888 l a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d ede Vries Bouma

99999 d w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d ede Vries Bouma

75Interieur BIMhuis

Het plafond

De aandachtspunten voor het ontwerp van het plafond zijn

onder meer:

Bouwkundig; hoe hang je het op, hoe zit het met de

maatvoering.

Installaties; luchtafzuiging, kanalen, koelplafond.

Theatertechniek; rekening houden met de trekken en

met bereikbaarheid grid.

Algemene verlichting.

Akoestiek; Demping van lage tonen boven podium en

mogelijkheid voor fijne afstemming (achteraf) van

akoestiek.

Het uiteindelijke ontwerp van het plafond bestaat uit drie

lagen.

1. Eerst zijn de vierkante panelen ontworpen, die een

akoestische functie hadden en tevens de mogelijkheid

gaven om visueel een verband te leggen tussen het

koelplafond in het café en de zaal waar geen koelplafond

is.

2. Daaronder is het dubbele grid getekend, dat de richting

van de ruimte benadrukt en plek geeft voor de algemene

verlichting.

3. Peutz heeft uitgerekend dat de vierkante panelen

akoestisch niet genoeg waren. Daarom is er een derde

laag ontstaan, direct tegen het bouwkundige plafond,

die de verlangde akoestische demping geeft. De panelen

zijn nu gedeeltelijk leeg en kunnen gebruikt worden om

later te vullen met dempend materiaal, zodat de akoestiek

van de zaal nog kan worden geregeld.

Lange tijd is er onzekerheid geweest over de plek en de

precieze afmeting van de luchtinstallaties in het plafond.

Gezien de geringe hoogte van het plafondpakket heeft dit

een grote invloed gehad op het definitieve ontwerp van het

plafond.

1 01 01 01 01 0 schets plafondschets plafondschets plafondschets plafondschets plafondde Vries Bouma

76

1 11 11 11 11 1 opbouw plafond:opbouw plafond:opbouw plafond:opbouw plafond:opbouw plafond:- akoest isch plafond- akoest isch plafond- akoest isch plafond- akoest isch plafond- akoest isch plafond- v ierkante panelen- v ierkante panelen- v ierkante panelen- v ierkante panelen- v ierkante panelen- gr id + ver l icht ing- gr id + ver l icht ing- gr id + ver l icht ing- gr id + ver l icht ing- gr id + ver l icht ingde Vries Bouma

77Interieur BIMhuis

1 21 21 21 21 2 d e f i n i t i e v ed e f i n i t i e v ed e f i n i t i e v ed e f i n i t i e v ed e f i n i t i e v ep l a f o n d o n t w e r pp l a f o n d o n t w e r pp l a f o n d o n t w e r pp l a f o n d o n t w e r pp l a f o n d o n t w e r pde Vries Bouma

78

1 3 + 1 41 3 + 1 41 3 + 1 41 3 + 1 41 3 + 1 4sfeer impressies zaalsfeer impressies zaalsfeer impressies zaalsfeer impressies zaalsfeer impressies zaalde Vries Bouma

79Interieur BIMhuis

1 5 + 1 61 5 + 1 61 5 + 1 61 5 + 1 61 5 + 1 6sfeer impressies cafésfeer impressies cafésfeer impressies cafésfeer impressies cafésfeer impressies caféde Vries Bouma

81Constructie

CONSTRUCTIE

ABT Bouwkunde constructie

Delft

Ir. H. Krijgsman

82

Het ontwerpproces

Het constructieve ontwerp laat zich net als het bouwkundige

ontwerp niet in een aantal beperkte zinnen beschrijven.

Bestudering van de tekeningen of een bezoek aan de

bouwplaats geeft een veelvoud van gebruikte materialen en

constructieve systemen te zien. Het kortst samengevat kan

het gebouw worden omschreven als hybride. Dit hybride

karakter is terug te vinden in de materialen, in de producten

en de constructiesystemen, maar ook in het gebruik.

De keuzes voor de uiteindelijk toegepaste materialen en

constructiesystemen worden gemaakt in het ontwerp- en

voorbereidingstraject. De factoren die de keuzes beïnvloeden

zijn legio; het resultaat is een uiteindelijk logisch gevolg van

het gevolgde ontwerpproces.

Een goed ontwerp is meer dan de som van de disciplines.

Afstemming is noodzakelijk. Gezamenlijk ontwerpen kan

leiden tot geïntegreerde ontwerpen die meerwaarde voor het

project betekenen en minder kosten door de afgestemde

ontwerpmethodiek. Van meet af aan was duidelijk dat integraal

ontwerpen het uitgangspunt was. Met een veelvoud aan

disciplines, naast architectuur, constructies en

gebouwinstallaties een zware inmenging van de akoestisch

en bouwfysisch adviseur en eveneens de theatertechnisch

adviseur, kan slechts de geïntegreerde ontwerpmethodiek

tot succes leiden.

De samenwerking van de ontwerpers vindt plaats in het

ontwerpteam of adviseuroverleg. Een brede oriëntatie van

de teamleden en respect voor en algemene kennis van

elkaars vakgebied werkt hierbij bevorderend. Bovenstaande

werkwijze is tamelijk ‘klassiek’ te noemen. Het geeft echter

goede resultaten bij een keuze van de goede

ontwerpteamleden en de aanwezige mondigheid van de

projectmanager om beslissingen te nemen.

De gevolgde ontwerpaanpak kan worden omschreven als:

“oplossen is keuzes inzichtelijk maken”. Bij de start van het

project worden de eerste ideeën over het constructief ontwerp

opgezet. Hierbij vertalen we het architectonisch concept in

een aantal constructieve varianten. De verschillende

keuzemogelijkheden als oplossingen van de deelproblemen

worden inzichtelijk gemaakt, inclusief de hierbij horende

consequenties (b.v. kosten of mogelijke risico’s). Op deze

wijze is het mogelijk gericht keuzes te maken. Deze keuzes

worden voorbereid door het ontwerpteam in het

adviseuroverleg en in overleg met het

projectmanagementbureau of de opdrachtgever gemaakt.

Dit proces is in figuur 1 gevisualiseerd.

De keuze tussen varianten vindt plaats na integrale afweging

en risicoanalyse. De bijbehorende ontwerpaspecten zijn o.a.:

constructie;

architectuur;

installatie;

akoestische isolatie;

akoestische eisen (nagalm);

theatertechniek;

gebruikerswensen / invloed ‘derden’: parkeren, Grand

café;

eisen gesteld door de gemeente (energielevering, milieu);

INLEIDING

83Constructie

lokale omstandigheden (bodemopbouw);

planning/ bouwmethodiek/ kosten;

duurzaam bouwen;

onderhoudsaspecten;

flexibiliteit enz.

Vanuit een constructeursvisie zijn (lang) niet alle toegepaste

constructies en systemen in één oogopslag te begrijpen.

Met bovenstaande beschreven ontwerpmethodiek in het

achterhoofd, die ook daadwerkelijk bij de ontwikkeling van

dit gebouw is gevolgd, is echter te begrijpen dat niet altijd is

vastgehouden aan de constructieve logica.

Constructief ontwerp

Binnen de ruimte van dit college zal worden getracht de

lezer duidelijk te maken voor welke keuzes we hebben gestaan

en hoe de uiteindelijke constructie tot stand is gekomen. De

belangrijkste factoren die daarbij het constructieve ontwerp

hebben bepaald, worden in dit dictaat nader toegelicht.

11111 on twe rpp roceson twe rpp roceson twe rpp roceson twe rpp roceson twe rpp rocesABT

84

Het ontwerp kenmerkt zich door ortogonale lijnen, doorsneden

door enkele schuine lijnen. Dit in contrast tot de trend in de

huidige architectuur dat geen lijn meer recht mag zijn en er

zelfs complete gebouwen in vrije vormen worden ontwikkeld

(de zogenaamde blobs). Toch bedriegt hier de schijn en is

het plan niet eenvoudig te ‘lezen’. Pas na een uitvoerige

bestudering van de maquette wordt duidelijk hoe de

gebouwdelen in elkaar grijpen. De vele functies en gebruikers

maken het functionele ontwerp ingewikkeld.

Het materiaalgebruik is in hoofdzaak beton, staal, glas en

hout. Veel beton is in het zicht en krijgt een esthetische

functie. Dit geldt ook voor enkele staalconstructies. De

belangrijkste architectonische elementen zijn het betonnen

omhulsel van de concertzaal, de Plint als publieksruimte, de

publieke hal met de glazen gevel, het grote overstek van de

luifel en het BIMhuis.

ARCHITECTONISCH ONTWERP

Onder een stalen dakconstructie en omhuld door een grote

glasgevel zijn vier bouwdelen samengevoegd. Dit zijn de

concertzaal annex opnamestudio van de voormalige stichting

de ‘IJsbreker’, het jazzcentrum het ‘BIMhuis’ en een

kantorenblok. Alles geplaatst op een uit het maaiveld omhoog

komend bouwdeel van twee verdiepingen, de zogenaamde

Plint. Hieronder bevinden zich allerlei aanvullende functies

als repetitieruimtes, een keuken, opslagruimtes etc.

Door de glazen omhulling ontstaat er een vrij toegankelijke

ruimte, de Publieke Hal. In de hal is een Grand Café

opgenomen. Hiervandaan kan men de verschillende

facil i teiten bezoeken, waaronder ook het Nationaal

Muziekinformatiecentrum en de bibliotheek van Gaudeamus.

Onder het plan bevindt zich een uit loper van de

parkeergarage, die zich onder het gehele plan van de

Oostelijke Handelskade uitstrekt. Aan de westzijde is een

plein voorzien, dat wordt overdekt door de uitkragende

dakconstructie van het MuziekGebouw. Naast enkele

muziekgerelateerde kunstwerken kan men hier vrijelijk

genieten van het uitzicht over het IJ en de stad.

Kengetallen van het gebouw:

gebouwafmetingen:

lengte = 105 m

breedte = 53 m

hoogte = 24,5 m

bruto vloeroppervlak: ca. 16.000 m²

FUNCTIONEEL ONTWERP

85Constructie

22222 p a n o r a m ap a n o r a m ap a n o r a m ap a n o r a m ap a n o r a m aM u z i e k g e b o u wM u z i e k g e b o u wM u z i e k g e b o u wM u z i e k g e b o u wM u z i e k g e b o u wABT

33333 p l a t t e g r o n dp l a t t e g r o n dp l a t t e g r o n dp l a t t e g r o n dp l a t t e g r o n do n d e r d e l e no n d e r d e l e no n d e r d e l e no n d e r d e l e no n d e r d e l e nABT

86

De extreem hoge eisen voor de isolatie van de concertzaal

en de moeilijke omgevingsfactoren hebben geleid tot een

bijzondere constructie. Er is een zaal ontworpen volgens het

zogenaamde ‘doos-in-doos’ concept. Concreet houdt dit in

dat er een zaal als vrijstaand onderdeel wordt gecreëerd in

een groter betonnen omhulsel. Om luchtgeluid te weren is

massa het meest effectief, vandaar het massieve omhulsel.

Contactgeluiden kunnen echter door de massa heen dringen

en een bron van geluid aan de binnenzijde vormen. Vandaar

dat een onafhankelijke en losgekoppelde, geïsoleerde doos

wordt geplaatst in het inwendige. Deze binnendoos houdt

de eventuele geluiden die doordringen effectief tegen. Dit

concept van doos-in-doos constructies is een aantal malen,

zij het dan in het klein, in het gebouw herhaald voor de

repetitieruimtes. Daarbij is een zwevende vloer op akoestische

trillingsisolatoren aangebracht, waarop kleine staalspantjes

het binnenwerk van de zaal vormen. Zie figuur 5 & 6.

De buitendoos van de concertzaal is qua volume groter dan

de binnendoos, vanwege de buffer. De zaal zoals die beleefd

gaat worden in de binnendoos is veel kleiner van volume dan

de grootte van de binnendoos doet vermoeden. Halverwege

de zaal is een open plafond aangebracht, waaraan

theatertechnische onderdelen en de verlichting wordt

opgehangen. Daarboven is een dicht plafond aanwezig dat

op en neer kan bewegen. Met deze ingreep kan het volume

van de zaal met bijna een factor twee worden vergroot of

verkleind, wat een grote invloed heeft op de nagalmtijd.

De massa-eisen en de doos-in-doos constructies bepalen in

grote mate het ontwerp van de constructie. Zoals

aangegeven, wordt het omhulsel van de concertzaal volledig

in beton opgetrokken. De zijwanden zijn vanaf kelderniveau

circa 25 m hoog en ze zijn 350 mm dik. Boven de Plint zijn ze

uitgevoerd als schoon beton, met een door de architect

bepaald reliëf. De inkassingen van het reliëf komen in grote

mate overeen met de stortnaden. Het beton is tamelijk licht

van kleur. Zie foto 4; op de foto is ook nog een tijdelijke buis

van het steigerwerk te zien.

Om scheurvorming ten gevolge van krimp van het grote

betonoppervlak te beheersen, is bewust gekozen voor een

relatief lage betonsterkteklasse (B 25). Aan de buitenzijde

wordt een horizontale (basis)wapening aangebracht van rond

10-100. Daarmee wordt getracht een fijne gelijkmatig

verdeelde scheurverdeling te bereiken. De wapening is aan

de buitenzijde aangebracht, enerzijds vanwege de effectiviteit

aangaande de scheurvorming, maar ook vanwege de

inkassingen van het reliëf. De verticale wapening kan op

dekking geplaatst worden ten opzichte van de inkassing, de

horizontale wapening ligt dan tussen de horizontale

inkassingen in, zo ver mogelijk aan de buitenzijde.

Zie figuur 7.

Aan de binnenzijde is het beton niet in het zicht en zijn er

geen inkassingen; daar is gekozen voor een traditioneler net

van rond 12-150. De verticale wapening wordt in hoofdzaak

bepaald door de krachtswerking.

Het dak van de concertzaal wordt gevormd door stalen

spanten waarop kanaalplaten zijn gelegd. Een druklaag zorgt

ervoor dat het dak als schijf kan werken. Zodoende ontstaat

CONCERTZAAL44444 d e t a i ld e t a i ld e t a i ld e t a i ld e t a i lb e t o n w a n db e t o n w a n db e t o n w a n db e t o n w a n db e t o n w a n dABT

87Constructie

55555 a k o e s t i s c ha k o e s t i s c ha k o e s t i s c ha k o e s t i s c ha k o e s t i s c hprincipe concertzaalpr incipe concertzaalpr incipe concertzaalpr incipe concertzaalpr incipe concertzaalABT

66666 a k o e s t i s c ha k o e s t i s c ha k o e s t i s c ha k o e s t i s c ha k o e s t i s c hp r i n c i p ep r i n c i p ep r i n c i p ep r i n c i p ep r i n c i p er e p e t i t i e r u i m t er e p e t i t i e r u i m t er e p e t i t i e r u i m t er e p e t i t i e r u i m t er e p e t i t i e r u i m t eABT

77777 d e t a i l t e k e n i n gd e t a i l t e k e n i n gd e t a i l t e k e n i n gd e t a i l t e k e n i n gd e t a i l t e k e n i n gw a p e n i n gw a p e n i n gw a p e n i n gw a p e n i n gw a p e n i n gABT

88

een vormvaste doos, die op zichzelf stabiel is. De genoemde

stalen dakspanten overspannen eveneens de Publieke

Ruimte, waar het dak echter met staalplaten is afgedicht,

omdat hier geen massa-eisen zijn gesteld. Tijdens de

uitvoering is het dak uiteraard nog niet aanwezig zolang de

schoenendoos nog niet gesloten is. Bij de wapeningsopgave

is rekening gehouden met het feit dat de wanden op hoogte

zijn, maar nog niet gesteund worden door het dak. Aangezien

de wanden rondom tegelijkertijd op hoogte worden getrokken,

is de stabiliteit van de doos ook tijdens de bouw gewaarborgd.

De binnendoos in de concertzaal wordt gevormd door stalen

spanten die, aan elkaar gekoppeld, een op zichzelf staande

stabiele constructie vormen. De spanten zijn geplaatst op de

funderingsvloer, die rondom met een dilatatie is vrijgehouden

van de betonnen buitenwanden. De vloer ligt net niet in het

grondwater, reden om een rubber dilatatieprofiel in te storten.

De uitvoering hiervan was kritisch, omdat absoluut vermeden

moest worden dat de dilatatie ook open bleef en er geen

contact tussen vloer en wand ontstond door beton dat om

het dilatatieprofiel heen zou lekken. Daarom is in de voeg

een drukvaste foam aangebracht, stijf genoeg om niet

samengedrukt te worden door het beton, maar slap genoeg

om geen geluidslek te vormen. Na gereedkomen zijn de

dilataties nagemeten door de akoestisch adviseur. Zie figuur

8 & 9.

Op het laagste niveau springen de zijwanden naar buiten toe

om plaats te bieden aan zijtonelen. De bovenliggende wand

wordt opgevangen door betonpenanten. Deze penanten

staan in de ruimte van de binnendoos, maar behoren tot de

buitendoos. Om die reden zijn ze losgehouden van de

fundering en apart op een onderheide poer geplaatst. De

penanten worden rondom ingepakt om contactgeluiden te

weren.

De betonwanden op de lange zijden van de zaal vormen

twee enorme, uitkragende wandliggers. In de uitkraging

bevinden zich ook nog eens alle tussenvloeren naast de zaal

en aan de voorzijde liggen ook nog eens de hangende

foyerdekken op. Al met al geeft dit een grote domp op de

voorste penant van de betonwanden. Eronder ligt dan ook

een poer van indrukwekkende afmetingen. Bij de

wapeningsopgave moest ook rekening worden gehouden

dat er al belastingen in het overstek zouden optreden, terwijl

de wandligger nog niet op hoogte was en er dus een kleinere

momentarm gerealiseerd moest worden. Op verschillende

lagen ligt dus langswapening die maar een tijdelijke functie

hebben gehad. Zie figuur 10 & 11.

88888 detai l funder ingdetai l funder ingdetai l funder ingdetai l funder ingdetai l funder ingb i n n e n d o o sb i n n e n d o o sb i n n e n d o o sb i n n e n d o o sb i n n e n d o o sABT

89Constructie

99999 b i n n e n d o o sb i n n e n d o o sb i n n e n d o o sb i n n e n d o o sb i n n e n d o o sABT

1 01 01 01 01 0 w a n d a a n z i c h tw a n d a a n z i c h tw a n d a a n z i c h tw a n d a a n z i c h tw a n d a a n z i c h tgrote zaalgrote zaalgrote zaalgrote zaalgrote zaalABT

1 11 11 11 11 1 d e t a i l sd e t a i l sd e t a i l sd e t a i l sd e t a i l sb e t o n w a n db e t o n w a n db e t o n w a n db e t o n w a n db e t o n w a n dABT

90

Vanaf het prille begin gaf de architect het BIMhuis letterlijk

een aparte plek in het gebouw. Het wordt gevestigd in een

‘doos’ met twee verdiepingen, die aan de voorzijde in het

plan wordt geschoven, hoog boven de grond.

De eis was dat het BIMhuis op zo min mogelijk kolommen

zou worden opgelegd. Daarnaast vergen de zaal en inwendige

ruimtes vrije overspanningen en indeelbaarheid. Om de relatief

grote overspanningen te kunnen realiseren wordt de doos

van het BIMhuis gemaakt van een balkenrooster van

verdiepingshoge stalen vakwerkspanten. De vloeren worden

gevormd door kanaalplaten. Dit balkenrooster is in feite op

vier punten opgelegd. Zie figuur 14 & 15.

Hier gelden minder strenge akoestische eisen dan bij de

concertzaal. Sterker nog, omdat hier veelal versterkte muziek

ten gehore zal worden gebracht, was er in hoofdzaak massa

nodig om de omgeving niet te verstoren (wettelijke eisen)!

Hiertoe zijn de gevelspanten ingevuld met kalkzandsteen en

gipsafwerking en is de druklaag van het dak verdikt tot 100

mm. Zie figuur 16.

Doordat in feite ‘in de lucht’ wordt gebouwd is gekozen voor

een staalframe, dat later werd verzwaard om akoestische

redenen. Om op deze hoogte ‘in het niets’ een betonwand

te storten is praktisch bijna niet uitvoerbaar en leidt tot kostbare

ondersteuningen. Zie figuur 12 & 13.

In eerdere ontwerpen van de architect was het BIMhuis aan

de voorzijde opgelegd op een enorme V-kolom. Het probleem

van zo’n kolom is dat deze in feite alleen stabiel is, als deze

wordt ingeklemd in de fundering. Een probleem daarbij vormt

de ongelijke belastingssituatie; de kolom is daar erg gevoelig

voor en er ontstaan al snel onbeheersbare vervormingen.

Specifiek voor dit onderdeel is er zelfs nog gekeken naar de

eigenfrequentie die daar bij hoort. Het bleek dat de hele zaal

eenvoudig door publiek in beweging te krijgen zou zijn….

Daarom is er uiteindelijk een betonnen frame om de V-kolom

gekomen, waardoor de verticale belasting rechtstreeks

afgevoerd kon worden naar de fundering en de horizontale

krachten door de V-kolom worden opgenomen. Zie figuur 17

& 18.

BIMHUIS

1 2 + 1 31 2 + 1 31 2 + 1 31 2 + 1 31 2 + 1 3 d e t a i l sd e t a i l sd e t a i l sd e t a i l sd e t a i l sm o n t a g em o n t a g em o n t a g em o n t a g em o n t a g ev e r b i n d i n g e nv e r b i n d i n g e nv e r b i n d i n g e nv e r b i n d i n g e nv e r b i n d i n g e nABT

91Constructie

1 41 41 41 41 4 E P W - m o d e lE P W - m o d e lE P W - m o d e lE P W - m o d e lE P W - m o d e lB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sABT

1 51 51 51 51 5 s taa lcons t ruc t i es taa l cons t ruc t i es taa l cons t ruc t i es taa l cons t ruc t i es taa l cons t ruc t i eB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sABT

1 61 61 61 61 6 a k o e s t i s c ha k o e s t i s c ha k o e s t i s c ha k o e s t i s c ha k o e s t i s c hprincipe BIMhuispr incipe BIMhuispr incipe BIMhuispr incipe BIMhuispr incipe BIMhuisABT

92

1 71 71 71 71 7 eigen frequent ieeigen frequent ieeigen frequent ieeigen frequent ieeigen frequent ieVVVVV-kolom BIMhuis-kolom BIMhuis-kolom BIMhuis-kolom BIMhuis-kolom BIMhuisABT

1 81 81 81 81 8 VVVVV- k o l o m- k o l o m- k o l o m- k o l o m- k o l o mABT

93Constructie

Het kantorenblok is geheel gebouwd in een skelet van prefab

balken en kolommen. De gedachte achter de keuze van

prefab was dat dit onderdeel relatief eenvoudig zou worden

om kosten te besparen. Voor publiek, gebruik en architectuur

zijn er geen bijzondere eisen. Dit geldt echter wel voor het

gedeelte op Plint niveau. De architect wilde daar openheid

bewaren, niet geblokkeerd door het kantoorgebouw; dit moest

bijna zweven boven de Plint. Hierdoor ontstonden de

uitkragingen aan weerszijden, die worden gemaakt van staal.

De stabil i teitswanden, in het kantoor van prefab

betonwanden, zijn op dit niveau vervangen door open

staalconstructies. Zie figuur 20.

Het constructieve schema van de uitkragingen is die van het

principe van het ‘melkmeisje’; de uitkragingen houden elkaar

in evenwicht. Nu is de ene uitkraging groter dan de ander.

Bovendien moet altijd rekening worden gehouden met

ongelijkmatige belastingen. Dit leidt ertoe dat een deel van

de horizontaalkracht in de stabiliteitswanden opgenomen

moet worden. Daarnaast moet de trekkracht boven en de

drukkracht onder door de balken en vloeren naar de andere

kant van het gebouw worden geleid. Dit betekent dat alle

prefab balken op de derde verdieping niet alleen op buiging

maar ook op een (zeer grote) drukkracht berekend dienden

te worden, inclusief knikgevaar! De trekkracht is zodanig groot

dat deze door aparte trekstrips wordt opgenomen, die aan

weerszijden naast de prefabbalken in de vloer worden

meegestort. Zie figuur 19.

Een andere architectonische wens leidde tot veel rekenarij

en creatieve constructieve oplossingen, die niet direct aan

het gebouw of het ontwerp zijn af te lezen. De constructielijn

van de kolommen aan de gevel op as 1, de erfgrens, is in de

kantoren ongeveer een meter naar binnen gelegd. Dit om

geen kolommen te krijgen in het gevelvlak. Vanaf de tweede

verdieping, de Plint, tot in de kelder is de constructielijn echter

tegen as 1 aan. Dit betekent dat de verticaalkracht op niveau

2 naar buiten gebracht moet worden. Dit is gedaan door in

breedte verlopende kolommen. Het constructieve schema

daarvan is gelijk aan een schuine kolom. De schuinplaatsing

roept horizontaalkrachten op. Deze krachten worden door

de vorm van de kolommen, waarbij het schuine gedeelte

effectief onder de 1e verdieping begint, opgeroepen op de

1e verdieping en ontmoeten een gelijke maar tegengestelde

kracht op de begane grond. De horizontaalkracht moet echter

van de 1e naar de begane grond worden getransporteerd.

Dit gebeurd via de betonwanden. Om bij de betonwanden te

komen worden de krachten eerst in de vloer gevoerd, waarna

deze als een in het vlak belaste schijf via boogwerking en

trekbanden in de wanden worden gevoerd. Op de begane

grond gebeurd dan het omgekeerde. Zie figuur 21.

Door grote openingen van bijvoorbeeld trappenhuizen e.d.

was het daarnaast ook nog wel eens nodig de trekbanden

middels ophangwapening te verplaatsen. Door de schuinte

van de kolommen wordt al snel ca. 15% van alle verticale

belasting als horizontaalkracht opgeroepen. Het behoeft geen

nader betoog dat een kantoorgebouw van 4 lagen met een

vloeroverspanning van ruim 12 meter aanzienlijke krachten

oproept. Door de sommatie verworden de trekbanden en

ophangwapening tot grote concentraties van wapening, die

uiteindelijk door de druklaag van de kanaalplaten gevoerd

moet worden (40-70mm beton). Dit heeft in de uitvoering

nogal wat hoofdbrekens opgeleverd.

KANTOREN1 91 91 91 91 9 u i t k r a g i n gu i t k r a g i n gu i t k r a g i n gu i t k r a g i n gu i t k r a g i n gkan toorspan tkan toorspan tkan toorspan tkan toorspan tkan toorspan tABT

94

2 02 02 02 02 0 kan too r ru im te ,kan too r ru im te ,kan too r ru im te ,kan too r ru im te ,kan too r ru im te ,hier nog afgesteundhier nog afgesteundhier nog afgesteundhier nog afgesteundhier nog afgesteundmet hulpkolommenmet hulpkolommenmet hulpkolommenmet hulpkolommenmet hulpkolommenop de pl intop de pl intop de pl intop de pl intop de pl intABT

2 12 12 12 12 1 d o o r s n e d ed o o r s n e d ed o o r s n e d ed o o r s n e d ed o o r s n e d ekan too rkan too rkan too rkan too rkan too rABT

95Constructie

Aan de voorzijde van de concertzaal zijn in de foyer een drie-

tal vloeren aanwezig, verbonden door trappen. De onderste

ligt op kolommen, de twee bovenste zijn aan één zijde

opgehangen aan het dak en aan de ander zijde liggen ze op

de betonconstructie van de concertzaal. Deze vloeren zijn

eenvoudig gemaakt van kanaalplaten opgelegd op een

randligger.

De gevel is volledig van glas, gesteund door alleen horizontale

regels gemaakt van stalen kokers, die weer afsteunen op de

gevelkolommen. Aan noord- en zuidzijde, langs de

concertzaal, zijn dit IPE500-profielen. Aan de westzijde

moeten de kolommen de volledige 24m hoogte steunen.

Deze zijn daarom gemaakt van stalen vakwerkspanten. De

spanten dragen bovendien het dak. Door de uitkragende

luifel ontstaat een grote dompkracht op de spanten.

De stabiliteit van de gevelvlakken wordt verzekerd door kruisen,

gemaakt van massief ronde staven. Deze

stabiliteitsverbanden geven de kolommen tevens steun voor

knik en kip. Zie figuur 22.

DE FOYER EN DE GEVEL2 22 22 22 22 2 E P W - m o d e lE P W - m o d e lE P W - m o d e lE P W - m o d e lE P W - m o d e lg e v e lg e v e lg e v e lg e v e lg e v e lABT

96

Beeldbepalend is de grote vrije uitkraging van het dak, ruim

19 meter op een hoogte van 24 meter. Dit wordt gerealiseerd

door uitkragende vakwerkspanten van staal. In de hoeken is

een balkenrooster gemaakt van deze vakwerken, omdat de

hoeken in feite een dubbele uitkraging bezitten.

Met de aannemer is een uitgebreid plan opgezet hoe om te

gaan met zegen e.d. van de spanten, om na montage een

zo vlak mogelijke constructie te verkrijgen. Onder permanente

belastingen zijn zakkingen tot 10cm te verwachten, dus als

we er wat naast zitten dan vertaalt dat zich al snel tot een

zichtbare afwijking. Zie figuur 23.

DE LUIFEL

Onder het plan is een parkeergarage gelegen, die uitloopt in

een kelder gedeelte voor het MuziekGebouw, waar zich enkele

installatie- en traforuimtes bevinden. De parkeergarage hoort

niet bij het MuziekGebouw. Besteksmatig t.b.v. de bouw zijn

deze echter wel bij elkaar gevoegd, waarbij de garage 'geknipt'

is aan de oosteli jke zijde op de grens tussen het

MuziekGebouw en het Hotel (as 1).

De parkeergarage wordt uitgevoerd met betonnen wanden

en vloeren. De keldervloer is ongedilateerd. Vanaf de

keldervloer ter plaatse van de erfgrens is de constructie (de

kelderwanden en het dek van de begane grond) echter

gedilateerd van die van het Hotel.

DE PARKEERGARAGE2 32 32 32 32 3 EPW-model dakEPW-model dakEPW-model dakEPW-model dakEPW-model dakABT

97Constructie

Terrein

Het MuziekGebouw is gelokaliseerd op de Oostelijke

Handelskade. Deze is in het midden van de 19e eeuw

aangelegd in het IJ in verband met de behoefte aan een

havenvoorziening aan diep water in Amsterdam. Het gebied

is feitelijk een kunstmatig aangebrachte ophoging in het IJ.

Het gemiddelde maaiveldpeil bedraagt ca. 1,65 m + NAP.

Dit is ook het bouwpeil van de nieuwbouw (bovenkant

afgewerkte vloer). De freatische grondwaterstand wijkt weinig

af van het peil van het IJ; 0,4 à 0,45 m – NAP.

Langs de IJ-oever van de Oostelijke Handelskade zijn

kademuren aanwezig. Ter plaatse van de kop van de

Oostelijke Handelskade komt nog de oorspronkelijke kademuur

van 1878 voor. Het betreft een gestapelde stenen constructie

die is opgebouwd op een stampbetonnen blok dat

gefundeerd is op houten palen, met aan de voor- en

achterzijde een houten damwand. Achter dit “blok” ligt op

circa 2,5 m – NAP een circa 10 m lange houten ontlastvloer

op regelwerk. Deze vloer is eveneens op houten palen (9

rijen) gefundeerd.

Verder zijn aan de zuidzijde van de Handelskade twee

warmtebronnen aangelegd, die door NUON geëxploiteerd

worden. De mantelbuis (bovenkoker van de bron) is van PVC

en heeft lijmverbindingen. De warmtebronnen worden

gebruikt in de energievoorziening van alle gebouwen aan de

Oostelijke Handelskade.

Tenslotte dienden we rekening te houden met de

aanwezigheid van oude funderingsresten van de vroegere

bebouwing.

FUNDERING

Bodemopbouw

Amsterdam in zijn geheel en het gebied rond het IJ in het

bijzonder, is voor zijn wordingsgeschiedenis sterk bepaald

door de ijstijden uit het Pleistoceen. Met name in het Saalien

breidde het Scandinavische landijs zich sterk uit. Uitvloeiing

van ijstongen veroorzaakte de uitschuring van diepe

zogeheten glaciale bekkens. De onderzochte bouwlocatie

ligt bijna in het hart van de diepe geul bij Amsterdam. Na het

smelten van het landijs werden in de bekkens veelal

smeltwaterafzettingen in de vorm van zeer dikke lagen klei

gesedimenteerd. Deze lagen behoren tot de geologische

formatie van Drente.

In de hierna volgende tussenijstijd, het Eemien geheten,

steeg de zeespiegel sterk. Onder invloed van de zee werden

dikke kleilagen gevormd, in geheel Amsterdam voorkomend

en algemeen bekend als de groene Eemklei.

De laatste ijstijd bereikte het landijs Nederland niet, maar

veroorzaakte wel een sterke daling van de zeespiegel (meer

dan 100 m). Samen met de door de wind afgezette dekzanden

leverde dit een sterke voorbelasting van het gehele

bekkenkleipakket. Deze zandafzettingen (formatie van

Twente) worden tot de 2e zandlaag gerekend.

In het jongste geologische tijdperk tenslotte, het holoceen

geheten, zijn de over het algemeen zeer slappe en slecht

draagkrachtige toplagen van klei en veen gevormd. De

jongste klei- en veenafzettingen zijn grotendeels in de

middeleeuwen weggespoeld door de binnenzee en meer

recentelijk het IJ.

98

Pas in de vorige eeuw zijn er grote gebieden rond het IJ met

meters dikke zandlagen opgehoogd, waaronder ook de

Oostelijke Handelskade. Door deze zandaanvullingen is een

groot deel van de voorbelasting van het Eemkleipakket

opgesoupeerd, dat wil zeggen dat verhoogde belastingen

van deze laag kunnen leiden tot nieuwe zettingen.

Op basis van het uitgevoerde grondonderzoek kan de

bodemopbouw als volgt zeer schematisch worden

weergegeven.

Diepte (m t.o.v. NAP) Omschrijving

tot NAP - 0,5 m zand, veelal ophoogmateriaal.

tot NAP - 3 m klei/veen; een zeer slap pakket

tot NAP - 8 m zand

tot NAP - 12 m klei

tot NAP - 17 m de "eerste" zandlaag, een redelijk

draagkrachtig zandpakket met

conusweerstanden die plaatselijk

kunnen oplopen circa 30 Mpa.

tot NAP - 17,5 à -18 klei, deze slappe laag vormt de

scheiding tussen de eerste en de

tweede zandlaag; plaatselijk is de

dikte van deze laag slechts enkele

decimeters.

tot NAP - 29,5 m de "tweede zandlaag"; het

draagkrachtige zandpakket waarop

tegenwoordig veelal wordt

gefundeerd; vooral in het bovenste

gedeelte van deze laag kan de

conusweerstand zeer hoge waarden

bereiken van 30 tot 40 MPa; in de

tweede zandlaag komen enige

slibrijke tussenlagen voor.

tot NAP - 33 m zandhoudende klei; of afwisselend

zand- en kleilaagjes

tot NAP - 45 m vaste klei

tot NAP - 60,5 m vaste klei, plaatselijk zand- en

veenhoudend

tot NAP - 69,5 m klei, zandhoudend

tot NAP - 74 m zeer vaste klei

vanaf NAP - 74 m de zeer vaste "derde zandlaag"; de

conusweerstand loopt reeds aan de

bovenzijde van dit pakket op tot circa

40 MPa.

Zie figuur 24 & 25.

Opvallend in het grondprofiel is dus "slappe" laag die wordt

aangetroffen tussen circa NAP - 30 m en circa NAP - 74 m;

de zogenaamde "Oer-IJ-geul”, een van oorsprong glaciaal

bekken dat in latere tijden is opgevuld met klei.

Ontwerp van de fundering

Gezien de grondslag, met veel samendrukbare lagen, en de

relatief hoge belastingen ter plaatse van kolommen, komt

alleen een fundering op palen in aanmerking. Gekozen is

voor een geheid systeem, zogenaamde Vibro-palen. Daarbij

wordt een stalen buis met afdekplaat in de grond geheid.

Deze wordt gevuld met wapening en beton, waarna de buis

al heiend weer getrokken wordt. Dit is een grondverdringend

systeem. Op voorhand is er beoordeeld dat de kademuren

niet al te veel last zouden krijgen van de fundering. Wel moest

99Constructie

2 42 42 42 42 4 s o n d e r i n g s -s o n d e r i n g s -s o n d e r i n g s -s o n d e r i n g s -s o n d e r i n g s -d i a g r a md i a g r a md i a g r a md i a g r a md i a g r a mABT

100

2 52 52 52 52 5 s o n d e r i n g s -s o n d e r i n g s -s o n d e r i n g s -s o n d e r i n g s -s o n d e r i n g s -d i a g r a md i a g r a md i a g r a md i a g r a md i a g r a mABT

101Constructie

men voorboren door de ontlastvloeren heen. Aan de IJ-zijde

is overigens de kade voor de aanleg van de fundering volledig

vervangen.

Nabij de warmtebronnen was een geheid en grondverdringend

systeem niet toegestaan door de NUON. Zij eisten namelijk

dat er geen grondverplaatsingen zouden plaatsvinden. Dit

was echter niet te garanderen, dus vandaar dat hier gekozen

is voor mortelschroefpalen.

De stabiliteit wordt voor de verschillende bouwdelen apart

geregeld, alhoewel door de Plint uiteindelijk de gebouwen

aan elkaar gekoppeld zijn. De Concertzaal is een grote

betonnen doos, die stabiel is door de wanden en het dak. De

Publieke hal is gekoppeld aan de Concertzaal. Ook de Plint

zit aan de Concertzaal maar heeft daarnaast nog extra

wanden. Zie figuur 26.

In het kantoorgebouw zijn enkele betonnen wanden

opgenomen. Vanaf de tweede verdieping en lager, daar waar

het kantoor overgaat in de Plint, wordt de stabiliteit verzorgd

door de wanden in de Plint. In het dak zit bij de aansluiting

met het kantoor een dilatatie. Vanaf de Plint staat het kantoor

dus op zich zelf.

Ook het BIMhuis staat in principe op zich zelf. Het betonnen

frame met de grote V-kolom erin opgenomen verzorgt de

dwarsstabiliteit. In langsrichting zit het BIMhuis gekoppeld

aan de Plint. De constructie van het BIMhuis zelf is vormvast

door het balkenrooster van vakwerken en de vloerschijven.

De tertiaire vakwerken hebben bijna geen dragende werking,

maar zijn ervoor om de ‘doos’ vormvast te houden.

Ook naar de stabiliteit van de binnendoos is gekeken. Deze

staat weliswaar binnen in een gebouw, maar is daar helemaal

los van. Er kunnen horizontaalkrachten op werken, door

onder- en overdruk, scheefstand en de theatertechniek etc.

De spanten vormen in dwarsrichting stabiele portalen. In

langsrichting is voorzien in een stabiliteitsverband.

STABILITEIT2 62 62 62 62 6 s t a b i l i t e i t s -s t a b i l i t e i t s -s t a b i l i t e i t s -s t a b i l i t e i t s -s t a b i l i t e i t s -p r i n c i p ep r i n c i p ep r i n c i p ep r i n c i p ep r i n c i p eABT

102

Eisen

De nieuwbouw van het MuziekGebouw valt onder hoofdstuk

VI van het Bouwbesluit (1991), "Algemene technische

voorschriften omtrent het bouwen van niet tot bewoning

bestemde gebouwen". De brandwerendheid met betrekking

tot bezwijken van de hoofddraagconstructie wordt geregeld

in artikel 174, 7e, 8e (hier niet van toepassing) en 9e lid,

waarbij behorend tabel V.

Voor de bepaling van de brandwerendheid is het gebouw op

te delen in vier bouwmassa’s, waarvan drie met

onafhankelijke draagconstructies en stabiliteitsvoorzieningen.

Onderscheiden worden:

de concertzaal, bestaande uit de door betonwanden

omgeven ruimten van de concertzaal en enkele andere

ruimten binnen de contouren van de betonwanden.

Hieraan verbonden zijn de boven elkaar gelegen

foyervloeren aan de westzijde. De stabiliteit wordt verzorgd

door de betonwanden rondom de concertzaal. De

hoogste verblijfsvloer is gelegen op 12,3m boven

maaiveld.

het ‘BIMhuis’, bestaande uit een doosvormige constructie

op enkele kolommen, aan de zuidzijde van het gebouw.

De stabiliteit wordt verzorgd door de V-kolom met

betonraam aan de voorzijde en enkele windbokken ter

plaatse van de lift aan de achterzijde. De hoogste

verblijfsvloer is gelegen op 14,7m boven maaiveld.

het kantorenblok aan de oostzijde, bestaande uit een

kolommen- en balkenstructuur. De stabiliteit wordt verzorg

door enkele betonwanden. De hoogste verblijfsvloer is

gelegen op 20,4m boven maaiveld.

BRANDVEILIGHEID

de twee lagen onder de zogenaamde ‘Plint’, op begane

grondniveau en 1 laag daarboven. De hoogste

verblijfsvloer is gelegen op 9.9m boven maaiveld. Deze

laatste wordt, gezien de verbondenheid met de overige

bouwdelen, niet als separate constructie gezien, maar

als volgt toegerekend aan die andere bouwdelen:

- as 1-3 wordt beschouwd als onderdeel van het

kantorenblok

- as 3-4 wordt beschouwd als onderdeel van de IJsbreker.

De eisen betrekking hebbend op genoemde onderdelen

gelden dus ook voor het gedeelte Plint dat aan betreffend

bouwdeel is toegekend.

Omdat de hoofddraagconstructies van de genoemde

onderdelen onafhankelijk zijn, kunnen de eisen die worden

gesteld aan de brandwerendheid van de

hoofddraagconstructie ook onafhankeli jk worden

gedefinieerd.

Uit lid 7, tabel V, volgen de volgende brandwerendheidseisen:

Concertzaal 90 minuten

BIMhuis 120 minuten

kantoren 120 minuten

Uit het bepaalde in l id 9 volgt, mits aangetoond

overeenkomstig NEN 6090, dat deze waarde van 120 minuten

met 30 minuten verlaagd mag worden, indien de permanente

vuurbelasting niet groter is dan 500 MJ/m2. Dit is in een

separate berekening aangetoond.

Resumerend geldt voor de nieuwbouw van het

103Constructie

Muziekcentrum te Amsterdam een eis voor de

brandwerendheid met betrekking tot bezwijken van 120

minuten respectievelijk 90 minuten, waarbij dit verlaagd kan

worden tot 90 respectievelijk 60 minuten.

Constructieve en bouwkundige maatregelen per

bouwdeel

Hieronder volgt een opsomming van de constructieve en

bouwkundige maatregelen zoals die voor dit project getroffen

worden ten aanzien van de hoofddraagconstructies.

Concertzaal

Hoofddraagconstructie: betonwanden, vloeren binnen de

contouren van de betonwanden (vloerschijven t.b.v.

stabiliteit). Het betreft de zogenaamde ‘buitendoos’ van de

concertzaal.

De brandwerendheid zal worden bereikt door

wapeningsdetaillering als omschreven in NEN6720. Aan het

dak inclusief de spanten zijn geen eisen gesteld (geen

hoofddraagconstructie). Wel is er speciaal voorzien in een

brandmelder in deze bufferzone, omdat bij brand in de buffer

dit niet opgemerkt wordt in de zaal.

Binnendoos

In eerste instantie niet tot de hoofddraagconstructie gerekend,

maar tijdens het ontwerp zijn er twee balkons aan toegevoegd.

Daarnaast bevindt de fysieke scheiding door middel van een

gipsplaten wand zich aan de binnenzijde, terwijl de spanten

in de bufferruimte staan. Bij een brand in de buffer heeft men

dat in de zaal niet in de gaten. Daarom zijn de spanten toch

als hoofddraagconstructie aangemerkt. Deze zijn met

brandwerende verf 60 minuten brandwerend gemaakt.

Dakconstructie boven Publieke ruimte

Dit is geen hoofddraagconstructie dus er zijn geen eisen aan

gesteld.

De kolommen die het dak dragen zijn wel aangemerkt als

hoofddraagconstructie en zijn met brandwerende verf

behandeld.

BIMhuis

De hoofddraagconstructie wordt gevormd door de

staalspanten in dwarsrichting en de gevelspanten, vloeren

en dakvloer en de kolommen aan de noordzijde. De eis is

120 minuten, met aftrek van 30 minuten blijft daar nog 90

minuten voor over. Deze brandwerendheid zal worden bereikt

door het bekleden van de staalconstructie; delen die in het

zicht blijven worden brandwerend geverfd. Op niveau 3 is

tevens een sprinkler aanwezig.

Kantorenblok inclusief Plint en parkeerkelder

Hoofddraagconstructie: kolommen, balken,

kanaalplaatvloeren en betonwanden.

De eis is 120 minuten, na aftrek van 30 minuten nog 90

minuten.

Te bereiken door de regels van NEN6720. De

staalconstructies op niveau 2 t.b.v. de stabiliteit worden

brandwerend geverfd.

104

Tijdens de werkzaamheden voor de fundering en de kelder is

veel hinder ondervonden van de oude kadeconstructies, oude

bolders met ankerkettingen en oude gebouw- en

kraanfundaties. Door jarenlang scheepvaartverkeer en het

op diepte houden van de haven, is er continu grond

weggespoeld onder de ontlastvloer van de kades tot ver daar

achter. Aldus zijn er onder het maaiveld ‘waterbellen’

gevormd, die door de doorbreking van de ontlastvloer en

ontspanning van de drukboog van grond erboven onmiddellijk

bezweken. Deze ondergrondse ruimtes kunnen dat wel

tientallen meters in diameter worden en nog tot op grote

afstand van de kades voorkomen. Zie figuur 28.

Met name voor de fundering van het BIMhuis gaf dat voor de

uitvoering van de mortelschroefpalen problemen. Bij het

indraaien van het schroefblad stortte ondergronds de

aanwezige geulen in, met enorme kraters in het maaiveld tot

gevolg. Uiteindelijk moest tot onder de ontlastvloeren

ontgraven en weer aangevuld worden, om dan vervolgens

de palen te kunnen installeren. Alsnog zijn toen enkele palen

door het weglopen van beton mislukt, waarna nog enkele

stalen buispalen zijn toegevoegd.

Zowel tijdens het ontwerpproces als tijdens de uitvoering

diende iedere betrokkene steeds alert te zijn op de eisen die

aan de zaal zijn gesteld. Oplossingen die constructief en

bouwkundig voor de hand liggen, zijn vaak veranderd op

aanwijzing van de akoestisch adviseur. Tijdens de bouw moet

erop gelet worden dat er geen overbruggingen ontstaan tussen

binnen- en buitendoos. Bijvoorbeeld de vloeren in de buffer

van de concertzaal. Logisch zou zijn om deze op de

binnendoosspanten te maken. Daarmee kan er echter

contactgeluid doordringen vanuit de buffer naar de zaal. Dit

is de reden dat ze aan de betonwand, de buitendoos, zijn

bevestigd. Ook voor de wandafwerking moet steeds

beoordeeld worden of er geen ‘kortsluitingen’ ontstaan tussen

binnendoos en buitendoos, bij de bevestiging van de steunen

ervan. Zie figuur 27 & 29.

DE UITVOERING

105Constructie

2 72 72 72 72 7 principe buffer-pr incipe buffer-pr incipe buffer-pr incipe buffer-pr incipe buffer-v l o e rv l o e rv l o e rv l o e rv l o e rABT

2 82 82 82 82 8 doorsnede kadedoorsnede kadedoorsnede kadedoorsnede kadedoorsnede kadeABT

106

2 92 92 92 92 9 c o m p l e x ec o m p l e x ec o m p l e x ec o m p l e x ec o m p l e x epuzzel van binnen-puzzel van binnen-puzzel van binnen-puzzel van binnen-puzzel van binnen-doos, bui tendoos-doos, bui tendoos-doos, bui tendoos-doos, bui tendoos-doos, bui tendoos-construct ie enconstruct ie enconstruct ie enconstruct ie enconstruct ie eni n s t a l l a t i e si n s t a l l a t i e si n s t a l l a t i e si n s t a l l a t i e si n s t a l l a t i e sABT

109Theatertechniek

THEATERTECHNIEK

HWP Theateradvies bv

Amsterdam

G. Borgdorff

110

Je kunt in de rol van de theateradviseur twee hoofdtaken

onderscheiden.

Theaterontwerp

De eerste taak van de theateradviseur is om te zorgen dat

het gehele gebouw effectief en functioneel wordt als

voorstellingsruimte. Daarvoor is ervaring nodig en de

theateradviseur is vaak de enige in een ontwerpteam met die

ervaring. Een architect krijgt zelden de kans een theater of

concertzaal te bouwen, laat staan meer dan een. Hoewel

ook de overige adviseurs soms ruime ervaring hebben met

het ontwerpen en bouwen van culturele accommodaties, is

de theateradviseur meestal die enige die zich hier uitsluitend

en alleen mee bezighoudt en daardoor hele specifieke kennis

heeft, nodig voor een goed ontwerp. Tijdens het ontwerp zal

de theateradviseur dus een belangrijke rol spelen om de

architect en collega-adviseurs te ondersteunen. Oplossingen

die geschikt zijn voor een “standaard” gebouw werken vaak

niet in een theater. Theaters en concertzalen zijn nou eenmaal

geen standaard gebouwen. Een concertzaal is complex,

vooral vanwege de enorme verscheidenheid aan gebruikers.

In het MuziekGebouw/ BIMHUIS Amsterdam onderscheiden

we onder meer:

publiek ;

musici;

technici;

horecapersoneel;

kantoorpersoneel;

sponsors;

caissières;

huisgezelschappen;

etc.

Een van de problemen bij het ontwerp van een theater of

concertzaal is dat al deze gebruikers hun weg moeten vinden

in het gebouw. Met al hun wensen moet rekening worden

gehouden. Dat is op zich al een lastige logistieke klus. De

verkeersstromen van publiek, techniek, horeca en musici

moeten elkaar liefst niet kruisen, maar in ieder geval niet

hinderen. Zo is het laad- en losperron voor de techniek niet

beschikbaar voor de horeca. De artiesteningang is niet

toegankelijk voor gewoon publiek en technici moeten

ongehinderd door andere gebruikers in technische ruimten

kunnen komen, zonder dat het publiek daar last van heeft en

zonder dat het publiek eveneens toegang krijgt tot die ruimtes.

Kleedkamers moeten goed bereikbaar zijn en niet te ver

verwijderd van het podium en het publiek moet niet

gedwongen worden het hele gebouw door te doorkruisen

om een toilet te vinden.

We informeren de architect over de wenselijkheid van daglicht

in de zaal (en de noodzaak van verduistering tijdens veel

voorstellingen). We onderzoeken of de gangen breed genoeg

zijn voor een Bösendorfer en de stoelenberging groot genoeg

voor alle zaalstoelen. Maar we bemoeien ons ook met het

aantal damestoiletten, zodat de pauzes niet eindeloos gerekt

worden.

Ook de overige adviseurs krijgen informatie.

De E-adviseur moet weten welke theatertechnische

installaties in het gebouw komen en wat het vermogen is en

de gelijktijdigheid. Aan de voeding van geluidinstallaties

worden bijvoorbeeld hoge eisen gesteld. De dimmers voor

de toneelverlichting kunnen gemakkelijk storing veroorzaken

DE ROL VAN DE THEATERADVISEUR

111Theatertechniek

op de geluidinstallatie. In een gewoon theater is dat al erg, in

een concertzaal is het helemaal verschrikkelijk.

De W-adviseur wordt geïnformeerd over de warmtelast van

de theatertechnische installaties, maar ook over het aantal

douches voor de artiesten.

Ontwerp van de theatertechnische installaties.

De tweede taak van de theateradviseur is het ontwerp van

alle theatertechnische installaties. Deze worden

onderverdeeld in:

1. toneeltechniek (alle hijs- en hefwerktuigen, lichtbruggen

en bewegende vloeren);

2. toneelverlichting (schijnwerpers, lichtregelapparatuur,

dimmers en netwerken);

3. geluidinstallaties (zaalversterking, oproep- en

meeluisterinstallatie, ringintercom, installatie voor

slechthorenden);

4. toneelstoffering (voordoek, afstopping, horizon,

balletvloer);

5. losse inrichting (gereedschap, transporthulpjes, trappen

en ladders, hoogwerkers e.d.).

Toneeltechniek is over het algemeen nauwelijks aanwezig in

concertzalen. In het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam

zijn boven het plafond wel wat hijsvoorzieningen die

bijvoorbeeld gebruikt worden bij televisieopnames om

schijnwerpers te kunnen ophangen, maar die voorzieningen

zijn beperkt. De meeste concertzalen zijn bovendien vooral

geschikt voor één soort muziek.

Voor de grote concertzaal was de opdracht dat de zaal

geschikt moest zijn voor vrijwel alle soorten muziek inclusief

popconcerten en opera-uitvoeringen met (beperkt) decor.

Dat houdt om te beginnen in dat de akoestiek van de zaal

beïnvloed moet kunnen worden en dat het podium variabel

moet zijn. Verder moeten er voldoende hijsvoorzieningen zijn

om decors, licht en geluid op te hangen.

Beweegbare plafonds Concertzaal

Het beïnvloeden van de akoestiek is op zich niet ingewikkeld.

Kort gezegd zijn er twee mogelijkheden:

de akoestiek wordt met behulp van elektronica gevarieerd;

de akoestiek wordt gevarieerd door het zaalvolume te

vergroten of te verkleinen.

Aangezien in het programma van eisen de elektronische

optie was uitgesloten bleef alleen de tweede optie over: het

variëren van het zaalvolume, in dit geval door het plafond in

hoogte te variëren. Door bureau Peutz is bepaald hoe groot

het zaalvolume moest zijn voor de diverse soorten muziek en

hoe groot dus het verschil tussen het grootste en het kleinste

volume. De architect bepaalde dat het voor publiek zichtbare

plafond niet mocht wijzigen. Er moest dus een (akoestisch

open) vast plafond worden gemaakt en een onzichtbaar

plafond daarboven dat op en neer kon worden gehesen.

Direct boven het vaste plafond moest ruimte gevonden

worden voor schijnwerpers en luidsprekers. De architect wilde

het liefst een cassetteplafond. Dat gaf de mogelijkheid een

stelsel te maken van smalle lichtbruggen. Oorspronkelijk was

het de bedoeling tussen de bruggen een tension grid te

maken (een beloopbaar net van staalkabels). Uit

kostenoverweging is besloten die netten achterwege te laten.

Met iedere 4,2 meter een brug in twee richtingen is de zaal

voldoende flexibel.

112

Boven de lichtbruggen hangt een beweegbaar plafond in

drie delen. Op de beweegbare delen staan grote lange bakken

met daarin akoestische gordijnen. De plafonddelen kunnen

op en neer, maar ook de gordijnen kunnen op en neer om

zodoende niet alleen het zaalvolume, maar ook de mate van

demping te beïnvloeden. De lieren waarmee het plafond en

de gordijnen worden gehesen staan buiten de zaal. De

staalkabels van de decortrekkenlopen via akoestisch

gedempte buizen van de zaal naar de machinekamer.

Beweegbare vloeren Concertzaal

Bij een popconcert zal het publiek meestal staan. Om nog

iets te kunnen zien van de band, moet het podium 1,25m

hoger zijn dan de zaal. Bij een concert met het publiek op

stoelen is dat geen prettige hoogte. Van de eerste rijen ziet

dan niemand nog iets van de musici. Het podium moet dan

lager. Voor sommige concerten is het aardig in het midden

van de zaal een podium te maken en het publiek er om heen

te zetten.

De mooiste, maar ook kostbaarste methode om dit allemaal

te bereiken is het opdelen van de gehele zaal (inclusief

podium) in kleine segmenten die onafhankelijk van elkaar op

en neer kunnen bewegen. In dit geval is gekozen voor een

iets minder dure variant: het opdelen van de zaal in acht

segmenten. Het podium staat op een vast op dezelfde hoogte

als het laad- en losperron. Alles wat uit de vrachtwagen komt

kan op wielen en zonder hulp van liften binnengebracht

worden. Het laatste deel is even hoog als het eerste. De

gehele zaalvloer kan geheel vlak gemaakt worden, maar ook

trapsgewijs aflopen. Het variëren van de zaalvloer gaat niet

ongestraft. Met name de toegankelijkheid van de zaal is in

het geding. Een vluchtweg moet voldoen aan de eisen,

ongeacht of de zaalvloer in de hoogste of in de laagste stand

staat. Dat vereiste enige inventiviteit.

Het bleek dat het niet mogelijk was de zaalvloer te variëren

zonder hetzelfde te doen met de toegangsluizen. Als de sluis

op gelijke hoogte blijft stort het publiek bij een hoge vloer

naar beneden als ze de zaal verlaten. Een trap in de sluis

direct achter de deur is om dezelfde reden verboden. We

besloten een deel van de sluis mee te variëren. Halverwege

de sluis eindigt de vloer. Daar waar de vloer eindigt worden

traptreden omhoog getrokken als de vloer naar boven gaat.

Als de vloer in de laagste stand staat is de vluchtweg helemaal

op hetzelfde niveau als de zaalvloer. Als de zaalvloer omhoog

gaat ontstaat automatisch een trap tussen zaalniveau en

omgeving.

Ook de naden die tussen de vloer zitten zijn een punt van

aandacht. Als de naad te smal is, kunnen de vloerdelen klem

komen te zitten als de houten deklaag uitzet. Een te brede

naad is oncomfortabel en mogelijk gevaarlijk.

De naden tussen de segmenten konden smal gehouden

worden door een andere vloeropbouw te kiezen dan

gebruikelijk.

In het theater wordt veel Keroewing toegepast. Deze

houtsoort heeft de naam zich goed te herstellen nadat er

decors op gespijkerd zijn. Nadeel van Keroewing is dat het

hout enorm werkt. Een naad van 2 cm was minimaal nodig

om te voorkomen dat de vloersegmenten zouden vastlopen.

Overleg met Bruynzeel leverde een alternatief op. Keroewing

werkt vooral zo sterk, omdat het wordt gelegd in stroken met

een dikte van 22mm. Een dunnere laag zou veel stabieler

zijn, zeker als die dunne laag gelijmd wordt. De oorspronkelijke

11111 v l a k k ev l a k k ev l a k k ev l a k k ev l a k k ep o d i u m v l o e rp o d i u m v l o e rp o d i u m v l o e rp o d i u m v l o e rp o d i u m v l o e rHWP theateradvies

113Theatertechniek

opbouw van houten regels, 18mm multiplex en 22mm

Keroewing werd vervangen door houten regels met 2 lagen

multiplex. De multiplexplaten worden versprongen en liefst

ook schuin op elkaar gelijmd. Als dat in een vroeg stadium

van de bouw gebeurd zal de vloer tegen het eind van de

bouwperiode niet erg glad meer zijn. In dat geval is grof

schuren en beplakken met een zeer dunne multiplex

voldoende zijn om een gladde en droge ondergrond te krijgen

voor het Keroewing. Als de multiplex platen pas later worden

aangebracht kan deze dunne laag achterwege blijven. De

Keroewing die nu wordt aangebracht is slechts 9mm dik.

Doordat de ondergrond niet werkt en de keroewing dun blijft

en verlijmd is, zal deze vloer nog zo weinig werken dat een

naad van 0,5 – 1 cm voldoende is.

Het podium kan aan de zijkant en de achterkant worden

omsloten met een orkestkamer. deze bestaat uit draaibare

en verrijdbare panelen.

Indien gewenst kan het podium kleiner gemaakt worden

door een grote hefwand neer te laten,

Hijsmiddelen Concertzaal

Een toneeltoren is niet voorzien en ligt ook niet voor de hand.

Decorchangementen waarbij complete decors ineens kunnen

verdwijnen door ze snel op te trekken zijn daarom niet mogelijk,

maar ook niet nodig. Toch moeten er wel voldoende

hijsmiddelen zijn om schijnwerpers, luidsprekers en

decorstukken op te hijsen. In het MGA zijn boven het podium

voorzien. Verder is wordt een grid gemonteerd, waaraan

schijnwerpers gehangen kunnen worden.

Boven de zaal zijn kraanbanen voorzien boven de vakken

tussen de lichtbruggen.

Toneelverlichting Concertzaal

Vanwege de strenge akoestische eisen mogen schijnwerpers

en dimmers geen geluid maken. Voor de dimmers zelf maakt

het niet gek veel uit, die staan in een aparte ruimte, maar de

dimmers moeten in ieder geval zo werken dat de gedimde

lampen niet gaan zoemen. Ook zijn de schijnwerpers

uitgevoerd zonder venti latoren. De venti latoren in

kleurwisselaars zijn stil en kunnen worden uitgeschakeld.

Geluidinstallaties Concertzaal

Gezien het belang van goed geluid is een belangrijk deel

van het budget uitgegeven aan een goede geluidinstallatie.

Goed betekent niet alleen apparatuur van een goed merk,

maar vooral een goed ontwerp. De installatie moet flexibel

zijn. Het flexibele gebruik van de zaal vereist dat. Het streven

is om met dezelfde luidsprekers zowel stereo als quadro als

octatonie te bereiken. De architectuur van de installatie moet

open zijn. Een bezoekend gezelschap moet zelf kunnen

bepalen welk deel van de installatie ze wel en welk deel ze

niet wil gebruiken. Dan moeten ze niet eerst hoeven

bestuderen hoe de installatie opgebouwd is, maar moet direct

duidelijk zijn waar ze hun eigen installatie kunnen aansluiten.

Dat vereist een heldere overzichtelijke infrastructuur met de

juiste kabelwegen en aansluitkasten.

BIMhuis

Het BIMhuis had veel minder vergaande eisen aan de

theatertechnische installaties. Waar voor de IJsbreker

nieuwbouw noodzakelijk was, omdat de huidige locatie te

klein was geworden, het BIMhuis was het liefst in de eigen

accommodatie gebleven. Bij het BIMhuis was het de

22222 m i d d e n p o d i u mm i d d e n p o d i u mm i d d e n p o d i u mm i d d e n p o d i u mm i d d e n p o d i u mHWP theateradvies

114

33333 m o g e l i j k em o g e l i j k em o g e l i j k em o g e l i j k em o g e l i j k epodium standenpodium standenpodium standenpodium standenpodium standenHWP theateradvies

115Theatertechniek

116

geluidoverlast voor de buren die nieuwbouw noodzakelijke

maakte. De nieuwe zaal lijkt dan ook sterk op de huidige zaal

aan de Oude Schans.

Toneeltechniek

De behoefte aan hijsinstallaties is vrij beperkt. Boven zaal en

podium zijn enkele trekken aangebracht, waarmee

schijnwerpers en speakers kunnen worden opgehangen. Van

decors is vrijwel nooit sprake. In samenwerking met de

interieurarchitect is een vast grid ontworpen in het café,

boven de zaal en boven het podium.

Toneelverlichting

De belangrijkste eis aan de toneelverlichting is eenvoud van

bediening. Veel concerten worden technisch begeleid door

slechts een persoon. Die is vooral geconcentreerd op het

geluid. Het licht is niet onbelangrijk, maar heeft geen prioriteit.

De zaal is vrij laag, zodat hier geen lichtbruggen mogelijk zijn.

Boven het podium kunnen de schijnwerpers gesteld worden

met behulp van een eenpersoons hoogwerker. De spots die

boven het publiek hangen kunnen met behulp van een haak

op een lange stok gesteld worden, net als in een TV-studio.

Geluidinstallaties

Net als voor de Concertzaal geldt ook voor het BIMhuis dat

de geluidinstallatie zeer belangrijk is, en dat veel tijd en geld

zijn gemoeid met dit onderdeel.

Kabelverbindingen tussen de zalen, de opnamestudio en de

opstelruimte voor radiowagens maken geluidopnames en

uitzendingen mogelijk. Indien gewenst kan het podium met

losse vloerdelen worden uitgebreid tot en met de eerste rij.

Conclusie

Met bovenstaande middelen is optimaal voldaan aan de eis

om een flexibele grote concertzaal te ontwerpen en een

intieme jazzzaal.

119Installatie adviseur

INSTALLATIE ADVISEUR

Royal Haskoning Nederland bv

Installatietechniek

Delft

ing. H. Besselink

120

De installaties van het MUZIEKGEBOUW/BIMHUIS zijn

ontworpen door de Businessgroep Gebouwinstallaties van de

Divisie Installatietechniek van Royal Haskoning. Het ontwerpen

van de installaties is in samenwerking gegaan in een

multidisciplinair ontwerpteam. Dit ontwerpteam bestaat uit de

architect, constructeur, bouwfysicus, akoestisch adviseur,

adviseur theatertechniek en installatieadviseur. Het gehele

team staat onder leiding van de projectmanager. Het

ontwerpen van een gebouw geschiedt volgens een

projectmatige aanpak en gaat van grof naar fijn. Allereerst

formuleert de opdrachtgever een programma van eisen - het

PvE - waarmee het ontwerpteam aan de slag gaat en een

vertaling van het programma gaat geven in de eerste fase

van het project, de voorontwerpfase. Op basis van het

technische gedeelte van het PvE worden er voorstellen van

installatieconcepten gedaan die worden ingebracht in het

ontwerpteam. Een belangrijk facet van deze voorstellen is dat

zij moeten voldoen aan de exploitatiedoelstellingen van de

opdrachtgever zoals een laag energieverbruik en lage

onderhoudskosten, een behaaglijk binnenklimaat en een voor

dit project wel zeer belangrijke doelstelling het zeer lage

geluidsniveau van de installaties in de grote concertzaal en

repetitieruimten. Het geheel dient dan nog te passen binnen

het beschikbare budget. Door van grof naar fijn te werken

worden deze doelstelling stap voor stap bereikt. Nadat in het

voorontwerp het ontwerp in grote lijnen zijn gestalte heeft

gekregen, in de vorm van schetsen, schema's en een globale

beschrijving, de kostenramingen en de bijbehorende

exploitatiekosten aan het programma voldoen, kan er gestart

worden met de volgende fase van het project: het definitieve

ontwerp. In het definitieve ontwerp worden de definitieve

INLEIDING

dimensies van de installatie bepaald en wordt het ontwerp

verder vormgegeven in het bouwkundige ontwerp. Alle

opmerkingen die in de voorontwerpfase op het ontwerp zijn

gemaakt worden in het definitieve ontwerp verwerkt. Details

worden uitgezocht. In deze fase wordt ook de definitieve

energieprestatie coëfficiënt bepaald. Door de gemeente

Amsterdam is hiervoor een speciale doelstelling neergelegd

om tot, een lage waarde van 2,4 versus de eis van die tijd van

3,4, voor bijeenkomstgebouwen te komen. Als het ontwerp

aan de check van het budget en de programmadoelstellingen

voldoet wordt er overgegaan tot de laatste fase van het

ontwerp: de besteksfase. In de besteksfase worden alle

specificaties nauwkeurig vast gelegd in een contractdocument

op basis waarvan de installaties kunnen worden aanbesteed.

Het werk wordt gegund aan de laagste inschrijver. In dit geval

moesten er na de aanbestedingen een aantal significante

bezuinigingen worden verwerkt daar de aanbesteding hoger

uitviel dan de geprognosticeerde installatie- en bouwsom. Het

project kon, door de toenmalige marktsituatie pas na een

intensieve periode van bijstellingen, in uitvoering worden

gebracht.

De businessgroep installatietechniek van Royal Haskoning

heeft ca. 100 adviseurs in dienst verdeeld over een drietal

vestigingen in Rotterdam, Nijmegen en Veendam. Alle

voorkomende gebouwinstallaties worden geadviseerd in een

veelheid van gebouwfuncties zoals kantoren, scholen, musea,

luchthavens, bibliotheken, gezondheidszorg en theaters zoals

het MUZIEKGEBOUW/BIMHUIS.

121Installatie adviseur

Het technische programma van de installaties voorziet in de

volgende deelontwerpen:

De klimaatregelinstallatie (verwarming, ventilatie en

koeling);

Sanitaire installaties, waaronder de binnenriolering,

sanitaire toestellen, warm en koud;

tapwater en de hemelwaterafvoer;

De brandbeveiligingsinstallaties (sprinkler- brandmeld en

brandblusvoorzieningen);

De elektrotechnische installaties, niet zi jnde

toneeltechnische installaties;

De transportinstallaties.

Het gebouw heeft een totaal vloeroppervlak van ca 13.100

m2 BVO en bestaat in hoofdzaak uit:

een publieke "niet geklimatiseerde" hal;

de concertzaal MUZIEKGEBOUW en foyer hall;

ruimten MUZIEKGEBOUW onder de plint;

foyers met halfklimaat;

kantoren MUZIEKGEBOUW en overige gebruikers;

BIMHUIS met nevenruimten, kantoren e.d.;

grand-café met neven ruimten.

De verdeling en regeling van de installatievoorzieningen is ook

"geclusterd" volgens de bovenstaande hoofdindeling.

INSTALLATIE OMVANG

Om tot een energiezuinig ontwerp te komen is het ontwerp

gebaseerd op de centrale energievoorzieningen van NUON

met warmte en koude via bodemopslag en warmtepomp

installaties met lage temperatuur verwarming en hoge

temperatuur koeling.

Het installatiepakket is gebaseerd op:

warmte via warmtepompinstallatie;

koude via bodemopslaginstallatie;

toepassen van lage temperatuur verwarming

(hoofdzakelijk straling);

toepassen van hoge temperatuur koeling (hoofdzakelijk

straling);

gebalanceerde ventilatie (gebouw op lichte overdruk);

warmteterugwinning uit retourlucht, twin-coil;

toerengeregelde pompen;

gebruik van hoogrendement (toerengeregelde)

ventilatoren;

alleen bevochtiging concertzalen, repetitieruimten e.d.;

algemene verlichting kantooromgeving 400 lux HF -

daglichtgeregeld.

Met betrekking tot de bedrijfsvoering van de installaties is de

opzet:

opstart/opwarmprocedures van de installatieclusters (niet

gelijktijdig);

in winterperiode geen nachtverlaging toepassen;

(nacht)koeling via bodemopslag in plaats van

nachtventilatie;

individuele regeling (vertrek) van verwarming en koeling;

decentrale installatieopzet voor diverse gebruikers binnen

het complex.

ENERGIEVOORZIENINGEN

122

Energie Prestatie toets

Het installatieconcept met de omschreven componenten en

het installatieontwerp zijn ingevoerd in een Epc-

toetsingsberekening e.e.a. gebaseerd op het bouwkundige

ontwerp van mei 1999.

Uitgangspunt is geweest, de aangescherpte Epc-eisen 2000

met de volgende toetsingswaarden naar gebouwfunctie:

bijeenkomstgebouw EPc - 2.4 (toenmalige eis 3.4) -

(huidige eis2,2)

kantoorgebouw EPc - 1.6 (toenmalige eis 1.9) - (huidige

eis 1,5)

Het berekende energieverbruik van het totale complex

bedraagt gemiddeld ca 95% van het toelaatbare waarmee het

ontwerp voldoet aan de eisen volgens het bouwbesluit (2000).

Analyse van de afzonderlijke klimaatzones laat zien dat met

name de concertzaal ca, ruimten onder de plint en het

BIMHUIS goed scoren, de aangescherpte EPc-eis wordt met

resp. ca 12, 38 en 17 % onderschreden.

Het kantoordeel heeft mede door de grote mate van

transparantie een enigszins mindere waardering dan de eis.

Eis fac. herleid

concertzaal EPc - 2.4 88 % EPc - 2.10

onder plint EPc - 2.4 62 % EPc - 1.48

BIMHUIS EPc - 2.4 83 % EPc - 1.99

kantoren EPc - 1.6 122 % EPc - 1.96

Bij deze resultaten dient opgemerkt te worden dat een aantal

facetten van de ingevoerde uitgangspunten in de navolgende

ontwerpfasen zijn geoptimaliseerd met als doel het verder

minimaliseren van de energiebehoefte van het complex.

Zo zijn bij de toets o.a. de volgende bouwkundige en

installatietechnische uitgangspunten gehanteerd:

Rc-waarde van daken, vloeren en gevels volgens het

huidige bouwbesluit (Rc - 2.5);

vensters in buitengevels met HR+ beglazing (U = 2 W/

m2k);

vensters in binnengevels (naar publieke hal) met enkel

glas (U = 3.5 W/m2k);

beglazing van de klimaatzones omvat ca 50% van het

geveloppervlak;

geen buitenzonwering;

publieke hal met volledig glazen dak en gevel (enkel glas);

verlichting met forfaitair energiegebruik.

Zo zijn bij de huidige uitwerking de volgende aspecten nader

uitgewerkt en zo veel mogelijk doorgevoerd:

het isolatiepakket van gevels, daken etc. verder

opwaarderen richting Rc - 4;

glaspercentage en isolatiewaarde beglazing

optimaliseren;

beglazing naar hal bezien o.a. afhankelijk van klimaat

(enkel cq. dubbelglas);

toepassen van (buiten)zonwering bij de kantoren;

publieke hal met minder glasgevel en grotendeels dicht

(geïsoleerd) dak.

Warmte- en koudecentrale

De warmte- en koudecentrale zijn voorzieningen die worden

gerealiseerd en beheerd door de NUON.

123Installatie adviseur

Warmte- en koude opslag

Deze centrale bestaat uit een combinatie van centrale

energieopslag in de bodem en het gebruik van warmtepompen

voor een aantal projecten gelegen aan de oostelijke

handelskade.

Energieopslag vindt plaats in een zogenaamde aquifer. Een

aquifer bestaat uit een ondergrondse waterlaag dit zich tussen

twee waterdichte kleilagen bevindt. Dit water staat praktisch

stil en biedt hierdoor de mogelijkheid tot het opslaan van

energie. Er worden een aantal bronboringen gemaakt naar de

aquifer die zich op voldoende afstand van elkaar bevinden.

Door nu zomerwarmte in de warme bron en winterkoude in de

op te slaan kan er op een efficiënte manier gebruik gemaakt

worden van het aanbod van warmte en koude uit de omgeving.

Warmte en koude wordt ons als het ware "gratis" aangeboden

door de natuur, allen op het verkeerde moment. Dit

faseprobleem wordt opgelost met een opslag systeem. In het

volgende schema wordt e.e.a. weergegeven.

Door nu in de winterperiode water uit de warme bron af te

koelen met een warmtepomp van ca 200o C naar 80o C kan

met de vrijgekomen warmte van de warmtepomp water met

een temperatuur van ca. 500o C worden geproduceerd voor

het verwarmen van het gebouw. Het afgekoelde water wordt

opgeslagen in de koude bron waarmede in de zomerperiode

het gebouw kan worden gekoeld en de warme bron worden

opgewarmd.

De gelimiteerde ontwerpvermogens van dit energiesysteem

door NUON vastgesteld zijn momenteel:

warmte 850 kWth;

koude 1000 kWth.

De elektrische voeding voor de warmtepompinstallatie

bedraagt ca. 269 kWel (480A), bij de momentele

verwarmingscapaciteit.

NUON geeft aan, i.v.m. de meest efficiënte bedrijfsvoering van

de warmtepompen dat het op te stellen

warmtepompvermogen zoveel als mogelijk beperkt moet

worden.

Een aantal mogelijkheden hiertoe zijn:

het toepassen van (hoogrendement) warmteterugwinning

uit de ventilatielucht;

geen nachtverlaging toepassen;

lange aanwarmtijden hanteren;

niet gelijktijdig opstarten/aanwarmen van systemen.

Hieraan kan nog worden toegevoegd het minimaliseren van

de warmtevraag door:

het gebruik van HR++ beglazing;

verbeteren isolatie van gevels, daken en vloeren;

verbeterde kierdichting van ramen en vensters.

Deze adviezen zijn in het installatieontwerp overgenomen.

Elektrische energievoorziening

De elektrische energie benodigd voor de warmtepompen,

theatertechnieken en de gebouwinstallaties wordt door NUON

geleverd via een in het gebouw op te stellen transformator.

De vermogensraming komt uit op ca 1600 kVA gelijktijdig.

11111 warmtewisselaarwarmtewisselaarwarmtewisselaarwarmtewisselaarwarmtewisselaarRoyal Haskoning

124

Klimaatregeling ruimten

De klimaatregeling regelsystemen:

ruimteverwarming door lage temperatuursystemen met in

hoofdzaak stralingspanelen aangevuld met (plaatselijk)

vloerverwarming en luchtverwarming;

ruimtekoeling door hoge temperatuurkoeling met

hoofdzakelijk stralingspanelen en ventilatielucht;

ruimte ventilatie met behulp van een gebalanceerd

mechanisch systeem.

Concertzaal MUZIEKGEBOUW

De zaal (en ook de foyer hall) wordt geconditioneerd (warmte,

koelte, vochtigheid e.d.) door de toevoer van lucht via

luchtinstroom plenums.

Het toevoeren van de lucht wordt fijnmazig over de zaal theater

verdeeld. De reden van de fijnmazige verdeling is dat het

luchtdebiet van het toevoerrooster, dat in de spleetvorming

structuur van het interieur past, wordt beperkt door het gestelde

geluidsniveau van 15 dB(A). Door deze beperking is het niet

mogelijk alleen de balkons te benutten als positie van de

luchttoevoer. Hiertoe wordt de lucht via de volgende zones

toegevoerd:

De zaal, de balkons en het podium.

Het centrale gedeelte van de grote zaal zal van lucht worden

voorzien via de twee zijbalkons, met speciale luchttoevoer düse

ornamenten type welke worden geïntegreerd met de

bouwkundige spleetvorming structuur. Inblaastemperatuur

bedraagt 16oC.

KLIMAATREGELINSTALLATIES

De randzones van de grote zaal worden voorzien van

verdringingsventilatie welke wordt opgenomen in de onderzijde

van het eerste zijbalkon.Inblaastemperatuur bedraagt 18-20°C.

Het achterbalkon en de zitplaatsen op de zijbalkons worden

voorzien van verdringingsroosters die onder de stoelen worden

aangebracht..Inblaastemperatuur bedraagt 18-20°C.

De lucht benodigd voor de zitplaatsen onder het achterbalkon

worden via verdringingsroosters vanuit het plafond toegevoerd.

Inblaastemperatuur bedraagt 18-20°C.

De toevoer van lucht naar de verdringingsroosters in de

balkons zal plaatsvinden via de bouwkundige plenums die

zich onder de zittingen bevinden. De afwerking van deze

plenums dient bouwkundig luchtdicht te worden uitgevoerd.

Het podium zal worden voorzien van luchttoevoer vanuit de

zijwanden, boven de podiumingangen. Inblaastemperatuur

bedraagt 16-20°C.

Ten gevolge van de mix van verdringingsventilatie en

inducerende toevoer zullen alle zones worden voorzien van

een eigen temperatuurregeling.

Het toevoeren van extra lucht tijdens hoge bezetting van de

zaal kan de luchttoevoer wordt dan verdubbeld, dit geschiedt

via een extra rij toevoerroosters die hoog in de zijwanden

worden opgenomen.Inblaastemperatuur bedraagt 16°C. Van

het totale hoge luchtdebiet wordt dan ca 1/3 deel via de extra

rij toevoerroosters toegevoerd en 2/3 deel via de basis

125Installatie adviseur

22222 montage toevoermontage toevoermontage toevoermontage toevoermontage toevoer-----kanalenkanalenkanalenkanalenkanalenRoyal Haskoning

33333 doorsnede concertdoorsnede concertdoorsnede concertdoorsnede concertdoorsnede concert-----zaalzaalzaalzaalzaalRoyal Haskoning

126

luchtverdeling. De basisluchtverdeling zal hierdoor ca 30%

extra lucht per rooster toevoeren. De luchtsnelheden blijven

hiermede binnen de comfortgrenzen, het geluidsdruk niveau

t.g.v. het installatiegeluid zal hierdoor stijgen tot ca. 35 dB(A).

Luchtafvoer vindt hoog in de zaal plaats waarmee o.a. warmte

van mens en verlichting wordt afgevoerd.

De geluidseis van maximaal 15 dB(A) in de zaal en 25 dB (A)

in de foyer hall is sterk bepalend voor het installatieontwerp

van deze ruimten.

Gestreefd wordt naar een min of meer drukloos systeem met

overgedimensioneerde luchtbehandelingskasten en

kanaalwerk.

Deze dimensionering heeft tevens het voordeel dat bij de volle

bezetting met ca. 1500 personen de installaties naar grotere

capaciteiten geschakeld kunnen worden (geluidseis is dan

niet van toepassing).

In de volgende figuren is nader aangegeven hoe de

luchtdistributie van de concertzaal plaatsvindt. Het ontwerp

van de luchtverdeling heeft diverse stadia doorlopen. Door

het inpassen van een tweede balkon was het noodzakelijk het

ontwerp naar een meer fijnmazige verdeling te brengen. Met

behulp van cfd-berekeningen is de luchttoevoerinstallatie

geoptimaliseerd naar het huidige ontwerp.

44444 verdieping 5verdieping 5verdieping 5verdieping 5verdieping 5Royal Haskoning

5+65+65+65+65+6 toevoerrooster mettoevoerrooster mettoevoerrooster mettoevoerrooster mettoevoerrooster metdüse tussen latten-düse tussen latten-düse tussen latten-düse tussen latten-düse tussen latten-structuur van de wandenstructuur van de wandenstructuur van de wandenstructuur van de wandenstructuur van de wandenRoyal Haskonig

127Installatie adviseur

Foyers

Het installatieontwerp voorziet in de volgende klimatisering

van de foyers. Verwarming en koeling met behulp van

stralingspanelen aan de plafonds van de foyervloeren met

warmtestraling in de koude winterperiode en koelte in de

zomer.

Een groot deel van het jaar wanneer de bufferwerking van de

hal op natuurlijke wijze zorgt voor een behaaglijke temperatuur

in de foyers zijn de panelen niet in werking.

De hal en hiermede ook de "foyerdecks" wordt geventileerd

m.b.v. te openen geveldelen en dakluiken.

Kantoorvertrekken

De klimaatregeling omvat:

ruimteverwarming door lage temperatuursystemen met in

hoofdzaak stralingspanelen aangevuld met (plaatselijk)

vloerverwarming en luchtverwarming;

ruimtekoeling door hoge temperatuurkoeling met

hoofdzakelijk stralingspanelen en ventilatielucht;

ruimte ventilatie met behulp van een gebalanceerd

mechanisch systeem.

Met name de in vertrekken van deze clusters waar ook een

geluidseis is vastgelegd van maximaal 25 dB(A) zoals de

ruimten voor repetitie, opname, regie, solistenkamers,

luisterruimte e.d. is een geluidsarm installatieconcept

gehanteerd met verdringingsventilatie en stille verwarming/

koeling m.b.v. stralingspanelen.

De toegepaste stralingspanelen, ook wel klimaatplafonds

genoemd, zijn opgebouwd uit een drietal componenten, zoals

in onderstaand figuur is weergegeven. De watervoerende

elementen worden in de zomer gevoed met gekoeld water

van ca 18°C. Het voordeel van deze systemen is dat de

warmteoverdracht door straling plaatsvindt. Luchtsnelheden

blijven hierdoor laag, geluidsniveau is zeer laag. Een verder

belangrijk voordeel is dat het afvoeren van warmte met

watervoerende systemen weinig ruimte vragen ten opzicht van

systemen die alleen met lucht werken.

Natte groepen, kleedkamers en werkplaatsen worden

mechanisch geventileerd. Luchttoetreding vindt plaats wijze

vanuit de omliggende ruimtes.

Geventileerd wordt met volledig buitenlucht:

Deze buitenlucht vertegenwoordigt, indien de temperatuur

ervan lager is dan de ruimtetemperatuur een zekere "vrije"-

koelcapaciteit.

isolatielaag, thermisch / akoestischwatervoerende elementenmetalen plafondplaat, geperforeerd

77777 foyer verwarmingfoyer verwarmingfoyer verwarmingfoyer verwarmingfoyer verwarmingRoyal Haskoning

88888 kantoorvertrekkenkantoorvertrekkenkantoorvertrekkenkantoorvertrekkenkantoorvertrekkenRoyal Haskoning

99999 klimaatplafondklimaatplafondklimaatplafondklimaatplafondklimaatplafondRoyal Haskoning

128

Concertzaal BIMHUIS

De concertzaal van het BIMHUIS wordt voorzien van

verdringingsventilatie via het vloerplenum, zo drukloos als

mogelijk (max. 25 dB(A)) door b.v. openingen of sleuven in dit

plenum.

De luchtafvoer van de zaal wordt gerealiseerd via:

de glazen gevel als een zogenaamd klimaatgevel;

luchtafvoer kanalen hoog in de ruimte.

In de foyer wordt naast gebalanceerde ventilatie met

luchtafvoer via keuken en sanitair een klimaatplafond

toegepast.

Centrale hal

De publieke hal wordt in het huidige ontwerp niet

geklimatiseerd. Met behulp van natuurlijke ventilatie wordt in

voor/naseizoen en zomer het klimaat in de hal geregeld.

Regelinstallatie

De installaties worden voorzien van een automatisch

regelsysteem uitgevoerd in DDC (Direkt Digital Control) dat

zorgt voor:

regelen van diverse energiestromen;

handhaven comfortcondities;

tijdafhankelijk schakelen van diverse installatieonderdelen;

beveiligen en bewaken van installatieonderdelen;

signaleren van storingen en temperatuur overschrijdingen.

Een zogenaamd gebouwbeheersysteem (GBS) waarmee alle

regeltechnische- en installatievoorzieningen en componenten

worden gekoppeld en dat bediening en beheer op afstand

mogelijk maakt is niet voorzien.

1010101010 centrale halcentrale halcentrale halcentrale halcentrale halRoyal Haskoning

1111111111 concertzaal BIMhuisconcertzaal BIMhuisconcertzaal BIMhuisconcertzaal BIMhuisconcertzaal BIMhuisRoyal Haskoning

129Installatie adviseur

Installatieomvang

De sanitaire installatie omvat in hoofdlijnen de volgende

voorzieningen, waarbij het ontwerp en de uitwerking extra

aandacht wordt besteed aan de positionering, leidingloop en

montagewijze om overlast vanwege geluid te voorkomen.

Koudtapwaterinstallatie

Voorziet in de koudwatervoeding van de sanitaire toestellen

zoals toiletten, urinoirs wasbakken e.d. alsmede:

pantry's;

werkkasten;

douches;

brandslanghaspels;

warmwaterboiler;

keukens MUZIEKGEBOUW en BIMHUIS.

Warmtapwaterinstallatie

Voor de aansluitingen van o.a. douches, keukens, pantry's en

werkkasten.

Toestellen

Sanitaire toestellen zoals genoemd allen voorzien van

waterbesparende kranen. Spiegels, zeepdispensers,

handdroogvoorzieningen en overige sanitaire accessoires zijn

niet voorzien.

SANITAIRE INSTALLATIE

Riolering

Uitgevoerd in PP (polipropyleen) waarop zijn aangesloten alle

sanitaire toestellen. De afvoer wordt in het terrein, gescheiden

van de hemelwaterafvoer aangeboden voor aansluiting op het

gemeentelijk net. Een vet-/bezinkselafscheider in de afvoer

van de geplande keukens/pantrys wordt opgenomen.

Hemelwaterafvoer

Middels een vacuümsysteem (Pluvia) gescheiden van de

riolering afgevoerd en aangeboden voor aansluiting op het

gemeentelijk net. Hemelwaterhergebruik is niet opgenomen

in het ontwerp.

130

Voeding en distributie

Hoofd- en onderverdeelinrichtingen;

Kabeltransportsystemen;

Installatie aanleg lichtinstallatie;

Verlichtingsarmaturen;

Noodverlichtingsinstallatie;

Krachtinstallatie;

Voorzieningen voor theaterinstallaties;

Ontruimingsinstallatie met gesproken woord;

Zwakstroominstallaties;

Brandmeldinstallaties;

Beveiligingsinstallaties;

Centrale antenne installatie;

Sturing zonweringinstallatie.

Aardings- en bliksemafleiderinstallatie;

Elektra aansluiting (voedingskabelaanleg).

De benodigde elektrische voeding wordt betrokken van het

NUON, er wordt aangesloten op een in het gebouw

geïntegreerd transformatorstation met 1 transformator. Het

totale benodigde vermogen is c.a. 1.600kVA.

Het kabeltransport van de voedingskabels vanaf de

hoofdverdeelinrichting naar de onderverdeelinrichtingen,

dimmerkasten, regelkasten, etc. vindt plaats via ladderbanen

aangebracht in schachten en dergelijke en op horizontale

kabelgoten.

Verdeelinrichtingen

Bij de transformator wordt een hoofdverdeler opgesteld. Van

daar uit wordt de energie verder gedistribueerd naar de

verschillende gebruikers. Op de transformator wordt behalve

ELECTRONISCHE INSTALLATIES

Brandbeveiliging gebouw

De brandbeveiliging van het gebouw wordt gerealiseerd door

de volgende technische voorzieningen:

brandslanghaspels in het gehele gebouw;

brandmeldinstallatie;

sprinklerinstallatie.

Brandbeveiliging gebouw sprinkler

In het ontwerp is uitgegaan van het veiligheidsconcept 2,

gedeeltelijke sprinklerinstallatie. In het sprinkler beveiligd

gebied zijn nu opgenomen;

de publieke hal;

de foyers;

de foyer hall;

het documentatiecentrum;

zaalverdieping BIMHUIS en entreegebied kantoorlaag

BIMHUIS.

BRANDBEVEILIGING

131Installatie adviseur

de hoofdverdelers ook de warmtepompen (door derden) en

de sprinklerpomp aangesloten. Er zijn aparte

verdeelinrichtingen voor de audio installaties opgenomen.

Lichtinstallatie algemeen

De lichtinstallatie zal, behalve in technische ruimten, bergingen,

opslagruimten, sprinklerruimte, werkplaats, etc. een

ingebouwde weggewerkte installatie zijn. De installatie bestaat

uit tegen het constructie plafond of boven het verlaagde

plafond gemonteerde contactdozen en leidingaanleg ten

behoeve van de verlichtingsarmaturen. De schakelaars en

contactdozen worden ingebouwd in de wanden.

De lichtinstallatie in de doucheruimten, keukens e.d. zal

waterdicht worden uitgevoerd en waar mogelijk (in wanden of

opbouw achter verlaagde plafonds) worden weggewerkt. De

schakelaars en contactdozen zullen in de wanden worden

ingebouwd, contactdozen boven de verlaagde plafonds ten

behoeve van de verl ichtingsarmaturen zijn in

opbouwuitvoering.

Lichtinstallatie bijzondere ruimten

De installaties in bijzondere ruimten bestaan uit de volgende

onderdelen:

werklicht in de zalen: tl verlichting in gesloten armaturen

bevestigd aan de constructie boven loopbruggen, voor

verlichting bij werk op die bruggen. (Halogeen) spots voor

aanvullende verlichting van de zaal (samen met de

normale zaalverl ichting) bij schoonmaken en

werkzaamheden e.d.

blauwlicht: bij toegangen van het achtertoneel naar de

achterliggende gangen en op de loopbruggen boven de

zaal.

Zaalverlichting: aan de onderzijde van de loopbruggen

worden dimbare gloeilampdownlighters aangebracht.

Deze worden gebruikt voor en na voorstellingen.

signaleringslampen: boven deuren van repetitie ruimten,

zalen en in kleedkamers, bediend vanuit de diverse regie

ruimten.

In het navolgende schema is het lichtplan aangegeven van

het "artlight" verlichtingsontwerp. Boven het gehele gebouw

bevindt zich een "cap" van ca 2 meter hoog. Deze cap wordt

geheel verlicht en straalt naar alle zijde licht uit.

Verlichtingsarmaturen

Hier onder is aangegeven welke armatuurtypen in de

verschillende ruimten komen.

Kantoren: TL-5 armaturen met daglichtregeling, in

koelplafond;

Grote hal: Artlight, indirect;

Expeditie: TL armaturen in slagvaste behuizing;

Techniekruimten: TL-montagebalken;

Gangen backstage:TL armaturen;

Werklicht zaal:Halogeen spots;

Werklicht loopbruggen: TL armaturen slagvast;

Werklicht techniek: TL armaturen;

Zaallicht: gloeilamp downlighters;

Repetitie ruimten: TL armaturen;

Opslagruimten: TL-montagebalken.

1212121212 lichtinstallatilichtinstallatilichtinstallatilichtinstallatilichtinstallatieRoyal Haskoning

132

Lichtschakelen

Bij de portiersloge komen schakel- en bedienfuncties voor de

algemene gedeelten van het gebouw, lokaal worden er nog

bij diverse toegangen van bouwdelen geschakeld. Bepaalde

gebieden zullen automatisch (op tijd en schemerschakelaars)

worden geschakeld. Dit betreft de publieke hal, buiten

verlichting, laad en los hal.

Werklicht, blauwlicht, zaallicht en signaleringslampen kunnen

op verschillende plaatsen geschakeld worden, o.a. inde regie

ruimten en op het achterpodium, waarnodig met een

sleutelschakelaar.

Noodverlichting

De noodverlichtingvoorzieningen omvatten:

algemene noodverl ichting in de circulatie- en

publieksruimten en technische ruimten;

transparantnoodverlichting voor vluchtweg bewegwijzering

in de circulatieruimten en bij uitgangen;

traptreden verlichting theaterzalen.

Voor noodverlichting wordt een centrale noodvoedingsunit

gebruikt met groepen voor transparantnoodverlichting en

algemene noodverlichting.

In foyers en andere ruimten met een representatieve verlichting

wordt algemene verlichting bij stroom uitval overgenomen op

noodstroom.

Er wordt gebruik gemaakt van een centrale en meerdere

subcentrales. Bij de portier komt een paneel waarop

storingsmeldingen worden weergegeven.

Kabeltransportsystemen

Goten voor de huisinstallaties zijn gecompartimenteerd. Hierin

worden tevens de bekabeling van brandmeld- en

zwakstroominstallatie ondergebracht. De goten voor

huisinstallaties en voor audio- / videovoorzieningen worden

waar mogelijk c.a. 50 centimeter uit elkaar gelegd.

De kabelwegen worden zoveel mogelijk uit het zicht aan

gebracht in schachten en boven verlaagde plafonds. In de

zalen wordt een raster van kabelgoten aangebracht.

Krachtinstallatie

De krachtinstallatie omvat de volgende voorzieningen:

aansluitpunten met hoofdschakelaars t.b.v. de liften;

keukenvoorzieningen;

boileraansluitingen 230/400V;

contactdozen 1- en 3-fasen t.b.v. specifieke aansluitingen;

krachtaansluitpunten algemeen;

NOB-aansluiting bij laad- en losruimte;

aansluitingen voor installaties;

aansluitingen voor mobiele bars in foyers en hal.

Voeding voor theaterinstallaties

De voeding van de audio installaties wordt aangesloten op

speciale verdeelkasten. Deze worden rechtstreeks vanaf de

hoofdverdeelkast gevoed. Ook worden deze verdeelkasten

aangesloten op een apart aardsterpunt met een eigen

aardelektrode. Dit sterpunt wordt verbonden aan het sterpunt

van de gebouwaarding. De afgaande groepen van deze

verdeelkasten worden aangesloten op contactdozen welke

voorzien zijn van de tekstvermelding "AV apparatuur".

1313131313 armatuur publieks-armatuur publieks-armatuur publieks-armatuur publieks-armatuur publieks-halhalhalhalhalRoyal Haskoning

133Installatie adviseur

Voor de toneelverlichting wordt de bekabeling aangelegd vanaf

de door derden te leveren dimapparatuur naar contactdozen

aan het grid in de zaal. De bekabeling wordt uitgevoerd met

afgeschermde kabel.

Voor de theater installatie worden diverse aansluitingen

opgenomen volgens opgave van de theater adviseur.

Zwakstroominstallatie en ledige buisleidingen

Algemene zwakstroomvoorzieningen omvatten:

Een deurbelinstallatie / deurintercom;

Een centraal bedien- en storingsmeldingspaneel (CBP);

Alarmoproep voorziening mindervalide toiletten;

Schakelklok en schemeringsschakelaar buitenverlichting.

CAI - installatie

Op de hoofdaansluiting van het plaatselijke Centraal Antenne

Installatie (CAI)-net wordt een versterker aangesloten, vanaf

de versterker worden aansluitingen aangebracht naar de

volgende ruimten:

portiersloge;

pantry's bij de kantoren;

artiesten foyer;

kassa ruimten;

regieruimten;

keuken;

achter elke bar.

Inbraakdetectie

Er wordt een beperkte inbraakdetectie-installatie opgenomen.

Hiermee worden uitsluitend buitendeuren, trappenhuizen,

gangen en ruimten met kostbare apparatuur beveiligd.

Toegangscontrole installatie

De toegangsdeuren tot het kantoorgedeelte worden voorzien

van kaartlezers.

Aardings en bliksemafleiderinstallaties

Het gebouw zal worden voorzien van een aardings- en

bliksemafleiderinstallatie volgens NEN 1014, klasse LP 3. De

bliksemafleiderinstallatie is opgebouwd uit een daknet met

koperen leidingen, respectievelijk doorverbonden metalen

dakdelen.

Brandmeldinstallatie en ontruimingsinstallatie

De brandmeldinstallatie is gebaseerd op totaalbewaking. In

het kantoordeel gedeeltelijke bewaking.

De ontruimingsinstallatie bestaat uit een centrale spreekpost

bij de portiersloge en luidsprekers verspreid over het gebouw,

een en ander in overeenstemming met de eisen van de

brandweer. De ontruimingsinstallatie kan gekoppeld worden

aan de geluidsinstallatie van het gebouw. De audio installaties

worden door het ontruimingsalarm uitgeschakeld.

Voorzieningen data- / telefooninstallatie

Ten behoeve van de data- / telefooninstallatie wordt de lege

infrastructuur opgenomen. In kabelgoten is een vri j

compartiment aangehouden voor door derden aan te brengen

kabelaanleg. Daarnaast worden op diverse plaatsen lege

buisleidingen en lege doos voorzieningen opgenomen.

1414141414 impressieimpressieimpressieimpressieimpressieverlichtingssysteem groteverlichtingssysteem groteverlichtingssysteem groteverlichtingssysteem groteverlichtingssysteem grotezaalzaalzaalzaalzaalRoyal Haskoning

134

Uitgangspunten algemeen

Bij het ontwerp van dit project maken we onderscheid in

goederen en personen vervoer.

Onder goederen vervoer verstaan we goederen voor de

MUZIEKGEBOUW voor het BIMHUIS en algemeen. De deur

breedtes zijn gebaseerd op de breedte van de te vervoeren

concert vleugel 1700x2300 mm bxd.

In het personen vervoer maken we onderscheid in publiek voor

de MUZIEKGEBOUW en BIMHUIS, artiesten voor de

MUZIEKGEBOUW en BIMHUIS en kantoorpersoneel voor de

MUZIEKGEBOUW en het BIMHUIS. Hierbij maken we ook nog

onderscheid in mindervalide en valide personen. De

mindervalide personen moeten door middel van de liften op

alle gewenste verdiepingen kunnen komen zonder te moeten

overstappen op een andere lift.

Personenlift kantoren

De liften L1 en L2 van de MUZIEKGEBOUW kantoren worden

uitgevoerd als machinekamerloze tractie liften. De cabines en

toegangen van de liftinstallaties worden ingericht volgens de

eisen gesteld in "het handboek voor toegankelijkheid" en zullen

vandaal bestendig worden uitgevoerd.

Op level 0 zullen deze liften een glazen schacht krijgen.De

liften worden doorgaand toegankelijk uitgevoerd. Om een zo

optimaal mogelijke vervoerscapaciteit te verkrijgen zullen de

liften besturingstechnisch gekoppeld worden.

Personen / goederenlift MUZIEKGEBOUW

De personen / goederenlift L3 van de MUZIEKGEBOUW wordt

uitgevoerd als tractie lift met de liftmachinekamer boven op

de schacht. Op level 0 wordt de schacht in glas uitgevoerd.

TRANSPORTINSTALLATIES

Bediening zonwering

Voorzieningen ten behoeve van elektrische bediening van de

zonwering worden op diverse plaatsen opgenomen. Dit is in

de kantoren, de artiesten foyer, het café van het BIMHUIS,

repetitie ruimten, bij de portier, etc. In kantoren wordt uitgegaan

van een bediening per 2 meter, in repetitieruimten e.d. wordt

uitgegaan van een bediening per ruimte.

135Installatie adviseur

De deuren krijgen een afmeting van 1800x2100mm (bxh) i.v.m.

de te vervoeren goederen van o.a. een concert vleugel. De

afmetingen van de kooi zijn ook hierop gebaseerd. De lift wordt

doorgaand toegankelijk uitgevoerd.

Personenlift BIMHUIS

De personenlift L4 van het BIMHUIS wordt uitgevoerd als

machinekamerloze tractie lift. De cabines en toegangen van

de liftinstallatie wordt ingericht volgens de eisen gesteld in

"het handboek voor toegankelijkheid" en zal vandaal bestendig

worden uitgevoerd. De lift wordt doorgaand toegankelijk

uitgevoerd.

Personen / goederenlift BIMHUIS

De personen / goederenlift L5 van het BIMHUIS wordt

uitgevoerd als tractie lift met de liftmachinekamer in de kelder

naast de schacht.

De deuren krijgen een afmeting van 1800x2100 mm (bxh) i.v.m.

de te vervoeren goederen van o.a. een concert vleugel. De

afmetingen van de kooi zijn ook hierop gebaseerd. De lift wordt

doorgaand toegankelijk uitgevoerd.

Personen / goederenlift MUZIEKGEBOUW

De personen / goederenlift L6 van de MUZIEKGEBOUW wordt

uitgevoerd als hydraulische lift met de liftmachinekamer in de

kelder naast de schacht.

Op level 0 wordt de schacht in glas uitgevoerd. De deuren

krijgen een afmeting van 1800x2100mm (bxh) i.v.m. de te

vervoeren goederen van o.a. een concert vleugel. De

afmetingen van de kooi zijn ook hierop gebaseerd. De lift wordt

enkelzijdig toegankelijk uitgevoerd.

Hefplateau BIMHUIS

Het hefplateau L7 van het BIMHUIS wordt uitgevoerd als

hydraulische schaar heffer met de liftmachinekamer in de

meubilair berging onder de trap. Deze heffer is niet geschikt

voor personen vervoer.

Hefplateau laad- en loshal MUZIEKGEBOUW

Het hefplateau L8 in de laad en los hal van de

MUZIEKGEBOUW zal als hydraulische heffer worden

uitgevoerd. De liftmachine komt in de liftmachinekamer van

L6. Het hefvermogen van de heffer wordt 3000kg.

Doordat er vrachtwagens (40.000kg) overheen kunnen rijden

zal het plateau een wieldruk van 40.000kg moeten kunnen

dragen. Dit geldt dus ook voor de bouwkundige constructie

rondom de schacht en liftput.

Vloerluikheffer BIMHUIS

De vloerluikheffer L9 wordt uitgevoerd als hydraulische lift. Het

dak van de installatie is onderdeel van het podium. De lift is

bedoeld voor het transport van personen en goederen. De

machinekamer is gelegen naast de onderste stopplaats tegen

de liftschacht.

Docklevellers

De twee docklevellers in de laad- en loshal zijn hydraulisch

uitgevoerd. De pompunits zijn geïntegreerd in het draagframe

van de installaties. Beide levellers zijn voorzien van een

antislipvloer en beweegbare flap. De levellers zijn in hoogte

verstelbaar middels een vasthoudbesturing.

136

1515151515 DoorsnedeDoorsnedeDoorsnedeDoorsnedeDoorsnedebalkonrandbalkonrandbalkonrandbalkonrandbalkonrandULC Verwarmingen b.v.

137Installatie adviseur

1616161616 LeidingenLeidingenLeidingenLeidingenLeidingenconcertzaalconcertzaalconcertzaalconcertzaalconcertzaalULC Verwarming b.v

139Uitvoering

UITVOERING

BAM nbm bouw

BAM Nelissen Van Egteren bv

Amsterdam

J.C.W. van Arnhem

140

Het project bestaat uit de nieuwbouw van een parkeergarage

onder maaiveld van een laag waarboven op het rechterdeel

een hotel van 70 meter hoog gebouwd gaat worden en op

het linkerdeel het Muziekgebouw.

Het hotel wordt hier verder buiten beschouwing gelaten.

Het Muziekgebouw bestaat uit drie specifieke gebouwdelen

die door de ‘plint’ en ‘Cap’ zijn samengebracht tot een

gebouw. Wij gaan, om herhaling te voorkomen, niet verder in

op het gemaakte ontwerp en/of gekozen constructies. Wij

zullen ons beperken tot de invloeden die dat op ons en onze

werkzaamheden heeft gehad.

De gebouwonderdelen die we kunnen onderscheiden zijn:

grote concertzaal (tbv Het Muziekgebouw, voorheen de

IJsbreker);

kantoren;

BIMhuis;

plint;

Cap.

Het leuke van dit project is dat de drie gebouwonderdelen

ieder hun eigen bouwmethodiek kennen. Zo is de grote

concertzaal uitgevoerd met een gestorte wandconstructie,

zijn de kantoren opgebouwd uit prefab elementen en bestaat

het BIMhuis uit een stalen draagconstructie die opgevuld is

met kanaalplaatvloeren en kalkzandsteen. De Cap en de

plint zorgen er voor dat het één gebouw is.

PROJECTOMSCHRIJVING VAN CALCULATIE TOT CONTRACT

Calculatie

Voor dit project is de aanbesteding op 19 januari 2000

gepubliceerd. Nadat wij hierop de calculatie-stukken hadden

aangevraagd, hebben wij deze op 25 januari 2000 ontvangen.

De aanwijzing was toen vastgesteld op 22 februari 2000. Op

de aanwijzing is vervolgens, naar aanleiding van de gestelde

vragen, besloten de aanbesteding, die oorspronkelijk gepland

stond voor 13 maart 2000 te verschuiven naar 24 maart

2000 om 10.00 uur.

De verstrekte stukken bestonden uit tekeningen van de

constructeur en architect die beiden in de DO-fase (DO =

definit ief ontwerp) waren. Deze stukken werden

gecompleteerd met een bestek met algemene voorwaarden

en een hoeveelhedenstaat (omschrijving van materialen en

de te rekenen hoeveelheden). In het bestek stond tevens

omschreven wat de bouwtijd van het project was. Als mogelijke

startdatum stond april 2000 genoemd.

Na het openen van alle enveloppen bleek BAM Utiliteitsbouw

de laagste inschrijver te zijn met een inschrijfprijs van ca.

€ 23.560.000 excl. BTW. We spreken in dit geval specifiek

van een inschrijfprijs, omdat alleen de omschreven materialen

en werkzaamheden voorzien zijn van een eenheidsprijs. Was

het werk door ons zelf in zi jn geheel gecalculeerd

(hoeveelheden en werkzaam-heden zelf bepalen aan de

hand van de verstrekte informatie) dan hadden we gesproken

over een aanneemsom.

Twee weken na de inschrijving heeft ABT contact met ons

opgenomen om de begroting en de verdere stappen met

ons door te spreken. Tijdens deze gesprekken werd al snel

141Uitvoering

duidelijk dat onze prijs boven het budget lag. Daarnaast moest

nog de werkelijke aanneemsom vastgesteld worden. Omdat

nog niet het gehele werk tot in detail was uitgewerkt is er

afgesproken het werk in drie fases verder uit te werken en te

calculeren. Uitdrukkelijke voorwaarde hierbij was dat de

verstrekte eenheidsprijzen van de aanbesteding gehanteerd

moesten worden.

Fase 1:

Het maken van de bouwkuip inclusief het grof profileren van

de fundering.

Fase 2:

Het realiseren van de parkeergarage en de ruwbouw

(betonwerk) van het Muziekgebouw volgens de lijn van de

plint. De plint is de lijn die in de eindsituatie bekleed is met de

keramische tegels.

Fase 3:

De ruwbouw van het restant en de afbouw van het complete

Muziekgebouw.

Door de calculatiefases zo te knippen was er tijd om de fase

2 en 3 nader uit te werken terwijl fase 1 desgewenst uitgevoerd

kon worden. Daarnaast speelden er voor de gemeente andere

belangen. Op het dek van de parkeergarage was een hotel

ontwikkeld. De startdatum van dit hotel stond voor aanvang

van de bouw al vast. Het was daarom noodzakelijk dat het

dek van de parkeergarage voor dit gebied geheel gereed

was.

Tijdens het calculeren van de verschillende fases bleek al

gauw dat het verschil met het budget steeds groter werd. Dit

was voor de opdrachtgever dan ook aanleiding fase 1 nog

niet in opdracht te geven, ondanks het feit dat hierover

prijsovereenstemming was bereikt. Hoewel dat vanuit het

oogpunt van de opdrachtgever heel begrijpelijk was het voor

ons uitermate vervelend. Gedurende enkele maanden

werden steeds mogeli jke startdata genoemd. Om

daadwerkelijk te kunnen starten heeft BAM Utiliteitsbouw

herhaaldelijk personeel vrij gemaakt die vervolgens weer

ergens ondergebracht moesten worden. Het herhaaldelijk

uitstellen was dan ook een behoorlijke kostenpost voor ons.

Dat het gerechtvaardigd was de start steeds uit te stellen,

bleek nadat medio december 2000 ook fase 3 was

gecalculeerd. Het totaalbedrag van de drie fases kwam uit

op ruim € 39.000.000,- excl. BTW. Een verschil met de

aanbesteding van bijna € 15.500.000,-.

Bovendien bleek dat de in het hoeveelhedenbestek

opgegeven bouwtijd van 18 maanden, volgens onze eigen

planningen uitkwam op ca. 24 maanden.

Bezuinigingen

Door de grote budgetoverschrijding kon er geen sprake van

zijn dat het project op deze basis zou worden opgedragen.

Hoewel er vanuit de gemeente al wel een groter budget

beschikbaar was gesteld was de extra bijdrage niet toereikend

om zonder planaanpassingen het werk op te dragen.

In februari 2001 is er dan ook een lijst met mogelijke

bezuinigingen opgesteld door ABT in samenspraak met de

architect 3xN. Het is namelijk een kunst fors te bezuinigingen

142

zonder al te veel afbreuk te doen aan het ontwerp.

In de periode van maart t/m juli heeft BAM Utiliteitsbouw

samen met ABT de markt nader onderzocht en de

voorgestelde bezuinigingen uitgewerkt. Dit resulteerde in een

lijst met bezuinigingen van ca.

€ 4.550.000,-. Met dit bedrag zou opdrachtverstrekking tot

de mogelijkheden behoren. Om uiteindelijk te komen tot een

goede calculatie en contractstukken zijn de bezuinigings-

items vervolgens verwerkt in de tekeningen en het bestek.

Half november 2001 begon toen voor ons de laatste

calculatieperiode.

Opdracht

In middels had de ontwikkelaar van het hotel met de gemeente

overeenstemming bereikt over de startdatum van de bouw

van het hotel en was deze in dat contract vastgelegd.

Om de deze datum mogelijk te maken was het niet mogelijk

te wachten met de start van de eerste fase (bouwkuip) tot

het gehele plan kon worden opgedragen. Omdat de invulling

van de bezuinigingen echter naar tevredenheid van alle

partijen verliep is de opdracht voor het totaalproject uiteindelijk

in twee opdrachten opgedeeld. Zo was het mogelijk dat BAM

Utiliteitsbouw de eerste opdracht voor de bouw van de

ondergrondse parkeergarage in mei 2001 ontvingen. Na ook

formele goedkeuring door het College van B & W zijn we met

de werkzaamheden gestart op 6 juli 2001. De aanneemsom

van dit onderdeel bedroeg ca. € 7.430.000,00 excl. BTW. De

oplevering van het dek (t.b.v. de bouw van het hotel) stond

gepland voor 1 mei 2002

Half december 2001 was de calculatie gereed. Helaas bleken

de verwachtingen niet geheel uit te komen. Door

prijsstijgingen en niet verwerkte bezuinigingen en/of

aanvullende onderdelen kwam onze prijs toch weer boven

het als maximum gestelde budget. Wederom volgde een

korte bezuinigingsronde en werden de laatste horden

genomen. Nadat er door ons tijdens het afrondende gesprek

met de opdrachtgever op 10 januari 2002 nog wat water bij

de wijn was gedaan konden de champagneflessen open.

Het wachten was nu slechts op de formele goedkeuring

door het College van B & W.

De aanneemsom werd vastgesteld op € 25.000.000,00 met

een bouwtijd van 25 maanden.

Contract

De aannemingsovereenkomst is het daadwerkelijke contract

dat tussen de opdrachtgever en aannemer wordt afgesloten.

In deze overeenkomst is vastgelegd welke documenten de

basis vormen van het contract. Voor dit project bestaat dit uit

een bestek met de technische omschrijving met de tekeningen

en een bestek met de algemene voorwaarden in aanvulling

op- of ter vervanging van de voorwaarden zoals deze in de

UAV van 1989 zijn vastgelegd. In de UAV (staat voor Uniforme

Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van

bouwwerken) staan de rechten en plichten van zowel de

opdrachtgever als ook de aannemer omschreven en hoe te

handelen bij afwijkende omstandigheden.

Naast het bestek worden ook de van toepassing zijnde

tekeningen benoemd in het contract. Dit kan onder andere

door een verwijzing naar het bestek met daarin een

tekeningenlijst zoals voor dit project. De tekeningen vormen

een onlosmakelijk geheel met het bestek. Omdat het

143Uitvoering

Interne projectorganisatie

De projectorganisatie binnen BAM Utiliteitsbouw wordt per

project ingevuld naar de behoefte van het werk. De structuur

is echter voor ieder project nagenoeg hetzelfde. In het

schema (zie figuur 1) is de organisatie voor dit project

weergegeven.

Gedurende de uitvoering zijn er in de personele invulling enkele

mutaties geweest en zijn de communicatielijnen ook

veranderd. Waar in de ruwbouw sprake was van een

organisatie zoals in het schema is weergegeven, hebben we

aan het einde van de ruwbouw de communicatielijnen korter

gemaakt.

Omdat dit project zich makkelijk laat opdelen in deelprojecten

hebben we voor deze deelprojecten gekozen voor aparte

teams die bestaan uit de voor dat deel verantwoordelijke

uitvoerder en werkvoorbereider. Dit tweetal heeft de

verantwoordelijkheid gekregen voor hun eigen bouwdeel. De

uitvoerder koppelt vervolgens terug naar de hoofduitvoerder

en de werkvoorbereider naar de projectorganisator.

In het wekeli jkse driehoeksoverleg (Projectleider –

Hoofduitvoerder en Projectorganisator) wordt in hoofdlijnen

de stand van het werk en voorkomende vragen en/of

problemen van de verschillende deelprojecten besproken. In

deze vergaderingen wordt tevens verder vooruit gekeken. Zo

wordt ook gesproken over logistieke vraagstukken, voortgang

inkoop, inzet materieel en personeel en de algehele financiële

administratie.

Naast de zojuist genoemde communicatielijnen zijn er nog

de twee-wekeli jkse inkoopbesprekingen en

administratieoverleg. Een keer per maand is er een algehele

interne werkvergadering waarbij al le uitvoerders en

ORGANISATIE

vastleggen van de werke-lijke contractinhoud van groot belang

is voor beide partijen, worden de contractdocumenten allen

voorzien van een handtekening (of paraaf) van beide

contractanten.

144

werkvoorbereiders bij elkaar zijn. In deze bespreking vertelt

ieder team kort over de voortgang en ervaringen. Deze

informatie wordt door de projectleider aangevuld met nieuws

uit overige vergaderingen en te nemen of genomen

beleidsbeslissingen. Zes-wekelijks wordt er een financiële

rapportage, de standopname van uitvoering en voorbereiding

alsmede een overzicht met de kansen en bedreigingen van

het werk, verstrekt aan de directie van BAM Utiliteitsbouw.

Naast de interne vergaderingen, worden ook externe

vergaderingen georganiseerd waarbij BAM het

voorzitterschap bekleedt. BAM heeft als bouwkundig

aannemer de in de bestekken vastgelegde taak de

nevenaannemers en eventuele derden te coördineren in tijd

en plaats. Van deze wekelijkse coördinatievergaderingen is

de hoofduitvoerder de voorzitter.

Deze coördinatievergaderingen spitsen zich toe op dat wat

werkelijk op de bouwplaats moet gebeuren. Met andere

woorden: in dit overleg, waarbij de uitvoerders van de

genoemde partijen aanwezig zijn, wordt gezamenlijk gekeken

wie waar en gedurende welke periode werkzaamheden heeft

en wat de invloed daarvan op anderen is. Er wordt daarbij

o.a. gekeken naar veiligheid, inzet kranen en steigers maar

bovenal; wat is de meest ideale werkvolgorde.

Belangrijk instrument hierbij zijn de 6-wekenschema’s zoals

die door BAM gemaakt worden. Deze schema’s zijn afgeleid

van de contractplanning maar hebben meer diepgang omdat

alle werkzaamheden, die uitgevoerd moeten worden in die 6

weken, worden benoemd. Hierdoor is het mogelijk dagen

aan te geven wanneer iemand kan starten en gereed moet

zijn om de volgende werkzaamheden te kunnen starten.

Hierbij geldt altijd als voorwaarde dat de geplande tijd in het

contractschema maatgevend is. (Het contractschema, ook

wel Algemeen Tijdschema genoemd, is door alle betrokkenen

bij het werk, voor accoord, ondertekend.)

Voor de afstemming van partijen in de fase vóór de uitvoering,

worden werkvergaderingen gehouden. Dit zijn vergaderingen

die bij dit project iedere twee weken worden gehouden onder

voorzitterschap van de projectleider. In deze vergaderingen

komen onder andere ter sprake de gegevensverstrekking

(wanneer zijn welke gegevens nodig om de voortgang van

de uitvoering te waarborgen), de duur van

werkvoorbereidingsproces en de relatie tot start uitvoering.

Aan deze vergaderingen wordt dan ook door de architect en

overige adviseurs alsmede de verschillende aannemers

deelgenomen. De raakvlakken en/of eventuele knelpunten

ten gevolge van detail-engineering worden in deze

vergaderingen gemeld en in hoofdlijnen besproken waarna

veelal in kleiner comité de problemen worden opgelost.

De werkvergaderingen zijn niet bedoeld voor het afstemmen

van de ontwerpen onderling. Hiervoor zijn aparte

vergaderingen tussen de ontwerpers geweest die, als het

goed is, afgerond zijn voordat de het project in uitvoering

komt.

Als gevolg van planwijzigingen die, meestal op verzoek van

de gebruikers en / of voortschrijdend inzicht worden

doorgevoerd, is het afstemmen van de ontwerpen in de

praktijk een proces dat zich tot enkele weken voor de

oplevering voortzet. Door voortdurend de relatie met de

uitvoering in het oog te houden, is het mogelijk gedurende

lange tijd gehoor te geven aan dit fenomeen. Het is immers

een utopie te geloven dat de wensen van gebruikers 100%

11111 i n t e r ni n t e r ni n t e r ni n t e r ni n t e r no r g a n i s t a i e s c h e m ao r g a n i s t a i e s c h e m ao r g a n i s t a i e s c h e m ao r g a n i s t a i e s c h e m ao r g a n i s t a i e s c h e m aBAM

145Uitvoering

uitgewerkt zijn in het bestek. Vaak zijn de beperkte

bouwkundige inzichten van gebruikers de oorzaak. Voor velen

blijkt het niet mogelijk aan de hand van de tekeningen een

juiste indruk van het ontwerp te krijgen en worden ruimtes

pas tastbaar als de muren geplaatst zijn. Op zich kun je dat

de gebruiker niet kwalijk nemen voor hen is het immers vaak

voor het eerst dat zij betrokken zijn bij het maken van

ontwerpen en tekening lezen blijkt in de praktijk voor niet-

technische mensen een hele opgave. Aan de andere kant

kunnen nieuwe ontwikkelingen in bijvoorbeeld installaties

aanleiding zijn om tot wijzigingen te besluiten. Al deze

wijzigingen moeten uitgediscussieerd zijn op het moment

van start uitvoeren. Het signaleren en waar mogelijk vlak

strijken van optredende hobbels is feitelijk de functie van de

werkvergadering.

Naast bovengenoemde vergaderingen neemt BAM nog deel

aan de bouwvergaderingen die onder voorzitterschap van

de bouwdirectie 4-wekelijks worden gehouden. Dit zijn

vergaderingen waarin op hoofdlijnen wordt gesproken over

de stand van de voorbereiding en uitvoering, gebaseerd op

de informatie uit de coördinatie- en werkvergaderingen.

Daarnaast worden financiële zaken als meer- en minderwerk

besproken en informatie uit overige vergaderingen wordt

verstrekt zoals het gebruikersoverleg, adviseuroverleg en

dergelijke. De bouwvergadering is de vergadering waarin het

contract wordt bewaakt. De notulen van deze vergaderingen

gelden (na goedkeuring) als aanvulling op het contract.

Wijzigingen die in de bouwvergadering zijn goedgekeurd,

worden beschouwd als wijzigingen van de

aannemingsovereenkomst.

Externe organisatie

ABT Projectmanagement was door de opdrachtgever als

gevolmachtigde van de opdrachtgever aangesteld. Daar

naast verzorgt ABT-bouwkunde de directievoering.

Als ontwerpende partijen zijn aangesteld:

3xN Architect met ABT-bouwkunde als Co-architect

Royal Haskoning als adviseur en ontwerper van de E-W

en transportinstallaties

ABT-Constructie als hoofdconstructeur

HWP als adviseur en ontwerper van de

theatertechnische voorzieningen

Daarnaast heeft Adviesbureau Peutz een adviserende rol

voor alle ontwerpende partijen.

In een later stadium is De Vries Bouma Architecten nog

toegevoegd als binnenhuisarchitect voor het BIMhuis. Om

de ontwerpen onderling op elkaar afgestemd te krijgen is

3xN/ABT-bouwkunde als coördinator van de adviseurs

aangewezen. Het onderling afstemmen van de ontwerpen is

van groot belang omdat tijdens de ontwerpperiode het

gebouw tot stand komt. De installaties moeten dan passen

in o.a. de beschikbare ruimte boven de plafonds en de

benodigde sparingen moeten constructief mogelijk zijn. Ook

de details van de architect dienen in overeenstemming te

zijn met de constructieve (on)mogelijkheden.

Bij dit project is er tijdens de bezuinigingen echter, naar ons

idee, te weinig aandacht besteed aan deze

ontwerpafstemming. Uit bezuinigingsoogpunt zijn partijen

gestopt met het nader uitwerken van de stukken en zijn de

bezuinigingen bouwkundig niet getoetst aan de installaties

en omgekeerd. Hierbij heeft de onzekerheid over het doorgaan

van het project een grote rol gespeeld.

22222 e x t e r n ee x t e r n ee x t e r n ee x t e r n ee x t e r n eo rgan i s t a t i e s ch e maorgan i s t a t i e s ch e maorgan i s t a t i e s ch e maorgan i s t a t i e s ch e maorgan i s t a t i e s ch e maBAM

146

UITVOERINGSPROCES

Gegevensbehoefte

Omdat het tijdig kunnen beschikken over goede gegevens

cruciaal is voor het verloop van het bouwproces verstrekt

BAM Utiliteitsbouw bij het begin van ieder project het op het

project afgestemde gegevensbehoefteschema. In dit

schema staat aangegeven wanneer het projectteam welke

gegevens (tekeningen, kleuren enz.) nodig heeft. Dit schema

wordt opgesteld aan de hand van het uitvoerings-schema.

Door de benodigde procestijden van inkoop tot productie

van de materialen vast te stellen wordt het moment bepaald

waarop de gegevens verstrekt moeten worden.

Helaas bleek tijdens dit project al gauw dat ook tijdens de

uitvoeringsfase de tekeningen niet overeenkomstig onze

behoefte aangeleverd konden worden. Hierdoor werd het

voor ons team heel moeilijk en zelfs incidenteel onmogelijk

onze processen volledig uit te voeren waardoor de

oplossingen van enkele openstaande vragen op de werkvloer

opgelost moeten worden.

Hoewel BAM Utiliteitsbouw grote waarde hecht aan de

deskundigheid en inbreng van onze timmerlieden blijft het

uiteraard wel de bedoeling dat er alleen afgeronde stukken

op de werkvloer terechtkomen. Slechts dan is het mogelijk

de gevraagde kwaliteit te waarborgen binnen het gestelde

budget. De uiteindelijke werkwijze dient bepaald te worden

nadat alle mogelijke oplossingen zijn getoetst aan de vijf

(GOTIK*) beheers-aspecten.

* GOTIK staat voor: Geld, Organisatie, Tijd, Informatie en

Kwaliteit

Naast de adviseurs en BAM Utiliteitsbouw bv als bouwkundig

aannemer zijn ook ULC-E, ULC-W, Thyssen Krupp Liften en

Trekwerk als aannemers bij dit project betrokken. In figuur 2

is het externe organisatieschema opgenomen.

147Uitvoering

BAM Advies & Engineering

Als onderdeel van onze organisatie heeft ook BAM Advies &

Engineering een grote rol gespeeld bij de uitvoering van dit

project. Zo hebben de constructeurs ons ondersteund bij de

vele constructieve vraagstukken en hebben de tekenaars

onder andere de wanduitslagen voor de schoon-werk

bekisting en de wapeningstekeningen gemaakt. Op basis

van hun oplossingen voor de de problemen die het projectteam

is tegengekomen, durven we ook te stellen dat dankzij deze

toegevoegde waarde het project is gerealiseerd binnen de

gewenste periode.

Naast het niet tijdig krijgen van de stukken bleken de

tekeningen van de constructeur van opdrachtgever onderling

te verschillen (plattegrond anders dan doorsnede en/of details)

en tot overmaat van ramp tevens af te wijken van de

tekeningen van de architect. Omdat het projectteam er in

eerste instantie van uit gingen dat dit nog te corrigeren zou

zijn hebben we BAM Advies & Engineering de opdracht

gegeven de verschillen zo snel mogelijk inzichtelijk te maken.

Het projectteam was al druk genoeg met de uitvoering en de

voorbereiding ervan. Wij zagen dan ook geen mogelijkheden

dit zelf te doen.

Na de inventarisatie door BAM A & E moesten we echter

constateren dat het geen incident was maar een structureel

tekort. In een spoedoverleg met de directievoerder werd

vervolgens besloten de ruwbouw te maken van de

beschikbare tekeningen van ABT-Constructie. (Dit was voor

ons aanleiding de controlewerkzaamheden van BAM Advies

& Engineering te stoppen.)

Een ander taak die BAM Advies & Engineering binnen dit

project heeft uitgevoerd is het omwerken van de constructieve

uitgangspunten naar bouwkundige gegevens. Zo hebben zij

wapenings-tekeningen gemaakt aan de hand van de

berekeningen van ABT-Constructie en hebben ze onze

werkvoorbereiding ondersteund met het maken van

tekeningen van vloerafwerkingen en bekistingen en de

daarvoor benodigde ondersteuningsconstructies.

Werkvoorbereiding

De werkvoorbereiding binnen BAM Utiliteitsbouw heeft de

taak de informatie van bestek en tekeningen te verwerken tot

uitvoeringsdocumenten. Dit varieert van het controleren van

de tekeningen van de leverancier van kanaalplaten tot het

aangeven welk scharniertje op welk kozijn komt en in welke

kleur. Maar ook wordt er gekeken naar de logistiek,

veil igheidsvoorzieningen en inzet materieel. Om de

voorbereiding gestructureerd te laten verlopen wordt door

ons het eerder genoemde gevensbehoefteschema gemaakt.

Na het verkrijgen van de gegevens volgt het onderstaande

traject:

offerte aanvragen op basis van bestek en werktekeningen;

inkopen materiaal / onderaannemer;

tekeningen van leverancier / onderaannemer controleren

(o.a. maatvoering) en voorzien van aanvull ingen

(sparingen e.d.);

tekeningen corrigeren door maker tot definit ieve

tekeningen;

de definitieve tekeningen worden vervolgens door de

bouwdirectie als definitief aan alle belanghebbenden

verstrekt.

Zodra de tekeningen voor definitief zijn uitgegeven kan gestart

33333 luch t fo toluch t fo toluch t fo toluch t fo toluch t fo tob o u w k u i pb o u w k u i pb o u w k u i pb o u w k u i pb o u w k u i pAerophoto Schiphol

148

worden met de productie van de materialen. Waarna na

enkele weken de levering en/of arbeid kan beginnen. Helaas

komt het echter steeds vaker voor dat niet kan worden volstaan

met 1 controleronde van de tekeningen. Door voortschrijdend

inzicht kan een tweede of zelfs derde controleronde

noodzakelijk blijken. Hierdoor loopt de procedure langer door

en komt de tijdige levering van de materialen en/of diensten

ernstig in gevaar. Om die reden is het voor de voortgang van

de werkzaamheden in uitvoering van cruciaal belang dat de

verstrekte gegevens eensluidend en maakbaar zijn.

Meer- en minderwerk

Tijdens de uitwerking van bestektekeningen naar

werktekeningen en ti jdens het maken van de

productietekeningen komt het dikwijls voor dat deze niet in

overeenstemming zijn met de contractuitgangspunten.

Enerzijds kan dit ontstaan uit wensen van de gebruiker

(opdrachtgever) en anderzijds uit het nader uitwerken van de

plannen waarbij bepaalde zaken naar voren komen die niet

voorzien waren.

Omdat het budget voor het uitvoeren van meer- en

minderwerken in de regel zeer beperkt is zal meer- en

minderwerk zoveel als mogelijk voorkomen moeten worden.

Door een controle van de binnenkomende tekeningen met

de contractset kan meer- en minderwerk snel opgemerkt

worden waarna de opdrachtgever twee mogelijkheden heeft:

het meerwerk accepteren of de tekening aan te passen

overeenkomstig de contract uitgangspunten.

Bij dit project is er behoorlijk veel meerwerk ontstaan als

gevolg van hiaten in de verschillende contracten van de

aannemers, wijzigingen op verzoek van gebruikers en architect

en ten gevolge van nadere ontwerpuitwerking van de

constructie.

Hoewel ook de tekeningen van ABT-Constructie niet altijd in

onderlinge overeenstemming waren zijn we toch de ruwbouw

met maar weinig vertraging uit gekomen. Voor de

gegevensverstrekking is het zeker in het voordeel geweest

dat er een eerdere stagnatie was ontstaan ten gevolge van

een afstemmingsprobleem van een rioleringsleiding onder

de vloer van de parkeergarage. De hierdoor optredende

stagnatie van ca. 8 weken heeft de ontwerpers de

mogelijkheid geboden de achterstanden in het tekenwerk

enigszins in te lopen.

Het projectteam heeft een pro-actieve houding aangenomen

gericht op het vinden van oplossingen, met behoud van de

verantwoordelijkheid, daar waar deze contractueel thuishoort.

Dit heeft geresulteerd in een hogere personele inzet dan

door ons begroot, maar heeft er voor de opdrachtgever voor

gezorgd dat de stagnatie tot een minimum beperkt is

gebleven. Als BAM Utiliteitsbouw realiseren wij ons dat,

hoewel juridisch volledig in ons recht, een starre houding

leidt tot grote vertragingen, hoge kosten en een gespannen

werksfeer die ingegeven wordt door de vraag wie er

verantwoordelijk is voor de ontstane problemen en extra

kosten. Een project waarbij de bereidheid tot samenwerking

is verdwenen kent enkel verliezers.

149Uitvoering

MAATVOERING

Een goede maatvoering is altijd van groot belang voor het

realiseren van bouwwerken. Doordat er zeer veel aandacht

wordt besteed aan de uitwerking van een gebouw in de

werkvoorbereidingsfase van de uitvoering, is het van belang

dat de maatvoering buiten hiermee in overeenstemming is.

Voor dit project hebben we gebruik gemaakt van een 'total

station'. Een 'total station' is een elektronische theodoliet die

naast de richtkijker in horizontale en verticale richting voorzien

is van extra mogeli jkheden. Deze omvatten een

afstandsmeter, rekenprogramma en een geheugen om

meetdata op te slaan. Het 'total station' is het op dit moment

het meest toegepaste hoofdmaatvoeringinstrument.

Het opstellen van een total station gebeurt als volgt:

Nadat het toestel op het statief is bevestigd wordt het statief

ongeveer waterpas gezet boven het startpunt van de

maatvoering. Hiervoor is een centreerkijkertje in het instrument

opgenomen. Vervolgens dient het instrument waterpas gesteld

te worden met behulp van de stelschroeven onder het toestel.

Nadat het toestel staat opgesteld en een vast punt is

ingelezen kan met de maatvoering worden begonnen.

Het inlezen van een vast punt in combinatie met het invoeren

van het startpunt is van belang voor de plaatsbepaling van

het instrument in alle richtingen. Door gebruik te maken van

de inleesmogelijkheid van AutoCAD tekeningen in het

geheugen kan ieder willekeurig punt uitgezet worden in het

platte vlak. Dit uitzetten gebeurt met behulp van het zenden

van een lichtstraal naar een reflector en het opvangen van

het terugkomende signaal. Het rekenprogramma rekent

vervolgens de exacte locatie uit van de reflector. De

meetnauwkeurigheid die met een total station bereikt kan

worden is +/- 2mm. Een en ander is afhankelijk van onder

andere wind, temperatuur en de maatvoerder met zijn

assistent die de reflector hanteert. In de praktijk blijkt deze

tolerantie echter ruim voldoende. Door herhaaldelijk reeds

uitgezette punten te controleren kunnen grotere afwijkingen

voorkomen worden.

Bij een gebouw van meerdere verdiepingen moet de

maatvoering ook op de hogere verdiepingen mogelijk zijn.

Hierbij wordt gebruik gemaakt van het Mous-systeem. Per

verdieping worden 1 of meerdere stukjes buis vertikaal in de

vloeren opgenomen. Door vervolgens een loodlijn door de

buisjes te laten kan het meetpunt exact worden vastgelegd.

Dit meetpunt is dan het nieuwe startpunt van de verdieping.

150

UITVOERING / START WERK

Zoals gezegd bestaat het werk voor ons uit twee werken.

Doordat de afbouw van de parkeergarage onder het

muziekgebouw in de tweede opdracht was ondergebracht

was de onderlinge samenhang enorm. Juist vanwege deze

samenhang is er als startdatum van het Muziekgebouw

gekozen voor de startdatum van het heiwerk. Op 10 januari

stond dit nog gepland op medio februari. Dit zou resulteren in

een oplevering medio april 2004. Door problemen tijdens de

bouwkuip (zie onder) is dit verschoven naar 11 maart 2001

en 31 mei 2004.

Bouwkuip

Zoals aangegeven zijn wij gestart op 6 juli 2001 met de

werkzaamheden aan de parkeergarage. Hoewel dit geen

wezenlijk deel van dit projectencollege uit maakt zijn de tijdens

deze fase opgedane ervaringen dermate interessant dat ze

de moeite van het vermelden waard zijn. Tijdens de

werkzaamheden aan de bouwkuip voor de parkeergarage

bleek al snel dat dit niet voorspoedig zou verlopen. Tijdens

de voorbereidende grondwerkzaamheden kwam al na enkele

dagen een stukje Amsterdamse historie in het zicht. Naar nu

bleek waren de in het verleden gesloopte gebouwen (zie

figuur 5) slechts verwijderd tot ca. 50 cm onder het maaiveld.

Naast funderingsresten troffen we tevens asbest, niet

aanwezig geachte maar wel (gedeeltelijk) onder spanning

staande leidingen en olieverontreinigingen aan. Dit betekende

voor ons aanzienlijke saneringswerkzaamheden die niet in

de planning voorzien waren. Nadat de saneringen afgerond

waren konden we eindelijk starten met het aanbrengen van

de damwanden. Het was inmiddels november 2001. Hiertoe

diende overeenkomstig de werkomschrijving in het bestek

onder andere de funderingsconstructie van de kade (zie figuur

4) te worden doorboord om schade aan de kademuren te

voorkomen. Tijdens dit doorboren kwam de volgende

verrassing. In plaats van een smalle sleuf in de grond ontstond

er een brede sloot (zie figuur 6). Na een onderzoek door

duikers werd er vastgesteld dat de ontlastvloer en diens

paalfundering geheel in het water stond in plaats van

opgesloten te zijn in het zand. De basaltblokken waren

spoorloos waardoor de stroming van het IJ vrij spel had op

het zand.

Dankzij snel handelen van ABT en de gemeente is de voor

de toekomst gewenste kadeverbreding versneld uitgevoerd

(zie figuur 7.)Met een oponthoud van enkele weken waren

deze werkzaamheden zover gevorderd dat ook wij onze

werkzaamheden aan deze kant van de bouwkuip weer

konden hervatten. Na vervolgens nog vele honderden houten

palen te hebben afgekort zijn we uiteindelijk met het heiwerk

gestart op 11 maart 2002 in plaats van de in januari nog

verwachte start in februari. De oplevering werd vervolgens

vastgesteld op 31 mei 2004.

Ruwbouw

Het Muziekgebouw wordt gebouwd met feiteli jk drie

verschillende bouwmethoden. In dit hoofdstuk willen we op

die specifieke onderdelen nader ingaan.

Buitendoos Grote concertzaal

De grote concertzaal wordt gemaakt met een zogenaamde

‘doos in doos’ constructie. Wij gaan in dit hoofdstuk in op de

buitenste doos. Deze doos bestaan uit in het werk gestorte

wanden met variërende dikten. Boven de plint zijn deze

151Uitvoering

44444 f u n d e r i n g s -f u n d e r i n g s -f u n d e r i n g s -f u n d e r i n g s -f u n d e r i n g s -construct ie kadeconstruct ie kadeconstruct ie kadeconstruct ie kadeconstruct ie kadeBAM

55555 g e s l o o p t eg e s l o o p t eg e s l o o p t eg e s l o o p t eg e s l o o p t eg e b o u w e ng e b o u w e ng e b o u w e ng e b o u w e ng e b o u w e nBAM

152

66666 opkomend wateropkomend wateropkomend wateropkomend wateropkomend waterin bouwkuipin bouwkuipin bouwkuipin bouwkuipin bouwkuipBAM

77777 v e r b r e d i n gv e r b r e d i n gv e r b r e d i n gv e r b r e d i n gv e r b r e d i n gk a d e m u u rk a d e m u u rk a d e m u u rk a d e m u u rk a d e m u u rBAM

153Uitvoering

wanden uitgevoerd als schoon betonwerk. Uit de gesprekken

die wij gevoerd hebben met de architect kwamen deze

wanden ook als een van de belangrijke onderdelen van het

gebouw naar voren. Om aan het beeld te kunnen voldoen

dat de architect voor ogen had, hebben we meerdere

besprekingen georganiseerd waarin de wensen en

mogelijkheden met elkaar afgestemd werden. Uit deze

gesprekken kwam naar voren dat de architect een vlakke en

dicht oppervlak wenste met een lichte aftekening van de

bekistingplaten. De conusgaten en de plaatnaden diende

recht boven elkaar te zitten (zie figuur 8). De eerste tekeningen

die BAM Advies & Engineering van de bekisting gemaakt

had, gedacht vanuit de ideale kistinzet, voldeed niet geheel

aan de wensen van de architect. Doordat de zijwanden

voorover hellen ontstond er een repetitie-effect dat terugkwam

in het grote vlak van de zijwanden. Dit was voor de architect

niet wenselijk. Uiteindelijk is her een compromis gevonden

door op willekeurige plaatsen een extra verdiepte lat aan te

brengen waardoor dat patroon wordt doorbroken.

Het uiteindelijke ontwerp is voorzien van verdiepte stroken bij

ieder stortnaad. Hierdoor zijn ongewenste wisselingen van

de bekisting eenvoudig weg te werken door de verdiepte

naad bij te werken. (zie figuur 9). Om beschadigingen van

het verse beton te voorkomen worden de latten voor het

ontkisten losgemaakt van de kist waardoor ze in het beton

achterblijven. Na droging van de latten zijn ze eenvoudig en

zonder beschadiging uit het beton te verwijderen.

Naast de esthetische kant waren er ook constructieve eisen

waar we aan moesten voldoen. Tijdens de calculatieperiode

had BAM Utiliteitsbouw de informatie gekregen dat de

wanden zonder verdere voorzieningen en/of koppelingen aan

het staal van de binnendoos gemaakt kon worden. Bij de

uitwerking van de wanden bleek echter dat er voor het maken

van de wanden meer kwam kijken dan op voorhand kon

worden voorzien. Vanuit de detailleringen zoals die waren

overeengekomen met de architect volgde een werkvolgorde

waarbij de zijwanden vooruit zouden lopen op de kopwanden.

Om deze wanden te kunnen maken zijn aan weerszijde van

de wanden steigers opgebouwd. De wand aan de

“schone”kant (= de stelkist) werd op oplegschoenen, die

bevestigd waren aan de onderliggende wand, gesteld en

vervolgens afgeschoord op de steiger. De andere steiger

was zo vrij voor ons, de vlechter en installateur om

respectievelijk de latten-demu’s-stekkenbakken, wapening

en installaties aan te brengen. Zodra de werkzaamheden

gereed waren werd de wand gesloten. Deze sluitkist werd

vervolgens afgesteund aan de “vlechtsteiger”. Nadat de kist

gesloten was werd de kist met behulp van een total-station

(zie hoofdstuk maatvoering) op maat gezet en gericht. Waarna

het storten van de wand volgde. Voor 1 stort bedroeg de

cyclus 20 dagen. Doordat de krachten van de kist afgesteund

worden op de steiger moet de steiger hier op berekend zijn.

In samenspraak tussen BAM (uitvoering) – SGB

(steigerbouwer) en BAM Advies & Engineering (constructeur)

zijn voor de wanden steigertekeningen gemaakt waarbij deze

zijn doorgerekend op de optredende belastingen. Hierbij

diende tevens de maximale vloerbelasting niet overschreden

te worden. Waar dit voor de rechte wanden nog betrekkelijk

eenvoudig was kwamen de problemen pas bij de beide

kopwanden. De hier optredende krachten waren vele malen

groter. Neem daarbij de wens van zo min mogelijk steigers

88888 c o n u s g a tc o n u s g a tc o n u s g a tc o n u s g a tc o n u s g a tBAM

99999 detai l stortnaaddetai l stortnaaddetai l stortnaaddetai l stortnaaddetai l stortnaadBAM

154

om kosten te besparen en werkruimte te houden en er ligt

een mooie puzzel om op te lossen. Na vele besprekingen is

het ons echter toch gelukt een steiger te ontwikkelen die

voldeed aan de doelstellingen. De uiteindelijke steiger is een

combinatie van gass ondersteuningen, stalen balken en

cuplock steigers. (zie figuur 10). Deze steiger is in staat de

krachten, en de later in de uitwerking van de plannen ontstane

stabiliteitsproblematiek van de wanden, op te nemen.

Kantoren

De kantoren, gelegen op de 3e tot en met de 5e verdieping,

zijn opgebouwd uit prefab beton elementen. De

draagstructuur bestaat uit kolommen met daartussen in de

langsrichting balken. Tussen deze balken l iggen

kanaalplaatvloeren die voorzien zijn van druklagen. Aan

weerszijde van de balken kragen de vloeren uit. Deze zijn

gemaakt met behulp van breedplaatvloeren.

De gevels aan de kant van de concertzaal hangen voor de

vloeren langs. Hiervoor zijn stalen schoenen op en onder de

vloeren gemonteerd. In de gevelelementen zijn schroefhulsen

ingestort op gelijke hoogten. De elementen zijn vervolgens

voor de gevel gehangen met de kraan en vastgemaakt met

behulp van bouten. De elementen hangen dus in feite aan

de bouten van de verankering.

De gevels aan de westgevel staan op de vloeren. Er zijn

stekken in de vloer gestort waarover de elementen, voorzien

van kokers (gains) zijn geschoven. Na afstelling van de

elementen zijn de gains aangegoten met krimpvrije mortel.

Omdat dit geen dragende elementen zijn is er aan de

bovenzijde enige ruimte overgelaten om doorbuiging van de

bovenliggende vloer mogelijk te maken. Als extra borging zijn

deze elementen zijn deze gevels aan de bovenzijde tevens

voorzien van hoeklijnen die de gevel koppelt aan de vloer.

Hierbij gaat het slechts om een horizontale bevestiging. In

verticale richting zijn in de hoeklijnen sleufgaten opgenomen

om de eerder genoemde doorbuiging niet te belemmeren.

BIMhuis

Het BIMhuis is opgebouwd uit een staalconstructie (zie figuur

11) met kanaalplaatvloeren. Als gevelinvulling is hier gekozen

voor kalkzandsteen. Deze kalkzandsteen heeft naast de

functie van binnenspouwblad tevens de rol de staalconstructie

van de gevels zoveel mogelijk op te sluiten. De moeilijkheid

van deze constructie zat in twee items. Enerzijds de plaats

van de delingen van de staalconstructie om te komen tot

transportabele eenheden en anderzijds de vervormingen van

deze constructie. Voor het opdelen van de staalconstructie

had ons ontwerpteam rekening te houden met twee partijen.

De architect die het visueel beoordeeld en de constructieve

mogelijkheden.

Na veelvuldig overleg is er een voor alle partijen aanvaardbaar

compromis gekomen waarbij de constructieve mogelijkheden

uiteindelijk bepaald hebben waar de delingen gemaakt zijn.

Door vervolgens naar de details van de verschillende

knooppunten te kijken hebben we ook de architect achter de

oplossing weten te krijgen. Dit heeft wel geresulteerd in een

aantal extra handelingen.

Om hetzelfde beeld te krijgen zijn een aantal koppelplaten

aan de binnenzijde van de kokers aangebracht in plaats van

aan de buitenzijde. Omdat deze verbinding in de eindfase

niet zou voldoen zijn de delen na montage aan elkaar gelast.

1 01 01 01 01 0 s t e i g e rs t e i g e rs t e i g e rs t e i g e rs t e i g e rBAM

155Uitvoering

Daarnaast zijn er bij enkele gelaste verbindingen boutkoppen

op de kokers gelast om te doen voorkomen dat het hier ook

om een boutverbinding ging.

Een groter probleem werd veroorzaakt door de vervormingen

zoals die in de staalconstructie voorkomen. Hoewel tijdens

de tekeningenfase de theoretische vervormingen in beeld

waren gebracht waren de gevolgen daarvan niet meteen

opgelost. De toegestane doorbuigingen van de stalen liggers

(zie figuur 12) bedroeg op enkele plaatsen 80mm. Doordat

tijdens de bouw de belastingen toenemen neemt ook de

uiteindelijke vervorming toe. In de ruwbouw worden echter

de vloeren gemaakt en die moeten in de eindfase toch vlak

liggen. Bijkomend probleem was dat de vervormingen niet

overal even groot waren. Uiteindelijke is er in samenspraak

met de hoofdconstructeur voor gekozen de druklagen op de

kanaalplaten overal gelijk te houden en het uitvlakken van de

vloer te doen met de anhydrietvloeren. Door voor deze

oplossing te kiezen kon het uitvlakken van de vloer gebeuren

in een periode waarin de vloerbelasting al bijna op het niveau

van de eindbelasting was.

Cap

De Cap is de naamgeving van de grote stalen dakconstructie.

Deze manshoge staalconstructie verbindt de eerder

genoemde bouwdelen. Het uitwerken van deze

staalconstructie is op zich voorspoedig verlopen. Naast het

uitwerken van enkele complexe knooppunten, met name ter

plaatse van de overgang van de gevelkolommen naar luifel

die ruim 19 meter uitkraagt, was dit een staalconstructie als

alle andere. De extra aandacht ging hier met name uit naar

het opvangen van de mogelijke vervormingen in de

bouwkundige details. Nagenoeg alle details van 3xN laten

het, voor de aannemer zo gevreesde, detailprincipe gelijk =

ongelijk zien. Doordat de Cap ten gevolge van wisselende

belastingen, waaronder ook wind, aanzienlijk zal kunnen

vervormen diende de details hierop ingesteld te zijn.

Uiteindelijke heeft dit, boven het BIMhuis, tot een detail geleid

waarbij de bewegingen van de Cap, middels een schuivend

detail, opgenomen wordt. De overige bewegingen van de

Cap waren op de gevellijn te beperkt om aanvullende

maatregelen te nemen. Bij het BIMhuis was dit wel nodig

omdat ook bij het BIMhuis de nodige vervormingen kunnen

optreden. Het BIMhuis is geheel “flexibel” in de glasgevel

opgenomen. Onder de staalconstructie worden stalen

roosters als plafond gemonteerd.

Plint

De plint, zoals de onderbouw wordt genoemd, zorgt, net als

de Cap dat doet in het dakvlak, voor de verbinding van de

verschillende gebouwonderdelen. In de plint zijn diverse

functies ondergebracht ten behoeve van de optredende

artiesten zoals kleed- en wasruimten, foyers en

repetitieruimten. Maar ook is hier ruimte voor opslag en

kantoren. Op de begane grond is de aanwezigheid van een

loadingdock met ruimte voor twee vrachtwagens naast elkaar

een groot pluspunt voor de gebruikers. Met behulp van twee

docklevelers (goederenliftjes) achter in het loadingdock

kunnen goederen zonder verdere obstakels van trapjes en

andere niveauverschillen het toneel op gereden worden. In

de kelder zijn voornamelijk ruimtes gesitueerd voor de

technische installaties. Voor de bezoeker die met de fiets

dan wel de auto het gebouw bezoekt is het straks mogelijk

via de kelder het gebouw binnen te komen.

1 11 11 11 11 1 s taa lcons t ruc t i es taa l cons t ruc t i es taa l cons t ruc t i es taa l cons t ruc t i es taa l cons t ruc t i eB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sBAM

156

1 2 a1 2 a1 2 a1 2 a1 2 a d o o r b u i g i n gd o o r b u i g i n gd o o r b u i g i n gd o o r b u i g i n gd o o r b u i g i n gs t a l e n l i g g e r ss t a l e n l i g g e r ss t a l e n l i g g e r ss t a l e n l i g g e r ss t a l e n l i g g e r sBAM

157Uitvoering

1 2 b1 2 b1 2 b1 2 b1 2 b fax over defax over defax over defax over defax over dedoorbuiging van dedoorbuiging van dedoorbuiging van dedoorbuiging van dedoorbuiging van des t a l e n l i g g e r ss t a l e n l i g g e r ss t a l e n l i g g e r ss t a l e n l i g g e r ss t a l e n l i g g e r sBAM

158

AFBOUW

Ook bij de gevelafwerking zijn de verschillende gebouwdelen

van elkaar te onderscheiden. Het kantoor wordt voorzien van

gevelstucwerk op isolatie waarna er een schil van glas om

gebouwd wordt. Dit glas loopt door over de zijkanten van de

staalconstructie van de Cap. Het kantoor “zweeft” boven de

plint doordat de 2e verdieping voorzien is van een stijlloze

glasgevel.

De gevelafwerking van de plint is ingegeven door de

belangrijke functie die dit gebouw inneemt in de totale

bebouwing van deze locatie. Vanuit het stedenbouwkundige

plan zijn de verschillende gebouwen, met ieder hun eigen

functie, met elkaar verbonden middels de plint. Om deze

reden ook zijn de aan elkaar gekoppelde gebouwen

(Muziekgebouw, Hotel, Passenger Terminal en Bank) allen

voorzien van dezelfde keramische tegel. Het Muziekgebouw

wordt gezien als de locomotief van de Piet Heinkade.

Om de openbare ruimten af te schermen is er een stijlloze

glasgevel ontwikkeld.

Het BIMhuis steekt hier als een zwarte doos uit. De

gevelafwerking bestaat hier uit antra-zink dat middels een

cassettesysteem aan de kalkzandsteen binnenspouwbladen

wordt gemonteerd.

Binnendoos Grote concertzaal

De binnendoos is in feite het gebouw dat in de het betonnen

casco gemaakt is. Deze constructie is opgebouwd uit een

geheel losliggende vloer met een eigen paalfundering, een

stalen draagconstructie, een wandafwerking van Isometal

sandwichpanelen met gips en golvend stukwerk waarna deze

grotendeels wordt afgewerkt met Mapple latje (zie figuur 14)

en tot slot een gipsplatenplafond..

Doordat de vloer van de binnendoos op de grens ligt van het

grondwaterniveau is er een dilatatieslabbe toegepast tussen

de wanden van de buitendoos en de vloer van de binnendoos.

Dit is de enige bouwkundige verbinding die toegestaan is.

Omdat lekwater uit het beton zou leiden tot extra

contactgeluid heeft het ogenschijnlijk eenvoudige detail ons

toch nog enige hoofdbrekens gekost. Na overleg met Peutz

en het maken van een proefopstelling hebben we het detail

naar tevredenheid van Peutz kunnen uitvoeren. (zie figuur

13).

De staalconstructie van de binnendoos is door onze co-

maker fa. Nagelhout in samenwerking met BAM Advies &

Engineering en onze werkvoorbereiding verder uitgewerkt.

Een heel belangrijk uitgangspunt hierbij was het voorkomen

van contactgeluid tussen de staalconstructie en de

buitendoos. Hier was slechts 2 cm tussenruimte beschikbaar

in het ontwerp. Normaal is dat onvoldoende om de, volgens

de normering, toegestane afwijkingen op te vangen. Doordat

wij de betonwanden steeds naar buiten hebben gemaatvoerd

en de staalconstructie naar binnen is het uiteindelijk, zij het

maar net, gelukt de staalconstructie geheel vrij te houden

van de buitendoos.

Na het aanbrengen van het staal volgde de wandafwerking.

De ontworpen wand is eerst getest bij Peutz waar, na

gebleken geschiktheid, de uitvoering is gestart. Ook dit ging

niet zonder de nodige hobbels. Uit de gesprekken die wij

hebben gehad met Kingspan (leverancier Isometal

elementen) kwam naar voren dat de gekozen plaat minimaal

belast mocht worden bij de overspanning van 6 m. zoals die

in dit project wordt toegepast. Na meerdere overleggen en

controleberekeningen van de constructeur heeft dit uiteindelijk

159Uitvoering

1 31 31 31 31 3 a a n s l u i t i n ga a n s l u i t i n ga a n s l u i t i n ga a n s l u i t i n ga a n s l u i t i n gtussen de wand vantussen de wand vantussen de wand vantussen de wand vantussen de wand vande bui tendoos metde bui tendoos metde bui tendoos metde bui tendoos metde bui tendoos metde vloer van dede vloer van dede vloer van dede vloer van dede vloer van debinnendoos metbinnendoos metbinnendoos metbinnendoos metbinnendoos metd i l a t a t i e s l a b b ed i l a t a t i e s l a b b ed i l a t a t i e s l a b b ed i l a t a t i e s l a b b ed i l a t a t i e s l a b b eBAM

1 41 41 41 41 4 v e r t i c a l ev e r t i c a l ev e r t i c a l ev e r t i c a l ev e r t i c a l edoorsnede van dedoorsnede van dedoorsnede van dedoorsnede van dedoorsnede van debinnendoos Grotebinnendoos Grotebinnendoos Grotebinnendoos Grotebinnendoos Groteconce r t zaa lconce r t zaa lconce r t zaa lconce r t zaa lconce r t zaa lBAM

160

geleid tot de nodige extra voorzieningen. Zo zijn de gipsplaten

die op de Isometal panelen aangebracht moesten worden

door en door bevestigd, is er extra staal aangebracht tpv

deuren en zijn een aantal sparingen voorzien van een raveling.

Deze extra voorzieningen moesten allemaal in een kort

tijdsbestek bedacht, uitgewerkt en gemonteerd worden om

uitlopen van de planning te voorkomen. Achteraf gezien had

een groot deel van de extra kosten voorkomen kunnen worden

door een dikker element te kiezen. Gezien de detailleringen

en de daaraan gekoppelde strakke maatvoering zou dit echter

tot ernstige vertragingen hebben geleid.

Het aanbrengen van de gipsplaten verloopt momenteel

zonder problemen. In de werkvoorbereiding wordt nu druk

gewerkt aan de uitwerking van de uiteindeli jke

wandafwerking. Hiertoe zullen stalen kokertjes worden

gemonteerd waartussen houten frames komen waarop de

steengaassteller zijn wapening kan aanbrengen. Doordat het

stucwerk in golven moet worden aangebracht zal hier met

zeer veel aandacht gewerkt moeten worden. Voor de

akoestiek is dit namelijk een zeer belangrijk onderdeel. De

stalen kokers zijn, vanwege het feit dat de Isometalwanden

geen belasting op kunnen nemen, door de wand heen

bevestigd aan de achterliggende staalconstructie. Op die

plaatsen waar het achterliggende staalprofiel geen mogelijk

bood, zijn houten balken in tussen de flensen aangebracht.

Hierdoor kunnen ook deze kokers gemonteerd worden.

Na het drogen van het stucwerk zal dit eerst nog wit

geschilderd worden alvorens de uiteindelijke wandafwerking

voor het stucwerk wordt aangebracht. Het wit schilderen

heeft twee functies. Enerzijds dicht het de kleine gaatjes in

het oppervlak van het stucwerk en anderzijds zorgt het voor

een optimale reflectie van het opvallende licht. Vanuit het

ontwerp zijn lichtbakken voorzien die het mogelijk maken de

wanden tijdens voorstellingen in allerlei kleurstellingen te doen

oplichten.

De eindafwerking van de wand bestaat uit horizontaal

gemonteerde Mapple latjes van 32 x 40mm die, om resoneren

te voorkomen op verschillende onderlinge afstanden

gemonteerd worden.

BIMhuis

Naast de grote concertzaal maakt het BIMhuis een belangrijk

deel uit van het project. Voor het ontwerp was een

uitgangspunt heel belangrijk. De gebruiker wilde dezelfde

sfeer terug zien in het nieuwe ontwerp die nu in het BIMhuis

aanwezig is alleen in een nieuw jasje. Hier is de architect

naar ons idee ook goed in geslaagd. De zaal is ingericht met,

behoudens enkele, straks aan het gezicht onttrokken,

akoestische en theatertechnische voorzieningen aan het

plafond, functionele materialen. De wanden worden

afgewerkt met fineerpanelen en plaatselijk getimmerde

lichtbakjes. De vloerafwerking zal hier, net als op vele andere

plaatsen bestaan uit parket van Cumaru. Het opmerkelijke

van dit parket is dat het niet wordt geschuurd en gelakt maar

als ruw gezaagde delen wordt aangebracht.

Overige ruimten

De overige ruimten zijn, naast de zojuist genoemde parketvloer,

voorzien van linoleum, vloertegels, epoxyvloeren (keukens)

en zwart gevlinderd beton. Als wandafwerking wordt in de

sanitaire ruimtes en keukens wandtegels en gecoate scan

161Uitvoering

SLOTWOORD

Als u bovenstaande heeft gelezen zult u hopelijk een goed

beeld hebben gekregen van de werkwijze en rol van de

bouwkundig aannemer in het tot stand brengen van een

project. Ondanks het vaak moeizame traject van

gegevensverstrekking en de lange kronkelige weg die we

moesten gaan om te komen tot de benodigde

uitvoeringsdocumenten zijn wij trots dat wij een positieve

bijdrage hebben kunnen en mogen leveren aan dit bijzondere

project. De vele positieve reacties tijdens de uitvoerings-

periode heeft ons zeker gesterkt in onze denk-, werk- en

handelswijze. Wij kijken dan ook met belang-stelling uit naar

meer van dit soort complexe projecten.

Rest ons nog de gebruikers veel succes maar vooral plezier

te wensen met dit fraaie gebouw en spreken de hoop maar

ook verwachting uit dat zij straks met een zelfde trots als wij

kunnen zeggen:

Het Muziekgebouw / BIMhuis is ons gebouw !

toegepast. De overige wanden worden voorzien van

schilderwerk, scan of blijven zonder verder afwerking.

Als plafondafwerking worden klimaatplafonds (verwarming

en koeling) toegepast en zijn enkele ruimtes voorzien van

gipsplafonds. De sanitaire ruimte worden voorzien van een

standaard systeemplafond.

163Initiatief / Gebruiker

INITIATIEF / GEBRUIKER

Muziekcentrum de IJsbreker, Amsterdam

J. Wolff

Interview met Jan Wolff (24 min.) op DVD

Videobestand openen!

164

165Initiatief / Gebruiker

167Bijlagen

BIJLAGEN

1 locatie

2 situatie

3 noordgevel

4 zuidgevel

5 westgevel

6 oostgevel

7 kelder

8 begane grond

9 eerste verdieping

10 tweede verdieping

11 derde verdieping

12 vierde verdieping

13 vijfde verdieping

14 dakplan

15 langsdoorsnede

16 langsdoorsnede

17 doorsnede BIMhuis

18 doorsnede BIMhuis

19 dwarsdoorsnede

20 dwarsdoorsnede

21 doorsnede aansluiting BIMhuis

22 facts sheet

168

11111 l o c a t i el o c a t i el o c a t i el o c a t i el o c a t i edienst RuimtelijkeOrdening

169Bijlagen

22222 s i t u a t i es i t u a t i es i t u a t i es i t u a t i es i t u a t i edienst RuimtelijkeOrdening

170

33333 n o o r d g e v e ln o o r d g e v e ln o o r d g e v e ln o o r d g e v e ln o o r d g e v e l

171Bijlagen

44444 z u i d g e v e lz u i d g e v e lz u i d g e v e lz u i d g e v e lz u i d g e v e l

172

55555 w e s t g e v e lw e s t g e v e lw e s t g e v e lw e s t g e v e lw e s t g e v e l

173Bijlagen

66666 o o s t g e v e lo o s t g e v e lo o s t g e v e lo o s t g e v e lo o s t g e v e l

174

77777 k e l d e rk e l d e rk e l d e rk e l d e rk e l d e r

175Bijlagen

88888 begane grondbegane grondbegane grondbegane grondbegane grond

176

99999 e e r s t ee e r s t ee e r s t ee e r s t ee e r s t ev e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n g

177Bijlagen

1 01 01 01 01 0 t w e e d et w e e d et w e e d et w e e d et w e e d ev e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n g

178

1 11 11 11 11 1 d e r d ed e r d ed e r d ed e r d ed e r d ev e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n g

179Bijlagen

1 21 21 21 21 2 v i e r d ev i e r d ev i e r d ev i e r d ev i e r d ev e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n g

180

1 31 31 31 31 3 v i j f d ev i j f d ev i j f d ev i j f d ev i j f d ev e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n gv e r d i e p i n g

181Bijlagen

1 41 41 41 41 4 d a k p l a nd a k p l a nd a k p l a nd a k p l a nd a k p l a n

182

1 51 51 51 51 5 l a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d e

183Bijlagen

1 61 61 61 61 6 l a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d el a n g s d o o r s n e d e

184

17 + 1817 + 1817 + 1817 + 1817 + 18 d o o r s n e d ed o o r s n e d ed o o r s n e d ed o o r s n e d ed o o r s n e d eB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i sB I M h u i s

185Bijlagen

1 91 91 91 91 9 d w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d e

186

2 02 02 02 02 0 d w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d ed w a r s d o o r s n e d e

2 12 12 12 12 1 d o o r s n e d ed o o r s n e d ed o o r s n e d ed o o r s n e d ed o o r s n e d eaanslui t ing BIMhuisaanslui t ing BIMhuisaanslui t ing BIMhuisaanslui t ing BIMhuisaanslui t ing BIMhuis

187Bijlagen

2 22 22 22 22 2 facts sheetfacts sheetfacts sheetfacts sheetfacts sheet

EERDER VERSCHENEN

1991 IMAX gebouw Rotterdam dictaat 7238

1992 Delftse Poort Rotterdam dictaat 7248

1993 Tweede Kamer der Staten Generaal Den Haag dictaat 7261 / 7263

1994 Terminal West Luchthaven Schiphol Amsterdam dictaat 7291

1995 Hoofdkantoor Gasunie Groningen dictaat 7307

1996 Stadhuis / Bibliotheek Den Haag dictaat 7327

1997 ArenA Amsterdam dictaat 7354

1998 NewMetropolis Amsterdam dictaat 7366

1999 Hoofdkantoor ABN AMRO Amsterdam dictaat 7384

2000 Hoofdkantoor ING Groep Amsterdam dictaat 7398

2001 NieuwBouwkunde Eindhoven dictaat 7405

2002 - 2003 Stadhuis Alphen aan den Rijn dictaat 7408